Werkblad beschrijving interventie
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling (vanaf 1 juni 2009 beschikbaar)
Contact NJi
Contact RIVM
Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Achtergrondgegevens Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: Adres: Plaats: E-mail: Telefoon.: Fax: Website: (van de interventie)
GGD Zuid Limburg / Mieke Steenbakkers Postbus 2022 6160 HA Geleen
[email protected] 046-8506666 046-8506667 www.ggdzl.nl
Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder
Naam: Adres: Plaats: E-mail: Telefoon: Fax:
GGD Zuid Limburg / Evelyne Linssen Postbus 2022 6160 HA Geleen
[email protected] 046-8506666 046-8506667
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut / RIVM
Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen.
Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie x Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV gezondheidsbevordering en preventie voor volwassenen en ouderen
Documentnummer Osiris I-database 6905
Werkblad beschrijving interventie april 2009
2
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.
Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.
Doel Het doel van ´Goede voeding hoeft niet veel te kosten´ is om mensen met financiële problemen te leren hoe ze met een beperkt budget toch gezond kunnen eten.
Noem de doelgroep waar de interventie direct op gericht is .
Doelgroep Mensen met financiële problemen die deelnemen aan een verplichte budgetteringscursus
Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.
Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden.
Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies
Aanpak De cursus ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ wordt gegeven als onderdeel van een verplichte budgetteringscursus, de groep die wordt bereikt zijn dus cliënten van de schuldhulpverlening. In twee bijeenkomsten wordt door een diëtiste informatie gegeven over gezonde voeding in het algemeen (consumptie van meer groenten en fruit en met name minder vet) en op welke manier je goedkoop en gezond kunt inkopen en koken. Tijdens de tweede bijeenkomst krijgen de cursisten een 1 uur durende rondleiding in een plaatselijke supermarkt, waarin o.a. uitleg gegeven wordt over het lezen van etiketten en het vergelijken van diverse merkproducten met huismerkproducten qua prijs en kwaliteit.
Materiaal Ter begeleiding van de interventie is er een handleiding voor diëtisten beschikbaar. Voor de cursisten is het volgende materiaal beschikbaar: • Folder 'Het nieuwe eten' van het Voedingscentrum • Informatiemap ‘Rondkomen met inkomen’ voor cursisten + achtergrondinformatie • 2 werkopdrachten, 1 gekoppeld aan de voorlichtingsbijeenkomst en 1 aan de supermarktrondleiding • Smaak- en eettesten en prijsvergelijkingtesten • Gratis voedingspakketje na afloop van de eerste bijeenkomst • Brochure ‘lekker en gezond eten voor weinig geld' . Verder zijn er evaluatieformulieren beschikbaar waarmee de bijeenkomsten procesmatig geëvalueerd kunnen worden. Onderzoek Uit een quasi-experimenteel onderzoek met voor- en nametingen en controlegroep (zonder randomisatie) (Van Assema et al., 2005) is gebleken dat er bij de deelnemers van ´Goede voeding hoeft niet veel te kosten´ een interventie-effect gevonden is op vetconsumptie en vruchtensapconsumptie. De consumptie van verzadigd vet tijdens de hoofdmaaltijd daalde significant. Daarnaast was de seizoensgebonden daling in vruchtensapconsumptie lager in de interventiegroep. De interventie had geen signifi-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
3
6905
voorhanden
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
cant effect op de fruit- en groentenconsumptie. De deelnemers waren over het algemeen positief over de bijeenkomsten maar gaven ook aan dat sommige onderdelen verbeterd konden worden. Op basis van deze onderzoeksresultaten zijn er enkele veranderingen aangebracht in de interventie: • Er wordt gewerkt met een voedingscheck en een persoonlijke feedback kaart om mensen meer inzicht te geven in het eigen eetpatroon. • Om mensen te stimuleren zelf een gezonde maaltijd te bereiden zijn een recept en de bijbehorende ingrediënten opgenomen in het gratis voedingspakketje. • Om meer vaardigheden in het bereiden van maaltijden te ontwikkelen is overwogen om een extra bijeenkomst toe te voegen aan de interventie, echter dit bleek financieel niet haalbaar. Door de interventie te koppelen aan een verplichte budgetteringscursus is het bereik van de doelgroep gewaarborgd.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
4
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waar de interventie zich op richt en van wie het probleem is. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Geef, indien van toepassing, ook aan dat deze informatie er niet is. Maximaal 400 woorden.
Beschrijving van het probleem Ongezonde eetgewoonten zoals veel verzadigd vet, weinig groente en fruit hangen samen met een verhoogd risico op bepaalde chronische aandoeningen zoals diabetes, hartziekten en kanker (WHO, 2003). Groenten en fruit staan bij slechts 9% van de Limburgers hoog in het vaandel: 1 op de 10 Limburgers houdt zich aan de landelijke norm van minstens 2 ons groenten en 2 stuks fruit per dag (Limburgse Gezondheidsenquête, 2003). Mensen met financiële problemen kunnen bij de gemeente een aanvraag tot schuldhulpverlening indienen. Indien deze aanvraag door de Rechtbank wordt goedgekeurd start een begeleidingstraject van drie jaar. Dit betekent dat het inkomen gedurende 3 jaar vastgesteld is op 94% van het bijstandsniveau. Per week ontvangen mensen een beperkt budget (norm NIBUD) voor de dagelijkse kosten (voedsel, verjaardagen etc.). Men gaat uit van € 53 voor twee volwassen personen en € 82 voor een gezin met 2 kinderen. Mensen die schuldsanering aanvragen komen uit alle lagen van de bevolking en alle leeftijdsgroepen, het betreft hier mensen die door omstandigheden in financiële problemen komen. In Limburg worden dergelijke begeleidingstrajecten verzorgd door de Kredietbank Limburg. Gemeenten kopen deze trajecten in bij de Kredietbank. Casemanagers van de Kredietbank Limburg signaleren dat hun cliënten vaak bezuinigen op gezond eten, o.a. groenten en fruit, en goedkope diepvriessnacks als hoofdmaaltijd nuttigen. “De hele week friet met hamburgers is lekker en goedkoper kan haast niet” is een vaker gehoorde uitspraak van cliënten van de Kredietbank. Gemiddeld gebruiken cliënten in de schuldsanering een hoofdmaaltijd op 11 van de 12 dagen, wordt er 110 gram groenten per maaltijd en 0.87 stuks fruit per dag geconsumeerd, en bevat een hoofdmaaltijd gemiddeld 10.27 gram verzadigd vet en 13.4 en % verzadigd vet (Van Assema et al, 2005).
