UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
MAN/VROUWVERSCHILLEN IN LUXECONSUMPTIE: EEN ANALYSE VANUIT HET PERSPECTIEF VAN FITNESS INDICATOREN EN FITNESS CUES
Wetenschappelijk artikel aantal woorden: 9825
PIERREUX LORE
MASTERPROEF COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN afstudeerrichting COMMUNICATIEMANAGEMENT
PROMOTOR: PROF. DR. PATRICK VYNCKE COMMISSARIS: LIC. LISELOT HUDDERS COMMISSARIS: PROF. DR. HANS VERSTRAETEN
ACADEMIEJAAR 2009 – 2010
ABSTRACT In this article, the various motivations for luxury consumption and gender differences herein are discussed. Not only traditional social motivations for luxury consumption – such as wealth advertising and status gain – are discussed, but also personal motivations – such as seeking hedonistic pleasure and excellent quality. In addition to these proximate explanations, we give a deeper, ultimate „why‟ explanation for both motivation dimensions using an evolutionary psychological perspective. In particular, social motivations are explained by sexual selection, the fitness indicator theory and the costly signaling theory and personal motivations are explained by fitness cues and supernormal stimuli. Gender differences and the influence of the personality traits prestige sensitivity and materialism are examined using a questionnaire including an experimental design. We found that publicly consumed, high social visible luxury products are consumed more frequently because of social motivations than because of personal motivations and that privately consumed, low social visible luxury products are consumed more frequently because of personal motivations than because of social motivations. We also found that social motivations do not predominantly drive male luxury consumption – as evolutionary psychological literature puts forward. Women also buy and consume luxury products more frequently because of social motivations than because of personal motivations. Women may even consume luxury products more frequently because of social motivations than men.
i
Structuur van het artikel 1. Introductie..........................................................................................................1
2. Motivaties voor luxeconsumptie.......................................................................2 2.1
Sociale motivaties....................................................................................2
2.2
Persoonlijke motivaties............................................................................4
3. Man/vrouwverschillen.......................................................................................5 3.1
Sociale motivaties....................................................................................5
3.2
Persoonlijke motivaties............................................................................7
3.3
Invloed van persoonlijkheidskenmerken.................................................7
4. Methodologie......................................................................................................8 4.1
Procedure en participanten.......................................................................8
4.2
Stimulusmateriaal.....................................................................................9
4.3
Meetinstrument........................................................................................10
5. Resultaten..........................................................................................................11 5.1
Controle schalen.....................................................................................11
5.2
Controle manipulaties.............................................................................11
5.3
Sociale motivaties...................................................................................12
5.4
Persoonlijke motivaties...........................................................................17
5.5
Invloed van persoonlijkheidskenmerken.................................................21
6. Conclusie en discussie.......................................................................................26
7. Referenties.........................................................................................................29
Bijlagen
ii
1.
Introductie In onze postindustriële samenleving is consumptie - waaronder luxeconsumptie - de
voornaamste economische activiteit waaraan mensen hun geld en tijd spenderen (Hantula, 2003). Met een cliënteel dat doorheen de wereld wordt geëvalueerd op 80 miljoen mensen is de luxe-industrie een zeer welvarende industrie geworden. Aan het begin van de 21ste eeuw is luxe zodanig populair geworden dat bijna iedereen erbij wil horen (Kapferer & Bastien, 2009). De luxe-industrie heeft haar tentakels uitgespreid over grote delen van de bevolking waardoor luxe betaalbaar is geworden voor de massa (Charles & Hurst, 2002; Danziger, 2004, Mortelmans, 2005; Thomas, 2007). Rucker & Galinsky (2008) stelden in dit verband vast dat niet alleen mensen met een hoge sociale status, maar ook mensen met een lage sociale status, luxeproducten kopen. Zij doen dit echter omwille van verschillende redenen. Enerzijds werd het verlangen om indruk te maken op anderen traditioneel beschouwd als het voornaamste motief voor de aankoop van luxeproducten (Tsai, 2005; Dubois & Paternault, 1995; Dubois & Duquesne, 1993; Dubois & Laurent, 1996; Kapferer & Bastien, 2009; Twitchell, 2002). Veblen (1899) introduceerde in dit verband het concept conspicuous consumption: publieke, zichtbare consumptie waarmee mensen hun rijkdom adverteren om zo een hoge sociale status te verwerven (Griskevicius, Sundie, Miller, Tybur, Cialdini & Kenrick, 2007; Chao & Schor, 1998; Frank, 1999). Volgens Griskevicius et al. (2007) kan conspicuous consumption beschouwd worden als een costly signal. Dit is een signaal dat een verspilling inhoud op het vlak van middelen, tijd, energie en/of risico, waardoor het een eerlijk signaal wordt (Zahavi & Zahavi, 1997). Sociale motivaties zijn echter niet voldoende om de totale consumptie binnen de luxemarkt te verklaren. Verschillende auteurs (Tsai, 2005; Kapferer & Bastien, 2009; Chevalier & Mazzalovo, 2008; Vigneron & Johnson, 1999) wijzen dan ook op het belang van meer persoonlijke motivaties zoals hedonistisch plezier en excellente kwaliteit. Deze kenmerken kunnen fungeren als supernormal stimuli: overdrijvingen van de normale, natuurlijke stimuli waartoe wij meer aangetrokken worden (Barrett, 2007; Barrett, 2010). Wat man/vrouwverschillen betreft toonden Griskevicius et al. (2007) aan dat enkel mannen hun rijkdom en status opzichtig tentoonstellen door het consumeren van luxeproducten. Vrouwen zouden daarentegen enkel aan opzichtige liefdadigheid doen. Toch zien we dat vrouwen ook luxeproducten kopen en er openlijk mee paraderen, wat in de literatuur een onderbelicht fenomeen blijft. Chao & Schor (1998) leverden in dit verband sterke steun voor het bestaan van statusmotieven voor de aankoop van hoog sociaal zichtbare cosmeticaproducten bij vrouwen. Volgens O‟Cass & McEwen (2004) zouden mannen en vrouwen niet verschillen op het vlak van statusconsumptie. Daarnaast zouden vrouwen meer kwaliteit eisen bij een laag sociaal zichtbaar product (Chao & Schor, 1998). Wat zijn nu de
1
motieven voor luxeconsumptie van vrouwen? Zijn deze verschillend of gelijkaardig aan de motieven van mannen? Welke rol spelen persoonlijke motieven binnen luxeconsumptie? Zijn sociale of persoonlijke motivaties prominent voor luxeconsumptie? Volgens Saad & Gill (2000) kan evolutionaire psychologie als theoretisch kader gebruikt worden om man/vrouwverschillen in consumptiegedrag te verklaren. In dit artikel zullen wij dan ook de sociale en persoonlijke motivaties voor luxeconsumptie alsook man/vrouwverschillen hierin onder de loep nemen en hiervoor een evolutionair psychologische verklaring aanreiken in het licht van seksuele selectie, fitness indicatoren, fitness cues, costly signals en supernormal stimuli. Verder zullen man/vrouwverschillen binnen deze sociale en persoonlijke motivaties voor luxeconsumptie onderzocht worden met behulp van een enquête en een experimenteel design.
2.
Motivaties voor luxeconsumptie
2.1
Sociale motivaties Luxeproducten
worden
in
stijgende
mate
geaccepteerd
als
nieuwe
communicatiemiddelen (Franzen & Holzhauer, 1987). Een voorwaarde hiervoor is dat luxeproducten worden geconsumeerd in een publieke context, wat wil zeggen dat ze een hoge sociale zichtbaarheid hebben en dus zichtbaar zijn voor andere mensen (Bearden & Etzel, 1982; Grewal, Mehta & Kardes, 2004). Het consumeren van luxeproducten in een publieke context kan gebeuren omwille van verschillende sociale motivaties (Hudders & Vyncke, 2007). Consumenten pogen hiermee hun rijkdom te signaleren (Bagwell & Bernheim, 1996; Griskevicius et al., 2007), indruk te maken op anderen (Tsai, 2005; Kapferer & Bastien, 2009), tot een bepaalde groep te behoren (Mortelmans, 2005; Jamarillo & Moizeau, 2003; O'Cass & Frost, 2002) en status en prestige te verwerven (Vigneron & Johnson, 1999; Chao & Schor, 1998; Rucker & Galinsky, 2008; Griskevicius et al., 2007). Een concept dat deze lading dekt is Veblens (1899) conspicuous consumption: publieke, zichtbare consumptie waarmee mensen hun rijkdom adverteren om zo een hoge sociale status te verwerven (Griskevicius et al., 2007; Chao & Schor, 1998; Frank, 1999). Om zich te onderscheiden van andere mensen en sociale status te verwerven gaan mensen op zoek naar exclusiviteit in luxeproducten (Wiedmann, Hennigs & Siebels, 2009; Leibenstein, 1950; Kapferer & Bastien, 2009; Amaldoss & Jain, 2004).
H1: Advertenties met een exclusieve cue worden aantrekkelijker bevonden voor hoog sociaal zichtbare producten in vergelijking met laag sociaal zichtbare producten
2
Dit zijn echter enkel proximate verklaringen. Evolutionaire psychologie – en meer specifiek seksuele selectie, de fitness indicator theorie en de costly signaling theorie - kan ons begrip vergroten over de vraag „waarom‟ we zo verlangen om luxeproducten in een sociale context tentoon te stellen. Seksuele selectie werd geïntroduceerd door Darwin (2000) als gevolg van de vaststelling dat verschillende dierlijke eigenschappen en gedragingen geen overlevingsvoordeel maar een reproductievoordeel inhouden. Hierbij evolueren eigenschappen omdat zij aantrekkelijk zijn voor seksuele partners of seksuele rivalen intimideren (Colarelli & Dettmann, 2003; Bridgeman, 2003; Miller, 2009; Miller, 2000a; Zahavi & Zahavi, 1997, Kampschroeder, Lynn & Pereira, 1999; Buss, 1994; Buss, 2007; Andersson, 1994; Barrett, Dunbar & Lycett, 2002; Geary, 1998). Aangezien luxeproducten niet noodzakelijk zijn om te overleven (Dubois, Czellar & Laurent, 2001; De Fraja, 2008), kan het publiek consumeren van luxeproducten dus onbewust een manier zijn om seksuele partners aan te trekken of seksuele rivalen te intimideren (Miller, 2000a; Miller, 2003). De fitness indicator theorie noemt deze eigenschappen en gedragingen fitness indicatoren en plaatst zelfdisplay centraal in de evolutie (Miller, 2003), waarin mensen unieke bekwaamheden hebben ontwikkeld om nieuwe fitness indicatoren uit te vinden en tentoon te stellen, waaronder de producten die zij kopen (Miller, 2009). Hierbij dienen dure bezittingen als tekens voor onze fitness (Vieth, 2007). Fitness wordt gedefinieerd als de kans om te overleven en je genen te reproduceren in een bepaalde omgeving (Zahavi & Zahavi, 1997; Miller, 2000a; Barrett et al., 2002; Miller, 2009; De Fraja, 2008). Fitness indicatoren zijn zichtbare signalen die de verborgen, moeilijk te beoordelen biologische (fitnessgerelateerde) kwaliteiten van een individu - zoals goede genen, gezondheid en sociale intelligentie adverteren naar andere individuen toe. Het tentoonstellen van zulke fitness indicatoren leidt tot verschillende sociale voordelen naast het aantrekken van seksuele partners, zoals het aantrekken van zorg van ouders en andere genetische verwanten, sociale steun, allianties en vriendschappen die allen functioneel zijn in het doorgeven van je genen aan de volgende generatie (Miller, 2009). Als gevolg van de vaststelling dat individuen met goede genen het beter doen op al deze vlakken (Shaner, Miller & Mintz, 2007) kunnen we ons de vraag stellen waarom niet iedereen liegt over zijn fitness met behulp van fitness indicatoren. Dit is precies één van de probleemgebieden waarop de costly signaling theorie zich richt (Bird & Smith, 2005; Miller, 2009). Deze theorie vindt haar wortels bij Darwin (2000), die een zekere waste of verspilling van dierlijke eigenschappen en gedragingen vaststelde op het vlak van overleving, maar de effectiviteit hiervan niet kon verklaren (Zahavi & Zahavi, 1997). Zahavi (1975) introduceerde in dit verband het handicap principle, volgens hetwelk signalen kostbaar moeten zijn om de aandacht te trekken en betrouwbare en eerlijke signalen te zijn. Kostbare signalen – costly 3
signals - zadelen de zender op met een niet te verwaarlozen overlevingskost of verspilling – een handicap – in termen van middelen, tijd, energie en/of risico. Deze kost lijkt nutteloos, maar demonstreert echter de bekwaamheid en bereidheid van de zender om deze middelen te verspillen en als gevolg hiervan zijn genetische kwaliteit. Deze kost maakt het voor minder fitte individuen bovendien onmogelijk om deze signalen aan eenzelfde kwaliteit te imiteren (Zahavi & Zahavi, 1997). Costly signals kunnen dus gezien worden als overdrijvingen van fitness indicatoren om ervoor te zorgen dat wat we communiceren eerlijk blijft. Conspicuous consumption volgt precies deze logica en kan beschouwd worden als de culturele variant van costly signals (Griskevicius et al., 2007; Miller, 2000a; Miller, 1999; Colarelli & Dettmann, 2003; Nicholson & Xiao, 2007). Mensen verspillen geld aan dure en nutteloze luxeproducten die enkel rijke mensen zich kunnen veroorloven om hun rijkdom te adverteren, status te verwerven (Miller, 2009; Miller, 2000b; De Fraja, 2008; Zahavi & Zahavi, 1997; Bird & Smith, 2005) en persoonlijkheidseigenschappen te signaleren naar andere mensen toe (Miller, 2009). Deze verspilling maakt het tentoonstellen van luxeproducten een eerlijk signaal van persoonlijke kwaliteiten (Bird & Smith, 2005; Colarelli & Dettmann, 2003; Griskevicius et al., 2007, Miller, 2009). Men verspilt dus iets, enkel en alleen om te bewijzen dat men er genoeg van heeft, om te genieten van de voorgenoemde voordelen die ervoor zorgen dat we kunnen overleven en onze genen kunnen reproduceren (Miller, 2009).
2.2
Persoonlijke motivaties Naast sociale motivaties worden persoonlijke motivaties in stijgende mate belangrijk
voor luxeconsumptie (Vigneron & Johnson, 1999; Tsai, 2005; Danziger, 2005; Kapferer & Bastien, 2009; Dubois & Paternault, 1995; Chevalier & Mazzalovo, 2008). Deze spelen voornamelijk een rol in het consumeren van luxeproducten in een private context (Hudders & Vyncke, 2007), waarbij men producten koopt voor zichzelf en andere mensen niet kunnen zien dat deze producten geconsumeerd worden (Bearden & Etzel, 1982; Grewal et al., 2004). Luxeproducten worden in stijgende mate gekocht omdat zij hedonistisch plezier brengen: zij vleien alle zintuigen tegelijk en houden een sterk esthetisch aspect in (Kapferer & Bastien, 2009; Hirschman & Holbrook, 1982; Kapferer, 1997; Wiedmann et al., 2009; Dubois et al., 2001). Naast plezier gaat de luxeconsument op zoek naar excellente kwaliteit, wat gekenmerkt wordt door duurzame materialen en vakmanschap en als een essentieel aspect van luxeproducten wordt beschouwd (Chevalier & Mazzalovo, 2008; Danziger, 2005; Dubois et al., 2001; Mortelmans, 2005).
H2: Advertenties met een excellente kwaliteitscue worden aantrekkelijker bevonden voor laag sociaal zichtbare producten in vergelijking met hoog zichtbare producten 4
Opnieuw zijn dit enkel proximate verklaringen. Evolutionaire psychologie – en meer specifiek fitness cues en supernormal stimuli - kan hier terug ons begrip vergroten over de vraag „waarom‟ wij luxeproducten kopen omwille van persoonlijke motivaties. In tegenstelling tot fitness indicatoren, die enkel hun doel kunnen bereiken in een interactiesituatie (als zij een fitness cue worden voor de ontvanger), spenderen mensen voortdurend aandacht aan fitness cues. Het concept „fitness cue’ werd geïntroduceerd door Miller (2009, p. 55) en gedefinieerd als ‘(...) features of an individual’s environment that convey useful information about local fitness opportunities – ways to increase one’s survival chances or reproductive success.’ Deze fitness cues werden volgens Miller (2009) geassocieerd met betere overlevings-, sociale en ouderlijke vooruitzichten in de prehistorie, waardoor alle mensen een diepe interesse hebben in het zoeken hiernaar. Miller stelt ook dat wij producten kopen om valse fitness cues naar onszelf te zenden. In dit verband geven fitness cues informatie over de overlevings- en reproductievoordelen van een object voor het individu. Op het subjectieve niveau gaan wij echter op zoek naar cues die een goed gevoel bevorderen. Dit omdat plezieren verbonden zijn met evolutionair succes (overleven en reproduceren), een associatie waar wij ons echter niet van bewust zijn. Wanneer wij zoeken naar plezier zoeken wij dus eigenlijk naar fitness cues (Miller, 2009). Naast normale fitness cues zijn er ook overdreven fitness cues – supernormal stimuli werkzaam. Het concept „supernormal stimulus’ werd geïntroduceerd door Tinbergen (1951) om te verwijzen naar overdreven signalen waartoe wij meer aangetrokken zijn dan de natuurlijke, normale stimulus. Hij ontdekte bijvoorbeeld dat vogels grotere eieren uit gips verkozen boven hun eigen eieren (Barrett, 2010; Barrett, 2007; Staddon, 1975; De Block & Du Laing, 2009). Mensen kunnen echter - in tegenstelling tot dieren - hun eigen supernormal stimuli creëren. Volgens Barrett (2010) kan alles wat spectaculair goed verkoopt een supernormal stimulus zijn. Door het welvarende karakter en uitgebreide cliënteel van de luxeindustrie kan dit dus ook het geval zijn voor luxeproducten. In dit verband bezitten luxeproducten overdrijvingen van kenmerken waaraan mensen belang hechten. Volgens Kapferer & Bastien (2009) heeft luxe zich extra-ordinaire standaarden opgelegd en is het het extreem van een aantal typerende attributen - zoals excellente kwaliteit - en dit is precies waartoe de luxeconsument persoonlijk aangetrokken wordt en naar op zoek gaat.
3.
