Werkblad beschrijving interventie Voor ‘goed beschreven’
Gebruik maximaal 10 pagina’s
Peuterspel Zie ook:
http://www.loketgezondleven.nl/interventies/ Contact Centrum Gezond Leven:
Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: (Post)adres: Plaats: E-mail: Tel.: Fax: Website (van de interventie)
Gelderse Sport Federatie Postbus 60066 6800 JB (postadres) Arnhem
[email protected] 026-354 03 99 026-354 03 98 www.geldersesportfederatie.nl
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder
Naam: (Post)adres: Postcode: Plaats: E-mail: Tel.: Fax:
Kyra Jurriëns
[email protected] 026-3540363 026-3540398
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
1. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.
Einddoel en subdoelen Peuterspel draagt zorg voor een structureel en gevarieerd spel- en beweegaanbod tijdens de opvang en thuis voor kinderen van 2,5 tot en met 4 jaar via de begeleiding/coaching van de pedagogisch medewerk(st)ers van de peuterspeelzaal c.q. het kinderdagverblijf en het informeren en adviseren van ouders, zodat peuters uiteindelijk veel, gevarieerd en veilig bewegen tijdens de opvang en zich motorisch goed ontwikkelen. Subdoelstellingen Na afloop van de interventie: - hebben pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers meer kennis over het belang van gevarieerde en uitdagende beweeglessen en beweegprogramma; - hebben pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers meer kennis en vaardigheden om gevarieerde en uitdagende beweeglessen te geven; - maken pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers vaker gebruik van het sport- en speelplein en de beschikbare speeltoestellen en spelmaterialen; - zijn pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers in staat om spellen en activiteiten aan te bieden in verschillende organisatievormen; - zijn pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers in staat om de geoefende spelactiviteiten uit te voeren; - zijn pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers in staat om naast de geoefende spelactiviteiten, varianten aan te bieden; - zijn pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers in staat om veilige spelsituaties te creëren en zijn in staat om in te grijpen zodra de situatie onveilig wordt; - hebben pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers een positieve houding ten opzichte van bewegen en nemen zich voor om het komende jaar spelactiviteiten tijdens de opvang te blijven aanbieden; - kunnen pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers benoemen waarom het belangrijk is dat zij voor spelactiviteiten ruimte vrij maken in het jaarrooster; - hebben pedagogisch medewerk(st)ers/peuterleid(st)ers een jaarplanning opgesteld. Na afloop van de interventie: - hebben ouders meer kennis over het belang van gevarieerde en uitdagende beweeglessen en beweegprogramma; - hebben ouders een positieve houding ten opzichte van bewegen en nemen ouders zich voor om er voor te zorgen dat hun peuter dagelijks voldoende bewegingsmogelijkheden geboden wordt; - nemen ouders zich voor om zelf vaker activiteiten met hun peuter te ondernemen en hen vaker actieve spellen aan te bieden;
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
2
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
-
Vul hier de naam van de interventie in
hebben ouders meer kennis over (het belang van) gevarieerde en gezonde voeding.
Na afloop van de interventie: - hebben peuters kennis gemaakt met diverse spelen (zowel binnen als op het speelplein); - bewegen peuters vaker , intensiever en gevarieerder. Zowel op de peuterspeelzaal c.q. kinderdagverblijf als thuis; - ervaren peuters plezier in bewegen (en spelen) door het gevarieerde, veilige en uitdagende beweegaanbod.
2. Doelgroep van de interventie Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep.
Voor wie is de interventie bedoeld? De uiteindelijke doelgroep van de interventie wordt gevormd door de peuters (2,5 tot 4 jaar). Het is de bedoeling dat zij uiteindelijk veel, gevarieerd en veilig bewegen tijdens de opvang en zich motorisch goed ontwikkelen. Om dit te bereiken, is het dus essentieel om met de intermediairs (peuterleid(st)ers en ouders aan de slag te gaan. Vandaar dat de intermediaire doelgroep van de interventie Peuterspel gevormd wordt door de pedagogisch medewerker(st)s c.q. peutersleid(st)ers van kinderdagverblijven en peuterspeelzalen en de ouders van de peuters. Toepassing bij migranten
Geef aan of de interventie ook geschikt is voor (specifieke) migrantengroepen, en zo ja voor welke.
