wo-master International Tax Law Universiteit van Amsterdam 15 januari 2015 NVAO beperkte Toets nieuwe opleiding

wo-master International Tax Law Universiteit van Amsterdam

15 januari 2015 NVAO beperkte Toets nieuwe opleiding

Paneladvies

1

Samenvattend advies

3

2

Werkwijze panel

5

3

Beschrijving van de opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding

6 6 6 6

4

Beschrijving van de opleiding 4.1 Beoogde eindkwalificaties 4.2 Onderwijsleeromgeving 4.3 Toetsing 4.4 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen 4.5 Algemene conclusie over de kwaliteit van de opleiding 4.6 Aanbevelingen

8 8 11 14 15

Overzicht oordelen

18

5

pagina 2

16 16

Bijlage 1: Samenstelling panel

19

Bijlage 2: Programma locatiebezoek

21

Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten

22

Bijlage 4: Lijst met afkortingen

23

NVAO | Universiteit van Amsterdam wo-master International Tax Law | 15 januari 2015

1 Samenvattend advies Dit samenvattend advies omvat de voornaamste overwegingen en conclusies van het panel over de aanvraag tot accreditatie voor de nieuwe opleiding wo-master International Tax Law van de Universiteit van Amsterdam. De Universiteit van Amsterdam en het IBFD hebben een overeenkomst gesloten om deze opleiding in gezamenlijkheid op te zetten en uit te voeren. Voor het panel is het van groot belang dat alleen de universiteit i.c. de Faculteit der Rechtsgeleerdheid de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de opleiding draagt. Zowel in de uitspraken van betrokkenen als in de schriftelijke overeenkomst heeft het panel dat ondubbelzinnig aangetroffen. Om die reden is het panel tevreden over de aard van deze samenwerking. De opleiding heeft naar het oordeel van het panel een heldere en relevante doelstelling, zijnde de studenten op te leiden om complexe vraagstukken in het internationaal belastingrecht te analyseren en op te lossen, daarbij de verschillende bronnen van dat recht bijeen te brengen en te synthetiseren en van daaruit beleid te ontwikkelen. De technische kennis van het internationaal belastingrecht moet daarbij als ondersteuning worden gezien. De eindkwalificaties zijn de afspiegeling van de doelstelling. Veel zaken die in de doelstelling besloten zijn, komen in de eindkwalificaties tot hun recht. Het panel mist echter twee elementen die naar zijn smaak daar ook een plaats verdienen. In de eerste plaats is dat het ontwikkelen van beleid, mede als aanvulling op de analyse daarvan. In de tweede plaats gaat het om de afweging van ethische aspecten in zaken van internationaal belastingrecht. De eindkwalificaties voldoen wel ten volle aan het niveau van de master. Het profiel van de opleiding is mede in de vergelijking met andere, soortgelijke opleidingen in Nederland en daarbuiten op een heldere wijze door het opleidingsmanagement beschreven. Het panel vindt dat de doelstelling en eindkwalificaties naar behoren aansluiten bij de beoogde functies bij overheden, in de advocatenpraktijk en in het onderzoek. Het opleidingsmanagement beschikt in de vorm van de adviesraad van het ACTL en het IBFD over hoogwaardige externe expertise waardoor de opleiding actueel gehouden kan worden. De toelatingseisen die het opleidingsmanagement aan de aspirant-studenten stelt en de bijbehorende toelatingsprocedure zijn effectief om juist die studenten toe te laten die deze opleiding met succes zullen kunnen doorlopen. De eindkwalificaties zijn naar behoren in het curriculum opgenomen. Het panel is te spreken over de inzet van de faculteit om alle vakken speciaal voor deze opleiding te ontwikkelen. In deze vakken komt de signatuur van de opleiding goed tot uiting, zoals onder meer blijkt uit het beleidsaspect dat het panel in veel vakken heeft gezien. De inhoud van de vakken en van de voorgeschreven literatuur zijn van een gepast niveau. Het personeelsbeleid voor de opleiding is passend. Positief daarin is dat alle coördinatoren van de vakken docenten van de Universiteit van Amsterdam zijn en dat duidelijke eisen aan alle docenten worden gesteld, of ze nu van de universiteit of van het IBFD afkomstig zijn. Naar het oordeel van het panel zijn de docenten die voor deze opleiding zijn aangezocht goede onderzoekers op hun vakgebied en vooraanstaande deskundigen op het gebied van het internationaal belastingrecht. Het onderzoek dat zij doen, zullen zij in de vakken naar voren brengen. Het ACTL en het IBFD zullen een positieve rol kunnen spelen in de opzet en

pagina 3


de structurering van deze opleiding, ook in relatie tot het onderzoek. Het aantal docenten dat ingezet zal worden, is voldoende. Tot slot ziet het opleidingsmanagement adequaat toe op de kwaliteiten en de inbreng van de gastdocenten. De werkvormen in de opleiding zijn gepast, ook al zijn de hoorcolleges nogal overheersend. Het opleidingsmanagement heeft echter duidelijk gemaakt dat de studenten daarin actief participeren. Daarnaast worden in het vak Tax treaties, in de Moot court en in de scriptie de schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden van de studenten aangesproken. De studiebegeleiding en de faciliteiten die binnen de opleiding worden aangeboden, zijn naar de mening van het panel passend. De opleiding volgt het facultaire toetsbeleid, dat volgens het panel voldoet. Het panel heeft een positieve indruk gekregen van het voorgenomen optreden van de examencommissie inzake deze opleiding. Deze commissie zal met name toezien op de benoeming van de examinatoren en via de toetscommissie op de kwaliteit en het niveau van de toetsen en de afstudeerscripties. De toetsvormen die het opleidingsmanagement heeft gekozen, hebben genoeg variëteit. De werkwijze die bij het opstellen en beoordelen van toetsen wordt gevolgd, draagt bij aan de validiteit van de toetsen en de betrouwbaarheid van de beoordeling daarvan. Ook de leerdoelen en de structuur van begeleiding en beoordeling van de masterscriptie zijn naar behoren. Het panel heeft kennis genomen van de afstudeergarantie ten aanzien van deze opleiding van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en acht deze toereikend. Daarnaast heeft het panel de begroting bestudeerd en op grond daarvan vastgesteld dat de exploitatie van deze opleiding haalbaar is, gegeven ook de betrokkenheid die de Universiteit van Amsterdam en het IBFD in dezen ten toon hebben gespreid. De financiële spankracht van beide organisaties is voldoende om eventuele tegenvallers op te vangen. Op grond van bovenstaande overwegingen adviseert het panel de NVAO om positief te besluiten over de kwaliteit van de nieuwe opleiding wo-master International Tax Law van de Universiteit van Amsterdam.

