Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Werkblad beschrijving interventie
Een cursus over gezonde voeding en bewegen voor Turkse moeders met kinderen met overgewicht of obesitas in de leeftijd van 4 tot 12 jaar.
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/interventies
Contact NJi Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Contact NCJ Trudy Dunnink
[email protected] 030-7600413
Contact RIVM-CGL Projectgroep Erkenningen
[email protected] 030-2744798
De Erkenningscommissie Interventies is een landelijke en onafhankelijke commissie die de kwaliteit en effectiviteit van interventies beoordeelt voor jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugdwelzijnswerk, ontwikkelingsstimulering, gezondheidsbevordering en preventie. De commissie is ingesteld en wordt secretarieel ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en RIVM Centrum Gezond Leven.
1
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Achtergrondgegevens
Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie
Naam GGD Noord- en Oost-Gelderland ( voorheen GGD Gelre- IJssel ), afdeling Kennis- en Expertisecentrum (KEC) (Post)adres Postbus 51 Postcode 7300 AB Plaats Apeldoorn E-mail
[email protected] Telefoon 088 443 30 00 Fax 088 443 30 01 Website www.ggdnog.nl (van de interventie)
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder
Naam (Post)adres Postcode Plaats E-mail Telefoon Fax
Josien ter Beek Postbus 51 7300 AB Apeldoorn
[email protected] 088 443 31 09 088 443 30 01
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut / RIVM
Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd.
Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen.
1. 2. 3. 4. 5.
Interventiebeschrijving
Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV. preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen
Documentnummer
2
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop.
Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1
Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven?
X Ja
Nee
Vraag 2
Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen?
X Ja
Nee
Vraag 3.1
Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken?
X Ja
Nee
Vraag 4.1
Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?
X Ja
Nee
Vraag 4.2
Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten?
X Ja
Nee
Vraag 5
Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?
X Ja
Nee
Vraag 6
Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende facto- X Ja ren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)?
Nee
Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?
X Ja
Nee
Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten?
X Ja
Nee
Vraag 8
Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen?
X Ja
Nee
Overige
Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn?
X Ja
Nee
3
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.
Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.
Doel Het doel van de cursus Simpel Fit! is het beïnvloeden van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen van Turkse moeders van kinderen met overgewicht of obesitas in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, zodat gezond voedings- en beweeggedrag bij Turkse kinderen wordt bevorderd en de prevalentie van overgewicht en obesitas bij Turkse kinderen wordt verminderd. Het is noodzakelijk dat ouders vaardigheden leren om dit gedrag bij hun kinderen te bevorderen.
De cursus Simpel Fit! richt zich op het veranderen van de volgende determinanten van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen: het vergroten van bewustwording, het vergroten van kennis, het leren van vaardigheden, het positief veranderen van de attitude, het beïnvloeden van de sociale invloed, het vergroten van de eigen effectiviteit en het positief beïnvloeden van de intentie. Hiertoe zijn subdoelen opgesteld.
Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is.
Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
Doelgroep Turkse moeders met kinderen met overgewicht of obesitas in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, woonachtig in de regio Noord- en Oost- Gelderland.
Aanpak De cursus Simpel Fit! bestaat uit vijf bijeenkomsten van twee uur en wordt in vijf aaneengesloten weken gegeven. Een cursusgroep bestaat uit minimaal 6 en maximaal 15 Turkse moeders. Turkse moeders met kinderen met overgewicht/obesitas worden bijvoorbeeld naar aanleiding van een PGO door de JGZ geattendeerd op de cursus en daarna door de VETC’ers gebeld om meer uitleg en informatie (in het Turks) over de cursus te geven. Als de cursus (collectief) is aangevraagd voor een bestaande vrouwengroep (bijvoorbeeld via een welzijnsorganisatie of moskee), dan wordt eerst een intakegesprek gevoerd met de cursisten. De cursus wordt gegeven bij een ‘gastorganisatie’.
Tijdens elke cursusbijeenkomst is er ruimte voor theorie, opdrachten, het uitwisselen van ervaringen en wordt er samen actief bewogen. Voor elke bijeenkomst is er een huiswerkopdracht. Tijdens elke bijeenkomst staat een ander thema rondom gezonde voeding en bewegen centraal: • Bijeenkomst 1. Oorzaken en gevolgen van overgewicht bij kinderen en volwassenen, werking van de energiebalans. • Bijeenkomst 2. Regels en grenzen rondom voeding en bewegen. • Bijeenkomst 3. Gezonde voeding voor kinderen, met nadruk op een regelmatig eetpatroon, ontbijten en beperken van tussendoortjes en zoete drankjes. • Bijeenkomst 4. Het samenstellen van een gezonde maaltijd, uitleg over de schijf van vijf, uitleg over verzadigde en onverzadigde vetten. • Bijeenkomst 5. Bewegen met kinderen, Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB). Aan het einde van de cursus vormen de belangrijkste punten die de cursisten geleerd hebben een lijst met speerpunten: ‘In 10 stappen Simpel Fit’ (zie draaiboek).
4
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.
Materiaal • Folder en flyer voor de werving van cursisten in het Nederlands met Turkse vertaling. • Draaiboek Simpel Fit! voor de VETC’ers in het Nederlands, met een beschrijving van de cursusopzet, aandachtspunten bij de organisatie van de cursus en een uitwerking van elke cursusbijeenkomst. • PowerPoint presentaties van elke cursusbijeenkomst in het Nederlands. • Drie dvd’s over voeding en bewegen (‘Nederland in beweging’, ‘Bewegen is gezond – en nog gezellig ook!’ en ‘Eten! Ja gezellig!?’) • Box met lege verpakkingen van voedingsmiddelen. • Cursusmap voor de cursisten, met folders van de Hartstichting en het Voedingscentrum, huiswerkopdrachten en tips voor beweegspelletjes, gedeeltelijk in het Turks vertaald. • Samenwerkingsovereenkomst en certificaat. • Flyer ‘In 10 stappen Simpel Fit’, in het Nederlands met Turkse vertaling.
Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden.
Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden.
Onderzoek De cursus Simpel Fit! is in de eerste helft van 2010 als pilot gestart met twee cursusgroepen. De pilot is geëvalueerd door middel van het plenair bespreken van het proces door de cursusleidster met de cursisten aan het einde van elke cursusbijeenkomst, een plenaire kennistest aan het begin van elke volgende cursusbijeenkomst en een schriftelijke vragenlijst met proces- en kennisvragen aan het einde van de laatste cursusbijeenkomst.
In het algemeen is de cursus Simpel Fit! heel positief beoordeeld. Ook was de uitval van cursisten laag. Uit de vragenlijst bleek dat de cursisten tevreden zijn over de hoeveelheid en het niveau van de informatie, de hoeveelheid en de duur van de cursusbijeenkomsten. Het gemiddelde rapportcijfer dat de cursisten aan de cursus gaven is een 9. Uit de plenaire kennistesten en de vragenlijst die de cursisten aan het einde van de laatste cursusbijeenkomst hebben ingevuld, bleek dat de cursus een positief effect heeft gehad op de kennis en de bewustwording van het belang van goede voeding en voldoende bewegen onder de cursisten. Bovendien hadden nagenoeg alle Turkse moeders de intentie om gezonder te eten, meer te bewegen en dit ook bij hun kinderen te stimuleren.
Er zijn geen effectstudies voorhanden.
5
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de interventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan.
Maximaal 400 woorden.
Overgewicht en obesitas vormen twee belangrijke volksgezondheidsproblemen (Reilly, 2006). Ook onder kinderen en jongeren vormen overgewicht en obesitas een groot en groeiend probleem (Lobstein et al., 2004; Oude Luttikhuis et al., 2009). De Vijfde Landelijke Groeistudie van TNO uit 2010 rapporteert een prevalentie van overgewicht bij jongens van 2 tot 21 jaar van 13,3% (waarvan 1,8% obesitas) en bij meisjes van 14,9% (2,2% obesitas). De prevalentie van overgewicht en obesitas onder Turkse kinderen in Nederland is echter ruim twee keer zo hoog. In deze groep heeft 32,4% van de jongens overgewicht (8,4% obesitas) en 31,7% van de meisjes (8,0% obesitas) ( Schönbeck, van Buuren, 2010 ). Dit is ook in de regio Noord- en Oost- Gelderland het geval: van de Turkse kinderen is 39% te dik, ten opzichte van 16% van de Nederlandse kinderen, zo blijkt uit de lengte- en gewichtgegevens die de jeugdgezondheidszorg van GGD Noord- en Oost- Gelderland in de periode 2006-2008 verzameld heeft onder 5-, 11- en 14-jarigen (Hoeven-Mulder et al., 2009).
Overgewicht en obesitas kunnen leiden tot ernstige gezondheidsproblemen leiden, zoals hart- en vaatziekten, aandoeningen aan het bewegingsapparaat en diabetes type 2. (Renders et al., 2002; Daniels et al., 2005; Reilly, 2006). Overgewicht op jonge leeftijd is gerelateerd aan overgewicht en obesitas op volwassen leeftijd. (Kvaavik et al., 2003; Reilly, 2006; Serdula et al., 1993; Kemper et al., 1999). Daarnaast kunnen psychische problemen het gevolg zijn van overgewicht. (Schrijvers & Schoemakers, 2008).
Het gewicht van kinderen wordt beïnvloed door verschillende factoren, waaronder genetische-, leefstijl- en omgevingsfactoren. Ouders hebben een directe invloed op het voedings- en beweeggedrag van kinderen via door hen gehanteerde opvoedgedrag, zoals het stellen van regels en grenzen, voorbeeldgedrag en de beschikbaarheid van voedsel (Sleddens, 2013). Gedragingen die in verband worden gebracht met overgewicht zijn te weinig bewegen, teveel sedentair gedrag (televisie en computer) en ongezonde voeding (te hoge inname van snacks en gesuikerde dranken en te lage inname van fruit, groente en vezels) (Giammattei et al., 2003; Must & Tybor, 2005; Neumark-Sztainer et al., 2007; Newby, 2007; Rennie et al., 2005; Robinson, 2001; Velde et al., 2007). Ouders met een Turkse achtergrond stellen minder duidelijke regels en grenzen rondom snoepen, tv-kijken en bewegen (Bastiaans, 2009). Het bereik van reguliere leefstijlinterventies onder etnische groepen is kleiner dan onder de autochtone bevolking. (Barlow e.a., 2004; Wilson e.a., 2003; Barrett & Ollendick, 2004). Ook de Jeugdgezondheidszorg
6
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
van de GGD-NOG heeft deze ervaring. Na signalering van overgewicht zijn Turkse kinderen en hun ouders moeilijk te motiveren voor een bestaande (Nederlandse) cursus voor kinderen met overgewicht. Dit heeft zowel te maken met de taal als met de cultuur. Deze ervaring heeft geleid tot het ontwikkelen van Simpel Fit!, een interventie overgewicht specifiek ten behoeve van de Turkse bevolkingsgroep.
2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden).
Het doel van de cursus Simpel Fit! is het beïnvloeden van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen van Turkse moeders van kinderen met overgewicht of obesitas in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, zodat gezond voedings- en beweeggedrag bij Turkse kinderen wordt bevorderd en de prevalentie van overgewicht en obesitas bij Turkse kinderen wordt verminderd. Het is noodzakelijk dat ouders vaardigheden leren om dit gedrag bij hun kinderen te bevorderen. Het gaat hierbij enerzijds om het stellen en bewaken van regels en grenzen ten aanzien van het ongezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen, bijvoorbeeld over het aantal zoete drankjes dat zij mogen drinken per dag en onverantwoorde tussendoortjes dat zij mogen eten per dag en over het aantal uur dat zij mogen tv-kijken en computeren per dag. Anderzijds gaat het hierbij om het stimuleren van het gezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen, bijvoorbeeld door het geven van gezonde drankjes en tussendoortjes aan hun kinderen en het bereiden van drie gezonde maaltijden per dag en hun kinderen stimuleren om bijvoorbeeld meer buiten te spelen of lid te worden van een sportclub.
De cursus Simpel Fit! richt zich op het veranderen van de volgende individuele determinanten van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen van de cursisten: het vergroten van bewustwording, het vergroten van kennis, het leren van vaardigheden, het positief veranderen van de attitude, het beïnvloeden van de sociale invloed, het vergroten van de eigen effectiviteit en het positief beïnvloeden van de intentie. Aan de hand van deze verschillende determinanten van gedrag zijn subdoelen geformuleerd.
