wo-master LLM in Finance and Law Duisenberg school of finance
augustus 2010 NVAO Toets Nieuwe Opleiding
Paneladvies
Inhoud
Inhoud
pagina 2
2
1
Samenvattend advies
3
2
Inleiding en verantwoording 2.1 Werkwijze panel 2.2 Opbouw paneladvies
6 6 7
3
Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
8 8 8 8
4
Beoordeling per onderwerp 4.1 Doelstellingen opleiding 4.2 Programma 4.3 Inzet personeel 4.4 Voorzieningen 4.5 Interne kwaliteitszorg 4.6 Continuïteit
10 10 15 23 27 29 32
5
Overzicht advies
34
Bijlage 1: Samenstelling panel
35
Bijlage 2: Programma site visit
36
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten
38
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
40
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
1
Samenvattend advies De nieuwe een- (voltijd) of tweejarige (deeltijd) Engelstalige wo-masteropleiding LLM in Finance and Law van de Duisenberg school of finance, waarvoor het panel een advies Toets Nieuwe Opleiding uitbrengt, is feitelijk in september 2009 van start gegaan. Duisenberg school of finance is een samenwerkingsverband van de Nederlandse financiële sector en Nederlandse universiteiten met de ambitie om innovatieve research en academisch onderwijs van topkwaliteit te bieden in financiële kerngebieden. Het curriculum van in totaal 70 ECTS bestaat uit een combinatie van verplichte kernvakken en een aantal keuzemogelijkheden. De master wordt afgerond met een stage en thesis (samen 15 ECTS). De opleiding richt zich op Nederlandse en buitenlandse studenten met minimaal een bachelorgraad rechten, economie of een bedrijfskundige studie en met bij voorkeur enige jaren professionele werkervaring. De onderwijsmethodiek is interactief en bestaat uit colleges, seminars en case studies. Het onderwijs wordt geheel in de Engelse taal gegeven. Doel is om een „topopleiding‟ voor „topstudenten‟ op het gebied van financiën en recht neer te zetten. Vertegenwoordigers van het werkveld geven aan dat er in de verschillende sectoren van het beroepenveld goede kansen liggen voor afgestudeerden van deze opleiding. Studenten merken op dat ze bewust kiezen voor deze opleiding vanwege de brug die geslagen wordt tussen financiën en recht, het hoge niveau en de relatief kleine studiegroepen. Ze beschouwen de opleiding weliswaar als zwaar maar ook als een uitdaging. Ze volgen bijna allemaal eveneens het extra aangeboden Duisenberg Leadership Programme (leiderschaps- en communicatieve vaardigheden, ethiek). Het management en de docenten gaven tijdens de site visit aan dat de zwaarte van het programma in de praktijk bij deze groep zeer gemotiveerde en streng geselecteerde studenten niet tot grote problemen leidt. Studenten worden vanaf het begin goed begeleid en opgevangen (huisvesting) en krijgen indien nodig extra aandacht en hulp. Uitval komt mede door de sterke motivatie en strenge selectie niet veel voor. De opleiding verkeert duidelijk in een ontwikkelingsfase, hetgeen onder meer blijkt uit het feit dat tijdens de accreditatieprocedure nog wijzigingen in vakkenschema en programma werden ingevoerd (zie hieronder).Het panel heeft waardering voor het opzetten van deze wo-master LLM in Finance and Law en is ervan overtuigd dat de Duisenberg school of finance een goede opleiding zal kunnen neerzetten. Toch moeten ook enkele aandachtspunten genoemd worden. Zo is het panel van mening dat de beoogde eindkwalificaties weliswaar voldoende, maar vrij algemeen geformuleerd zijn. Deze kunnen nader worden uitgewerkt en beter worden gespecificeerd. Het panel had aanvankelijk eveneens enige zorg over de invulling en de kwalificaties ten aanzien van het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het oplossen van multi- en interdisciplinaire vraagstukken in de beroepspraktijk. Deze zorg kon echter voor het grootste deel worden weggenomen doordat tijdens de site visit duidelijk werd dat studenten gedurende de hele studie door middel van case-studies en opdrachten voortdurend wetenschappelijke analyses moeten uitvoeren en presenteren. Ze kunnen tevens als assistent meewerken aan lopend onderzoek bij de verschillende samenwerkende faculteiten. De stage en thesis aan het eind van de opleiding zullen zorgvuldig voorbereid en begeleid worden. Aangegeven werd evenwel dat de thesis in de gekozen opzet inderdaad niet dezelfde diepte en zwaarte krijgt vergeleken met die van andere masteropleidingen. Het onderzoek zal vooral een interdisciplinair karakter hebben en verbreding van kennis nastreven. Het management erkende tevens dat de opleiding nog volop in ontwikkeling is en dat de ervaring van dit eerste jaar en de feedback van studenten reeds tot belangrijke aanpassingen en verbeteringen hebben geleid. Zo werd de combinatie van stage en thesis verzwaard van 10 naar 15 ECTS. De meeste veranderingen zullen echter pas in het studiejaar 2010-2011 kunnen worden geïmplementeerd. Het panel is van
pagina 3
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
mening dat de zwaarte van de thesis en het verrichten van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek, waarbinnen methoden en technieken een belangrijke plaats hebben, permanente aandachtspunten van de opleiding moeten blijven. Het onderwerp mag praktisch, maar de methodologie moet van academisch niveau zijn. Met betrekking tot de integratie en samenhang van het programma mag er volgens het panel meer aandacht zijn voor een analytische integrerende methodiek. Case studies en een toolkit zijn nuttig, maar er moet ook verdiepende economische theorievorming plaatsvinden. Duisenberg school of finance heeft een commitment voor studenten met betrekking tot het afstuderen en heeft daarmee de verplichting om bij een verschillend niveau qua vooropleiding en werkervaring (pre en post experience) duidelijk te maken hoe het eindniveau (de output) voor elke student geborgd wordt. De toelatingscriteria bij de instroom (de input) zijn dan heel belangrijk wil de opleiding aan de noodzakelijke kwaliteitseisen kunnen voldoen. Het panel vindt het belangrijk dat eventuele deficiënties via een schakelprogramma weggewerkt kunnen worden. De opleiding geeft daarover echter weinig informatie en zal er naar de mening van het panel goed aan doen dit aspect specifieker in te vullen en te verduidelijken. Het didactische concept van het studentgerichte interactieve onderwijs en de daarbij gehanteerde werkvormen zoals zelfstudie, multidisciplinaire cases, opdrachten, vragen, discussies, reflectie, presentaties en vaardigheidstrainingen weerspiegelen en waarborgen volgens het panel voldoende de te bereiken eindkwalificaties en leerdoelen. Hetzelfde geldt voor de toetsing: gevarieerde individuele en groeps-assessments. Het panel is van mening dat de door de Duisenberg school of finance geboden kwaliteit van begeleiding, opvang en huisvesting, contacturen tijdens de modules, evaluatiegesprekken, email en internetfaciliteiten enz. zonder meer voldoende genoemd kan worden. Dit zal zeker bijdragen tot een goede studievoortgang en beheersing van de studielast, waardoor uitval en vertraging zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Het panel heeft eveneens tijdens de site visit een positieve indruk gekregen van de deskundigheid, ervaring en inzet van het management en de docenten. Ze zijn enthousiast en duidelijk betrokken bij deze wo-master. Een punt van aandacht hierbij is evenwel dat er door de docenten relatief weinig functies bekleed worden in het bedrijfsleven of bij de overheid. De worteling in de beroepspraktijk is daardoor zwakker. Dit aspect zou verder ingevuld kunnen worden door bijvoorbeeld gastdocenten vanuit de praktijk intensiever bij de opleiding te betrekken en in te zetten. De kwaliteitszorg van de opleiding valt onder het kwaliteitszorgsysteem van Duisenberg school of finance. Het panel is van mening dat hiermee een adequaat systeem aanwezig is, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen kunnen worden getroffen. Het panel signaleert bovenstaande aandachtspunten, maar is tevens van mening dat de opleiding duidelijk op de goede weg is. Het programma is weliswaar nog niet volledig uitgekristalliseerd, maar er wordt hard aan gewerkt en verdient in deze fase waar nog nodig het voordeel van de twijfel. Het panel baseert deze conclusie met name op grond van de verbeteringen en aanpassingen van het programma, de gemotiveerde en streng geselecteerde studenten en de deskundigheid, betrokkenheid en inzetbaarheid van docenten en staf. Aangezien de „output‟ op dit moment nog niet goed gemeten kan worden wil het panel de opleiding evenwel in overweging geven om na 2-3 jaar een extra tussentijdse beoordeling te laten plaatsvinden. Samenvattend kan gesteld worden dat deze wo-master zorgvuldig is doordacht en opgezet, maar dat die tevens langs de hierboven geschetste lijnen verder doorontwikkeld moet worden. Het panel heeft voldoende vertrouwen dat de opleiding daarin zal slagen en
pagina 4
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
adviseert derhalve de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe wo-opleiding LLM in Finance and Law van de Duisenberg school of finance.
Drs. V.I. Goedvolk (voorzitter)
pagina 5
Drs. H.J.M.M. Tubbing (secretaris)
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
2 2.1
Inleiding en verantwoording Werkwijze panel De Duisenberg school of finance heeft op 18 december 2009 bij de NVAO een aanvraag toets nieuwe opleiding ingediend voor de wo-masteropleiding (voltijd of deeltijd) LLM in Finance and Law. De NVAO heeft naar aanleiding van het verzoek een panel van deskundigen samengesteld bestaande uit drs. V.I. Goedvolk (voorzitter), prof. dr. D. Heremans, mr. J.M.H. van Staveren en L. Westerveld. Mr. M. in t Veld – van den Bos van de NVAO fungeerde als procescoördinator en drs. H.J.M.M. Tubbing als secretaris (zie bijlage 1). Dit panel heeft als taak advies uit te brengen over de kwaliteit en het niveau van de beoogde nieuwe opleiding en weerspiegelt volgens de NVAO de vereiste deskundigheid in het vakgebied, het werkveld, onderwijskunde/didactiek en de praktijk en uitvoering van audits. Het panel volgt hierbij de criteria van het Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderwijs van de NVAO van 14 februari 2003 (hierna toetsingskader genoemd). Alle leden van het panel hebben voorafgaand aan de site visit het aanvraagdossier dat de Duisenberg school of finance bij de aanvraag heeft opgesteld, bestudeerd. Op 15 april 2010 vond een voorbereidende bijeenkomst van het panel plaats in Den Haag, waarbij de eerste bevindingen en ervaringen van dit dossier werden besproken en aan elkaar getoetst. Naar aanleiding van deze voorbereidende vergadering werd een aantal vragen geformuleerd. Tevens is een eerste inventarisatie gemaakt van gesprekspunten met vertegenwoordigers van de instelling en is het gewenste programma voor de site visit besproken. Op verzoek van het panel heeft de opleiding voor de site visit nog aanvullende documentatie en antwoorden op aanvullende vragen opgestuurd (zie bijlage 3). Op 18 mei 2010 vond de site visit plaats. Gedurende dit bezoek sprak het panel met het management, docenten, studenten en vertegenwoordigers van het werkveld. Naar aanleiding van door het panel gesignaleerde onduidelijkheden - met name met betrekking tot de zwaarte en invulling van de thesis en het internship - heeft de opleiding na de site visit op 18 juni een aangepast aanvraagdossier ingediend (Amended Application for Initial Accreditation LMM in Finance and Law (zie bijlage 3)) en op 28 juli 2010 nog aanvullende informatie en documentatie verstrekt . Het beoogde programma van de opleiding werd tijdens het accreditatieproces driemaal aangepast: op 6 mei 2010, tijdens de site visit op 18 mei 2010 en op 18 juni 2010. Bij het opmaken van dit rapport werden eveneens nog enkele kleine vragen door de opleiding beantwoord. Het paneladvies is mede op deze extra informatie gebaseerd. Waar in dit paneladvies verwezen wordt naar het ‘aanvraagdossier’ wordt de aangepaste versie bedoeld van 18 juni 2010. Na afloop van deze gesprekken en na bestudering van de extra informatie heeft het panel voorlopige conclusies geformuleerd aan de hand van het toetsingskader. Per facet is een positief (voldoende) of negatief (onvoldoende) oordeel gegeven. Het oordeel per onderwerp kan eveneens voldoende of onvoldoende zijn en komt tot stand op basis van de oordelen per facet. Het panel heeft deze conclusies in volledige onafhankelijkheid kunnen vormen waarna de secretaris een conceptrapport heeft opgesteld. De panelleden hebben dit conceptrapport beoordeeld en van commentaar voorzien, waarna een definitieve versie van het rapport kon worden samengesteld. Dit is ter verdere besluitvorming op 15 augustus 2010 ter beschikking gesteld aan het bestuur van de NVAO.
