ZITTING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 13 JULI 2009
Aanwezig : De heer Willy Vandemeulebroucke, voorzitter van de gemeenteraad Mevrouw Rita Beyaert, burgemeester De heren Luc Callewaert, Alain Top, Rik Pattyn, Filip Kets, Francis Pattyn, mevrouw Inge Bossuyt Schepenen en de heer Hendrik Van Damme Vz OCMW (niet stemgerechtigd) De dames en heren Libertus Dejonckere, Hendrik Deprez, Dirk Opbrouck, Rik Wanzeele, Frieda Van Themsche, Carl Six, David Vandekerckhove, Carine Haezebrouck, Rik Vandenabeele, Rosanne Mestdagh, Dominique Windels, Kathleen Duchi, Johny Ver Eecke, Donald Langedock, Marleen Rogiers, Eric Kerckhof, Claudine Dumortier, Olivier Vanryckeghem, Yolanda Van Walleghem, Marleen Callens, Michaël Vannieuwenhuyze gemeenteraadsleden de heer Carlo Daelman stadssecretaris _______________________________________________________________________ De zitting begint om 19.45 u. _______________________________________________________________________ De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven dd. 09.07.2009, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en uitgaande van raadslid Claudine Dumortier, waarbij het betrokken raadslid meedeelt niet langer deel te willen uitmaken van de fractie “Vlaams Belang” en wenst te zetelen als onafhankelijke in de gemeenteraad en de OCMW-raad. Na voorlezing van het schrijven door de voorzitter gaat de gemeenteraad over tot de behandeling van de dagorde. DAGORDE GEMEENTERAAD Openbare zitting. 1.
Renovatie openbare verlichting op de wijk Ter Coutere. Goedkeuren bestek, raming (35 374,04 euro + btw) en gunningswijze.
2.
Uitbreiden waterleidingsnet ten behoeve van de aansluiting Muizelstraat 162. Goedkeuren bestek, raming (14 810,25 euro) en toelating tot uitvoering van de werken.
3.
Infrastructuurwerken private verkaveling 'Bistierlant' (NV Bouw Georges Tanghe/NV DHS/NV Joost Danneels). Goedkeuren tracé der werken.
4.
Doortochtwerken N43. Goedkeuren van addenda met Infrax aan de samenwerkingsovereenkomst stad - Vlaams gewest van 16 juni 2003 en goedkeuren van bijhorende overnameovereenkomsten ingevolge de raadsbeslissing van 10 maart 2008 tot overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdrachthoudende vereniging WVEM.
5.
Groot onderhoud wegen 2009: 2. Herstel KWS-verhardingen Hulste, deel 1. Goedkeuren bestek, raming (59 875 euro + btw) en gunningswijze.
6.
Vestigen van een erfdienstbaarheid van ondergrondse leidingen ten voordele van de WVEM op de gemeentelijke begraafplaats in de Gentsesteenweg. Goedkeuren contractuele voorwaarden.
7.
Aanpassen hoogspanningscabine verlichting voetbalvelden 'De Mol'. Goedkeuren verrekening 1, raming (1 796,39 euro + btw in meer) en gunningswijze.
8.
Raamcontract nopens het verzorgen van de door de sportdienst georganiseerde sportkampen en andere. Vaststellen contractuele voorwaarden, raming (40 000 euro + btw) en gunningswijze.
9.
Gedeeltelijke herziening Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS). Beslissing tot opmaak, aanstelling van de intercommunale Leiedal als stedenbouwkundig ontwerper in functie van diens exclusiviteitscontract en goedkeuren contractuele voorwaarden en raming (44 707 euro waarop geen btw verschuldigd).
10.
Aanpassen socio-cultureel centrum Hulste. Principiële beslissing betreffende de wijziging van het concept, goedkeuren bijakte studiecontract, aangepaste raming studiecontract (33 600 euro + btw) en gunningswijze.
11.
Uitbouw school Stasegem tot socio-cultureel centrum – lot dakwerken. Goedkeuren verrekening 1, raming (14 465,22 euro + btw in meer) en gunningswijze.
12.
Herstellen parketvloer Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW). Goedkeuren bestek, raming (8 000 euro + btw) en gunningswijze.
13.
Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot afbraakwerken. Goedkeuren bestek, raming (6 050 euro + btw) en gunningswijze.
14.
Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot metalen schrijnwerk. Goedkeuren bestek, raming (18 081 euro + btw) en gunningswijze.
15.
Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot timmerschrijnwerk en vloer. Goedkeuren bestek, raming (10 810,80 euro + btw) en gunningswijze.
16.
Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot verwarming, verluchting en elektriciteit. Goedkeuren bestek, raming (9 900 euro + btw) en gunningswijze.
17.
Stedelijk basisonderwijs. Goedkeuren evaluatiereglement.
18.
Overeenkomst tussen de stad en de jeugdraad met betrekking tot de verhuring van materialen van de uitleendienst van de jeugdraad via de stad. Goedkeuring.
19.
Bijsturen van het mobiliteitsplan. Goedkeuren koepelmodule 34013/1/A inclusief module 1 in functie van het bekomen van gewestelijke subsidies.
20.
Kerkfabrieken. Advies dienstjaarrekeningen 2008.
21.
OCMW. Kennisname rekening 2008.
22.
Jaarverslag 2008. Goedkeuring.
23.
Vaststelling dienstjaarrekening 2008, bijlagen en kasverslag per 31 december 2008.
24.
Gemeentelijk gebruiks-, tarief en retributiereglement. Aanpassing.
25.
Belasting op de economische entiteiten. Aanslagjaar 2008-2012. Wijziging.
26.
Algemene milieubelasting gezinnen. Aanslagjaar 2008-2012. Wijziging.
27.
Dagelijks bestuur. Opheffing van de beslissing van 10 september 2007 en hervaststelling.
28.
Vrijstelling van financiële verbintenissen van visum van de ontvanger.
29.
Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Aanpassing ingevolge het decreet van 23 januari 2009 houdende wijziging van het gemeentedecreet.
30.
Raadscommissie financiën en personeel. Ontslag en vervanging vertegenwoordiger fractie Vlaams Belang.
31.
Dagelijks personeelsbeheer. Vastlegging van de inhoud van het begrip.
32.
Arbeidsreglement. Goedkeuring.
33.
Vragenkwartiertje.
Besloten zitting. 34.
Bekrachtiging aanstelling waarnemend secretaris. ******
Openbare zitting. 1. Renovatie openbare verlichting op de wijk Ter Coutere. Goedkeuren bestek, raming (35 374,04 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De renovatie van de openbare verlichting over Groot-Harelbeke gebeurt in verschillende fases. Nu wordt de openbare verlichting op de wijk Ter Coutere aangepakt. Het gaat om het vernieuwen van de openbare verlichting in de Mandenmakersweg, Elfbunderen en Ter Coutere. De WVEM stelt voor om de bestaande gegalvaniseerde masten te herschilderen. In de wijk Ter Coutere wordt tevens een paal weggenomen ter hoogte van de huisnummers 50-53. De paal verlichtte vroeger een wandelpadje waar zich nu alleen de omliggende tuinen bevinden. De verlichting van de toegangswegen wordt aangepast door plaatsing van sierpalen met lichtpunthoogte 6 meter. Op enkele plaatsen wordt de inplanting van de masten gewijzigd en een viertal lichtpunten worden bijgeplaatst. De oude bolvormige armaturen worden vervangen door nieuwe armaturen van het type Iridium. Langs de gebruikte wandelpaden en pleinen op de wijk, waar momenteel geen verlichting is voorzien, wordt bijkomende verlichting geplaatst om het veiligheidsgevoel te bevorderen. In het kader van de opdracht met als voorwerp “renovatie openbare verlichting op de wijk Ter Coutere” werd een offerte met nr. 16773 opgemaakt door Infrax/WVEM. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 35 374,04 + BTW.
Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (cfr. art. 17 § 2.1° a en f van de wet van 24 december 1993), gezien de aard van de bestelling (bedrag is lager dan 67000 EUR en de WVEM beschikt over een feitelijk monopolie). Het krediet is voorzien in de begroting van 2009 op artikel 426/735-60. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500,00 EUR en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 17, § 2, 1°, a en f; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 1; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 16773 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Renovatie openbare verlichting op de wijk Ter Coutere”, opgemaakt door Infrax/WVEM. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 35.374,04 excl. btw of € 42.802,59 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 426/73560 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2009. 2. Uitbreiden waterleidingsnet ten behoeve van de aansluiting Muizelstraat 162. Goedkeuren bestek, raming (14 810,25 euro) en toelating tot uitvoering van de werken. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De NV Levada vraagt om een aansluiting op het waterleidingsnet ten behoeve van het bedrijf gelegen aan de Muizelstraat 162. Voor deze aansluiting dient het waterleidingsnet uitgebreid te worden.
De werken ten laste van de stad omvatten het uitbreiden van het waterleidingsnet op openbaar domein. De Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening (VMW) raamt de kosten op 14 810,25 euro. Deze kosten vallen ten laste van de autonome investeringskredieten die bij de VMW voor Harelbeke ter beschikking staan. Momenteel is daar 157 351,69 euro beschikbaar. Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het voormeld bestek en de raming goed te keuren. Er wordt tevens gevraagd toelating te geven de genoemde werken uit te voeren. De gemeenteraad is bevoegd op grond van haar residuaire bevoegdheid. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 42, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan de raming opgemaakt door de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening te Kortrijk en waarbij het uitbreiden van het waterleidingsnet ten behoeve van de aansluiting Muizelstraat 162 worden geraamd op 14 810,25 EUR, zonder BTW verschuldigd. Aan de VMW wordt toelating gegeven de werken uit te voeren overeenkomstig genoemd bestek. Art. 2 : De werken onder artikel 1 zijn niet ten laste van de stad en vallen ten laste van de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening. 3. Infrastructuurwerken private verkaveling 'Bistierlant' (NV Bouw Georges Tanghe/NV DHS/NV Joost Danneels). Goedkeuren tracé der werken. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Op gronden gelegen langs de Heerbaan zullen NV Bouw Georges Tanghe, samen met NV DHS en NV Joost Danneels een verkaveling realiseren. De verkaveling omvat 375 loten waarvan voor open bebouwing, halfopen bebouwing, rijbebouwing en meergezinswoningen en heeft een oppervlakte van 16,75 ha. De verkaveling is gelegen in het stedelijk woongebied van het gewestelijk RUP “Afbakening regionaal stedelijk gebied Kortrijk” vastgesteld door het besluit van de Vlaamse Regering van 20 januari 2006. Voor de uitrusting van de verkaveling dient wegenis en infrastructuur aangelegd te worden. De verkavelingsovereenkomst, die voorziet in de uitvoering van de infrastructuur- en uitrustingswerken in verband met het bouwproject en die deze volledig ten laste van de verkavelaar legt, zal overeenkomstig artikel 105 van het decreet ruimtelijke ordening door het College van Burgemeester en Schepenen worden goedgekeurd. Ook het bestek van de uitrustingswerken zal aan het College van Burgemeester en Schepenen worden voorgelegd. Het tracé der werken wordt aan de Gemeenteraad voorgelegd omdat het niet bepaald is in een Ruimtelijk UitvoeringsPlan (RUP) of een Bijzonder Plan van Aanleg (BPA) (zie ar. 133 par. 1 van het Decreet Ruimtelijke Ordening) Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
- het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 42 ; - het Decreet Ruimtelijke Ordening van 18 mei 1999 inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 133 § 1 Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het tracé der werken “Weg- en rioleringswerken private verkaveling “Bistierlant” (VK NV Bouw Georges Tanghe/NV DHS/NV Joost Danneels)”. Er wordt tevens toelating gegeven de werken uit te voeren. 4. Doortochtwerken N43. Goedkeuren van addenda met Infrax aan de samenwerkingsovereenkomst stad - Vlaams gewest van 16 juni 2003 en goedkeuren van bijhorende overnameovereenkomsten ingevolge de raadsbeslissing van 10 maart 2008 tot overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdrachthoudende vereniging WVEM. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De gemeenteraad hechtte in zitting van 10 maart 2008 haar goedkeuring aan “de overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdrachthoudende vereniging WVEM”. Deze beslissing impliceert de samenwerking tussen de stad én de Intercommunale WVEM inzake het exploiteren, onderhouden en ontwikkelen van de rioleringsnetten. Dit alles teneinde tegen 2015 te voldoen aan de wettelijke en Europese verplichting om een goede kwaliteit te bekomen van oppervlakte-, kust- en grondwater. De startdatum van de exploitatie door de WVEM werd bepaald op 1.1.2009. Voor lopende én voor nieuwe weg-en rioleringsprojecten dienen de stad en de WVEM bijgevolg samen te werken. Concreet zal de WVEM, via haar werkmaatschappij Infrax, samenwerkingscontracten aan de stad voorleggen waarbij het algemeen principe is dat Infrax instaat voor de (her)aanleg van de rioleringsinfrastructuur (of de overname ervan bij lopende dossiers) terwijl de stad instaat voor de constructies buiten de sleuf- en werkbreedte van de rioleringswerken. Ondanks het principe dat Infrax de rioleringskost ten laste neemt, dient de stad –in het geval er geen gewest(VMM)bijdrage is toegekendtoch zelf 75% (25% lastens Infrax) van de rioolkost te financieren. In bepaalde gevallen, wanneer de stad (beperkte) wegeniswerken plant, kan Infrax vooralsnog opteren om tezelfdertijd kleinere rioleringswerken uit te voeren en 100% te betalen. Dit omdat verder uitstel voor Intra enkel tot hogere kosten en meer overlast zou leiden. De met Infrax af te sluiten contracten verschillen bij lopende of nieuwe dossiers. Immers in het eerste geval (lopend dossier) zal Infrax één of meerdere ‘overnamecontracten’ (ook genaamd ‘bijaktes’) voorleggen waarbij Infrax de bestaande contracten, gunningen, afspraken,… tussen de stad en haar eerdere partners (andere besturen, aannemers, studiebureaus…) overneemt. Bij nieuwe dossiers is de administratie iets eenvoudiger : Infrax en de stad tekenen een samenwerkingscontract waarbij één van beide (meestal Infrax) als opdrachtgevend bestuur wordt aangesteld. Voor een eerste ‘dossier in uitvoering’, met name het doortochtdossier N43, legt Infrax nu een addendum 2 aan het basiscontract dd. 16.6.2003 voor. In 2003 engageerden de stad en het Vlaams Gewest (AgentschapWegen&Verkeer) zich namelijk om de wegenisen rioleringwerken voor de gewestweg N43 (deel tussen de Gaverbeek en de
Wolvenstraat) gezamenlijk aan te pakken. Dit basiscontract werd tussen die twee partijen op 12.2.2008 via een addendum 1 qua tracé uitgebreid met het stuk vanaf de Gaverbeek tot de R8. Nadat fase 1 (Kortrijksestraat) reeds geruime tijd is afgewerkt, is fase 2-1 (Schip- tot Wolvenstraat) van die gezamenlijke werken nu in uitvoering. Via voorliggend addendum engageert Infrax zich als derde partner in dit project en zal -wat betreft ‘riolering en bijhorend wegherstel’- alle initiële rechten en plichten van de stad overnemen. Het komt de gemeenteraad toe om de voorwaarden van dit addendum goed te keuren aangezien dit een daad van beschikking betreft zoals voorzien onder art.43 par.2 pt12 van het gemeentedecreet. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 43 §2.12 Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : 1ste en enig artikel: De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan het door Infrax voorgelegde addendum 2 aan het basiscontract dd. 16.6.2003 luidend als volgt : ADDENDUM SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN: Het Vlaams Gewest, vertegenwoordigd door haar regering, bij delegatie, in de persoon van de heer ir. Hubert Decramer, afdelingshoofd bij het departement Leefmilieu en Infrastructuur, Administratie Wegen en verkeer afdeling West-Vlaanderen, gevestigd te Markt 1, 8000 Brugge in het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, hierna genoemd “het Vlaams Gewest”. EN: Het stadsbestuur van Harelbeke, gevestigd Marktstraat 29 te 8530 Harelbeke, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreedt Rita Beyaert, burgemeester, en Carlo Daelman, secretaris, hierna genoemd “de stad”. EN: Infrax CVBA, met maatschappelijke zetel gevestigd te Koningsstraat 55 bus 15, 1000 Brussel, die optreedt in naam en voor rekening van Inter-aqua o.v., Interelectra o.v., Inter-energa o.v., Inter-media o.v., Iveg o.v. en WVEM o.v. hierna genoemd “INFRAX”, en hierbij vertegenwoordigd door de heer Herwig Vandormael, Manager Aankoop en Logistiek Gelet op de wijzigingen van de statuten van WVEM Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 10 maart 2008 om afstand van bevoegdheid te doen aan de intercommunale WVEM inzake het beheer van afvalwater en hemelwater, en om haar rioleringsnet in te brengen in de intercommunale, Overwegende dat de netbedrijven Inter-aqua, Interelectra, Inter-energa, Inter-media, Iveg en WVEM (alle opdrachthoudende verenigingen) in 2006 een samenwerkingsverband hebben opgericht via de nieuw opgerichte rechtspersoon Infrax CVBA; Gelet op de samenwerkingsovereenkomst van 16 juni 2003 tussen de stad enerzijds en het Vlaams Gewest anderzijds houdende de opdracht “het herinrichten van de N43 in de doortocht van Harelbeke tussen km 36,17 en km 38,70”.
Gelet op het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 12 februari 2008 tussen de stad enerzijds en het Vlaams Gewest anderzijds houdende uitbreiding van de werken met het gedeelte van N43 – Kortrijksesteenweg gelegen tussen de R8 en de Gaverbeek (nabij Kortrijksesteenweg 244)”. wordt overeengekomen hetgeen volgt: Artikel 1 : Infrax treedt vanaf 1 januari 2009 in de plaats van de stad met alle rechten en plichten wat betreft deze overeenkomst en dit voor het gedeelte riolering en bijhorend wegherstel. Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben, te Harelbeke op 13 juli 2009. Voor Infrax cvba, Herwig Vandormael Manager Aankoop & Logistiek Voor de stad, Harelbeke Carlo Daelman, Secretaris
Willy Vandemeulebroucke, voorzitter van de gemeenteraad
Voor het Vlaams Gewest Ir. Hubert Decramer Afdelingshoofd departement Leefmilieu en Infrastructuur, Administratie Wegen en Verkeer afdeling West-Vlaanderen --------------------------------------------------------------------------------------------------Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De gemeenteraad hechtte in zitting van 10 maart 2008 haar goedkeuring aan “de overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdrachthoudende vereniging WVEM”. Deze beslissing impliceert de samenwerking tussen de stad én de Intercommunale WVEM inzake het exploiteren, onderhouden en ontwikkelen van de rioleringsnetten. Dit alles teneinde tegen 2015 te voldoen aan de wettelijke en Europese verplichting om een goede kwaliteit te bekomen van oppervlakte-, kust- en grondwater. De startdatum van de exploitatie door de WVEM werd bepaald op 1.1.2009. Voor lopende én voor nieuwe weg-en rioleringsprojecten dienen de stad en de WVEM bijgevolg samen te werken. Concreet zal de WVEM, via haar werkmaatschappij Infrax, samenwerkingscontracten aan de stad voorleggen waarbij het algemeen principe is dat Infrax instaat voor de (her)aanleg van de rioleringsinfrastructuur (of de overname ervan bij lopende dossiers) terwijl de stad instaat voor de constructies buiten de sleuf- en werkbreedte van de rioleringswerken. Ondanks het principe dat Infrax de rioleringskost ten laste neemt, dient de stad –in het geval er geen gewest(VMM)bijdrage is toegekendtoch zelf 75% (25% lastens Infrax) van de rioolkost te financieren. In bepaalde gevallen, wanneer de stad (beperkte) wegeniswerken plant, kan Infrax vooralsnog opteren om tezelfdertijd kleinere rioleringswerken uit te voeren en 100% te betalen. Dit omdat verder uitstel voor Intra enkel tot hogere kosten en meer overlast zou leiden. De met Infrax af te sluiten contracten verschillen bij lopende of nieuwe dossiers. Immers in het eerste geval (lopend dossier) zal Infrax één of meerdere ‘overnamecontracten’ (ook genaamd ‘bijaktes’) voorleggen waarbij Infrax de bestaande contracten, gunningen, afspraken,… tussen de stad en haar eerdere partners (andere besturen, aannemers, studiebureaus…) overneemt. Bij nieuwe dossiers is de administratie iets eenvoudiger :
Infrax en de stad tekenen een samenwerkingscontract waarbij één van beide (meestal Infrax) als opdrachtgevend bestuur wordt aangesteld. Voor een eerste ‘dossier in uitvoering’, met name het doortochtdossier N43, legt Infrax nu een addendum 3 aan het basiscontract dd. 16.6.2003 voor. Naast het tracé voor fase 2-1 (Schip- tot Wolvenstraat) en fase 2-2 (Abdijstraat-Geverbeek) waarover de stad en AWV een samenwerkingscontract hebben, startte de stad zonder tussenkomst van AWV (want geen gewestweg) en zonder financiële gewesttoelage (want geen VMM-subsidies, ook Minafondssubsidies genaamd) ook de weg-en rioleringwerken in de Leie-en Toekomststraat en het Marktplein. In voorliggend addendum 3 komen de stad en Infrax overeen dat de stad hier (wegens geen WMM-subsidies) zelf 75% van de aanlegkost van de openbare riolen ten laste neemt en Infrax 25%. Het komt de gemeenteraad toe om de voorwaarden van dit addendum goed te keuren aangezien dit een daad van beschikking betreft zoals voorzien onder art.43 par.2 pt12 van het gemeentedecreet. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 43 §2.12 Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : 1ste en enig artikel: De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan het door Infrax voorgelegde addendum 3 luidend als volgt: ADDENDUM SAMENWERKINGSOVEREENKOMST TUSSEN: Het stadsbestuur van Harelbeke, gevestigd Marktstraat 29 te 8530 Harelbeke, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreedt Rita Beyaert, burgemeester, en Carlo Daelman, secretaris, hierna genoemd “de stad”. EN: Infrax CVBA, met maatschappelijke zetel gevestigd te Koningsstraat 55 bus 15, 1000 Brussel, die optreedt in naam en voor rekening van Inter-aqua o.v., Interelectra o.v., Inter-energa o.v., Inter-media o.v., Iveg o.v. en WVEM o.v. hierna genoemd “INFRAX”, en hierbij vertegenwoordigd door de heer Herwig Vandormael, Manager Aankoop en Logistiek Gelet op de wijzigingen van de statuten van WVEM Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 10 maart 2008 om afstand van bevoegdheid te doen aan de intercommunale WVEM inzake het beheer van afvalwater en hemelwater, en om haar rioleringsnet in te brengen in de intercommunale, Overwegende dat de netbedrijven Inter-aqua, Interelectra, Inter-energa, Inter-media, Iveg en WVEM (alle opdrachthoudende verenigingen) in 2006 een samenwerkingsverband hebben opgericht via de nieuw opgerichte rechtspersoon Infrax CVBA; Gelet op de samenwerkingsovereenkomst van 16 juni 2003 tussen de stad enerzijds en het Vlaams Gewest anderzijds houdende de opdracht “het herinrichten van de N43 in de doortocht van Harelbeke tussen km 36,17 en km 38,70”.
Gelet op het addendum aan de samenwerkingsovereenkomst van 12 februari 2008 tussen de stad enerzijds en het Vlaams Gewest anderzijds houdende uitbreiding van de werken met het gedeelte van N43 – Kortrijksesteenweg gelegen tussen de R8 en de Gaverbeek (nabij Kortrijksesteenweg 244)”. Gelet op het addendum nr. 2 van 13 juli 2009 aan de samenwerkingsovereenkomst van 12 februari 2008 tussen het Vlaams Gewest en de stad enerzijds en Infrax anderzijds houdende het in de plaats treden door Infrax voor het gedeelte riolering en bijhorend wegherstel. Gelet op de structuur en de principes van de investeringsregels bij WVEM o.v. Aangezien het oorspronkelijk project op vraag van de stad Harelbeke wordt uitgebreid met rioleringswerken in de Leiestraat, parallelweg Leiestraat (kant Marktplein) en Toekomststraat en voor deze uitbreiding geen beroep wordt gedaan op toelage in uitvoering van het besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en latere wijzigingen. wordt overeengekomen hetgeen volgt: ARTIKEL 1. De stad Harelbeke komt financieel tussen in de kosten verbonden aan de aanleg en verbetering van openbare riolen in de Leiestraat, parallelweg Leiestraat (kant Marktplein) en Toekomststraat a rato van 75 % van de kosten (exclusief BTW) bepaald in uitvoering van artikel 1, 5° van het hierboven vernoemde besluit van de Vlaamse regering van 1 februari 2002. De rioleringswerken worden in de bij het bestek horende, opmeting onder een afzonderlijk deel vermeld. ARTIKEL 2. De stad Harelbeke wordt uitgenodigd op de voorlopige oplevering van de werken. Na aanvaarding van deze oplevering maakt INFRAX op basis van de eindafrekening een debetnota voor betaling over aan de stad Harelbeke. Binnen een termijn van 50 kalenderdagen, te rekenen vanaf datum ontvangst debetnota, betaalt de stad Harelbeke het verschuldigde bedrag. Bij laattijdige betaling kan de wettelijke verwijlintrest worden aangerekend. Opgemaakt in twee originele exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben, te Harelbeke op 13 juli 2009. Voor Infrax cvba, Herwig Vandormael,Manager Aankoop & Logistiek Voor de stad, Harelbeke Carlo Daelman, Secretaris
Willy Vandemeulebroucke, voorzitter van de gemeenteraad
--------------------------------------------------------------------------------------------------Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De gemeenteraad hechtte in zitting van 10 maart 2008 haar goedkeuring aan “de overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdrachthoudende vereniging WVEM”. Deze beslissing impliceert de samenwerking
tussen de stad én de Intercommunale WVEM inzake het exploiteren, onderhouden en ontwikkelen van de rioleringsnetten. Dit alles teneinde tegen 2015 te voldoen aan de wettelijke en Europese verplichting om een goede kwaliteit te bekomen van oppervlakte-, kust- en grondwater. De startdatum van de exploitatie door de WVEM werd bepaald op 1.1.2009. Voor lopende én voor nieuwe weg-en rioleringsprojecten dienen de stad en de WVEM bijgevolg samen te werken. Concreet zal de WVEM, via haar werkmaatschappij Infrax, samenwerkingscontracten aan de stad voorleggen waarbij het algemeen principe is dat Infrax instaat voor de (her)aanleg van de rioleringsinfrastructuur (of de overname ervan bij lopende dossiers) terwijl de stad instaat voor de constructies buiten de sleuf- en werkbreedte van de rioleringswerken. Ondanks het principe dat Infrax de rioleringskost ten laste neemt, dient de stad –in het geval er geen gewest(VMM)bijdrage is toegekendtoch zelf 75% (25% lastens Infrax) van de rioolkost te financieren. In bepaalde gevallen, wanneer de stad (beperkte) wegeniswerken plant, kan Infrax vooralsnog opteren om tezelfdertijd kleinere rioleringswerken uit te voeren en 100% te betalen. Dit omdat verder uitstel voor Intra enkel tot hogere kosten en meer overlast zou leiden. De met Infrax af te sluiten contracten verschillen bij lopende of nieuwe dossiers. Immers in het eerste geval (lopend dossier) zal Infrax één of meerdere ‘overnamecontracten’ (ook genaamd ‘bijaktes’) voorleggen waarbij Infrax de bestaande contracten, gunningen, afspraken,… tussen de stad en haar eerdere partners (andere besturen, aannemers, studiebureaus…) overneemt. Bij nieuwe dossiers is de administratie iets eenvoudiger : Infrax en de stad tekenen een samenwerkingscontract waarbij één van beide (meestal Infrax) als opdrachtgevend bestuur wordt aangesteld. Voor een eerste ‘dossier in uitvoering’, met name het doortochtdossier N43, legt Infrax nu de overnameovereenkomst ‘studie’ voor. Hierbij engageert Infrax zich als nieuwe partner in het lopende studiecontract dd.15.12.03, inclusief veiligheidscoördinatie&grondverzet&modellering, tussen de stad (=opdrachtgevend bestuur) en studiebureau-Plantec uit Oostende. Dit impliceert dat Infrax alle rioleringsgerelateerde studiekosten ten laste neemt. Het komt de gemeenteraad toe om de voorwaarden van dit addendum goed te keuren aangezien dit een daad van beschikking betreft zoals voorzien onder art.43 par.2 pt12 van het gemeentedecreet. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 43 §2.12 Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : 1ste en enig artikel: De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan het door Infrax voorgelegde overnameovereenkomst ‘studie’ luidend als volgt : OVERNAMEOVEREENKOMST Studieopdracht VC-ontwerp Grondverzet Modellering TUSSEN: Het stadsbestuur van Harelbeke, gevestigd Marktstraat 29 te 8530 Harelbeke, vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreedt Rita Beyaert, burgemeester, en Carlo Daelman, secretaris, hierna genoemd “de stad”.
EN: Het studiebureau Plantec, gevestigd Nieuwpoortsesteenweg 399 te 8400 Oostende, ingeschreven in het handelsregister te Oostende onder het nr. 000029 en hier vertegenwoordigd door de heer Werner Verbiest, gedelegeerd bestuurder, hierna genoemd “de ontwerper”. EN: Infrax CVBA, met maatschappelijke zetel gevestigd te Koningsstraat 55 bus 15, 1000 Brussel, die optreedt in naam en voor rekening van Inter-aqua o.v., Interelectra o.v., Inter-energa o.v., Inter-media o.v., Iveg o.v. en WVEM o.v. hierna genoemd “INFRAX”, en hierbij vertegenwoordigd door de heer Herwig Vandormael, Manager Aankoop en Logistiek Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 10 maart 2008 om afstand van bevoegdheid te doen aan de intercommunale WVEM inzake het beheer van afvalwater en hemelwater, en om haar rioleringsnet in te brengen in de intercommunale, Overwegende dat de netbedrijven Inter-aqua, Interelectra, Inter-energa, Inter-media, Iveg en WVEM (alle opdrachthoudende verenigingen) in 2006 een samenwerkingsverband hebben opgericht via de nieuw opgerichte rechtspersoon Infrax CVBA; Gelet op de overeenkomst van 15 december 2003 tussen de stad enerzijds en het studiebureau Plantec anderzijds houdende de opdracht “Aanstellen ontwerper en veiligheidscoôrdinatie ontwerp – herinrichting doortocht Harelbeke / Gewestweg N43”. Gelet op de bijakte van 28 april 2004 tussen de stad enerzijds en het studiebureau Plantec anderzijds houdende de opdracht “Uitvoeren van “Grondverzet” dat kadert in en gelinkt is aan de initiële studieopdracht “Herinrichten doortocht Harelbeke / Gewestweg N43”. Gelet op de bijakte van 22 maart 2006 tussen de stad enerzijds en het studiebureau Plantec anderzijds houdende de opdracht “Modelleren van rioolbekkens horende bij de doortocht N43”. Gelet op de bijakte van 19 februari 2008 tussen de stad enerzijds en het studiebureau Plantec anderzijds houdende de studieopdracht “Kortrijksesteenweg, gelegen tussen de R8 en de Gaverbeek (nabij Kortrijksesteenweg 244)/ Gewestweg N43”. wordt overeengekomen hetgeen volgt: Artikel 1 : Infrax treedt vanaf 1 januari 2009 in de plaats van de gemeente met alle rechten en plichten wat betreft deze overeenkomst en dit voor het gedeelte riolering en bijhorend wegherstel. Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben, te Harelbeke op 13 juli 2009. Voor Infrax cvba, Herwig Vandormael,Manager Aankoop & Logistiek Voor de stad, Harelbeke Carlo Daelman, Secretaris
Willy Vandemeulebroucke, voorzitter van de gemeenteraad
Voor de ontwerper, studiebureau Plantec Werner Verbiest Gedelegeerd Bestuurder
--------------------------------------------------------------------------------------------------Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De gemeenteraad hechtte in zitting van 10 maart 2008 haar goedkeuring aan “de overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdrachthoudende vereniging WVEM”. Deze beslissing impliceert de samenwerking tussen de stad én de Intercommunale WVEM inzake het exploiteren, onderhouden en ontwikkelen van de rioleringsnetten. Dit alles teneinde tegen 2015 te voldoen aan de wettelijke en Europese verplichting om een goede kwaliteit te bekomen van oppervlakte-, kust- en grondwater. De startdatum van de exploitatie door de WVEM werd bepaald op 1.1.2009. Voor lopende én voor nieuwe weg-en rioleringsprojecten dienen de stad en de WVEM bijgevolg samen te werken. Concreet zal de WVEM, via haar werkmaatschappij Infrax, samenwerkingscontracten aan de stad voorleggen waarbij het algemeen principe is dat Infrax instaat voor de (her)aanleg van de rioleringsinfrastructuur (of de overname ervan bij lopende dossiers) terwijl de stad instaat voor de constructies buiten de sleuf- en werkbreedte van de rioleringswerken. Ondanks het principe dat Infrax de rioleringskost ten laste neemt, dient de stad –in het geval er geen gewest(VMM)bijdrage is toegekendtoch zelf 75% (25% lastens Infrax) van de rioolkost te financieren. In bepaalde gevallen, wanneer de stad (beperkte) wegeniswerken plant, kan Infrax vooralsnog opteren om tezelfdertijd kleinere rioleringswerken uit te voeren en 100% te betalen. Dit omdat verder uitstel voor Intra enkel tot hogere kosten en meer overlast zou leiden. De met Infrax af te sluiten contracten verschillen bij lopende of nieuwe dossiers. Immers in het eerste geval (lopend dossier) zal Infrax één of meerdere ‘overnamecontracten’ (ook genaamd ‘bijaktes’) voorleggen waarbij Infrax de bestaande contracten, gunningen, afspraken,… tussen de stad en haar eerdere partners (andere besturen, aannemers, studiebureaus…) overneemt. Bij nieuwe dossiers is de administratie iets eenvoudiger : Infrax en de stad tekenen een samenwerkingscontract waarbij één van beide (meestal Infrax) als opdrachtgevend bestuur wordt aangesteld. Voor een eerste ‘dossier in uitvoering’, met name het doortochtdossier N43, legt Infrax nu de overnameovereenkomst ‘werken’ (ook genoemd : bijakte bij het bijzonder bestek) voor. Hierbij engageert Infrax zich als nieuwe partner in het lopende werkencontract dd. 21.02.08 tussen AWV (=opdrachtgevend bestuur), de stad en aannemer NV Stadsbader. . Hierdoor wordt het mogelijk om de louter rioleringskosten te recupereren en te factureren op Infrax.. Het komt de gemeenteraad toe om de voorwaarden van dit addendum goed te keuren aangezien dit een daad van beschikking betreft zoals voorzien onder art.43 par.2 pt12 van het gemeentedecreet. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 43 §2.12 Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : 1ste en enig artikel: De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan het door Infrax voorgelegde overnameovereenkomst ‘werken’. De hierin opgenomen en bij huidige beslissing goedgekeurde contractuele voorwaarden zijn aldus:
BIJAKTE BIJ HET BIJZONDER BESTEK (Tussenkomst van Infrax na de start der werken) TUSSEN: Het Vlaams Gewest, gevestigd Markt 1 te 8000 Brugge en hier vertegenwoordigd door ir. Hubert Decraemer, afdelingshoofd bij het departement Leefmilieu en Infrastrctuur, Administratie Wegen en Verkeer, Afdeling West-Vlaanderen, hierna genoemd “de bouwheer”. EN: Het stadsbestuur van Harelbeke, gevestigd Marktstraat 29 te 8530 Harelbeke , vertegenwoordigd door het College van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreedt mevrouw Rita Beyaert, burgemeester en de heer Carlo Daelman, secretaris, hierna genoemd “de stad”. EN: De NV Stadbader-Flamand, gevestigd Kanaalstraat 1 te 8350 Harelbeke en hier vertegenwoordigd door Dominique Valcke, algemeen bestuurder, hierna genoemd “de aannemer” EN : Infrax CVBA, met maatschappelijke zetel gevestigd te Koningsstraat 55 bus 15, 1000 Brussel, die optreedt in naam en voor rekening van Inter-aqua o.v., Interelectra o.v., Inter-energa o.v., Inter-media o.v., Iveg o.v. en WVEM o.v. hierna genoemd “INFRAX”, hierbij vertegenwoordigd door de heer Herwig Vandormael, Manager Aankoop en Logistiek. Gelet op het decreet van 24 december 2004, houdende de algemene bepalingen tot begeleiding van de begroting 2005. Gelet op de wijzigingen van de statuten van WVEM Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 10 maart 2008 om afstand van bevoegdheid te doen aan de intercommunale WVEM inzake het beheer van afvalwater en hemelwater, en om haar rioleringsnet in te brengen in de intercommunale, Aangezien Infrax cvba optreedt als werkmaatschappij in naam en voor rekening van oa volgende netbeheerders: Interelectra o.v., Inter-aqua o.v., Iveg o.v. en WVEM o.v. op wiens naam de zakelijke rechten aangaande de gemeentelijke rioleringsinfrastructuur worden gevestigd, Gelet op de overeenkomst van 21 februari 2008 tussen de bouwheer enerzijds en de aannemer anderzijds houdende de opdracht “Harelbeke: Herinrichting doortocht N43 – fase 2 Kortrijksesteenweg (Gaverbeek-Nieuwstraat) – Marktstraat – Gentstraat – Gentsesteenweg (Beversestraat-Wolvenstraat). wordt overeengekomen hetgeen volgt: Artikel 1 Infrax treedt vanaf 1 januari 2009 in de plaats van de stad met alle rechten en plichten wat betreft deze bijakte en dit voor het gedeelte riolering en bijhorend wegherstel. De in deze bijakte opgenomen bepalingen gelden alsof zij geheel en letterlijk opgenomen zijn in de overeenkomst tussen de bouwheer enerzijds en de aannemer anderzijds. Alle bepalingen, rechten en plichten, zoals vermeld in het bijzondere en algemeen bestek blijven van toepassing zowel voor werken t.l.v. Infrax als voor de stad. Alle briefwisseling, werfverslagen, afspraken, mails, enz. m.b.t. meerwerken, termijnen, technische aangelegenheden, algemene briefwisseling enz., welke reeds gevoerd werden, blijven integraal van toepassing, zowel voor het deel t.l.v. Infrax en de stad.