N.v.t.
3. Aanpak van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
3.1 Opzet van de interventie Peuterspel bestaat uit twee gedeelten. Het eerste deel bestaat uit begeleiding van pedagogisch medewerk(st)ers c.q. peutersleid(st)ers met de Peuterspellessen gedurende (gemiddeld) 9 weken. De begeleiding vindt plaats op de eigen peuterspeelzaal (gebruikmakend van de eigen binnen- en buitenruimte) door een bewegingsconsulent, die dus naar de peuterspeelzaal toe gaat. De bewegingsconsulent is gedurende anderhalf à 2 uur aanwezig op 1 moment per week. De begeleiding vindt meestal in 9 aaneengesloten weken plaats. Er wordt een speciaal ontwikkelde (op maat gemaakte) projectmap gebruikt met negen bewegingsthema’s (in een verhaal over de ‘reis van de olifant’), elk bestaande uit drie activiteiten. Iedere activiteit is uitgebreid beschreven. De bewegingsconsulent geeft een voorbeeldles waarbij de medewerkers kunnen kijken en/of meedoen. Dit wordt gedaan met de helft van de groep peuters, zodat er nog peuters overblijven voor een tweede les die dan door de pedagogisch medewerker (leid(st)ers) wordt uitgevoerd onder begeleiding van de bewegingsconsulent.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
3
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
Bij twee van de drie activiteiten wordt er d.m.v. een tipkaart extra ondersteuning geboden bij het differentiëren (moeilijker/makkelijker maken van de activiteit). Na 9 weken kunnen de leid(st)ers zelfstandig aan de slag. Daarnaast wordt met de leidinggevende van de peuterspeelzaal c.q. kinderopvanginstelling gesproken over de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) en hun beleid op het gebied van bewegen. Om peuters ook thuis voldoende bewegingsmogelijkheden te geven, bestaat het tweede deel van Peuterspel uit het voorlichten van ouders/verzorgers over bewegen en een gezonde leefstijl. De bewegingsconsulent stemt een geschikte datum af met de locatiemanager van de peuterspeelzaal en levert de uitnodigingsbrief, een standaardposter en persbericht aan. De uitnodigingen en aanmeldingen verlopen via de peuterspeelzaal. Tijdens een ouderbijeenkomst worden ouders bewust gemaakt van het belang van bewegen en ontvangen zij informatie en tips over hoe zij hun kind kunnen stimuleren om actief te zijn. Meestal wordt de ouderbijeenkomst samen met de Thuiszorg georganiseerd, zodat ook voeding en opvoeding tijdens de bijeenkomst een plaats heeft. Ouders van de peuters ontvangen een beweegrugtas. In de rugtas zit een boekje met activiteiten, ook weer gebaseerd op ‘de reis van de olifant’. Met simpele materialen (zoals een strandbal, een grote ballon, bellenblaas e.d.) kunnen de ouders/verzorgers thuis aan de slag met hun peuters. Tijdens 1 traject van 9 weken wordt er dus 1 ouderbijeenkomst georganiseerd. Op verzoek van de peuterspeelzalen kan deze bijeenkomst jaarlijks georganiseerd worden. Dit is aan de peuterspeelzaal zelf om de ouderbijeenkomsten een vaste plek te geven. Ouders kunnen met de beweegtas en het boekje zelfstandig aan de slag. Werving De meeste aanvragen voor interventies voor peuters of interventies in het kader van het voorkomen van overgewicht komen bij de GSF binnen via gemeenten die in het kader van hun gezondheidsbeleid een interventie willen inzetten op de peuterspeelzaal. De meeste trajecten zijn op die manier gefinancierd.