pagina 6
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
2.2
Opbouw paneladvies Het eerste hoofdstuk van dit advies bevat een samenvatting. Hoofdstuk 2 vormt de inleiding tot en de verantwoording van dit advies. Het derde hoofdstuk beschrijft in hoofdlijnen de womasteropleiding LLM in Finance and Law, de positie van de opleiding binnen de instelling en binnen het Nederlandse hoger onderwijsbestel. In het vierde hoofdstuk presenteert het panel zijn bevindingen en overwegingen. Bij elk van de zes onderwerpen worden de in het toetsingskader voorgeschreven facetten besproken en geeft het panel zijn bevindingen, zijn overwegingen en zijn oordeel. De bevindingen geven de feiten weer zoals het panel die heeft kunnen vaststellen op basis van het aanvraagdossier, de gegeven toelichtingen en de aanvullende informatie, alsmede de indrukken die zijn opgedaan tijdens het locatiebezoek. De overwegingen geven de evaluatie van de bevindingen weer en het gewicht dat het panel daaraan toekent. Het zijn deze overwegingen waarop het oordeel van het panel is gegrond. Het panel besluit zijn advies in hoofdstuk 5 met een overzicht van de oordelen bij elk facet en elk onderwerp, bijeengebracht in tabelvorm. Aan het advies is een aantal bijlagen toegevoegd.
pagina 7
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
3
Beschrijving van de opleiding
3.1
Algemeen Land Instelling Opleiding Niveau Oriëntatie Graad Locatie Variant Sector
3.2
Nederland Duisenberg school of finance LLM in Finance and Law Master WO Master of Laws (LLM) Amsterdam Voltijd of deeltijd Rechten
Profiel instelling Duisenberg school of finance is een samenwerkingsverband van de Nederlandse financiële sector en universiteiten met de ambitie om innovatieve research en academisch onderwijs van topkwaliteit te bieden in financiële kerngebieden (aanvraagdossier pag. 3). De school is gestart in september 2008 met twee MSc programma‟s in Risk Management en Finance and Law. Tegelijkertijd werd met het Tinbergen Instituut samengewerkt in het aanbieden van MPhil en PhD programma's gespecialiseerd in financiën. Het MSc programma in Corporate Finance and Banking (10 studenten) en de wo-master LLM in Finance and Law (16 studenten) zijn feitelijk gestart in september 2009. De missie van Duisenberg school of finance is om op het gebied van financiën een van de leidende academische instituten in de wereld te worden. Teneinde dit te bereiken werkt men samen met de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Universiteit van Amsterdam, de Universiteit van Tilburg, de Vrije Universiteit te Amsterdam, het Tinbergen Instituut, de Columbia University School of Law en de Vanderbilt University Law School.
3.3
Profiel opleiding Het masterprogramma LLM in Finance and Law (70 ECTS) kan in één (voltijd) of twee jaar (deeltijd) gevolgd worden. Het curriculum wordt volledig in de Engelse taal gegeven. Het bestaat uit vier blokken met verplichte vakken (26,5 ECTS) en keuzevakken (28,5 ECTS). De master wordt afgerond met een thesis (scriptie) en internship (stage) van in totaal 15 ECTS (aanvraagdossier pag. 11-13). De verplichte vakken zijn: Finance and Financial Markets Financial Econometrics Corporate Finance International Corporate Law Corporate and Tax Law Banking and Securities Regulation International Corporate Governance De doelgroep bestaat uit Nederlandse en buitenlandse studenten met minimaal een bachelorgraad rechten, economie of een bedrijfskundige opleiding van een gerenommeerde universiteit, competente Engelse taalvaardigheid en bij voorkeur enige jaren professionele werkervaring (aanvraagdossier pag. 3-4).
pagina 8
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Het programma biedt moderne accounting tools en omvat belangrijke elementen van Finance and Law. Het is ontworpen voor studenten die zich willen richten op internationale transacties, beleggingen, corporate finance, financiële markten en instellingen, company law en corporate governance. Het programma is complementair aan andere masterprogramma‟s en reflecteert veranderingen in de wereld van zowel de financiële markten als op het terrein van het handelsrecht in het bijzonder ondernemingsrecht. De focus van het programma is sterk internationaal met nadruk op relevante juridische aspecten binnen de Europese Gemeenschap en USA. Het zal volledig worden geïntegreerd met de andere MSc-programma‟s en bestaande MPhil in Finance. De onderwijsmethodiek gaat uit van colleges en seminars. Tijdens de colleges zullen de kernconcepten en technieken geïntroduceerd worden. Tijdens de seminars zullen studenten in kleine groepen vragen bediscussiëren die verband houden met het materiaal dat ze hebben voorbereid. Zowel tijdens de colleges als de seminars worden de studenten gestimuleerd om actief deel te nemen aan de discussies. Schriftelijke individuele en groepsopdrachten/papers zullen door de studenten gepresenteerd worden gedurende de lessen (aanvraagdossier pag. 15). Het is de bedoeling dat uiteindelijk jaarlijks ongeveer 25 studenten (voltijd en deeltijd samen) de opleiding zullen volgen (aanvraagdossier pag. 4). Nieuwe opleiding voor Nederland Op dit moment is er geen andere wo-masteropleiding in Nederland die focust op de integratie van theorie en praktijk op het gebied van financiën en recht (aanvraagdossier pag. 8). Nieuwe opleiding voor de instelling De wo-masteropleiding LLM in Finance and Law is nieuw voor de instelling. Studieomvang De wo-masteropleiding LLM in Finance and Law heeft een omvang van 70 ECTS (1960 studiebelastingsuren). Het is een voltijdstudie van een jaar of een deeltijdstudie van 2 jaar.
pagina 9
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4 4.1
Beoordeling per onderwerp Doelstellingen opleiding Voor de beschrijving van de algemene doelstellingen, profiel van de instelling en opleiding wordt verwezen naar hoofdstuk 3.
4.1.1
Domeinspecifieke eisen (facet 1.1) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan een opleiding in het betreffende domein (vakgebied/discipline en/of beroepspraktijk). Bevindingen Het curriculum biedt volgens het aanvraagdossier (pag. 8) training op de volgende terreinen: financieringstheorie, modern beleggingsbeleid, internationaal contractenrecht, vennootschapsrecht, bank- en effectenrecht en accounting principles. De kernvakken van het programma betreffen: Finance and Financial Markets, Financial Econometrics 1, Corporate Finance, International Corporate Law, Corporate and Tax Law en Banking and Security Regulation. Het programma heeft een sterke internationale en kwantitatieve oriëntatie en legt meer de nadruk op integratie van diverse vaardigheden dan op specialistische kennis. De eindkwalificaties van een master in LLM in Finance and Law luiden in ‟t kort (aanvraagdossier pag. 7): 1. goed begrip van kernanalytische vaardigheden op het gebied van financiën en recht (markten, instituten, kwantitatieve methoden); 2. goed begrip van het recht en de economie van de Europese Gemeenschap en de USA; 3. voldoende kennis van instrumenten op terreinen van accounting en bedrijfsanalyse; 4. in staat om kritisch de sterkten en zwakheden van theoretische en beleidsmatige benaderingen vast te stellen; 5. in staat om geschikte analytische methodes te selecteren en gebruiken m.b.t. het Europese en Amerikaans (US) bedrijfs- en financieel recht; 6. basisvaardigheden om juridische problemen in een bedrijfs- en financiële context op te lossen; 7. in staat om beargumenteerde teksten, academische artikelen en professionele opvattingen te schrijven en deze te presenteren en verdedigen; 8. vaardigheden en kennis om nieuwe ontwikkelingen te beoordelen, interpreteren, implementeren; 9. vaardigheid en kennis om onafhankelijk academisch onderzoek uit te voeren; 10. is zich bewust van eigen beperkingen en heeft de capaciteit om anderen in te schakelen indien extra inzichten en ervaring nodig zijn. De wo-masteropleiding LLM in Finance and Law is volgens het aanvraagdossier een van de weinige echt internationaal georiënteerde opleidingen op het gebied van financiën en recht. Voor zover de aanvrager weet biedt alleen de Universiteit van Frankfurt een enigszins vergelijkbaar programma aan. Bij de School of Business (Oxford) is een opleiding in ontwikkeling.
pagina 10
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Overwegingen Het panel vroeg zich voorafgaand aan de site visit af hoe de wo-master LLM in Finance and Law precies geplaatst moet worden ten opzichte van andere soortgelijke universitaire masteropleidingen in Nederland, bijvoorbeeld die van de Erasmus Universiteit, de VU of de eigen MSc-opleiding Finance and Law. Wat is de meerwaarde en de onderscheidende betekenis? Waarom zouden studenten juist voor deze opleiding kiezen en niet voor de andere masters in dit domein? In de gesprekken tijdens de site visit gaf het management aan dat het doel vanaf het begin is geweest om een echte „topopleiding‟ voor „topstudenten‟ op het gebied van financiën en recht neer te zetten die tegelijkertijd de nodige flexibiliteit heeft. Signalen uit de markt laten zien dat er hoe langer hoe meer behoefte is aan een dergelijke opleiding, bijvoorbeeld voor juristen die financiële vaardigheden en kennis van zaken willen opdoen. De vertegenwoordigers van het werkveld merkten tijdens de site visit eveneens op dat er goede kansen liggen voor afgestudeerden van deze opleiding. In Frankfurt wordt een vergelijkbare opleiding aangeboden, maar daar wordt niet samengewerkt met universiteiten. In Oxford wil men eveneens een opleiding starten waarin financiën met recht gecombineerd wordt, maar vooralsnog ontbreekt daar een goede financiering. De studenten gaven aan dat door hen bewust gekozen is voor deze opleiding vanwege de brug die gelegd wordt tussen financiën en recht, het hoge niveau en de relatief kleine studiegroepen. De hoge kwaliteit van de opleiding wordt onder meer bereikt door de opleiding te laten verzorgen door vooraanstaande docenten uit binnen- en buitenland en een strenge selectie van studenten. De opleiding eist met zijn 70 ECTS en het extra Duisenberg Leadership Programme (leiderschaps- en communicatieve vaardigheden, ethiek) veel van studenten, maar die krijgen daar dan ook veel voor terug. Het werken in kleine groepen, Engels als voertaal en het internationale karakter (verschillende nationaliteiten) werden door de studenten eveneens als belangrijke argumenten genoemd om juist voor deze studie te kiezen. Het panel vroeg zich tevens af waarom niet gekozen is voor de naam „Law and Finance‟ in plaats van andersom, aangezien het accent van de opleiding toch voor een belangrijk deel op de Law-kant ligt en de voornaamste doelgroep uit rechtenstudenten bestaat. Het management verantwoordde deze keuze door er op te wijzen dat in de volledige naam van de opleiding LLM in Finance and Law „financiën‟ geplaatst is tussen de twee rechtentermen, waarmee recht gedaan wordt aan de opleiding. Op grond van het aanvraagdossier en de gesprekken tijdens de site visit is het panel van mening dat de aanvrager zich (voor zover mogelijk) voldoende heeft georiënteerd op het beroepsdomein, de arbeidsmarkt en het werkveld. De geformuleerde beoogde eindkwalificaties sluiten volgens het panel dan ook voldoende aan bij de eisen die door (buitenlandse) vakgenoten en de beroepspraktijk gesteld worden aan deze womasteropleiding LLM in Finance and Law. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.1 „Domeinspecifieke eisen‟ als voldoende.