Na afloop van de cursus: Bewustwording: • zijn de cursisten zich ervan bewust dat voor een gezond gewicht zowel gezonde voeding als voldoende beweging nodig is en hebben zij hun eigen voedings- en beweeggedrag en dat van hun kinderen geëvalueerd. • zijn de cursisten zich (meer) bewust van het belang van het stellen en bewaken van regels en grenzen ten aanzien van het ongezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen en hebben zij hiervoor concrete tips gekregen, waar zij door middel van huiswerkopdrachten ook mee hebben geoefend (bijvoorbeeld het maken van afspraken met hun kinderen over het aantal uur tv-kijken per dag). • zijn de cursisten zich (meer) bewust van het belang van het stimuleren van gezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen en hebben zij hiervoor concrete tips gekregen, waar zij door middel van huiswerkopdrachten ook mee hebben geoefend (bijvoorbeeld het samen aan tafel eten met hun kinderen).
7
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Kennis: • weten de cursisten meer over het ontstaan en de gevolgen van overgewicht/obesitas en hoe dit voorkomen kan worden. • weten de cursisten meer over (on)gezonde voeding en bewegen, zoals hoe de energiebalans werkt en wat de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) is. • weten de cursisten hoe zij etiketten moeten lezen en weten de cursisten welke drankjes zoet zijn, welke tussendoortjes (on)verantwoord zijn en wat de ‘dikmakers’ zijn in (traditionele Turkse) maaltijden.
Vaardigheden • geven de cursisten hun kinderen regelmatig een compliment. • belonen cursisten positief gedrag van kinderen. • negeren cursisten negatief gedrag van kinderen. • kunnen de cursisten regels en grenzen ten aanzien van ongezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen stellen en bewaken (bijvoorbeeld het maken van afspraken met hun kinderen over het aantal uur tv-kijken per dag). • kunnen de cursisten het gezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen stimuleren (bijvoorbeeld het samen aan tafel eten met hun kinderen, drinken van niet-zoete drankjes, gezonde tussendoortjes ). Attitude: • zijn de cursisten overtuigd van het belang van gezonde voeding en bewegen voor hun kinderen. • zijn de cursisten overtuigd van het belang dat zij hun kinderen kunnen/moeten stimuleren, steunen en belonen met betrekking tot gezonder eten en meer bewegen.
Sociale invloed: • ervaren de cursisten steun bij elkaar bij het aanpassen van hun eigen voedings- en beweeggedrag en dat van hun kinderen. • weten de cursisten elkaar beter te vinden voor het uitwisselen van ervaringen. • hebben de cursisten geleerd van de cursusleidster hoe zij om kunnen gaan met lastige situaties met betrekking tot gezonde voeding en bewegen (bijvoorbeeld eten op feestjes en betrokkenheid van familieleden bij de opvoeding).
Eigen effectiviteit: • hebben de cursisten ervaren dat zij op een leuke en makkelijke manier (samen met hun kinderen) kunnen bewegen. • hebben de cursisten ervaren dat zij ook op een gezonde manier (traditionele Turkse) maaltijden kunnen bereiden (met name door kennis over het vet- en suikergehalte van voedingsmiddelen). • hebben de cursisten geoefend met het stellen en bewaken van regels en grenzen ten aanzien van het ongezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen door middel van huiswerkopdrachten (bijvoorbeeld het maken van afspraken met hun kinderen over het aantal uur tv-kijken per dag). • hebben de cursisten geoefend met het stimuleren van gezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen door middel van huiswerkopdrachten (bijvoorbeeld het samen aan tafel eten met hun kinderen).
8
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Intentie: • hebben de cursisten het voornemen om hun eigen voedings- en beweeggedrag en dat van hun kinderen te veranderen.
Het draaiboek van de cursus Simpel Fit! bevat een overzicht van de subdoelen per cursusbijeenkomst.
3. Doelgroep van de interventie
Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt.
3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? De cursus Simpel Fit! is bedoeld voor Turkse moeders met kinderen met overgewicht of obesitas in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, woonachtig in de regio Noord- en Oost- Gelderland. De cursus is met name geschikt voor Turkse moeders met een lage sociaal-economische status (SES).
De cursus wordt aan de moeders gegeven, omdat zij binnen de Turkse gemeenschap een grote invloed hebben op het voedings- en beweeggedrag van hun (jonge) kinderen; de moeders doen veelal de boodschappen, bereiden het eten, brengen naar/halen kinderen van school etc. Op dit moment (medio 2013) wordt de mogelijkheid verkend om ook de vaders van de kinderen met overgewicht of obesitas bij de cursus Simpel Fit! te betrekken.
Een cursusgroep bestaat uit minimaal 6 en maximaal 15 Turkse moeders.
Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepassing kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores.
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Voor deelname aan de cursus Simpel Fit! worden de volgende indicatiecriteria toegepast: • Cursisten hebben bij aanvang van de cursus minimaal 1 kind in de leeftijd van 4 tot 12 jaar met overgewicht of obesitas, vastgesteld door een jeugdverpleegkundige of jeugdarts van GGD Noord- en Oost- Gelderland op basis van de BMI. • Cursisten hebben een Turkse achtergrond.
De werving voor de cursus Simpel Fit! vindt plaats via gesloten en open werving. Van gesloten werving is sprake als kinderen met overgewicht of obesitas met een Turkse achtergrond door een jeugdverpleegkundige of jeugdarts van GGD Noord- en Oost- Gelderland worden gesignaleerd (bijvoorbeeld tijdens een periodiek gezondheidsonderzoek (PGO) of andere contactmomenten), waarna de moeders van deze kinderen op de cursus worden geattendeerd. Van open werving is sprake als Turkse moeders zich zelf of zich als groep aanmelden voor de cursus Simpel Fit!, bijvoorbeeld na het zien van informatie over de cursus in folders en flyers etc. Zowel na de gesloten als de open werving worden de potentiele cursisten door de VETC’ers gebeld om meer uitleg en informatie (in het Turks) over de cursus te geven. Als de cursus (collectief) is aangevraagd voor een bestaande vrouwengroep (bijvoorbeeld via een welzijnsorganisatie of moskee), dan wordt eerst een intakegesprek gevoerd met de cursisten. De beide inclusiecriteria gelden ook voor cursisten die zich via de zogenaamde open wervingsroute voor de cursus Simpel Fit! aanmelden. Kinderen van deze cursisten worden door de Jeugdgezondheidszorg opgeroepen op het spreekuur om gewogen en gemeten te worden.
9
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn.
Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen.
3.3 Toepassing bij migranten De cursus Simpel Fit! is specifiek bedoeld voor moeders met een Turkse achtergrond en is vooralsnog niet toe te passen op andere migrantengroepen.
De cursus wordt gegeven door Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC’ers) van GGD Noord- en Oost- Gelderland. De VETC’ers van GGD Noord- en Oost- Gelderland kunnen de cursus gedeeltelijk of volledig in het Turks geven.
Meld indien niet bekend of niet van toepassing: Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen.
4. Aanpak van de interventie
Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
4.1 Opzet van de interventie De cursus Simpel Fit! wordt gegeven door een Voorlichter Eigen Taal en Cultuur (VETC’er) van GGD Noord- en Oost- Gelderland. Een cursusgroep bestaat uit minimaal 6 en maximaal 15 Turkse moeders. De cursus wordt gegeven bij een ‘gastorganisatie’, zoals bij welzijnsorganisaties, bij vrouwenverenigingen, op scholen of in moskees. Aan de ‘gastorganisatie’ wordt gevraagd om een ruimte beschikbaar te stellen voor de cursusbijeenkomsten en indien nodig kinderopvang te verzorgen.
Om deelname aan de cursus laagdrempelig te houden, betalen cursisten slechts € 5,- voor een cursusmap en koffie/thee. Het betalen voor de cursus dient echter ook als motivatie om de cursus af te ronden.
De cursus Simpel Fit! bestaat uit vijf bijeenkomsten van twee uur en wordt in vijf aaneengesloten weken gegeven. Tijdens de eerste bijeenkomst worden de verwachtingen van de cursisten over de cursus geïnventariseerd. Cursisten tekenen tijdens de eerste cursusbijeenkomst een samenwerkingsovereenkomst waarin ze aangeven de intentie te hebben om bij alle vijf de bijeenkomsten aanwezig te zijn. Aan het einde van de cursus ontvangen de cursisten een certificaat als zij alle cursusbijeenkomsten hebben bijgewoond.
Tijdens elke cursusbijeenkomst is er ruimte voor theorie, opdrachten, het uitwisselen van ervaringen en wordt er samen een half uur actief bewogen. Voor elke bijeenkomst is er een huiswerkopdracht. Deze wordt telkens aan het begin van de volgende cursusbijeenkomst geëvalueerd. Tijdens de derde bijeenkomst staat een bezoek aan een supermarkt gepland. Aan het einde van iedere cursusbijeenkomst worden de belangrijkste twee punten uit die bijeenkomst benadrukt. Aan het einde van de cursus vormen deze punten een lijst met speerpunten: ‘In 10 stappen
10
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Simpel Fit’ (zie draaiboek), welke de cursisten op een geplastificeerd A4 krijgen uitgereikt.
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
4.2 Inhoud van de interventie De cursus Simpel Fit! bestaat uit vijf bijeenkomsten van twee uur. Het programma is per bijeenkomst gedetailleerd in het draaiboek beschreven. Tijdens elke cursusbijeenkomst staat een ander thema ten aanzien van gezonde voeding en bewegen centraal. In alle bijeenkomsten wordt aandacht besteed aan opvoedondersteuning en het aanleren van vaardigheden om gezond voedings- en beweeggedrag bij kinderen te bevorderen.
• Bijeenkomst 1. Overgewicht: oorzaken en gevolgen Tijdens de eerste bijeenkomst maken de cursisten eerst uitgebreid kennis met elkaar om vertrouwen te creëren en het groepsgevoel te bevorderen. Vervolgens leren ze wanneer volwassenen en kinderen te dik zijn en welke gevolgen dit heeft voor de gezondheid. Er wordt besproken wat de oorzaken zijn van overgewicht en hoe ze dit bij henzelf en hun kinderen kunnen voorkomen. De werking van de energiebalans wordt toegelicht. Na deze theorie gaat de groep gezamenlijk bewegen door middel van spelletjes. Tot slot wordt de eerste huiswerkopdracht, het eet- en beweegdagboekje, toegelicht.
• Bijeenkomst 2. Opvoedingsaspecten en voeding In de tweede bijeenkomst leren de moeders hoe zij om kunnen gaan met kinderen die heel eenzijdig eten. Daarnaast leren de moeders hoe zij hun kinderen kunnen stimuleren gezond te eten en hoe zij regels en grenzen kunnen stellen op dit gebied. Hierbij wordt uitgegaan van de principes van Triple P. Ook discussiëren zij over de rol van verschillende familieleden (vaders, tantes, oma’s etc.) bij de opvoeding van het kind en hoe je hier invloed op kan uitoefenen, zonder onbeleefd te zijn. In de huiswerkopdracht moeten moeders thuis oefenen met een nieuw te leren vaardigheid. In de volgende bijeenkomst wordt hier op teruggekomen.
• Bijeenkomst 3. Gezonde voeding voor kinderen Tijdens deze bijeenkomst staat het belang van een gezond voedingspatroon centraal, bestaande uit 3 gezonde hoofdmaaltijden. Er wordt ingegaan op het belang van ontbijten en het beperken van tussendoortjes en gezoete drankjes. Extra aandacht wordt besteed aan hoe je binnen de Turkse cultuur gastvrij kunt zijn, zonder te overdrijven in de hoeveelheid hapjes die je aanbiedt. Met elkaar worden tips en ideeën uitgewisseld om van elkaar te leren hoe je dit zou kunnen aanpakken. De groep gaat samen bewegen op muziek aan de hand van een dvd. In de huiswerkopdracht gaan moeders thuis met een concreet leerdoel rondom het stimuleren van het beweeggedrag van hun kind aan de slag. Hierbij wordt uitgegaan van de principes van Triple P. In de volgende bijeenkomst wordt op het leerdoel teruggekomen.
