Advanced Studies in International Civil and Commercial Law (wo-master)
Universiteit Leiden 15 februari 2013 NVAO beperkte Toets nieuwe opleiding
Paneladvies
pagina 2
1
Samenvattend advies
3
2
Procedure 2.1 Algemeen 2.2 Panel 2.3 Beoordelingskader
5 5 5 5
3
Opleiding 3.1 Algemeen 3.2 Profiel instelling 3.3 Profiel opleiding
6 6 6 6
4
BEOORDELING 4.1 Standaard 1 – Beoogde eindkwalificaties 4.2 Standaard 2 – Onderwijsleeromgeving 4.3 Standaard 3 – Toetsing 4.4 Standaard 4 – Afstudeergarantie en financiële voorzieningen 4.5 Algemene conclusie over de kwaliteit van de opleiding 4.6 Advies sector
7 7 8 12
5
Aanbevelingen
16
6
Overzicht oordelen
17
14 15 15
Bijlage 1 – Samenstelling panel
18
Bijlage 2 – Programma locatiebezoek
20
Bijlage 3 – Overzicht bestudeerde documenten
22
Bijlage 4 – Lijst met afkortingen
23
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
1 Samenvattend advies De Universiteit Leiden heeft bij de NVAO een aanvraag Toets nieuwe opleiding ingediend voor de postinitiële opleiding wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law. Deze beoogde masteropleiding zal een zelfstandige master zijn van de faculteit Rechtsgeleerdheid, waarin maximaal 40 studenten per jaar kunnen instromen. De opleiding streeft in het eerste jaar naar een instroom van 15 studenten. De ervaring van de faculteit met vier andere ‘advanced’ masteropleidingen is zichtbaar aanwezig tijdens het locatiebezoek en de gesprekken met het opleidingsmanagement en de docenten. De Engelstalige opleiding biedt studenten verbreding en verdieping van de kennis van ‘International Civil Law and Commercial Law’. De opleiding is bedoeld voor juristen die werkzaam zijn in de internationale praktijk en zich op dit thema verder willen verdiepen, voor juristen die pas afgestudeerd zijn en voor juristen die zich verder willen bekwamen in onderzoek. Studenten worden opgeleid voor de internationale beroepspraktijk binnen advocatenkantoren, bedrijven en overheidsorganisaties en voor een wetenschappelijke carrière. De opleiding wordt gekenmerkt door het internationale karakter en een praktijkgericht profiel. Het panel constateert dat de opleiding zich in feite richt op juristen die reeds werkzaam zijn in de praktijk en juristen die hun opleiding net afgerond hebben. Voor studenten die zich willen voorbereiden op een academische carrière ligt het volgen van een research master meer voor de hand. Tijdens het locatiebezoek heeft het opleidingsmanagement dit bevestigd. Het doel van de opleiding is vertaald in acht eindkwalificaties die aansluiten bij het postinitiële masterniveau en de Dublin-descriptoren. De eindkwalificaties zijn ingedeeld naar kennis en inzicht, het toepassen van kennis en inzicht, academische en meer algemene vaardigheden. In de vakbeschrijvingen wordt de relatie tussen de leerdoelen en de eindkwalificaties benoemd. Daarnaast heeft de opleiding in een matrix de relatie tussen de eindkwalificaties, Dublin-descriptoren en leerdoelen duidelijk zichtbaar gemaakt. Het panel stelt vast dat de eindkwalificaties passen bij de doelstelling van de opleiding, het beoogde post initiële masterniveau en de academische oriëntatie. De opleiding bestaat uit acht verplichte vakken, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen vier ‘core’ vakken en vier ‘additional’ vakken. De vakken zijn: ‘International Contract Law’, ‘International Tort Law’, ‘International Property Law’, ‘International Corporate Law’, ‘International Insolvency Law’, ‘Private International Law’, ‘International Commercial Dispute Resolution’ en ‘Legal Profession and Ethics. De opleiding kent geen keuzevakken. De opleiding wordt afgerond met de thesis. De opleiding is coherent en kent voldoende samenhang. Door de gelaagde opbouw van het programma komen dezelfde onderwerpen in verschillende vakken aan bod. De academic coördinator is verantwoordelijk voor het bewaken van de samenhang en het voorkomen van teveel overlap tussen de vakken. Het internationale karakter van de opleiding komt naar voren in de thema´s die in de opleiding aan bod komen, de transnationale bronnen van ‘hard law’ en ‘soft law’ en de aandacht voor rechtsvergelijkende aspecten. Daarnaast streeft de opleiding naar een internationale studentenpopulatie, waardoor studenten kennis zullen nemen van elkaars ervaringen met en kennis van het eigen rechtssysteem. Het praktijkgerichte profiel zal zichtbaar worden in de cases die behandeld worden en de actuele praktijkvoorbeelden die door docenten zullen worden ingebracht. Het aantal contacturen is met 300 uur voldoende. De opleiding streeft naar kleinschalig en interactief onderwijs, in de vorm van interactieve colleges en seminars. Van studenten zal actieve betrokkenheid bij de colleges worden verwacht. De begeleiding van studenten sluit aan bij het interactieve en
pagina 3
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
internationale karakter van de opleiding. Indien nodig vindt individuele begeleiding van studenten plaats. Ook de toelatingseisen zijn adequaat. Bij de start van het onderwijs in september 2013 zullen er 23 docenten verdeeld over 1 fte bij de opleiding betrokken zijn. De opleiding zal beschikken over zeer kundig en enthousiast personeel, met bewezen kwaliteiten. De opleiding beschikt bij aanvang over een adequaat systeem van toetsing, waarbij per vak meerdere toetsvormen zullen worden ingezet. Er zijn ook verschillende instructies voor beoordeling van toetsen en papers beschikbaar. Voor de thesis zal de opleiding gebruik maken van de beschikbare instructies en beoordelingsformulieren zoals die ook door de andere ‘advanced’ masteropleidingen wordt gebruikt. Het universitair model van de universiteit Leiden met regels en richtlijnen voor tentamens en examens biedt tevens voldoende garantie voor een adequaat systeem van toetsing. De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar. Het panel beoordeelt de opleiding op alle vier standaarden van het NVAO-toetsingskader als voldoende. Het panel concludeert dan ook dat de kwaliteit van de nieuwe opleiding voldoende is. Het panel heeft een opleiding aangetroffen met duidelijk geformuleerde eindkwalificaties van voldoende niveau, een samenhangend en internationaal georiënteerd programma, met passende werkvormen en begeleidingsstructuur, enthousiast en kundig personeel, een adequaat toetsbeleid en voldoende capaciteit. Het panel formuleert in aansluiting op deze positieve punten ook een aantal aanbevelingen die vooral betrekking hebben op de focus van de opleiding en op de toetsing. Het panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding Master of Laws Advanced Studies in International Civil and Commercial Law van de Universiteit Leiden. Den Haag, 15 februari 2013 Namens het panel ter beoordeling van de beperkte Toets nieuwe opleiding Master of Laws Advanced Studies in International Civil and Commercial Law van de Universiteit Leiden,
Prof. mr. Luc Strikwerda (voorzitter)
pagina 4
Drs. Titia Buising (secretaris)
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
2 Procedure 2.1
Algemeen Aanvraag Installatie panel Vooroverleg Locatiebezoek Paneladvies
2.2
23 oktober 2012 4 december 2012 12 december 2012 (NVAO, Den Haag) 24 januari 2013 (Leiden) 15 februari 2013
Panel Samenstelling panel: 1. prof. mr. Luc Strikwerda (voorzitter), hoogleraar Internationaal Privaatrecht, Tilburg University, Tilburg Law School; 2. prof. mr. dr. Bart Krans (lid), hoogleraar privaatrecht, Rijksuniversiteit Groningen; 3. prof. mr. dr. Geert Van Calster (lid), hoogleraar Internationaal privaatrecht, Europees en internationaal milieurecht, Europees economisch recht, en internationaal handelsrecht, KULeuven; 4. Maaike Verhoek (student-lid), Bsc, masterstudent Politicologie, Radboud Universiteit Nijmegen. Ondersteuning: – drs. Titia Buising, extern secretaris; – Michèle Wera, MA, procescoördinator NVAO.