Den Haag, 15 januari 2015 Namens het panel ter beoordeling van de beperkte Toets nieuwe opleiding van de womasteropleiding International Tax Law van de Universiteit van Amsterdam,

prof. mr. dr. J.E. Bosch-Boesjes (voorzitter)

pagina 4

drs. W.J.J.C. Vercouteren RC (secretaris)


2 Werkwijze panel De NVAO heeft een panel vastgesteld met volgende samenstelling: – prof. mr. dr. J.E. Bosch-Boesjes, emeritus hoogleraar Rechtsgeleerdheid en gewezen dean University of Groningen Honours College, Rijksuniversiteit Groningen, voorzitter; – prof. mr. dr. G.J.M.E. de Bont, partner De Bont Advocaten en hoogleraar Formeel Belastingrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam, panellid; – prof. mr. dr. S.C.W. Douma, hoogleraar Internationaal en EU Belastingrecht, Universiteit Leiden en belastingadviseur bij PricewaterhouseCoopers, panellid; – J. Selleslaghs MA, alumnus van de master EU Internationale Betrekkingen en Diplomatie aan Europacollege in Brugge, student-lid. Het panel werd terzijde gestaan door mr. M.P. in 't Veld, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator. Drs. W. Vercouteren RC trad op als extern secretaris. Bij de toetsing heeft het panel het Beoordelingskader voor de beperkte Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr. 21523) in acht genomen. Het panel heeft zich aan de hand van de door de opleiding verstrekte documenten op de beoordeling voorbereid. Op 7 november 2014 is het panel bij elkaar geweest. De huidige voorzitter van het panel was daarbij niet aanwezig, omdat de NVAO na de voorbespreking omwille van de vermijding van de schijn van belangenverstrengeling heeft moeten besluiten het voorzitterschap in andere handen, die van de huidige voorzitter te geven. Tijdens deze voorbereidende bijeenkomst zijn de eerste bevindingen besproken en zijn nadere vragen geformuleerd voor de aanvrager. Een deel van deze vragen is vervolgens naar de aanvrager gestuurd met het verzoek de antwoorden op deze vragen voorafgaand aan het locatiebezoek aan te leveren. Dat heeft de aanvrager gedaan. In bijlage 3 van dit paneladvies is een overzicht opgenomen van documenten die het panel heeft ontvangen. Het andere deel van de vragen is door de secretaris geïnventariseerd en is als input gebruikt voor het locatiebezoek. Op 8 december 2014 heeft het panel een locatiebezoek afgelegd. Tijdens dit bezoek is het panel in verschillende gespreksrondes van nadere informatie voorzien en zijn de vraagpunten aan de orde gesteld en in discussie gebracht. Het programma van het locatiebezoek is toegevoegd in bijlage 2. Na afloop van het locatiebezoek heeft het panel de bevindingen onderling besproken en vertaald naar voorlopige conclusies. De secretaris heeft op basis hiervan een conceptadvies opgesteld dat aan de panelleden is voorgelegd voor commentaar. Vervolgens heeft het panel dit concept van commentaar voorzien, waarna de definitieve tekst is vastgesteld. Uiteindelijk zijn aan de hand van de uitkomsten per standaard beargumenteerde oordelen per onderwerp en een eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding gegeven. Dit heeft geresulteerd in een paneladvies aan de NVAO op 15 januari 2015.

pagina 5


3 Beschrijving van de opleiding 3.1

Algemeen Instelling: Universiteit van Amsterdam Opleiding: Advanced Master in International Tax Law: Policy, Principles and Practice Oriëntatie Wetenschappelijk onderwijs Niveau Post-initiële master Graad Adv. LL.M., niet bekostigd, selectieve toelating Variant: Voltijd Afstudeerrichting: Geen Locatie: Amsterdam Studieomvang: 60 ECTS Sector: Recht

3.2

Profiel instelling De accreditatie van de opleiding wo-master Advanced Master in International Tax Law: Policy, Principles and Practice, hierna verder te noemen wo-master International Tax Law wordt aangevraagd door de Universiteit van Amsterdam. De Universiteit van Amsterdam telt om en nabij 35.000 studenten en stelt ongeveer 5.000 medewerkers te werk. Het is één van de grote, algemene universiteiten in Europa. De missie van de Universiteit van Amsterdam is een inspirerende, breed georiënteerde, internationale academische omgeving te bieden. De universiteit kenmerkt zich, getuige de missie en doelstellingen, door een kritisch, creatief en internationaal klimaat, een open sfeer en een sterke betrokkenheid bij de stad en de samenleving. De universiteit biedt een brede waaier van academische opleidingen aan. Daarnaast behoort veel van het onderzoek van de universiteit tot de internationale top. De universiteit heeft een samenwerkingsverband met de Hogeschool van Amsterdam. De Universiteit van Amsterdam kent zeven faculteiten. Dat zijn achtereenvolgens de faculteiten Geneeskunde, Economie en Bedrijfskunde, Geesteswetenschappen, Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica, Rechtsgeleerdheid, Tandheelkunde en Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Als de opleiding wo-master International Tax Law geaccrediteerd wordt, zal deze worden aangeboden door de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam.

3.3

Profiel opleiding De beoogde opleiding is een nieuwe opleiding voor de Universiteit van Amsterdam. De opleiding is evenwel niet nieuw voor Nederland, omdat heden de Universiteit Leiden een gelijksoortige masteropleiding aanbiedt. De eindkwalificaties van de opleiding zijn in het Engels gesteld en luiden als volgt.