Man/vrouwverschillen
3.1
Sociale motivaties Producten dienen vaak als seksuele signalen die inspelen op de geëvolueerde voorkeuren
van het andere geslacht (Saad, 2007; Saad, 2006). De verschillende voorkeuren van mannen
5
en vrouwen kunnen toegekend worden aan de verschillende adaptieve problemen waarmee zij te maken hadden in hun partnerkeuze in de Environment of Evolutionary Adaptedness (Evans & Zarate, 1999; Saad, 2007; Buss, 1989; Buss, 2007; Saad, 2006). Deze verschillen kunnen verklaard worden door seksuele selectie (Miller, 2000a; Andersson, 1994) via de parental investment theorie van Trivers (2002). Seksuele selectie heeft vrouwelijke partnerkeuze gevormd om selectiever te zijn en te focussen op mannelijke eigenschappen die parental investment aanduiden (Sefcek, Brumbach, Vasquez & Miller, 2006). Een kind dragen en opvoeden vraagt immers meer investering van de vrouw dan van de man (Trivers, 2002; Buss, 1989; Buss, 1995; Miller, 2000a; Frank, 1999; Kampschroeder et al., 1999; Andersson, 1994; Saad, 2007; Barrett et al., 2002; Geary, 1998). Aangezien de bekwaamheid tot parental investment van de man moeilijk te identificeren is (Sefcek et al., 2006), verkiezen vrouwen mannen met een hoge sociale status en (financiële) resources die hij kan investeren in haar en haar kinderen (Buss, 1989; Brase, 2006; Barrett et al., 2002; Li, Kenrick, Bailey & Linsenmeier, 2002; Buss & Schmitt, 1993; Saad, 2007; Buss, 1994; Evans & Zarate, 1999; Saad, 2006; Barkow, 1989; Colarelli & Dettmann, 2003). Mannen met een hogere status hebben dus meer reproductief succes (Buss, 1994). Gezien economische middelen de signalen bij uitstek zijn om het bezit van resources te signaleren (Buss, 1994), signaleren mannen hun rijkdom en status door het opzichtig consumeren van luxeproducten (Saad & Gill, 2000; Buss, 1994; De Fraja, 2008; Griskevicius et al., 2007; Saad, 2007) en doen zij dus aan costly signaling. Dit in meerdere mate dan vrouwen (Buss, 1989; Buss, 1994). Zij hebben evolutionair gesproken dus sterkere sociale motivaties waardoor ze op zoek zullen gaan naar exclusiviteit in luxeproducten.
H3:
Advertenties met een exclusieve cue worden aantrekkelijker bevonden door mannen dan advertenties zonder zulke cue
H4:
Advertenties met een exclusieve cue worden aantrekkelijker bevonden voor hoog sociaal zichtbare producten door mannen in vergelijking met vrouwen
Volgens verschillende auteurs (Buss, 1989; Geary, 1998) vallen mannen niet op vrouwen met middelen maar op fysiek aantrekkelijke, jeugdige en vruchtbare vrouwen. Ondanks de vaststelling dat vrouwen het kieskeurige geslacht zijn (Buss & Schmitt, 1993; Miller, 2000a), stellen vrouwen ook publiek luxeproducten tentoon (Chao & Schor, 1998; O‟Cass & McEwen, 2004). Een eerste verklaring hiervoor kan zijn dat zij hiermee signalen zenden over hun middelen en de verwachte middelen van een partner (Colarelli & Dettmann, 2003). Een tweede verklaring kan zijn dat vrouwen met elkaar concurreren voor de toegang tot de felbegeerde mannen met resources (Geary, 1998; Frank, 1999; Miller, 2009; Buss & Schmitt, 1993). Zulke vrouw-versus-vrouw competitie kan volgens Miller (2009) de meeste opzichtige 6
consumptie bij vrouwen verklaren. Vrouwen zullen dus ook sterke sociale motivaties hebben en hierdoor op zoek gaan naar exclusiviteit in luxeproducten.
H5: Advertenties met een exclusieve cue worden aantrekkelijker bevonden door vrouwen dan advertenties zonder zulke cue
3.2
Persoonlijke motivaties Zoals eerder vermeld vinden man/vrouwverschillen volgens evolutionaire psychologen
hun oorsprong in de verschillende adaptieve problemen waarmee zij te maken hadden in verband met hun partnerkeuze in de EEA (Evans & Zarate, 1999; Saad, 2007; Buss, 1989; Buss, 2007; Saad, 2006). Dit kan echter geen verklaring bieden voor persoonlijke motivaties voor de aankoop van luxeproducten, gezien dit een private aangelegenheid is. Seksuele selectie valt dus uit de boot als verklaringskracht, waardoor we vermoeden dat mannen en vrouwen op het vlak van persoonlijke aangelegenheden niet geconfronteerd werden met verschillende adaptieve problemen. Wij vermoeden dus dat zowel mannen als vrouwen in gelijke mate op zoek gaan naar excellente kwaliteit in luxeproducten en dus evenwaardig zijn wat betreft hun persoonlijke motivaties. Zij zijn dus allebei niet immuun voor de krachten van supernormal stimuli.
H6: Advertenties met een excellente kwaliteitscue worden zowel door mannen als door vrouwen aantrekkelijker bevonden dan advertenties zonder zulke cue H7: Advertenties met een excellente kwaliteitscue worden zowel door mannen als door vrouwen aantrekkelijker bevonden voor laag sociaal zichtbare producten in vergelijking met hoog sociaal zichtbare producten
3.3
Invloed van persoonlijkheidskenmerken Een begrip dat - naast status - verbonden is met de plaats in de sociale hiërarchie is
prestige. Volgens Colarelli & Dettmann (2003) is prestige een bijzondere vorm van status die betrekking heeft op een uitzonderlijke prestatie binnen een bepaald domein. Ondanks vorige vaststelling dat status belangrijker is voor mannen dan voor vrouwen, zouden zowel mannen als vrouwen in gelijke mate prestige nastreven en hiervoor gevoelig zijn. Dit omdat prestige geassocieerd wordt met vaardigheden die zowel mannen als vrouwen toelaten om te concurreren voor het verwerven van resources. Dit versterkt dan weer hun bekwaamheid om zich te reproduceren en zorg te dragen voor het nageslacht (Barkow, 1989). We vermoeden
7
dus dat mensen die gevoelig zijn voor het verwerven van prestige sterkere sociale motivaties zullen hebben en hierdoor op zoek zullen gaan naar exclusiviteit in luxeproducten.
H8: Advertenties met een exclusieve cue worden aantrekkelijker bevonden door hoog prestige sensitive mensen in vergelijking met laag prestige sensitive mensen
Een begrip dat verbonden is met prestige is materialisme. Materialisten zijn mensen die veel belang hechten aan bezittingen (Ahuvia & Wong, 1995; Richins & Dawson, 1992) en geloven dat succes en prestige op basis hiervan kunnen beoordeeld worden (Richins, 1994; Vigneron & Johnson, 1999). Succes en prestige genereren op hun beurt sociale erkenning en status (Richins & Dawson, 1992). Deze bezittingen worden eerder publiek dan privaat geconsumeerd en zijn duurder (Richins, 1994). Materialisme kan dus mede sociale motivaties voor de aankoop en consumptie van luxeproducten verklaren (Vigneron & Johnson, 1999).
H9: Advertenties met een exclusieve cue worden aantrekkelijker bevonden door hoog materialistische mensen in vergelijking met laag materialistische mensen
4.
Methodologie
4.1
Procedure en participanten Dit onderzoek werd uitgevoerd met behulp van een enquête die deels bestond uit een
experimenteel
2x3 between-subjects design waarin 6 verschillende condities werden
onderscheiden. Er werden 2 productcondities onderscheiden (hoog sociaal zichtbaar/laag sociaal zichtbaar) en 3 motivatiecondities (sociaal/persoonlijk/controle). Vanaf nu zullen we de sociale motivatieconditie benoemen als de costly signal conditie en de persoonlijke motivatieconditie als de supernormal stimulus conditie. De overige vragen waren gelijk over de 6 condities heen. Aan de hand van projectieve vragen werd gevraagd naar de motivaties voor de consumptie van achtereenvolgens luxeproducten in het algemeen, privaat geconsumeerde en publiek geconsumeerde luxeproducten. Dit omdat mensen als het ware schuchter zijn om hun ware motivaties voor luxeconsumptie te kennen te geven. Deze vragen werden gesteld in de vorm van wat „andere mensen‟ consumeren en waarom, om zo de hierop geprojecteerde motivaties van onze respondenten te achterhalen. De enquêtes werden in papieren vorm persoonlijk overhandigd aan en ingevuld door 180 respondenten die random werden verdeeld over de 6 verschillende condities. Elke conditie bestond uit 30 personen, waaronder 15 mannen en 15 vrouwen. Dit omdat wij als gevolg van
8
ons literatuuronderzoek vermoeden dat geslacht vanuit evolutionair psychologisch standpunt de voornaamste variabele is volgens hetwelk motivaties voor luxeconsumptie van mensen verschillen. De respondenten waren tussen 17 en 62 jaar oud, met een gemiddeld netto maandelijks inkomen tussen 501 en 1000 euro.
4.2
Stimulusmateriaal De gebruikte stimulusmaterialen in het experimentele deel van de enquête waren
manipulaties van de onafhankelijke variabelen productconditie (hoog sociaal zichtbaar/laag sociaal zichtbaar) en motivatieconditie (sociaal/persoonlijk/controle). Er werden 6 printadvertenties van Apple gecreëerd die volledig gelijk waren qua vormgeving en enkel verschilden naargelang het afgebeelde product en de bijgevoegde tekst. In Conditie 1 en 2 kregen de respondenten een advertentie van een publiek geconsumeerd, hoog sociaal zichtbaar product (de iPhone) te zien, die in conditie 1 gemanipuleerd werd naar het productattribuut exclusiviteit (sociale - costly signal - conditie) en in conditie 2 naar het productattribuut excellente kwaliteit (persoonlijke - supernormal stimulus - conditie). In conditie 5 kregen de respondenten een controleversie - zonder exclusieve of excellente kwaliteiscue - van de iPhone-advertentie te zien. In conditie 3 en 4 kregen de respondenten een advertentie van een privaat geconsumeerd, laag sociaal zichtbaar product (de iMac computer) te zien, die in conditie 3 op dezelfde manier gemanipuleerd werd naar het productattribuut exclusiviteit (sociale - costly signal - conditie) en in conditie 4 naar het productattribuut excellente kwaliteit (persoonlijke - supernormal stimulus - conditie). In conditie 6 kregen de respondenten weer een controleversie van de iMac-advertentie te zien. De exclusieve advertenties uit conditie 1 en 3 hadden beiden het opschrift „Een exclusieve statusdisplay naar iedereen rondom jou‟, alsook een korte omschrijving van het product en een onderschrift „Ontworpen om indruk te maken‟. De excellente kwaliteitsadvertenties uit condities 2 en 4 hadden beiden het opschrift „Excellente kwaliteit in een gebruiksvriendelijk jasje‟, een korte omschrijving van het product en een onderschrift „Presteert wanneer je het nodig hebt‟. De controleadvertenties uit conditie 5 en 6 omvatten enkel een korte omschrijving van de iPhone en de iMac. Een pretest bij 10 respondenten wees de iPhone en de iMac – in een reeks van 12 verschillende publiek en privaat geconsumeerde luxeproducten – aan als de publiek en privaat geconsumeerde luxeproducten met de grootste aantrekkingskracht. De 6 gemanipuleerde advertenties werden ook aan een pretest onderworpen bij 30 respondenten met behulp van powerpointpresentaties. Zowel voor de iPhone-als de iMac-advertenties scoorde de supernormal stimulus conditie – gemanipuleerd met een excellente kwaliteitscue - significant hoger op 0.05 niveau op het kenmerk excellente kwaliteit dan de costly signal conditie en 9
hoger dan de controleversie. Ook scoorde de costly signal conditie – gemanipuleerd met een exclusieve cue - zowel voor de iPhone-als de iMac-advertenties hoger op het kenmerk exclusiviteit dan de supernormal stimulus conditie en de controleconditie. Dit verschil was echter niet significant voor de iPhone-advertentie.
4.3
Meetinstrument
Het gebruikte instrument om de data te verzamelen was een enquête die deels bestond uit een experiment waarin de gecreëerde stimulusmaterialen – de 6 gemanipuleerde advertenties opgenomen werden. In het experimentele gedeelte van de enquête werd binnen elke conditie gepeild naar de aantrekkelijkheid, Purchase Intention (Baker & Churchill, 1977) en de mate waarin men dit product zou willen hebben. Wij verwachten dat conditie 1 (iPhone + exclusieve cue) en conditie 4 (iMac + excellente kwaliteitscue) het aantrekkelijkst zullen bevonden worden. Dit omdat we vermoeden dat advertenties met een exclusieve cue aantrekkelijker worden bevonden voor hoog sociaal zichtbare producten (iPhone) in vergelijking met laag sociaal zichtbare producten (iMac) (H1) en dat advertenties met een excellente kwaliteitscue aantrekkelijker bevonden worden voor laag sociaal zichtbare luxeproducten in vergelijking met hoog sociaal zichtbare producten (H2). Het tweede deel van de enquête was volledig gelijk over de 6 condities heen. Hier werd enerzijds Prestige Sensitivity gemeten aan de hand van de schaal met 9 items van Lichtenstein, Netemeyer & Burton (1993), alsook materialisme aan de hand van de schaal met 18 items van Richins & Dawson (1992). Anderzijds werden verschillende projectieve vragen gesteld om de ware motivaties van onze respondenten te achterhalen. Onze respondenten werden gevraagd een percentage te plakken op de groep „andere mensen‟ die luxeproducten kopen omwille van de excellente kwaliteit en omwille van de exclusiviteit. Ten slotte werd aan de hand van projectieve technieken gepeild naar de motivaties van „andere mensen‟ voor de consumptie van achtereenvolgens luxeproducten in het algemeen, laag sociaal zichtbare en hoog sociaal zichtbare luxeproducten. Hierbij werden telkens de motivaties duurzaamheid, aanzien, mooie design, uitstraling, plezier, indruk maken, uitstekende kwaliteit en aantrekkelijkheid beoordeeld op een 7-puntenschaal. Voor elke vraag werden de motivaties achteraf gegroepeerd in twee schalen: een persoonlijke en een sociale schaal. Wat de motivaties voor de consumptie van publieke, hoog sociaal zichtbare luxeproducten betreft toonde een factoranalyse aan dat 76.54% van de variantie in de sociale items aanzien, uitstraling, aantrekkelijkheid en indruk maken werd verklaard door één onderliggende factor („PUsociaal‟). Een tweede factoranalyse toonde aan dat 79% van de variantie in de persoonlijke items duurzaamheid en excellente kwaliteit werd verklaard door één onderliggende factor („PUpersoonlijk‟). De items uit de vraag naar de motivaties voor de 10
consumptie van private, laag sociaal zichtbare luxeproducten werden op dezelfde manier gegroepeerd in een sociale (83.29% verklaarde variantie, „PRsociaal‟) en een persoonlijke motivatieschaal (69.29% verklaarde variantie, „PRpersoonlijk‟). Analoog werden ook de items uit de vraag naar de motivaties voor de consumptie van luxeproducten in het algemeen gegroepeerd in een sociale (74.41% verklaarde variantie, „sociaal‟) en een persoonlijke motivatieschaal (76.05% verklaarde variantie, „persoonlijk‟).
5.
Resultaten
5.1
Controle schalen Chronbach‟s Alphatoonde aan dat alle gebruikte schalen intern consistent en dus
betrouwbaar zijn. Chronbach‟s lphavan Purchase Intention was 0.817, van Prestige Sensitivity 0.829, van Materialisme 0.852, van PUsociaal 0.895, van PUpersoonlijk 0.743, van PRsociaal 0.932, van PRpersoonlijk 0.767, van sociaal 0.882 en van persoonlijk 0.684. Alle items werden gemeten aan de hand van een 7-puntenschaal.
5.2
Controle manipulaties Om na te gaan of de verschillende advertenties correct gepercipieerd werden door de
respondenten werd een één-factor-ANOVA uitgevoerd met de factor motivatieconditie (costly signal/supernormal stimulus/controle) en de afhankelijke variabelen „exclusiviteit‟ en „excellente kwaliteit‟. Op de variabele exclusiviteit scoorde de costly signal conditie gemiddeld 4.58, de supernormal stimulus conditie 4.42 en de controleconditie 4.53. Op de variabele excellente kwaliteit scoorde de supernormal stimulus conditie gemiddeld 4.95, de costly signal conditie 4.93 en de controleconditie 4.86. Ondanks het feit dat de scores in de juiste richting wezen verschillen de condities niet significant van elkaar op 0.05-niveau (F(2, 177) = 0.246, pexclusiviteit = 0.782 en F(2, 175) = 0.117, pexcellente kwaliteit = 0.890). Wat de variabele „indruk maken‟ betreft toonde een twee-factor-ANOVA echter wel een significant interactie-effect aan op 0.01-niveau van productconditie en motivatieconditie (F(2, 174) = 5.925; pproductconditie x motivatieconditie < 0.01). Dit was ook zo voor de variabele „status‟ (F(2, 174) = 8.702; pproductconditie x motivatieconditie < 0.01). Voor beide variabelen scoorde de costly signal conditie het hoogst bij publieke, hoog sociaal zichtbare producten, gevolgd door de controleconditie en de supernormal stimulus conditie. Vervolgens scoorde voor beide variabelen de controleconditie het hoogst bij private, laag sociaal zichtbare producten, gevolgd door de supernormal stimulus conditie en de costly signal conditie.
11
5.3
Sociale motivaties Om H1 te testen werd een twee-factor-ANOVA (zie figuur 1) uitgevoerd met de factoren
motivatieconditie (costly signal/controle) en productconditie (publiek/privaat) en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟. Er werd geen significant onafhankelijk effect op 0.05-niveau gevonden van productconditie (F(1, 116) = 0.000, pproductconditie = 1.000), motivatieconditie (F(1, 116) = 0.063, pmotivatieconditie = 0.803) en geen significant interactieeffect van motivatieconditie en productconditie (F(1, 116) = 0.016, pmotivatieconditie x productconditie = 0.901). Een t-test wees aan dat de respondenten uit de costly signal conditie met het private product hoger scoorden (M=4.57) dan de respondenten uit de costly signal conditie met het publieke product (M=4.53), maar dit verschil was niet significant op 0.05-niveau (t(58) = 0.092, p = 0.927). Er werd dus geen bewijs gevonden voor H1 dat advertenties met een exclusieve cue aantrekkelijker worden bevonden voor hoog sociaal zichtbare (publieke) producten in vergelijking met laag sociaal zichtbare (private) producten.
