9
Enkele andere liederen en teksten voor gebruik in de kerkdienst Muziek voor de dienst U bent welkom - https://www.youtube.com/watch?v=v7DcaKLQsGQ&list=PL914AFCD4EAA0A82F U maakt ons een - https://www.youtube.com/watch?v=fu9iF3zoX40&list=PL914AFCD4EAA0A82F Psalm 122 - https://www.youtube.com/watch?v=tTi1eKtshAs&list=PL521BA438053C5FA8 Rikkert Zuiderveld met hart en ziel https://www.youtube.com/watch?v=OWaBlsGVh3Q&list=RDOWaBlsGVh3Q
Liederen Lied 552 Lied 287 Lied 292 Lied 295 Lied 338b Lied 339b Lied 388 – als tafelgebed als de Maaltijd gevierd wordt Lied 423 Lied 568a Lied 640b Lied 647 Lied 648 Lied 652 Lied 839 Lied 975
Verhalen De grote Toverboom1 Iedereen zonder uitzondering wordt geroepen en kan zijn steentje, zijn talent bijdragen tot een minder individualistische wereld. Een wereld met meer solidariteit met meer verdraagzaamheid. Het had maandenlang niet geregend op de grote savanne. Het gras verdorde. Er was niks te eten en de dieren hadden honger. Toen de droogte bleef voortduren, trokken de dieren naar een boom
1
Jan Mogensen, De grote toverboom
9
die midden op de savanne stond. Het was een toverboom en de dieren wisten dat. Als ze onder deze boom stonden en zijn naam noemden, dan gaf de boom zoveel vruchten als ze maar konden eten. Het probleem was dat geen enkel dier nog wist hoe de boom heette. Toen trad de leeuw, de koning van de dieren naar voren en zei: ‘Ooit, lang geleden, vertelde mijn grootvader dat er op de top van de berg een geest woont die de naam van de boom kent. Laten we daarom de snelste van alle dieren naar de berggeest sturen, zodat we zo gauw mogelijk de naam van de boom te weten komen.’ Terwijl de leeuw sprak, had de schildpad ook de boom bereikt. Toen de leeuw klaar was met spreken, zei de schildpad: ‘Ik wil me als vrijwilliger melden.’ De dieren brulden, krijsten en gromden. De hyena lachte: ‘Hoe zou de traagste en domste van ons allen ons iets te eten kunnen bezorgen?’ De dieren waren er al snel over eens om de haas te sturen. De volgende dag bij het ochtendgloren, vertrok de haas in een razende vaart. Hij stopte pas toen hij voor de geest stond, op de top van de berg. ‘Machtige geest’ zei de haas, ‘noem de naam van de toverboom, want alle dieren sterven van de honger.’ ‘De naam is Takalambalela’ antwoordde de berggeest. ‘Ren snel terug en vergeet hem niet.’ De haas rende als een pijl uit een boog de berg af. Toen hij bijna beneden was, dacht hij: ‘Geen enkel dier kan zo snel rennen als ik. Nog even en dan kunnen we allemaal onze buiken rond eten.’ BOING!! De haas was zo opgeslorpt door zijn gedachten dat hij tegen een enorme termietenhoop botste die midden op het pad lag. Het duurde even voor hij weer op zijn poten stond. Zwakjes en wat duizelig rende hij verder. ‘Hoe heet de boom? Hoe heet de boom?’ riepen de dieren opgewonden toen de haas aankwam. ‘De boom heet Ta… euh… Ta… euh, euh…’ Maar de haas bleef stotteren. Door de klap tegen de termietenhoop kon hij zich de rest niet meer herinneren. De dieren waren razend. De honger knaagde in hun maag. Ze brulden, krijsten en gromden. ‘We moeten een ander dier uitkiezen’ brulde de leeuw boven iedereen uit. ‘Laten we de sterkste van ons allen nemen.’ Toen de leeuw uitgesproken was, wilde de schildpad zich opnieuw als vrijwilliger melden. Maar de dieren waren zo boos dat ze niet naar hem wilden luisteren. De neushoorn dreigde er zelfs mee om hem zo plat als een pannenkoek te stampen als hij zijn mond nog open durfde te doen. Ten slotte besloten de dieren de buffel te sturen en daarna de leeuw maar met steeds hetzelfde resultaat. De dieren waren wanhopig. Plots trad de schildpad naar voren en zei: ‘Ik wil graag naar de berggeest gaan en de naam halen.’ De dieren staarden de schildpad aan. Hoe zou die zielige schildpad dat wel klaarspelen? Maar niemand had een beter idee. Dus lieten ze hem maar proberen. De volgende dag vertrok de schildpad bij het ochtendgloren. Hij zette de ene poot voor de andere en kroop langzaam en moeizaam de steile berg op. Bij zonsondergang bereikte hij eindelijk de geest op de bergtop. ‘Nog een dier’ riep de geest bars. ‘Konden de leeuw en de buffel de naam ook niet onthouden?’ ‘Nee’ antwoordde de schildpad. ‘Luister dan goed’ zei de berggeest, ‘want het is de laatste keer dat ik het
9
zeg. De naam is Takalambalela.’ ‘Takalambalela’ zei de schildpad toen hij de top van de berg verliet. En ‘Takalambalela’ zei de schildpad toen hij bijna beneden was. ‘Takalambalela’ zei de schildpad, toen hij de grote termietenhoop midden op het pad in het oog kreeg. En ‘Takalambalela’ zei de schildpad toen hij in een grote boog om de hoop ging. ‘En, schildpad’ zeiden de dieren toen de schildpad aan de boom kwam, ‘kreeg je de naam te pakken?’ Maar de schildpad gaf geen antwoord. Hij liep hen voorbij tot aan de voet van de toverboom. Daar stopte hij, en heel langzaam en heel duidelijk zei hij: ‘Takalambalela.’ Het volgende ogenblik regende het grote, sappige vruchten uit de toverboom. De dieren wierpen zich op de vruchten en aten tot ze bijna barstten. Elke dag ging de schildpad onder de toverboom staan en noemde zijn naam, en iedere dag vielen de vruchten naar beneden. Na vele dagen kwam de regen weer. De savanne was weer groen en de dieren vertrokken. Maar niemand heeft ooit nog gespot met de langzame schildpad.
De vredesspiegel2 Al dat geschreeuw, al dat gepik, dat schelden... Het meeuweneiland kende nooit rust. Bonne de meeuw had er genoeg van. Hij was al het schelden en vechten meer dan zat. Naar rust verlangde Bonne, naar vrede. Een vonkje was al genoeg. Maar waar zou dat te vinden zijn? Bonne besloot op zoek te gaan. Hij spreidde zijn vleugels uit en vloog weg, de zee over, op zoek naar vrede. Boven land gekomen zag hij een slang vredig in het zonnetje liggen dutten. Die heeft al vrede gevonden, dacht Bonne. Hij streek naast de slang neer en schudde hem wakker. ‘Hoe kan ik vrede vinden?' De slang antwoordde: ‘Dat is niet zo moeilijk. Geef iedereen gelijk en je zult met iedereen vrede hebben.' Bonne dacht er even over na: ‘Maar als er nu twee partijen komen met een tegengestelde wens, wie moet ik dan gelijk geven?' ‘De sterkste partij', lachte de slang. ‘Maar ik vind dat jij knap lastige vragen stelt.' De slang schoot met geopende bek uit naar Bonne die verschrikt opvloog. De slang beet hem net nog in zijn snavel. Vandaar dat sommige meeuwen nu nog een kromme snavel hebben. Bonne de meeuw vloog wit van schrik verder. Waar zou hij een beetje vrede kunnen vinden? In de mensenwereld? Bonne streek neer in de studeerkamer van een dominee. Deze keek verstoord op uit zijn boeken: ‘Wat moet je?'’`Ik ben op zoek naar vrede', antwoordde Bonne. ‘Veel bidden, beste meeuw' luidde het antwoord van de dominee. ‘Maar ik heb niet eens handen om te vouwen.' ‘Ga dan maar vaak naar de kerk.' ‘Maar wij hebben op ons meeuweneiland geen kerk.' De dominee zuchtte: ‘Veel zingen dan, vooral psalmen en gezangen. Maar zie je niet dat ik het druk heb?' Bonne
2
uit Stephan de Jong: Verhalen van het goede leven; uitg. Kok, pag. 22-23.