pagina 6


– The graduates will be able to find the instruments and sources of law that constitute the international and EU tax law regimes, interpret those instruments and sources and assess their authoritative value. – The graduates will have an analytical understanding of the concepts, principles and issues of international and EU tax law. – The graduates will be able to analyse the policy aims of states in the field of international tax law, taking into account the economic position of the state and its stage of development, evaluate measures taken to achieve those policy aims and suggest measures to achieve given policy aims. – The graduates will have an analytical understanding of the role of different actors in the field of international and EU tax law and be able tot o make a critical evaluation of their actions and initiatives in this field. – The graduates will be able to analyse emerging norms of global tax law and assess the extent to which these norms place limits on the exercise of state sovereignty in the field of tax law. – The graduates will be able to synthesize issues from different sources of law in crossborder situations and address the resulting problems in a critical manner. – The graduates will be able to write argumentative texts, academic papers and professional legal opinions, defend a standpoint in an adversarial setting, present and defend research findings, and participate actively in academic and professional debate in international and culturally heterogeneous settings. Het curriculum van de opleiding is als volgt opgebouwd. Vakken Taxation in (public) international law and introduction to business taxation EU tax law Individuals and companies as taxpayers Tax treaties – Interpretation, administration and conclusion Twee modules te kiezen uit International tax policy of states – Developed countries, International tax policy of states – BRICS and Developing countries, International tax policy of states – Individuals of EU tax law – Advanced Totaal semester I

pagina 7

6 EC 6 EC 6 EC 6 EC (2 x 3 EC) 6 EC

30 EC

International tax law and business – Problem areas, business financing, business structures VAT/GST Module te kiezen uit Transfer pricing and cross-border profit allocation; Transparency, information and the collection of taxes Moot court, te kiezen uit OECD, EU of BRICS and Developing countries Masterscriptie Totaal semester II

15 EC 30 EC

Totaal opleiding

60 EC


6 EC 3 EC 3 EC 3 EC

4 Beschrijving van de opleiding Van toepassing is het Beoordelingskader voor de beperkte Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr. 21523). Dit kader wordt gebruikt als de instelling beschikt over een positief oordeel over de instellingstoets kwaliteitszorg. De beoordeling komt tot stand op basis van een discussie met ‘peers’ over de inhoud en kwaliteit van de opleiding en is gericht op vier vragen: 1. Wat beoogt de opleiding? 2. Hoe wil de opleiding dit realiseren? 3. Hoe wil de opleiding dit toetsen? 4. Zijn er voldoende financiële middelen? Deze vier vragen zijn vertaald in vier standaarden. Over de standaarden geeft een visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: onvoldoende of voldoende. Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding, ook op de tweepuntsschaal. Bij de beoordeling worden de volgende definities gehanteerd. Deze definities hebben zowel betrekking op de scores van de standaarden als op de scores van de opleiding in totaal. Basiskwaliteit De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een bachelor- of masteropleiding binnen het hoger onderwijs. Onvoldoende De opleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. Voldoende De opleiding voldoet aan de basiskwaliteit. Indien een opleiding niet volledig nieuw is of omgevormd wordt, worden bij de oordeelsvorming ook de gerealiseerde eindkwalificaties betrokken.

4.1 4.1.1

Beoogde eindkwalificaties Standaard 1 De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen De beoogde opleiding wo-master International Tax Law is de vrucht van de samenwerking tussen de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit van Amsterdam en het International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD). De laatstgenoemde organisatie is een instelling die zich specialiseert in het opdoen en ontsluiten van kennis en het doen van onderzoek aangaande internationaal belastingrecht. Binnen de samenwerking berust de verantwoordelijkheid voor de opleiding alleen bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, zo liet

pagina 8


het management van de opleiding desgevraagd weten. De rol van het IBFD beperkt zich tot het bieden van expertise in de persoon van docenten, die mede het curriculum opzetten en colleges geven, het assisteren bij het opstellen van literatuurlijsten en het ter beschikking stellen van een elektronische leeromgeving voor de studenten. Het IBFD heeft geen formele zeggenschap in het beleid of in de uitvoering van de beoogde opleiding. De Universiteit van Amsterdam en het IBFD hebben de overeenkomst inzake de opleiding afgesloten met het oog op een langdurige samenwerking in dezen. De onderwijs- en examenregeling en het examenreglement die door de Faculteit der Rechtsgeleerdheid zijn opgesteld, zijn onverkort op deze opleiding van toepassing. Weliswaar is de opleidingsdirecteur in dienst van het IBFD maar ook zij wordt bij de faculteit gedetacheerd, zo hebben de verantwoordelijken van de faculteit tegenover het panel verklaard De doelstelling van de opleiding is studenten op te leiden die in staat zijn vraagstukken op het gebied van het internationaal belastingrecht te analyseren en van daaruit beleid op dat gebied te ontwikkelen. De kennis van de technische kanten van het internationaal belastingrecht is daarbij onontbeerlijk maar de focus van de opleiding ligt niet zozeer op het verdiepen van technische kennis als wel op het analyseren en oplossen van vraagstukken op dit gebied en het als uitvloeisel daarvan opstellen of bijstellen van het beleid. Omdat internationaal belastingrecht van vele zijden beïnvloed wordt, zijnde de wetten van landen, bilaterale belastingverdragen, multilaterale overeenkomsten en multinationale organisaties, is het analyseren en oplossen van vraagstukken en het ontwikkelen van beleid niet eenvoudig. De opleiding beoogt de studenten daarin te bekwamen. Het opleidingsmanagement heeft eindkwalificaties opgesteld om voornoemde doelstelling in leerbare doelen te concretiseren. In deze eindkwalificaties die overigens in paragraaf 3.3. volledig zijn opgesomd, zijn onder meer het begrip van internationaal belastingrecht, het inzicht in en de analyse van de positie en rol van landen en andere stakeholders op dit gebied en het vermogen zaken op basis van verschillende bronnen van het internationaal belastingrecht samen te brengen onder woorden gebracht. Daarnaast zijn de academische vaardigheden daarin opgenomen. Het opleidingsmanagement heeft in een tabel de relatie tussen de eindkwalificaties en de Dublin-descriptoren aangeduid. Daaruit komt naar voren dat alle Dublin-descriptoren in de eindkwalificaties weerspiegeld zijn. Het opleidingsmanagement heeft de doelstelling en de eindkwalificaties van deze opleiding vergeleken met die van soortgelijke opleidingen in Nederland en daarbuiten. Dit zijn onder meer de opleidingen van de universiteiten van Leiden en Wenen die al een aantal jaren bestaan en die van de universiteiten van Lausanne en Londen die van recenter datum zijn. In vergelijking met deze opleidingen onderscheidt de opleiding in Amsterdam zich met name door de focus op beleidsvraagstukken, zijnde onder meer de vraag hoe internationaal belastingrecht zich verhoudt tot het belastingstelsel van een land en hoe deze in verband met elkaar kunnen worden gebracht. Terwijl de genoemde opleidingen uitsluitend het internationale belastingrecht op het oog hebben, zijn er ook opleidingen waarvoor het slechts een onderdeel van het curriculum is, zoals die van de universiteit van New York. De afgestudeerden van de opleiding worden opgeleid om werkzaam te zijn bij overheden of internationale organisaties, in de advocatenpraktijk, bij de rechterlijke macht of in het wetenschappelijk onderzoek. Vooral bij de eerste drie genoemde typen van organisaties is nog veel vraag naar deskundigen, zo vermoedt het opleidingsmanagement. Dat geldt in