Figuur 1: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en productconditie op aantrekkelijkheid
Om H3 en H5 te testen werd een twee-factor-ANOVA (zie figuur 2) uitgevoerd met de factoren motivatieconditie (costly signal/controle) en geslacht en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟. Dit wees uit dat de mannelijke respondenten uit de de costly signal conditie met een exclusieve cue (M=4.67) het product aantrekkelijker vinden dan de mannelijke respondenten uit de controleconditie zonder zulke cue (M=4.33) en dat de vrouwelijke respondenten uit de controleconditie (M=4.90) het product aantrekkelijker vinden
12
dan de vrouwelijke respondenten uit de costly signal conditie (M=4.43). Er werd echter geen significant interactie-effect gevonden van motivatieconditie en geslacht (F(1, 116) = 2.307; pmotivatieconditie x geslacht = 0.132). Een t-test wees uit dat noch het verschil voor mannen (t(58) = 0.871, p = 0.387), noch het verschil voor vrouwen (t(58) = 1.289, p = 0.203) significant is. We kunnen H3 en H5 dus niet aanvaarden. Advertenties met een exclusieve cue worden noch door mannen, noch door vrouwen aantrekkelijker bevonden dan advertenties zonder zulke cue.
Figuur 2: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en geslacht op aantrekkelijkheid
Om H4 te testen werd een drie-factor-ANOVA uitgevoerd met de factoren motivatieconditie,
productconditie
en
geslacht
en
de
afhankelijke
variabele
„aantrekkelijkheid‟. Wat de costly signal conditie (zie figuur 3) met het publieke product betreft scoren mannen (M=4.80) hoger op aantrekkelijkheid dan vrouwen (M=4.27). Het interactie-effect van motivatieconditie, productconditie en geslacht was echter niet significant (F(1, 112) = 0.016, pmotivatieconditie x productconditie x geslacht = 0.901), waardoor we H4 niet kunnen aanvaarden en dus niet kunnen besluiten dat advertenties met een exclusieve cue aantrekkelijker worden bevonden voor hoog sociaal zichtbare producten door mannen in vergelijking met vrouwen.
13
Figuur 3: het effect van productconditie en geslacht op aantrekkelijkheid binnen de costly signal conditie
Onze respondenten werden in het tweede deel van de enquête aan de hand van vragen in projectieve vorm gevraagd naar de motivaties van „andere mensen‟ voor de consumptie van publieke, hoog sociaal zichtbare luxeproducten en luxeproducten in het algemeen – zonder publieke of private contextspecificatie. Wat de motieven voor de consumptie van luxeproducten in het algemeen betreft toonde een twee-factor-ANOVA (zie figuur 4) met de factoren motief (sociaal/persoonlijk) en geslacht een significant onafhankelijk effect aan van de factor motief (F(1, 355) = 24.143; pmotief < 0.01). Dit wil zeggen dat luxeproducten vaker geconsumeerd worden omwille van sociale motivaties (M=5.11) dan omwille van persoonlijke motivaties (M=4.62). Het onafhankelijke effect van geslacht was hierbij niet significant (F(1, 355) = 1.416; pgeslacht = 0.235). Het interactie-effect van motief en geslacht was ook niet significant op 0.05-niveau (F(1, 355) = 3.262; pmotief x geslacht = 0.072). Zowel mannen als vrouwen scoren hoger op de sociale motivatie (Mmannen=4.96 en Mvrouwen=5.26) dan op de persoonlijke motivatie (Mmannen=4.65 en Mvrouwen=4.59). Een t-test wees uit dat deze verschillen zowel voor mannen (t(178) = 2.260, psocpers = 0.025) als voor vrouwen (t(178) = 4.626, psocpers = 0.000) significant zijn. Zowel mannen als vrouwen consumeren dus vaker luxeproducten omwille van sociale motivaties dan omwille van persoonlijke motivaties.
14
Figuur 4: het effect van motief en geslacht op socpers (scores op de schalen sociaal en persoonlijk)
Vervolgens toonde een t-test aan dat vrouwen vaker luxeproducten consumeren omwille van sociale motivaties dan mannen (Mvrouwen=5.26 vs. Mmannen=4.96). Dit verschil was significant op 0.05-niveau (t(177) = 2.185, psociaal < 0.05). Deze vooraanstaandheid van sociale motivaties werd bevestigd door de antwoorden op de vraag welk percentage mensen luxeproducten kopen omwille van de exclusiviteit en omwille van de excellente kwaliteit. Een twee-factor-ANOVA (zie figuur 5) met de factoren motief (exclusiviteit/excellente kwaliteit) en geslacht toonde een significant onafhankelijk effect aan op 0.01-niveau van de variabele motief (F(1, 344) = 11.989, pmotief < 0.01). Hierbij scoorde het gemiddelde percentage mensen die luxeproducten kopen omwille van de exclusiviteit (sociale motief, M=53.57) significant hoger dan het gemiddelde percentage mensen die luxeproducten kopen omwille van de excellente kwaliteit (persoonlijke motief, M=46.43). Het interactie-effect van motief en geslacht was echter niet significant (F(1, 344) = 2.866, pmotief x geslacht = 0.091). Vrouwen scoren wel gemiddeld iets hoger op exclusiviteit dan mannen. Een t-test wees uit dat enkel de gemiddelde score van vrouwen op exclusiviteit (M=55.32) significant hoger ligt dan de gemiddelde score op excellente kwaliteit (M=48.17) (t(174) = 3.867, p < 0.01). Een andere ttest toonde aan dat het verschil in gemiddelde score tussen mannen en vrouwen op exclusiviteit (t(172) = 1.197, pexclkwali= 0.233) niet significant is.
15
Figuur 5: het effect van geslacht en motief op exclkwali (scores percentages exclusiviteit en excellente kwaliteit)
Wat de motieven voor de consumptie van publieke, hoog sociaal zichtbare luxeproducten betreft toonde een drie-factor-ANOVA met de factoren motief (sociaal/persoonlijk), privpubl (privaat/publiek) en geslacht een significant onafhankelijk effect aan van de factor motief (F(1, 709)=16.182, pmotief < 0.01). Hierbij scoort het sociale motief (Msociaal=5.10) significant hoger dan het persoonlijke motief (Mpersoonlijk=4.78). Daarnaast werd een significant onafhankelijk effect gevonden van de factor privpubl (F(1, 709)=35.030, pprivpubl < 0.01). Hierbij scoren publieke luxeproducten (Mpubliek=5.18) significant hoger dan private luxeproducten (Mprivaat=4.71). Het onafhankelijke effect van geslacht was ook significant op 0.01-niveau (F(1, 709) = 6.631, pgeslacht = 0.01), waarbij vrouwen hoger scoorden dan mannen (Mvrouwen=5.05 vs. Mmannen=4.84). Er werd ook een significant interactie-effect (zie figuur 6) gevonden van motief en PrivPubl (F(1, 709) = 154.302, pmotief x privpubl < 0.01). Dit wil zeggen dat publieke, hoog sociaal zichtbare luxeproducten vaker geconsumeerd worden omwille van sociale motivaties (M=5.84) dan omwille van persoonlijke motivaties (M=4.52). Het interactie-effect van motief, privpubl en geslacht was echter niet significant op 0.05-niveau (F(1, 709) = 0.576, pmotief x privpubl x geslacht = 0.448), waardoor we niet kunnen besluiten tot enige man/vrouwverschillen hierin. Zowel mannen als vrouwen consumeren dus vaker publieke luxeproducten omwille van sociale motivaties dan omwille van persoonlijke motivaties.
16
Figuur 6: het effect van motief en privpubl op motiefpupr (scores op de schalen PUsociaal, PUpersoonlijk, PRsociaal en PRpersoonlijk)
5.4
Persoonlijke motivaties Om H2 te testen werd een twee-factor-ANOVA (zie figuur 7) uitgevoerd met de factoren
motivatieconditie (supernormal stimulus/controle) en productconditie (publiek/privaat) en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟. We zien dat de respondenten uit de supernormal stimulus conditie met het private, laag sociaal zichtbare product hoger scoren (Mprivaat=4.87) dan de respondenten uit de supernormal stimulus conditie met het publieke, hoog sociaal zichtbare
product
(Mpubliek=4.43).
Het
interactie-effect
van
motivatieconditie
en
productconditie is niet significant (F(1, 116) = 0.743; pmotivatieconditie x productconditie = 0.390). Een ttest toonde aan dat het laatstgenoemde verschil niet significant is (t(58) = 1.153, p = 0.254). We kunnen H2 dus niet aanvaarden. Advertenties met een excellente kwaliteitscue worden niet aantrekkelijker bevonden voor laag sociaal zichtbare (private) producten in vergelijking met hoog sociaal zichtbare (publieke) producten.
17
Figuur 7: het effect van motivatieconditie (supernormal stimulus/controle) en productconditie op aantrekkelijkheid
Aangezien er geen significante effecten gevonden werden van motivatieconditie (costly signal/supernormal stimulus/controle) en productconditie (publiek/privaat) op purchase intention, werden de afzonderlijke items apart in de analyse betrokken. Hier wees een tweefactor-ANOVA op een significant onafhankelijk effect van motivatieconditie (F(1, 116) = 7.047, pmotivatieconditie < 0.01) en van productconditie (F(1, 116) = 4.838, pproductconditie < 0.05) op het item „Zou u het product aankopen moest u het in een winkel zien?‟. Wat de motivatieconditie betreft scoorden de respondenten uit de supernormal stimulus conditie significant hoger (M=3.17) dan de respondenten uit de controleconditie (M=2.58). Dit kan een aanwijzing zijn voor het bestaan van persoonlijke motivaties. Wat de productconditie betreft scoorde het private, laag sociaal zichtbare product significant hoger (M=3.18) dan het publieke, hoog sociaal zichtbare product (M=2.63). Het interactie-effect van motivatieconditie en productconditie is echter niet significant (F(1, 116) = 1.294, pmotivatieconditie
x productconditie
=
0.258). Voor het item „Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u het kunt aankopen)?‟ waren de resultaten volledig gelijkaardig. Vervolgens toonde een drie-factorANOVA aan dat noch het interactie-effect van motivatieconditie en geslacht (F(1, 112) = 0.050, pmotivatieconditie x geslacht = 0.823), noch het interactie-effect van productconditie en geslacht (F(1, 112) = 0.006, pproductconditie
x
geslacht
= 0.941), noch het interactie-effect van
motivatieconditie, productconditie en geslacht (F(1, 112) = 0.006, pmotivatieconditie x productconditie x geslacht
= 0.941) significant is voor het item „Zou u het product aankopen moest u het in een
winkel zien?‟. Dit was ook niet het geval voor het item „Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u het kunt aankopen)?‟. 18
Om H6 te testen werd een twee-factor-ANOVA (zie figuur 8) uitgevoerd met de factoren motivatieconditie (supernormal stimulus/controle) en geslacht en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟. Hierbij scoren de mannelijke respondenten uit de supernormal stimulus conditie met een excellente kwaliteitscue hoger (M=4.63) dan de mannelijke respondenten uit de controleconditie zonder zulke cue (M=4.33). Daarentegen scoren de vrouwelijke respondenten uit de controleconditie (M=4.90) hoger dan de vrouwelijke respondenten uit de supernormal stimulus conditie (M=4.67). Dit interactie-effect is echter niet significant op 0.05-niveau (F(1, 116) = 0.978; pmotivatieconditie
x geslacht
= 0.325). We kunnen H6 dus niet
aanvaarden. Advertenties met een excellente kwaliteitscue worden noch door mannen, noch door vrouwen aantrekkelijker bevonden dan advertenties zonder zulke cue.
Figuur 8: het effect van motivatieconditie (supernormal stimulus/controle) en geslacht op aantrekkelijkheid
Om H7 te testen werd een drie-factor-ANOVA (zie figuur 9) uitgevoerd met de factoren motivatieconditie (supernormal stimulus/controle), productconditie en geslacht en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟. We zien dat de mannelijke respondenten uit de supernormal stimulus conditie met het private, laag sociaal zichtbare product (M=4.73) hoger scoren dan de mannelijke respondenten uit de supernormal stimulus conditie met het publieke, hoog sociaal zichtbare product (M=4.53). Dit is ook zo voor vrouwen (Mprivaat=5.00 vs. Mpubliek=4.33). Er werd echter geen significant interactie-effect gevonden van motivatieconditie, productconditie en geslacht (F(1, 112) = 0.060, pmotivatieconditie x productconditie x geslacht
= 0.806). Een t-test wees uit dat laatstgenoemde verschillen noch voor mannen (t(28) =
0.331, p = 0.743), noch voor vrouwen (t(28) = 1.435, p = 0.162) significant zijn. We kunnen 19
H7 dus niet aanvaarden en niet besluiten dat advertenties met een excellente kwaliteitscue zowel door mannen als door vrouwen aantrekkelijker worden bevonden voor laag sociaal zichtbare (private) producten in vergelijking met hoog sociaal zichtbare (publieke) producten.
Figuur 9: het effect van productconditie en geslacht op aantrekkelijkheid binnen de supernormal stimulus conditie
Opnieuw werden onze respondenten in het tweede deel van de enquête aan de hand van vragen in projectieve vorm gevraagd naar de motivaties van „andere mensen‟ voor de consumptie van private, laag sociaal zichtbare luxeproducten en luxeproducten in het algemeen. Wat de motieven voor de consumptie van private, laag sociaal zichtbare luxeproducten betreft toonde de drie-factor-ANOVA uit 5.3 een significant interactie-effect (zie figuur 6) aan van motief en privpubl (F(1, 709) = 154.302, pmotief x privpubl < 0.01). Dit wil zeggen dat - naast het feit dat hoog sociaal zichtbare luxeproducten vaker geconsumeerd worden omwille van sociale motivaties dan omwille van persoonlijke motivaties - laag sociaal zichtbare luxeproducten vaker geconsumeerd worden omwille van persoonlijke motivaties (M=5.04) dan omwille van sociale motivaties (M=4.37). Hier waren zoals eerder vermeld geen significante man/vrouwverschillen te vinden. Zowel mannen als vrouwen consumeren dus vaker private luxeproducten omwille van persoonlijke motivaties dan omwille van sociale motivaties. Verder toonde een t-test aan dat vrouwen vaker laag sociaal zichtbare luxeproducten consumeren omwille van persoonlijke motivaties dan mannen (Mvrouwen=5.21 vs. Mmannen=4.87). Dit verschil was significant op 0,05-niveau (t(178) = 2.228, p < 0.05). Wat de motivaties voor de consumptie van luxeproducten in het algemeen betreft toonde een t-test toonde aan dat mannen vaker luxeproducten consumeren omwille van persoonlijke
20
motivaties dan vrouwen (Mmannen=4.65 vs. Mvrouwen=4.59), maar dit verschil was niet significant op 0.05-niveau (t(178) = 0.423, ppersoonlijk = 0.673). Deze tendens werd ook waargenomen in figuur 5. Hier scoren mannen gemiddeld hoger op de vraag welk percentage mensen luxeproducten kopen omwille van de excellente kwaliteit dan vrouwen (Mmannen=48.17 vs. Mvrouwen=44.68). Een t-test toonde echter opnieuw aan dat dit verschil niet significant is (t(172) = 1.197, pexclkwali = 0.233).
5.5
Invloed van persoonlijkheidskenmerken Wat prestige sensitivity betreft toonde een t-test aan dat mannen (Mprestige=2.75)
gemiddeld hoger scoren dan vrouwen (Mprestige=2.56), maar dit verschil is niet significant (t(177) = 1.444; pprestige = 0.150). Mannen en vrouwen verschillen dus niet wat betreft prestige sensitivity. Om H8 te testen werd een twee-factor-ANOVA (zie figuur 10) uitgevoerd met de factoren
motivatieconditie
(costly
signal/controle)
en
prestige2cat
(hoog
prestige
sensitive/laag prestige sensitive) en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟. Wat de respondenten uit de costly signal conditie betreft toonde deze aan dat de hoog prestige sensitive respondenten hoger scoren op aantrekkelijkheid (M=4.93) dan de laag prestige sensitive respondenten (M=4.21). Dit was ook het geval voor de respondenten uit de controleconditie. Het interactie-effect van motivatieconditie en prestige2cat is niet significant (F(1, 109) = 0.240, pmotivatieconditie x prestige2cat = 0.625). Een t-test toonde echter wel aan dat het verschil tussen laag prestige sensitive respondenten en hoog prestige sensitive respondenten op aantrekkelijkheid marginaal significant is op 0.05-niveau (t(56) = 1.998, p = 0.051). We kunnen dus stellen dat advertenties met een exclusieve cue aantrekkelijker bevonden worden door hoog prestige sensitive mensen in vergelijking met laag prestige sensitive mensen.
21
Figuur 10: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en prestige2cat op aantrekkelijkheid
Om eventuele man/vrouwverschillen te onderzoeken werd de factor geslacht toegevoegd. Deze toonde geen significant interactie-effect aan van de drie factoren (F(1, 105) = 0.015, pmotivatieconditie x geslacht x prestige2cat = 0.904). Het interactie-effect van motivatieconditie en geslacht is ook niet significant (F(1, 105) = 3.543, pmotivatieconditie x geslacht = 0.063). Wanneer de factor productconditie betrokken werd in de analyse kregen we wel een significant interactie-effect (zie figuur 11) op 0.05-niveau van motivatieconditie en geslacht (F(1, 97) = 3.978, pmotivatieconditie x geslacht < 0.05). De mannelijke respondenten uit de costly signal conditie scoren significant hoger op aantrekkelijkheid dan de vrouwelijke respondenten uit deze conditie (Mmannen=4.68 vs. Mvrouwen=4.52). Daarentegen scoren de vrouwelijke respondenten uit de controleconditie significant hoger op aantrekkelijkheid dan de mannelijke respondenten uit deze conditie (Mvrouwen=5.22 vs. Mmannen=4.25). Het persoonlijkheidskenmerk prestige sensitivity speelt dus op één of andere manier een rol in dit effect.
22
Figuur 11: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en geslacht op aantrekkelijkheid
Een
vier-factor-ANOVA
met
de
factoren
motivatieconditie
(supernormal
stimulus/controle), productconditie, geslacht en prestige2cat en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟ toonde geen significant interactie-effect aan van deze vier factoren (F(1, 96) = 2.933; pmotivatieconditie
x productconditie x geslacht x prestige2cat
= 0.090). Er was wel een marginaal
significant interactie-effect (zie figuur 12) op 0.05-niveau van motivatieconditie en geslacht (F(1, 96) = 3.657; pmotivatieconditie
x geslacht
= 0.059). Dit toonde aan dat mannen en vrouwen
nauwelijks verschillen wat betreft de aantrekkelijkheid van het product binnen de supernormal stimulus conditie. Mannen scoorden gemiddeld 4.58 en vrouwen 4.54. Wat de controleconditie zonder cue betreft scoorden vrouwen opmerkelijk hoger dan mannen (Mvrouwen=5.22 vs. Mmannen=4.25). Opnieuw speelt het persoonlijkheidskenmerk Prestige sensitivity dus op één of andere manier een rol in dit effect.
