107 Scheppingsliedje
108 Lied van de lieve aarde
E. Linger
1 En
God schiep
de
vos,
het
de
weeg - bree,
hert,
ci -
de
al-les met zijn Woord:
1 De
ko - li - brie
met
cho - rei
het pluim-gras en de dui-zend - poot en ook nog 2
En God schiep alles met zijn woord: de krokodil, de olifant de kever en de pauw het fluitekruid en kikkerdril en ook nog jou! 3
En God schiep alles met zijn woord: de beer, de leeuw, de adelaar de sprinkhaan en de snoek de kater en de ooievaar en ook nog háár!
W. ter Burg
maar
de
mij.
we - reld
heeft
ei - gen
God goed ge - maakt
vin - gers aan - ge - raakt,
heb - ben men - sen jou ver - teld:
aar - de lijkt
een
vuil - nis - belt.
4
En God schiep alles met zijn woord: de vlinder en de sidderaal de panter en het paard het sterremos, de stekelbrem en ook nog hém!
O Heer, de
Leer
5
ons
aar - de lijdt veel pijn.
toch
zorg
-
zaam
zijn!
2
En God schiep alles met zijn woord: de nachtegaal, de pimpelmees de goudvis en de spin de zonnebloem, het zwanendons en ook nog óns!
Jij Adam uit Gods mooie tuin jij kijkt zo bitter naar het puin dat tussen bloemen wordt gestort; zo leeft de aarde straks te kort. O Heer, de aarde lijdt veel pijn
leer ons toch zorgzaam zijn. bij: ‘mij-jou-haar-hem-ons’ jezelf, een ander, elkaar aanwijzen
134
AWN 3-29
135
109 Uit de put
LIED VAN DE LIEVE AARDE vervolg
3 Jij
Ka - ïn
kijk
naar
De
hebt
je broer
aar - de huilt,
een
gro - te mond,
hier op
de
want door jouw
grond.
W. Tans’ur
daad 1 Hoe
zaai
jij nu on
-
ge
ons
Jo - zef,
uit
de__
put
-
len__ - de__
sla - ver - nij?
le - ven loopt
niet__
aar - de lijdt veel pijn Je
leer
jij,
- luk en haat. el
O Heer, de
kom
toch
4
zorg
Jij Noach in de ark van God zo mooi gemaakt en goed op slot, jij drijft hoog op de wereldzee neemt alle dieren veilig mee. O Heer, de aarde lijdt veel pijn
leer ons toch zorgzaam zijn.
- zaam
zo - maar__ stuk
zijn. want
5
Jij ziet de aarde die zo zucht de ozonlaag ijl in de lucht weet, dat de zee zo is vervuild dat God om onze aarde huilt. O Heer, de aarde lijdt veel pijn
leer ons toch zorgzaam zijn.
God
staat__
2
Jij houdt je rug standvastig recht bij leugen, vleierij. Jij houdt je vast aan wat God zegt, want Hij staat jou terzij.
jou
ter
-
zij!
3
Al lijkt jouw leven weinig waard gevangen ben jij vrij; al weer zoekt men jouw wijze raad want God staat jou terzij!
4
Zo word jij koning voor het land van angst en slavernij; de mensen leven door jouw hand want God staat jou terzij!
136
bij Genesis 37-45 SVPS 137
137
110 Weet je wel
Weet je wel
spiritual: Glory Hallelujah
1 Weet jij hoe de Schep-per al - le men-sen heeft be-doeld?
Weet jij hoe al snel de on -der-lin - ge lief -de is be - koeld?
Weet je van het volk, waar-mee God toch op-nieuw be-gon
refrein
en
groot
Glo - rie voor
en
klein
de goe - de
Ie - der mens biedt Hij
in
Ge
138
daar
Ko
een wo
het land van melk en
- pre - zen
zij
zijn
ho
zong:
-
2
Weet jij van die ellenlange reis door de woestijn waarbij ieder stapvoets leerde om een beter mens te zijn heilig, dus aan God en aan de medemens gewijd. Zo zongen zij altijd: refrein 3
ning!
-
ning
-
ning.
Weet jij van de doortocht door de Rietzee en Jordaan waarbij al het water splijtte, zodat ieder door kon gaan. Weet jij, dat het veilig werd daar aan de overkant in dat beloofde land? refrein 4
Weet jij, dat ook Israël het kwaad niet overwon omdat niemand alle wetten en geboden houden kon? Weet jij, dat het leven toch een nieuwe wending nam toen Jezus Christus kwam… refrein
Naam!
139
111 Huis van mijn Vader
112 Koning op een ezel
E. Linger
1 Mijn Va-der
en voor
heeft een huis
jou
is
er
met heel veel ka - mers
ook
één.
1 Een
Mijn Va - der
heeft een huis met heel veel ka - mers
en voor
ga
en voor
jou
jou
2
Ik
ga
Wees maar gerust, vertrouw op God en ook op Mij. Je weet toch wel de weg? Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven; bij de Vader breng ik jou, bij de Vader breng ik jou.
daar
T. Littmarck
Die
heen____
Ik__ daar
dat
3 Voor jou is daar een plaats in ’t hemels koninkrijk; je zult daar bij Mij zijn, maar eerst is dicht bij huis je eigen levenswerk; dat maakt je sterk en rijk ja, dat maakt je sterk en rijk.
Ko-ning die ik dien!
ik
de hoog-ste
Ko - ning
dien!
2
Mijn Koning heeft geen lijfwacht, ook geen vaandel of een kroon woont niet in een paleis, maar in de straten waar ik woon. Hij houdt van heel gewone mensen, ik en jij; dat maakt mij alle dagen blij. 3
Zijn koningsnaam is Jezus en die naam zegt: God bevrijdt dus vier ik vrolijk feest, nu Hij de poorten binnen rijdt. Ik zwaai met mooie takken, zing het hoogste lied met ieder, die mijn Koning ziet!
4
140
ko-ning op een e - zel is de
dat wel ooit ge - zien?
Je vindt het vreemd mis-schien, maar ik zeg bo-ven -dien
heen.
Mijn Geest zal bij je zijn, ja, alle dagen hier mijn Geest zal in je zijn; vanuit mijn Vaders huis zal Ik je dragen want Ik laat je nooit alleen want Ik laat je nooit alleen!
ko-ning op een e - zel, heb jij
4
bij Johannes 14
SVPS 219
Nu volg ik Koning Jezus naar zijn goede Koninkrijk waar rijke mensen arm zijn en de arme mensen rijk. Er lopen zoveel mensen mee, een hele lange stoet. Bij deze Koning is het goed!
141
113 Mooiste naam
Mooiste naam
A. Törnberg
1 Zeg
die
Die
ken jij al
God zelf
de mooi-ste naam op aar
ge -ge - ven
-
de,
heeft?
naam is voor ons le - ven echt van waar
-
de, 2
want die naam
Ja,
leeft!
Je
naam be -te -kent dat God
-
is
met Hem
aan
zus!
redt,
nieu - we kans voor ie - der men-sen - kind
Lief - de
142
en
de al - ler-mooi -ste naam is
Zijn
een
ge-neest
Die naam staat als een morgenster te stralen aan de hemel dag en nacht, die naam is vol van prachtige verhalen die vertellen van Gods kracht. Ja, de naam van Jezus heeft meer waarde dan zilver, diamant en goud. Er is geen andere naam op deze aarde die een rijk van liefde bouwt!
dus.
zet!
kinderliedje bij Handelingen 4: 12 SVPS 47
143