Zitting van de gemeenteraad van 22.04.2008 - 20.00 u Aanwezig:
Derijst Karim, voorzitter Tuybens Bruno, burgemeester De Vriendt Eric, Moreels Patrick, Ghys Baudouin, Vandenmeersschaut Roger, schepenen Herregodts Emmy, voorzitter OCMW/schepen Vanwildemeersch Marleen, Kesteleyn Christiaan, Bousard Margaretha, Baele Michel, Melkebeke Albert, Kellens Luc, Adriaens Pascale, Sapijn Danny, Vercruysse Lydia, De Colfmacker Karen, Eeckhout Hilde, Baert Mario, raadsleden Van der Beken Luc, gemeentesecretaris
Afwezig:
De Colfmacker Karen, Eeckhout Hilde, raadsleden DAGORDE
OPENBARE VERGADERING 01. 02. 03. 04. 05. 06. 07. 08. 09. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22.
Goedkeuring notulen vorige zitting Gemeentelijk reglement houdende vaststelling van de minimumnormen inzake brandpreventie met betrekking tot publiektoegankelijke inrichtingen Lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013 - goedkeuring Kerkfabriek Nederzwalm-Hermelgem – goedkeuring wijziging meerjarenplan 2008-2013 en akteneming wijziging budgetten 2008 – machtiging restauratiedossier Kerkfabriek Sint-Maria-Latem - bijdrage ten laste van de gemeente Zwalm in de kosten van de bijkomende restauratiewerken aan de kerk Gemeentepersoneel - vastleggen tiende feestdag 2008 princiepsbeslissing Gemeentepersoneel – wijziging administratief statuut en reglement van de contractuelen Hervaststellen statuten van de cultuurraad Aanneming van het organiek reglement betreffende de gemeentelijke cultuurraad Vaststellen tarieven concerten Festival van Vlaanderen in Zwalm in september en oktober 2008 Festival van Vlaanderen 2008 – dwingende en onvoorziene uitgaven: voorzien in een verhoging van de kredieten op art 762/122-04 van oorspronkelijk € 5.000,00 naar € 7.500,00 Locaal pact tussen de Vlaamse Regering en de Vlaamse gemeenten - toetreding door de gemeente Zwalm Gezamenlijke aankoop door de gemeente, de kerkfabrieken en het OCMW van electrische energie voor de installaties, gebouwen en openbare verlichting VZW Sporthal Zwalm: – kennisname balans- en resultatenrekening per 31.12.2007 – vaststelling en tenlasteneming uitbatingstekort 2007 Goedkeuring aangepast sportbeleidsplan 2008-2013 Verkoop van zes te rooien bomen langs Moldergem - vaststelling minimum verkoopprijs Fietsen achtergelaten langs de openbare weg – vaststelling principes bestemming Gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur – oprichting en vaststelling statuten Aanvullend verkeersreglement tot het invoeren van een degressieve snelheidsbeperking van 90 km/uur tot 50 km/uur in de Spoorweglaan Politiezone Brakel-Maarkedal-Horebeke-Zwalm Princiepsbeslissing tot financiering van de bouw van een nieuw politiegebouw via een éénmalige buitengewone toelage Eénmalige vergoeding ter compensatie van de levensduurte voor het gemeentepersoneel Opnemen van asbest op het containerpark
23. 24. 25.
Oprichten GECORO Evaluaties van het gemeentepersoneel Naleven regelgeving A.R.A.B. DAGORDE 1
NOTULEN VORIGE ZITTING - GOEDKEURING De Gemeenteraad, Gezien de notulen van de zitting van de gemeenteraad van 19.03.2008; Gehoord de opmerking van raadslid Albert Melkebeke dat zijn fractie niet akkoord gaat met de notulering van de dagordepunten 5, 9 en 14 van de vorige zitting van 19.03.2008 omdat daarin niet of niet volledig melding is gemaakt van de tussenkomsten van haar of haar fractie; Gehoord de opmerking van raadslid Albert Melkebeke dat in de notulen van dagordpunt 5 van de vorige zitting van 19.03.2008 verkeerdelijk als datum 09.02.2009 wordt vermeld waar het in werkelijkheid 19.02.2008 moet zijn; Gehoord de vraag van raadslid Albert Melkebeke om in de notulen van dagordepunt 9 van de vorige zitting van 19.03.2008 het artikel 2 weg te laten omdat volgens zijn fractie in het dossier geen stuk aanwezig was waaruit blijkt dat de raming € 903.804,60 (excl. BTW) bedraagt en ook nergens kon uit afgeleid worden dat er een subsidie van 100% zou zijn; Gehoord het verzoek van raadslid Albert Melkebeke om aan de notulen van dagordepunt 14 van de vorige zitting van 19.03.2008 op vraag van zijn fractie ter verduidelijking van hun stemgedrag (weigeren te stemmen) toe te voegen dat - naar zij beweren - de brief met verzoek tot statutenwijziging van 12.11.2007 bij het college van burgemeester en schepenen is toegekomen op 14.11.2007, dat de statuten werden goedgekeurd in de algemene vergadering van de vzw op 13.12.2007, dat de rappelbrief van 24.01.2008 is ingekomen bij het college van burgemeester en schepenen op 25.01.2008, dat de bestuurders Derijst en plaatsvervanger Moreels werden benoemd op de algemene vergadering van de VZW van 8 maart 2008 zonder dat dit aan de raad werd voorgelegd en dat nu dit alles al lang voorbij is, dit punt zonder enige verklaring aan de raad wordt voorgelegd, wat volgens hen een totaal misprijzen en miskennen is van de gemeenteraad; Na stemming bij handopsteking omtrent voornoemde vraag tot toevoegingen met volgende uitslag: 10 stemmen neen, 7 stemmen ja, verdeeld als volgt: Moreels Patrick: neen Baele Michel: ja De Vriendt Eric: neen Melkebeke Albert: ja Ghys Baudouin: neen Kellens Luc: ja Vandenmeersschaut Roger: neen Adriaens Pascale: ja Derijst Karim: neen Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: neen Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: neen De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: neen Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: neen Baert Mario: ja Tuybens Bruno: neen Gelet op art. 33 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen ja, 7 stemmen neen,verdeeld als volgt: Moreels Patrick: ja Baele Michel: neen De Vriendt Eric: ja Melkebeke Albert: neen Ghys Baudouin: ja Kellens Luc: neen Adriaens Pascale: neen Vandenmeersschaut Roger: ja Derijst Karim: ja Sapijn Danny: neen Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: neen Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: neen
Tuybens Bruno:
ja Besluit
Enig artikel - De notulen van de gemeenteraad van 19.03.2008 worden goedgekeurd. DAGORDE 2 GEMEENTELIJK REGLEMENT HOUDENDE VASTSTELLING VAN DE MINIMUMNORMEN INZAKE BRANDPREVENTIE MET BETREKKING TOT PUBLIEKTOEGANKELIJKE INRICHTINGEN De gemeenteraad, Overwegende dat het wenselijk is inzake brandpreventie met betrekking tot voor het publiek toegankelijke inrichtingen een aantal vereisten op te leggen; Gelet op de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, inzonderheid artikel 4; Gelet op de art. 119, 119bis en 135, §2, 5° van de Nieuwe Gemeentewet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Sapijn Danny: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 - Algemeen Dit reglement bepaalt de normen betreffende brandpreventie, waaraan het concept, de bouw en de inrichting van publiek toegankelijke inrichtingen moeten voldoen. Deze bepalingen zijn echter niet van toepassing op: - de inrichtingen van tijdelijke aard zoals kermisinrichtingen, tenten, circussen, inrichtingen in open lucht en dergelijke - gebouwen waar enkel erkende erediensten in worden gehouden - de publiek toegankelijke inrichtingen waarvoor een specifieke reglementering inzake brandveiligheid van toepassing is. Art. 2 - Definities brandpreventie: het geheel van veiligheidsmaatregelen, zoals omschreven in artikel 1 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen publiek toegankelijke inrichting: gebouwen, lokalen of plaatsen, die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden (kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart) toegelaten, en waar het aantal gelijktijdig toegelaten personen 50 of meer kan bedragen basisnormen: de basisnormen, vastgesteld in het koninklijk besluit van 7 juli 1994, met latere wijzigingen, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen draaideur: deur met één of meerdere vleugels, die om een verticale as draait. uitgang: een uitgang leidt de aanwezigen ofwel rechtstreeks naar de openbare weg ofwel naar een plaats van waaruit de openbare weg bereikbaar is, via een veilige plaats, via een ander compartiment, via een trap of via een evacuatieweg
evacuatietraject: de totale weg die men aflegt vanaf de inrichting tot op de openbare weg nooduitgang: een uitgang die wordt gebruikt als vluchtroute netto-oppervlakte: de oppervlakte die beschikbaar is voor het publiek, verminderd met de oppervlakte die wordt ingenomen door het vaste meubilair, de vestiaire(s) en het sanitair Verder zijn de definities van bijlage 1 van het KB van 07.07.1994 van toepassing. Art. 3 - Brandveiligheidattest Het openhouden, openen of heropenen van een publiek toegankelijke inrichting is afhankelijk van het bekomen van een gunstig brandveiligheidattest. Bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, bij vernieuwing van de binneninrichting, bij wijziging van de netto-oppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die de brandveiligheid en de evacuatiemogelijkheden kan beïnvloeden, dient voorafgaandelijk door de exploitant een brandveiligheidattest aangevraagd aan de burgemeester. Het brandveiligheidsattest wordt door de burgemeester afgeleverd op advies van de brandweer. Het advies van de brandweer bevat een beschrijving van de bestaande toestand en eventueel de maatregelen, die door de exploitant moeten worden getroffen om in overeenstemming te zijn met onderhavige reglementering. Art. 4 - Verzekering Inrichtingen die onder de toepassing vallen van hoofdstuk II van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen, bezorgen aan de burgemeester bovendien een duplicaat van het door de verzekeringsonderneming aan de verzekeringnemer afgeleverd attest, bepaald bij artikel 7 van het Koninklijke Besluit van 5 augustus 1991 tot uitvoering van de artikelen 8, 8 bis en 9 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. Art. 5 – Attesten brandklasse en brandweerstand De exploitant legt op eenvoudige vraag geldige attesten betreffende materiaalklasse en brandweerstanden voor. Art. 6 – Aantal toegelaten personen §1. Onverminderd de verdere bepalingen van dit reglement dient de exploitant alle nodige maatregelen te nemen om brand te voorkomen en de aanwezigen te beschermen tegen de gevolgen van brand en paniek. §2. De brandweer legt het maximum aantal personen vast dat gelijktijdig binnen de inrichting mag aanwezig zijn, op basis van volgende criteria: het aantal uitgangen, de nuttige breedte van de uitgangen, evacuatiewegen en trappen. Het kleinste resultaat van de uitgevoerde berekeningen geldt als het maximum aantal toegelaten personen voor zover het maximum van 3 personen per m² nettooppervlakte niet wordt overschreden. De exploitant, of bij afwezigheid zijn aangestelde, neemt alle nodige maatregelen om overschrijding van dit aantal te voorkomen. Een bordje, dat het totaal aantal toegelaten personen duidelijk leesbaar vermeldt, wordt voor iedereen zichtbaar nabij de hoofdingang door de exploitant aangebracht. De respectievelijke berekeningswijze is als volgt: het aantal uitgangen: het aantal toegelaten personen is kleiner of gelijk aan de bezetting die overeenstemt met het aantal uitgangen zoals bepaald in artikel 11 van dit reglement; de vereiste nuttige breedte van de uitgangen, evacuatiewegen en trappen: de uitgangen, evacuatiewegen en deuren in de evacuatiewegen moeten een totale breedte hebben die ten minste gelijk is, in centimeters,
aan het aantal personen, dat ze moet gebruiken om de uitgangen van het gebouw te bereiken. De trappen moeten een totale breedte hebben die, uitgedrukt in centimeters, ten minste gelijk is aan dat aantal personen, vermenigvuldigd met 1,25 indien ze afdalen naar de uitgang of 2 indien ze er naar opstijgen. Het berekenen van de nuttige breedte moet gesteund zijn op de onderstelling dat, bij het verlaten van het gebouw, alle personen van een verdieping samen de naburige verdieping vervoegen en dat deze ontruimd is als zij er aankomen. Bij de berekening wordt steeds rekening gehouden met de smalste doorgang op een evacuatietraject. Art. 7 - Brandgedrag van materialen §1. Vast bevestigde bekledingen: voor vast bevestigde bekledingen van technische lokalen, stookplaatsen, keukens, evacuatiewegen, zowel voor de horizontale als voor de verticale, en voor de publiek toegankelijke lokalen gelden de beproevingsmethoden en de onderverdeling in brandklassen uit bijlage 5 van het KB van 07/07/1994 en de norm NBN EN 13501-1 ”Vuurindeling van bouwwaren en bouwdelen - Deel 1 : Indeling berustend op uitkomsten van de proeven op de tegenwerking tegen vuur van bouwwaren” massief parket (minstens 1,8 cm) op betonnen ondergrond is toegestaan. §2. Niet-vastbevestigde bekledingen verticaal hangende doeken mogen geen deuren of uitgangen aan het zicht onttrekken of het gebruik ervan bemoeilijken. De niet-vastbevestigde bekledingen moeten op zodanige wijze zijn aangebracht dat de mogelijkheid niet bestaat tot ophoping van stof of afval achter de bekledingen. In bestaande inrichtingen moeten bekleding en wandversiering van die aard zijn dat zij niet tot brandvoortplanting en rookontwikkeling kunnen bijdragen. Het gaat hierbij om de nietvastbevestigde vloerbekleding, wandbekleding en -versiering alsmede de niet-vastbevestigde plafondbekleding en -versiering. De brandweer kan, mits de nodige motivatie, voor doeken, velums en (over)gordijnen klasse M2 conform NF P 92501-7 of Class 2 conform NBN 13773 opleggen in haar advies. De minimumeisen waaraan de nieuwe bekleding en wandversiering moeten voldoen zijn: - voor de vloerbekleding : klasse M3 (conform NF P 92501-7) of Class 3 conform NBN 13773 - voor de wandbekleding : klasse M2 (conform NF P 92501-7) of Class 2 conform NBN 13773 - voor de plafondbekleding : klasse M1 (conform NF P 92501-7) of Class 1 conform NBN 13773. §3. Versieringen: alle aangebrachte versieringen mogen geen bijzonder risico voor de brandveiligheid met zich mee brengen gemakkelijk brandbare materialen als rietmatten, stro, karton, boomschors, papier, evenals gemakkelijk brandbare textiel en kunststoffen mogen niet als versiering worden aangewend. §4. Beklede meubelen: de brandweer bepaalt het vereiste brandgedrag van de beklede meubelen in functie van het risico van de inrichting. De volgende normen zijn hierbij van toepassing: NBN EN 1021-1 “Meubelen - Beoordeling van de ontvlambaarheid van beklede meubelen - Deel 1: Smeulende sigaret als ontstekingsbron” NBN EN 1021-2 “Meubelen - Bepaling van de ontsteekbaarheid van beklede meubelen - Deel 2: Equivalent van de lucifervlam als onstekingsbron” Crib 5 volgens BS 5852 “Methods of test for assessment of the ignitability of upholstered seating by smouldering and flaming ignition sources”. Art. 8 - Toegangswegen: de toegangswegen worden bepaald in akkoord met de bevoegde brandweer, onverminderd de toepassing van de basisnormen ter zake.
