Orgelspel Welkom en mededelingen Aansteken van de Paaskaars en de Kerstkaars Stilte VOORBEREIDING Zingen: NLB 477: 1, 2, 3 en 4
1
2. Vrouwen: De hemelse engelen riepen eens de herders weg van de kudde naar 't schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedige schreden! Allen: Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. 3. Mannen:
Allen:
Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees: goddelijk Kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
4. Vrouwen: O Kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefde in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Allen: Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. Bemoediging Vgr.: Gem: Vgr: Gem:
Onze hulp is in de naam van de Heer, die hemel en aarde gemaakt heeft, die naar zijn volk heeft omgezien en het verlossing heeft gebracht.
Gebed van toenadering
2
Zingen: NLB 477: 5 5. Zingt aarde en hemel, zingt nu engelenkoren, zingt alle scharen rondom de troon: Glorie aan God en vrede voor de mensen! Komt, laten wij aanbidden, Komt, laten wij aanbidden, Komt, laten wij aanbidden die koning. (we gaan zitten) Kyriëgebed Nadat de voorganger bidt: `daarom roepen wij tot U`, antwoorden we met het zingen van: Kyrië, Kyrië, Kyriëleïson
3
Zingen: NLB 487: 1 en 2
2. Eer zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar ons toe gekomen is. Gloria in excelsis Deo, Gloria in excelsis Deo.
4
DE DIENST VAN HET WOORD Groet VgR.: De Heer zij met u. Gem.: Ook met U zij de Heer. Gebed voor de kerstdag De kinderen gaan naar de nevendienst en nemen het licht van de Paaskaars mee. Gemeente zingt: We gaan voor even uit elkaar 1. Wij gaan voor even uit elkaar en delen nu het licht, dat licht vertelt ons iets van God. Op Hem zijn wij gericht 2. Straks zoeken wij elkaar weer op en elk heeft zijn verhaal Het licht verbindt ons met elkaar Het is voor allemaal. 1e schriftlezing: Jesaja 52: 7-10 Hoe welkom is de vreugdebode die over de bergen komt aangesneld, die vrede aankondigt en goed nieuws brengt, die redding aankondigt en tegen Sion zegt: ‘Je God is koning!’ Hoor! Je wachters verheffen hun stem, samen barsten ze uit in gejuich, want ze zien het met eigen ogen:
5
de HEER keert terug naar Sion. Breek uit in gejubel, ruïnes van Jeruzalem, want de HEER troost zijn volk, hij koopt Jeruzalem vrij. De HEER ontbloot zijn heilige arm ten overstaan van alle volken, en de einden der aarde zien hoe onze God redding brengt. Zingen: NLB 98: 2 en 3
6
3. Laat heel de aarde een loflied wezen, de psalmen gaan van mond tot mond. De naam des Heren wordt geprezen, lofzangen gaan de wereld rond. Hosanna voor de grote koning, verhef, bazuin, uw stem van goud, de Heer heeft onder ons zijn woning, de Heer die bij ons intocht houdt. 2de schriftlezing: Johannes: 1: 1-14 In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. Het was in het begin bij God. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. In het Woord was leven en het leven was het licht voor de mensen. Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen. Er kwam iemand die door God was gezonden; hij heette Johannes. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God. Het Woord is mens geworden en heeft bij ons gewoond, vol van goedheid en waarheid, en wij hebben zijn grootheid gezien, de grootheid van de enige Zoon van de Vader.
7
Zingen: NLB 326: 1,2,3 en 6
2. Dit Woord komt tot ons op de wind. Het zoekt een huis, een wijs. Het vindt gehoor bij mensen, onderdak. Dit Woord, dat God van oudsher sprak. 3. Dit Woord blijft leven in een lied. Waar mensen zingen sterft het niet, als adem die de harten voedt, als lente die ons bloeien doet! 6. O Woord, zo lang ons toegedaan, zet ons opnieuw tot zingen aan: Gezegend, hier en overal die is, die was, die komen zal! Verkondiging: “God wonend onder de mensen” ( Joh.1, 14a) Orgelspel
8
Zingen: NLB 478
9
2. Ziet, hoe dat men met Hem handelt, hoe men Hem in doeken bindt, die met zijne godheid wandelt op de vleugels van de wind. Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden zonder teken van verstand, die de hemel moet verblijden, die de kroon der wijsheid spant. Ziet, hoe tere is de Here, die 't al draagt in zijne hand. 3. Die de hemel heeft geschapen en versiert het firnament, moet hier in een kribbe slapen, wordt in hooi en stro gewend. Die de schone serafijnen altijd heeft tot zijn gebod, heeft de beesten als de zijnen laat zich steken in dit kot, in de doeken, in de hoeken van dit huisken zonder slot. 4. O Heer Jesu, God en mense, die aanvaard hebt deze staat, geef mij wat ik door U wense, geef mij door uw kindsheid raad. Sterk mij door uw tere handen, maak mij door uw kleinheid groot, maak mij vrij door uwe banden, maak mij rijk door uwe nood, maak mij blijde door uw lijden, maak mij levend door uw dood! De kinderen komen terug uit de kindernevendienst
10
GEBEDEN EN GAVEN Dankgebed – voorbeden – stil gebed - Onze Vader Na elke voorbede vgr.: “laten wij de Heer aanroepen”, antwoordt de gemeente met “Heer, onze Heer, wij bidden U: verhoor ons!” Inzameling van de gaven Slotzang NLB 474
Vrouwen: 2. Hij daalt uit 's Vaders schoot terneer op aard om kind te zijn, een kindje arm en naakt en teer al in een kribje klein, al in een kribje klein.
11
Mannen: 3. Verzakende zijn macht en recht, verkiest Hij zich een stal, neemt de gedaante aan van een knecht, de Schepper van het Al, de Schepper van het Al. Vrouwen: 4. Hij ruilt met ons op vreemde wijs: Hij neemt ons vlees en bloed en geeft ons in zijns Vaders huis zijn eigen overvloed, zijn eigen overvloed. Mannen: 5. Hij wordt een knecht en ik een heer: wat win ik veel daarbij! Waar vindt men zoveel gulheid weer als Jezus heeft voor mij, als Jezus heeft voor mij. Allen: 6. En nu ontsluit Hij weer de poort van 't schone paradijs. De cherub staat er niet meer voor. God zij lof, eer en prijs! God zij lof, eer en prijs! Wegzending en zegen
12
13
Orde van dienst Eerste Kerstdag 25 december 2014 God wonend onder de mensen
Voorganger: Ds. A.S.J. Smilde - Dordrecht Organist: de heer Jaap van Gils Met medewerking van het blazersensemble onder leiding van Nico van Vliet
14