Master of Science in Sustainability Science and Policy Universiteit Maastricht. mei NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Master of Science in Sustainability Science and Policy Universiteit Maastricht mei 2011 NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Paneladvies

Inh houd

pa agina 2

1

Samenvattend advies

3

2

ording Inleiding en verantwoo 2.1 W Werkwijze pan nel 2.2 O Opbouw paneladvies

5 5 6

3

Beschrijv ving van de opleiding 3.1 A Algemeen 3.2 P Profiel instelling 3.3 P Profiel opleidin ng

7 7 7 7

4

Beoordeling per onderwerp 4.1 D Doelstellingen opleiding 4.2 P Programma 4.3 In nzet van perso oneel 4.4 V Voorzieningen 4.5 In nterne kwalite eitszorg 4.6 C Condities voorr continuiteit

10 10 14 22 24 32 34

5

Overzichtt advies

36

ge 1: Samens stelling panell Bijlag

32

Bijlag ge 2: Program mma locatieb bezoek

33

Bijlag ge 3: Overzic cht van bestudeerde docum menten

34

Bijlag ge 4: Lijst me et afkortingen n

35

NVAO | wo-master Susta ainable Science and a Policy | Univerrsiteit Maastricht | mei 2011

1 Sam menvatten nd advies s nternational Centre C for Integ grated Assess sment & Susta ainable Develo opment (ICIS) van Het In de U.M. is een gere enommeerd onderzoeksins o tituut op het gebied g van duurzzaamheidvraagstukken. Hett ICIS is gespe ecialiseerd in de d ontwikkelin ng en de toepa assing van wettenschappelijkke methoden en e tools op he et terrein van d duurzaamheid d, met name e integrated asssessment. He et ICIS is een departement van de Facultty of Humanities and Sciences S van de d Universiteitt Maastricht (U UM). Het ICIS verzorgt naasst haar onderrzoeksopdrach ht ook onderw wijs aan maste erstudenten. De D missie is we erken aan bewustwording en bewustmaking g van vraagstukken op het gebied g van du uurzaamheid en e ontwikkelen van be eleidsinstrume enten die men kan hanteren n om de comp plexe vraagstu ukken rondo om duurzaamh heid aan te pa akken. Het voorliggende v m masterprogram mma is een initiatief van het ICIS. Het masterprogramm ma heeft volgens ICIS een uniek karrakter door zijn n integratieve en transdiscip plinaire benad dering. De ma asteropleiding beoogt toekomstige onderzzoekers, unive ersiteitsdocentten en be eleidsmakers op o te leiden op p het terrein van duurzame ontwikkeling a als integrated assesssment scientiists. Het progrramma is volg gens het ICIS relevant r en aa antrekkelijk vo oor stude enten uit vele disciplines. d De e kracht van de masteropleiiding zit, alduss het ICIS, me et name e in het feit datt men vertrektt vanuit een ge eïntegreerde en e interdiscipliinaire, holistische benad dering van duurzame ontwikkeling. Het panel, p dat is sa amengesteld door d het bestu uur van de Ned derlands-Vlaa amse Accre editatieorganissatie, heeft tijd dens de site visit kennisgem maakt met zeerr gemotiveerde en betrokken docenten n en medewerkers van ICIS S. Het panel iss onder de indruk geraakt va an hun gedrevenheid. Het zijn allen mensen die hard g h en gemottiveerd werken n om hun doe elen te bereikken en die desskundig zijn in n de desbetrefffende materie e. Naast hen w werken diverse e extern ne experts me ee aan deze opleiding, o wat een e gedegen wetenschappelijkheid en diepg gang waarborg gt. Het IC CIS verzorgt nu n al diverse cursussen c op het h gebied van n duurzame o ontwikkeling aa an stude enten uit diversse studierichtingen van de UM. U Dat gebeurt volgens de e in de UM beken nde en met su ucces toegepa aste vorm van Probleemgesstuurd Onderw wijs (PGO). Concreet wordt er geleerd g door te t vertrekken vanuit v maatscchappelijke vra aagstukken op p het gebie ed van duurzaa amheid. Stude enten kunnen zelf onderwerrpen inbrenge en. Docenten waarb borgen (via opdrachten, vra aagstelling, grroepsgesprek,, kritische feed dback…) dat de d vooro opgestelde doe elstellingen ge erealiseerd wo orden. In de opleiding worrden discussie egroepen van circa 14 stude enten sameng gesteld die gezam menlijk vanuit diverse discip plines werken aan de vraagstukken. De vvraagstukken worde en vanuit een zogenoemde mode 2-wete enschapsopvattting benaderd d. Dit is een weten nschappelijke benadering die ten opzichte e van de traditionele wetensschap onder meer m maatsschappelijker, transdisciplin nairder en subjjectiever is. Het is een participerende benad dering waarbijj men tracht om te gaan me et de onzekerh heden die vraa agstukken en oplosssingen met zich meebrenge en.

pa agina 3


Bij so ommige UM-sttudenten die nu n al modules en tracks van n het ICIS volg gen leeft de behoe efte aan een volledige v mastteropleiding op het gebied van v duurzaam mheid binnen de d eigen n onderwijsinsttelling. Die bestaat nu nog niet. n Er zijn vo olgens het ICIS S en de faculte eit voldo oende studente en die nu een track volgen om o een maste eropleiding levvensvatbaar te e make en en te rechtvvaardigen. De universiteit re ekent op een ja aarlijkse belan ngstelling van circa 30 stu udenten. Het nu n voorgesteld de programma a moet mogelijk maken dat er een maste eropleiding ko omt voor deze studenten. De e faculteit hee eft uitgesproke en bereid te zijjn om extra te investeren in deze intern nationale opleiiding. De eindkwalificaties van de opleiding zijn amb bitieus en ligge en, als totaalpa akket, op het vereisste niveau van n de Dublindesscriptoren voo or een masterp programma. H Het is uitdrukkelijk h om niet de d bedoeling van v studenten experts te ma aken in één va akgebied, noch metho odologen af te e leveren, maa ar om deskund digen op te leiiden die op accademisch multid disciplinair nivveau kunnen fu unctioneren (in n gesprek gaa an, onderhand delen, dossiers s bestu uderen en evalueren) naast collega’s met een meer spe ecifieke desku undigheid ter zake. z Zij mo oeten beschikkken over gron ndige kennis van v en diepgaa and inzicht in de wijze waarrop diversse disciplines denken en ha andelen op het terrein van duurzaamheid d . Het panel p is ervan overtuigd gera aakt dat de studenten deze doelstellingen n met het voorg gestelde progrramma binnen n één jaar kunnen realiseren n. Naar de visie van het pan nel sluiten het program mma en de doe elstellingen go oed op elkaar aan. Doordat de opleiding zich z richt op o de specifie eke methodiekk van sustainab bility assessm ment en door sstrenge eisen te t stellen aan de instrroom acht het panel het mogelijk om de eindkwalificatie e es te halen na a een eenja arig programm ma. De specifie eke PGO-meth hodiek is bij uitstek gepast vvoor dit type master m en vo oor deze problematiek. Het team heeft du uidelijk voor og gen op welk e eindniveau de stude enten minimaa al verondersteld worden af te studeren, en n hoe dit word dt gegarandee erd. Tijden ns het bezoekk aan de facultteit heeft het panel p kennisge emaakt met ee en zeer betrok kken staf. De D ICIS-staf heeft h de lat hoo og gelegd en is zeer gemottiveerd om de beoogde kwa aliteit te hallen. De stude enten krijgen een e uitgebreide e ondersteuning tijdens de opleiding. Er is i veel in interne kwaliteitszorg geïn nvesteerd, wa aardoor er nu een e efficiënt ssysteem besch hikbaar is. Het panel p heeft bessloten aan hett bestuur van de NVAO een n positief advie es uit te breng gen over de d masterople eiding Master in Science in Sustainability Science and Policy.

Den Haag, H mei 201 11 Name ens het panel ter beoordelin ng van de toetts nieuwe ople eiding wo-masster Master off Scien nce in Sustaina ability Science e and Policy van v de Universsiteit Maastrich ht,

Prof . dr. J. van Eijjndhoven (voorzzitter)

pa agina 4

Johanna Bae eyens (secretariaat))


2 Inle eiding en verantwo oording 2.1

Werk kwijze panel Het College C van Be estuur van de Universiteit Maastricht M heefft op 10 decem mber 2010 bij de NVAO O een aanvraa ag Toets Nieuwe Opleiding ingediend voo or de bekostig gde masteropleiding Maste er of Science in Sustainability Science an nd Policy. De NVAO N heeft het volgende panel p van deskundigen d s samengesteld om het aanvra aagdossier te beoordelen: – Pro of. dr. Josee van v Eijndhoven n (panelvoorzitter), emerituss hoogleraar E Erasmus U Universiteit Ro otterdam. – Dr..Reinout Heiju ungs (Universiteit Leiden) Centrum voor Milieuwetensch M happen, U Universiteit Leiiden. – Pro of. dr. Hans Brruyninckx, hoo ogleraar aan het h Instituut vo oor Internation naal en Europe ees B Beleid van de Katholieke Un niversiteit Leuv ven. – Mu uhammed Bassoglu, student Erasmus Univ versiteit Rotterdam bachelo or Economie en B Bedrijfseconom mie Drs. Johanna J Baeyyens, beleidsm medewerker NVAO, N trad op als procescoö ördinator en secre etaris Nicole Catthoor C nam de d basisversla aggeving op ziich. Het beoordelingspa b anel kreeg alss taak advies uit u te brengen over de kwaliteit en het niveau van de d beoogde nie euwe opleidin ng. Het panel weerspiegelde w e volgens de N NVAO de vere eiste desku undigheid in het vakgebied, het werkveld, onderwijskun nde/didactiek en de praktijk en uitvoe ering van audiits. Het panel heeft de criterria gevolgd va an het Toetsing gskader Nieuw we Opleidingen Hogerr Onderwijs va an de NVAO van 14 februari 2003 (hierna a ‘Toetsingskader’ genoe emd). Op 24 4 februari 2011 werd het do ossier bezorgd d aan de panelleden. Na eerste lezing bes sloten de pa anelleden dat er e geen bijkom mende vragen n aan de instelling hoefden tte worden ges steld. De vo oorzitter en de e procesbegele eider stelden vervolgens v ee en ontwerppro ogramma voor het bezoe ek op dat doorr de instelling werd uitgewe erkt. Het ontwe erpprogramma werd op 21 maart 2011 aan de comm missieleden ge ezonden ter co ommentariërin ng en vervolge ens aangepastt door de insstelling. Op 27 7 maart 2011 is i het panel ee en eerste keer bijeengekom men. Tijdens deze bijeen nkomst zijn ee erst de algeme ene impressies op basis van n het schriftelijjke dossier besprroken en vervvolgens de te stellen s vragen n en afspraken n betreffende de site visit. Op 28 8 maart 2011 vond de site visit v plaats te Maastricht. M Tijdens dit bezo oek sprak het panel p met de d decaan van n de faculteit, de d scientific director van ICIS, de opleid dingsverantwo oordelijken en de blokdocen nten ( zie bijlag ge 2). Het pan nel spreekt zijn n waard dering uit overr de goed voorbereide ontva angst en de co onstructieve g gedachtewisse eling tijden ns het locatiebezoek. Na affloop van deze e gesprekken heeft het pane el conclusies en oordelen g geformuleerd aan a de ha and van het toetsingskader van v de NVAO O. Per facet is een e positief (vvoldoende) of negattief (onvoldoen nde) oordeel gegeven. g Het oordeel per onderwerp is to ot stand gekom men op ba asis van de oo ordelen per faccet. Het panel heeft deze co onclusies in vo olledige onafh hankelijkheid kunnen k vorme en, waarna een n conceptrapp port is opgeste eld. De panelle eden hebbe en dit concepttrapport beoorrdeeld en van commentaar voorzien. Hierrna is een

pa agina 5


definiitieve versie va an het rapportt opgesteld, do oor de panelvoorzitter goed dgekeurd en vo oor de ve erdere besluitvvorming ter be eschikking ges steld aan het bestuur b van de e NVAO.