pagina 11
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4.1.2
Master (facet 1.2) De beoogde eindkwalificaties/leerdoelen van de opleiding sluiten aan bij algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een master. Bevindingen Teneinde het masterniveau van het programma vast te kunnen stellen zijn de eindkwalificaties (zie facet 1.1 Domeinspecifieke eisen) in een tabel gerelateerd aan de Dublin descriptoren (aanvraagdossier pag. 9). Kennis en inzicht Aantoonbare kennis en inzicht welke het bachelorniveau overtreft en/of verdiept. Een originele bijdrage kunnen leveren aan het ontwikkelen en/of toepassen van ideeën vaak in groepsverband. Eindkwalificaties 1,2,3,4,5 (zie lijst op pag. 7 van het aanvraagdossier) Toepassen kennis en inzicht Kennis en inzicht kunnen toepassen om problemen op te kunnen lossen in nieuwe of complexe omgevingen binnen een bredere of multidisciplinaire context gerelateerd aan het vakgebied. Eindkwalificaties 6 en 7. Oordeelvorming Zelfstandig kunnen oordelen met behulp van onvolledige of beperkte informatie en daarbij tevens rekening houdend met de sociale en ethische verantwoordelijkheden die verband houden met de toepassing van kennis en oordelen. Eindkwalificaties 5 en 9. Communicatie In staat zijn om conclusies, kennis, motieven en overwegingen duidelijk te formuleren en presenteren aan zowel een specialistisch als een niet-specialistisch publiek . Eindkwalificaties 8. Leervaardigheden Bezit de leervaardigheden om een vervolgstudie aan te gaan met een grotendeels zelfgestuurd of autonoom karakter. Eindkwalificaties 10. Overwegingen Het panel constateert na bestudering van het aanvraagdossier en op grond van de gesprekken tijdens de site visit dat de opleiding er voldoende in slaagt de geformuleerde beoogde eindkwalificaties aan te laten sluiten bij de algemene, internationaal geaccepteerde beschrijvingen van de kwalificaties van een wo-master (de Dublin descriptoren). (Gast)docenten en leden van het werkveld kunnen door terugkoppelingen vanuit hun professie bijtijds trends en ontwikkelingen signaleren en zorgen voor voldoende borging van kwaliteit en actualiteit. Het gegeven dat het studieprogramma volledig in de Engelse taal wordt verzorgd, het gevarieerde docentencorps en de aanwezigheid van buitenlandse studenten zullen bijdragen tot een goede internationale oriëntatie en invulling. Binnen de verschillende onderwijsmethoden (interactieve colleges, seminars, case-studies, stage) en opdrachten (papers, essays, beantwoorden van vragen, thesis) is voldoende ruimte voor discussie, presentatie en verantwoording. Hierdoor kan volgens het panel een vruchtbare en actuele uitwisseling plaatsvinden tussen studenten, (gast)docenten en het werkveld. De opleiding zal mede daardoor een bijdrage kunnen leveren aan nieuwe ontwikkelingen in het beroepenveld en het wetenschappelijk onderzoek. Het panel tekent daarbij aan dat de opleiding voldoende aandacht moet besteden aan het zelfstandig uitvoeren van methodologisch verantwoord wetenschappelijk onderzoek. (zie facet 2.1 Eisen wo). Dit zal met name tot uitdrukking kunnen (moeten) komen tijdens het internship en de thesis. Tijdens de site visit werd opgemerkt dat het om een relatief kleine zeer gemotiveerde groep (buitenlandse) studenten gaat met verschillende achtergronden. Mede daardoor wordt veel van elkaar geleerd. Er is voortdurend interactie tijdens colleges en discussies, en
pagina 12
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
opdrachten worden doorgaans zorgvuldig voorbereid en uitgevoerd. Het management gaf aan dat de stage met name bedoeld is om studenten reeds tijdens hun studie in contact te brengen met het bedrijfsleven. Daar spelen de werkelijke commerciële problemen zich af. Het Duisenberg Leadership Programme voorziet in een algemeen overzicht van leidinggevende en communicatieve vaardigheden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.2 „Master‟ als voldoende.
4.1.3
Oriëntatie wo (facet 1.3) De beoogde eindkwalificaties van de opleiding sluiten aan bij de volgende beschrijvingen van een master in wo: – De beoogde eindkwalificaties zijn mede ontleend aan eisen vanuit de wetenschappelijke discipline, de internationale wetenschapsbeoefening en voor daarvoor in aanmerking komende opleidingen de relevante praktijk in het toekomstige beroepenveld – Een wo-master heeft de kwalificaties om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek te verrichten of multi- en interdisciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepspraktijk waarvoor een wo-opleiding vereist is of dienstig is. Bevindingen Afgestudeerden van de wo-master LLM in Finance and Law zullen in staat zijn om op de terreinen van ondernemingsrecht en financiën onafhankelijk onderzoek te verrichten. Ze zullen eveneens multi- en interdisciplinaire vraagstukken in een professionele praktijk kunnen oplossen waarvoor een bedrijfskundige educatie op masterniveau nodig is (aanvraagdossier pag. 7 en 10). De aanvrager geeft echter aan dat afgestudeerden van deze master niet dezelfde kennisverdieping zullen hebben vergeleken met een „gewone‟ master. Van elk onafhankelijk onderzoek dat wordt uitgevoerd zal worden verwacht dat het juist een beter inzicht door kennisverbreding demonstreert. Overwegingen Het panel is op grond van het aanvraagdossier, de opgestuurde aanvullende documentatie en de gesprekken tijdens de site visit in principe overtuigd van de meerwaarde van deze nieuwe wo-master. De opleiding maakt voldoende duidelijk dat er een groeiende behoefte is aan een breed opgeleide master (LLM) op het gebied van Finance and Law. Het panel is tevens van mening dat de beoogde eindkwalificaties (pag. 7 van het aanvraagdossier) weliswaar voldoende, maar vrij algemeen geformuleerd zijn. Deze kunnen nader worden uitgewerkt en beter worden gespecificeerd. Het panel had wat dat betreft aanvankelijk enige zorg over de invulling en de kwalificaties ten aanzien van het zelfstandig verrichten van wetenschappelijk onderzoek en het oplossen van multi- en interdisciplinaire vraagstukken in de beroepspraktijk. Deze zouden volgens de tabel (pag. 14-15 van het aanvraagdossier) in slechts drie verplichte onderdelen en een keuzevak (naast het bootcamp en de thesis) aan bod komen. De zorg van het panel kon echter voor een belangrijk deel worden weggenomen doordat de opleiding duidelijk heeft kunnen maken dat er hard gewerkt wordt aan het doorvoeren van een aantal ingrijpende programmawijzigingen. Sommige daarvan zijn reeds verwerkt in de inmiddels toegestuurde Study Guide 2010-2011. Bepaalde keuzevakken worden verplicht en een aantal onderdelen zijn geschrapt, hebben een andere naam gekregen of zijn verhuisd naar het Duisenberg Leadership Programme. Daarbij wordt de combinatie van internship en thesis verzwaard van 10 naar 15 ECTS (zie ook facet 2.1 Programma, Eisen wo). De gesprekken tijdens de site visit hebben wat het bovenstaande betreft eveneens meer duidelijkheid gegeven.
pagina 13
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Aangegeven werd onder meer dat studenten gedurende de hele studie door middel van case-studies en opdrachten (wetenschappelijke) analyses moeten uitvoeren en presenteren. Studenten kunnen tevens als assistent meewerken aan lopend onderzoek bij de verschillende faculteiten. De thesis en het zelfstandige onderzoek aan het eind van de opleiding zullen zorgvuldig voorbereid en begeleid worden. Het management benadrukte dat de opleiding nog volop in ontwikkeling is en dat de ervaring van dit eerste jaar en de feedback van studenten nu reeds tot een aantal aanpassingen en verbeteringen hebben geleid. De meeste van die veranderingen zullen echter pas het volgende studiejaar kunnen worden geïmplementeerd. De tabel van pag.14-15 is overigens lastig te interpreteren en roept nog een aantal vragen op. De opleiding zou er naar de mening van het panel dan ook goed aan doen om het verband tussen de diverse programmaonderdelen en de verschillende eindkwalificaties zorgvuldiger en transparanter weer te geven. Het panel heeft wat de toezeggingen, aanpassingen en plannen betreft voldoende vertrouwen dat de opleiding het programma langs de uitgezette lijnen verder zal kunnen ontwikkelen. Samenvattend is het panel van mening dat de doelstellingen en beoogde eindkwalificaties van de opleiding LLM in Finance and Law in voldoende mate aansluiten bij een wo-master. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 1.3 „Oriëntatie wo‟ als voldoende.
4.1.4
pagina 14
Samenvattend oordeel onderwerp 1 Doelstellingen opleiding Het panel beoordeelt de facetten „Domeinspecifieke eisen‟, „Master‟ en „Oriëntatie WO‟ van het onderwerp „Doelstellingen Opleiding‟ als voldoende. Met daarbij als aandachtspunt dat het verband tussen eindkwalificaties en programmaonderdelen beter en helderder uitgewerkt kan (moet) worden. Het samenvattend oordeel met betrekking tot dit onderwerp is voldoende.
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4.2
Programma Voor de beschrijving van het programma wordt verwezen naar het voorgaande hoofdstuk 3.