9
wilde nog zeggen dat meeuwen niet zingen kunnen, maar er werd al niet meer naar hem geluisterd. Teleurgesteld vloog hij weg. Onder hem claxonneerden boze automobilisten, ruzieden kinderen en keek iemand jaloers naar het gras van zijn buurman, dat – naar hij zeker meende te weten – groener was dan zijn eigen gras. Bonne de meeuw begreep dat vrede onvindbaar was. Hij leek hem maar het beste terug te keren naar zijn eiland. Hij vloog over velden en rivieren. Aangekomen bij het strand besloot hij even te rusten voor de grote oversteek over zee naar het meeuweneiland. Al scharrelend over liet strand vond Bonne een schelp. Laat ik hem eens vragen, je weet maar nooit, dacht Bonne. ‘Schelp, hoe kan ik de vrede vinden?' ’A-é-é', mompelde de schelp. Bonne verstond het niet: ‘Wat zegt u?' ‘Wacht effe' zei de schelp. ‘Jaag me niet op. Het kost even tijd om open te gaan en met je te kunnen praten. Wat mot je eigenlijk?' ‘Vrede' zei Bonne. ‘Ik ben op zoek naar een beetje vrede voor ons eiland.' ‘Makkelijk zat', antwoordde de schelp. ‘Hier heb je een spiegel. Neem mee. 't Komt goed.' Bonne keek verbaasd naar de spiegel. Voordat hij verder kon vragen, was de schelp alweer dichtgegaan. Zo keerde Bonne de meeuw terug op het meeuweneiland, zonder vrede maar met een spiegel. De meeuwen die wisten waar Bonne naar op zoek was geweest, lachten hem uit. Maar dat duurde niet lang. Want wat gebeurde er? Meeuwen die in de spiegel keken en boos krijsten en pikten naar de meeuw die ze in de spiegel zagen, zagen daar een meeuw die naar hen krijste en pikte. Hoe bozer ze werden, des te bozer werd de meeuw in de spiegel. Ten slotte werden ze zo bang dat ze van het eiland wegvluchtten. Maar meeuwen die vriendelijk naar de meeuw in de spiegel keken, zagen daar ook een vriendelijke meeuw. Dat was aangenaam. Zij bleven. Het duurde niet lang of alle krijsers, vechtersbazen en schreeuwmeeuwen waren van het eiland weggevlucht. Alle vriendelijke meeuwen waren overgebleven. Bonne lachte van plezier. Hij zou wel een liedje van geluk willen zingen. Jammer dat meeuwen dat niet kunnen.
Teksten Met hart en ziel3 als ik zing met hart en ziel zing ik voor hem die mij al vond voordat ik viel en aan wie ik ben verknocht 3
Rikkert Zuiderveld
9
met hart en ziel als ik zoek met hart en ziel dan zoek ik hem die mij al zocht voordat ik riep en aan wie ik ben verknocht met hart en ziel als ik ga dan ga ik niet dan vind ik hem die voor mij vocht die voor mij viel en aan wie ik ben verknocht met hart en ziel
De tien woorden en het Ene Woord4 1.God gaf Zijn volk de Tien Geboden: Ik ben de HEER, Ik maak je vrij. Geloof naast Mij geen vreemde goden. Aanbid geen beeld, ook geen van Mij. 2.Je zult niet vals bij Mijn NAAM zweren. Op sabbat is je werk gereed. Vader en moeder zul je eren. Zó doende leef je lang en breed. 3.Je zult niet moorden en niet vreemdgaan. Je zult niet stelen. Spreek geen kwaad. Je zult je hart geen zonde toestaan. Hoor Mijn geboden metterdaad! 4
melodie: De Tien Geboden / Psalm 140 door ds. A.A.R. Kamermans, Goes
9
4.Liefde is Jezus' Ja en Amen op al wat God gesproken heeft. Wet en Profeten vat Hij samen: Gelukkig wie uit liefde leeft.
De Tien Woorden, een bewerking: de tien vrijheden5 Ik ben Hij die is! God voor jullie, Ik heb jullie verlost: Leef dan als bevrijde mensen. DE WEG VAN HET GEBOD IS DE WEG DIE JE VRIJ MAAKT: Vrij van andere goden en machten, je hoeft ze niet te dienen, je hoeft je niet te buigen; Vrij om God niet vast te leggen in beelden van hout en steen, in denkbeelden van dogma en belijdenis; Vrij om de Naam van God aan te roepen, te belijden, te loven, te fluisteren als de naam van de liefste; Vrij om tijd vrij te maken voor jezelf, voor elkaar, voor God; Vrij om te leren van de generatie die ons voorgaat, aan de kinderen, de mensen van morgen; Vrij om wel kwaad te worden maar nooit langer dan tot de zon ondergaat Zodat er in je hart geen ruimte komt voor wrok, haat en bitterheid; 5
herkomst onbekend
9
Vrij om trouw te zijn aan de man, de vrouw, de vriend, de vriendin tot wie je ooit eens zei: ik hou van jou! Vrij om rechtvaardig en zorgvuldig om te gaan met wat jou aan bezit is geschonken; Vrij om eerlijk en vol vreugde te zeggen: ik weet iets goeds van hem... van haar... en anders, hou liever je mond! Vrij van begeerte, dat verschrikkelijke verlangen om te hebben wat de ander heeft, dat je verteert en stuk maakt. DE WEG VAN HET GEBOD IS DE WEG DIE JE VRIJMAAKT.