pagina 9


landen in Europa maar ook daarbuiten. Omdat het internationaal belastingrecht in opkomende economieën nog wat minder ver ontwikkeld is, kunnen afgestudeerden vooral ook in die landen een belangrijke bijdrage leveren. Inzake de afstemming van de doelstellingen en eindkwalificaties op actuele ontwikkelingen in de wetenschappelijke wereld en in de beroepspraktijk kan het opleidingsmanagement de deskundigheid dienaangaande van het IBFD en ook van de adviesraad van het Amsterdam Centre for Tax Law (ACTL) benutten. Het IBFD is al van voor de Tweede Wereldoorlog actief op dit gebied en beschikt over veel kennis van de hedendaagse ontwikkelingen. Het ACTL is deel van de Amsterdam Law School van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De adviesraad bestaat uit vooraanstaande wetenschappers en andere deskundigen die het ACTL adviseren over de koers daarvan en ook over de verdere ontwikkeling voor deze opleiding een belangrijke rol kunnen spelen in dat verband. Overwegingen Het panel heeft kennisgenomen van de samenwerking die de Universiteit van Amsterdam en het IBFD hebben opgezet om deze opleiding gestalte te geven. Voor het panel is het van groot belang dat de universiteit i.c. de Faculteit der Rechtsgeleerdheid de algehele verantwoordelijkheid voor de opleiding draagt. Zowel in de uitspraken van betrokkenen als in de samenwerkingsovereenkomst heeft het panel dat ondubbelzinnig aangetroffen. Om die reden is het panel tevreden over de aard van deze samenwerking. De doelstelling van de opleiding is volgens het panel naar behoren. Het is zonneklaar dat de studenten primair worden opgeleid om complexe vraagstukken te analyseren en op te lossen, daarbij de verschillende bronnen van het internationaal belastingrecht bijeen te brengen en te synthetiseren en van daaruit beleid te ontwikkelen. De rol van de technische kennis van het internationaal belastingrecht als ondersteuning daarbij is ook helder. Het panel acht de eindkwalificaties op zich een behoorlijke afspiegeling van de doelstelling. Zaken als begrip van en inzicht in het internationaal belastingrecht, de analyse en oplossing van complexe vraagstukken en de synthese van verschillende bronnen van dat recht zijn daarin goed verwoord. Het panel mist echter een tweetal onderdelen die naar zijn smaak ook een plaats in de eindkwalificaties verdienen. Als eerste is dat het ontwikkelen van beleid, mede als aanvulling op de analyse daarvan. Dit is in lijn met de doelstelling van de opleiding. Als tweede gaat het om de afweging van ethische aspecten in zaken van internationaal belastingrecht. Ethische aspecten zijn in dit vakgebied van belang. Het panel heeft kennisgenomen van de vergelijking tussen de eindkwalificaties en de Dublin-descriptoren. Op grond daarvan en op basis van de eigen vaststelling acht het panel het masterniveau van de eindkwalificaties verzekerd. Het panel is te spreken over de vergelijking tussen deze opleiding en andere opleidingen op dit gebied in binnen- en buitenland en beschouwt het profiel van deze opleiding als relevant. Daarnaast ziet het panel dat de opleiding de studenten goed voorbereidt op de beoogde functies bij overheden, in de advocatenpraktijk en in het onderzoek. Tot slot is het panel van mening dat de opleiding in de vorm van de adviesraad van het ACTL en in de vorm van het IBFD over hoogwaardige externe expertise beschikt waaraan de opleiding getoetst kan worden. Mede daardoor is de actualiteit van de opleiding volgens het panel gewaarborgd. Conclusie

pagina 10


Het panel beoordeelt op grond van bovenstaande overwegingen deze standaard als voldoende.

4.2 4.2.1

Onderwijsleeromgeving Standaard 2 Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren. Bevindingen Het aantal studenten waarnaar het management van de opleiding streeft, is beperkt tot 12 in het eerste jaar van de opleiding (2015/2016) om daarna toe te nemen tot 24 studenten vanaf het jaar 2017/2018. Deze opleiding is een post-initiële wo-masteropleiding. Dat houdt onder meer in dat het management bij de toelating van studenten mag selecteren. De studenten moeten beschikken over een wetenschappelijke vooropleiding op masterniveau, vast te stellen aan de hand van het niveau van de Nederlandse initiële wo-masteropleiding. Studenten die een vooropleiding op hbo-niveau hebben, zijn niet toelaatbaar. De initiële masteropleiding of het buitenlandse equivalent daarvan dienen de studenten behaald te hebben op het vakgebied rechten ofwel op een vakgebied als economie of bedrijfskunde, mits zij binnen deze studie ten minste 60 EC rechten hebben gehad. Naast deze eis dienen de studenten ook nog vakken belastingrecht met een omvang van minstens 15 EC gevolgd te hebben of op een andere wijze een voldoende diepgaand begrip van belastingrecht te hebben verworven. Tot slot geldt als formele eis een goede kennis van de Engelse taal, aan te tonen door een score van 7 (IELTS), 100 ITB (TOEFL) of C (Cambridge Certificate of Proficiency). De studenten die aan deze eisen voldoen, doorlopen een toelatingsprocedure waarin hen gevraagd wordt een essay te schrijven over een voor de opleiding relevant onderwerp dat in een gesprek, persoonlijk of via Skype met hen wordt besproken. Studenten die weliswaar door het opleidingsmanagement geschikt worden geacht maar een deficiëntie hebben, kunnen verplicht worden de online aangeboden cursus van IBFD over de grondbeginselen van het internationaal belastingrecht met goed gevolg te doorlopen, alvorens ze kunnen instromen. Niettegenstaande deze formele eisen zal het opleidingsmanagement zich inspannen om de verscheidenheid aan nationaliteiten en achtergronden in de groep studenten te bevorderen, opdat de interactie tussen hen zoveel mogelijk bijdraagt aan het leerproces. Het opleidingsmanagement heeft de relatie tussen de eindkwalificaties en de vakken in het curriculum in de vorm van een matrix in beeld gebracht. Uit deze tabel kan worden afgeleid dat alle eindkwalificaties in het curriculum weerspiegeld zijn. Daarenboven is door het opleidingsmanagement in de vorm van een tabel getoond dat in het curriculum ook alle Dublin-descriptoren tot uitdrukking komen. Het management van de opleiding heeft desgevraagd verklaard dat alle vakken in deze opleiding speciaal daarvoor ontwikkeld zullen worden. De vakken zijn specifiek bedoeld voor de studenten van deze opleiding en niet voor andere studenten, individuele uitzonderingen daargelaten. De vakken belichten weliswaar technische aspecten van het internationaal belastingrecht maar zijn toch primair gericht op het analyseren van complexe vraagstukken en het op basis