4.2.1
Eisen wo (facet 2.1) Het beoogde programma sluit aan bij de volgende criteria voor het programma van een woopleiding – Kennisontwikkeling door studenten vindt plaats in interactie tussen het onderwijs en het wetenschappelijk onderzoek binnen relevante disciplines. – Het programma sluit aan bij ontwikkelingen in de relevante wetenschappelijke discipline(s) door aantoonbare verbanden met actuele ontwikkelingen wetenschappelijke theorieën. – Het programma waarborgt de ontwikkeling van vaardigheden op het gebied van wetenschappelijk onderzoek. – Bij daarvoor in aanmerking komende opleidingen heeft het programma aantoonbare verbanden met de actuele praktijk van de relevante beroepen. Bevindingen De sterkte van het programma ligt volgens de opleiding (aanvraagdossier pag. 13) in het internationale karakter van het curriculum, de staf en de studenten. De vakken omvatten onder meer internationaal ondernemingsrecht, wet- en regelgeving met betrekking tot EU en US, bank- en effectenverrichtingen, Europese monetaire politiek en centraal bankieren. De keuzevakken bieden onder andere Financial Accounting, Insurance Law, Corporate and Tax Law. Zowel theoretische als praktische inzichten in de specifieke eisen van banken en bedrijven, internationale advocaten- en accountantskantoren, de Centrale Banken en nationale overheden zijn belangrijk in het programma. Studenten zullen eveneens worden getraind in het begrijpen van vragen en problemen van (internationale) commerciële transacties en daarmee corresponderende regulerende processen. Daartoe zullen ze deelnemen aan een twee maanden durende stage bij de verschillende sponsors van Duisenberg school of finance (aanvraagdossier pag. 79-80). Juridische vragen zullen zoveel mogelijk worden geplaatst in een economische perspectief. Het programma past in het Research Programme van Duisenberg school of finance: belangrijke internationale onderzoeksprojecten en netwerken op het gebied van financiën en recht. Studenten kunnen hieraan deelnemen. De staf van de opleiding heeft - volgens het aanvraagdossier - als een van de leidende onderzoeksgroepen op dit gebied een uitstekende internationale reputatie. Er bestaan tevens goede internationale contacten met vooraanstaande universiteiten zoals de Toulouse University en de London School of Economics. Buitenlandse gastdocenten worden regelmatig uitgenodigd om lezingen te houden. Studenten worden eveneens aangemoedigd om het Duisenberg Leadership Programme te volgen, waarin onder meer leiderschapscompetenties, communicatieve vaardigheden en ethiek aan de orde komen.(aanvraagdossier pag. 14). Overwegingen Aangezien het oorspronkelijke aanvraagdossier vrij beknopt was en tevens een enigszins onzorgvuldige en onvolledige indruk maakte, heeft het panel de opleiding voorafgaand aan de site visit gevraagd extra informatie en documentatie op te sturen (o.a. lesrooster, studiegids, examenreglement). Op grond hiervan en op grond van de aanvullende informatie die tijdens en na de site visit ter beschikking werd gesteld, kon een beter inzicht verkregen worden in de opzet en inhoud van het deeltijd- en voltijdprogramma (zie ook facet
pagina 15
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
1.3). Aandachtspunt hierbij is de informatie in de studiegids met betrekking tot de vakken en tentameneisen, die naar de mening van het panel uitgebreider en gedetailleerder beschreven moet worden. Het blijkt dat het programma sinds de start een aantal belangrijke wijzigingen en aanpassingen heeft ondergaan. Het panel vindt het bijvoorbeeld een goede zaak dat de analytische methoden en technieken aan het begin geplaatst zijn en dat van Financial Accounting een verplicht kernvak is gemaakt. Er bestond aanvankelijk zorg over de omvang en inhoud van de thesis en het internship (stage van 3 maanden). De opleiding onderkende deze onduidelijkheid en relatieve zwakte in het programma en heeft ook deze aspecten aanmerkelijk weten te verbeteren. In totaal zullen de thesis en internship nu met 15 ECTS belast gaan worden in plaats van de oorspronkelijke 10. Hierbij zijn 2 ECTS gereserveerd als voorbereiding van de thesis, 10 ECTS voor de uiteindelijke uitvoering en 3 ECTS voor het internship. Het panel is van mening dat de scriptie voldoende academische kwaliteit moet bezitten. De opleiding vermeldt echter: „A thesis is required to address a commercial, not academic, problem’ (aanvraagdossier pag. 15). Het panel vindt, wat deze beschrijving betreft, dat de uitsluiting van een academisch probleem onduidelijkheid schept en gekarakteriseerd kan worden als een ongelukkige formulering. Het suggereert ten onrechte dat er geen wetenschappelijke (academische) eisen - bijvoorbeeld een voldoende methodologische basis - aan de thesis gesteld worden, terwijl dat nu juist kernelementen van het onderzoek zouden moeten zijn. Het onderwerp mag praktisch, maar de methodologie moet academisch zijn. De formulering „The thesis will often be based on the student’s placement’ zorgt eveneens voor onduidelijkheid en zaait enige twijfel over hoe dwingend en vast de combinatie stagethesis in de praktijk is. Het management merkte hierover op dat dit per student kon verschillen. Sommigen combineren stage en thesis, bij anderen staat de thesis geheel los van de stage. Aangegeven werd dat de thesis in de gekozen opzet inderdaad niet dezelfde diepte en zwaarte krijgt vergeleken met andere masteropleidingen. Gemiddeld zullen de theses zo‟n 40 pagina‟s beslaan en het onderzoek zal met name een interdisciplinair karakter moeten bezitten en „breed‟ zijn wat kennis betreft. De zwaarte van de thesis en het verrichten van zelfstandig wetenschappelijk onderzoek, waarbinnen methoden en technieken een belangrijke plaats hebben, zullen echter permanente aandachtspunten van de opleiding moeten blijven. Kennisontwikkeling zal eveneens plaats kunnen vinden door de interactie tussen wetenschappelijk onderzoek en onderwijs. Dit wordt onder meer bereikt door de combinatie van onderwijs- en onderzoekstaken van docenten, de onderzoekprogramma‟s van de samenwerkende universiteiten en het Tinbergen Instituut, de mogelijke studentassistentschappen, de goede internationale contacten, de case-studies, de stage en de thesis. Actuele wetenschappelijke ontwikkelingen en de relatie met de beroepspraktijk zullen door de (gast)docenten, de stage en de contacten met het werkveld voldoende gewaarborgd kunnen worden. De vertegenwoordigers van het werkveld merkten hierover tijdens de site visit op dat niet alleen het hoge niveau van de opleiding opmerkelijk is, maar dat tevens de koppeling aan financiële instellingen en advocatenkantoren door middel van de stage bijzonder is en toegevoegde waarde geeft. Men is voortdurend op zoek naar hooggeschoolde en getalenteerde werknemers en er worden goede perspectieven gezien voor deze groep studenten. Het panel signaleert bovenstaande aandachtspunten, maar wil tegelijkertijd duidelijk maken dat het - mede vanwege de doorgevoerde aanpassingen van het programma en de deskundigheid en betrokkenheid van de begeleidende docenten – wat deze aspecten betreft voldoende vertrouwen heeft in de opleiding. Docenten en staf moeten met deze
pagina 16
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
gemotiveerde studenten in staat zijn het wetenschappelijke niveau van de opleiding voldoende te kunnen borgen. Het panel is derhalve van mening dat de opleiding er voldoende in slaagt om het beoogde programma aan te laten sluiten bij de wetenschappelijke criteria van een womasteropleiding. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.1 „Eisen wo‟ als voldoende.
4.2.2
Relatie tussen doelstelling en programma (facet 2.2) Het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing weerspiegelen de te bereiken eindkwalificaties van de opleiding. De te bereiken eindkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in leerdoelen van (onderdelen van) het beoogde programma. Bevindingen Het aanvraagdossier geeft op pagina 14-15 een overzicht van de relatie tussen de eindkwalificaties en de verschillende onderdelen en vakken van het programma. Uitgangspunt van de opleiding is een goed begrip van de „basics‟ en de cruciale intellectuele vraagstukken van de disciplines financiën en recht. Tegelijkertijd is het essentieel om in het programma sterke verbanden tussen de twee disciplines vast te stellen, echter zonder dat de integriteit van elk onderwerp wordt aangetast (aanvraagdossier pag. 15 en bijlage 2 van dat dossier). De toetsing en didactische werkvormen variëren van onderdeel tot onderdeel. Er wordt onder meer gewerkt en getoetst (case studies, rapporten, presentaties) in groepen. Dit biedt studenten substantiële projecten, training in teamwerk en toetst specifieke vaardigheden. Studenten worden tevens actief gestimuleerd om deel te nemen aan discussies tijdens de colleges en seminars. Via individuele rapporten en essays kunnen studenten reflecteren op een specifiek onderwerp en hun eigen capaciteit demonstreren in het verzamelen van materiaal, het analyseren, het synthetiseren en rapporteren zonder groepsinvloed. Gedurende elk vak zal een voortdurende beoordeling plaatsvinden met wekelijkse opdrachten om een zaak voor te bereiden, een mondelinge presentatie te geven, een onderzoek of simulatie uit te voeren of een complex financieel of juridisch probleem op te lossen. Een typisch vak kan bijvoorbeeld getoetst worden door 40% examenwerk, 30% groepswerk en 30% individueel werk (bijlage 2 van het aanvraagdossier: Toetsing, leerdoelen en vakbeschrijvingen). De thesis richt zich op een commercieel probleem, niet een academisch (zie de overwegingen bij paragraaf 4.2.1). Het onderwerp moet interdisciplinair zijn en de theorie moet erbij betrokken worden. Studenten moeten daarbij informatie verzamelen, synthetiseren en analyseren en een coherent, helder en precies rapport schrijven. De thesis wordt onder meer getoetst via een presentatie van de resultaten voor een groep academici en beroepsvertegenwoordigers. Overwegingen Het panel heeft voorafgaand aan de site visit het verzoek gedaan aanvullende informatie aangaande de concrete uitwerking en beschrijving van het programma aan te leveren, zodat een weloverwogen oordeel met betrekking tot de relatie tussen doelstelling en programma gegeven kon worden (zie facet 2.1). Op grond van deze extra informatie, de gesprekken tijdens de site visit en de informatie en aanpassingen van het programma die na de site visit werden opgestuurd is het panel van mening dat het didactische concept van het
pagina 17
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
studentgerichte interactieve onderwijs (vaak kleine groepen) en de verschillende gehanteerde werkvormen (zelfstudie, multidisciplinaire cases, opdrachten, vragen, discussies, reflectie, presentaties en vaardigheidstrainingen) voldoende de te bereiken eindkwalificaties weerspiegelen (zie ook facet 1.2). Gereedschap wordt hierbij aangereikt om systemen met elkaar te kunnen vergelijken. Binnen de verschillende modules van het programma zijn de tien beoogde eindkwalificaties voldoende aantoonbaar vertaald. De eindkwalificaties kunnen echter beter worden uitgewerkt en nader worden gespecificeerd (zie ook de opmerking bij facet 1.3). De vaktypering is op zich goed te noemen, maar het panel miste hierbij een duidelijke literatuurlijst. Tijdens de site visit bleek echter dat weliswaar gebruik wordt gemaakt van een aantal handboeken, maar dat de literatuur met name wordt aangereikt door middel van omvangrijke readers en het Blackboard. Docenten gaven aan dat de readers en handboeken niet door iedereen van kaft tot kaft bestudeerd hoeven te worden. Tijdens en voorafgaand aan de colleges worden de belangrijkste accenten aangegeven en naar gelang de verschillen in achtergrondkennis kunnen daarmee verschillende keuzes gemaakt worden. Wat de toetsing betreft is het panel van mening dat de gevarieerde individuele en groepsassessments - case-studies, actieve participatie tijdens de lessen, presentaties, discussies, opdrachten, vaardigheidstrainingen, stage, examens en thesis – voldoende garantie bieden voor het behalen van de eindkwalificaties en het vereiste masterniveau. Met betrekking tot de vraag hoe de opleiding in haar totaliteit „op orde‟ gehouden kan worden ten opzichte van het gewenste beroepsprofiel is het panel van mening dat de vertegenwoordigers van het werkveld daarin slechts een beperkte rol kunnen vervullen aangezien de „scope‟ van de opleiding te breed en te veelomvattend is. De opleiding zal wat dat aspect betreft derhalve zelf eveneens een zorgvuldige „vinger aan de pols‟ moeten houden. Samenvattend kan gesteld worden dat, met inachtneming van bovengenoemde aandachtspunten, het beoogde programma, het didactisch concept, de werkvormen en de wijze van toetsing de eindkwalificaties van de wo-master LLM in Finance and Law voldoende weerspiegelen. De te bereiken eindkwalificaties worden in voldoende mate vertaald in leerdoelen van het programma. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.2 „Relatie tussen doelstelling en programma‟ als voldoende.
4.2.3
Samenhang programma (facet 2.3) Het beoogde programma is inhoudelijk samenhangend. Bevindingen De wo-master Finance and Law is gebaseerd op een moderne analytische en praktijkgerichte benadering welke volgens de aanvrager consistent gevolgd wordt door het programma (aanvraagdossier pag. 16). Er is daarbij behoefte aan een goed begrip van elk van de twee disciplines en aan de mogelijkheid om uit een portfolio van opties te kunnen kiezen. Dit wordt volgens de opleiding bereikt door: Een geïntegreerd kernprogramma met case studies rondom de modules Corporate Finance, Corporate and Tax Law en International Corporate Law. Een set analytische vaardigheden: Financial Econometrics 1, Finance and Financial Markets in het eerste blok. Een geïntegreerd vak in International Corporate Governance in blok vier.
