Eerste zondag veertigdagentijd 14 februari 2016 Schoenen en voeten: op sandalen de woestijn in… 0. Lied: de bron van Stef Bos 1. Welkom 2. Openingsgebed 3. Vastenlied: Groot is de wereld 4. Symbool presentatie door Henk 5. Elkaar een kruisje geven 6. Lied: Hore mijn Oor blz. 136 onderaan cd 44-05 7. Lezing: het Exodusverhaal 8. Muziek: A Single Man nr. 09 Going Somewhere 9. Overweging (gezamenlijk) 10.Lied: Trek ik de zee door blz. 121 CD 45-07 11.Voorbeden 12.Collecte en muziek: A Single Man nr. 05 George’s Waltz 13.Lied: Breken en delen blz. 108 bovenaan CD 49-11 14.Gebed van brood en beker (gezongen?) 15.Onze Vader 16.Delen van brood en wijn en muziek: A Single Man nr. 17 George’s Waltz 17.Slotgedachte: verhaal van de Godzoeker 18.Mededelingen 19.Lied: nogmaals Groot is de wereld 20.Zegenwens
1
Eerste zondag veertigdagentijd 14 februari 2016 Schoenen en voeten: op sandalen de woestijn in… 0. Lied: de bron van Stef Bos 1. Welkom 2. Openingsgebed God, elke vasten roept U ons op om ons oude vertrouwde leventje in vraag te stellen. Om op te staan en op weg te gaan, de woestijn door naar het Beloofde Land We moeten Egypte achter ons laten, het land waar we met wetenschappelijke zekerheid berekend hebben dat alles mag en alles kan, dat niets ons nog kan tegenhouden Want we bouwen steeds hogere piramides van welvaart en comfort en zijn tegelijk blind voor het feit dat bossen verdwijnen, de lucht bezoedeld is en rivieren vergiftigd zijn... en dat anderen arm zijn omdat wij zo rijk zijn. Wij zijn de pedalen kwijt. Spreek opnieuw uw Woord over deze wereld. Doorbreek de spiraal die onze wereld gevangen houdt. Doe ons ophouden. Breng ons opnieuw naar onze oorsprong. Want alles is nog niet verloren. Help ons te zoeken en te vinden, dat wat écht telt. Amen. 3. Vastenlied: Groot is de wereld 4. Symbool presentatie door Henk 5. Elkaar een kruisje geven Vorige week vierden we carnaval: Op gemakkelijke schoenen liepen we rond, in de mallemolen van alledag, misschien zelfs om eens lekker op te vallen. Vandaag trekken we sandalen aan, sandalen als teken van soberheid, om veertig dagen lang het zand te kunnen voelen, als een zalig gevoel van tot rust komen, van vakantie, van stilte in een wereld die gevuld is met lawaai... op sandalen de woestijn in, op weg naar Pasen... Op Aswoensdag werd de veertigdagentijd ingeleid. 2
De palmtakjes worden verbrand en het as wordt gezegend en we worden er mee bedekt op ons voorhoofd, met een kruisje. Als voorbereiding om de woestijn in te trekken en het heilig vuur te zoeken, en er dan onze conclusies uit trekken voor ons eigen leven. En misschien is deze vastentijd de ‘heilige tijd’om de as weg te halen en het vuur weer te laten ontbranden? Is de weg naar Pasen de tijd om alles wat stoffig is, weer nieuw elan te geven? Daarom wil ik jullie vragen als symbool, elkaar een kruisje te geven. De as moeten we er maar even bijdenken: en dan zeg je erbij: 'Hoe broos je ook bent, wees op jouw manier bevrijdend en scheppend zoals God jou bedoelde.' 6. 7. 8. 9.