2.3
Beoordelingskader Bij de toetsing heeft het panel het Beoordelingskader voor de beperkte Toets nieuwe opleiding van de NVAO (Stcrt. 2010, nr 21523) in acht genomen. De beoordeling komt tot stand op basis van een discussie met ‘peers’ over de inhoud en kwaliteit van de opleiding en is gericht op vier vragen: 1. Wat beoogt de opleiding? 2. Hoe wil de opleiding dit realiseren? 3. Hoe wil de opleiding dit toetsen? 4. Zijn er voldoende financiële middelen? Deze vier vragen zijn vertaald in vier standaarden. Over de standaarden geeft een visitatiepanel een gemotiveerd oordeel op een tweepuntsschaal: onvoldoende of voldoende. Vervolgens geeft het panel een gemotiveerd eindoordeel over de kwaliteit van de opleiding, ook op de tweepuntsschaal. Bij de beoordeling worden de onderstaande definities gehanteerd; deze hebben betrekking op de scores van zowel de standaarden als de opleiding in totaal. Basiskwaliteit – De kwaliteit die in internationaal perspectief redelijkerwijs verwacht mag worden van een bachelor- of masteropleiding binnen het hoger onderwijs. Onvoldoende – De opleiding voldoet niet aan de basiskwaliteit. 1 Voldoende onder voorwaarden – De opleiding voldoet onder voorwaarden aan de basiskwaliteit. Voldoende – De opleiding voldoet aan de basiskwaliteit. 1
pagina 5
Alleen mogelijk bij een onvoldoende op standaard 2 of 4.
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
3 Opleiding 3.1
Algemeen Instelling Opleiding Varianten Afstudeerrichtingen Locatie Studieomvang (EC) Sector
3.2
universiteit Leiden Advanced Studies in International Civil and Commercial Law (wo-master) voltijd en deeltijd geen Leiden 60 recht
Profiel instelling De Universiteit Leiden werd als eerste universiteit in Nederland opgericht op 8 februari 1575. De Universiteit Leiden heeft zeven faculteiten: Archeologie, Campus Den Haag, Geesteswetenschappen, Geneeskunde/LUMC, Rechtsgeleerdheid, Sociale Wetenschappen en Wiskunde en Natuurwetenschappen. De Universiteit Leiden presenteert zich als internationale onderzoeksuniversiteit met elf onderzoeksprofileringsgebieden, dertien Honours Classes, een preUniversity College en Campus Den Haag. In studiejaar 2011-2012 studeren 19.328 studenten aan de Universiteit Leiden, waarvan 13.092 bachelorstudenten en 6.236 masterstudenten (inclusief post initiële masteropleidingen). Bij de Universiteit Leiden werken 3862 personen (3177,8 fte).
3.3
Profiel opleiding De beoogde Engelstalige masteropleiding Advanced Studies in International Civil and Commercial Law is een zelfstandige post initiële masteropleiding van de faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden. De faculteit biedt naast deze beoogde ‘advanced’ masteropleiding nog vier andere ‘advanced’ masteropleidingen aan. De opleiding wordt zowel in een voltijdvariant als in een deeltijdvariant aangeboden. Voor de deeltijdvariant geldt dat studenten dezelfde vakken volgen als de voltijdstudenten, op dezelfde tijdstippen. De deeltijdopleiding duurt echter twee jaar. De opleiding wil jaarlijks maximaal 40 studenten toelaten tot de opleiding. Dit aantal past volgens de opleiding bij het uitgangspunt om in de opleiding interactie en diepgaande discussie tussen studenten en docenten centraal te stellen. In het eerste jaar streeft de opleiding naar een instroom van 15 studenten. De opleiding leidt studenten op voor de internationale juridische praktijk in zowel de advocatuur, het bedrijfsleven of de overheid en non-profitorganisaties. Daarnaast bereidt de opleiding studenten voor op een academische carrière.
pagina 6
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
4 BEOORDELING 4.1
Standaard 1 – Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen.