2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interven-
Het doel van ´Goede voeding hoeft niet veel te kosten´ is om mensen met
Werkblad beschrijving interventie april 2009
5
6905
tie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
financiële problemen te leren hoe ze met een beperkt budget toch gezond kunnen eten. Concreet betekent de variatie in de voeding te verhogen, de consumptie van verzadigd vet te verlagen en het gebruik van groenten en de dagelijkse fruit- en vruchtensapconsumptie te verhogen. Subdoelen zijn: • verhogen bewustzijn belang gezond eten en eigen voedingsgewoonten; • verhogen van het prijsbewustzijn; • meer kennis over gezonde en goedkope voeding; • minder vooroordelen m.b.t. gezonde en goedkope voedingsmiddelen; • meer smaakervaring van gezonde producten; • meer vaardigheden om goedkope en gezonde voedingsproducten te kiezen en te kopen; • stimuleren van de bereiding van goedkope en gezonde maaltijden (hele dagmenu); • verlagen van de consumptie van verzadigd vet; • verhogen van de dagelijkse consumptie van groenten en fruit(sap).
3. Doelgroep van de interventie
Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep.
3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? De interventie is bedoeld voor onderstaande doelgroepen: a. Doelgroep: mensen met financiële problemen. De interventie ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ wordt gegeven als onderdeel van een verplichte budgetteringscursus “Rondkomen met inkomen” van de Kredietbank Limburg. Deze budgetteringscursus wordt gegeven aan mensen met financiële problemen die in een schuldsaneringstraject zijn opgenomen. Casemanagers van de Kredietbank Limburg signaleren dat hun cliënten vaak bezuinigen op gezond eten, o.a. groenten en fruit, en goedkope diepvriessnacks als hoofdmaaltijd nuttigen. Uit onderzoeksgegevens blijkt dat van de doelgroep mensen die een schuldsanering aanvragen in ZuidLimburg gemiddeld voor 67% uit vrouwen bestaat, een gemiddelde leeftijd heeft van 39.7 jaar en dat 58.5% van de mensen een lage sociaaleconomische status heeft (lage SES) (Van Assema, 2005). b. Intermediaire doelgroepen: - casemanagers van de Kredietbank Limburg - diëtisten en supermarkten
Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores.
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Limburgse gemeenten kunnen voor mensen met financiële problemen begeleiding inkopen bij de Kredietbank Limburg. De Kredietbank Limburg heeft eind 2000 een budgetteringscursus “Rondkomen met inkomen” ontwikkeld waarin mensen een verantwoord bestedingspatroon aangeleerd krijgen om herhaling / terugval in de toekomst te voorkomen. Mensen kunnen een schuldsaneringstraject aanvragen bij hun gemeente, bij toekenning wordt de schuldsanering openbaar gepubliceerd. De Kredietbank Limburg verplicht haar cliënten deel te nemen aan de budgetteringscursus. ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ is een vast onderdeel van deze budgetteringscursus (2 van de 12 bijeenkomsten). Mensen dienen minimaal bij 10 van de 12 bijeenkomsten aanwezig te zijn. De opkomst beide voedingsbijeenkomsten is wisselend. Gedurende het on-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
6
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
derzoek in 2003 namen 2 van de 39 deelnemers aan de budgetteringscursus niet deel aan de beide voedingsbijeenkomsten (Van Assema et al, 2005). Uit het onderzoek van Janssen (2008) blijkt dat 43 cursisten deelnamen aan de eerste bijeenkomst en 32 cursisten aan de tweede bijeenkomsten. Het blijkt dat sommige cursisten bewust niet deelnemen aan de supermarktrondleiding, omdat mensen zich schamen voor hun schuldsaneringstraject en bang zijn om bekenden tegen te komen in de supermarkt. Momenteel wordt bekeken of de informatieverstrekking via de supermarktbijeenkomst ook op een andere manier kan worden vormgegeven. Voor het cursusonderdeel ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ zijn geen contra-indicatiecriteria van toepassing. Deelnemers worden gestimuleerd om, indien van toepassing, als echtpaar deel te nemen aan de budgetteringscursus.
Geef aan of de interventie (ook) geschikt is voor (specifieke) migrantengroepen, en zo ja voor welke.
3.3 Toepassing bij migranten De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor jeugdigen of gezinnen met een allochtone achtergrond. Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om allochtone groepen in het bijzonder te kunnen bedienen. De interventiematerialen zijn sinds 2003 via de website van de GGD Zuid Limburg beschikbaar en velen in Nederland hebben aan de GGD kenbaar gemaakt dat zij graag alle of bepaalde interventiematerialen wilden gebruiken. Het betrof hier o.a. gemeenten, GGD-en, het welzijnswerk en de thuiszorg. Vanuit de GGD Zuid Limburg zijn hier geen implementatieverplichtingen aan verbonden. Ook het NIGZ heeft de interventie jarenlang als best practice interventie landelijk gepromoot. Enkele recente voorbeelden van implementatie verzoeken: In 2008 heeft de GG&GD Amsterdam kenbaar gemaakt het onderdeel 'Goede voeding hoeft niet veel te kosten' te willen implementeren in een budgetteringscursus in Diemen. Ook de GG&GD Utrecht heeft kenbaar gemaakt dat zij de materialen wil gaan gebruiken binnen een ROC opleiding en het voorstel is dat de Thuiszorg de uitvoering voor haar rekening neemt. Daarnaast startte EuroHealthNet met een project dat nieuwe, veelbelovende initiatieven in Europa identificeert die zich richten op de preventie van overgewicht, en dan met name binnen de lagere welstandsgroepen. Hier is ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ op vraag van Eurohealth net ingediend. In 2009 heeft de gemeente Heumen alle informatie ontvangen om "Goede voeding hoeft niet veel te kosten" te kunnen implementeren. De GGD Brabant Zuid-Oost heeft het boekje “Lekker en gezond eten voor weinig geld” aangevraagd. De GGD Zuid Limburg houdt niet bij of en op welke wijze de interventie of elementen uit de interventie door andere organisaties worden geïmplementeerd. De ervaring leert wel dat vooral gemeenten erg geïnteresseerd zijn in de interventie en dat deze ook gezien wordt als een mogelijke voorbeeld van integraal gezondheidsbeleid, algemeen en specifiek voor overgewicht.
