DG Aalsmeer | ds. Gabe Hoekema | 1 juni 2008: Afscheidsdienst G.G. (Gabe) Hoekema als predikant der gemeente. Schriftlezingen: Deuteronomium 11: 18 - 28; Mattheüs 7: 15 – 24
Orgelspel (Jaap Biesheuvel) Woord van welkom Aansteken van de kaars Kerkkoor: Jubilate Deo Onze hulp Onze hulp is in de naam van de Eeuwige God, onze vader, schepper van hemel en van aarde, die ons mensen in liefde trouw bleef, die ons zijn rijk van vrede en recht voor ogen hield en die ons nabij is in de diepten en hoogten van ons leven. Genade zij ons en vrede van God, onze vader en van Jezus Christus, onze Heer. Amen Lied van de Gemeente: Wij komen als geroepen (mel 448) Gebed Lied van de Gemeente: Alle eer en alle glorie Tussentijds 17 Schriftlezing: Deuteronomium 11: 18 - 28 De Schriftlezingen zijn die uit het leesrooster. Deuteronomium 11 is bijna een herhaling van wat in het zesde hoofdstuk te vinden is en grijpt al vast vooruit op wat er hoofdstuk 30 van dit machtige boek gesproken wordt: het bewaren van de geboden en de keuze voor zegen of vloek, elders ook voor leven en dood. Ik lees u uit de Naardense Bijbel, de indrukwekkende, maar niet altijd gemakkelijke vertaling van Pieter Oussoren. 18 Legt deze woorden van mij op uw hart en op uw ziel; bindt ze als een teken op uw hand; worden zullen ze tot een merkteken tussen uw ogen. 19 Leren zult ge ze uw zonen, door van hen te spreken,als je neerzit in je huis en als je voortgaat over de weg, als je gaat slapen en als je opstaat; 20 schrijven zult ge ze op de posten van je huis en in je poorten; 21 opdat ze talrijk worden, uw dagen en de dagen van uw zonen, op de bloedrode grond welke de ENE uw vaderen heeft gezworen hun te geven,als de dagen van de hemelen over de aarde! 22 Ja, als ge het waakzaam bewaken zult, heel dit gebod dat ik u gebied om te doen,en zult liefhebben de ENE, God-over-u, door te wandelen in al zijn wegen en vast te houden aan hem,23 onterven zal dan de ENE al deze volkeren van uw aanschijn; onterven zult ge volkeren groter en steviger dan gij;
24 heel het oord waarop de holte van uw voet zijn weg gaat zal voor ú wezen; van de woestijn tot de Libanon, van de Rivier, de rivier de Eufraat, tot aan de Achterzee zal het uw gebied worden. 25 Niemand zal standhouden bij uw verschijning; schrik voor u en vrees voor u zal de ENE, uw God, geven over het aanschijn van al het land waarover ge uw weg zult gaan,zoals hij tot u heeft gesproken. 26 Zie, ik geef aan uw aanschijn heden zegen en vloek; 27 de zegen,waar ge gehoor geeft aan de geboden van de ENE uw God, welke ik u heden gebied; 28 de vloek,waar ge níet hoort naar de geboden van de ENE, uw God en afwijkt van de weg welke ik u heden gebied,door achterna te gaan: andere goden, die ge niet kent!
Lied van de Gemeente: God heeft het eerste woord
Schriftlezing: Mattheüs 7: 15 - 24 In Mattheüs zijn we aan het einde van de bergrede, de gelijkenis van de verstandige en de dwaze man, die hun huis bouwen op de rots of op zand. Dat wordt ingeleid door een waarschuwing tegen valse profeten en opmerkingen over bomen die vruchten dragen. Goede of slechte of wellicht helemaal geen vrucht. Uit de Nieuwe Bijbelvertaling: 15 Pas op voor valse profeten, die in schaapskleren op jullie afkomen maar eigenlijk roofzuchtige wolven zijn. 16 Aan hun vruchten zul je hen herkennen. Men plukt toch geen druiven van doornstruiken of vijgen van distels? 17 Zo draagt elke goede boom goede vruchten, maar een slechte boom draagt slechte vruchten. 18 Een goede boom kan geen slechte vruchten dragen, evenmin als een slechte boom goede vruchten dragen kan. 19 Elke boom die geen goede vruchten draagt, wordt omgehakt en in het vuur geworpen. 20 Zo kunnen jullie hen dus aan hun vruchten herkennen. 21 Niet iedereen die "Heer, Heer" tegen mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. 22 Op die dag zullen velen tegen mij zeggen: "Heer, Heer, hebben wij niet
in uw naam geprofeteerd, hebben wij niet in uw naam demonen uitgedreven, en hebben wij niet vele wonderen verricht in uw naam?" 23 En dan zal ik hun rechtuit zeggen: "Ik heb jullie nooit gekend. Weg met jullie, wetsverkrachters!" 24 Wie deze woorden van mij hoort en ernaar handelt, kan vergeleken worden met een verstandig man, die zijn huis bouwde op een rots.
