De Levensbron, Rilland Kerkdienst van Woord en Sacrament, zondag 14 februari 2016 Eerste zondag in de Veertigdagentijd: Invocabit Voorganger: ds. W. Lolkema Mmv van Gospelband Vision, Tholen De VOORBEREIDING Orgelspel We ZINGEN voor de dienst het Lied van de Week: Lied 527: 1,4 en 5. Woord van welkom en Mededelingen We gaan staan en zijn een moment stil voor God. We ZINGEN: Lied 91A: 1 en 2. Beginwoorden en Groet V. Onze Hulp is in de Naam van de HEER Allen DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT V. Die trouw houdt tot in eeuwigheid Allen EN DIE NIET LAAT VAREN HET WERK VAN ZIJN HANDEN V. Genade zij u en jullie en vrede van God, onze Vader door Jezus Christus, onze Heer, in de gemeenschap van de Heilige Geest Allen AMEN
We gaan zitten. Gebed We luisteren naar Vision: Opwekking 488. We ZINGEN allemaal het Refrein. Heer ik kom tot U; neem mijn hart, verander mij, als ik U ontmoet vind ik rust bij U. Want Heer ik heb ontdekt, dat als ik aan uw voeten ben, trots en twijfel wijken voor de kracht van uw liefde. Refrein: Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dicht bij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde. Heer, kom dichterbij dan kan ik uw schoonheid zien en uw liefde voelen, diep in mij. En Heer, leer mij uw wil, zodat ik U steeds dienen kan en elke dag mag leven door de kracht van uw liefde. Refrein TWEE KEER: Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dicht bij uw hart.
Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde. Houd mij vast, laat uw liefde stromen. Houd mij vast, heel dicht bij uw hart. Ik voel uw kracht en stijg op als een arend; dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest en de kracht van uw liefde. (Hierna) Dan zweef ik op de wind, gedragen door uw Geest, en de kracht van uw liefde.
De DIENST van het WOORD Schriftlezing: Psalm 139: 1 t.m 14 We luisteren naar Vision: Opwekking 518. Heer, U doorgrondt en kent mij; mijn zitten en mijn staan en U kent mijn gedachten, mijn liggen en mijn gaan. De woorden van mijn mond, o Heer, die zijn voor U bekend en waar ik ook naar toe zou gaan, ik weet dat U daar bent. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen. Heer, U bent altijd bij mij, U legt uw handen op mij en U bent voor mij en naast mij en om mij heen, elke dag. Heer, U doorgrondt en kent mij, want in de moederschoot ben ik door U geweven; U bent oneindig groot. Ik dank U voor dit wonder, Heer, dat U mijn leven kent en wat er ook gebeuren zal, dat U steeds bij mij bent.
Vervolg van de Schriftlezing: Psalm 139: 15 t/m 24 We ZINGEN: Lied 23C: 1,3 en 5. Uitleg en Verkondiging, korte stilte We ZINGEN: de Apostolische Geloofsbelijdenis. Lied 340B Ik geloof in God de Vader, de Almachtige,
Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, zijnen eniggeboren Zoon, onze Here, die ontvangen is van de Heilge Geest; geboren uit de maagd Maria; die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven; nedergedaald ter helle; ten derden dage wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving van zonden; wederopstanding des vlezes; en een eeuwig leven. AMEN. AMEN. AMEN. De DIENST van de HEILIGE DOOP - een kort inleidend woord door de voorganger - de dopeling, het doopwater, het doopblaadje en de doopkaars worden de kerk binnengedragen. Terwijl dat gebeurt, speelt en zingt Vision: Opwekking 599. Nog voordat je bestond, kende Hij je naam. Hij zag je elk moment en telde elke traan. Omdat Hij van je hield, gaf Hij zijn eigen Zoon. Hij wacht alleen nog maar totdat je komt. En wat je nu ook doet, zijn liefde blijft bestaan. Ook niets wat jij ooit deed, verandert daar iets aan. Omdat Hij van je houdt, gaf Hij zijn eigen Zoon. En nu is alles klaar wanneer jij komt. Refrein: Kom tot de Vader, kom zoals je bent. Heel je hart, al je pijn is bij Hem bekend. De liefde die Hij geeft, de woorden die Hij spreekt. Daarmee is alles klaar wanneer jij komt.