4. Aanpak van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruike-
4.1 Opzet van de interventie Het kader is een traject voor schuldhulpverlening waarbij cliënten een ver-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
7
6905
lijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
plichte budgetteringscursus van 12 bijeenkomsten volgen in 3 maanden tijd. Een cursusgroep telt minimaal 6 deelnemers en maximaal 12 deelnemers. Dit kunnen mannen, vrouwen, maar ook echtparen zijn. Van de 12 bijeenkomsten zijn 2 bijeenkomsten (de vijfde en zesde) gericht op voedingsvoorlichting. Deze beide bijeenkomsten zijn getiteld 'Goede voeding hoeft niet veel te kosten'. De onderwerpen die aan bod komen in de budgetteringscursus zijn: omgaan met schulden, begroten, zuinig zijn met energie, inkopen en regelen van betalingen, gezonde en goedkope voeding, supermarktrondleiding, wet schuldsanering natuurlijke personen, de verleiding om te kopen en verzekeringen, assertief zijn, sparen, hulpverlening, subsidies, regelingen, ordening, budget beheersrekening en begrotingen.
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
4.2 Inhoud van de interventie Twee voedingsbijeenkomsten: 1e bijeenkomst = voedingseducatie: Tijdens één bijeenkomst van 2 uur onderleiding van een diëtiste worden de volgende onderdelen behandeld: - opdracht over geld besparen - uitleg over voor- en nadelen gezonde voeding - tonen van componenten van een gezond dagmenu - verhelderen van de concepten verzadigd en onverzadigd vet - smaaktest - huiswerkopdracht inclusief eigen recept met ingrediënten - gratis voedingspakketje met gezonde ingrediënten (ter waarde van є 5,-) 2e bijeenkomst, inclusief supermarktrondleiding: Tijdens één bijeenkomst van 2 uur in de kantine van de supermarkt onderleiding van een diëtiste worden de volgende onderdelen behandeld: - bespreken voedingscheck - bespreken huiswerkopdracht 1e bijeenkomst - uitleg over het lezen van etiketten en het vergelijken van diverse merkproducten en huismerkproducten op prijs en kwaliteit. Deelnemers krijgen hierbij praktische tips en vaardigheden aangereikt over hoe ze zelf gezonde en goedkope keuzes kunnen maken. Na de uitleg gaan mensen in kleine groepjes de supermarkt in om aan de hand van een opdracht gedurende 1 uur zelf producten te zoeken en te vergelijken. - nabespreken werkopdracht uitgevoerd in de supermarkt - prijsvergelijkingen met behulp van 4 mandjes van voedingsmiddelen. Enkele weken na 2e bijeenkomst: - feedback kaart opgesteld door diëtiste wordt uitgereikt door casemanager van de Kredietbank tijdens de achtste of negende bijeenkomst van de budgetteringscursus.
5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere
Ter begeleiding van de interventie is het programma van de twee voedingsbijeenkomsten beschikbaar, de contactgegevens van de diëtisten die de bijeenkomsten uitvoeren en evaluatieformulieren waarmee de bijeenkomsten procesmatig geëvalueerd kunnen worden.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
8
6905
relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Voor de cursisten is het volgende materiaal beschikbaar: • Folder 'Het nieuwe eten' van het Voedingscentrum • Informatiemap ‘Rondkomen met inkomen’ voor cursisten en achtergrondinformatie van de Kredietbank Limburg • 2 werkopdrachten; 1 gekoppeld aan de voorlichtingsbijeenkomst en 1 aan de supermarktrondleiding • Smaak- en eettesten en prijsvergelijkingtesten • Gratis voedingspakketje na afloop van de eerste bijeenkomst • Brochure ‘lekker en gezond eten voor weinig geld' . Via de website van de GGD Zuid Limburg (www.ggdzl.nl) zijn de volgende materialen opvraagbaar: - boekje ‘Lekker en gezond eten voor weinig geld’ - uitleg budgetteringscursus Kredietbank Limburg - programma 2 voedingsbijeenkomsten - contactgegevens uitvoerende diëtisten - evaluatieformulieren - de Nederlandse versie van het artikel met de wetenschappelijke resultaten van de effectevaluatie Deze achtergrondinformatie wordt momenteel herzien en vernieuwd. Zodra de materialen zijn geupdated worden ze weer op de website van de GGD Zuid Limburg geplaatst.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
9
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
B. Onderbouwing van de interventie
6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een ratio of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en of beschermende factoren. Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken?
Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en/of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie. Voor meer uitleg en informatie zie de handleiding bij dit werkblad.