2.2

ouw paneladv vies Opbo dstuk 3 geeft een e algemene e beschrijving van de instelliing en de ople eiding. Hoofd Kern van het voorliggende advie es is hoofdstuk k 4, waarin de neerslag van de feitelijke toetsiing is vastgele egd. Het panel heeft de ople eiding getoetstt aan de hand d van de zes onderrwerpen en de e negentien fa acetten van he et toetsingskad der. Per facet geeft het panel een korte k samenva atting van de in nformatie die door de UM iss aangeleverd ('Bevindingen n'), gevolgd door de vissie van de pan nelleden op diit facet ('Overw wegingen'). De e overweginge en mond den uit in een conclusie, c waa arin het panel aangeeft of het h facet in kw westie als voldo oende of onvvoldoende wo ordt beoordeeld. Daarnaast geeft het pane el een samenvvattend oorde eel per onderrwerp. Slotho oofdstuk 5 bevvat een schem matische weerrgave van de beoordeling. b A Aan het advies s is een aantal a bijlagen n toegevoegd met m onder me eer de samensstelling van he et panel, het progrramma van he et locatiebezoe ek met de nam men van de ge esprekspartners en een ove erzicht van de d geraadpleegde documen ntatie.

pa agina 6


3 Bes schrijving g van de opleiding o g 3.1

Algem meen Land Instelling Opleiding Nivea au Oriën ntatie Graad d Locattie(s) Variant Secto or

3.2

Nederlland Facultyy of Humanitie es and Scienc ces, Universite eit Maastricht Masterr of Science in n Sustainable Science and Policy P Masterr of Science wo wo-ma aster Maastrricht voltijdss Gedrag en Maatschappij

Profie el instelling De Universiteit Maa astricht is opg gericht in 1976 6. Oorspronkellijk was deze u universiteit vooral beken nd vanwege het h Probleemg gestuurd Onde erwijs (PGO). Inmiddels I hee eft ze zich ontwikkeld tot een Europese rese earchuniversitteit met een stterke internationale oriëntattie en PGO als een vaste e waarde. De Universiteit U Ma aastricht is ee en van de mee est internationa ale unive ersiteiten in Eu uropa. De instrroom van buite enlandse stud denten bedroe eg in 200 07 45% van het totaal. De meerderheid m van v de zestien n Bachelorople eidingen en bijjna alle masterm en PhD D-opleidingen worden in he et Engels aang geboden. De Universiteit bied dt bachelor-, masterm en PhD-opleidingen n aan voor een n zeer intern nationale stude entenpopulatie e. Vaak zijn he et unieke ople eidingen in Ne ederland en ze elfs in Europ pa. Het UM-on nderwijs scoorrt hoog op ran nkings van stud denten, onderrwijsinstanties s en de ovverheid. De Un niversiteit Maa astricht bestaa at uit zes facullteiten.

3.3

Profie el opleiding De UM wil een nieu uwe, interdisciplinaire opleid ding starten ge enaamd Master of Science in Susta ainability Scien nce and Policyy. Het betreft een e eenjarige masteropleiding op het terrrein van duurzame d ontw wikkeling. De voertaal v is Engels. Het in nitiatief voor deze nieuwe masteropleiding m g komt van he et Internationa al Centre for Integrrated Assesment & Sustainable Developm ment (ICIS). Het H ICIS is als onderrzoeksinstituut een onderde eel van de faculteit Humanitties and Scien nces. De missiie van ICIS is i de bewustw wording inzake e duurzaamheidsvraagstukkken verbeteren n, het aanbied den van de d benodigde wetenschappe w elijk tools voorr beheer en het h ontwikkelen n van weten nschappelijke kennis om me et complexe vraagstukken v r rond sustainab bility om te kunnen gaan.. Dit instituut verzorgt v al ond derwijs aan stu udenten in andere masterop pleidingen en in het Maasstrichtse Unive ersity College. Vier van de zeven z kerncurssussen van he et nieuw voorg gestelde opleid dingsprogramma biedt het ICIS nu al in andere a masteropleidingen aan. Daarvvoor bestaat grote g belangsttelling bij stude enten. Onder hen zijn stude enten die graag een volled dige masterop pleiding in Maa astricht (hadde en) willen volg gen op het geb bied van Susta ainabillty Scien nce and Policyy. Die mogelijk kheid is er op dit moment niiet.

pa agina 7


De Universiteit Maa astricht - zo blleek op de site e visit - geeft zijn z volle steun n aan nieuwe ontwikkelingen en aan a dit initiatie ef in het bijzon nder. De recen nt benoemde d decaan stelde e dat de un niversiteit haarr engagementt ook vertaalt door d bijvoorbe eeld een extra ontwikkelings s- en aanlo oopfinanciering g te voorzien voor v de opstarrt van het prog gramma en ve erdere financie ering te voo orzien vanuit de d portfoliomid ddelen onderw wijs. Duurzzame ontwikke eling is één va an de grootste e uitdagingen waarvoor w de m mensheid in de 21ste eeuw e staat, alldus het inform matiedossier bij b de aanvraag g. Duurzaamh heid is een com mplex conce ept dat niet va anuit één discipline benaderrd kan worden n. Het vraagt o om een integra atieve benad dering. Derhalve combineerrt het ICIS ken nnis van de ve erschillende diisciplines (econ nomie, ecologiie en de socia ale dimensie) met m maatscha appelijke waard den en overtu uigingen om zo z te analysere en hoe men to ot beleidsstand dpunten kan kkomen. Het IC CIS spree ekt in dit kaderr van Integrate ed Assessmen nt, waarin dus ook maatschappelijke waa arden zijn betrokken. Inte egrated Sustainability Asses ssment is de niche n waarin de nieuwe ople eiding zich wil w situeren. Het programma p bie edt een intensieve internatio onale opleiding gservaring wa aarin de student kenniis en vaardigh heden ontwikkelt om te leren n omgaan mett één van ’s w werelds belan ngrijkste en ing gewikkeldste vragen: v hoe ku unnen we de sociale, s econo omische en ecolo ogische behoe eften (people, planet p and pro ofit) voor ons huidige h en toe ekomstige welz zijn in balan ns houden? Volge ens het aanvra aagdossier is er een urgente e vraag naar wetenschappe w ers die getrain nd zijn in inte erdisciplinaire en integratievve benadering gen van duurza ame ontwikke eling. De beoogde maste eropleiding wil studenten ee en unieke kans bieden om zich z te specialiseren in duurrzame ontwikkeling vanuitt een inter- en transdisciplin nair leerplan. Het H is uitdrukkelijk niet de bedoe eling dat stude enten als speccialist op één van de specifiieke deelgebie eden van duurzzame ontwikke eling de universiteit verlaten n. Men beoogtt deskundigen op te leiden die d op acade emisch niveau u kunnen communiceren en n samenwerke en met specialisten op vele gebie eden. De stude enten moeten kennis ontwik kkelen inzake de diversiteit van denken en e disciplines op hande elen die besta aat binnen de verschillende v p het terrein va an sustainabiliity. De op pleiding gaat dus d uit van een holistische benadering b en n kiest voor ee en post-norma ale weten nschap, ook wel w mode 2-we etenschapsben nadering geno oemd. Een mo ode 2-benadering is maatsschappelijk, onderzoekend, waardevol, subjectief en men m leert omga aan met onzekkerheden. Doelsstellingen Het in nformatiedosssier bij de aanvvraag presente eert op p.14 to ot 16 (Table 3 3) de 29 beoog gde eindkkwalificaties va an de opleiding g gelinkt aan de d Dublindesccriptoren. De a algemene overkkoepelende do oelstelling is sttudenten op te e leiden tot go oed gekwalifice eerde intern nationale profe essionals die in staat zijn uittdagingen mett betrekking to ot duurzaamhe eid te herke ennen, te analyseren en daa arop te reagerren: te handele en op het wete enschappelijk kmaatsschappelijk be eleidskruispun nt. De site visitt maakte duide elijk dat het de e ambitie is va an de opleid ding om stude enten op te leid den die duurza aam kunnen denken d en han ndelen om de kwalitteit van de sam menleving te verbeteren v do oor onderzoek,, onderwijs en n advisering. Didacctisch conceptt De didactiek binnen n de UM is he et Probleemge estuurd Onderrwijs (PGO). E Een onderwijsv vorm die ee erder student--centred dan teacher-centre ed is. Het prog gramma is geo organiseerd ro ond geïnte egreerde theo oretische en prraktische prob blemen. Een re eëel duurzaam mheidsproblee em geeft de context va an het leren aa an. Dit didactis sch concept vraagt om actie eve participatie van

pa agina 8


stude enten. De sleutel voor het su ucces van PGO is communicatie. Eén van de sterke pu unten van de d opleiding is dat de studen ntwerkgroepen n (10 tot 14 studenten) zijn samengesteld uit stude enten van versschillende achtergrond. De diversiteit d van voortrajecten n van de betrokken stude enten levert ee en heterogene e groep op die het leerresulttaat van de gro oep ten gunstte komt.. De studenten n en docenten n blijken entho ousiast te zijn over PGO. De op pleiding is bovvendien zo onttworpen dat het onderwijs bijdraagt b tot de e ontwikkeling van een aantal a persoon nlijke karakteriistieken van de toekomstige e professional. Daaronder noemt n het do ossier het gevvoel voor verantwoordelijkhe eid, kritische houding, h respe ect voor opvatttingen van an nderen, de vaa ardigheid beslissingen te ne emen. Instro oom De op pleiding staat open voor stu udenten van allle academische disciplines met een grote e belan ngstelling voorr inter- en multtidisciplinair on nderzoek naar duurzame on ntwikkeling. Men M wil ee en studentgroe ep samenstellen uit een bre ede basis aan vooropleiding gen. De combinatie en inttegratie van ke ennis en inzicht uit vele disc ciplines die op p deze wijze ka an worden bewe erkstelligd is vo olgens het dosssier de krach ht van deze op pleiding. De ba acheloropleidingen die het meest m voor de e hand liggen om o studenten uit te recruterren situerren zich in de sectoren “Scie ence, Social Science S en Hu umanities”, ald dus het aanvrraagdossier. De D studenten moeten m hun bacheloropleid b ing hebben affgerond. Er worden w bijkom mende begine eisen gesteld in termen van de Graduate Record Examination, acade emische loopb baan, taalvoorrwaarde, meth hodologische basis, b inhoude elijke kennis ro ond susta ainability, diplo oma’s. Benodigd is een aca ademisch denkkniveau. Even ntuele specifiek discip plinaire kennisshiaten, bijvoorbeeld inzake statistiek, kun nnen bijgespijkkerd worden voor v een beperkt b aantal onderdelen. Hiervoor H is keuzeruimte besschikbaar. Hett is het panel niet n duide elijk in hoeverrre er voor gezo orgd wordt dat de studenten n deze keuzerruimte inderda aad benuttten voor het dichten d van hia aten, en niet voor v onderwerrpen die anderszins hun intere esse hebben. Kandidaten voor de e opleiding mo oeten hun bela angstelling mo otiveren en wo orden bevraag gd tijden ns een intervie ew. Kandidate en moeten hun n kennis van het h Engels aan ntonen. Een toelatingscomm t missie beslist wie wordt toe egelaten. Er is overigens een grote verwa achte instro oom vanuit hett buitenland. De D belangstelling van buiten nlandse studenten voor de tracks t is nu namelijk al aa anzienlijk. Ookk volgens de decaan d zijn er voldoende stu udenten om de d opleid ding levensvattbaar te make en. De faculteitt rekent op 30 0 studenten pe er jaar met een n aanva angsaantal va an 10 tot 15 stu udenten in het eerste jaar. Progrramma Het programma p be estaat (informa atiedossier p. 23) 2 uit zeven kerncursussen k n (elk 5 ECTS S), een Masterscriptie M (18 ECTS), Seminar S Series s (1 ECTS), ve erplichte gene eral skillstrainin ng (2 ECTS S) en facultatie eve specific skkillstraining (4 ECTS). Studiieomvang De sttudieomvang is 60 ECTS in een eenjarige e masteropleid ding.

pa agina 9


4 Beo oordeling g per onde erwerp In dit hoofdstuk toe etst het panel de d aanvraag aan a de hand van v de zes ond derwerpen en negen ntien facetten uit het toetsin ngskader. Per facet is telken ns de letterlijke e omschrijving g ervan n uit het toetsin ngskader overrgenomen. Da aarna volgen eveneens e per facet een summ miere samenva atting van de informatie i verstrekt door de e instelling, en de overwegin ngen en he et oordeel van het panel. To ot slot geeft he et panel per on nderwerp een samenvattend d oorde eel. 4.1

