Werkblad beschrijving interventie
Psyfit.nl
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/ of www.loketgezondleven.nl/interventies/
Contact NJi Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Contact NCJ Trudy Dunnink
[email protected] 030-7600413
Contact RIVM Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
De Erkenningscommissie Interventies is een landelijke en onafhankelijke commissie die de kwaliteit en effectiviteit van interventies beoordeelt voor jeugdzorg, jeugdgezondheidszorg, jeugdwelzijnswerk, ontwikkelingsstimulering, gezondheidsbevordering en preventie. De commissie is ingesteld en wordt secretarieel ondersteund door het Nederlands Jeugdinstituut, Nederlands Centrum Jeugdgezondheid en RIVM Centrum Gezond Leven.
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Achtergrondgegevens
Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam Mentalshare BV (in de persoon van Dhr. J. Grolleman) (Post)adres Da Costakade 45 Postcode 3521 VS Plaats Utrecht E-mail
[email protected] Telefoon 030-2971198 Fax Website www.psyfit.nl (van de interventie) Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam Linda Bolier (Trimbos-instituut) (Post)adres Da Costakade 45 Postcode 3521 VS Plaats Utrecht E-mail
[email protected] Telefoon 030-2971100 Fax
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden 1. Interventiebeschrijving na de beoordeling 2. geretourneerd. 3. 4. 5. Deelcommissie Aankruisen welke Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische deelcommissie de preventie interventie zou Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondmoeten beoordeheidsbevordering len. Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen Documentnummer
2
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
3
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1
Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven?
x Ja
Nee
Vraag 2
Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen?
x Ja
Nee
x Ja
Nee
Vraag 4.1 Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de be- x Ja nodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?
Nee
x Ja
Nee
Vraag 5
x Ja Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?
Nee
Vraag 6
Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)?
x Ja
Nee
Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?
x Ja
Nee
Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten?
x Ja
Nee
Vraag 8
Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen?
x Ja
Nee
Overige
Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn?
x Ja
Nee
Vraag 3.1 Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken?
Vraag 4.2 Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten?
4
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.
Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.
Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is.
Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.
Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek, buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden.
Doel Het hoofddoel van Psyfit is het versterken van de mentale fitheid (psychologisch welbevinden). De interventie kan geschaard worden onder de noemer van ‘mental health promotion’
Doelgroep Psyfit.nl is bedoeld voor volwassenen die willen werken aan hun mentale fitheid.
Aanpak De interventie bestaat uit zes modules. De deelnemer kan zoveel modules volgens al hij/zij wil. De deelnemer kan de modules zelfstandig doorlopen via internet. Naast de modules biedt de interventie een forum, tips en polls. Materiaal Er is geen handleiding of ander materiaal dan de online interventie.
Onderzoek Het Psyfit.nl programma is effectief in het verminderen van symptomen van angst en depressie en het verhogen van het gevoel van welbevinden en vitaliteit op korte termijn. Voorzichtig kan ook geconcludeerd worden dat Psyfit.nl effectief is in het verminderen van symptomen van depressie en angst op langere termijn. Psyfit.nl online lijkt geschikt te zijn als ‘mental health promotion’ interventie voor een brede doelgroep die wil werken aan de mentale fitheid. Hiermee kan Psyfit.nl gezien worden als eerste stap in het stepped care depressiepreventie model.
Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden.
5
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waarop de interventie zich richt. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Als deze informatie er niet is, geef dat dan ook aan. Maximaal 400 woorden.