pagina 18
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Een toetsing van elke module met een sterke interdisciplinaire dimensie. Een groepsrapport aan het eind van elk blok dat alle onderwerpen van dat blok bestrijkt. Een continue evaluatie en verbetering van de integratie door het team en de programmadirecteuren. De samenhang van het programma wordt bovendien bevorderd door de inbreng vanuit het internationale netwerk en de nauwe relatie tussen de inhoud, eindkwalificaties en de onderwijs- en examineermethodes (bijlage 2 van het aanvraagdossier). Studenten zullen– naast financiële instrumenten en technieken – kennismaken met methoden en inzichten ten aanzien van leiderschap en management. De organisatorische opzet van de opleiding garandeert de continuïteit, kwaliteit en samenhang van het programma (aanvraagdossier pag. 17). Overwegingen In eerste instantie moest het panel ook bij dit facet constateren dat het moeilijk was tot een zorgvuldig oordeel met betrekking tot de samenhang van het programma te komen, aangezien een gedetailleerde beschrijving en uitwerking van het programma ontbrak (zie de opmerkingen hierover bij facet 1.3 en 2.1). Door de extra documentatie en de uitleg en verantwoording tijdens de site visit met betrekking tot de ingrijpende programmawijzigingen die er sinds de start hebben plaatsgevonden kon hierin echter in voldoende mate worden voorzien. Op grond van deze informatie is het panel van mening dat het programma op een aantal punten weliswaar verbetering behoeft en nog verder ontwikkeld kan worden (zie de aandachtspunten bij facet 1.3 en 2.1), maar dat het in principe voldoende samenhang biedt. Het accent (de rode draad) van de opleiding ligt gedurende het hele programma op de juridische aspecten van de internationale economische en financiële problematiek. De colleges, verschillende werkvormen en cases vullen elkaar daarbij op een goede wijze aan. De kernvakken bieden een algemene brede basis en de keuzevakken de mogelijkheid van flexibiliteit en differentiatie. Het management merkte tijdens de site visit overigens op dat er meer keuzemogelijkheden zijn dan er in het aanvraagdossier genoemd worden. Anderzijds geldt dat integratie van de verschillende onderdelen een essentieel aspect van de opleiding blijft. Men moet als het ware een economisch „gevoel‟ krijgen bij de regelgeving en omgekeerd dat juridische en ook maatschappelijke aspecten onlosmakelijk verbonden zijn met financiële en economische constructies. Wat deze integratie betreft is het panel van mening dat er binnen de opleiding meer aandacht mag zijn voor een analytische integrerende methodiek. Die kan beter tot zijn recht komen. Studenten merkten tijdens de site visit hierover op dat er weliswaar een lichte nadruk op cases ligt, maar dat de analyse ook aan bod komt. Dit hangt ook voor een deel van het onderwerp en de docent af. Er is af en toe sprake van een zekere overlap in de cases, maar dat werd niet altijd als een nadeel beschouwd. Men wordt hierdoor namelijk gedwongen om ook eens vanuit een compleet andere gezichtshoek tegen een zelfde zaak aan te kijken, wat tot verrassend nieuwe inzichten kan leiden. Docenten gaven aan dat het niet de bedoeling was om met deze opleiding het Harvard School business model te volgen. “Case studies en een toolkit zijn zeer nuttig, maar er moet ook verdiepende economische theorievorming plaatsvinden”. Het panel vindt het een goede zaak dat er tijdens de opleiding aandacht is voor de individuele student. De instroom is vrij divers en er kunnen qua achtergrond, ervaring verschillen optreden. Docenten en de programmacoördinatoren gaven tijdens de site visit aan dat ze wat dat betreft een goede vinger aan de pols houden, toegankelijk zijn en indien nodig studenten „bijspijkeren‟. Het regelmatige structurele overleg tussen docenten
pagina 19
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
onderling verloopt ook naar tevredenheid. De kerndocenten kennen elkaar al jaren en men ziet en spreekt elkaar soms dagelijks. Hierdoor kunnen onvolkomenheden van het programma en onwenselijke overlappingen en lacunes snel worden gesignaleerd en verholpen. Mede hierdoor en naar aanleiding van studentenfeedback werden reeds een aantal belangrijke wijzigingen en verbeteringen doorgevoerd of zullen in het nieuwe cursusjaar worden geïmplementeerd (zie ook facet 2.1). Door de mondelinge toelichting tijdens de site visit en de programma-aanpassingen – met name de invulling van de stage en de thesis - komt de samenhang van het programma beter uit de verf. Hierdoor kon het grootste deel van de panelzorg met betrekking tot dit onderwerp worden weggenomen. Samenvattend kan gesteld worden dat de analytische integrerende methoden naar de mening van het panel weliswaar een aandachtspunt van de opleiding zijn en moeten blijven, maar dat het programma als geheel nu reeds voldoende samenhang biedt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.3 „Samenhang programma‟ als voldoende.
4.2.4
Studielast (facet 2.4) Het beoogde programma is studeerbaar doordat factoren die betrekking hebben op dat programma en die de studievoortgang belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Bevindingen Het masterprogramma heeft een studielast van 70 ECTS. Studenten moeten in staat zijn het programma van de LLM Law and Finance succesvol af te ronden in 12 maanden voltijdstudie of 24 maanden deeltijd (aanvraagdossier pag. 17). De opleiding wordt als behoorlijk zwaar gekenmerkt en eist het nodige van studenten qua inzet en motivatie. Die krijgen dan wel volgens de aanvrager ‟waar voor hun geld‟. Juist door het afronden van een moeilijk programma wordt een sterk gevoel van succes en prestatie bereikt. Deeltijdstudenten studeren onder dezelfde regels als voltijdstudenten. Hun vakken worden echter over twee jaar verspreid. De lessen voor deeltijdstudenten zijn georganiseerd op twee dagen per week (tussen 6-8 uur/dag). Lesvoorbereiding, het werken aan cases en opdrachten zullen nog eens 10-12 uur extra per week in beslag nemen. Overwegingen Voorafgaand aan de site visit vroeg het panel zich af of een dergelijk zwaar programma (70 ECTS en tegelijkertijd het Duisenberg Leadership Program) wel haalbaar was in een studiejaar. Met name voor de belangrijkste doelgroep met een vooropleiding rechten en slechts weinig ervaring met kwantitatieve methoden en technieken lijkt enige wiskundige kennis een vereiste. Het management en de docenten gaven hierop tijdens de site visit aan dat de ervaring leerde dat de zwaarte van het programma in de praktijk bij deze groep zeer gemotiveerde en streng geselecteerde studenten niet tot grote problemen leidt. Studenten worden vanaf het begin goed begeleid en opgevangen (huisvesting) en krijgen indien nodig extra aandacht en hulp. Uitval zal mede door de sterke motivatie en strenge selectie niet veel voorkomen. Voorwaarde is wel dat men de Engelse taal goed beheerst. Wat dat betreft heeft men lering getrokken uit het feit dat bepaalde buitenlandse studenten toch niet die toets der kritiek konden doorstaan. De selectie is vervolgens op dat vlak nog strenger geworden. Bij navraag gaven de studenten eveneens aan dat deze wo-master LLM in Finance and Law weliswaar als zwaar, maar ook als een uitdaging en een topopleiding wordt beschouwd. Een opleiding die hen een voorsprong ten opzichte van andere afgestudeerden zal gaan bezorgen. “No one is drowning” en “Everyone is giving his best
pagina 20
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
effort”. Men is vanwege de voordelen graag bereid om zich extra in te spannen. In dat kader wordt ook het nog niet verplichte Duisenberg Leadership Programme meer als een aanmoediging en een extra gezien. Uit de evaluaties bleek dat er nogal grote verschillen bestonden tussen studenten ten aanzien van de hoeveelheid tijd die men aan de studie besteedde. De opleiding verklaarde dit door er op te wijzen dat er binnen deze studentgroep inderdaad qua ervaring en achtergrondkennis nogal wat variatie bestond (zie ook de opmerkingen hierover bij facet 2.5 Instroom). Het gevolg is dat telkens bepaalde studenten voor bepaalde modules meer tijd en inspanning moeten leveren om zich juist die stof eigen te maken. Docenten gaven tijdens de site visit aan dat ze door middel van een gestructureerd overleg met studenten per vak evalueren en op die manier goed kunnen controleren en volgen. Het panel heeft waardering voor deze zorgvuldige aanpak, maar vindt dat het grote verschil in studietijd extra aandacht van de opleiding verdient. Op grond van alle documentatie en de toelichtingen is het panel van mening dat met de didactische opzet van het studentgerichte, interactieve onderwijs en de overzichtelijke indeling een voldoende studeerbaar programma is gerealiseerd. De goede begeleiding, opvang en huisvesting, contacturen tijdens de modules, evaluatiegesprekken, email en internetfaciliteiten enz. die door de opleiding geboden worden bieden eveneens voldoende kwaliteit. Al deze elementen zullen zeker bijdragen tot beheersing van de studielast waardoor factoren die betrekking hebben op het programma en de studievoortgang kunnen belemmeren zoveel mogelijk worden weggenomen. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.4 „Studielast‟ als voldoende.
4.2.5
Instroom (facet 2.5) Het beoogde programma sluit qua vorm en inhoud aan bij de kwalificaties van de instromende studenten: wo-master: bachelor en eventueel (inhoudelijke) selectie. Bevindingen Alle kandidaten moeten een bachelordiploma bezitten van een goede Nederlandse of buitenlandse universiteit bij voorkeur op het gebied van economie, financiën en/of rechten (aanvraagdossier pag. 18). Ze moeten bovendien vaardig zijn in de Engelse taal, hetgeen getoetst wordt met een TOEFL- of een IELTS-score. De doelgroep van de wo-master voor de deeltijdvariant bestaat uit professionele kandidaten met ervaring op het gebied van financiën, rechten of andere bedrijfsgerelateerde sectoren. De doelgroep van de voltijdvariant bestaat uit (internationale) kandidaten met weinig of geen werkervaring, maar met een relevante vooropleiding en een sterke belangstelling en ambitie ten aanzien van economie, rechten of een ander bedrijfsgerelateerde carrière. De opleiding streeft naar 25 nieuwe instromende studenten per jaar (voltijd en deeltijd samen). Aan het begin van de studie wordt een bootcamp en een Refresher Course georganiseerd (aanvraagdossier pag. 12 en 38). Het Bootcamp voorziet studenten van analytische vaardigheden en technieken op het gebied van financiën. De Refresher Course richt zich op boekhouden en statistiek. Overwegingen Het panel heeft waardering voor de zorgvuldige instroomprocedure vanwege de zwaarte van de studie (70 ECTS), het feit dat het hele programma in het Engels wordt gegeven en de niet geringe kosten (26.000 euro). De meeste studenten kiezen bovendien nog voor het volgen van het facultatieve Duisenberg Leadership Programme dat gemiddeld 216 uren telt (27 dagen van 8 uur) verspreid over het hele academische jaar. Indien een student alles
pagina 21
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
volgt zal het totale aantal studiedagen 272 bedragen. De gemiddelde leeftijd van deze groep studenten (voltijd + deeltijd) bedraagt 28 jaar en men heeft gemiddeld ongeveer 6 jaar werkervaring. Het merendeel bezit een master of is gepromoveerd. Bij een opleiding als deze neemt de aanvrager een commitment ten opzichte van het afstuderen op zich en zij moet bij een verschillend niveau qua vooropleiding en werkervaring (pre en post experience) duidelijk kunnen maken hoe het eindniveau (de output) voor elke student geborgd wordt. De toelatingscriteria bij de instroom (de input) zijn daarbij heel belangrijk wil de opleiding aan de noodzakelijke kwaliteitseisen kunnen voldoen. Eventueel kunnen hierbij deficiënties via een schakelprogramma worden weggewerkt. De opleiding geeft daarover echter weinig informatie en zal er naar de mening van het panel goed aan doen dit aspect specifieker in te vullen en te verduidelijken. De wijzigingen en aanpassingen van het programma maken eveneens duidelijk dat het nog niet volledig is uitgekristalliseerd. Het panel is echter op grond van de diverse verbeteringen en aanpassingen, de zeer gemotiveerde en streng geselecteerde studenten - begeleid door docenten van hoog niveau en een goede beschikbaarheid - van mening dat aan de aspecten instroom en eindniveau het voordeel van de twijfel gegeven kunnen worden. De opleiding is duidelijk „op de goede weg‟. Aangezien deze aspecten echter bijzondere aandacht vereisen en gezien het feit dat de output op dit moment nog niet goed gemeten kan worden wil het panel de opleiding in overweging geven om na 2-3 jaar een extra tussentijdse beoordeling te laten plaatsvinden. Tijdens de site visit gaven studenten te kennen dat ze geen of slechts weinig moeite hadden om het programma te volgen (eerder het tegendeel) en dat het „prima te doen was‟. De aansluiting van het programma ten opzichte van vooropleiding en ervaring leverde mede door het Bootcamp en de Refresher Course aan het begin van de studie evenmin geen problemen op. Sommigen zullen wat statistiek en kwantitatieve methoden betreft meer inzet moeten leveren dan anderen. Docenten gaven eveneens aan dat ze wat de aansluiting en het niveau betreft niet de indruk kregen dat het programma te hoog gegrepen was. Bij de start kunnen er verschillen zijn, maar door extra individuele aandacht beschikken alle studenten bij de thesis over dezelfde methodologische „toolkit‟. Ook de studenten met een rechtenachtergrond kunnen goed meekomen met de statistische en wiskundige onderdelen. Uit de cijfers blijkt dat er tot nu toe twee studenten van de 16 zijn uitgevallen. Het management heeft tijdens de site visit aangegeven dat de selectieprocedure nog strenger zal worden, met name wat betreft de beheersing van de Engelse taal. Hiervoor is een nieuwe aanvraagformulier ontworpen en is de toewijzingsprocedure aangepast. Het panel heeft ook waardering voor de goede opvang en begeleiding van met name de (meer kwetsbare) buitenlandse studenten. Hierdoor zal onnodige uitval en studievertraging zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden. Samenvattend is het panel van oordeel dat, met in achtneming van bovengenoemde aandachtspunten en overwegingen, het beoogde programma qua vorm en inhoud voldoende aansluit bij de kwalificaties van deze gemotiveerde en wat oudere studiegroep. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.5 „Instroom‟ als voldoende.
pagina 22
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4.2.6
Duur (facet 2.6) De opleiding voldoet aan formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: wo-master met minimaal 60 studiepunten. Bevindingen De wo-master LLM in Finance and Law duurt 1 jaar in de voltijd- en 2 jaar in de deeltijdvariant. De studielast bedraagt volgens het aanvraagdossier (pag. 12 en 17) 70 ECTS en komt daarmee uit op 1960 studielasturen. De werklast voor de voltijdstudenten is gelijkmatig verdeeld over twee semesters die worden verdeeld in totaal vier blokken. Overwegingen Het panel stelt vast dat de opleiding voldoet aan de formele eisen m.b.t. de omvang van het curriculum: wo-master van minimaal 60 ECTS. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 2.6 „Duur‟ als voldoende.