Artikel 2 De volgende werken volgens aanbesteding ten laste van de stad worden door Infrax ten laste genomen. Hoofdstuk 1.1.1. – RWA-riol. (stad Harelbeke:17,20 % -Minafonds:51,60 %) Hoofdstuk 1.1.2. – RWA-riol. (stad Harelbeke:68,80 % -Minafonds:0 %) Hoofdstuk 1.1.4. – DWA-riol. (stad Harelbeke:25,00 % -Minafonds:75,00 %) Hoofdstuk 1.1.5. – DWA-riol. (stad Harelbeke:100,00 % -Minafonds:0 %) Hoofdstuk 1.1.6. – RWA-riol. (stad Harelbeke:25,00 % -Minafonds:75,00 %) Hoofdstuk 1.1.7 – RWA-riol. (stad Harelbeke:100,00 % en Minafonds:0 %) Hoofdstuk 1.1.12c – Riol. Leiestraat (stad Harelbeke: 100,00 %) Hoofdstuk 1.1.14 – RWA-riol. (stad Harelbeke: 100,00 %) Hoofdstuk 1.2.1 – RWA-riol. (stad Harelbeke:17,20 % -Minafonds:51,60 %) Hoofdstuk 1.2.2 – RWA-riol. (stad Harelbeke:68,80 % -Minafonds:0,00 %) Hoofdstuk 1.2.3 – DWA-riol. (stad Harelbeke:25,00 % -Minafonds:75,00 %) Hoofdstuk 1.2.4 – DWA-riol. (stad Harelbeke:100,00 % -Minafonds:0 %) Hoofdstuk 1.2.5 – RWA-riol. (stad Harelbeke:25,00 % -Minafonds:75,00 %) Hoofdstuk 1.2.6 – RWA-riol. (stad Harelbeke:100,00 % -Minafonds:0 %) Hoofdstuk 1.2.11 – RWA-riol. (stad Harelbeke:68,80 %) Hoofdstuk 1.2.12 – DWA- en RWA-riol. (stad Harelbeke:100,00 %) Hoofdstuk 1.3.1 – Verzekeringspolis (stad Harelbeke:59,59 % gedeeltelijk) Hoofdstuk 1.4.1 – Proefkosten (stad Harelbeke:100,00 % gedeeltelijk) De werken volgens deze bijakte ten laste van Infrax die al in maandelijkse afkortingen door de stad zijn betaald worden bij de eerst volgende maandelijkse afkorting gefactureerd (exclusief BTW) aan Infrax en gecrediteerd (exclusief BTW) aan de stad. Bij ontvangst van de bestelling van Infrax maakt de aannemer een factuur tlv Infrax en een creditnota voor het zelfde bedrag ten voordele van de gemeente op. De creditnota wordt met aangetekend schrijven aan de gemeente overgemaakt. De factuur wordt door Infrax betaald na het voorleggen van een afschrift van het aangetekend schrijven en een afschrift van de creditnota. Na ontvangst van het gefactureerde bedrag stort de aannemer het verschuldigde bedrag binnen de 5 kalenderdagen door aan de stad. Artikel 3 Er wordt geen termijnsverlenging toegestaan. Artikel 4 De in artikel 1 vermelde overeenkomst wordt aangevuld met volgende bepalingen. WET VAN 24.12.1993 BETREFFENDE DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN SOMMIGE OPDRACHTEN VOOR AANNEMING DER WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN. Artikel 19 Gezamelijke uitvoering van werken Onderhavige opdracht is een gecombineerde opdracht voor rekening van volgende overheden: wordt aangevuld met ‘Infrax CVBA, met maatschappelijke zetel gevestigd te Koningsstraat 55 bus 15, 1000 Brussel, die optreedt in naam en voor rekening van Interaqua o.v., Interelectra o.v., Inter-energa o.v., Inter-media o.v., Iveg o.v. en WVEM o.v. hierna genoemd “INFRAX”’ Alle briefwisseling en documenten, bestemd voor Infrax, moeten worden overgemaakt aan: Infrax Noordlaan 9 8820 Torhout
B. KONINKLIJK BESLUIT VAN 26.09.1996 EN LATERE WIJZINGEN TOT BEPALING VAN DE ALGEMENE UITVOERINGSREGELS VAN DE OVERHEIDSOPDRACHTEN EN VAN DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN EN DE BIJLAGE BIJ DIT BESLUIT (ALGEMENE AANNEMINGSVOORWAARDEN VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHTEN VOOR AANNEMINGEN VAN WERKEN, LEVERINGEN EN DIENSTEN EN VOOR DE CONCESSIES VOOR OPENBARE WERKEN) B.2. Algemene administratieve voorschriften in toepassing van de bijlage: algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken Artikel 15 § 1 Betaling van de werken De aannemer maakt voor het aandeel ten laste van Infrax een extra gedagtekende, ondertekende schuldvordering en bijhorende vorderingstaat per aangetekend schrijven over aan Infrax en twee extra gedagtekende, ondertekende schuldvorderingen en bijhorende vorderingstaten per aangetekend schrijven over aan het studiebureau. Voor het aandeel ten laste van Infrax, maakt Infrax na ontvangst van de door de leidend ambtenaar goedgekeurde vorderingsstaat een bestelbon met verzoek tot facturatie op ten bedrage van het goedgekeurde bedrag. Voor de maandelijkse afkortingen worden de werken opgenomen onder artikel 2 van deze bijakte door Infrax betaald. Voor de wegenwerken van de aanbestedingsprijslijst ten laste van de stad komt Infrax forfaitair tussen in de werken voor een bedrag van € 110 991,20 (exclusief BTW), het overblijvende deel wordt door de stad betaald. Alle facturen ten laste van Infrax dienen volgende vermelding te dragen: “BTW te voldoen door medecontractant – KB nr. 1 art. 20 van 29/12/1992” Opgemaakt in vier originele exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben, te Harelbeke op 13 juli 2009 Voor Infrax cvba, Herwig Vandormael, Manager Aankoop & Logistiek Voor de stad, Harelbeke Carlo Daelman, secretaris
Willy Vandemeulebroucke, voorzitter gemeenteraad
Voor de aannemer, Stadbader-Flamand nv Dominique Valcke, algemeen bestuurder Voor de bouwheer, Het Vlaams Gewest, Administratie Wegen en Verkeer, Afdeling West-Vlaanderen ir. Hubert Decraemer, afdelingshoofd --------------------------------------------------------------------------------------------------Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De gemeenteraad hechtte in zitting van 10 maart 2008 haar goedkeuring aan “de overdracht van de stedelijke rioleringsinfrastructuur en het beheer ervan aan de opdrachthoudende vereniging WVEM”. Deze beslissing impliceert de samenwerking tussen de stad én de Intercommunale WVEM inzake het exploiteren, onderhouden en ontwikkelen van de rioleringsnetten. Dit alles teneinde tegen 2015 te voldoen aan de wettelijke en Europese verplichting om een goede kwaliteit te bekomen van oppervlakte-, kust- en grondwater. De startdatum van de exploitatie door de WVEM werd bepaald op 1.1.2009. Voor lopende én voor nieuwe weg-en rioleringsprojecten dienen de stad en de WVEM bijgevolg samen
te werken. Concreet zal de WVEM, via haar werkmaatschappij Infrax, samenwerkingscontracten aan de stad voorleggen waarbij het algemeen principe is dat Infrax instaat voor de (her)aanleg van de rioleringsinfrastructuur (of de overname ervan bij lopende dossiers) terwijl de stad instaat voor de constructies buiten de sleuf- en werkbreedte van de rioleringswerken. Ondanks het principe dat Infrax de rioleringskost ten laste neemt, dient de stad –in het geval er geen gewest(VMM)bijdrage is toegekendtoch zelf 75% (25% lastens Infrax) van de rioolkost te financieren. In bepaalde gevallen, wanneer de stad (beperkte) wegeniswerken plant, kan Infrax vooralsnog opteren om tezelfdertijd kleinere rioleringswerken uit te voeren en 100% te betalen. Dit omdat verder uitstel voor Intra enkel tot hogere kosten en meer overlast zou leiden. De met Infrax af te sluiten contracten verschillen bij lopende of nieuwe dossiers. Immers in het eerste geval (lopend dossier) zal Infrax één of meerdere ‘overnamecontracten’ (ook genaamd ‘bijaktes’) voorleggen waarbij Infrax de bestaande contracten, gunningen, afspraken,… tussen de stad en haar eerdere partners (andere besturen, aannemers, studiebureaus…) overneemt. Bij nieuwe dossiers is de administratie iets eenvoudiger : Infrax en de stad tekenen een samenwerkingscontract waarbij één van beide (meestal Infrax) als opdrachtgevend bestuur wordt aangesteld. Voor een eerste ‘dossier in uitvoering’, met name het doortochtdossier N43, legt Infrax nu de bepaling van de theoretische sleufherstelling voor fase 2-1 voor. Dit houdt in dat Infrax –naast de louter rioolkost – ook een deel van de wegeniskost financiert. In theorie komt Infrax tussen voor het basiswegherstel dat volgt uit een rioolvernieuwing. Maar in huidig doortochtproject maakt de stad (en AVW) van de noodzakelijke rioleringswerken gebruik om de weg niet louter in diens oorspronkelijke staat te herstellen maar om deze (inclusief voet-en fietspad) volledig her aan te leggen in nieuwe, duurzame en hoogwaardige materialen. Infrax betaalt die duurdere wegenaanleg niet, wél een forfait (thans en voorafgaand goed te keuren door de stad en studiebureau Plantec) voor rudimentair wegherstel. Het door Infrax voorgestelde forfetaire bedrag voor fase2-1 als een soort vermindering op de wegeniskost lastens de stad is € ***. Die forfait is volgens het Infrax-voorstel, principieel goedgekeurd door studiebureau Plantec aldus opgesplist Toekomststraat Hospitaalstraat (R361-R363) Burg. Brabantstraat Leiestraat (R79 - R88) Leiestraat (R76-R78) Hospitaalstraat (R32-R33)
55.082,41 13.685,04 3.970,96 8.564,87 10.685,60 19.002,32
Het komt de gemeenteraad toe om de voorwaarden van deze theoretische sleufherstelling goed te keuren aangezien dit een daad van beschikking betreft zoals voorzien onder art.43 par.2 pt12 van het gemeentedecreet. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 43 §2.12 Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : 1ste en enig artikel: De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan de door Infrax voorgelegde bepaling van de theoretische sleufherstelling voor fase 2-1. Infrax komt wat betreft dit tracé tussen in het wegenisherstel voor een forfaitaire som van € 136.333,75
5. Groot onderhoud wegen 2009: 2. Herstel KWS-verhardingen Hulste, deel 1. Goedkeuren bestek, raming (59 875 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In zitting van 08 juni 2009 keurde de Gemeenteraad het bestek, de raming (€ 57.335,00 excl. BTW) en de gunningswijze (onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking) betreffende “Groot onderhoud wegen 2009 : 2. Herstel KWS-verhardingen Hulste – Deel 1” goed. Overeenkomstig de door de Gemeenteraad goedgekeurde gunningswijze werd een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking uitgeschreven waarvoor de offertes dienden ingediend uiterlijk 15 juni 2009. Er werden 7 firma’s aangeschreven waarvan alle 7 een offerte hebben ingediend. De laagst regelmatige inschrijving werd ingediend voor de som van € 71.417,50 excl. BTW. Bij verslag – opgemaakt door de technische dienst – dd. 16 juni 2009 werd voorgesteld om de opdracht niet te gunnen gezien het bestelbedrag de limieten (€ 67.000,00 excl. BTW) overschrijdt van de gekozen gunningswijze met name onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en de procedure opnieuw te starten. Het College van Burgemeester en Schepenen volgde dit voorstel en besliste op 23 juni 2009 om de opdracht niet te gunnen en de procedure opnieuw te starten. In huidig voorgesteld bestek werden volgende aanpassingen aangebracht : - het vernieuwen van de toplaag (het fietspad te voorzien in rode KWS) in de Vlietestraat : Eikebosbeek – schoolomgeving wordt uit het bestek gelicht en opgenomen in een nog dit jaar voor te stellen nieuw dossier ; waardoor volgende aanpassingen worden doorgevoerd in de uit te voeren hoeveelheden, met name : - post 5 : leveren van en uitvoeren plaatselijke herstellingen met gietasfalt VH ton 40 nu VH ton 13 ; - post 6 : leveren en plaatsen van eenlaagse bestrijking VH m² 11.250 nu VH m² 10.450 - post 8 : leveren en plaatsen rode bitumineuse overlagingen (AB-4C d = 4 cm) wordt volledig weggelaten. De raming werd aanpast aan de recent bij onderhandelingsprocedure verkregen prijzen. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2009 : 2. Herstel KWS-verhardingen Hulste – Deel 1” werd het bestek met nr. 0912 gewijzigd door de Technische dienst. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 59.875,00 BTW niet inbegrepen. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking, gezien de aard van de bestelling en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Het krediet is voorzien in de buitengewone begrotingswijziging van 2009 op artikel 421/735-60. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 120;
- het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 3, § 1; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het gewijzigde bestek met nr. 0912 en de gewijzigde raming voor de opdracht met als voorwerp “Groot onderhoud wegen 2009 : 2. Herstel KWS-verhardingen Hulste – Deel 1”, opgemaakt door de Technische dienst. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder gewijzigd bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De gewijzigde kostenraming bedraagt € 59.875,00 BTW niet inbegrepen. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 421/735-60 van de buitengewone begrotingswijziging van het dienstjaar 2009. 6. Vestigen van een erfdienstbaarheid van ondergrondse leidingen ten voordele van de WVEM op de gemeentelijke begraafplaats in de Gentsesteenweg. Goedkeuren contractuele voorwaarden. Op grond van volgende overwegingen: De West-Vlaamse Energie-en Teledistributiemaatschappij, genoemd WVEM, met maatschappelijke zetel te Torhout, Noordlaan 9 wenst op de westelijke zijperceelgrens van de oude gemeentelijke begraafplaats in de Gentsesteenweg een erfdienstbaarheid voor de aanleg van ondergrondse leidingen te bekomen. Naast de oude, bestaande WVEM-kabels (enkele hoog- en middenspanningskabels) die daar al vele tientallen jaren worden gedoogd, is het volgens de WVEM noodzakelijk om, in functie van een nieuwbouwproject in de achterliggende Beversestraat, een nieuwe bijkomende kabel te voorzien. Die kabel zou zich situeren naast de bestaande kabels, meer bepaald in de wandelweg evenwijdig met de kerkhofmuur, die in westelijke richting loopt van de bestaande WVEM-kabine naast de woning Gentsesteenweg 25 naar de Beversestraat. Die erfdienstbaarheidszone is, volgens het WVEM-plan van 12 mei 2009, 231,50 m² groot. De WVEM legt thans de contractuele voorwaarden van deze erfdienstbaarheid (reeds eenzijdig ondertekend door projectleider Thieren van de WVEM) voor via een soort compromis. Nadat de raad haar goedkeuring hieraan heeft gegeven, wordt dit alles geformaliseerd in een authentieke akte, te verlijden via het aankoopcomité en te ondertekenen door de vertegenwoordigers van de stad en de WVEM. Samengevat zijn de belangrijkste goed te keuren voorwaarden:
-
-
Het vestigen van een erfdienstbaarheid van ondergrondse leidingen in voormeld openbaar stadsdomein waarbij eveneens toelating wordt gegeven tot het plaatsen van erbij horende bovengrondse aftakkasten, sectiekasten, koppelkasten… De stad verleent met het oog op het onderhoud en de bediening een recht van doorgang en toegang op voormeld perceel t.b.v. WVEM-personeel, –materiaal én –onderaannemers. De erfdienstbaarheid is verenigbaar met de openbare bestemming van deze begraafplaats en vormt geen beletsel voor het openbaar gebruik ervan. Mocht dit wél zo zijn dan zal de WVEM –indien nodig- zelf het eventueel verwijderen bekostigen of de andere maatregelen nemen. de stad verkrijgt geen ‘erfdienstbaarheids’vergoeding vanwege de WVEM doch die laatste staat wél voor alle aktekosten ingevolge het opstellen en verlijden van een authentieke akte.
Het komt de gemeenteraad toe om de voorwaarden van de omschreven erfdienstbaarheid goed te keuren aangezien dit een daad van beschikking betreft zoals voorzien onder art.43 par.2 pt12 van het gemeentedecreet. Omdat een dergelijke patrimoniale verrichting niet expliciet omschreven is binnen het begrip ‘dagelijks bestuur’ blijft dit een bevoegdheid van de raad. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet, inzonderheid art. 43 §2.12 Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : Artikel 1: De gemeenteraad hecht haar goedkeuring aan de contractuele voorwaarden voor het vestigen van een “erfdienstbaarheid van ondergrondse leidingen” op de stedelijke begraafplaats in de Gentsesteenweg. Die kosteloze erfdienstbaarheid op 231,5m² (cfr opmetingsplan p/024824 dd. 12.5.09 van de WVEM) zal geformaliseerd worden via een authentieke akte te verlijden via het aankoopcomité. De contractuele voorwaarde zijn als volgt: OVEREENKOMST VOOR HET VESTIGEN VAN EEN ERFDIENSTBAARHEID VOOR HET PLAATSEN VAN ONDERGRONDSE LEIDINGEN OP PRIVAAT DOMEIN Tussen de ondergetekenden: 1 Stad Harelbeke, Gevestigd in de Marktstraat 29, 8530 Harelbeke handelend in de hoedanigheid van eigenaar(s) van de grond gelegen te Harelbeke, kadastraal gekend onder 1e Afdeling, Sectie A, nr(s) 179B Alhier vertegenwoordigd door Raadsvoorzitter Vandemeulebroucke en stadssecretaris Daelman en 2 de West-Vlaamse Energie- en Teledistributiemaatschappij opdrachthoudende vereniging met administratieve zetel te 8000 Brugge, Hoogstraat 37-41 en maatschappelijke zetel te 8820 Torhout, Noordlaan 9 Alhier vertegenwoordigd door Edwin Thieren in functie van projectleider Is overeengekomen wat volgt:
Art.1 De eigenaar verleent aan de WVEM de toelating voor het vestigen van een erfdienstbaarheid van ondergrondse leidingen in de hieronder beschreven percelen, alsook de toelating tot het plaatsen van erbij horende bovengrondse aftakkasten, sectiekasten, koppelkasten… Art. 2 Met het oog op het onderhoud en de bediening wordt een recht van toegang en doorgang verleend over het perceel dat aangeduid werd op bijgevoegd plan voor wat het personeel en materialen van de WVEM of haar onderaannemers betreft. Dit recht dient uitgeoefend overeenkomstig en met in achtname van de bijzondere bestemming van het perceel genoemd in artikel 1, zijnde een stedelijke begraafplaats. Art. 3 Bovengenoemde rechten worden verleend voor het openbaar nut. Art. 4 Huidige erfdienstbaarheid wordt op het perceel genoemd in artikel 1, zijnde de stedelijke begraafplaats, gevestigd op voorwaarde dat ze niet onverenigbaar is met de openbare bestemming van dit perceel. Bovendien mag de erfdienstbaarheid geen beletsel vormen voor het openbaar gebruik van dit perceel noch mag de erfdienstbaarheid afbreuk doen aan het recht van het stadsbestuur (als eigenaar van bedoeld perceel) om het gewone openbaar gebruik voortvloeiend uit het karakter van het perceel (nl. openbare begraafplaats) te regelen volgens de noden en het belang van de gemeenschap. Ingeval van onverenigbaarheid met de openbare bestemming – zowel de huidige als een eventuele toekomende, staat de WVEM –indien nodig- op haar kosten in voor het eventueel verwijderen van de ondergrondse leidingen of van de andere maatregelen die moeten genomen worden. Art. 5 De WVEM staat in voor de vergoeding van de schade die door het onderhoud zou berokkend worden. Het bedrag van de schadevergoeding zal in gemeen overleg vastgelegd worden. Bij ontstentenis van een regeling in der minne zal de grootte van de schadevergoeding door een door beide partijen aan te stellen deskundige bepaald worden. Art. 6 De eigenaar zal zich onthouden van elke handeling die de ondergrondse leiding kan schaden en/of de werking ervan aantasten. Ingeval met het oog op het doen naleven van de openbare bestemming van het betrokken perceel, zoals omschreven in artikel 2 en artikel 4 laatste zin, een ingreep op de ondergrondse leidingen nodig is, zal de Stad Harelbeke de WVEM voorafgaand inlichten en instrueren. Art. 7 De eigenaar verbindt zich ertoe van onderhavig onderlinge overeenkomst melding te maken in geval van eigendomsoverdracht en/of verhuring. Art. 8 Deze overeenkomst treedt in werking op de dag van haar ondertekening en wordt aangegaan voor de gehele bestaansduur van de ondergrondse leiding en toebehoren in het kader van de betreffende wetsbepalingen. Art. 9 De eigenaar zal in geen geval eigendoms- of eventuele andere rechten laten gelden op de desbetreffende installatie.
Art. 10 De installatie met haar toebehoren blijft de exclusieve eigendol van de WVEM. Art. 11 Als vergoeding voor deze overeenkomst: nihil Art. 12 Alle kosten en erelonen van de notariële akte zijn ten laste van de WVEM. Alle opmetingskosten zijn ten laste van de WVEM. Opgemaakt in tweevoud te Harelbeke 13 juli 2009 Elke partij erkent één exemplaar ontvangen te hebben. Voor de WVEM “voor akkoord” Projectleider Thieren
de eigenaar, het stadsbestuur “voor akkoord” Raadsvoorzitter Vandemeulebroucke Stadssecretaris Daelman
7. Aanpassen hoogspanningscabine verlichting voetbalvelden 'De Mol'. Goedkeuren verrekening 1, raming (1 796,39 euro + btw in meer) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In de gemeenteraad van 1 september 2008 werd het bestek, de raming en de gunningswijze betreffende het aanpassen van de hoogspanningscabine voor de verlichting van de voetbalvelden ‘De Mol’ goedgekeurd. De gunning gebeurde in het schepencollege van 13 november 2008 aan aannemer NV Electro Entreprise, gevestigd Oostlaan 5 te Gullegem voor een bedrag van 14 226,95 EUR + BTW. Voorafgaand de werken werd advies gevraagd aan Infrax omtrent het ééndraadsschema van de hoogspanningscabine. Hieruit blijkt dat in de 2 aankomstcellen van het distributienet een lastscheidingsschakelaar met ondergebouwde aardingsschakelaar dient voorzien te worden. Volgens de offerte van de NV Electro Entreprise, voornoemd, bedraagt de kostprijs voor deze verrekening 1 796,39 EUR + BTW in meer. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toepassing art. 17 par. 2.2° a van de wet van 24.12.1993) De noodzakelijke kredieten zijn voorzien in het investeringsprogramma van de begroting 2009 onder artikel 764/725-60 en worden gefinancierd met eigen middelen. Verwijzend naar volgende eerdere beslissing : De beslissing van het bestuur van 13 november 2008 houdende de toewijzing van de opdracht met als voorwerp “Aanpassen hoogspanningscabine verlichting voetbalvelden ‘De Mol’” aan de NV Electro Entreprise, gevestigd Oostlaan 5 te Gullegem tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 14 226,95 EUR + BTW, en waarbij de uitvoering dient te gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 2° a;
- het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan bovenvermelde verrekening 1 voor een bedrag van 1796,39 EUR + BTW in meer. Art. 2 : Vooromschreven verrekening zal via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en concurrentie gegund worden aan de NV Electro Entreprise, voornoemd. Art. 3 : De noodzakelijke kredieten zijn voorzien in het investeringsprogramma van de begroting 2009 onder artikel 764/725-60 en worden gefinancierd met eigen middelen. 8. Raamcontract nopens het verzorgen van de door de sportdienst georganiseerde sportkampen en andere. Vaststellen contractuele voorwaarden, raming (40 000 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijke als juridisch : Er is noodzaak aan een raamcontract nopens het verzorgen van door de sportdienst georganiseerde sportkampen, sportlessen en sportinitiaties af te sluiten tussen de Stad Harelbeke en de V.Z.W. Vlaams Bureau voor Sportbegeleiding met zetel te Gent, Seminariestraat 2. In dit kader is er een aanvraagformulier van voormeld raamcontract door het Schepencollege af te sluiten. Het is noodzakelijk ter bevordering van de sport over te gaan tot de organisatie van sportkampen, sportlessen en sportinitiaties. De sportdienst heeft gezien de verscheidenheid van de sporttakken en het aantal geplande initiatieven, nood aan hulp van buiten af. Gezien het aanbod van de VZW Vlaams Bureau voor Sportbegeleiding en naar het oordeel van de stad de enige organisatie die een dergelijke service levert, is het niet mogelijk de opdracht in concurrentie te plaatsen. Het advies van de sportraad op 25 mei 2009 is gunstig. Verwijzend naar artikel 42 par. 1 van het gemeentedecreet alsook art. 17 par. 2,1°a en f van de wet van 24.12.1993 betreffende de overheidsopdrachten en art. 120 K.B. 08.1.1996.
Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel. 1 : Het op heden voorgelegde raamcontract nopens het verzorgen van door de sportdienst georganiseerde sportkampen, sportlessen en sportinitiaties af te sluiten tussen de Stad Harelbeke en de V.Z.W. Vlaams Bureau voor Sportbegeleiding wordt goedgekeurd. Het in kader van het raamcontract af te sluiten aanvraagformulier wordt eveneens goedgekeurd; Artikel. 2 : Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd de diverse invulovereenkomsten volgend uit de aanvraagformulieren af te sluiten; Artikel. 3 : Het Schepencollege wordt verzocht alle nodige administratieve formaliteiten uit te voeren en tot gunning bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en zonder voorafgaande concurrentie over te gaan overeenkomstig art. 17 par. 2,1° a en f van de wet van 24.12.1993 betreffende de overheidsopdrachten. Artikel. 4: De voor de periode 01.09.2009-31.08.2010 toe te wijzen opdrachten worden geraamd op 40.000 Euro. De nodige kredieten zijn voorzien op de begroting in gewone dienst. 9. Gedeeltelijke herziening Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS). Beslissing tot opmaak, aanstelling van de intercommunale Leiedal als stedenbouwkundig ontwerper in functie van diens exclusiviteitscontract en goedkeuren contractuele voorwaarden en raming (44 707 euro waarop geen btw verschuldigd). Op grond van volgende overwegingen: Het vigerende gemeentelijk ruimtelijk structuurplan werd door de Deputatie goedgekeurd op 26.05.2005. De planhorizon van het document liep tot en met 2007. Naast een algemene aanpassing van het informatief, richtinggevend en bindend gedeelte i.f.v. realisaties in de voorbije jaren zijn bepaalde onderwerpen aan een actualisatie toe. Dit gaat onder meer over de woonbehoeftestudie, gewijzigde regelgeving en visies die door verschillende instanties zijn opgemaakt (Leie, Spijkerland, Kanaal,…) buiten het planningsproces van het structuurplan. Daarnaast zijn er verfijningen of wijzigingen in visie over bepaalde onderwerpen of nood aan inhoudelijke veranderingen. Zo is er dringend nood aan een economische studie waar de behoefte, het gebruik, de herbestemming en activatie van industriegronden over het ganse grondgebied bekeken wordt. Ten slotte dienen enkele specifieke gebieden behandeld te worden om een ruimtelijke visie te vormen of te verfijnen zoals bv. Eiland, woongebied palend aan Kinheim-Kindel, Zuidstraat, … . Bij beslissing van de gemeenteraad dd. 12 november 2007, werden aan de Intercommunale Leiedal exclusiviteiten toegekend voor bepaalde soorten opdrachten, en meer bepaald artikel 1 punt 3.1.: gemeentelijke structuurplannen.
Deze exclusiviteiten werden door de Intercommunale Leiedal opgenomen in haar statuten op de Buitengewone Algemene Vergadering d.d. 11 december 2007. Het college van burgemeester en schepenen heeft in zitting van 26.05.2009 voorgesteld het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan te herzien en de afsprakennota bij Intercommunale Leiedal op te vragen. In het kader van voormelde exclusieve dienstverlening heeft de Intercommunale Leiedal voorliggende afsprakennota: ‘Opmaak van de gedeeltelijke herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan Harelbeke in het kader van de exclusieve dienstverlening’ opgesteld. De uitgave tot dewelke de overeenkomst aanleiding geeft, zal gefinancierd worden op de wijze zoals bepaald zal worden op de buitengewone begroting van het dienstjaar 2009. De raadscommissie gaf op 1.07.2009 een gunstig advies. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het besluit van de Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen d.d. 26 mei 2005 houdende goedkeuring van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 7 juni 2005; - artikel 42 van het gemeentedecreet; - het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruimtelijke ordening, zoals gewijzigd bij decreet van 21 november 2003, inzonderheid de artikelen 32 t.e.m. 35; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Artikel 1: Beslist tot de gedeeltelijke herziening van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan. Artikel 2: Stelt de Intercommunale Leiedal, President Kennedypark 10 te 8530 Kortrijk, aan als stedenbouwkundig ontwerper belast met de gedeeltelijke herziening van het GRS in functie van diens exclusiviteitscontract. Artikel 3: Keurt de contractuele voorwaarden en de raming (44 707,00 EUR waarop geen BTW verschuldigd) goed met betrekking tot de herziening van het GRS. Artikel 4: De uitgave waartoe huidige opdracht aanleiding heeft, is voorzien onder artikel 930/733/60 van de buitengewone begroting van het dienstjaar 2009, en wordt gefinancierd op de aldaar voorziene wijze.
10.Aanpassen socio-cultureel centrum Hulste. Principiële beslissing betreffende de wijziging van het concept, goedkeuren bijakte studiecontract, aangepaste raming studiecontract (33 600 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In uitvoering van het gemeenteraadsbesluit van 21 februari 2005 en het daaropvolgend gunningsbesluit ondertekende de stad op 25 mei 2005 met architect Steven Verbeke, gevestigd Overleiestraat 110 te Harelbeke, een studiecontract voor het aanpassen van de oude brandweerkazerne tot socio-cultureel centrum. Die opdracht resulteerde in een concreet dossier betreffende het omvormen van de voormalige brandweerkazerne te Hulste, gelegen in de Kasteelstraat tot socio-cultureel centrum. Tijdens de ontwerpfase werd eraan gedacht om het project uit te breiden naar een gemeenschapscentrum in samenwerking met het OCMW. Op 19 mei werd een delegatie van de stad ontvangen bij de kwaliteitskamer die instaat voor het toekennen van subsidies inzake plattelandsontwikkeling. De kwaliteitskamer looft de gezette stappen in het proces wat betreft de functies binnen het gebouw en de betrokkenheid van de gebruikers bij de ontwerpfase maar vindt de verbouwing van het bestaande gebouw geen meerwaarde en vraagt om een betere oplossing. Het schepencollege stelt thans voor om aan architect Steven Verbeke de opdracht te geven het concept te herwerken conform de bemerkingen van de kwaliteitskamer. Het komt nu de gemeenteraad toe principieel in te stemmen met de wijziging van het concept. Vervolgens dient naar architect Verbeke toe een financiële regeling getroffen te worden wegens de gewijzigde studieopdracht. Na overleg met de architect wordt volgende voorgesteld : - de ontwerper werd vergoed voor de geleverde prestaties overeenkomstig het eerder afgesloten contract. Hierbij wordt aangenomen dat de opmaak van het bijzonder bestek van het project tot op heden 40%, zijnde 20% voorontwerp en voorstudie + 20% bouwaanvraag, bedraagt van het ereloon aan 6% op de raming, artikel 6 van bovenvermeld studiecontract. Zodoende werd aan de ontwerper 40% van het ereloon reeds betaald. - de ontwerper zal voor het nieuwbouwproject het vooropgestelde ereloon van 6% niet wijzigen. De voorstudie kan herbruikt worden voor het nieuwe project daar de nieuwbouw geplaatst wordt op dezelfde site. Er dient wel een nieuwe bouwaanvraag te gebeuren = een volledig nieuw aanvraagdossier moet opgemaakt worden. In deze optiek wordt door architect Steven Verbeke gevraagd om het studiecontract verder te zetten (= 60%) en het ereloon voor de nieuwe bouwaanvraag (= 20%) her op te vragen. Dit komt op een totaal van nog te betalen ereloon van 80%. - daar het project enkele jaren terug een relatief klein dossier was zonder veel stabiliteitsstudie en danig uitgebreid is tot een volledige nieuwbouw zit de kost van de stabiliteitsstudie en technieken niet meer vervat in zijn opdracht en vraagt de architect dat de stad hiervoor zelf een extern studiebureau aanstelt Het komt nu ook de gemeenteraad toe de bijakte waarin deze regeling is uitgewerkt, goed te keuren. Tenslotte dient de gemeenteraad haar akkoord te geven aan de aangepaste raming van de ereloonkosten. Rekening houdend met voormelde worden de ereloonkosten voor het nieuwbouwproject geraamd op 33 600,00 EUR + BTW. Het krediet is voorzien in de begroting van 2009 op artikel 762/722-60 van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500,00 EUR en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet).
Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° f; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Verwijzend naar volgende eerdere beslissing : - Beslissing van de gemeenteraad dd. 21 februari 2005 houdende principiële beslissing en goedkeuring contractuele voorwaarden ontwerper, raming (16000,00 EUR + BTW) en gunningswijze. - Beslissing van het college dd. 25 mei 2005 houdende gunning van de studieopdracht aan de heer Steven Verbeke, gevestigd Overleiestraat 110 te Harelbeke. Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1. De bijakte aan het studiecontract dd. 25 mei 2005 tussen de stad en de heer Steven Verbeke, gevestigd Overleiestraat 110 te Harelbeke, zoals op heden voorgelegd betreffende de uitbreiding van de studie, het ontwerp en de raming voor een bedrag van 33 600,00 EUR, Belasting over de Toegevoegde Waarde niet inbegrepen, wordt goedgekeurd. Art. 2. Vooromschreven bijakte zal via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en concurrentie gegund worden aan de heer Steven Verbeke, voornoemd. Art. 3. De geldmiddelen voor de uitvoering van de studie vereist, zijn voorzien bij de buitengewone begroting 2009 onder artikel 762/722-60 en worden gefinancierd op de wijze zoals vermeld in de begroting. 11.Uitbouw school Stasegem tot socio-cultureel centrum – lot dakwerken. Goedkeuren verrekening 1, raming (14 465,22 euro + btw in meer) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : In de gemeenteraad van 9 maart 2009 werd het bestek, de raming en de gunningswijze betreffende de uitbouw school Stasegem tot socio-cultureel centrum – lot : dakwerken goedgekeurd. De gunning gebeurde in het schepencollege van 19 mei 2009 aan aannemer BVBA Vercoutere Dakwerken, gevestigd Achterdries 48 te Gentbrugge voor een bedrag van 49 876,00 EUR + BTW.
Tijdens het werfbezoek die plaatsvond voorafgaand aan de uitvoering van de werken werd vastgesteld dat ook de 2 naastliggende daken in slechte toestand zijn. Het is daarom aangewezen om ook deze daken te herstellen zodat geen waterinsijpeling binnenin de gebouwen kan ontstaan. De aannemer stelt voor om deze daken te renoveren zonder te slopen, dit wil zeggen de bestaande dakbedekking wordt weggehaald, er wordt een bitumineus dampscherm op gevlamlast, een isolerende mortel met daarop PIR-platen van 8 cm. worden geplaatst, afgewerkt met een toplaag in isolerend mortel, daarna worden nog 2 afdichtingslagen in bitumen geplaatst en afgewerkt. Volgens de offerte van de BVBA Vercoutere Dakwerken, voornoemd, bedraagt de kostprijs voor deze verrekening 14 465,22 EUR + BTW in meer. Architect Cleemput verleent gunstig advies (mail 12 juni 2009). Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toepassing art. 17 par. 2.2° a van de wet van 24.12.1993) De noodzakelijke kredieten zijn voorzien in het investeringsprogramma van de begroting 2009 onder artikel 722/723-60 en worden gefinancierd met eigen middelen. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien bijkomende uitgave door wijziging in de werken meer bedraagt dan 10% van het gunningsbedrag (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a. Het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120. Het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1. De algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Verwijzend naar volgende eerdere beslissing : De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 19 mei 2009 betreffende de gunning van de opdracht met als voorwerp “Uitbouw school Stasegem tot socio-cultureel centrum - lot : dakwerken” aan Vercoutere Dakwerken, Achterdries 48 te 9050 Gentbrugge tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van € 49.876,00 excl. btw of € 60.349,96 incl. 21% btw, en waarbij de uitvoering dient te gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek nr. 05.211. Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan bovenvermelde verrekening 1 voor een bedrag van 14 465,22 EUR + BTW in meer. Art. 2 : Vooromschreven verrekening zal via een onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking en concurrentie gegund worden aan Vercoutere Dakwerken, voornoemd.
Art. 3 : De noodzakelijke kredieten zijn voorzien in het investeringsprogramma van de begroting 2009 onder artikel 722/723-60 en worden gefinancierd met eigen middelen. 12.Herstellen parketvloer Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW). Goedkeuren bestek, raming (8 000 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: De bovenlaag van de parketvloer is door het frequent gebruiken afgesleten met als gevolg een sterk verouderd uitzicht. De werken omvatten het afschuren van het parket en voorzien van drie beschermingslagen. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Herstellen parketvloer Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans” werd een bestek met nr. 0915 opgemaakt door de Technische diensten. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 8000,00 excl. btw of € 9 680,00 incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toepassing art. 17 par. 2.1° a van de wet van 24 december 1993 en art. 120 van het KB van 8 januari 1996), gezien de aard van de bestelling (bedrag kleiner dan 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Het krediet is voorzien in de begroting van 2009 op artikel 73401/723-60 van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 EUR en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen. - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a. - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120. - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2. - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen. Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 0915 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Herstellen parketvloer Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans”, opgemaakt door de Technische diensten. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene
aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 8.000,00 excl. btw of € 9.680,00 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 734/72460 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2009. 13.Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot afbraakwerken. Goedkeuren bestek, raming (6 050 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: In het huidige gebouw van de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans bevindt zich een patio. Deze is momenteel niet functioneel en ligt er wat verwaarloosd bij. De opdracht bestaat erin die patio om te vormen tot een bruikbare bibliotheekruimte. De werken omvatten het verbrijzelen en afvoeren van de betonnen vijverconstructie. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (patio) – lot : afbraakwerken” werd een bestek opgemaakt door ontwerper Roland Decorte, aangesteld in het college van 22 april 2008. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 6050,00 excl. btw of € € 7320,50 incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toepassing art. 17 par. 2.1° a van de wet van 24 december 1993 en art. 120 van het KB van 8 januari 1996), gezien de aard van de bestelling (bedrag kleiner dan 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. De sportraad verleent positief advies. Het krediet is voorzien in de begroting van 2009 op artikel 73401/723-60 van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 EUR en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen. - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a. - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120. - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2. - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen. Gezien de stukken van het dossier ;
Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek met nr. 0915 en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (patio)”, opgemaakt door de ontwerper, de heer Roland Decorte. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 6050,00 excl. btw of € 7320,50 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 73401/723-60 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2009. 14.Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot metalen schrijnwerk. Goedkeuren bestek, raming (18 081 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Naast de voorgaande loten, eveneens in huidige raadszitting ter goedkeuring voorgelegd, wordt ook het metalen schrijnwerk in een afzonderlijk lot opgenomen. De werken omvatten het verwijderen van de bestaande glaspanelen, het leveren en plaatsen van een nieuwe koepel en metalen binnendeur. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (patio) – lot : metalen schrijnwerk” werd een bestek opgemaakt door ontwerper Roland Decorte, aangesteld in het college van 22 april 2008. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 18 081,00 excl. btw of € € 21 878,01 incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toepassing art. 17 par. 2.1° a van de wet van 24 december 1993 en art. 120 van het KB van 8 januari 1996), gezien de aard van de bestelling (bedrag kleiner dan 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Het krediet is voorzien in de begroting van 2009 op artikel 73401/723-60 van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 EUR en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, meer bepaald de artikels 248 tot 260 betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten;
- de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT: Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de SAMWD lot : metalen schrijnwerk”, opgemaakt door de ontwerper, de heer Roland Decorte. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 6.050,00 excl. btw of € 7.320,50 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 734/72360 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2009. 15.Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot timmerschrijnwerk en vloer. Goedkeuren bestek, raming (10 810,80 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Naast de voorgaande loten wordt ook het timmerschrijnwerk in een afzonderlijk lot opgenomen. De werken omvatten het plaatsen van een vloerconstructie in hout, het leveren en plaatsen van osb-platen, akoestische gipsvezelplaten, plafondafwerking in gipskarton, parket en het plaatsen van een nieuwe stenen vloer. In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (patio) – lot : timmerschrijnwerk + vloer” werd een bestek opgemaakt door ontwerper Roland Decorte, aangesteld in het college van 22 april 2008. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 10 810,80 excl. btw of € 13 081,07 incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toepassing art. 17 par. 2.1° a van de wet van 24 december 1993 en art. 120 van het KB van 8 januari 1996), gezien de aard van de bestelling (bedrag kleiner dan 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service.
Het krediet is voorzien in de begroting van 2009 op artikel 73401/723-60 van de buitengewone dienst. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 EUR en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; betreffende het algemeen administratief toezicht op de gemeenten; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (patio)”, opgemaakt door de ontwerper, de heer Roland Decorte. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 10.810,80 excl. btw of € 13.081,07 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 734/72360 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2009. 16.Aanpassingswerken en uitrusting patio in de Stedelijke Academie voor Muziek en Woord (SAMW), lot verwarming, verluchting en elektriciteit. Goedkeuren bestek, raming (9 900 euro + btw) en gunningswijze. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch: Naast de voorgaande loten wordt ook de verwarming, verluchting en elektriciteit in een afzonderlijk lot opgenomen. De werken omvatten het leveren en plaatsen van een verwarmingstoestel, het voorzien van verluchting, het leveren en plaatsen van stopcontacten, schakelaars en verlichtingsarmaturen.
In het kader van de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (patio) – lot : verwarming, verluchting en elektriciteit” werd een bestek opgemaakt door ontwerper Roland Decorte, aangesteld in het college van 22 april 2008. De uitgave voor de opdracht wordt geraamd op € 9 900,00 excl. btw of € 11 979,00 incl. 21 % btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking (toepassing art. 17 par. 2.1° a van de wet van 24 december 1993 en art. 120 van het KB van 8 januari 1996), gezien de aard van de bestelling (bedrag kleiner dan 67000 euro) en gezien deze gunningswijze aan de Stad de meeste waarborgen biedt betreffende prijsvorming en service. Het krediet is voorzien in de begroting van 2009 op artikel 73401/723-60 van de buitengewone dienst. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het bestek, de raming en de gunningswijze goed te keuren. De gemeenteraad is bevoegd nu het gaat om een bestek inzake een overheidsopdracht die niet opgenomen werd in het begrip dagelijks bestuur gezien het ramingsbedrag op de buitengewone begroting hoger is dan 5500 EUR en het project niet nominatief in het budget is voorzien (toepassing art. 43 par. 2.11° van het gemeentedecreet). Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; - de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a; - het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 120; - het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid art. 3, § 2; - de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gezien de stukken van het dossier ; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na er in openbare zitting over beraadslaagd te hebben ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 onthoudingen. BESLUIT : Art. 1 : Goedkeuring wordt gehecht aan het bestek en de raming voor de opdracht met als voorwerp “Aanpassingswerken en uitrusting in de Stedelijke Academie voor Muziek, Woord en Dans (patio) - lot : verwarming, verluchting en elektriciteit”, opgemaakt door de ontwerper, de heer Roland Decorte. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De kostenraming bedraagt € 9.900,00 excl. btw of € 11.979,00 incl. 21% btw. Art. 2 : Hogergenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. Art. 3 : De opdracht waarvan sprake in art. 1 zal gefinancierd worden op artikel 734/72360 van de buitengewone dienst van het dienstjaar 2009.