• Bijeenkomst 4. Het samenstellen van een gezonde maaltijd Tijdens de vierde cursusbijeenkomst leren de cursisten hoe ze een maaltijd gezonder kunnen klaarmaken, onder andere door erop te letten dat ze niet te veel producten gebruiken met een hoge energiedichtheid, producten kiezen uit ieder vak van de ‘schijf van vijf’ en kiezen voor onverzadigde vetten. Tijdens een rondleiding door de supermarkt gaat de groep samen oefenen met etiketten lezen en hoe je gezonde en ongezon-
11
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
de zuivelproducten, tussendoortjes en vetten herkent. De huiswerkopdracht bestaat onder andere uit bewust boodschappen doen en hun kind kennis laten maken met een gezond product. Deze opdracht wordt tijdens de bijeenkomst concreet uitgewerkt en leidt tot concrete leerdoelen voor de volgende keer.
• Bijeenkomst 5. Bewegen met kinderen Tijdens de laatste bijeenkomst krijgen de cursisten informatie over de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB), het belang van bewegen en tips om te bewegen voor volwassenen en kinderen. Ook wordt ingegaan op het belang van regels stellen voor computeren en tvkijken. In de gebruikelijke discussie wordt besproken wat een goede aanpak voor de verschillende cursisten zou kunnen zijn. De groep doet gezamenlijk allerlei beweegspelletjes, die de moeders aan hun kinderen kunnen overbrengen. De huiswerkopdracht bestaat uit het doen van beweegspelletjes en met hun kind zoeken naar een leuke sport. Aan het einde van de vijfde bijeenkomst vullen de moeders een evaluatieformulier in en ontvangen zij een certificaat. Als afsluiting doen de moeders gezamenlijk een aantal volksdansen.
Het draaiboek van de cursus Simpel Fit! en de bijbehorende PowerPoint presentaties bevatten een uitgebreide beschrijving van elke bijeenkomst. Op deze manier komen elke bijeenkomst impliciet en expliciet de beschreven individuele determinanten van opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen aan de orde: het vergroten van bewustwording, het vergroten van kennis, het leren van vaardigheden, het positief veranderen van de attitude, het beïnvloeden van de sociale invloed, het vergroten van de eigen effectiviteit en het positief beïnvloeden van de intentie.
12
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke.
• •
• •
• •
• •
Folder en flyer voor de werving van cursisten in het Nederlands met Turkse vertaling. Draaiboek Simpel Fit! voor de VETC’ers in het Nederlands, met een beschrijving van de cursusopzet, aandachtspunten bij de organisatie van de cursus en een uitwerking van elke cursusbijeenkomst. PowerPoint presentaties van elke cursusbijeenkomst in het Nederlands. Drie dvd’s over voeding en bewegen (‘Nederland in beweging’, ‘Bewegen is gezond – en nog gezellig ook!’ en ‘Eten! Ja gezellig!?’) Box met lege verpakkingen van voedingsmiddelen. Cursusmap voor de cursisten, met folders van de Hartstichting en het Voedingscentrum, huiswerkopdrachten en tips voor beweegspelletjes, gedeeltelijk in het Turks vertaald. Samenwerkingsovereenkomst en certificaat. Flyer ‘In 10 stappen Simpel Fit’, in het Nederlands met Turkse vertaling.
Alle genoemde materialen zijn verkrijgbaar bij GGD Noord- en OostGelderland. Ter bevordering van de implementatie van de cursus ‘Simpel Fit!’ bij andere organisaties, zijn de materialen die hiervoor nodig zijn vrij te gebruiken, mits gewerkt wordt met een bronvermelding (GGD Noord- en Oost- Gelderland).
13
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
B. Onderbouwing van de interventie
6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad):
Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren.
Probleemanalyse
Aan de hand van het model van Stronks et al. (1999) wordt eerst ingegaan op een aantal factoren dat bijdraagt aan de hoge prevalentie van overgewicht/obesitas bij kinderen met een Turkse achtergrond. Daarna wordt ingegaan op de verschillende opvoedingsstijlen en het opvoedgedrag dat ten grondslag ligt aan voedings- en beweeggedrag van kinderen. Hierbij wordt kort de relatie opvoeding en etniciteit beschreven. Vervolgens worden de opvoedondersteuningsprincipes uitgewerkt die binnen Simpel Fit! worden gebruikt. Tenslotte wordt de relatie beschreven tussen de mix van methoden en technieken die binnen Simpel Fit! gebruikt wordt en de te veranderen determinanten van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen van cursisten.
Etniciteit en overgewicht Het model van Stronks et al. (1999) is geschikt om gezondheidsverschillen tussen allochtone en autochtone Nederlanders te verklaren. In het model staat een aantal ‘risicoprofieldeterminanten’, die samenhangen met de prevalentie van ziektes onder etnische minderheden. Deze hangen weer samen met meer algemene verschillen tussen de leefsituatie van allochtonen en autochtonen, de zogenaamde contextuele mechanismen (Stronks et al., 1999). Dit is weergegeven in figuur 1.
Figuur 1. Conceptueel model samenhang etniciteit en gezondheid (Stronks et al., 1999)
Een aantal elementen uit dit model, die door de cursus Simpel Fit! kunnen worden beïnvloed, wordt hieronder toegelicht.
Migratieproces Door de migratie naar Nederland zijn Turkse gezinnen over meer financiële middelen gaan beschikken om eten te kopen. Een gevolg van migratie van Turken naar Nederland is bijvoorbeeld dat er vaker vlees wordt gebruikt in groentegerechten waar in Turkije geen vlees in werd verwerkt, omdat vlees in Nederland relatief goedkoop en gemakkelijk verkrijgbaar is. Verder zorgt acculturatie ervoor dat Turkse gezinnen andere voedingsmiddelen leren kennen. Ze gaan bijvoorbeeld meer vetrijke en bewerkte voedingsmiddelen eten, wat samenhangt met de ontwikkeling van overgewicht (Nicolaou et al., 2009).
14
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Culturele achtergrond De culturele achtergrond hangt samen met eetgewoonten en met de opvoedingsstijl.( zie ook Opvoeding en overgewicht ). Binnen de Turkse cultuur speelt de Islam een belangrijke rol. Volgens het geloof zijn gasten belangrijk en wordt gastvrijheid beloond. Eten hoort bij gastvrijheid en het is onbeleefd om voedsel te weigeren (Nicolaou et al., 2009). Ook is het in Turkije een gewoonte om meer eten bereiden dan nodig is, opdat er genoeg is voor onverwachts bezoek. In Turkije geven ze het eten wat over is aan de armen of delen het met buren. Het wordt namelijk door de Islam afgekeurd om voedsel weg te gooien. In Nederland is het echter niet gebruikelijk om eten met de buren te delen. Sommige Turkse gezinnen eten daarom aan het einde van de dag het overgebleven eten op, wat leidt tot overeten (Nicolaou et al., 2009). Daarnaast is het ook cultureel afhankelijk bij welk gewicht mensen hun kind beschouwen als te dik. In mediterrane landen zoals Turkije prefereert men bijvoorbeeld een stevig kind boven een mager kind, omdat men dit ziet als een teken van gezondheid en welvaart (Braet, 2001). De perceptie van veel Turkse moeders is dat hun kind met overgewicht ‘gezond’ is (Esenay et al., 2010).
Sociaal-economische positie Gezinnen in Nederland met een Turkse achtergrond behoren vaker tot de lage SES groepen: ze hebben een lager opleidingsniveau en minder financi- ele middelen (Nederlands Jeugdinstituut, 2007). Het opleidingsniveau van de moeder hangt samen met de prevalentie van overgewicht bij kinderen (Bergkamp, 2003). De kans op overgewicht neemt af naarmate de moeder hoger is opgeleid, vanwege de kennis van gezonde voeding, de opvoedingsstijl en financiële redenen.
Leefstijl De toenemende lichamelijk inactieve leefstijl, door onder andere passieve vrijetijdsbesteding, is een belangrijke determinant van overgewicht (Wit, 1998). Een goed voorbeeld van deze passieve vrijetijdsbesteding is tv-kijken. Dit vervangt andere activiteiten die meer lichamelijke activiteit vragen en het is gerelateerd aan het eten van voeding met een hoog vetgehalte, onder andere snacks (Robinson, 2001). Volgens Breat (2001) blijkt dat vooral Turkse kleuters relatief veel tijd besteden aan tv-kijken en computeren. Wel of niet lid zijn van een sportclub is ook gerelateerd aan overgewicht. Dit is een indicator voor de hoeveelheid beweging die kinderen krijgen. Turkse kinderen blijken minder te sporten in georganiseerd verband dan autochtone kinderen (Breat, 2001). Hierbij is geen verschil te zien tussen jongens en meisjes. Wel hebben Turkse meisjes die lid zijn van een sportclub (op 5jarige leeftijd) vaker overgewicht (Hoeven-Mulder et al., 2009). Het ontbijtgedrag speelt ook een rol bij overgewicht, niet ontbijten hangt samen met het hebben van overgewicht (Croezen et al., 2009). Turkse kinderen komen veel vaker zonder ontbijt op school dan Nederlandse kinderen (Hoeven-Mulder et al., 2009). Ook uit een andere studie blijkt dat Turkse inwoners van Amsterdam minder vaak ontbijten, minder vaak een warme maaltijd per dag eten en dat ze minder groenten en fruit eten (Nicolaou & Dijkshoorn, 2007). Opvoeding en overgewicht Ouders hebben een directe invloed op het voedings- en beweeggedrag van kinderen via door hen gehanteerde opvoedgedrag, zoals het stellen van regels en grenzen, voorbeeldgedrag en de beschikbaarheid van voedsel
15
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
(Sleddens, 2013). Zo spelen ouders een belangrijke rol in het ontwikkelen van de attitude van hun kinderen ten aanzien van voedsel en lichamelijke activiteit (Gable & Lutz, 2000). Steun van ouders is belangrijk; steun hangt positief samen met het verbeteren van fysieke activiteit door kinderen (Horst et al., 2007). Ouders moeten hun kinderen actief steunen en aanmoedigen om veel te bewegen (Brug & van Lenthe, 2005; Brug et al., 2005; Schrijvers & Schoemaker, 2008). In verschillende studies is tevens aangetoond dat het voedingspatroon van de ouders samenhangt met het voedingspatroon van het kind. Ouders hebben een directe invloed op het gewicht van hun kinderen, omdat zij meestal bepalen wat en hoeveel voedsel er wordt gegeten (Baughcum et al., 2000). Veel verschillende familiefactoren blijken van invloed te zijn op het voedings- en beweeggedrag van het kind, zoals het stellen van duidelijke regels en grenzen ten aanzien van voeding en bewegen (Bourdeaudhuij, 1997; Horst et al., 2007; Brown & Ogden, 2004). Bij het analyseren van de rol van opvoeding bij het voedings- en beweeggedrag van kinderen wordt veelal uitgegaan van de theorie van Maccoby en Martin (Maccoby, 1983; Rhee, 2008). Volgens deze theorie kunnen opvoedingsstijlen worden ingedeeld in vier categorieën, door twee verschillende dimensies te onderscheiden: veeleisendheid ( veel/ weinig ) en responsiviteit ( veel/ weinig ). Veeleisendheid betekent dat ouders hoge eisen stellen aan kinderen. Responsiviteit betekent dat ouders gevoelig en emotioneel betrokken zijn bij hun kind. Door deze twee begrippen te combineren ontstaan vier categorieën: autoritair, permissief ( toegeeflijk ), autoritatief ( democratisch ) en nalatig ( verwaarlozend ). Wanneer deze begrippen worden toegepast op het ontwikkelen van gezond voedings- en beweeggedrag dan kunnen hieraan de volgende kenmerken toegekend worden: 1. Autoritaire ouders proberen eenzijdig controle te hebben over hun kinderen en limiteren hun autonomie. De betrokkenheid van de ouders bij de kinderen is relatief klein. Ze streven naar gehoorzaamheid en geven de kinderen geen inspraak. Ze gaan niet in discussie met hun kinderen en motiveren de regels niet. Dergelijke ouders verbieden bepaalde soor- ten voeding en verplichten hun kinderen dikwijls hun bord leeg te eten. In een autoritaire opvoedstijl wordt goed gedrag met eten beloond en slecht gedrag met het beperken ervan bestraft. Autoritaire ouders praten weinig met hun kinderen over voeding en geven hen hierover ook maar weinig informatie. 2. Permissieve ouders leggen weinig beperkingen aan hun kinderen op. Ze geven hen veel verantwoordelijkheid en consulteren ze bij het nemen van beslissingen. Dergelijke ouders laten de kinderen hun eigen activiteiten organiseren en oefenen hierop weinig controle uit. De betrokkenheid van de ouders bij de kinderen is hoog. Permissieve ouders laten de kinderen ook zelf beslissen wat ze eten. Ze zullen eventueel wel proberen hen te motiveren om gezonde keuzes te maken maar zullen hen er niet toe dwingen. 3. Autoritatieve ouders leggen zoals autoritaire ouders regels op maar motiveren ze. Ze verwachten dat de kinderen het ouderlijke gezag volgen, maar moedigen hen tegelijkertijd aan een eigen mening te ontwikkelen. Ze gaan in discussie met hun kinderen en geven hen allerhande informatie mee. Ze oefenen controle uit op het gedrag van hun kinderen en de betrokkenheid is groot. Autoritatieve ouders bepalen wat er allemaal op tafel komt. De kinderen mogen echter zelf bepalen wat en hoeveel ze ervan eten. 4. Nalatige ouders oefenen geen controle uit en zijn niet betrokken bij hun
16
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
kinderen. Nalatige ouders hebben weinig impact op het gedrag van hun kinderen en zijn vaak ook niet bereid of in staat om het bij te sturen.