Bevindingen De opleiding heeft als primaire doelstelling het verdiepen en verbreden van de kennis van ‘Civil and Commercial Law’ in een internationale context. De opleiding wil studenten inzicht geven in de verschillende deelgebieden van ‘International Civil and Commercial Law’. Daarbij komen rechtsgebieden als ‘International Contract Law’, ‘International Property Law’, ‘International Tort Law’, ‘International Corporate Law’, ‘International Insolvency Law’ en ‘Private International Law’ aan de orde. De opleiding gaat in op de transnationale bronnen van ‘hard law’ en ‘soft law’. Daarnaast wordt aandacht besteed aan het rechtsvergelijkende karakter van ‘International Civil and Commercial Law’, zowel in theorie als in de praktijk. De opleiding leidt studenten op die in staat zijn om juridische vraagstukken op het gebied van ‘International Civil and Commercial Law’ te onderzoeken. Afgestudeerde studenten kunnen daarbij coherente probleemstellingen formuleren, data verzamelen en de data beoordelen op validiteit en relevantie en bronnen, literatuur en complexe cases analyseren en interpreteren. Afgestudeerde studenten worden in staat geacht de geleerde kennis en onderzoeksvaardigheden toe te passen in de dagelijkse (professionele of onderzoeks) praktijk. De opleiding is bedoeld voor reeds in de praktijk werkzame juristen en voor pas afgestudeerde juristen die zich verder in dit vakgebied willen specialiseren. De opleiding is ook bedoeld voor (pas afgestudeerde) juristen die zich willen voorbereiden op een meer wetenschappelijke carrière in de vorm van een PhD. Het doel van de opleiding is vertaald in acht eindkwalificaties die aansluiten bij het masterniveau zoals beschreven in de Dublin-descriptoren. De eindkwalificaties zijn gerangschikt naar kennis en inzicht, het toepassen van kennis en inzicht, academische en meer algemene vaardigheden. Bij het formuleren van de eindkwalificaties is gebruik gemaakt van het meest recente Domein Specifiek Referentiekader wo Rechtsgeleerdheid. Dit kader heeft het disciplineoverlegorgaan Rechtsgeleerdheid in december 2009 vastgesteld. In de aanvraag wordt een beknopte vergelijking gemaakt met, volgens de aanvraag, vergelijkbare (internationale) opleidingen. Het panel constateert overigens dat mogelijk vergelijkbare opleidingen, zoals bijvoorbeeld het Groningse LLM programma International Comparative and Private law, niet in de aanvraag worden vermeld. De opleiding profileert zich als een praktijkgerichte opleiding en wil studenten voorbereiden op een carrière als professional in een internationale omgeving, bij advocatenkantoren, bedrijven, internationale instituties en (internationale) overheidsinstellingen. Ter voorbereiding op de aanvraag heeft het opleidingsmanagement met diverse vertegenwoordigers van de beroepspraktijk gesprekken gevoerd over de inhoud en relevantie van de opleiding. De opleiding heeft ook een Raad van Advies ingericht waarin verschillende vertegenwoordigers van de beroepspraktijk zitting hebben.
pagina 7
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Overwegingen Het panel vindt de eindkwalificaties adequaat geformuleerd en passend voor het beoogde post initiële masterniveau en de academische oriëntatie. De eindkwalificaties sluiten aan bij de doelstelling van de opleiding. Daarnaast sluiten de eindkwalificaties voldoende aan bij het Domein Specifiek Referentiekader wo Rechtsgeleerdheid. Op een aantal plaatsen in de aanvraag wordt opgemerkt dat de opleiding tevens als doel heeft studenten voor te bereiden op een wetenschappelijke carrière. Het panel is van mening dat, na de gesprekken en de bestudering van de inhoud van het programma, deze doelstelling niet realistisch is. Voor studenten die zich willen voorbereiden op een academische carrière ligt het volgen van een research master meer voor de hand. Tijdens het locatiebezoek is dit door het opleidingsmanagement bevestigd. Het panel ondersteunt het praktijkgerichte profiel van de opleiding. Daarbij merkt zij op dat zij het belangrijk vindt dat de opleiding dit profiel weet waar te maken in het programma (zie ook Standaard 2). Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
4.2
Standaard 2 – Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren.
Bevindingen Programma Relatie tussen de beoogde eindkwalificaties en de inhoud van het programma Tijdens het locatiebezoek is in een matrix de relatie tussen eindkwalificaties, Dublin descriptoren en de programmaonderdelen schematisch weergegeven. In de beschrijvingen van de verschillende programmaonderdelen worden de inhoud, de leerdoelen en het niveau beschreven. Ook wordt ingegaan op de verschillende werkvormen en wordt aangegeven aan welke eindkwalificaties het programmaonderdeel een bijdrage levert. De niveau-aanduidingen in de vakbeschrijvingen zijn onderdeel van een door de Universiteit Leiden ontwikkeld model om de niveauvereisten van het onderwijs per studiejaar te kunnen objectiveren. Programmaonderdelen worden daarbij ingedeeld in zes categorieën, van 100 tot en met 600, die betrekking hebben op de moeilijkheidsgraad. Alle onderdelen van de masteropleiding Advanced Studies in International Civil and Commercial Law Cursussen hebben niveau 600. Opbouw programma De opleiding zal volledig in het Engels worden verzorgd en zal bestaan uit acht verplichte vakken. De opleiding maakt daarbij onderscheid in ‘core courses’ en ‘additional courses´. De ‘core courses’ zijn de vakken ‘International Contract Law’, ‘International Tort Law’, ‘International Property Law’ en
pagina 8
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