Art. 9 - Inplanting: bijgebouwen, uitspringende daken, luifels, uitkragende delen of andere dergelijke toevoegingen zijn enkel toegelaten indien daardoor noch de evacuatie, noch de veiligheid van de personen, noch de actie van de brandweer in het gedrang komen. Art. 10 - Compartimentering: de hoogte van een compartiment stemt overeen met de hoogte van één bouwlaag. Een compartiment mag zich echter uitstrekken over twee boven elkaar gelegen bouwlagen met een binnenverbindingstrap (duplex) op voorwaarde dat de gecumuleerde oppervlakte van die bouwlagen niet groter is dan 2500 m². De wanden tussen compartimenten hebben ten minste de brandweerstand van de structurele elementen. De publiek toegankelijke inrichting dient brandwerend gecompartimenteerd te zijn van de rest van het gebouw. In de publiek toegankelijke inrichting mogen zich geen lokalen met nachtverblijf bevinden. Art. 11 - Evacuatie: §1. Aantal uitgangen: elk compartiment en/of elk lokaal en/of elk niveau van de duplex (met uitzondering van duplexen die het evacuatieniveau omvatten) hebben minimum: - één uitgang indien de bezetting minder dan 100 personen bedraagt - twee uitgangen indien de bezetting 100 of meer dan 100 en minder dan 500 personen bedraagt - 2+n uitgangen indien de bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt waarbij n het gehele getal is onmiddellijk groter dan de deling door 1000 van de maximale bezetting van het compartiment. Indien een deel van het gebouw waarin de publiek toegankelijke inrichting is gelegen gebruikt wordt door de exploitant voor privé doeleinden, mag een uitgang van de inrichting ook dienst doen als uitgang van dit privé gedeelte. Indien een deel van het gebouw, waarin de inrichting is gelegen, door derden wordt gebruikt mag dit gedeelte niet evacueren door de publiek toegankelijke inrichting. Bovengrondse of ondergrondse lokalen die voor het publiek toegankelijk zijn, moeten via vaste trappen bereikbaar zijn. Als de totale oppervlakte van een duplexcompartiment kleiner of gelijk is aan 300 m² én als de oppervlakte van de bouwlaag van de duplex die rechtstreeks evacueert via een uitgang, groter is dan de oppervlakte van de andere bouwlaag van het duplexcompartiment, moet enkel het niveau van de duplex met de grootste oppervlakte over het vereiste aantal uitgangen beschikken. Het minimum aantal uitgangen kan door de brandweer in haar advies verhoogd worden in functie van het risico en de configuratie van de lokalen. Rol- en spiltrappen, evenals hellende vlakken met een hellingsgraad groter dan 10 % komen niet in aanmerking voor de berekening van het vereiste aantal uitgangen. §2. Eigenschappen van de uitgangen: De nuttige breedte van elke uitgang bedraagt minstens 0,80 m, de vrije hoogte minstens 2 m. De uitgangen zijn zoveel als mogelijk gelegen in tegenovergestelde zones van een compartiment of een lokaal. Alle uitgangen en nooduitgangen moeten bij aanwezigheid van publiek steeds onmiddellijk bruikbaar zijn en een snelle en gemakkelijke ontruiming van de aanwezigen mogelijk maken. §3. Evacuatietraject: Een publiek toegankelijke inrichting moet minstens over één brandveilig evacuatietraject beschikken. Op een evacuatieniveau mogen geen wanden of deuren, zonder de vereiste brandweerstand, uitgeven op een brandveilig evacuatietraject, met uitzondering van de laatste 3 m tot de openbare weg. §4. Evacuatiewegen: De binnenwanden van evacuatiewegen, gelegen buiten de inrichting,
moeten minstens de brandweerstand van de structurele elementen hebben. De deuren die op deze evacuatiewegen uitgeven moeten een brandweerstand van een half uur hebben. De evacuatiewegen moeten aan deze eisen voldoen in de mate dat er minstens één brandveilig evacuatietraject moet zijn. De minimale nuttige breedte van de evacuatiewegen bedraagt 0,80 m, de vrije hoogte minstens 2 m. De evacuatiewegen moeten zo kort en rechtlijnig mogelijk gehouden worden. De lengte van eventueel doodlopende delen in de evacuatiewegen mag niet meer dan 15 m bedragen. De af te leggen afstand vanaf elk punt van de publiek toegankelijke bedraagt maximaal: - 30 m tot de dichtstbijzijnde uitgang - 60m tot een tweede uitgang. Op een evacuatietraject mogen bij aanwezigheid van publiek de deuren niet op slot zijn of ze moeten uitgerust zijn met paniekbeslag; er mogen zich op een evacuatietraject geen voorwerpen bevinden die de evacuatie kunnen belemmeren en er mogen geen spiegels worden aangebracht die het publiek kunnen misleiden. §5. Trappenhuizen: trappenhuizen gelegen op een evacuatietraject, moeten toegang geven tot een evacuatieniveau. Op een evacuatieniveau leidt iedere trap naar buiten, hetzij rechtstreeks, hetzij via een evacuatieweg. De binnenwanden van een trappenhuis moeten een brandweerstand hebben van minstens één uur en de deuren, die erop uitgeven, een half uur. De laatste eis geldt niet voor buitentrappenhuizen. In de buitenwanden van een trappenhuis mogen openingen zitten indien deze openingen over ten minste 1m zijdelings afgezet zijn met een element dat een vlamdichtheid heeft van een half uur. De trappenhuizen moeten aan bovenstaande eisen voldoen in de mate dat er minstens één brandveilig evacuatietraject moet zijn. §6. Trappen: de trappen moeten de volgende kenmerken hebben: - evenals de overlopen zijn de trappen vervaardigd uit beton. Als de graad van brandweerstand niet kan bewezen worden moet de trap brandwerend beschermd worden. Deze eis geldt niet voor buitentrappen, duplextrappen en bij buitentrappenhuizen - ze zijn aan beide zijden uitgerust met leuningen. Voor de trappen met een nuttige breedte, kleiner dan 1,20 m, is één leuning voldoende, voor zover er geen gevaar is voor het vallen. Vanaf een breedte van 2,40 m dienen de trappen voorzien te zijn van een bijkomende leuning in hun as - de aantrede van de treden is in elk punt op de looplijn ten minste 20 cm - de optrede van de treden mag niet meer dan 18 cm bedragen. §7. Liften: liften moeten, ongeacht het type, brandwerend gescheiden zijn van de publiek toegankelijke inrichting door wanden Rf één uur en deuren Rf een half uur. Deze eisen gelden niet als de lift slechts één compartiment aandoet. §8. Deuren: de deuren op een evacuatietraject moeten ofwel in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien over een minimale hoek van 90°. Voor publiek toegankelijke inrichtingen met een capaciteit van meer dan 49 en minder dan 100 personen moet ten minste één deur van een uitgang in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien. Voor inrichtingen met een capaciteit vanaf 100 personen moeten de deuren van alle uitgangen in beide richtingen ofwel in de richting van de uitgang opendraaien. Publiek toegankelijke inrichtingen, waarvan een deur niet in de vluchtzin kan opendraaien omdat ze zich op minder dan haar breedte van de rooilijn bevindt, moeten voorzien worden van een sas met een binnendeur die opent in de vluchtzin zodat de deur op de rooilijn, bij aanwezigheid van publiek in openstand kan geblokkeerd worden. Automatische schuifdeuren mogen op een evacuatietraject enkel gebruikt worden indien ze, onder een lichte druk van binnenuit,
kunnen opengedraaid worden in de vluchtzin (= schuifdeuren met anti-paniekbeslag). Draaideuren, draaipaaltjes en manueel bediende schuifdeuren zijn op een evacuatietraject niet toegelaten. De vleugels van glazen deuren moeten een merkteken dragen dat volstaat om zich rekenschap te geven van hun aanwezigheid. §9. Signalisatie: iedere uitgang en nooduitgang, evenals de wegen die er naartoe leiden moeten aangeduid worden met pictogrammen zoals bepaald in bijlage II van het KB van 17 juni 1997 betreffende de veiligheidsen gezondheidssignalering op het werk. Deze pictogrammen moeten zichtbaar zijn bij veiligheidsverlichting. Vanaf om het even welk punt van de inrichting moet steeds minstens 1 aanduiding van uitgang of nooduitgang zichtbaar zijn. §10. Verlichting: De lokalen toegankelijk voor het publiek moeten behoorlijk verlicht zijn. Alleen elektriciteit is toegelaten als kunstmatige verlichtingsbron. In de inrichting moet veiligheidsverlichting aangebracht zijn met een voldoende lichtsterkte om een veilige en snelle ontruiming te verzekeren. Deze veiligheidsverlichting moet conform de norm NBN EN 1838 zijn. Ze bestaat minstens uit een evacuatieverlichting om een veilige evacuatie van het gebouw te verzekeren en het gebruik van de aanwezige brandbestrijdingsmiddelen mogelijk te maken. Volgende plaatsen worden voorzien van veiligheidsverlichting, geleverd door noodverlichtingarmaturen conform NBN EN 60598-2-22: de (nood)uitgangen, de evacuatiewegen, de vluchtterrassen, de overlopen van de trappenhuizen, de liftkooien, de technische lokalen, de belangrijkste elektrische borden, en ook in het bijzonder in de onmiddellijke omgeving van de blusmiddelen en op de plaatsen waar het noodzakelijk is nadruk te leggen op mogelijk gevaar. Lokalen met een bezettingscapaciteit van 100 of meer personen dienen tevens met een anti-paniekverlichting uitgerust om de verplaatsing van de aanwezigen naar de evacuatieweg mogelijk te maken en de kans op paniek te verkleinen. Art. 12 - Doorvoeringen door wanden: het doorvoeren van leidingen doorheen wanden mag de vereiste brandweerstand van de bouwelementen niet nadelig beïnvloeden. Art. 13 - Structurele elementen: De structurele elementen dienen een weerstand tegen brand te bezitten in overeenstemming met volgende tabel: structuur van het gebouw bovengrondse ondergrondse dakstructuur aantal bouwlagen structuur structuur** 1 een half uur een half uur * één uur 2 een half uur een half uur * één uur >2 één uur een half uur * één uur * dit voorschrift is niet van toepassing indien het dak aan de binnenkant beschermd is door een bouwelement met weerstand tegen brand van een half uur ** met inbegrip van de vloer van het laagste evacuatieniveau. Voor verandadaken worden geen eisen gesteld aan de stabiliteit indien gelijktijdig aan volgende voorwaarden wordt voldaan: - de oppervlakte van de veranda is kleiner dan het gedeelte van de inrichting dat in een gebouw gelegen is dat wel aan de eisen betreffende de structurele elementen voldoet - beide ruimtes hebben minstens één uitgang. Art. 14 - Plafonds en valse plafonds: in de evacuatiewegen en in de voor het publiek toegankelijke lokalen hebben de valse plafonds een stabiliteit bij brand van een half uur. De ruimte tussen het plafond en het valse plafond wordt onderbroken door de verlenging van alle verticale wanden die ten minste een weerstand tegen brand van een half uur bezitten.
Indien de ruimte tussen het plafond en het valse plafond niet is uitgerust met een sprinklerinstallatie, dient deze ruimte derwijze onderbroken te worden met verticale scheidingen met een Rf = een half uur dat er ruimten ontstaan waarvan de horizontale projectie kan ingeschreven worden binnen een vierkant met zijden 25 x 25 m. Art. 15 - Technische lokalen: een technisch lokaal of een geheel van technische lokalen vormt een compartiment met wanden Rf één uur en deur(en) Rf een half uur. Art. 16. - Verwarming: §1. Stookplaats: indien het nominale vermogen van de centrale stookinstallatie minder is dan 30 kW, is een stookplaats niet vereist, toch dient de ruimte voorzien te zijn van voldoende boven- en onderverluchting. Indien het vermogen van de centrale stookinstallatie meer dan 30 kW en minder of gelijk aan 70 kW bedraagt, dient deze ondergebracht in een stookplaats met wanden van minstens Rf één uur; de toegang tot dit lokaal geschiedt via een zelfsluitende deur met minstens Rf een half uur. Bovendien dient dit lokaal voorzien te worden van onderen bovenverluchting rechtstreeks uitgevend in de buitenlucht. Gaswandketels tot 70 kW van het type C (gesloten type) moeten niet in een stookplaats worden opgesteld. Er moet geen extra verluchting voorzien worden. Centrale stookinstallaties met een vermogen > 70 kW, worden ondergebracht in stookplaatsen waarvan de opvatting en uitvoering voldoen aan de voorschriften van de norm NBN B61-001. De stookplaats mag niet rechtstreeks uitgeven in een ruimte toegankelijk voor het publiek. Een stookplaats mag enkel voor desbetreffend doel worden aangewend. Een stookplaats met een verwarmingsinstallatie op gas, dient uitgerust te zijn met een gasdetector, gekoppeld aan een buiten deze ruimte voorziene automatische gasafsluiter. §2. Lokale verwarmingstoestellen met verbranding: deze verwarmingstoestellen moeten aangesloten zijn op een schoorsteen of een speciale inrichting voor de afvoer van verbrandingsgassen. Tevens dient elk toestel minstens voorzien te zijn van een duidelijk gesignaleerde, manueel bedienbare kraan die de brandstoftoevoer afsluit. §3. Verwarmingsinstallaties met warme lucht: deze installaties moeten aan volgende voorwaarden voldoen: - de temperatuur van de warme lucht mag op de verdelingspunten 80°C niet overschrijden - de kanalen van de warme lucht moeten volledig uit onbrandbare materialen vervaardigd zijn - doorvoeringen doorheen wanden met een brandweerstand mogen deze brandweerstand niet reduceren of teniet doen - bij abnormale stijging van de temperatuur in de luchtkanalen moet de verwarmingsinstallatie automatisch stilgelegd worden zowel ventilatoren als warmtegeneratoren - de te verwarmen lucht mag niet aangezogen worden uit de stookplaats. §4. Gas: de gasteller(s) moet(en) geplaatst worden conform de richtlijnen van de gasmaatschappij. Ze moeten ontoegankelijk zijn voor het publiek. Er moet zowel onder- als bovenverluchting voorzien worden met een minimale oppervlakte van elk 150 cm². De gastellers mogen nooit in een stookplaats worden geplaatst. Buiten het gebouw moet een afsluitkraan aangebracht worden op de hoofdtoevoerleiding. De plaats ervan moet aangeduid zijn met de letters “Gas” en de coördinaten. De brandweer moet te allen tijde deze afsluitkraan gemakkelijk kunnen bedienen. Installaties voor brandbaar gas verdeeld door leidingen moeten voldoen aan de reglementaire voorschriften en de regels van goed vakmanschap. §5. Gasrecipiënten:
Zowel de volle als de lege gasrecipiënten moeten op een veilige plaats in open lucht worden ondergebracht. De voedingsleidingen naar de verbruikstoestellen zijn vast. Enkel de laatste 2 meter naar het verbruikstoestel kunnen bestaan uit soepele leidingen die moeten voldoen aan NBN EN 559. §6. Brandstofvoorraad: In de inrichting moet de niet-ingegraven brandstofvoorraad in een afzonderlijk goed verlucht lokaal geplaatst worden. De binnenwanden van dit lokaal moeten minimaal een brandweerstand van 1 uur hebben. De deuren in die wanden moeten zelfsluitend zijn en moeten een brandweerstand Rf een half uur hebben. §7. Brandbestrijding: Op de brander van de centrale verwarming (met stookolie) moet een automatisch poederblusapparaat NBN EN E3-3, E3-6, E3-7 type ABC P12 geïnstalleerd worden. Dit blusapparaat wordt aangesloten op de alarminrichting (indien aanwezig). §8. Rookkanalen: De afvoer van de verbrandingsgassen moet gebeuren langs vaste, onbrandbare rookkanalen. De rookkanalen mogen nergens in aanraking komen met brandbare materialen. Een veiligheidsafstand van 15 cm moet worden aangehouden tenzij een effectieve, brandveilige thermische isolatie is aangebracht. Art. 17 - Keukens: de keuken van een inrichting moet brandwerend gescheiden worden van de publiek toegankelijke delen door wanden Rf één uur en door (bij brand) zelfsluitende in de vluchtzin opendraaiende deuren met Rf een half uur. Deze brandwerende compartimentering is niet vereist indien elke dampkap voorzien is van een vaste automatische blusinstallatie die bij activering tevens de energietoevoer van de betrokken keukeninstallaties uitschakelt. Bij gebruik van gasrecipiënten geldt §5 van artikel 16. Art. 18 - Principe van goed vakmanschap: de technische uitrusting van de inrichting moet ontworpen, geplaatst en onderhouden worden volgens alle geldende regels van goed vakmanschap. Art. 19. - Elektrische laagspanningsinstallaties voor drijfkracht, verlichting en signalisatie: de volledige elektrische installatie moet worden gekeurd door een vanwege de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie erkend keuringsorganisme: - bij haar in bedrijfstelling - bij belangrijke uitbreidingen of wijzigingen - om de vijf jaar, met uitzondering van de neonverlichting werkende op hoogspanning die conform het AREI, jaarlijks moet gekeurd worden. Art. 20 - Installaties voor melding, alarm en detectie: §1. Melding: elke inrichting moet voorzien zijn van een telefoontoestel met duidelijke vermelding van de oproepnummers van de hulpdiensten, evenals de naam, het adres en het telefoonnummer van de betreffende inrichting. §2. Algemeen: volgende installaties worden bepaald op advies en in akkoord met de bevoegde brandweerdienst: a. Alarm: de brandweer kan in haar advies een auditief alarmsysteem opleggen dat een alarmsignaal in werking stelt dat de aanwezigen er op een duidelijke wijze toe aanzet de inrichting onmiddellijk te verlaten. Het auditieve alarmsignaal moet niet alleen hoorbaar zijn in de inrichting zelf maar ook in het deel van het gebouw waarin de inrichting is gelegen of, indien nodig, zelfs in gans het gebouw. De brandweer kan in haar advies opleggen dat de activering van het auditieve alarmsysteem moet gepaard gaan met het automatisch stoppen van de muziekinstallatie.