In een review van Sleddens (2013) worden verschillende studies vergeleken waarin de relatie tussen opvoedingsstijl en voedingsgedrag, beweeggedrag of gewicht wordt gelegd. Resultaten zijn hierin soms inconsistent, maar wanneer er een verband wordt gevonden, blijkt vaak dat een autoritatieve opvoedingsstijl een positief effect heeft op het voedings- en beweeggedrag en BMI van kinderen. Kinderen uit gezinnen met een autoritatieve opvoedingsstijl eten gezonder, bewegen meer en hebben een lagere BMI. De principes van Triple P ( zie Triple P ) zijn de basis van Simpel Fit! en behoren bij een autoritatieve opvoedingsstijl. In de autoritatieve opvoedstijl worden regels opgelegd die aan het kind worden uitgelegd. Door de hoge mate van de betrokkenheid van de ouders houden de opgelegde regels bovendien rekening met de eigenheid, de smaak en de voorkeur van de kinderen zodat er een grote kans bestaat dat de kinderen zich deze regels later ook eigen zullen maken. Kinderen leren zo goede keuzes te maken en op een correcte manier om te gaan met het overaanbod aan voedsel. Opvoeding en etniciteit Het verschil tussen Nederlandse ouders en immigranten ouders laat zien dat onder Nederlanders een autoritatieve en autoritaire opvoedingsstijl iets vaker voorkomen en dat onder immigranten groepen een permissieve en nalatige opvoedingsstijl de overhand hebben ( Kremers, Brug et al. 2003 ). Rodenberg (2013) laat zien dat er onder immigranten ouders in Nederland aanzienlijk meer TV gekeken wordt en dat er vaker ongezond voedsel in huis is ( Rodenburg, Oenema et al. 2013 ). In een onderzoek van Yaman (2010) komt naar voren dat Turkse moeders in Nederland van de tweede generatie minder ondersteunend zijn naar hun kinderen, minder duidelijke instructies gaven aan hun kind en minder autoritatief waren in hun opvoeding in vergelijking met Nederlandse moeders, gecorrigeerd voor leeftijd en opleidingsniveau. Wanneer de moeder meer waarde hechte aan de Turkse cultuur werd dit geassocieerd met een lagere mate van autoritatieve opvoedingsstijl en wanneer er meer Turks gepraat werd in het gezin werd dit geassocieerd met een meer permissieve opvoedingsstijl. ( Yaman, Mesman et al. 2010 ) Triple P ( Positive Parenting Program ) Simpel Fit! maakt gebruik van een aantal principes met betrekking tot voeding, bewegen en positief opvoeden afkomstig van het van oorsprong Australische programma Lifestyle Triple P voor ouders van kinderen met overgewicht (gebaseerd op Triple P). Hierbij wordt gebruik gemaakt van de sociale leertheorie van Bandura (1977) met ‘active learning’ (zie onder) en de sociale interactietheorie van Patterson (1982). De sociale interactietheorie van Patterson (1982) laat zien dat ouders en kinderen elkaar wederzijds beïnvloeden. Dit kan resulteren in een negatieve spiraal: ouders gebruiken ineffectieve opvoedgedrag, waarop kinderen ongewenst gedrag vertonen, waarop ouders reageren met ineffectieve opvoedgedrag. Wanneer deze spiraal echter doorbroken wordt door praktische handvatten en inzicht in de situatie, kan een gezonde relatie ontwikkeld worden waarin kinderen worden gestimuleerd tot gezond voedingsen beweeggedrag ( Patterson 1982 ). Tevens wordt rekening gehouden met de ontwikkelingsfase en fase-specifiek gedrag van het kind. Triple P is daarnaast gebaseerd op de theorie van Bandura (1982) over zelfredzaamheid, zelfregulatie en zelfsturing. Tijdens de cursus Simpel Fit! leren
17
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
ouders haalbare doelen te stellen voor zichzelf en hun kind en een passende strategie te kiezen voor het oplossen van een probleem. Vervolgens evalueren de ouders de gekozen aanpak en stellen deze desgewenst bij. Op deze manier worden ouders ‘in hun kracht gezet’( vergroten van de eigen effectiviteit ) en wordt hen geleerd om de geleerde vaardigheden ook na de cursus te gebruiken. Tot slot worden in Simpel Fit! theoretische inzichten over gedragsbeïnvloeding en gedragsverandering toegepast. Ouders ontwikkelen strategieën die gebruikt kunnen worden om gedrag te veranderen, waardoor zij deze strategieën bewuster kunnen toepassen. Op deze manier leren ouders over het ontstaan en in stand houden van gewenst gedrag en over het toepassen van deze opvoedingsstrategieën. Om het opvoedgedrag van Turkse moeders ten aanzien van voeding en bewegen te veranderen, dienen de onderliggende determinanten van gedrag te worden veranderd. Het gebruik van één gedragsveranderingstheorie wordt niet aanbevolen (Brug et al., 2005). Veel concepten uit theorieën tonen bovendien overeenkomsten (Michie et al., 2005). Bewustwording van eigen opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen is een belangrijke voorwaarde voor gedragsverandering volgens het Precaution Adoption Proces Model (Weinstein et al., 1998). Kennis is een belangrijke stap naar bewustwording en gedragsverandering, maar kennisoverdracht alleen is niet voldoende. Het leren van vaardigheden ( ‘active learning’ ) wordt vanuit de sociale leerheorie (Bandura, 1977) verklaard. Deelnemers krijgen concrete opdrachten mee naar huis, gaan daar thuis mee aan de slag, houden hiervan een dagboekje bij en komen daar in de volgende bijeenkomst op terug. Een veel gebruikt gedragsverklaringsmodel is het ASE-model (Vries et al., 1988) of de vergelijkbare theorie van gepland gedrag (Ajzen, 2002). Volgens deze theorie is intentie (de voornemens van iemand om een bepaald gedrag uit te voeren) de beste voorspeller van gedrag en wordt intentie verklaard door attitudes, de subjectieve norm en eigen effectiviteit (Ajzen, 2002). Attitude wordt gevormd door vooronderstellingen over waarschijnlijke gevolgen van het gedrag en de evaluatie van deze gevolgen. Om een positieve attitude ten aanzien van het gezond eten en het bewegen te bereiken, is het hebben van de juiste kennis en inzicht in eigen gedrag van belang. Om het gedrag te veranderen moet je jezelf in staat achten om het gewenste gedrag uit te voeren (eigen-effectiviteitsverwachting). Naast de eigen attitude wordt gezondheidsgedrag ook beïnvloed door sociale invloeden. Er zijn verschillende concepten ontwikkeld om uitdrukking te geven aan die sociale invloed. Een veelgebruikt concept is subjectieve norm (de gepercipieerde verwachtingen van belangrijke anderen). De invloed van sociale omgeving kan ook breder worden gezien (Brug et al., 2007). Men kan sociale steun of sociale druk ervaren uit de sociale omgeving en leert van het volgen van het voorbeeld van anderen (modelling).
Triple P kent vijf basisprincipes waarin de belangrijkste pedagogische boodschap is samengevat en deze worden ook in Lifestyle Triple P toegepast. • Het eerste principe is dat kinderen een veilige en stimulerende omgeving nodig hebben. • Het tweede principe is dat kinderen kunnen leren door positieve ondersteuning. Hierin wordt een balans gezocht tussen de zelfredzaamheid van het kind en het ondersteunen van de ouders bij moeilijkheden. Door het kind aan te moedigen en te complimenteren wanneer iets goed gaat, wordt het kind gemotiveerd om nieuwe dingen te leren. Simpel Fit! maakt van dit 2e principe gebruik wanneer in de cursus het belang van stimuleren, steunen en belonen van kinderen met betrekking tot gezond
18
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
•
•
•
eten en gezond bewegen wordt besproken. Ook ervaren moeders dat zij op een leuke en makkelijke manier (samen met hun kinderen) kunnen bewegen. Het derde principe berust op het hanteren van discipline. Kinderen hebben een duidelijke en voorspelbare omgeving nodig en dit kan gecreëerd worden door heldere instructies, het stellen van duidelijke regels en een snelle reactie wanneer het kind ongewenst gedrag vertoond. In de cursus Simpel Fit! worden moeders bewust van het belang van het stellen en bewaken van regels en grenzen ten aanzien van ongezond beweeg- en voedingsgedrag van hun kinderen en hebben zij hiervoor concrete tips gekregen. Verder hebben zij concrete tips gekregen ten aanzien van gezond beweeg- en voedingsgedrag. Zo hebben ouders thuis geoefend met bijvoorbeeld het maken van afspraken met hun kinderen over het aantal uur tv-kijken per dag of bijvoorbeeld het samen aan tafel eten met hun kinderen. Tijdens de volgende cursus avond wordt hierop teruggekomen. Het vierde principe is het hebben van realistische verwachtingen van het kind. Aangezien ieder kind zich in zijn eigen tempo ontwikkeld en uniek is, moeten ook de verwachtingen daarin bijgesteld worden. Zo krijgen ouders concrete tips over de manier waarop ze met ‘lastige eters’ om moeten gaan. Tot slot is het belangrijk dat de ouder goed voor zichzelf zorgt. Voor een ouder die gestrest is of te weinig ontspanning krijgt, is het moeilijker om geduldig, consequent en beschikbaar te zijn voor het kind.
Deze vijf basisprincipes zijn praktisch uitgewerkt in zeventien verschillende strategieën en opvoedingsvaardigheden die zich richten op het versterken van de band tussen ouders en kinderen, het bevorderen van wenselijk gedrag, het aanleren van nieuwe vaardigheden bij kinderen en het leren omgaan met ongewenst of storend gedrag. Hierbij valt te denken aan het tonen van affectie, goed voorbeeldgedrag, het negeren van negatief gedrag en goede communicatievaardigheden binnen de ouder-kindrelatie. Simpel Fit! maakt gebruik van een deel van deze opvoedvaardigheden. Het doel is om de vaardigheden en het zelfvertrouwen van ouders te verbeteren zodat ze het voedings- en beweeggedrag van hun kinderen kunnen beïnvloeden. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich?
Beïnvloedbare factoren De cursus Simpel Fit! richt zich op het beïnvloeden van het opvoedgedrag van Turkse moeders ten aanzien van voeding en bewegen. Het gaat hierbij enerzijds om het stellen en bewaken van regels en grenzen ten aanzien van het ongezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen, bijvoorbeeld over het aantal zoete drankjes dat zij mogen drinken per dag en onverantwoorde tussendoortjes dat zij mogen eten per dag en over het aantal uur dat zij mogen tv-kijken en computeren per dag. Anderzijds gaat het hierbij om het stimuleren van het gezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen, bijvoorbeeld door het geven van gezonde drankjes en tussendoortjes aan hun kinderen en het bereiden van drie gezonde maaltijden per dag en hun kinderen stimuleren om bijvoorbeeld meer buiten te spelen of lid te worden van een sportclub.