pagina 11


daarvan vinden van oplossingen of ontwikkelen van beleid. In lijn met de doelstellingen en eindkwalificaties van de opleiding staat de beleidsgeoriënteerde kant van het internationaal belastingrecht in alle vakken voorop. Daarnaast zal in de opleiding de vergelijkende studie van belastingstelsels van staten en supranationale organisaties als de Europese Unie worden benadrukt om het begrip bij de studenten van de verschillen en overeenkomsten daartussen te vergroten. Tot slot wordt de studenten bijgebracht uit welke bronnen wordt geput bij het tot stand brengen van het internationaal belastingrecht en hoe daarbinnen optimale oplossingen kunnen worden gevonden. De opleiding wordt geheel in het Engels verzorgd. Het curriculum begint met twee vakken waarin de concepten van internationaal belastingrecht worden behandeld en waarin de wetgevende structuur dienaangaande in de Europese Unie uiteengezet wordt. De verplichte vakken daarna gaan achtereenvolgens in op onderwerpen als natuurlijke en rechtspersonen en hun relatie met overheden in hun hoedanigheid van belastingbetaler, belastingverdragen tussen staten en internationaal belastingrecht in relatie tot het beleid van ondernemingen. De studenten hebben ook twee keuzevakken waarin ze enerzijds het belastingbeleid van verschillende typen landen kunnen bestuderen en anderzijds onderwerpen als transfer pricing of het belang van goede informatie over belastingen kunnen kiezen. Daarnaast diepen de studenten een actueel onderwerp uit en verdedigen hun zaak in een moot court. Aan het einde van de studie schrijven de studenten hun masterscriptie. De literatuur die in de vakken zal worden voorgeschreven, bestaat niet alleen uit boeken maar ook uit readers waarin artikelen zijn gebundeld. Het personeelsbeleid van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid is bepalend voor deze opleiding. De Faculteit der Rechtsgeleerdheid bepaalt wie als docent ingezet wordt. Dat geldt de eigen docenten van de faculteit maar ook de docenten die bij het IBFD werkzaam zijn en de gastdocenten. Weliswaar gaat het IBFD na welke van hun medewerkers als docent geschikt zijn voor deze opleiding maar de faculteit bepaalt in formele zin of zij zullen doceren of niet. De docenten die college zullen geven, zijn verbonden aan het ACTL (Universiteit van Amsterdam), aan het IBFD of zijn gastdocenten. De docenten van het ACTL zijn op één na allen gepromoveerd. Deze ene docent rondt binnenkort zijn promotie af. Ook zijn nagenoeg al deze docenten in het bezit van de Basiskwalificatie Onderwijs. Al deze docenten hebben een flinke publicatielijst. De docenten afkomstig van het IBFD zijn deskundige op het gebied van het internationaal belastingrecht en uit dien hoofde vakinhoudelijk in staat om vakken in dit curriculum te geven. De docenten van het IBFD die in deze opleiding onderwijs zullen verzorgen, dienen een behoorlijke ervaring in het college geven op dit niveau te hebben. Niet al deze docenten zijn gepromoveerd. De coördinatoren van de vakken zijn allen in dienst van de Universiteit van Amsterdam. De inhoud van de vakken is in handen van de vaste docenten. De gastdocenten geven binnen de vakken verdiepende en uitbreidende colleges op het gebied van hun expertise. Zij zullen overwegend komen uit het grote netwerk van de docenten van de faculteit en van het IBFD. Voordat een gastdocent college geeft, wordt gesproken over de leerdoelen en de inhoud van het vak, zijn of haar bijdrage aan dat vak en de wijze van collegegeven. De inzet van de gastdocenten is flexibel. De plaats van hun college in het rooster kan aan hun beschikbaarheid aangepast worden.

pagina 12


Zowel binnen het ACTL als binnen het IBFD vindt onderzoek plaats in het internationaal belastingrecht. De docenten die in deze opleiding participeren, zijn als onderzoeker aan één van beide instituten verbonden. Desgevraagd hebben de docenten tegenover het panel verklaard hun onderzoek in de colleges te zullen verweven. Het opleidingsmanagement heeft het voornemen ruim 1,3 fte aan docenten per jaar in te zetten, uitgaande van 24 studenten per jaar. Dat komt neer op een student-docentratio van 18. Daarnaast zullen ondersteunende functies inzake administratie en voorlichting voor de opleiding beschikbaar zijn. De docenten zullen voor om en nabij 0,7 fte aangesteld zijn bij de Universiteit van Amsterdam, voor ongeveer 0,3 van het IBFD afkomstig zijn en voor nog eens ongeveer 0,3 fte gastdocenten zijn. In een vak van 3 EC is het aantal contacturen tussen 21 en 24 uur, terwijl het in een vak van 6 EC om 48 contacturen gaat. Het totaal aantal contacturen in de gehele opleiding is 348 uur. Dat is ongeveer 8 uur per week. In veel van de vakken is het hoorcollege de overheersende werkvorm. Omdat de groep studenten klein is (ongeveer 25 studenten), wordt in deze colleges plaats ingeruimd voor discussie en actieve participatie van de studenten. In de keuzevakken is de groepsgrootte nog kleiner, omdat de groep dan gesplitst is over meer vakken. In verschillende vakken krijgen de studenten casus voorgelegd waardoor zij onder meer leren juridische bronnen te hanteren. In het vak Tax treaties zal naast het hoorcollege in groepen van vier studenten een onderhandeling voorbereid worden. In de Moot court is ook sprake van groepen van vier studenten die hun zaak schriftelijk voorbereiden en mondeling in de rechtszaal bepleiten. De begeleiding tijdens de masterscriptie is individueel. Naast de vakken wordt de studenten een dagdeel per week aangeboden waarin zij actuele en verdiepende onderwerpen krijgen aangereikt. Bij de aanvang van de opleiding wordt de studenten een sociaal programma aangeboden. Daarnaast hebben de studenten mogelijkheden een netwerk op te bouwen, onder meer door presentaties van onderzoekers bij te wonen en door naar congressen te gaan. Studenten die problemen zouden ervaren in hun studie, zullen daarin worden ondersteund De studenten hebben toegang tot de bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam en ook tot die van het IBFD. De buitenlandse studenten kunnen zich bij vragen tot het International Office van de faculteit wenden. Overwegingen Het panel heeft kennisgenomen van de toelatingseisen die het opleidingsmanagement aan de aspirant-studenten stelt en acht deze naar behoren. Deze toelatingseisen en de daarbij behorende toelatingsprocedure wekken genoeg vertrouwen bij het panel om uit te spreken dat de studenten die toegelaten zullen worden, de capaciteiten hebben om deze opleiding af te ronden. Het panel heeft vastgesteld dat de eindkwalificaties naar behoren in het curriculum zijn verwerkt. Het panel is te spreken over de inzet van de faculteit om alle vakken speciaal voor deze opleiding te ontwikkelen. Dat draagt aan de specifieke signatuur van deze opleiding bij, die overigens goed in de vakken tot uitdrukking komt. Zo heeft het panel het beleidsaspect dat voor deze opleiding wezenlijk is, in veel van de vakken aangetroffen. Overigens beoordeelt het panel de inhoud van de vakken als zijnde van een passend niveau. Dat geldt ook voor de literatuur die in de vakken wordt voorgeschreven.