b. automatische branddetectie: indien een deel van het gebouw waarin de inrichting is gelegen lokalen bevat voor nachtverblijf, dient in de publiek toegankelijk gedeelten een automatische branddetectie conform de geldende normen voorzien te worden, gekoppeld aan een auditief alarmsysteem. Ook indien er geen nachtverblijf is kan de brandweer, indien nodig automatische branddetectie opleggen. Art. 21 - Brandbestrijdingsmiddelen: de aard, het aantal en de plaats van de blusmiddelen worden bepaald in akkoord met de bevoegde brandweer. Er dient minstens voorzien te worden in één bluséénheid per 150 m² vloeroppervlakte met een minimum van twee blustoestellen per niveau. Bijkomend kan de brandweer in haar advies brandhaspels opleggen conform NBN EN 671-1. De exploitant en zijn medewerkers moeten beschikken over duidelijke, schriftelijke instructies in verband met de taakverdeling bij brand en evacuatie en over het gebruik van de aanwezige brandbestrijdings-middelen. Het brandbestrijdingsmaterieel moet goed onderhouden worden, beschermd tegen vorstgevaar, doelmatig gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld. Het moet steeds onmiddellijk in werking kunnen gebracht worden. Art. 22 - Rook- en warmteafvoerinstallaties: de brandweer kan in haar advies in grote onverdeelde ruimten met slechts één bouwlaag, eisen opleggen met betrekking tot de rookafvoer. Art. 23 - Roken: om de brandrisico’s verbonden aan het roken te weren dienen een voldoend aantal veilige asbakken ter beschikking gesteld te worden, in de plaatsen waar roken is toegelaten overeenkomstig de geldende reglementering op het roken. Art. 24 - Controle: de exploitant zal het publiek slechts toelaten na zich er telkens van vergewist te hebben dat alle uitgangen en nooduitgangen goed zichtbaar en onmiddellijk bruikbaar zijn. De exploitant dient te allen tijde toegang te verlenen aan de burgemeester of zijn afgevaardigde. De exploitant moet volgende installaties periodiek laten nazien, hetzij door een bevoegd persoon (BP), hetzij door een bevoegd installateur (BI), hetzij door de externe dienst voor technische controles (EDTC) : installatie personenliften
controleorgaan EDTC
goederenliften cv en schouwen alarm * branddetectie *
EDTC BI/BP BI/BP BI/BP
periodiciteit driemaandelijks door niet-gecertificeerde onderhoudsdienst zesmaandelijks door gecertificeerde onderhoudsdienst jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks
brandbestrijdingsmiddelen * individuele gasverwarmingstoestellen * dichtheidsproef gasinstallatie * gashouders (tanks > 300 l) laagspanning + werking veiligheidsverlichting *
BI/BP
jaarlijks
BI/BP
jaarlijks
EDTC
vijfjaarlijks
EDTC
vjfjaarlijks
EDTC
vijfjaarlijks
neonverlichting werkend EDTC jaarlijks op hoogspanning installaties aangeduid met een “*” worden bovendien bij elke wijziging van exploitatie of exploitant, bij transformatie- of renovatiewerken, vernieuwing van de binneninrichting, bij wijziging van de netto-oppervlakte, bij bestemmingswijziging en bij elke wijziging die de brandveiligheid kan beïnvloeden, aan een controle onderworpen. Art. 25 - Veiligheidsregister: in elke inrichting dient een veiligheidsregister ter inzage te liggen voor de burgemeester of zijn afgevaardigde. Dit register bevat informatie met betrekking tot de bij dit reglement opgelegde veiligheidscontroles en verificaties, wettelijk opgelegde periodieke controles, exploitatievergunning, stappenplan, aantal toegelaten personen, verzekeringspolis objectieve aansprakelijkheid in geval van brand en ontploffing (indien van toepassing) en dergelijke. De exploitant dient de gegevens van het veiligheidsregister op te volgen en indien nodig te actualiseren. Art. 26 - Strafbepalingen: overtredingen van onderhavig reglement worden gestraft met politiestraffen onverminderd de bevoegdheid van de burgemeester hem verleend door de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen. Art. 27 - Overgangsbepalingen en afwijkingen: §1. Afwijkend van artikel 3 zullen inrichtingen, die bij de inwerkingtreding van dit reglement beantwoorden aan de definitie van een publiek toegankelijke inrichting maar nog niet beschikken over een brandveiligheidattest, pas moeten voldoen aan alle bepalingen van dit reglement, uiterlijk 12 maanden na ontvangst van een brief van de burgemeester waarin, op advies van de brandweer, de te nemen maatregelen zijn opgenomen. De burgemeester kan, op advies van de brandweer, mits een stappenplan, een andere uitvoeringstermijn aanvaarden. Indien noodzakelijk voor de veiligheid kan de burgemeester voor sommige maatregelen een kortere termijn opleggen. §2. Indien het onmogelijk is te voldoen aan één of meerdere vereisten van deze reglementering, kan de burgemeester, op advies van de brandweer, afwijkingen toestaan voor zover deze in overeenstemming zijn met de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, beantwoorden aan het algemene beveiligingsprincipe en een veiligheidsniveau bieden dat ten minste gelijk is aan het niveau beoogd met deze reglementering. Art. 28 - Inwerkingtreding en opheffingsbepalingen Onderhavig reglement treedt in werking op 23.04.2008. Art. 29 - Afschrift van dit besluit zal worden overgemaakt aan: - de Provinciegouverneur - het parket van de Procureur des Konings - de griffies van de Rechtbank van Eerste aanleg van het arrondissement en van de Politierechtbank van het kanton - de zonechef van de lokale politie - de bevelhebber van de gemeentelijke brandweerdienst - de voorzitter van de technische commissie van de hulpverleningszone. DAGORDE 3 LOKAAL SOCIAAL BELEIDSPLAN 2008-2013 - GOEDKEURING De gemeenteraad, Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 18.12.2007 waarbij om uitstel werd gevraagd tot 30.04.2008 voor het indienen van een lokaal sociaal beleidsplan 2008-2013; Gezien de brief van 10.01.2008 van Vlaams Minister van Welzijn,
Volksgezondheid en Gezin waarbij het gevraagde uitstel tot 30.04.2008 wordt verleend; Gezien het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 met toevoeging van het beleidsplan kinderopvang (cluster: kinderen en jongeren); Gezien het advies van 20.03.08 van het Lokaal Overleg Kinderopvang (LOK) met betrekking tot het beleidsplan Kinderopvang; Overwegende dat de omgevingsanalyse samen met de beleidskeuzes (wonen, werken, kinderen/jongeren en senioren), vertaald in strategische doelstellingen, operationele doelstellingen en acties, het Lokaal sociaal Beleidsplan 2008-2013 vormen; Gelet op het decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid; Gelet op de omzendbrief van 27 oktober 2004 van de Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid en gezin betreffende de uitvoering van het decreet Lokaal sociaal Beleid; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen ja, 7 onthoudingen, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: onthouding Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: onthouding De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: onthouding Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: onthouding Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: onthouding Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: onthouding Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: onthouding Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 – Het Lokaal Sociaal Beleidsplan 2008-2013 inclusief het beleidsplan kinderopvang en het advies in dat verband worden goedgekeurd. Art. 2 - Afschrift van dit besluit zal onverwijld worden overgemaakt aan de voorzitter van het OCMW Zwalm. DAGORDE 4 KERKFABRIEK NEDERZWALM-HERMELGEM – GOEDKEURING WIJZIGING MEERJARENPLAN 2008-2013 EN AKTENEMING WIJZIGING BUDGETTEN 2008– MACHTIGING RESTAURATIEDOSSIER De gemeenteraad, Gezien de budgetten 2008 van de kerkfabrieken waarvan akte genomen door de gemeenteraad in zitting van 19.03.2008; Gezien de meerjarenplannen van de kerkfabrieken voor de periode 2008-2013 goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 19.03.2008; Gezien het dossier van de kerkfabriek Alle Heiligen NederzwalmHermelgem houdende de restauratie van het exterieur van de kerk geraamd op € 551.396,00 (incl. BTW); Gezien de aanvraag tot machtiging inzake dit dossier alsook de tenlastename van 20% van de kostprijs; Gezien het dossier tot wijziging van de budgetten 2008 en de meerjarenplannen 2008-2013 van de kerkfabriek Alle Heiligen te Nederzwalm-Hermelgem dat ons door het centraal kerkbestuur werd overgemaakt op 01.04.2008; Overwegende dat de gewijzigde situatie betrekking heeft op de budgettaire herregeling van dit restauratiedossier waarvoor naar aanleiding van het oorspronkelijke budget 2008 slechts een investeringstoelage van € 48.912,00 voorzien was terwijl dit € 110.279,00 diende te zijn; Gezien de gecoördineerde tabellen inzake budgetten en meerjarenplannen zoals opgemaakt door het centraal kerkbestuur; Overwegende dat de wijziging van de budgetten 2008 bestaat uit een financiële nota en een verklarende nota; Overwegende dat de meerjarenplannen bestaan uit een financiële nota
en een verklarende nota; Overwegende dat de toestand van de werkingstoelage ongewijzigd blijft; Overwegende dat na wijziging de toestand van de meerjarenplanning 2008-2013 voor de investeringstoelagen als volgt kan worden samengevat: investeringstoelagen gemeente
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Beerlegem
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Dikkele
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Hundelgem
1.100,00
45.612,00
60.624,24
10.636,72
649,46
662,45
Meilegem
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Munkzwalm
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
110.279,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Roborst
18.000,00
18.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Rozebeke
16.500,00
0,00
0,00
0,00
0,00
16.500,00
3.808,00
1.906,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
10.000,00
10.000,00
Nederzwalm Paulatem
Sint-Blasius-Boekel Sint-Denijs Boekel Sint-Maria-Latem totaal
59.043,43
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
208.730,43
65.518,00
60.624,24
10.636,72
10.649,46
27.162,45
Overwegende dat dit de totale gevraagde investeringstoelagen in de periode 2008-2013 brengt op € 383.321,30; Overwegende dat, gelet op de nieuwe normering vanaf budget 2008, de gemeenteraad het goedkeuringstoezicht uitoefent (voorheen advies); Gelet op het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten; Gelet op het besluit van de Vlaamse regering van 13 oktober 2006 houdende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten; Gelet op de omzendbrief BB 2007/01 van Vlaams Minister van Binnenlands Beleid, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; Gelet op het collegebesluit van 12.02.2008 houdende goedkeuring van de afsprakennota; Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 – De wijzigingen van het meerjarenplan 2008-2013 van de kerkfabriek Alle Heiligen te Nederzwalm-Hermelgem worden goedgekeurd. Art. 2 – Er wordt akte genomen van de wijziging van de budgetten 2008 van de kerkfabriek te Nederzwalm-Hermelgem waarvan de bedragen vallen binnen de grenzen van de cijfers voorzien in de meerjarenplannen 2008-2013 en die zich, voor wat de gemeentelijke toelage betreft, voordoen zoals weergegeven in art.3 Art. 3 – De nieuwe gecoördineerde meerjarenplannen 2008-2013 van de kerkfabrieken(gevraagde gemeentelijke toelage)worden als volgt goedgekeurd:
exploïtatietoelagen gemeente Beerlegem
2008 985,90
2009 8.656,00
2010 8.609,00
2011 9.572,00
2012 9.540,00
2013 10.523,00
Dikkele
5.521,23
9.271,06
8.986,72
9.605,51
9.336,67
9.953,56
Hundelgem
5.162,30
12.662,04
12.915,28
13.173,59
14.687,06
14.980,80
Meilegem
4.615,32
4.664,50
4.848,00
4.852,00
5.112,00
5.157,00
Munkzwalm
7.191,59
8.861,10
9.230,44
9.607,17
9.991,43
10.383,38
Nederzwalm
9.373,45
10.033,45
10.074,45
10.410,45
10.089,45
10.802,45
Paulatem
1.443,18
6.997,00
8.158,00
7.320,00
7.487,00
7.658,00
Roborst
9.270,78
9.313,62
9.499,89
9.689,89
9.883,69
10.081,36
0,00
14.912,47
3.420,49
10.644,20
11.493,48
10.800,95
10.601,96
20.077,28
17.257,57
17.589,90
17.926,31
18.289,86
Rozebeke Sint-Blasius-Boekel Sint-Denijs-Boekel
5.177,44
11.231,22
11.455,84
11.684,96
11.918,66
12.157,03
Sint-Maria-Latem
18.758,75
14.901,18
15.301,84
15.803,32
16.254,61
16.706,70
totalen
78.101,90 131.580,92 119.757,52 129.952,99 133.720,36 137.494,09
investeringstoelagen gemeente
2008
2009
2010
2011
2012
2013
Beerlegem
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Dikkele
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00 662,45
Hundelgem
1.100,00
45.612,00
60.624,24
10.636,72
649,46
Meilegem
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Munkzwalm
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
110.279,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Roborst
18.000,00
18.000,00
0,00
0,00
0,00
0,00
Rozebeke
16.500,00
0,00
0,00
0,00
0,00
16.500,00
3.808,00
1.906,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
10.000,00
10.000,00
Nederzwalm Paulatem
Sint-Blasius-Boekel Sint-Denijs Boekel Sint-Maria-Latem totaal
59.043,43
0,00
0,00
0,00
0,00
0,00
208.730,43
65.518,00
60.624,24
10.636,72
10.649,46
27.162,45
Art. 4 – Er wordt principieel machtiging verleend voor het uitvoeren van het restauratiedossier “exterieur kerk” van de kerkfabriek Alle Heiligen te Nederzwalm-Hermelgem geraamd op 551.396,00 inclusief BTW. Art. 5 – De gemeente neemt 20 % van de kostprijs van de restauratiewerken van de kerk (deel I exterieur) voor zijn rekening (aandeel van de gemeente 10% en bijkomend aandeel van de kerkfabriek 10 % aangezien deze geen eigen middelen hebben). Art. 6 – Er wordt kennis gegeven van deze beslissing aan de kerkfabriek Alle Heiligen te Nederzwalm-Hermelgem en aan het centraal kerkbestuur. DAGORDE 5 KERKFABRIEK SINT-MARIA-LATEM - BIJDRAGE TEN LASTE VAN DE GEMEENTE ZWALM IN DE KOSTEN VAN DE BIJKOMENDE RESTAURATIEWERKEN AAN DE KERK De gemeenteraad, Gelet op de gemeenteraadsbeslissing van 24.10.2006 waarbij de bijdrage van de gemeente Zwalm aan de restauratiewerken aan de kerk van Sint-Maria-Latem werd goedgekeurd; Overwegende dat het originele restauratiedossier van de kerk in zijn totaliteit geraamd werd op € 227.936,55 waarvan € 218.186,55 in aanmerking kwam voor subsidiëring; Overwegende dat de premie van het Vlaamse Gemeenschap werd vastgesteld als volgt: € 218.186,55 x 1,21 (BTW) x 1,10 (AK) x 0,60 = € 97.036,42; Overwegende dat het aandeel van de gemeente Zwalm werd bepaald op: € 218.186,55 x 1,21 (BTW) x 1,10 (AK) x 0,10 = € 29.040,63; Overwegende dat de totale gemeentelijke bijdrage € 58.081,26 bedroeg daar de gemeente naast haar eigen aandeel in de
restauratiepremie ook het aandeel van 10 % van de kerkfabriek dient ten laste te nemen vermits de kerkfabriek over geen middelen beschikt; Overwegende dat het niet-subsidieerbare gedeelte van € 9.750 + € 2.047,50 = € 11.797,50, ten laste van de kerkfabriek, eveneens door de gemeente diende te worden betaald; Gelet op de besluiten van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap van 03.03.2008 houdende toekenning van een restauratiepremie voor bijkomende restauratiewerken aan de kerk van Sint-Maria-Latem en verdeeld als volgt: 60% ten laste van de Vlaamse Gemeenschap 20% ten laste van de Provincie Oost-Vlaanderen 10% ten laste van de gemeente Zwalm 10% ten laste van de kerkfabriek; Overwegende dat de bijkomende restauratiewerken worden geraamd op € 16.829,40, waarvan de gemeente 10% tenlaste dient te nemen; Overwegende dat het aandeel van de gemeente aldus kan bepaald worden op: € 16.829,40 x 1,21 (BTW) x 1,10 (AK) x 0,10 = € 2.239,99; Overwegende dat de gemeente naast haar eigen aandeel in de restauratiepremie ook het aandeel van 10 % van de kerkfabriek dient ten laste te nemen vermits de kerkfabriek over geen middelen beschikt; Overwegende dat het aandeel van de kerkfabriek eveneens € 2.239,99 bedraagt; Overwegende dat bijgevolg het totale aandeel van de gemeente kan geraamd worden op € 2.239,99 x 2 = € 4.478,98; Gezien het voorafgaand visum van de gemeenteontvanger inzake dit dossier en in de boekhouding vastgelegd onder nummer 649/2008; Overwegende dat het restauratiedossier van de kerk van Sint-MariaLatem in zijn totaliteit op heden een gemeentelijke bijdrage van € 74.358,74 inhoudt; Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 14 december 2001 gewijzigd bij Besluit van de Vlaamse Regering van 20 september 2002 en 23 juni 2006, houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerken aan beschermde monumenten; Gelet op de regelgeving inzake de kerkfabrieken; Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 - De tenlasteneming door de gemeente Zwalm van een bijdrage van 20% van de bijkomende restauratiewerken aan de kerk van SintMaria-Latem geraamd op € 16.829,40 wordt goedgekeurd. Art. 2 - De voorschotten en het saldo zullen worden uitbetaald aan de kerkfabriek van Sint-Maria-Latem na goedkeuring van de diverse schijven door de Vlaamse Gemeenschap. Art. 3 – Er wordt kennis gegeven van deze beslissing aan de kerkfabriek Alle Heiligen te Sint-Maria-Latem en aan het centraal kerkbestuur.