17.Stedelijk basisonderwijs. Goedkeuren evaluatiereglement. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : Het decreet rechtspositie van 27 maart 1991 bepaalt dat functiebeschrijvingen en evaluaties verplicht zijn. Een evaluatie is het instrument tot een billijke beoordeling en een betere waardering van de prestaties van het personeel. De schoolbesturen hebben de nodige ruimte om afspraken te maken op maat van hun lokale situatie rond functiebeschrijvingen en evaluatieprocedures. De gemeenteraad is bevoegd op grond van zijn residuaire bevoegdheid (art. 42 par 1 GD) De gemeenteraad heeft in zitting van 11 mei 2009 de algemene modellen van de functiebeschrijvingen goedgekeurd. Het evaluatiereglement wordt ter goedkeuring aan de gemeenteraad voorgelegd. Dit evaluatiereglement werd onderhandeld in OCSG (Onderhandelingscomité van de Scholengemeenschap) van 28 mei 2009, waar een protocol van akkoord werd opgemaakt. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : - het Gemeentedecreet inzonderheid en zonder zich daartoe te beperken, art. 42 par. 1; - art. 252 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 houdende regeling voor het Vlaamse Gewest van het administratief toezicht op de gemeenten; - het decreet betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding van 27 maart 1991. - het decreet Basisonderwijs van 25 februari 1997. - de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel. Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1. De raad keurt volgend evaluatiereglement goed: Hoofdstuk 1
Algemene bepalingen
Functiebeschrijvingen en evaluaties moeten gezien worden als constructieve en positieve beleidsinstrumenten die het mogelijk maken een autonoom personeelsbeleid te voeren gericht op het verstrekken van kwaliteitsvol onderwijs. 1.1
Draagwijdte
Dit evaluatiereglement bundelt de richtlijnen over functiebeschrijvingen en evaluaties opgelegd door de regelgever de afspraken over functiebeschrijvingen en evaluaties goedgekeurd door de gemeenteraad. 1.2
Toepassingsgebied
Dit vademecum is er voor het gesubsidieerd personeel zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding (verder genoemd Decreet Rechtspositie) met name: de vastbenoemde personeelsleden, tijdelijk aangestelde personeelsleden voor bepaalde duur, tijdelijk aangestelde personeelsleden voor doorlopende duur tewerkgesteld in een ambt van een van volgende categorieën: o bestuurs- en onderwijzend personeel, o beleids- en ondersteunend personeel, o paramedisch personeel o medisch, sociaal, psychologisch en orthopedagogisch personeel die aangesteld zijn in het stedelijk/gemeentelijke onderwijs behorend tot de scholengemeenschap 'De Balk' van Harelbeke en Kuurne met inbegrip van de personeelsleden die in deze school tewerkgesteld zijn via reaffectatie of wedertewerkstelling. Hoofdstuk 2
2.1
Algemene en schoolspecifieke afspraken in het kader van functiebeschrijvingen en evaluaties
Algemene afspraken en scholengemeenschap De scholengemeenschap maakt een aantal algemene afspraken in het kader van functiebeschrijvingen en evaluatie die voor de verschillende scholen gelden. De scholengemeenschap onderhandelt over deze algemene afspraken in het OCSG.
Hoofdstuk 3
Evaluatoren
3.1 Wervingsambten Het schoolbestuur duidt voor ieder personeelslid in een wervingsambt twee evaluatoren aan. De eerste evaluator De directeur van de school waar het personeelslid is aangesteld, is de eerste evaluator. Voor personeelsleden die aangesteld zijn op het niveau van de scholengemeenschap kan hiervan in de algemene afspraken afgeweken worden. De eerste evaluator is dan de dirco of één van de directeurs van de scholen van de scholengemeenschap. De eerste evaluator heeft volgende rol en taken: – stelt samen met het personeelslid de functiebeschrijving op; – voert het functioneringsgesprek (formeel aspect van de coachingscyclus); – stelt het verslag op van het functioneringsgesprek op
– voert het evaluatiegesprek; – stelt het evaluatieverslag op met eindconclusie – zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en de tweede evaluator – is verantwoordelijk voor de coaching – houdt de coachingshistoriek bij – hij beheert het evaluatiedossier – bouwt deskundigheid op in zijn taak van evaluator via opleiding De tweede evaluator Het schoolbestuur duidt de gemeentesecretaris aan als tweede evaluator. De rol van de tweede evaluator wordt bepaald in de algemene afspraken. De eerste evaluator en het personeelslid kunnen een beroep doen op de tweede evaluator tijdens het hele proces van functiebeschrijving en evaluatie (bijvoorbeeld aanwezig zijn op het evaluatiegesprek,..). In geen geval kan de tweede evaluator de rol van de eerste evaluator overnemen. De tweede evaluator : – is procesbewaker – vervult een kwaliteitsbewakende rol (waakt over objectiviteit en eenvormigheid over de PL heen) – handelt eerder van op de achtergrond. 3.2
Bevorderingsambt : directeur
De evaluator De gemeentesecretaris is de evaluator van de directeur. De gemeentesecretaris heeft als evaluator volgende rol: – stelt samen met de directeur de functiebeschrijving op; – voert het functioneringsgesprek (formeel aspect van de coachingscyclus); – voert het evaluatiegesprek; – stelt het evaluatieverslag op met eindconclusie – is verantwoordelijk voor de coaching – houdt de coachingshistoriek bij – hij beheert het evaluatiedossier – bouwt deskundigheid op in zijn taak van evaluator via opleiding Hoofdstuk 4 4.1
De functiebeschrijving
Algemeen
Elk personeelslid dat aangesteld is voor meer dan 104 dagen krijgt een geïndividualiseerde functiebeschrijving per ambt en per school. Elk personeelslid dat aangesteld is voor meer dan 14 dagen en minder dan 104 dagen krijgt een algemene functiebeschrijving per ambt en per school. Indien de opdracht door verlenging boven de 104 dagen stijgt wordt een geïndividualiseerde functiebeschrijving gegeven. 4.2
Opstellen en inhoud van de functiebeschrijving
De (eerste) evaluator en het personeelslid stellen in overleg de geïndividualiseerde
functiebeschrijving op waarin de door de bij regelgeving opgelegde zaken opgenomen zijn én waarbij rekening gehouden wordt met – de algemene afspraken inzake functiebeschrijvingen op het niveau van de scholengemeenschap (zie bijlage) – de eventuele afspraken inzake functiebeschrijvingen op het niveau van het schoolbestuur – de afspraken op het niveau dan de school (het geïndividualiseerde deel 4 van de FB) De decretaal opgelegde inhouden: – de taken; – de instellingsgebonden opdrachten; – de manier waarop het personeelslid deze taken en instellingsgebonden opdrachten moet uitvoeren; – de instellingsspecifieke doelstellingen; – de rechten en plichten op het vlak van permanente vorming en nascholing; – de eventuele persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen (pas mogelijk naar aanleiding van een functioneringsgesprek of evaluatie). Men houdt bij het verdelen van de instellingsgebonden opdrachten rekening houden met o.a.: – de aard van de hoofdopdracht; – het principe van de billijke verdeling; – de mogelijkheden en capaciteiten van de personeelsleden; – de tijd die personeelsleden besteden aan hun vertegenwoordiging in officiële inspraakorganen.; Op basis van punt 4 van de geïndividualiseerde functiebeschrijving, tekenen de personeelsleden voor akkoord. 4.3
Als men het niet eens raakt
Indien het personeelslid niet akkoord gaat, geeft het aan welke punten het betwist en waarom. Als men het niet eens raakt, – hoort het schoolbestuur de (eerste) evaluator en het personeelslid, – het schoolbestuur beslist. De eerste evaluator ondertekent en het personeelslid ondertekent de functiebeschrijving ter kennisname. De informatiedoorstroming verloopt als volgt: – De eerste evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en de tweede evaluator. – De tweede evaluator zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur en de eerste evaluator. – De evaluator van de directeur zorgt voor de informatiedoorstroming naar het schoolbestuur. 4.4 Aanpassen van de functiebeschrijving De (eerste) evaluator en het personeelslid kunnen in overleg de functiebeschrijving aanpassen: – na afspraken tijdens een functioneringsgesprek; – bij een belangrijke wijziging van de opdracht van het personeelslid; – bij aanvang van een nieuw schooljaar; – bij aanvang van een nieuwe evaluatieperiode;
Hoofdstuk 5
Functioneringsgesprek
Een functioneringsgesprek is een gesprek waarin aandacht wordt besteed aan het functioneren van het personeelslid. Het is een essentieel deel van coaching en begeleiding. Eerste evaluator en personeelslid voeren het functioneringsgesprek op voet van gelijkheid. De geïndividualiseerde functiebeschrijving is de basis voor het functioneringsgesprek. Het functioneringsgesprek kan leiden tot afspraken rond persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen die opgenomen worden in de geïndividualiseerde functiebeschrijving van het personeelslid. Functioneringsgesprekken worden in principe gevoerd op een frequentie van minstens 1 per evaluatieperiode. – De directeur kan bijkomende functioneringsgesprekken plannen in functie van het individuele coachingsproces van elk personeelslid. – Het personeelslid heeft zelf ook het recht om bijkomende functioneringsgesprekken aan te vragen conform de procedure bepaald in de algemene afspraken. Het functioneringsgesprek vindt plaats binnen een redelijke termijn, die de (eerste) evaluator bepaalt. Het functioneringsgesprek wordt tijdig aangekondigd, zodat (eerste) evaluator en personeelslid zich erop kunnen voorbereiden. 5.1
Verslag van het functioneringsgesprek
Het verslag bevat – de besproken onderwerpen – de gemaakte afspraken – evt. persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen Dit verslag wordt voor kennisname ondertekend door het personeelslid en de eerste evaluator. Het personeelslid en de tweede evaluator ontvangen een kopie. Hoofdstuk 6 6.1
6.2
De evaluatie
Algemeen - Ieder personeelslid dat een functiebeschrijving heeft, moet minimaal om de vier schooljaren geëvalueerd worden. Er kan bij een evaluatie enkel rekening gehouden worden met prestaties geleverd in het lopende schooljaar en de drie voorafgaande schooljaren. -
Tijdelijke leerkrachten met een geïndividualiseerde FB worden geëvalueerd voor het einde van de opdracht.
-
Leerkrachten aan de vooravond van het behalen van hun TADD, of aan de vooravond van de vaste benoeming krijgen een evaluatie.
Het evaluatiegesprek
Met het oog op de evaluatie wordt er een evaluatiegesprek gehouden tussen de (eerste) evaluator en het personeelslid
– Het evaluatiegesprek heeft als doel het functioneren van het personeelslid te verbeteren daar waar dit nodig is en het te ondersteunen. – De functiebeschrijving van het betrokken personeelslid vormt de basis voor het evaluatiegesprek – Het evaluatiegesprek is niet louter op het verleden gericht. – Na het evaluatiegesprek moeten niet enkel de goede en sterke punten, maar ook de eventueel te verbeteren punten voor het personeelslid duidelijk zijn. Het evaluatiegesprek kan leiden tot afspraken rond persoons- en ontwikkelingsgerichte doelstellingen die opgenomen worden in de geïndividualiseerde functiebeschrijving van het personeelslid Het evaluatiegesprek sluit een evaluatieperiode af. Het evaluatiegesprek leidt steeds tot een evaluatieverslag. Op vraag van eerste evaluator of personeelslid kan de tweede evaluator aanwezig zijn op het evaluatiegesprek. Elk personeelslid kan zich laten vergezellen door een raadsman of een externe vakbondsafgevaardigde, die kan aanwezig zijn bij het evaluatiegesprek. 6.3
Evaluatieverslag
De eerste evaluator stelt het evaluatieverslag op. – Het evaluatieverslag beschrijft op zorgvuldige wijze het volledig functioneren van het personeelslid ten opzichte van de functiebeschrijving. – het evaluatieverslag bevat steeds een eindconclusie – het evaluatieverslag bevat de beroepsmogelijkheden (op straffe van nietigheid) bij eindconclusie onvoldoende De eerste evaluator ondertekent en dateert het evaluatieverslag en legt het voor aan het personeelslid Het personeelslid ondertekent en dateert ter kennisneming en bezorgt het onmiddellijk terug aan de eerste evaluator. Weigert het personeelslid om het evaluatieverslag voor kennisname te handtekenen of de kopie in ontvangst te nemen dan verstuurt de evaluator het evaluatieverslag aangetekend naar het personeelslid. In geval van een evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” begint de beroepstermijn te lopen de derde werkdag na verzending. De eerste evaluator bezorgt een kopie van dit evaluatieverslag – het personeelslid – de tweede evaluator – het schoolbestuur Levensbeschouwelijke vakken De personeelsleden levensbeschouwelijke vakken worden geëvalueerd door de eerste evaluator. De inspecteurs levensbeschouwelijke vakken zijn geen evaluatoren maar leveren een bijdrage (vakinhoudelijk) voor de evaluatie. De eerste evaluator bepaalt de eindconclusie op basis van een evaluatiegesprek (niet-vakinhoudelijk) en de (eventuele) bijdrage van de inspectie levensbeschouwelijke vakken (vakinhoudelijk) Bij onvoldoende kan ontslag enkel met instemming van de bevoegde instantie.
6.4
Eindconclusie onvoldoende
6.4.1 Wervingsambten Het personeelslid dat in een wervingsambt tijdelijk is aangesteld voor bepaalde duur wordt door het schoolbestuur ontslagen als het voor dat wervingsambt één definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt in die school waarop de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" betrekking heeft. Na een evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” en voor zover deze niet leidt tot het ontslag, moet het betrokken personeelslid een nieuwe evaluatie krijgen. Deze nieuwe evaluatie moet een periode van minstens 12 maanden effectieve prestaties omvatten. Deze periode start op het ogenblik dat het evaluatieverslag wordt voorgelegd aan het betrokken personeelslid. Intussen is er minstens één functioneringsgesprek. Het personeelslid dat in een wervingsambt vast benoemd is of tijdelijk is aangesteld voor doorlopende duur wordt ontslagen door het schoolbestuur als het in éénzelfde school voor dat wervingsambt ofwel twee opeenvolgende definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" ofwel drie definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" in zijn loopbaan heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt in die school waarop de evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" betrekking hebben. 6.4.2 Bevorderingsambt: directeur Een directeur die tijdelijk aangesteld is, wordt ontslagen door het schoolbestuur als het voor dat ambt één definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt in de school waarop de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" betrekking heeft. Het schoolbestuur kan een vast benoemd directeur die voorheen vast benoemd was in een ambt in het onderwijs, na één definitieve evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" voor dat ambt van directeur uit dit ambt verwijderen. Het betrokken personeelslid wordt door het betrokken schoolbestuur onmiddellijk ter beschikking gesteld wegens ontstentenis van betrekking in het ambt waarin hij voorheen vast benoemd was. Een vast benoemd directeur wordt ontslagen door het schoolbestuur als het in éénzelfde school voor dat ambt ofwel twee opeenvolgende definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" ofwel drie definitieve evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" in zijn loopbaan heeft gekregen. Het ontslag geldt voor het ambt van directeur in die school waarop de evaluaties met eindconclusie "onvoldoende" betrekking hebben. Hoofdstuk 7
Evaluatiedossier
Het evaluatiedossier bevat alle nuttige documenten die als beoordelingsgrond kunnen dienen én die betrekking hebben op de functiebeschrijving. zie bijlage: uittreksel decreet) Het evaluatiedossier bevindt zich in de school waar het personeelslid tewerkgesteld is. Het personeelslid heeft op elk ogenblik inzage in zijn persoonlijk evaluatiedossier. Hij kan op zijn verzoek een kopie krijgen van zijn evaluatiedossier. Hoofdstuk 8
Beroepsprocedure
Tegen een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" kan het personeelslid beroep
aantekenen bij een college van beroep inzake evaluaties. Dit college van beroep garandeert de rechten van verdediging. Als het personeelslid, binnen de termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van het evaluatieverslag met eindconclusie ‘onvoldoende’, geen beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na het verstrijken van deze termijn. Als het personeelslid, binnen de termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van het evaluatieverslag met eindconclusie ‘onvoldoende’, beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na de uitspraak van het college van beroep voor zover het college van beroep de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" niet vernietigt. (Bijlage) Uittreksel uit het decreet van 27 maart 1991 betreffende de rechtspositie van sommige personeelsleden van het gesubsidieerd onderwijs en de gesubsidieerde centra voor leerlingenbegeleiding Art. 47undecies. § 1. Een evaluatie, bedoeld in afdeling I, kan leiden tot een evaluatieverslag met eindconclusie "onvoldoende". § 2. Tegen een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" kan het personeelslid beroep aantekenen bij een college van beroep inzake evaluaties. Dit college van beroep garandeert de rechten van verdediging. Als het personeelslid, binnen de in artikel 47septies decies, § 5, 1°, voorziene termijn, geen beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na het verstrijken van deze termijn. Als het personeelslid, binnen de in artikel 47septies decies, § 5, 1°, voorziene termijn, beroep aantekent, is de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" definitief na de uitspraak van het college van beroep voor zover het college van beroep de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" niet vernietigt. § 3. Na een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende", en voor zover deze niet leidt tot het ontslag zoals bedoeld in dit hoofdstuk, moet betrokkene een nieuwe evaluatie krijgen. Deze nieuwe evaluatie moet een periode van ten minste twaalf maanden effectieve prestaties omvatten. Deze periode start op het ogenblik dat het evaluatieverslag wordt voorgelegd aan het betrokken personeelslid overeenkomstig artikel 47decies, § 2. Art. 47septiesdecies. § 1. Er wordt een college van beroep opgericht, bestaande uit drie kamers waarvan twee kamers ten behoeve van het personeel waarop dit decreet van toepassing is. Er is een kamer voor : 1° het gesubsidieerd vrij onderwijs; 2° het gesubsidieerd officieel onderwijs. § 2. Het college van beroep doet in een met redenen omklede beslissing uitspraak over de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" door enerzijds na te gaan of de evaluatie op een zorgvuldige en kwaliteitsvolle manier is gebeurd, anderzijds dient zij de redelijkheid van de sanctie te beoordelen. Het college van beroep heeft de volgende bevoegdheden : 1° nagaan of de procedureregels op het niveau van de instelling of het centrum zijn nageleefd. Aan de hand van elementen uit het dossier moet worden nagegaan of : - zowel de procedure betreffende de evaluatie als de procedure betreffende het vastleggen van de functiebeschrijvingen werden nageleefd; - de rechten van verdediging niet werden geschonden;
2° nagaan of de evaluatie is gebeurd volgens de regels en in de geest van de functiebeschrijvingen en evaluatie; 3° oordelen of de beslissing betreffende een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" steunt op motieven die de toekenning van een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" in rechte en in feite aanvaardbaar maken; 4° oordelen of er een redelijke verhouding bestaat tussen de feiten en de uiteindelijke beslissing tot het geven van een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende"; 5° de beslissing betreffende een evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" vernietigen. § 3. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen inzake de samenstelling en de uitoefening van het mandaat van de leden van het college van beroep met dien verstande dat : 1° het college van beroep wordt voorgezeten door een onafhankelijk persoon; 2° er een pariteit is tussen de vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties; 3° het college van beroep beslist bij gewone meerderheid van stemmen; 4° de voorzitter stemgerechtigd is : bij staking van stemmen na een tweede stemronde is de stem van de voorzitter doorslaggevend; 5° bij de stemming er steeds pariteit moet zijn tussen de vertegenwoordigers van de werkgevers- en werknemersorganisaties, behoudens bij een tweede zitting wanneer op de eerste zitting de vertegenwoordigers van één van beide organisaties afwezig bleven. De Vlaamse Regering benoemt de voorzitter en bepaalt de vergoedingen waarop hij recht heeft. § 4. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen inzake het secretariaat en de werkingskosten van het college van beroep. § 5. De Vlaamse Regering bepaalt de nadere regelen betreffende beroepsprocedure en betreffende de werking van het college van beroep in het procedurereglement, met dien verstande dat : 1° op straffe van verval het beroep dient ingesteld te worden binnen een termijn van twintig kalenderdagen volgend op de overhandiging van de kopie van het evaluatieverslag met eindconclusie "onvoldoende" door de eerste evaluator of door de inrichtende macht voor de beheerder van een internaat, de directeur en desgevallend de adjunct-directeur. Deze termijn kan worden opgeschort tijdens een vakantieperiode; 2° het beroep de evaluatie met eindconclusie "onvoldoende" opschort; 3° voor het vaststellen van de redenen tot wraking van de voorzitter en de leden zal worden uitgegaan van het bepaalde in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek; 4° de rechten van de verdediging tijdens de procedure worden gewaarborgd. Uittreksel uit het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2007 betreffende de procedure in beroep na een evaluatie met eindconclusie “onvoldoende” en betreffende de werking van het college van beroep Art. 7. Als een evaluatie wordt uitgesproken met eindconclusie "onvoldoende", dan kan het betrokken personeelslid hiertegen bij aangetekend schrijven beroep instellen bij de bevoegde kamer van het college van beroep, binnen de termijn, vermeld in artikel 73septiesdecies, § 5, 1°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gemeenschapsonderwijs en artikel 47septiesdecies, § 5, 1°, van het decreet rechtspositie personeelsleden gesubsidieerd onderwijs. Het betrokken personeelslid ontvangt op zijn eenvoudig verzoek onmiddellijk een kopie van zijn evaluatiedossier. Als het einde van de termijn zoals bedoeld in het eerste lid, valt binnen de herst-, kerst-, krokus-, paas- of zomervakantie zoals die voorzien zijn in het besluit van de Vlaamse Regering van 17 april 1991 tot organisatie van het schooljaar in het basisonderwijs, in het deeltijds kunstonderwijs en in het onderwijs voor sociale promotie georganiseerd, erkend of gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap of in het besluit van de Vlaamse Regering van 31 augustus 2001 houdende de organisatie van het schooljaar in het secundair onderwijs, dan wordt die termijn opgeschort gedurende de duur van de betrokken vakantie.
Op hetzelfde ogenblik als het personeelslid het beroepschrift indient, stuurt hij een kopie daarvan aan zijn evaluator(en). Het beroep moet op straffe van nietigheid gemotiveerd zijn. Het beroep moet de naam en het adres van de instelling of het centrum bevatten en de naam van de evaluator(en). Art. 8. § 1. Zodra de zaak aanhangig is gemaakt, deelt de voorzitter aan de partijen de lijst mee van de effectieve en plaatsvervangende leden van de kamer. Binnen tien kalenderdagen na ontvangst van die lijst mogen de partijen de wraking vragen van de voorzitter en één of meer leden van de kamer. Wie een lid wil wraken, moet dat doen voor de aanvang van de beraadslaging, tenzij de reden tot wraking later is ontstaan. De redenen tot wraking zijn deze voorzien in artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek. Als de voorzitter of een lid van een kamer van het college van beroep weet dat er een reden tot wraking tegen hem bestaat, moet hij zich van de zaak onthouden. § 2. Behoudens de redenen tot wraking bedoeld in § 1, kunnen beide partijen één lid ongemotiveerd wraken. § 3. Als zowel de effectieve voorzitter als beide plaatsvervangende voorzitters worden gewraakt, wijst de Vlaamse Regering een andere plaatsvervangende voorzitter aan om in de zaak te zetelen. Art. 9. Bij ontvangst van het beroepschrift vraagt de secretaris onmiddellijk het dossier op bij de evaluator(en) van het personeelslid. Art. 10. § 1. De partijen worden met een aangetekende brief opgeroepen voor de zitting van de bevoegde kamer van het college van beroep, die plaatsvindt binnen de dertig kalenderdagen na de ontvangst van het beroep. Als het einde van die termijn tussen 15 juli en 15 augustus valt, wordt de termijn verlengd tot 31 augustus. Het personeelslid en de evaluator(en) kunnen zich laten bijstaan of vertegenwoordigen door een raadsman. § 2. De bevoegde kamer van het college van beroep kan ambtshalve of op verzoek van het personeelslid of van de evaluator(en) of op verzoek van een raadsman getuigen horen. In dat geval heeft het verhoor van de getuigen plaats in aanwezigheid van het personeelslid en de evaluator(en) en/of hun raadsman. De opgeroepen getuige kan zich ertegen verzetten dat hij in het openbaar wordt gehoord. § 3. De zittingen van de kamers van het college van beroep zijn openbaar, tenzij de openbaarheid gevaar oplevert voor de openbare orde of de goede zeden. Op vraag van het personeelslid of zijn raadsman verloopt de zitting achter gesloten deuren. § 4. Als het personeelslid behoorlijk werd opgeroepen en toch niet verschijnt of niet wordt vertegenwoordigd, beslist de bevoegde kamer van het college van beroep bij verstek. Blijkt de verhindering gewettigd, dan kan het personeelslid binnen de tien kalenderdagen nadat de beslissing hem met een aangetekende brief werd betekend, tegen de uitspraak verzet aantekenen. In dat geval wordt de bevoegde kamer van het college van beroep opnieuw bijeengeroepen en beslist zowel bij aanwezigheid als bij afwezigheid van de betrokkene, definitief en onherroepelijk. Art. 11. De beslissing van de bevoegde kamer van het college van beroep wordt met een aangetekende brief aan de partijen meegedeeld binnen tien kalenderdagen na de vergadering waarin de beslissing werd genomen. De beslissing wordt met redenen omkleed. De beslissing is bindend voor beide partijen. Art. 12. De werkingskosten van het college van beroep komen ten laste van de begroting van de Vlaamse Gemeenschap. De zetel van het college van beroep is gevestigd in Brussel. Art. 13.
De kamers van het college van beroep maken hun eigen werkingsreglement op. Artikel 2. Deze beslissing zal overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet bekend worden gemaakt. Artikel 3. Een afschrift van dit besluit wordt toegestuurd aan de directies. 18.Overeenkomst tussen de stad en de jeugdraad met betrekking tot de verhuring van materialen van de uitleendienst van de jeugdraad via de stad. Goedkeuring. Op grond van volgende overwegingen, zowel feitelijk als juridisch : Recent werd door de stad het programma Recreatex aangekocht. Het programma wordt gebruikt voor zaal- en materiaalbeheer. Om het programma zo optimaal mogelijk te kunnen gebruiken en op een identieke manier te kunnen werken, worden ook de materialen die via de jeugdraad worden verhuurd in het systeem opgenomen. Daartoe wordt een overeenkomst ter goedkeuring voorgelegd tussen de stad en de jeugdraad waarbij de jeugdraad in essentie de stad toelaat om – tegen de navermelde voorwaarden – deze goederen in naam en voor rekening van de jeugdraad te verhuren en waarbij de stad op regelmatige basis de inkomsten op de rekening van de jeugdraad dient door te storten. De voorgelegde overeenkomst is naar het oordeel van de gemeenteraad billijk en laat toe het Recreatex-systeem zo efficiënt mogelijk te gebruiken. Het feit dat de materialen van de jeugdraad in het Recreatex-systeem worden ingebracht en beheerd leidt ook tot een aan te bevelen uniformiteit. De gemeenteraad is bevoegd de overeenkomst goed te keuren op basis van haar residuaire bevoegdheid. Er is gunstig advies van de Jeugdraad gedateerd op 03.06.2009. Verwijzend naar volgende wettelijke en decretale bepalingen: -
Het gemeentedecreet, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 42 par. 1 en art. 186;
Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT: Art. 1 : De overeenkomst tussen de stad en de jeugdraad met betrekking tot de verhuring van materialen van de uitleendienst van de jeugdraad wordt vastgesteld als volgt: Overeenkomst tussen
De stad Harelbeke, vertegenwoordigd door mevr. Rita Beyaert, burgemeester en dhr. Carlo Daelman, secretaris, beiden handelend in naam en voor rekening van de stad in uitvoering van een beslissing van de Gemeenteraad van 13.07.2009 (hierna het Stadsbestuur genoemd), tevens handelend onder voorbehoud van administratief toezicht en De jeugdraad Harelbeke, vertegenwoordigd door dhr. Stijn Soetaert, voorzitter en …(naam)…, secretaris, handelend in naam en voor rekening van jeugdraad Harelbeke in uitvoering van een beslissing van de stuurgroep van de jeugdraad dd. …(datum)… (hierna de jeugdraad genoemd), verklarend voormeld voorbehoud te kennen en te aanvaarden en voormelde personen verklarend zich voor zoveel als nodig voor de jeugdraad sterk makend, is overeengekomen wat volgt: 1. De jeugdraad geeft aan het Stadsbestuur de toestemming in te staan voor de uitbating en de verhuur van het materiaal van de uitleendienst van de jeugdraad, met inbegrip van het innen van de inkomsten voor rekening van de jeugdraad. 2. Een gedetailleerd overzicht van alle materialen (audiovisueel materiaal, kookmateriaal en veiligheidsmateriaal) en de te hanteren voorwaarden worden toegevoegd als bijlage aan deze overeenkomst om reen geheel mee te vormen. 3. De praktische uitbating van de uitleendienst zal gebeuren door de medewerkers van en vanuit de stedelijke jeugddienst waar ook alle materialen bewaard worden. 4. De jeugdraad blijft eigenaar van alle materialen en zal via de stuurgroep verder instaan voor beslissingen met betrekking tot nieuwe aankopen, het al dan niet uitvoeren van herstellingen aan of vervanging van materiaal en de financiering van dit alles. 5. Het stadsbestuur staat in voor het verzekeren van alle materialen tegen diefstal uit of brand in de normale opslagplaats op de jeugddienst. 6. Op afgesproken tijdstippen en minstens één keer per jaar zal door het stadsbestuur een overzicht en afrekening gemaakt worden van alle huurinkomsten die geïnd werden door de stad en wordt dit bedrag integraal doorgestort naar de jeugdraad. 7. Deze overeenkomst gaat in bij de ondertekening en wordt jaarlijks stilzwijgend verlengd. Ze kan door één van beide partijen opgezegd worden mits inachtneming van een opzegtermijn van minimaal 6 maanden. Aldus overeengekomen te Harelbeke op … (datum) … in drie exemplaren, de stad en de voorzitter en de secretaris van de jeugdraad erkennend elk één exemplaar ontvangen te hebben. Namens de Stad de secretaris
de burgemeester
De jeugdraad Harelbeke de voorzitter
de secretaris
Art. 2 : Het overzicht en de voorwaarden genoemd in de overeenkomst goedgekeurd in art. 1 worden vastgesteld als volgt : Gebruiks- en retributiereglement uitleenmaterialen jeugdraad
Art. 1 De jeugdraad stelt via het stadsbestuur diverse audio-, visuele-, kook- en veiligheidsmaterialen ter beschikking als ondersteuning van socioculturele activiteiten en het Harelbeekse verenigingsleven. Art. 2 - Gebruikerscategorieën Voor de toepassing van dit reglement worden volgende gebruikerscategorieën onderscheiden: 1. Gratis gebruikers -
-
stadsbestuur & OCMW Harelbeke personeelskring stadsbestuur, verzelfstandigde agentschappen en gemeentelijke vzw's van de stad, politiezone Gavers erkende adviesraden feestcomités Harelbeke, Bavikhove, Hulste, Stasegem, Eiland en Zandberg Harelbeekse scholen (voor max. 3 pedagogische/schoolse activiteiten per kalenderjaar en op voorwaarde dat de aanvraag gebeurt door de directie, vanaf de 4e activiteit/aanvraag vallen ze onder cat. 2) andere gemeentebesturen, in het kader van de wederzijdse uitwisseling van materialen.
2. Feitelijke en erkende Harelbeekse verenigingen 3. Niet-Harelbeekse verenigingen en scholen 4. Harelbeekse privégebruikers 5. Niet-Harelbeekse privégebruikers Art. 3 – Huurtarieven en waarborg De tarieven van huur en waarborg voor de respectievelijke materialen en gebruikerscategorieën worden vastgelegd als volgt en gelden telkens per stuk:
omschrijving
Cat 1
Cat 2
Cat 3
Cat 4
Cat 5
100%
150%
125%
200%
Waarborg
Audio materiaal Autogeluidsinstallatie
0,00 €
5,00 €
7,50 €
6,25 €
10,00 €
25,00 €
Baskasten (2)
0,00 €
40,00 €
60,00 €
50,00 €
80,00 €
100,00 €
Buitengeluidsinstallatie
0,00 €
10,00 €
15,00 €
12,50 €
20,00 €
100,00 €
Discobar
0,00 €
40,00 €
60,00 €
50,00 €
80,00 €
100,00 €
Draadloze micro
0,00 €
7,00 €
10,50 €
8,75 €
14,00 €
25,00 €
Kleine installatie
0,00 €
25,00 €
37,50 €
31,25 €
50,00 €
100,00 €
Megafoon
0,00 €
2,50 €
3,75 €
3,13 €
5,00 €
15,00 €
Micro & statief
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
15,00 €
Mini-PA/zangversterking
0,00 €
60,00 €
90,00 €
75,00 €
120,00 €
250,00 €
Soundmixer
0,00 €
5,00 €
7,50 €
6,25 €
10,00 €
50,00 €
Soundmixer met cd
0,00 €
7,50 €
11,25 €
9,38 €
15,00 €
50,00 €
Walkie-talkieset (2 st.)
0,00 €
2,50 €
3,75 €
3,13 €
5,00 €
30,00 €
0,00€
10,00€
15,00€
12,50 €
20,00 €
0,00€
Beamer
0,00 €
30,00 €
45,00 €
37,50 €
60,00 €
250,00 €
Blacklights
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
10,00 €
Combi video- & dvd-speler
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
50,00 €
Diaprojector
0,00 €
2,50 €
3,75 €
3,13 €
5,00 €
25,00 €
Diascherm
0,00 €
2,50 €
3,75 €
3,13 €
5,00 €
25,00 €
Dvd-speler
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
40,00 €
Vaste muziekinstallatie TSAS Visuele materiaal
Lichtorgel met 8 spots
0,00 €
12,00 €
18,00 €
15,00 €
24,00 €
100,00 €
Overheadprojector
0,00 €
2,50 €
3,75 €
3,13 €
5,00 €
25,00 €
Play Station II
0,00 €
5,00 €
7,50 €
6,25 €
10,00 €
50,00 €
PSII Buzz
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
50,00 €
PSII Singstar
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
50,00 €
Rookmachine
0,00 €
7,00 €
10,50 €
8,75 €
14,00 €
50,00 €
Spanscherm (183 x 244)
0,00 €
5,00 €
7,50 €
6,25 €
10,00 €
50,00 €
Stroboscoop
0,00 €
2,50 €
3,75 €
3,13 €
5,00 €
40,00 €
Tv
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
40,00 €
Video- & dvd-recorder
0,00 €
7,50 €
11,25 €
9,38 €
15,00 €
50,00 €
Video-speler
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
25,00 €
Vaste lichtinstallatie TSAS
0,00 €
15,00€
22,50 €
18,75€
30,00 €
0,00 €
Gasbrander
0,00 €
1,00 €
1,50 €
1,25 €
2,00 €
2,50 €
Kookpot
0,00 €
1,00 €
1,50 €
1,25 €
2,00 €
2,50 €
Braadslede
0,00 €
1,50 €
2,25 €
1,88 €
3,00 €
2,50 €
Barbecue
0,00 €
3,00 €
4,50 €
3,75 €
6,00 €
10,00 €
Koffiepercolator Elektrisch kookvuurtje (2 platen)
0,00 €
2,00 €
3,00 €
2,50 €
4,00 €
50,00 €
0,00 €
1,00 €
1,50 €
1,25 €
2,00 €
10,00 €
Elektrische friteuse (8 l)
0,00 €
5,00 €
7,50 €
6,25 €
10,00 €
100,00 €
0,00 €
-
-
-
-
100,00 €
Kookmateriaal
Veiligheidsmateriaal Fluovestjes (M-L-XL)
€
€
€
€
Het betalen van waarborg is voor alle gebruikers een absolute voorwaarde. Ook indien het materiaal gratis kan gebruikt worden dient een waarborg betaald te worden, behalve bij gebruik door stadsbestuur, verzelfstandigde agentschappen en gemeentelijke vzw's van de stad, politiezone Gavers, gemeentelijk onderwijs, OCMW en erkende adviesraden. 6. Het maximale bedrag van de waarborgsom wordt geplafonneerd op 300 euro. De waarborg en huur dient 1 maand voor de activiteit gestort op de aangeduide rekening. Het niet (tijdig) betalen van de waarborg betekent de automatische annulering van de aanvraag. Bij laattijdige of dringende aanvragen dienen waarborg en huur onmiddellijk na de aanvraag cash te worden betaald op de jeugddienst. Art. 4 - Huur- en gebruikstermijn Alle bovenstaande tarieven gelden per begonnen termijn van 3 volle gebruiksdagen. Art. 5 - Afhalen en terugbrengen van het materiaal Het materiaal moet door de gebruiker zelf afgehaald en teruggebracht worden. Vanuit het stadsbestuur wordt geen vervoer van het materiaal voorzien. De ondergetekende aanvrager of zijn afgevaardigde voert bij de afhaling een tegensprekelijke controle van de materialen uit en tekent een ontvangstbewijs waarin hij verklaart de materialen in goede staat ontvangen te hebben Bij het terugbrengen zorgt de aanvrager ervoor dat alle materialen in onberispelijke staat verkeren. Art. 6 - Vaststelling schade Indien bij het terugbrengen van het materiaal schade vastgesteld wordt, wordt de omvang van de schade vastgesteld door de jeugddienst, waarna een voorstel van minnelijke schikking volgt. Indien dit voorstel niet aanvaard wordt, spreekt het college van burgemeester en schepenen zich uit over het schadedossier.
In elk geval wordt de betaalde waarborgsom ingehouden tot bovenstaande procedure doorlopen is. Art. 7 – Aanvraag en bevestiging De aanvraag tot het gebruik van de materialen gebeurt bij voorkeur via e-mail
[email protected]. of wordt gericht aan Stadsbestuur Harelbeke - t.a.v. Jeugddienst Marktstraat 29 8530 Harelbeke De mogelijkheid wordt geboden om een optie van 1 week te nemen. Zonder definitieve aanvraag vervalt de optie automatisch na 7 dagen. Alle materialen kunnen maximum 12 maanden voor een activiteit aangevraagd en vastgelegd worden. De aanvrager ontvangt uiterlijk binnen een termijn van 10 werkdagen een reactie en de bevestiging of het gevraagde materiaal al dan niet ter beschikking is. Art. 8 - Annuleringskost Bij annulering binnen de onderstaande termijnen wordt een percentage van de huurkost afgehouden van de betaalde waarborgsom. -
Bij annulering binnen de week voor de activiteit: 75 % van de huurprijs Bij annulering binnen de 2 weken voor de activiteit: 50 % van de huurprijs Bij annulering binnen de 3 maand voor de activiteit: 25 % van de huurprijs
Art. 9 – Overmacht Indien een activiteit omwille van overmacht niet kan plaatsvinden, kan het college van burgemeester en schepenen beslissen om de huurprijs geheel of gedeeltelijk te laten vallen. Art. 10 - Verzekering, verantwoordelijkheid en veiligheid De aanvrager of verantwoordelijke dient volgende verplichtingen na te leven bij het gebruik van het materiaal: -
gebruik en in bewaring houden van het materiaal volgens het principe van de goede huisvader alle verantwoordelijkheid opnemen bij eventuele ongevallen die hierdoor zowel stoffelijke als lichamelijke schade aan derden kunnen veroorzaken een verzekering afsluiten inzake burgerlijke verantwoordelijkheid tegenover derden voor de voorbereidingen, de activiteit zelf en alle nawerken, dit ook ter ontlasting van de verantwoordelijkheid van de stad Harelbeke
Art. 3 : Deze beslissing zal bekend worden gemaakt overeenkomstig art. 186 gemeentedecreet. Ze treedt in werking op het ogenblik van de bekendmaking, met uitzondering van, art. 2.1. van het “Gebruiks- en retributiereglement uitleenmaterialen jeugdraad” met betrekking tot de gratis gebruikers, artikel dat in werking treedt op 01.05.2009. 19.Bijsturen van het mobiliteitsplan. Goedkeuren koepelmodule 34013/1/A inclusief module 1 in functie van het bekomen van gewestelijke subsidies. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Het Harelbeeks mobiliteitsplan, conform verklaard op 16 juni 2003 door de Provinciale Auditcommissie werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 16 september 2003. Vorige jaar besloot de gemeenteraad om dit plan te evalueren en eventueel bij te sturen. In
raadszitting van 14 juli 2008 werd principieel beslist deze bijsturingsopdracht toe te vertrouwen aan intercommunale Leiedal. Na hun formele aanstelling door het college op 3 februari 2009, raamde Leiedal hun studiekost op 32.485,54 euro. De raad keurde op 9 maart 2009 deze raming goed. Ondertussen werkt Leiedal aan het “verbreden en verdiepen” van het bestaande plan, ook genoemd het ‘bijsturen van het mobiliteitsplan’. Voor het bijsturen van haar mobiliteitsplan kan de stad nu subsidies aanvragen. Hiertoe dient de stad met het Vlaams Gewest en de Vlaamse vervoermaatschappij de standaard voorziene koepelmodule 34013/1/A af te sluiten. Sinds het ondertekenen op 20 februari 1998 van het moederconvenant (=basiscontract) sloot de stad met diverse partijen (vnl. het Gewest en de Lijn) aparte modules (contracten) of koepelmodels (bundel van enkele contracten) af en dit telkens om interessante en vernieuwende mobiliteits- en openbare vervoerprojecten te kunnen realiseren mét eventuele financiële ondersteuning. Ook voor de subsidiering van eigenlijke opmaak van het eerste mobiliteitsplan werd toentertijd, namelijk op 20 februari 1998, dezelfde koepelmodule 34013/1/A afgesloten. Uiteindelijk kreeg de stad hierdoor bijna 40.000 euro financiële tussenkomst op een globale studiekost van bijna 59.000 euro. Omdat de initiële studieopdracht is afgesloten en omdat er formeel werd beslist om het mobiliteitsplan te verbreden of verdiepen door het aangaan van een nieuw studiecontract met Leiedal, is het aangewezen koepelmodule 34013/1/A goed te keuren in functie van het bekomen van gewestelijke subsidies terzake. Deze koepelmodule 34013/1/A bevat slechts één module, met name ‘module 1- bijsturing van een gemeentelijke mobiliteitsplan’ waarbij de stad zich enerzijds engageert om op een zeer kwaliteitsvolle manier haar mobiliteitsplan te laten bijsturen terwijl het Vlaamse Gewest anderzijds de stad hierbij financieel en methodologisch ondersteunt. De verwachte subsidie bedraagt tweederde van de gemaakte kosten (incl. BTW) met een maximum van 30.000 euro. Rekening houdend met voormelde ramingskost (32.485,54 euro waarop geen BTW verschuldigd) mag de stad hier een tussenkomst verwachten van ongeveer 21.500 euro. De gemeenteraad is bevoegd omdat het gaat over een daad van beschikking, niet opgenomen in het begrip dagelijks bestuur (art. 43 par. 2.12° van het gemeentedecreet). Bovendien betreft dit een restbevoegdheid van de gemeenteraad (art. 42 par. 1 van het gemeentedecreet). Verwijzend naar vroeger genomen beslissingen: - Het raadsbesluit van 14 juli 2008 houdende de opstart van de evaluatie en actualisatie van het gemeentelijk mobiliteitsplan, het uitbreiden van de bestaande exclusiviteiten toegekend aan Leiedal met punt 4.1. 'opmaak van gemeentelijke mobiliteitsplannen' en houdende het laten uitvoeren van een sneltoets door Leiedal - het collegebesluit van 3 februari 2009 houdende de aanstelling van Leiedal als ontwerper van het te evalueren en aan te passen Harelbeeks mobiliteitsplan. - Het raadsbesluit van 9 maart 2009 waarbij kennis werd genomen van de aanstelling van Leiedal als ontwerper van de mobiliteitsplanevaluatie en waarbij de contractuele voorwaarden en raming (32.485,54 euro waarop geen BTW verschuldigd) voor deze opdracht werden goedgekeurd. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: - het gemeentedecreet, in het bijzonder de artikelen 42 par. 1 én 43 par. 2.12° - alle wetgeving inzake mobiliteitsplannen, in het bijzonder omzendbrief MOW/2007/3 van Minister Van Brempt inzake de subsidiemogelijkheden voor het bijsturen van mobiliteitsplannen. Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting;
Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : Artikel 1 De raad keurt de koepelmodule 34013/1/A en bijhorende module 1- bijsturing van een gemeentelijke mobiliteitsplan goed. De voorwaarden van die modules luiden als volgt : MOBILITEITSCONVENANT KOEPELMODULE
34013/1/A Datum van ondertekening: behorende bij het moederconvenant 34013/0 Datum van ondertekening: 20/02/1998
DE PARTIJEN Tussen:
het Vlaamse Gewest, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering in de persoon van: Hilde CREVITS, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu en Natuur; de stad Harelbeke , vertegenwoordigd door de gemeenteraad in de persoon van de raadsvoorzitter, Willy Vandemeulebroucke, en de secretaris, Carlo DAELMAN , en die handelen ter uitvoering van de beslissing van de gemeenteraad van 13 juli 2009, hierna de lokale overheid te noemen; de Vlaamse Vervoermaatschappij, met zetel in de Motstraat 20, 2800 Mechelen, in de persoon van: de voorzitter van de raad van bestuur, Jos GEUENS, en de directeur-generaal, Ingrid LIETEN, hierna de VVM te noemen;
wordt overeengekomen wat volgt:
ARTIKEL 1. VOORWERP VAN DEZE OVEREENKOMST §1. Korte projectomschrijving. Met deze koepelmodule verbinden de partijen zich er toe het project of de activiteiten met betrekking tot bijsturing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan te verwezenlijken. Deze koepelmodule maakt integraal deel uit van het moederconvenant. §2. Overzicht modules. Deze koepelmodule is samengesteld uit de volgende modules: Module 1– Opmaak of bijsturing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan 34013/1/A met looptijd van ……… tot ………. Voor een module 6 moet de looptijd hierboven ingevuld worden als de looptijd van de eerste onderhoudsperiode (zie module 6, art. 5). De modules zijn als bijlage bij deze koepelmodule gevoegd en maken er integraal deel van uit.