Kerkkoor: Hymne Overdenking Orgelspel door Jaap Biesheuvel Zusters en broeders, Op 18 augustus 1985 was de intrededienst in deze gemeente. Toen begon ik als predikant van de gemeente en nam als de door de gemeente in bijzondere dienst gestelde broeder verantwoordelijkheid voor de gemeente en voor het werk dat ik in de gemeente zou verrichten., samen met anderen. De dienst op 18 augustus 1985 werd begonnen met een welkom door de toenmalige voorzitter van de Gemeente, br. Jan Broere en vervolgens voortgezet door mijn toenmalige collega in de Gemeente, Zr. Jeltje de Jong en zij samen droegen vervolgens de verantwoordelijkheid voor de dienst aan mij over. Een gedeelde verantwoordelijkheid, maar wel een die ik geprobeerd heb voor 100% waar te maken. Vandaag ga ik als predikant voor het laatst voor in de gemeente en dat betekent dat ik mijn verantwoordelijkheid uit handen geef. En zoals ik hem ontvangen heb van voorzitter en medepredikante, zo geef ik hem nu terug in de handen van mijn collega van dit moment, zr. Liesbet Geijlvoet en van de voorzitter van dit moment, zr. Barbara Eveleens. Daarmee geef ik ook de verantwoordelijkheid als predikant, die begon op 9 maart 1969 in Bolsward uit handen. In mijn opvatting ben je predikant zolang je als zodanig bent beroepen door een gemeente. Als je dat niet meer bent mag je als gewoon lid in de gemeente, welke ook, meedoen en wellicht nog wel eens een keer voorgaan in een dienst of een andere dienst verlenen, maar niet meer als predikant. In de diensten staat centraal de uitleg en verkondiging van het verhaal van God en mensen zoals dat in de bijbel te vinden is. Dat is een keuze, je kunt het verhaal van God en mensen ook vinden in de natuur, in je innerlijk, of in andere bronnen. Ik heb steeds gekozen voor de bijbel en heb dat met vasthoudendheid en liefde gedaan en heb nog steeds geen spijt van deze keuze. Ik voel me daarin verbonden met het geloof van generaties voor mij, christenen en voor een deel ook joden, voor een deel, want ik ben geen jood. Maar het allergrootste deel van het boek, voor mijn gevoel het hele boek is een joods boek. Ik hoop dat dat boek centraal mag blijven staan in deze gemeente. Ook vandaag heb ik gelezen uit de Naardense Bijbel. Niet de beste vertaling, die bestaat niet. Niet de makkelijkste, die komt nog en de schrik slaat me om het hart als ik er aan denk, een nog grotere vervlakking van de
boodschap. Maar ik zou graag zien dat die Naardense Bijbel permanent in deze Gemeente aanwezig is, hier op de kansel en bij andere gelegenheden. Daarom laat ik deze vertaling hier als een bijdrage aan jullie om te blijven lezen en horen, juist als het niet zo makkelijk is.