‘International Corporate Law’. De ‘additional courses’ omvatten de vakken ‘International Insolvency Law’, ‘Private International Law’, ‘International Commercial Dispute Resolution’ en ‘Legal Profession and Ethics’. De ‘additional courses’ zijn ondersteunend ten opzichte van de ‘core courses’. De vakken ‘International Contract Law’ en ‘International Contract Law’ hebben een omvang van 10 EC. De overige vakken omvatten 5 EC. De opleiding kent geen keuzevakken. Wel hebben studenten de mogelijkheid om een extra vak te volgen bij een van de andere ‘advanced’ masteropleidingen van de faculteit. Daar krijgen studenten echter geen studiepunten voor. De opleiding wordt afgerond met de thesis (10 EC). Zoals bij Standaard 1 aangegeven, profileert de opleiding zich als een praktijkgerichte opleiding. In het programma komt dit met name tot uitdrukking in het gebruik van cases (bijvoorbeeld van IKEA) en de actuele praktijkvoorbeelden die door docenten ingebracht worden. Ook vinden sommige colleges plaats bij advocatenkantoren of andere organisaties. Didactisch concept en contacturen De opleiding streeft naar kleinschalig onderwijs waarbij intensieve interactie tussen studenten en docenten centraal staat. De opleiding maakt daarbij met name gebruik van interactieve colleges of seminars als werkvorm. Van studenten wordt verwacht dat zij bij alle colleges aanwezig zijn, dat zij de colleges voorbereiden en dat zij actief participeren tijdens het college. Ook maken studenten tijdens elk vak verschillende (onderzoeks)opdrachten. In deze opdrachten komen inhoud en methodologie geïntegreerd aan bod. Daarmee breiden zij hun onderzoeksvaardigheden en hun kennis van het vakgebied uit. Gedurende de opleiding zullen studenten in teams aan opdrachten werken. De opleiding wil studenten daarmee voorbereiden op hun toekomstige (academische of professionele) werkomgeving waar het werken in (interculturele) teams veelvuldig aan de orde is. Tijdens de opleiding werken studenten actief aan de ontwikkeling van hun schrijf-, lees- en onderzoeksvaardigheden. Door de opdrachten die zij maken, leren studenten zich zowel schriftelijk als mondeling op professioneel niveau uit te drukken in het Engels. De opleiding zal in totaal 300 contacturen omvatten. Daarnaast zal er contacttijd zijn in de vorm van extra curriculaire activiteiten, excursies, workshops, werkgroepen en begeleiding. Een van de extra curriculaire activiteiten waar studenten aan deel kunnen nemen is de Willem. C. Vis Moot wedstrijd. Dit is een internationale arbitrage wedstrijd waarin wereldwijd 250 studenten teams participeren. Elke jaar zal een excursie plaats vinden naar Luxemburg en Straatsburg. Begeleiding De programma coördinator en de academische coördinator zullen voor de studenten het eerste aanspreekpunt zijn. Studenten kunnen dagelijks bij hen terecht voor advies en begeleiding. Daarnaast wordt de voortgang van studenten per vak bewaakt door de betreffende docent. Indien nodig nemen docenten over de voortgang van individuele studenten contact op met de programma coördinator. Afhankelijk van het probleem kunnen studenten (inhoudelijke) een op een begeleiding van docenten krijgen. Ook kunnen studenten doorverwezen worden naar de studieadviseurs van de faculteit. De faculteit beschikt over vier studieadviseurs. Toelating De opleiding streeft naar een internationaal samengestelde groep studenten. Studenten worden toegelaten tot de opleiding als zij beschikken over een afgeronde universitaire opleiding op het gebied van recht (of als zij kunnen aantonen voldoende vakken op het gebied van recht te hebben gevolgd). Dat betekent dat zij zowel over een bachelor diploma als een master diploma dienen te beschikken. Daarnaast wordt verwacht dat zij gedurende hun vooropleiding goede cijfers hebben behaald en dat
pagina 9
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
zij aanbevelingsbrieven van hun professoren of werkgevers laten zien. Tevens schrijven studenten een motivatiebrief, waaruit hun interesse voor het vakgebied blijkt. Tot slot worden instromende studenten geacht te beschikken over voldoende taalvaardigheid in het Engels. Alle aanmeldingen zullen individueel worden beoordeeld door de toelatingscommissie. Om het interactieve karakter van de opleiding waar te kunnen maken, is de opleiding voornemens maximaal 40 studenten per jaar toe te laten. De faculteit biedt studenten voorafgaande aan de masteropleiding de mogelijkheid om hun kennis en vaardigheden van de Engelse taal uit te breiden met behulp van een aantal vakken op dit gebied. Personeel In de aanvraag heeft de opleiding een overzicht gegeven van de docenten die het onderwijs van de opleiding zullen verzorgen, met hun kwalificaties en specialisaties op onderzoeksgebied. Het overgrote merendeel van de docenten op de lijst is professor. De docenten staan bekend om hun bewezen en waardevolle bijdrage aan het vakgebied. Een van de docenten heeft uitgebreide ervaring opgedaan in het bedrijfsleven. Bij de start van de opleiding zullen 23 docenten betrokken zijn, met een totale omvang van 1,0 fte. De opleiding streeft er naar om in het eerste jaar 15 studenten aan te trekken. Dat betekent een te verwachten staf-student ratio van 1:15 voor het academisch jaar 2013-2014. In de navolgende jaren verwacht de opleiding een staf-student ratio van 1:25. Tijdens het locatiebezoek werd duidelijk dat de opleiding voornemens is om naast de eigen docenten ook gastdocenten uit de praktijk in te zetten. De docenten van de opleiding overleggen regelmatig over de inhoud van en de afstemming tussen de verschillende vakken. Bij toename van het aantal studenten zal de beschikbare staf toenemen. De opleiding verwacht dat het aantal studenten na drie jaar zal groeien tot maximaal 40 studenten per jaar. Opleidingsspecifieke voorzieningen Het onderwijs zal verzorgd worden in De Sterrewacht. Deze locatie van de faculteit Rechtsgeleerdheid omvat werkkamers voor medewerkers en een groot aantal schitterend ingerichte werkgroepruimtes en collegezalen voor kleinschalig onderwijs. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het Kamerlingh Onnes Gebouw. In dit gebouw zijn eveneens collegezalen en werkgroepruimtes (met de benodigde ICT-voorzieningen) beschikbaar. Studenten zullen gebruik maken van de uitgebreide juridische bibliotheek en de computerruimtes in het Kamerlingh Onnes Gebouw. De faculteit beschikt verder over goede ICT-voorzieningen voor studenten en medewerkers (de digitale onderwijsomgeving Blackboard). Samenhangende onderwijsleeromgeving De opleiding maakt, zoals eerder aangegeven, onderscheid in ‘core’ en ‘additional’ courses. De ‘additional’ courses zijn ondersteunend ten opzichte van de ‘core’ courses. De vakken worden in een vast volgorde doorlopen, waarbij studenten starten met de vakken ‘International Contract Law’ en ‘Private International Law’. Binnen de verschillende vakken kunnen thema´s meerdere keren aan bod komen. De opleiding wordt afgerond met de thesis, waarbij studenten de eerder geleerde kennis en vaardigheden toepassen op een zelfgekozen onderwerp in het vakgebied.