DAGORDE 6 GEMEENTEPERSONEEL - VASTLEGGEN TIENDE FEESTDAG 2008 PRINCIEPSBESLISSING Het college, Overwegende dat overeenkomstig het administratief statuut en het reglement van de contractuelen het gemeentepersoneel recht heeft op ondermeer de wettelijke feestdagen van “dag van de arbeid” en “hemelvaartsdag”; Overwegende dat in 2008 deze twee feestdagen op dezelfde dag vallen, namelijk op 1 mei 2008; Overwegende dat de lokale besturen een principiële beslissingsautonomie hebben met betrekking tot het uitwerken van een feestdagenreglementering; Gelet op de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen en het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen; Gelet op het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot tijdelijke aanpassing, voor wat het jaar 2008 betreft, van het koninklijk besluit van 18 april 1974 tot bepaling van de algemene wijze van uitvoering van de wet van 4 januari 1974 betreffende de feestdagen van toepassing op personeel tewerkgesteld in instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of in instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen; Overwegende dat dit koninklijk besluit de feestdag “hemelvaartsdag” verlegt van donderdag 1 mei 2008 naar vrijdag 2 mei 2008; Overwegende dat de wet van 4 januari 1974, het koninklijk besluit van 18 april 1974 en het koninklijk besluit van 3 juni 2007 niet van toepassing is op personeelsleden van lokale besturen met uitzondering van de personeelsleden tewerkgesteld door instellingen die een industriële of commerciële activiteit uitoefenen of door instellingen die geneeskundige, profylactische of hygiënische verzorging verlenen; Overwegende dat het billijk en redelijk is om voor de personeelsleden die niet onder de wet van 4 januari 1974, het koninklijk besluit van 18 april 1974 en het koninklijk besluit van 3 juni 2007 vallen, een soortgelijke regeling uit te werken; Overwegende dat voor de goede werking van de gemeentediensten en de continuïteit van de dienstverlening, het aangewezen is om op vrijdag 2 mei 2008 tijdens de openingsuren van de loketdiensten een permanentie te verzekeren; Gezien het protocol van het onderhandelingscomité met de vakorganisaties; Overwegende dat overleg plaatsvond tussen het gemeentebestuur en het OCMW om terzake een uniforme regeling uit te werken met betrekking tot deze feestdagen; Gelet op het administratief statuut en het reglement van de contractuelen; Gelet op artikel 105 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja
Besluit Art. 1 - Kennis te nemen van het feit dat op 1 mei 2008 twee feestdagen samenvallen, namelijk de dag van de arbeid en hemelvaartsdag. Art. 2 - De feestdag hemelvaartsdag wordt voor het jaar 2008 voor het gemeentepersoneel vastgesteld op vrijdag 2 mei 2008. Art. 3 - De personeelsleden die op vrijdag 2 mei 2008 tijdens de openingsuren van de loketdiensten een permanentie verzekeren, zullen de gepresteerde uren gecompenseerd krijgen als feestdag. Art. 4 - Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving worden overgemaakt aan de Provinciegouverneur. DAGORDE 7 GEMEENTEPERSONEEL – WIJZIGING ADMINISTRATIEF STATUUT EN REGLEMENT VAN DE CONTRACTUELEN De gemeenteraad, Gehoord de verklaring van de voorzitter dat in de zitting van het onderhandelingscomité van 21.04.2008 geen concensus werd bereikt inzake het ontwerp van gemeenteraadsbesluit terzake; Overwegende dat de voorzitter voorstelt de behandeling van deze aangelegenheid te verdagen naar een volgende zitting; Gelet op art. 112 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over de verdaging van dit agendapunt, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Sapijn Danny: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Enig artikel - De behandeling van de wijziging administratief statuut en reglement van de contractuelen wordt verdaagd naar een volgende zitting. DAGORDE 8 HERVASTSTELLEN STATUTEN VAN DE CULTUURRAAD De gemeenteraad, Gelet op de principiële beslissing van de gemeenteraad van 16.01.2007 tot heroprichting van de gemeentelijke cultuurraad; Overwegende dat de gemeenteraad de nadere voorwaarden bepaalt van de werking van de gemeentelijke cultuurraad; Gezien het schriftelijk advies van de gemeentelijke cultuurraad van 20.02.2008; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 27.02.2007 houdende vaststelling van de statuten van de gemeentelijke cultuurraad; Gelet op artikel 61 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja
Vanwildemeersch Marleen: ja Kesteleyn Christiaan: ja Bousard Margaretha: ja Derijst Karim: ja
De Colfmacker Karen: afwezig Eeckhout Hilde: afwezig Baert Mario: ja Besluit
De statuten van de cultuurraad worden hervastgesteld als volgt: Definitie en karakter van de gemeentelijke cultuurraad Art. 1 - De gemeentelijke cultuurraad is het inspraak-, overleg- en adviesorgaan voor de voorbereiding en uitvoering van het cultuurbeleid van de gemeente zoals voorzien in het decreet van 13 juli 2001, houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid. Het is een adviserend orgaan dat de brug vormt tussen de culturele verenigingen/organisaties/personen uit de leefgemeenschap en de bestuurlijke overheid. Doelstelling en taak Art. 2 - De gemeentelijke cultuurraad heeft als doel het bevorderen van een integraal cultuurbeleid in het belang van alle inwoners van de gemeente. Om deze doelstelling te bereiken zal hij: 1. op eigen initiatief ofwel op vraag van het gemeentebestuur adviezen uitbrengen over alle aangelegenheden betreffende het cultuurbeleid, uitgezonderd jeugd–, sport- en onderwijsbeleid 2. de activiteiten in de culturele sector coördineren, overleg en samenwerking tot stand brengen tussen verenigingen, organisaties en andere diensten die actief zijn in de culturele sector in de strikte zin van het woord 3. zoveel mogelijk zich informeren en documenteren over het strikte culturele leven en de culturele behoeften in de gemeentelijke samenleving 4. rekening houdend met de realiteit en noodzaak van deze behoeften, initiatieven nemen en steun verlenen binnen het beheer van de gemeentelijke culturele infrastructuur en voor zover de terzake geldende regelgeving dit toelaat Lidmaatschap Art. 3 - Politieke mandatarissen komen niet in aanmerking voor lidmaatschap. Kunnen evenmin deel uitmaken van de cultuurraad: - verenigingen met uitsluitend lucratieve activiteiten of alleen tot doel hebben hun niet culturele patrimonium te handhaven of uit te bouwen - beroepsverenigingen die zich uitsluitend concentreren op de verdediging, de organisatie en de belangen van een beroep - jeugdverenigingen die een onderkomen moeten vinden in een daartoe opgerichte jeugdraad - idem voor sportverenigingen - organisaties voor dierenbescherming, de verenigingen die het dier als nutsdier willen promoten (bvb veeteeltorganisaties, veeteeltprijskampen) - niet-culturele verenigingen zoals privéclubs, hobbyverenigingen of serviceclubs in zoverre ze niet zelf of hun koepelvereniging via het decreet van 4 april 2003 door de Vlaamse overheid worden gesubsidieerd - welzijns- en syndicale organisaties zoals mutualiteiten en vakbonden. Art. 4 - Op hun verzoek als antwoord op de oproep van de gemeentelijke overheid, kunnen volgende actoren deel uitmaken van de cultuurraad: 1. culturele verenigingen en organisaties die werken met vrijwilligers en hun werking op het grondgebied Zwalm ontplooien, op voorwaarde dat ze in hun programma minstens één en liefst meerdere activiteiten met Nederlands als voertaal per kalenderjaar organiseren, die binnen de gemeente verlopen, waartoe (met uitzondering van ledenverenigingen) elke inwoner van Zwalm toegang krijgt, waarvan hij bij middel van een aankondiging in de lokale
pers of een uitnodiging huis aan huis op de hoogte gebracht wordt; culturele verenigingen zoals een toneelvereniging of een harmonie (fanfare) die ook optreden buiten het grondgebied van de gemeente Zwalm en die de uitstraling van de gemeente ten goede komen zijn zonodig vrijgesteld van activiteiten binnen de gemeente; hierover oordeelt de algemene vergadering van de cultuurraad 2. professionele culturele organisaties/instellingen die hun werking op het grondgebied van Zwalm ontplooien 3. deskundigen in de culturele materie woonachtig te Zwalm; deze dienen te beantwoorden aan het volgend profiel: - actief werkzaam zijn in de culturele sector hetzij vrijwillig hetzij professioneel - een ruime visie hebben op cultuur - minimum achttien jaar oud zijn - bereid zijn zich te engageren in de stimulatie van de culturele activiteiten in de gemeente Zwalm - opgave van hun specifieke motivatie voor de kandidaatstelling - bewezen hebben zich ingezet te hebben voor de organisatie of ontwikkeling van cultuur. Samenstelling Art. 5 - De cultuurraad is samengesteld uit stemgerechtigde en niet-stemgerechtigde leden (adviserende). 1. Stemgerechtigde leden: - één afgevaardigde of zijn plaatsvervanger van elke organisatie/vereniging, die voldoet aan de eisen zoals gesteld in de artikelen 4.1 of 4.2 - geïnteresseerde individuele burgers (wonende in Zwalm), die zich bij het college van burgemeester en schepenen kandidaat stellen als lid van de gemeentelijke culturele raad als antwoord op de oproep van het schepencollege en aangenomen worden omdat ze beantwoorden aan de voorwaarden gesteld onder artikel 4.3. 2. Niet-stemgerechtigde leden (waarnemende – adviserende): - de gemeentelijke ambtenaar belast met het waarnemen van het secretariaat,met de functie van penningmeester en met het opstellen van de notulen van de vergaderingen - de cultuurbeleidscoördinator - de schepen van cultuur, die uitgenodigd wordt - waarnemende leden die in specifieke gevallen en slechts sporadisch door de cultuurraad met raadgevende stem kunnen uitgenodigd worden op basis van hun culturele deskundigheid. Art. 6 - De stemgerechtigde vertegenwoordigers/plaatsvervangers van de culturele verenigingen/organisaties/instellingen worden in volle vrijheid aangeduid door de betrokken verenigingen/organisaties/ instellingen en moeten aan volgende voorwaarden voldoen: - minimum achttien jaar oud zijn - niet meer dan één vereniging/organisatie/instelling vertegenwoordigen - actief betrokken zijn bij de werking van de vereniging/organisatie/instelling waardoor ze werden aangeduid - zich actief inzetten voor het culturele leven in de gemeente Elk stemgerechtigd lid: - heeft spreekrecht op alle vergaderingen van de cultuurraad - stemrecht in de algemene vergadering - inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt van de gemeentelijke culturele raad. Ook niet-stemgerechtigde leden hebben het recht van inzage van de documenten en dossiers waarover advies gevraagd/verstrekt wordt en hebben spreekrecht op alle vergaderingen van de culturele raad. Ze hebben enkel geen stemrecht. Einde mandaat Art. 7 - Een mandaat kan beëindigd worden: - door het intrekken van hun opdracht door de vereniging/ organisatie/instelling welke zij vertegenwoordigen; deze intrekking moet schriftelijk aan de voorzitter van de
cultuurraad worden gestuurd - door het ontslag van de betrokkene zelf; dit ontslag moet schriftelijk medegedeeld worden door de betrokkene zelf of via de organisatie - na meerdere (minstens drie opeenvolgende malen) onwettige afwezigheden en zonder de plaatsvervanger te hebben verwittigd. Er komt automatisch een einde aan een mandaat bij het opnemen van een politiek mandaat, bij overlijden. Voor de deskundigen komt ook een einde aan een mandaat bij verhuis buiten de gemeente. Structuur, werking en toetreding Art. 8 - De organen van de gemeentelijke cultuurraad: de algemene vergadering en de voorzitter, de ondervoorzitter en de bestuursvergadering. De algemene vergadering heeft de “volheid van bevoegdheid” in alle aangelegenheden die tot de bevoegdheid van de cultuurraad behoren. De voorzitter wordt gekozen door de algemene vergadering in de installatievergadering. De ondervoorzitter neemt de bevoegdheden over van de voorzitter bij diens afwezigheid. De bestuursvergadering is het uitvoerende orgaan van de algemene vergadering en bereidt de zittingen voor van de algemene vergadering. De bestuursvergadering bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris, en de cultuurbeleidcoördinator. Met uitzondering van de installatievergadering wordt de algemene vergadering samengeroepen door de voorzitter en de secretaris ten minste acht dagen vóór de zitting (zie interpretatie gemeentedecreet). Art. 9 - Zo snel als mogelijk gaat de cultuurraad over tot het vastleggen van een huishoudelijk reglement van inwendige orde. Werkgroepen kunnen door en in de schoot van de algemene vergadering worden opgericht en belast worden met voorbereidende werkzaamheden ten behoeve van de algemene vergadering. De werking van de werkgroepen zal in het huishoudelijk reglement worden bepaald. De gemeenteraad gaat zo snel als mogelijk over tot het aannemen van een organiek reglement. Art. 10 - Om de zes jaar, binnen de 6 maanden na de installatievergadering van de gemeenteraad wordt de algemene vergadering van de cultuurraad opnieuw samengesteld door het gemeentebestuur. Om alle actoren de kans te geven toe te treden tot de her op te richten algemene vergadering van de cultuurraad neemt het college van burgemeester en schepenen volgende maatregelen: 1) een algemene oproep aan de bevolking om alle geïnteresseerde deskundigen, verenigingen, organisaties en instellingen in het culturele veld te bereiken 2) een schrijven aan alle in de uittredende algemene vergadering vertegenwoordigde culturele organisaties, verenigingen en instellingen met de vraag om hun afgevaardigde en plaatsvervanger opnieuw voor te dragen. De actoren die wensen toe te treden tot de algemene vergadering van de cultuurraad dragen hun afgevaardigde en plaatsvervanger voor en maken hun kandidatuur over aan het college van burgemeester en schepenen dat omtrent de vragen tot toetreding een beslissing neemt. De voorgedragen afgevaardigden en plaatsvervangers moeten voldoen aan de voorwaarden vervat in artikel 3, 4, 5 en 6. In bevestigend geval worden zij toegelaten tot de algemene vergadering van de nieuwe cultuurraad. De actieve werking moet worden aangetoond door het indienen van statuten, reglementen, samenstelling van het bestuur, opgave van het aantal leden of aangeslotenen en door het indienen van een werkingsverslag over het voorbije jaar. Het college van burgemeester en schepenen brengt alle verenigingen/organisaties/instellingen die een aanvraag tot toetreding hebben ingediend zo vlug als mogelijk op de hoogte van de genomen beslissing, onverminderd de toepassing van artikel 13 van dit besluit.