Lied van de Gemeente: Omkleedt u met de Een (Zingerderwijs 116, mel. 96) Gebeden Enkele woorden van Barbara Eveleens (voorzitter kerkenraad) Muziek van Hanneke Maarse Enkele toespraken Muziek door Kees van Oudenallen en Wilma Broere Kort dankwoord van Gabe Lied van de Gemeente: Tussentijds 178. Zegenbede: De liefde gaat ons voor in den beginne Zingend Geloven 4, 26 Praktische mededelingen
Zusters en broeders, en andere lieve mensen, Het verhaal van God en mensen begint met de letter Beth. Tenminste in de bijbel, die vorm heeft gekregen door de rabbijnen zo honderd na Christus. Daarmee hebben ze de toon gezet. En ook met het eerste woord, dat dus met die Beth, die b, begint: beginne. Je moet er wel in geloven om het begin als begin te zien, als beginsel, als hoofdzaak. Dat verhaal wordt ons aangereikt. We hebben het niet verzonnen, wij niet, in ieder geval, misschien die rabbijnen wel, maar wij niet. Het is ons aangereikt. En we luisteren. En steeds weer gaat het om luisteren. Luisteren naar een woord, een stem, een zeggingskracht. Luisteren om op te passen je eigen stem, je eigen woord, je eigen zeggingskracht niet het eerst te horen, niet het belangrijkste te vinden, niet tot hoofdzaak te maken. Het verhaal van God en mensen begint met luisteren naar wat de hoofdzaak is: God liefhebben en de naaste. Zo vat het evangelie het samen. De Ene, God liefhebben, met heel je hart en heel je ziel en hem dienen. Zo vat Deuteronomium het samen in het stuk dat we hebben gelezen. We begonnen deze dienst door uit te spreken Onze hulp is in de naam van de Eeuwige… Ik gebruik een paar jaar dat woord. Geleerd van anderen, misschien wel van Liesbet, van wie dan ook. De Eeuwige, omdat ik met dat woord alles omvat en toch niets zeg. Maar het is nog niet zo belast als het volgende woord dat ik gebruik: God, een allemanswoord geworden met alle gevaren van dien, want waar hebben het over? Hoe God, wie God, wat God. En dan zeg ik: onze Vader. Dat doe ik omdat ik niet alleen voor mezelf spreek, maar ook voor de hele gemeente en ik heb ervaren dat bij alle verschillen en alle verschillende gedachten over wie of wat we God
noemen, het beeld van de vader voor velen iets te zeggen en te bedoelen heeft. En dan zeg ik: schepper van hemel en aarde. Verwarrend, want ik ben geen creationist, niet iemand die gelooft dat God in zijn jaar nul zomaar opeens uit het niets de wereld schiep. Maar wat voor mij scheppen betekent, in het hebreeuws ook een woord met een beth, dat is dat hij ten principale de ordening aangeeft. In zijn schepping wordt duidelijk wat wat is. Verteld in de wereldbeelden van die tijd, hebben die rabbijnen een ordening aangebracht, essentieel voor het leven van mensen en die ordening staat voor wat zij noemen God, de Eeuwige, de Ene. Die naamloze, die toch een naam moet hebben. En die ordening heeft alles te maken met het land, de aarde, waarop we als mensen leven, en die ordening heeft ook alles te maken met het samenwonen, samenleven op die aarde. Samenwonen als verschillende mensen, man, vrouw, blank zwart, homohetero, christen, jood, moslim. Maar ook rijk en arm, ziek en gezond, jong en oud. Dat is samen. Samen op de aarde, dat lied hadden we ook kunnen zingen. Die ordening geeft ook aan dat in dat samenzijn niet iemand de baas is, de oudste niet, omdat hij de oudste is, de jongste niet omdat hij de jongste is. De blanke niet, niet omdat hij de blanke is en de christen niet omdat hij christen is. Als er maar één ding vast staat: de kwetsbare is degene waar het om gaat. Die moet kans van leven hebben. Die ordening is een sociaal program. Niet gekoppeld aan een van onze ideologieën, maar aan de ordinantio Dei, de ordinantie van God, waar Augustinus een boek over schreef. Maar dat heb ik nog nooit gelezen. Krijg ik nu ook tijd voor. Die ordening, die begint als Hoofdzaak, als letter Beth, als Begin in de bijbel, dat is het eerste gebod. Je moet God niet liefhebben omdat hij God is, maar omdat hij die ordening is. Omdat God staat voor een samen-leven op aarde, waar de ander nooit de dupe mag worden. Daarom mijn huiver voor te grote individualiteit, te groot individualisme, als dat betekent dat het mij losmaakt van mijn maatje, mijn medemens. Het verhaal van Kaïn en Abel is daarom voor mij zo'n belangrijk verhaal geworden, omdat die ordening van de Eeuwige, God, de Ene ten aanzien van dat samen-zijn, samen-leven zo fundamenteel verteld wordt. In hoe het mis kan gaan, in hoe het mis gaat. Waar Deuteronomium mij, ons vraagt om gehoorzaam te zijn aan de geboden, dan is dat om deze zaak. En dan gaat het niet om pietluttigheden, maar om de essentie van leven. Vandaar dat ik die essentie bewaren moet in mijn hart en in mijn ziel, in mijn handen in alles wat ik doe, tussen mijn ogen om alles zo te zien, dat het in dit evenwicht staat, in mijn huis als de plek waar we wonen, in de kleine bezetting, het gezin, in de stad of dorp als de plek waar we wonen en leven in grote bezetting, als samenleving. Want alleen zo zullen we kunnen leven, vandaag en morgen tot in de handen van de Eeuwige. Anders zijn we aan de goden overgeleverd. Gehoorzaam aan de geboden, luisterend naar de Eeuwige. Dat is voor mij vooral beseffen dat die stem, dat woord, hoe menselijk ook, hoezeer door mensen, van beneden zou Kuitert zeggen, geformuleerd en hoezeer ook een stem van de tijd en een woord van de tijd, het is voor mij vooral beseffen dat die stem mij aanspreekt.
