Liturgie voor kerkdienst in de Ichthuskerk eerste paasdag 2014
Nu breekt het nieuwe leven aan, omdat de Heer is opgestaan, die alle macht in handen heeft: omdat Hij leeft! Nu dienen wij met diep ontzag, de Heer die alles heeft volbracht, die alles geeft wat ons ontbreekt: omdat Hij leeft!
Voorganger Organist: Fluitist:
kand. J. Hogenhout Gerard van den Akker Marjolein Boot
Welkom en afkondigingen. Samenzang van enkele Paasliederen. Wees gegroet, gij eersteling der dagen Wees gegroet, gij eersteling der dagen, morgen der verrijzenis, bij wiens licht de macht der hel verslagen en de dood vernietigd is! Here Jezus, trooster aller smarten, zon der wereld, schijn in onze harten, deel ons zelf de voorsmaak mee van der zaal'gen sabbatsvree! In uw hoede zijn wij wel geborgen, en schoon eerlang 't oog ons breek', open gaat het op de grote morgen na deez' aardse lijdensweek. Welk een dag der ruste zal dat wezen, als w' onsterf'lijk, uit de dood verrezen, knielen voor uw dankaltaar! Amen, Jezus, maak het waar Omdat Hij leeft (2 keer) Omdat Hij leeft, ben ik niet bang voor morgen. Omdat Hij leeft, mijn angst is weg, omdat ik weet: Hij heeft de toekomst en het leven is het leven waard, omdat Hij leeft. Jezus leeft, en wij met Hem Jezus leeft, en wij met Hem: dood, waar is uw schrik gebleven? Jezus leeft, en zijne stem roept ook ons eens weer tot leven,
zal ons eens met eer bekleen: dit is onze troost alleen! Jezus leeft: Hem is de macht over 't gans heelal gegeven, en wij zullen door zijn kracht Hem gelijken, eeuwig leven. Zou Gods trouw ooit wank'len? Neen, dit is onze troost alleen! Jezus leeft, nu is de dood ons een ingang tot het leven. Welk een rust in stervensnood zal dit woord ons harte geven. Gij, o Heiland, Gij alleen, Gij zijt onze troost alleen! Stil gebed Votum Zingen: Psalm 84: 1 Hoe lieflijk, hoe vol heilgenot, O Heer' der legerscharen God, Zijn mij Uw huis en tempelzangen. Hoe branden mijn genegenheen, Om 's Heeren voorhof in te treen! Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen; Mijn hart roept uit tot God, Die leeft, En aan mijn ziel het leven geeft.
Wetslezing
Zingen: Psalm 25: 2 Heer', ai, maak mij Uwe wegen, Door Uw woord en Geest bekend; Leer mij, hoe die zijn gelegen, En waarheen G' Uw treden wendt, Leid mij in Uw waarheid, leer IJvrig mij Uw wet betrachten. Want Gij zijt mijn heil, o Heer', 'k Blijf U al den dag verwachten. Gebed Schriftlezing: Johannes 20: 1-18. De opstanding 1 En op de eerste dag van de week ging Maria Magdalena vroeg, toen het nog donker was, naar het graf, en zij zag dat de steen van het graf afgenomen was. 2 Daarom snelde zij terug en ging naar Simon Petrus en naar de andere discipel, die Jezus liefhad, en zei tegen hen: Ze hebben de Heere uit het graf weggenomen, en wij weten niet waar zij Hem neergelegd hebben. 3 Petrus dan ging naar buiten, en de andere discipel, en zij kwamen bij het graf. 4 En die twee liepen samen, maar de andere discipel snelde vooruit, sneller dan Petrus, en kwam als eerste bij het graf. 5 En toen hij vooroverboog, zag hij de doeken liggen, maar toch ging hij er niet in. 6 Simon Petrus dan kwam en volgde hem, en ging het graf wel binnen en zag de doeken liggen. 7 En de zweetdoek, die op Zijn hoofd geweest was, zag hij niet bij de doeken liggen maar afzonderlijk, opgerold, op een andere plaats. 8 Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde.