3.2 Inhoud van de interventie Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
Peuterspellessen voor leid(st)ers en/of pedagogisch medewerk(st)ers Peuterspel bestaat uit 8 binnenlessen en 3 buitenlessen. In de Peuterspellessen staan de motorische vaardigheden van de peuter centraal. Het overzicht met de elementaire bewegingsvormen van van Gelder en Stroes staat centraal. Bij de elementaire bewegingsvormen maken we onderscheid in drie motorische gebieden, namelijk evenwicht, coördinatie en ooghandcoördinatie. In het volgende overzicht van de lessen komen alle elementaire bewegingsvormen van van Gelder en Stroes uitgebreid aan bod. Overzicht binnenlessen Peuterspel Les 1
Inleiding Lopen en hoepels
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
Thema 1 1.1 Klimmen
Thema 2 1.2 Ballonnen
4
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
2 3
Kranten Stokken en hoepels
4 5
Lopen en oefeningen hoepels Pittenzakken
6 7
Touwtjes Zwaaidoekjes
8
Dieren nadoen
Vul hier de naam van de interventie in
2.1 Balanceren 3.1 Klimmen/ glijden 4.1 Rollen
2.2.Mikken/raken 3.2 Diepspringen/ kruipen 4.2 Boelen
5.1 Bewegingsbaan 6.1 Touwtjes 7.1 Mini Trampoline 8.1 Kranten raken
5.2 ballonnen 6.2 Ballen 7.2 Pittenzakken 8.2 Parachute
Overzicht buitenlessen Peuterspel Les 9 10
Inleiding Wassen en zwemmen Rijden en gooien
11
Springen en vangen
Thema 1 9.1 Was ophangen
Thema 2 9.2 Zwemmen/glijden
10.1 Looppas/fruit herkennen 11.1 Springen met 2 benen/ooghand coördinatie
10.2 Evenwicht/rijden 11.2 Vangen
Voorbeeld Les 1 inleiding: De olifant gaat op reis. Hij zit in de dierentuin en ziet nooit andere dieren. Hoe ziet de olifant eruit? Hij heeft hele grote….oren (kinderen doen de leidster na), hij heeft hele grote…. Poten. Wat kan hij daarmee doen? Heel hard stampen! Hij heeft ook een hele lange slurf! Wie kan er als een echte olifant door de dierentuin lopen? De kinderen lopen als een olifant op muziek door de dierentuin en zien verschillende dieren: een giraffe (wie kan er een giraffe nadoen? Heel lang maken, op je tenen staan), een krokodil (op de grond liggen en een grote bek maken), een slang (liggen op de grond en met je buik over de grond bewegen), een flamingo (op 1 been staan) en een aapje (op handen en voeten lopen). Voorbeeld Les 1 Activiteit 2, klimmen als een aapje in de bomen. Verschillende ladders als bomen in het wandrek of pilonnen, hoepels en stokken in een apencircuit op de grond. Een grote aap loopt op handen en voeten over de boomtakken en door de regenplassen. Een klein aapje loopt op handen en knieën.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
5
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
Jaarplanning/beweegbeleid Peuterspel streeft ernaar dat aandacht voor ‘Peuterspel’ (bewegen in het dagelijkse programma van de peuterspeelzaal) structureel wordt. Verankeren gebeurt o.a. door de begeleiding: leid(st)ers c.q. de pedagogisch medewerk(st)ers hebben vaardigheden gekregen om bewegen op een veilige en gevarieerde manier aan te bieden. Daarnaast worden de lessen verankerd in de jaarplanning. Hiervoor worden gesprekken gevoerd met de locatiemanager en leid(st)ers c.q. pedagogisch medewerk(st)ers over het structureel opnemen van bewegen in het