De combinatie financiële problemen en een lage sociaal-economische status geeft een hoog risico op ongezonde eetgewoonten. Gemiddeld 58.5% van de mensen die in de schuldsanering zitten heeft een lage sociaal-economische status (SES) (Van Assema et al, 2005). Er bestaan in Nederland aanzienlijke verschillen in gezondheid naar sociaaleconomische status (SES), gemeten naar opleiding, inkomen of beroepsniveau. Lager opgeleide mannen en vrouwen leven gemiddeld respectievelijk 4,9 jaar en 2,6 jaar korter dan hoog opgeleiden. Het gemiddelde verschil in het aantal jaren dat in minder goede gezondheid wordt doorgebracht is zelfs 15 jaar. Deze verschillen nemen niet af in de tijd. De minder goede gezondheid van mensen met een lage SES komt voor een deel door het verhoogd voorkomen van gezondheidsrisico's. Personen met een lage SES hebben een minder gezonde leefstijl: roken en drinken meer, eten minder groenten en fruit en bewegen minder. (Van der Lucht, 2006; Hulshof et al, 2003). Uit onderzoek van Branca et al (2007) blijkt dat de keuzes die mensen uit de lage SES met betrekking tot eten maken vooral worden bepaald door de prijs van het eten en het beschikbaar zijn van gezond voedsel. Mensen met een lage SES hebben niet alleen een minder gezonde leefstijl, maar zij hebben ook een lagere behoefte aan informatie. Zij denken minder ver vooruit, hebben een beperkte bereidheid tot verandering, ervaren meer machteloosheid, hebben minder geld ter beschikking en hebben verkeerde opvattingen, zoals ‘gezond eten is duur’ (Maes, 1999). Werkzame interventie elementen ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ maakt gebruik van zowel op theorie gebaseerde als evidence-based interventiemethoden zoals vaardigheidstraining (bijv. het lezen van voedingswaarden etiketten), persuasieve informatie (bijv. over voor- en nadelen van gezonde voeding), actief leren (bijv. het invullen van een vragenlijst in de supermarkt) en blootstelling aan voedsel (bijv. in de smaakproef) (Bartholomew et al, 2000). Een supermarktrondleiding blijkt een goede manier om mensen nieuwe kennis en vaardigheden aan te leren (Baic and Thompson, 2007; Baic, 2008). Bij de ontwikkeling van de beide voedingsbijeenkomsten is rekening gehouden met het feit dat gemiddeld 58.5% van de deelnemers een lage SES heeft. Aangezien mensen met een lage SES voorkeur hebben voor praktische activiteiten (Geerts, 2003) gaan deelnemers tijdens de supermarktrondleiding zelf op zoek gaan naar goedkope en gezonde voedingsmiddelen. Aan de hand van een opdracht worden diverse (huis)merkproducten op prijs en kwaliteit vergeleken via het lezen van etiketten. Strategieën die succesvol gebleken zijn bij mensen met een laag inkomen zijn aantrekkelijke materialen met bijvoorbeeld cartoons en verhaaltjes, smaaktesten, het stellen van persoonlijke doelen en het uitdelen van waardebonnen (Anderson et al, 2001; Buller et al, 1999; Havas et al, 1998). Binnen de interventie wordt daarom gewerkt met mandjes met voedingsmiddelen ter verduidelijking van het lezen van etiketten en het leren vergelijken van producten op prijs en kwaliteit. Ook het
Werkblad beschrijving interventie april 2009
10
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
proeven van voedingsmiddelen, bijvoorbeeld een boterham met pindakaas van Calvé versus een huismerk, is hierbij een belangrijk onderdeel. Verder ontvangen deelnemers een gratis voedingspakketje ter waarde van є 5,- om hen te stimuleren thuis een gezonde maaltijd klaar te maken. Via de feedback kaart krijgen deelnemers inzicht in de eigen eetgewoonten en worden ze gestimuleerd veranderingen in een eetgewoonten aan te brengen en vol te houden.Verder blijkt uit onderzoek dat de groentenconsumptie van mensen met een laag inkomen verhoogd kan worden via recepten die ontwikkeld en afgestemd zijn op de wensen van de deelnemers (Kilcast et al, 1996). In de huiswerkopdracht behorende bij de eerste voedingsbijeenkomst krijgen deelnemers daarom de opdracht een eigen recept uit te zoeken met de bijbehorende ingrediënten, welke in de volgende bijeenkomst wordt besproken. Het aanleren van vaardigheden via kooklessen kan bij deze doelgroep de fruitconsumptie verhogen (Valentine et al, 2002). Echter, ondanks vergevorderde plannen om een extra kookles toe te voegen aan deze interventie (een 3de bijeenkomst), kon dit vanuit kostenoverwegingen niet worden uitgevoerd in de praktijk. Door de interventie te koppelen aan een verplichte budgetteringscursus is het bereik van de doelgroep gewaarborgd. Dit een belangrijk element van de interventie daar mensen met een lage SES vaak moeilijk te bereiken zijn. Zelfs bij kleinschalige interventies in de wijk ligt het bereik van deze doelgroep relatief laag (gemiddeld 12%) (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2009). Ondanks het feit dat het programma is afgestemd op deelnemers met een lage SES blijkt het programma ook goed aan te slaan bij deelnemers met een andere SES. Uit de procesevaluatie en de evaluatieformulieren blijkt dat het programma door de meeste deelnemers interessant en belangrijk wordt gevonden en dat mensen nieuwe informatie krijgen aangereikt vooral in de tweede bijeenkomst, de supermarkterondleiding (Van Assema et al, 2005). Het niveau van de theoretische toelichting wordt afgestemd op de deelnemers en is er veel gelegenheid voor eigen inbreng. Daarnaast geldt dat mensen, ook al zijn mensen bekend met de richtlijnen gezonde voeding, ze vaak een verkeerd beeld hebben van hun eigen voedingsgewoonten. Nederlanders overschatten vaak de kwaliteit van hun eetgewoonten (Glanz et al, 1997). Door het visuele gedeelte van het programma, bijvoorbeeld door te laten zien hoeveel 200 gram groenten is op een bord, krijgen deelnemers meer inzicht in de eigen voedingsgewoonten (info diëtisten).
7. Samenvatting onderbouwing Geef in één tot drie zinnen de logica van het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Mensen met financiële problemen hebben vaak een lage SES. Een lage SES en beperkte financiële middelen verhogen het risico op ongezonde leefgewoonten. Deze groep heeft ook vaak verkeerde opvattingen (gezond eten is duur) en laten de keuze van de (gezonde) voeding afhangen van de prijs en beschikbaarheid van deze gezonde voeding. De interventie “Goede voeding hoeft niet veel te kosten” is onderdeel van een verplichte budgetteringscursus en laat mensen met financiële problemen zien (aan de hand van visuele en concrete voorbeelden) en ervaren (smaaktest en prijsvergelijking) dat gezonde voeding niet duur hoeft te zijn.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
11
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
C. Overdraagbaarheid
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing. Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers.
Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is? Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie.