pagina 13


Het opleidingsmanagement voert een afdoende personeelsbeleid waarbij in positieve zin opvalt dat alle coördinatoren van de vakken docenten van de Universiteit van Amsterdam zijn en dat duidelijke eisen aan alle docenten worden gesteld, of ze nu van de universiteit of van het IBFD afkomstig zijn. In de ogen van het panel zijn de docenten die voor deze opleiding zijn aangezocht goede onderzoekers op hun vakgebied en vooraanstaande deskundigen op het gebied van het internationaal belastingrecht. Ook is het panel van mening dat goed wordt toegezien op de kwaliteiten en de inbreng van de gastdocenten. Het panel heeft er vertrouwen in dat de docenten hun onderzoek in de colleges zullen inbrengen waardoor het onderzoek voldoende in het curriculum een rol zal spelen. Zowel het ACTL als het IBFD zullen naar de mening van het panel een positieve rol kunnen spelen in de opzet en de structurering van deze opleiding en in het onderzoek dat daarbinnen aan de orde komt. Het aantal docenten dat het opleidingsmanagement voornemens is in te zetten, is voldoende. Naar de mening van het panel voldoen de werkvormen die in de opleiding gehanteerd worden, ook al zijn de hoorcolleges nogal overheersend. Het opleidingsmanagement heeft echter duidelijk gemaakt dat de studenten ook daarin actief participeren. Daarnaast wordt met name in het vak Tax treaties, in de Moot court en in de masterscriptie een beroep gedaan op de schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheden van de studenten. Het panel heeft kennisgenomen van de vormen van studiebegeleiding en van de faciliteiten waarover de studenten kunnen beschikken en beschouwt deze als naar behoren. Conclusie Het panel beoordeelt op grond van bovenstaande overwegingen deze standaard als voldoende.

4.3 4.3.1

Toetsing Standaard 3 De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. Bevindingen Het beleid inzake toetsing en examinering is vastgelegd in de onderwijs- en examenregeling en het handboek kwaliteitszorg van de Amsterdam Law School, onderdeel van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De examencommissie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid is onverkort verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examens en het niveau van het afstuderen bij deze opleiding. Ook al is het IBFD hierin betrokken, de werkwijze van de examencommissie is geen andere dan voor de andere opleidingen van deze faculteit. De examencommissie zal erop toezien dat de examinatoren van de vakken en de masterscriptie in dienst zijn van de Universiteit van Amsterdam. Bij de scriptie mag de eerste beoordelaar van buiten komen, mits de tweede beoordelaar maar een docent van de universiteit is. De toetscommissie zal namens de examencommissie steekproefsgewijze de kwaliteit van de toetsen en van de scripties beoordelen en zal de examencommissie van haar bevindingen in kennis stellen. De meeste vakken worden afgesloten met een schriftelijk tentamen. De Moot court en het onderdeel onderhandelen in het vak Tax treaties worden beoordeeld aan de hand van het

pagina 14


schriftelijk rapport of de mondelinge verdediging. Enkele van de keuzevakken worden niet afgesloten met een schriftelijk tentamen maar met een essay en een presentatie. Het oogmerk van het opleidingsmanagement is niet zozeer de kennis van de studenten als wel hun inzicht en begrip te toetsen. Voor elk van de afsluitende toetsen van de vakken heeft het opleidingsmanagement een toetsmatrijs opgesteld. Daarin is aangegeven hoe de leerdoelen van het vak worden getoetst en welk gewicht elk van deze leerdoelen binnen de toets heeft. Daardoor kan worden vastgesteld dat alle leerdoelen inderdaad in de toets aan bod komen. Ten aanzien van de beoordeling geldt dat bij mondelinge tentamens een verslag vereist is en dat voor de essays en de presentaties beoordelingsformulieren zijn ontworpen. Voor het proces en de beoordeling van de masterscriptie is deze opleiding onderworpen aan de regels die de faculteit c.q. de Amsterdam Law School heeft opgesteld. Voor de scriptie zijn leerdoelen opgesteld, die met name het karakter van het wetenschappelijk onderzoek daarvan benadrukken. Daarnaast is voor de scriptie een handleiding gemaakt waarin de fasen in het proces, de daarbij behorende deadlines, de contactmomenten met de scriptiebegeleider en de beoordelingscriteria zijn opgenomen. De beoordeling is zowel op het schriftelijk werk als op de mondelinge verdediging gebaseerd. De beoordeling van de scriptie vindt plaats aan de hand van een beoordelingsformulier. Het voornemen is ook de mate waarin studenten zich aan de planning houden in de beoordeling te betrekken. Overwegingen Het panel beoordeelt het facultaire toetsbeleid dat op deze opleiding van toepassing zal zijn, als afdoende. Het panel heeft uitgebreid met de facultaire examencommissie kunnen spreken over deze opleiding en is mede op grond van dat gesprek positief gestemd over het voorgenomen optreden inzake deze opleiding van de examencommissie. Deze commissie zal toezien op de benoeming van examinatoren en via de toetscommissie op de toetsen en de afstudeerscripties. De toetsvormen die het opleidingsmanagement heeft gekozen, getuigen naar de mening van het panel van een voldoende variëteit. De wijze waarop de toetsen worden opgesteld en worden beoordeeld, levert een bijdrage aan de validiteit van de toetsen en de betrouwbaarheid van de beoordeling daarvan. Ook acht het panel de leerdoelen en de structuur van begeleiding en beoordeling van de masterscriptie naar behoren. Het panel kan zich vinden in de grotere betekenis die de planning van de scriptie in het verloop van het proces en in de beoordeling zal hebben. Conclusie Het panel beoordeelt op grond van bovenstaande overwegingen deze standaard als voldoende.