- de eerste doopvraag - de vraag naar de naam van de dopeling - het doopgebed - We luisteren naar Vision: Ik zal er voor jou zijn. Ik zal er voor jou zijn. Kindje, jij hoort bij mij. Ik wil dat je weet dat je veilig bent en dat je altijd beschermd zult zijn. Ik bid echt dat God in jou Zijn plannen voltooien zal. Hij wil zich aan jou openbaren omdat Hij zoveel van je houdt.
Jij bent door God zo uniek geschapen. Heel jouw wezen is door Hem bedacht. En telkens voordat wij gaan slapen dan bidden wij heel zacht dat je dromen zult dromen die God je geeft zodat je Hem echt kennen zal. Wees gerust mijn kind, je wordt door Hem bemind. Hij blijft altijd heel dicht bij jou. En wees niet bang dat je zult falen. Jij bent groot in Gods koninkrijk. Want ook jij hebt speciale gaven waarmee je zegen van God verspreidt. Iedere keer als ik je geluidjes hoor en ‘k zie de lach op je gezicht ervaar ik telkens weer: dit wonder van de Heer is echt gewild in ons gezin. Ik ben er voor jou in al jouw moeite en verdriet, wanneer je op je eigen benen moet gaan staan. En weet dan heel diep in je hart dat ik altijd voor jou kies. Jij bent gewild vanaf het begin . Ik ben nooit ver bij jou vandaan. Ik zal er voor jou zijn …
- Niek & Marjolein komen met Yentl en Bente naar voren. - bediening van de Doop aan Yentl Bruijns - de tweede doopvraag - de vraag aan de Gemeente van De Levensbron (We gaan staan.) Gemeente, willen wij samen, als Gemeente van Christus, Yentl Bruijns opnemen in ons midden en haar naar ons vermogen bewaren bij de hartsgeheimen van de Gemeente, opdat zij haar Doop zal leren te verstaan? Antwoord: JA! - de doopkaars wordt aangestoken en overhandigd, met de doopkaart - het doopblaadje wordt in de boom gehangen - de kinderkerk - We gaan staan en ZINGEN: Verbonden met vader en moeder. Dit wordt begeleid door Vision. 1. Verbonden met vader en moeder, natuurlijk het meest met die twee, maar ook met de andere mensen, vier jij hier dit feest met ons mee. Refrein: Je hebt al een naam, maar je krijgt er één bij op dit feest,
want jij wordt gedoopt in de Naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. 2. Je bent al een tijdje bij mensen, je naam is bij ons al vertrouwd, en dus is het tijd om te vieren, dat God die je kent van je houdt. Refrein: Je hebt al een naam,… 3. Je bent een begrip aan het worden; steeds meer mensen noemen je naam; ook God begint jouw naam te roepen en dus zijn wij hier nu tezaam. Refrein: Je hebt al een naam,… 4. Nu mag je gaan leven met mensen, verbonden in liefde en trouw, omdat zij vandaag bij dit dopen Gods Naam legden naast die van jou. Refrein: Je hebt al een naam,…
De DIENST van GEBEDEN en GAVEN Gebeden en Onze Vader Collecten en orgelspel We gaan staan en ZINGEN ons slotlied: Lied 536: 1 en 4. Wegzending en Zegen, driemaal gezongen Amen U kunt Marjolein & Niek Bruijns bij de uitgang gelukwensen. Ook wordt u uitgenodigd voor een kopje koffie met een traktatie van de doopouders. Vision speelt en zingt: Nu dat jij er bent (Trijntje Oosterhuis). Als je in mijn ogen kijkt lijkt de wereld stil te staan. De wind houdt op met waaien en bevroren is de maan. Je bent stralend als de zon. Je bent volmaakt, zo naakt en klein. En de wereld lijkt voor eventjes perfect te zijn. Ik wist niet dat ik na een blik zo veel van je houden zou. Maar ik weet nu al niet eens meer hoe ik leefde zonder jou. Voor zoveel wezenlijke dingen leek ik blind tot dit moment. En die zijn ineens zo zichtbaar nu dat jij er bent. Oh, ik hoop dat ik je geven kan wat jij me geeft. Zo lang ik leef...
Ik zal onvoorwaardelijk waken aan jouw zij. En ik hoop dat je ooit voelen mag wat ik nu voel - wat ik bedoel. En wat in woorden niet te vangen is voor mij. Wanneer je in mijn armen ligt en zo tevreden naar me lacht lijk ik alles te vergeten dat daar buiten op mij wacht. Alle strijd en alle tranen, alle stille pijn verdwijnt. En de wereld lijkt voor eventjes normaal te zijn.