9 Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan. 10 De discipelen dan gingen weer naar huis. De verschijning aan Maria Magdalena 11 Maar Maria stond huilend buiten bij het graf en terwijl zij huilde, boog zij voorover in het graf, 12 en zij zag twee engelen in witte kleding zitten, een aan het hoofdeinde en een aan het voeteneinde van de plaats waar het lichaam van Jezus gelegen had; 13 en die zeiden tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Zij zei tegen hen: Omdat ze mijn Heere weggenomen hebben, en ik weet niet waar ze Hem neergelegd hebben. 14 En toen zij dit gezegd had, keerde zij zich naar achteren en zag Jezus staan, maar zij wist niet dat Jezus het was. 15 Jezus zei tegen haar: Vrouw, waarom huilt u? Wie zoekt u? Zij dacht dat het de tuinman was, en zei tegen Hem: Mijnheer, als u Hem weggedragen hebt, zeg mij dan waar u Hem neergelegd hebt en ik zal Hem weghalen. 16 Jezus zei tegen haar: Maria! Zij keerde zich om en zei tegen Hem: Rabboeni; dat betekent: Meester. 17 Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God. 18 Maria Magdalena ging en berichtte de discipelen dat zij de Heere gezien had en dat Hij dit tegen haar gezegd had.
Collecte In de dienst is er een rondgang voor eredienst en pastoraat. De collecte bij de uitgang is de paascollecte voor het werk van de IZB.
Zingen Gezang 61: 1, 2 en 3 Christus, onze Heer, verrees, halleluja! Heil'ge dag na angst en vrees, halleluja! Die ten dode ging aan 't kruis halleluja, bracht ons in Gods vrijheid thuis, halleluja! Prijst nu Christus in ons lied, halleluja, die in heerlijkheid gebiedt, halleluja, die aanvaardde kruis en graf, halleluja, dat Hij zondaars 't leven gaf, halleluja! Maar zijn lijden en zijn strijd, halleluja, heeft verzoening ons bereid, halleluja! Nu is Hij der heem'len Heer, halleluja! Eng'len juub'len Hem ter eer, halleluja! Verkondiging: tekst voor de voor de preek is Johannes 20 vers 8 en 9: “Toen ging ook de andere discipel, die het eerst bij het graf gekomen was, naar binnen, en hij zag het en geloofde. Want zij kenden de Schrift nog niet dat Hij uit de doden moest opstaan.”
Zingen Psalm 118: 13 en 14 Gezegend zij de grote Koning, Die tot ons komt in 's Heeren Naam; Wij zeegnen u uit 's Heeren woning; Wij zegenen u al te zaam. De Heer' is God, door Wien w' aanschouwen Het vrolijk licht, na bang gevaar. Bindt d' offerdieren dan met touwen Tot aan de hoornen van 't altaar. Gij zijt mijn God, U zal ik loven, Verhogen Uwe majesteit. Mijn God, niets gaat Uw roem te boven; U prijz' ik tot in eeuwigheid. Laat ieder 's Heeren goedheid loven, Want goed is d' Oppermajesteit: Zijn goedheid gaat het al te boven; Zijn goedheid duurt in eeuwigheid! Dankgebed en voorbede Zingen Psalm 147: 1 Laat 's Heeren lof ten hemel rijzen; Hoe goed is 't, onzen God te prijzen! 't Betaamt ons, psalmen aan te heffen, Die lieflijk zijn, en harten treffen. De Heer' wil ons in gunst aanschouwen, Hij wil Jeruzalem herbouwen, Vergaren en in vree doen leven, Hen, die uit Isrel zijn verdreven Zegenbede
Zingen: U zij de glorie. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Uit een blinkend stromen daald' een engel af, heeft de steen genomen van 't verwonnen graf. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer. Zou ik nog vrezen, nu Hij eeuwig leeft, die mij heeft genezen, die mij vrede geeft. In Zijn Godd'lijk Wezen is mijn glorie groot, niets heb ik te vrezen in leven en dood. U zij de glorie, opgestane Heer! U zij de victorie, nu en immermeer
De collecte bij de uitgang is bestemd voor het werk van de IZB. De opbrengst van giften in de bussen bij de uitgang is voor onderhoud van de kerkelijke gebouwen.
Allen een gezegend Paasfeest toegewenst