ARTIKEL 2. §1. Combinatie van meerdere modules. Indien door de combinatie van meerdere modules onder de koepelmodule voor een project niet eenduidig is welke partij een bepaalde verbintenis op zich neemt (bijv. het maken van de start- of projectnota), dan worden in onderling overleg hierover de nodige duidelijke afspraken gemaakt. Indien (een onderdeel van) een gevraagde bijlage bij een module al (een onderdeel van) een bijlage is van een andere module, dan volstaat verwijzing ernaar. §2. Gemeenteraadsbesluiten. Alle verbintenissen van de lokale overheid onder deze koepelmodule zijn het voorwerp van één of meerdere gemeenteraadsbesluiten. Deze gemeenteraadsbesluiten worden als bijlage bij deze koepelmodule gevoegd. §3. (Inter)gemeentelijke mobiliteitsplan. Deze koepelmodule kan alleen worden afgesloten als de provinciale auditcommissie het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan van de ondertekenende stad (steden) of gemeente(n) conform verklaard heeft. Een uitzondering op deze voorwaarde vormen de gevallen waarin de koepelmodule uitsluitend één of meerdere van de volgende modules omvat: 1° module 1: Opmaak of bijsturing van een (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan; 2° module 4: Aan de bebouwde omgeving aangepaste verlichting van een gewestweg, geplaatst door de lokale overheid; 3° module 5: Schermen en/of gronddammen langs een gewestweg, die het wegverkeerslawaai verminderen; 4° module 6: Net houden van gewestwegen en hun vrijliggende fietspaden door de lokale overheid; 5° module 7: Informatieverstrekking over en promotie van het geregeld vervoer; 6° module 17: Verlichting van een gewestweg, geplaatst door het gewest; BIJLAGEN Bijlage 1: gemeenteraadsbesluit(en) tot goedkeuring van de koepelmodule 34013/1/A (art. 2, §2); Bijlage 2: extra engagementen en/of verduidelijking ten gevolge van het verslag van de provinciale auditcommissie, ............................ (de naam van de auteur van het document en de datum waarop het document is opgesteld); Bijlage 3: de bijbehorende module(s) (art. 1, §2). Opgemaakt in 3 exemplaren, in Brussel op ………… Voor het Gewest, De Vlaa
Vlaams minister van Openbare Werken en mobiliteit Hilde CREVITS
De stadssecretaris, Carlo DAELMAN De directeur-generaal, Ingrid LIETEN
Voor de stad Harelbeke,
Voor de VVM,
MODULE 1 OPMAAK OF BIJSTURING VAN EEN (INTER)GEMEENTELIJK MOBILITEITSPLAN
ARTIKEL 1.
VOORWERP VAN DEZE OVEREENKOMST
§1. Doelstelling en krachtlijnen.
De raadsvoorzitter, Willy Vandemeulebroucke
De voorzitter van de raad van bestuur, Jos GEUENS
Deze module heeft tot doel de lokale overheid financieel en methodologisch te ondersteunen bij de opmaak of de bijsturing van een (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan zoals bedoeld in art. 3 van het moederconvenant. De lokale overheid zorgt voor de opmaak of de bijsturing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan en kan daarvoor een beroep doen op een studiebureau. (Zie art. 3 voor alle verbintenissen van de lokale overheid). Het gewest betaalt twee derde van de gemaakte kosten (met bepaalde maximumbedragen). (Zie art. 2 voor alle verbintenissen van het gewest). §2. Begripsbepalingen. 1° Sneltoets: het instrument dat het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan toetst op zijn actualiteitswaarde en dat in een plan van aanpak definieert welke planningsactiviteiten eventueel nodig zijn om het plan bij te sturen. Die sneltoets wordt opgemaakt en bekrachtigd door de gemeentelijke begeleidingscommissie (GBC). De provinciale auditcommissie (PAC) moet de sneltoets gunstig adviseren. De sneltoets heeft 3 mogelijke uitkomsten: a. het beleidsscenario van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan moet worden geherdefinieerd en de strategische keuzes moeten worden bijgestuurd. Er wordt beslist het mobiliteitsplan grondig te vernieuwen. Deze beslissing wordt overgemaakt aan de vaste leden van de PAC. b. het beleidsscenario van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan wordt bevestigd, maar er wordt beslist een aantal aspecten en/of thema’s toe te voegen (verbreden) en/of verder uit te diepen (verdiepen), bijv. duurzaam parkeerbeleid, verkeersveiligheid, sluipverkeer, routes voor zwaar vervoer, het lokale fietsroutenetwerk, autoluwe kernen,…. De sneltoets met plan van aanpak wordt in aanwezigheid van de lokale overheid in de PAC besproken. c. het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan wordt bevestigd en kan verder worden uitgevoerd. De actietabel wordt geactualiseerd. De sneltoets en geactualiseerde tabel worden overgemaakt aan de vaste leden van de PAC. 2° Bijsturing: het kan gaan om vernieuwing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan (als uitkomst van de sneltoets, zie art. 1, §2, 1°, a.) De procedure voor Bijsturing - Vernieuwen kan worden opgestart. (Zie art. 1, §3, 3°) verbreding/verdieping van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan (als resultaat van de sneltoets, zie art. 1, §2, 1°, b.) De procedure voor Bijsturing – Verbreden/verdiepen kan worden opgestart (Zie art. 1, §3, 4°) 3°
Kosten: de factuur van het aangestelde studiebureau (inclusief btw); en/of de personeelskost van de gemeentelijke mobiliteits- of planningsambtenaar die de planningsactiviteiten geheel of gedeeltelijk uitvoert en/of opvolgt van maximaal één jaar binnen de looptijd van het moederconvenant. De personeelskost bestaat uit: de totale bruto-loonkost (inclusief bedrijfsvoorheffing en sociale zekerheidsbijdragen); de omgeslagen werkingskost, die forfaitair wordt bepaald op 20% van de loonkost. Een weddestaat dient als bewijsstuk.
4°
Duurzaam parkeerbeleid: omvat onder meer onderstaande punten. Gebieden en functies moeten multimodaal bereikbaar zijn. Parkeren is ondergeschikt aan het “STOP”-principe: comfortabele bereikbaarheid voor voetgangers, fietsers en openbaarvervoer-gebruikers primeert op autoparkeren. Duurzaam parkeren impliceert een bereikbaarheid waarbij overbodig en ongewenst autogebruik ontmoedigd wordt ten voordele van andere verplaatsingsmodi. Hiertoe worden “weerstanden” ingebouwd: In stedelijke centra zijn dat capaciteit, prijs, parkeerduur en loopafstanden. In landelijke gemeenten is de schaarste aan ruimte minder een probleem, maar wordt het parkeren getoetst aan “ruimtelijke kwaliteit”. De inrichting van de openbare ruimte komt eerst tegemoet aan de comforteisen voor voetgangers, fietsers, openbaarvervoergebruikers en activiteiten in het algemeen, en pas daarna in functie van parkeren. Voor de randgemeenten van/in een stadsgewest gelden beide bovenstaande regels, maar wordt vooral nagestreefd dat een groot (gratis) parkeeraanbod bij grootschalige functies (commercieel, dienstverlenend, tertiair,…) niet als concurrentie met analoge stedelijke functies wordt gehanteerd. Meervoudig gebruik van parkeerruimte. Gebiedsgericht optimaliseren van het gebruik van parkeervoorzieningen, rekening houdend met complementaire tijds-/gebruiksregimes. Parkeren, stallen en intermodaliteit. Een duurzaam parkeerbeleid behandelt uiteraard ook fietsparkeren en parkeervoorzieningen op intermodale knopen. Bijvoorbeeld: station, bushalte, P&R,… Evaluatie en monitoring van een duurzaam parkeerbeleid. Een duurzaam parkeerbeleid kan beoordeeld worden aan de hand van variabelen: evolutie in de modal split; kwaliteit van de inrichting van de openbare ruimte; doorstroming van het openbaar vervoer; verkeersveiligheid: afstanden tot kruispunten, aantal inritten, veiligheid in- en uitvoegbewegingen, ... ;
-
….
§3. Procedures. 1° Procedure voorafgaand aan het afsluiten van deze module. in geval van opmaak van een (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan wordt een moederconvenant afgesloten; de bijsturing van een (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan kan pas na een sneltoets die een bijsturing als uitkomst heeft. 2°
Procedure voor de opmaak van een (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan. Er wordt gestart met de opmaak van een oriëntatienota. De oriëntatienota wordt ter conformverklaring voorgelegd aan de PAC. Na een gunstig advies op de oriëntatienota, wordt gestart met de opbouw van het plan. De synthesenota, die de afweging van de scenario’s weergeeft, wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de PAC. De PAC kan nuttige informatie leveren voor de opmaak van het beleidsplan. Het beleidsplan wordt samen met de synthesenota ter conformverklaring voorgelegd aan de PAC.
3°
Procedure voor Bijsturing – Vernieuwen van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan. De procedure verloopt identiek aan de procedure voor de opmaak van een nieuw mobiliteitsplan, maar er wordt gewerkt op de nota’s van het bestaande mobiliteitsplan.
4°
Procedure voor Bijsturing – Verbreden/Verdiepen van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan. Er wordt gestart met het uitvoeren van de deelonderzoeken zoals vastgelegd in het plan van aanpak van de sneltoets. De resultaten worden ter conformverklaring voorgelegd aan de PAC. Na een gunstig advies, worden de resultaten toegevoegd en geïntegreerd in de synthesenota en het beleidsplan van het bestaande (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan. Het beleidsplan wordt samen met de synthesenota ter conformverklaring voorgelegd aan de PAC.
ARTIKEL 2.
VERBINTENISSEN VANWEGE HET GEWEST
§1. Gewestbijdrage. Het gewest betaalt twee derde van de gemaakte kosten (zoals bepaald in art. 1, §2, 3°) die gepaard gaan met de opmaak of de bijsturing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan, met een maximum van. 30.000 euro per lokale overheid; 75.000 euro per lokale overheid in kleinstedelijk of regionaalstedelijk gebied (zoals bepaald in RSV); 150.000 euro per lokale overheid in grootstedelijk gebied (zoals bepaald in RSV). Bij een intergemeentelijk mobiliteitsplan is de maximale gewestbijdrage gelijk aan de som van de maximale bijdrage per lokale overheid. §2. Uitbetaling. De gewestbijdrage wordt in één keer uitbetaald aan de lokale overheid nadat de PAC het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan conform verklaard heeft en na ontvangst van de betalingsaanvraag. §3. Begeleiding en coherentiebewaking. Het gewest begeleidt de opmaak of de bijsturing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan en bewaakt de coherentie (in methodiek en visie) ervan tussen de verschillende beleidsniveaus.
ARTIKEL 3.
VERBINTENISSEN VANWEGE DE LOKALE OVERHEID
§1. Mobiliteitsplan. De lokale overheid stelt bij de inwerkingtreding van deze module het in art. 1 vermelde mobiliteitsplan op of stuurt het bij. De lokale overheid kan hiervoor een overeenkomst afsluiten met een studiebureau. De lokale overheid zorgt ervoor dat het parkeerplan dat als onderdeel van het mobiliteitsplan vermeld wordt in het moederconvenant, een duurzaam parkeerbeleidsplan is. §2. Gemeenteraadsbesluit. De lokale overheid neemt een gemeenteraadsbesluit tot goedkeuring van het nieuwe of bijgestuurde (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan, en dit uiterlijk 2 maanden na het conform verklaren van het mobiliteitsplan door de PAC. §3. Kosten voor de lokale overheid. De lokale overheid betaalt de kosten, verminderd met de gewestbijdrage, voor de opmaak of de bijsturing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan. §4. Betalingsaanvraag.
Met het oog op het krijgen van de gewestbijdrage zoals bepaald in art. 2, §1, stuurt de lokale overheid een door haar ondertekende betalingsaanvraag naar het gewest, bestaande uit: 1° schuldvordering van de lokale overheid ten laste van het gewest (= eindafrekening) met vermelding van het rekeningnummer waarop het bedrag moet worden gestort; 2° kopie van de ondertekende module 1; 3° kopie van de ereloonovereenkomsten met het studiebureau; 4° collegebeslissing tot gunning aan het studiebureau (uittreksel uit register der raadsbeslissingen); 5° kopie van de sneltoets en het advies van de auditor op de sneltoets; 6° kopie van de adviezen van de auditor voor de verschillende procedureel vereiste fasen van de opmaak of bijsturing van het (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan; 7° kopie van de betalingsaanvraag (= schuldvordering) van het studiebureau; 8° gemeenteraadsbesluit tot goedkeuring van het nieuwe of bijgestuurde (inter)gemeentelijk mobiliteitsplan (zie art. 3, §2). 9° Als ook een betalingsaanvraag voor de gemeentelijke mobiliteitsambtenaar ingediend wordt, moet worden aangetoond dat beide aanvragen samen de maximale gewestbijdrage niet overstijgen.
ARTIKEL 4.
VERBINTENISSEN VANWEGE DE VVM
§1. Advies over ontwerp. De VVM adviseert de andere partijen bij het in art. 1 vermelde mobiliteitsplan.
ARTIKEL 5.
EVALUATIE
De Vlaamse minister bevoegd voor Openbare Werken/Mobiliteit kan de vereisten inzake de evaluatie nader omschrijven.
ARTIKEL 6.
SANCTIES
Als een van de partijen de aangegane verbintenissen niet naleeft, kunnen de kosten die door de andere partijen worden gedragen, verhaald worden op de in gebreke blijvende partij.
ARTIKEL 7.
DUUR VAN DE MODULE
De looptijd van een module 1 is 6 jaar. De data van begin en einde van de duur van deze module staan in de koepelmodule.
ARTIKEL 8.
BIJLAGEN
(Te schrappen indien niet van toepassing) De bijlagen omvatten concrete afspraken en richtlijnen. Ze maken integraal deel uit van deze module. De inhoud van deze bijlagen kan niet strijdig zijn met de module. Als de bijlagen bepalingen bevatten die strijdig zijn met deze module, dan krijgen de bepalingen van deze module voorrang. Bijlagen Bijlage (nr.) ...... : ..................... (Nummer en benoem elke eventuele bijkomende bijlage)
Artikel 2 Nadat de vertegenwoordigers van de stad bedoelde modules hebben ondertekend, worden de 3 originele exemplaren overgemaakt aan het Agentschap Wegen en Verkeer teneinde de twee andere partijen, met name het Vlaamse Gewest en de Vlaamse Vervoermaatschappij, de gelegenheid te geven deze stukken te ondertekenen. Een kopie van deze raadsbeslissing wordt ter info overgemaakt aan Intercommunale Leiedal.
20.Kerkfabrieken. Advies dienstjaarrekeningen 2008. Op grond van volgende overwegingen : Op 5 juni 2009 heeft de stad Harelbeke via het centraal kerkbestuur de rekeningen 2008 van de kerkfabrieken St.-Salvator, OLV-Koningin, St.-Jozef, St.-Rita, St.-Augustinus, St.-Amand Bavikhove en St.-Petrus Hulste ontvangen. Deze dienstjaarrekeningen werden door de betrokken kerkraden als volgt vastgesteld : St.-Salvator OLV-Koningin St.- Jozef St.- Rita St.- Augustinus St.-Amand Bavikhove St.-Petrus Hulste
Exploitatieoverschot Investeringsoverschot Exploitatieoverschot Investeringstekort Exploitatieoverschot Investeringstekort Exploitatieoverschot Investeringstekort Exploitatieoverschot Investeringstekort Exploitatieoverschot Investeringsoverschot Exploitatieoverschot Investeringsoverschot
60847.57 23568.37 37437.40 -6776.00 38360.32 -14229.60 22405.06 -7346.34 35771.59 -4489.40 88314.70 10146.47 132596.30 401826.43
euro euro euro euro euro euro euro euro euro euro euro euro euro euro
Gehoord schepen R. Pattyn zijn omstandig verslag per kerkfabriek èn het daarbijhorend voorstel van advies per kerkfabriek, namelijk : Kerkfabriek Kerkfabriek Kerkfabriek Kerkfabriek Kerkfabriek Kerkfabriek Kerkfabriek
St-Salvator : OLV-Koningin : St-Jozef : St-Rita : St-Augustinus : St-Amand Bavikhove : St-Petrus Hulste :
gunstig gunstig gunstig gunstig gunstig gunstig gunstig
advies advies advies advies advies advies advies
; ; ; ; ; ; ;
Het komt de gemeenteraad toe : advies te verlenen aan voorgelegde dienstjaarrekeningen. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen:
het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten ; in het bijzonder artikel 55 dat bepaalt dat de rekeningen onderworpen zijn aan het advies van de gemeenteraad en aan de goedkeuring van de provinciegouverneur artikel 13 van de omzendbrief BB-2007/1 van 12 januari 2007 dat bepaalt dat het centraal kerkbestuur de rekeningen van de kerkfabrieken dient in te dienen bij de gemeente op wiens grondgebied het hoofdgebouw van de eredienst zich bevindt
Na beraadslaging in openbare zitting ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
BESLUIT : Artikel 1 Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen verleent de gemeenteraad aan de dienstjaarrekening 2008 van de kerkfabriek St-Salvator advies zoals voormeld èn voorgesteld. Artikel 2 Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen verleent de gemeenteraad aan de dienstjaarrekening 2008 van de kerkfabriek OLV-Koningin advies zoals voormeld èn voorgesteld. Artikel 3 Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen verleent de gemeenteraad aan de dienstjaarrekening 2008 van de kerkfabriek St-Jozef advies zoals voormeld èn voorgesteld. Artikel 4 Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen verleent de gemeenteraad aan de dienstjaarrekening 2008 van de kerkfabriek St-Rita advies zoals voormeld èn voorgesteld. Artikel 5 Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen verleent de gemeenteraad aan de dienstjaarrekening 2008 van de kerkfabriek St-Augustinus advies zoals voormeld èn voorgesteld. Artikel 6 Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen verleent de gemeenteraad aan de dienstjaarrekening 2008 van de kerkfabriek St-Amand Bavikhove advies zoals voormeld èn voorgesteld. Artikel 7 Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen verleent de gemeenteraad aan de dienstjaarrekening 2008 van de kerkfabriek St-Petrus Hulste advies zoals voormeld èn voorgesteld. Artikel 8 Afschrift van onderhavig besluit zal worden overgemaakt aan de provinciegouverneur, het centraal kerkbestuur en de kerkfabrieken St.-Salvator, OLV-Koningin, St.-Jozef, St.Rita, St.-Augustinus, St.-Amand Bavikhove en St.-Petrus Hulste. 21.OCMW. Kennisname rekening 2008. Op grond van volgende overwegingen : Op 3 juli 2009 heeft de stad de rekening 2008 van het OCMW ontvangen samen met de beslissing van de raad van het OCMW van 2 juli 2009 waarbij de jaarrekening met de bijhorende toelichting en bijlagen als volgt werd vastgesteld:
het geconsolideerd balanstotaal bedraagt 23 185 197,42 EUR ; het resultaat van de jaarrekening 2008 bedraagt een negatief boekhoudkundig resultaat van 2 442 185,65 EUR ;
de berekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen voor het jaar 2007 bedraagt 2 179 636,80 EUR ; de gebudgetteerde en werkelijk ontvangen gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen voor het jaar 2008 bedraagt 2 350 000 EUR ; voor het boekjaar 2008 werd ook een gemeentelijke bijdrage in de investeringen ontvangen van 125 000 EUR ;
Het komt de gemeenteraad toe : Kennis te nemen van voorgelegde jaarrekening en eventueel opmerkingen te formuleren. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : de wet van 8 juli 1976 op het OCMW het decreet van de Vlaamse Regering van 17 december 1997 betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van het OCMW het ministerieel besluit van 20 juni 2001 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van het OCMW Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; BESLUIT : Artikel 1 Neemt kennis van de jaarrekening 2008 van het OCMW die als volgt werd vastgesteld in de raad van het OCMW van 2 juli 2009 :
het geconsolideerd balanstotaal bedraagt 23 185 197,42 EUR ; het resultaat van de jaarrekening 2008 bedraagt een negatief boekhoudkundig resultaat van 2 442 185,65 EUR ; de berekende gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen voor het jaar 2007 bedraagt 2 179 636,80 EUR ; de gebudgetteerde en werkelijk ontvangen gemeentelijke bijdrage in de werking en de aflossingen voor het jaar 2008 bedraagt 2 350 000 EUR ; voor het boekjaar 2008 werd ook een gemeentelijke bijdrage in de investeringen ontvangen van 125 000 EUR ;
Artikel 2 Formuleert geen opmerkingen. 22.Jaarverslag 2008. Goedkeuring. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijke als juridisch: Volgens artikel 96 van de nieuwe gemeentewet bevat het verslag een synthese van het ontwerp van budget. Het beschrijft bovendien het algemeen en financieel beleid van de gemeente, geeft een overzicht van de toestand van het bestuur en van de gemeentezaken en verschaft eventueel andere nuttige informatie. Het jaarverslag is in de eerste plaats bestemd voor de beleidsverantwoordelijken zelf en is een hulpmiddel om inzicht te verwerven in het slagen of falen van de werking van de gemeente in het verleden en om hieruit de nodige conclusies te trekken voor het toekomstig beheer.
In de tweede plaats moet het jaarverslag een informatiebron zijn voor de bevolking en geïnteresseerde derden. De openbaarheid van bestuur is er in elk geval mee gebaat. Het jaarverslag moet aan de gemeenteraad worden voorgelegd vóór de beraadslaging over het budget. Dat betekent niet noodzakelijk dat beide documenten in dezelfde vergadering van de gemeenteraad moeten worden behandeld. Het jaarverslag handelt over het dienstjaar waarvoor de laatste rekening werd opgemaakt, nl. 2008. Jaarverslag en rekening bieden dus aanknopingspunten en kunnen het best in dezelfde gemeenteraadszitting behandeld worden. Het jaarverslag wordt zo naast het budget, de rekening en het meerjarig beleidsplan een belangrijk beleidsdocument dat de eenjarigheid van het budget en rekening doorbreekt en het gemeentelijk beheer in een ruimer tijdsperspectief plaatst. De opmaak van het jaarverslag werd afgestemd op de structuur van het meerjarenplan 2008-2013: het Haps (Harelbeke plant samen). Het is de bedoeling om voortaan ook via het jaarverslag de vooruitgang van het beleidsplan in de verschillende beleidsdomeinen zichtbaar te maken. Om deze redenen; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Na beraadslaging in openbare zitting; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen; BESLUIT : Artikel 1: Neemt kennis van het jaarverslag over het bestuur en de toestand van de gemeentezaken 2008 en keurt dit verslag goed. 23.Vaststelling dienstjaarrekening 2008, bijlagen en kasverslag per 31 december 2008. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: art. 171 en 174 van het gemeentedecreet; De raad neemt kennis van het ontwerp van stadsrekening 2008 en haar bijlagen; Op voorstel van het College van Burgemeester en Schepenen en na beraadslaging in openbare zitting; Gaat over tot stemming over de vaststelling van de dienstjaarrekening 2008, waaraan 29 leden deelnemen; Met 26 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 0 onthoudingen voor wat de begrotingsrekening betreft; Met 26 stemmen voor, 3 stemmen tegen, 0 onthoudingen voor wat de balans betreft; Met 26 stemmen voor, 3 stemmen tegen en 0 onthoudingen voor wat de resultatenrekening betreft; BESLUIT : Art. 1 Stelt het ontwerp van de stadsrekening 2008 (begrotingsrekening, balans, resultatenrekening) en haar bijlagen vast met de hiernavolgende cijfergegevens.
1. Begrotingsrekening 2008 GEWONE DIENST 1. Rechten tvv de gemeente vastgesteld - Onverhaalbare en oninvorderbare bedragen Totaal netto vastgestelde rechten - Vastgelegde uitgaven Begrotingsresultaat van het dienstjaar 2. Netto vastgestelde rechten - Aanrekeningen Boekhoudkundig resultaat v/h dienstjaar over te dragen naar volgend dienstjaar 3. Vastgelegde uitgaven - Aanrekeningen Naar het volgend dienstjaar over te dragen vastleggingen
BUITENGEWONE DIENST
43.409.185,30 0,00
7.426.241,61 0,00
43.409.185,30 31.617.194,19 11.791.991,11 43.409.185,30 30.721.125,58 12.688.059,72
7.426.241,61 16.711.492,36 -9.285.250,75 7.426.241,61 5.181.691,87 2.244.549,74
31.617.194,19 30.721.125,58 896.068,61
16.711.492,36 5.181.691,87 11.529.800,49
2. Balans en resultatenrekening 2.1. Balans per 31 december 2008 Vast activa Vlottende activa Totale activa
122.757.319,77 Eigen vermogen 20.458.182,45 Schulden 143.215.502,22 Totale passiva
119.437.649,58 23.777.852,64 143.215.502,22
2.2. Resultatenrekening per 31 december 2008 Exploitatie boni - mali Uitzonderlijk boni-mali Boni - Mali van het dienstjaar
4.270.881,05 94.909,69 4.365.790,74
Art.2 De bepalingen betreffende de bekendmaking opgenomen in het opgeheven artikel 242 van de nieuwe gemeentewet worden verder toegepast. 24.Gemeentelijk gebruiks-, tarief en retributiereglement. Aanpassing. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Het gemeentelijk retributiereglement werd in de gemeenteraadszitting van 17 december 2007 hervastgesteld tot en met 31 december 2012. Bij beslissingen van 22 december 2008, 9 maart 2009 en 11 mei 2009 werd het reglement op bepaalde punten gewijzigd. Ingevolge de recente aankoop door de stad van het programma Recreatex, het systeem dat gebruikt wordt voor het zaal- en materiaalbeheer, ware het aangewezen éénzelfde gebruiks- en retributiereglement te hanteren bij de verhuring van materialen via het stadsdepot, de sportdienst en het cultureel centrum Het Spoor.
Daartoe dienen de volgende rubrieken van het gemeentelijk gebruiks-, tarief- en retributiereglement te worden gewijzigd: - Rubriek 7. Retributie gebruik van verkeerssignalisatie. - Rubriek 8. Retributie gebruik materieel feestelijkheden. - Rubriek 30. Tarieven gebruik sportmateriaal. - Rubriek 34. Tarieven en reglementen gebruik stedelijke culturele infrastructuur. De voorgesteld aanpassingen zijn billijk en laten toe de mogelijkheden van het Recreatex-systeem efficiënt te benutten. De voorliggende wijzigingen werd onderworpen aan advies van de adviesraden. Volgende adviesraden hebben gereageerd en hebben als volgt geadviseerd : De raad van bestuur van de stedelijke infrastructuur : gunstig (brief van 11.06.2009). De sportraad : gunstig (brief van 22.06.2009). Gezien deze adviezen gunstig zijn dient er niet nader op te worden geantwoord. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : - het Gemeentedecreet (GD) , inzonderheid art. 42 en art. 186; - het Decreet van 13.07.2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid ; - Het Decreet van 09.03.2007 op het sport voor allen beleid houdende de erkenning van de gemeentelijke sportdiensten ; Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : ARTIKEL 1: Rubriek 7 "Retributie gebruik van verkeerssignalisatie" wordt vervangen door volgende tekst: Voor het gebruik van verkeerssignalisatie, inclusief pinklichten, en nadarafsluiting door privaatpersonen en/of firma’s wordt – behalve indien deze zaken dienen gebruikt voor feestelijkheden waarvoor een andere regeling geldt (zie hieronder) – een retributie, inclusief waarborg, gevraagd zoals hieronder vermeld: Materieel Nadar Pinklichten Signalisatieborden
huur/dag/st vanaf de 4de dag Waarborg 2,50 EUR 2,50 EUR st. 2,50 EUR 25 EUR st. 2,50 EUR 25 EUR st.
Het vermoedelijke bedrag van de retributie dient geconsigneerd op het ogenblik van de afhaling. De eindafrekening geschiedt na terugbrenging van het materieel. Het teveel betaalde bedrag wordt door de stadsontvanger binnen de maand terugbetaald door middel van een postassignatie of door overschrijving op een aangeduide rekening. Het te weinig betaalde bedrag dient betaald binnen de maand na toezending van de te betalen rekening. Het materieel wordt principieel opgehaald door de aanvrager.
Indien de verkeerssignalisatie door stadsdiensten dient ter plaatse gebracht of teruggehaald wordt telkens een forfaitair bedrag van 25 EUR aangerekend. Indien de nodige signalisatie bij werken, hindernissen of andere verkeersbelemmeringen niet wordt geplaatst, geschiedt de plaatsing door de politiediensten met toepassing van huidige retributie. De waarborg wordt terugbetaald bij de terugbezorging van het materieel in dezelfde toestand als het ter beschikking werd gesteld. Eventuele schade wordt van de borg afgehouden. Vrijstelling van huur : gebruik van materialen door privaatpersonen voor de eerste 3 dagen. ARTIKEL 2: Rubriek 8 "Retributie gebruik materiaal feestelijkheden" wordt vervangen door volgende tekst: 8. Gebruiks- en retributiereglement feestmaterialen Art. 1 Het stadsbestuur stelt diverse feestmaterialen ter beschikking als ondersteuning van socio-culturele activiteiten en het Harelbeekse verenigingsleven. Art. 2 - Gebruikerscategorieën Voor de toepassing van dit reglement worden volgende gebruikerscategorieën onderscheiden : 1. Gratis gebruikers - stadsbestuur & OCMW Harelbeke - personeelskring stadsbestuur, verzelfstandigde agentschappen en gemeentelijke vzw’s van de stad, politiezone Gavers - erkende adviesraden - feestcomités Harelbeke, Bavikhove, Hulste, Stasegem, Eiland en Zandberg - Harelbeekse scholen (voor max. 3 pedagogische/schoolse activiteiten per kalenderjaar en op voorwaarde dat de aanvraag gebeurt door de directie, vanaf de 4e activiteit/aanvraag vallen ze onder cat. 2) - andere gemeentebesturen, in het kader van de wederzijdse uitwisseling van materialen (uitgezonderd de podiumwagen waarvoor ze onder cat. 3 vallen) 2. Occasionele en erkende Harelbeekse verenigingen 3. Niet-Harelbeekse verenigingen en scholen, op voorwaarde dat het feestmateriaal op Harelbeeks grondgebied gebruikt wordt. Art. 3 – Huurtarieven en waarborg De tarieven van huur en waarborg voor de respectievelijke materialen en gebruikerscategorieën worden vastgelegd als volgt en gelden telkens per stuk : omschrijving Podiumwagen* (enkel gebruik in Harelbeke) Sanitaire wagen* (enkel gebruik in Harelbeke) Podium 8x8 Podium 6x4 Partytenten Tafel Stoel
aantal
cat. 1
cat. 2
cat. 3
waarborg
1
-
€
200,00 €
300,00 €
1.000,00 €
1
-
€
75,00 €
112,50 €
500,00 €
1 2 2 70 450
-
€ € € € €
25,00 € 15,00 € 15,00 € 5,00 € 0,30 €
37,50 € 22,50 € 22,50 € 7,50 € 0,45 €
125,00 € 125,00 € 25,00 € 5,00 € 1,00 €
Vlag Vlaggenmast Werfkast Halogeen Halogeenstaander Standpijp (incl. 2 m³ waterverbruik) Nadarafsluiting Partytafel Schavotje Borden voor wielertoeristen
50 15 3 10 3
-
€ € € € €
0,30 € 0,30 € 15,00 € 3,00 € 3,00 €
0,45 € 0,45 € 22,50 € 4,50 € 4,50 €
2,50 € 2,50 € 25,00 € 2,50 € 5,00 €
3
-
€
15,00 €
22,50 €
25,00 €
-
€
-
-
2,50 €
-
€ €
5,00 € 5,00 €
7,50 € 7,50 €
10,00 € 25,00 €
-
€
1,00 €
1,50 €
50,00 €
1250 m 10 1 1
€
€
* : enkel door andere gemeentebesturen kunnen de podiumwagen en de sanitaire wagen buiten het Harelbeeks grondgebied gebruikt worden. Het betalen van waarborg is voor alle gebruikers een absolute voorwaarde. Ook indien het materiaal gratis kan gebruikt worden dient een waarborg betaald te worden, behalve bij gebruik door stadsbestuur, personeelskring stadsbestuur, verzelfstandigde agentschappen en gemeentelijke vzw’s van de stad, politiezone Gavers, gemeentelijke onderwijs, OCMW en erkende adviesraden. Het maximale bedrag van de waarborgsom wordt geplafonneerd op 1.500 € indien gebruik gemaakt wordt van de podiumwagen en de sanitaire wagen en op 300 € indien deze niet gebruikt worden. Waarborg en huur dienen 1 maand voor de activiteit gestort op de aangeduide rekening. Het niet (tijdig) betalen betekent de automatische annulering van de aanvraag. Bij laattijdige of dringende aanvragen dienen waarborg en huur onmiddellijk na de aanvraag betaald te worden via bankcontact op de administratie van het stadsdepot. Art. 4 - Huur- en gebruikstermijn Alle bovenstaande tarieven gelden per begonnen termijn van 3 volle gebruiksdagen, behalve voor de podiumwagen die per dag verhuurd wordt. Art. 5 - Vervoer, levering en ophalen van het materiaal Het materiaal kan op Harelbeeks grondgebied ter plaatse gebracht en terug opgehaald worden door de stadsdiensten. Hiervoor wordt een forfaitaire kost van 25 € aangerekend. De ondergetekende aanvrager of zijn afgevaardigde is bij de levering en ophaling aanwezig teneinde een tegensprekelijke controle uit te voeren van de materialen en wordt een ontvangstbewijs getekend. Indien betrokkene afwezig blijft op het afgesproken tijdstip, worden alle materialen geacht in perfecte staat afgeleverd te zijn en blijven alle reglementen van toepassing. De aanvrager gaat zelf na of de plaats van levering voldoende bereikbaar is met een vrachtwagen. In ieder geval en inzonderheid bij levering van de podium- en de sanitaire wagen dient naast en boven de vrachtwagen voldoende vrije ruimte ter beschikking te zijn. Het stadsbestuur kan op geen enkel moment verantwoordelijk gesteld worden indien niet aan deze voorwaarden werd voldaan. Bij ophaling zorgt de aanvrager ervoor dat alle materialen in onberispelijke staat verkeren en desgevallend correct gestapeld zijn. De eventuele kosten voor het herstapelen en de extra schoonmaak door het stadsbestuur worden afgehouden van de waarborg. Het materiaal mag de plaats van levering niet verlaten en ook onderverhuur is niet toegestaan. In ieder geval blijft de aanvrager verantwoordelijk. De aansluitingen, watervoorziening en rioolafvoer van de sanitaire wagen zijn ten laste van de gebruiker.
Art. 6 - Vaststelling schade Indien bij ophalen van het materiaal schade vastgesteld wordt, signaleert de verantwoordelijke dienst dit zo vlug mogelijk aan de aanvrager. De omvang van de schade wordt bepaald waarna een voorstel van minnelijke schikking volgt. Indien dit voorstel niet aanvaard wordt, spreekt het College van Burgemeester en Schepenen zich uit over het schadedossier. In elk geval wordt de betaalde waarborgsom ingehouden tot bovenstaande procedure doorlopen is. Art. 7 – Aanvraag en bevestiging De aanvraag tot het gebruik van het feestmateriaal gebeurt bij voorkeur via het invulformulier op de website of via e-mail
[email protected] of wordt gericht aan Stadsbestuur Harelbeke - t.a.v. administratie stadsdepot Marktstraat 29 8530 Harelbeke De mogelijkheid wordt geboden om een optie van 1 week te nemen. Zonder definitieve aanvraag vervalt de optie automatisch na 7 dagen. Alle materialen kunnen maximum 12 maanden voor een activiteit aangevraagd en vastgelegd worden. De aanvrager ontvangt uiterlijk binnen een termijn van 10 werkdagen een reactie en de bevestiging of het gevraagde materiaal al dan niet ter beschikking is. Art. 8 - Annuleringskost Bij annulering binnen de onderstaande termijnen wordt een percentage van de huurkost afgehouden van de betaalde waarborgsom. Bij annulering binnen de week voor de activiteit : 75% van de huurprijs Bij annulering binnen de 2 weken voor de activiteit : 50 % van de huurprijs Bij annulering binnen de 3 maand voor de activiteit : 25 % van de huurprijs Art. 9 – Overmacht Indien een activiteit omwille van overmacht niet kan plaatsvinden, kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen om de huurprijs geheel of gedeeltelijk te laten vallen. Art. 10 - Verzekering, verantwoordelijkheid en veiligheid De ondergetekende aanvrager of verantwoordelijke dient volgende verplichtingen na te leven bij het gebruik van het materiaal : gebruik en in bewaring houden van het materiaal volgens het principe van de goede huisvader alle verantwoordelijkheid opnemen bij eventuele ongevallen die hierdoor zowel stoffelijke als lichamelijke schade aan derden kunnen veroorzaken zorgen voor eventuele verlichting of signalisatie een verzekering afsluiten inzake burgerlijke verantwoordelijkheid tegenover derden voor de voorbereidingen, de activiteit zelf en alle nawerken, dit ook ter ontlasting van de verantwoordelijkheid van de stad Harelbeke ARTIKEL 3: Rubriek 30 "Tarieven gebruik sportmateriaal" wordt vervangen door volgende tekst: 30. Gebruiks- en retributiereglement sportmaterialen en volksspelen Art. 1 Het stadsbestuur stelt diverse sportmaterialen en volksspelen ter beschikking als ondersteuning van socio-culturele activiteiten en het Harelbeekse verenigingsleven.