Doels stellingen op pleiding Het in nformatiedosssier bij de aanvvraag presente eert op p. 14-16 (Table 3) d de 29 beoogde e eindkkwalificaties va an de opleiding g. Onderstaan nde opsommin ng is aan die ttabel ontleend d. De afkortting SD staat voor v Sustaina able Developm ment. “Tablle 3: The fina al qualifications of the pro ogramme com mpared to the e general qualiification – to acquire a thorou ugh knowledge and understtanding of susstainable deve elopment , an of the differen u understanding nt trade offs in nvolved, and why w it is widelyy seen as a po olitical c concept for soccietal change – to acquire a thorou ugh knowledge and understtanding of susstainability scie ence – to acquire a thorou ugh knowledge and understtanding of the idea of knowledge productiion a knowledge and e integration, this t in the context of science e, policy and ssociety relations – to acquire a thorou ugh knowledge and understtanding of glob bal processess, governance,, and le egal/economicc policy instrum ments as relev vant conceptss for the analyssis of sustaina ability isssues, and alsso for policy-m making – to acquire a advan nced knowledg ge and unders standing of susstainability assessment to s support policy--making for su ustainable dev velopment, and d a good unde erstanding of d different integrated approach hes and metho ods – to acquire a a mind dset that is ca apable of cons sidering differe ent concepts, e explanations, m methods and policy p measure es from differe ent paradigmss or discipliness, and avoiding g frractional insights – to acquire a knowledge and und derstanding off key compone ents of scientiffic research, such s a theories, me as ethodology, re esearch design n, empirical an nd desk resea arch, and repo orting – to understand u the structure of the scholarly field of sustainability sciencce, and to see the re elations betwe een subfields as a integrated assessment and a sustainabiility assessme ent – to apply a the conccepts of globa alization, globa al change and governance o on real-world s sustainability isssues and policy trajectories s towards susstainable deve elopment – to apply a system’s thinking and d other integra ated assessme ent approache es to analyse realr w world sustainable developme ent issues – to apply a sustaina ability assessm ments at differrent levels, spa atial scales, te emporal scales a in a varietyy of contexts and – to design, d condu uct, and evalua ate sustainability assessme ents, thus to be ecome a ‘prod ducer’ a ‘user’ of in and ntegrated know wledge – to contribute c to a sustainabilityy assessment project team and to profit frrom the abilitie es, k knowledge and d contribution of other team members – to contribute c thro ough a thesis in an original and sound scholarly way to o the body of k knowledge pro oduction in the e field of sustainability sciencce – to apply a research h skills for con nducting indep pendent resea arch

pag gina 10


– to handle h comple exity in sustain nable develop pment issues by b adopting crritical thinking and inte egrated assesssment approa aches – to make m a distincction between scientific factts and politicall-social valuess, and to handle faccts, incomplete e and value-lo oaden informattion in sustainability assessments – to use u knowledge and skills accquired throug ghout the prog gramme to asssess the qualitty of datta, scientific kn nowledge, asssumptions in sustainability s a assessments – to critically c reflecct on ethical an nd normative aspects in susstainability asssessments forr pollicy-making – to critically c reflecct upon one’s own o work and d performance e, and to accorrdingly adapt that t wo ork – to communicate c in scientific English, orally and a writing – to collaborate c with scientists frrom other disc ciplines, fulfillin ng a ‘bridging role’ between n diffferent disciplin nes, and have the capacity to t work at the interface of science, policy and socciety, and to communicate c a collaboratte across diffe and erent ‘boundaries’ – to translate t politiical-social susstainable deve elopment issue es into scientiffic questions and a app proaches, and d to translate scientific s know wledge into policy and societal contexts – to give g clear and d scientific argumentations in support of own o viewpointss, but also cap pable to respect r other opinions and reflect on othe er’s perspectivves – to report r clearly and unambigu uously about sustainability s a assessments ffor policy-mak king, to various v audien nces – to participate p in networks n of a diverse and in nternational circle of professsionals in aca ademia, policyymaking and field f organizations – to adopt a an integ grated academ mic, problem-s solving attitude e to sustainable development – to critically c appra aise the qualityy of various so ources, and to o use the Interrnet critically fo or lite erature and ressearch – to acquire a an attitude of lifelon ng learning and the ability to o use acquired d knowledge and a skills throughoutt professional life” 4.1.1

Dome einspecifieke e eisen (facett 1.1) De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g sluiten aan bij b de eisen die e door (buite enlandse) vakg genoten en de e beroepsprak ktijk gesteld wo orden aan een n opleiding in het betrefffende domein n (vakgebied/d discipline en/o of beroepsprakktijk). Bevin ndingen Bij wijjze van domeinspecifiek refferentiekader presenteert he et informatiedossier bij de aanvrraag (p. 9-11) een overzichtt van de essen ntiële kenmerkken van denke en, onderzoek k en leren met betrekkin ng tot duurzam me ontwikkelin ng, geformulee erd door weten nschappers, de d Veren nigde Naties, de d (Nederland dse) netwerkorganisatie Duurzaam Hoger Onderwijs en n het (internationale) Susstainable Development Com mmunications Network (SDC CN), waarin “leadiing civil societty organization ns” participere en. Deze kenmerken hebben h de indiieners van hett voorstel gegroepeerd tot vvier “hoekstenen” voor de d beoogde opleiding: o (1) societal s releva ance; (2) system’s s thinking and interdisciplinarity; (3) lo ong-term view w; (4) global g orientation and local relevance. r Op de eze hoekstene en heeft men de beoogde eindkwalificatie e es gebaseerd..

pag gina 11


Nauw w verbonden met m de domein nspecifieke eis sen is, aldus het h informatied dossier, een weten nschappelijke benadering die men aandu uidt als “mode--2 Science”, in n trefwoorden gekarrakteriseerd als: “academic and societal”,, “trans- and in nterdisciplinarry”, “participative”, “dealiing with uncerrtainty”, “subje ective” en “exp ploratory”. De uitdagingen vvan ‘sustainab ble development’ vrage en niet enkel om o een ‘mode e-2 Science’ maar m ook om m mode-2 educa atieve aanpa ak : eerder pro obleem- dan theoriegestuur t rd, participatie ef eerder dan ttop-down, eerder onzekkerheden-onderzoekend da an wel zoeken nd naar de wa aarheid. De aa anvragers claimen dat het Maastrichtse M didactisch d conccept van Prob bleemgestuurd d Onde erwijs (PGO) bij b uitstek gescchikt is om studenten in “Mo ode-2 Science e” op te leiden.. Overw wegingen Het panel p aanvaard dt het geprese enteerde dome einspecifiek re eferentiekaderr. De be eoogde eindkw walificaties zijn n sterk geform muleerd en leg ggen de lat hoo og. Zij focusse en op een duidelijk d doel en e pogen om de d studenten kennis, metho odiek en vaard digheden mee te geven n om te kunne en werken in een e context va an ‘sustainable e development’, zowel op weten nschappelijk niveau n als in de beroepspraktijk. De nauw we samenwerkking tussen weten nschap, beleid d en samenlevving is het spe eelveld van de e afgestudeerd den van deze maste er. De be eoogde eindkw walificaties zelf, de teksten in het informa atiedossier die er betrekking g op hebbe en en de gesp prekken ter sitte visit hebben n het panel ervvan overtuigd dat de beoogde eindkkwalificaties zicch adequaat verhouden v tot het gepresenteerde domein nspecifiek refere entiekader en derhalve aanssluiten bij de eisen e die doorr (buitenlandse e) vakgenoten n en de be eroepspraktijk gesteld worde en aan een op pleiding in Susstainability Sciience and Policy. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 1.1 ‘Domeinspe ecifieke eisen’’ als voldoende.

4.1.2

Maste er (facet 1.2) De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g sluiten aan bij b algemene, iinternationaall geacccepteerde besschrijvingen va an de kwalifica aties van een master. Bevin ndingen Met de d beoogde eindkwalificatiess bereikt de afgestudeerde volgens de aa anvraag een maste erniveau dat in n overeenstem mming is met de d Dublindesccriptoren. Ter adstructie is in n het inform matiedossier (T Table 3 op p. 14-16) per be eoogde eindkw walificatie aang gegeven op welke w van de d vijf Dublinde escriptoren de eze betrekking g heeft. Overw wegingen Het panel p kan zich vinden in de aangegeven a match m tussen beoogde eindkwalificaties en e de Dublin descriptoren n. De ambitie is om studente en te leren om mgaan met duurzzaamheidsvraa agstukken van nuit een geïnte egreerd (transs- en interdisciplinair) persp pectief. De eindkwalificaties zijn ambitieus s, maar zijn sccherp geformu uleerd en gefo ocust rond ‘sustainability assessment’: “An importan nt feature of th his Master is th hat students le earn to dessign, conduct,, and evaluate e sustainability y assessmentss (for policy)”. Gezien de duide elijke samenha ang en een do oor het team gedragen visie op het te bere eiken niveau en e de

pag gina 12


weg daarheen, d ach ht het panel he et mogelijk dit eindniveau te e bereiken in e een éénjarige maste er. Na ee en interessantte gedachtewisseling met de e opleidingsve erantwoordelijken over een ‘brede e master na een e smalle bacchelor’ of een ‘smalle maste er na een bred de bachelor’ is s het panell overtuigd gerraakt dat deze e specifiek geffocuste maste er met een bre ede bachelorinstro oom een interd disciplinair gevvoelige afgestudeerde zal opleveren. o Een n programma van v 60 EC CTS-punten in n combinatie met m de hier bij uitstek gesch hikte PGO-dida actiek kan de vooro opgestelde am mbitie waarmakken. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 1.2 ‘Master’ als s voldoende.

4.1.3

ntatie wo (fac cet 1.3) Oriën De be eoogde eindkw walificaties van de opleiding g sluiten aan bij b de volgende e beschrijvingen van een e master in wo: w – De e beoogde eind dkwalificaties zijn mede onttleend aan eissen vanuit de w wetenschappe elijke disscipline, de inte ernationale we etenschapsbe eoefening en voor v daarvoor in aanmerking g kom mende opleidiingen de relevvante praktijk in i het toekomsstige beroepenveld. – Een wo-master heeft h de kwalifficaties om ze elfstandig wete enschappelijk onderzoek te verrrichten of mullti- en interdisciplinaire vraa agstukken op te t lossen in ee en beroepspra aktijk wa aarvoor een wo o-opleiding ve ereist is of dien nstig is. Bevin ndingen Volge ens het aanvra aagdossier he eeft ICIS een bijzonder b goed de nationale en internationa ale reputa atie. Een deell van de toelicchting in het aa anvraagdossie er betreft de kw waliteit van IC CIS en het prrogramma: he et programma van de opleid ding is speciaa al gericht op he et verwerven van v weten nschappelijke inzichten en de d onderzoeks svaardigheden n. Tijdens het schrijven van n de scripttie wordt de sttudent goed be egeleid in het verrichten van n academisch h onderzoek. Het dossier tekent daarbij aan da at de wetensc chap van de du uurzaamheid e evengoed een n weten nschap als een ‘art’ is. Het gaat g om meerr dan het toepa assen van vaa ardigheden en n conce epten volgenss een bepaald stramien. Rea alistische prob blemen van du uurzaamheid verge en immers een n meer creatie eve aanpak. De student hee eft daarbij kenn nis en vaard digheden nodig g om het prob bleem op de ju uiste manier te e kunnen aanp pakken. Maar daarn naast vereist het h werken aan duurzaamhe eid ook een krritische houdin ng en onafh hankelijke gee est en excellen nte academisc che vaardighed den, aldus hett aanvraagdos ssier. Overw wegingen De be eoogde eindkw walificaties zelf, de teksten in het informa atiedossier die er betrekking g op hebbe en en de gesp prekken ter sitte visit hebben n het panel ervvan overtuigd dat de beoogde eindkkwalificaties mede ontleend zijn aan eisen n vanuit de we etenschappelijke discipline, de intern nationale wete enschapsbeoe efening en de relevante r prakktijk van het to oekomstige beroe epenveld. Daa armee oordeelt het panel po ositief over hett eerste criteriu um bij dit face et. Ten aanzien a van he et tweede crite erium is het pa anel eveneenss positief, aan ngezien de beoog gde eindkwalifficaties zonde er meer dekkend zijn voor “d de kwalificaties om zelfstand dig weten nschappelijk onderzoek o te verrichten” v en voor “de kwalificaties om m multi- en interd disciplinaire vraagstukken op te lossen in een beroepsp praktijk waarvo oor een woopleid ding vereist off dienstig is.”

pag gina 13


De op pleiding geeft aan dat hoew wel ICIS een on nderzoeksinsttituut is men geen methodollogen wil op pleiden. Het pa anel meent da at er kwalificatties voor wetenschappelijk o onderzoek bij de stude enten worden nagestreefd. n H panel constateert dat err voldoende ga Het aranties zijn ingeb bouwd om te maken m dat alle e studenten (ongeacht de vo ooropleiding) o op het einde van v de route via dit programma op het vereiste v weten nschappelijk niiveau zullen kunnen opereren. Een degelijke d intakke en deficiënttieprogramma’s (zomer- en//of wintercursu us) voor stude enten met ontbrekende o kennis en vaarrdigheden bied den hier een oplossing o ( zie e 4.2.2.). Het startniveau is goed g omschre even in het aan nvraagdossierr. Bovendien m maakte bevrag ging duide elijk dat de opleiding zich strrikt zal houde en aan deze sttartvereisten. D Dit biedt garan nties dat he et beoogde nivveau zal word den gehaald. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 1.3 ‘Oriëntatie wo’ w als voldoe ende.

4.1.4

4.2

envattend oo ordeel onderw werp 1 Doelsttellingen ople eiding Same Het panel p beoordee elt de domeinsspecifieke eisen en de wo-o oriëntatie van de doelstelling gen als vo oldoende. Dat de beoogde eindkwalificati e es zeer ambittieus zijn is bij die beide facetten geen argument tég gen. Integende eel: qua dome einspecificiteit en wetenscha appelijke oriën ntatie zijn het prachtdoelsstellingen. Zij zijn zorgvuldig en e scherp verw woord, zijn gefflankeerd door de degelijke internationale e reputa atie van het IC CIS en van de e medewerkers s aan deze ma asteropleiding g en garandere en een gedegen g nivea au. De keuze voor v de metho ode ‘sustainab bility assessme ent’ op weten nschappelijk niveau n is duide elijk en gedrag gen door het hele h team. Doo ordat de instro oom aan vrij v strenge critteria moet vold doen, waarove er in de diepte e is nagedachtt, garandeert het team aan de studenten dat het mogelijk m is de einddoelstellin e ngen te halen.. De beoogde maste er-afgestudeerde zal zeker zijn plaats vin nden, beslagen n als deze is in n zowel weten nschappelijk onderzoek o als in interdisciplinair praktijkw werk. De afgestudeerde beanttwoordt aan de veranderde eisen van onz ze samenlevin ng op het gebiied van vraag gstukken rond sustainable development d en e hoe verschiillende wetensschappelijke discip plines op dit ve eld interfereren. Derha alve beoordee elt het panel het onderwerp ‘Doelstellinge en’ als voldoen nde.