8.1 Eisen ten aanzien van opleiding De Kredietbank Limburg verzorgt de budgetteringscursus “Rondkomen met inkomen” en huurt hiervoor gastdocenten in. De Kredietbank Limburg handelt in opdracht van gemeenten. De GGD Zuid Limburg heeft de interventie samen met de diëtisten en de Kredietbank Limburg ontwikkeld. Twee van de twaalf bijeenkomsten gaan over “Goede voeding hoeft niet veel te kosten”. Deze bijeenkomsten worden verzorgd door een erkend en zelfstandig gevestigde diëtiste, in aanwezigheid van de casemanager van de Kredietbank Limburg. 8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Er bestaat inmiddels een samenwerking van 9 jaar tussen de GGD Zuid Limburg, de Kredietbank Limburg en twee zelfstandig gevestigde diëtisten. De Kredietbank Limburg en de diëtisten regelen zelf de locatie en rondleidingen. De GGD stimuleert de afname van ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ bij haar gemeenten, bewaakt de kwaliteit van de interventie en zoekt naar mogelijkheden om de interventie aanvullend te evalueren. Samenwerking met de Kredietbank Limburg is een essentieel onderdeel van deze interventie. Via deze samenwerking is het mogelijk mensen met financiële problemen en een lage SES op grote schaal te bereiken. Door de verplichte deelname is het werven van de doelgroep, vaak een groot probleem bij interventies voor de lage SES doelgroep (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2009), niet aan de orde. De in Maastricht ontwikkelde materialen zijn jarenlang gratis beschikbaar gesteld via de website van de GGD Zuidelijk Zuid-Limburg en na de fusie in 2006 via de website van de GGD Zuid Limburg. In 2003 heeft de interventie de Stimuleringsprijs OGZ behaald. Het gratis beschikbaar stellen van de interventiematerialen was als voorwaarde verbonden aan deze prijs. Momenteel worden deze materialen herzien en vernieuwd. Zodra de materialen zijn aangepast worden ze weer op de website van de GGD Zuid Limburg geplaatst ( www.ggdzl.nl ). 8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking wordt (verder) bepaald door de uit-
De GGD Zuid Limburg, afdeling gezondheidsbevordering, levert vanuit haar basistaken ondersteuning aan deze interventie. Zo bewaakt de GGD de kwaliteit van de interventie door regelmatig te stimuleren dat er onderzoek wordt gedaan naar de interventie. In 2005 is het effectonderzoek gefinancierd uit gelden van de Stimuleringsprijs OGZ 2003 en in 2008 heeft een student van de Universiteit Maastricht een procesevaluatie uitgevoerd. Het opnieuw uitvoeren van een effectevaluatie is een belangrijke aanbeveling voor de toekomst. De ingevulde evaluatieformulieren bij elke cursus zijn in belangrijke
Werkblad beschrijving interventie april 2009
12
6905
voerder.
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
basis voor de procesevaluatie en het tussentijds bijstellen van de interventie in de praktijk. Verder heeft de GGD Zuid Limburg regelmatig overleg met de Kredietbank Limburg en de zelfstandig gevestigde diëtisten om het verloop van de interventie te evalueren en mee te denken over mogelijke verbeteringen in de praktijk. 8.4 Kosten van de interventie
Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). Meld indien van toepassing: de kosten van de interventie zijn niet bekend
De budgetteringscursus (inclusief ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’) wordt in Maastricht betaald door de gemeente Maastricht - afdeling Sociaal Economische Zaken. Onderstaande kosten zijn op basis van de volledige cursus ‘Rondkomen van inkomen’ waar ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ onderdeel van is, zoals deze in 2003 in Maastricht is gegeven. Kosten‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ per cursus: Diëtiste (verzorgt 2 bijeenkomsten): 5,5 uur Materialen: afhankelijk van eigen budget* De supermarkt werkt vaak op vrijwillige basis mee. Integrale kostprijs totale budgetteringscursus in 2003 = € 4067,- totale kosten (inclusief zaalhuur, loonkosten en materialen). = € 339,- kosten per deelnemer * De in Maastricht ontwikkelde materialen zijn gratis beschikbaar via de website van de GGD Zuidelijk Zuid-Limburg. Hoe mensen materialen willen vormgeven (wel/niet drukwerk aanmaken van de internetinformatie, verspreiding materiaal ect.) kan iedereen voor zich beslissen afhankelijk van het eigen budget.
9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie.
Procesevaluatie De interventie is twee keer procesmatig onderzocht, in 2003 en in 2008. Assema, P. van, Steenbakkers, M., Rademaker, C., & Brug, J. (2005) The impact of a nutrition education intervention on main meal quality and fruit intake in people with financial problems. Journal of human nutrition and dietetics, Jun;18 (3):205-12. Procesgegevens werden in 2003 verzameld door alle bijeenkomsten te observeren en korte interviews af te nemen bij twee deelnemers van elke cursus. In totaal zijn vijf cursussen meegenomen in het onderzoek. Bovendien werd door alle deelnemers aan het einde van iedere bijeenkomst een korte schriftelijke vragenlijst ingevuld. Daarin werd gevraagd hoe ze de bijeenkomst hadden ervaren en of ze van plan waren hun eetgewoonten te veranderen naar aanleiding van de bijeenkomst. Van de 39 deelnemers namen er daadwerkelijk 35 deel aan het onderzoek. Een deelnemer had geen telefoon, een andere stopte met de cursus en twee anderen namen niet deel aan de voedingsbijeenkomsten. Gemiddeld 68.6% van de deelnemers aan de interventie was vrouwelijk, de gemiddelde leeftijd was 38.7 jaar (bereik 20-69 jaar) en 52.9% had een lage sociaal-economische status (lage SES).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
13
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
26 deelnemers deden mee aan beide bijeenkomsten, 8 uitsluitend aan de theoriebijeenkomst en 1 uitsluitend aan de praktische bijeenkomst in de supermarkt. Uit de schriftelijke vragenlijst bleek dat alle deelnemers behalve één geïnteresseerd waren in het thema ‘goedkoop en gezond eten’. Voor beide bijeenkomsten geldt dat driekwart van de deelnemers de bijeenkomst interessant vond. Beide bijeenkomsten kregen een waarderingscijfer van bijna 8 op een schaal van 10. De meeste deelnemers vonden de informatie die ze in de eerste bijeenkomst kregen erg belangrijk. Ze hadden veel nieuwe informatie gehoord in de beide bijeenkomsten. Deze bevindingen werden bevestigd in de persoonlijke interviews. Ongeveer tweederde van de deelnemers gaf te kennen van plan te zijn hun eetgewoonten te veranderen na de eerste bijeenkomst. De tweede bijeenkomst stimuleerde nog een aantal extra deelnemers om hun eetgewoonten te wijzigen. De observaties wezen uit dat de meeste deelnemers actief deelnamen; ze luisterden aandachtig, stelden vragen, deden mee aan de discussie en opdrachten. Het gedrag van enkele deelnemers duidde echter op een algehele desinteresse. Uit de verschillende informatiebronnen voor de procesgegevens bleek dat de uitleg van de diëtist, de smaakproef en de vergelijking tussen de winkelmandjes de meest succesvolle elementen waren. Enkele deelnemers zouden graag informatie gekregen hebben die paste bij hun persoonlijke situatie, zoals bijvoorbeeld lichamelijke problemen. Slechts weinig deelnemers hadden de opdracht om zelf thuis een gezonde hoofdmaaltijd samen te stellen begrepen en voltooid. Enkele deelnemers hadden niet genoeg tijd om de vragenlijst in de supermarkt in te vullen en/of waren niet in staat alle vragen correct te beantwoorden. Sommige verklaarden dat ze de voedingsbijeenkomsten niet nodig hadden omdat ze al gezonde eetgewoonten hadden. Tot slot werden enkele adviezen door individuele deelnemers als onrealistisch ervaren, zoals de aanbevolen hoeveelheid groenten per maaltijd en het voorstel om naar verschillende winkels te gaan om de prijzen te vergelijken. Samenvattend kan gesteld worden dat de resultaten van dit onderzoek laten zien dat de meeste deelnemers in het algemeen positief waren over de voedingsbijeenkomsten. De reacties van de deelnemers bevestigden dat sommige onderdelen van de voedingsbijeenkomsten verbeterd kunnen worden. Op basis van deze onderzoeksresultaten zijn er enkele veranderingen aangebracht in de interventie: • Er wordt gewerkt met een voedingscheck en een persoonlijke feedback kaart om mensen meer inzicht te geven in het eigen eetpatroon. • Om mensen te stimuleren zelf een gezonde maaltijd te bereiden zijn een recept en de bijbehorende ingrediënten op genomen in het gratis voedingspakketje. • Om meer vaardigheden in het bereiden van maaltijden te ontwikkelen is overwogen om een extra bijeenkomst toe te voegen aan de interventie, echter dit bleek financieel niet haalbaar.