23
Figuur 12: het effect van motivatieconditie (supernormal stimulus/controle) en geslacht op aantrekkelijkheid
Een drie-factor-ANOVA (zie figuur 13) met de factoren motivatieconditie (costly signal/controle), geslacht en prestige2cat en de afhankelijke variabele purchase intention wees op een marginaal significant interactie-effect op 0.05-niveau van motivatieconditie, geslacht en prestige (F(1, 102) = 3.884, pmotivatieconditie x geslacht x prestige2cat = 0.051). Wat de laag prestige sensitive respondenten betreft scoren de mannelijke respondenten uit de costly signal conditie (M=3.57) hoger dan de mannelijke respondenten uit de controleconditie (M=2.58). De vrouwelijke respondenten uit de controleconditie (M=3.48) scoren daarentegen hoger den de vrouwelijke respondenten uit de costly signal conditie (M=3.13). Wat de hoog prestige sensitive respondenten betreft scoren zowel de mannelijke (M=3.77) als de vrouwelijke (M=4.06) respondenten uit de costly signal conditie hoger dan deze uit de controleconditie (Mmannen=3.67 en Mvrouwen=3.73). In tegenstelling tot aantrekkelijkheid lijken zowel hoog prestige sensitive mannen als vrouwen een hogere purchase intention te hebben voor de producten uit de advertenties met exclusieve cue in vergelijking met advertenties zonder zulke cue. Dit bevestigt terug de aanwezigheid sociale motivaties bij mannen en vrouwen.
24
Figuur 13: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle), geslacht en prestige op purchase intention
Om H9 te testen werd een twee-factor-ANOVA uitgevoerd met de factoren motivatieconditie
(costly
signal/controle)
en
mat2cat
(hoog
materialistisch/laag
materialistisch) en de afhankelijke variabele „aantrekkelijkheid‟. Hierbij scoren de hoog materialistische respondenten uit de costly signal conditie gemiddeld hoger (M=4.61) dan de laag materialistische respondenten uit deze conditie (M=4.50). Er werd echter geen significant interactie-effect gevonden van motivatieconditie en mat2cat (F(1, 114) = 0.003, pmotivatieconditie x mat2cat = 0.957). Een t-test toonde ook aan dat het verschil tussen laag en hoog materialistische respondenten binnen de costly signal conditie niet significant is (t(57) = 0.286, p = 0.776). We kunnen H9 dus niet aanvaarden en niet besluiten dat advertenties met een exclusieve cue aantrekkelijker worden bevonden door hoog materialistische mensen in vergelijking met laag materialistische mensen.
25
Figuur 14: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en mat2cat op aantrekkelijkheid
6.
Conclusie en discussie Achter de aankoop en consumptie van luxeproducten schuilen verschillende motivaties.
Dit zijn enerzijds de traditionele sociale motivaties voor luxeconsumptie. Anderzijds mogen persoonlijke motivaties niet genegeerd worden omdat zij een stuk van de puzzel vormen in de verklaring van de totale consumptie binnen de luxemarkt. Het bestuderen van deze sociale en persoonlijke motivaties voor luxeconsumptie geeft echter enkel een proximaal inzicht en geen duidelijk ultimaat, „waarom‟-antwoord. Dit antwoord kon gevonden worden door deze verschillende motivaties voor luxeconsumptie te interpreteren en te verklaren vanuit evolutionair psychologisch perspectief. Zo kunnen sociale motivaties – en daarmee het verlangen om luxeproducten sociaal tentoon te stellen – verklaard worden aan de hand van seksuele selectie, de fitness indicator theorie en de costly signaling theorie. Mensen verspillen hun geld aan dure luxeproducten die enkel rijke mensen zich kunnen veroorloven om een eerlijk signaal te geven van hun status en rijkdom. Hiermee kunnen seksuele partners aangetrokken worden, alsook zorg van ouders en andere genetische verwanten, sociale steun, allianties en vriendschappen die allen functioneel zijn in het doorgeven van je genen aan de volgende generatie en dus het verhogen van het eigen reproductief succes. In lijn met seksuele selectie en de parental investment theorie zou het opzichtig consumeren van luxeproducten voornamelijk een seksueel voordeel brengen voor mannen omdat mannen met status en resources om te investeren in het nageslacht aantrekkelijker worden bevonden door vrouwen als seksuele partner. Toch merken we op dat ook vrouwen luxeproducten in een publieke
26
context consumeren. Dit kan gebeuren omdat zij concurreren met andere vrouwen voor de felbegeerde mannen met resources, of omdat zij het gewenste niveau van resources bij een potentiële partner willen aangeven. Persoonlijke motivaties kunnen verklaard worden via fitness cues en supernormal stimuli. Wij zijn van nature uit aangetrokken tot bepaalde signalen en wanneer deze overdreven worden – supernormal stimuli – worden wij daar des te meer toe aangetrokken. Luxeproducten bezitten precies ook overdrijvingen van kenmerken waaraan wij belang hechten - zoals excellente kwaliteit. Hiertoe zouden zowel mannen als vrouwen in gelijke mate aangetrokken worden. Met dit onderzoek werd aangetoond dat publieke, hoog sociaal zichtbare luxeproducten vaker geconsumeerd worden omwille van sociale motivaties dan omwille van persoonlijke motivaties en dat private, laag sociaal zichtbare luxeproducten vaker geconsumeerd worden omwille van persoonlijke motivaties dan omwille van sociale motivaties. Dit geldt zowel voor mannen als voor vrouwen. Verder zouden zowel mannen als vrouwen vaker luxeproducten aankopen en consumeren omwille van sociale motivaties dan omwille van persoonlijke motivaties. De luxeconsument lijkt dus de costly signaling functie van luxeproducten voorop te stellen. Toch zouden vrouwen nog vaker luxeproducten consumeren omwille van sociale motivaties dan mannen. Ondanks de prominentie van sociale motivaties bij mannen binnen de evolutionair psychologische literatuur vinden we hier dus ook – in lijn met Chao en Schor (1998) – bewijzen voor het bestaan van sociale motivaties bij vrouwen. Mannen zouden zelfs vaker luxeproducten aankopen en consumeren omwille van persoonlijke motivaties dan vrouwen, maar dit verschil was niet significant. Ten slotte zouden vrouwen vaker private luxeproducten consumeren omwille van persoonlijke motivaties dan mannen. Wat het experimenteel design betreft waren de resultaten schaars, deels te wijten aan de deels gefaalde manipulatiecontrole. Als gevolg hiervan konden wij naast H8 geen enkele hypothese aanvaarden. Wanneer het persoonlijkheidskenmerk prestige sensitivity in de analyse betrokken werd vonden we echter wel dat mannen en vrouwen advertenties met een excellente kwaliteitscue (persoonlijke motivatie) in gelijke mate aantrekkelijk vinden en dat mannen advertenties met een exclusieve cue (sociale motivatie) iets aantrekkelijker vinden dan vrouwen. Ook lijken zowel mannen en vrouwen een hogere purchase intention te hebben voor de producten uit de advertenties met een exclusieve cue in vergelijking met de producten uit de advertenties zonder zulke cue. Dit enkel wanneer zij een hoge prestige sensitivity hebben. H8 kon met een marginaal significante p-waarde van 0.051 aanvaard worden. Advertenties met een exclusieve cue worden dus aantrekkelijker bevonden door hoog prestige sensitive mensen in vergelijking met laag prestige sensitive mensen. Deze eerste hebben dus sterkere
sociale
motivaties
en
zullen
meer
aan
costly
signaling
doen.
Het
persoonlijkheidskenmerk materialisme had echter geen invloed.
27
We kunnen andere wetenschappers aanraden om dit onderzoek opnieuw uit te voeren, eventueel met behulp van andere producten dan de iMac en de iPhone. De Apple-items zijn de dag van vandaag immers een hype, met de hiermee gepaard gaande fervente voor - en tegenstanders . Dit kan ertoe geleid hebben dat onze respondenten op voorhand al een mening hadden over de excellente kwaliteit en exclusiviteit van deze producten en zich voor hun oordeel dus niet enkel gebaseerd hebben op de advertenties. Aangezien de projectieve vragen de meeste resultaten genereerden, moeten we ons hier toch bewust maken van het feit dat het mogelijk is dat de respondenten hun eigen motivaties niet geprojecteerd hebben op „andere mensen‟, maar gewoon hebben ingeschat wat naar hun oordeel de motivaties van deze andere mensen zouden kunnen zijn. Tot slot is onderzoek naar eventuele man/vrouwverschillen binnen persoonlijke motivaties in het kader van de evolutionaire psychologie aan te raden gezien ons onderzoek hierover geen volledig uitsluitsel geeft.
28
7.
Referenties Artikels uit wetenschappelijke- en vaktijdschriften:
Ahuvia, N. & Wong, N. (1995). Materialism: origins and implications for personal wellbeing. European Advances in Consumer Research, 2, 172-178.
Amaldoss, W. & Jain, S. (2004). Pricing of conspicuous goods: a competitive analysis of social effects. Journal of Marketing Research, 42(1), 30-42.
Anderson, C. & Galinsky, A.D. (2006). Power, optimism, and risk-taking. European Journal of Social Psychology, 36(4), 511-536.
Baker, M.J. & Churchill, G.A. (1977). The impact of physically attractive models on advertising evaluations. Journal of Marketing Research, 14(4), 538-555.
Batra, R. & Ahtola, O. (1991). Measuring the hedonic and utilitarian sources of consumer attitudes. Marketing Letters, 2(2), 159-170.
Bearden, W.O. & Michael, J.E. (1982). Reference group influence on product and brand purchase decision. Journal of Consumer Research, 9(2), 183-194.
Bird, R.B. & Smith, E.A. (2005). Signaling theory, strategic interaction, and symbolic capital. Current Anthropology, 46(2), 221-248.
Brase, G.L. (2006). Cues of parental investment as a factor in attractiveness. Evolution and Human Behavior, 27(2), 145-157.
Buss, D.M. (1989). Sex differences in human mate preferences: evolutionary hypotheses tested in 37 countries. Behavioral and Brain Sciences, 12, 1-49.
Buss, D.M. (2007). The evolution of human mating. Acta Psychologica Sinica, 39(3), 502512.
Buss, D.M. & Schmitt, D.P. (1993). Sexual strategies theory: an evolutionary perspective on human mating. Psychological Review, 100(2), 204-232.
29
Chao, A. & Schor, J.B. (1998). Empirical tests of status consumption: evidence from women‟s cosmetics. Journal of Economic Psychology, 19(1), 107-131.
Charles, K. & Hurst, E. (2002). The Transition to Home Ownership and the Black-White Wealth Gap. The Review of Economics and Statistics, 84(2), 281-297.
Colarelli, S.B. & Dettmann, J.R. (2003). Intuitive evolutionary perspectives in marketing practices. Psychology & Marketing, 20(9), 837-865.
Dubois, B. & Laurent, G. (1996). The functions of luxury: a situational approach to excursionism. Advances in Consumer Research, 23(1), 470-477.
Dubois, B. & Paternault, C. (1995). Observations: understanding the world of international luxury brands: the “dream formula”. Journal of Advertising Research, 35(4), 69-76.
Grewal, R., Mehta, R. & Kardes, F.R. (2004). The timing of repeat purchases of consumer durable goods: the role of functional bases of consumer attitudes. Journal of Marketing Research, 41(1), 101-115.
Griskevicius, V., Sundie, J.M., Miller, G.F., Tybur, J.M., Cialdini, R.B. & Kenrick, D.T. (2007). Blatant benevolence and conspicuous consumption: when romantic motives elicit strategic costly signals. Journal of Personality and Social Psychology, 93(1), 85-102.
Hantula, D.A. (2003). Guest editorial: evolutionary psychology and consumption. Psychology & Marketing, 20(9), 757-763.
Jamarillo, F. & Moizeau, F. (2003). Conspicuous consumption and social segmentation. Journal of Public Economic Theory, 5(1), 1-24.
Kampschroeder, K., Lynn, M. & Pereira, A. (1999). Evolutionary perspectives on consumer behavior: an introduction. Advances in Consumer Research, 26(1), 226-230. Leibenstein, H. (1950). Bandwagon, snob and veblen effects in the theory of consumers‟ demand. The Quarterly Journal of Economics, 64(2), 183-207.
30
Li, N.P., Kenrick, D.T., Bailey, J.M. & Linsenmeier, J.A.W. (2002). The necessities and luxuries of mate preferences: testing the tradeoffs. Journal of Personality and Social Psychology, 82(6), 947-955.
Lichtenstein, D.R., Netemeyer, R.G. & Burton, S. (1993). Price perceptions and consumer shopping behavior: a field study. Journal of Marketing Research, 30(2), 234-245.
Lynn, M. & Harris, J. (1997). The desire for unique consumer products: a new individual differences scale. Psychology & Marketing, 14(6), 601-616.
Mortelmans, D. (2005). Sign values in processes of distinction: the concept of luxury. Semiotica, 157(1), 497-520. O‟Cass, A. & Frost, H. (2002). Status brands: examining the effects of non-product related brand associations on status and conspicuous consumption. Journal of Product and Brand Management, 11(2), 67-88. O‟Cass, A. & McEwen, H. (2004). Exploring consumer status and conspicuous consumption. Journal of Consumer Behaviour, 4(1), 25-39.
Richins, M.L. (1994). Special possessions and the expression of material values. The Journal of Consumer Research, 21(3). 522-533.
Richins, M.L. & Dawson, S. (1992). A consumer values orientation for materialism and its measurement: scale development and validation. Journal of Consumer Research, 19(3), 303316.
Rucker, D.D. & Galinsky, A.D. (2008). Conspicuous consumption versus utilitarian ideals: how different levels of power shape consumer behavior. Journal of Experimental Social Psychology, 45(3), 549-555.
Saad, G. (2006). Applying evolutionary psychology in understanding the Darwinian roots of consumption phenomena. Managerial and Decision Economics, 27(2-3), 189-201.
Saad, G. & Gill, T. (2000). Applications of evolutionary psychology in marketing. Psychology & Marketing, 17(12), 1005-1034.
31
Sefcek, J.A., Brumbach, B.H., Vasquez, G. & Miller, G.F. (2006). The evolutionary psychology of human mate choice: how ecology, genes, fertility and fashion influence mating behaviour. J. Psychol. Human Sex, 18, 125-185. Staddon, J.E.R. (1975). A note on the evolutionary significance of „supernormal‟ stimuli. The American Naturalist, 109(969), 541-545.
Tsai, S. (2005). Impact of personal orientation on luxury-brand purchase value: an international investigation. International Journal of Market Research, 47(4), 429-454.
Verhallen, T.M. (1982). Scarcity and consumer choice behavior. Journal of Economic Psychology, 2(4), 299-322.
Vigneron, F. & Johnson, L.W. (1999). A review and a conceptual framework of prestigeseeking consumer behavior. Academy of Marketing Science Review, 99(1), 1-17.
Yoo, B., Donthu, N. & Lee, S. (2000). An examination of selected marketing mix elements and brand equity. Journal of the Academy of Marketing Science, 28(2), 195-211.
Zahavi, A. (1975). Mate selection: a selection for a handicap. Journal of Theoretical Biology, 53(1), 205-214.
Boeken en bijdragen uit readers:
Andersson, M. (1994). Sexual selection. Princeton, N.J.: Princeton University Press.
Barkow, J.H. (1989). Darwin, sex and status: biological approaches to mind and culture. Toronto: University of Toronto.
Barrett, D. (2007). Waistland: the (r)evolutionary science behind our weight and fitness crisis. New York: W.W. Norton & Company.
Barrett, D. (2010). Supernormal stimuli: how primal urges overran their evolutionary purpose. New York: W.W. Norton & Company.
Barrett, L., Dunbar, R. & Lycett, J. (2002). Human evolutionary psychology. New York: Palgrave. 32
Bridgeman, B. (2003). Psychology & evolution: on the origins of mind. California: Sage Publications.
Buss, D.M. (1994). The evolution of desire: strategies of human mating. New York: Basic Books. Danziger, P.N. (2004). Why people buy things they don’t need: understanding and predicting consumer behavior. Chicago: Dearborn.
Danziger, P.N. (2005). Let them eat cake: marketing luxury to the masses - as well as the classes. Chicago: Dearborn.
Darwin, C. (2000). On the origin of species by means of natural selection. Cambridge: Harvard University Press.
Evans, D. & Zarate, O. (1999). Introducing evolutionary psychology. Cambridge: Icon Books.
Frank, R.H. (1999). Luxury fever: money and happiness in an era of excess. Princeton, N.J.: Princeton University Press.
Geary, D.C. (1998). Male, female: the evolution of human sex differences. Washington DC: American Psychological Association.
Kapferer, J. & Bastien, V. (2009). The luxury strategy: break the rules of marketing to build luxury brands. London, Philadelphia: Kogan Page.
Miller, G. F. (2000a). The mating mind: how sexual choice shaped the evolution of human nature. London: Heinemann.
Miller, G. F. (2000b). Sexual selection for indicators of intelligence. In G. Bock, J. Goode & K. Webb (Eds.), The nature of intelligence (pp. 260-275). Novartis Foundation Symposium 233: John Wiley.
Miller, G. F. (2003). Fear of fitness indicators: how to deal with our ideological anxieties about the role of sexual selection in the origin of human culture. In Being human:
33
proceedings of a conference sponsored by the Royal Society of New Zealand (pp. 65-79). Wellington, NZ: Royal Society of New Zealand, Miscellaneous series 63.
Miller, G. F. (2009). Spent: sex, evolution and consumer behavior. New York: Viking.
Saad, G. (2007). The evolutionary bases of consumption. Mahwah, N.J.: Lawrence Erlbaum Associates.
Shaner, A., Miller, G.F. & Mintz, J. (2007). Mental disorders as catastrophic failures of mating intelligence. In G. Geher & G.F. Miller (Eds.), Mating intelligence: sex, relationships and the mind’s reproductive system (pp. 193-223). Hillsdale, N.J.: Erlbaum.
Thomas, D. (2007). Deluxe: how luxury lost its luster. NewYork: The Penguin Press.
Tinbergen, N. (1951). The study of instinct. Oxford: Clarendon P.
Trivers, R. (2002). Natural selection and social theory: selected papers of Robert Trivers. Oxford: Oxford University Press.
Twitchell, J. B. (2002). Living it up: our love affair with luxury. New York: Columbia University Press.