Programma Voor de beschrijvin ng van het pro ogramma word dt verwezen na aar hoofdstukk 2 van het aanvrraagdossier (p p 21-32).

4.2.1

pag gina 14

Eisen n wo (facet 2..1) – He et beoogde pro ogramma sluit aan bij de volgende criteria a voor het prog gramma van een e wo o-opleiding – Kennisontwikkeling door stude enten vindt pla aats in interactie tussen het onderwijs en het we etenschappelijkk onderzoek binnen b relevan nte disciplines. – He et programma sluit aan bij on ntwikkelingen in de relevantte wetenschap ppelijke disscipline(s) door aantoonbare e verbanden met m actuele we etenschappelijjke theorieën. – He et programma waarborgt de ontwikkeling van v vaardighe eden op het ge ebied van we etenschappelijkk onderzoek. – Bij daarvoor in aanmerking ko omende opleid dingen heeft he et programma a aantoonbare e verrbanden met de d actuele pra aktijk van de re elevante beroe epen.


Bevin ndingen Volge ens het aanvra aagdossier am mbieert deze master m dat de studenten “lea arn to cope wiith susta ainability challe enges from an n integrated pe erspective in order o to suppo ort policy-making”. De affgestudeerden n zijn goedgekkwalificeerde, interdisciplina aire profession nals op het dom mein van duurzaamheid d . Zij kunnen po osities inneme en in gouverne ementele, niett-gouverneme entele en bu usiness-organiisaties met fun ncties als bele eidsmaker, duurzaamheidsccoördinator, strate egie-analist, co onsultant enz. Ook een wetenschappelijkke carrière in e een onderrzoeksinstituut of aan een universiteit u is, via een PhDtrraject, mogelijkk. De kerne elementen van n dit masterpro ogramma – “sustainable devvelopment, su ustainability science, integrated d/sustainabilityy assessment and policy-ma aking for susta ainable development “hebb ben duidelijke linken met de e professionele e praktijk in divverse beroepe en. De sttudenten kunn nen leren van de d aanwezige e expertise en ervaring van d de ICIS-stafleden wat betreft b wetenscchappelijke research en edu ucatie, met de e focus op ‘susstainability assesssment for pollicy-making’. Zo Z is er een du uidelijk verban nd met het veldonderzoek van ICIS en e dus is een belangrijke vo oorwaarde verrvuld voor de ontwikkeling o vvan kennis, vaard digheden en attitudes op het gebied van wetenschappe w elijk onderzoekk. De afgesstudeerden zullen academissche professio onals zijn die wetenschappe w elijk onderzoek k kunne en uitvoeren op o het snijpuntt tussen weten nschap, beleid d en samenlevving en dit zow wel individ dueel als in ee en team. Enke ele duidelijke topics t in het programma p we erken daarnaa ar toe (zie fiigure 2 op p 23 van het aan nvraagdossier)). Onderzoekssvaardigheden n komen explic ciet aan bod. b Wat de ke ennis aangaatt, geeft het dossier aan dat er kennis verw worven wordt op de volge ende gebieden n: ‘knowledge production’, wetenschappe w elijke benadering van kenniisintegratie, be etekenis en ge ebruik van wetenschappelijkke kennis, de verschillende rollen die wetenschapper w rs kunnen vervvullen, en theo orieën, concep pten, methode es en tools die e de weten nschap kan inbrengen in du uurzaamheidsv vraagstukken.. Het programma beoogt zo owel discip plinaire input als a participatie eve educatieve e methodes om m de studente en te vervolma aken in ‘sustainability assessments for policy’. Het verwerven v van n de vereiste kkennis, multid disciplinaire on nderzoeksvaa ardigheden en de attitude om m complexe p problemen via integrratieve method dieken van su ustainability sc cience aan te pakken, p worde en expliciet getraind in de diverrse kerncursusssen van het programma. Dit D geldt bijvoo orbeeld voor kennis k van sociaaleconom s mische theorieë ën, kennis van n de relevantie e en diversiteiit van issues op o het terrein van duurzam me ontwikkelin ng, kennis van n kwalitatieve en kwantitatie eve analyse en e grond dige kennis va an de uitdaging gen en beperk kingen van ondermeer beleiidsinstrumente en en de uittgangspunten van het beleid d. Ruim de helft van het h programma (35 ECTS ) wordt besteed d aan 7 kerncursussen rond d susta ainable development and su ustainability as ssessment (zie e figure 2 op p 23). De maste erscriptiemodu ule omvat 2 de elen, nl ‘thesis s proposal sem minar’ en ‘thessis research and writing’ om de bege eleiding van de scriptie zo optimaal o moge elijk te laten ve erlopen. De sk kills trainin ng van 7 ECTS bevat verpliichte en keuze evakken. Overw wegingen Het panel p is ervan overtuigd dat het programm ma een duidelijke relatie hee eft met de beroe epspraktijk en tegelijk voldoe ende wetensc chappelijk onderbouwd is. M Men wil een weten nschapper afle everen met ee en sterke maatschappelijke betrokkenheid d op het gebie ed van duurzaamheids d svraagstukken n. Het program mma is gerichtt op een specifieke methodiek, nl de co ombinatie van kennis en vaa ardigheden die e verbinding heeft h met het w wetenschappe elijk veld van v sustainability science. Sustainability S assessment a staat centraal. De koppeling tusse en onderwijs en onderzoek met m een intern nationale reputatie is duideliijk aanwezig. De D 7 kernccursussen (35 ECTS) hebbe en een diepga aande methodo ologische inho oud. Er is een n link

pag gina 15


met de d actuele praktijk van relevvante beroepen en er zijn aa antoonbare ve erbanden met het werkvveld ( lokale en regionale ovverheden, NGO’s, bedrijven n,…). Conclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.1 ‘Eisen wo’ als a voldoende e.

4.2.2

Relattie tussen doelstelling en programma (facet ( 2.2) Het beoogde b progrramma, het did dactisch conce ept, de werkvo ormen en de w wijze van toets sing weersspiegelen de te t bereiken ein ndkwalificaties s van de opleiiding. De te e bereiken eind dkwalificaties zijn aantoonbaar vertaald in n leerdoelen vvan (onderdele en van) het h beoogde programma. p Bevin ndingen Het programma p is volgens v het aa anvraagdossie er gebaseerd op een didacttisch concept van v Probleemgestuurd Onderwijs (PG GO). Dat wil zeggen z dat het programma nastreeft om stude enten aan de hand h van werkkelijke praktijkvraagstukken competentiess te laten verwe erven voor de verdere ontw wikkeling van hun h functionere en in de beroe epspraktijk. He et progrramma bestaa at uit zeven inh houdelijke mod dules, de scrip ptie en skills trraining (figure 2 p 23 va an het aanvraa agdossier). De e skills training gmodules zijn deels verplich ht en deels faculttatief. De zeve en kerncursusssen en het forrmuleren van een e voorstel vvoor de maste erscriptie word den uitgebreid d beschreven in i het aanvraa agdossier (p 2 24 – 27) en tijd dens de sitte visit werd ee en map met ‘cconcept manuals’ ter beschikking gesteld waaruit bleek k dat in de periode tusse en aanvraag en bezoek verd dere uitwerking heeft plaatssgevonden. Vie er van de d kerncursusssen, namelijk ‘fundamentals s of sustainable developmen nt’, ‘global dynam mics of sustain nable develop pment’, ‘governance for susttainable devellopment’ en ‘susta ainability, law and economicc regulation’ bieden de inhoudelijke, wete enschappelijke e basis. De uiteindeliijke focus ligt op o ‘sustainability assessme ent’ en dat ond derscheidt dit maste erprogramma meteen van andere a Nederlandse masterrprogramma’s op het domein van duurzzame ontwikke eling. Hier lere en de studentten “to design conduct, and evaluate susta ainability assesssments for po olicy-making in n the pursuit of o sustainable development”. Om dit te kunnen bereikken zijn de driie resterende kerncursussen ‘knowledge production for susta ainable development’, ‘methods and tools for sustainability assessme ent’ en ‘susta ainability asse essment projecct’ cruciaal. De skkills training en n de mastersccriptie staan da aarnaast. Verp plicht voor alle e studenten zijjn de ‘gene eral skills’, waa aronder ‘proble em-based lea arning’ en ‘scie entific writing’. De specifieke e vaard digheden die gevolgd g worde en hangen af van v de uitkomst van de intakeprocedure. Onde er deze ‘skills training’ t zitten n ‘basic modellling’, ‘applied statistics’, ‘participatory metho ods’ en ‘policyy analysis’. De e ‘ICIS semina ar series’ en ‘sskills throughout core course es’ als ‘prese enting, discussing, writing, team t work etc c’ completeren n deze skills tra aining. Onderr de skills training zit oo ok een onderzo oeksgeoriënte eerde seminarr serie, waarin wetenschapp pers en be eleidsmakers uit u de gehele wereld w worden n uitgenodigd hun werk te p presenteren off hun ervaringen te delen n op het gebie ed van duurzam me ontwikkelin ng. De studen nten moeten actief particciperen en sch hrijven een syn nthesepaper na n dit seminarie. Ook ICIS sstafleden particciperen in dit seminarie. s In de tweedelige sccriptiemodule staan wetens schappelijke en e onderzoekssvaardigheden n en kenniis centraal, die e de studenten n verworven hebben h tijdenss het masterprrogramma. Inhou udelijk zal de masterscriptie m focussen op een e concreet duurzaamheid dsissue, waar het kerncconcept ‘susta ainability assesssment’ bijdraagt tot een ge eïntegreerde b beleidsaanpak k op het do omein van duu urzame ontwikkkeling. Het ‘thesis proposa al seminar’ gaa at de periode van

pag gina 16


onderrzoek en het schrijven s van de d scriptie voo oraf en begele eidt de studentten in het opsttellen en ve erscherpen van n hun scriptieo ontwerp zodatt zij komen tott een complee et en grondig scripttievoorstel. De e masterscriptie wordt beoordeeld op drie e inhoudelijke aspecten nam melijk onderrwerp, method diek en denkproces. Wat be etreft de vorme elijke aspecten n wordt er gek keken naar de d structuur en e de verzorgin ng van de scriptie. De sccriptiesupervissor treedt op als a eerste exam minator, een tw weede wordt a aangesteld do oor het de epartement. Alle A studenten presenteren hun h scriptie aa an hun medesstudenten, superrvisors, andere e stafleden en n andere stake eholders, betro okken bij het p proces van he et schrijven van de sccriptie. Het aanvraagdossi a e einddoelstellingen kunnen behaald word den via dit er stelt dat de progrramma. In tablle 5 (p 29-32 van v het aanvra aagdossier) ge eeft de opleiding aan hoe de eindkkwalificaties va an het program mma gelinkt worden w aan de verschillende e cursussen. Deze D matrixx maakt duide elijk welke doe elstellingen aantoonbaar verrtaald worden in (onderdele en van) het h programm ma. Ook de bij de site visit te er beschikking gestelde map p “concept manu uals” presenteert duidelijke leerdoelen l per cursus. De meer m theoretiscche (kern-)curssussen worde en beoordeeld via papers en n schriftelijke exam mens. Meer pra aktische modu ules worden ge eëxamineerd via papers en andere vorme en van in ndividuele en groepspresen ntaties. Een eindscore van minimaal m 5.5 ( op een 10puntssschaal) is nod dig om te slagen. Wie niet slaagt s krijgt ee en tweede exa amenkans. Het panel p had oorsspronkelijk vra agen bij de effe ectiviteit van een e geheel op PGO gestoelde opleid ding. De opleid ding geeft aan n dat de UM al a ruim dertig ja aar ervaring heeft met PGO O, dat door steeds s meer universiteiten u in binnen- en buitenland succesvol is ove ergenomen. Het rende ement van de opleidingen iss hoog, de gem middelde studieduur kort en n de studenten n zijn tevred den. De aanda acht voor kwa aliteit leidt tot grote g waarderiing. Dat blijkt b bijvoorbeeld uit u uitste ekende beoord delingen in visitaties en hoge scores in ve ergelijkende on nderzoeken va an weekkblad Elsevier, ‘Kennis in kaart’ van het Ministerie M van Onderwijs, O Cultuur en Wetenschap (OCW W) en de Keuzegids Hoger Onderwijs. O PG GO blijkt uitstekkend geschiktt voor interd disciplinair ond derwijs op het gebied van du uurzame ontw wikkeling; de sstudenten die de d specialisatietrack ‘S Sustainable Development’ D volgen v zijn entthousiast overr deze onderrwijsvorm. Voo or velen is dit de eerste kee er dat zij in PG GO studeren. D De productivite eit van de d PGO meetin ngs wordt als voldoende tott goed beoordeeld . De sttudenten zijn geen g passieve e informatie-on ntvangers: hett actief verwerrven en produceren van kennis k staat ce entraal in de ‘ttutorial groups s’. Bij analyse van de cases, zowel individ dueel als in de kleine gro oep, leert de sttudent waar ziijn kennis teko ort schiet. Doo or een degelijk ke begelleiding door de e tutor verwerrft de student de d kennis, skills en tools die e nodig zijn om m tot kenniis, inzicht en probleemoplos p ssing te komen. Een actief betrokken b stud dent heeft een n betere e startpositie als a het aankom mt op het begrijpen van the eorie en conce epten. In de se essies speelt de tutor uiterraard een crucciale rol : hij stuurt het groepsproces, stellt kritische vra agen, deelt zijn kennis en n expertise en ondersteunt de d studenten in i het leerprocces. En uiteind delijk garan ndeert hij dat de d leerdoelen door elke stud dent bereikt worden. w Het PGO-programm P ma vormt een coherent geh heel van onderrwijsgroepen, (gast)colleges s, semin nars, vaardigh heidstrainingen n en studentprrojecten. Bove endien draagt PGO bij aan perso oonlijke vaardigheden/kenm merken die als vitaal worden gezien voor p professionals en acade emici op het gebied g van duu urzame ontwik kkeling zoals verantwoordel v lijkheidsgevoe el; een kritische k houding; oog voor het h ondersche eid tussen ‘faccts and valuess’; respect voor de menin ng van andere en; in staat zijn n beslissingen n te nemen; en n geïntegreerd de proble eembenaderin ng. De beoogd de opleiding zal optimaal prrofiteren van d de multidiscip plinariteit, de onderzoekserv o varing en de onderwijservar o ring van de ICIS-medewerke ers.