Het investeren in een positieve mentale gezondheid levert een belangrijke aanvulling op voor het huidige beleid in de geestelijke gezondheidszorg waarin reductie en het voorkomen van psychische klachten centraal staan (Beddington et al., 2008;Foresight, 2008). De World Health Organization definieert geestelijke gezondheid als volgt (WHO, 2004): Mental health is a state of well-being in which the individual realizes his or her own abilities, can cope with the normal stresses of life, can work productively, and is able to make a contribution to his or her community. Binnen deze definitie zijn welbevinden en positief functioneren belangrijke elementen van mentale gezondheid. In onze huidige kenniseconomie en behoefte aan innovatie vraagt de samenleving om ‘mentaal kapitaal’, investering in het mentaal vermogen van mensen zodat zij het hoofd kunnen bieden aan stress en tegenslag (Weehuizen, 2008). Er is steeds meer bewijs voorhanden dat welbevinden en geestelijke ziekte van elkaar te onderscheiden constructen zijn, hoewel ze wel samenhangen (Keyes & Grzywacz, 2005;Weich et al., 2011;Westerhof & Keyes, 2008). Om een bevolking geestelijk gezond te maken moet er daarom niet alleen aandacht zijn voor het tegengaan van psychopathologie, maar ook voor het verhogen van welbevinden, ofwel voor positieve geestelijke gezondheid (Keyes, 2007). Mensen met een goed ontwikkeld gevoel van welbevinden zijn over het algemeen productiever op het werk en hebben meer betekenisvolle relaties (Keyes, 2007;Lamers, Bolier, Westerhof, Smit, & Bohlmeijer, 2011;Veenhoven, 2006). Ook is welbevinden gerelateerd aan fysieke gezondheid (Diener & Chan, 2011;Howell, Kern, & Lyubomirsky, 2007) en reduceert de aanwezigheid van welbevinden het risico op het ontwikkelen van psychische klachten en stoornissen (Keyes, Dhingra, & Simoes, 2010;Wood & Joseph, 2009). Dus welbevinden werkt niet alleen versterkend, maar kan ook potentieel ziekte voorkomen. Hoe is het met het welbevinden gesteld in Nederland? Uit een landelijk bevolkingsonderzoek (Westerhof & Keyes, 2008) bleek dat zo’n 65% van de Nederlandse bevolking een zwak tot gematigd niveau van welbevinden heeft, terwijl 35% ‘floreert’ (‘flourishing). Het gaat hierbij om een combinatie van subjectief welbevinden (geluk en levenstevredenheid), en psychologisch welbevinden (optimaal functioneren en inzet van vaardigheden voor een zinvol,
6
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) productief en gelukkig leven). Een behoorlijk grote groep mensen zit dus niet geheel ‘lekker in zijn vel’. In deze groep zitten ook mensen met licht psychische klachten (Cuijpers & Smit, 2008) of stress (Milczarek, Schneider, & Eusebio, 2009), die een grotere kans hebben om op een later moment een klinische stoornis te ontwikkelen. In deze groep kun je met bevordering van welbevinden naast het versterkende effect mogelijk een preventief effect bewerkstelligen. Met het huidige preventieaanbod is deze groep vaak moeilijk te bereiken (Ruiter, 2010). Het is waarschijnlijk dat mensen met lichte problemen zoals angst en stress of subklinische depressieve klachten zich meer aangetrokken voelen door een positieve benadering gericht op het verhogen van welbevinden en veerkracht in plaats van een focus op problemen en depressiepreventie (Notenboom & Van Male, 2008b;Parks, Schueller, & Tasimi, 2012).
2. Doel van de interventie
Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden).
Psyfit.nl is een preventieve internetcursus die tot doel heeft de mentale fitheid van deelnemers te vergroten. Vanuit de onderzoeksliteratuur kun je hier spreken van het vergroten van ‘psychologisch welbevinden’, ofwel het versterken van vaardigheden die je kunt inzetten bij optimaal functioneren (Ryff, 1989;Ryff & Singer, 2008;Westerhof & Keyes, 2008). Mentale fitheid is een term die gekozen is als aansprekende term voor het algemeen publiek. Het is als equivalent neergezet van fysieke fitheid: hiervoor zijn al duidelijke leefregels voorhanden (bewegen, gezond eten et cetera). Psyfit – Online mentale fitnessbevat de leefregels om je mentale fitheid te vergroten. Subdoelen zijn het verminderen van symptomen van angst en depressie voor deelnemers die hier last van hebben. Uit onderzoek blijkt namelijk dat het vergroten van welbevinden zowel een versterkend effect als een preventief effect (voorkomen van problemen) kan hebben (Seligman, Steen, Park, & Peterson, 2005).