pagina 10
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Overwegingen Programma In de vakbeschrijvingen van de programmaonderdelen worden de inhoud en de leerdoelen beschreven. Ook wordt de relatie met de eindkwalificaties gelegd. In een matrix wordt de relatie tussen de eindkwalificaties en de leerdoelen van de programmaonderdelen weergegeven. Het panel vindt dat het programma de juiste deelgebieden behandelt. Het panel constateert dat alle relevante onderwerpen aan bod komen. Naar aanleiding van de aanvraag heeft het panel tijdens het locatiebezoek met verschillende vertegenwoordigers gesproken over mogelijke overlap in het programma. Door de gelaagde structuur van het programma komen dezelfde onderwerpen in verschillende vakken aan bod. Op basis van de gevoerde gesprekken constateert het panel dat de opleiding er naar streeft de overlap zo veel mogelijk te beperken en voor zover relevant functioneel wil inzetten. De academic coördinator heeft een belangrijke rol bij het bewaken van de samenhang en het beperken van de overlap in het programma. Het panel is overtuigd dat dit met de huidige coördinator het geval zal zijn doch raadt aan in structureel overleg te voorzien teneinde ook in de komende jaren overlap te vermijden. Inzake het praktijkgerichte karakter van de opleiding stelt het panel vast, op basis van het locatiebezoek, dat dit door de docenten op verschillende manieren zal worden ingevuld. Het panel raadt de opleiding in dat kader aan de beroepspraktijk actief te betrekken bij de opleiding. Tijdens het locatiebezoek heeft het panel de te gebruiken literatuur bestudeerd. Zij stelt vast dat de literatuur actueel, relevant en van voldoende niveau is. Het panel is van mening dat het voorgestelde didactisch concept en de werkvormen passend zijn. De werkvormen sluiten aan bij het interactieve karakter van het programma. Tijdens het locatiebezoek is duidelijk geworden dat docenten op een bewuste manier invulling zullen geven aan de gewenste interactie en discussie in het programma. De commissie vindt het aantal beoogde contacturen (300 per jaar) voldoende. De studiebegeleiding zal volgens het panel voldoende zijn. De studenten zullen adequaat begeleid worden met het oog op hun studievoortgang. Het panel waardeert het voornemen van de opleiding om studenten daar waar nodig individueel te begeleiden. Dat past volgens het panel goed bij het interactieve en kleinschalige karakter van de opleiding. Het panel vindt ook de toelatingsprocedure adequaat. De opleiding heeft passende criteria geformuleerd. In aansluiting op de bij Standaard 1 gemaakte opmerking over de beoogde doelgroep, raadt het panel aan de opleiding vooral te richten op professionals die al werkzaam zijn in de praktijk of net afgestudeerd zijn en niet op professionals die een academische carrière nastreven. Voor deze laatste groep is een researchmaster meer geschikt. Personeel Het panel heeft tijdens het locatiebezoek enthousiaste en kundige docenten aangetroffen. De docenten zijn ook werkzaam bij de andere ‘advanced’ masteropleidingen van de faculteit en zijn daardoor bekend met de werkwijze en overlegstructuren die bij deze masteropleiding zullen worden ingevoerd. Het panel heeft tijdens het locatiebezoek vastgesteld dat de betrokken docenten een goede relatie hebben met de praktijk. Het is het panel echter opgevallen dat het aantal internationale docenten beperkt is. Zij raadt de opleiding dan ook aan de internationale inbreng in haar docententteam te vergroten.
pagina 11
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Opleidingsspecifieke voorzieningen Op basis van de beschrijving van de voorzieningen en het locatiebezoek aan het Kamerlingh Onnes Gebouw en de Sterrewacht constateert het panel dat de opleidingsspecifieke voorzieningen voldoende zijn. Samenhangende onderwijsleeromgeving Het panel constateert dat er sprake is van een duidelijk samenhangend programma, waarin het vakgebied in een internationale context behandeld wordt. Tijdens het locatiebezoek heeft het panel gesproken met het opleidingsmanagement over het onderscheid tussen ‘core’ en ‘additional’ courses. Het panel vindt het onderscheid tussen deze twee van minder groot belang, zeker omdat alle vakken verplicht zijn. Dit is door het opleidingsmanagement bevestigd. Daarnaast is het panel van mening dat het vak ‘Private International Law’ als overkoepelend vak een ‘core’ vak zou kunnen zijn. Zoals eerder aangegeven lijkt het programma wat overlap te hebben. Het panel raadt de opleiding aan de mogelijke overlap in het programma te monitoren en te evalueren. Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
4.3
Standaard 3 – Toetsing
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing.
Bevindingen De in te zetten toetsen worden afgestemd op de inhoud, het niveau en de leerdoelen van de verschillende vakken. De opleiding heeft daarbij het streven om verschillende toetsvormen te gebruiken. De opleiding zal gebruik maken van de volgende toetsvormen: (schriftelijke of mondelinge) tentamens, (groeps of individuele) presentaties, papers, tussentijdse tentamens en de thesis. Voor bijna alle ‘core courses’ en ‘additional courses’ geldt dat er meerdere toetsvormen ingezet zullen worden (bijvoorbeeld paper en schriftelijk tentamen). Het laatste vak, ‘Legal Profession and Ethics’, wordt onder andere afgerond met een casus. In de vakbeschrijvingen wordt per vak ingegaan op de verschillende toetsvormen en de weging daarvan. Uit de vakbeschrijvingen blijkt dat participatie vaak onderdeel is van de toetsing. Bij de beoordeling van papers wordt gebruik gemaakt van uitgebreide instructies voor docenten en beoordelingscriteria. Daarin wordt ingegaan op de extra punten die studenten kunnen verdienen voor actieve participatie tijdens de colleges. Studenten kunnen door actieve participatie hun eindcijfer met maximaal 0,5 punt verhogen. Alle programmaonderdelen zullen met een voldoende resultaat moeten worden afgerond. Voor ieder onderdeel zal er, conform de facultaire bepalingen over het afleggen van tentamens, ieder jaar een eerste tentamengelegenheid zijn en één herkansingsmogelijkheid. Studenten zullen de gelegenheid krijgen samen met de docent de gemaakte tentamens en papers te bespreken. Studenten volgen een workshop waarin zij worden gewezen op de verschillende vormen van plagiaat en de consequenties daarvan. Ook zullen studenten een verklaring ondertekenen waarmee zij onder andere aangegeven dat zij zich bewust zijn van de gevolgen van plagiaat.