4.2.7
4.3 4.3.1
Samenvattend oordeel onderwerp 2 Programma Samenvattend concludeert het panel dat het oordeel ten aanzien van het onderwerp „Programma‟, met achtneming van de geformuleerde aandachtspunten en overwegingen, voldoende is.
Inzet personeel Eisen wo (facet 3.1) De opleiding sluit aan bij de volgende criteria voor de inzet van personeel van een woopleiding: Het onderwijs zal voor een belangrijk deel worden verzorgd door onderzoekers die een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Bevindingen De docenten die het onderwijs verzorgen in de wo-master LLM in Finance and Law zijn hoofdzakelijk ervaren universiteitsmedewerkers die actief betrokken zijn bij wetenschappelijk onderzoek (aanvraagdossier pag. 20). Deze zijn volgens de aanvrager bij uitstek toegerust om up-to-date onderzoek in het LLM-curriculum te brengen. Overwegingen Voorafgaand aan de site visit heeft het panel de opleiding de vraag voorgelegd om duidelijker aan te geven hoe het docentencorps was samengesteld. De opleiding antwoordde hierop schriftelijk dat het kernteam bestond uit vier docenten (waaronder drie hoogleraren) die rechtstreeks door de Duisenberg school of finance worden ingehuurd. Twee van de hoogleraren functioneren tevens als programmadirecteur. Deze kerngroep is verantwoordelijk voor bijna 50% van de cursussen die in het LLM-programma worden gegeven. De overige docenten worden voornamelijk betrokken via langdurige overeenkomsten met de partneruniversiteiten (UVA, VU, Erasmus universiteit, Universiteit van Tilburg). Deze docenten zijn allen gepromoveerd en/of hoogleraar. Daarnaast worden eveneens regelmatig een aantal gastdocenten van gerenommeerde Amerikaanse universiteiten uitgenodigd om colleges te verzorgen. Deze maken eveneens deel uit van het
pagina 23
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
netwerk van universiteiten die betrokken zijn bij het onderwijs en het onderzoek van de school. Het panel maakt uit deze informatie en de CV‟s van de docenten op dat er wat het docentencorps betreft een goede en degelijke relatie bestaat met het academische wetenschappelijk onderzoek. Nauwkeurige bestudering van de 21 CV‟s laat echter zien dat de meeste van deze docenten weliswaar stevig geworteld zijn in de academische wereld, maar dat er relatief weinig functies bekleed worden of werden in het bedrijfsleven of bij de overheid. De worteling in de beroepspraktijk is daardoor zwakker. Dit aspect zou beter ingevuld kunnen worden door bijvoorbeeld gastdocenten vanuit de praktijk intensiever bij de opleiding te betrekken en in te zetten. Dit werd tijdens de site visit eveneens gesuggereerd door de vertegenwoordigers van het werkveld. Het lijkt derhalve een goede zaak als de opleiding daar meer aandacht aan zou besteden en beter zou aangeven waar en hoe de praktijk via gastdocenten in het programma tot zijn recht komt. Het panel is op grond van de gevoerde gesprekken tijdens de site visit en de overige documentatie van mening dat het docentencorps van deze opleiding wo-master LLM in Finance and Law – met inachtneming van het genoemde aandachtspunt - voldoende in staat moet worden geacht een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.1 „Eisen wo‟ als voldoende.
4.3.2
Kwantiteit personeel (facet 3.2) Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen starten. Er wordt voldoende capaciteit vrijgemaakt om de nieuwe opleiding te kunnen continueren. Bevindingen Het aantal docenten voor de wo-master LLM in Finance and Law is voldoende om het programma adequaat uit te voeren (aanvraagdossier pag. 20-21). Hierbij baseert de opleiding zich voornamelijk op de ervaring die de Duisenberg school of finance heeft met het reeds bestaande MSc-programma Finance and Law. In een tabel op pag. 20 van het aanvraagdossier wordt de inzet van de staf in uren per groep van 14 studenten (voltijd) aangegeven. In totaal zijn er 21 docenten die gemiddeld elk 40 uur lesgeven. Daarmee komt het totale aantal lesuren uit op 840 uur. Dit komt overeen met 0,6 FTE. De dagelijks aanwezige staf wordt ingezet met 1,2 FTE, waardoor het totaal aan FTE voor de opleiding 1,8 wordt. Bij een bezetting van 14 studenten levert dat een ratio op van 7,8 studenten per FTE. Overwegingen Het panel is op grond van het aanvraagdossier en de gesprekken tijdens de site visit van mening dat er voldoende personele capaciteit – in totaal 1,8 FTE - is vrijgemaakt om de opleiding te beginnen en te continueren. Dat is in feite voor een deel reeds gebeurd aangezien de wo-master LLM in Finance and Law sinds augustus 2009 met 16 studenten (12 voltijd en 4 deeltijd) van start is gegaan. Het panel vroeg zich wel af of deze capaciteit ook voldoende zal zijn bij een beoogde inschrijving van 40-50 studenten. Het management deelde hierover tijdens de site visit mee, dat indien nodig extra docenten vanuit de samenwerkende universiteiten en het (internationale) netwerk van de Duisenberg school of finance ingezet zullen worden. Wat dat betreft heeft de school reeds nuttige ervaring opgebouwd met de overige masteropleidingen die worden aangeboden.
pagina 24
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Het panel wil overigens opmerken dat de genoemde staff/student ratio van 7,8 studenten per FTE een geflatteerd beeld geeft van capaciteit en begeleiding. In de berekening gaat men uit van een startsituatie met slechts 14 studenten. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.2 „Kwantiteit personeel‟ als voldoende.
4.3.3
Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in te zetten personeel is gekwalificeerd voor een inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma. Bevindingen Bijlage 3 van het aanvraagdossier (pag. 52 t/m 78) geeft een overzicht van de CV‟s van de 21 in te zetten docenten. Deze docenten zijn in de meeste gevallen eveneens betrokken bij het MSc-programma Finance and Law van de Duisenberg school en/of werkzaam bij de vier partneruniversiteiten (UVA, VU, Erasmus Universiteit en de Universiteit Tilburg). Aangegeven wordt dat de namen eerder als indicatief dan als definitief moeten worden gezien (aanvraagdossier pag. 21). De toetsing van de docenten vindt regelmatig plaats c.q. zal regelmatig plaatsvinden (aanvraagdossier pag. 21 en 25 t/m 27). Meer dan 90% van hen hebben een PhD en de rang van Assistent Professor, Associate Professor of Professor. Alle faculteitsleden zijn internationaal bekende onderzoekers. Er zal tevens gebruik worden gemaakt van gastdocenten met name van hen die praktische ervaring hebben in de zakenwereld. Verwacht wordt dat tenminste 75% van het onderwijs door de eigen staf verzorgd zal worden. Overwegingen Het panel heeft tijdens de site visit in het overleg met de docenten/ontwikkelaars, vertegenwoordigers van het bestuur/management en het werkveld een positieve indruk gekregen van hun motivatie en betrokkenheid. De docenten gaven aan dat er voldoende ervaring binnen het team is en dat ze regelmatig onderling informeel en structureel overleg hebben (zie ook facet 2.3 Samenhang programma). Ook met betrekking tot het internationale aspect kan het docentencorps door de inzet van buitenlandse docenten en de goede internationale contacten met buitenlandse bedrijven en universiteiten de toets der kritiek goed doorstaan. De academische kwaliteit is ruimschoots aanwezig. Studenten beaamden dit tijdens de site visit eveneens. Ze zijn zeer tevreden over de kwaliteit van de lessen, workshops en begeleiding. Ook uit de evaluatieformulieren blijkt dat studenten hun docenten zeer waarderen. Bij vragen of problemen zijn de docenten en de programmadirecteuren goed te bereiken en wordt adequaat gereageerd. Ook de vertegenwoordigers van het werkveld gaven tijdens de site visit aan veel vertrouwen te hebben in de kwaliteit van het docentencorps: “De basis is goed en ze hebben een uitstekende reputatie”. De ambitie is om - in samenwerking met het Tinbergen Instituut - van de Duisenberg school of finance een echt researchcentrum te maken. Ten aanzien van het betrekken van gastsprekers met een goede worteling in de praktijk merkt het panel op dat uit het aanvraagdossier en de gesprekken tijdens de site visit niet echt duidelijk werd hoe intensief en wanneer die ingezet zullen worden (zie ook facet 3.1). De opleiding zou dat kwaliteitsaspect extra aandacht kunnen geven.
pagina 25
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Samenvattend is het panel van mening dat, ondanks het ook hier gesignaleerde aandachtspunt met betrekking tot de in te zetten (gast)docenten met actuele praktijkervaring, het personeel van de opleiding voldoende het vertrouwen van het panel geniet. Er is binding met voldoende kwaliteit „in huis‟. De opleiding moet daarom in staat zijn om spoedig het aspect „worteling in de praktijk‟ meer en beter tot zijn recht te laten komen, waarmee de kwaliteit van de inhoudelijke, onderwijskundige en organisatorische realisatie van het programma verder kan worden aangescherpt. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 3.3 „Kwaliteit personeel‟ als voldoende. 4.3.4
pagina 26
Samenvattend oordeel onderwerp 3 Inzet personeel Alle drie facetten van het onderdeel „Kwaliteit Personeel‟ zijn door het panel beoordeeld met een voldoende. Derhalve beoordeelt het panel het onderwerp als geheel voldoende.
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4.4 4.4.1
Voorzieningen Materiële voorzieningen (facet 4.1) De beoogde huisvesting en materiële voorzieningen zijn toereikend om het programma te realiseren. Bevindingen Duisenberg school of finance heeft twee locaties in het centrum van Amsterdam (aanvraagdossier pag. 22). Beschikbaar zijn 4 leslokalen (20-60 studenten), kantoorruimten en studentfaciliteiten. Vanwege de relatie met de partneruniversiteiten kunnen tevens extra leslokalen, bibliotheken met online databases, culturele en sport- en computerfaciliteiten, mensae en medische voorzieningen aan studenten geboden worden. Computers, beamers en internetverbindingen zijn in verschillende lokalen aanwezig. De Virtual Learning Environment (Duisenberg school on line) biedt informatie over algemene zaken, evenementen, gedetailleerde beschrijvingen van vakken (literatuur, syllabi) en programma‟s, medestudenten, het Career Resource Centre (carrièreplanning), een communicatieforum, en RSS-feeds voor financieel nieuws. Er zijn 44 moderne computerplekken voor studenten ingericht. Deze zijn verbonden met het netwerk van de Duisenberg school of finance. Overwegingen Tijdens de site visit hebben een vertegenwoordiger van het panel en de secretaris een rondleiding gekregen langs de verschillende leslokalen en de studeer- en computerruimtes van de Duisenberg school of finance. Naar de mening van het panel voldoen deze voorzieningen. Daarbij moet worden opgemerkt dat, vanwege de verwachte groei van de verschillende opleidingen, de school volgend jaar zal verhuizen naar een nieuwe moderne locatie aan de rand van Amsterdam met meer ruimte en faciliteiten. Het panel vindt dat de voorzieningen die door de Duisenberg school of finance in samenwerking met de UVA aan studenten worden geboden voldoende kwaliteit bezitten. Het panel stelt verder vast dat door de elektronische leeromgeving (email, internet, Blackboard, Duisenberg school on line) ) een efficiënte uitwisseling en communicatie tussen studenten onderling en tussen studenten en docenten/staf plaats kan vinden. Het panel is derhalve van mening dat de beoogde huisvesting en materiële voorzieningen voldoende toereikend zijn om het programma te kunnen realiseren. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.1 „Materiële voorzieningen‟ als voldoende.
