Liturgie voor 8 mei 2011 orgelmuziek Welkom en mededelingen aansteken van de kaarsen Psalm 103: 13 Zegen mijn ziel Votum en groet Vrede, vrede lieve vrede vrede in de wereld vrede vrede Wat geeft u vrede? Wat staat uw vrede in de weg? Gez 210: 1,4 Sta op een morgen Kyriegebed/prière Heer, om de mensen die niet vrij zijn om ze zeggen wat ze denken om de mensen die vrezen voor hun leven omdat ze niet tot dezelfde groep behoren als degenen die de macht hebben om de mensen voor wie het gevaarlijk is buiten hun huis te komen roepen we u aan Heer ontferm u Heer, om de mensen
die geen vrede kennen die niet rustig kunnen genieten van hun huis en hun tuin om de mensen vol wrok, vol haat om de mensen die gewond zijn door wat hun ooit werd aangedaan roepen we u aan Heer ontferm u Om de mensen die zoeken naar vrede die verlangen naar harmonie om de mensen die botsen op onbegrip op onverzoenlijkheid om ons allen die anderen soms te kort doen anderen raken op gevoelige plekken roepen we u aan Heer ontferm u en vergeef ons onze zonden Door Jezus Christus Onze Heer. Gez 415: 1,3 Komt nu met zang Gebed Heer u die ons wegen wijst wegen begaanbaar wegen vreemd aan onze neigingen wees met u Geest in ons midden open ons hart voor wat u ons te zeggen heeft open ons voor sporen van uw barmhartigheid
en doe ons gaan op de weg van uw liefde. Amen Lezing/lecture Genesis 45 : 1-15 Toen kon Jozef…hem te zeggen Gez 283: 1,2,3 Gij zijt de zin Lezing Johannes 21: 1-25 Hierna… moesten worden Gez 289: 1,2 Morgenglans der eeuwigheid Gemeente van de Heer, Toen ik u met kerst gevraagd heb uw wensen op te schrijven op een kerstbal of een jaar eerder uw hoop voor het nieuwe jaar, hebben veel mensen het woord vrede geschreven. We verlangen blijkbaar naar vrede. Dat verlangen overschrijdt de grenzen van de kerk. Veel mensen van welke godsdienst of geloof dan ook verlangen naar vrede. De Bijbel heeft daar een mooi beeld voor: ieder onder zijn eigen wijnstok en zijn eigen vijgenboom, voor ieder een plek op de aarde waar het goed toeven is. Leven op een plek waar je door niemand lastig gevallen wordt, op een manier die bij jou past, ieder zijn eigen paradijs waar hij genoeg te eten en te drinken heeft. Het is vreemd dat hoewel we daar allemaal zo naar verlangen, er zo weinig van terecht komt.
Die oervrede, dat paradijs, we krijgen het blijkbaar niet voor elkaar om dat tot stand te brengen. Hoe redelijk en verstandig we ook zijn, hoe lief en vriendelijk ook, je ontkomt niet aan onvrede. Onvrede met de omstandigheden waarin je leeft, onvrede met de mensen om je heen, en vaak ook onvrede met jezelf. Dat kan gaan van kleine irritaties tot gewelddadige conflicten. Het leven bestaat niet zonder botsingen. Maar omdat we graag willen dat het leven wel zonder irritaties en ongenoegens verloopt gaan we het gevecht aan met wat ons hindert en vooral met wie ons hindert of met degene aan wie we onze ongenoegens toeschrijven. Voor we tot vrede kunnen komen moet er nogal wat puin geruimd worden. Het liefst ruimen we dat puin bij de ander in de hoop dat ons verlangen naar vrede daarmee bevredigd wordt. Als u ooit bij bemiddeling tussen twee partijen betrokken bent geweest, dan weet u dat eenzelfde zaak er vanuit het perspectief van de partijen er heel verschillend uit kan zien. Het kan zijn dat je met twee mensen te maken hebt die allebei verlangen gehoord en begrepen te worden, maar die elkaar beschuldigen van machtsmisbruik en van kwaadwillendheid. Soms ben je als buitenstaander verbaasd hoe men elkaar voortdurend verkeerd begrijpt, hoe intenties verdraaid worden etc. Mensen reageren niet meer op elkaar, maar op wat zij denken van elkaar.