pagina 12
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
De opleiding zal worden afgerond met de masterthesis. In de masterthesis wordt getoetst of studenten de beoogde eindkwalificaties bereiken. De thesis heeft betrekking op het vakgebied en heeft een omvang van 30 tot 50 pagina’s. Tijdens het locatiebezoek werd duidelijk dat studenten aan het begin van de opleiding geïnformeerd worden over de thesis, middels een workshop verzorgd door de academic coördinator. Studenten worden gedurende het schrijven van de thesis individueel begeleid door een begeleider. Er zijn minimaal drie contactmomenten met de begeleider. Aan het begin van het thesistraject presenteren studenten hun onderwerp en opzet van de thesis aan hun medestudenten. De opleiding zal gebruik maken van de instructies zoals die door de andere ‘advanced’ masteropleidingen gehanteerd worden voor het schrijven van een thesis. Deze instructies gaan onder andere in op de deadlines voor het inleveren van een onderwerp en een korte inhoudsopgave, de eisen die gesteld worden aan de eindversie en de deadlines voor het inleveren van de eindversie. Het niet voldoen aan de instructies kan leiden tot puntenaftrek. De thesis zal worden beoordeeld door de begeleider en een tweede beoordelaar. Bij de beoordeling wordt een beoordelingsformulier gebruikt, dat door beide beoordelaars wordt ingevuld. De opleiding valt onder de gezamenlijke examencommissie voor de ‘advanced’ masteropleidingen. Deze examencommissie is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de toetsing in de programma´s. Om die kwaliteit te borgen voert de examencommissie onder andere steekproefsgewijze controle van theses en toetsen uit. Daarnaast formuleert de examencommissie regels en richtlijnen voor toetsing. Overwegingen Het panel stelt vast dat de opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing. Voor alle programma onderdelen zijn de toetsvormen vastgesteld en er zijn verschillende instructies voor beoordeling beschikbaar. De opleiding maakt daarbij gebruik van de opgedane ervaring en beschikbare documentatie van de andere ‘advanced’ masteropleidingen van de faculteit. Nagenoeg alle vakken worden met meerdere toetsvormen afgerond. Het panel heeft tijdens het locatiebezoek met de verschillende vertegenwoordigers gesproken over de mogelijke studiedruk die daardoor veroorzaakt kan worden bij studenten. Ook heeft het panel tijdens het locatiebezoek gesproken over de rol van participatie in de beoordeling van studenten. Participatie wordt door de docenten met wie het panel gesproken heeft, verschillend ingevuld. Tijdens het locatiebezoek is naar voren gebracht dat met meerdere toetsvormen en participatie ervaring is opgedaan bij de andere ‘advanced’ masteropleidingen en dat de opleiding na een jaar deze twee aspecten onder studenten zal evalueren. Het panel ondersteunt dit voornemen. Het is het panel tijdens het locatiebezoek opgevallen dat zowel de vertegenwoordiger van de examencommissie als het management van de opleiding niet de, naar het oordeel van het panel, vereiste aandacht hebben besteed aan de thesisprocedure zoals die gehanteerd zal worden door de opleiding. Het panel adviseert de opleiding de procedure rondom de thesis breed bekend te maken onder de docenten, het opleidingsmanagement en de examencommissie. Het panel heeft desondanks geconstateerd dat de instructies voor studenten voor het schrijven van de thesis helder en duidelijk zijn. Het panel vindt het daarbij wel belangrijk dat deze instructies, die voor alle ‘advanced’ masteropleidingen gelden, worden aangepast c.q. herschreven ten behoeve van de voorliggende opleiding. In de instructies ligt een protocol voor de begeleiding van studenten besloten. Het panel stelt echter vast dat de instructies vooral voor de student geschreven zijn en niet voor de begeleider. Om ervoor te zorgen dat de begeleiding van studenten gewaarborgd blijft, raadt het panel aan in de instructies niet alleen in te gaan op de opzet van en het tijdpad bij het schrijven van de thesis, maar ook op de wijze waarop de begeleiding plaatsvindt en op welke begeleiding de student minimaal aanspraak kan maken. Voorts meent het panel dat studenten vrij laat in de opleiding starten met de thesis. Uit de gesprekken met de opleiding bleek echter dat de startfase
pagina 13
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
doorgaans eerder begint. Het panel ondersteunt dat uiteraard en adviseert om dit ook zichtbaar te maken in het programma. Naast deze verbeterpunten stelt het panel vast dat de instelling en de opleiding beschikken over verschillende organisatorische mechanismes die waarborgen dat er voor de opleiding als geheel een adequaat systeem van toetsing en toetsvormen zal ontstaan. De ervaring van de faculteit met de andere ‘advanced’ masteropleidingen draagt daar aan bij. Het panel is van mening dat het universitair model van de universiteit Leiden met regels en richtlijnen voor tentamens en examens voldoende garantie biedt voor een adequaat systeem van toetsing. Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
4.4
Standaard 4 – Afstudeergarantie en financiële voorzieningen
De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar.
Bevindingen Afstudeergarantie De Universiteit Leiden garandeert dat studenten die tot de opleiding zijn toegelaten gedurende ten minste de cursusduur plus twee jaar in staat zullen worden gesteld deze in haar geheel te voltooien. Investeringen In de aanvraag heeft de opleiding opgemerkt dat er geen grote investeringen nodig zijn voor deze nieuwe opleiding. De opleiding bouwt voort op bestaande programma´s en maakt gebruik van de reeds aanwezige faciliteiten. De opleiding wordt volledig bekostigd door het collegegeld dat studenten betalen (€15.000 per student). Ook de ontwikkeling van het programma wordt gefinancierd uit het collegegeld. Daarbij wordt opgemerkt dat periodiek bezien wordt of aanvullende investeringen nodig zijn. Financiële voorzieningen De opleiding presenteert in de aanvraag een beknopte meerjarenbegroting van de inkomsten en uitgaven voor de masteropleiding Advanced Studies in International Civil and Commercial Law voor de komende studiejaren. Een vergelijking van de te verwachten inkomsten en uitgaven laat zien dat na twee jaar (vanaf studiejaar 2015-2016) de inkomsten de uitgaven zullen overtreffen. Zoals hierboven opgemerkt wordt de ontwikkeling van de opleiding gefinancierd uit het te ontvangen collegegeld. Overwegingen Het panel stelt vast dat voor de opleiding zodanige financiële voorzieningen zijn getroffen dat studenten die in september 2013 aan de opleiding beginnen, drie studiejaren de tijd hebben om deze af te ronden. Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
pagina 14
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
4.5
Algemene conclusie over de kwaliteit van de opleiding Het panel concludeert dat de kwaliteit van de nieuwe opleiding voor alle vier standaarden voldoende is. Het panel heeft een opleiding aangetroffen met duidelijk geformuleerde eindkwalificaties van voldoende niveau, een samenhangend en internationaal georiënteerd programma, met passende werkvormen en begeleidingsstructuur, enthousiast en kundig personeel, een adequaat toetsbeleid en voldoende capaciteit. Het eindoordeel is dan ook positief.
4.6
Advies sector Het panel onderschrijft het voorstel van de opleiding voor de sectorindeling: recht.
pagina 15
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
5 Aanbevelingen Het panel heeft ook een aantal aanbevelingen voor de opleiding die vooral betrekking hebben op de focus van de opleiding en de toetsing. Het panel adviseert de opleiding: – mogelijke overlap in het programma aandachtig te bewaken en te monitoren; – het praktijkgerichte karakter van de opleiding te bewaken en de beroepspraktijk actief te betrekken bij de opleiding; – de doelgroep van de opleiding te beperken tot juristen die al dan niet werkzaam zijn in de praktijk en die zich willen voorbereiden op de internationale beroepspraktijk. Voor juristen met onderzoeksambities, die zich willen richten op een wetenschappelijke carrière, acht het panel het volgen van een research master meer relevant; – het docententeam een meer internationale invulling te geven; – na een jaar de ervaringen met het gebruiken van meerdere toetsvormen per vak te evalueren onder studenten; – na een jaar de ervaringen met het meewegen van participatie in de beoordeling van toetsen te evalueren onder studenten; – de thesis eerder in het programma te starten, ook in formele zin; – de beschikbare instructies voor de thesis aan te passen voor de voorliggende opleiding en daarbij ook expliciet in te gaan op de rol van de begeleider en de begeleiding waarop een student aanspraak kan maken; – de procedure voor de masterthesis breder bekend te maken bij het docentencorps in het algemeen, en het opleidingsmanagement en de examencommissie in het bijzonder.
