Liturgie voor de kerkdienst op 14-2-2016 Eerste zondag van de veertigdagentijd Welkom en mededelingen en aansteken van de kaarsen Muziek De gemeente gaat staan Votum en groet Psalm 62: 1 en 5 Mijn ziel is stil De gemeente gaat zitten Inleiding: Negenentwintig namen voor Jezus van Nazareth Huub Oosterhuis Uit: Geloven hoe bedoel je? p. 56 Gez. 538: 1 en 4 Een mens te zijn op aarde Kyriegebed, na elke bede zingen we Kyrië Eleison Goede herder wees met onze wereld waarin zoveel mensen verdwalen het hoofd niet boven water kunnen houden ten onder gaan omdat ze niet aan de eisen kunnen voldoen omdat de ervaringen van het leven te moeilijk zijn om te dragen daarom roepen wij u aan Bron van liefde wees met onze wereld waarin zoveel liefde stuk loopt waarin relatie kapot breken families uiteen vallen buren tegen elkaar opstaan waar kerken eeuwenlang tegenover elkaar staan waarin alle rozen doornen hebben Daarom roepen wij u aan Stroom van levend water wees met onze wereld waarin mensen dorst hebben naar gerechtigheid waar mensen slachtoffer worden van de hardheid van de natuur waar oogsten mislukken door grote droogte in Afrika mensen nog altijd geen onderkomen hebben in Nepal en omgekomen zijn in Taiwan Daarom roepen wij u aan
Vergeef ons onze zonden en leidt ons op de weg ten leven Door Jezus Christus Onze Heer. Amen Gez. 561: 1, 2, 3, 4 en 5 O liefde die verborgen zijt Gebed Heer schenk ons uw Geest een geest van wijsheid en inzicht een geest van kracht en verstandig beleid een geest van kennis en eerbied voor de Heer. Zodat we leven in het spoor van Jezus op wie uw Geest rustte en uit wie wij in geloof hoop en liefde mogen leven. Amen Lezing: Jesaja 61: 1-11 Gez. 438: 1 en 4 God lof nu is gekomen Lezing:. Lucas 4: 14-30 Gez. 441: 1 en 4 Hoe zal ik u ontvangen Preek Gemeente van de Heer, Vandaag presenteert Jezus zijn programma. In de synagoge, de plaats van samenkomst. En dat nog wel in de plaats waar hij was opgegroeid, Nazareth. Lukas roept het beeld op van een geneesheer die zich in die tijd presenteerde. Geen diploma’s aan de wand van de spreekkamer toen, maar een redevoering tot het volk. ‘Dit zijn mijn krachten, zowel spiritueel als wetenschappelijk, ik kan jullie genezen.’ Zo moest een geneesheer toen vertrouwen verwerven. Jezus lijkt zich hier ook zo te presenteren. Het nieuws over zijn prediking ging al voor hem uit, daar kon hij op verder bouwen. Jezus kondigt zijn programma aan aan de hand van de Bijbel. Hij leest een gedeelte uit Jesaja 61, net als we dat van morgen gedaan hebben. En hij zegt dan: “Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.” Alsof het horen van de tekst de belofte die gelezen werd heeft waar gemaakt. De belofte van bevrijding, de belofte van genezing, de belofte van Gods genade, het gaat niet over een verre toekomst, maar in de mond van Jezus wordt het duidelijk dat het over nu gaat. Dat de Geest des Heren nabij is. Op hem zelf. “Vandaag hebben jullie dit Schriftwoord in vervulling horen gaan.” Wat een hoop, wat een troost, wat een prachtige woorden. Het gebeurt, God met ons! Halleluja! “Allen betuigden hun bijval en verwonderden zich over de genaderijke woorden die uit zijn mond kwamen,” staat er. Wat een bemoediging, wat een goede preek. En verwonderd zeggen ze tegen elkaar dat dit toch die jongen is die bij hun in de buurt is opgegroeid, de zoon van Jozef. Waren ze trots op hun dorpsgenoot? Of konden ze niet geloven dat hij zo mooi kon spreken, die
timmermanszoon? Vonden ze hem naast zijn schoenen lopen? Dat is in die uitspraak niet duidelijk. Maar allen hadden hun bijval betuigd. En wat doet Jezus dan? In plaats van te genieten van zijn succes lijkt hij opzettelijk de goede sfeer te verstoren. Hij trapt de roze wolk kapot. Hij prikt door de enthousiaste bijval heen. Hij verstoort de fijne harmonie door een aantal gedachten bij de mensen te veronderstellen. Niemand spreekt hem tegen, maar hij gaat de discussie met hen aan. In plaats van de mensen om zijn vingers te winden lijkt hij ze af te stoten. “Ongetwijfeld zullen jullie zeggen: Geneesheer genees uzelf. Doe alles waarvan wij gehoord hebben dat in Kafarnaüm gebeurd is, ook hier in uw vaderstad.” Wat een wonderlijke uitdrukkingen! De mensen waren hem bijgevallen! Wat wil Jezus hier? Geneesheer