gebedsintenties6 feest Laten we bidden tot Hem die de tijd en de seizoenen heeft ingesteld. Voor de mensen in goede doen die elke dag wel feest kunnen vieren; dat ze niet achteloos voorbij leven aan de misère van hun medemensen. Voor hen die juist op algemene feestdagen pijnlijk ervaren hoe eenzaam ze zijn; dat ze niet in de steek worden gelaten, maar betrokken worden in de feestelijkheden. Voor kermisbazen, circusartiesten en alle andere mensen die beroepshalve feestelijkheden organiseren; dat ze een sfeer weten te scheppen waarin mensen zich heilzaam kunnen ontspannen. Voor de regeringen, de vakbonden en de leiding van grote bedrijven; dat ze het ritme van de seizoenen respecteren en niet – omwille van geldelijk gewin – een aanslag plegen op de zondagsrust. Voor allen die verantwoordelijkheid dragen voor de kerkelijke vieringen op grote feestdagen; 6
Uit Kees Pannekoek: Heel die wereld, Gooi&Sticht pag. 47, 55, 81.
9
dat ze erin slagen de essentie van het feest in taal, zang, muziek en teken doeltreffend tot uitdrukking te brengen. Gij, die tijden en seizoenen hebt ingesteld opdat de mensen tot rust kunnen komen en zich kunnen herscheppen, verhoor onze gebeden. Help ons zo op deze aarde te leven dat we eens deel kunnen krijgen aan het grote feest bij U, dat duren zal tot in eeuwigheid. Amen gemeenschap Laat ons bidden tot God die de mensen heeft geschapen om met elkaar op deze wereld te leven. Om verzet tegen alle krachten die verdeeldheid zaaien tussen de mensen. Om protest tegen de politieke partijen die een eng nationalisme prediken. Om krachtige overheidsmaatregelen tegen het wangedrag van jeugdbendes die discriminatie in hun vaandel voeren. Om een kritische houding tegenover de tendensen in onze samenleving die mensen van elkaar isoleren. Om een sterke ondersteuning van initiatieven die door sport, spel en ontspanning gemeenschapszin aankweken bij de jeugd. Om waardering voor het werk van buurtcomités en feestcommissies die mensen spelend tot elkaar trachten te brengen. Om dankbaarheid jegens de mensen die verzoening tot stand trachten te brengen tussen hen die van elkaar zijn vervreemd geraakt. Om vindingrijkheid en uithoudingsvermogen voor de organen van de Verenigde Naties die de eenheid en de samenwerking van de volken proberen te bevorderen. Om werkelijke bereidheid onder de kerken zich in te spannen voor de eenheid van alle christenen. Gij, die de gemeenschap van mensen wilt en niet hun verdeeldheid, verwijder al wat verdeelt uit het midden der mensen. Dat vragen wij U omwille van Jezus,
9
die mensen genadig tot elkaar bracht. Amen kerkvernieuwing Laat ons bidden tot God die in iedere tijd de kerk herschept naar zijn wezen. Om onbaatzuchtigheid en vrijmoedigheid voor hen die in gemeenten nieuwe vormen van kerkzijn uitproberen; dat ze met recht en reden verantwoording afleggen van hun experimenten. Om respect en begrip jegens hen die zweren bij de oude en vertrouwde vormen van kerkzijn; dat ze een eerlijke kans krijgen, hun gehechtheden en bezorgdheden uit te spreken en toe te lichten. Om toewijding en deskundigheid voor hen wier taak het is te zorgen voor de innerlijke vernieuwing van de kerk; dat ze het juiste woord en de goede toon vinden om de mensen van deze tijd geloofwaardig aan te spreken. Om leergierigheid en inventiviteit voor hen die verantwoordelijk zijn voor de presentatie van de kerk; dat ze de moderne media op een integere manier weten in te zetten. God, wij geloven dat U altijd scheppend aanwezig bent in de kerk. Geef dat wij uw scheppingsplannen niet dwarsbomen, en behoed ons voor overdreven haast en misplaatste vasthoudendheid. Dan zal de bevrijdende vernieuwing in uw kerk doorgang vinden, tot aan de voleinding aller dingen in de eeuwen der eeuwen. Amen