Binnen de cursus Simpel Fit! zijn de volgende determinanten gekozen als veranderbare determinanten van het opvoedgedrag van Turkse moeders ten aanzien van voeding en bewegen: bewustwording, vaardigheden, kennis, attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit en intentie. Om deze determinanten te beïnvloeden zijn effectieve methoden en strate-
19
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
gieën gezocht die deze determinanten beïnvloeden (Conner & Norman, 2005; Bartholomew et al., 2006). Binnen de cursus Simpel Fit! is gekozen voor een mix van verschillende methoden en strategieën. Deze worden hieronder door middel van praktische voorbeelden toegelicht.
Bewustwording: • Zelfevaluatie: tijdens de eerste cursusbijeenkomst berekenen de cursisten hun eigen BMI, meten hun middelomtrek en vergelijken de uitslag met de richtlijnen hierover. • Zelfevaluatie: de cursisten vullen thuis samen met hun kinderen een eet- en beweegdagboekje in. De cursisten vergelijken deze informatie met de richtlijnen hierover, om meer inzicht te krijgen in het voedingsen beweegpatroon van henzelf en hun kinderen. • Feedback: de cursisten houden bij hoeveel uur per dag hun kinderen tvkijken of computeren en vergelijken deze informatie met de richtlijnen hierover.
Kennis: • Kennisoverdracht: tijdens verschillende cursusbijeenkomsten wordt informatie gegeven via een presentatie over het ontstaan van overgewicht/obesitas, de gevolgen hiervan en hoe overgewicht/obesitas voorkomen kan worden. • Kennisoverdracht: tijdens verschillende cursusbijeenkomsten wordt informatie gegeven via een presentatie, folders en soms via een kennisquiz over (on)gezonde voeding, zoals over de werking van de energiebalans, over (on)verantwoorde tussendoortjes, over (on)verzadigde vetten, over vitamines en mineralen en over de schijf van vijf. • Kennisoverdracht: tijdens verschillende cursusbijeenkomsten wordt informatie gegeven via een presentatie over bewegen, zoals over de Nederlandse Norm voor Gezond Bewegen (NNGB) en andere beweegrichtlijnen. • Actief leren: de cursisten oefenen tijdens een bezoek aan een supermarkt met de cursusleidster (of aan de hand van lege verpakkingen van voedingsmiddelen), met het lezen van etiketten en het uitkiezen van gezondere alternatieven van bepaalde voedingsmiddelen. • Discussie: om de informatie actief te verwerken worden regelmatig discussies gevoerd, tussen de cursusleidster en de cursisten en/of tussen de cursisten onderling.
Attitude: • Overtuiging: het belang van een gezond voedings- en beweegpatroon wordt benadrukt cq. de risico’s van een ongezond voedings- en beweegpatroon worden aan de hand van theorie en voorbeelden besproken voor de cursisten zelf evenals voor hun kinderen. • Overtuiging: de hoeveelheid suiker in een voedingsmiddel (zoals in een glas fris) wordt gevisualiseerd door het aantal suikerklontjes te laten zien. • Overtuiging: het belang en het nut van steunen en belonen van goed voedings- en beweeggedrag van hun kinderen wordt aan de hand van theorie en voorbeelden besproken. • Feedback, tips en discussie: tijdens de cursusbijeenkomsten worden casussen besproken en vinden er regelmatig groepsdiscussies plaats, bijvoorbeeld over verschillende manieren van steunen, belonen en het stellen van regels en grenzen.
20
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Sociale invloed: • Modelling/Stellen van positieve sociale norm: door de huiswerkopdrachten en de ervaringen van de cursisten te bespreken, wordt het eigen gedrag vergeleken met het gedrag van de andere cursisten. • Stimuleren van communicatie en mobiliseren van sociale steun: doordat de cursus vaak wordt gegeven aan bestaande vrouwengroepen of vrouwen uit één bepaalde plaats of wijk, wordt sociale steun gemobiliseerd. Aan het begin van de cursus wordt veel tijd besteed aan het elkaar leren kennen en het creëren van vertrouwen. De cursisten ervaren daardoor steun bij elkaar bij het aanpassen van hun eigen voedings- en beweeggedrag en dat van hun kinderen en weten elkaar beter te vinden voor het uitwisselen van ervaringen. • Modelling/Stellen van positieve sociale norm: de cursisten leren van de cursusleidster die ook een Turkse achtergrond heeft en tijdens de cursusbijeenkomsten voorbeelden uit haar eigen leven geeft.
Vaardigheden: • Vergroten van vaardigheden door oefening onder begeleiding: de cursisten gaan iedere bijeenkomst zelf actief bewegen en oefenen de beweegspelletjes die ze samen met hun kinderen kunnen doen. De cursisten ervaren dat ze op een leuke manier (met hun kinderen) kunnen bewegen. • Vergroten van vaardigheden door oefening onder begeleiding: de cursisten oefenen tijdens een bezoek aan een supermarkt (of aan de hand van lege verpakkingen van voedingsmiddelen) met het lezen van etiketten en het uitkiezen van gezondere alternatieven van bepaalde voedingsmiddelen. • Vergroten van vaardigheden door oefening: de cursisten oefenen door middel van een huiswerkopdracht met het bereiden van een (traditioneel Turks) gezond ontbijt en een gezonde hoofdmaaltijd (met name door gezondere alternatieven van bepaalde voedingsmiddelen te gebruiken). • Vergroten van vaardigheden door oefening: de cursisten oefenen door middel van huiswerkopdrachten met het stellen en bewaken van regels en grenzen ten aanzien van het ongezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen en het stimuleren van het gezond voedings- en beweeggedrag van hun kinderen. • Feedback, tips en discussie: de cursisten geven elkaar tips tijdens de cursusbijeenkomsten, bijvoorbeeld hoe je gastvrij kan zijn (volgens Turkse begrippen) zonder onnodig veel en ongezond voedsel te bereiden of over het omgaan met de betrokkenheid van familieleden bij de opvoeding van hun kinderen.
Intentie: • Bekrachtiging: tijdens de eerste cursusbijeenkomst ondertekenen de cursisten een samenwerkingsovereenkomst, waarin ze aangeven de intentie te hebben om bij alle vijf de cursusbijeenkomsten aanwezig te zijn. Eigen effectiviteit • Uitproberen nieuwe vaardigheden/Reflectie en feedback: na elke cursusbijeenkomst worden de cursisten door middel van huiswerkopdrachten gestimuleerd om thuis, in de praktijk, de opgedane kennis toe te passen en nieuw gedrag uit te voeren. De cursisten hebben bijvoorbeeld
21
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
• • • •
Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en/of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse.
concrete tips gekregen om regels en grenzen te stellen en te bewaken ten aanzien van het voedings- en beweeggedrag van hun kinderen. Deze huiswerkopdrachten en de ervaringen van de cursisten worden de volgende cursusbijeenkomst besproken. Bekrachtiging: Ouders leren haalbare doelen te stellen voor zichzelf en voor hun kind. Bekrachtiging: Ouders leren een passende strategie te kiezen voor de oplossing van problemen. Bekrachtiging: Ouders ontwikkelen vaardigheden die ze in staat stellen om ook na de cursus de geleerde vaardigheden te blijven gebruiken. Bekrachtiging: de cursisten die actief aan de slag zijn gegaan met de opgedane kennis en geleerde gedragingen, worden hierin positief bekrachtigd.
Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak In de cursus Simpel Fit! is gekozen voor een groepscursus voor moeders van Turkse kinderen met overgewicht, gericht op het beïnvloeden van het opvoedgedrag ten aanzien van voedings- en beweeggedrag van hun kinderen. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende methoden en strategieën om de determinanten van het opvoedgedrag te veranderen. De cursus wordt gegeven door een Turkse Voorlichtster Eigen Taal en Cultuur. De gekozen aanpak sluit aan bij de probleemanalyse, het doel en de doelgroep.
Cursus voor ouders Volgens de CBO-richtlijn behandeling van overgewicht bij kinderen, bestaat behandeling op het gebied van leefstijl bij voorkeur uit een toename van de lichamelijke activiteit én verbetering van gezond eetgedrag. De eet- en leefgewoonten van het hele gezin dienen hierbij betrokken te worden (Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO, 2008). Uit een recent verschenen review over interventies gericht op opvoeding in relatie met overgewicht blijkt dat interventies die zich richten op opvoedingsstijl effectief zijn in het verminderen van overgewicht bij kinderen (Gerards et al., 2011). Uit pragmatische overwegingen richt de cursus zich op de Turkse moeders van kinderen met overgewicht/obesitas. De kinderen worden niet direct bij de interventie betrokken, omdat uit verschillende onderzoeken blijkt dat interventies gericht op alleen de ouders effectief kunnen zijn om overgewicht bij kinderen te verminderen (Mulkens, Jansen & Jansen, 2004; Golan & Crow, 2004; West, Sanders, Cleghorn & Davies, 2010; Jansen, Mulkens & Jansen, 2011). De invloed van ouders blijkt cruciaal te zijn in het verkrijgen van een goede uitkomst bij interventies die gericht zijn op het verminderen van overgewicht onder kinderen (Myers & Vargas, 2000). Daarnaast worden de kinderen ook vanuit kostenoogpunt niet direct bij de interventie betrokken.
Cursus gericht op het beïnvloeden van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen van kinderen Ouders hebben een directe invloed op het voedings- en beweeggedrag van kinderen via door hen gehanteerde opvoedgedrag, zoals het stellen van regels en grenzen, voorbeeldgedrag en de beschikbaarheid van voedsel (Sleddens, 2013). Binnen de cursus Simpel Fit! zijn de volgende determinanten gekozen als veranderbare determinanten van het opvoedgedrag van Turkse moeders ten aanzien van voeding en bewegen: bewustwording, vaardigheden, kennis, attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit en intentie. Om deze determinanten te beïnvloeden zijn effectieve methoden en strategieën gezocht die deze determinanten beïnvloeden (Conner & Norman, 2005; Bartholomew et al., 2006).
22
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Opvoedingsondersteuning door het gebruik mix van verschillende methoden en strategieën Binnen de cursus Simpel Fit! is gekozen voor een mix van methoden en strategieën om het opvoedgedrag van Turkse moeders ten aanzien van voeding en bewegen te beïnvloeden. In de cursus wordt impliciet en expliciet aandacht besteed aan opvoedingsondersteuning. De basis van alle informatie aan ouders over opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen wordt gevormd door het opvoedingsondersteuningsprogramma Triple P. Zelfredzaamheid, zelfregulatie en zelfsturing staat hierbij centraal. Tijdens de cursus Simpel Fit! stellen ouders haalbare doelen voor zichzelf en hun kind. Daarbij wordt gebruik gemaakt van kennisoverdracht, actief leren van nieuwe vaardigheden ( oefenen onder begeleiding, oefenen zonder begeleiding ), discussie, overtuiging, modelling en bekrachtiging. In de thuissituatie oefenen ouders met de gestelde doelen en houden hiervan een dagboekje bij. Vervolgens evalueren ( zelfevaluatie, feedback ) ouders de gekozen aanpak binnen de groep ( bekrachtiging, sociale norm, mobiliseren sociale steun ) en stellen deze desgewenst bij. Op deze manier wordt de eigen effectiviteit van ouders vergroot. Inzet VETC’er Leefstijladviezen dienen aan te sluiten bij de leefwijze van de doelgroep. Voor de methodiek is daarom gekozen voor Voorlichting in Eigen Taal en Cultuur (VETC). De Turkse doelgroep is minder makkelijk te bereiken via reguliere voorlichtingskanalen en reguliere interventies sluiten vaak minder goed aan bij hun cultuur en gebruiken. In het algemeen geldt voor veel allochtone groepen dat mondelinge overdracht in de eigen taal en ook in overeenstemming met de cultuur, waarden en normen, belangrijk is om de voorlichting te doen slagen (Jansen et al., 2002). Dit geldt des te meer bij het thema voeding en bewegen. Bij voedingsadviezen is het belangrijk om dichtbij de gebruiken van de doelgroep te blijven. Turkse moeders gebruiken bijvoorbeeld andere producten dan Nederlandse moeders, de gerechten zijn erg verschillend en ook de indeling van de maaltijden gedurende de dag verschilt. Binnen Turkse gezinnen wordt er bijvoorbeeld vaak twee keer per dag warm gegeten. De kennis van de cursusleidster hierover moet dus toereikend zijn en daarnaast is er specifiek voorlichtingsmateriaal nodig dat aansluit op de gebruiken van de Turkse moeders. De cursus wordt gegeven door een cursusleidster met een Turkse achtergrond, die de Turkse taal beheerst en kennis heeft van de Turkse cultuur. Behalve het taalvoordeel, wordt met een Voorlichter Eigen Taal en Cultuur (VETC’er) ook bereikt dat kenmerken van de cursusleidster en doelgroep overeen komen, waardoor de cursusboodschap versterkt wordt. De cursusleidster heeft de functie van rolmodel, wat volgens de sociale leertheorie een positieve invloed heeft op het vertrouwen om het gewenste gedrag over te gaan nemen. Een VETC’er kan dus een positieve verandering van subjectieve norm en eigen effectiviteit voor het verbeteren van het voedings- en beweeggedrag versterken (Jansen et al., 2002). Dit wordt ook wel ‘peergroep education’ genoemd en heeft een stimulerende werking op de effectiviteit (Koelen en van de Ban, 2004).