pag gina 17


Voor de PGO-didacctiek is een go oed onderlegd de tutor vitaal. De beoogde tutoren zijn allen als on nderzoeker we erkzaam bij he et ICIS of ande ere onderzoekksgroepen bin nnen de UM. Daarn naast wordt oo ok de onderwiijskundige rea alisatie van hett programma g gewaarborgd door het UM beleid op het h gebied van n de Basis Kwa alificatie Onde erwijs. Dit wordt verder besprroken onder onderwerp o 3 ‘in nzet van perso oneel’. Overw wegingen Het panel p is ervan overtuigd gera aakt dat PGO een bij uitstekk geschikte didactische metthode is voo or dit masterprrogramma. De e studenten werken in kleine e groepen (10 0-20 studenten n) en leren communicere en met verschillende opvattiingen en met wetenschappe w ers uit diverse e discip plines en zij leren participere en in een groe ep met heel diverse achterg gronden. Het is s een midde el om tot socia aal leren te ko omen. De ople eiding gaat stre eng om met de e aanw wezigheidsvere eisten in de tuttorial groups (minimum ( 85% %). Het voorgestelde v p programma is duidelijk d inhou udelijk gefocusst rond een ce entraal punt, name elijk integrated d sustainabilityy assessment. De 7 core-cursussen zijn o op niveau en make en dit masterprrogramma uniiek. De daarom mheen opgebouwde skillstrraining en de scripttiemodule zijn degelijk uitge ebouwd. Er is zowel z verbinding met de pra aktijk van duurzzame ontwikke eling als met de d wetenschap ppelijke vereissten van een m master in scienceopleid ding. Er is een n degelijke me ethodologische e onderbouw. Er wo ordt niet alleen n veel aandacht besteed aa an de probleem manalyse in de e cases, er wo orden ook to ools aangereikkt en skills aan ngeleerd om tot t oplossingen te komen. ier en de ‘concept manuals’ van de 7 De matrix m op p 29 – 32 van het aanvraagdoss a kernccursussen en de d masterscrip ptie garandere en de link tusssen de beoogd de – hoge – eindkkwalificaties en n de leerinhou uden. Het pane el heeft duidellijkheid gekreg gen over hoe men m de ein ndtermen zal bewaken b en examineren, e al wordt dit doo or het team no og een ‘work in n progrress’ genoemd d. Het is duide elijk dat men permanent zal bijsturen zodrra het program mma is gesstart en de stu udenten het do oorlopen. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.2 ‘Relatie tus ssen doelstellin ng en program mma’ als voldo oende.

4.2.3

Same enhang progrramma (facett 2.3) Het beoogde b progrramma is inhoudelijk samen nhangend. Bevin ndingen De sa amenhang van n het program mma wordt ges stimuleerd doo or de inleidend de module ove er susta ainable development: alle ba asisconcepten n komen erin aan a de orde. D De verschillend de gezichtspunten en standpunten komen k sponta aan aan bod door de diversiiteit van de instro oom. Ook zorg gt de maatscha appelijke en ethische e releva antie voor inho oudelijke same enhang in het programma. p V Volgens de do ocenten bouwtt elke module steeds voort op o de vorige e module. De volgende mod dule begint ste eeds waar de vorige is gesttopt. In deze fa ase van opbouw o en uitw werking van het programma a was er reedss heel wat ove erleg binnen het team om overlappin ng te vermijde en en horizonttale afstemmin ng binnen het programma te e bewe erkstelligen. He et panel stelt met m genoegen n vast dat men n dit onderling overleg zal behou uden om de afstemming a te maximaliseren. Dit moet ze eker een aandachtspunt blijv ven.

pag gina 18


Overw wegingen Het panel p is er tijde ens de site vissit door de toellichting van de e docenten en n het bestuur van v overtu uigd geraakt dat d het programma inhoude elijk goed same enhangt. Het panel heeft de e ICIS-o onderzoekerss en de andere e betrokken do ocenten leren kennen als ee en geïntegreerde en he echte groep. Studenten S zulle en hiervan pro ofiteren: het ka an niet anderss dan dat daarrvan een positieve p invloe ed uitgaat op de samenhan ng die studente en ervaren. Ve erder overleg over afstem mming van he et programma (overlappinge en, overeenste emming, hoe vverhouden de cursu ussen zich tot elkaar, wat me et de verschilllende literatuu urinjecties,…) blijft een aanda achtspunt. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.3 ‘Samenhan ng programma a’ als voldoend de.

4.2.4

Studiielast (facet 2.4) 2 Het beoogde b progrramma is stud deerbaar doord dat factoren diie betrekking h hebben op dat progrramma en die de studievoorrtgang belemm meren zoveel mogelijk m word den weggenom men. Bevin ndingen Het programma p is uitdagend u en intensief volge ens het aanvraagdossier. H Het stelt hoge eisen e aan de d betrokkenheid van de stu udent en vereist actieve parrticipatie. Het p programma is volge ens het aanvra aagdossier eve enredig verdeeld over het studiejaar van 60 ECTS : zeven kernccursussen (elkk 5 ECTS, duss een totaal va an 35 ECTS), de d skills trainin ng (7 ECTS) en e de maste erscriptie (18 ECTS). Het masterjaar m omvvat 2 semeste ers van elk 18 weken. Elk se emester heeft cursusmodule es en skillsttraining. De se eminars lopen n over het hele e academiejaa ar (zie table 6 a aanvraagdoss sier p 36). De D opleiding streeft s ernaar zoveel z mogelijjk zorg te bestteden aan hett voorkomen van v opontthoud bij de sccriptie. Structu ureel is dit inge ebouwd door de scriptiemodule in 2 te delen: in hett eerste stadiu um ‘thesis prop posal seminarr’(3 ECTS) wo ordt de studentt begeleid naa ar een doord dacht en goedgekeurd voorsstel voor de sc criptie. De twe eede periode is de ‘thesis resea arch and writin ng’ periode: tra aining in de za aken, noodzakkelijk om wetenschappelijk onderrzoek te voere en, literatuur opzoeken o en re eproduceren, methodes en tools selecterren, data analyse a doorvvoeren, wetensschappelijke rapporten r schrrijven. In hee el dit begeleid dingsproces sp pelen de scriptiecoördinatorr en de scriptie esupervisoren n een grote rol. Stude entenbevragin ngen hebben uitgewezen u da at de studenten tevreden zijn over de wijz ze Zij worden tijdens de intake en verder viia de waaro op PGO wordtt begeleid en ondersteund. o inform matiekanalen goed g op de ho oogte gebrach ht over welk concreet engag gement de PG GOdidacctiek van hen verwacht. v Overw wegingen Het iss een pittig pro ogramma. Hett panel meent dat gezien de e motivatie van n de student het h progrramma studee erbaar is, mede e dank zij een n goede intake e. De sttudenten in he et PGO-systee em motiveren en e stimuleren elkaar tot voo ortgang in de studie e. De begeleid ding van het scriptieproces is indrukwekke end; oponthou ud en uitste elmanoeuvres worden structtureel aangepakt door de op pdeling in 3 + 15 ECTS van n de 2 scripttieperiodes. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.4 ‘Studielast’ als voldoende e.

pag gina 19


4.2.5

Instro oom (facet 2.5) Het beoogde b progrramma sluit qu ua vorm en inh houd aan bij de d kwalificatiess van de selectie. instro omende studen nten: wo-master: bachelor en e eventueel (inhoudelijke) ( Bevin ndingen Dit masterprogramma wil studen nten met versc chillende discip plinaire achterrgrond en van n verscchillende nationaliteiten aanttrekken. Noch htans is men niet n blind voor het feit dat de e hetero ogene instroo om problemen kan meebrengen: wat is hu un wetenschap ppelijk niveau? nen halen stelt de welke e skills hebben n zij reeds verrworven? Om de eindkwalifficaties te kunn opleid ding strenge eisen e aan de in nstromende ka andidaten: “The admission pro ocedure requirres that studen nts submit a completed c app plication form; a certifiied copy of the e obtained Bachelor diploma; a detailed record r of acad demic performance during g the Bachelo or phase, with an overview of o the courses taken, includiing grades; an n appliccation letter de escribing the applicant’s a mo otivation for the e Master prog gramme; a curricculum vitae; tw wo letters of re ecommendatio on from supervvisors during tthe Bachelor phase e; and an essa ay paper on applicant’s pers sonal view on the field of ´S Sustainability Scien nce and Policyy´. All applican nts must pay a non-refundab ble application n processing fee, and th he application n materials mu ust be received d by the deadlline published on the websitte.” Men beoogt b kandid daten met deze startkwalific caties : “A solid basis in the e scientific field of sustainab ble developme ent as attested d by having follow wed the ‘sustaiinable develop pment’ course es (15 ECTS) at a UCM, Maasstricht Univers sity (see Appendix A D) OR O having followed at least 15 ECTS cred dits of coursess on one of the follow wing topics: su ustainable devvelopment, sus stainability scie ence, develop pment studies,, globa alization or govvernance. ● A solid basis in re esearch metho ods on a Bach helor level as reflected in the completion of at least 15 ECTS on scientific s meth hods. ● A grade-point g ave erage of a B (US system); 7.0 7 (Dutch sysstem) or highe er. ● Pro oof of proficien ncy in the English language.. The language test (obtaine ed within the la ast two years) y is obliga atory to applica ants who are not English na ative speakerss and do not own o a bache elor’s degree in i English lang guage. Entran nce level requiirements for th hese tests are e: IELTS S score of 7.0; TOEFL score e of 600 (pape er-based), 250 0 (computer-b based) and 100 (internet-based); Cambridge C Pro oficiency Certifficate (grade A,B,C); A Cambrridge Advance ed Certifficate (grade A,B+). A ● As proof of analyytical writing an nd quantitative e reasoning abilities, a satissfactory Gradu uate Record Examinatio on (GRE) scorre is mandatorry. A satisfacto ory GRE score e implies a sco ore of at lea ast 4.0 in the analytical a writin ng section and d 80% in the quantitative q reasoning sectio on. The GRE G score will be evaluated d in combinatio on with the oth her informatio on that is need ded to provid de when subm mitting an application. The Board B of Admisssion will evaluate the quality of the ba achelor’s diplo oma by looking g at the Grade e Point Averag ge, at how we ell your bachelor’s progrramme corresp ponds with the e MSc SSP, and a the amoun nt of mathema atics and statis stics that was w part of the e bachelor’s prrogramme. Th he Board of Ad dmission will then evaluate the individ dual GRE sco ores in verbal reasoning, r quantitative reassoning and analytical writing g as comp pared to one another. a The Board B of Admis ssion may acccept lower GR RE scores if it is convinced by otherr means that th he student is among a the top p 10%. The student must ex xplain in a motivational m esssay joined to the applicatio on why not me eeting the crite eria. The stude ent is still re equired to sub bmit proof of th he lower score e for the GREttest.” Het selectiecomité maakt een ee erste selectie en e streeft daarbij naar varia atie in nationaliteit en dissciplinaire ach htergrond bij de d toegelaten kandidaten. k D geselecteerrden worden De