4.4 4.4.1

pagina 15

Afstudeergarantie en financiële voorzieningen Standaard 4 De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar.


Bevindingen De Faculteit der Rechtsgeleerdheid heeft in het aanvraagdossier de afstudeergarantie opgenomen. Volgens de betreffende verklaring biedt de faculteit de studenten die aan de opleiding beginnen, de garantie dat de ze deze ook kunnen afmaken. Het opleidingsmanagement heeft een begroting opgesteld. In deze gaat het management uit van een groep van 12 beginnende studenten in het eerste jaar, oplopend tot 24 startende studenten in de jaren vanaf 2017. Het opleidingsmanagement acht deze aantallen realistisch, mede op basis van de instroomcijfers voor vergelijkbare opleidingen in onder meer Leiden en Wenen. De begroting is opgesteld op basis van 24 studenten en de inzet van in totaal om en nabij 1,36 fte aan docenten per jaar. Daarnaast is de inzet van ondersteunende medewerkers voorzien. Het collegegeld per student bedraagt € 19.000 per jaar. Uit de begroting blijkt dat de opleiding van meet af aan, ook in het eerste jaar met 12 studenten een positief exploitatieresultaat zal hebben. Zowel de Universiteit van Amsterdam als het IBFD hebben te kennen gegeven over voldoende financiële middelen te beschikken om betrokken te zijn en te blijven bij deze opleiding. Mocht de samenwerking met het IBFD om welke reden dan ook ophouden, dan zal de Faculteit der Rechtsgeleerdheid de opleiding continueren, zo liet de decaan weten. Overwegingen Het panel heeft kennis genomen van de afstudeergarantie ten aanzien van deze opleiding van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid en acht deze toereikend. Daarnaast heeft het panel de begroting bestudeerd en op grond daarvan vastgesteld dat de exploitatie van deze opleiding haalbaar is, gegeven ook de betrokkenheid die de Universiteit van Amsterdam en het IBFD in dezen ten toon hebben gespreid. De financiële spankracht van beide organisaties is zodanig dat zij eventuele tegenvallers op zullen kunnen vangen. Conclusie Het panel beoordeelt op grond van bovenstaande overwegingen deze standaard als voldoende.

4.5

Algemene conclusie over de kwaliteit van de opleiding Het panel beoordeelt de kwaliteit van de nieuwe, niet-bekostigde voltijdopleiding wo-master Advanced Master in International Tax Law: Policy, Principles and Practice als voldoende. Dit is een rechtstreeks uitvloeisel van de beoordeling van de standaarden 1, 2, 3 en 4, die het panel als voldoende beoordeeld heeft. Het panel heeft geen reden op de beoordeling voldoende van de standaarden of van de opleiding iets in mindering te brengen. Eventuele kritische kanttekeningen in dit advies zijn bedoeld als aandachtspunten maar doen aan het positieve oordeel niet af.

4.6

Aanbevelingen Op grond van de bevindingen en overwegingen tijdens het proces van beoordeling doet het panel de volgende aanbevelingen over de opleiding wo-master International Tax Law.

pagina 16


– In de eindkwalificaties opnemen dat de afgestudeerden in staat zijn beleid op het gebied van internationaal belastingrecht te ontwikkelen. – In de eindkwalificaties aangeven dat de afgestudeerden in staat zijn ethische afwegingen op het gebied van internationaal belastingrecht te maken. Overigens heeft het panel later begrepen dat de opleiding de eindkwalificaties in de bedoelde zin heeft aangepast.

pagina 17


5 Overzicht oordelen

Onderwerp

Standaarden

1 Beoogde eindkwalificaties

1. De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat

Oordeel V

betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen

2 Onderwijsleeromgeving

2. Het programma, het personeel en de

V

opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren

3 Toetsing

3. De opleiding beschikt over een adequaat systeem van

V

toetsing

4 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen

4. De instelling geeft aan studenten de garantie dat het

V

programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar

Algemene conclusie

V = voldoende O = onvoldoende

pagina 18


V

Bijlage 1: Samenstelling panel Het panel kende de volgende samenstelling: – prof. mr. dr. J.E. Bosch-Boesjes, emeritus hoogleraar Rechtsgeleerdheid en gewezen dean University of Groningen Honours College, Rijksuniversiteit Groningen, voorzitter; – prof. mr. dr. G.J.M.E. de Bont, partner De Bont Advocaten en hoogleraar Formeel Belastingrecht, Erasmus Universiteit Rotterdam, panellid; – prof. mr. dr. S.C.W. Douma, hoogleraar Internationaal en EU Belastingrecht, Universiteit Leiden en belastingadviseur bij PricewaterhouseCoopers, panellid; – J. Selleslaghs MA, alumnus van de master EU Internationale Betrekkingen en Diplomatie aan Europacollege in Brugge, student-lid. prof. mr. dr. J.E. Bosch-Boesjes, voorzitter Mevrouw Bosch-Boesjes promoveerde aan de Rijksuniversiteit Groningen op een onderzoek naar de lijdelijkheid van de rechter. Zij was achtereenvolgens onderzoeker, universitair (hoofd)docent en hoogleraar aan deze universiteit. Ook was zij directeur Onderwijs van de Faculteit Rechtsgeleerdheid alsmede dean van het University of Groningen Honours College. Zij trad bij de Rechtbank Groningen op als rechterplaatsvervanger. Mevrouw Bosch-Boesjes heeft talrijke publicaties op haar vakgebied op haar naam staan. prof. mr. dr. G.J.M.E. de Bont, panellid De heer De Bont is partner bij De Bont Advocaten en daarnaast hoogleraar Formeel Belastingrecht aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij promoveerde in 1997 op een rechtsvergelijkend onderzoek naar de relatie tussen de vennootschapsrechtelijke jaarrekening en de fiscale winstberekening. Nadien was hij werkzaam als Post-Doc aan de Universiteit van Tilburg. De heer De Bont zit in de redactie van het MBB, is vaste medewerker bij het Weekblad voor Fiscaal Recht en verzorgt lezingen voor verschillende fiscale opleidingen in Nederland. prof. mr. dr. S.C.W. Douma, panellid De heer Douma promoveerde aan de Universiteit Leiden. Hij is hoogleraar Internationaal en EU Belastingrecht, Universiteit Leiden en belastingadviseur bij PricewaterhouseCoopers. Daarnaast is hij onder meer werkzaam als honorair raadsheer-vervanger in het gerechtshof Arnhem en als rechter-vervanger in de rechtbank Haarlem. De heer Douma is vaste medewerkers van een aantal tijdschriften op juridisch gebied en heeft talrijke publicaties op zijn vakgebied op zijn naam staan. J. Selleslaghs MA, student-lid De heer Selleslaghs voltooide de master EU Internationale Betrekkingen en Diplomatie van het Europacollege in Brugge, de master in European Studies aan de Université Libre de Bruxelles en de bachelor Politieke Wetenschappen en Internationale Betrekkingen aan de Vrije Universiteit Brussel en Université de Corse. Hij liep stage bij The Hague Centre for Strategic Studies, op het kantoor van een Belgisch lid van het Europees Parlement en bij het bureau Externe Betrekkingen van de Belgische Permanente Vertegenwoordiging bij de EU. Hij was in 2011/2012 Belgisch jeugdambassadeur bij de UNO, namens de Vlaamse Jeugdraad. In 2007/2009 werkte de heer Selleslaghs als (assistent)ontwikkelingswerker in Tanzania en Centraal Amerika (UNICEF Honduras en de Hondurese regering).