Veblen, T. (1899). The theory of the leisure class. New York: Macmillan Zahavi, A. & Zahavi, A. (1997). The handicap principle: a missing piece of Darwin’s puzzle. New York: Oxford University Press.
Bronnen geraadpleegd op het Internet:
De Block, A. & Du Laing, B. (2009, 8 november). Amusing ourselves to death? Superstimuli and the evolutionary social sciences. Geraadpleegd op 20 maart 2010 op het World Wide Web: http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1500844
De Fraja, G. (2008, 4 september). Sexual selection and conspicuous consumption. Geraadpleegd
op
28
februari
2010
op
het
World
Wide
Web:
http://www.le.ac.uk/economics/gdf4/originv1.pdf
34
Miller, G.F. (1999, 20 februari). Waste is good. Geraadpleegd op 15 maart 2010 op het World Wide Web: http://www.prospectmagazine.co.uk/1999/02/wasteisgood/ Nicholson, M. & Xiao, S.H. (2007, 13 september). Darwin’s ghost: evolutionary psychology consumer behaviour analysis. Geraadpleegd op 2 maart 2010 op het world Wide Web: http://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=1014014 Vieth, E. (2007, 5 februari). Shopping for sex: wasteful consumerism and Darwin’s theory of sexual selection. Geraadpleegd op 10 maart 2010 op het World Wide Web: http://dangerousintersection.org/2007/02/05/shopping-for-sex-wasteful-consumerism-anddarwin‟s-theory-of-sexual-selection/
Andere bronnen:
Dubois, B., Czellar, S. & Laurent, G. (2001). Consumer rapport to luxury: analyzing complex and ambivalent attitudes. Paper: HEC School of Management.
Hudders, L. & Vyncke, P. (2007). A dress to impress and a toy to enjoy: how consumer motivations can be used in luxury ads. Paper: Universiteit Gent, Faculteit Politieke en Sociale Wetenschappen.
Websites foto’s pretest 1:
iMac: http://nl.wikipedia.org/wiki/Bestand:IMac_aluminium.png
iPhone: http://webzucht.be/wp/
Lamborghini auto: http://www.seriouswheels.com/jkl/Lamborghini-Murcielago-Roadster-FA1024x768.htm
Lamborghini koffiezetapparaat: http://www.koffiegek.nl/blog/blog.php?blog=27&titel=Espresso_di_Lamborghini?
Prada GSM: http://techtaxi.blogspot.com/2007/03/lg-prada-gsm-triband-mobile-phone.html
Prada body lotion: http://www.dermstore.com/product_Prada+Body+Cream_11208.htm
35
Louis Vuitton tas: http://www.thebudgetfashionista.com/how-to-tell-if-your-louis-vuitton-isfake/
Louis Vuitton nagelkit: http://www.ioffer.com/c/Clothing-Accessories-120000/gift+set
Burberry sjaal: http://www.loveandchic.com/illustr/goodphotos/mediumimages/9192.jpg
Burberry glazen: http://www.juliannegauron.com/brand-service/burberry-home-ltd
Bulgari horloge: http://watches.infoniac.com/index.php?page=post&id=56
Bulgari servies: http://www.rscrusa.com/images/portfolio/pro_Bulgari%20Ads%201_Page_2.jpg
36
BIJLAGEN 1. Pretesten
1.1
Pretest 1: vaststelling van privaat en publiek product met de grootste aantrekkingskracht
1.1.1
Vragenlijst
1.1.2
Resultaten SPSS
1.2
Pretest 2: controle manipulaties verschillende advertenties
1.2.1
Advertenties uit de verschillende condities
1.2.2
Vragenlijst
1.2.3
Resultaten SPSS
2. Enquête: voorbeeld conditie 1
2.1
Purchase Intention (Baker & Churchill, 1977)
2.2
Generalized Sense of Power (Anderson & Galinsky, 2006)
2.3
Materialisme (Richins & Dawson, 1992)
2.4
Prestige Sensitivity (Lichtenstein et al., 1993)
2.5
Need for Uniqueness (Lynn & Harris, 1997)
2.6
Product Quality (Yoo, Donthu & Lee, 2000) Hedonisme (zelf opgesteld a.d.h.v. Hedonic and Utilitarian Consumer Attitudes van Batra & Ahtola, 1991)
3. SPSS-outputs
3.1
Controle schalen
3.2
Controle manipulaties
3.3
Sociale motivaties
3.4
Persoonlijke motivaties
3.5
Invloed van persoonlijkheidskenmerken
I
1. Pretesten 1.1
Pretest 1: vaststelling publiek en privaat product met de grootste aantrekkingskracht
1.1.1
Vragenlijst
In wat volgt zullen verschillende luxeproducten vermeld worden. Omcirkel telkens het antwoord dat voor jou het beste past op volgende vragen:
1) Vind je dat dit luxeproduct voornamelijk alleen (privaat) of in gezelschap (publiek) wordt geconsumeerd? Luxeproducten die privaat geconsumeerd worden zijn producten die je koopt voor jezelf, om persoonlijk te gebruiken. Meestal kunnen andere mensen niet zien of weten zij niet dat je deze producten consumeert. Luxeproducten die publiek geconsumeerd worden zijn producten die zeer zichtbaar zijn voor andere mensen. Meestal kunnen andere mensen duidelijk zien dat je deze producten consumeert (Grewal, Mehta & Kardes, 2004). -
PUBLIEK / PRIVAAT
2) Hoe graag zou je dit product willen hebben?
1
= Helemaal niet graag
2
= Niet graag
3
= Eerder niet graag
4
= Neutraal
5
= Eerder graag
6
= Graag
7
= Heel erg graag
II
1.
2.
Een Lamborghini auto
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
3
4
5
6
7
Een Lamborghini koffiezetapparaat
1) 2)
3.
2
PUBLIEK / PRIVAAT 1
2
3
4
5
6
7
Een Louis Vuitton tas
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
4. Een Louis Vuitton nagelkit
5.
6.
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
Een Burberry sjaal
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
Burberry glazen
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
III
7.
8.
9.
Een iPhone
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
Een iMac computer
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
Een Bulgari horloge
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
10. Bulgari servies
11.
12.
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
Een Prada GSM
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
Prada body lotion
1)
PUBLIEK / PRIVAAT
2)
1
2
3
4
5
6
7
IV
1.1.2
Resultaten SPSS
Statistics iMac
iPhone
aantrekkelijkheid aantrekkelijkheid N
Valid
10
10
0
0
6,1000
5,0000
Minimum
3,00
2,00
Maximum
7,00
7,00
Missing Mean
iMac publiek-privaat Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
publiek
2
20,0
20,0
20,0
privaat
8
80,0
80,0
100,0
10
100,0
100,0
Total
iPhone publiek-privaat Cumulative Frequency Valid
Percent
Valid Percent
Percent
publiek
6
60,0
60,0
60,0
privaat
4
40,0
40,0
100,0
10
100,0
100,0
Total
V
1.2
Pretest 2: controle manipulaties verschillende advertenties
1.2.1
Advertenties uit de verschillende condities
Conditie 1:
Conditie 2:
Conditie 3:
Conditie 4:
Conditie 5:
Conditie 6:
VI
1.2.2
Vragenlijsten
Deze pretest werd uitgevoerd met behulp van 3 powerpointpresentaties en een antwoordformulier. Deze zijn te vinden op bijgevoegde CD-ROM
1.2.3
Resultaten SPSS
iMac: ANOVA Sum of Squares iMac excellente kwaliteit
iMac exclusiviteit
Between Groups
df
Mean Square
6,067
2
3,033
Within Groups
18,100
27
,670
Total
24,167
29
Between Groups
15,800
2
7,900
Within Groups
30,500
27
1,130
Total
46,300
29
F
Sig.
4,525
,020
6,993
,004
Descriptives 95% Confidence Interval for Mean
Std. N iMac excellente Controle
Mean
Deviation Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
Minimum
Maximum
10
4,9000
,56765
,17951
4,4939
5,3061
4,00
6,00
Costly signal
10
4,8000
,91894
,29059
4,1426
5,4574
3,00
6,00
quality
10
5,8000
,91894
,29059
5,1426
6,4574
4,00
7,00
Total
30
5,1667
,91287
,16667
4,8258
5,5075
3,00
7,00
iMac
Controle
10
4,4000
1,07497
,33993
3,6310
5,1690
3,00
6,00
exclusiviteit
Costly signal
10
5,7000
,94868
,30000
5,0214
6,3786
4,00
7,00
quality
10
4,0000
1,15470
,36515
3,1740
4,8260
2,00
6,00
Total
30
4,7000
1,26355
,23069
4,2282
5,1718
2,00
7,00
kwaliteit
VII
Multiple Comparisons
Scheffe Dependent
95% Confidence Interval
Mean Difference
Variable
(I) Versie
(J) Versie
iMac excellente
Controle
Costly signal
kwaliteit Costly signal
(I-J)
iMac exclusiviteit Controle
quality
Lower Bound
Upper Bound
,36616
,963
-,8484
1,0484
quality
-,90000
,36616
,065
-1,8484
,0484
Controle
-,10000
,36616
,963
-1,0484
,8484
*
,36616
,037
-1,9484
-,0516
,90000
,36616
,065
-,0484
1,8484
-1,00000
Controle Costly signal
1,00000
*
,36616
,037
,0516
1,9484
Costly signal
-1,30000
*
,47532
,037
-2,5311
-,0689
,40000
,47532
,705
-,8311
1,6311
quality Costly signal
Sig.
,10000
quality quality
Std. Error
Controle
1,30000
*
,47532
,037
,0689
2,5311
quality
1,70000
*
,47532
,005
,4689
2,9311
-,40000
,47532
,705
-1,6311
,8311
*
,47532
,005
-2,9311
-,4689
Controle Costly signal
-1,70000
*. The mean difference is significant at the 0.05 level.
iPhone: Descriptives 95% Confidence Interval for Mean
Std. N iPhone excellente Controle
Mean
Deviation
Std. Error
Lower Bound Upper Bound Minimum Maximum
10
4,6000
,69921
,22111
4,0998
5,1002
3,00
5,00
Costly signal
10
4,5000
1,08012
,34157
3,7273
5,2727
2,00
6,00
quality
10
5,5000
,52705
,16667
5,1230
5,8770
5,00
6,00
Total
30
4,8667
,89955
,16424
4,5308
5,2026
2,00
6,00
iPhone
Controle
10
3,5000
1,17851
,37268
2,6569
4,3431
2,00
5,00
exclusiviteit
Costly signal
10
5,4000
1,07497
,33993
4,6310
6,1690
4,00
7,00
quality
10
4,4000
1,50555
,47610
3,3230
5,4770
1,00
6,00
Total
30
4,4333
1,45468
,26559
3,8901
4,9765
1,00
7,00
kwaliteit
VIII
ANOVA Sum of Squares iPhone excellente kwaliteit
iPhone exclusiviteit
Between Groups
df
Mean Square
6,067
2
3,033
Within Groups
17,400
27
,644
Total
23,467
29
Between Groups
18,067
2
9,033
Within Groups
43,300
27
1,604
Total
61,367
29
F
Sig.
4,707
,018
5,633
,009
Multiple Comparisons Scheffe Dependent Variable
(I) Versie
iPhone excellente Controle kwaliteit
(J) Versie Costly signal quality
Costly signal Controle quality quality
iPhone
95% Confidence Interval
Mean Difference
Controle
exclusiviteit
Controle
Std. Error
Sig.
Lower Bound
Upper Bound
,10000
,35901
,962
-,8298
1,0298
-,90000
,35901
,059
-1,8298
,0298
-,10000
,35901
,962
-1,0298
,8298
*
,35901
,033
-1,9298
-,0702
,90000
,35901
,059
-,0298
1,8298
-1,00000
Costly signal
1,00000
*
,35901
,033
,0702
1,9298
Costly signal
-1,90000
*
,56634
,009
-3,3668
-,4332
-,90000
,56634
,299
-2,3668
,5668
*
,56634
,009
,4332
3,3668
1,00000
,56634
,229
-,4668
2,4668
,90000
,56634
,299
-,5668
2,3668
-1,00000
,56634
,229
-2,4668
,4668
quality Costly signal Controle quality quality
(I-J)
Controle Costly signal
1,90000
*. The mean difference is significant at the 0.05 level.
IX
2. Enquête: voorbeeld conditie 1 De andere 5 enquêtes zijn terug de vinden op de bijgevoegde CD-ROM.
1. Vragen a tot h hebben betrekking op onderstaand product met bijhorende omschrijving. Omcirkel het antwoord dat voor jou het beste past op onderstaande vragen.
a) Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
Helemaal niet
Niet
Eerder niet
aantrekkelijk
aantrekkelijk
aantrekkelijk
1
2
3
Neutraal 4
Eerder aantrekkelijk 5
Aantrekkelijk 6
Heel erg aantrekkelijk 7
b) Hoe graag zou u dit product willen hebben?
Helemaal niet graag
Niet graag
1
2
Eerder niet graag 3
Neutraal
4
X
Eerder graag 5
Graag
Heel erg graag
6
7
c) Omcirkel voor elke vraag/uitspraak het antwoord dat voor jou het beste past.
Zeker niet
Eerder
Niet
Neutraal
niet
Eerder wel
Zeker en
Wel
vast
Zou u dit product willen uitproberen? 1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel zien?
Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u dit product kunt aankopen)?
Ik zou dit product beschermen.
d) In welke mate heeft dit product een excellente kwaliteit?
Helemaal geen excellente kwaliteit
Geen
Eerder geen
excellente
excellente
kwaliteit
kwaliteit
2
3
1
Eerder Neutraal
excellente kwaliteit
4
Excellente
Zeer excellente
kwaliteit
kwaliteit
6
7
5
e) In welke mate is dit product exclusief?
Helemaal niet
Niet
Eerder niet
exclusief
exclusief
exclusief
1
2
3
Neutraal
4
XI
Eerder exclusief 5
Exclusief
Zeer exclusief
6
7
f) In welke mate geeft dit product je status?
Helemaal niet
Niet
Eerder niet
Neutraal
Eerder wel
Wel
Zeker en vast
1
2
3
4
5
6
7
g) In welke mate kan je met dit product indruk maken op anderen? Helemaal niet
Niet
Eerder niet
Neutraal
Eerder wel
Wel
Zeker en vast
1
2
3
4
5
6
7
h) In welke mate zal je met dit product meer aanzien verwerven? Helemaal niet
Niet
Eerder niet
Neutraal
Eerder wel
Wel
Zeker en vast
1
2
3
4
5
6
7
2. Hieronder zal je enkele stellingen te zien krijgen. Omcirkel voor elke stelling het antwoord dat voor jou het beste past. In mijn relatie met anderen…
Helemaal
Niet
Eerder niet
niet akkoord
akkoord
akkoord
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Neutraal
Eerder akkoord
Akkoord
Helemaal akkoord
... kan ik ervoor zorgen dat mensen luisteren naar wat ik zeg … hebben mijn wensen niet veel gewicht … kan ik ervoor zorgen dat anderen doen wat ik wil … hebben mijn visies weinig invloed, zelfs wanneer ik ze uit … denk ik dat ik veel macht heb
XII
… worden mijn ideeën en opinies vaak genegeerd
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
… ben ik niet in staat om mijn zin te krijgen, zelfs wanneer ik het probeer … neem ik de beslissingen wanneer ik dat wil
3. Hieronder zal je enkele stellingen te zien krijgen. Omcirkel voor elke stelling het antwoord dat voor jou het beste past.
Helemaal niet akkoord
Niet akkoord
Eerder niet
Neutraal
akkoord
Eerder akkoord
Akkoord
Helemaal akkoord
Ik bewonder mensen die dure huizen, auto‟s en kleding bezitten
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Het verwerven van materiële bezittingen is één van de belangrijkste prestaties in het leven Ik beschouw het aantal spullen dat mensen bezitten NIET als een teken van hun succes De dingen die ik bezit, zeggen veel over hoe goed ik het doe in het leven Ik bezit graag dingen waar anderen van onder de indruk zijn Ik schenk niet veel aandacht aan materiële zaken die anderen bezitten Meestal koop ik enkel dingen die ik nodig heb
XIII
Ik probeer zo weinig mogelijk bezittingen te hebben
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
De dingen die ik bezit, zijn niet zo belangrijk voor me
Ik geef graag geld uit aan nietpraktische zaken
Ik beleef veel plezier aan het kopen van dingen
Ik zou niet gelukkiger zijn indien ik leukere of mooiere spullen had
Ik heb graag veel luxe in mijn leven
Ik schenk minder belang aan materiële dingen dan de meeste anderen die ik ken Ik heb al de dingen die ik echt nodig heb om van het leven te genieten Ik zou een beter leven hebben indien ik bepaalde dingen had die ik nu niet bezit Ik zou gelukkiger zijn als ik het mij kon veroorloven om meer dingen te kopen Soms stoor ik me eraan dat ik niet alle dingen kan kopen die ik graag zou hebben
XIV
4. Hieronder zal je enkele stellingen te zien krijgen. Omcirkel voor elke stelling het antwoord dat voor jou het beste past. Helemaal niet akkoord
Niet akkoord
Eerder niet
Neutraal
akkoord
Eerder akkoord
Akkoord
Helemaal akkoord
Mensen merken het op wanneer je het duurste merk of het duurste product koopt
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Het kopen van een duur merk geeft me een goed gevoel Het kopen van het duurste merk of het duurste product geeft me een superieur gevoel Ik hou van het prestige dat je krijgt na het kopen van een duur merk Het zegt iets over jezelf wanneer je de duurdere versie koopt van een product Jouw vrienden denken dat je armoedig bent als je steeds de goedkoopste versie van een product koopt Ik koop het duurste merk van een product omdat ik weet dat andere mensen dit zullen opmerken Anderen beoordelen me aan de hand van de producten of merken die ik koop Het kopen van een duur merk is zelfs voor een relatief goedkoop product imponerend en ontzagwekkend
XV
5. Hieronder zal je enkele stellingen te zien krijgen. Omcirkel voor elke stelling het antwoord dat voor jou het beste past. Helemaal
Eerder
Niet
niet
akkoord
akkoord
niet
Neutraal
akkoord
Eerder akkoord
Helemaal
Akkoord
akkoord
Ik ben zeer aangetrokken tot zeldzame objecten
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Ik ben eerder een mode leider dan een mode volger Ik zou het hebben van op maat gemaakte dingen verkiezen boven beschikbare dingen Ik geniet ervan dingen te hebben die anderen niet hebben Ik laat amper een mogelijkheid schieten om op maat gemaakte eigenschappen te bestellen op de producten die ik koop Ik hou ervan nieuwe producten en diensten te proberen voor anderen dit doen Ik hou van winkelen in winkels die koopwaar hebben dat verschillend en ongebruikelijk is
6. Hieronder zal je enkele stellingen te zien krijgen. Omcirkel voor elke stelling het antwoord dat voor jou het beste past. Helemaal niet
Niet akkoord
Neutraal
Akkoord
Helemaal akkoord
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
akkoord Luxeproducten hebben een hoge kwaliteit De aannemelijke kwaliteit van luxeproducten is extreem hoog
XVI
De aannemelijkheid dat luxeproducten
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Luxeproducten zijn aangenaam
1
2
3
4
5
Luxeproducten maken me blij
1
2
3
4
5
Luxeproducten zijn mooi
1
2
3
4
5
functioneel zijn is zeer hoog De aannemelijkheid dat luxeproducten betrouwbaar zijn is zeer hoog Luxeproducten moeten van zeer goede kwaliteit zijn Luxeproducten lijken van zeer lage kwaliteit te zijn Luxeproducten worden vooral gekocht omwille van het plezier dat ze verschaffen
7. Hoe vaak koopt u luxeproducten?
Helemaal niet vaak 1
Niet vaak
2
Eerder niet vaak 3
Neutraal
Eerder vaak
Vaak
Zeer vaak
4
5
6
7
8. Hoe belangrijk is luxe in uw leven?
Helemaal niet
Niet
Eerder niet
belangrijk
belangrijk
belangrijk
1
2
3
Neutraal
4
Eerder belangrijk 5
Belangrijk
6
Zeer belangrijk 7
9. Hoe staat u tegenover luxe?
Zeer negatief
Negatief
1
2
Eerder negatief 3
Neutraal
4
XVII
Eerder positief 5
Positief
6
Zeer positief 7
10. Welke kenmerken schrijft u toe aan luxeproducten?
Helemaal niet akkoord Schaars
Niet akkoord
Eerder niet
Neutraal
akkoord
Eerder akkoord
Akkoord
Helemaal akkoord
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
Duur
1
2
3
4
5
6
7
Vakmanschap
1
2
3
4
5
6
7
Uniek
1
2
3
4
5
6
7
Opzichtig
1
2
3
4
5
6
7
Duurzaam
1
2
3
4
5
6
7
Exclusief
1
2
3
4
5
6
7
Superieur
1
2
3
4
5
6
7
Comfortabel
1
2
3
4
5
6
7
Onbereikbaar
1
2
3
4
5
6
7
Excellente kwaliteit
11.