pag gina 20


uitgen nodigd voor ee en interview en e het schrijve en van een opd dracht. Bij een n goede afloop p krijgt de kandidaat een geschrevven toelating to ot de masteropleiding.Bij de eficiëntie in bv v statistiek of wiskunde kan de stu udent een on-linecursus (via a ALEKS, een commerciële tool voor on-lineleren) o v volgen gedure ende de zomerr- of de winterrperiode. Deze e cursus duurtt 6 weken en heeft een n studielast va an 15 u per we eek. Ook in de e latere skillstrraining kiezen stude enten naargela ang eventuele deficiënties in n hun voorople eiding. De ve erschillen tusssen studenten en de resulterende rijke acchtergrond van n de groep vorrmen volge ens het aanvra aagdossier de kracht van de e opleiding; ditt maakt het mo ogelijk om duurzzaamheidsproblemen multi-disciplinair aa an te pakken. Het H programm ma richt zich op p bache elors die zich na hun voorop pleiding verde er willen verdie epen in de inte egrale benade ering van Duurzame D Onttwikkeling. Overw wegingen Het panel p erkent da at de brede instroom een rijjkdom is zeker gezien de ve eelvuldige stude enteninteractie e bij PGO. He et vertrouwt er op dat de stre enge selectie--eisen garande eren dat de e instromende e studenten de e hoge eindkw walificaties kun nnen behalen.. Gesprekken tijden ns de site visit hebben het panel overtuigd d dat men ove er deze criteria a grondig heefft gedisscussieerd, da at men het een ns is geraakt en e dat men ze e consequent zal hanteren. Positiief is dat er ge een ondersche eid wordt gemaakt tussen UMU en niet-UM Mstudenten: zij z krijge en gelijke kanssen binnen de intakeprocedure. Om studiesucces s te e hebben in deze kwalitatief hoog mikken nde eenjarige Master in Scie ence is een n goede oriënttatie en inform matie van de kandidaten nod dig. Voor zove er het panel dit kan beoorrdelen is de in nformatieverscchaffing aan de studenten adequaat. a Hoew wel de belangsstelling voor du uurzaamheidv vraagstukken iets is wat de kandidaatstude enten gemeen hebben en hu un achtergrond vrij breed van v aard is, blijjft het niet hierbij. Deze 2 aspecten, gecombineerd g d met een strenge intake, ge even een goed de startbasis zodat z de PG GO-didactiek goede g resultatten kan bereik ken in deze master die focust op interd disciplinariteit en e integratie. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.5 ‘Instroom’ als a voldoende..

4.2.6

Duurr (facet 2.6) De op pleiding voldoe et aan formele e eisen m.b.t. de omvang va an het curricullum: wo-m master met min nimaal 60 stud diepunten, afhankelijk van de d opleiding Bevin ndingen en ove erwegingen De masteropleiding m g kent een om mvang van 60 ECTS E en voldoet daarmee aan het criteriium. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 2.6 ‘Duur’ als voldoende. v

4.2.7

pag gina 21

Same envattend oo ordeel onderw werp 2 Progra amma Het panel p beoordee elt het onderw werp Programm ma als voldoende. Het programma p me et kerncursusssen (35 ECTS S), skillstraining gen (7 ECTS)) en de Maste erscriptie (18 ECTS) weersp piegelt de deg gelijke wetenscchappelijk ond derbouwde doelsstellingen. De cursussen c formuleren helde ere einddoelen n en geven aa an hoe die berreikt


moete en worden en hoe zij geëxa amineerd word den. De interactie tussen on nderwijs, eisen n van de be eroepspraktijk en wetenscha appelijk onderrzoek is gewaa arborgd. Het team dat de opleid ding draagt he eeft een goede e wetenschappelijke naam met m internationale uitstraling g. De PG GO-didactiek stelt hoge eise en aan de studenten en aan n de tutors ma aar draagt bij tot t het be ereiken van ee en hoog nivea au van integra atie en interdisciplinariteit zo onder de kenniiscomponent te t verwaarloze en.

4.3 4.3.1

eel Inzet van persone Eisen n wo (facet 3..1) De op pleiding sluit aan a bij de volg gende criteria voor v de inzet van v personeel van een woopleid ding: Het onde erwijs zal voorr een belangrijjk deel worden n verzorgd door onderzoeke ers die ee en bijdrage levveren aan de ontwikkeling van v het vakgebied. Bevin ndingen Alle medewerkers m v de vaste staf van s hebben zo owel onderzoe eks- als onderrwijstaken. De e kwalitteit van de oplleiding wordt voor v een belan ngrijk deel bep paald door de e staf, die voorn namelijk werkt binnen het In nternational Ce entre for Integrated assesment and Susta ainable develo opment (ICIS) van de Universiteit Maastriccht. Onderzoe ekers van dive erse nation naliteiten en disciplines d verrrichten er onderzoek. Er be estaat ook lang gdurige en intenssieve samenw werking met an ndere groepen n binnen UM en e in het buitenland. De ople eiding profite eert mee van het ruime netw werk van ICIS S . De lijst van gastsprekers en –professoren van diverse d nationa ale en internattionale onderz zoeksinstituen en universite eiten is indrukkwekkend. Het IC CIS is echter niet n de enige relevante r onde erzoeksgroep in Maastricht. Het aanvrraagdossier no oemt verder Maastricht M Gra aduate School of Governancce, United Nattions Unive ersity, MUNDO O, FASoS, ME ETRO en Maastricht Science e College. VS SNU beoordee elde in 2007 het ICIS-onde erzoeksprogra amma als goed tot zeer goe ed. Overw wegingen Er is geen g enkele twijfel over de kwaliteiten va an de docenten. Het team iss solide en bes schikt over een e breed gam mma aan kwa alificaties : hoo ogleraren, PhD D-onderzoekerrs, junior resea archers, gespe ecialiseerd op een zeer bree ed terrein. Op pagina 123 – 130 van het aanvrraagdossier ziijn de uitstekende kwalificatties in de cv’s van de staf be eschreven. Daarn naast is er een n indrukwekke ende lijst gasts sprekers (aanvraagdossier p 101-102). Het H panell heeft tijdens de site visit ke ennisgemaaktt met zeer betrokken docenten en mede ewerkers die allen a bijzonderr gemotiveerd zijn om vorm te geven aan de opleiding. Het panell waardeert oo ok dat men de eskundigheid uit u andere facu ulteiten opnee emt (bijvoorbee eld recht)) door het eng gageren van professoren die e niet deel uitm maken van ICIS. Studenten n kunne en zo daadwe erkelijk ook op het inputnivea au kennis makken met verscchillende weten nschappelijke invalshoeken ten aanzien van v Duurzame e Ontwikkeling g. Het panel beveelt wel aan om duidelijjker afspraken n te maken om mtrent de eindvverantwoorde elijkheid voor de d verscchillende blokkken. Er kwam tijdens de site e visit niet echtt een scherp a antwoord op vragen v rond de d verantwoordelijkheid ove er de cursusse en en de verdeling van de taken tussen verscchillende mede ewerkers. Een n positief punt is zeker de identificatie mett het programma en de e brede gedrag genheid. Er he eerst een goede dynamiek, die nodig is o om afstemming g tusse en de verschille ende vakken en e onderdelen n blijvend te be ewaken.

pag gina 22


Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 3.1 ‘Eisen wo’ als a voldoende e.

4.3.2

Kwan ntiteit person neel (facet 3.2 2) Er wo ordt voldoende e capaciteit vri rijgemaakt om de nieuwe op pleiding te kun nnen starten. Er wo ordt voldoende e capaciteit vri rijgemaakt om de nieuwe op pleiding te kun nnen continuerren Bevin ndingen Volge ens het aanvra aagdossier is met een instro oom van 20 to ot 35 studenten n die de 7 kernccursussen volg gen, de skillstrrainingen doorrlopen en hun n thesis schrijvven voldoende e staf aanw wezig om het programma p te starten en voo ort te zetten. Omdat O er mee er dan 15 fte op o het gekozzen domein be eschikbaar is, kan de contin nuïteit van hett programma g gegarandeerd worde en. Volgens het dossier kan n de geplande opleiding vollledig geïntegreerd worden in i de besta aande UM-stru ucturen. De UM M infrastructuu ur kan gebruikkt worden (exa amencommiss sie, stude entenbegeleidiing, bibliothee ek, ICT-infrastrructuur, lokale en en auditoria a). De vaste sttaf wordtt naargelang het h thema uitg gebreid met ee en aantal gastssprekers die o op basis van hun h specifieke expertise e een inbreng hebben. Overw wegingen Het vaste v team van n docenten is voldoende om m de opleiding te schragen. Het gesprek met m de de ecaan heeft he et panel overtu uigd dat een vaste v eigen sta af met voldoen nde senioriteitt de opleid ding kan verzo orgen. Dit kern nteam valt ond der de bevoeg gdheid van de decaan en hijj kan hen zo z nodig veran ntwoording vra agen en kwalitteitseisen ople eggen. De gassthoogleraren en gastssprekers vullen n deze kern aa an en zij vervu ullen een prom minente rol in b bepaalde dele en van het on nderwijs. Het panel p ondersch hrijft de gedacchte dat de kos stprijs op dit ogenblik o laag kkan zijn en me eent dat err een correcte e personeelsbe egroting is gem maakt die vold doende is voo or de realisatie e van dit pro ogramma. Het panel heeft evenwel e geen volledig zichtt op de lange ttermijn garanties inzakke het verder bestaan b van he et onderzoeks sprogramma. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 3.2 ‘Kwantiteit personeel’ p alss voldoende.

4.3.3

Kwaliteit personeel (facet 3.3) Het in n te zetten perrsoneel is gekkwalificeerd vo oor een inhoud delijke, onderw wijskundige en n organ nisatorische re ealisatie van het h programma a Bevin ndingen Bij he et ICIS voldoen n de medewerkers aan de zogenoemde z S Sense Fellow Criteria. Dat is i een maat voor de kwaliteit en de rele evantie van he et onderzoek. Bovendien B bie edt de faculteitt veel bijsch holingsmogelijkheden via bijvoorbeeld se eminars. De brreed gekwalificeerde kernsttaf biedt garanties op kwaliteitsinput k t in het progra amma, de gastthoogleraren e en gastspreke ers zijn hoog aangesch hreven in hun discipline. Didacctisch niveau: alle stafmede ewerkers volge en een aantal introductiecurrsussen voor de d techn nieken van hett PGO. Zo worrden zij zich bewust b van de andersoortige e rol die de do ocent daarin n heeft als tuto or namelijk: ee en coach eerd der dan een allwetende gele eerde die de stude enten zijn kenn nis voorschote elt. Het Departtment of Educcational Resea arch and

pag gina 23


Development van UM U draagt stru uctureel bij tott de kwaliteit van v het onderw wijs door het aanbiieden van praktijkgerichte workshops. w Vanaf 2007 startte UM met de im mplementatie van v de Basiskkwalificatie On nderwijs (BKO). Het gaat om o het versterken van onde erwijscompete enties van het academisch onderrwijspersonee el. BKO werd ingevoerd om de missie ‘Lea ading in learning’ waar te maken m en ma aakt deel uit van v het HRM-b beleid van UM M. Er is elk e jaar een evvaluatie van de d stafmedewe erkers mede aan a de hand vvan de oordele en van de d studenten. Aspecten A als inhoud van de e cursus, motivveren en stimuleren van stude enten, enthoussiasme, interessse voor stude enten, didactissche compete enties zijn onderrdelen van het jaarlijks funcctioneringsges sprek. Dit mon ndt uit in een sschriftelijk rapp port waarin de leidingge evende zich uitspreekt over de kwaliteiten n van de mede ewerkers op het h gebie ed van onderw wijs, onderzoekk en bestuurlijke activiteiten n. Deze evaluatie speelt me ee wann neer het gaat over o mogelijke e promotie. Overw wegingen Het panel p is overtuigd van de kw waliteit en inzet van het perssoneel. Een divverse groep met m enerzzijds jonge me ensen naast en nkele hooglera aren, experts in diverse vakkgebieden in verscchillende stadia a van hun aca ademische carrrière. Het panel stelt tegeliijkertijd vast dat het een coherente c en gemotiveerde g groep is die enthousiast e is voor deze opleiding. De identiificatie met de e nieuwe maste eropleiding lig gt hoog. De sttaf heeft een sterk s geloof in interdisciplina ariteit en in PG GO, is zeer gemotiveerd en betrokken. Het pan nel waardeert het betrekken van deskundigen die exterrn zijn aan hett ICIS en mo oedigt aan om m eventueel no og andere des skundigen binn nen de UM te betrekken in dit d progrramma. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 3.3 ‘Kwaliteit pe ersoneel’ als voldoende. v

4.3.4

4.4 4.4.1

Same envattend oo ordeel onderw werp 3 Inzet van v personeel Het panel p beoordee elt het onderw werp Inzet van personeel alss voldoende.