Groepscursus Een cursus in groepssetting heeft als voordeel dat de deelnemers van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen steunen tijdens de sessies (Robinson, 1999). Daarom is binnen de cursus Simpel Fit! gekozen voor een groepsgerichte
23
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
aanpak, met als voordeel mogelijkheid tot interactie en het direct geven van feedback. Een groep tussen de 6 en 15 personen is geschikt voor een goede discussie en tegelijkertijd iedereen voldoende te betrekken (Koelen & van de Ban, 2004). De cursussen worden wekelijks gegeven omdat een studie van Robinson (1999) laat zien dat wekelijkse bijeenkomsten bij de start van de cursus optimaal is. Hier is in de cursusopzet rekening mee gehouden. Er wordt gebruik gemaakt van groepseducatie enerzijds en interactie anderzijds. De cursus bestaat uit het geven van theorie, opdrachten, discussiëren, het uitwisselen van ervaringen en zelf bewegen. Groepseducatie is een goede methode voor kennisoverdracht. Groepsdiscussies zijn geschikt om normen van mensen bij te stellen en beïnvloeden hiermee de subjectieve norm, om bewust te worden van problemen en gevoelens en om een mening te vormen en kennis toe te kunnen passen. De groepswerking kan er ook voor zorgen dat mensen hun gedrag sneller veranderen (Saan & de Haes, 2005).
Werkzame factoren/ mechanismen Wat zijn de werkzame factoren/ mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken?
Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en/of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en/of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie.
Laagdrempelig Interventies gericht op de Turkse doelgroep vereist dat deelname laagdrempelig is. Daarom is het belangrijk dat de eigen bijdrage voor de cursisten laag is, de locatie van de interventie dichtbij is en dat de cursisten geen problemen krijgen met de kinderopvang (Buis & Van der Knaap, 2010). Hier is in de cursusopzet rekening mee gehouden. Laagdrempeligheid wordt ook bevorderd door de Turkse VETC’er en Turkse medecursisten. Werkzame factoren/mechanismen Voor de methodiek van de cursus Simpel Fit! is gekozen voor Voorlichting in Eigen Taal en Cultuur (VETC). De doelgroep van Turkse moeders is min- der makkelijk te bereiken met de reguliere voorlichtingsinterventies. Doordat de cursus in groepsverband wordt gegeven, kunnen de cursisten van elkaar leren en elkaar steunen tijdens de cursusbijeenkomsten. Daarnaast is ‘model- ling’ (het fungeren van de cursusleidster als rolmodel) een belangrijk ele- ment van de interventie. Ook voor tweede generatie allochtonen blijft een cursus vanuit de eigen taal en cultuur van belang. Het bereik van reguliere interventies onder etnische minderheidsgroepen blijft kleiner dan onder de autochtone bevolking. Bovendien haken deelnemers uit etnische minderheidsgroepen vaker voortijdig af (Barlow e.a., 2004; Wilson e.a., 2003; Barrett & Ollendick, 2004). Dit kan wijzen op een slechte afstemming van de programma’s op de behoeften van deelnemers uit etnische minderheidsgroepen. Uit onderzoek blijkt dat aanpassen van interventies aan verschillende culturen ( cultuur-sensitieve interventies ) de betrokkenheid kan verhogen, en ervoor kan zorgen dat deelnemers zich meer in het aanbod herkennen, makkelijker bereikt worden en minder snel uitvallen. (Kumpfer, Alvarado, Smith & Bellamy, 2002 ), Dit beeld wordt bevestigd door de ervaringen vanuit de Jeugdgezondheidszorg, die aanleiding zijn geweest voor de ontwikkeling van de cursus Simpel Fit! Turkse ouders geven aan dat zij zich niet snel zouden aanmelden voor een vergelijkbare Nederlandse cursus. Dit heeft zowel te maken met de taal als met de cultuur. Simpel Fit! sluit aan bij de Turkse cultuur en religie, en houdt rekening met Turkse normen en waarden over voeding en eetgewoonten, de opvoeding en de sociale omgang. Daarnaast spelen de taalvaardigheden ook een rol: hoewel de vrouwen soms al hun hele leven in Nederland leven, beheersen sommige deelneemsters de Nederlandse taal onvoldoende om een cursus in het Nederlands te volgen. Wat dat betreft speelt de cursus in op een behoefte. Vanuit de sociale leertheorie van Bandura, met hierin de begrippen 'observationeel leren' en 'modelleren' wordt het belang van de Turkse VETC’er ver-
24
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
klaard. Van modelling is sprake, wanneer deelnemers zich met elkaar en met een rolmodel kunnen identificeren. De VETC’er is het rolmodel, professional en intermediair. Zij kent de taal, de cultuur, de eetgewoonten, de religie, de gastvrijheid, de man-vrouw verhoudingen, etc. Daarnaast kent zij de doelstellingen en de opbouw van de cursus.
7. Samenvatting onderbouwing Beschrijf in één tot drie zinnen het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Overgewicht en obesitas is bij Turkse kinderen in Nederland een groot probleem waarbij tevens in de praktijk blijkt dat deze kinderen en hun ouders onvoldoende gebruik maken van reguliere leefstijlinterventies. De cursus Simpel Fit! richt zich op het beïnvloeden van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen van Turkse moeders met kinderen met overgewicht/obesitas in de leeftijd van 4 tot 12 jaar, zodat gezonde voeding en gezond bewegen bij Turkse kinderen wordt bevorderd. Via een cursus in de Turkse taal en cultuur, wordt ingegrepen op een aantal veranderbare individuele determinanten van het opvoedgedrag ten aanzien van voeding en bewegen: bewustwording, kennis, vaardigheden, attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit en intentie.
25
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
C. Overdraagbaarheid
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking
Welke eisen zijn er ten aanzien van opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers.
De coördinatie VETC en de coördinatie van de cursus Simpel Fit! is in handen van een functionaris gezondheidsbevordering (GBF’er) van GGD Noord- en Oost- Gelderland. Hiervoor gelden geen specifieke aanvullende eisen ten aanzien van opleiding of training.
Is er voor de overdracht van de interventie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie.
8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Er is een draaiboek voor de implementatie en overdracht van de cursus Simpel Fit! Deze bevat een beschrijving van de cursusopzet, aandachtspunten bij de organisatie van de cursus en een uitwerking van elke cursusbijeenkomst. Verder zijn er PowerPoint presentaties voor elke cursusbijeenkomst beschikbaar.
GGD Noord- en Oost- Gelderland kan andere organisaties (in beperkte mate en op hun verzoek) helpen bij de implementatie van de cursus Simpel Fit! door middel van het telefonisch of per e-mail verstrekken van advies.
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.
Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking wordt bepaald door de uitvoerder.
8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking Tijdens de laatste cursusbijeenkomst wordt een evaluatieformulier ingevuld door alle cursisten en door de cursusleidster (VETC’er). Deze evaluaties worden vervolgens geanalyseerd door de VETC’er en coördinator VETC. Eventuele verbeterpunten worden doorgevoerd in de volgende cursusreeks. Op deze manier wordt de kwaliteit van de interventie bewaakt. VETC’ers kunnen daarnaast bij elkaar en bij de coördinator VETC terecht met vragen en problemen. Er wordt dan gezamenlijk naar een oplossing gezocht.
Wat zijn de kosten van de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten van licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie).
8.1 Eisen ten aanzien van opleiding De cursus Simpel Fit! wordt gegeven door de Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC’ers) van GGD Noord- en Oost- Gelderland. Bij voorkeur worden de VETC’ers voorafgaand de start van de cursus bijgeschoold in hun kennis over de thema’s van voeding en bewegen die in de cursus aan bod komen. Het is daarnaast van belang dat de VETC’ers ervaring hebben met het geven van een cursus en vaardig zijn met name in presenteren en het leiden van discussies. De VETC’er heeft bij het Nederlands Jeugd Instituut een training Triple P gevolgd.
8.4 Kosten van de interventie De totale kosten voor de uitvoering van één cursus Simpel Fit! bedragen € 2.330,- (prijspeil 2012). Een cursusgroep bestaat uit minimaal 6 en maximaal 15 Turkse moeders. De kosten van de cursus Simpel Fit! zijn voor een groot deel afhankelijk van het uurtarief dat gerekend wordt voor de inzet van de cursusleidster (VETC’er) en de coördinator VETC (GBF’er). De inzet van de VETC’er wordt betaald uit reguliere middelen of plusfinanciering. GGD Noord- en Oost- Gelderland hanteert de volgende begroting voor de uitvoering van een cursus in 2012:
26
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Meld indien van toepassing: Er zijn bij deze interventie geen gegevens bekend over de kosten en /of de tijdsinvestering van professionals.
Kostenposten cursus Simpel Fit! 2012 Coördinatie en evaluatie cursus (GBF’er) Organisatie cursus (VETC’er) Voorbereiding cursus (inclusief reistijd) (VETC’er) Uitvoering cursus (VETC’er) Cursusmateriaal Locatiehuur (inclusief koffie/thee) Totaal
Inzet
Tarief 2012 5 uur
€ 86,-
Begroting kosten € 430,-
5 uur
€ 72,-
€ 360,-
(5 x 2 uur =) 10 uur (5 x 2 uur =) 10 uur -
€ 72,-
€ 720,-
€ 72,-
€ 720,-
-
€ 50,€ 50,€ 2.330,-
De cursisten betalen een eigen bijdrage van € 5,- voor de cursusmap en koffie/thee.
9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nulmeting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten.
Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast.
Meld indien van toepassing: Er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie.
De cursus Simpel Fit! is in de tweede helft van 2009 ontwikkeld en in de eerste helft van 2010 als pilot gestart met twee cursusgroepen. De pilot is geëvalueerd door middel van een procesevaluatie, een tevredenheidmeting en een beperkte effectmeting. Het doel van deze evaluatie was om de cursus te optimaliseren, voordat deze breed uitgezet zou worden.
Aan het einde van elke cursusbijeenkomst in 2010 heeft de cursusleidster (VETC’er) een aantal vragen plenair besproken met de cursisten over het proces, de waardering van de cursus en motivatie om deel te nemen aan de cursus. Aan het begin van elke cursusbijeenkomst werd een plenaire kennistest gedaan over de cursusbijeenkomst van de voorgaande week. De antwoorden van de cursisten werden genoteerd op een invulblad. Aan het einde van de vijfde cursusbijeenkomst is een schriftelijke vragenlijst onder de cursisten afgenomen over het verloop van de cursus en hun kennis ten aanzien van gezonde voeding en bewegen. De cursusleidster (VETC’er) heeft daarnaast ook een formulier met vragen over het verloop van de cursus ingevuld. Deze gegevens zijn in 2010 geanalyseerd door een epidemioloog van GGD Noord- en Oost- Gelderland (Heinrich et al., 2010).
Aan de eerste cursus Simpel Fit! namen 16 Turkse moeders deel, waarvan 13 de cursus met succes hebben afgerond. Deze cursisten zijn geworven door JGZ-verpleegkundigen, die tijdens het preventief gezondheidsonderzoek (PGO) onder 5- en 11-jarigen, Turkse kinderen met overgewicht hadden gesignaleerd. Aan de tweede cursus namen 12 Turkse moeders deel, waarvan 10 de cursus met succes hebben afgerond. Deze cursisten zijn geworven via de (lokale) moskee. Wegens privé-omstandigheden heeft een aantal cursisten de cursus niet afgerond (Heinrich et al., 2010).