Mensen kopen luxeproducten omwille van verschillende redenen. Welke reden weegt volgens u het meeste door bij andere mensen wanneer zij luxeproducten consumeren? Kopen zij luxe omwille van de excellente kwaliteit (kwaliteitsvolle materialen, duurzaamheid, vakmanschap,…) of omwille van de exclusiviteit (uniekheid, schaarsheid, status: producten die weinig mensen zich kunnen permitteren) van deze producten? Geef met een percentage aan hoeveel mensen luxe kopen omwille van deze redenen (beide percentages moeten samen 100% vormen). ….. % van de mensen koopt luxe omwille van de excellente kwaliteit ….. % van de mensen koopt luxe omwille van de exclusiviteit
XVIII
12. In welke mate consumeren andere mensen luxeproducten...
...omwille van hun duurzaamheid ...om meer aanzien te krijgen bij vrienden en kennissen ...omwille van hun mooie design of fraaie ontwerp ...omdat zij hen een uitstraling verlenen
Helemaal
Niet
Eerder niet
niet vaak
vaak
vaak
1
2
1
Neutraal
Eerder vaak
Vaak
Zeer vaak
3
4
5
6
7
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
...omwille van het plezier en genot dat zij kunnen verschaffen ...om indruk te maken op anderen ...omwille van hun uitstekende kwaliteit ...opdat andere mensen hen aantrekkelijker zouden vinden
13.
Luxeproducten die privaat geconsumeerd worden zijn producten die je koopt voor jezelf, om persoonlijk te gebruiken. Meestal kunnen andere mensen niet zien of weten zij niet dat je deze producten consumeert. Een voorbeeld van een privaat geconsumeerd luxeproduct is een Lamborghini koffiezetapparaat. In welke mate consumeren andere mensen zulke luxeproducten...
...omwille van hun duurzaamheid ...om meer aanzien te krijgen bij vrienden en kennissen ...omwille van hun mooie design of fraaie ontwerp
Helemaal
Niet
Eerder niet
niet vaak
vaak
vaak
1
2
1
1
Neutraal
Eerder vaak
Vaak
Zeer vaak
3
4
5
6
7
2
3
4
5
6
7
2
3
4
5
6
7
XIX
...omdat zij hen een uitstraling verlenen
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
...omwille van het plezier en genot dat zij kunnen verschaffen ...om indruk te maken op anderen ...omwille van hun uitstekende kwaliteit ...opdat andere mensen hen aantrekkelijker zouden vinden
14.
Luxeproducten die publiek geconsumeerd worden zijn producten die zeer zichtbaar zijn voor andere mensen. Meestal kunnen andere mensen duidelijk zien dat je deze producten consumeert. Een voorbeeld van een publiek geconsumeerd luxeproduct is een Lamborghini auto. In welke mate consumeren andere mensen zulke luxeproducten...
...omwille van hun duurzaamheid ...om meer aanzien te krijgen bij vrienden en kennissen ...omwille van hun mooie design of fraaie ontwerp ...omdat zij hen een uitstraling verlenen
Helemaal
Niet
Eerder niet
niet vaak
vaak
vaak
1
2
1
Neutraal
Eerder vaak
Vaak
Zeer vaak
3
4
5
6
7
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
1
2
3
4
5
6
7
...omwille van het plezier en genot dat zij kunnen verschaffen ...om indruk te maken op anderen ...omwille van hun uitstekende kwaliteit ...opdat andere mensen hen aantrekkelijker zouden vinden
XX
15. Wat is uw geslacht? o
Man
o
Vrouw
16. Wat is uw geboortejaar?
…..
17. Wat is uw burgerlijke stand? o
Alleenstaand
o
Samenwonend
o
Gehuwd
o
Gescheiden
o
Weduwe(naar)
o
In een relatie
18. Wat is uw netto maandelijks inkomen? o
0 – 500 Euro
o
501 – 1000 Euro
o
1001 – 1500 Euro
o
1501 – 2000 Euro
o
2001 – 2500 Euro
o
Meer dan 2500 Euro
XXI
3. SPSS-outputs 3.1
Controle schalen
Purchase Intention Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
Reliability Statistics %
Cronbach's
177
98,3
3
1,7
180
100,0
Alpha
N of Items ,817
4
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
Prestige Sensitivity Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
Reliability Statistics %
Cronbach's
179
99,4
1
,6
180
100,0
Alpha
N of Items ,829
9
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
PUsociaal Reliability Statistics
Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
Cronbach's
% 179
99,4
1
,6
180
100,0
Alpha
N of Items ,895
4
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
PUpersoonlijk Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
Reliability Statistics %
Cronbach's
180
100,0
0
,0
180
100,0
Alpha
N of Items ,743
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
XXII
2
PRsociaal Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
Reliability Statistics %
Cronbach's
178
98,9
2
1,1
180
100,0
Alpha
N of Items ,932
4
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
PRpersoonlijk Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
Reliability Statistics %
Cronbach's
180
100,0
0
,0
180
100,0
Alpha
N of Items ,767
2
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
Sociaal Reliability Statistics
Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
Cronbach's
% 179
99,4
1
,6
180
100,0
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
Persoonlijk Case Processing Summary N Cases
Valid a
Excluded Total
% 180
100,0
0
,0
180
100,0
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
XXIII
Alpha
N of Items ,882
4
Reliability Statistics Cronbach's Alpha
N of Items ,684
2
Materialisme Case Processing Summary
Reliability Statistics
N Cases
Valid
% 177
98,3
3
1,7
180
100,0
a
Excluded Total
Cronbach's Alpha
N of Items ,852
18
a. Listwise deletion based on all variables in the procedure.
3.2
Controle manipulaties
Eén-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie op exclusiviteit en excellente kwaliteit Descriptives 95% Confidence Interval for Mean
Std. N In welke mate is dit costly signal
Mean
Deviation
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
Minimum
Maximum
60
4,5833
1,34406
,17352
4,2361
4,9305
1,00
7,00
supernormal stimulus
60
4,4167
1,34406
,17352
4,0695
4,7639
1,00
7,00
controle
60
4,5333
1,32085
,17052
4,1921
4,8745
1,00
7,00
180
4,5111
1,33072
,09919
4,3154
4,7068
1,00
7,00
In welke mate heeft costly signal
60
4,9333
1,03934
,13418
4,6648
5,2018
2,00
7,00
dit product een
supernormal stimulus
60
4,9500
1,04840
,13535
4,6792
5,2208
3,00
7,00
controle
58
4,8621
1,05045
,13793
4,5859
5,1383
2,00
7,00
178
4,9157
1,04079
,07801
4,7618
5,0697
2,00
7,00
product exclusief?
Total
excellente kwaliteit?
Total
ANOVA Sum of Squares In welke mate is dit product exclusief?
Between Groups
df
Mean Square
,878
2
,439
Within Groups
316,100
177
1,786
Total
316,978
179
,256
2
,128 1,094
In welke mate heeft dit
Between Groups
product een excellente
Within Groups
191,480
175
Total
191,736
177
kwaliteit?
XXIV
F
Sig. ,246
,782
,117
,890
Twee-factor-ANOVA: het effect van productconditie en motivatieconditie op indruk maken Between-Subjects Factors Value Label productconditie
motivatieconditie
N
1,00
publiek
90
2,00
privaat
90
1,00
costly signal
60
2,00
supernormal
60
stimulus 3,00
controle
60
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:In welke mate kan je met dit product indruk maken op anderen? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
5
8,316
3,553
,004
3467,222
1
3467,222
1481,573
,000
motivatieconditie
4,044
2
2,022
,864
,423
productconditie
9,800
1
9,800
4,188
,042
27,733
2
13,867
5,925
,003
Error
407,200
174
2,340
Total
3916,000
180
448,778
179
Corrected Model
41,578
Intercept
motivatieconditie * productconditie
Corrected Total
a. R Squared = ,093 (Adjusted R Squared = ,067)
1. productconditie Dependent Variable:In welke mate kan je met dit product indruk maken op anderen? Std. productconditie
Mean
Error
95% Confidence Interval Lower Bound
Upper Bound
publiek
4,622
,161
4,304
4,940
privaat
4,156
,161
3,837
4,474
XXV
2. motivatieconditie * productconditie Dependent Variable:In welke mate kan je met dit product indruk maken op anderen? 95% Confidence Interval
productco motivatieconditie
nditie
costly signal
publiek
5,167
,279
4,615
5,718
privaat
3,633
,279
3,082
4,185
publiek
4,033
,279
3,482
4,585
privaat
4,367
,279
3,815
4,918
publiek
4,667
,279
4,115
5,218
privaat
4,467
,279
3,915
5,018
supernormal stimulus
controle
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie en productconditie op status Between-Subjects Factors Value Label productconditie
motivatieconditie
N
1,00
publiek
90
2,00
privaat
90
1,00
costly signal
60
2,00
supernormal
60
stimulus 3,00
controle
60
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:In welke mate geeft dit product je status? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
5
8,672
3,950
,002
3183,606
1
3183,606
1449,997
,000
motivatieconditie
1,678
2
,839
,382
,683
productconditie
3,472
1
3,472
1,581
,210
38,211
2
19,106
8,702
,000
Error
382,033
174
2,196
Total
3609,000
180
425,394
179
Corrected Model Intercept
motivatieconditie *
43,361
productconditie
Corrected Total
a. R Squared = ,102 (Adjusted R Squared = ,076)
XXVI
1. motivatieconditie * productconditie Dependent Variable:In welke mate geeft dit product je status? 95% Confidence Interval
motivatieconditie productconditie costly signal
Mean
Std.
Lower
Upper
Error
Bound
Bound
publiek
4,967
,271
4,433
5,501
privaat
3,400
,271
2,866
3,934
supernormal
publiek
4,000
,271
3,466
4,534
stimulus
privaat
4,200
,271
3,666
4,734
controle
publiek
4,067
,271
3,533
4,601
privaat
4,600
,271
4,066
5,134
Sociale motivaties
3.3
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en productconditie op aantrekkelijkheid
Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie
productconditie
N
1,00
costly signal
60
3,00
controle
60
1,00
publiek
60
2,00
privaat
60
XXVII
Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Std. motivatieconditie productconditie costly signal
controle
Total
Mean
Deviation
N
publiek
4,5333
1,22428
30
privaat
4,5667
1,56873
30
Total
4,5500
1,39521
60
publiek
4,6333
1,54213
30
privaat
4,6000
1,47625
30
Total
4,6167
1,49680
60
publiek
4,5833
1,38137
60
privaat
4,5833
1,51032
60
Total
4,5833
1,44119
120
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
,056
,026
,994
2520,833
1
2520,833
1183,873
,000
motivatieconditie
,133
1
,133
,063
,803
productconditie
,000
1
,000
,000
1,000
motivatieconditie *
,033
1
,033
,016
,901
Error
247,000
116
2,129
Total
2768,000
120
247,167
119
Corrected Model
,167
Intercept
productconditie
Corrected Total
a. R Squared = ,001 (Adjusted R Squared = -,025)
T-test: het verschil de costly signal conditie met het publieke en private product op aantrekkelijkheid Group Statistics productconditie Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
a
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
publiek
30
4,5333
1,22428
,22352
privaat
30
4,5667
1,56873
,28641
a. motivatieconditie = costly signal
XXVIII
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F Hoe
Equal
Sig.
1,454
,233
t
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Difference Lower
Upper
-,092
58
,927
-,03333
,36331
-,76057
,69391
-,092
54,767
,927
-,03333
,36331
-,76149
,69482
aantrekkelijk variances is dit product assumed voor u?
Equal variances not assumed
a. motivatieconditie = costly signal
Het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en geslacht op aantrekkelijkheid
Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie 1,00
geslacht
N
costly signal
60
3,00
controle
60
1,00
man
60
2,00
vrouw
60
XXIX
Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? motivatieconditie geslacht
Mean
costly signal
man
4,6667
1,34762
30
vrouw
4,4333
1,45468
30
Total
4,5500
1,39521
60
man
4,3333
1,60459
30
vrouw
4,9000
1,34805
30
Total
4,6167
1,49680
60
man
4,5000
1,47866
60
vrouw
4,6667
1,41021
60
Total
4,5833
1,44119
120
controle
Total
Std. Deviation
N
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
1,922
,924
,432
2520,833
1
2520,833
1211,337
,000
motivatieconditie
,133
1
,133
,064
,801
geslacht
,833
1
,833
,400
,528
4,800
1
4,800
2,307
,132
Error
241,400
116
2,081
Total
2768,000
120
247,167
119
Corrected Model
5,767
Intercept
motivatieconditie * geslacht
Corrected Total
a. R Squared = ,023 (Adjusted R Squared = -,002)
T-test: het verschil tussen de costly signal conditie en de controleconditie op aantrekkelijkheid voor mannen en vrouwen Group Statistics motivatieconditie Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
a
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
costly signal
30
4,6667
1,34762
,24604
controle
30
4,3333
1,60459
,29296
a. geslacht = man
XXX
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of
F Hoe
Equal
Sig.
,353
t
,555
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
the Difference Lower
Upper
,871
58
,387
,33333
,38257
-,43246
1,09913
,871
56,319
,387
,33333
,38257
-,43295
1,09962
aantrekkelijk variances is dit product assumed voor u?
Equal variances not assumed
a. geslacht = man
Group Statistics motivatieconditie Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
a
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
costly signal
30
4,4333
1,45468
,26559
controle
30
4,9000
1,34805
,24612
a. geslacht = vrouw
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the Mean
F Hoe
Equal
Sig. ,422
,519
t
df
-1,289
Sig. (2-tailed) Difference
Std. Error Difference
Difference Lower
Upper
58
,203
-,46667
,36209
-1,19147
,25814
-1,289 57,667
,203
-,46667
,36209
-1,19156
,25823
aantrekkelijk variances is dit product assumed voor u?
Equal variances not assumed
a. geslacht = vrouw
XXXI
Drie-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle), productconditie en geslacht op aantrekkelijkheid Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie 1,00 costly signal
geslacht
productconditie
N 60
3,00 controle
60
1,00 man
60
2,00 vrouw
60
1,00 publiek
60
2,00 privaat
60
Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Std. motivatieconditie geslacht productconditie costly signal
man
vrouw
Total
controle
man
vrouw
Total
Mean
Deviation
N
publiek
4,8000
1,08233
15
privaat
4,5333
1,59762
15
Total
4,6667
1,34762
30
publiek
4,2667
1,33452
15
privaat
4,6000
1,59463
15
Total
4,4333
1,45468
30
publiek
4,5333
1,22428
30
privaat
4,5667
1,56873
30
Total
4,5500
1,39521
60
publiek
4,5333
1,68466
15
privaat
4,1333
1,55226
15
Total
4,3333
1,60459
30
publiek
4,7333
1,43759
15
privaat
5,0667
1,27988
15
Total
4,9000
1,34805
30
publiek
4,6333
1,54213
30
XXXII
Total
man
vrouw
Total
privaat
4,6000
1,47625
30
Total
4,6167
1,49680
60
publiek
4,6667
1,39786
30
privaat
4,3333
1,56102
30
Total
4,5000
1,47866
60
publiek
4,5000
1,38340
30
privaat
4,8333
1,44039
30
Total
4,6667
1,41021
60
publiek
4,5833
1,38137
60
privaat
4,5833
1,51032
60
Total
4,5833
1,44119 120
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
7
1,310
,616
,742
2520,833
1
2520,833
1186,275
,000
motivatieconditie
,133
1
,133
,063
,803
geslacht
,833
1
,833
,392
,532
productconditie
,000
1
,000
,000
1,000
4,800
1
4,800
2,259
,136
,033
1
,033
,016
,901
3,333
1
3,333
1,569
,213
,033
1
,033
,016
,901
Error
238,000
112
2,125
Total
2768,000
120
247,167
119
Corrected Model Intercept
motivatieconditie * geslacht motivatieconditie *
9,167
productconditie geslacht * productconditie motivatieconditie * geslacht * productconditie
Corrected Total
a. R Squared = ,037 (Adjusted R Squared = -,023)
XXXIII
Twee-factor-ANOVA: het effect van motief (sociaal/persoonlijk) en geslacht op socpers Descriptive Statistics Dependent Variable:socpers
Between-Subjects Factors Value Label Motief
N
Motief
geslacht
Mean
Std. Deviation
N
sociaal
man
4,9583
,92351
90
1,00
sociaal
179
2,00
persoonlijk
180
vrouw
5,2556
,89663
89
man
180
Total
5,1061
,91984
179
vrouw
179
man
4,6500
,90706
90
vrouw
4,5889
1,02655
90
Total
4,6194
,96643
180
man
4,8042
,92576
180
vrouw
4,9204
1,01790
179
Total
4,8621
,97317
359
geslacht 1,00 2,00
persoonlijk
Total
XXXIV
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:socpers Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
8,461
9,576
,000
8490,443
1
8490,443
9609,248
,000
21,332
1
21,332
24,143
,000
geslacht
1,251
1
1,251
1,416
,235
Motief * geslacht
2,882
1
2,882
3,262
,072
Error
313,667
355
,884
Total
8825,875
359
339,050
358
Corrected Model
25,382
Intercept Motief
Corrected Total
a. R Squared = ,075 (Adjusted R Squared = ,067)
T-test: het verschil tussen sociale en persoonlijke motivaties voor mannen en vrouwen Group Statistics Motief socpers
N
Mean
a
Std. Deviation
Std. Error Mean
sociaal
90
4,9583
,92351
,09735
persoonlijk
90
4,6500
,90706
,09561
a. geslacht = man
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the Mean
F socpers
Equal
,003
Sig. ,960
t
df
Sig. (2-tailed) Difference
Difference
Std. Error Difference
Lower
Upper
2,260
178
,025
,30833
,13645
,03907
,57760
2,260
177,942
,025
,30833
,13645
,03907
,57760
variances assumed Equal variances not assumed a. geslacht = man
XXXV
T-test: het verschil tussen mannen en vrouwen wat betreft sociale motivatie Group Statistics geslacht sociale motivatie
N
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
man
90
4,9583
,92351
,09735
vrouw
89
5,2556
,89663
,09504
Independent Samples Test Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of
F sociale
Equal variances
Sig.