Voorzzieningen Materiële voorzien ningen (facett 4.1) De be eoogde huisve esting en mate eriële voorzien ningen zijn toe ereikend om h het programma a te realisseren. Bevin ndingen De op pleiding maakt gebruik van het hoofdgebo ouw van de fa aculteit. Voor P PGO bestaat behoe efte aan meerrdere kleine ru uimtes, biblioth heek- en ICT-vvoorzieningen n. Het hoofdge ebouw voorzziet in 40 van deze d kleine kla asruimtes, alle e met overhea ad-voorziening gen, internet- en e comp puteraansluitin ng. In het gebo ouw zijn verde er verschillende personal co omputers ter besch hikking van de e studenten. De bibliotheek van de universiteiit is goed voorrzien : 282 com mputers en 61 1 laptopconnecties, een zeer z grote bere eikbaarheid (m met openingsu uren van 8u30 0 tot 24u gedurende de wee ek en van 11u tot 24u op zaterdagen en e zondagen), diverse exem mplaren van re elevante boeke en

pag gina 24


enz. De D PGO-didacctiek vereist dat de studente en intensief op p zoek gaan n naar diverse bronn nen uit boeken n, tijdschriften,, kranten, data abases, beeldmateriaal. Zo ondersteunt de d unive ersiteitsbiblioth heek in belang grijke mate hett leren van de studenten via a haar ‘Learnin ng Resource Centres’. ‘Library committees’ van elke e faculteit discussiëren ovver de bibliotheekvoorzien ningen en in deze comités zijn z zowel facu ulteitsmedewe erkers als studenten betrokken. UM werrkt op nationaa al en op region naal niveau sa amen met and dere (unive ersiteits)bibliottheken en me et de Koninklijk ke Bibliotheekk. De universitteitsbibliotheek van UM noemt n zichzelf een ‘hybrid lib brary’ : de toegang tot inform matie is in de 21e eeuw belan ngrijker dan he et bezit ervan en e dus is een n combinatie van v traditionele e en digitale bronn nen nodig. De bibliotheek is niet langer (e enkel) een boe ekenopslagpla aats, het is een n plaatss waar mense en intensief we erken, opzoeken, vergelijken n. Aangepaste e werkruimtes s en intern netaansluitinge en zijn even belangrijk gewo orden als scha appen vol boe eken en tijdschriften. Overw wegingen Het panel p heeft een n goed beeld gekregen g van de beschikba are ruimte. Die e is uitstekend d gesch hikt zowel voo or het geven va an colleges als voor de gessprekken en diiscussies binn nen PGO.. Ook ruimtes waar studente en individueel studiewerk ku unnen verrichtten of groep psbesprekinge en kunnen hou uden zijn voldo oende voorzie en. In het gehe ele gebouw ku unnen de stu udenten wirele ess op het inte ernet. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 4.1 ‘Materiële voorzieningen v ’ als voldoend de.

4.4.2

Studiiebegeleiding g (facet 4.2) Er is voorzien in pe ersonele capaciteit voor stud diebegeleiding g en informatie evoorziening aan a stude enten die adeq quaat zijn met het oog op de e studievoortg gang. Bevin ndingen De sttudenten krijge en uitgebreide e ondersteunin ng en begeleid ding tijdens de e opleiding. Oo ok voora afgaand aan de opleiding is er ondersteun ning: informatiie over de inta akeprocedure, de zome ercursussen, in nformatie overr visa voor buiitenlandse stu udenten, over huisvesting,… … De fa aculteit verzorg gt de informatiie via het eige en intranet. De e student krijgtt, na zijn toelating tot de e Master, overrigens ook een introductie en e oriëntatie to ot het program mma en een introd ductie in de did dactiek van PGO. P Omdat het h om een eenjarige opleiding gaat, word dt de voortg gang van de student s goed in de gaten ge ehouden en ge eregistreerd in n ‘student prog gress record ds’. Na elke cursus wordt de studievoortg gang geëvalue eerd. Studente en met een hortende studievoo ortgang worde en uitgenodigd d om een studiieplan op te m maken. Na elk seme ester wordt een n studieadviess gegeven. De sttudentenbegelleiding zit verw weven doorhe een verschillen nde functies biinnen UM en binne en de faculteit ‘ Humanities and a Sciences’’: adviseurs, studentenpsyc s chologen, ‘stud dent deanss’, tutors, scrip ptiecoördinato oren en –supervisoren. Een tutor t begeleidtt de groepen bij b PGO, zoals s reeds eerderr beschreven. De tutor spee elt teven ns een belangrrijke rol in de begeleiding b va an de student.. Hij ondersteu unt de studentt bij zijn werk. w Hij laat hem vooral refllecteren over vragen v die ge esteld moeten worden en we elke kenniis nodig is om een probleem m te bevatten. De tutor is da aar specifiek vvoor opgeleid.

pag gina 25


De sccriptiecoördina ator zorgt voorr de begeleidin ng van de massterscriptie in het eerste stadiu um. Zodra een n duidelijk con ncept voor het scriptieonderw werp ontwikke eld is, duidt de e coörd dinator een supervisor aan die d het verdere e (schrijf-)procces begeleidt. De on ndersteuning van v de studen nt kan verder plaatsvinden p d door de Student Advisor van n de UM, de Student De ean en de Career Counselo or. Ten slotte zijn z er uiteraarrd stude entenpsycholo ogen die in hett geval van pro oblemen geco onsulteerd kun nnen worden. De sttudenten kunn nen alle inform matie vinden in n de studiegids, ook het exa amenreglemen nt. Specifieke details of o wijzigingen worden via internet en via de d campusme edia beken ndgemaakt. De informatie en co ommunicatie verloopt v via zeer diverse ka analen : De ‘Inform mation Desk’ in n het Visitors’ Centre van UM Het Stude ent Affairs Officce Het intra- en internet ELEUM, zijnde z het elekktronisch leerp platform van UM U Het Stude ent information n System Notice boa ards in de hall van de unive ersiteit naast ook o een elektro onisch bord in n de hoofdinga ang Een weke elijks nieuwsmagazine van UM, U de ‘Obserrvant’ Overw wegingen Het panel p is ervan overtuigd dat de personele capaciteit voo or studiebegelleiding en inform matievoorzieniing aan studen nten adequaa at is. De do ocumenten vo oor begeleiding g en ondersteuning van de masterscriptie e ogen indrukkwekkend. Er is nagedacht over het voorrkòmen van op ponthoud bij d de scriptie. Hett uiteen ntrekken van de d twee stadia a, nl eerst kom men tot een go oed concept m met goede onderrzoeksvragen en aangepaste methodiek en literatuur, en e daarna hett schrijfproces is een goede g ingreep p. Scriptiecoörd dinator en –su upervisor hebb ben een duide elijke rol. Het netwerk n aan informatie en be egeleiding van n UM en van de d faculteit is a aanzienlijk. De e stude ent kan vanaf zijn z oriëntatie op de studie tot t en met zijn n carrièreplann ning terecht bijj unive ersiteitsmedew werkers. Zowel problemen in nzake studies als inzake he et persoonlijk le even kunne en aangepakt worden. Dit kan k gebeuren op verzoek va an de student zelf maar is soms ook verplicht, v bv bijj een haperen nde studievoorrtgang. Deze combinatie c tusssen afwachte end dan wel w proactief handelen h lijkt het h panel zeke er zinvol. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 4.2 ‘Studiebege eleiding’ als vo oldoende.

4.4.3

4.5 4.5.1

pag gina 26

Same envattend oo ordeel onderw werp 4 Voorzieningen Het panel p beoordee elt het onderw werp Voorzieningen als gehe eel als voldoe ende.

ne kwaliteitszzorg Intern Syste ematische aa anpak (facet 5.1) 5 Er is voorzien in ee en systeem va an interne kwa aliteitszorg, wa aarbij mede aa an de hand va an toetsb bare streefdoe elen en period dieke evaluatie es verbeterma aatregelen worrden getroffen n.


Bevin ndingen Intern ne kwaliteitszo org is een bela angrijk aandac chtspunt volge ens het aanvra aagdossier. Err is veel in geïnvesteerrd, waardoor er e nu een effic ciënt systeem van v interne kw waliteitszorg besch hikbaar is. Bre eed als het gaa at om de omv vang van de in nformatie, in sttaat vast te ste ellen of de doelen van de e faculteit geh haald worden, en het systee em garandeertt dat de inform matie wordtt gebruikt bij het h nemen van n faculteitsbes sluiten. Elke masteropleidin m ng wordt aang gestuurd door een Programma Directeur, bestuurd doo or een issie en voor elke Onde erwijscommisssie. Er is een examencomm e e module in n deze maste eropleiding is een planningssgroep van tw wee of drie lede en. Er is een e managem ment informatie esysteem bes schikbaar voorr deze opleidin ng dat is gema aakt door de d faculteit Ecconomie. Een groot aantal kwaliteitskenm k merken wordt e ermee bewaak kt. Het panel p heeft van n tevoren een vraag gesteld d over door wie en hoe de cconcrete haalb baarheid wordtt bewaakt. De e faculteit antw woordde als vo olgt: De prrogrammadirectie is verantw woordelijk voor de samenha ang van de verrschillende opleid dingsonderdellen. De progra ammacoördina ator is verantw woordelijk voorr de bijbehore ende proce esbegeleiding van curriculum m (door)ontwik kkeling (organ niseren van meetings, overle eg met coördinatoren, c raadplegen Advisory A Board d, inlevertermijnen onderwijjsmateriaal, terugkoppeling, eva aluaties, raadp plegen opleidiingscommissie e, alumni etc.)). De progrrammacoördin nator heeft de afgelopen jare en hier reeds ruime ervaring g mee opgeda aan in de fun nctie van ‘ICIS S education co oordinator’ en ‘track-coordin nator SD (MGS SoG)’. Daarbijj bouw wt deze nieuwe e masteropleid ding voort op vier v al bestaan nde blokken die in onderling ge same enhang zijn (do oor)ontwikkeld d Na de e start van de master is een n goed function nerend en han nteerbaar inte ern kwalitteitszorgsysteem van belan ng. De interne kwaliteitszorg g van deze ma aster bouwt vo oort op be estaande struccturen en plan nnen binnen de e UM en de fa aculteit. Het re eferentiekader voor het kw waliteitsbeleid d is het NVAO Accreditatieka ader voor besstaande hogerronderwijsople eidingen (1 se eptember 2009 9). Dit kader omvat o zes onderwerpen (me et bijbeh horende facettten en criteria): doelstellinge en van de ople eiding, progra amma (incl. same enhang onderd delen), inzet van v personeel,, voorzieninge en, interne kwa aliteitszorg, resulttaten. De ople eidingsdirectie heeft de eindverantwoorde elijkheid voor d de organisatie van het kw waliteitszorgsyysteem en hett formuleren van v een kwalite eitsbeleidplan. De uitvoering g van het kw waliteitsplan wordt w bewaaktt door de programmacoördin nator. Een belangrijk b onderdeel van de e interne kwalitteitszorg zijn de d evaluaties vvan de verscchillende modu ules met behulp van de eva aluatievragenlijjsten die stude enten op het einde e van een e blok of traiining invullen. De uitkomste en van deze evvaluatie vorme en de basis vo oor aanto oonbare verbe etermaatregele en die bijdrage en aan realisa atie van de stre eefdoelen (bijvo oorbeeld overa all grade for co ourse is minim maal >3.5, stre eefwaarde is >4 op een scha aal van 5). 5 Daarn naast zal ook het gehele cu urriculum word den geëvaluee erd d.m.v. van een vragenlijs st, die door de d studenten na het afronde en van hun studie wordt ing gevuld. Belang grijke aanda achtpunten hie erbij zijn de cu urriculumstruc ctuur, samenha ang en de onttwikkeling van n acade emische vaard digheden. De Advisory Board speelt ook een belangrijkke rol bij de evaluatie van het curriculum c (er zal z jaarlijkse consultatie c pla aatsvinden). Aangezien een gro oot deel van de e docenten/tuttoren als onde erzoeker werkkzaam is bij he et ICIS, zal de manag ging director va an ICIS een belangrijke b rol spelen bij de inzet van perso oneel. Daarbij zal de kwantitteit en kwaliteit van het perssoneel in acht worden geno omen. M.b.t.. kwaliteit bijvo oorbeeld: blokkcoördinatoren n zijn gepromo oveerd, aanda acht voor BKO O

pag gina 27


trainin ng en registratie, training va an tutoren (100 0% tutors heb bben PGO training gevolgd), evaluatie van tutore en (minimaal> >3.5, streefwaa arde is >4 op een schaal va an 5). De faculteit is veran ntwoordelijk vo oor de onderw wijsvoorziening gen (in overleg g met opleidingsdirectie). UM bereidt b zich tha ans voor op ee en instellingsa audit en de IKZ Z-tools zijn aa an herziening toe, t zo ble eek uit het gessprek met de decaan. d Score es inzake het rendement en n de kwaliteit van v het on nderwijs blijve en daarin zeerr belangrijk en zijn deel van het functionerrings- en promo otiebeleid. Overw wegingen Het panel p heeft hett volste vertrou uwen in het in nterne kwaliteittssysteem van n de UM in he et algem meen en van deze d masterop pleiding in het bijzonder. He et panel gaat e ervan uit dat de kwalitteitssystemen van deze opleiding aansluiten bij de alge ehele werkwijzze van de unive ersiteit en dat het h functionee el aangepast is s aan de beoo ogde opleiding g. Dat men m met het oo og op de inste ellingsaudit de e toolkit IKZ aa anpast is loven nswaardig. De e recen nt aangestelde e decaan gaf in het gesprek k met het pane el blijk van een n goed zicht op de link tu ussen het alge emeen beleid en deze nieuw we masterople eiding. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 5.1 ‘Systematis sche aanpak’ als a voldoende e.