Na afloop van de volledige toetredingsprocedure roept het college van burgemeester en schepenen de algemene vergadering van de cultuurraad onverwijld op voor de installatievergadering. Art. 11 - Een vereniging/organisatie/instelling die nà de installatie van de cultuurraad lid van de cultuurraad wenst te worden, dient een schriftelijke aanvraag te richten naar de algemene vergadering van de cultuurraad De algemene vergadering van de cultuurraad beslist over de aanvraag. Indien de vereniging/organisatie/instelling volgens de algemene vergadering van de cultuurraad beantwoordt aan de gestelde normen voor lidmaatschap (art. 3, 4, 5 en 6) kan ze toetreden tot de algemene vergadering. De actieve culturele werking moet worden aangetoond door het indienen van statuten, reglementen, samenstelling van het bestuur, opgave van het aantal leden of aangeslotenen en door het indienen van een werkingsverslag over het voorbije jaar. De algemene vergadering van de cultuurraad brengt de vereniging/organisatie/instelling zo vlug als mogelijk op de hoogte van de genomen beslissing, onverminderd de toepassing van artikel 13 van dit besluit. Art. 12 - De algemene vergadering komt tenminste één maal per jaar samen. De algemene vergaderingen zijn openbaar. Alle beslissingen worden genomen met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden. Bezwaarmogelijkheid voor uitgesloten verenigingen bij de samenstelling van de cultuurraad Art. 13 – Verenigingen/organisaties/instellingen die bij de samenstelling van de cultuurraad worden uitgesloten, zowel bij de installatie als bij latere vraag om toetreding, kunnen hiertegen bij aangetekend schrijven in beroep gaan bij het college van burgemeester en schepenen binnen de 30 kalenderdagen nadat zij per aangetekend schrijven door de algemene vergadering van de cultuurraad werden in kennis gesteld van de terzake genomen beslissing van de algemene vergadering. Deze kennisgeving gebeurt binnen de 15 kalenderdagen na de door de algemene vergadering genomen beslissing. Het beroep bij het college van burgemeester en schepenen dient gemotiveerd te zijn en vergezeld van een kopie van de brief waarbij de bestreden beslissing van de algemene vergadering werd ter kennis gebracht aan de vereniging. Het college van burgemeester en schepenen neemt een gemotiveerde beslissing binnen de 40 kalenderdagen die volgen op de ontvangst van het beroepschrift. Deze beslissing van het college van burgemeester en schepenen wordt binnen een termijn van 15 kalenderdagen nadat ze werd genomen, aan de betrokken vereniging/organisatie/instelling meegedeeld per aangetekend schrijven. Opheffingsbepaling Art. 14 – De beslissing van de gemeenteraad van 27.02.2007 houdende vaststelling van de statuten van de gemeentelijke cultuurraad, wordt ingetrokken. DAGORDE 9 AANNEMING VAN HET ORGANIEK REGLEMENT BETREFFENDE DE GEMEENTELIJKE CULTUURRAAD De gemeenteraad, Overwegende dat de gemeenteraad naast de statuten van de gemeentelijke cultuurraad ook een organiek reglement dient aan te nemen waarin de relatie tussen de gemeentelijke cultuurraad en de gemeente wordt gepreciseerd en waarin de feitelijke adviesverlening wordt georganiseerd; Gezien de notulen van de algemene vergadering van de cultuurraad van 21.11.2007 waar het organiek reglement werd aangenomen;
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 22.04.2008. houdende vaststelling van de statuten van de gemeentelijke cultuurraad; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 20.12.2005. houdende het vaststellen van het organiek reglement betreffende de gemeentelijke cultuurraad; Gelet op artikel 61 van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid; Gelet op artikel 42 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Het organiek reglement van de gemeentelijke cultuurraad wordt vastgelegd als volgt: Artikel l - De gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen zullen de gemeentelijke cultuurraad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijke cultuurbeleid. Dit houdt in dat de gemeenteraad en het college van burgemeester en schepenen de gemeentelijke cultuurraad om advies zullen vragen voor de definitieve besluitvorming in deze organen, over alle aangelegenheden betreffende het cultuurbeleid uitgezonderd jeugd-, sport- en onderwijsbeleid. Daarnaast heeft de gemeentelijke cultuurraad de mogelijkheid om over alle andere beleidsdossiers, met uitzondering van jeugd, sport en onderwijs, waarvan zij vindt dat er culturele belangen in het geding zijn, op eigen initiatief een advies uit te brengen aan de gemeenteraad of het schepencollege. Artikel 2 - Wanneer het gemeentebestuur de gemeentelijke cultuurraad om advies vraagt, zal zij bij de adviesvraag alle nodige informatie voegen. Tevens heeft de gemeentelijke cultuurraad het recht om inzage te nemen in alle noodzakelijke documenten en dossiers die betrekking hebben op het dossier, tenzij er bezwaren zijn. Dit inzagerecht wordt uitgeoefend via de bibliothecaris, secretaris van de gemeentelijke cultuurraad. Wanneer de gemeentelijke cultuurraad op eigen initiatief een advies wenst uit te brengen, kan zij steeds informatie opvragen aan het college van burgemeester en schepenen, die deze informatie zal ter beschikking stellen, tenzij er bezwaren zijn. De schriftelijke verzoeken om informatie vanwege de gemeentelijke cultuurraad zullen binnen de maand beantwoord worden, door de gevraagde informatie ter beschikking te stellen, ofwel door de bezwaren tegen de informatieverstrekking mee te delen. Artikel 3 - Het gemeentebestuur zal de adviesaanvragen steeds schriftelijk stellen met: a) een duidelijke omschrijving van de vraag b) opgave van de wettelijke en financiële randvoorwaarden waarmee de gemeentelijke cultuurraad moet rekening houden c) opgave van de uiterste datum van inlevering van het advies bij het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur zal de gemeentelijke cultuurraad voor het uitbrengen van zijn advies ten minste een termijn van 1 maand geven, te rekenen vanaf de datum van het insturen van de adviesaanvraag. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoogdringendheid kan het gemeentebestuur deze termijn
gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen de adviesraad en het gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden. Artikel 4 - De gemeentelijke cultuurraad zal de adviezen die ze uitbrengt steeds schriftelijk bezorgen aan het gemeentebestuur en in de adviezen melding maken van: a) de argumentatie die geleid heeft tot de standpuntbepaling; b) een duidelijke weergave van het standpunt van de gemeentelijke cultuurraad met vermelding van afwijkende meningen of minderheidsstandpunten. De tekst van de adviezen maakt steeds deel uit van het desbetreffende dossier dat wordt voorgelegd aan het college of de gemeenteraad. Artikel 5 - Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van 60 dagen te rekenen vanaf de datum dat het advies bij het gemeentebestuur toekwam een gemotiveerd antwoord op het advies bezorgen aan de gemeentelijke cultuurraad. Als de behandeling van het dossier langere tijd vergt, zal het gemeentebestuur binnen de voornoemde termijn van 60 dagen een antwoord bezorgen met melding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de opgave van de uiterste datum waarop een definitief antwoord aan de gemeentelijke cultuurraad zal bezorgd worden. Artikel 6 - Het gemeenteraadsbesluit van 20.12.2005. houdende het vaststellen van het organiek reglement betreffende de gemeentelijke cultuurraad wordt ingetrokken. DAGORDE 10 VASTSTELLEN TARIEVEN CONCERTEN FESTIVAL VAN VLAANDEREN IN ZWALM IN SEPTEMBER EN OKTOBER 2008 Het college, Overwegende dat het college samen met het Festival van Vlaanderen drie concerten wenst te organiseren in Zwalm in de maanden september en oktober 2008; Gezien het advies van de cultuurraad vastgelegd in de zitting van 04.04.2008; Gezien de brief van 07.01.2008 van de provincie Oost-Vlaanderen waarbij wordt medegedeeld dat het jaarlijks Festivalorkest wordt toegewezen aan het gemeentebestuur van Zwalm; Gezien de overeenkomstvoorwaarden van het Festival van Vlaanderen waarin staat dat de ticketprijs minimaal € 7,50 en maximaal € 16,00 moet bedragen; Overwegende dat we voorstellen volgende tarieven te hanteren: - € 12,50 voor 1 concert - € 35,00 voor 3 concerten; Overwegende dat de gemeenteraad zich moet uitspreken over de toegangsprijs; Gelet op art. 42 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Sapijn Danny: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Enig artikel – De gemeente wenst in kader van het Festival van Vlaanderen in september en oktober 2008 drie concerten te organiseren waarbij volgende toegangsprijzen gelden:
- € 12,50 voor 1 concert - € 35,00 voor 3 concerten. DAGORDE 11 FESTIVAL VAN VLAANDEREN 2008 – DWINGENDE EN ONVOORZIENE UITGAVEN: VOORZIEN IN EEN VERHOGING VAN DE KREDIETEN OP ART 762/122-04 VAN OORSPRONKELIJK € 5.000,00 NAAR € 7.500,00 De gemeenteraad, Overwegende dat het gemeentebestuur wenst deel te nemen aan het Festival van Vlaanderen; Gezien de vraagprijs van de ensembles uit de concertbundel; Gezien de kostenraming voor de concerten van het Festival van Vlaanderen 2008 in Zwalm die in totaal ongeveer € 12.000,00 beloopt; Gezien het advies van de cultuurraad vastgelegd in de zitting van 04.04.2008; Overwegende dat bij opmaak van de budgetten 2008 nog niets voorzienbaar was wat betreft de deelname van de gemeente aan het Festival van Vlaanderen, alhoewel voor niet nader bepaalde culturele activiteiten reeds een budget van € 5.000,00 voorzien was op art 762/122-04; Vaststellende dat de deelname aan het Festival van Vlaanderen een verhoging van de kredieten met € 2.500,00 vereist; Overwegende dat bepaalde engagementen moeten worden aangegaan voor 05.05.2008; Overwegende dat de volgende budgetwijziging na die datum is gepland; Overwegende dat uitgaven in dit kader als dwingend en onvoorzienbaar kunnen worden beschouwd; Overwegende dat wij derhalve voorstellen het krediet op art. 762/122/04 te verhogen van € 5.000,00 naar € 7.500,00; Gelet op het gemeentedecreet inzonderheid art. 157; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen ja en 7 stemmen neen, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: neen Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: neen De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: neen Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: neen Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: neen Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: neen Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: neen Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 – Te voorzien in een verhoging van de kredieten op art 762/122-04 van oorspronkelijk € 5.000,00 naar € 7.500,00 met het oog op de deelname van de gemeente Zwalm aan het Festival van Vlaanderen 2008. Art. 2 – Deze aanpassing zal bij volgende budgetwijziging worden voorzien in het budget. DAGORDE 12 LOCAAL PACT TUSSEN DE VLAAMSE REGERING EN DE VLAAMSE GEMEENTEN TOETREDING DOOR DE GEMEENTE ZWALM De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de Vlaamse Regering van 1 februari 2008 waarin de krijtlijnen van het lokaal pact met de gemeenten zijn vastgelegd; Overwegende dat de Vlaamse regering in het kader van het lokaal pact met de gemeenten volgende engagementen aangaat: 1. In 2008 zal de Vlaamse Regering overgaan tot de overname van
uitstaande leningschulden van gemeenten en/of OCMW’s voor een maximaal bedrag van 612 miljoen euro. De vaststelling van de over te nemen schulden gebeurt in overleg tussen de gemeente en/of het OCMW van die gemeente,en het departement Financiën en Begroting van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, op voorstel van de gemeente. Per individuele gemeente bedraagt het maximaal over te nemen bedrag aan schulden van de gemeente en het OCMW samen 100 euro per inwoner. Voor de bepaling van het aantal inwoners per gemeente geldt het aantal op 1 januari 2007 zoals gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 6 augustus 2007. De operatie schuldovername zal worden voorbereid in een werkgroep bestaande uit het departement Financiën en Begroting van het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en de banken. De minister bevoegd voor Financiën en Begroting zal hiertoe het initiatief nemen. In het kader van de maatregel schuldovername wordt erop toegezien dat de gezamenlijke schuld van de gemeenten in 2008 op macroniveau niet zal aangroeien. 2. De Vlaamse Regering zal de in het decreet met betrekking tot het Vlaams Gemeentefonds voorziene aanvullende dotatie van 83 miljoen euro ter compensatie van de afschaffing van de Elia-taks als volgt verhogen: - in 2008 een verhoging met 25 miljoen euro tot 108 miljoen euro - in 2009 een verhoging met 41,5 miljoen euro tot 124,5 miljoen euro (te indexeren) - in 2010 een verhoging met 41,5 miljoen euro tot 124,5 miljoen euro (te indexeren) De verdeling van de bijkomende middelen onder de gemeenten die toetreden tot het globaal pact gebeurt in overeenstemming met hun decretaal voorziene aandeel (percentage) in de aanvullende dotatie ter compensatie van de afschaffing van de Elia-taks. Na 2010 zal de totale Elia-compensatie minstens 83 miljoen euro bedragen (te indexeren). 3. De Vlaamse Regering zal nieuw materieel en outillage vrijstellen van onroerende voorheffing. De Vlaamse Regering zal de gemeenten en provincies voor 100% compenseren voor de gederfde opcentiemen op de onroerende voorheffing tengevolge de vrijstelling van de onroerende voorheffing op nieuw materieel en outillage. Het totaal bedrag van deze maatregel wordt geraamd op 75 miljoen euro in 2013, waarna de maatregel opnieuw zal worden geëvalueerd. De compensatie voor de vrijstelling van onroerende voorheffing voor nieuw materieel en outillage wordt individueel per gemeente en provincie berekend rekening houdend met de reële en individuele inkomstenderving. Voor de berekening van de compensatie zal het gedeelte van het kadastraal inkomen in aanmerking genomen worden dat ingevolge de nieuwe maatregel wordt vrijgesteld. Het gedeelte van het kadastraal inkomen dat vrijgesteld is ingevolge reeds bestaande maatregelen wordt niet mee in aanmerking genomen. Met andere woorden: het gedeelte van het kadastraal inkomen dat de drempelwaarde, bepaald op 1 januari 1998, niet overschrijdt zal de basis voor de compensatie vormen. De compensatie zal mee evolueren met de door de gemeente en provincie bepaalde opcentiemen. De compensatie zal niet mee evolueren met de indexatie van de kadastrale inkomens, gelet op de bestaande feitelijke desindexatie van de kadastrale inkomens van materieel en outillage. 4. De Vlaamse Regering zal voor lage energie- en zeer lage energiewoningen een vermindering op de onroerende voorheffing toekennen gedurende tien jaar. De verminderingen worden als volgt bepaald: lage energiewoningen (max E60): een vermindering van 20% lage energie niet-residentiële gebouwen (max E70): een vermindering van 20% zeer lage energiewoningen en –gebouwen (max E40) : een vermindering van 40% De Vlaamse Regering zal de gemeenten en provincies voor 100%
compenseren voor de gederfde opcentiemen op de onroerende voorheffing tengevolge deze vermindering. Het totaal bedrag van deze maatregel bedraagt 10 miljoen euro op kruissnelheid. De compensatie voor de vermindering van onroerende voorheffing wordt individueel per gemeente en provincie berekend rekening houdend met de reële en individuele inkomstenderving. Voor de berekening van de compensatie zal het gedeelte van het kadastraal inkomen in aanmerking genomen worden dat ingevolge de maatregel wordt vrijgesteld. De compensatie zal mee evolueren met de door de gemeente en provincie bepaalde opcentiemen en met de indexatie van de kadastrale inkomens. 5. Het Vlaams Gewest zal via Aquafin een groter aandeel van de kosten, verbonden aan de nog te leveren rioleringsinspanningen, op zich nemen. Overwegende dat hiertegenover van de gemeente ook een aantal engagementen worden geëist zoals beschreven in de brief van de Vlaamse Regering van 21.03.2008; Overwegende dat de gemeente geen belasting op tewerkgesteld personeel en geen belasting op kantoorruimten dient af te schaffen vanaf het aanslagjaar 2009 daar deze bij ons niet bestaan en derhalve dit engagement komt te vervallen; Overwegende dat de gemeente wenst toe te treden tot dit Lokaal Pact en zich kan vinden in de wederzijdse engagementen; Overwegende dat het aantal inwoners van de gemeente Zwalm 7.835 bedroeg op 1 januari 2007 volgens bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van 06.08.2007; Gelet op het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja De Colfmacker Karen: afwezig Vanwildemeersch Marleen: ja Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 - De gemeente Zwalm treedt toe tot het lokaal pact met de Vlaamse Regering zoals dat door de Vlaamse Regering definitief werd uitgetekend bij beslissing van 1 februari 2008. Art. 2 - De gemeente stemt in met de overname door de Vlaamse Regering van schulden van de gemeente en/of het OCMW van haar gemeente voor een bedrag van € 783.500,00, onder de voorwaarden uiteengezet in het schrijven van 21 maart 2008 van de Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering. Het college van burgemeester en schepenen staat in voor de nadere uitvoering van de overname, onder de voorwaarden bepaald in het voormeld schrijven. Art. 3 - De gemeente verbindt zich tot het nemen van volgende maatregelen inzake fiscaliteit: 1° Met betrekking tot het aanslagjaar 2009 geen enkele nieuwe belasting in te voeren en de aanslagvoeten of tarieven van de belastingen niet te verhogen ten opzichte van de aanslagvoeten of tarieven die voor het aanslagjaar 2008 van toepassing waren, eventueel met uitzondering van: - een niet-forfaitaire huisvuilbelasting volgens het principe “de vervuiler betaalt” ter vervanging van een afgeschafte forfaitaire huisvuilbelasting - een nieuwe belasting ten laste van bedrijven of een verhoging van