Uit de vragenlijst over het verloop van de cursus, die de moeders aan het einde van de vijfde cursusbijeenkomst hebben ingevuld, bleek dat: • het gemiddelde rapportcijfer dat de cursisten gaven een 9 is. • 90% van de cursisten vond dat de cursusmap meerwaarde heeft.
27
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
• • •
80% van de cursisten vond dat de informatie uit de cursusmap goed te begrijpen is, 10% gedeeltelijk. alle cursisten de huiswerkopdrachten nuttig vonden. 25% verbeterpunten aangaf voor de cursus, namelijk: het betrekken van vaders (4%), nog meer informatie verstrekken (13%), meer en langere cursusbijeenkomsten (10%), betere kwaliteit dvd en beamer (10%).
Uit de vragenlijst over de kennis ten aanzien van gezonde voeding en bewegen, die de moeders aan het einde van de vijfde cursusbijeenkomst hebben ingevuld, bleek dat: Open vraag Juist beantwoord Wat is een goed gewicht? 70% Hoe kun je overgewicht voorkomen? 67% Wat is een gezond eetpatroon? 90% Wat is een gezonde maaltijd? 40% Wat is de beweegnorm voor kinderen? 90% Hoe kun je in de opvoeding meer aandacht 100% besteden aan voeding en beweging? 90% van de cursisten had na afloop van de cursus Simpel Fit! de intentie om gezonder te gaan eten en meer te bewegen en dit bij hun kinderen te stimuleren. In het algemeen is het proces van de cursus Simpel Fit! heel positief beoordeeld door de cursisten. Uit de evaluatiemomenten aan het einde van elke bijeenkomst bleek dat de cursisten tevreden waren over de hoeveelheid informatie en het niveau van de informatie, de hoeveelheid bijeenkomsten en de duur van de bijeenkomsten. En dat ze enthousiast waren om aandacht te gaan besteden aan de besproken onderwerpen in de opvoeding van hun kinderen. Wel werden enkele praktische aandachtspunten genoemd, zoals het zorgen voor een goede laptop en beamerfaciliteiten en het gebruik van een goede kwaliteit dvd. Uit de plenaire kennistesten en de vragenlijst die de moeders aan het einde van de laatste cursusbijeenkomst hebben ingevuld, bleek dat de cursus een positief effect heeft gehad op de kennis en de bewustwording van het belang van goede voeding en voldoende bewegen onder de cursisten. Bovendien hadden nagenoeg alle cursisten na afloop van de cursus Simpel Fit! de intentie om met het hele gezin gezonder te eten en meer te bewegen.
Naar aanleiding van deze evaluatie in 2010 is een aantal aanpassingen aan de cursus Simpel Fit! gedaan: • Een ‘gezonde maaltijd’ wordt beter uitgelegd in de cursus, omdat uit de vragenlijst bleek dat minder dan de helft van de cursisten de kennisvraag hierover niet goed kon beantwoorden. • Als alternatief voor het supermarktbezoek (indien dit niet mogelijk is) is een box met lege verpakkingen van voedingsmiddelen samengesteld. • Een lijst met E-nummers van het voedingscentrum is beschikbaar gesteld voor de cursisten die hiervoor belangstelling hebben. Hier bleek vraag naar te zijn. • Een aantal beweegactiviteiten is beter beschreven, zodat deze strakker gecoördineerd kunnen worden. Hier bleek behoefte aan bij de cursusleidster (VETC’er).
28
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Begin 2013 is het evaluatierapport Simpel Fit! 2010-2012 (Ceelie, 2013) verschenen. In die periode zijn in totaal 17 cursussen Simpel Fit! gepland. Niet alle cursussen zijn daadwerkelijk gestart, en sommige cursussen zijn voortijdig beëindigd. Redenen voor het voortijdig beëindigen van de cursussen waren: te weinig deelnemers, ongunstige cursusplanning (rondom de zomervakantie) of wegens ziekte- of zwangerschapsverlof van de cursusleider. Van de 88 deelnemers hebben 77 deelnemers aan de cursusvoorwaarden voldaan. Zij hebben aan het eind van de cursus het certificaat in ontvangst mogen nemen. Van de 88 cursisten hebben 69 moeders het evaluatieformulier ingevuld. De leeftijd (in 2012) van de cursisten varieert van 29 jaar tot 52 jaar; met een gemiddelde leeftijd van 39 jaar. Alle cursisten zijn langer dan vijf jaar woonachtig in Nederland. Het opleidingsniveau van de cursisten is laag. Ongeveer 83% van de cursisten heeft geen onderwijs genoten of alleen lager onderwijs. Ongeveer 14% van de cursisten is geschoold op het niveau van middelbaar beroepsonderwijs en 3% op het niveau van hoger onderwijs. De cursisten hebben na afloop van de cursus (tijdens de vijfde bijeenkomst) een evaluatieformulier ingevuld met algemene, inhoudelijke en procesvragen over de cursus. De cursisten beoordelen het aantal bijeenkomsten, de duur, tijdstip en locatie van de bijeenkomsten overwegend positief. 26% van de cursisten vindt het aantal bijeenkomsten te weinig. Ook de groepsgrootte, de huiswerkopdrachten en de inzet van de cursusleider worden positief beoordeeld. Alle cursisten bevelen de cursus aan en geven de cursus een 8,2 als gemiddeld rapportcijfer. Als verbeterpunten worden genoemd: meer beweegactiviteiten, meer informatie over gezonde voeding, het betrekken van vaders en kinderen bij de cursus en een cursus gericht op pubers. Op de vraag of de cursisten van plan zijn om gezonder te gaan eten en meer te gaan bewegen en dit ook bij hun kinderen te stimuleren, antwoordt 91% ‘ja’. Op de vraag hoe de cursisten in de opvoeding meer aandacht kunnen besteden aan voeding en bewegen, geven de cursisten verschillende antwoorden: • door bewegen meer te stimuleren. • door gezonde voedingsproducten te kopen en gezonde maaltijden te bereiden. • door langzamer en regelmatiger te eten. • door grenzen te stellen en afspraken te maken over snoepen en tv kijken/computeren. • door het hele gezin meer bewust te maken van een gezonde leefstijl. Inmiddels heeft de eerste gezinsbijeenkomst plaatsgevonden, met vaders en kinderen. Naast kennisoverdracht aan vaders en kinderen hebben vaders, moeders en kinderen meegedaan aan een Voedingsspeurtocht. Vaders en kinderen hebben in 2 aparte sessies basiskennis gekregen over drinken (bijv. zoete drankjes), tussendoortjes, bewegen en ontbijten. Bij de kinderen werd hierbij gebruik gemaakt van verschillende spelvormen. Met vaders is tevens besproken op welke manier zij een gezonde leefstijl van hun kind kunnen bevorderen, en op welke manier zij hun partners kunnen ondersteunen in het stellen van concrete doelen rondom bijv. beeldschermgebruik, het matigen van gezoete drankje en het bevorderen van ontbijten. In het evaluatierapport Simpel Fit! 2010-2012 is de functie van de VETC’er niet expliciet geëvalueerd. Dit wordt voor een volgende evaluatie aanbevolen.
29
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1
Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.)
Ja
X Nee
Vraag 11
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
Ja
X Nee
LET OP
Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek.
Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie.
Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
30
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief
D. Effectiviteit
10. Nederlandse effectstudies
Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad).
Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en meta-analyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland.
Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
Vat elke studie in telegramstijl samen.
10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk.
Kies bij Effectiviteit voor: 1 positieve resultaten 2 effectiviteit niet vastgesteld; 3 negatieve resultaten; 4. positieve en negatieve resultaten; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend.
(Zie de handleiding bij dit werkblad.)
31
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
11. Buitenlandse effectstudies
Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of metaanalyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie?
Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad).
Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden.
Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
32
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de eventuele buitenlandse versie van de interventie.
De naam van de interventie sluit aan bij het thema ‘de gezonde keuze, de makkelijke keuze’. Mensen beslissen zelf over hun leefstijl. De cursus Simpel Fit! laat zien dat de gezonde keuze, ook een makkelijke keuze kan zijn.
Meldt indien van toepassing: Over de naam van de interventie zijn geen bijzonderheden te vermelden.
13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering.
De cursus Simpel Fit! wordt gegeven door Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC’ers) van GGD Noord- en Oost- Gelderland. De cursus wordt gegeven bij een ‘gastorganisatie’, zoals bij welzijnsorganisaties, bij vrouwenverenigingen, op scholen of in moskees. De cursus wordt zoveel mogelijk verspreid over de GGD-regio uitgevoerd. Als een aanvraag voor de cursus binnenkomt, dan wordt door de VETC’ers en de coördinator VETC bekeken of en wanneer de cursus ingepland kan worden.
Van begin 2010 tot medio 2012 is de cursus Simpel Fit! in totaal 9 keer gegeven, met gemiddeld 8 cursisten per cursus.
Meld indien van toepassing: • De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. • Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend.
14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en/of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies.
Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies.
Er zijn diverse interventies met betrekking tot verschillende thema’s die gericht zijn op allochtonen. Ten tijde van het ontwikkelen van de cursus Simpel Fit! (in 2009), was er echter geen geschikt cursusmateriaal voorhanden over gezonde voeding en bewegen dat specifiek aansloot bij de kennis, behoeften, mogelijkheden en cultuur van Turkse moeders. De cursus Simpel Fit! is daarom door GGD Noord- en Oost- Gelderland naar eigen inzicht ontwikkeld specifiek voor de doelgroep Turkse moeders met kinderen met overgewicht/obesitas. Hierbij is de cursus Evenwicht, ook ontwikkeld door GGD Noord- en Oost- Gelderland, als voorbeeld gebruikt.
33
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Aangehaalde literatuur
Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen (zie de handleiding bij dit werkblad).
Ajzen, I. (2002). Perceived Behavioral Control, Self-Efficacy, Locus of Control, and the Theory of Planned Behavior. Journal of Applied Social Psychology, 32 (4), 665-683.
Bandura, A. (1977). Social learning theory. Englewood Cliffs, NJ: Prentice Hall
Bandura, A. (1982). Self-efficacy mechanism in human agency. American Psychologist, jaargang 37, nummer 2, pagina 122-147. Barlow, J., Shaw, R. & Stewart-Brown, S. (2004). The effectiveness of parenting programmes for ethnic minority parents. York: Joseph Rowntree Foundation. Barrett, P.M. & Ollendick, T.H. (2004). Handbook of Interventions that work with children and adolescents. Prevention and treatment. West Sussex, England: John Wiley & Sons Ltd.
Bartholomew, L.K., Parcel, G.S., Kok, G., Gottlieb, N.H. & Fernández, M.E. (2006). Planning health promotion programs. An intervention mapping approach. San Francisco: Jossey-Bass
Bastiaans, A.J.C. (2009). Jong geleerd, gezond gedaan! Behoeften van ouders aan opvoedingsondersteuning bij overgewicht. Utrecht: Universiteit Utrecht
Baughcum, A.E., Chamberlain, L.A., Deeks, C.M., Powers, S.W. & Whitaker, R.C. (2000). Maternal perceptions of overweight preschool children. Pediatrics, 106, 1380-1386.
Bergkamp, E.H.M. (2003). Dikwijls te dik: een onderzoek naar de prevalentie van overgewicht en obesitas bij de 9- en 10-jarigen in Rotterdam. Leiden: TNO Preventie en Zorg
Bourdeaudhuij, I. de. (1997). Family food rules and healthy eating in adolescents. Journal of Health Psychology, 2 (1), 45-56.
Braet, C. (2001). Hoe ontwikkelt zich kinderobesitas? De rol van omgevingsfactoren, leerprocessen en psychologische factoren. In: C. Braet & M.A.J.M. van Winckel (red.). Behandelingsstrategieën bij kinderen met overgewicht (pp. 27-41). Houten: Bohn Stafleu Van Loghum
Brown, R. & Ogden, J. (2004). Children’s eating attitudes and behaviour: a study of the modelling and control theories of parental influence. Health Education Research, 19 (3), 261-271.
Brug, J., Assema, P. van & Lechner, L. (2007). Gezondheidsvoorlichting en gedragsverandering:een planmatige aanpak (5th ed.). Assen: Van Gorcum
34
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Brug, J., Lenthe, F. van (eds.) (2005). Environmental determinants and interventions for physical activity, nutrition and smoking: A review.
Brug, J., Oenema, A., & Ferreira, I. (2005). Theory, evidence and intervention mapping to improve behavior nutrition and physical activity interventions. International Journal of Behavioral Nutrition and Physical Activity Interventions, 2, 2.