Janssen, M.A.J. (2008). Process evaluation of ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’. Master Thesis, Maastricht University. In 2008 is nogmaals een kleine procesevaluatie uitgevoerd (Janssen) bij vijf cursussen. 41 van de 43 cursusdeelnemers hebben een vragenlijst ingevuld na de eerste bijeenkomst en 36 mensen hebben hun telefoonnummer vrijgegeven, alle cursusdeelnemers (32) hebben na de tweede bijeenkomst de vra-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
14
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
genlijst ingevuld en 28 gaven hun telefoonnummer vrij. 23 mensen met een opgegeven telefoonnummer hebben beide bijeenkomsten bijgewoond waarvan er vervolgens 15 telefonisch konden worden geïnterviewd 3 weken na de laatste cursusbijeenkomst. Voor dit onderzoek is een Logic Model (Contento, 2007) opgesteld waarin voor elk programmaonderdeel bijbehorende korte en lange termijn uitkomsten zijn benoemd. Uit dit onderzoek komt naar voren dat alle deelnemers positief waren over de bijeenkomsten en vrijwel iedereen een beter gerapporteerde budgettering en een hoger prijsbewustzijn had. Ook de gerapporteerde aankoop en bereiding van gezonde en goedkope voeding was hoger. Van in 2005 aangebrachte veranderingen in de interventie werd de voedingscheck erg positief beoordeeld. De feedback kaart is onvoldoende onderzocht om hierover duidelijke uitspraken te kunnen doen. Geadviseerd wordt dit onderdeel nogmaals te evalueren. Verder wordt de huiswerkopdracht niet goed uitgevoerd door de deelnemers. Geadviseerd wordt om de deelnemers een implementation intention te laten formuleren, waar mogelijk peer education in te zetten en te werken met een boost sessie. Dit uiteraard wel binnen de praktische en financiële mogelijkheden van de interventie.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
15
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1 Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.)
Ja
Nee
Vraag 11
Ja
Nee
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
16
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief D. Effectiviteit
10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen. (Zie de handleiding bij dit werkblad.) Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en metaanalyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland.
Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
Assema, P. van, Steenbakkers, M., Rademaker, C., & Brug, J. (2005) The impact of a nutrition education intervention on main meal quality and fruit intake in people with financial problems. Journal of human nutrition and dietetics, Jun;18 (3):205-12. Het doel van ´Goede voeding hoeft niet veel te kosten´ was om de variatie in de voeding te verhogen, de consumptie van verzadigd vet te verlagen en het gebruik van groenten en de dagelijkse fruit- en vruchtensapconsumptie te verhogen. Voor de effectstudie werd een quasi-experimenteel onderzoeksdesign gebruikt met voor- en nametingen en een controlegroep (zonder randomisatie). De interventiegroep bestond uit deelnemers aan vijf cursussen die van start gingen van september tot november 2003. De controlegroep bestond uit een random steekproef van 150 mensen in een naburige regio, die op een wachtlijst stonden voor een soortgelijke budgetteringscursus maar dan zonder de voedingsbijeenkomsten. De metingen werden verricht met behulp van telefonische interviews. Van de 39 personen in de interventiegroep die toestemden om deel te nemen aan de studie, namen er 35 daadwerkelijk deel. Een niet-deelnemer had geen telefoon, een andere stopte met de cursus en twee anderen namen niet deel aan de voedingsbijeenkomsten. Van de 150 personen in de controle groep die per brief werden uitgenodigd om aan het onderzoek deel te nemen, werden er 39 geïncludeerd in het onderzoek. Van de overblijvende 111 konden 85 mensen niet bereikt worden op hun laatst bekende telefoonnummer, 19 weigerden, 4 spraken geen Nederlands en 3 stopten gedurende het onderzoek. De interventie- en controle groep werden een maand na de voedingsvoorlichtingsbijeenkomst driemaal opgebeld (in een periode van ongeveer een maand) voor de nameting. De controle groep werd ongeveer een maand later gebeld dan de interventiegroep. Tijdens het telefonisch interview werden de deelnemers ondervraagd over de hoofdmaaltijd, inclusief een eventueel nagerecht, dat ze net gebruikt hadden en over de hoofdmaaltijd en de fruit- en vruchtensap consumptie van de dag ervoor. De inname van energie, verzadigd vet en groeten per bevraagde hoofdmaaltijd werd berekend met behulp van het Becel Voedingsprogramma en het rapport ‘Maten, gewichten en codenummers’ van Donders-Engelen et al (2003).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
17
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Resultaten De verschillen tussen de interventie- en de controle groep wat betreft leeftijd, geslacht en opleiding waren niet substantieel en niet statistisch significant. Bij de interventiegroep werd een significant interventie effect gevonden voor de consumptie van verzadigd vet en vruchtensappen (zie tabel 1). Er werden geen interventie-effecten gevonden voor de fruit- of groenteconsumptie (zie tabel 1). Tijdens de nameting rapporteerden 16 deelnemers uit de interventiegroep dat ze tenminste 1 eetgewoonte hadden veranderd als gevolg van de voedingsbijeenkomsten. Acht van deze 16 deelnemers verklaarden ook nog eens minder geld uit te geven aan voedsel als gevolg van de bijeenkomsten. De deelnemers in de interventiegroep die zelf verklaarden dat hun eetgewoonten waren veranderd, hadden een grotere reductie in de inname van verzadigd vet (in gram en energiepercentage) dan diegenen die geen veranderingen rapporteerden (-4,48 versus -1,20 gram verzadigd vet, t=2,77, p=0,01; -2,12 versus 0,06 en % t=1,84, p=0,08). Tabel 1: Mean scores (sd) on outcome measures Intervention group (n=35) Pre test Post Pre to test post test change 11.59 -2.40 9.19 (4.48)2 (4.21) (4.86) 13.07 12.27 -0.81 (4.15)2 (3.48) (3.54) 3041 2574 -467 (815) (839) (817)