een bestaande belasting ten laste van bedrijven, ten gevolge van een beslissing die, eventueel in het kader van de meerjarenplanning, genomen werd voor 1 januari 2008 tot rationalisering van de bedrijfsbelastingen, en waarbij meerdere bestaande bedrijfsbelastingen worden afgeschaft en waarbij de totale geraamde inkomsten van de nieuwe belasting of van de verhoging van de bestaande belasting, niet hoger zijn dan deze van de afgeschafte belastingen - een gemeentelijke leegstandheffing ter vervanging van de Vlaamse leegstandsheffing - een belasting ter vervanging van een door een gerechtelijk vonnis vernietigde belasting waarvan de inkomsten niet hoger zijn dan die van de vernietigde belasting - een verhoging van de aanvullende belasting of van het aantal opcentiemen op de onroerende voorheffing tot maximaal de normen opgelegd in artikel 11 van het decreet tot vaststelling van de regels inzake de dotatie en de verdeling van het Vlaams Gemeentefonds. Retributies ter vergoeding van een door de gemeente geleverde dienst of prestatie op verzoek van een belanghebbende vallen buiten dit engagement, evenals de gemeentelijke waterzuiveringsbijdrage. 2° Geen nieuwe forfaitaire gezinsbelastingen in te voeren tot en met het aanslagjaar 2012. 3° Een bedrijfsvriendelijke en transparante fiscaliteit te voeren door: - over nieuwe belastingen of over de verhoging van tarieven van bestaande belastingen ten laste van bedrijven te beslissen minstens twaalf maanden voor de datum waarop zij van kracht worden, met uitzondering van de opcentiemen op de onroerende voorheffing, en dit gedurende gans de legislatuur eindigend op 31 december 2012 - op de gemeentelijke website een overzicht op te nemen van alle belastingverordeningen, samen met de volledige tekst van de verordening - een overzicht van de aanslagvoeten en van de basisbepalingen van alle belastingen op te lijsten volgens een in overleg tussen de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten en het Agentschap voor Binnenlands Bestuur vastgesteld model, zodat dit zowel via de gemeentelijke website als via de website van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur ter beschikking kan worden gesteld - de weblocatie van de volledige teksten van de verordeningen aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur te bezorgen. Gemeentebesturen die niet beschikken over een weblocatie publiceren hun belastingsbepalingen via de website van het Agentschap voor Binnenlands Bestuur. 4° De forfaitaire belasting op huisvuil af te schaffen, ten laatste voor het aanslagjaar 2009. Deze belasting mag enkel vervangen worden door een niet-forfaitaire belasting op basis van het principe “de vervuiler betaalt”, waarvan de opbrengst niet hoger is dan deze van de afgeschafte belasting. Het betreft enkel de jaarlijkse forfaitaire huisvuilbelasting met economische code 363-03. Art. 4 - Deze beslissing wordt aan de toezichthoudende overheid toegezonden. DAGORDE 13 GEZAMENLIJKE AANKOOP DOOR DE GEMEENTE, DE KERKFABRIEKEN EN HET OCMW VAN ELECTRISCHE ENERGIE VOOR DE INSTALLATIES, GEBOUWEN EN OPENBARE VERLICHTING De gemeenteraad, Overwegende dat sinds 1 juli 2003 elke afnemer op de Vlaamse elektriciteitsmarkt vrij is om te contracteren met de elektriciteitsleverancier van zijn keuze; Overwegende dat de VREG in haar mededeling van 11 november 2002 met betrekking tot het kiezen van een elektriciteitsleverancier door een overheid met toepassing van de wetgeving inzake overheidsopdrachten stelt dat verschillende besturen deze
overheidsopdracht gezamenlijk kunnen uitschrijven om hun gezamenlijke behoeften te dekken, en dat door de schaalvergroting van de opdracht een gunstig (neerwaarts) effect op de prijs te verwachten valt; Overwegende dat een gunstig neerwaarts effect bereikt kan worden indien verschillende besturen op het grondgebied van de gemeente een gezamenlijke opdracht uitschrijven; Overwegende dat de huidige opdracht volgens vermelde principes wordt uitgeschreven; Overwegende dat de huidige opdracht afloopt op 31.07.2008 wegens de opzegging door de huidige leverancier op 22.01.2008; Overwegende dat aldus een nieuwe opdracht moet worden uitgeschreven; Gezien het typebestek voor de levering van electriciteit aan installaties en gebouwen van de gemeente, het OCMW, de kerfabrieken en de openbare verlichting op het grondgebied van de gemeente Zwalm; Overwegende dat in het bestek een keuze moet gemaakt worden inzake hoeveelheid grijze/groene energie; Overwegende dat wij wensen te opteren voor 100% groene energie; Overwegende de meerprijs hiervoor geraamd wordt op 0,5 tot 1,5% ten opzichte van grijze energie maar dat deze meerprijs minimaal in 2008 (meer dan) gecompenseerd wordt door een vermindering op de federale bijdrage op energie en dit in de komende jaren ook principieel zo zal zijn; Overwegende dat het hier een meerjarige opdracht betreft die niet onder het dagelijks beheer valt en dus de gemeenteraad bevoegd is; Gezien het bestek terzake; Gelet op het raadsbesluit van het OCMW van 20.03.2008 waarbij de raad voor maatschappelijk welzijn er kennis van neemt dat de gemeente Zwalm aangeduid wordt om in naam en voor rekening van het OCMW van Zwalm op te treden voor het toewijzen van de overheidsopdracht strekkende tot het aanduiden van een leverancier voor electriciteit voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidige leveringscontract tot 31.12.2011; Overwegende dat wij conform de afsprakennota met de kerkfabrieken ook hun afnamepunten mee opnemen in het bestek zodat ook zij van onze offertevoorwaarden zullen kunnen genieten; Gelet op de richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijk regels voor de interne markt voor elektriciteit en houdende intrekking van Richtlijn 96/92/EG; Gelet op de wet van 10 maart 1925 op de elektriciteitsvoorziening; Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, zoals gewijzigd door de Bijzondere Wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 94 wat de gewestelijke aspecten van het energiebeleid betreft; Gelet op wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, zoals tot op heden gewijzigd, inzonderheid artikel 19; Gelet op het KB van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessie voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op het KB van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zoals tot op heden gewijzigd; Gelet op de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals tot op heden gewijzigd, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten; Gelet op het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, zoals tot op heden gewijzigd, en de daarbij horende uitvoeringsbesluiten; Gelet op art. 43 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt:
Tuybens Bruno: ja Moreels Patrick: ja De Vriendt Eric: ja Ghys Baudouin: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Herregodts Emmy: ja Vanwildemeersch Marleen: ja Kesteleyn Christiaan: ja Bousard Margaretha: ja Derijst Karim: ja
Baele Michel: Melkebeke Albert: Kellens Luc: Adriaens Pascale: Sapijn Danny: Vercruysse Lydia: De Colfmacker Karen: Eeckhout Hilde: Baert Mario:
ja ja ja ja ja ja afwezig afwezig ja
Besluit Art. 1 -Een gunningsprocedure te organiseren voor een samengevoegde opdracht in de zin van artikel 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten inzake levering van elektrische energie ten behoeve van de gemeente, de kerkfabrieken en het O.C.M.W. en voor de openbare verlichting voor een periode vanaf de eerste dag aansluitend op het huidig leveringscontract tot 31 december 2011. Art.2 - In het definitieve lastenboek wordt voorzien dat de leverancier 100% groene energie levert. Art. 3 - Een openbare aanbesteding te organiseren en het bestek dienaangaande goed te keuren. Art. 4 - De gemeente neemt hierbij alle procedurele verplichtingen op zich met betrekking tot de in artikel 1 bedoelde overheidsopdracht. De gemeente zal het gunningsvoorstel ter consultatie meedelen aan het OCMW alvorens over te gaan tot effectieve gunning. Art. 5 - De gemeente belast Eandis cvba, maatschappelijke zetel Guldensporenpark 52, 9820 Merelbeke, met de materiële organisatie van de gunningsprocedure conform het goedgekeurde bestek. Art. 6 - De gemeente zal de gekozen leverancier volmacht geven voor het bekendmaken van de keuze van de nieuwe leverancier aan de distributienetbeheerder. Art. 7 - De gemeente,het OCMW en de kerkfabrieken zijn zelf verantwoordelijk voor de tijdige betaling van de facturen met betrekking tot de leveringen op hun eigen afnamepunten in onderhavige overheidsopdracht. Art. 8 - In geval van een juridisch geschil met betrekking tot onderhavige overheidsopdracht, anders dan bepaald in artikel 7, is de gemeente mee verantwoordelijk voor alle mogelijke kosten in verhouding tot haar aandeel in de opdracht. Art. 9 – De opdracht wordt op jaarbasis geraamd op € 60.000,00 (excl BTW, transportkosten, distributiekosten en allerlei heffingen). Art. 10 - Dit besluit zal voor verder gevolg aan Eandis worden toegestuurd. DAGORDE 14 VZW SPORTHAL ZWALM: – KENNISNAME BALANS- EN RESULTATENREKENING PER 31.12.2007 – VASTSTELLING EN TENLASTENEMING UITBATINGSTEKORT 2007 De gemeenteraad, Gezien de balans- en resultatenrekening van de VZW Sporthal Zwalm per 31.12.2007; Overwegende dat de VZW Sporthal Zwalm de balans- en resultatenrekening moet voorleggen aan het college van burgemeester en schepenen; Vaststellende dat de balans- en resultatenrekening per 31.12.2007 een uitbatingtekort vertoont van € 1.445,99 waarvan € 454,51 afschrijvingen;
Overwegende dat bijgevolg het reële uitbatingstekort € 991,48 beloopt, namelijk € 1.445,99 min € 454,51 afschrijvingen; Overwegende dat in dit geval de balans- en resultatenrekening door het college van burgemeester en schepenen aan de gemeenteraad moet voorgelegd worden volgens art.4 van de overeenkomst van 24.12.2003 tussen de gemeente Zwalm en de VZW Sporthal Zwalm met betrekking tot de uitbating van de gemeentelijke sporthal; Overwegende dat conform art.6 van bovenvermelde overeenkomst de VZW Sporthal Zwalm jaarlijks verantwoording over haar beheer zal afleggen aan de gemeente Zwalm; Gelet op de goedkeuring van de balans- en resultatenrekening door de Algemene Vergadering van de VZW Sporthal; Gelet op de collegebeslissing van 01.04.2008 terzake; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja De Colfmacker Karen: afwezig Vanwildemeersch Marleen: ja Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art.1 - Kennis te nemen van de balans en de resultatenrekening per 31.12.2007 van de VZW Sporthal Zwalm. Art.2 – Vast te stellen dat de balans- en resultatenrekening per 31.12.2007 van de VZW Sporthal Zwalm een uitbatingtekort vertoont van € 991,48. Art.3 – De VZW kan, indien nodig, dit uitbatingstekort verwerken in zijn eerstvolgende begrotingswijziging, waarna de gemeente onder de vorm van een aanvullende toelage deze kan ten laste nemen. DAGORDE 15 GOEDKEURING AANGEPAST SPORTBELEIDSPLAN 2008-2013 De gemeenteraad, Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 18.12.2007 houdende goedkeuring van het sportbeleidsplan 2008-2013 van de gemeente Zwalm; Gezien de brief van 28.02.2008 van de Vlaamse Minister van Cultuur, Jeugd, Sport en Brussel waarbij het gemeentebestuur medegedeeld wordt dat dit sportbeleidsplan onder voorwaarden aanvaard wordt mits tegen 01.06.2008 een aanpassing van het sportbeleidsplan met betrekking tot deze voorwaarden bij het Bloso wordt ingediend; Overwegende dat de reden voor deze voorwaardelijke aanvaarding de volgende is: “de periode van het sportbeleidsplan komt niet overeen met het decreet aangezien het eerste jaar van de volgende bestuursperiode (2013) inhoudelijk niet is uitgewerkt in de aanpak (art. 13 § 1 van het decreet)”; Gezien het aangepast sportbeleidsplan 2008-2013 van de gemeente Zwalm; Gezien het advies van de gemeentelijke sportraad van 09.04.2008; Gelet op het decreet van 09.03.2007 houdende de subsidiëring van de gemeente- en provinciebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het voeren van een Sport voor Allen-beleid; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja
Ghys Baudouin: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Herregodts Emmy: ja Vanwildemeersch Marleen: ja Kesteleyn Christiaan: ja Bousard Margaretha: ja Derijst Karim: ja
Adriaens Pascale: Sapijn Danny: Vercruysse Lydia: De Colfmacker Karen: Eeckhout Hilde: Baert Mario:
ja ja ja afwezig afwezig ja
Besluit Art. 1 - Het aangepaste sportbeleidsplan 2008-2013 van de gemeente Zwalm wordt goedgekeurd. Art. 2 - Het aangepaste sportbeleidsplan wordt binnen de 10 dagen na goedkeuring opgestuurd naar Bloso, Afdeling subsidiëring, Zandstraat 3 te 1000 Brussel. DAGORDE 16 VERKOOP VAN ZES TE ROOIEN BOMEN LANGS MOLDERGEM - VASTSTELLING MINIMUM VERKOOPPRIJS De gemeenteraad, Overwegende dat om veiligheidsredenen zes bomen moeten gerooid worden langs Moldergem die eigendom zijn van de gemeente; Overwegende dat na het rooien de stammen best verkocht worden aan de meestbiedende; Overwegende dat de minimum verkoopprijs per stam kan vastgesteld worden op € 37,50 per stam of in totaal € 225,00; Gelet op art. 42 & 43 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 - De verkoop van zes te rooien bomen langs Moldergem die eigendom zijn van de gemeente, wordt aangenomen. Art. 2 - De minimum verkoopprijs wordt vastgesteld op € 37,50 per stam of in totaal € 225,00. Art. 3 - Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. DAGORDE 17 FIETSEN ACHTERGELATEN LANGS DE OPENBARE WEG – VASTSTELLING PRINCIPES BESTEMMING De gemeenteraad, Overwegende dat geregeld langs de openbare weg fietsen worden achtergelaten waarvan de eigenaars niet gekend zijn; Overwegende dat na zes maanden de gemeente waar de fietsen werden achtergelaten eigenaar wordt van deze fietsen; Overwegende dat bij de laatste fietsenverkoop er bijna geen belangstelling was en vele fiets(wrakken) niet verkocht geraken; Overwegende dat het daarom aangewezen lijkt de fietsen waarvan de gemeente eigenaar is geworden overeenkomstig de 6-maandenregel mee te geven aan de Kringwinkel Vlaamse Ardennen en de waardeloze en niet herstelbare exemplaren gewoon mee te geven met de oude metalen (via containerpark) en aldus te verkopen; Overwegende dat de Kringwinkel aan sociale tewerkstelling doet en
wij bovendien een samenwerkingsovereenkomst hebben met hen; Overwegende dat de huidige inzamelprijs van oude metalen € 0,15/kg bedraagt; Overwegende dat wij uit de “stock” fietsen ook een paar fietsen voor eigen gebruik kunnen laten herstellen met oog op een milieuvriendelijker transport voor de gemeentediensten; Overwegende dat het aangewezen is een princiepsbesluit terzake te treffen zodat niet telkens opnieuw de verkoop van een paar fietsen (die behoren tot het gemeentelijk patrimonium) moet worden voorgebracht; Gelet op art. 42 en 43 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 – De fietsen achtergelaten langs de openbare weg en waarvan de gemeente eigenaar is geworden, zullen aan de Kringwinkel Vlaamse Ardennen gratis worden aangeboden als ze nog enige waarde hebben, volgens de inzameltarieven vermeld in de overeenkomst, tenzij het college van burgemeester en schepenen van oordeel is dat één of meerdere fietsen nuttig kunnen aangewend worden voor gebruik door de gemeentelijke diensten. Waardeloze en niet-herstelbare exemplaren zullen via de oude metalen van het containerpark mee verkocht worden aan de marktprijs van het oud metaal. Art. 2 – Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de uitvoering van dit besluit. DAGORDE 18 GEMEENTELIJKE ADVIESRAAD VOOR MILIEU EN NATUUR – OPRICHTING EN VASTSTELLING STATUTEN De gemeenteraad, Gelet op ons besluit van 19.03.2008 waarbij de samenwerkingsovereenkomst “Milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling” voor de periode 2008-2013 tussen de gemeente Zwalm en het Vlaams Gewest wordt onderschreven, meer bepaald voor de basis en overeenkomstig de modaliteiten die hiervoor voorzien zijn; Gelet op de contracttekst van deze samenwerkingsovereenkomst, inzonderheid art. 4 van het Hoofdstuk 2: Specifieke Bepalingen per thema – 1. Thema Instrumentarium – 1.2 Basis; Overwegende dat de gemeente ten laatste 6 maanden na het ondertekenen van de samenwerkingsovereenkomst dient te beschikken over een adviesraad voor milieu en natuur die de gemeente adviseert over het gemeentelijk milieu- en natuurbeleid; Overwegende dat deze adviesraad voor milieu en natuur een belangrijke actor is in het creëren van een draagvlak voor het gemeentelijke milieu- en natuurbeleid en in het stimuleren van het maatschappelijke debat met betrekking tot dit gemeentelijke milieuen natuurbeleid; Overwegende dat de gemeenteraad de statuten van de gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur vaststelt en overwegende dat in deze statuten ten minste de algemene werking en de samenstelling worden bepaald; Overwegende dat de adviesraad voor milieu en natuur hetzij op vraag, hetzij uit eigen initiatief, advies kan uitbrengen over