Buis, N. & Knaap, L. van der (2010). Aanpak overgewicht Turkse, Marokkaanse en Surinaamse Amsterdammers onder de loep. Amsterdam: Hogeschool van Amsterdam
Buuren, S. van, Hira Sing, R.A., Buitendijk, S.E., Bakker, B., Dommelen, P. van, Schönbeck, Y,, Talma, H., ( 2010 ). Factsheet Vijfde Landelijk Groeistudie, Leiden TNO Kwaliteit van Leven
Ceelie, L., ( 2013 ) Cursus Simpel Fit! Evaluatie 2010-2012, Kennis- en Expertisecentrum GGD, Noord- en Oost-Gelderland Conner, M., & Norman, P. (2005). Predicting health behaviour: research and practice with social cognition models. Maidenhead Berkshire England: Open University Press
Croezen, S., Visscher, T.L, Bogt, N.C. ter, Veling, M.L. & Haveman- Nies, A. (2009). Skipping breakfast, alcohol consumption and physical inactivity as risk factors for overweight and obesity in adolescents: results of the EMOVO project. European Journal of Clinical Nutrition, 63, 405– 412.
Daniels, S.R., Arnett, D.K., Eckel, R.H., Gidding, S.S., Hayman, L.L., Kumanyika, S., Robinson, T.N., Scott, B.J., St. Jeor, S. & Williams, C.L. (2005). Overweight in children and adolescents: pathophysiology, consequences, prevention, and treatment. Circulation. Journal of the American Heart Association, 111 (15), 1999-2012.
Esenay, F.I., Yigit, R., & Erdogan, S. (2010). Turkish mothers’ perceptions of their children’s weight. Journal of Specialists in Pediatric Nursing, 15, 144-153.
Gable, S. & Lutz, S. (2000). Household, parent and child contributions to childhood obesity. Family Relations, 49, 293–300.
Gerards, S. M., Sleddens, E. F., Dagnelie, P.C., Vries, N. K. de, & Kremers, S. P. (2011). Interventions addressing general parenting to prevent or treat childhood obesity. International Journal of Pediatric Obesity, 6, 28-45.
Giammattei, J., Blix, G., Marshak, H.H., Wollitzer, A.O. & Pettitt, D.J. (2003). Television watching and soft drink consumption: associations with obesity in 11- to 13-year-old schoolchildren. Archives of Pediatrics & Adolescent Medicine, 157 (9), 882-886.
Golan, M. & Crow, S. (2004). Parents are key players in the prevention and treatment of weight-related problems. Nutrition Reviews, 62 (1), 3950.
35
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Gruber, K.J. & Haldeman, L.A. (2009). Using the family to combat childhood and adult obesity. Preventing Chronic Disease; Public Health Research, Practice, and Policy, 6 (3), 1-10.
Heinrich, J., Beek, J. ter, Nuraydin, S. & Wit, I. de (2010) Overzicht van resultaten evaluatie Simpel Fit! in Ulft en Deventer. Apeldoorn: GGD Gelre-IJssel
Helman, C. (2000). Culture, Health and Illness. Oxford: Butterworth Heinemann. Hoeven-Mulder, H. & Slagter, I. (2009). Factsheet Jeugdgezondheidszorg GGD Gelre-IJssel. Apeldoorn: GGD Gelre-IJssel
Horst, K. van der, Oenema, A., Ferreira, I., Wendel-Vos, W., Giskes, K., Lenthe, F. van & Brug, J. (2007). A systematic review of environmental correlates of obesity-related dietary behaviors in youth. Health Education Research, 22 (2), 203-226.
Jansen, E., Mulkens, S. & Jansen, A. (2011). Tackling childhood overweight: treating parents exclusively is effective. International Journal of Obesity, 35 (4), 501-509.
Jansen, J, Schuit, J.A. & Lucht, F. van der (2002). Tijd voor gezond gedrag. Bevordering van gezond gedrag bij specifieke groepen. RIVMrapport nr. 270555004. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum
Kemper, H.C., Post, G.B., Twisk, J.W. & Mechelen, W. van (1999). Lifestyle and obesity in adolescence and young adulthood: results from the Amsterdam Growth and Health Longitudinal Study (AGAHLS). International Journal of Obesity and Related Metabolic Disorders, 23 (3), 34-40.
Koelen, M.A. & Ban, A.W. van den (2004). Health education and health promotion. Wageningen: Wageningen Academic Publishers
Kneepkens, M. ( 2013 ). Literatuuronderzoek ter voorbereiding op de proces- en effectevaluatie van de interventie Simpel Fit! Bsc Thesis Voeding en Gezondheid, WUR. Kumpfer, K. L., Alvarado, R., Smith, P. & Bellamy, N. (2002). Cultural sensitivity in universal family-based prevention interventions. Prevention Science, 3 (3), 241-244. Kvaavik, E., Tell, G. S., & Klepp, K. I. (2003). Predictors and tracking of body mass index from adolescence into adulthood. Follow-up of 18 to 20 years in the Oslo Youth Study. Archives of Pediatrics & Adolescent Medicine, 157 (12), 1212-1218.
Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO (2008). Richtlijn Diagnostiek en behandeling van obesitas bij volwassenen en kinderen. Alphen aan den Rijn: Van Zuiden Communications B.V.
Lobstein, T, Baur, L. & Uauy, R. (2004). Obesity in children and young people: a crisis in public health. Obesity Reviews, 5, 4-85.
36
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Michie, S., Johnston, M., Abraham, C., Lawton, R., Parker, D. & Walker, A. (2005). Making psychological theory useful for implementing evidence based practice: a consensus approach. Quality & Safety in Health Care, 14, 26-33.
Mulkens, S., Jansen, A. & Jansen, E. (2004). Prevention of obesity in adulthood: cognitive-behaviour therapy for seriously overweight children. Appetite, 43, 116.
Must, A. & Tybor, D.J. (2005). Physical activity and sedentary behavior: a review of longitudinal studies of weight and adiposity in youth. International Journal of Obesity, 29, 84-96.
Myers, S. & Vargas, Z. (2000). Parental perceptions of the preschool obese child. Pediatric Nursing, 26 (1), 23–30.
Ince, D. & Pijl, M. van der (2009). Culturele diversiteit in opgroeien en opvoeden: feiten en cijfers. Factsheet. Utrecht: Nederlands Jeugdinstituut.
Neumark-Sztainer, D.R., Wall, M.M., Haines, J.I., Story, M.T., Sherwood, N.E. & Berg, P.A. van den (2007). Shared risk and protective factors for overweight and disordered eating in adolescents. American Journal of Preventive Medicine, 33 (5), 359-369.
Newby, P.K. (2007). Are dietary intakes and eating behaviors related to childhood obesity? A comprehensive review of the evidence. The Journal of Law, Medicine & Ethics, 35 (1), 35-60.
Nicolaou, M. & Dijkshoorn, H. (2007). Eet- en beweegpatronen van Turkse en Marokkaanse Amsterdammers onderzocht. Voeding nu, 9 (12), 2123.
Nicolaou, M., Doak, C.M., Dam, R.M. van, Brug, J., Stronks, K. & Seidell, J.C. (2009). Cultural and social influences on food consumption in Dutch residents of Turkish and Moroccan origin: a qualitative study. Journal of Nutrition Education and Behavior, 41 (4), 232-241.
NIGZ (2002). Voorlichting over gezondheid en opvoeding in de eigen taal en cultuur (Vetc). NIGZ
Oude Luttikhuis, Baur, L., Jansen, H., Shrewsbury, V.A., O’Malley, C., Stolk, R.P. & Summerbell, C.D. (2009). Interventions for treating obesity in children. Cochrane Database of Systematic Reviews 2009
Patterson, G. R. (1982). Coercive family process, Castalia Pub. Co. Reilly, J. J. (2006). Obesity in childhood and adolescence: evidence based clinical and public health perspectives. Postgraduate Medical Journal, 82, 429-437.
Renders, C. M., Seidell, J.C., Mechelen, W. van & Hirasing, R.A. (2002). Het gezondheidsprobleem rond overgewicht bij kinderen en adolescenten. In: Gezondheid en gedrag: debatten en achtergrondstudies. Zoetermeer: Raad voor de Volksgezondheid en Zorg
37
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Rennie, K.L., Johnson, L., & Jebb, S.A. (2005). Behavioural determinants of obesity. Best Practice & Research Clinical Endocrinology & Metabolism, 19 (3), 343-358.
Rhee, K.E.., Lumeng, J.C., Appugliese, D.P., Kaciroti, N. & Bradley, R.H. (2006). Parenting styles and overweight status in first grade. Pediatrics, 117 (6), 2047-2054.
Robinson, T.N. (2001). Television viewing and childhood obesity. Pediatric Clinics of North America, 48 (4), 1017-1025.
Robinson, T.R. (1999). Behavioural treatment of childhood and adolescent obesity. International Journal of Obesity and Related Metabolic Disorders, 23, 52-57.
Saan, H. & Haes, W. de (2005). Gezond effect bevorderen. Het organiseren van effectieve gezondheidsbevordering. Woerden: NIGZ Schrijvers, C.T.M. & Schoemakers, S.C.G. (2008). Spelen met gezondheid. Leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. Bilthoven: RIVM
Serdula, M. K., Ivery, D., Coates, R. J., Freedman, D.S., Williamson, D.F. & Byers, T. (1993). Do obese children become obese adults? A review of the literature. Preventive Medicine, 22 (2), 167-177.
Sleddens, E. F. C. (2013). Childhood Overweight: The influence of parenting on children's energy balance-related behavior. Maastricht, Uitgeverij BOXPress. Stronks, K., Uniken Venema, P., Dahhan, N. & Gunning-Schepers, L.J. (1999). Allochtoon, dus ongezond? Mogelijke verklaringen voor de samenhang tussen etniciteit en gezondheid geïntegreerd in een conceptueel model. Tijdschrift voor Gezondheidswetenschappen, 77, 33-40.
Velde, S.J. te, Bourdeaudhuij, I. de, Thorsdottir, I., Rasmussen, M., Hagströmer, M., Klepp, K.I. & Brug, J. (2007). Patterns in sedentary and exercise behaviors and associations with overweight in 9-14-year-old boys and girls - a crosssectional study. BMC Public Health, 7, 16.
Voets, A.A. (1996). Gezondheidsvoorlichting voor migrantenvoorlichting in Haarlem. Een evaluatie van het project gezondheidsvoorlichting in de eigen taal voor Turkse en Marokkaanse vrouwen. Haarlem: Gemeente Haarlem, sector bouwen, wonen en economie, bureau onderzoek & statistiek
Vries, H. de, Dijkstra, M. & Kuhlman, P. (1988). Self-efficacy: the third factor besides attitude and subjective norm as a predictor of behavioural intentions. Health Education Research, 3 (3), 273-282.
Weinstein, N.D., Rothman, A.J. & Sutton, S.R. (1998). Stage theories of health behavior: Conceptual and methodological issues. Health Psychology, 17, 290-299.
West, F., Sanders, M.R., Cleghorn, G.J. & Davies, P.S. (2010). Random-
38
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
ised clinical trial of a family-based lifestyle intervention for childhood obesity involving parents as the exclusive agents of change. Behaviour research and therapy, 48 (12), 1170-1179.
Wit, J.M. (1998), In: Jeugd in beweging. Handboek jeugd. Gezond in beweging. Arnhem: Stichting Jeugd in Beweging / NOC*NSF, 2001 (B1.2), 10-17.
39
Interventienummer
Cursus Simpel Fit! Versie 3
Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing.
Naam
Datum
Handeling
Lonneke Ceelie (Beleidsadviseur GGD Gelre-IJssel) Lonneke Ceelie (Beleidsadviseur GGD Gelre-IJssel)
Juni/juli 2012 Augustus 2012
Josien ter Beek ( Functionaris gezondheidsbevordering GGD-NOG ) Rendelien Verschoof ( Arts M&G, jeugdarts KNMG, onderzoeker AGORA )
Augustus 2013
Beschrijving interventie en invullen van het werkblad. Aanpassen beschrijving interventie n.a.v. reactie CGL van 2 augustus 2012. Aanpassen beschrijving interventie n.a.v. beoordeling CGL van 4 oktober 2012
Document nr. 1 2
3
40