Lied: Hore mijn Oor blz. 136 onderaan cd 44-05 Lezing: het Exodusverhaal Muziek: A Single Man nr. 09 Going Somewhere Overweging (gezamenlijk)
Mijn vraag aan jullie is: welk verhaal uit de uittocht door de woestijn, of ander woestijnverhaal kan jou begeleiden voor je bezinning tijdens de veertigdagentijd, op weg naar Pasen? 10.Lied: Trek ik de zee door blz. 121 CD 45-07 11.Voorbeden De veertigdagentijd is om halt te houden, om je sandalen uit te trekken en stil te staan bij ons leven, bij wat we ervan verwachten, bij wat God ervan verwacht. Daarom willen we bidden: om een open en eerlijke kijk op de wereld: dat we geen vooruitgang noemen waar mensen aan ten onder gaan, dat we geen groei noemen waar mensen minder mens van worden, dat we geen vrijheid noemen waar mensen niet meer zichzelf kunnen zijn. om een milde en eerlijke kijk op mekaar: dat we ons niet laten misleiden door uiterlijkheden of vooroordelen, dat we ons niet laten verleiden tot roddel of ongegrond wantrouwen, dat we geen misbruik maken van positie of macht. om een moedige en eerlijke kijk op onszelf: dat we voor onszelf en voor mekaar geen valse schijn ophouden, 3
dat we onze levenswijze durven confronteren met onze diepste verlangens en dromen, dat we van nu tot Pasen sporen vinden die ons leven vrij en nieuw maken. Voor wie wil kan een kaarsje aansteken… Stilte We blijven nog even stil op deze heilige grond, stil om na te denken over wat ons te doen staat in de komende tijd, stil om tot rust te komen bij God, God, die er altijd voor ons zal zijn. 12.Collecte en muziek: A Single Man nr. 05 George’s Waltz 13.Lied: Breken en delen blz. 108 bovenaan CD 49-11 14.Gebed van brood en beker (gezongen?) CD ? 15.Onze Vader 16.Delen van brood en wijn en muziek: A Single Man nr. 17 George’s Waltz 17.Slotgedachte: verhaal van de Godzoeker Koning Ruisbrok had alles gedaan waar hij maar zin in had, in zijn leven. Hij was overal geweest, hij had bergen beklommen, had zeeën bevaren, Had alles wat hij van het leven verwachtte… Maar één ding was hem nog nooit gelukt: god vinden. Vandaar dat hij zijn raadgevers bij zich riep en hun zijn diepe wens voorlegde. En één van raadgevers, de knapste geleerde, sprak tot koning Ruisbrok: “Ik geef u een bijzondere pil: een hemelreispil.” De koning slikte elke morgen vitaminepillen, maar deze was wel heel bijzonder. Hij nam de hemelreispil in en viel in slaap. Nadat Ruisbrok de ogen had gesloten, zag hij een engel bij een trap. “Kom, we gaan naar beneden”, nodigde de engel hem uit. Samen daalden zij de lange trap af. Beneden aangekomen kwamen ze bij een weg. “Woedeweg”, vermeldde het naambordje. Dat was niet te veel gezegd. Vijf afgrijselijke honden kwamen grommend en blaffend op koning Ruisbrok af. De koning sprong in een boom en hield van angst zijn ogen stijf dicht. De honden bleven onder aan de boom staan blaffen, en hoe harder ze blaften, des te stijver kneep Ruisbrok zijn ogen dicht. “Zo gaan de honden niet weg”, zei de engel. “U moet ogen open doen en de honden aan kijken”, antwoordde de engel. En ja, inderdaad, toen hij de honden durfde aan te kijken, zwegen ze, en het duurde niet lang of ze draafden kwispelend weg. Koning Ruisbrok en de engel vervolgden hun weg, die geleidelijk aan naar beneden liep. En zo kwamen ze bij de woestijnweg. Het leek daar wel een oven, alles was droog. 4
En de weg was vooral ook erg lang en de koning werd moe. Na verloop van tijd kon hij niet verder en zakte statig in elkaar. Op dat moment daalde een adelaar bij hem neer, die hem wilde oppakken. Maar Ruisbrok had nog net genoeg kracht om zich tegen de grote vogel te verzetten. Hij sloeg wild om zich heen. “Niet doen”, zei de engel. “Wat moet ik dan doen?”, vroeg Ruisbrok angstig. “Koning, alleen wie zich laat dragen, kan de tocht door de woestijn volbrengen.” Ruisbrok begreep dat hij geen andere keus had en liet hij zich maar dragen door de adelaar. De adelaar bracht hem onder aan de Woestijnweg, liet de koning daar voorzichtig vallen, en vloog terug naar de woestijn. Koning Ruisbrok zag nu een weg voor zich die nog verder naar beneden ging: de Wensweg. Even verderop stond daar een prachtige vogel, de wensvogel. De wensvogel was de kleurigste vogel die Ruisbrok ooit had gezien: blauw, goud, geel, rood; Koning Ruisbrok pakte een kooi onder zijn mantel vandaan, greep de wensvogel en stopte die in de kooi. Maar op het moment dat de wensvogel in de kooi belandde, verloor hij zal zijn kleuren en bleef er niets over dan een grijs hoopje piepende veren. ‘Wensen moet je niet in een kooi stoppen, maar je alleen de richting laten wijzen”, wist de engel. En inderdaad, toen Ruisbrok de vogel weer had vrij gelaten, kreeg hij zijn kleurenpracht terug. De vogel wees naar het einde van de weg. Samen met de engel daalde koning Ruisbrok de weg verder af. Ineens was hij alleen. Hij stond nu in een grote ruimte. Het was er heel stil. En heel licht. Ruisbrok wist niet wat het was, maar hij voelde zich licht. Hij had geen angsten meer. Het was alsof hij gedragen werd. En koning Ruisbrok wist zeker: “Hier is God.” Niet dat Ruisbrok God zag. Maar hij was nog nooit zo dicht bij God geweest. Na een tijde is koning Ruisbrok teruggegaan. De Wensweg op, de Woestijnweg langs, gedragen door de adelaar, langs de honden op de Woedeweg, de trap op. Koning Ruisbrok deed zijn ogen open. Hij zag de geleerde raadgever aan zijn bed staan. “Waar ben ik geweest?”, vroeg hij verwonderd. De geleerde glimlachte: “in uw hart.” 18.Mededelingen 19.Lied: nogmaals Groot is de wereld 20.Zegenwens
5
6