beleid van de peuterspeelzaal. Peuterspeelzalen en kinderopvanginstanties maken vervolgens zelf een jaarplanning op maat aan de hand van het document ‘jaarplanning’ dat zij van de bewegingsconsulent ontvangen. Samen met de peuterspeelzaal en/of het kinderdagverblijf wordt na afloop van het traject besproken hoe de activiteiten opgenomen kunnen worden in het dagelijkse programma. Een peuterspeelzaal maakt doorgaans gebruik van een programma met thema’s. Peuterspel heeft de meest voorkomende thema’s verzameld (welkom, lichaamsbesef, ruimtebesef, herfst, sinterklaas, kerst, kleur en vorm, huis, tellen, lente, kleding, grootte, verkeer, water, moederdag/vaderdag, Pasen, zomer, winter) en er wordt gekeken hoe de bewegingslessen hierop aan kunnen sluiten. Een programma kan vallen binnen de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Ouderbijeenkomst In samenwerking met de medewerkers van de peuterspeelzaal wordt naar een geschikt moment gezocht waarop de voorlichting voor ouders kan plaatsvinden. Over het algemeen worden de ouderbijeenkomsten goed bezocht. Ouders worden aan het eind van de bijeenkomst geïnformeerd over hoe hun kind heeft deelgenomen aan het programma. Daarnaast blijkt de beweegtas die ouders na afloop ontvangen extra motiverend te werken om de ouderbijeenkomst bij te wonen. Tijdens de voorlichting wordt eerst stil gestaan bij het belang van bewegen. Vervolgens wordt een aantal beweegspelletjes, die ouders thuis kunnen doen, geoefend en wordt een toelichting gegeven op de bijbehorende motoriek. Met elkaar wordt uitgewisseld welke beweegactiviteiten ouders al doen en welk bestaand regulier bewegingsaanbod in de gemeente aantrekkelijk is voor de peuter. De consulent beantwoord tussentijds vragen en stimuleert ouders om veel met hun kinderen te bewegen (niet altijd de buggy mee als er boodschappen gedaan moeten worden, niet altijd de TV aan als het kind dit vraagt, etc.). Bijeenkomsten worden veelal in samenwerking met de thuiszorg verzorgd. Zij spitsen zich toe op voeding en opvoeding. Beweegkit voor ouders De beweegkit bestaat uit 14 kleine bewegingsactiviteiten die ouders samen met hun peuter thuis kunnen uitvoeren. De bewegingskaarten en een aantal materialen worden in een oranje rugzak aangeleverd. Op elke kaart staat een omschrijving van de benodigde materialen, een uitleg van de activiteit en het doel wat er bereikt kan worden. Bij de tips staat beschreven hoe de opdracht aangepast kan worden aan het bewegingsniveau van hun kind. Ook worden er suggesties voor variaties omschreven, deze zijn met name gericht op de oudere peuter.
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
6
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
4. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.
Via de website www.geldersesportfederatie.nl zijn de volgende materialen te vinden: - Promotieflyer Peuterspel - Informatiefilmpje over Peuterspel Via de Gelderse Sport Federatie zijn de volgende materialen op te vragen: - Inkijkexemplaar van de klappers Peuterspel - Handleiding Peuterspel - Beweegtas - Projectplan Peuterspel - Presentatie voor ouders In de promotieflyer staan de contactgegevens van de persoon bij wie deze materialen op te vragen zijn.