,365
,547
t
df
Sig. (2-
Mean
Std. Error
tailed)
Difference
Difference
the Difference Lower
Upper
-2,185
177
,030
-,29728
,13607
-,56582
-,02875
-2,185
176,941
,030
-,29728
,13605
-,56577
-,02880
motivatie assumed Equal variances not assumed
Twee-factor-ANOVA: het effect van motief (exclusiviteit/excellente kwaliteit) en geslacht op exclkwali Between-Subjects Factors Value Label geslacht
Motief
Descriptive Statistics N
Dependent Variable:exclkwali
1,00
man
172
Motief
geslacht
Mean
2,00
vrouw
176
exclusiviteit
man
51,8256
20,21426
86
1,00
exclusiviteit
174
vrouw
55,3182
18,24328
88
2,00
excellente
174
Total
53,5920
19,26662
174
man
48,1744
20,21426
86
vrouw
44,6818
18,24328
88
Total
46,4080
19,26662
174
man
50,0000
20,23806
172
vrouw
50,0000
18,95679
176
Total
50,0000
19,57223
348
kwaliteit
Excellente
Std. Deviation
N
kwaliteit
Total
XXXVI
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:exclkwali Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
1850,350
4,997
,002
Intercept
869885,057
1
869885,057
2349,288
,000
geslacht
,000
1
,000
,000
1,000
Motief
4439,315
1
4439,315
11,989
,001
geslacht * Motief
1061,108
1
1061,108
2,866
,091
Error
127374,949
344
370,276
Total
1002926,000
348
132926,000
347
Corrected Model
Corrected Total
5551,051
a. R Squared = ,042 (Adjusted R Squared = ,033)
1. Motief Dependent Variable:exclkwali 95% Confidence Interval Motief
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
exclusiviteit
53,572
1,459
50,702
56,441
Excellente kwaliteit
46,428
1,459
43,559
49,298
T-test: het verschil tussen exclusiviteit en excellente kwaliteit voor mannen en vrouwen
Group Statistics Motief exclkwali
N
a
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
exclusiviteit
86
51,8256
20,21426
2,17976
excellente kwaliteit
86
48,1744
20,21426
2,17976
a. geslacht = man
xxxvii
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F exclkwali Equal
Sig.
,000
1,000
t
df
1,184
Sig. (2-tailed)
Difference
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Lower
Upper
170
,238
3,65116
3,08265
-2,43403
9,73636
1,184 170,0
,238
3,65116
3,08265
-2,43403
9,73636
variances assumed Equal variances
00
not assumed a. geslacht = man Group Statistics Motief exclkwali
N
a
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
exclusiviteit
88
55,3182
18,24328
1,94474
excellente kwaliteit
88
44,6818
18,24328
1,94474
a. geslacht = vrouw Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F exclkwali Equal
,000
Sig. 1,000
t 3,867
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Difference Lower
Upper
174
,000
10,63636
2,75028
5,20816 16,06456
3,867 174,00
,000
10,63636
2,75028
5,20816 16,06456
variances assumed Equal variances not
0
assumed
xxxviii
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F exclkwali Equal
Sig.
,000
t
1,000
df
3,867
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Difference Lower
Upper
174
,000
10,63636
2,75028
5,20816 16,06456
3,867 174,00
,000
10,63636
2,75028
5,20816 16,06456
variances assumed Equal variances not
0
assumed a. geslacht = vrouw
T-test: het verschil tussen mannen en vrouwen op exclusiviteit
Group Statistics geslacht exclkwali
N
Mean
a
Std. Deviation
Std. Error Mean
man
86
51,8256
20,21426
2,17976
vrouw
88
55,3182
18,24328
1,94474
a. Motief = exclusiviteit
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of
F exclkwali Equal
3,557
Sig. ,061
t
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
the Difference Lower
Upper
-1,197
172
,233
-3,49260
2,91774
-9,25179
2,26659
-1,196
169,344
,234
-3,49260
2,92119
-9,25924
2,27404
variances assumed Equal variances not assumed
xxxix
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of
F exclkwali Equal
Sig.
3,557
t
,061
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
the Difference Lower
Upper
-1,197
172
,233
-3,49260
2,91774
-9,25179
2,26659
-1,196
169,344
,234
-3,49260
2,92119
-9,25924
2,27404
variances assumed Equal variances not assumed a. Motief = exclusiviteit
Drie-factor-ANOVA: het effect van motief (sociaal/persoonlijk), geslacht en PrivPubl op motiefpupr
Between-Subjects Factors Value Label Motief
PrivPubl
geslacht
N
1,00
sociaal
357
2,00
persoonlijk
360
1,00
privaat
358
2,00
publiek
359
1,00
man
359
2,00
vrouw
358
Descriptive Statistics Dependent Variable:motiefpupr Motief
PrivPubl
geslacht
sociaal
privaat
man
4,3146
1,22679
89
vrouw
4,4270
1,35900
89
Total
4,3708
1,29215
178
man
5,7389
,82014
90
publiek
Mean
Std. Deviation
xl
N
Total
persoonlijk
privaat
publiek
Total
Total
privaat
publiek
Total
vrouw
5,9326
,89962
89
Total
5,8352
,86363
179
man
5,0307
1,26109
179
vrouw
5,1798
1,37496
178
Total
5,1050
1,31935
357
man
4,8722
,96443
90
vrouw
5,2111
1,07311
90
Total
5,0417
1,03145
180
man
4,4333
1,02825
90
vrouw
4,6111
1,08818
90
Total
4,5222
1,05944
180
man
4,6528
1,01813
180
vrouw
4,9111
1,11885
180
Total
4,7819
1,07599
360
man
4,5950
1,13458
179
vrouw
4,8212
1,28196
179
Total
4,7081
1,21412
358
man
5,0861
1,13518
180
vrouw
5,2682
1,19633
179
Total
5,1769
1,16800
359
man
4,8412
1,15967
359
vrouw
5,0447
1,25821
358
Total
4,9428
1,21331
717
xli
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:motiefpupr Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
7
34,746
30,383
,000
17515,313
1
17515,313
15316,007
,000
Motief
18,506
1
18,506
16,182
,000
PrivPubl
40,060
1
40,060
35,030
,000
geslacht
7,583
1
7,583
6,631
,010
Motief * PrivPubl
176,458
1
176,458
154,302
,000
Motief * geslacht
,497
1
,497
,435
,510
PrivPubl * geslacht
,071
1
,071
,062
,803
Motief * PrivPubl * geslacht
,659
1
,659
,576
,448
Error
810,809
709
1,144
Total
18571,375
717
1054,031
716
Corrected Model
243,221
Intercept
Corrected Total
a. R Squared = ,231 (Adjusted R Squared = ,223)
1. Motief Dependent Variable:motiefpupr 95% Confidence Interval Motief
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
sociaal
5,103
,057
4,992
5,214
persoonlijk
4,782
,056
4,671
4,893
2. PrivPubl Dependent Variable:motiefpupr 95% Confidence Interval PrivPubl
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
privaat
4,706
,057
4,595
4,817
publiek
5,179
,056
5,068
5,290
xlii
3. Motief * PrivPubl Dependent Variable:motiefpupr 95% Confidence Interval Motief
PrivPubl
sociaal
privaat
4,371
,080
4,213
4,528
publiek
5,836
,080
5,679
5,993
privaat
5,042
,080
4,885
5,198
publiek
4,522
,080
4,366
4,679
persoonlijk
3.4
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
Persoonlijke motivaties
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal
stimulus/controle) en productconditie op aantrekkelijkheid Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie
2,00
N
supernormal
60
stimulus
productconditie
3,00
controle
60
1,00
publiek
60
2,00
privaat
60
Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? motivatieconditie
productconditie
Mean
Std. Deviation
N
supernormal stimulus publiek
4,4333
1,73570
30
privaat
4,8667
1,10589
30
Total
4,6500
1,45934
60
publiek
4,6333
1,54213
30
privaat
4,6000
1,47625
30
Total
4,6167
1,49680
60
publiek
4,5333
1,63092
60
privaat
4,7333
1,30015
60
Total
4,6333
1,47206
120
controle
Total
xliii
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
,956
,435
,729
2576,133
1
2576,133
1171,888
,000
,033
1
,033
,015
,902
productconditie
1,200
1
1,200
,546
,461
motivatieconditie *
1,633
1
1,633
,743
,390
Error
255,000
116
2,198
Total
2834,000
120
257,867
119
Corrected Model
2,867
Intercept motivatieconditie
productconditie
Corrected Total
a. R Squared = ,011 (Adjusted R Squared = -,014)
T-test: het verschil tussen de supernormal stimulus conditie met het
publieke en private product op aantrekkelijkheid Group Statistics
a
productco nditie Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
publiek
30
4,4333
1,73570
,31689
privaat
30
4,8667
1,10589
,20191
a. motivatieconditie = supernormal stimulus
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of Mean
F Hoe
Equal
6,592
Sig. ,013
t
df
Sig. (2-tailed) Difference
Std. Error Difference
the Difference Lower
Upper
-1,153
58
,254
-,43333
,37575
-1,18548
,31881
-1,153
49,214
,254
-,43333
,37575
-1,18835
,32168
aantrekkelijk variances is dit product assumed voor u?
Equal variances not assumed
a. motivatieconditie = supernormal stimulus
xliv
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal
stimulus/controle) en productconditie op ‘Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel zien?’
Between-Subjects Factors
Descriptive Statistics
Value Label motivatieconditie 2,00
supernorm
Dependent Variable:Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel N
zien? 60
al stimulus
productconditie
Std. motivatieconditie
3,00
controle
60
1,00
publiek
60
2,00
privaat
60
productconditie
Mean
Deviation
supernormal stimulus publiek
2,8000
1,34933
30
privaat
3,5333
1,40770
30
Total
3,1667
1,41621
60
publiek
2,4667
,86037
30
privaat
2,7000
1,11880
30
Total
2,5833
,99646
60
publiek
2,6333
1,13446
60
privaat
3,1167
1,32884
60
Total
2,8750
1,25399
120
controle
Total
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel zien? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Corrected Model
19,092
a
3
6,364
4,393
,006
Intercept
991,875
1
991,875
684,730
,000
10,208
1
10,208
7,047
,009
productconditie
7,008
1
7,008
4,838
,030
motivatieconditie *
1,875
1
1,875
1,294
,258
Error
168,033
116
1,449
Total
1179,000
120
187,125
119
motivatieconditie
productconditie
Corrected Total
N
a. R Squared = ,102 (Adjusted R Squared = ,079)
xlv
1. motivatieconditie Dependent Variable:Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel zien? 95% Confidence Interval motivatieconditie
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
supernormal stimulus
3,167
,155
2,859
3,474
controle
2,583
,155
2,276
2,891
2. productconditie Dependent Variable:Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel zien? 95% Confidence Interval
productco nditie
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
publiek
2,633
,155
2,326
2,941
privaat
3,117
,155
2,809
3,424
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal
stimulus/controle) en productconditie op ‘Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u dit product kunt aankopen)?’ Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie 2,00
supernormal
Descriptive Statistics N
Dependent Variable:Zou u actief op zoek gaan naar dit product 60
(zodat u dit product kunt aankopen)?
stimulus
productconditie
Std.
3,00
controle
60
1,00
publiek
60
2,00
privaat
60
motivatieconditie
productconditie
Mean
supernormal
publiek
2,4333
1,30472
30
privaat
3,0667
1,50707
30
Total
2,7500
1,43356
60
publiek
1,9667
,99943
30
privaat
2,3000
1,17884
30
Total
2,1333
1,09648
60
publiek
2,2000
1,17603
60
privaat
2,6833
1,39602
60
Total
2,4417
1,30800
120
stimulus
controle
Total
xlvi
Deviation
N
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u dit product kunt aankopen)? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Corrected Model
19,092
a
3
6,364
4,001
,009
Intercept
715,408
1
715,408
449,796
,000
11,408
1
11,408
7,173
,008
7,008
1
7,008
4,406
,038
,675
1
,675
,424
,516
Error
184,500
116
1,591
Total
919,000
120
Corrected Total
203,592
119
motivatieconditie productconditie motivatieconditie * productconditie
a. R Squared = ,094 (Adjusted R Squared = ,070)
1. motivatieconditie Dependent Variable:Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u dit product kunt aankopen)? 95% Confidence Interval motivatieconditie
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
supernormal stimulus
2,750
,163
2,428
3,072
controle
2,133
,163
1,811
2,456
2. productconditie Dependent Variable:Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u dit product kunt aankopen)? 95% Confidence Interval
productco nditie
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
publiek
2,200
,163
1,878
2,522
privaat
2,683
,163
2,361
3,006
xlvii
Drie-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal
stimulus/controle), productconditie en geslacht op ‘Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel zien?
Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie
2,00
N
supernormal
60
stimulus
productconditie
geslacht
3,00
controle
60
1,00
publiek
60
2,00
privaat
60
1,00
man
60
2,00
vrouw
60
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Zou u dit product aankopen moest u het in een winkel zien? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Corrected Model
19,392
a
7
2,770
1,850
,085
Intercept
991,875
1
991,875
662,301
,000
10,208
1
10,208
6,816
,010
7,008
1
7,008
4,680
,033
,208
1
,208
,139
,710
1,875
1
1,875
1,252
,266
motivatieconditie * geslacht
,075
1
,075
,050
,823
productconditie * geslacht
,008
1
,008
,006
,941
motivatieconditie *
,008
1
,008
,006
,941
Error
167,733
112
1,498
Total
1179,000
120
187,125
119
motivatieconditie productconditie geslacht motivatieconditie * productconditie
productconditie * geslacht
Corrected Total
a. R Squared = ,104 (Adjusted R Squared = ,048)
xlviii
Drie-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal
stimulus/controle), productconditie en geslacht op ‘Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u dit product kunt aankopen)?’
Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie
2,00
N
supernormal
60
stimulus
productconditie
geslacht
3,00
controle
60
1,00
publiek
60
2,00
privaat
60
1,00
man
60
2,00
vrouw
60
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Zou u actief op zoek gaan naar dit product (zodat u dit product kunt aankopen)? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
Corrected Model
20,258
a
7
2,894
1,768
,101
Intercept
715,408
1
715,408
437,049
,000
11,408
1
11,408
6,969
,009
7,008
1
7,008
4,281
,041
geslacht
,675
1
,675
,412
,522
motivatieconditie *
,675
1
,675
,412
,522
motivatieconditie * geslacht
,075
1
,075
,046
,831
productconditie * geslacht
,008
1
,008
,005
,943
motivatieconditie *
,408
1
,408
,249
,618
Error
183,333
112
1,637
Total
919,000
120
Corrected Total
203,592
119
motivatieconditie productconditie
productconditie
productconditie * geslacht
a. R Squared = ,100 (Adjusted R Squared = ,043)
xlix
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal
stimulus/controle) en geslacht op aantrekkelijkheid Between-Subjects Factors Value Label geslacht
motivatieconditie
N
1,00
man
60
2,00
vrouw
60
2,00
supernormal
60
stimulus 3,00
controle
60
Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? geslacht motivatieconditie man
vrouw
Total
Mean
Std. Deviation
N
supernormal stimulus
4,6333
1,62912
30
controle
4,3333
1,60459
30
Total
4,4833
1,61026
60
supernormal stimulus
4,6667
1,29544
30
controle
4,9000
1,34805
30
Total
4,7833
1,31602
60
supernormal stimulus
4,6500
1,45934
60
controle
4,6167
1,49680
60
Total
4,6333
1,47206
120
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
1,622
,744
,528
Intercept
2576,133
1
2576,133
1181,152
,000
geslacht
2,700
1
2,700
1,238
,268
,033
1
,033
,015
,902
2,133
1
2,133
,978
,325
Error
253,000
116
2,181
Total
2834,000
120
257,867
119
Corrected Model
motivatieconditie geslacht * motivatieconditie
Corrected Total
4,867
a. R Squared = ,019 (Adjusted R Squared = -,007)
l
Drie-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal
stimulus/controle), productconditie en geslacht op aantrekkelijkheid Between-Subjects Factors Value Label geslacht
N
1,00
man
60
2,00
vrouw
60
supernormal
60
motivatieconditie 2,00
stimulus
productconditie
3,00
controle
60
1,00
publiek
60
2,00
privaat
60 Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Std. geslacht motivatieconditie
productconditie
Mean
man
publiek
4,5333
1,99523
15
privaat
4,7333
1,22280
15
Total
4,6333
1,62912
30
publiek
4,5333
1,68466
15
privaat
4,1333
1,55226
15
Total
4,3333
1,60459
30
publiek
4,5333
1,81437
30
privaat
4,4333
1,40647
30
Total
4,4833
1,61026
60
supernormal
publiek
4,3333
1,49603
15
stimulus
privaat
5,0000
1,00000
15
Total
4,6667
1,29544
30
publiek
4,7333
1,43759
15
privaat
5,0667
1,27988
15
Total
4,9000
1,34805
30
publiek
4,5333
1,45586
30
privaat
5,0333
1,12903
30
Total
4,7833
1,31602
60
publiek
4,4333
1,73570
30
supernormal stimulus
controle
Total
vrouw
controle
Total
Total
supernormal
li
Deviation
N
stimulus
controle
Total
privaat
4,8667
1,10589
30
Total
4,6500
1,45934
60
publiek
4,6333
1,54213
30
privaat
4,6000
1,47625
30
Total
4,6167
1,49680
60
publiek
4,5333
1,63092
60
privaat
4,7333
1,30015
60
Total
4,6333
1,47206
120
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
7
1,505
,681
,687
Intercept
2576,133
1
2576,133
1166,551
,000
geslacht
2,700
1
2,700
1,223
,271
,033
1
,033
,015
,902
productconditie
1,200
1
1,200
,543
,463
geslacht * motivatieconditie
2,133
1
2,133
,966
,328
geslacht * productconditie
2,700
1
2,700
1,223
,271
motivatieconditie *
1,633
1
1,633
,740
,392
,133
1
,133
,060
,806
Error
247,333
112
2,208
Total
2834,000
120
257,867
119
Corrected Model
motivatieconditie
10,533
productconditie geslacht * motivatieconditie * productconditie
Corrected Total
a. R Squared = ,041 (Adjusted R Squared = -,019)
lii
T-test: het verschil tussen de supernormal stimulus conditie met het
publieke en private product op aantrekkelijkheid voor mannen en vrouwen Group Statistics productconditie Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
a
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
publiek
15
4,5333
1,99523
,51517
privaat
15
4,7333
1,22280
,31573
a. geslacht = man
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F Hoe
Equal
4,550
Sig. ,042
t
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Difference Lower
Upper
-,331
28
,743
-,20000
,60422
-1,43768
1,03768
-,331
23,217
,744
-,20000
,60422
-1,44928
1,04928
aantrekkelijk is variances dit product voor u?
assumed Equal variances not assumed
liii
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F Hoe
Equal
Sig.