4.4.2
Studiebegeleiding (facet 4.2) Er is voorzien in personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening aan studenten die adequaat zijn met het oog op de studievoortgang. Bevindingen (Buitenlandse) studenten worden bij de Duisenberg school of finance begeleid door (aanvraagdossier pag. 23): De Programme Manager en Programme Co-ordinator: inlichtingen, aanvraag, praktische zaken (visa, huisvesting, testresultaten enz.), studieplanning, studievertraging of deficiënties, vakkenpakket, toetsen en examenreglement;
pagina 27
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
De Programme Directors: inhoud van het masterprogramma, masterthesis; De Student Counsel & Career Services Manager : studieplanning, stage, workshops (voltijd), PhD-vervolgtraject, individuele carrièrebegeleiding, netwerk industrie/academia en alumni. Een Programme Committee van relevante academische specialisten maakt deel uit van het managementsysteem (aanvraagdossier pag. 23). Examencijfers worden automatisch per email doorgestuurd en zijn via de website altijd en overal voor de studenten beschikbaar. Verschillende „career events‟ zoals bedrijfspresentaties zullen gedurende de studietijd georganiseerd worden om studenten voor te lichten en te introduceren bij de financiële industrie. Bedrijven in binnen- en buitenland worden door de opleiding actief benaderd en betrokken bij deze carrière-activiteiten (aanvraagdossier pag. 23). Overwegingen Op grond van de documentatie, de rondleiding en uitleg met betrekking tot de faciliteiten, de digitale leeromgeving en de gesprekken met het management, docenten en studenten heeft het panel zich een beeld kunnen vormen van studiebegeleiding en informatievoorziening ten aanzien van de wo-masteropleiding LLM in Finance and Law. Mede door de ervaren staf, de goede relaties met de samenwerkende universiteiten en de ervaringen met de reeds functionerende overige opleidingen van de Duisenberg school of finance zullen de docenten en het ondersteunend personeel op adequate wijze de coaching van deze (buitenlandse) studenten vorm en inhoud kunnen geven. De relatief kleine studiegroepen en de gunstige student/docent ratio zullen hiertoe eveneens bijdragen (zie ook facet 3.2). Studenten gaven tijdens de site visit aan dat docenten goed toegankelijk waren. Er heerst een „open deur‟ sfeer bij de opleiding. Het panel heeft tevens waardering voor het feit dat de Duisenberg school of finance in samenwerking met de UVA de digitale leeromgeving en daarmee de informatievoorziening en communicatie - die voor deze groep (buitenlandse) studenten extra belangrijk is - via Blackboard, internet en email op een goede manier stimuleert en faciliteert. Samenvattend is het panel van mening dat de Duisenberg school of finance goed voor zijn studenten zorgt. De wo-masteropleiding LLM in Finance and Law moet in staat zijn om te voorzien in een personele capaciteit voor studiebegeleiding en informatievoorziening, die voldoende adequaat is met het oog op de studievoortgang. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 4.2 „Studiebegeleiding‟ als voldoende. 4.4.3
pagina 28
Samenvattend oordeel onderwerp 4 Voorzieningen De materiële voorzieningen en de studiebegeleiding beoordeelt het panel als voldoende. Daarmee beoordeelt het panel het onderwerp „Voorzieningen‟ als geheel voldoende.
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4.5 4.5.1
Interne kwaliteitszorg Systematische aanpak (facet 5.1) Er is voorzien in een systeem van interne kwaliteitszorg, waarbij mede aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen worden getroffen. Bevindingen Het aanvraagdossier (pag. 25) meldt het volgende: met betrekking tot de kwaliteitszorg kent de Duisenberg school of finance een Advisory Board en daarnaast twee Programme Directors die verantwoordelijk zijn voor de inhoudelijke kwaliteit van het LLM-programma. Zij zijn verplicht om eenmaal per jaar een rapport te overleggen aan een Programme Committee. Het kwaliteitssysteem bestaat uit de volgende instrumenten (aanvraagdossier pag. 26-27, bijlage 5-7): Evaluaties van studievakken en docenten door alle studenten (bijlage 5): literatuur, toetsing, studielast, duidelijkheid, structuur enz. Evaluatie van het programma door alle geslaagde studenten: inhoudelijk, samenhang, organisatie, faciliteiten, services, logistiek enz. Klachten: een Complaints Committee behandelt - eventueel in samenwerking met de Programme Managers - klachten van studenten betreffende docenten, staf, programma, faciliteiten enz. Voorlichting/begeleiding van studenten en geslaagden: de Counsel and Career Services Manager is belast met de carrièreperspectieven (markt, kwaliteit van banen, vervolgopleidingen enz.). De Program Directors, de Programme Manager, de Educational Board (bestaande uit de Programme Directors en studenten) en (jaarlijks) het Programme Committee beoordelen de evaluaties en ondernemen acties. Ad hoc monitoring gedurende de lessen gebeurt eveneens door de Educational Board. Feedback van alumni en de bedrijven waar studenten hun stages lopen zal eveneens worden ingezet bij de kwaliteitsbeoordeling. De Programme Directors bespreken de resultaten met de Dean waarna verbetermaatregelen worden samengevat in een Letter of Understanding. Een Academic Counsel (aanvraagdossier pag. 27) beoordeelt het studieprogramma als geheel eens per 2-3 jaar. De Examination Board keurt de uiteindelijke cijfers en diploma‟s van deelnemers. Verbetermaatregelen kunnen bestaan uit extra training en coaching van docenten, aanpassing van literatuur en studielast, examineervorm of onderwijsstijlen enz. Overwegingen Het panel stelt na het bestuderen van het aanvraagdossier en de gesprekken tijdens de site visit vast dat de Duisenberg school of finance de beschikking heeft over een functionerend systeem van kwaliteitszorg, dat zich met name de komende tijd zal moeten bewijzen. Voordeel hierbij is dat de andere opleidingen van de Duisenberg school of finance gestart zijn in 2008, zodat het kwaliteitssysteem reeds vanaf die tijd kon worden beproefd. Dit heeft al tot enkele verbetermaatregelen geleid. Aandachtspunt hierbij is wel dat bij de verwachte groei van de Duisenberg school of finance de procedures scherp in de gaten gehouden dienen te worden. Ze moeten tevens verder worden uitgewerkt en vastgelegd.
pagina 29
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Een ander aandachtspunt betreft de samenstelling van de verschillende committees. De opleiding zou er goed aan doen daarover in haar communicaties meer duidelijkheid te verschaffen. Het panel heeft voldoende vertrouwen in de ontwikkeling van het gehanteerde systeem van kwaliteitscontrole van de wo-masteropleiding LLM in Finance and Law. Mede daarmee zullen aan de hand van toetsbare streefdoelen en periodieke evaluaties verbetermaatregelen getroffen kunnen worden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.1 „Systematische aanpak‟ als voldoende.
4.5.2
Betrokkenheid (facet 5.2) Bij de interne kwaliteitszorg zullen medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief worden betrokken. Bevindingen Volgens het aanvraagdossier (pag. 28) spelen studenten een sleutelrol in de kwaliteitstoetsing van het onderwijs via de regelmatige evaluaties van lessen, docenten en het programma. De resultaten hiervan worden doorgegeven aan de Educational Board van de opleiding. Het Programme Committee analyseert deze resultaten eveneens en voegt er eigen commentaar en suggesties voor verbetering aan toe. De Letters of Understanding (zie facet 5.1) worden weer teruggemeld naar het Programme Committee. Samenvattingen van evaluatieresultaten en commentaar worden online gepubliceerd en naar studenten geemaild. Sinds 2010 bestaat er een Alumni Board bestaande uit studenten, alumni, de student counselor en de Dean. Doel ervan is het ontwikkelen van een solide relatienetwerk. Overwegingen Het panel stelt op grond van het aanvraagdossier en de gesprekken tijdens de site visit vast dat medewerkers (docenten) en studenten actief bij de interne kwaliteitszorg betrokken (zullen) worden. De formele positie van studenten in de verschillende commissies, met name die met betrekking tot het opleidingsniveau, is echter niet duidelijk. Het panel is van mening dat zo‟n formalisering gewenst is; verbetering is hier mogelijk. Het afnemend beroepenveld is vertegenwoordigd in de „Board‟ (aanvraagdossier pag. 5), waarin vertegenwoordigers van het werkveld zitting hebben. De leden komen op regelmatige basis bij elkaar om het curriculum kritisch tegen het licht van de beroepspraktijk te houden. Tijdens de site visit gaven de vertegenwoordigers van het werkveld aan dat er een groeiende belangstelling voor deze wo-master LLM in Finance and Law binnen hun beroepen is. Ze willen graag betrokken blijven bij de verdere ontwikkeling ervan en denken daarbij aan het leveren van docenten en expertise „uit het veld‟, het mogelijk maken van stageplaatsen en het aanbieden van eigen personeel om de opleiding te volgen. Alumni zijn voor deze startende opleiding uiteraard nog niet aanwezig, maar er is al wel een Alumni Board opgericht waar afgestudeerden van de LLM in Finance and Law vanaf volgend studiejaar zitting in kunnen nemen. Duisenberg school of finance geeft daarmee aan dat ook dit alumninetwerk van belang is om een goed contact met het werkveld te houden en daarmee de kwaliteit van de opleiding mede te kunnen waarborgen. Samenvattend is het panel van mening dat docenten, studenten en het afnemend werkveld op voldoende wijze actief aan de interne kwaliteitszorg (kunnen) deelnemen. Alumni zullen dat eveneens gaan doen vanaf september 2010.
pagina 30
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Conclusie Het panel beoordeelt het facet 5.2 „Betrokkenheid‟ als voldoende.
4.5.3
pagina 31
Samenvattend oordeel onderwerp 5 Interne kwaliteitszorg Het panel beoordeelt de twee facetten binnen het onderwerp „interne kwaliteitszorg‟ als voldoende. Daarmee wordt het eindoordeel van het onderwerp Interne Kwaliteitszorg als geheel voldoende.
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4.6 4.6.1
Continuïteit Afstudeergarantie (facet 6.1) De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen. Bevindingen Duisenberg school of finance is een financieel gezonde organisatie met een financiële backup van sponsors en een academische ondersteuning van de partneruniversiteiten (aanvraagdossier pag. 29). Contracten met de faculteit en de universiteiten worden voor de duur van tenminste twee jaar gemaakt. Er worden programma‟s van een jaar aangeboden en zo nu en dan voor werkstudenten van twee jaar. Voor een periode van telkens twee jaar zal aan de verplichtingen voldaan kunnen worden. De school heeft naast de LLM in Finance and Law drie andere MSc-opleidingen en werkt samen met het Tinbergen Instituut door MPhil- en PhD-programma‟s aan te bieden op het gebied van financiën (aanvraagdossier pag. 3). Overwegingen Het panel heeft door de gegevens van het aanvraagdossier en de gesprekken tijdens de site visit voldoende vertrouwen in de financiële positie van de Duisenberg school of finance en de garantie die geboden wordt om studenten de nieuwe wo-masteropleiding LLM in Finance and Law volledig te laten doorlopen. Aangezien alleen een intentieverklaring met het Tinbergen Instituut was bijgevoegd in het aanvraagdossier heeft de opleiding op verzoek van het panel na de site visit nog kopieën van een aantal relevante contracten opgestuurd. De opleiding verwacht geen problemen wat betreft de inschrijving voor het programma LLM in Finance and Law aangezien zich nu reeds meer kandidaten hebben aangemeld dan geplaatst zullen en kunnen worden. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.1 „Afstudeergarantie‟ als voldoende.
4.6.2
Investeringen (facet 6.2) De voorziene investeringen zijn toereikend om de opleiding (inclusief voorzieningen) tot stand te brengen. Bevindingen Duisenberg school of finance wordt op (meer dan) jaarbasis gesponsord door de belangrijkste Nederlandse financiële instituten en door de lokale en nationale overheid (aanvraagdossier pag. 29). De jaarlijkse uitgaven van het masterprogramma worden eveneens gefinancierd via het collegegeld van studenten (26.000 euro, aanvraagdossier pag. 92 ). Vanwege de beperkte duur van de sponsorcontracten zullen de onderzoeksprogramma‟s niet op lange termijn gepland worden. Overwegingen Het panel constateert op grond van het aanvraagdossier, de financiële bijlage (bijlage 8 en 9 van dat dossier, pag. 92-104) en de gesprekken tijdens de site visit dat de Duisenberg
pagina 32
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
school of finance voor de ontwikkeling van het programma voldoende heeft geïnvesteerd en gereserveerd om de wo-masteropleiding LLM in Finance and Law tot stand te brengen. Wat betreft de faciliteiten die nodig zijn, maakt de opleiding voor een groot deel gebruik van bestaande voorzieningen, hetgeen betekent dat in dat verband geen aanvullende investeringen nodig zijn. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.2 „Investeringen‟ als voldoende.