5. Onderbouwing werkzaamheid Geef hier een aanzet tot onderbouwing van de werkzaamheid. Op welke principes is de interventie gebaseerd? Waarom denkt u dat deze interventie effect zal hebben? De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
Het oefenen van de grove motoriek bij jonge kinderen is van essentieel belang om later als schoolgaand kind en als volwassene normaal te kunnen functioneren. Uit onderzoek blijkt dat grof motorische vaardigheden van invloed zijn op de leerprestaties. Zowel de grove als fijne motoriek leveren bijvoorbeeld een bijdrage aan het spellingsniveau (Marleen Driessen, 2008). In het Leerling Volg Systeem (Van Gelder & Stroes, 2002) wordt een onderzoek genoemd dat heeft aangetoond dat minder buiten bewegen en spelen de sociale en cognitieve ontwikkeling remt. Kinderen bewegen graag en veel. De huidige maatschappij zorgt er echter voor dat kinderen minder (kunnen) bewegen en passiever worden (Van Eijk-Looimans, 2007, in: Van Leeuwen, 2008). Denk hierbij aan het gebrek aan speelruimte buiten, het toenemende verkeer en de opkomst van televisie, computer en gamecomputers. Doordat de kinderen minder bewegen, ontwikkelen andere vaardigheden zich niet, zoals doelgerichtheid, uithoudings- en doorzettingsvermogen, kunnen structureren en plannen. Bij de meeste kinderen vormen spelen en bewegen een bron van inspiratie en plezier, bij anderen echter niet. Leerkrachten, ouders, begeleiders en verenigingsleiders kunnen een belangrijke rol vervullen in het al dan niet met plezier bewegen en spelen en dus het al dan niet stimuleren van de ontwikkeling die kinderen middels spelen en bewegen kunnen doormaken. (Het belang van motoriek voor het leren, Motoriek als fundament, Kitty van de Vrede, 2010). Conclusie: Spelen en bewegen zijn wezenlijke onderdelen van het dagelijks leven en de ontwikkeling van kinderen. Van belang is om hier zo vroeg mogelijk mee te beginnen. Gezien de veranderende maatschappij (gebrek aan speelruimte, opkomst van TV en de computer) wordt de taak van begeleiders, pedagogisch medewerk(st)er etc, om kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling die steeds belangrijker. Peuterspel is een praktische interventies gebaseerd op de principes van Van
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
7
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
Gelre en Stroes (zie 3.2), die pedagogischmedewerk(st)ers, ouders en het management van de kinderopvanginstellingen en peuterspeelzalen bewust maakt van het belang van bewegen en praktische handvaten aanreikt en oefent waardoor pedagogisch medewerk(st)ers en ouders met plezier hun peuters vaker bewegingsactiviteiten aanbieden.
6. Randvoorwaarden uitvoering en kwaliteitsbewaking 6.1 Eisen ten aanzien van opleiding Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
De bewegingsconsulenten die de Peuterlessen in uitvoering brengen en de peuterleid(st)ers begeleiden, moeten de Academie voor Lichamelijke Opvoeding (ALO) hebben afgerond en daar de 1egraads lesgeefbevoegdheid behaald hebben. Daarnaast krijgen ze een interne (counsel)opleiding zodat ze de principes van het counselen beheersen en op de juiste manier uitvoering kunnen geven aan de interventie Peuterspel. Affiniteit met peuters is zeker een pré. De peuterleid(st)ers hebben geen specifieke achtergrond of ervaring nodig. Zij krijgen de benodigde kennis juist overgedragen van de bewegingsconsulent en behoren dan in staat te zijn om de lessen zelfstandig uit te kunnen voeren.
Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
6.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Alle leid(st)ers die begeleid zijn, ontvangen de Peuterspel map met de op maat uitgewerkte lessen met foto’s van de eigen spelruimte. Daarnaast ontvangen ze de handleiding waarop de werkwijze van de methode toegelicht wordt. Het jaarplan zorgt voor de implementatie van de Peuterspellessen in het rooster. 6.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.