pagina 16
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
6 Overzicht oordelen
ONDERWERP
STANDAARDEN
1 Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft
OORDEEL V
inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen
2 Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke
V
voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren
3 Toetsing
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing
V
4 Afstudeergarantie en financiële voorzieningen
De instelling geeft aan studenten de garantie dat het programma
V
volledig kan worden doorlopen en stelt toereikende financiële voorzieningen beschikbaar
ALGEMENE CONCLUSIE
V = voldoende O = onvoldoende VOV= voldoende onder voorwaarden
pagina 17
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
V
Bijlage 1 – Samenstelling panel Prof. mr. Luc Strikwerda Studie 1968-1973 Nederlands recht, Universiteit van Amsterdam 1973-1974 Comparative Law, Institute of Comparative Law, New York University 1978 Doctor in de rechtsgeleerdheid (cum laude) op "Semipubliekrecht in het conflictenrecht", Universiteit van Amsterdam Werkzaamheden onder meer 1977-1981 rechterlijk ambtenaar in opleiding, Rechtbank Alkmaar 1981-1985 rechter, Rechtbank Alkmaar 1985-1988 Hoogleraar privaatrecht, Rijksuniversiteit Groningen 1988-2000 Hoogleraar internationaal privaatrecht en rechtsvergelijking (deeltijd), Rijksuniversiteit Groningen 1988-2011 Advocaat-Generaal, Hoge Raad der Nederlanden 1998-2010 Advocaat-Generaal, Benelux-Gerechtshof 2011-heden Hoogleraar internationaal privaatrecht (gast), Universiteit Tilburg Publicaties onder meer Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht (1988, 10e dr. 2012) De overeenkomst in het IPR (1995, 3e dr. 2010) Prof. dr. H.B. Krans. Van 1990 tot 1999 was prof. Krans (universitair) docent burgerlijk recht aan de Universiteit Leiden. In 1999 promoveerde prof. Krans aan die universiteit op het proefschrift ‘Schadevergoeding bij wanprestatie’ (promotor: prof. mr. Jac. Hijma). Van 2000 tot augustus 2003 was prof. Krans als advocaat bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn te Den Haag werkzaam op de sectie civiel procesrecht. Sinds augustus 2003 is prof. Krans verbonden aan de Rijksuniversiteit Groningen, aanvankelijk als universitair hoofddocent privaatrecht en sinds augustus 2005 als hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder procesrecht. Prof. Krans verzorgt onderwijs en verricht onderzoek op het gebied van het burgerlijk procesrecht en het materiële privaatrecht, waaronder het contractenrecht. De Europeanisering van het privaatrecht is een van de thema’s van zijn onderzoek. Prof. dr. Geert Van Calster, LL.M., Ph.D. Geert Van Calster behaalde zijn diploma van licentiaat in de rechten te Leuven in juni 1993. In juli 1994 behaalde hij eveneens een Master of Laws (LL.M.) in European Community Law aan het Europacollege in Brugge. In september 1994 werd hij assistent aan de Universiteit van Leuven, aanvankelijk aan het Instituut voor Administratief Recht, vanaf 1995 aan het Instituut voor Milieu- en Energierecht (IMER). Als assistent aan het Instituut voor Administratief Recht bestudeerde hij thema’s die vooral in verband stonden tot de EU, alsook de ontwikkeling van een gemeenschappelijke administratieve wetgeving in Europa. Met een door de Britse overheid toegekende Chevening-beurs, was hij van september 1997 tot september 1998 verbonden aan St. Edmund Hall, Universiteit van Oxford. In mei 1999 werd hij doctor in de rechten aan de Universiteit van Leuven, met zijn studie over de verzoening tussen het internationaal handelsrecht en de milieubescherming. In 2002 werd hij
pagina 18
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
benoemd tot docent. Geert was tevens gastdocent aan de Erasmus Universiteit, Rotterdam, waar hij International Economic Law doceerde tussen 2002 en 2004, en geeft gastcolleges aan verscheidene buitenlandse universiteiten. In 2007 was hij visiting professor EU recht aan Monash University, Melbourne (opnieuw sinds 2011). Naast zijn academische activiteiten werkte hij tussen 1995 en 2000 voor de Londense advocaten SJ Berwin & Co. Nu is hij actief bij DLA Piper. De standaardreferentie Legal 500 bestempelt hem als well regarded for the interface between economic and regulatory law met een excellent academic background aligned to pragmatic experience in both public and private sectors. In zijn praktijk specialiseert hij zich naast internationale procesvoering (IPR), in economisch recht in de EU (vroeger voornamelijk mededingingsrecht, nu eerder het vrije verkeer van goederen), milieurecht in de EU en internationaal handelsrecht. Geert doceert Internationaal privaatrecht, Europees en internationaal milieurecht, Europees economisch recht, en internationaal handelsrecht. In deze vakgebieden verricht hij ook intensief onderzoekswerk. Geert is voorzitter van de onderzoekseenheid Internationaal en Europees recht. Tot de zomer van 2012 was hij directeur van het Centre for Advanced Legal Studies, programmadirecteur van de Master of Energy and Environmental law, en van de Master of Laws, K.U. Leuven. Geert was tussen 2003 en 2013 titularis van het Bijzonder Onderzoeksfonds, K.U.Leuven (BOF – ZAP), en is visiting professor aan de China-EU School of Law in Beijing (http://www.cesl.edu.cn/) en aan Monash University, Melbourne. Hij is tevens visiting lecturer in King's College, Londen, en was onder andere visiting lecturer, Oxford University (september 2006 – sept. 2008). Maaike Verhoek, BSc. Mevrouw Verhoek heeft haar diploma van de middelbare school aan het Gymnasium Celeanum in Zwolle behaald. Zij heeft de bacheloropleiding Politicologie voltooid en studeert nu de master Politicologie, specialisatie Politieke Theorie, beide aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Zij heeft vanaf 2006 functies gehad binnen de Radboud Universiteit waaronder die van voorzitter van de Universitaire Studentenraad. Mevrouw Verhoek was in 2010 – 2011 vicevoorzitter van de Landelijke Studentenvakbond. Ondersteuning: – drs. Titia Buising, extern secretaris; – Michèle Wera, MA, procescoördinator NVAO.