genees uzelf… Wat bedoelt hij daar eigenlijk mee? De uitdrukking wijst erop dat Jezus daar niet wil staan als een superstar. Hij staat daar niet te stralen van alle aandacht die hij krijgt, daar is het hem niet om te doen. Hij wil zich identificeren met de lijdende knecht des Heren uit Jesaja op wie de Geest des Heren was. Als in de oudheid en geneesheer zich aan het volk presenteerde om zijn vak te kunnen gaan uitoefenen terwijl hij er ziek uit zag of leed aan een ziekte, dan kwam hij niet geloofwaardig over. Hoe kan iemand die niet de kracht heeft zichzelf te genezen andere mensen weer gezond maken? Zo iemand was niet te vertrouwen. Dat betrekt Jezus in dit verhaal volgens Lukas op zichzelf. Impliciet verwijst dit naar de lijdende knecht uit de profeet Jesaja: Wie kan geloven wat wij hebben gehoord? “Aan wie is de macht van de HEER geopenbaard? Als een loot schoot hij op onder Gods ogen, als een wortel die uitloopt in dorre grond. Onopvallend was zijn uiterlijk, hij miste iedere schoonheid, zijn aanblik kon niet bekoren. Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg, veracht, door ons verguisd en geminacht. Maar hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij zagen hem als een verstoteling, door God geslagen en vernederd. Om onze zonden werd hij doorboord om onze wandaden gebroken. Voor ons welzijn werd hij getuchtigd, zijn striemen brachten ons genezing.” (Jesaja 53) Geen roze wolk omdat God nu even alles zal goedmaken, maar een lijdende knecht. Geen vrede op aarde zonder af te rekenen met het kwaad. Geen superstar, maar een confrontatie. Geen droombeeld van een goede toekomst, maar totaal andere weg, de weg van het kruis. “Jezus kan niets met dat goede gevoel over zijn woorden als niet begrepen wordt dat het in zijn boodschap naast een radicale genade het ook om een radicale oproep tot bekering gaat. Zijn woorden zijn woorden van hoop en tegelijk een aanklacht tegen alles wat niet bevrijdt, wat de ogen gesloten houdt, wat genadeloos de ander afwijst. Zijn missie is niet
een missie om iedereen een goed gevoel te geven, maar om iedereen uit te nodigen de weg van het koninkrijk te gaan. Hij staat daar als de lijdende knecht. ‘Geneesheer, genees uzelf.’ Je hoort hier al de woorden doorklinken uit het verhaal van de kruisiging. Luister maar: “De leiders hoonden hem en zeiden: ‘Anderen heeft hij gered; laat hem nu zichzelf redden als hij de Messisas van God is, zijn uitverkorene!” En even verder zeggen de soldaten: “Als je de koning van de Joden bent, red jezelf dan.” En een misdadiger die met hem gekruisigd werd: “Jij bent toch de Messias? Red jezelf dan en ons erbij!” Het gaat op de weg van het koninkrijk, de weg die Jezus in Nazareth presenteert, niet om zelfbehoud, om je zelf redden. De weg van Jezus is een andere. Verder veronderstelt Jezus daar in de synagoge van Nazareth dat de mensen wel eens wat van zijn kunsten willen zien. Dat hij de wonderen moet verrichten die hij ook in Kafarnaüm gedaan heeft. Interessant is dat er alleen geruchten over zijn prediking genoemd werden aan het begin van de lezing en dat Lukas pas later vertelt van genezingen in Kafarnaüm. Je zou dus kunnen zeggen dat Lukas Jezus al vooruit laat lopen op wat later gaat gebeuren. In een ander evangelie staat dat Jezus in Nazareth geen wonderen kon doen. Gebrek aan geloof lag daaraan ten grondslag. Hier alleen de veronderstelling wat anderen denken. Een veronderstelling dat de mensen in de eigen stad zullen willen wat er elders ook gebeurt. De genezingen die hij zal gaan verrichten zijn tekenen van het koninkrijk en geen kunstjes die hij vertoont om de mensen voor zich te winnen. En zijn vaderstad en vaderland hebben niet meer rechten dan andere mensen. Lukas laat aan het begin van Jezus’ optreden zien dat Gods goedheid er niet alleen is voor zijn eigen mensen, maar dat het heil bestemd is voor ieder. Gods goedheid kent geen grenzen en dat heeft al oude wortels bij de profeten. Elia werd naar Sarepta of Sarafat gezonden, vlakbij Sidon, buiten het gebied van Israël en redde daar een weduwe van de hongersnood en haar zoon van de dood. En Elisa genas de Syriër Naäman. Niets wij tegenover de anderen. Het heil dat Jezus door de kracht van de Geest zal brengen laat zich niet door grenzen