Ze hebben een bepaald beeld gevormd van de ander en reageren vanuit dat denkbeeld, dat lang niet altijd een reële weergave geeft van wat die ander is of wat hij bedoelt. Ze voeren beiden een strijd om te overleven, om het kwaad en het onrecht uit de weg te ruimen, om hun wijnstok en hun vijgenboom. Het oerverlangen naar de eigen vrede lijdt tot strijd vanwege de pijn die men aan elkaar ervaart of ervaren heeft. Heel vaak is het de pijn en de boosheid die bepalen hoe men met elkaar omgaat. Of de angst en de bedreiging van wat men waardevol vindt. Beide elementen zitten diep in ons mens zijn verworteld: het verlangen naar vrede en de onvrede over het ontbreken daarvan. Dat laatste schrijven we maar al te vaak toe aan een ander of aan omstandigheden die door een ander veroorzaakt zijn. Zo raken we steeds verder van vrede verwijderd. Er moet dus iets anders gebeuren om tot vrede te komen. Vrede gebeurt niet vanzelf. Er is verzoening voor nodig. Er moet iets goedgemaakt worden. De gebroken relatie moet worden hersteld. Voor vrede moet je met elkaar en met jezelf in het reine komen. Ik las pas ergens dat verzoening betekent dat je elkaar weer een zoen kunt geven. Die uitdrukking geeft aan dat verzoening meer is dan zand erover.
Het is meer dan we gaan gewoon verder, ieder op onze eigen weg. Zand erover kan betekenen dat het oude vuurtje bij de eerste beste gelegenheid weer oplaait. Verzoening gaat dieper. Het is geen schijnvrede, geen zwijgen om de lieve vrede wil. Het is een weg die je gaat naar degene met wie je in onvrede ben, een uitnodiging aan de ander de weg naar jou af te leggen. Dat is de opening op de weg naar de vrede. We hebben vanmorgen twee verhalen van verzoening uit de Bijbel gelezen. Het verhaal van Jozef, die vanuit een bepaalde spiritualiteit zijn pijn uit het verleden een plaats heeft kunnen geven en daardoor het goed kon maken met zijn broers. En het verhaal van de ontmoeting van Jezus en Petrus, een verhaal verraad en hersteld vertrouwen. Jezus die als icoon van Gods liefde Petrus uitnodigt de gebroken relatie te herstellen. Allereerst het verhaal van Jozef. Wie het verhaal van Jozef helemaal leest, ontdekt dat hij een goede reden had om geen vrede met zijn broers te zoeken. Zijn broers waren jaloers omdat vader Jacob Jozef verwende. Hij gaf hem prachtige kleren, terwijl zijn broers hard moesten werken en Jozef droomde dat zijn broers eens voor hem zouden buigen.
Geen goede start voor goede verhouding. Op een keer nemen de broers hun kans waar en gooien Jozef in een put en verkopen hem een paar dagen later naar Egypte, waar hij slaaf wordt. Hij komt er zelfs in de gevangenis. Geen gemakkelijk leven dus. Maar door zijn bijzondere gaven van dromen uitleggen wordt hij uiteindelijk de machtigste man van Egypte om het land te redden van hongersnood. Vanwege die hongersnood komen zijn broers bij hem om graan te kopen. Hij herkent hen meteen. De broers verwachten helemaal niet dat Jozef een machtig man geworden zou zijn. Zij herkennen hem dus niet. Jozef heeft zijn broers heel wat te verwijten. Ze hebben hem zijn jeugd afgenomen. Maar Jozef wil vrede. Jozef is niet vergeten wat er gebeurd is. Hij kan geen vrede maken met de broers als ze nog zijn zoals ze toen waren. Ik hoor vaak bij mensen dat ze hun tegenstanders vastpinnen op wat zij ooit gezegd of gedaan hebben. Hij is zus of zo, want toen… De misstappen uit het verleden worden aangehaald om aan te tonen hoe slecht die ander wel niet is en impliciet het eigen gelijk van de spreker. Met deze houding stelt hij als voorwaarde voor verzoening dat de ander toegeeft fout te zijn en begrip toont voor wat de hij hem heeft aangedaan.