4.5.2

Betre ekken van me edewerkers, studenten, s alumni en bero oepenveld (fa acet 5.2) Bij de e interne kwaliiteitszorg zulle en medewerke ers, studenten, alumni en he et afnemend beroe epenveld van de d opleiding actief a worden betrokken. b Bevin ndingen De sttudenten zullen zowel directt als indirect betrokken zijn in het interne kwaliteitssyste eem. Elke studieonderde s eel wordt bevrraagd met een n vragenlijst en n er zullen studentenpanels s worde en ingericht. De D helft van de e leden van de e Onderwijsco ommissie, die de progrrammadirecteu ur adviseert en n de supervisiie heeft over de d nieuwe ople eiding, is student. De fa aculteit wil bovvendien graag in contact blijven met afgesstudeerden. D Dit gebeurt via het unive ersity Alumni Office, O via ‘alum mni circles’ in Nederland en n in het buitenlland, via een maga azine voor alum mni ‘the ContinuUM’ en via ‘the AlumniNe et’, een elektro onische trefpla aats. Verde er houdt de faculteit op dive erse manieren onder meer via v netwerken en een nation nale onderrzoeksschool (SENSE), con ntact met het beroepsveld. b Een externe e adviessraad van hig gh profile verte egenwoordigerrs vanuit gouvvernementele en niet-g gouvernementtele organisaties zal eenmaal per jaar verrgaderen met de progrrammadirecteu ur voor feedba ack rond de inhoud van de masteropleidin m ng en trends in n het susta ainability werkvveld en onderzzoek.. Overw wegingen Het panel p oordeelt dat de medew werkers, stude enten, alumni en het beroep psveld in voldo oende mate betrokken zulllen worden in n de toekomst.. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 5.2 ‘Betrokkenh heid’ als voldo oende.

4.5.3

pag gina 28

Same envattend oo ordeel onderw werp 5 Interne e kwaliteitszo org Het panel p beoordee elt het onderw werp Interne kw waliteitszorg als a geheel als voldoende.


4.6 4.6.1

dities voor co ontinuïteit Cond Afstu udeergarantie e (facet 6.1) De instelling geeft aan a studenten n de garantie dat d het progra amma volledig g kan worden doorlo open. Bevin ndingen en ove erwegingen nden. De UM geeft de ga arantie dat stud denten de opleiding volledig g kunnen afron Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 6.1 ‘Afstudeerg garantie’ als vo oldoende.

4.6.2

Inves steringen (facet 6.2) De vo oorziene invessteringen zijn toereikend t om m de opleiding (inclusief voo orzieningen) to ot stand d te brengen. Bevin ndingen Het iss de ambitie om de opleiding g te starten in september 20 011 met circa a 13 studenten n en dit in twee jaar te zien z oplopen to ot circa 35 studenten. De ee erste investeringen zijn besch heiden, maar de d lezer moett in gedachten houden dat het h programma a deels is same engesteld uit cursussen c die al bestaan als s trackcoursess en dat de sa amenwerking tusse en twee groepe en binnen de Faculty of Hum manities and Sciences S , nl IICIS en MGSo oG, al lange er bestaat en duurzaam d is gebleken. Het break-even b poiint zal bereikt worden tegen n het einde van cohort 6, me et 35 studente en die particciperen. Overw wegingen Het panel p is van oo ordeel dat de instelling i voldo oende geïnvessteerd heeft in n deze maste eropleiding om m van start te kunnen gaan. De decaan heeft tijdens de e site visit voldo oende garantie es gegeven vo oor de investerringen. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 6.2 ‘Investering gen’ als voldoe ende.

4.6.3

Finan nciële voorzie eningen (face et 6.3) De fin nanciële voorzzieningen voorr de gecalcule eerde negatievve resultaten zzijn voldoende e voor dekkiing van de aan nloopverliezen n. Bevin ndingen en ove erwegingen De fin nanciële voorzzieningen zijn voldoende vo oor de dekking g van aanloopvverliezen. Er zijn z nauw welijks investerringen in comp puters en gebo ouwen nodig omdat o de vakg groep gebruik k maakkt van bestaan nde faciliteiten van de faculteit. Concclusie Het panel p beoordee elt het facet 6.3 ‘Financiële voorzieningen n’ als voldoende.

pag gina 29


4.6.4

pag gina 30

Same envattend oo ordeel onderw werp 6 Conditties voor continuïteit Het panel p beoordee elt het onderw werp Condities s voor continuïïteit als voldoe ende


5 Ove erzicht ad dvies De on nderstaande ta abel geeft perr onderwerp en per facet he et oordeel van het panel uit hoofd dstuk 4 weer.

Onde erwerp 1 Doe elstellingen opleiding

2 Pro ogramma

3 Inze et van person neel

4 Voo orzieningen

5 Inte erne kwaliteittszorg

6 Con ndities voor contiinuïteit

Oorrdeel V

V

V

V

V

V

Facet 1.1 Do omeinspecifiekke eisen

V

1.2 Ma aster

V

1.3 Orriëntatie wo

V

2.1 Eis sen wo

V

2.2 Re elatie doelstelllingen - progra amma

V

2.3 Sa amenhang pro ogramma

V

2.4 Studielast

V

2.5 Ins stroom

V

2.6 Du uur

V

3.1 Eis sen wo

V

3.2 Kw wantiteit

V

3.3 Kw waliteit

V

4.1 Ma ateriële voorziieningen

V

4.2 Studiebegeleidin ng

V

5.1 Sy ystematische aanpak a

V

5.2 Be etrokkenheid

V

6.1 Afstudeergaranttie

V

6.2 Inv vesteringen

V

6.3 Fin nanciële voorzzieningen

V

V = volldoende O = on nvoldoende

pag gina 31

Oorrdeel


Bijla age 1: Sa amenstellling pane el Voorzzitter Prof. Dr. Josee van n Eijndhoven (panelvoorzitte ( er), emeritus hoogleraar h Sustainability mana agement aan het h Dutch Ressearch Institute e for Transitions (DRIFT), b bij de Faculteitt Socia ale Wetenscha appen van de Erasmus Univ versiteit Rotterdam. Eerder was zij onder meer hooglleraar Techno ologische Aspe ectenonderzoe ek aan de Uniiversiteit Utreccht, directeur van v het Rathenau R Instittuut en voorzittter van het Co ollege van Besstuur van de E Erasmus Unive ersiteit. Panellid Dr. Reinout R Heijung gs, universitair docent aan het h Centrum voor v Milieuwettenschappen (CML) ( van de d Universiteit Leiden, is afg gestudeerd in de theoretisch he fysica en ge epromoveerd aan het CML. C Daarnaasst heeft hij bij geneeskunde e en economie e gewerkt. Hij d doceert bij de Leidss-Delftse MScc Industrial Eco ology en doet onderzoek op p het gebied vvan de modelle ering van economie e en milieu. m Panellid Prof. dr. Hans Bruyyninckx, hoogleraar aan hett Instituut voorr Internationaa al en Europees s Beleid d en directeur Onderzoeksinstituut voor Arbeid A en Sam menleving (HIV VA) van de Katho olieke Universsiteit Leuven en coördinator van het Vlaam ms Interuniverrsitair Steunpu unt Duurzzame Ontwikkkeling. Stude ent-panellid Dhr Muhammed M Ba asoglu Stude ent Erasmus Universiteit U Ro otterdam bachelor Economie e en Bedrijfse economie. Tev vens is hij actief a lid van de d multiculture ele studentenv vereniging Iqra a, waarvan hijj een jaar lang g bestu uurslid is gewe eest. Hij is werrkzaam als do ocent administtratieve vakken n en rekenen op het ROC R Zadkine (MBO). ( Andere e nevenactivitteiten zijn onde er andere vrijw willigerswerk voor v een lo okale sociaal-maatschappelijke verenigin ng gevestigd in n Rotterdam.

Alle panelleden p heb bben een ona afhankelijkheid dsverklaring in ngevuld en ond dertekend.

Secre etaris en proce escoördinator Johan nna Baeyens, beleidsmedew werker NVAO O

pag gina 32


Bijla age 2: Prrogramma a locatieb bezoek Het panel p heeft een n bezoek gebrracht aan de locatie op 28 maart m 2011 vo oor de toetsing g van de nie euwe opleiding Master of Science in Susttainability Scie ence and Policcy van de Unive ersiteit Maastricht.

Locattie: kamer 200 06, 2e etage Kapoenstraat K 2, 2 Maastricht 09u00 0 – 09u30 : co onsultatie docu umentatietafel door panel : cursusmateria aal, brochures s, scriptties 09u30 0 – 10u15 : Gesprek met algemeen mana agement Prof. dr. H. Hosperrs (decaan FHS), MT-ICIS: Prof. dr. P. Ma artens (scientiific director ICIS), Dr. Ron R Cörvers, Anja A van Bogaert (managing g director ICIS S) 10u15 5 - 10u30 : co ommissieoverleg 10u30 0 – 11u45 : ge esprek met he et opleidingsov verleg Prof. dr. P. Martenss, Dr. R. Cörve ers, Dr. M. Hu uynen, Prof. drr. Pieter Glasb bergen, Prof. dr. d Harro o van Lente, Prof. P dr. Rene Kemp, Prof. dr. d Jan Stel. 11u45 5 – 13u15 : lunchpauze pan nel (andere loc catie) 13u15 5 – 14u15 : ge esprek met de e blokcoördina atoren Prof. dr. Harro van Lente, Dr. Ma aud Huynen, Drs. D Carijn Beumer, Prof. drr. Jan Stel, Pro of. dr. Rene e Kemp, Dr. R.. Cörvers, Pro of. dr. Pieter Glasbergen, G Prof. dr. Marjan n Peeters, Dr. Pieter Valkering. 5 – 16u00 : eindoverleg me et de commissie en eventueel supplementair gesprek met m de 14u15 opleid dingsverantwo oordelijken ove er onduidelijkh heden of tegenstrijdigheden n in de verkreg gen inform matie.

pag gina 33


Bijla age 3: Ov verzicht van v bestu udeerde document d ten

Inform matiedossier opleiding/inste o elling – Info ormation file fo or the accreditation of the new n degree co ourse Master o of Science in S Sustainable Sccience and Po olicy, ICIS, Fac culty of Humanities and Scie ences Univers sity M Maastricht, 1 december d 201 10

Docu umenten besch hikbaar gestelld tijdens locattiebezoek – Ma ap ‘Concept manuals m march h 2011’ ,Maste er of Science in Sustainability Science an nd P Policy – 4 masterscripties m s van de Maasstricht Gradua ate School of Governance G (m met de bedenking d deze tot sta dat and kwamen met m een andersoortige bege eleiding dan in n de nieuwe M Masteropleidin ng gepland is) – Bro ochure ‘PBL Study S Skills’, UM U Institute for Education – Bro ochure ‘PBL Study S Skills: an a overview’, UM U Department of Educatio onal Developm ment a Research and – Bro ochure ‘Leadin ng in Learning g, Based in Eu urope, focused d on the world’, UM – Bro ochure ‘New Master M of Scie ence in Sustain nability Sciencce and Policy--intended startt S September 201 11’, UM en ICIS – Bro ochure ‘Interna ational Centre e for Integrated d assessmentt and Sustaina able developm ment (IICIS)’, UM Faculty of Huma anities and Sciiences

Overiige documente en – PowerPoint ‘Masster in Science e Sustainabilitty Science and d Policy’, 28 m maart 2011, IC CIS – Poster “Master Sustainability S Science and Policy’, UM

pag gina 34


Bijla age 4: Lijjst met affkortingen ba BKO ECTS S Fasoss hbo HRM ICIS ICT IKZ ma MGSo oG NGO NVAO O OCW W PGO PhD SD SDCN N TOEF FL UM wo

pag gina 35

bach helor Basis Kwalificatie e Onderwijs Euro opean Credit Transfer T Syste em Faculty of Arts an nd Social Scien nces hoger beroepsond derwijs Hum man Resource es Managemen nt International Centtre for Integratted Assessme ent & Sustaina able Developm ment Information and Communicatio C n Technology Integrale Kwaliteittszorg masster Maa astricht Graduate School of Governance niet--gouvernemen ntele organisa atie Ned derlands-Vlaam mse Accredita atieorganisatie e Miniisterie van On nderwijs, Cultu uur en Wetensschap Prob bleemgestuurd d Onderwijs Docctor of Philosophy Sustainable Deve elopment Sustainable Deve elopment Com mmunications Network N Testt of English ass a Foreign La anguage Univversiteit Maastricht wete enschappelijk onderwijs


Het paneladvies p is tot stand geko omen in opdra acht van de NV VAO met het oog op toetsin ng van de d nieuwe ople eiding wo-masster Master of Science in Su ustainable Science and Poliicy van Universiteit U Ma aasttricht Nede erlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) ( Parksstraat 28 Postb bus 85498 | 25 508 CD DEN HAAG T 3 70 312 23 30 31 F 3 70 312 23 01 31 E i [email protected] et W www.nvao.net w t

Aanvraagnummer

pag gina 36

#4664


Master of Science in Sustainability Science and Policy Universiteit Maastricht. mei NVAO Toets Nieuwe Opleiding

Recommend Documents