aangelegenheden die te maken hebben met het gemeentelijke en intergemeentelijke beleid inzake leefmilieu, natuur en duurzame ontwikkeling; Overwegende dat de adviesraad voor milieu en natuur bestaat uit stemgerechtigde leden, niet-stemgerechtigde leden en waarnemers; Overwegende dat wat betreft de stemgerechtigde leden de volgende instanties en/of organisaties dienen worden uitgenodigd: de milieuen natuurverenigingen, de erkende wildbeheereenheden, de onderwijsinstellingen, de sociaal-culturele organisaties en vormingsorganisaties, alsook beroepsgroepen en/of organisaties; Overwegende dat de gemeenteraad het totale ledenaantal bepaalt, waarbij de grootte van de gemeenteraad richtinggevend kan zijn, en het aantal stemgerechtigden per organisatie; Overwegende dat ten minste een derde van de adviesraad voor milieu en natuur bestaat uit leden van een milieu- en natuurvereniging; Overwegende dat mannen en vrouwen voor ten minste een derde vertegenwoordigd zijn; Overwegende dat wat betreft de niet-stemgerechtigde leden de volgende personen kunnen deel uitmaken van de raad: de schepen(en), de gemeentelijke ambtenaren en de politieke mandatarissen of een door elke fractie in de gemeenteraad aangewezen persoon; Overwegende dat de adviesraad voor milieu en natuur steeds zelf kan beslissen om waarnemers, op basis van hun deskundigheid uit te nodigen en dit om deel te nemen aan de discussies; Overwegende dat de voorzitter en de secretaris door (maar niet noodzakelijk uit) de stemgerechtigde leden worden verkozen en overwegende dat noch de burgemeester, noch de schepen, noch een vertegenwoordiger van een politieke fractie, noch een ambtenaar werkzaam op gemeentelijk vlak voorzitter kan worden van de adviesraad voor milieu en natuur; Overwegende dat de adviesraad voor milieu en natuur zo dikwijls vergadert als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tweemaal per jaar; Overwegende dat de adviesraad voor milieu en natuur een huishoudelijk reglement kan opstellen met hieraan gekoppeld een afsprakennota waarin de samenwerking en de ondersteuning tussen gemeente en adviesraad voor milieu en natuur nader worden bepaald; Overwegende dat de gemeente de werking van de adviesraad voor milieu en natuur stimuleert door voldoende financiële, logistieke en educatieve ondersteuning te verlenen; Overwegende dat er naar gestreefd wordt om intensief samen te werken met andere lokale adviesraden; Overwegende dat de adviesraad voor milieu en natuur er toe gehouden is om een jaarverslag op te stellen; Gehoord het voorstel van raadslid Luc Kellens tot volgend amendement: - de schrapping van het zinsdeel “... werkzaam in de sector van de milieuzorg of duurzame energie” in artikel 4 §1 a) na “- één afgevaardigde uit de middenstandsorganisatie...” Gelet op het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorgesteld amendement, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen neen, 7 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: neen Baele Michel: ja Moreels Patrick: neen Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: neen Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: neen Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: neen Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: neen Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: neen De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: neen Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: neen Baert Mario: ja Derijst Karim: neen Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad,
met volgende uitslag: 10 stemmen ja, 7 onthoudingen, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: onthouding Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: onthouding De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: onthouding Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: onthouding Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: onthouding Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: onthouding Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: onthouding Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 - Het amendement zoals voorgesteld door raadslid Luc Kellens wordt niet aangenomen. Art. 2 - De gemeentelijke adviesraad voor milieu en natuur wordt opgericht en de statuten worden vastgesteld als volgt: Oprichting en zetel Art. 1 – In de gemeente Zwalm wordt een adviesraad voor milieu en natuur opgericht en erkend als adviesorgaan inzake milieu- en natuuraangelegenheden. De zetel van de adviesraad voor milieu en natuur is gevestigd in het gemeentehuis van de gemeente Zwalm. Doelstelling Art. 2 - De adviesraad voor milieu en natuur heeft een drieledige doelstelling: 1) De adviesraad voor milieu en natuur beoogt de verbetering, het behoud en het herstel van het milieu, het landschap en de natuur in de gemeente. 2) De adviesraad voor milieu en natuur is bevoegd om de gemeente zowel op eigen initiatief als op verzoek van de gemeenteraad of het schepencollege te adviseren over het gemeentelijke milieu- en natuurbeleid. In een afsprakennota tussen de adviesraad voor milieu en natuur en het gemeentebestuur wordt vastgelegd over welke onderwerpen het gemeentebestuur in ieder geval het advies van de adviesraad voor milieu en natuur vraagt. 3) De adviesraad voor milieu en natuur vervult een informatieve en sensibiliserende taak bij de bevolking inzake milieu- en natuuraangelegenheden en kan in dit kader op eigen initiatief en op niet dwingend verzoek initiatieven ontplooien. Samenstelling Art. 3 - De gemeenteraad bepaalt de samenstelling van de adviesraad voor milieu en natuur en houdt hierbij rekening met een aantal evenwichten: - het aantal stemgerechtigde leden van de adviesraad voor milieu en natuur bestaat voor minstens één derde uit vertegenwoordigers van natuur- en milieuverenigingen - mannen en vrouwen zijn voor ten minste één derde vertegenwoordigd binnen het aantal stemgerechtigde leden - het aantal niet-stemgerechtigden bedraagt maximaal de helft van het aantal stemgerechtigden. Art. 4 - §1. De adviesraad voor milieu en natuur is samengesteld uit stemgerechtigde leden, niet-stemgerechtigde leden en eventueel waarnemers. a) Stemgerechtigde leden: vertegenwoordigers die effectief lid zijn van een vereniging, instelling of organisatie waarvan de werking zich situeert op het grondgebied van de gemeente en die in haar werking belangstelling stelt in de milieu- en natuurproblematiek – de vertegenwoordigers moeten inwoners zijn uit onze gemeente: - vier afgevaardigden uit de milieuorganisaties - twee afgevaardigden uit landbouworganisaties - één afgevaardigde uit de wildbeheereenheden
- twee afgevaardigden uit de sociale organisaties - twee afgevaardigden uit de onderwijsinstellingen - één afgevaardigde uit de middenstandsorganisatie werkzaam in de sector van de milieuzorg of duurzame energie. b) Niet-stemgerechtigde leden: - de schepen van leefmilieu - de schepen van sociale zaken - de milieuambtenaar - een vertegenwoordiger per politieke fractie die zitting heeft in de gemeenteraad - een afgevaardigde van de lokale politie. c) Waarnemers: de adviesraad voor milieu en natuur kan beslissen om, in functie van het te behandelen onderwerp, een beroep te doen op deskundigen. Deze deskundigen zetelen als waarnemers en nemen daarom deel aan de discussies, maar zij hebben geen stemrecht. §2. Voorzitter, ondervoorzitter en secretaris: de voorzitter, ondervoorzitter en secretaris van de adviesraad voor milieu en natuur worden gekozen overeenkomstig art. 4.5 (samenstelling) van het Hoofdstuk 2: Specifieke Bepalingen per thema - 1. Thema Instrumentarium - 1.2 Basis van de contracttekst van de samenwerkingsovereenkomst. §3. Samenwerking met andere gemeentelijke adviesraden: Het samenwerken van de verschillende gemeentelijke adviesraden wordt aangemoedigd. De bestaande gemeentelijke adviesraden kunnen elk een vertegenwoordiger aanduiden die de communicatie met de adviesraad voor milieu en natuur verzorgt. Deze vertegenwoordiger heeft een dubbele taak: (1) de in hun adviesraad naar voor gekomen onderwerpen betreffende milieu en natuur laten zij aan bod komen in de adviesraad voor milieu en natuur en (2) de in de adviesraad voor milieu en natuur behandelde onderwerpen die hun belangensfeer raken bespreken zij in de eigen adviesraad. Toetreding Art. 5 - Voor de installatie van de adviesraad voor milieu en natuur dient de aanvraag tot toetreding te worden gericht aan het college van burgemeester en schepenen, dat hierover beslist. Na de installatie van de adviesraad voor milieu en natuur worden de aanvragen gericht aan de voorzitter van de raad. De aanvragen worden door de raad onderzocht en na stemming aanvaard of geweigerd. Vervolgens wordt de nieuwe samenstelling ter goedkeuring voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen. Algemene werking Art. 6 - Er wordt een dagelijks bestuur samengesteld dat bestaat uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris en maximum 3 effectieve, stemgerechtigde leden van de adviesraad voor milieu en natuur (volgens de verhouding van artikel 3). Art. 7 - Er kunnen binnen en door de adviesraad voor milieu en natuur werkgroepen opgericht worden. Werkgroepen hebben een tijdelijke opdracht met als doel bepaalde onderwerpen voor te bereiden ter bespreking, ter uitvoering of ter goedkeuring. In elke werkgroep wordt een woordvoerder aangeduid die de vergaderingen voorzit. De woordvoerder is lid van het Dagelijks Bestuur van de adviesraad voor milieu en natuur. De woordvoerder brengt verslag uit van de vergaderingen op de eerst volgende Algemene Vergadering of op de eerstvolgende vergadering van het Dagelijks Bestuur. De voorzitter en de secretaris van de adviesraad voor milieu en natuur worden op de hoogte gebracht van de data en de agenda van de vergaderingen van de werkgroepen. Duur van het mandaat Art. 8 - Het lidmaatschap van de adviesraad voor milieu en natuur loopt gelijk met de duur van het mandaat van de leden van de gemeenteraad maar blijft geldig tot de adviesraad voor milieu en natuur effectief vernieuwd is. In functie van nieuwe regelgeving, kan de adviesraad voor milieu en natuur te allen tijde worden
ontbonden om vervolgens opnieuw samengesteld te worden conform de nieuwe richtlijnen. Art. 9 - Het mandaat van de leden geldt tot bij de intrekking ervan door de vereniging en organisatie. De leden die 3 maal na elkaar zonder verontschuldiging afwezig blijven, worden als ontslagnemend beschouwd. De hernieuwingen van mandaten en vervangingen wegens ontslag worden vooraf door de betrokken organisatie of persoon schriftelijk meegedeeld aan de voorzitter. Ondersteuning van de adviesraad voor milieu en natuur Art. 10 - De gemeente stimuleert de werking van de adviesraad voor milieu en natuur door voldoende financiële, logistieke en educatieve ondersteuning te verlenen. De concrete ondersteuningsinitiatieven worden omschreven in de afsprakennota. Reglement van inwendige orde en afsprakennota Art. 11 - De adviesraad voor milieu en natuur stelt een huishoudelijk reglement op dat de interne werking van de raad en de niet in de statuten voorziene procedures en taken regelt. Dit reglement zal ter bekrachtiging voorgelegd worden aan de gemeenteraad. De adviesraad voor milieu en natuur voegt aan het huishoudelijke reglement een afsprakennota toe. In deze nota wordt de verhouding tussen de adviesraad voor milieu en natuur en het gemeentebestuur geregeld. Wijziging van de statuten Art. 12 - De adviesraad voor milieu en natuur kan een wijziging van de statuten voorstellen wanneer het voorstel tot wijziging in de agenda van de Algemene Vergadering is vermeld en 2/3 van de stemgerechtigde leden op deze vergadering aanwezig zijn. Indien dit aantal niet wordt bereikt, dan komt de Algemene Vergadering opnieuw samen binnen de veertien dagen. De statuten kunnen dan worden gewijzigd, ongeacht het aantal aanwezige stemgerechtigde leden. Een wijziging kan pas aan de gemeenteraad worden voorgelegd mits het voorstel tot wijziging 2/3 van de geldig uitgebrachte stemmen behaalt. DAGORDE 19 AANVULLEND VERKEERSREGLEMENT TOT HET INVOEREN VAN EEN DEGRESSIEVE SNELHEIDSBEPERKING VAN 90 KM/UUR TOT 50 KM/UUR IN DE SPOORWEGLAAN De gemeenteraad, Overwegende dat de gemeentelijke overheid tot taak heeft haar inwoners de voordelen te verschaffen van een goede politie, meer bepaald betreffende de openbare veiligheid; Overwegende dat de Spoorweglaan een gemeenteweg is waarvan de rijbaan verdeeld is in twee rijvakken en waarvan een gedeelte is aangelegd in klinkers en een gedeelte in beton, met naast de rijbaan een niet-aangelegen fietspad; Overwegende dat deze gemeenteweg een rechtstreekse verbinding is tussen de deelgemeenten Munkzwalm en Sint-Denijs-Boekel; Overwegende dat de as van het gedeelte betonweg ter hoogte van de aansluiting met Makkegem niet in het verlengde ligt van de as van het weggedeelte in klinkers, waardoor er een asverschuiving wordt gecreëerd; Overwegende dat de meeste voertuigen met een relatief hoge snelheid vanuit de richting Sint-Denijs-Boekel komen aangereden ter hoogte van die asverschuiving waardoor er enig risico ontstaat dat ze in de eigendom van de aangelanden terechtkomen; Overwegende dat er op het weggedeelte in beton tot op heden geen snelheidsbeperking van kracht is; Overwegende dat om reden van verkeersveiligheid het aangewezen is de snelheid degressief te verminderen in de aanloop naar de bebouwde kom die begint aan het weggedeelte aangelegd met klinkers; Overwegende dat als bijkomende signalisatie op het einde van de betonweg een aantal trilstroken op de rijbaan kunnen worden aangelegd en aan de asverschuiving een aantal reflectoren,
katafootpalen en type 5- borden kunnen voorzien worden; Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer; Gelet op het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer; Gelet op het ministerieel besluit waarbij de minimum afmetingen en de bijzondere plaatsingsvoorwaarden van de verkeerstekens bepaald worden; Gelet op art. 186 en 187 van het gemeentedecreet; Gelet op art. 119 van de nieuwe gemeentewet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 - In de Spoorweglaan wordt in de richting van de Zuidlaan een snelheidsbeperking tot 70 km/uur ingevoerd vanaf 100 meter na de aansluiting met de ruilverkavelingweg naar Makkegem tot 100 meter vòòr de aansluiting met Makkegem en een snelheidsbeperking tot 50 km/u in de laatste 100 meter vòòr de aansluiting met Makkegem. Art. 2 - Deze maatregel zal gesignaleerd worden met de borden C43 (70 en 50 km/uur). Art. 3 - Dit besluit zal worden afgekondigd overeenkomstig artikel 186 van het gemeentedecreet en bovendien zullen de vastgestelde bijzondere maatregelen ter kennis van de belanghebbenden worden gebracht door agenten die de kentekens van hun functie dragen of door een passende signalisatie. Dit besluit is van kracht en wordt bindend vanaf de bekendmaking. Art. 4 - De overtreders van deze verordening zullen gestraft worden overeenkomstig art. 29 van de wet betreffende de Politie van het Wegverkeer. Art. 5 - Afschrift van dit besluit zal ter kennisgeving overgemaakt worden aan: - de Vlaamse Overheid, afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken, Koning Albert II-laan 20 bus 2 te 1000 Brussel - de Procureur des Konings te Oudenaarde - de griffier van de Rechtbank van Eerste Aanleg te Oudenaarde - de griffier van de Politierechtbank te Oudenaarde - de directeur coördinator van de Federale Politie te Oudenaarde - de zonechef van de politiezone Brakel-Horebeke-Maarkedal-Zwalm. DAGORDE 20 POLITIEZONE BRAKEL-MAARKEDAL-HOREBEKE-ZWALM - PRINCIEPSBESLISSING TOT FINANCIERING VAN DE BOUW VAN EEN NIEUW POLITIEGEBOUW VIA EEN ÉÉNMALIGE BUITENGEWONE TOELAGE De gemeenteraad, Gezien de brief van 17.03.2008 van de voorzitter van het politiecollege, ontvangen op 10.04.2008, waarbij ons wordt medegedeeld dat de politiezone de intentie heeft om een nieuw politiegebouw op te trekken via projectbeheer; Overwegende dat volgens de inhoud van deze brief voorafgaandelijk de manier van financiering moet worden vastgesteld; Overwegende dat het politiecollege in zitting van 14.03.2008 unaniem heeft beslist aan de gemeenten van de politiezone te vragen
een princiepsbeslissing te nemen waarbij zij zullen bijdragen in de financiering van het politiegebouw via een buitengewone toelage en het bedrag te voorzien op de begroting; Overwegende dat volgens een eerste raming de bouw van een nieuw politiegebouw € 3.464.015,00 zal bedragen; Overwegende dat de politiezone zelf hiervoor een buitengewoon reservefonds heeft aangelegd van € 1.000.000,00; Overwegende dat de overige € 2.464.015,00 zal verdeeld worden onder de gemeenten van de politiezone; Overwegende dat geen subsidies van andere overheden voorzien worden; Overwegende dat volgens de huidige verdeelsleutel de tussenkomst van de gemeente Zwalm is vastgesteld op 23,78 % wat overeenkomstig de eerste raming neerkomt op € 585.942,77; Gelet op art. 42 & 43 van het gemeentedecreet; Na stemming bij handopsteking over het voorliggend ontwerp van besluit, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 17 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: ja Baele Michel: ja Moreels Patrick: ja Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: ja Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: ja Adriaens Pascale: ja Sapijn Danny: ja Vandenmeersschaut Roger: ja Herregodts Emmy: ja Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: ja De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: ja Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: ja Baert Mario: ja Derijst Karim: ja Besluit Art. 1 - In principe akkoord te gaan met het verlenen van een éénmalige gemeentelijke buitengewone toelage van 23,78 % van het aandeel van de gemeente in de politiezone (€ 585.942,77 volgens een eerste raming) voor de oprichting van een nieuw gebouw voor de politiezone Brakel-Maarkedal-Horebeke-Zwalm. Art. 2 - De gemeente engageert zich om hiervoor de nodige budgettaire voorzieningen te treffen. Art. 3 - Aan de voorzitter van het politiecollege wordt met aandrang gevraagd om met alle zorg: - de mogelijkheid tot subsidiëring door andere overheden te onderzoeken voor zover dit nog niet is gebeurd - na te gaan welke de meest kostenefficiënte manier van bouwen is - ons periodiek op de hoogte te houden van de evolutie van het dossier in functie van het voorzien van de nodige toelagekredieten. DAGORDE 21 EÉNMALIGE VERGOEDING TER COMPENSATIE VAN DE LEVENSDUURTE VOOR HET GEMEENTEPERSONEEL Raadslid Lydia Vercruysse vraagt namens de G.Zwalm-fractie bij middel van een bijkomend agendapunt om aan alle personeelsleden van de gemeente - bedienden en werklieden - een éénmalige vergoeding toe te kennen van € 75,00, onder de vorm van maaltijdcheques, af te geven op 01.07.2008 en alleen te verbruiken bij de Zwalmse handelaars. Burgemeester Bruno Tuybens antwoordt hierop dat het geven van een éénmalige premie onder de vorm van maaltijdcheques in het kader van de tot nu toe van kracht zijnde C.A.O.’s niet mogelijk is. Het aantal maaltijdcheques kan nooit meer bedragen dan het aantal dagen waarop effectieve arbeidsprestaties werden geleverd. Een dergelijke premie onder de vorm van bijkomende maaltijdcheques zou eerst via C.A.O. op Vlaams niveau voor alle provinciale en lokale besturen moeten worden onderhandeld. In de huidige stand van regelgeving is het niet mogelijk via bijkomende maaltijdcheques aan de personeelsleden van de gemeente een ondersteuning te geven voor de stijgende levensduurte.