Het is logisch dat dit een doodlopende weg is, want de ander zal zich verdedigen en het verhaal vanuit zijn perspectief tekenen. Het bewonderenswaardige van Jozef is dat hij de mogelijkheid open houdt dat zijn broers veranderd zijn. Hij pint hen niet vast op hun slechte verleden, maar geeft hen een kans zich te bewijzen. Hij maakt het hen niet gemakkelijk. Hij eist dat de volgende keer zijn enige echte broer Benjamin (de anderen zijn halfbroers) meekomt om voedsel te halen. Vader Jacob had hem niet willen laten gaan, omdat hij Jozef ook al verloren had. En als ze dan met hem komen laat hij hem op valse beschuldiging oppakken. Pas als hij ziet dat de broers het voor hem opnemen en Ruben zichzelf in Benjamins plaats aanbiedt als slaaf, weet hij dat ze inderdaad veranderd zijn en zet hij de stap naar de verzoening. Hij maakt zich aan zijn broers bekend. Hij laat zijn emoties gaan. Alle verdriet en pijn van jaren komt eruit, maar niet in de vorm van verwijten. Hij huilt zo hard dat het tot in het paleis van de Farao te horen is. Eindelijk is daar de kans op verzoening, op vrede met zijn broers en op het weerzien van zijn vader. Zo diep de pijn en het verlangen bij Jozef. Zijn broers schrikken en vrezen wraak. Maar Jozef heeft de pijn uit het verleden een plaats gegeven.
Hij heeft gezien dat er uit het slechte iets goeds voortgekomen is. Hij wil niet dat zijn broers zichzelf verwijten maken, want zegt hij: “God heeft mij voor jullie uitgestuurd om jullie leven te redden.” Vanuit die spiritualiteit, die innerlijke vrede heeft hij ruimte om vrede met zijn broers te maken en hen bij zich uit te nodigen in Egypte, samen met hun vader Jacob. Doordat hij de geschiedenis niet vanuit zelfmedelijden is blijven bekijken, maar zijn gebroken leven een plaats heeft gegeven in een groter verband, kan hij het gebeurde aanvaarden en zich verzoenen met zijn broers. Verzoening vraagt dus om een spiritualiteit. Het vraagt dat we het verleden een plaats geven. Dat we het zien in een groter verband. Dan kunnen we de wrok overwinnen en vrede vinden met ons leven zoals het gelopen is en vrede sluiten met onszelf. Vandaar uit is er ruimte voor verzoening. Verschillende Bijbeluitleggers zien Jozef als voorafschaduwing van Jezus. Jozef als aardse onderkoning, Jezus als koning in naam van God, wiens koninkrijk niet van deze wereld is. Beiden moesten de weg van het lijden gaan. Hoe het ook zij, het verhaal van Jezus en Petrus dat we gelezen hebben is ook een verhaal over verzoening. Petrus, die gedacht had Jezus nooit in de steek te zullen laten, had hem tot drie maal toe verraden toen Jezus gevangen genomen was.