Alle panelleden en de secretaris hebben een onafhankelijkheids- en onpartijdigheidsverklaring ingevuld en ondertekend.
pagina 19
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Bijlage 2 – Programma locatiebezoek Het panel heeft een bezoek gebracht aan Faculteit Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden op 24 februari 2013 (meer specifiek: Locatie Sterrewacht Kaiserstraat 63 te Leiden). Het programma zag er als volgt uit: 08:15
Assembly outside Leiden University Academy Building (Rapenburg 67, 2311 GJ Leiden) and walk to Sterrewacht complex All visitors from NVAO Professor mr. Rick Lawson, Dean Leiden Law School
08:30 – 08:45 Welcome (distribution/explanation of materials for panel) Professor mr. Rick Lawson, Dean of Leiden Law School; Ms. Anette van Sandwijk, Head of Office for International Education; Ms. Sheena Bruce, Head Coordinator Advanced Master Programmes 08:45 – 10:30 Panel discussion (closed session) 10:30 - 11.30 Session One: Meeting with academic coordinators of the programme Professor mr. Henk Snijders, Programme Director; Course Coordinator/Lecturer: International Commercial and Dispute Resolution; Course Co-Coordinator/Lecturer: International Properties and Securities. Dr. Jeroen van der Weide, Academic Coordinator; Course Co-Coordinator/Lecturer: International Properties and Securities; Professor mr. Alex Geert Castermans, Course Coordinator/Lecturer: Legal Professions and Ethics Professor mr. Jaap Hijma, Course Coordinator/Lecturer: International Contract Law Professor mr. Bob Wessels, Course Coordinator/Lecturer: International Insolvency Law Ms. Sheena Bruce, Head Coordinator Advanced Master Programmes 11.30 – 12.15 Session Two: Walk to and tour of the Kamerlingh Onnes Building (KOG) Professor mr. Rick Lawson, Dean Leiden Law School Library Tour by Ms. Tineke Beer 12.15 – 13.00 Panel discussion over lunch – Kamerlingh Onnes Building, Room B421 (closed session) 13.00 – 13.15 Walk back to Sterrewacht 13.15 – 14.15 Session Three: Meeting with course coordinators, teaching staff, guest lecturers of the programme and exam commission and OLC staff Dr. Peter De Tavernier, Member of Programme Commission (OLC); Course Coordinator/Lecturer: International Tort Law Professor mr. Stefaan Van den Bogaert, Representative of Exam Commission for Master of Laws Advanced Studies Programmes Mr. Christer Thordson, Lecturer: International Corporate Law Professor mr. Dirk Visser, Lecturer: International Properties and Securities
pagina 20
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Dr. Caspar van Woensel , Lecturer: Legal Profession and Ethics Professor mr. Iris Wuisman, Course coordinator/Lecturer: International Corporate Law 14.15 – 14.30 Change over 14.30 – 15.00 Session Four: Meeting with representatives from the professional field (Advisory Board) Mr. Jeroen Ouwehand, Head of Amsterdam Litigation and Dispute Resolution Practice Clifford Chance 15.00 – 15.15 Change over 15.15 - 15.30 Session Five: Second meeting with academic co-ordinators of the new masters programme, to discuss any matters that are still unclear (if required) Professor Henk Snijders (Programme Director, Lecturer & Course Coordinator); Dr. Jeroen van der Weide (Academic Coordinator, Lecturer & Course Coordinator); 15.30 – 16.45 Panel discussion (closed session) 16.45 - 17.00 Preliminary feedback of panel’s findings Dean of Law School: Prof. mr. Rick Lawson Office for International Education: Ms. Anette van Sandwijk Academic Co-ordinators: Professor Henk Snijders (Programme Director, Lecturer & Course Coordinator); Dr. Jeroen van der Weide (Academic Coordinator, Lecturer & Course Coordinator); Course Coordinators Ms. Sheena Bruce, Head Coordinator Advanced Master Programme; Ms. Rebecca Tait, Programme General Coordinator Academic Affairs: Ms. Marije Schreuder
pagina 21
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Bijlage 3 – Overzicht bestudeerde documenten Informatiedossier opleiding/instelling - Aanvraag van een beperkte toets nieuwe opleiding, Master of Laws, Advanced Studies in International Civil and Commercial Law, Faculteit der Rechtsgeleerdheid, Universiteit Leiden, september 2012. - Bijlagen: o Domeinspecifiek referentiekader en eindkwalificaties van het programma o Vakbeschrijvingen o Onderwijs- en examenreglement o Overzicht van betrokken staf, inclusief functie, aanstelling, niveau en expertise o Overzicht van contacten met het werkveld o Brief ter vervanging van het rapport instellingsaudit o Beschrijving International Office en QAS Standing Committee o Beschrijving van Advanced Studies programma’s Documenten beschikbaar gesteld tijdens locatiebezoek - Onderwijsmateriaal, te gebruiken literatuur - Jaarverslagen, facultaire magazines, strategisch uitvoeringsplan en overig publiciteitsmateriaal - Universitair model Regels en richtlijnen voor de tentamens en examens - Vakbeschrijvingen masteropleiding Jeugdrecht inclusief „deel 2‟ (met extra informatie) - Handboeken, wettenbundels en overige literatuur - Kwaliteitszorg monitoring cyclus - Verslagen van QA standing committee - Evaluatieformulieren en exit verslagen - Beschrijving van de vier bestaande ‘advanced’ masteropleidingen - Beschrijving van de betekenis van het begrip ‘advanced’ - Organogram van de ‘advanced’ programma´s - Voorbeeld van een rooster van een ‘advanced’ programma - Intake gegeven 2012 - Tentamen regels en richtlijnen - Instructies beoordeling tentamens - Beoordelingscriteria papers & thesis - Checklist voor presentaties - Informatie over plagiaat - Informatie over de Engelse vakken voorafgaande aan het programma - Informatie over carrière advies - Informatie over het Meijers onderzoeksinstituut en de graduate school - Informatie over alumni Documenten beschikbaar gesteld na locatiebezoek - End Qualifications Matrix ICCL - Adv LLM Paper Instructions 2011 – 2012: o Directives for writing Adv LLM Papers o Procedural Instructions o Example of annotated bibliography o Guidelines for footnotes and bibliographic references in the Adv. LLM Papers
pagina 22
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Bijlage 4 – Lijst met afkortingen
pagina 23
ba
bachelor
EC
European Credit Transfer System
ICCL
Advanced Studies in International Civil and Commercial Law
ma
master
NVAO
Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
wo
wetenschappelijk onderwijs
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013
Het paneladvies is tot stand gekomen in opdracht van de NVAO met het oog op de beperkte toetsing van de nieuwe de postinitiële masteropleiding Advanced Studies in International Civil and Commercial Law van de Universiteit Leiden. Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) Parkstraat 28 Postbus 85498 | 2508 CD DEN HAAG T 31 70 312 23 30 F 31 70 312 23 01 E
[email protected] W www.nvao.net
Aanvraagnummer
pagina 24
000974
NVAO | Universiteit Leiden wo-master Advanced Studies in International Civil and Commercial Law | 15 februari 2013