Art. 2 - Gebruikerscategorieën Voor de toepassing van dit reglement worden volgende gebruikerscategorieën onderscheiden : 1. Gratis gebruikers - stadsbestuur & OCMW Harelbeke - personeelskring stadsbestuur, verzelfstandigde agentschappen en gemeentelijke vzw’s van de stad, politiezone Gavers - erkende adviesraden - feestcomités Harelbeke, Bavikhove, Hulste, Stasegem, Eiland en Zandberg - Harelbeekse scholen (voor max. 3 pedagogische/schoolse activiteiten per kalenderjaar en op voorwaarde dat de aanvraag gebeurt door de directie, vanaf de 4e activiteit/aanvraag vallen ze onder cat. 2) - andere gemeentebesturen, in het kader van de wederzijdse uitwisseling van materialen. 2. Feitelijke en erkende Harelbeekse verenigingen 3. Niet-Harelbeekse verenigingen en scholen 4. Harelbeekse privé-gebruikers 5. Niet-Harelbeekse privé-gebruikers Art. 3 – Huurtarieven en waarborg De tarieven van huur en waarborg voor de respectievelijke materialen en gebruikerscategorieën worden vastgelegd als volgt en gelden telkens per stuk : SPORTMATERIAAL omschrijving schaak- of damspel dik trektouw stokken discussen in rubber petanque kriketspel korfbalmand (set) kogels (kogelstoten) minidoelen hartslagmeter grote digitale chronometer VOLKSSPELEN omschrijving mannetjesspel sjoelbak toptafel pierbol vogelpik tafelkegelspel kegelen trou madam tonspel krulbolspel schuiftafel
Cat. 1 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €
Cat. 2 3,00 € 1,00 € 1,00 € 1,00 € 1,00 € 3,00 € 3,00 €
Cat. 3 4,50 € 1,50 € 1,50 € 1,50 € 1,50 € 4,50 € 4,50 €
Cat. 4 3,75 € 1,25 € 1,25 € 1,25 € 1,25 € 3,75 € 3,75 €
Cat. 5 6,00 € 2,00 € 2,00 € 2,00 € 2,00 € 6,00 € 6,00 €
waarborg 50,00 € 50,00 € 5,00 € 5,00 € 10,00 € 10,00 € 50,00 €
0,00 €
1,00 €
1,50 €
1,25 €
2,00 €
5,00 €
0,00 € 0,00 €
10,00 € 3,00 €
15,00 € 4,50 €
12,50 € 3,75 €
20,00 € 6,00 €
100,00 € 50,00 €
0,00 €
40,00 €
50,00 €
Cat. 1 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 € 0,00 €
Cat. 2 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 € 3,00 €
Cat. 3 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 € 4,50 €
250,00 €
Cat. 4 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 € 3,75 €
Cat. 5 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 € 6,00 €
waarborg 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 € 20,00 €
gaaibolspel hamertjesspel pagschieten schietbak stelten (lage) stelten (hoge) hoefijzers ringsteken knikkerhuisje schuifbak shave a penny uilebolling eggeschieten dopspel billard nicolas klimbak
0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00
€ € € € € € € € € € € € € € € €
3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00 3,00
€ € € € € € € € € € € € € € € €
4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50 4,50
€ € € € € € € € € € € € € € € €
3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75 3,75
€ € € € € € € € € € € € € € € €
6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00 6,00
€ € € € € € € € € € € € € € € €
20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00 20,00
€ € € € € € € € € € € € € € € €
Het betalen van waarborg is voor alle gebruikers een absolute voorwaarde. Ook indien het materiaal gratis kan gebruikt worden dient een waarborg betaald te worden, behalve bij gebruik door stadsbestuur, verzelfstandigde agentschappen en gemeentelijke vzw’s van de stad, politiezone Gavers, gemeentelijk onderwijs, OCMW en erkende adviesraden. Het maximale bedrag van de waarborgsom wordt geplafonneerd op 300 €. De waarborg en huur dient 1 maand voor de activiteit gestort op de aangeduide rekening. Het niet (tijdig) betalen van de waarborg betekent de automatische annulering van de aanvraag. Bij laattijdige of dringende aanvragen dienen waarborg en huur onmiddellijk na de aanvraag betaald te worden via bankcontact op de sportdienst. Art. 4 - Huur- en gebruikstermijn Alle bovenstaande tarieven gelden per begonnen termijn van 3 volle gebruiksdagen. Art. 5 - Afhalen en terugbrengen van het materiaal Het materiaal moet door de gebruiker zelf afgehaald en teruggebracht worden. Vanuit het stadsbestuur wordt geen vervoer van het materiaal voorzien. De ondergetekende aanvrager of zijn afgevaardigde voert bij de afhaling een tegensprekelijke controle van de materialen uit en tekent een ontvangstbewijs waarin hij verklaart de materialen in goede staat ontvangen te hebben Bij het terugbrengen zorgt de aanvrager ervoor dat alle materialen in onberispelijke staat verkeren. Art. 6 - Vaststelling schade Indien bij het terugbrengen van het materiaal schade vastgesteld wordt, wordt de omvang van de schade vastgesteld door de sportdienst waarna een voorstel van minnelijke schikking volgt. Indien dit voorstel niet aanvaard wordt, spreekt het College van Burgemeester en Schepenen zich uit over het schadedossier. In elk geval wordt de betaalde waarborgsom ingehouden tot bovenstaande procedure doorlopen is. Art. 7 – Aanvraag en bevestiging De aanvraag tot het gebruik van het sportmateriaal en volksspelen gebeurt bij voorkeur via e-mail
[email protected] of
[email protected] of wordt gericht aan Stadsbestuur Harelbeke - t.a.v. administratie sportdienst Marktstraat 29 8530 Harelbeke
De mogelijkheid wordt geboden om een optie van 1 week te nemen. Zonder definitieve aanvraag vervalt de optie automatisch na 7 dagen. Alle materialen kunnen maximum 12 maanden voor een activiteit aangevraagd en vastgelegd worden. De aanvrager ontvangt uiterlijk binnen een termijn van 10 werkdagen een reactie en de bevestiging of het gevraagde materiaal al dan niet ter beschikking is. Art. 8 - Annuleringskost Bij annulering binnen de onderstaande termijnen wordt een percentage van de huurkost afgehouden van de betaalde waarborgsom. Bij annulering binnen de week voor de activiteit : 75% van de huurprijs Bij annulering binnen de 2 weken voor de activiteit : 50 % van de huurprijs Bij annulering binnen de 3 maand voor de activiteit : 25 % van de huurprijs Art. 9 – Overmacht Indien een activiteit omwille van overmacht niet kan plaatsvinden, kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen om de huurprijs geheel of gedeeltelijk te laten vallen. Art. 10 - Verzekering, verantwoordelijkheid en veiligheid De ondergetekende aanvrager of verantwoordelijke dient volgende verplichtingen na te leven bij het gebruik van het materiaal : gebruik en in bewaring houden van het materiaal volgens het principe van de goede huisvader alle verantwoordelijkheid opnemen bij eventuele ongevallen die hierdoor zowel stoffelijke als lichamelijke schade aan derden kunnen veroorzaken een verzekering afsluiten inzake burgerlijke verantwoordelijkheid tegenover derden voor de voorbereidingen, de activiteit zelf en alle nawerken, dit ook ter ontlasting van de verantwoordelijkheid van de stad Harelbeke ARTIKEL 4: Onder rubriek 34 "Tarieven en reglementen gebruik stedelijke culturele infrastructuur" de tekst met betrekking tot het afhuren van technisch materiaal + vast materiaal vervangen door volgende tekst: Afhuren technisch materiaal + vast materiaal: Art. 1 - Gebruikerscategorieën Voor de toepassing van dit reglement worden volgende gebruikerscategorieën onderscheiden: 1. Gratis gebruikers - stadsbestuur & OCMW Harelbeke - personeelskring stadsbestuur, verzelfstandigde agentschappen en gemeentelijke vzw's van de stad, politiezone Gavers - erkende adviesraden - feestcomités Harelbeke, Bavikhove, Hulste, Stasegem, Eiland en Zandberg - Harelbeekse scholen (voor max. 3 pedagogische/schoolse activiteiten per kalenderjaar en op voorwaarde dat de aanvraag gebeurt door de directie, vanaf de 4e activiteit/aanvraag vallen ze onder cat. 2) - andere gemeentebesturen, in het kader van de wederzijdse uitwisseling van materialen. 2. Feitelijke en erkende Harelbeekse verenigingen 3. Niet-Harelbeekse verenigingen en scholen 4. Harelbeekse privégebruikers 5. Niet-Harelbeekse privégebruikers
Omschrijving - Beamer - Lichtorgel (computergestuurd) - Belichting projector halogeen - Geluidmengtafel + boxen Aula - Filmdoek (groot) - Piano - Elektrische piano - Kleine klankinstallatie (basis 2 boxen-2 micro’s) - DVD-speler - Video-speler - Overheadprojector - Kl filmscherm - Diaprojector
Cat 1 0,00 € 0,00€
Cat 2 30,00€ 25,00€
Cat 3 45,00 € 37,50€
Cat 4 37,50€ 31,25€
Cat 5 60,00€ 50,00€
0,00€
25,00€
37,50€
31,25€
50,00€
0,00€
25,00€
37,50€
31,25€
50,00€
0,00€ 0,00€ 0,00€ 0,00€
25,00€ 65,00€ 15,00€ 2,00€
37,50€ 97,50€ 22,50€ 3,00€
31,25€ 81,25€ 18,75€ 2,50€
50,00€ 130,00€ 30,00€ 4,00€
0,00€ 0,00€ 0,00€ 0,00€ 0,00€
2,00€ 2,00€ 2,50€ 5,00€ 2,00€
3,00€ 3,00€ 3,75€ 7,50€ 3,00€
2,50€ 2,50€ 3,13€ 6,25€ 2,50€
4,00€ 4,00€ 5,00€ 10,00€ 4,00€
Stemmen piano is voor rekening van de gebruiker. Keukenmateriaal: Omschrijving - Warme luchtoven - koffieperculator (1stuk) (90 tassen) - koffieperculator (3stuks) (60 tassen) - Receptieglazen (bak 15 glazen) - Handdoeken
Cat 1 0,00 € 0,00€
Cat 2 65,00€ 2,50€
Cat 3 97,50€ 3,75€
Cat 4 81,25€ 3,13€
Cat 5 130,00€ 5,00€
0,00€
2,00€
3,00€
2,50€
4,00€
0,00€
1,25€
1,88€
1,56€
2,50€
0,00€
0,75€
1,13€
0,94€
1,50€
ARTIKEL 5: Onder rubriek 34 "Tarieven en reglementen gebruik stedelijke culturele infrastructuur" wordt met betrekking tot de drankverkoop in de feestzalen van de diverse culturele centra de prijs voor CO² verhoogd naar 5,20 euro per vat. ARTIKEL 6: Deze beslissing dient bekend te worden gemaakt overeenkomstig art. 186 GD. Ze heeft uitwerking op het ogenblik van de bekendmaking, uitgezonderd: a. voor wat betreft aanvragen die dateren van vóór de inwerkingtreding van dit reglement. Op deze aanvragen blijven de alsdan geldende regels toepasselijk; b. voor wat betreft de ingevoerde categorie van de gratis gebruikers, categorie die uitwerking heeft op 01.05.2009. en waarbij b. primeert op a. ARTIKEL 7: Afschrift van deze beslissing zal worden toegezonden aan de provinciegouverneur.
25.Belasting op de economische entiteiten. Aanslagjaar 2008-2012. Wijziging. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : De gemeenteraad heeft op 17 december 2007 de belasting op de economische entiteiten voor het aanslagjaar 2008 tot en met het aanslagjaar 2012 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist een verderzetting van deze belasting. Het college stelt voor Artikel 4 derde lid uit te breiden op met volgende bijkomende vrijstelling : - “Komen niet in aanmerking en dienen dienvolgens niet aangegeven te worden : de verharde en daartoe speciaal ingerichte en gebruikte parkeerplaatsen, dienstig voor het parkeren van personeel, klanten en bezoekers van de afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging genoemd in art. 2. Het college wenst daarmee een evenwicht te bereiken in de bijdrage van de particulieren en de bedrijven in de gemeentelijke milieufiscaliteit. De gemeenteraad maakt zich deze motivatie eigen. De raad is ook van oordeel dat deze beslissing in overeenstemming is met het lokaal pact van 01-02-2008 en dat deze beslissing de toestand van de gemeentelijke financiën niet in het gedrang brengt. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : - Het gemeentedecreet, inzonderheid art. 42 en 43 §2.15°; - Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; - Het besluit van de Vlaamse Executieve d.d. 06 februari 1991, houdende vaststellingen van het Vlaamse Reglement betreffende de milieuvergunning “VLAREM” genoemd. Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 24 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 5 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1 : Artikel 4 derde lid van het belastingsreglement op de economische entiteiten, dienstjaar 2008 – 2012, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 17.12.2007 wordt vervangen door volgende tekst die het nieuwe derde lid van dit artikel 4 uitmaakt : “Komen niet in aanmerking en dienen dienvolgens niet aangegeven te worden : de verharde en daartoe speciaal ingerichte en gebruikte parkeerplaatsen, dienstig voor het parkeren van personeel, klanten en bezoekers van de afzonderlijke activiteitskern of bedrijfsvestiging genoemd in art. 2. de oppervlakte van groenzones de braakliggende gronden de woning van de bedrijfsleider of de beoefenaar van het vrij beroep. de onbebouwde hofplaats.
de oppervlakte van het waterzuiveringstation”
Artikel 2 : Deze beslissing treedt in werking op 01.01.2009. Artikel 3 : Dit besluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig art. 253 van het gemeentedecreet. 26.Algemene milieubelasting gezinnen. Aanslagjaar 2008-2012. Wijziging. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : De gemeenteraad heeft op 17 december 2007 de algemene milieubelasting gezinnen voor het aanslagjaar 2008 tot en met het aanslagjaar 2012 vastgesteld. De financiële toestand van de gemeente vereist een verderzetting van deze belasting. Het schepencollege stelt voor Artikel 4b van het huidige belastingreglement dat voor een aantal belastingplichtigen een tarief van 27,50 EUR voorzag, te vervangen door een vrijstelling voor dezelfde categorieën zoals opgenomen in beschikkend gedeelte hieronder. Het college wenst daarmee een evenwicht te bereiken in de bijdrage van de particulieren en de bedrijven in de gemeentelijke milieufiscaliteit. De gemeenteraad maakt zich deze motivatie eigen. De raad is ook van oordeel dat deze beslissing in overeenstemming is met het lokaal pact van 01-02-2008 en dat deze beslissing de toestand van de gemeentelijke financiën niet in het gedrang brengt. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : - Het gemeentedecreet, inzonderheid art. 42 en 43 §2.15°; - Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van Provincie- en Gemeentebelastingen; - De wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen; Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor,0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1 : Artikel 4b van het belastingsreglement van de algemene milieubelasting gezinnen, dienstjaar 2008 – 2012, vastgesteld bij besluit van de gemeenteraad van 17.12.2007 wordt vervangen door volgende tekst die het nieuwe artikel 4b uitmaakt:
De gezinnen worden vrijgesteld van de belasting, indien een gezinslid op 01 januari van het aanslagjaar voorkomt in het bestand van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid en tegelijkertijd recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming van de verzekering voor geneeskundige verzorging in toepassing van het K.B. van 16 april 1997 voor volgende categorie: 001 002 003 004 005 006
Weduwnaars en weduwen, invaliden, gepensioneerden en (volle) wezen (m.a.w de oude WIGW-categorieën) Gerechtigden op bestaansminimum en personen die steun ontvangen van een OCMW die geheel of gedeeltelijk ten laste wordt genomen door de federale staat Gerechtigden op het gewaarborgd inkomen voor bejaarden of het recht op rentebijslag behouden of inkomensgarantie voor ouderen Gerechtigden aan wie een tegemoetkoming aan gehandicapten wordt verleend Kinderen die recht hebben op verhoogde kinderbijslag (regeling loonarbeiders en zelfstandigen) Gerechtigden die ten minste 50 jaar zijn en sedert tenminste één jaar de hoedanigheid van volledig werkloze hebben als bedoeld in de werkloosheidreglementering
Artikel 2 : Deze beslissing treedt in werking op 01.01.2010. Artikel 3 : Dit besluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet. Het zal voor kennisgeving aan de provinciegouverneur worden toegestuurd overeenkomstig art. 253 van het gemeentedecreet. 27.Dagelijks bestuur. Opheffing van de beslissing van 10 september 2007 en hervaststelling. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : Op 10.09.2007 omschreef de gemeenteraad, in toepassing van het gemeentedecreet in zijn toenmalige redactie, het begrip dagelijks bestuur in het kader van de wetgeving overheidsopdrachten (art. 1), de patrimoniale verrichtingen (art. 2), de vrijstelling van visum van de ontvanger/de financieel beheerder (art. 3). Inmiddels werd het zesde reparatiedecreet bij het gemeentedecreet (D. van 23.01.2009) in het Staatsblad van 04.02.2009 gepubliceerd. Ingevolge Besluit van de Vlaamse regering (BVR) van 03.04.2009 (Staatsblad van 29.04.2009) treden volgende wijzigingen met volgend gevolg op het huidig reglement in werking op 01.07.2009 : -
-
Vanaf 01.07.2009 is het college ingevolge art. 58 lid 4 van het GD van rechtswege bevoegd voor het goedkeuren van bestek, raming en gunningswijze, ongeacht de dienst waarop de kredieten zijn voorzien, voor zover dwingende en onvoorziene omstandigheden dit noodzaken. Deze nieuwe bepaling verantwoordt de opheffing van art. 1, 3. van het reglement van 10.09.2007 dat een gelijkaardige bepaling inhoudt. In de praktijk zal er ter zake qua bevoegdheden van het college niets veranderen. Vanaf 01.07.2009 speelt qua bevoegdheidsverdeling tussen college en raad inzake daden van beschikking het begrip dagelijks bestuur geen rol meer. Daden van
beschikking over roerende goederen komen dan van rechtswege aan het college toe. Daden van beschikking inzake onroerende goederen komen dan aan de raad toe, tenzij ze nominatief in het budget zijn vermeld. Deze nieuwe regeling verantwoordt de opheffing van het gehele art. 2 van het reglement van 10.09.2007 dat bevoegdheidsverdelende regels inzake daden van beschikking tussen raad en college inhoudt en deze koppelt aan het begrip dagelijks bestuur. De volledige schrapping van art. 2 van het reglement van 10.09.2007 wordt ook gemotiveerd door het feit dat de ontvanger/de financieel beheerder van rechtswege bevoegd is in het kader van het thesauriebeheer thesaurievoorschotten op te nemen en kasfaciliteiten aan te gaan (Wijzigingsdecreet 2009, memorie van toelichting, Vlaams Parlement, stuk 1946, nr. 1 (2008-2009), p. 14), waardoor in een gemeentelijk reglement terzake niets meer mag/moet worden geregeld. De gemeenteraad moet ook niet langer algemene regels stellen i.v.m. de aan het college van rechtswege toekomende daden van beheer. De inwerkingtreding per 01.07.2009 van het zesde wijzigingsdecreet en de schrapping van het aangehaalde artikel heeft voor gevolg dat alle daden van beschikkingen betreffende onroerende goederen, ook deze om niet, opnieuw bevoegdheid van de gemeenteraad worden – tenzij ze nominatief in het budget zijn voorzien. Het bovenstaande zet er de gemeenteraad toe aan het gemeenteraadsbesluit van 10.09.2007 betreffende de vaststelling van het begrip dagelijks bestuur in zijn geheel op te heffen en te vervangen door het voorliggend reglement. De regels i.v.m. de vrijstelling van het visum van de ontvanger/financieel beheerder (art. 3 van het besluit van 10.09.2007) zullen worden opgenomen in een andere (volgende) beslissing, gezien de vrijstelling niet langer is gebonden aan de invulling van het begrip dagelijks bestuur. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : -
het gemeentedecreet zoals gewijzigd bij D. van 23.01.2009, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de art. 43, 160 par. 2 en 186 ; het BVR van 03.04.2009 houdende inwerkingtreding van voormeld D. van 23.01.2009 ;
Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1 : Met ingang van 01.07.2009 wordt de beslissing van de gemeenteraad van 10.09.2007 vastgesteld onder de hoofding “Implementatie van het gemeentedecreet. Vaststelling van het begrip dagelijks bestuur in het kader van de wetgeving overheidsopdrachten, de patrimoniale verrichtingen en het visum van de ontvanger. Vrijstelling van financiële verbintenissen van visum van de ontvanger” opgeheven en vervangen door volgende tekst. Art. 1 : Het dagelijks bestuur in het kader van de wetgeving overheidsopdrachten, bedoeld in artikel 43 § 2, 11° van het gemeentedecreet, omvat de hiernavermelde bevoegdheden :
1. het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen, en het vaststellen van de voorwaarden ervan, voor wat betreft de opdrachten te gunnen op de kredieten van de gewone dienst. Het begrip “gewone dienst” wordt vervangen door het begrip “exploitatiebudget” zodra dit het begrip “gewone dienst” vervangt. 2. het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen, en het vaststellen van de voorwaarden ervan, voor wat betreft de opdrachten te gunnen op de kredieten van de buitengewone dienst tot en met het bedrag 5.500 euro excl. BTW. Het begrip “buitengewone dienst” wordt vervangen door het begrip “investeringsbudget” zodra dit het begrip “buitengewone dienst” vervangt. Indien bij de gunning blijkt dat het voormelde bedrag werd overschreden dient het bestek aan de gemeenteraad ter goedkeuring voorgelegd. Indien de raming groter was dan 5.500 euro maar bij de gunning blijkt dat het gunningsbedrag kleiner is of gelijk aan 5.500 euro blijft de bevoegdheid van de gemeenteraad onverlet. 3. De goedkeuring van de wijziging in de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten die door de gemeenteraad werden goedgekeurd tenzij dit gepaard gaat met een fundamentele conceptwijziging of indien de bijkomende uitgave meer dan 10% ten overstaan van het gunningbedrag bedraagt. Art. 2 : Bij de collegebeslissingen genomen in het kader van art. 1 hiervoor zal in de omschrijving van het dagordepunt worden aangegeven dat het een beslissing in het kader van het dagelijks bestuur betreft. Dit gebeurt door de vermelding : “beslissing in het kader van het dagelijks bestuur” in de omschrijving en door de verwijzing in het overwegend gedeelte (bij de opsomming van de toepasselijke regelgeving) naar de gemeenteraadsbeslissing waarmee art. 1 werd vastgesteld. Art. 3 : Deze beslissing geldt voor onbepaalde duur. Artikel 2 : Deze beslissing zal gemeentedecreet.
worden
bekendgemaakt
overeenkomstig
art.
186
van
het
28.Vrijstelling van financiële verbintenissen van visum van de ontvanger. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : Op 10.09.2007 omschreef de gemeenteraad ontvanger/de financieel beheerder (art. 3).
de
vrijstelling
van
visum
van
de
Inmiddels werd het zesde reparatiedecreet bij het gemeentedecreet (D. van 23.01.2009) in het Staatsblad van 04.02.2009 gepubliceerd. Ingevolge Besluit van de Vlaamse regering (BVR) van 03.04.2009 (Staatsblad van 29.04.2009) treedt de alternatieve regeling inzake vrijstelling van visum van voorgenomen financiële verbintenissen (het herschreven art. 160 par. 2) in werking. De invulling van de vrijstelling is daar niet langer gebonden aan het begrip dagelijks bestuur. De vrijstelling van het visum van de ontvanger/financieel beheerder vormde art. 3 van het bij raadsbeslissing van 13.07.2009 opgeheven reglement van 10.09.2007.
Uit de toepassing van dit art. 3 gedurende een tweetal jaar is gebleken dat de definiëring van de vrijstelling voldoet en enkel de referentie naar het begrip dagelijks bestuur dient geschrapt. Het bovenstaande zet er de gemeenteraad toe aan art. 3 van het opgeheven gemeenteraadsbesluit van 10.09.2007 te hernemen zonder de verwijzing naar het begrip dagelijks bestuur. De ontvanger gaf gunstig advies op 04.06.2009. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : -
het gemeentedecreet zoals gewijzigd bij D. van 23.01.2009, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de art. 160 par. 2 en 186 ; het BVR van 03.04.2009 houdende inwerkingtreding van voormeld D. van 23.01.2009 ;
Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1 : Uitgaven tot en met 5.500 euro gefinancierd via de gewone dienst zijn vrijgesteld van visum van de ontvanger/de financieel beheerder. Uitgaven van meer dan 5.500 euro moeten in ieder geval worden geviseerd. Om de waarde van de voorgenomen verbintenis van bepaalde duur te bepalen dient rekening gehouden te worden met de volledige mogelijke duurtijd van de verbintenis. Indien de verbintenis voor onbepaalde duur geldt moet, voor de berekening van de waarde van de verbintenis, een termijn van 48 maanden in acht worden genomen. Voor de bepaling van de waarde van de verbintenis worden geheven belastingen, zoals de belasting over de toegevoegde waarde, niet in rekening gebracht. Artikel 2 : Deze beslissing heeft uitwerking op 01.07.2009. overeenkomstig art. 186 van het gemeentedecreet.
Ze zal worden bekendgemaakt
29.Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Aanpassing ingevolge het decreet van 23 januari 2009 houdende wijziging van het gemeentedecreet. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : Het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad werd vastgesteld door de raad op 12.02.2007 en gewijzigd bij beslissing van 14.07.2008. Het decreet van 23.01.2009 tot wijziging van het gemeentedecreet (Belgisch Staatsblad van 04.02.2009) – wijzigingsdecreet grotendeels in werking getreden op 09.05.2009 of in werking tredend op 01.07.2009 (Besluit van de Vlaamse Regering van 03.04.2009,
Belgisch Staatsblad van 29.04.2009) - verplicht de gemeenteraad volgende wijzigingen of aanvullingen aan te brengen: Ingevolge artikel 18 van het decreet van 23.01.2009 (dat in werking treedt op 09.05.2009) dient in het huishoudelijk reglement artikel 7 par. 2 eerste lid een bijkomende zin toegevoegd gezien het decreet nu bepaalt dat, in spoedeisende gevallen, de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar dient gemaakt. Ingevolge artikel 19 van het decreet van 23.01.2009 (dat in werking treedt op 09.05.2009) dient in het huishoudelijk reglement artikel 13 par. 2 integraal te worden vervangen omdat het decreet nu voorziet dat – indien het quorum niet wordt gehaald en de raad niet geldig kan beraadslagen en stemmen – al bij de tweede oproeping geen quorum meer geldt en in dat geval voor de tweede oproeping in principe de gewone oproepingstermijn dient gehanteerd. Ingevolge artikel 21 van het decreet van 23.01.2009 (dat in werking treedt op 09.05.2009) dient aan artikel 6 van het huishoudelijk reglement een derde lid te worden toegevoegd dat de nieuwe bijkomende decretale tekst overneemt waaruit blijkt dat, als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, het punt wordt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad, behoudens in geval van dringende noodzakelijkheid waarbij de besloten vergadering, enkel met dat doel, kan worden onderbroken. Ingevolge artikel 24 van het decreet van 23.01.2009 (dat in werking treedt op 09.05.2009) dient in het huishoudelijk reglement artikel 33 par. 3 tweede lid en par. 4 te worden vervangen door een nieuwe tekst, gezien het decreet nu ten opzichte van de oorspronkelijke tekst van het gemeentedecreet voorziet dat – wanneer de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, de gemeenteraad kan beslissen om opmerkingen op het verslag toe te laten op de eerstvolgende vergadering (wat vroeger niet mogelijk was) – en het decreet nu ook een eigen regeling voorziet m.b.t. het opmaken van de notulen staande de vergadering (waar dit vroeger niet decretaal voorzien was). Ingevolge artikel 26 van het decreet van 23.01.2009 (dat in werking treedt op 01.07.2009) dient in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad – via de invoeging van een art. 29bis - uitdrukkelijk te worden bepaald dat voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten tot een afzonderlijke stemming wordt overgegaan. Ingevolge artikel 27 van het decreet van 23.01.2009 (dat in werking treedt op 09.05.2009) dient in artikel 35 par. 1 laatste lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad een laatste zin te worden toegevoegd waaruit blijkt dat ingeval sommige leden van een fractie zich als onafhankelijk raadslid opstellen of overgaan naar een andere fractie, deze raadsleden in de betrokken raadscommissie niet meer kunnen zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Ingevolge artikel 28 van het decreet van 23.01.2009 en artikel 146 en 147 van het gemeentedecreet dient in art. 9 par. 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad voorzien dat het meerjarenplan en de wijzigingen aan het meerjarenplan veertien dagen vóór de vergadering aan de raadsleden dienen te worden bezorgd. Ingevolge artikel 36, 2° van het decreet van 23.01.2009 (dat in werking treedt op 01.07.2009) dient in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad te worden bepaald hoe de notulen van het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraadsleden worden ter beschikking gesteld. Dit kan gebeuren door de opname van de bestaande praktijk, namelijk de publicatie via het intranet van de stad, intranet waartoe alle raadsleden via een computer toegang hebben. Ingevolge artikel 119 en 120 van het decreet van 23.01.2009 (die in werking treden op 01.07.2009) en die het verzoekschriftenrecht (aanvankelijk beperkt tot de gemeenteraad) verruimen tot alle organen van de gemeente dienen in het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad art. 41 en 42 herschreven.
Het college van burgemeester en schepenen stelt de gemeenteraad ook voor het presentiegeld met ingang van 01.01.2009 te indexeren in functie van de indexsprongen sedert 12.02.2007 en deze indexering vanaf 01.01.2009 van rechtswege te laten functioneren. De stadsontvanger heeft op 02.06.2009 het project van de voorliggende beslissing geviseerd. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : -
het gemeentedecreet inzonderheid de artikelen 40 en 186 ; het decreet van 23.01.2009 tot wijziging van het gemeentedecreet ; het besluit van 19.01.2007 betreffende het statuut van de lokale en provinciale mandataris, inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 16 ; het besluit van de Vlaamse regering van 03.04.2009 betreffende o.m. de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het decreet van 23.01.2009 tot wijziging van het gemeentedecreet.
Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1 : Met ingang van 09.05.2009 wordt aan art. 6 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, volgend derde lid toegevoegd: “Als tijdens de besloten vergadering blijkt dat de behandeling van een punt in openbare vergadering moet worden behandeld, wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt kan de besloten vergadering, enkel met dat doel, worden onderbroken.” Artikel 2 : Met ingang van 09.05.2009 wordt aan art. 7 par. 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, volgende zin toegevoegd: “In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering openbaar gemaakt overeenkomstig de eerste paragraaf.” Artikel 3 : Met ingang van 01.07.2009 wordt art. 9 par. 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, vervangen door volgende tekst : “Het ontwerp van meerjarenplan en de wijziging ervan, het ontwerp van budget en het ontwerp van de jaarrekening wordt, via afdruk, op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het wordt besproken aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd. In geval het raadslid er overeenkomstig art. 1 par. 2 voor heeft geopteerd zijn stukken zelf op te halen op het stadhuis, wordt er aan het raadslid een kennisgeving bezorgd waaruit blijkt dat het ontwerp van meerjarenplan/budget/jaarrekening (of de wijziging
van deze stukken) werd bezorgd via het correspondentiebakje van het raadslid op het stadhuis.” Artikel 4 : Met ingang van 09.05.2009 wordt art. 13 par. 2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, door volgende tekst vervangen : “De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen of beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen. In die oproeping wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het gemeentedecreet overgenomen.” Artikel 5 : Met ingang van 01.07.2009 wordt aan het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, na artikel 29 volgend artikel 29bis toegevoegd : “Art. 29bis. - Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan.” Artikel 6 : Met ingang van 01.07.2009 wordt aan het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, na artikel 32 volgend artikel 32bis toegevoegd : “Art. 32bis. – De notulen van het college van burgemeester en schepenen worden aan de leden van de gemeenteraad ter beschikking gesteld via publicatie op het intranet van de stad.” Artikel 7 : Met ingang van 09.05.2009 wordt art. 33 par. 3 tweede lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2008 en gewijzigd op 14.07.2009, door volgende tekst vervangen : “Als er geen opmerkingen worden gemaakt over de notulen van de vorige vergadering, worden de notulen als goedgekeurd beschouwd en worden ze ondertekend door de voorzitter van de gemeenteraad en de gemeentesecretaris. In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.” Artikel 8 : Met ingang van 09.05.2009 wordt art. 33 par. 4 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, door volgende tekst vervangen : “Telkens als de gemeenteraad het wenselijk acht, worden de notulen staande de vergadering opgemaakt en door de meerderheid van de gemeenteraadsleden en de gemeentesecretaris ondertekend.” Artikel 9 : Met ingang van 09.05.2009 wordt art. 35 par. 1 laatste lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, aangevuld met volgende tekst :
“Ingeval sommige leden van een fractie zich als onafhankelijk raadslid opstellen of overgaan naar een andere fractie, dan kunnen deze raadsleden niet meer zetelen in een raadscommissie, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie.” Artikel 10 : Met ingang van 01.01.2009 wordt art. 39 eerste lid van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, vervangen door volgende tekst : “Het presentiegeld bedraagt 124,98 € en wordt gekoppeld aan de spilindex zoals bepaald in het besluit van 19.01.2007 betreffende het statuut van de lokale en provinciale mandataris.” Artikel 11 : Met ingang van 01.07.2009 worden art. 41 en 42 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld bij raadsbesluit van 12.02.2009 en gewijzigd op 14.07.2008, onder de rubriek “VERZOEKSCHRIFTEN AAN DE RAAD” onder de nieuwe rubriek “VERZOEKSCHRIFTEN AAN ORGANEN VAN DE GEMEENTE” vervangen door volgende tekst : VERZOEKSCHRIFTEN AAN ORGANEN VAN DE GEMEENTE Art. 41. – §1. - Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de organen van de gemeente in te dienen. §2. - De verzoekschriften worden aan het door de verzoeker aan te duiden gemeentelijk bestuursorgaan gericht. Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn. §3. - Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk. Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als: 1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd; 2° uit de tekst een loutere mening blijkt en geen concreet verzoek; 3° als de vraag anoniem, zonder vermelding van naam en voornaam en adres, werd ingediend; 4° het taalgebruik beledigend is. De voorzitter van de gemeenteraad doet, voor zover het verzoekschrift aan de gemeenteraad is gericht, de beoordeling nodig voor de toepassing van het vorige lid. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen zodat het wel geagendeerd kan worden op de gemeenteraad. Indien het verzoekschrift aan een ander gemeentelijk bestuursorgaan is gericht, worden de voormelde bevoegdheden uitgeoefend door het betrokken bestuursorgaan. Art. 42. - §1. - De voorzitter van de gemeenteraad plaatst het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het verzoekschrift minstens 14 dagen voor de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering. Verzoekschriften op aan andere bestuursorganen gericht worden op de eerst nuttige zitting van het betrokken orgaan geagendeerd. §2. - De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
§3. - De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door de gemeenteraad of een gemeenteraadscommissie. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze. §4. - De gemeenteraad verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift. Artikel 12 : Dit besluit zal worden bekend gemaakt overeenkomstig art. 186 van het GD. Het treedt in werking op de data bepaald in de respectievelijke voormelde artikelen. 30.Raadscommissie financiën en personeel. Ontslag en vervanging vertegenwoordiger fractie Vlaams Belang. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch: Ingevolge de ontslagname dd. 25.06.2009 van mevrouw Claudine Dumortier als lid van de raadscommissie Financiën en Personeel, bij brief ontvangen per 29.06.2009, dient het aan de fractie Vlaams Belang toekomend gemeenteraadslid in de raadscommissie Financiën en Personeel vervangen te worden. Overeenkomstig art. 39 § 3 van het Gemeentedecreet werd een akte van voordracht ingediend op 29.06.2009 ondertekend door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel uitmaakt. Niemand heeft meer dan één akte per beschikbaar mandaat voor de fractie ondertekend. De gemeenteraad neemt kennis van de voordracht ingediend voor de fractie Vlaams Belang, op naam van gemeenteraadslid Frieda Van Themsche voor de raadscommissie Financiën en Personeel. Deze voordracht voldoet aan de vereisten van artikel 39 § 3 van het GD. Om deze redenen; Na beraadslaging; Met unanimiteit; BESLUIT: Neemt kennis van het ontslag van mevrouw Claudine Dumortier als lid van de raadscommissie Financiën en Personeel. Neemt kennis van de voordracht van mevrouw Frieda Van Themsche ter vervanging van mevrouw Claudine Dumortier als vertegenwoordiger van de fractie Vlaams Belang in de raadscommissie Financiën en Personeel. Verklaart voormelde voordracht m.b.t. het nieuwe kandidaat-commissielid ontvankelijk. ***
De gemeenteraad stelt vast dat, gelet op voormelde ontvankelijkheidsverklaring en gelet op de voorafgaande motivering, een geheime stemming dient georganiseerd met het oog op de verkiezing van raadslid Frieda Van Themsche voor de raadscommissie Financiën en Personeel. Om deze redenen; Na beraadslaging; Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -
het gemeentedecreet, inzonderheid de artikelen 39, 40 en 35 § 2, 2 de.
Gaat over tot een geheime stemming in functie van de aanduiding van raadslid Frieda Van Themsche als lid van de raadscommissie Financiën en Personeel voor de fractie Vlaams Belang. 29 raadsleden nemen aan de stemming deel. De uitslag van de stemming is als volgt: Er zijn 15 stemmen voor, 8 stemmen tegen, 5 onthoudingen en 1 ongeldige stem. BESLUIT: De raad stelt vast dat raadslid Frieda Van Themsche verkozen is als lid van de raadscommissie Financiën en Personeel voor de fractie Vlaams Belang. 31.Dagelijks personeelsbeheer. Vastlegging van de inhoud van het begrip. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : Het decreet van 23.01.2009 tot wijziging van het gemeentedecreet (Belgisch Staatsblad van 04.02.2009) wijzigt o.m. – met ingang van 01.07.2009 – art. 43 par. 2 van het gemeentedecreet. Daardoor moet de gemeenteraad vaststellen wat onder het begrip dagelijks personeelsbeheer dient te worden verstaan. Het dagelijks personeelsbeheer komt van rechtswege, dus automatisch, en ingevolge art. 86 van het gemeentedecreet aan de gemeentesecretaris toe. Uit de memorie van toelichting bij het decreet van 23.01.2009 blijkt dat de gemeenteraad bij de invulling van het begrip dagelijks personeelsbeheer rekening dient te houden met de aangelegenheden die door een wettelijke of decretale bepaling of een uitvoeringsbesluit (zoals het BVR rechtspositieregeling van 07.12.2007 en het D. van 27.03.1991 betreffende de rechtspositieregeling van het gesubsidieerd personeel in het gesubsidieerd officieel onderwijs) uitdrukkelijk aan een ander gemeentelijk bestuursorgaan zijn voorbehouden. Dit is bvb. het geval voor aanstellingen en benoemingen. Dergelijke zaken kunnen, behoudens toegelaten delegatie, niet worden opgenomen in het begrip dagelijks personeelsbeheer. Uit de memorie blijkt ook dat het niet de bedoeling is dat de gemeenteraden van de bevoegdheid in het nieuwe artikel 43, §2, 23°, gebruik zouden maken om voor alles en nog wat zelf te gaan optreden als personeelsdienst. Tot slot stelt de memorie duidelijk dat – ondanks het feit dat de raad het begrip dient in te vullen - de uitoefening van de bevoegdheid inzake dagelijks personeelsbeheer zelf rechtstreeks aan de gemeentesecretaris toegewezen blijft. Het college van burgemeester en schepenen kan dus, blijkens de memorie van toelichting, geen deel van de bevoegdheid krijgen inzake het dagelijks personeelsbeheer.