Toen Petrus geconfronteerd werd met zijn eigen lafheid, weende hij bitter, diep teleurgesteld in zijn eigen liefde voor Jezus. Hij was zo overtuigd geweest van zijn goede bedoelingen, maar toen het erop aan kwam had hij Jezus in de steek gelaten. In het verhaal dat we gelezen hebben ontmoeten de discipelen die vreemde figuur, die ze eerst niet herkennen, maar waarvan ze ontdekken dat het de opgestane Jezus is. En dan tijdens de maaltijd stelt Jezus Petrus tot drie maal toe de vraag of hij hem werkelijk liefheeft. Na elk positief antwoord vertrouwd Jezus hem zijn volgelingen toe. Dit keer geen voorspelling van verraad op een gegeven antwoord, maar vertrouwen. Maar Jezus is niet tevreden met een te snel gegeven antwoord. Hij herhaalt de vraag, hij wil dat Petrus ermee worstelt, met zijn verleden in het reine komt. Niet door hem verwijten te maken, maar door hem te vragen naar zijn echte intenties. Heb je mij lief? Dezelfde intentie die hij bij het laatste avondmaal ook had. Daar was niets mis mee, dat moet hij zich realiseren. Jezus pint Petrus niet vast op zijn verraad. Hij geeft hem een nieuwe kans en voorspelt zelfs dat Petrus eens zijn band met Jezus niet zo gemakkelijk zal laten vallen. Hij zal als martelaar sterven. Eens een verrader is niet voor altijd een verrader. Petrus krijgt een nieuwe kans.
Petrus kan vrede in zichzelf vinden omdat hij weet dat de Heer zijn werkelijke liefde kent, ondanks zijn falen. Jezus ziet hem met barmhartigheid aan en vertrouwt hem, ondanks dat hij weet hoe feilbaar hij is. Vrede, verzoening, het gaat niet vanzelf. Verzoening vraagt om de geest van Christus, om een spiritualiteit van barmhartigheid. Het vraagt om vrede in jezelf. Door de Heilige Geest mogen we als nieuwe mensen leven, het oude afleggen, ons leven zien in het licht van God. Vanuit die barmhartigheid en ontferming van Christus worden we uitgenodigd de mensen te aanvaarden zoals ze zijn, de mensen met wie we in conflict geraakt zijn, de mensen die ons iets aangedaan hebben. Met de ontferming voor de mensen die het aangaat worden we ook uitgenodigd mensen te begrijpen die in het verleden zo gewond zijn geraakt dat vrede en verzoening voor hen onmogelijk is geworden. Pijn kan te groot zijn voor een mens. Moge de God van de vrede zich over hen ontfermen en hen ruimte geven om geliefd te worden. Amen. muziek gedicht Psalm 103 Gez 300: 1,5 Eens als de bazuinen
Gebed Heer wij danken u voor liefde en barmhartigheid voor mensen die we mogen en mensen met wie we het moeilijk hebben. Wij danken u voor ieder van wie we kunnen leren Heer wees ons nabij als onvrede ons overvalt als zaken uit het verleden ons achtervolgen. Heer geef vrede. Wij bidden u voor allen die zo geraakt zijn in het verleden dat hun leven onherstelbaar beschadigd is. voor hen die zich niet verzoenen kunnen met wat er ooit gebeurd is, mensen die slachtoffer zijn van oorlogen, van geweld en incest. Heer geef vrede, want onze vrede schiet te kort. Wij bidden Heer voor werk dat mensen doen overal op de wereld om mensen tot elkaar te brengen op grote schaal of in het klein, tussen individuen. Zegen dit werk en zegen de mensen die werkelijk zoeken naar vrede en verzoening. Wij bidden met de gemeenschap van kerken over de hele wereld voor Kenia en Tanzania, landen waar volken met verschillende achtergronden samen wonen. Zegen Heer al wat gedaan wordt om mensen tot elkaar te brengen na de etnische spanningen die er geweest zijn in Kenia. Schenk Heer vrede in heel Afrika waar zoveel onlust is, en zoveel geschillen zijn, waar de last van het verleden
mensen samen brengt binnen grenzen, maar waar nog geen eenheid gevonden is. Heer wij danken u dat wij in Zwitserland, Frankrijk en Nederland in vrede mogen leven. Wij bidden u Heer voor onze regeringen dat ze die vrede mogen handhaven en op een wijze manier omgaan met alles wat die vrede zou kunnen aantasten. Wij bidden u voor onze koningin. Dat zij in wijsheid mag regeren. Zegen haar en haar familie. Stil gebed Onze Vader Collecte Gebed Gez 481: 1,2 O grote God Zegen Gez 411: 1,6 Wilhelmus