1 2
Control group (n=39) Pre test Post Pre to test post test change 8.95 9.90 0.95 (3.27)2 (4.03) (4.40) 13.72 13.42 -0.30 (5.05)2 (2.53) (5.53) 2499 2587 88 (617) (653) (691)
B1
p-value
Saturated fat 2.03 p=0.041 (g per meal) Saturated fat 1.20 p=0.088 (g per meal) Energy 260.72 p=0.12 (KJ per meal) Vegetable 125.22 125.98 0.76 95.38 95.53 -0.15 -12.53 p=0.35 (g per meal) (69.12) (77.21) (65.82) (52.57) (60.84) (43.98) Fruit 0.89 1.06 0.17 0.85 0.73 -0.12 -0.31 p=0.14 (pieces per (0.93) (1.05) (0.95) (1.10) (1.03) (0.99) day) Fruit juice 0.69 0.55 -0.14 0.57 0.27 -0.30 -0.25 p=0.045 (glasses per (1.23) (0.72) (1.03) (0.99) (0.38) (0.99) day) Unstandardized regression coefficient, adjusted for age, gender, educational level and baseline score Baseline score of intervention and control group was significantly different
Er zijn geen gegevens beschikbaar over de kosteneffectiviteit. Het accent in dit onderzoek lag op de hoofdmaaltijden, waardoor mogelijke effecten op de voeding tijdens andere maaltijden of tussendoor niet onderzocht zijn. De grootste tekortkoming van dit onderzoek is de kleine onderzoekspopulatie. De huidige resultaten zijn echter veelbelovend genoeg om te concluderen dat het zinvol is om verder te investeren in deze interventie en deze waar mogelijk te verbeteren. Of deze verbeterde interventie inderdaad de verwachte effecten op de eetgewoonten van de deelnemers heeft, moet echter in een grotere onderzoekspopulatie worden onderzocht. 10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk.
Studie 1 Auteurs: Assema, P. van, Steenbakkers, M., Rademaker, C., & Brug, J. (2005) The impact of a nutrition education intervention on main meal quality and fruit intake in people with financial problems. Journal of human nutrition and dietetics, Jun;18 (3):205-12.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
18
6905
Kies bij Mate van effectiviteit voor: 1 effectief; 2 deels effectief; 3 effectiviteit niet vastgesteld; 4 negatief effect; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend. (Zie de handleiding bij dit werkblad.)
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Onderzoekstype: quasi-experimenteel onderzoeksdesign Belangrijkste resultaten: De resultaten van dit onderzoek laten zien dat de meeste deelnemers in het algemeen positief waren over de voedingsbijeenkomsten en dat de interventie resulteerde in een daling van de consumptie van verzadigd vet tijdens de hoofdmaaltijden. Ook trad er een verschil op in de vruchtensapconsumptie. De interventie had geen significant effect op de fruit- en groetenconsumptie. De reacties van de deelnemers bevestigden dat sommige onderdelen van de voedingsbijeenkomsten verbeterd kunnen worden. Bewijskracht van het onderzoek: vrij sterk Mate van effectiviteit van de interventie: deels effectief Studie 2 Echt vergelijkbare interventies zijn er niet in Nederland en zeker geen interventies waarvan het effect is onderzocht. De effectiviteit van de supermarktrondleiding is wel apart onderzocht (van Assema et al, 1996).
11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of meta-analyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES of de gegevens om deze te berekenen.
Echt vergelijkbare interventies zijn er niet in het buitenland. Maar de interventie bestaat uit een aantal onderdelen en in die onderdelen worden bepaalde strategieën gebruikt: actief leren, blootstelling aan voedingsproducten, goal-setting, etc. Er is natuurlijk wel ‘bewijs’ dat die strategieën effectief zijn. Per strategie verschilt echter het ‘type’ bewijs. Soms kan alleen op basis van theorie beredeneerd worden dat de strategie effectief zou moeten zijn, soms is er bewijs dat het effectief is bij andere thema’s of andere doelgroepen en soms is er bewijs dat het in andere voedingsinterventies bij een soortgelijke doelgroep een effectieve strategie is geweest.
Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
19
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de buitenlandse versie van de interventie.
De naam “Goede voeding hoeft niet veel te kosten” weerlegt de veronderstelling dat gezond eten veel geld kost en duurder is dan minder gezonde voeding. Op basis van signalen uit de praktijk is deze interventie in 2000 ontwikkeld. Zo gaf de gemeente Maastricht aan dat mensen in bepaalde achterstandswijken niet in staat zouden zijn om “gezond” te eten, daar dit veel te duur is. Bovendien had de Kredietbank Limburg verschillende voorbeelden van clienten die wegens weinig geld vaak de hele week friet met hamburgers aten.
13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering. Meld indien van toepassing: • De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. • Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend.
De interventie wordt momenteel uitgevoerd door de Kredietbank Limburg in de drie grote steden van Zuid-Limburg; Maastricht, Heerlen en SittardGeleen. Door het toenemende aantal mensen met financiële problemen neemt het aantal cursussen dat jaarlijks wordt uitgevoerd nog steeds toe. In Maastricht worden jaarlijks tussen de 8-10 cursussen verzorgd. De Kredietbank Limburg heeft de voorlichtingsbijeenkomst van de interventie ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’ ook opgenomen in een preventiecursus. Deze cursus wordt bijvoorbeeld aangeboden aan woningcoöperaties die willen voorkomen dat huurders met regelmatige betalingsachterstanden echt in de financiële problemen komen. Ook is men bezig om een preventieve bijeenkomst te ontwikkelen voor VMBO scholen aangezien veel jongeren vaak al heel vroeg schulden hebben.