Het voormelde zet er de gemeenteraad toe aan aan het begrip “dagelijks personeelsbeheer” de navolgende invulling te geven, gezien de memorie van toelichting bij het gemeentedecreet van 15.07.2005 of het Vlaamse rechtspositieregelingsbesluit de navermelde beslissingen aan de secretaris in het kader van het dagelijks personeelsbeheer toewijzen. De raad volgt daarbij de nota van 05.06.2009 uitgaande van de Vereniging voor Steden en Gemeenten (VVSG). Uiteindelijk is de beslissing van de raad die de inhoud van het begrip dagelijks personeelsbeheer oplijst eerder een beslissing die om redenen van rechtszekerheid een bepaalde bevoegdheid vaststelt dan een beslissing die een bevoegdheid toewijst. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : het gemeentedecreet inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken de artikelen 43 en 86 ; het D. van 27.03.1991 betreffende de rechtspositieregeling van het gesubsidieerd personeel in het gesubsidieerd officieel onderwijs inzonderheid en zonder zich daartoe te willen beperken art. 4 par. 5 ; het besluit van de Vlaamse regering van 07.12.2007 betreffende de rechtspositieregeling van de personeelsleden van de gemeente ; het besluit van de Vlaamse regering van 03.04.2009 betreffende o.m. de inwerkingtreding van diverse bepalingen van het decreet van 23.01.2009 tot wijziging van het gemeentedecreet ; het besluit van de gemeenteraad van 22.12.2008 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling van het gemeentepersoneel. Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT : Artikel 1 : Het dagelijks personeelsbeheer zoals bedoeld in artikel 86 van het gemeentedecreet omvat : 1.1.
volgende verschijningsvormen inzake individueel personeelsbeheer :
1.1.1. de opmaak van functiebeschrijvingen ; 1.1.2. het toekennen van het opdrachthouderschap bedoeld in art. 93 van het Vlaams rechtspositieregelingsbesluit (RPR-besluit) van 07.12.2007 ; 1.1.3. het opleggen van de permanentieplicht bedoeld in art. 148 van het RPRbesluit van 07.12.2007 ; 1.1.4. het geven van toestemming voor het ondernemen van dienstreizen en het bepalen van het meest geschikte vervoermiddel, beiden bedoeld in art. 154 van het RPRbesluit van 07.12.2007 ; 1.1.5. het beslissen over alle verlofaanvragen, behoudens voor het gesubsidieerd onderwijspersoneel bedoeld in het D. van 27.03.1991 – personeel waarvoor het college terzake bevoegd is ; 1.1.6. het beslissen over de aanvragen tot loopbaanonderbreking en de andere tijdelijke loopbaanmaatregelen, behoudens voor het gesubsidieerd onderwijspersoneel bedoeld in het D. van 27.03.1991 – personeel waarvoor het college terzake bevoegd is ; 1.1.7. het toestaan van verlof voor opdracht zoals bedoeld in art. 204 t.e.m. 2008 van het RPR-besluit van 07.12.2007, binnen de algemene regels eventueel door de
gemeenteraad gesteld, behoudens voor het gesubsidieerd onderwijspersoneel bedoeld in het D. van 27.03.1991 – personeel waarvoor het college terzake bevoegd is ; 1.1.8. de individuele weddevaststelling met inbegrip van de aanrekening van de eventueel meerekenbare relevante beroepservaring ; 1.1.9. het uitlenen van personeel aan een gebruiker zonder overdracht van werkgeversgezag, behoudens voor het gesubsidieerd onderwijspersoneel bedoeld in het D. van 27.03.1991 – personeel waarvoor het college terzake bevoegd is. 1.2. de individuele toepassingen van de bepalingen met betrekking tot vorming en evaluatie en dergelijke, zoals : 1.2.1. de individuele opvolging van de evaluatie zoals bedoeld in art. 49 van het RPR-besluit van 07.12.2007 ; 1.2.2. het beslissen over vormingsaanvragen, behoudens – in zoverre de vormingsaanvraag een aanwezigheid met zich mee brengt - voor het gesubsidieerd onderwijspersoneel bedoeld in het D. van 27.03.1991 – personeel waarvoor het college terzake bevoegd is ; 1.2.3. het geven van concrete invulling aan het recht en de plicht op vorming bedoeld in art. 54 van het RPR-besluit van 07.12.2007, binnen de grenzen van het vormingsreglement vastgesteld door de gemeenteraad. 1.3.
de toepassing van de lokale rechtspositieregeling via :
1.3.1. de interne organisatie van de evaluatieprocedure, zoals bedoeld door art. 46 van het RPR-besluit van 07.12.2007, binnen de door de gemeenteraad bepaalde termijnen ; 1.3.2. de andere beslissingen aan de secretaris toegewezen in de lokale rechtspositieregeling. 1.4.
inzake collectief personeelsbeheer :
1.4.1. het vastleggen van vakantieperiodes (met inbegrip van de brugdagen) binnen de door de gemeenteraad bij toepassing van art.176 van het RPR-besluit van 07.12.2007 bepaalde regels. Artikel 2 : Het dagelijks personeelsbeheer zoals bedoeld in artikel 86 van het gemeentedecreet omvat, onverminderd andere wettelijke, decretale of reglementaire bepalingen – zoals het gemeentedecreet en het RPR-besluit van 07.12.2007, niét : 2.1.
volgende verschijningsvormen inzake individueel personeelsbeheer :
2.1.1. de beslissingsbevoegdheid inzake disponibiliteit van statutaire personeelsleden, bedoeld in art. 193 van het RPR-besluit van 07.12.2007 ; 2.1.2. de ambtshalve herplaatsing zoals bedoeld in art. 98 en 101 het RPR-besluit van 07.12.2007 ; 2.1.3. de terbeschikkingstelling van personeel overeenkomstig art. 144bis van de nieuwe gemeentewet (terbeschikkingstelling van personeel aan een OCMW, een sociale huisvestingsmaatschappij of een vereniging zonder winstoogmerk). 2.2.
inzake collectief personeelsbeheer :
2.2.1. het vastleggen van feestdagen overeenkomstig art. 179 van het RPRbesluit van 07.12.2007.
Artikel 3 : Dit besluit zal worden bekendgemaakt overeenkomstig art. 186 van het GD. 32.Arbeidsreglement. Goedkeuring. Op grond van volgende overwegingen: Alle openbare besturen zijn verplicht om een arbeidsreglement te hebben. Het arbeidsreglement omvat de regels die eigen zijn aan een bestuur en is van toepassing op alle werknemers. Een arbeidsreglement voor de stad Harelbeke wordt ter goedkeuring voorgelegd. De tekst ervan werd syndicaal overlegd op 6 mei 2009. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen: -
de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen
-
wet van 18 december 2002 tot wijziging van de wet van 8 april 1965 tot instelling van de arbeidsreglementen
Om deze redenen ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Na beraadslaging in openbare zitting ; Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen en 0 onthoudingen ; BESLUIT: Artikel 1. Het hierbij gevoegde arbeidsreglement voor de stad Harelbeke wordt goedgekeurd, luidend als volgt:
STADSBESTUUR HARELBEKE
ARBEIDSREGLEMENT
Dienst Werking en Personeel Marktstraat 29 Harelbeke Tel. 056 733 390
[email protected]
INHOUDSTAFEL 1. TOEPASSINGSGEBIED .................................................................................................. 86 2. VERPLICHTINGEN VAN HET PERSONEEL ......................................................................... 86 2.1. Inlichtingsplicht .................................................................................................. 86 2.2. Uitvoering van het werk ...................................................................................... 86 3. UURREGELING............................................................................................................. 87 3.1. Voltijdse vaste uurroosters .................................................................................. 87 3.2. Voltijdse glijdende uurroosters ............................................................................. 88 3.3. Voltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus ......................................... 88 3.4. Voltijdse volledig veranderlijke uurroosters ............................................................ 88 3.5. Deeltijdse vaste uurroosters ................................................................................ 88 3.6. Deeltijdse glijdende uurroosters ........................................................................... 88 3.7. Deeltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus ....................................... 88 3.8. Deeltijdse volledig veranderlijke uurrroosters ......................................................... 88
4. JAARKALENDER ........................................................................................................... 88 4.1. Rustdagen ......................................................................................................... 89 4.2. Feestdagen ........................................................................................................ 89 4.3. Jaarlijkse vakantie .............................................................................................. 89
5. ANDERE AFWEZIGHEDEN.............................................................................................. 90 5.1. Ziekte of ongeval ............................................................................................... 90 5.2. Omstandigheidsverlof ......................................................................................... 91 5.3. Andere afwezigheden .......................................................................................... 93
6. LOON ......................................................................................................................... 93
7. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL ................................... 94
8. EINDE VAN DE OVEREENKOMST .................................................................................... 94 8.1. Statutaire personeelsleden .................................................................................. 95 8.2. Contractuele personeelsleden. ............................................................................. 96
9. SANCTIES ................................................................................................................... 97
10. VEILIGHEID OP HET WERK. ......................................................................................... 98 10.1. Arbeidsongeval. ................................................................................................ 98 10.2. Bescherming op het werk. ................................................................................. 98 10.3. Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. ...................................................................................................................... 99
11. Administratieve inlichtingen........................................................................................103
BIJLAGEN ......................................................................................................................103 1 voltijdse vaste uurroosters .....................................................................................103 2 voltijdse glijdende uurroosters ................................................................................106 3 voltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus ............................................108 4 Voltijdse volledig veranderlijke uurroosters ..............................................................109 5 deeltijdse vaste uurroosters ...................................................................................109 6 deeltijdse glijdende uurroosters ..............................................................................113 7 deeltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus ...........................................116 8 Deeltijdse volledig veranderlijke uurroosters ............................................................118 9 Reglement variabele werktijdregeling ......................................................................119 10 leden van de onderhandelings-en/of overlegorganen, Inspectiediensten en andere contactadressen ............................................................................................127
1. TOEPASSINGSGEBIED Artikel 1. Dit arbeidsreglement is van toepassing op alle personeelsleden van de Stad Harelbeke. Het is niet van toepassing op het onderwijzend personeel van de stedelijke onderwijsinstellingen en de vrijwillige brandweerlieden. Dit arbeidsreglement is van toepassing voor zover het niet in tegenstrijd is met de algemene, wettelijke, reglementaire en administratieve bepalingen die steeds voorrang hebben. Wijzigingen aan deze bepalingen zullen automatisch leiden tot aanpassing van het huidige arbeidsreglement. De bijlagen maken integraal deel uit van het arbeidsreglement. De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel dient tevens als algemene basis inzake de arbeidsrelatie tussen het stadsbestuur en de respectievelijke medewerkers. Artikel 2. Naleving van de bepalingen Aan elk personeelslid wordt een exemplaar van het arbeidsreglement overgemaakt, ook van elke wijziging, tegen handtekening voor ontvangst. Het arbeidsreglement staat ook voor elk personeelslid ter beschikking op het intranet (computernetwerk van de stad), en ligt ter inzage in iedere dienst. Het bestuur en personeel zijn dan ook gebonden aan de bepalingen die in het arbeidsreglement voorkomen en zijn ertoe gehouden deze na te leven. Artikel 3. Mogelijke individuele afwijkingen Alleen voor de contractuele personeelsleden kan worden afgeweken van dit arbeidsreglement. Deze afwijking moet, na overleg, schriftelijk vastgesteld worden in een overeenkomst tussen het bestuur en het personeelslid, na overleg met de vakbondsafgevaardigde.
2. VERPLICHTINGEN VAN HET PERSONEEL 2.1. Inlichtingsplicht Artikel 4. Rechten en plichten Het Decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur en alle eventuele wijzigingen daaraan aangebracht, is integraal van toepassing op alle gemeentepersoneel. De deontologische code voor het stadspersoneel, zoals vastgesteld in het besluit van de gemeenteraad van 10 september 2007 en alle eventuele wijzigingen hieraan aangebracht, is integraal van toepassing op alle gemeentepersoneel. Adresveranderingen, wijzigingen van de burgerlijke stand of gezinslast, dienen spontaan en onmiddellijk aan de dienst 'Werking & Personeel' overgemaakt te worden. 2.2. Uitvoering van het werk Artikel 5. Het personeelslid moet zijn werk uitvoeren met zorg, in eer en geweten, op de voorgeschreven tijd, plaats en voorwaarden.
Te laat op het werk komen, een werkonderbreking of een vroegtijdig verlaten van de onderneming zijn onderworpen aan een voorafgaandelijke toelating van de werkgever (behalve in geval van overmacht of een wettelijke reden).
Artikel 6. Het personeelslid moet zijn werk uitvoeren in overeenstemming met de bevelen en instructies gegeven door de werkgever, zijn aangestelde of gevolmachtigde met het oog op de uitvoering van de arbeidsrelatie.
Artikel 7. Het personeelslid moet zich, gedurende en na de uitvoering van de overeenkomst, onthouden van het verspreiden of van het persoonlijk gebruiken van materialen.
Artikel 8. Het personeelslid heeft de plicht de werktuigen en de ongebruikte grondstoffen, die hem werden toevertrouwd, terug te geven evenals het materiaal dat hem werd gegeven om toe te laten zijn werk uit te voeren. Het personeelslid heeft ook de plicht materiaal of grondstoffen terug te geven die in slechte staat zijn of de tekortkomingen te melden. In geval van schade berokkend aan het bestuur door het personeelslid, kan het bestuur schadeloosstelling eisen, in geval van bedrog, van een zware fout of van een lichte fout die een gebruikelijk karakter heeft. 3. UURREGELING Artikel 9. De gemiddelde arbeidsduur bedraagt 38 uur per week. Elk personeelslid dient aanwezig te zijn op de plaats waar de arbeid moet worden verricht, op het vastgestelde beginuur en er blijven tot het einduur. Aanvang en einde van de gewone arbeidsdag, alsook tijdstip en duur van de onderbrekingen worden volgens de uurroosters in bijlage geregeld. Zij kunnen volgens de noodwendigheid van de dienst gewijzigd worden volgens de wettelijke procedure. Elk te laat komen op het werk belemmert de goede werking van de dienst en kan aanleiding geven tot sancties. Alleen in gevallen van bewezen overmacht kan hiervan afgeweken worden. Artikel 10. Indien de dienst het vergt, en rekening houdend met de wettelijke overlegprocedures, kunnen de personeelsleden buiten de gewone arbeidsduur worden opgeroepen. Niemand mag zich zonder wettige redenen aan deze verplichting onttrekken. De overuren zijn onderworpen aan de modaliteiten zoals opgenomen in de rechtspositieregeling, hoofdstuk ‘onregelmatige prestaties’. 3.1. Voltijdse vaste uurroosters Artikel 11. Bijlage 1, met opname van de voltijdse vaste uurroosters, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement.
3.2. Voltijdse glijdende uurroosters Artikel 12. Bijlage 2, met vermelding van de voltijdse glijdende uurroosters, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement. 3.3. Voltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus Artikel 13. De wekelijkse arbeidsduur kan gerespecteerd worden door middel van een welbepaalde cyclus, waarbij men een verschillend uurrooster heeft in opeenvolgende weken, doch de opeenvolgende uurroosters keren op regelmatig vastgestelde tijdstippen terug. Bijlage 3 , met opname van de voltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement. 3.4. Voltijdse volledig veranderlijke uurroosters Artikel 14. Bijlage 4 , met opname van de voltijdse volledig veranderlijke uurroosters, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement. 3.5. Deeltijdse vaste uurroosters Artikel 15. Bijlage 5, met vermelding van de deeltijdse vaste uurroosters, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement. 3.6. Deeltijdse glijdende uurroosters Artikel 16. Bijlage 6, met vermelding van de deeltijdse glijdende uurroosters, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement. 3.7. Deeltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus Artikel 17. Bijlage 7 , met opname van de deeltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement. 3.8. Deeltijdse volledig veranderlijke uurroosters Artikel 18. Bijlage 8 , met opname van de deeltijdse volledig veranderlijke uurroosters, maakt integraal deel uit van dit arbeidsreglement.
4. JAARKALENDER
4.1. Rustdagen Artikel 19. Als normale rustdagen worden beschouwd: de zondagen, de wettelijke feestdagen,de dagen die een wettelijke feestdag vervangen, de facultatieve verlofdagen en het reglementair verlof. De normale rustpauzes zijn vervat in de uurregelingen, zoals opgenomen in bijlage 1-8. 4.2. Feestdagen Artikel 20. §1 Het personeelslid heeft betaalde vakantie op de volgende feestdagen: 1 januari, paasmaandag, 1 mei, Hemelvaartsdag, pinkstermaandag, 11 juli, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. Het personeelslid heeft ook betaalde vakantie op 3 bijkomende feestdagen: 2 november, 15 november en 26 december. §2 Als een feestdag samenvalt met een zaterdag of een zondag krijgt hij ter compensatie een extra vrije dag, die betaald wordt, en mag worden opgenomen zoals de jaarlijkse vakantiedagen. §3 Als een personeelslid moet werken op een feestdag krijgt hij ter compensatie een extra vrije dag, die betaald wordt, en mag worden opgenomen zoals de jaarlijkse vakantiedagen. 4.3. Jaarlijkse vakantie Artikel 21. §1 Een voltijds werkend personeelslid heeft recht op 31 werkdagen betaalde vakantie voor een volledig vakantiejaar. De vakantiedagen kunnen in principe worden genomen naar keuze van het personeelslid en moeten vooraf worden aangevraagd. Als de aangevraagde dagen of periodes niet verzoenbaar zijn met de behoeften van de dienst, dan wordt dit zo vlug mogelijk meegedeeld aan het personeelslid. Het jaarlijks vakantieverlof wordt genomen naar keuze en met inachtneming van de behoeften van de dienst. Één vijfde van de hier bedoelde vakantiedagen mogen worden overgedragen naar het volgende kalenderjaar. De overgedragen verlofdagen worden in elk geval genomen in de loop van het eerste kwartaal. Geen overdracht is mogelijk wanneer de ambtenaar gans het jaar afwezig is wegens ziekte. De aanvraag wordt ingediend bij de hiërarchische meerdere die door de stadssecretaris hiervoor werd aangeduid. §2 In afwijking van §1 tweede lid, kan het personeelslid elk jaar maximum vier vakantiedagen opnemen zonder dat het dienstbelang kan worden ingeroepen om het verlof te weigeren. §3 Het personeelslid krijgt een extra dag verlof op basis van bereikte leeftijd: tussen 45 en 50 jaar: 1 dag; tussen 50 en 55 jaar: 2 dagen;
tussen 55 en 60 jaar: 3 dagen; vanaf 60 jaar: 4 dagen.
Het recht op extra verlof op basis van bereikte leeftijd ontstaat op 1 januari van het dienstjaar dat volgt op het bereiken van de vereiste leeftijd. Elke periode met recht op salaris geeft recht op jaarlijkse vakantiedagen. Bij afwezigheden zonder recht op salaris of afwezigheden wegens deeltijdse prestaties wordt het recht op betaalde vakantie verhoudingsgewijze verminderd. De jaarlijkse vakantiedagen worden berekend in uren. Als een personeelslid in de loop van eenzelfde jaar meerdere periodes van niet-gelijkgestelde afwezigheden zonder recht op salaris bekomt of één of meerdere wijzigingen van het aantal uren wekelijkse prestaties, dan wordt bij de berekening van het aantal vakantiedagen telkens rekening gehouden met de bedoelde afwezigheden of de deeltijdse prestaties alsof ze één geheel vormden. Periodes met recht op een uitkering in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering worden gelijkgesteld met periodes met recht op salaris. Het aantal vakantiedagen wordt in dat geval dus niet verminderd. Periodes van disponibiliteit wegens ziekte worden gelijkgesteld met periodes met recht op salaris. Het aantal vakantiedagen wordt in dat geval dus niet verminderd. Indien de periode met recht op een uitkering in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, alsook indien de periode van disponibiliteit wegens ziekte een termijn van 12 maand overschrijdt, dan wordt voor de toekomst geen vakantiedagen toegekend. De periode met recht op een uitkering in het kader van de ziekte- en invaliditeitsverzekering, alsook de periode van disponibiliteit wegens ziekte kan niet onderbroken worden door het opnemen van vakantiedagen indien de gezamenlijke duur ervan de 12 maand zou overschrijden. Periodes van disponibiliteit wegens ambtsopheffing worden in het jaar van de weder indiensttreding gelijkgesteld met periodes met recht op salaris. Het aantal vakantiedagen wordt niet verminderd. Als een personeelslid in de loop van het jaar in dienst treedt of zijn functie definitief neerlegt, worden zijn vakantiedagen in evenredige mate verminderd. Als een statutair personeelslid ziek wordt voor de aanvang van een vakantiedag of een periode van vakantiedagen, dan wordt de vakantie opgeschort en worden de ziektedagen aangerekend op het beschikbare ziektekrediet. Als een statutair personeelslid ziek wordt tijdens zijn vakantie, dan wordt de vakantie opgeschort en worden de ziektedagen aangerekend op het beschikbare ziektekrediet . De regels inzake verwittigen van de werkgever blijven onverminderd van toepassing. Als een statutair personeelslid tijdens zijn vakantie in het ziekenhuis opgenomen wordt, dan wordt de vakantie opgeschort vanaf de eerste dag van de ziekenhuisopname. 5. ANDERE AFWEZIGHEDEN 5.1. Ziekte of ongeval
Artikel 22. Het personeelslid dat afwezig is wegens ziekte of wegens een ongeval krijgt ziekteverlof. Het personeelslid met ziekteverlof staat onder het toezicht van het geneeskundig controleorgaan dat wordt aangeduid door de werkgever. Het personeelslid is verplicht zijn diensthoofd onmiddellijk op de hoogte te brengen van de arbeidsongeschiktheid. Het diensthoofd zal op zijn beurt onmiddellijk de dienst “Werking & Personeel” inlichten. Het personeelslid bezorgt zo vlug mogelijk een geneeskundig getuigschrift aan de dienst “Werking & Personeel” en dit uiterlijk binnen 2 werkdagen te rekenen vanaf het begin van de afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid. Het geneeskundig getuigschrift maakt melding van de arbeidsongeschiktheid, alsmede van de waarschijnlijke duur ervan, de plaats van verblijf tijdens de ziekte wanneer die verschilt van het door de werkgever gekende adres, en of het personeelslid zijn plaats van verblijf al dan niet mag verlaten. Het laattijdig bezorgen of overhandigen van het getuigschrift kan leiden tot het verlies van het recht op het loon dat de werkgever voor de dagen van arbeidsongeschiktheid voorafgaand aan de dag van afgifte of verzending van het getuigschrift zou verschuldigd geweest zijn, in geval de dagen van afwezigheid tijdig zouden gerechtvaardigd geweest zijn als afwezigheid wegens arbeidsongeschiktheid. Het personeelslid moet het bestuur geen geneeskundig getuigschrift bezorgen voor een afwezigheid van slechts 1 werkdag. Wel dienen de nodige regels inzake het op de hoogte brengen en het vervullen van de verplichte administratieve formaliteiten nageleefd. Het personeelslid mag niet weigeren een door de gemeente aangewezen en betaalde controlearts, die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde, te ontvangen, noch zich door deze te laten onderzoeken. Behoudens wanneer diegene die het geneeskundig getuigschrift aan het personeelslid heeft afgeleverd oordeelt dat zijn gezondheidstoestand hem niet toelaat zich naar een andere plaats te begeven, moet het personeelslid zich bij de controlearts aanbieden als het daarom wordt verzocht. Artikel 23. Het personeelslid dat een arbeidsongeval overkomt (een arbeidsongeval op de werkvloer zelf, een ongeval tijdens de verplaatsingen voor het woon-werk-verkeer èn een ongeval tijdens dienstverplaatsingen) neemt onmiddellijk contact op met de dienst “Werking & Personeel”, ongeacht de aard of de ernst van het letsel èn tevens ongeacht of het arbeidsongeval nu al dan niet een werkonbekwaamheid tot gevolg heeft. Indien het personeelslid hiertoe in de onmogelijkheid verkeerd, neemt een collega of de dienstchef deze verantwoordelijkheid op zich. De dienst “Werking & Personeel” zorgt bijgevolg voor de nodige administratieve formaliteiten tegenover de arbeidsongevallenverzekering, de behandelende geneesheer en/of het ziekenhuis enz… Enkel op deze manier kan een vlotte en correcte administratieve behandeling van het arbeidsongeval door de bevoegde verzekeringsmaatschappij gegarandeerd worden. 5.2. Omstandigheidsverlof Artikel 24. Het personeelslid krijgt – mits het voorleggen van een bewijsstuk – omstandigheidsverlof naar aanleiding van de volgende gebeurtenissen:
1. huwelijk van het personeelslid of het afleggen van een verklaring van wettelijke samenwoning door het personeelslid, vermeld in artikel 1475 tot en met 1479 van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van het afleggen van een verklaring van samenwoning van bloed- of aanverwanten: 2. bevalling van de echtgenote of samenwonende partner, of ter gelegenheid van de geboorte van een kind dat wettelijk afstamt van de werknemer: 3. overlijden van de samenwonende of huwelijkspartner, een bloed- of aanverwant in de eerste graad van het personeelslid, of van de samenwonende of huwelijkspartner: 4. huwelijk van een kind van het personeelslid, van de samenwonende of huwelijkspartner: 5. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in om het even welke graad, die onder hetzelfde dak woont als het personeelslid of de samenwonende partner: 6. overlijden van een bloed- of aanverwant van het personeelslid of de samenwonende partner in de tweede graad, een overgrootouder of een achterkleinkind, niet onder hetzelfde dak wonend als het personeelslid of de samenwonende partner: 7. huwelijk van een bloed- of aanverwant: a) in de eerste graad, die geen kind is; b) in de tweede graad, van het personeelslid, de samenwonende of huwelijkspartner: 8. priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de werknemer, van de samenwonende of huwelijkspartner, of van een broer, zuster, schoonbroer of schoonzuster van de werknemer:
9. plechtige communie van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner ; deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan het feest van de vrijzinnige jeugd ; deelneming van een kind van de werknemer of van de samenwonende of huwelijkspartner aan een plechtigheid in het kader van een erkende eredienst die overeenstemt met de rooms-katholieke plechtige communie: 10. gehoord worden door de vrederechter in het kader van de organisatie van de voogdij over een minderjarige: 11. deelneming aan een assisenjury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank:
4 werkdagen
10 werkdagen 4 werkdagen 2 werkdagen 2 werkdagen
1 werkdag
de dag van het huwelijk de dag van de rooms-katholieke plechtigheid of een daarmee overeenstemmen de plechtigheid bij een andere erkende eredienst de dag van de plechtigheid, of, als dat een zondag, feestdag of inactiviteitsdag is, de eerstvolgende werkdag de nodige tijd, maximaal één dag de nodige tijd
Het omstandigheidsverlof is een recht, maar het personeelslid is niet verplicht deze verloven geheel of gedeeltelijk op te nemen. Het omstandigheidsverlof wordt gelijkgesteld met dienstactiviteit en is in alle gevallen bezoldigd, met uitzondering van een deel van het vaderschapsverlof voor contractuele personeelsleden in de gevallen die hierna omschreven worden.
Voor het contractuele personeelslid wordt het verlof ter gelegenheid van de geboorte van een kind waarvan de afstamming aan zijn zijde vaststaat, vermeld in punt 2°, toegekend volgens de regels van het arbeidsrecht, in het bijzonder volgens de regeling, vermeld in artikel 30, §2, van de wet van 3 juli 1978 op de arbeidsovereenkomsten. Wanneer het omstandigheidsverlof uit meerdere dagen bestaat, kan het omstandigheidsverlof op verzoek van het personeelslid worden gesplitst in meerdere periodes. 5.3. Andere afwezigheden Artikel 25. Overeenkomstig het Besluit van de Gemeenteraad van 22 december 2008 houdende vaststelling Rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel kunnen enkel de verloven en afwezigheden die voorzien zijn in het besluit, worden toegekend: -
Jaarlijkse vakantiedagen; Feestdagen; Bevallingsverlof en opvangverlof; Ziekteverlof; Disponibiliteit; Verlof voor deeltijdse prestaties; Verlof voor opdracht; Omstandigheidsverlof; Onbetaald verlof; Loopbaanonderbreking; Politiek verlof; Halftijds vervroegde uittreding; Vrijwillige vierdagenweek; Dienstvrijstellingen. 6. LOON
Artikel 26 Het salaris volgt het verloop van het indexcijfer van de consumptieprijzen in overeenstemming met de wet van 1 maart 1977 houdende inrichting van een stelsel waarbij sommige uitgaven in de overheidssector aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk worden gekoppeld. Het salaris tegen 100% wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01. Het salaris wordt maandelijks betaald vanaf de indiensttreding. Voor het vast aangestelde statutaire personeelslid wordt het vooruitbetaald ; het salaris van het overige personeel wordt betaald nadat de termijn vervallen is. Het maandsalaris is gelijk aan een twaalfde van het jaarsalaris. Het uurloon is gelijk aan 1/1976 van het jaarsalaris. Het maandsalaris wordt in het aantal gepresteerde 30sten uitbetaald. Als het personeelslid in de loop van de maand in dienst treedt en/of uit dienst treedt, krijgt het voor die maand slechts het gedeelte van het maandsalaris dat overeenstemt met het aantal gepresteerde 30sten. Met de hiervoor bedoelde gepresteerde 30sten worden gelijkgesteld : de dagen waarop geen arbeidsprestatie wordt geleverd, maar waarvoor het salaris niettemin wordt doorbetaald. Als het personeelslid in de loop van de maand met pensioen gaat of overlijdt, wordt het salaris voor de volledige maand betaald. Het salaris wordt berekend op basis van weddeschalen :
Niveau E : lager onderwijs Niveau D : lager secundair of gelijkgesteld Niveau C : hoger secundair of gelijksgesteld Niveau B : graduaatdiploma's of gelijkgesteld Niveau A : universitair niveau Binnen de niveaus E tot en met A heb je nog de functionele loopbaan : d.w.z. dat je binnen éénzelfde niveau naar een hogere weddeschaal kunt opklimmen, mits er voldaan wordt aan een aantal voorwaarden i.v.m. evaluatie en anciënniteit. Het maandsalaris wordt als volgt berekend : bruto geïndexeerd maandsalaris + haardtoelage of standplaatstoelage = brutobezoldiging RSZ-inhouding = belastbaar inkomen bedrijfsvoorheffing = netto bezoldiging Artikel 27 De uitbetaling van het maandsalaris geschiedt via overschrijving of de post- of bankrekening van het personeelslid. Betaling van het maandsalaris aan derden wordt slechts toegestaan op voorwaarde dat de aangeduide persoon drager is van een volmacht. 7. RECHTEN EN PLICHTEN VAN HET TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL Artikel 28 Het personeel belast met de leiding en het toezicht over het werk, vervangt de hogere leiding, elk volgens de hem/haar verleende bevoegdheid. Het toezichthoudend personeel neemt actief deel aan de uitvoering van het veiligheidsbeleid volgens eigen bevoegdheid en op hun niveau. Zij formuleren voorstellen en adviezen aan hun overste, voert onderzoeken uit, werkt mee aan het opstellen en uitvoeren van welzijnsrichtlijnen, doet effectief toezicht op de correcte toepassing van instructies, arbeidsmiddelen, beschermingsmiddelen en procedures. Het toezichthoudend personeel wint hiervoor tijdig advies in bij de preventieadviseur. Zij voeren een effectieve controle uit op de arbeidsmiddelen, de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen en de gebruikte stoffen en preparaten teneinde onregelmatigheden vast te stellen en maatregelen te nemen om hieraan een einde te maken. In het bijzonder is dit personeel belast met: de controle op de aanwezigheid de werkverdeling de controle op het geleverde werk het behoud van de orde en de tucht in het bestuur het doen naleven van alle maatregelen die in het bestuur zijn getroffen of die zich opdringen voor het welzijn van het personeel. Wanneer iemand van het toezichthoudend personeel afwezig is, wordt hij vervangen volgens hiërarchische wijze; de plaatsvervanger verkrijgt daardoor dezelfde rechten en plichten. De hiërarchische lijn heeft de plicht om gevallen van geweld, pesten of ongewenst seksueel gedrag te helpen voorkomen door deze tijdig te zien en niet te tolereren. 8. EINDE VAN DE OVEREENKOMST
8.1. Statutaire personeelsleden Artikel 29. Het statutaire personeelslid kan zijn hoedanigheid van statutair personeelslid verliezen naar aanleiding van: 1. een tuchtstraf, zoals uitgesproken overeenkomstig de bepalingen van “Titel IX. Tuchtregeling”; 2. de vervroegde pensionering om medische redenen of wegens invaliditeit en dit nà uitspraak door de bevoegde geneeskundige dienst waarbij het statutaire personeelslid definitief ongeschikt is bevonden. Naast de gevallen vermeld in punt 1° en 2°, en overeenkomstig artikel 103 en 104 van het BVR, kan niemand de hoedanigheid van statutair personeelslid verliezen, tenzij in de gevallen die bepaald zijn in artikel 143 van de rechtpositieregeling. Aan de vaste benoeming van statutaire personeelsleden kan een einde worden gesteld om volgende hieronder opgenomen redenen. - Het ontslag van ambtswege De ambtenaar verliest ambtshalve en zonder opzegging zijn hoedanigheid van ambtenaar: 1. als zijn statutaire aanstelling onregelmatig wordt bevonden binnen de termijn van beroep tot nietigverklaring bij de Raad van State of, als er zodanig beroep is ingesteld, tijdens de procedure voor de Raad van State. Die termijn geldt niet in geval van arglist of bedrog vanwege het statutair personeelslid; 2. als hij niet meer voldoet aan de voor zijn functie geldende nationaliteitsvoorwaarden, of de burgerlijke en politieke rechten niet meer geniet, of zijn medische ongeschiktheid voor de functie behoorlijk werd vastgesteld; 3. als hij zonder geldige reden zijn werkpost heeft verlaten of na een toegelaten afwezigheid zonder geldige reden het werk niet hervat na meer dan tien dagen; 4. als hij zich in een geval bevindt waarin de toepassing van de burgerlijke wetten en van de strafwetten de ambtsneerlegging tot gevolg heeft. In bovenstaande gevallen wordt een einde gemaakt aan de hoedanigheid van statutair personeelslid zonder opzeggingtermijn of verbrekingsvergoeding. Het statutaire personeelslid van wie de onregelmatige aanstelling, vermeld in 1, niet te wijten is aan arglist of bedrog van zijn kant, ontvangt een verbrekingsvergoeding. Het bedrag van de verbrekingsvergoeding is gelijk aan het loon van drie maanden, als het statutaire personeelslid op de datum dat het ontslag ingaat in het totaal geen vijf jaar dienstanciënniteit bij het eigen bestuur heeft. Voor elke periode van vijf jaar dienstanciënniteit bij het eigen bestuur wordt het bedrag verhoogd met het loon van drie maanden. - Definitieve ambtsneerlegging De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutair personeelslid: -
-
het bereiken van de wettelijke pensioenleeftijd van 65 jaar, de vervroegde pensionering vanaf 60 jaar en de ambtshalve pensionering als gevolg van artikel 83 van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen; het vrijwillig ontslag;
De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef: -
het vrijwillig ontslag; de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid naar aanleiding van het evaluatieresultaat ongunstig voor de proeftijd. - Vrijwillig ontslag Het statutaire personeelslid dat vrijwillig ontslag neemt, stelt de aanstellende overheid daarvan schriftelijk in kennis. De aanstellende overheid neemt kennis van het ontslag. Het personeelslid wordt schriftelijk op de hoogte gebracht van de kennisneming. De datum waarop het statutair personeelslid de dienst effectief verlaat, wordt vastgesteld in onderling akkoord tussen het personeelslid en de aanstellende overheid. Het ontslag dat aanvaard is met een regelmatig besluit, kan door de betrokkene niet meer worden ingetrokken. De vaste aanstelling in statutair verband bij een andere overheid wordt gelijkgesteld met vrijwillig ontslag, behalve als een deeltijds werkend personeelslid daarnaast ook deeltijds bij een andere overheid vast aangesteld wordt. - Definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid na een ongunstige evaluatie voor het statutaire personeelslid op proef Het statutaire personeelslid op proef dat wordt ontslagen wegens definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid heeft een opzeggingstermijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop het ontslag werd betekend. Het ontslag wordt met een aangetekende brief, die de datum van uitwerking vermeldt, betekend. - Definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid voor het vast aangestelde statutaire personeelslid Het ontslag wegens definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid van het vast aangestelde statutair personeelslid wordt met een aangetekende brief ondertekend. Daarbij wordt de datum van uitwerking vermeld en wordt het personeelslid geïnformeerd over alle verplichtingen van het bestuur en personeelslid die voortvloeien uit de wet van 20 juli 1991 houdende sociale en diverse andere bepalingen. De opzeggingstermijn gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op de betekening van het ontslag. Het vast aangestelde statutaire personeelslid dat wordt ontslagen wegens definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid heeft een opzeggingstermijn van drie maanden. 8.2. Contractuele personeelsleden. Artikel 30. De beëindiging van een arbeidsovereenkomst moet gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten.
Zonder afbreuk te doen aan het soevereine beslissingsrecht van de rechter kunnen volgende feiten beschouwd worden als een ernstige tekortkoming die elke professionele samenwerking onmiddellijk en definitief onmogelijk maakt en leiden tot ontslag om dringende redenen:
druggebruik, dronkenschap en alcoholintoxicatie; diefstal en plegen van geweld; ongewenst seksueel gedrag; opzettelijk toebrengen van schade aan werkmateriaal; overtreding van elementaire veiligheidsvoorschriften; opstellen van valse verslagen of onkostennota’s; ongerechtvaardigde afwezigheid na schriftelijke ingebrekestelling.
Deze lijst is niet limitatief en kan aangevuld worden rekening houdend met de gepleegde en/of ten laste gelegde feiten. 9. SANCTIES Artikel 31. Volgende overtredingen kunnen gesanctioneerd worden:
herhaaldelijk te laat komen; laattijdig verwittigen van afwezigheid; druggebruik, dronkenschap en alcoholintoxicatie; diefstal; plegen van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag; opzettelijk schade toebrengen aan machines en ander werkmateriaal; overtreden van elementaire veiligheids- en gezondheidsvoorschriften; opstellen van valse verklaringen of onkostennota’s; prikken voor of laten prikken door collega’s; ongerechtvaardigde afwezigheid na schriftelijke ingebrekestelling; tekortkomingen aan de beroepsplichten, nl.: loyauteit; continuïteit; discretie- en reserveverplichting; gehoorzaamheid; werkijver en efficiëntie; neutraliteit; onomkoopbaarheid; aangifteplicht; handelingen die de waardigheid van het ambt in het gedrang brengen; een inbreuk op de rechtspositieregeling.
Deze lijst is niet limitatief en kan aangevuld worden rekening houdend met de gepleegde en/of ten laste gelegde feiten. Artikel 32. De tekortkomingen, voor zover zij niet beschouwd worden als een zware fout, vermeld in artikel 31 van dit reglement, kunnen op de volgende manier bestraft worden: Voor het contractueel personeel :
mondelinge verwittiging
schriftelijke verwittiging - blaam einde van de overeenkomst wegens dringende reden.
Voor het vastbenoemd personeel :
Toepassing van de tuchtregelingsprocedure
Artikel 33. – Straffen De volgende tuchtstraffen kunnen worden opgelegd: 1. 2. 3. 4. 5.
een blaam; de inhouding van salaris; de schorsing; het ontslag van ambtswege; de afzetting. 10. VEILIGHEID OP HET WERK.