4.6.3
Financiële voorzieningen (facet 6.3) De financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten zijn voldoende voor dekking van de aanloopverliezen. Bevindingen De kosten om de Duisenberg school of finance op te zetten werden gedekt door subsidies van het Ministerie van Economische Zaken (2.485.000 euro) en de stad Amsterdam (ook 2.485.000 euro). Over het verlengde jaar 2008 werd een positief resultaat geboekt van 2.3 miljoen euro. Door sponsoring, dochterondernemingen en collegegeld werd 4.8 miljoen euro verdiend. De totale kosten bedroegen 2.5 miljoen euro (aanvraagdossier 29-30 en bijlage 8 en 9). Het is de bedoeling dat de directe kosten voor de wo-master LLM in Finance and Law (400.000 euro/jaar) voor het grootste deel bekostigd zullen worden door de studenten zelf. In 2009 waren er 16 studenten voor deze opleiding. In 2011 zal dit aantal naar verwachting zijn toegenomen tot 25 studenten (aanvraagdossier pag. 92). Overwegingen De gegevens die de opleiding verstrekt in het aanvraagdossier en de gesprekken tijdens de site visit geven het panel voldoende vertrouwen dat de financiële voorzieningen voor de gecalculeerde negatieve resultaten de eventuele aanloopverliezen kunnen opvangen. De wo-master LLM in Finance and Law is inmiddels in september 2009 van start gegaan met 16 studenten waarvan er twee zijn afgevallen. De belangstelling voor de opleiding is dusdanig dat niet gevreesd hoeft te worden dat er te weinig kandidaten voor de komende cursusjaren zullen zijn. Het panel merkt op dat Duisenberg school of finance een stichting is zonder winstoogmerk welke aanzienlijk door de overheid is gesubsidieerd en door het bedrijfsleven wordt gesponsord. Dit sponsorgeld wordt gebruikt om de operationele kosten te dekken en tegelijk het ambitieuze onderzoeksprogramma te financieren. Het panel vindt het een goede zaak dat dit sponsorgeld tevens voor een deel wordt aangewend om studenten door middel van beurzen de opleiding te laten volgen. In 2009 bedroeg het aantal beurzen 60% van het totale lesgeld. Dit zal de komende jaren teruggebracht worden tot gemiddeld 30 %. Conclusie Het panel beoordeelt het facet 6.3 „Financiële voorzieningen‟ als voldoende.
4.6.4
pagina 33
Samenvattend oordeel onderwerp 6 Continuïteit De facetten afstudeergarantie, Investeringen en Financiële voorzieningen zijn alle met een voldoende beoordeeld. Het panel beoordeelt het onderwerp Continuïteit als geheel dan ook voldoende.
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
5
Overzicht advies De onderstaande tabel geeft per onderwerp en per facet het oordeel van het panel uit hoofdstuk 4 weer.
Onderwerp
Oordeel
1 Doelstellingen V
2 Programma
V
3 Inzet personeel V
4 Voorzieningen
5 Interne kwaliteitszorg
V
V
6 Continuïteit V
Facet 1.1 Domeinspecifieke eisen
V
1.2 Master
V
1.3 Oriëntatie wo
V
2.1 Eisen wo
V
2.2 Relatie doelstellingen programma 2.3 Samenhang programma
V
2.4 Studielast
V
2.5 Instroom
V
2.6 Duur
V
3.1 Eisen wo
V
3.2 Kwantiteit
V
3.3 Kwaliteit
V
4.1 Materiële voorzieningen
V
4.2 Studiebegeleiding
V
5.1 Systematische aanpak
V
5.2 Betrokkenheid
V
6.1 Afstudeergarantie
V
6.2 Investeringen
V
6.3 Financiële voorzieningen
V
V = voldoende O = onvoldoende
pagina 34
Oordeel
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
V
Bijlage 1: Samenstelling panel Drs. V.I. Goedvolk, voorzitter. Oud-bestuurder Fortis ASR N.V. Daarvoor o.a. werkzaam als plaatsvervangend SecretarisGeneraal bij het Ministerie van Financiën. Thans actief als bestuurder en commissaris bij non-profit instellingen en ondernemingen. Prof. dr. D. Heremans, panellid. Doctor in de Rechten (KU Leuven),PhD Economics (Univ. California, UCLA). Emeritus Hoogleraar (met opdracht) in de monetaire economie (Faculteit Economie en Bedrijfswetenschappen) en in de rechtseconomie (Faculteit Rechtsgeleerdheid) Universiteit Leuven (KU Leuven). Ere-lid Raad van Bestuur,Toezichthoudende Commissie Bank- en Financiewezen (CBF), en Hoge Raad van Financiën, België. Bestuurder en lid Auditcomité KBC Groep N.V. Mr. J.M.H. Van Staveren, panellid. Vervulde van 1976 tot 1988 verschillende ambten binnen de rechtbank Amsterdam. Van 1988 tot 1993 was zij rector van het opleidingsinstituut rechterlijke macht (SSR) te Zutphen. Hierna werkte zij als (coördinerend) vice-president en bestuurslid van de rechtbank Zutphen. Vanaf januari 2003 tot augustus 2007 was zij raadsheer bij het gerechtshof Amsterdam. In het verleden fungeerde zij o.a. als lid van de Visitatiecommissie van de VSNU voor de juridische opleiding bij de Nederlandse universiteiten, alsmede te Aruba en Suriname. Tevens was zij voorzitter van de werkgroep beroepsorganisatie Nederlandse Vereniging voor Rechtspraak. L. Westerveld, student-panellid. Lisa Westerveld volgt de master sociale en politieke filosofie aan de Radboud Universiteit Nijmegen (RU). Zij was in de collegejaren 2007-2009 voorzitter van de Landelijke Studenten Vakbond (LSVb). Daarvoor was zij onder meer voorzitter en raadslid van de Universitaire Studentenraad aan de RU, lid van het college van Beroep voor de Examens (CBE) en twee jaar lid van de opleidingscommissie. Mr. M. in t Veld – van den Bos, procescoördinator van de NVAO. Drs. H.J.M.M. Tubbing, secretaris.
Alle panelleden hebben een onafhankelijkheidsverklaring ingevuld en ondertekend.
pagina 35
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Bijlage 2: Programma site visit Het panel heeft op 18 mei 2010 een bezoek gebracht aan de locatie voor de toetsing van de nieuwe opleiding wo-master LLM in Finance and Law van de Duisenberg school of finance. Locatie: Roeterstraat 33, 1018 WB Amsterdam
Programma 09.30 uur 10.45 uur 11.45 uur 12.30 uur 13.30 uur 14.30 uur 15.30 uur 16.30 uur 16.45 uur 17.15 uur 18.00 uur
voorbespreking, locatiebezichtiging, materiaalbestudering en besloten vergadering panel gesprek met het management gesprek met de docenten Lunch (besloten) gesprek met studenten gesprek met vertegenwoordigers van het werkveld besloten overleg panel afrondend gesprek met het management nabespreking, besloten vergadering panel bezoek delegatie panel aan de locatie Henri Polaklaan 13, Amsterdam einde site visit
Aanwezigen Panel Drs. V.I. Goedvolk (voorzitter) Prof. dr. D. Heremans (panellid) Mr. J.M.H. Van Staveren (panellid) L. Westerveld (student-panellid) Mr. M. In „t Veld – van den Bos, procescoördinator van de NVAO Drs. H.J.M.M. Tubbing, secretaris Management Prof. dr. D. Schoenmaker, dean Prof. dr. F. Lopez de Silanes, programme director Prof. dr. J.A. McCaherty, programme director MSc M.F. Wagter, auteur informatiedossier Drs. W.G. Touber, auteur informatiedossier Docenten Prof. dr. F. Lopez de Silanes Prof. dr. J.A. McCaherty Dr. Z. Sautner Mr. M.C. Schouten Dr. A. Schwienbacher Prof. dr. R. Thomas Studenten Carlos Barillas (voltijd)
pagina 36
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Sanne Blom (voltijd) Sjoerd van der Eijk (voltijd) Jing Li (voltijd) Pieter Wickel (deeltijd) Rob van der Zande (voltijd) Werkveld Mr. O. van Angeren, advocaat-partner, Houthoff Buruma C.C.A. van den Berg, de Nederlandse Bank Prof. mr. L. Timmerman, advocaat-generaal, Hoge Raad der Nederlanden Prof. Dr. J. Winter, partner, De Brauw Blackstone Westbroek
pagina 37
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Aanvraagdossier opleiding/instelling Aanvraagdossier ten behoeve van toets nieuwe opleiding wo-master LLM in Finance and Law inclusief tien bijlagen Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek Studieboeken Readers (bootcamp, refresher course, studievakken) CV‟s van studenten Examens Verschillende evaluaties en invulformulieren Lesrooster wo-master LLM in Finance and Law Blok 1 t/m 4 Uitgebreide beschrijving van het vak International Corporate Governance (o.a met lesrooster en bibliografie) De nieuwe programmaopzet van de wo-master LLM in Finance and Law Studentstatistieken van de wo-master LLM in Finance and Law en overige opleidingen van de Duisenberg school of finance Overige documenten Email van 6 mei 2010: Antwoorden op door het panel gestelde vragen Bijlage 1: lesrooster wo-master LLM in Finance and Law (blok 1 t/m 4) Bijlage 2: Studiegids Bijlage 3: Studentprofiel wo-master LLM in Finance and Law Bijlage 4: Onderwijs- en examenreglement Bijlage 5: intentieverklaring Duisenberg school of finance met universiteiten en het Tinbergen Instituut Programma site visit 18 mei 2010 (vertegenwoordigers) Duisenberg routebeschrijving Email van 21 mei 2010 1. Research a. Research Agenda b. Call for Research Fellows c. Namen Research Fellows d. Research Seminars e. Policy Papers: DSF Policy Paper 1: Liquidity Risk Charges, Enrico Perotti and Javier Suarez DSF Policy Paper 2: In Banking, is Small Beautiful?, Jean Dermine and Dirk Schoenmaker DSF Policy Paper 3: Empowering ECB to Supervise Banks, Gerard Hertig, Ruben Lee and Joseph McCahery DSF Policy Paper 4: Living Wills as a Catalyst for Action, Emilios Avgouleas, Charles Goodhart and Dirk Schoenmaker 2. Examples of other Finance and Law Programmes 3. Outline LLM in Finance and Law of DSF
pagina 38
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
4.
Contracten met universiteiten De volgende contracten zijn bijgevoegd: a. Facilities: Huurovereenkomst UvA b. Facilities: ICT mantelovereenkomst UvA c. Programma‟s: overeenkomst DSF / UvA voor MSc in Law and Finance d. Overeenkomst DSF – Tinbergen voor Mphil – PhD e. Contracten voor DSF Faculty LLM Finance and Law Programme Director Prof. Joe McCahery Programme Director Prof. Florencio Lopez de Silanes DSF Hoogleraar Prof. Jaap Winter Email van 18 juni 2010 Cover letter Explanatory Memorandum Amended Application for Initial Accreditation LLM in Finance and Law Academic Background and Work Experience LLM students 2009-2010 Email van 28 juli 2010 Cover letter Answers to the additional questions, asked by the NVAO-panel 12 july 2010 CV P.J. Ingram CV P.G.J. Wickel Gecorrigeerde lijst Academic Background and work experience LLM students 2009-2010 Teachers availability LMM programme Study Guide 2010-2011 LMM in Finance and Law
pagina 39
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Bijlage 4: Lijst met afkortingen
ba ECTS hbo LLM ma NVAO wo
pagina 40
bachelor European Credit Transfer System hoger beroepsonderwijs Master of Laws master Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie wetenschappelijk onderwijs
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op toetsing van de nieuwe opleiding wo-master LLM in Finance and Law van de Duisenberg school of finance. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 N T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer:
pagina 41
#3907
NVAO | Duisenberg school of finance wo-master LLM in Finance and Law | augustus 2010