Het komt niet uit mezelf, het komt, en ik weet niet van wie, van wat, van waar en toch. Ik heb wel eens gezegd, het komt uit dat verhaal, dat oude verhaal, dat mijn werkelijkheid toespreekt, bevraagt, corrigeert. En daar kan ik dan soms de naam bij zetten, de naam, die geen naam kan zijn, Eeuwige, God, vader, schepper, Heer. Soms, want het gebeurt vaak genoeg dat ik die naam niet vinden kan, niet voorhanden heb, dat ik de zeggingskracht van het verhaal niet hoor, niet wil horen, niet kan horen. En voor mij is dan het enige dat ik het verhaal maar weer opnieuw probeer te horen te lezen, opnieuw toelaat in mijn bestaan. Vandaar dat ik niet uitgelezen raak op Genesis 1, niet uitgehoord raak in dat verhaal dat de hoofdzaak is voor mijn bestaan. Het begin, en ik noem het hoofdzaak, omdat in dat hebreeuwse woord waarmee de bijbel begint ook het woord hoofd als grondbetekenis zit. Hoofdzaak: geroepen om te leven, op de aarde, samen, in vrede, in balans, in evenwicht, man en vrouw, arm en rijk, jong en oud, vriend en vijand, jij en ik. Bis jetzt habe ich gesprochen über was für mich die Haupsache der biblische Botschaft ist, Die Hauptsache, weil die Bibel anfangt mit die Buchstabe B, der Beth, und weil in das erste Wort der Bibel im Hebraisch auch das Wort Haupt im Grunde zu finden ist. Die Hauptsache is für mich das wir gerufen sind zum Leben, auf der Erde, zusammen, im Frieden, im Balanz, Mann und Frau, Arm und Reich, Jung und Alt, Freund und Feinde, Du und ich. Als die hoofdzaak niet leeft in ons hart en in onze ziel, niet geplakt zit in wat we doen en in wat we zien en inzien, dan kunnen we wel Heer, Heer roepen, dan kunnen we wel mooie verhalen houden en propfeteren, dan kunnen we wel een prachtige liturgie hebben, dan kunnen we wel met tweeduizend in een kerk zitten, dat kunnen we elke zondagmorgen wel kijken naar Hour of Power, maar dan is iets anders hoofdzaak geworden: hoe we overkomen, hoe we de boodschap verkopen, hoe we mensen weten te lokken, hoe we mensen aanspreken in hun eigen leven en geruststellen: Jezus vergeeft. Om de donder niet. Als we de hoofdzaak niet ervaren in ons hart en onze ziel, dan valt er niets te vergeven, dan bouwen we ons huis op zand. Nooit mag de vraag zijn: hoe krijgen we mensen in de kerk, maar: hoe kunnen we waarmaken wat we horen. Kwantiteit is geen garantie voor echtheid. Grote partijen mogen dan veel en goedkoop zijn, ze zijn meestal niet duurzaam. De afvalcontainers bij de achteruitgang zitten boordevol. Geef mij dan maar een gewone doopsgezinde of andere gemeente, waar we eerlijk zijn door te zeggen dat we niet zo geweldig zijn, maar wel proberen te luisteren. Geef mij maar een eenvoudig huis, zonder al te veel toeters en bellen om maar in trek te zijn. Een huis, waar mensen samenkomen, geïnspireerd worden en grond onder de voeten voelen. De eerste letter van de bijbel is de Beth, en die letter wordt aangeduid met een woord dat huis betekent. En, we hoorden het Donderdagavond al: die letter wijst vooruit: Toekomst. Aan alle kanten gedekt vooruit! Dus goede vruchten, in het land waar we samen wonen, man en vrouw, jij en ik. Ik hoop dat jullie nog vaak weer durven te beginnen bij het begin om, verder te komen. Ik hoop dat we geen knieval doen aan kijk- en populariteitscijfers, maar mensen zijn die echt moeite doen, die echt de moeite doen om te luisteren,
aandachtig, met hart en ziel, en die echt moeite doen om al luisterend met handen en voeten gestalte geven aan wat we horen . Daartoe schiep de Eeuwige, wie of wat hij of zij ook moge zijn de hemel en de aarde. Amen