10.1. Arbeidsongeval. Artikel 34. Ieder arbeidsongeval, met of zonder werkverlet, ieder ongeval waarbij mogelijks een letsel veroorzaakt werd en/of beschadiging van een prothese (bril, vals gebit, …), ieder ongeval op de weg van en naar het werk, moet aangegeven worden aan de dienst werking & personeel. Het slachtoffer verwittigt zijn directe overste en de dienst werking & personeel (056 733 390). Indien het slachtoffer hiertoe niet in staat is, zal de directe overste deze dienst verwittigen. Het spreekt voor zich dat bij een ongeval met verwondingen de eerste zorg moet uitgaan naar medische hulpverstrekking. Artikel 35. Een verbandkast bevindt zich in elke dienst. Per dienst is er minstens één hulpverlener aanwezig om de nodige zorgen toe te dienen. 10.2. Bescherming op het werk. Artikel 36. De werknemers moeten zorg dragen voor hun eigen veiligheid en gezondheid en deze van de andere betrokken personen. Zij moeten op de juiste wijze gebruik maken van de hun ter beschikking gestelde arbeidsmiddelen en beschermingsmiddelen. De werknemers moeten de gegeven instructies, vastgestelde werkwijzen en ingestelde procedures correct toepassen. Zij moeten ieder gevaar melden aan hun directe overste als het de veiligheid in gedrang brengt en ook dadelijk de eerste maatregelen treffen. Zie de van toepassing zijnde wetgeving - Artikel 6, verplichtingen werknemers, van de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk - BS 18.09.1996. Dienst voor preventie en bescherming op het werk: Preventieadviseur Frederique Christiaens, Stadhuis, Marktstraat 29, Harelbeke - 056 73 33 86 Externe dienst voor preventie en bescherming op het werk PROVIKMO, Westerlaan 29, 8790 Waregem - 056 62 51 52
Arbeidsgeneeskundige dienst Dr. Arlette Lagrou, PROVIKMO, Westerlaan 29, 8790 Waregem - 056 62 51 52 Geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk Crisisfoon team psychosociaal welzijn PROVIKMO – 078 150 200 Artikel 37. De bijzondere veiligheidsvoorschriften die in het bestuur in acht moeten worden genomen, worden telkens als het nodig is aan de personeelsleden bekendgemaakt. Artikel 38. De bijzondere hygiënevoorschriften die in de instellingen moeten worden in acht genomen, worden telkens als het nodig is aan de personeelsleden bekendgemaakt. Artikel 39. In uitvoering van de Wet op het Welzijn, de uitvoeringsbesluiten, en de toepassing van Titel I, Hoofdstuk IV (Codex Welzijn) staan bepaalde categorieën van personeelsleden verplicht onder gezondheidstoezicht. De gezondheidsbeoordeling van bedoelde personeelsleden is verplicht bij aanwerving, werkhervatting, werkpostverandering en bij zwangerschap/lactatie. Elk personeelslid kan ook zelf een gezondheidsbeoordeling aanvragen voor gezondheidsklachten die hij wijt aan het feit dat onvoldoende preventiemaatregelen werden genomen (spontane raadpleging). In geval van arbeidsongeschiktheid van vier weken of meer heeft elke werknemer het recht om te genieten van een bezoek aan de arbeidsgeneesheer voorafgaand aan de werkhervatting, met het oog op een eventuele aanpassing van hun werkpost. Niemand mag zich onttrekken aan de voorgeschreven gezondheidsbeoordeling. Het gezondheidstoezicht van het personeel gebeurt voor rekening van het bestuur. Artikel 40. De personeelsleden die krachtens de wetgeving preventief moeten worden ingeënt, dienen zich op de hiervoor vastgelegde dag te melden. Niemand mag zich aan deze verplichting onttrekken, tenzij mits voorlegging van een bewijs dat de inenting door een andere geneesheer werd verricht. Het bestuur kan in het kader van de wetgeving of op advies van de arbeidsgeneesheer de lijst der preventieve inentingen uitbreiden, wanneer daartoe gegronde redenen bestaan. Wanneer er gegronde redenen bestaan, kan in dringende gevallen op doktersadvies een bepaalde preventieve inenting opgelegd worden. 10.3. Bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk. Artikel 41. 1. Verbodsbepaling De werkgevers en de werknemers zijn ertoe gehouden zich te onthouden van iedere daad van geweld, pesterijen of van ongewenst seksueel gedrag op het werk. Een werknemer die bij de uitvoering van het werk het voorwerp is van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag, gepleegd door een of meerdere collega’s of door een of meerdere derden, kan voor advies, bijstand, opvang of klacht terecht bij de vertrouwenspersonen van de stad en/of de preventieadviseur psychosociale
belasting van de externe dienst PBW die overeenkomstig voormelde wetgeving worden aangeduid. 2. Begrippen Wordt verstaan onder: 1° Geweld: ‘elke feitelijkheid waarbij een werknemer of andere persoon waarop de Welzijnswet van toepassing is psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk’. 2° Pesterijen: ‘meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de onderneming of instelling, die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van een werknemer of een andere persoon waarop de Welzijnswet van toepassing is bij de uitvoering van zijn werk wordt aangetast, dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd en die zich inzonderheid uiten in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, ras of etnische afstamming’. 3° Ongewenst seksueel gedrag op het werk (OSGW): ‘elke vorm van ongewenst verbaal, niet-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd’. 3. Preventiemaatregelen De werkgever moet een aantal preventiemaatregelen nemen ter voorkoming en bestrijding van voormeld grensoverschrijdend gedrag, inzonderheid tenminste handelend over: 1) de materiële inrichting van de arbeidsplaatsen opdat geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk zouden voorkomen worden; 2) de bepaling van de middelen waarover de slachtoffers beschikken om hulp te krijgen en de wijze om zich tot de preventieadviseur en de vertrouwenspersoon, aangewezen voor de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag, op het werk, te richten; 3) het onderzoek van de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk; 4) het onthaal van, de hulp aan en de vereiste ondersteuning van de slachtoffers; 5) de maatregelen van opvang en van wedertewerkstelling van de slachtoffers; 6) de verplichtingen van de hiërarchische lijn in de voorkoming van feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk; 7) de voorlichting en de opleiding van de werknemers; 8) de voorlichting van het bevoegde comité. 9) 4. Concretisering in onze diensten 4.1. Er wordt formeel gewezen op de individuele verantwoordelijkheid van de werknemers zich te moeten onthouden van elke vorm van grensoverschrijdend gedrag. 4.2. Er wordt formeel gewezen op de individuele verantwoordelijkheid van de oversten, de individuele aansprakelijkheid, signaalfunctie en voorbeeldfunctie, zich te onthouden van elke vorm van grensoverschrijdend gedrag. Elke overste heeft immers een voorbeeldfunctie en de aansprakelijkheid ten opzichte van zijn werknemers om een correcte houding te hanteren zowel in verbaal als niet-verbaal gedrag, dat blijk geeft van het zich onthouden van elke vorm van grensoverschrijdend gedrag zoals bijvoorbeeld het maken van cynische, bedreigende, kwetsende of kleinerende opmerkingen, tegen elkaar opzetten van personeelsleden, het creëren van een gespannen of vijandige sfeer, het nemen van
represaillemaatregelen, viseren, isoleren of discrimineren van bepaalde personeelsleden, niet op gelijke voet bejegenen van de personeelsleden, misbruik maken van vertrouwen, machtsmisbruik en dergelijke meer. 4.4. De opvang van de slachtoffers is voorzien door het ter beschikking stellen van behoorlijk opgeleide vertrouwenspersonen die beschikken over de nodige neutraliteit en onpartijdigheid, gespecialiseerde hulp via de preventieadviseur psychosociale belasting van de Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk. Door het College van Burgemeester en Schepenen werden de hiernavolgende personen aangesteld: Vertrouwenspersoon Mw. Danielle Biesemans, bereikbaar op de Financiële Dienst, tel. 056 733 363 (binnenpost 363) Vertrouwenspersoon Dhr. Frederique Christiaens, preventieadviseur, tel. 056 733 386 (binnenpost 386) of GSM 0473 231 999. CRISISLIJN PROVIKMO, psycholoog - Externe Dienst voor Preventie en Bescherming op het werk, Dirk Martenstraat, 8200 Brugge, Afdeling Risicobeheersing - Team Psychosociaal welzijn - tel. 078 150 200. 4.5. De raadpleging van de Preventieadviseur en/of de vertrouwenspersoon moet discreet en ongehinderd kunnen gebeuren zonder dat de werknemer het gevoel krijgt hierop door oversten of andere personeelsleden impliciet of expliciet te worden beoordeeld. Hiervoor wordt een aparte ruimte ter beschikking gesteld. 4.6 Interne bemiddelings- en klachtenprocedure Binnen de onderneming zijn de aanspreekpunten de vertrouwenspersoon en/of de preventieadviseur psychosociale belasting van de externe dienst PBW. De werknemers kunnen deze personen raadplegen tijdens de werkuren. De tijd besteed aan de raadpleging wordt beschouwd als arbeidstijd en de verplaatsingskosten zijn ten laste van de werkgever. De wet voorziet dat de werknemers eerst de interne procedures zouden uitputten alvorens zij naar de rechtbank trekken met hun klacht. Een overzicht van de stappen in de procedure: 1° Het slachtoffer wendt zich tot de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociale belasting; 2° De vertrouwenspersoon of de preventieadviseur, tot wie de werknemer zich richtte, hoort de betrokkene binnen de 8 dagen na het eerste contact en informeert hem over de mogelijkheid om op informele wijze tot een oplossing te komen. Dat kan door de tussenkomst te vragen van een leidinggevende of via een verzoeningspoging met de ‘dader’. Het slachtoffer moet hiervoor uitdrukkelijk zijn akkoord geven. Bij een verzoeningspoging is het akkoord van beide partijen nodig. 3° Wil de werknemer geen oplossing op informele wijze of mislukt die poging tot verzoening dan kan hij een met redenen omklede klacht neerleggen bij de vertrouwenspersoon of bij de preventieadviseur. De klacht bestaat uit een document ondertekend en gedateerd door de werknemer met als inhoud: • het verzoek gericht aan de werkgever om passende maatregelen te treffen; • de nauwkeurige beschrijving van de feiten die geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag uitmaken; • het tijdstip en de plaats van de feiten; • de identiteit van de beklaagde. Vooraleer hij een klacht neerlegt, moet de werknemer met de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur een persoonlijk onderhoud hebben. Het onderhoud vindt plaats binnen 8 dagen nadat de werknemer te kennen gaf dat hij een klacht zal indienen. 4° De persoon die de klacht ontvangt (VP of PA), ondertekent een kopie van het document met de klacht en overhandigt het aan de werknemer. De kopie meldt dat het persoonlijk onderhoud heeft plaatsgevonden. De kopie geldt als ontvangstbewijs. 5° Ontvangt de vertrouwenspersoon de klacht, dan stuurt hij die onmiddellijk door naar de preventieadviseur psychosociale aspecten. 6° Zodra de preventieadviseur een klacht ontvangt, brengt hij de werkgever op de hoogte van het feit dat er een klacht is en deelt hij de identiteit van de werknemer
die klacht neerlegde mee. Zo weet de werkgever dat de betrokkene beschermd is tegen ontslag. 7° De preventieadviseur deelt zo snel mogelijk aan de beklaagde de feiten mee die hem ten laste worden gelegd. Hij hoort eenieder die nuttige info kan aanbrengen. Hij behandelt de klacht op een volledig onpartijdige wijze. 8° De beklaagde en de getuigen krijgen een kopie van hun verklaring. 9° De preventieadviseur brengt de werkgever onmiddellijk op de hoogte van het feit dat er een getuigenverklaring is en geeft de identiteit van de getuigen mee. Zo weet de werkgever wie beschermd is tegen ontslag. 10° Binnen een termijn van 3 maanden vanaf de indiening van de klacht overhandigt de preventieadviseur een geschreven advies aan de werkgever. Het document bevat: • de samenvatting van de feiten; • eventueel het resultaat van de verzoeningspoging; • eventueel een gemotiveerd advies of de feiten wel kunnen gekwalificeerd worden als geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag dan wel van een andere aard zijn die psychosociale belasting veroorzaken; • een analyse van de oorzaken van de feiten; • de maatregelen die moeten genomen worden om de feiten te doen stoppen; • andere preventiemaatregelen. De termijn van 3 maanden kan telkens met 3 maanden verlengd worden, als de preventieadviseur dat rechtvaardigt en schriftelijk meedeelt aan de werkgever en aan de werknemer die klacht neerlegde. Hoe dan ook moet hij het advies ten laatste 12 maanden na de indiening van de klacht verstrekken. 11° De werkgever informeert de klager en de aangeklaagde over de individuele maatregelen die hij overweegt. Als de maatregelen een wijziging van de arbeidsvoorwaarden van de werknemer inhouden, deelt hij ook een kopie van het advies van de PA mee aan de werknemer. De voorstellen over collectieve preventiemaatregelen geeft hij niet mee. Hij hoort de betrokken werknemer. Deze laatste kan zich hierbij laten bijstaan. Als de werknemer overweegt om een rechtsvordering in te stellen, krijgt hij eveneens een kopie van het advies van de PA. Een kopie van de voorstellen over collectieve maatregelen ontvangt hij niet. 4.8. Er wordt gewezen op het belang van de functionerings- en evaluatiegesprekken. Laat ze vooral een middel zijn om het samenwerkingsverband en het vertrouwen tussen beide partijen te verstevigen en te optimaliseren. Beide gesprekken worden vooralsnog verder door dezelfde overste gehouden, temeer dat er bij ons een getrapt systeem bestaat waarbij de Stadssecretaris bovendien nog eens eindevaluator is en personeelsleden vóór die eindevaluatie eventueel kunnen klagen tegen gebeurlijk gebrek aan neutraliteit en objectiviteit van de evaluator. 4.9. Wij verwijzen concreet naar de inhoud en de vruchten van de reeds gebeurde opleidingen voor dienstchefs, meer bepaald "samenwerken", "leidinggeven voor dienstchefs", "mondelinge en schriftelijke communicatie" die gebeurlijk dienen heropgerakeld: ze hebben het inzicht in onszelf, in onze relatie met anderen en onze medewerkers geoptimaliseerd, alsmede de integriteit in de communicatie met medewerkers. Mochten er problemen blijven bestaan in bepaalde diensten, en ondanks deze opleidingen, dan zal overwogen worden het leidinggeven toe te vertrouwen aan een ander personeelslid, alhoewel delegatie soms tot de natuur zelf van de dienstorganisatie behoort. Er zal overleg worden gepleegd met WIVO voor de organisatie van een cursus ondersteunend leidinggeven, omgaan met grensoverschrijdend gedrag en conflicthantering meer bepaald in de context van de problematiek pesterijen. 4.10. Het Bestuur zal toezien op het vermijden van intiem relationele en/of familiale banden binnen dezelfde dienst teneinde in voorkomend geval spanningen, impliciete partijdigheid en misbruik van vertrouwen te voorkomen. 5. Sancties
5.1 Aan de werknemer die zich schuldig heeft gemaakt aan geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag bij de uitvoering van het werk, kan de werkgever – na verloop van voormelde bemiddelings- en klachtenprocedure – een tuchtprocedure overwegen. 5.2 Misbruik van de voormelde klachtenprocedure en van andere actiemogelijkheden op grond van de Wet dd. 10.01.2007 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk: bij manifeste kwaadwilligheid en/of ongegrondheid van bedrijfsinterne klachten en/of van andere wettelijke actiemogelijkheden, kan de werkgever een tuchtprocedure overwegen. 11. ADMINISTRATIEVE INLICHTINGEN. De namen van de leden van de onderhandelings- en/of overlegorganen en de adressen van de verschillende Inspectiediensten en andere contactadressen zijn terug te vinden in bijlage 10. De dienst ‘Werking & Personeel’ staat in voor de dagdagelijkse uitvoering van het personeelsbeheer. Diensthoofd ‘Werking & Personeel’ : Ivan Dewaele Bestuurssecretaris Interne Werking Tel. 056/73.33.93 GSM : 0475/65.72.06 E-mail :
[email protected] BIJLAGEN 1 voltijdse vaste uurroosters 1.1. DEPOT ------------Containerpark:
ma-vr
Stamtijd:
12:39
-
18:35
za
Stamtijd:
07:35
-
14:15
ma-vr stamtijd: 8u/dag Pauze tussen: 38 urenweek met recuperatie
07:30 12:00
-
16:30 13:00
ma-di 8u/dag
stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
16:30 13:00
vr 6u/dag
stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
14:30 13:00
--------------------ma-vr Stamtijd: 06:00 7u36/dag Pauze tussen: 11:00 38 uren rooster met recuperatie
-
17:00 13:00
Zoneploegen:
1.2. BIBLIOTHEEK
1.3. SABV -----------di, do, za 7u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
08:15 12:00
-
16:30 13:15
Wo 8u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
13:15 17:15
-
21:45 17:45
Zo 3u/dag
Stamtijd:
09:00
-
12:00
Ma, di, wo, do Stamtijd: 8u30/dag Pauze tussen:
07:30 12:00
-
16:30 12:30
vr 4u/dag
Stamtijd:
08:00
-
12:00
ma 8u45/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
08:00 12:00
-
17:30 12:45
wo 5u/dag
Stamtijd:
13:30
-
18:30
do 4u45/dag
Stamtijd:
13:30
-
18:15
vr 8u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
08:45 12:00
-
18:15 13:30
za 6u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
08:15 12:15
-
16:00 13:30
ma, do 9u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
17:00 12:30
di 8u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
16:00 12:30
wo 7u45/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
15:45 12:30
vr 4u15/dag
Stamtijd:
07:30
-
11:45
1.4. SAMWD -------------32u/32
38/38
1.5. SCHOOL NOORD ------------------------
ma 7u30/dag
Stamtijd:
06:30
-
14:00
di 10u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
06:30 14:00
-
18:30 16:00
wo 8u/dag
Stamtijd:
06:30
-
14:30
do 7u45/dag
Stamtijd:
06:45
-
14:00
vr 4u30/dag
Stamtijd:
11:30
-
16:00
Stamtijd: Pauze tussen:
06:00 08:30
-
21:00 16:00
Stamtijd: Pauze tussen:
06:30 08:00
-
19:30 13:00
Stamtijd: Pauze tussen:
6:00 11:00
-
17:00 15:00
Wo 8u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
6:00 10:00
-
17:00 13:00
Vr 9u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
06:00 11:00
-
17:00 13:00
1.6. SCHOOL CENTRUM --------------------------ma, di, do, vr 7u30/dag wo 8u/dag 1.7. SCHOOL ZUID ---------------------ma, di, do 7u/dag
Aparte regeling voor refterdienst op ma, di, do, vr tussen 11:45 en 13:00 ma, di, do 7u45/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:00 11:00
-
17:00 13:15
Wo 7u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:00 11:45
-
15:15 12:30
Vr 7u15/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:00 11:00
-
16:30 13:15
Aparte regeling voor refterdienst van 1u45 op ma, di, do, vr ma, di, do 8u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:00 08:00 11:45
-
17:00 17:30 12:45
wo 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:00 08:00 11:45
-
15:00 17:30 12:45
Vr 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:00 08:00 11:45
-
16:00 17:30 12:45
ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 18:00 14:00 (min. 1u)
Werklieden:
ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
07:30 07:00 11:45
-
16:00 17:00 14:00 (min. 1u)
Schoonmaakster:
ma,di, do, vr 8u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:00 07:45 11:45
-
17:00 17:15 14:00 (min. 1u)
Wo 6u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
06:00 06:00
-
12:00 12:15
ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:00 07:30 11:45
-
16:30 17:00 13:30 (min. 1u)
Werklieden:
ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:00 07:30 11:45
-
16:30 17:00 13:30 (min. 1u)
Schoonmaak : brandweer
zelfde rooster als werklieden, maar 19u wordt gepresteerd in de
2 voltijdse glijdende uurroosters 2.1 CULTUUR --------------Administratie:
2.2. DEPOT ------------Administratie:
2.3. JEUGDDIENST ---------------------Administratie: ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
09:00 08:00 11:30
-
16:00 18:30 14:00 (min. 1u)
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 20:30 13:30 (min. 1u)
2.4. SPORTDIENST ---------------------Administratie: ma-do 7u36/dag
Werklieden:
vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 13:30 (min. 1u)
ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
07:30 07:30 11:45
-
16:30 16:45 13:30 (min. 1u)
ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma-vr
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 00:00 11:45
-
17:00 23:00 14:00 (min. 1u)
ma-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma 8u30/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
07:30 07:15 12:00
-
17:00 17:00 13:00
di, wo 8u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
17:00 13:00
do 8u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
07:30 07:15 12:00
-
16:30 16:30 13:00
vr 4u30/dag
Stamtijd: Glijtijd:
07:30 07:15
-
12:00 12:15
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
Stamtijd: Glijtijd:
13:00 12:45
-
18:00 18:15
Stamtijd: Glijtijd:
13:00 12:45
-
20:00 20:15
2.5. STADHUIS ----------------Administratie:
Bode:
2.6. MUSEA ------------Administratie:
Schoonmaakster:
2.7. WELZIJNSDIENST -------------------------Administratie: ma-vr 7u36/dag
2.8. BIBLIOTHEEK --------------------rooster 1: ma week 1 5u/dag di, do, vr 7u/dag
wo 8u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 10:45
-
17:45 18:15 13:15 (min. 1u)
ma 9u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 11:45
-
17:45 18:15 13:15 (min. 1u)
di, do, vr 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
19:45 20:15
wo 5u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
17:45 18:15
za 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 11:45
-
15:45 16:15 13:15 (min. 1u)
ma 9u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 11:45
-
17:45 18:15 13:15 (min. 1u)
di, do, vr 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
19:45 20:15
wo 8u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 10:45
-
17:45 18:15 13:15 (min. 1u)
ma, wo 5u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
17:45 18:15
di, do, vr 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
19:45 20:15
za 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 11:45
-
15:45 16:15 13:15 (min. 1u)
Week 1
ma-vr 8u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
16:45 17:15
Week 2
ma-do 8u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
16:45 17:15
Vr 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
11:45 12:15
week 2
rooster 2: week 1
week 2
3 voltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus 3.1. BRANDWEER ---------------------
week 1:
ma-wo, vr 9u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
18:00 13:00
week 2:
ma-do 9u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
18:00 13:00
week 3:
di-vr 9u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
18:00 13:00
za 7u30/dag
Stamtijd: pauze tussen:
08:00 12:00
-
16:30 13:00
ma, di, do 9u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
18:00 13:00
vr 11u30/dag
Stamtijd: Pauze tussen: Pauze tussen:
07:30 12:00 18:00
-
22:00 13:00 20:00
week 4:
4 Voltijdse volledig veranderlijke uurroosters 4.1. CULTUUR ---------------Schoonmaakster 1:
ma-vr
Glijtijd: 08:00
-
18:00
ma-vr
Glijtijd: 07:30
-
18:00
Glijtijd:
07:30
-
18:30
stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
16:30 13:00
-
16:30 13:00
7u36/dag Schoonmaakster 2: 7u36/dag 4.2. JEUGDDIENST ---------------------Schoonmaakster: ma-vr 7u36/dag 4.3. SCHOOL CENTRUM -------------------------Conciërge 5 deeltijdse vaste uurroosters 5.1. DEPOT ------------30u24/38 di-vr 8u/dag
30u24 urenweek met recuperatie ma-do 8u/dag
stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
30u24 urenweek met recuperatie 30/38 ma-wo 8u/dag
stamtijd: pauze tussen:
08:00 12:00
-
16:30 12:30
do 6u/dag
stamtijd: pauze tussen:
10:00 12:00
-
16:30 12:30
ma-di 8u/dag
stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
16:30 13:00
wo 4u30/dag
stamtijd:
07:30
-
12:00
19/38
19 urenweek met recuperatie di, do 8u/dag
stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
16:30 13:00
wo 4u30/dag
stamtijd:
07:30
-
12:00
19 urenweek met recuperatie wo, do 8u/dag
stamtijd: Pauze tussen:
07:30 12:00
-
16:30 13:00
vr 4u30/dag
stamtijd:
07:30
-
12:00
07:30 12:00
-
16:30 13:00
07:30
-
12:00
19 urenweek met recuperatie di, wo 8u/dag
stamtijd: Pauze tussen:
do stamtijd: 4u30/dag 19 urenweek met recuperatie ma, di, vr 4u/dag
stamtijd:
08:00
-
12:00
wo 8u/dag
stamtijd: pauze tussen:
08:00 12:00
-
17:00 13:00
19 urenweek met recuperatie 5.2. BRANDWEER -------------------30u24/38
ma
Stamtijd: Pauze tussen:
08:00 12:00
-
16:14 13:00
di, vr
Stamtijd: Pauze tussen:
08:00 12:00
-
16:35 13:00
wo, do
Stamtijd:
08:00
-
12:00
ma 4u30/dag
Stamtijd:
08:00
-
12:30
di, wo 3u30/dag
Stamtijd:
08:30
-
12:00
do 4u30/dag
Stamtijd:
07:30
-
12:00
vr 3u/dag
Stamtijd: 09:00 niet in opdracht van SABV
12:00
vr 1u40/dag
Stamtijd:
15:30
-
17:10
Za 1u40/dag
Stamtijd:
10:20
-
12:00
ma-do 6u/dag
Stamtijd: 08:00 - 14:00 (van 11:45 tot 14:00 in centrumschool op ma, di, do)
vr 6u/dag
Stamtijd: 09:00 - 15:00 (van 11:45 tot 14:00 in centrumschool)
ma, wo 4u/dag
Stamtijd:
08:00
-
12:00
do 4u30/dag
Stamtijd:
08:00
-
12:30
vr 3u/dag
Stamtijd:
13:00
-
16:00
za 3u30/dag
Stamtijd:
12:30
-
16:00
5.3. SABV -----------19u/38
5.4. SAMWD -------------30u/38
19u/38
9u30/38 ma 5u/dag
Stamtijd:
15:00
-
20:00
di
Stamtijd:
13:00
-
17:30
ma 3u/dag
Stamtijd:
15:15
-
18:15
di 3u/dag
Stamtijd:
14:45
-
17:45
wo 4u/dag
Stamtijd:
11:30
-
15:30
do 3u/dag
Stamtijd:
15:15
-
18:15
vr 2u/dag
Stamtijd:
14:30
-
16:30
ma, di, do, vr 2u30/dag
Stamtijd:
11:30
-
14:00
di 2u/dag
Stamtijd:
13:30
-
15:30
ma, di 8u/dag
Stamtijd: Pauze tussen:
07:00 11:00
-
15:36 11:30
wo, do 7u/dag
Stamtijd:
07:00
-
14:36
4u30/dag
5.5. SCHOOL NOORD -----------------------15u/38
5.6. SCHOOL CENTRUM --------------------------10u/38
2u/38
5.7. SCHOOL ZUID ---------------------30u24/38
6 deeltijdse glijdende uurroosters 6.1. CULTUUR ---------------34u/38 Schoonmaakster:
ma, di, do, vr 7u30/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
07:45 07:15 11:45
-
16:00 16:30 14:00 (min. 1u)
Wo 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
07:45 07:15
-
11:45 12:15
ma, di, do 7u15/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
07:45 07:15 11:45
-
16:00 16:30 14:00 (min. 1u)
vr 4u15/dag
Stamtijd: Glijtijd:
07:45 07:15
-
11:45 12:15
ma 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
07:45 07:15 11:45
-
16:00 16:30 14:00 (min. 1u)
di, do, vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
07:45 07:15
-
11:45 12:15
ma, wo-vr 4u30/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:00 07:45
-
12:00 12:15
di 6u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
06:30 06:30
-
12:00 12:15
di-vr 4u45/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:00 07:45
-
12:00 12:15
ma 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:00 07:45
-
11:45 12:15
di, wo 3u30/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:00 07:45
-
11:15 12:15
26u/38 Schoonmaakster:
19u/38 Schoonmaakster:
6.2. SPORTDIENST ---------------------24/38 Schoonmaakster:
19/38 Schoonmaakster: 17/38 Schoonmaakster:
do 3u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
06:30 06:30
-
09:30 12:15
vr 3u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
12:30 12:30
-
15:30 15:45
rooster 1:
ma-do 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
rooster 2:
ma-di, do-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
rooster 3:
ma, di, do 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
wo, vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma-wo 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
do 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
14:00 13:15
-
17:00 17:30
vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
ma-vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
ma-wo 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
do 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
6.3. STADHUIS ----------------30u24/38
Adm. medewerker: di-vr 7u36/dag Adm. medewerker:
19/38 rooster 4: Adm. medewerker:
Adm. medewerker: ma, wo, do 3u48/dag
di 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
di, wo 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
do 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
Adm. medewerker: ma-do 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
14:00 13:15
-
17:00 17:30
ma-wo 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma-vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
05:30 05:15
-
09:15 09:45
ma-di, do-vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma-do 6u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
06:00 05:45
-
12:00 12:15
za 5u/dag
Stamtijd:
06:00
-
11:00
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
Stamtijd: Glijtijd:
14:00 13:15
-
17:00 17:30
Adm. medewerker:
Adm. medewerker:
poetspersoneel:
6.4. WELZIJNSDIENST -------------------------30u24/38 Adm. medewerker:
29/38 Schoonmaakster:
19/38 Consulent werkwinkel: wo, do 7u36/dag vr 3u48/dag
6.5. BIBLIOTHEEK --------------------19u/38 ma-do 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
07:45 07:15
-
11:15 11:45
Vr 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
07:45 07:15
-
11:15 11:45
ma-di, do-vr 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
11:45 12:15
wo 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
10:45 11:15
ma
Stamtijd: Glijtijd:
18:15 17:45
-
20:15 20:45
wo
Stamtijd: Glijtijd:
16:15 15:45
-
20:15 20:45
za
Stamtijd: Glijtijd:
09:30 09:00
-
12:00 12:30
10u/38
7 deeltijdse variabele uurroosters met terugkerende cyclus 7.1. STADHUIS -----------------30u24/38 Beambte: week 1+2:
week 3:
ma-do 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma-wo, vr 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
Stamtijd: Glijtijd:
14:00 13:15
-
17:00 17:30
Adm. medewerker: week 1+2: ma-do 7u36/dag week 3:
ma-di, do-vr 7u36/dag
Adm. medewerker: week1+2 ma, di, do 3u48/dag
do 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma, di 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
14:00 13:15
-
17:00 17:30
wo 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
Adm. medewerker:Zomerverlof (4 weken) week 1, 3, 4 ma, di, do Stamtijd: 3u48/dag Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
week3
week 2
wo 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma, di, vr 3u48/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:45 08:00
-
11:45 13:00
wo 7u36/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:45 08:00 11:45
-
17:00 17:30 14:00 (min. 1u)
ma, wo 5u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
17:45 18:15
di, do, vr 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
19:45 20:15
za 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 11:45
-
15:45 16:15 13:15 (min. 1u)
ma 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
11:45 12:15
do, vr 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
19:45 20:15
za 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd: Pauze tussen:
08:15 07:45 11:45
-
15:45 16:15 13:15 (min. 1u)
7.2. BIBLIOTHEEK --------------------21u/38 week 1
week 2 19u/38 Week 1
Week 2
ma, wo 5u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
17:45 18:15
di 7u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
19:45 20:15
ma 2u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
18:15 17:45
-
19:45 20:15
wo 2u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
18:15 17:45
-
19:45 20:15
za 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
15:45 16:15
ma 2u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
18:15 17:45
-
19:45 20:15
wo 2u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
18:15 17:45
-
19:45 20:15
za 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
11:45 12:15
week 1, 7:
za 3u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
15:45 16:15
week 2, 4, 6, 8
wo 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
14:15 13:45
-
17:45 17:45
week 3, 5
za 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
11:45 12:15
Week 1, 3
wo 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
14:15 13:45
-
17:45 18:15
Week 2
za 4u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
08:15 07:45
-
11:45 12:15
Week 4
za 3u/dag
Stamtijd: Glijtijd:
13:15 12:45
-
15:45 16:15
08:00
-
18:00
8u/38 week 1,2
week 3,4
4u/38
8 Deeltijdse volledig veranderlijke uurroosters 8.1. CULTUUR ---------------28u30/38 Schoonmaakster:
ma-vr 7u36/dag
Glijtijd:
8.2. JEUGDDIENST ---------------------19/38 Schoonmaakster:
ma-vr 3u48/dag
Glijtijd:
07:30
-
18:30
8.3. SCHOOL NOORD -----------------------19u/38 Normaal te presteren uren: ma: 2u di: 3u wo: 7u do: 3u vr: 4u 9 Reglement variabele werktijdregeling STAD HARELBEKE AD.CB/19/03/1987 REGELING INZAKE VARIABELE WERKTIJD 1. 1.1.
BASIS Reglementair
1.1.1. CBS dd. 15.04.1987: optie tot invoeren van de tijdsregistratieklok en onderzoek naar de mogelijkheden van toepassing variabele werktijd. 1.1.2. CBS dd. 03.06.1987: optie tot invoering van de variabele werktijd na onderzoek stadssecretaris (nota dd. 17.04.1987 en aansluitende adviezen van de respectievelijke dienstchefs). 1.1.3. Overlegcomité dd. 23.06.1987 met o.a. als dagordepunt: 'invoering glijdende uurregeling'. 1.1.4. CBS dd. 24.06.1987: goedkeuringsbeslissing invoering van de variabele werktijd en uitvoeringsmodaliteiten. 1.1.5. GR dd. 29.06.1987: goedkeuring bestek en gunningswijze inzake aankoop en installatie tijdsregistratieklokken. 1.1.6. CBS dd. 01.07.1987: gunning van het tijdsregistratiesysteem. 1.2.
Filosofie
1.2.1. De invoering van de variabele arbeidstaak laat het personeelslid toe zijn werktijd in de mate van het mogelijke aan te passen aan individuele (gezins)verplichtingen en persoonlijke voorkeur. 1.2.2. Het systeem is echter slechts uitvoerbaar mits de beschikking over een sluitend en ondubbelzinnig registratiesysteem (klok) en mits geen afbreuk te doen aan de verplichtingen van de diensten ten overstaan van de overheid en de bevolking alsmede de stipte uitvoering van de gestelde taken.
1.2.3. Voormelde gegevens inzonderheid 1.2.1. hierboven verklaren dat in principe iedereen deelachtig wordt gemaakt in het systeem (er wordt dus bvb. geen onderscheid gemaakt tussen administratief, technisch en werkliedenpersoneel): iedereen prikt en kan glijtijd toepassen onder voorbehoud evenwel van de concrete dienstnoodwendigheden welke terzake een aantal onvermijdelijke beperkingen kunnen opleggen. 2. 2.1.
ALGEMENE BEGINSELEN: BEGRIPPEN EN TOEPASSING Begripsomschrijving Als variabele werktijdregeling (VWT) geldt deze regeling van de arbeidstijd welke bestaat uit: - stamtijden tijdens dewelke alle personeelsleden verplicht moeten aanwezig zijn; - glijtijden tijdens dewelke het personeelslid in principe vrij zijn uur van aankomst en vertrek bepaalt, echter binnen de perken omschreven in de onderhavige regeling.
2.2.
Principiële toepassing
2.2.1. T.a.v. de tijd: - De tijdsregistratieklok en de VWT worden ingevoerd met ingang van 1 september 1987; - wat de VWT betreft geldt een proefperiode van 3 maand waarna het systeem in voorkomend geval wordt bijgestuurd i.f.v. de concrete ervaring in het algemeen en vooral de specificiteit van bepaalde dienstonderdelen in het bijzonder; - tijdens de periode van de zomerregeling (juli-augustus) worden de betrokken alternatieve uurroosters in het systeem opgenomen. 2.2.2. T.a.v. het personeel: De regeling geldt in principe voor alle personeelsleden onder voorbehoud van een aantal in de praktijk onvermijdelijke beperkingen zoals hierna omschreven. 2.3.
Beperkingen in de toepassing
Bij deze beperkingen wordt geen onderscheid tussen mensen of categorieën van personeel gemaakt, maar zijn de enige criteria de aard van de uitgeoefende functie en het team- of groepsverband waarin het personeelslid werkt. Voormelde beperkingen zijn ingegeven door dienstcontinuïteit en diensteconomie enerzijds en hiërarchie anderzijds. 2.3.1. De dienstcontinuïteit moet na overleg met en onder verantwoordelijkheid van de dienstchef gegarandeerd blijven. Zonder afbreuk te doen aan de aanwending van de tijdsregistratieklok, is de VWT individueel gelimiteerd: 2.3.1.1. voor de personen gelast met telefonie, loketbediening en algemene dienstverzekering wat de centrale administratieve diensten betreft tijdens de openingsuren van het stadhuis; deze openingsuren worden voortaan als volgt vastgesteld: voormiddag van 8.30 uur tot 11.45 uur, namiddag van 14.00 uur tot 17.30 uur, vrijdagnamiddag tot 19.00 uur voor burgerstand en bevolking; 2.3.1.2. uiteraard voor personen die onvermijdelijk volgens een vast schema of concreet vastgelegde beurten moeten werken (vb. zaalverantwoordelijken bij de buitendiensten, balieverzekering tijdens openingsuren bibliotheek, beurtrollen politie, containerpark). 2.3.2. De diensteconomie legt individuele beperkingen op aan:
2.3.2.1. personeelsleden werkend in teamverband en waarbij de groep direct volledig moet zijn om functioneel te zijn (vb. een vast team van werklieden dat 's morgens vanuit het depot vertrekt); 2.3.2.2. personeelsleden die om logische en diensteconomische redenen de plaats van de opdracht én waar geen tijdsregistratiesysteem bestaat rechtstreeks vervoegen (vb. werklieden verbonden aan een wijk). 2.3.3. Naar analogie met de desbetreffende omzendbrief van dhr. Minister van Openbaar Ambt zijn de wettelijke graden (corresponderend met directiegraden in voormelde omzendbrief) niet onderworpen aan het tijdsregistratiesysteem. 3. 3.1.
GELDEND DIENST- EN PRESTATIEROOSTER Schema
Het dagschema, bestaande uit glijtijden en stamtijden, wordt als volgt samengesteld: Aankomst: 07.45 uur tot 08.30 uur (glijtijd) Registratie IN (stamtijd 08.30 uur tot 11.45 uur) Middag: 11.45 uur tot 14.00 uur (glijtijd) Registratie UIT-IN – pauze minimum 1 uur (stamtijd 14.00 uur tot 17.00 uur) Vertrek: 17.00 uur tot 17.45 uur (glijtijd) Registratie UIT Speciale rooster bevolking en burgerlijke stand voor de vrijdagavond tot 19.00 uur. Speciaal uurrooster voor de personeelsleden met 4/5-betrekking wordt ingebouwd, alsmede voor schoonmaakpersoneel.
3.2.
Prestaties
Minimumprestatie per dag = 06.15 uur. Maximumprestatie per dag = 09.00 uur, behoudens toegestane overuren. Gemiddelde prestatie per dag = 07.36 uur bij volledige taak, 03.48 uur of alternatief i.f.v. dienstnoodwendigheid voor halve taak. 3.3.
Toepassing
Het onderhavig schema is toepasselijk op de centrale diensten. Het wordt slechts voor zover mogelijk toegepast in de buitendiensten, waar onvermijdelijk alternatieve uurroosters gelden. Deze roosters worden ter goedkeuring voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen. Er wordt nagegaan of het uurrooster werkliedenpersoneel (zomer- en winterregeling) kan of moet gelijkgeschakeld worden met voormeld schema. 4. 4.1.
REGISTRATIE VAN DE AANWEZIGHEID Al de personeelsleden worden voorzien van een genummerde badge of kaart bestemd om de duur van hun aanwezigheid op het werk door middel van de tijdsklok te registreren. Elk personeelslid moet volgende tijden registreren met de terminal op de plaats van de tewerkstelling (ook degenen die ter plaatse blijven middagmalen): - het uur van zijn aankomst 's morgens - het uur van zijn vertrek 's middags - het uur van terugkomst na middagmaal - het uur van vertrek 's avonds - het uur van vertrek en aankomst tussenin voormelde tijdstippen (cfr. verder: toegestane afwezigheden tijdens de stamtijden).
4.2.
De tijdsregistratieklokken worden geïnstalleerd in hiernavolgende dienstgebouwen: stadhuis, filialen Hulste en Bavikhove, sportdienst, jeugddienst, cultuurdienst en politiecommissariaat. De concrete gebruiksaanwijzing in verband met de voormelde toestellen zal het voorwerp uitmaken van een afzonderlijke nota alsmede van een praktische begeleiding door een afgevaardigde van de personeelsdienst gedurende de beginperiode.
4.3.
Bijzondere situaties: hiernavolgend personeel laat zijn tijd registreren in het ernaast vermelde dienstgebouw: 4.3.1. Personeel Marktstraat 100 (adm. personeelslid musea en schoonmaakpersoneelslid): op de klok jeugdcentrum. 4.3.2. Personeel sporthallen Bavikhove: klok administratief bureau sociocultureel centrum. 4.3.3. Schoonmaakpersoneel brandweerkazerne Hulste: klok administratief bureau sociocultureel centrum.
4.4.
Voor het kuispersoneel ontmoetingshuisjes derde leeftijd, het kuispersoneel scholen en het personeel kerkhoven dat vooraf geen depot vervoegt worden alternatieve schikkingen genomen.
5.
VERREKENING ARBEIDSDUUR EN REGULARISATIE
5.1.
De variabele arbeidstijd impliceert de keuze van een basisperiode op het einde waarvan de toetsing van de werkelijke prestaties aan het theoretisch te verrichten totaal plaats heeft. De maand wordt als basisperiode genomen: de theoretische werktijd is bijgevolg gelijk aan zoveel maal 07.36 uur als er werkdagen in de maand zijn. Aan het einde van de maand wordt de theoretische werktijd vergeleken met de door het personeelslid werkelijk gepresteerde werktijd. Uit deze vergelijking zal een overschot of een tekort blijken. Op het einde van de maand maakt de personeelsdienst per personeelslid het totaal van het krediet (= overschot) of debet (= tekort) dat naar de volgende maand moet worden overgedragen binnen dewelke de recuperatie gebeurt.
5.2.
Het plafond van het debet-krediet/maand wordt als volgt vastgelegd: - bij 5/5de werktijd, het krediet max. 12 uren en het debet 8 uren - bij 4/5de werktijd, het krediet max. 09.36 uren en het debet 06.24 uren - bij 3/5de werktijd, het krediet max. 07.12 uren en het debet 04.48 uren - bij 1/2de werktijd, het krediet max. 6 uren en het debet 4 uren.
5.3.
Recuperatie -
-
Het inhalen van debet geschiedt verplicht gedurende de glijtijden, doch de minimumtijd (1 uur) voor de middagpauze komt hiervoor niet in aanmerking. Mocht het personeelslid in de loop van de volgende maand door overmacht (vb. ziekte) een eventueel tekort niet kunnen aanzuiveren, dan moet het inhalen niettemin zo snel mogelijk gebeuren. Het aanwenden van de inhaalrust (recupereerbaar krediet) gebeurt hetzij in de vorm van compensatieverlof ten belope van een volledige dag of per halve dagen (volgens het huidig beurtensysteem van de vrijdagnamiddag), hetzij op de glijtijd en uitzonderlijk op de stamtijd. Het compensatieverlof wordt door de dienstchef toegestaan mits inachtneming van de goede werking van de dienst. Het wordt direct en voorafgaandelijk medegedeeld aan de personeelsdienst. Voor de dienstchefs wordt het
-
6.
compensatieverlof toegestaan door de stadssecretaris (+ mede te delen aan personeelsdienst). Indien het personeelslid het krediet in de loop van de volgende maand door overmacht niet kan besteden moet het zulks doen zodra daartoe de mogelijkheid bestaat. Voor de vrijdagnamiddaguren van 17.30 uur tot 19.00 uur (dienst burgerstand en bevolking) blijft de toegift van ½ uur behouden (dus 2 uur recuperatie). Voor de prestaties werkliedenpersoneel tijdens zaterdagen, zondagen of feestdagen blijft de huidige compensatieregeling van toepassing.
TOEGESTANE AFWEZIGHEDEN TIJDENS DE STAMTIJDEN
Bepaalde gebeurtenissen binnen of buiten het beroepsleven kunnen de personeelsleden ertoe brengen afwezig te zijn op de arbeidsplaats. Deze afwezigheden worden tijdig aan de dienstchef (voor de chefs aan de stadssecretaris) aangevraagd of medegedeeld volgens de geldende (statutaire) regels terzake. Ze worden vooraf medegedeeld aan de personeelsdienst. 6.1.
Voor vakantiedagen en ziekteverlofdagen wordt 07.36 uur arbeidstijd aangerekend (halve dagen = 03.48 uur).
6.2.
Zendingen, vergaderingen en andere opdrachten buiten het dienstgebouw: de personeelsleden moeten indien mogelijk de week vooraf hun vooruitzichten terzake tijdig (voor de vrijdagnamiddag) via hun chef (respectievelijk stadssecretaris voor de dienstchefs) indienen bij de personeelsdienst; - voor de dagen waarop niet kan geprikt worden ter controle wordt 07.36 uur aangerekend: het personeelslid begeeft zich dan langs de kortste weg van de verblijfplaats naar de plaats van de opdracht en omgekeerd (vb. werkliedenpersoneel op de wijken tewerkgesteld; zending welke een volledige dag in beslag neemt); - wanneer de vergadering, zending of opdracht van dergelijke beperkte duur is dat men vooraf en/of achteraf het dienstgebouw kan vervoegen, dan wordt er wel geprikt; - het spreekt vanzelf dat er voor de overige dagen, doorgebracht op kantoor, wordt geprikt volgens de gewone regeling (en met mogelijkheid van debet of krediet).
6.3.