Kwaliteitsbewaking peuterspeelzalen Alle Peuterspeltrajecten worden geëvalueerd. De leid(st)ers van de deelnemende peuterspeelzaal vullen hiervoor een vragenlijst in. In de vragenlijst wordt onder andere ingegaan op het al dan niet voldoen aan de verwachtingen, op de tevredenheid van de gegeven begeleiding, op de inhoud van het programma, op de zelfstandige voortzetting van het programma, et cetera. Het doel van het evalueren is om kwalitatieve informatie over het proces van uitvoering van Peuterspel te verkrijgen. Op basis van deze informatie kunnen eventueel benodigde verbeteringen van (de inbedding van) de interventie Peuterspel gerealiseerd worden. Tussentijds zal de bewegingsconsulent van de Gelderse Sport Federatie informeren naar de ervaringen van de deelnemers en feedback vragen op de gegeven begeleiding. De GSF werkt met accountmanagers. Ongeveer een jaar na afronding van een traject neemt hij/zij nog eens contact op om te horen hoe het gaat. Eventuele ondersteuningsvragen worden doorgespeeld aan de bewegingsconsulent. Desgewenst worden er nog extra lessen verzorgd. Deze worden dan
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
8
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
apart ingekocht. De bewegingsconsulent geeft na afronding van een traject aan dat peuterspeelzalen altijd kunnen bellen wanneer zij nog aanvullende vragen hebben. Hiervan wordt weinig gebruik gemaakt. Kwaliteitsbewaking bewegingsconsulenten Om de kwaliteit van de bewegingsconsulenten te waarborgen, vindt er jaarlijks een opfriscursus voor de bewegingsconsulenten plaats om te oefenen met de counseltechnieken. Daarnaast worden de bewegingsconsulenten jaarlijks beoordeeld op hun functioneren en vinden er kijkmomenten plaats om de kwaliteit van de bewegingslessen te beoordelen. Er vindt continue doorontwikkeling plaats op basis van de behoefte van de leidsters en ontwikkelingen in de markt. 6.4 Kosten van de interventie Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie).
De kosten van een regulier Peuterspel traject van 9 weken bedragen in 2011 € 2.667,- exclusief btw. Dit is als volgt opgebouwd: -
-
Intake en voorbereiding (4 uur): € 172,Begeleiding gedurende 9 weken, inclusief voorbereiding, uitvoering en uitwerking van de lessen en reistijd (36 uur). In deze uren is ook (beperkt) ruimte voor evaluatie en kwaliteitsbewaking: € 1.548,Ouderbijeenkomst (4 uur): € 172,Coördinatie (4 uur): € 420,Activiteitenbudget (voor klappers, beweegtasjes): € 355,-
Alle bedragen zijn exclusief btw. De kosten voor training/bijscholing van de bewegingsconsulenten om Peuterspel te kunnen geven, zijn in bovenstaande niet aangegeven. Dit gebeurt tijdens interne teamdagen (dergelijke kosten zijn reeds verwerkt in de tarieven van de consulent). Doorontwikkeling kan deels uit het budget van een traject en wordt in sommige gevallen met behulp van subsidies gefinancierd.
7. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast.
Beschrijving onderzoek Na afloop van elk Peuterspel traject op een peuterspeelzaal of kinderdagopvanginstantie is het traject geëvalueerd middels een procesevaluatie. Het verslag is het resultaat van gestructureerde open vragenlijsten, die vanaf 2010 zijn uitgezet. De peuterleid(st)ers die begeleid zijn hebben ieder een vragenlijst ingevuld of het team heeft gezamenlijk één vragenlijst ingevuld. Deze is samen met de bewegingsconsulent aan het einde van het traject besproken. In de bijlage is het procesverslag toegevoegd van twintig respondenten. De resultaten staan in dit verslag weergegeven. Hieronder staan de belangrijkste succes- en faalfactoren die benoemd zijn door de respondenten. Succesfactoren zijn: - de persoonlijke begeleiding van de bewegingsconsulent is een succesfactor. Deze begeleiding wordt afgestemd op het niveau van de deelnemers, de mogelijkheden van de locatie en de grootte van de groep. Dit komt de implementatie (structurele inbedding) ten goede; - de spelkaarten, waarbij het spel toegelicht wordt en de ‘regels’ van