14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies.
Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies.
Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies
Werkblad beschrijving interventie april 2009
20
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Aangehaalde literatuur
Werkblad beschrijving interventie april 2009
21
6905
Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Anderson, J.V., Bybee, D.I., Brown, R.M., McLean, D.F., Garcia, E.M. (2001). 5 a day fruit and vegetable intervention improves consumption in a low income population. J. Am. Diet. Assoc. 101, 195-202. Assema P. van, Cremers S, van Dis I. (1996). Nutrition education tours in the supermarket: The results of a pilot project in The Netherlands. In: Worsley A, editor. Multidisciplinary Approaches to Food Choice. Adelaide: Food Choice Conference; 174-8. Assema, P. van, Steenbakkers, M., Rademakers, C., & Brug, J. (2005). Voedingsvoorlichting voor mensen met financiële problemen: effect op de kwaliteit van de hoofdmaaltijd en de fruitconsumptie. Nederlands Tijdschrift voor Diëtisten, 60, 116-124. Assema, P. van, Steenbakkers, M., Rademaker, C., & Brug, J. (2005) The impact of a nutrition education intervention on main meal quality and fruit intake in people with financial problems. Journal of human nutrition and dietetics, Jun;18 (3):205-12. Baic, S. (2008). Store tours. Retrieved May, 27, 2008, from http://www.practicemanagement. net/Images/January%202008/2008012829.pdf Baic, S., & Thompson, J.L. (2007). Prevent it: Using grocery store tours as an educational tool to promote heart health. ACSM’s Health & Fitness Journal, 11, 15-20. Bartholomew, L.K., Parcel, G.S., Kok, G., Gottlieb, N.H. (2000). Intervention mapping: Designing theory- and evidence-based health promotion programs. Mountian View, CA: Mayfield. Branca, F., Nikogosian, H., Lobstein, T. (2007). The challenge of obesity in the WHO European Region and the strategies for response – summary. World Health Organisation: Kopenhagen. Buller, D.B., Morril, C., Taren, D., Aickin, M., Sennot-Miller, L. (1999). Randomised trail testing the effect of peer education at fruit and vegetable intake. J. Natl. Cancer Inst. 91, 1491-1499. Contento, I.R. (2007). Nutrition education: linking research, theory, and practice. Sudbury, Mass: Jones and Bartlett publishers. Donders-Engelen, M., van der Heijden, L., Hulshof, K.F.A.M. (2003): Maten, gewichten en codenummers. Wageningen, Landbouwuniversiteit: Afdeling Humane Voeding. Geerts, A. (2003). Gezonde Voeding hoeft niet veel te kosten. Samenwerkingsproject wint Stimuleringsprijs. Voedingsmagazine, 16, 6-7. Glanz, K. Brug, J. Van Assema, P. (1997). Are awareness of dietary fat intake and actual fat consumption associated? A Dutch-American comparison. Eur. J. Clin. Nutr. 51, 542-547. Havas, S., Anliker, J., D-amron, D., Langenberg, P., Ballesteros, M., (1998).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
22
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Final results of the Maryland WIC 5 a day promotion program. Am. J. Public Health 88, 1161-1167. Hulshof, K.F., Brussaard, J.H., Kruizinga, A.G., Telman, J., & Löwik, M.R. (2003). Socio-economic status, dietary intake and 10 y trends: the Dutch National Food Consumption Survey. European Journal of Clinical Nutrition, 57, 128-137. Janssen, M.A.J. (2008). Process evaluation of ‘Goede voeding hoeft niet veel te kosten’. Master Thesis, Maastricht University. Kilcast, D. Cathro, J. Morris, L. (1996). Practical approaches to increasing vegetable consumption. Nutr. Food Science, 5, 48-51. Limburgse Gezondheidsenquête (2003). Een onderzoek door de Limburgse GGD’en naar de gezondheid van volwassenen in Limburg. Lucht F. van der (RIVM). Sociaaleconomische gezondheidsverschillen samengevat. In: Volksgezondheid Toekomst Verkenning, Nationaal Kompas Volksgezondheid. Bilthoven: RIVM,
Bevolking\ Segv, 20 juni 2006. Maes, L. (1999). Voeding en socio-economische verschillen. Nutrinews, december, 7-11. Nationaal Kompas Volksgezondheid (2009). Preventie gericht op personen met een lage SES, bereik en effectiviteit. Website: kompas->preventie>gericht op doelgroepen->lage SES. RIVM. Valentine, K., Longbottom, P.J., Wrieden, W.L., Anderson, A.S., Dowler, E. (2002). Does a community-based practical food skills intervention (Cook Well) assist dietary change? Prod. Nutr. Soc. 61, 157a. WHO (2003). Diet, nutrition and the prevention of chronic diseases. Geneva: Author.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
23
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Bijlage 1. Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe.
Studie 1 Auteur : Van Assema et al, 2005
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan
Ja
1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
x
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
x
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
x x x x x x
x
x
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
24
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Veranderingsonderzoek
8
Matig
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelijk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk)
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
X
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Niveau 5
Zwak
Niveau 4
1-6
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
Niveau 1
Zeer zwak
Bewijskracht
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
9 9
10 10
Vrij sterk
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. x
12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie. 14 Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie.
x
15 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.
x
16 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 17 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan.
X
0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie april 2009
25
6905
Werkblad beschrijving interventie april 2009
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
26
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe.
Studie 2 Auteur : titel (jaartal)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan 1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
Ja
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
27
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Veranderingsonderzoek
8
Matig
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelijk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk)
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Niveau 5
Zwak
Niveau 4
1-6
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
Niveau 1
Zeer zwak
Bewijskracht
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
9 9
10 10
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie. 14 Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie. 15 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie. 16 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 17 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan. 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie april 2009
28
6905
Goede voeding hoeft niet veel te kosten
Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing. Naam
Datum
Werkblad beschrijving interventie april 2009
Handeling Beginnen met het maken van de beschrijving
Documentnummer …….. / 1
29