tegenhouden. De Geest die op hem is, de kracht van boven die heden geschiedt, de beloften van heil die voor hun oren in vervulling gaan, ze zijn er niet slechts voor de eigen groep. Niet alleen voor zijn geboortestad, niet alleen voor het uitverkoren volk. Jezus zet zich in een lange profetische traditie die zich kritisch opstelt tegenover het eigen volk. Genadevolle woorden, maar geen kritiekloze holle woorden. “Luister, ik zeg jullie dat geen enkele profeet welkom is in zijn vaderstad.” Rebelse kritische woorden, waarna de stemming totaal omslaat. Allen waren hem eerst bijgevallen en verwonderden zich over zijn genaderijke woorden en dan aan het einde van zijn toespraak staat er: “Toen de aanwezigen in de synagoge dit hoorden, ontstaken ze in grote woede. Ze sprongen op en dreven hem de stad uit, naar de rand van de berg waarop de stad gebouwd was, om hem in de afgrond te storten.” De lezing uit Jesaja sprak over het genadejaar van de Heer. Volgens Jezus ging dat heden in vervulling. Maar genadeloos drijven ze hem naar de rand van de afgrond. Wat een tegenstelling tussen die twee werkelijkheden, de vervulling van de belofte en de woede van de hoorders. L’année d’acceuil vertaalt de Franse vertaling het woord dat bij ons genadejaar heet. Daarin is de tegenstelling nog duidelijker: de Heer die ontvangt en de mensen uit de synagoge die zijn gezant verdrijven. Maar de vervulling van de belofte wordt niet gesmoord. De afwijzing betekent geen einde van zijn missie. De kruisiging geen einde van het heil dat hij bracht. “Hij liep midden tussen hen door en vertrok.” Lukas toont hier in één verhaal het hele evangelie: De genadevolle woorden die Jezus bracht. De botsing met de verwachtingen, beelden worden omver geworpen. De bijval, het hosanna, bij de intocht in Jeruzalem, het ‘kruisigt hem’ voor Pilatus en de majesteit van de koning wiens rijk niet van deze wereld is en die door de dood heen leeft en regeert tot in eeuwigheid. Gods Geest is op hem en in de kracht van die Geest gaat hij zijn missie beginnen.
Het is een lastig verhaal, deze confrontatie met zijn stadsgenoten. Natuurlijk klinkt er in door dat er een scheiding tussen de Joden en de eerste Christenen aan het voltrekken was toen het evangelie geschreven werd. Maar daarmee kunnen we ons niet helemaal af maken van de beklemming die dit verhaal oproept. Als Jezus hier de Schriften zou openen en ons zou confronteren met onze beelden en verwachtingen, hoe zouden wij hem ontvangen? Zou hij passen in onze plaatjes? In onze dromen van vrede en genade, van een betere wereld? Zouden we ons door hem laten gezeggen en hem volgen? Zijn leerlingen zijn? Zouden we zijn weg willen gaan als hij ons goede gevoel van samen geloven zou komen verstoren? Gaat het ons in ons geloven om zelfbehoud of om het koninkrijk van God? Dat is moeilijk te zeggen. Als Jezus hier vandaag binnen zou komen zou hij ons ongetwijfeld uit onze comfortzone halen, maar niet zonder eerst woorden van hoop en van genade te spreken. Zijn wij in staat om dat bij elkaar te houden? Om te vertrouwen op de genadevolle woorden en met hem op weg te durven gaan, een weg vol risico’s en gevaren, maar wel samen met de goede herder? Amen. Muziek Gedicht: Gez. 559 Gez. 283: 1, 3 en 4 In de veelheid van geluiden Gebed Heer wij danken u voor de kansen die u ons geeft om te leven in vrede, in liefde, in verzoening. Wij danken u voor Jezus die ons is voorgegaan Niet op de weg van zelfbehoud maar op de weg van het kruis Wij bidden u voor alle mensen die wegen van vrede en verzoening zoeken wij bidden u om vrede in het Midden Oosten om een einde aan de wreedheden die daar gebeuren tegen Christenen, tegen Moslims en tegen ieder die niet past in het denken van IS. Wij bidden u dat we elkaar vrede leren in plaats van geweld. Wij bidden u voor de stappen die de Russische Orthodoxe Kerk en de Rooms Katholieke Kerk naar elkaar zetten. En voor al het werk van verzoening dat door kerken ondernomen wordt. Wij bidden dat we de barmhartigheid en genade die we van uw ontvangen kunnen delen met de mensen om ons heen zodat ook wij barmhartig en genadig kunnen zijn. In stilte bidden we ons persoonlijk gebed Onze Vader… Collecte Gebed De gemeente gaat staan
Gez. 601: 1 en 2 Licht dat ons aanstoot Zegen Muziek