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
9
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
-
-
Vul hier de naam van de interventie in
het spel kort weergegeven staan is een succesfactor, omdat ze gemakkelijk toe te passen zijn in de praktijk, ook voor de leid(st)ers die weinig affiniteit hebben met bewegen; het differentiëren binnen elk arrangement zorgt dat alle kinderen kunnen meedoen op hun eigen niveau. Zo kan ieder kind meekomen met de activiteiten; de bewegingsconsulent maakt foto’s tijdens de Peuterspel lessen en laat deze tijdens de ouderbijeenkomst zien. Aan de hand van deze foto’s kan de consulent bepaalde motorische activiteiten toelichten aan ouders. Ook vinden ouders het leuk om hun eigen kind te zien. De consulent kent de bewegingssfeer binnen de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf en kan inspelen op vragen van de ouders over het vervolg van het programma op de locatie;
Faalfactoren zijn: - de projectperiode (9 weken) wordt soms als ‘te lang’ ervaren; - kosten zijn relatief hoog. Er is een afhankelijkheid van gemeentelijke subsidies. Waardering door de doelgroep - pedagogisch medewerk(st)ers c.q. leid(st)ers voelen zich zelfverzekerder. Zij zijn geïnspireerd en hebben een frisse kijk en ideeën opgedaan op het gebied van bewegen; - pedagogisch medewerk(st)ers c.q. leid(st)ers geven aan dat ze het leuk vinden om meer te weten te komen over de motoriek van jonge kinderen zodat ze zich daar wat meer op kunnen concentreren en de les aan kunnen passen op ieders niveau; - ouders noemen in de procesevaluaties dat zij het een goede zaak vinden dat er specifiek bewogen wordt op de locatie met als voorbereiding de gymles op de basisschool in groep 1; - ouders geven aan dat zij thuis merken dat de peuters de activiteiten na willen spelen. Zij worden vaak geconfronteerd met ‘lopen als een olifant’, kranten scheuren, (geluiden van) dieren nadoen, etc.; - tijdens ouderbijeenkomsten zijn ouders vaak verbaasd hoeveel sportaanbod er voor peuters in de gemeente is. Dit zien zij dan ook als een meerwaarde van het project; - kinderen reageren enthousiast op de Peuterlessen, worden vrijer in bewegen en boeken vooruitgang op motorisch en emotioneel gebied. De procesevaluatie (Procesevaluatie Peuterspel, GSF, 2011) wijst uit dat pedagogisch medewerk(st)ers en ouders nieuwe frisse ideeën, zin, handvaten en tools hebben om met peuters te gaan bewegen. Het vastleggen van Peuterspel in het jaarrooster met zowel de pedagogisch medewerk(st)ers als het management, maakt dat de eerste stappen naar structurele inbedding gezet zijn. Aanpassingen en doorontwikkeling - Peuterspeelzalen geven aan dat het goed zou zijn om in het programma van Peuterspel een materiaalpakket (verplicht) op te nemen. Mocht tijdens de inventarisatie vooraf blijken dat er een tekort is aan (spel)materialen dan is er min of meer de verplichting om een (minimaal) materiaalpakket aan te schaffen (zodat de lessen op de juiste wijze uitgevoerd kunnen worden).
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
10
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
-
Peuterspeelzalen geven aan dat zij enkele binnenlessen graag willen vervangen door buitenlessen, zodat het binnenprogramma wordt verkort en er meer wordt ingespeeld op de vraag naar buitenlessen en ‘nog meer lessen’. Om juist de elementaire bewegingsvormen voldoende aan bod te laten komen, zijn de binnenlessen hard nodig. Werken met ballonnen en kranten is buiten niet handig, terwijl deze materialen voor peuters juist prettig zijn. Een aantal binnenlessen zou wel voor buiten geschikt gemaakt kunnen worden. Ook kunnen een aantal ‘klimonderdelen’ vervangen worden door andere spelactiviteiten.
-
Peuterspeelzalen geven aan nog meer beweegactiviteiten (lessen) te willen. Door het verkrijgen van nog meer inzicht in de motorische, visuele, cognitieve en sociale ontwikkeling van peuters is dit wellicht te realiseren.