4,550
t
,042
df
Sig. (2-tailed)
Difference
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Lower
Upper
-,331
28
,743
-,20000
,60422
-1,43768
1,03768
-,331
23,217
,744
-,20000
,60422
-1,44928
1,04928
aantrekkelijk is variances dit product voor u?
assumed Equal variances not assumed
a. geslacht = man
Group Statistics productconditie Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
a
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
publiek
15
4,3333
1,49603
,38627
privaat
15
5,0000
1,00000
,25820
a. geslacht = vrouw
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of Mean
F Hoe
Equal
1,691
Sig. ,204
t
df
Sig. (2-tailed) Difference
Std. Error Difference
the Difference Lower
Upper
-1,435
28
,162
-,66667
,46462
-1,61840
,28507
-1,435
24,429
,164
-,66667
,46462
-1,62471
,29137
aantrekkelijk variances is dit product assumed voor u?
Equal variances not assumed
a. geslacht = vrouw
liv
T-test: het verschil tussen mannen en vrouwen op de aankoop van private
luxeproducten omwille van persoonlijke motivaties
Group Statistics geslacht persoonlijke motivatie voor private luxeproducten
N
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
man
90
4,8722
,96443
,10166
vrouw
90
5,2111
1,07311
,11312
Independent Samples Test Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of
F persoonlijke
Equal
1,038
Sig. ,310
t
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
the Difference Lower
Upper
-2,228
178
,027
-,33889
,15208
-,63901
-,03877
-2,228
176,008
,027
-,33889
,15208
-,63903
-,03874
motivatie voor variances private luxeproducten
assumed Equal variances not assumed
T-test: het verschil tussen mannen en vrouwen op persoonlijke motivatie
Group Statistics geslacht persoonlijke motivatie
N
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
man
90
4,6500
,90706
,09561
vrouw
90
4,5889
1,02655
,10821
lv
Independent Samples Test Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F persoonlijke Equal variances motivatie
Sig.
1,983
t
,161
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Difference Lower
Upper
,423
178
,673
,06111
,14440
-,22384
,34606
,423
175,342
,673
,06111
,14440
-,22387
,34609
assumed Equal variances not assumed
T-test: het verschil tussen mannen en vrouwen op excellente kwaliteit Group Statistics geslacht exclkwali
N
Mean
a
Std. Deviation
Std. Error Mean
man
86
48,1744
20,21426
2,17976
vrouw
88
44,6818
18,24328
1,94474
a. Motief = excellente kwaliteit
Independent Samples Test
a
Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F exclkwali Equal
3,557
Sig. ,061
t
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Difference Lower
Upper
1,197
172
,233
3,49260
2,91774
-2,26659
9,25179
1,196
169,344
,234
3,49260
2,92119
-2,27404
9,25924
variances assumed Equal variances not assumed a. Motief = excellente kwaliteit
lvi
3.5
Invloed van persoonlijkheidskenmerken
T-test: het verschil tussen mannen en vrouwen op prestige sensitivity Group Statistics geslacht prestige sensitivity
N
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
man
90
2,7457
,92802
,09782
vrouw
89
2,5643
,74068
,07851
Independent Samples Test Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the Mean
F prestige
Equal
sensitivity
variances
Sig.
1,930
t
,167
df
Sig. (2-tailed) Difference
Std. Error Difference
Difference Lower
Upper
1,444
177
,150
,18138
,12559
-,06646
,42923
1,446
169,471
,150
,18138
,12543
-,06623
,42899
assumed Equal variances not assumed
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en prestige2cat op aantrekkelijkheid
Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie 1,00
PRESTIGE2cat
N
costly signal
58
3,00
controle
55
1,00
laag prestige
58
sensitive 2,00
hoog prestige
55
sensitive
lvii
Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Std. motivatieconditie PRESTIGE2cat costly signal
laag prestige
Mean
Deviation
N
4,2069
1,47308
29
4,9310
1,27982
29
Total
4,5690
1,41560
58
laag prestige
4,1724
1,39050
29
5,1538
1,43366
26
Total
4,6364
1,48279
55
laag prestige
4,1897
1,41987
58
5,0364
1,34665
55
4,6018
1,44259
113
sensitive hoog prestige sensitive
controle
sensitive hoog prestige sensitive
Total
sensitive hoog prestige sensitive Total
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
6,979
3,586
,016
2402,416
1
2402,416
1234,370
,000
,250
1
,250
,128
,721
20,499
1
20,499
10,532
,002
,466
1
,466
,240
,625
Error
212,143
109
1,946
Total
2626,000
113
233,080
112
Corrected Model Intercept motivatieconditie PRESTIGE2cat motivatieconditie *
20,936
PRESTIGE2cat
Corrected Total
a. R Squared = ,090 (Adjusted R Squared = ,065)
lviii
T-test: het verschil tussen hoog en laag prestige sensitive mensen binnen de costly signal conditie Group Statistics PRESTIGE2cat Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
laag prestige sensitive
29
4,2069
1,47308
,27354
hoog prestige sensitive
29
4,9310
1,27982
,23766
Independent Samples Test Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval
F Hoe
Equal
Sig. ,216
t
,644
df
Sig. (2-
Mean
Std. Error
tailed)
Difference
Difference
of the Difference Lower
Upper
-1,998
56
,051
-,72414
,36236
-1,45004
,00176
-1,998
54,928
,051
-,72414
,36236
-1,45035
,00207
aantrekkelijk variances is dit product assumed voor u?
Equal variances not assumed
Drie-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle), geslacht en prestige2cat op aantrekkelijkheid
Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie
PRESTIGE2cat
N
1,00
costly signal
58
3,00
controle
55
1,00
laag prestige
58
sensitive 2,00
hoog prestige
55
sensitive geslacht
1,00
man
57
2,00
vrouw
56
lix
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
7
4,262
2,202
,040
2403,215
1
2403,215
1241,526
,000
,293
1
,293
,151
,698
19,985
1
19,985
10,325
,002
2,158
1
2,158
1,115
,293
,445
1
,445
,230
,633
motivatieconditie * geslacht
6,859
1
6,859
3,543
,063
PRESTIGE2cat * geslacht
,030
1
,030
,016
,901
motivatieconditie *
,028
1
,028
,015
,904
Error
203,248
105
1,936
Total
2626,000
113
233,080
112
Corrected Model
29,832
Intercept motivatieconditie PRESTIGE2cat geslacht motivatieconditie * PRESTIGE2cat
PRESTIGE2cat * geslacht
Corrected Total
a. R Squared = ,128 (Adjusted R Squared = ,070)
Vier-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle), geslacht, prestige2cat en productconditie op aantrekkelijkheid Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie
productconditie
geslacht
PRESTIGE2cat
N
1,00
costly signal
58
3,00
controle
55
1,00
publiek
58
2,00
privaat
55
1,00
man
57
2,00
vrouw
56
1,00
laag prestige
58
sensitive 2,00
hoog prestige
55
sensitive
lx
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
15
2,847
1,451
,140
Intercept
2147,709
1
2147,709
1094,304
,000
geslacht
4,007
1
4,007
2,041
,156
motivatieconditie
,463
1
,463
,236
,628
productconditie
,855
1
,855
,436
,511
PRESTIGE2cat
19,876
1
19,876
10,127
,002
geslacht * motivatieconditie
7,807
1
7,807
3,978
,049
geslacht * productconditie
6,890
1
6,890
3,511
,064
geslacht * PRESTIGE2cat
,083
1
,083
,042
,838
motivatieconditie *
,426
1
,426
,217
,643
,166
1
,166
,084
,772
,965
1
,965
,492
,485
,526
1
,526
,268
,606
,458
1
,458
,234
,630
,704
1
,704
,358
,551
3,364
1
3,364
1,714
,194
,393
1
,393
,200
,656
Error
190,375
97
1,963
Total
2626,000
113
233,080
112
Corrected Model
42,705
productconditie motivatieconditie * PRESTIGE2cat productconditie * PRESTIGE2cat geslacht * motivatieconditie * productconditie geslacht * motivatieconditie * PRESTIGE2cat geslacht * productconditie * PRESTIGE2cat motivatieconditie * productconditie * PRESTIGE2cat geslacht * motivatieconditie * productconditie * PRESTIGE2cat
Corrected Total
a. R Squared = ,183 (Adjusted R Squared = ,057)
lxi
geslacht * motivatieconditie Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? 95% Confidence Interval geslacht motivatieconditie man
vrouw
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
costly signal
4,679
,261
4,161
5,196
controle
4,253
,272
3,713
4,792
costly signal
4,519
,306
3,911
5,127
controle
5,219
,288
4,648
5,790
Vier-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (supernormal stimulus/controle), productconditie, geslacht en prestige2cat op aantrekkelijkheid
Between-Subjects Factors Value Label PRESTIGE2cat
1,00
N
laag prestige
54
sensitive 2,00
hoog prestige
58
sensitive geslacht
motivatieconditie
1,00
man
57
2,00
vrouw
55
2,00
supernormal
57
stimulus
productconditie
3,00
controle
55
1,00
publiek
57
2,00
privaat
55
Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source Corrected Model Intercept PRESTIGE2cat
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
15
4,037
2,223
,010
2233,559
1
2233,559
1229,714
,000
14,325
1
14,325
7,887
,006
60,553
lxii
geslacht
5,447
1
5,447
2,999
,087
,802
1
,802
,441
,508
productconditie
1,824
1
1,824
1,004
,319
PRESTIGE2cat * geslacht
4,375
1
4,375
2,409
,124
,132
1
,132
,073
,788
12,567
1
12,567
6,919
,010
geslacht * motivatieconditie
6,643
1
6,643
3,657
,059
geslacht * productconditie
1,948
1
1,948
1,073
,303
motivatieconditie *
1,149
1
1,149
,632
,428
2,865
1
2,865
1,577
,212
,652
1
,652
,359
,550
,436
1
,436
,240
,625
,302
1
,302
,166
,684
5,328
1
5,328
2,933
,090
Error
174,367
96
1,816
Total
2603,000
112
234,920
111
motivatieconditie
PRESTIGE2cat * motivatieconditie PRESTIGE2cat * productconditie
productconditie PRESTIGE2cat * geslacht * motivatieconditie PRESTIGE2cat * geslacht * productconditie PRESTIGE2cat * motivatieconditie * productconditie geslacht * motivatieconditie * productconditie PRESTIGE2cat * geslacht * motivatieconditie * productconditie
Corrected Total
a. R Squared = ,258 (Adjusted R Squared = ,142)
geslacht * motivatieconditie Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? 95% Confidence Interval geslacht motivatieconditie man
vrouw
Mean
Std. Error
Lower Bound
Upper Bound
supernormal stimulus
4,584
,267
4,054
5,113
controle
4,253
,262
3,734
4,772
supernormal stimulus
4,536
,255
4,030
5,041
controle
5,219
,277
4,669
5,768
lxiii
Drie-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle), geslacht en prestige2cat op purchase intention Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie 1,00
geslacht
PRESTIGE2cat
Descriptive Statistics Dependent Variable:purchase intention
N
costly signal
56
3,00
controle
54
1,00
man
56
2,00
vrouw
54
1,00
laag prestige
58
Std. motivatieconditie geslacht PRESTIGE2cat costly signal
man
hoog
Deviation
N
3,5714
,91687
14
3,7857
,96505
14
Total
3,6786
,93010
28
laag prestige
3,1333
1,29169
15
4,0577
1,03659
13
Total
3,5625
1,25023
28
laag prestige
3,3448
1,12879
29
3,9167
,99034
27
Total
3,6205
1,09336
56
laag prestige
2,5833
,98046
15
3,6731
1,20063
13
Total
3,0893
1,20226
28
laag prestige
3,4821
1,03990
14
3,7292
,61661
12
Total
3,5962
,86336
26
laag prestige
3,0172
1,09163
29
3,7000
,94648
25
3,3333
1,07392
54
sensitive hoog prestige sensitive
sensitive 2,00
laag prestige
Mean
52
prestige
vrouw
sensitive
sensitive hoog prestige sensitive
Total
sensitive hoog prestige sensitive
controle
man
sensitive hoog prestige sensitive
vrouw
sensitive hoog prestige sensitive
Total
sensitive hoog prestige sensitive Total
lxiv
Total
man
laag prestige
3,0603
1,05993
29
3,7315
1,06502
27
Total
3,3839
1,10573
56
laag prestige
3,3017
1,16951
29
3,9000
,85999
25
Total
3,5787
1,07153
54
laag prestige
3,1810
1,11292
58
3,8125
,96619
52
3,4795
1,08848
110
sensitive hoog prestige sensitive
vrouw
sensitive hoog prestige sensitive
Total
sensitive hoog prestige sensitive Total Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:purchase intention Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
7
2,979
2,807
,010
1342,155
1
1342,155
1264,254
,000
motivatieconditie
1,996
1
1,996
1,880
,173
geslacht
1,064
1
1,064
1,002
,319
10,478
1
10,478
9,870
,002
2,149
1
2,149
2,024
,158
,067
1
,067
,063
,802
,030
1
,030
,028
,867
4,123
1
4,123
3,884
,051
Error
108,285
102
1,062
Total
1460,938
110
129,141
109
Corrected Model Intercept
PRESTIGE2cat motivatieconditie * geslacht motivatieconditie *
20,856
PRESTIGE2cat geslacht * PRESTIGE2cat motivatieconditie * geslacht * PRESTIGE2cat
Corrected Total
a. R Squared = ,162 (Adjusted R Squared = ,104)
lxv
1. motivatieconditie * geslacht * PRESTIGE2cat Dependent Variable:purchase intention 95% Confidence Interval
motivatieconditi e
geslacht PRESTIGE2cat
costly signal
man
vrouw
controle
man
vrouw
Mean
Std. Error
Lower Bound
laag prestige sensitive
3,571
,275
3,025
4,118
hoog prestige sensitive
3,786
,275
3,240
4,332
laag prestige sensitive
3,133
,266
2,606
3,661
hoog prestige sensitive
4,058
,286
3,491
4,625
laag prestige sensitive
2,583
,266
2,056
3,111
hoog prestige sensitive
3,673
,286
3,106
4,240
laag prestige sensitive
3,482
,275
2,936
4,028
hoog prestige sensitive
3,729
,297
3,139
4,319
Twee-factor-ANOVA: het effect van motivatieconditie (costly signal/controle) en mat2cat op aantrekkelijkheid Between-Subjects Factors Value Label motivatieconditie 1,00
MAT2cat
Upper Bound
N
costly signal
59
3,00
controle
59
1,00
laag materialistisch
54
2,00
hoog materialistisch
64
lxvi
Descriptive Statistics Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Std. motivatieconditie MAT2cat costly signal
Mean
laag
Deviation
N
4,5000
1,58114
26
4,6061
1,27327
33
Total
4,5593
1,40530
59
laag
4,6071
1,47421
28
4,7419
1,41345
31
Total
4,6780
1,43167
59
laag
4,5556
1,51305
54
4,6719
1,33398
64
4,6186
1,41373 118
materialistisch hoog materialistisch
controle
materialistisch hoog materialistisch
Total
materialistisch hoog materialistisch Total Tests of Between-Subjects Effects Dependent Variable:Hoe aantrekkelijk is dit product voor u? Type III Sum of Source
Squares
df
Mean Square
F
Sig.
a
3
,282
,138
,937
2490,857
1
2490,857
1218,740
,000
motivatieconditie
,432
1
,432
,211
,647
MAT2cat
,424
1
,424
,208
,650
motivatieconditie * MAT2cat
,006
1
,006
,003
,957
Error
232,993
114
2,044
Total
2751,000
118
233,839
117
Corrected Model Intercept
,846
Corrected Total
a. R Squared = ,004 (Adjusted R Squared = -,023)
T-test: het verschil tussen hoog en laag materialistische mensen op aantrekkelijkheid binnen de costly signal conditie Group Statistics MAT2cat Hoe aantrekkelijk is dit product voor u?
N
Mean
Std. Deviation
Std. Error Mean
laag materialistisch
26
4,5000
1,58114
,31009
hoog materialistisch
33
4,6061
1,27327
,22165
lxvii
Independent Samples Test Levene's Test for Equality of Variances
t-test for Equality of Means 95% Confidence Interval of the
F Hoe
Equal
1,775
Sig. ,188
t
df
Sig. (2-tailed)
Mean
Std. Error
Difference
Difference
Difference Lower
Upper
-,286
57
,776
-,10606
,37146
-,84991
,63778
-,278
47,405
,782
-,10606
,38116
-,87268
,66056
aantrekkelijk variances is dit product assumed voor u?
Equal variances not assumed
lxviii