Andere afwezigheden met of zonder compensatie: deze afwezigheden worden vooraf goedgekeurd door de dienstchef, respectievelijk stadssecretaris en vooraf ter kennis gebracht van de personeelsdienst. De vrijstellingen zonder compensatie (zie artikel 47 pag. 16 personeelsstatuut) worden gelijkgesteld met arbeidstijd; de te compenseren vrijstellingen (zie dienstnota 27.04.1987 voorwerp: 'afwezigheden tijdens de diensturen andere dan deze voorzien in art. 47 van het personeelsstatuut) worden ingehaald in de loop van dezelfde maand. Het personeelslid prikt in beide voormelde gevallen bij het verlaten en terug vervoegen van het dienstgebouw tenzij het tijdstip van de compensatie samenvalt met begin of einde van de stamtijd voormiddag of namiddag.
7.
COMPENSEREN VAN EXTRA-PRESTRATIES (OVERUREN)
Terzake wordt verwezen naar de statutaire regels onder sectie 10, artikel 48 van het personeelsstatuut wat betreft de voorwaarden van het aanvaard bestaan van overuren. Deze 'bijkomende' uren moeten buiten de stamtijden gepresteerd worden en leiden tot een bijkomend krediet dat bij het normale maximumkrediet van 12 uur op het einde van
de maand kan gevoegd worden. De recuperatie moet in principe gebeuren in de loop van de twee volgende maanden. 8.
VOORZIENE SANCTIES
8.1.
Prikken in de plaats van andere personeelsleden is voor beide partijen die er zich schuldig aan maken een ernstige tekortkoming die bestraft wordt met een nader te bepalen schorsing zonder wedde enerzijds en anderzijds met een opheffing van de variabele werktijd gedurende een periode van minstens 3 maanden.
8.2.
Niet respecteren van de stamtijden door hetzij te laat komen, hetzij te vroeg vertrekken, hetzij andere niet-gerechtvaardigde afwezigheid tijdens de stamtijden: het principe van compenseren van de verloren tijd wordt hier niet toegepast omdat dergelijke gemakkelijke toevlucht geen afdoende garanties biedt voor het blijvend respecteren van de stamtijden. In voorkomend geval wordt én de vaststelling opgenomen in het beoordelingsdossier en een dag vakantie gehypothekeerd. Uiteraard zal voorafgaand het formulier 'verantwoording niet aanwezigheid in de stamtijd' ernstig beoordeeld worden.
8.3.
Herhaald niet prikken: beoordelingsdossier en statutaire tuchtregeling wordt aangesproken naargelang de frequentie.
8.4.
Aanwezigheid voor 07.45 uur en na 17.45 uur (dus niet respecteren glijtijdstippen) wordt niet als gewerkte tijd beschouwd, tenzij door de chef aanvaarde overuren.
8.5.
Overschrijden van het maandelijks kredietplafond wordt als niet-gewerkte tijd beschouwd, tenzij aanvaarde overuren.
8.6.
Het overschrijden van de debet-drempel geeft aanleiding tot opname van de vaststelling in het beoordelingsdossier en hypothekeren van een dag verlof.
9.
De bijzondere situaties welke in deze richtlijnen niet zouden voorzien zijn, zullen na overleg met de bevoegde instanties, het voorwerp uitmaken van een aanvullende regeling.
10. Na de in onderhavige regeling voorziene proefperiode wordt een gedetailleerd rapport inzake toepassing van de dienstchefs afgeleverd met het oog op het gebeurlijk bijsturen waar nodig. Inzonderheid zal betrokken rapport de toepassing garanderen van de punten onder 2.3. van onderhavige nota. STAD HARELBEKE
Harelbeke, 20 januari 1988
PERSONEELSDIENST Nota voor alle personeelsleden Voorwerp: Evaluatie en bestendiging tijdsregistratiesysteem en variabele werktijd. Mede na overleg met bestuur en dienstchefs, kan het onderhavig systeem, op enkele bijsturingen na, grosso modo als positief geëvalueerd worden. Het heeft bijgedragen tot een grotere stiptheid en niet te weerleggen registratie van aanwezigheid bij hen die eerder in gebreke bleven en meteen op dat stuk de gelijkheid onder het personeel en de
houvast bevorderd. Het heeft anderzijds bewezen, mede door de positieve en verstandige medewerking van chefs en personeel, dat een flexibel en aan de individuele of familiale omstandigheden aangepast uurrooster niets afdoet van de persooonlijke prestaties en aan de dienstverlening t.o.v. de bevolking. Kortom de proef kan als geslaagd bestempeld worden en wij kunnen doorgaan met het systeem. De proefperiode heeft, uiteraard omdat niet alles kan voorzien worden, een aantal nodige bijsturingen aan het licht gebracht. 1.
Administratieve ondersteuning van het systeem 1.1. Benevens een nieuwe soort verlofkaart, wordt een aanvraag- en registratiekaart ingevoerd voor inhaalrust (= gebruiken van krediet) en dienstvrijstelling: - de aanvraag voor voormelde afwezigheden zal derhalve voortaan dus uniform voor alle diensten gebeuren via deze kaart; - op deze kaart wordt tevens op het einde van de maand het totaal debet of kredieturen vermeld; - deze kaart, welke meteen per personeelslid een overzicht verleent, wordt uiteraard telkens weer vooraf geviseerd door de dienstchef (door de stadssecretaris voor de dienstchefs en het personeel secretariaat en onthaal-telefonie); de kaart wordt, enkel voor de personeelsleden van de centrale administratie die dus aangesloten zijn op de geautomatiseerde klok, uiterlijk de dag voor de afwezigheid aan de personeelsdienst bezorgd (noodzakelijke voorafgaandelijke correctie in de registratieklok); voor de buitendiensten en het depot blijft deze aangelegenheid dus bijgehouden door de dienstchef ter plaatse. 1.2. Het formulier "Verantwoording afwezigheid tijdens stamtijd" ligt gedeponeerd bij de prikklok; het dient ingevuld door zij die onvoorzien en dus onregelmatig de stamtijden niet respecteren – het gaat hier over eventuele telaatkomers – dergelijk formulier wordt uiterlijk 's anderendaags door de personeelsdienst aan de stadssecretaris bezorgd die de verantwoording beoordeelt (cfr. gebeurlijke sancties in de initiële dienstnota – opnemen persoonlijk dossier + hypothekeren dag vakantie).
2.
Bijsturing dienstregeling Hulste en Bavikhove Met afzonderlijke dienstnota aan betrokkenen is bepaald dat de voormiddagprestatie in de deelgemeente maximum kan verlopen tot 12 uur; daarna wordt dus geen arbeidstijd meer aangerekend, enerzijds omdat het niet nodig is (er is op dat tijdstip, tenzij zeer uitzonderlijk, geen effectieve dienstverlening meer), anderzijds om de integratie van betrokken personeelsleden respectievelijk in personeelsdienst en openbare werken niet beperkter dan nodig te maken.
3.
Dienstregeling Burgerlijke Stand en Bevolking Aangezien er geen uitzonderingen zijn op het tijdsregistreren moeten deze personeelsleden die de vrijdagavond met verplichte dienst zijn prikken, en wel om 19.00 uur (dus niet om 17.30 uur); de extra compensatie van ½ uur wordt door de personeelsdienst in de klokregistratie verwerkt; liep de dienst uitzonderlijk langer uit, dan mag de tijd aangerekend worden mits schriftelijke bevestiging door de betrokken chef en via de personeelsdienst. Gezien het verplicht en regelmatig karakter van de overuren (in principe om de 2 weken 2 uren), en om de permanentie van de diensten niet in het gedrang te brengen, heeft de ambtenaar van de burgerlijke stand beslist dat de compensatie kan gebeuren buiten de volgende 2 maand (cfr. initiële dienstnota punt 7).
Voor het overige bestaat er geen enkele geldige afzonderlijke boekhouding van overuren welke de personeelsdienst niet zou bekend zijn. 4.
Secretariaat dhr. Burgemeester Er wordt geregistreerd na de extraprestatie tijdens de week (dus niet om 17.30 uur); andere extraprestaties worden door dhr. Burgemeester schriftelijk aan de personeelsdienst bevestigd.
5.
Principes in verband met de buitendiensten 5.1. De informatiedienst wordt niet beschouwd als een buitendienst en volgt derhalve het uurrooster-dagschema van de centrale administratie. 5.2. Voor de bibliotheek wordt verwezen naar de uitgewerkte dienstregeling met nota 28.12.1987 in het kader van het voltijds werken vanaf 01.01.1988. Voor de bibliotheekbedienden gelden de openingsuren bibliotheek als strikte stamtijd, waarbinnen glijden of recupereren uitgesloten is. Zulks kan dus enkel binnen het resterende 7-urenpakket. Het administratief en onderhoudspersoneel kan een uurrooster volgen dat meer aanleunt bij de centrale administratie, maar de dienstnoodwendigheden kunnen avond- en zaterdagwerk nooit vooraf uitsluiten. 5.3. Jeugd-, sport- en cultuurdiensten: er wordt terzake verwezen naar het gezamenlijk overleg dd. 15.01.1988, waaruit de volgende krachtlijnen: 5.3.1. Zaalverantwoordelijken: - werken volgens schema's in functie van de wekelijkse activiteiten en welke gelden als stamtijden, tenzij chef oordeelt dat het geen risicodragende activiteit betreft (cfr. jeugdcentrum); - indien enigszins mogelijk moeten de toezichten vergezeld worden van administratief of ander werk teneinde het rendement te verhogen; - tijdens de weekends wordt er uiteraard ook geprikt; - zullen een redelijke (= niet méér) tijd (in functie van de nodige voorbereiding + volgens oordeel chef) voor het begin van de activiteit aanwezig zijn; vroeger het werk vervoegen kan maar als arbeidstijd in rekening wordt gebracht indien er effectief werk te verrichten is, volgens het oordeel van de chef, (zulks kan dan ook niet per 5 of 10 minuten), en indien compensaties de stamtijden niet in het gedrang brengen; - om het aanbod van activiteiten op peil te houden kunnen overuren met toestemming van de chef hier wel verder verschoven worden naar latere tijdstippen van minder bedrijvigheid in de respectievelijke centra (vb. juli-augustus, respectievelijk winterperiode van buitenwerken). 5.3.2. Andere personeelsleden: de uurroosters kunnen een regelmatiger karakter hebben, maar de eigenheid van de buitendiensten kan nooit vooraf avond- en weekendwerk uitsluiten. 5.3.3. Een ruim pakket overuren is niet gezond en blijft overigens niet duren; de chefs van de buitendiensten zullen tegen mei 1988 een grondige studie terzake overmaken aan de stadssecretaris; deze studie, vergezeld van een ontwerp – organigram voor de toekomst, zal een redelijke uitzuivering van het overurensysteem behelzen op basis van aangepaste organisatie en beoogde personeelsbezetting in de context van het op peil houden van het huidig aanbod voor de toekomst.
6.
Personeelsleden met verminderde prestaties Mede na overleg met de syndicale organisaties wordt de arbeidstijd bij afwezigheden (jaarlijks verlof, feest- en compensatiedagen) als volgt geregulariseerd:
-
7.
het jaarlijks vakantieverlof wordt in evenredigheid verminderd volgens het prestatieuurrooster en uitgedrukt in uren op de verlofkaart; compensatiedagen (ingevolge feestdagen die op zaterdag of zondag vallen) aangerekend voor 07.36 uur arbeidstijd; wettelijke feestdagen (op werkdag vallend): arbeidstijd wordt bepaald door het aantal uren dat men op die nominatief bepaalde dag volgens het goedkeuringsbesluit zou gepresteerd hebben.
Speciale compensatietarieven overuren Er wordt terzake en voor alle duidelijkheid en uniforme toepassing, verwezen naar de geldende reglementering, nl. beslissing schepencollege dd. 07.04.1982. Het moet daarbij duidelijk zijn dat het personeel van de buitendiensten (jeugd, cultuur, bibliotheek, sport) werkt volgens het zesdagenwerksysteem, zodat werken op zaterdag voor hen wordt aanzien als vallend binnen de normale werkweek.
Nota aan de personeelsleden van de Centrale Administratie Kopie aan chefs buitendiensten Betreft: Variabele werktijden – aanpassing glijtijd. In navolging van het bereikte akkoord op het Hoog Overlegcomité Stad/OCMW, dd. 12 december 1990, wordt i.f.v. de nieuwe openingsuren van het Stadhuis, het glijtijdensysteem als volgt aangepast: 's morgens glijtijd vanaf 8 uur (i.p.v. 07.45 uur); 's avonds glijtijd tot 17.30 uur (i.p.v. 17.45 uur). De middagregeling inzake glijtijd blijft onveranderd. Tevens én na onderhavig overleg, wordt in de basisdienstnota inzake variabele werktijd, dd. 19 maart 1987, de tekst van het punt 8.1. (sancties door misbruiken) vervangen door: "… die bestraft wordt met een door het Schepencollege nader te bepalen tuchtmaatregel en met een gebeurlijke tijdelijke opheffing van de toepassing van de variabele werktijd." De buitendiensten ontvangen kopie van deze nota voor gebeurlijke toepassing naar analogie. Onderhavige schikkingen gaan in op 1 februari 1991. 10 leden van de onderhandelings- en/of overlegorganen, Inspectiediensten en andere contactadressen 10.1. SYNDICAAL OBERLEGORGAAN STAD/OCMW ---------------------------------------------------Afvaardiging Stad/OCMW: Voorzitter : Rita Beyaert, burgemeester, Klinkaardstraat, 2, 8530 Harelbeke. Ondervoorzitter : Hendrik Van Damme, Klein-Harelbekestraat 12 , 8531 Harelbeke. Secretaris : Carlo Daelman, Overacker 33, 8530 Harelbeke. Lid :Filip Kets, schepen, Keizersstraat 10, 8530 Harelbeke. Lid :Inge Bossuyt, schepen, Herpelsstraat 97, 8530 Harelbeke. Lid : Francis Pattyn, schepen, Dennenlaan 18, 8530 Harelbeke. Lid : Luc Callewaert, schepen, Korenstraat 1, 8531 Harelbeke. Lid : Rik Pattyn, schepen, Hippodroomstraat 33, 8530 Harelbeke. Lid : Alain Top, schepen, Papestuk 9, 8530 Harelbeke. Lid : Ludo Depuydt, raadslid OCMW, Nijverheidsstraat 8, 8530 Harelbeke.
Technici Stad : Linda Callens, Elfde Julistraat 159, 8530 Harelbeke. Kurt Demeyere, Generaal Deprezstraat 29, 8530 Harelbeke. Ivan Dewaele, Keizershoek 5, 8530 Harelbeke. Luc Raes, Platanenlaan 12, 8530 Harelbeke. Preventieadviseur : Frederique Christaens, dienst PBW, Bieststraat 180, 8560 Wevelgem. Afvaardiging Vakorganisaties : ACV Openbare Diensten: Bestendig afgevaardigde :Marnix Kerckhof, Pres. Kennedypark 16/D, 8500 Kortrijk. Marc Parmentier, De Teerlink 7, 8530 Harelbeke. Mieke Vromant, Hallestraat 21, 8530 Harelbeke. Rudy Depoortere, Arendsstraat 91, 8530 Harelbeke. ACOD : Bestendig afgevaardigde : Reginald Wyffels, St. Amandsstraat 112, 8800 Roeselare. Patrick Huysentruyt, Zuidstraat 23/101, 8530 Harelbeke. Dan Lippens, Zuidstraat 22/302, 8530 Harelbeke. Dorine Soetaert, Nijverheidsstraat 3, 8530 Harelbeke. Els Demey, Stasegemsesteenweg 171, 8530 Harelbeke. Albert Deltour, Wolvenstraat 45, 8530 Harelbeke. VSOA : Provinciaal Secretaris : Ingrid Daveloose, Hortensiastraat 4, 8310 Assebroek. Ria Deleersnyder, Stasegemsesteenweg 205, 8530 Harelbeke. 10.2. ADRESLIJST ONDERHANDELINGSCOMITE SCHOLENGEMEENSCHAP (OCSG) -------------------------------------------------------------------------------------------Afvaardiging Stad : Voorzitter : Francis Pattyn, Dennenlaan, 18, 8530 Harelbeke. Rita Beyaert, Burgemeester Harelbeke Ondervoorzitter : Germain Vandesompele, Schepen Kuurne Secretaris : Van Ooteghem Sonia, administratieve medewerker, Koeksken, 16, 8531 Bavikhove. Technici Stad : Ivan Vandemoortele, directeur school Noord, Zandbergstraat, 32, 8530 Harelbeke Leen Pison, halftijdse wnd directeur school Noord, Harelbeke Charly Nowé, directeur school Zuid, Lauwbergstraat, 56, 8930 Lauwe. Patricia Lambert, wnd directeur school Centrum, Fazantenstraat, 6, 8530 Harelbeke Luc Byttebier, wnd directeur school Centrum, Harelbeke Viviane Verbeke, directeur “Boudewijnschool” Kuurne Koen Dierynck, directeur “school Centrum” Kuurne Philip Vertriest, directeur “school Pienter” Kuurne Afvaardiging Vakorganisaties : COV. Scholen Harelbeke: Christine Vanallemeersch, onderwijzeres, Vierkeerstraat, 28, 8531 Bavikhove Vervanger: Lindsey Lapauw, kleuteronderwijzeres, Menapiërstraat, 36 , 8520 Kuurne
Scholen Kuurne: Trui Ryshaert, onderwijzeres, Pachthofweg, 5, 8520 Kuurne Vervanger: Steven Dejonghe, 8520 Kuurne ACOD. Scholen Harelbeke: Philippe Vandenbroucke, Kon. Leopold III plein, 23, 8530 Harelbeke. Vervanger: Francis Vanopbroeke, Begonialaan, 57, 8531 Hulste. 10.3. SYNDICAAL OVERLEGORGAAN ONDERWIJS --------------------------------------------------------Afvaardiging Stad : Voorzitter : Francis Pattyn, Dennenlaan, 18, 8530 Harelbeke Ondervoorzitter : Rita Beyaert, schepen, Klinkaertstraat, 2, 8530 Harelbeke. Secretaris : Van Ooteghem Sonia, administratieve medewerker, Koeksken, 16, 8531 Bavikhove. Technici Stad : Patricia Lambert, wnd directeur school Centrum, Fazantenstraat, 6, 8530 Harelbeke (tijdelijk vervangen door Luc Byttebier) Ivan Vandemoortele, directeur school Noord, Zandbergstraat, 32, 8530 Harelbeke Charly Nowé, directeur school Zuid, Lauwbergstraat, 56, 8930 Lauwe. Inge Kerkhove, directeur SAMW.; Rekkemstraat, 98, 8930 Lauwe/Menen). Frank Amez, secretaris SAMW., Ommegangstraat, 33, 8550 Zwevegem Mario Callens, directeur SABV, Stasegemsestraat, 1, 8530 Harelbeke Ivan Dewaele, Bestuurssecretaris Interne Werking, Keizershoek, 5, 8530 Harelbeke Preventieadviseur : Frederique Christiaens, Ind.Ing. Preventieadviseur, Bieststraat, 180, 8560 Wevelgem Afvaardiging Vakorganisaties : COV. School Zuid: Lindsey Lapauw, kleuteronderwijzeres, Menapiërstraat, 36 , 8520 Kuurne School Noord: Christine Vanallemeersch, onderwijzeres, Vierkeerstraat, 28, 8531 Bavikhove School Centrum: Luc Vandenbroucke, onderwijzer, Platanenlaan, 26, 8530 Harelbeke Geert Declercq, Kruisstraat, 8, 8870 Izegem Carine Raepsaet, Ellestraat, 116i, 8550 Zwevegem (voorzitter COV-Kortrijk) Sabrina Janssens. COV. – ACV-Secretariaat p.a. H. Horriestraat, 31, 8800 Roeselare. COC. COC-W. Vlaanderen, Oude Burg, 17, 8000 Brugge. Yvon Syx, leraar SAMW, Sneppestraat, 17, 8860 Lendelede. ACOD. Vera Vanderbeken, lerares SABV.,Deerlijksesteenweg, 148, 8530 Harelbeke Philippe Vandenbroucke, Kon. Leopold III plein, 23, 8530 Harelbeke.
Francis Vanopbroeke, Begonialaan, 57, 8531 Hulste. VSOA LRB VSOA Onderwijs, Poincarélaan, 72-74, 1070 Brussel.(tel.02/5298130-fax.02/5298139)
Franky Algoedt, Westmoere, 91, 8490 Snellegem. 10.4. BOC PREVENTIE & BESCHERMING OP HET WERK --------------------------------------------------------------10.5. INSPECTIEDIENSTEN EN ANDERE CONTACTADRESSEN -------------------------------------------------------------------Inspectie R.S.Z.P.P.O. Jozef II-straat 47 1000 Brussel Tel. 02/238.32.11 Aansluitingsnummer : 4918-00-10 Inspectie van de sociale wetten Ijzerkaai 26-27 8500 Kortrijk Tel.: 056/26.05.41 Fax: 056/25.78.91 E-mail:
[email protected] FOD Financiën North Galaxy (gebouw A - 18e verdieping) Koning Albert II laan 33 bus 41 1030 Brussel Tel.: 02/57.257.57 Fax: 056/25.78.91 E-mail: http://www.minfin.fgov.be Toezicht op het Welzijn op het Werk Breidelstraat 3 8000 Brugge Tel.: 050/44.20.20 Fax: 050/44.20.29 Werkgever Stadsbestuur Harelbeke Marktstraat 29 8530 Harelbeke Tel. 056/73.33.90 E-mail:
[email protected] Kinderbijslagfonds R.S.Z.P.P.O. Jozef II-straat 47 1000 Brussel Tel. 02/238.32.11 Aansluitingsnummer : 4918-00-10 Maatschappij voor verzekering tegen arbeidsongevallen en BA P&V Koningsstraat 151 1210 Brussel Tel.: 02/250.91.11 Maatschappij voor hospitalisatieverzekering
Ethias Prins Bisschopssingel 73 3500 Hasselt Tel.: 011/28.21.11 Preventie en Bescherming op het Werk Marktstraat 29 8530 Harelbeke Tel.: 056/73.33.86 Interbedrijfsgeneeskundige dienst Provikmo vzw Dirk Martensstraat 26 bus 1 8000 Brugge Tel.: 050/47.47.47 Sociale Dienst OCMW Paretteplein 19 8530 Harelbeke Tel.: 056/73.51.90 Artikel 2. Een afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden bezorgd aan de Inspectie van de sociale wetten. Artikel 3. Een bericht zal worden aangeplakt dat aangeeft waar het arbeidsreglement en de reglementaire teksten waarnaar het verwijst, kunnen worden geraadpleegd. Artikel 4. Deze beslissing zal overeenkomstig art. 186 van het Gemeentedecreet bekend worden gemaakt. 33.Vragenkwartiertje. Bemerking raadslid Marleen Callens: Het raadslid merkt op dat het programma van de Bavikhoofse Feesten niet in de info stond. Graag in de toekomst meer aandacht voor de kermissen van de deelgemeenten. Bemerking raadslid Rosanne Mestdagh: Het raadslid vraagt aandacht voor het sluikstort van groenafval en andere zaken op de schoolsite van de Arendswijk. Antwoord schepen Inge Bossuyt: De schepen antwoordt dat door een defect aan de vrachtwagen het momenteel iets langer duurt om het groenafval op te halen. Zij bekijkt de concrete vraag voor de Arendswijk. Aanvulling voorzitter Willy Vandemeulebroucke: “ik ben er persoonlijk getuige van geweest dat alles op woensdag perfect opgeruimd was en dat tegen de zondag nadien er hele hopen nieuw afval lag. Tot koolbladeren en een fiets toe. Dit was duidelijk geen afval van de groenploeg. De omwonenden moeten geresponsabiliseerd worden.” Aanvullende repliek Burgemeester Rita Beyaert: De burgemeester merkt op dat dit probleem zich ook in de Acacialaan stelt.
Bemerkingen raadslid Frieda Van Themssche: “Ik merk dat er grote distels staan ter hoogte van de berm rond het voetbalveld in Hulste. Graag verdelgen of opruimen”.
“PMD: in de derde week van augustus plant IMOG opnieuw strenge controle van de inhoud van de PMD-zakken. Kan Imog niet uitpakken met positieve acties ter beloning van diegenen die het goed doen?”
Antwoord burgemeester Rita Beyaert: “Dit is al gebeurd in het recente verleden, met prijswinnende Harelbekenaars”.
“Is er al nieuw materiaal voor de gebruikers op de kerkhoven?”
“Vlaamse Feestdag: in vergelijking met Kuurne en Kortrijk scoren wij slecht. Ik zag weinig feest en weinig Vlaamse Leeuwen”. Antwoord schepen Francis Pattyn: “Onze officiële 11-juliviering is het parkfeest op zondag. In mijn speech maakte ik allusie op de Vlaamse Feestdag. Na mijn speech werd de Vlaamse Leeuw gespeeld en gezongen. Op het feest zelf waren in de namiddag heel veel mensen, wellicht 1000 man. De bevlagging was zoals steeds in orde”. Bemerking raadslid Dirk Opbrouck: Het raadslid vond het een zeer goed parkfeest, maar vraagt aandacht voor locatie. Er moet meer ruimte zijn. Bemerkingen raadslid Libertus Dejonckere: “Een dikke pluim voor de organisatoren van de Bavikhoofse Feesten. Ik heb echter een opmerking over de fuif die aan de sporthal door de Chiro georganiseerd werd. Tot na 5 u ’s morgens was er lawaai, waardoor slapen onmogelijk was. Is daar niets aan te doen?” Repliek raadslid Marleen Callens: Het raadslid vindt het jammer dat raadslid Dejonckere de Chiro viseert. Ook het officieel feestcomité organiseerde op zaterdag tot heel laat luidruchtige feesten. “Ik heb vastgesteld dat iemand van deze raad die aangeduid was als vertegenwoordiger van onze stad in een intercommunale en weken op voorhand wist dat hij niet kon aanwezig zijn. En bovendien zijn vervanger niet verwittigde. Betrokkene kwam na de vergadering nog toe op de receptie en tekende de stukken. Ik vind dat niet kunnen”. Besloten zitting. 34.Bekrachtiging aanstelling waarnemend secretaris. Op grond van volgende overwegingen zowel feitelijk als juridisch : Voor de zitting van het college van burgemeester en schepenen van 09.06.2009 werden twee punten geagendeerd die dienden behandeld te worden buiten de aanwezigheid van de stadssecretaris de heer Carlo Daelman namelijk : Beoordeling proefperiode stadssecretaris, kennisname project van verslag van het college; Beoordeling proefperiode stadssecretaris. Verslag van het college aan de raadscommissie belast met de beoordeling van de decretale graden. Goedkeuring.
Het college van burgemeester en schepenen stelde de heer Frank Detremmerie aan om voor voormelde twee punten het ambt van waarnemend secretaris uit te oefenen. Deze beslissing dient decretaal ter bekrachtiging aan de eerstvolgende gemeenteraad te worden voorgelegd. De gemeenteraad stelt vast dat het college op 09.06.2009 een voor de hand liggende beslissing heeft genomen. Verwijzend naar volgende wettelijke, decretale en reglementaire bepalingen : - Het gemeentedecreet, inzonderheid art. 81. Om deze redenen ; Na beraadslaging in besloten zitting ; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen ; Met unanimiteit; BESLUIT : Bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 09.06.2009 waarbij de heer Frank Detremmerie, rechtskundig adviseur bij de stad Harelbeke, werd aangesteld tot waarnemend secretaris voor volgende punten van het college van 09.06.2009 : Beoordeling proefperiode stadssecretaris, kennisname project van verslag van het college; Beoordeling proefperiode stadssecretaris. Verslag van het college aan de raadscommissie belast met de beoordeling van de decretale graden. Goedkeuring VARIA BIJ DE DAGORDEPUNTEN Punt 1: Renovatie openbare verlichting op de wijk Ter Coutere. Goedkeuren bestek, raming (35 374,04 euro + btw) en gunningswijze. Opmerking raadslid Dirk Opbrouck: Het raadslid vraagt om betere coördinatie bij het al of niet ondergronds brengen van de elektriciteitsleidingen. Bij recente werken in de Tuinstraat heeft hij gemerkt dat een bepaald klein deel bovengronds bleef en dat vindt hij een gemiste kans. Punt 3: Infrastructuurwerken private verkaveling 'Bistierlant' (NV Bouw Georges Tanghe/NV DHS/NV Joost Danneels). Goedkeuren tracé der werken Opmerking raadslid Dominique Windels: Het raadslid verwijst naar eerdere opmerkingen van onder andere raadslid Hendrik Deprez en vraagt opvolging van de mobiliteitsproblematiek in de Herpelsstraat en de Arendsstraat wanneer Bistierlant gerealiseerd wordt.
Punt 5: Groot onderhoud wegen 2009: 2. Herstel KWS-verhardingen Hulste, deel 1. Goedkeuren bestek, raming (59 875 euro + btw) en gunningswijze Opmerking raadslid Libertus Dejonckere: Het raadslid vindt het jammer dat het vorig bestek niet kon gegund worden en vraagt aandacht voor het correct opstellen van bestekken om zo weinig mogelijk vertraging op te lopen. Antwoord burgemeester Beyaert: De burgemeester geeft toe dat er een fout in het bestek zat. Dit zal verder strikt opgevolgd worden. Punt 8: Raamcontract nopens het verzorgen van de door de sportdienst georganiseerde sportkampen en andere. Vaststellen contractuele voorwaarden, raming (40 000 euro + btw) en gunningswijze. Vraag raadslid Kathleen Duchi: Het raadslid vraagt of het effectief aantal ingehuurde lesgevers stijgt of daalt met het aantal inschrijvingen. Antwoord schepen Alain Top: “Ja. Cursussen waarvoor te weinig interesse is, worden geannuleerd. In dat geval worden de lesgevers ook niet ingehuurd”. Punt 9: Gedeeltelijke herziening Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan (GRS). Beslissing tot opmaak, aanstelling van de intercommunale Leiedal als stedenbouwkundig ontwerper in functie van diens exclusiviteitscontract en goedkeuren contractuele voorwaarden en raming (44 707 euro waarop geen btw verschuldigd). Opmerking raadslid Hendrik Deprez: Het raadslid is blij dat Leiedal op vlak van Ruimtelijke Ordening en het zoeken naar ruimte voor ondernemen en KMO-zones weer actief wordt in Harelbeke. Hij is opgezet met de ambitieuze formulering van het agendapunt in de toelichtingsnota en hoopt dat de reservering van een KMO-zone voor de Harelbeekse bedrijven er eindelijk komt. Hij hoopt verder dat de aanwezigheid van drie vertegenwoordigers uit het bedrijfsleven in de nieuwe Vlaamse Regering de vraag naar industriegrond in Harelbeke zal ondersteunen. Hij pleit voor een bezoek van een Harelbeekse delegatie aan (leden van) de Vlaamse Regering. Punt 10: Aanpassen socio-cultureel centrum Hulste. Principiële beslissing betreffende de wijziging van het concept, goedkeuren bijakte studiecontract, aangepaste raming studiecontract (33 600 euro + btw) en gunningswijze. Opmerking raadslid Carine Haezebrouck: Het raadslid is blij met het feit dat er inspanningen geleverd worden om het project te optimaliseren en om subsidies binnen te halen. Ze hoopt echter dat de verworvenheden voor het verenigingsleven van Hulste in het oude concept niet ter discussie zullen gesteld worden in het nieuwe. Daarnaast dringt ze verder aan op de nodige spoed. Graag nog in gebruik name voor het einde van de legislatuur.
Opmerking raadslid Libertus Dejonckere: Het raadslid is blij met de koerswijziging. Zijn fractie pleitte bij monde van gewezen raadslid André Vanassche steeds voor de realisatie van een nieuwbouw in plaats van het verbouwen van een brandweerkazerne. Daar had hij geen “kwaliteitskamer” voor nodig. Repliek schepen Rik Pattyn: “Libertus, ik ben blij dat de vraag van uw fractie uiteindelijk, weliswaar via een omweg, zijn weg naar het beleid vindt. Zo zie je maar dat constructieve inbreng van de oppositie loont. Voor wat betreft de vraag van raadslid Carine Haezebrouck: alle functies die in het verleden met het verenigingsleven afgesproken werden, blijven behouden.” Punt 22: Jaarverslag 2008. Goedkeuring. Bemerking raadslid Dominique Windels: Het raadslid is blij met de energieboekhouding, maar stelt zich de vraag : “Wordt daar naar maatregelen toe al veel mee gedaan?” Daarnaast vindt het raadslid de enorme energiestijging in JC Tsas opvallend. Bemerking raadslid Dirk Opbrouck: Het raadslid merkt dat de cijfers van het gebruik van JC Tsas niet zo goed zijn en vraagt wat daar de verklaring voor is? Antwoord schepen Francis Pattyn: I.v.m. het gebruik antwoordt de schepen: “Het is effectief zo dat het aantal fuiven georganiseerd door jeugdverenigingen in 2008 teruggelopen is. Dit komt omdat een aantal jeugdverenigingen de strengere veiligheidsmaatregelen die wij oplegden voor Tsas niet aan kunnen. Dit jaar organiseerden we besprekingen met het jeugdwerk en versoepelden enigszins de maatregelen, wat het gebruik van Tsas weer zou moeten doen opleven. Daarnaast is in 2009 het gebruik van Tsas door Harelbeekse rockgroepjes toegenomen. Ik zie in de nabije toekomst een heropleving”. I.v.m. de energie antwoordt de schepen: “In 2008 worstelde Tsas met een slechte CVinstallatie die het gebouw bijna niet opgewarmd kreeg, waardoor ze (te) veel aan lag. Straks wordt er een nieuwe CV in gebruik genomen, waardoor de energieverspilling meer onder controle moet zijn”. Vraag raadslid Olivier Vanryckeghem: “En het elektriciteitsverbruik? Dit stijgt vooral spectaculair.” Raadslid Rosanne Mestdagh sluit zich hierbij aan. Antwoord schepen Francis Pattyn: Dit wordt verder uitgezocht. Antwoord van de diensten: de voornaamste oorzaak van de stijging is het in gebruik nemen van de nieuwe koelcel. Ze slorpt uitzonderlijk veel energie op. Momenteel wordt gewerkt aan maatregelen om daar aan tegemoet te komen. Raadslid Libertus Dejonckere: Het raadslid feliciteert de schepen van informatie en zijn diensten met het jaarverslag. Bemerking raadslid Olivier Vanryckeghem: Het raadslid merkt op dat er in 2008 slechts 332 bezoekers waren in het Vinkenmuseum en vraagt naar de kosten-batenanalyse van dit project en een eventuele verhuis.
Antwoord schepen Alain Top: De schepen meldt dat er een werkgroep werd opgericht om het museaal beleid in Harelbeke onder de loupe te nemen. Deze vraag zal daar aan bod komen. Bemerking raadslid Libertus Dejonckere: Als fervent vinkenliefhebber zou het raadslid niet graag zien dat het nationaal vinkenmuseum verdwijnt. Misschien moet er over een andere locatie nagedacht worden. Bemerking raadslid Kathleen Duchi: Het raadslid merkt op dat er toch wel een spectaculaire stijging is van de verzekeringspolissen. Antwoord schepen Rik Pattyn: De schepen antwoordt dat dit klopt en vooral te maken heeft met de stijging van de polis BA. Na 20 jaar werd er beslist om onze portefeuille op de markt te gooien. Eind 2009 moet de oefening rond zijn. Punt 23: Vaststelling dienstjaarrekening 2008, bijlagen en kasverslag per 31 december 2008. Bemerkingen raadslid Michaël Vannieuwenhuyze: Onze fractie vindt het positief dat er analytisch gewerkt wordt. Wel graag wat meer duiding van de parameters Verzekeringen: Dit is wel een heel grote stijging ten opzichte van het jaar voordien. Ik vind het positief dat de markt verkend wordt en hoop, dat daar iets uit komt. Personeel: de stijging heeft wellicht vooral te maken met de indexatie, maar dat mechanisme op zich moet de stad er toe aanzetten om kostenkritisch te blijven ten aanzien van de personeelsmassa. Ook externe lonen (erelonen en presentiegelden) moeten kostenkritisch opgevolgd worden. Bemerkingen raadslid Kathleen Duchi: Ik wil een pluim werpen naar de financiële dienst. Ik merk dat nieuwe systemen (bestelbonprocedure) opgezet worden om efficiëntie en kostenbeheersing toe te laten. Goed gedaan. Ik pleit ervoor om toch voorzichtig om te gaan met onze reserves. Ook wij zullen met de gevolgen van de economische crisis geconfronteerd worden. Daarnaast zal de nieuwe Vlaamse Regering allicht de subsidiekraan minder gul opendraaien. Het wordt dus opletten. De realisatiegraad met 88 % van het investeringsprogramma vind ik in orde. Ook de zoektocht naar extra subsidies om onze werking te betalen is positief. Ik verwijs hiervoor naar het socio van Hulste. Repliek van schepen Rik Pattyn: Verzekeringen. Zoals reeds gezegd, we gaan op de markt. Personeel. Het objectief was maximaal 3% stijging, maar dat hebben we niet gehaald. Wij werden het slachtoffer van de drie indexsprongen, op zich alleen al goed voor 4,48 % Tel daarbij de jaarlijkse baremieke verhogingen van ongeveer 1,3% en u komt ongeveer aan de stijging die we hebben. Waakzaam blijven blijft de boodschap. Werkingskosten: daar was het objectief een groei van 2%, ook dat haalden we niet. Het werd 6%, voor een groot deel ook ingegeven door de stijging van de levensduurte. Ons objectief voor de toekomst is een nulgroei. De procedures zijn inderdaad verbeterd. Dit moet ons toelaten om financiën beter onder controle te krijgen.
Investeringen. 88% realisatiegraad is in deze omstandigheden goed, maar het is in het verleden nog beter geweest. Een aantal grote verschuivingen van 2008 naar 2009 hebben hiervoor een theoretisch lagere realisatiegraad gezorgd. Subsidies zullen in de toekomst inderdaad moeilijker te verkrijgen zijn. De stad zal het regeerprogramma van de Vlaamse Regering screenen om na te gaan waar we kunnen op inzetten in functie van het maximaliseren van subsidies voor Harelbeke.
Punt 24: Gemeentelijk gebruiks-, tarief en retributiereglement. Aanpassing. Bemerking raadslid Dirk Opbrouck: Het raadslid gaat akkoord met het voorstel maar betreurt het dat de sportraad materiaal aankoopt met subsidies en het daarna voor eigen rekening verhuurt. Antwoord schepen Alain Top: “De chrono zou moeten een onderdeel worden van dit reglement.” Antwoord van de diensten: deze nieuwe regeling stelt hier juist een eind aan. De sportraad draagt zijn chrono over aan de stad. Het is in de toekomst dus de stad die verhuurt en die de inkomsten realiseert. Raadslid Donald Langedock: Het raadslid apprecieert het feit dat een aantal zaken gratis worden, niet alleen voor het gemeentelijk onderwijs, maar voor alle onderwijsnetten. Raadslid David Vandekerckhove: Het raadslid heeft als voorzitter van de raadscommissie Welzijn moeite met de manier waarop het dossier tot stand gekomen is. Hij ging er van uit dat het dossier na een eerste bespreking in de raadscommissie een tweede keer zou voorgelegd worden, vooraleer het naar de gemeenteraad ging. Hij voelt zich gepasseerd als (voorzitter van de) commissie. Antwoord schepen Francis Pattyn: De schepen vindt de opmerking van raadslid David Vandekerckhove terecht en verontschuldigt zich hiervoor. Zonder er zich achter te willen verschuilen, heeft dit allicht te maken met het tijdelijk wegvallen van een personeelslid. De opmerkingen gemaakt tijdens de eerste bespreking van de raadscommissie werden wel uitvoerig behandeld in het college. Daar werd een definitief voorstel richting gemeenteraad geformuleerd. Punt 25: Belasting op de economische entiteiten. Aanslagjaar 2008-2012. Wijziging. Bemerking raadslid Michaël Vannieuwenhuyze: Het raadslid is tevreden dat er iets gebeurt ten gunste van de bedrijven, maar vindt het niet ver genoeg gaan. Vandaar de onthouding van zijn fractie. Verder heeft hij een vraag naar de definitie van parkeerplaats in het vernieuwde reglement. Hij vraagt zich af of die niet moet uitgebreid worden tot vrachtwagens van transportbedrijven. Bemerking raadslid Frieda Vanthemsche: Het raadslid vindt dit voorstel ook een stap in de goede richting. Antwoord schepen Rik Pattyn: De schepen antwoordt - in verband met de opmerking over de vrachtwagens – dat het een bewuste keuze was om de vrachtwagens van transportbedrijven hiervan uit te sluiten. Dit behoort tot de economische activiteit van een transportbedrijf. Er wordt gezocht naar andere oplossingen in verband met de parkeeroverlast van vrachtwagens in
het straatbeeld. Er wordt in de richting van parking in industriezones gedacht, zoals in Menen. OPENBARE STEMMINGEN Werden aangenomen met unanimiteit der stemmen der aanwezige leden: de dagordepunten 1 tot en met 20, de dagordepunten 22 en 24, de dagordepunten 26 tot en met 29 en de dagordepunten 31 en 32. Punt 23: Stemden tegen: de raadsleden Frieda Van Themsche, Rik Vandenabeele en Yolanda Van Walleghem. Punt 25: Onthielden zich: de raadsleden Libertus Dejonckere, Frieda Van Themsche, Rik Vandenabeele, Michaël Vannieuwenhuyze en Yolanda Van Walleghem VERSLAG Er worden geen opmerkingen gemaakt op het verslag van 8 juni 2009 dat als goedgekeurd mag worden beschouwd. _______________________________________________________________________ De zitting eindigt om 23.15 u. _______________________________________________________________________
CARLO DAELMAN Stadssecretaris
WILLY VANDEMEULEBROUCKE Voorzitter