Bereik Inmiddels is Peuterspel uitgevoerd en geïmplementeerd op meer dan 70 peuterspeelzalen en kinderdagopvanginstanties in Gelderland.
8. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie. De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
Spelen = leren. Spelen speelt een belangrijke rol in de persoonlijkheidsontwikkeling van een kind. Het heeft invloed op de ontwikkeling van het kind op het intellectuele vlak, het sociale vlak, het motorische vlak en ook het emotionele vlak. Het kind leert er door nadenken over dingen, leert vooruitdenken en plannen. Het leert onder andere zijn/ haar omgeving kennen, problemen op te lossen en hoe van alles werkt. Door klimmen, klauteren, rondrennen et cetera wordt de grove motoriek ontwikkeld en door knutselen, bouwen met constructiemateriaal et cetera wordt de ontwikkeling van de fijne motoriek gestimuleerd. Ook krijgt het kind door spel inzicht in zijn eigen emoties maar ook in die van anderen. Met de naam Peuterspel laten we zien dat spelen en bewegen een belangrijke plaats verdient in het leven van een opgroeiende peuter.
9. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering.
Peuterspel is uitgevoerd en geïmplementeerd op meer dan 70 peuterspeelzalen in Gelderland. Het gaat om 1 of meerdere locaties in onder andere de gemeenten: Doesburg, Duiven, Lingewaard, Nijkerk, Oude IJsselstreek, Over-Betuwe, Rheden, Westervoort, Zevenaar, etc. De uitvoering en implementatie blijven (vooralsnog) binnen de provinciale grenzen. Peuterspel wordt door middel van counseling aangeboden aan de peuterleid(st)ers en pedagogisch medewerk(st)ers van peuterspeelzalen en kinde-
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
11
Vul hier het Osirisnummer (I-database) in
Vul hier de naam van de interventie in
dagverblijven. De pedagogisch medewerk(st)ers worden tijdens de spellessen op eigen locatie begeleid door de bewegingsconsulent van de Gelderse Sport Federatie. In de uitvoering wordt veelal samengewerkt met de Thuiszorg.
10. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. De informatie is wel van belang, maar is niet van invloed op de beoordeling voor ‘goed beschreven’.
De NISB heeft Beweegkriebels ontwikkeld. Verschillen en overeenkomsten hierin zijn; Beweegkriebels is voor de leeftijd 0 tot 4 jaar. Peuterspel 2,5 tot 4 jaar. Beweegkriebels omvat 4 bijeenkomsten met leidsters, 2 bijeenkomsten met kinderen in de praktijk en 1 ouderavond (ook over bewegen). Peuterspel doet dit geheel met kinderen in de les en laat de activiteiten zien die je met kinderen kunt doen. Beweegkriebels omvat meer thema’s: spelbeleving en het belang van bewegen voor jonge kinderen, speluitleg, geleid en vrij spel, bewegen op muziek, kleine spelletjes, spelen met ‘speelkriebels voor kleuters’, spelen met andersoortig materiaal; spelen is ontdekken, spelontwerp/thematisch werken, de ouderavond over bewegen is ook voor kinderen van 0 tot 2,5 jaar. Beweegkriebels omvat meer spelletjes in een map dan Peuterspel. Beweegkriebels wordt afgesloten met een certificaat, Peuterspel met een advies voor structurele inbedding. In de training Beweegkriebels wordt meer klassikaal gewerkt, terwijl bij Peuterspel gemiddeld 2 tot 3 leidsters persoonlijk begeleid worden.
Aangehaalde literatuur Beschrijf de eventueel in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen.
Het Leerling Volg Systeem (Van Gelder & Stroes, 2002) De invloed van motorische vaardigheden op leerprestaties. (Marleen Driessen, 2008) http://www.hjk-online.nl/
Werkblad ‘goed beschreven’ Centrum Gezond Leven
12