Na stemming bij handopsteking over het aanvaarden van voorliggende vraag van raadslid Lydia Vercruysse, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen neen, 7 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: neen Baele Michel: ja Moreels Patrick: neen Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: neen Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: neen Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: neen Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: neen Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: neen De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: neen Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: neen Baert Mario: ja Derijst Karim: neen Besluit Enig artikel - Het voorstel van raadslid Lydia Vercruysse zoals geformuleerd in haar schriftelijke vraag van 17.04.2008 tot toevoeging van een bijkomend agendapunt aan de zitting van 22.04.2008 in verband met een éénmalige vergoeding ter compensatie van de levensduurte voor het gemeentepersoneel, wordt verworpen. DAGORDE 22 OPNEMEN VAN ASBEST OP HET CONTAINERPARK Raadslid Pascale Adriaens vraagt namens de G.Zwalm-fractie bij middel van een bijkomend agendapunt waarbij de dringende uitvoering van de beslissing van de Vlaamse Regering wordt gesteld, om opdracht te geven aan het college om tegen 01.06.2008 alle nodige schikkingen te treffen om elk Zwalms gezin, de mogelijkheid te bieden gratis maximum en maandelijks één m³ asbesthoudende produkten, of 10 asbestplaten van 1 m² af te leveren op het containerpark. Daarbij rekening houdend dat de maximale veiligheidsvoorschriften in acht worden genomen en dat de platen afgeleverd worden, zoals decretaal bepaald (gesloten container), bij een erkend verwerkingsbedrijf. Ze vraagt dat bovendien de lijst van de afleveraars zal bijgehouden worden (en hoeveelheden) zodat een redelijke controle mogelijk blijft. Verder vraagt ze dat het college bij de eerstvolgende gemeenteraad na de vakantie, het college hierover verslag uitbrengt, met cijfers over de hoeveelheid en de kostprijs en over het verloop van de actie. Daarenboven wenst zij te weten wat betreft de inzameling van 2007 waar de containers werden afgeleverd, door wie ze werden verwerkt en wat de totale kostprijs was. Schepen Eric De Vriendt antwoordt hierop dat de verplichting om asbesthoudend afval in te zamelen via de containerparken is opgenomen in het afvalstoffenplan van de OVAM. Nog volgens dit afvalstoffenplan moet asbesthoudend afval ingezameld worden via een container in het containerpark. De inzamelfrequentie voor asbestafval wordt niet bepaald. Over de manier van inzamelen vermeldt het afvalstoffenplan enkel dat voor de inzameling van gebonden asbesthoudende materialen realistische en praktisch haalbare maatregelen moeten getroffen worden. Vorig jaar reeds werd bij wijze van proefproject gedurende een maand asbesthoudende afval ingezameld in het containerpark en de containers werden afgevoerd door Sita naar een vergunde stortplaats van OB&D in Gent. De huidige milieuvergunning van het containerpark voorziet echter niet in het inzamelen van asbestafval omdat dit voordien niet vereist was. Om aan deze nieuwe verplichting te kunnen beantwoorden dient voor het inzamelen van asbestafval een nieuwe milieuvergunningsaanvraag te worden aangevraagd, waarbij niet uit het oog mag verloren worden dat het containerpark gelegen is in vallei- en brongebied volgens het gewestplan. Bovendien dient de uitbreiding van het containerpark van 1996 op het vlak van de vereiste milieuvergunning ook nog te worden geregulariseerd. Het college van burgemeester en schepenen besliste de opdracht tot
de opmaak van een nieuwe milieuvergunningsaanvraag voor het containerpark na onderhandelingsprocedure te gunnen aan een externe firma. Dit jaar zal opnieuw gedurende één maand asbesthoudend afval worden ingezameld in het containerpark. De totale kostprijs van de asbestinzamelactie van 2007 bedroeg € 11.630,58 (incl. BTW). De inzamelactie van 2007 werd aangekondigd in de “Zwalmse Post” en op de website van de gemeente, wat weerlegt dat “slechts zeer weinigen werden geïnformeerd”. Na stemming bij handopsteking over het aanvaarden van voorliggende vraag van raadslid Pascale Adriaens, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen neen, 7 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: neen Baele Michel: ja Moreels Patrick: neen Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: neen Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: neen Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: neen Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: neen Vercruysse Lydia: ja De Colfmacker Karen: afwezig Vanwildemeersch Marleen: neen Kesteleyn Christiaan: neen Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: neen Baert Mario: ja Derijst Karim: neen Besluit Enig artikel - Het voorstel van raadslid Pascale Adriaens zoals geformuleerd in haar schriftelijke vraag van 17.04.2008 tot toevoeging van een bijkomend agendapunt aan de zitting van 22.04.2008 in verband met het opnemen van asbest op het containerpark, wordt verworpen. DAGORDE 23 OPRICHTEN GECORO Raadslid Mario Baert vraagt namens de G.Zwalm-fractie bij middel van een bijkomend agendapunt, ingediend door raadslid Albert Melkebeke, dat de oprichting van de GECORO, pluralistisch samen te stellen, aan de goedkeuring van de raad wordt voorgelegd, dat de startvergadering zou plaatsvinden vòòr 15.05.2008 en dat de GECORO zou operationeel zijn ten laatste op 15.06.2008. Raadslid Mario Baert verklaart dat door het vorig bestuur reeds heel wat gedaan werd op het vlak van het voldoen aan de voorwaarden tot ontvoogding Schepen De Vriendt antwoordt hierop dat bij het aantreden van het nieuwe bestuur er weinig gevonden is van het voldoen aan deze vijf voorwaarden. Schepen De Vriendt verklaart dat 1 mei 2007 een belangrijke datum was aangezien in het verleden bepaald werd dat binnen deze termijn de gemeenten dienden te voldoen aan de voorwaarden om ontvoogd te kunnen worden. Momenteel zijn er geen sancties meer verbonden aan de gemeenten bij niet-ontvoogding. Dit werd ons telefonisch bevestigd door mevrouw Inge Leenders van de dienst Stedenbouwkundig Beleid, RO-Vlaanderen te Brussel. Hij verwijst ook naar het gemeenteraadsbesluit van 27.02.2001 waarbij werd beslist aan de Vlaamse regering een verzoek te richten om vrijgesteld te worden van de verplichting om een gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening op te richten met als motivatie “dat het in onze plattelandsgemeente Zwalm niet mogelijk is - zelfs los van diplomavereisten - minstens drie deskundigen te vinden om te zetelen in de gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening”, maar dat deze motivitie intussen al achterhaald is. Verder verklaart schepen De Vriendt dat de GECORO niet pluralistisch wordt samengesteld. Voor de samenstelling van de GECORO moeten minstens 3 verschillende maatschappelijke geledingen opgeroepen worden om één of meerdere vertegenwoordigers voor te dragen als lid. Tenslotte verklaart schepen De Vriendt dat inmiddels werk wordt gemaakt van de oprichting van een GECORO.
Na stemming bij handopsteking over het aanvaarden van voorliggende vraag ingediend door raadslid Albert Melkebeke, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen neen, 7 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: neen Baele Michel: ja Moreels Patrick: neen Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: neen Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: neen Adriaens Pascale: ja Vandenmeersschaut Roger: neen Sapijn Danny: ja Herregodts Emmy: neen Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: neen De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: neen Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: neen Baert Mario: ja Derijst Karim: neen Besluit Enig artikel - Het voorstel van raadslid Albert Melkebeke zoals geformuleerd in zijn schriftelijke vraag van 17.04.2008 tot toevoeging van een bijkomend agendapunt aan de zitting van 22.04.2008 in verband met de oprichting van een Gecoro, wordt verworpen. DAGORDE 24 EVALUATIES VAN HET GEMEENTEPERSONEEL Raadslid Albert Melkebeke vraagt namens de G.Zwalm-fractie bij middel van een bijkomend agendapunt dat alle laattijdige evaluaties van het gemeentepersoneel worden uitgevoerd en uiteraard de daardoor uitblijvende weddeverhogingen en achterstallen ten laatste op 01.07.2008 worden uitbetaald. Hij maakt daarbij de opmerking dat sommige personeelsleden wel werden geëvalueerd en andere niet, wat volgens hem een personeelsbeleid met twee snelheden is. Hij vraagt bovendien dat in de eerstvolgende openbare zitting van de gemeenteraad het college verslag uitbrengt van de stand van zaken en in besloten zitting nominatief kennis te geven van de achterstallige lonen en wedden die vòòr 01.07.2008 moeten uitbetaald zijn. Burgemeester Bruno Tuybens antwoordt hierop dat het inderdaad zo is dat bij een recente evaluatie niet alle personeelsleden zijn geëvalueerd. Er werden alleen evaluaties gehouden voor die personeelsleden die statutair in aanmerking kwamen voor een eventuele bevordering en hiervoor dienden geëvalueerd te worden. Het ging hier dus over specifieke, en niet over periodieke evaluaties. De bewering van een personeelsbeleid met twee snelheden is dus onjuist. Wat de periodieke evaluaties betreft met het oog op het doorschuiven naar een volgende weddenschaal, is het zo dat bij het nieuwe gemeentebestuur het idee groeide dat het systeem van periodieke evaluaties diende herzien te worden in de richting van een decentralisatie van de bevoegdheid tot evalueren, in die zin dat de gemeentesecretaris alleen de diensthoofden zal evalueren en niet meer de enige evaluator zal zijn, terwijl de diensthoofden bevoegd zullen worden om het onder hen resorterend personeel te evalueren. Het is immers niet mogelijk dat één persoon tot in detail op de hoogte is van het functioneren van àlle personeelsleden. De directe leidinggevenden zijn dan ook best geplaatst om de personeelsleden van hun eigen dienst efficient te evalueren, zoals dit trouwens in de meeste Vlaamse gemeenten gebeurt. Voor deze logische en noodzakelijke aanpassing van het evaluatiesysteem zijn volgende acties vereist en reeds gepland: - opleiding van de diensthoofden tot evaluator, op 13 en 20 mei eerstkomende bij A&S Solutions - een statutenwijziging naar aanleiding van de nieuwe rechtspositieregeling die vanaf 01.01.2009 in voege zal treden. Het is zo dat om door te schuiven naar een volgende weddenschaal
eerst moet voldaan worden aan drie voorwaarden: 1. voldoende schaalanciëniteit bereikt hebben 2. een gunstige evaluatie bekomen hebben 3. de nodige vorming genoten hebben Wat de tweede voorwaarde betreft verklaart burgemeester Bruno Tuybens dat de personeelsleden nog dit jaar zullen geëvalueerd worden. Wat de derde voorwaarde betreft stellen wij vast dat het vorig bestuur weinig in vorming heeft geïnvesteerd. In de toekomst zal per personeelslid een individueel vormingspakket zal worden samengesteld. Na stemming bij handopsteking over het aanvaarden van voorliggende vraag van raadslid Albert Melkebeke, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen neen, 7 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: neen Baele Michel: ja Moreels Patrick: neen Melkebeke Albert: ja De Vriendt Eric: neen Kellens Luc: ja Ghys Baudouin: neen Adriaens Pascale: ja Sapijn Danny: ja Vandenmeersschaut Roger: neen Herregodts Emmy: neen Vercruysse Lydia: ja Vanwildemeersch Marleen: neen De Colfmacker Karen: afwezig Kesteleyn Christiaan: neen Eeckhout Hilde: afwezig Bousard Margaretha: neen Baert Mario: ja Derijst Karim: neen Besluit Enig artikel - Het voorstel van raadslid Albert Melkebeke zoals geformuleerd in zijn schriftelijke vraag van 17.04.2008 tot toevoeging van een bijkomend agendapunt aan de zitting van 22.04.2008 in verband met de evaluaties van het gemeentepersoneel, wordt verworpen. DAGORDE 25 NALEVEN REGELGEVING A.R.A.B. Raadslid Albert Melkebeke vraagt namens de G.Zwalm-fractie bij middel van een bijkomend agendapunt dat de regelgeving van het A.R.A.B. onmiddellijk wordt nageleefd, en dat ten laatste tegen 22.05.2008 aan alle personeelsleden - zonder uitzondering - de werkkledij en werkschoeisel waarop zij sinds 01.01.2007 recht hebben, worden afgeleverd. Hij vraagt bovendien dat bij de volgende gemeenteraadszitting verslag zal worden uitgebracht over het resultaat, het bewijs van aflevering en de kostprijs. Burgemeester Bruno Tuybens antwoordt hierop dat volgens het A.R.A.B. de werknemers verplicht zijn tijdens hun normale aktiviteit een werkkledij te dragen, met uitzondering evenwel van de kantoorbedienden. Hij verklaart dat volgens de huidige situatie op het vlak van vervanging van werkkledij het zo is dat wanneer een werknemer via zijn diensthoofd laat weten dat zijn schoeisel of zijn werkkledij versleten is of aan vervanging toe is, het diensthoofd het nodige doet om via de voorgeschreven procedure (bestelbon) de versleten schoenen of werkkledij te vervangen. Raadslid Albert Melkebeke beweert dat de werkkledij jaarlijks moet vervangen worden. Burgemeester Bruno Tuybens verklaart dat sedert het aantreden van het nieuwe bestuur op de uitgave-artikels voor werkkledij in totaal ongeveer € 5.700,00 aan kredieten werden aangewend. Bijgevolg is de bewering, dat sedert de bestuurswissel nog geen enkele stuk werkkledij of schoeisel werd verdeeld, niet juist. Na stemming bij handopsteking over het aanvaarden van voorliggende vraag van raadslid Albert Melkebeke, conform het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, met volgende uitslag: 10 stemmen neen, 7 stemmen ja, verdeeld als volgt: Tuybens Bruno: neen Baele Michel: ja Moreels Patrick: neen Melkebeke Albert: ja
De Vriendt Eric: neen Ghys Baudouin: neen Vandenmeersschaut Roger: neen Herregodts Emmy: neen Vanwildemeersch Marleen: neen Kesteleyn Christiaan: neen Bousard Margaretha: neen Derijst Karim: neen
Kellens Luc: Adriaens Pascale: Sapijn Danny: Vercruysse Lydia: De Colfmacker Karen: Eeckhout Hilde: Baert Mario:
ja ja ja ja afwezig afwezig ja
Besluit Enig artikel - Het voorstel van raadslid Albert Melkebeke zoals geformuleerd in zijn schriftelijke vraag van 17.04.2008 tot toevoeging van een bijkomend agendapunt aan de zitting van 22.04.2008 in verband met het naleven van de regelgeving A.R.A.B., wordt verworpen. Aldus gedaan in vermelde zitting Namens de gemeenteraad de gemeentesecretaris (get)L. Van der Beken
de voorzitter (get)K. Derijst