pagina 19


Alle panelleden en de extern secretaris hebben een onafhankelijkheids- en onpartijdigheidsverklaring ingevuld en ondertekend. Het panel werd terzijde gestaan door mr. M.P. in 't Veld, beleidsmedewerker NVAO, procescoördinator. Drs. W. Vercouteren RC was extern secretaris.

pagina 20


Bijlage 2: Programma locatiebezoek Het panel heeft een bezoek gebracht aan de opleiding op 8 december 2014. Locatie: Amsterdam, Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Rechtsgeleerdheid

pagina 21

09.00 uur – 09.45 uur

Voorbespreking panel (besloten)

09.45 uur – 10.45 uur

Management instelling en opleiding prof. dr. C.E. du Perron (decaan), prof. dr. M.Y.A. Zieck (vicedecaan, directeur Graduate School), prof. dr. C. Cornelisse (hoogleraar Belastingrecht), dr. J. Wheeler (opleidingsdirecteur Master International Tax Law), mr. J. Brugman-Augustijn (hoofd onderwijsadministratie)

11.00 uur – 12.00 uur

Uitvoerend docententeam F. Annacondia (IBFD), C. Gutierrez Puente (IBFD), prof. dr. O. Marres (UvA), B. da Silva (UvA), dr. J. van der Streek (UvA), prof. dr. H. Vermeulen (UvA), prof. dr. P. Wattel (UvA), dr. J. Wheeler (IBFD)

12.00 uur – 13.15 uur

Lunch (besloten)

13.15 uur – 14.00 uur

Examencommissie en verantwoordelijken kwaliteitszorg prof. dr. C.M. Cappon (voorzitter examencommissie), dr. S. MolVerver (lid examencommissie), dr. G. van Nifterik (lid examencommissie, vertegenwoordiger toetscommissie), drs. C. van Honstede (medewerker kwaliteitszorg), dr. J. Mathis (voorzitter opleidingscommissie Engelstalige masters)

14.00 uur – 14.45 uur

Vertegenwoordigers werkveld T. Keijzer (voorzitter belastingcommissie, Internationale Kamer van Koophandel en lid van ACTL adviesraad), A. Sanchez (vennoot Cuatrecasas, Gonçalves & Pereira, Madrid), M. van der Weijden (vennoot Loyens & Loeff, Amsterdam)

14.45 uur – 15.45 uur

Overleg panel (besloten)

15.45 uur – 16.00 uur

Terugkoppeling door voorzitter panel aan management prof. dr. C.E. du Perron (decaan), prof. dr. M.Y.A. Zieck (vicedecaan, directeur Graduate School), prof. dr. C. Cornelisse (hoogleraar Belastingrecht), dr. J. Wheeler (opleidingsdirecteur Master International Tax Law),


Bijlage 3: Overzicht van bestudeerde documenten Informatiedossier opleiding/instelling – Aanvraagdossier Toets nieuwe opleiding Advanced Master in International Tax Law: Policy, Principles and Practice – Samenwerkingsovereenkomst Universiteit van Amsterdam en IBFD – Beknopte beschrijving modules – Toetsmatrijzen voor modules (voorbeelden) – Beoordelingsformulieren (verschillende toetsvormen) – Onderwijs- en examenregeling (gedeelte) – Evaluatieformulier – Overzicht beoogde docenten – Resultaten evaluaties beoogde docenten (bij andere opleidingen) – Onderzoeksprogramma ACTL: Tax Sovereignty versus Globalization – Beknopte beschrijving International Bureau of Fiscal Documentation (IBFD) – Overzicht relaties met organisaties in beroepenveld – Samenstelling adviesraad ACTL – Beoordeling aanvraagdossier door leden adviesraad ACTL – Begroting opleiding Documenten die het panel voor het locatiebezoek heeft opgevraagd – Beantwoording door de opleiding van schriftelijke vragen van het panel – Tabel met relatie tussen vakken en Dublin-descriptoren Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek – Onderwijs- en examenregeling – Beschrijving van vakken – Literatuur – Handboek Kwaliteitszorg – Jaarverslag College of Law – Jaarverslagen examencommissie – Curricula vitae vertegenwoordigers werkveld – Handleiding, beoordelingsformulier en tijdpad scriptie

pagina 22


Bijlage 4: Lijst met afkortingen

pagina 23

ba

bachelor

ECTS

European Credit Transfer System

hbo

hoger beroepsonderwijs

ma

master

NVAO

Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie

wo

wetenschappelijk onderwijs


Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op beperkte toetsing van de nieuwe opleiding wo-master Advanced Master in International Tax Law: Policy, Principles and Practice van de Universiteit van Amsterdam. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 E [email protected] W www.nvao.net

Aanvraagnummer

pagina 24

003126


wo-master International Tax Law Universiteit van Amsterdam 15 januari 2015 NVAO beperkte Toets nieuwe opleiding

Recommend Documents