3. Doelgroep van de interventie 3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich
Psyfit.nl is bedoeld voor volwassenen vanaf 21 jaar die willen werken aan mentale fitheid (hun psychologisch welbevinden). Mensen die jonger zijn mogen overigens wel deelnemen, maar dat is niet de primaire doelgroep. In de praktijk gaat het om mensen die op zoek zijn naar een positiever gevoel, meer geluk en minder stress, en vaak wel last hebben van enige klachten (Notenboom & Van Male, 2008a). Er hoeft echter geen sprake te zijn van klachten om deel te nemen aan Psyfit.nl. Interventies om welbevinden te bevorderen kunnen op verschillen-
7
Interventienummer direct richt.
Beschrijf indicatie- en contra-indicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepassing kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores.
Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) de manieren worden ingezet: - welbevinden bevorderen bij mensen zonder klachten om hun te sterken in hun gezondheid; - welbevinden bevorderen bij mensen met klachten, voor het preventieve effect, maar ook om kwaliteit van leven en herstel te bevorderen als de klachten chronisch zijn.
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Psyfit.nl kan als eerste stap interventie worden beschouwd in het stepped care depressiepreventie model. Stepped care gaat uit van het idee dat lichte hulp kan worden geboden waar mogelijk, en zwaardere hulp als dit nodig is. Het is een open internetcursus (mental health promotion) dus er zijn geen strenge in- en exclusie criteria gehanteerd. Voorwaarden voor deelname aan de cursus: - bereid en in staat zijn om zelfstandig opdrachten uit te voeren - toegang tot een computer en internetverbinding - beheersing van de Nederlandse taal Exclusiecriteria: - niet aan de orde, het betreft universele preventie. Wel wordt geadviseerd om contact op te nemen met de huisarts als er sprake is van psychische klachten en wordt doorverwezen naar Mentaalvitaal.nl. 3.3 Toepassing bij migranten Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen.
Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen.
8
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
4. Aanpak van de interventie 4.1 Opzet van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
·Het Psyfit.nl programma bestaat uit zes modules. Naar aanleiding van een zelftest en eigen voorkeur kiest de deelnemer een module uit. De deelnemer kan zoveel of zo weinig modules volgen als hij zelf wil. Van iedere module op zich is een effect op het hoofddoel te verwachten (zie B. Onderbouwing van de interventie). De deelnemer krijgt het advies om in ieder geval één module te volgen. · De deelnemer volgt de modules zelfstandig via het internet op de dag en het tijdstip dat het hem schikt. · Met een gebruikersnaam en wachtwoord verschaft de deelnemer zichzelf toegang tot het programma. Andere mensen kunnen niet meelezen en krijgen geen toegang tot zijn gegevens. · De deelnemer maakt een persoonlijk plan van aanpak, deelnemers kunnen de resultaten van een zelftest hierbij gebruiken. In het plan van aanpak kiest de deelnemer die voor hem of haar geschikte module(s). Oefeningen en testgegevens zijn te bewaren in het digitale werkboek. · Iedere module bestaat uit vier oefeningen en begint en eindigt met een zelftest. Aangeraden wordt om één oefening per week te doen dus over een module doet de gebruiker in principe een maand. · Iedere module begint met een kort filmpje van een expert die wat meer vertelt over de mental fitness strategie van die module. · Tijdens het volgen van Psyfit.nl kan de deelnemer gebruik maken van het forum. Hier ontmoet hij mede-cursisten en deelt hij ervaringen. - De deelnemer kan zijn stemming bij houden met een zogenaamde stemmingsmeter. De uitkomsten hiervan worden gepresenteerd in een grafiek. - Aan het einde van een module kan een deelnemer een korte review schrijven die op de homepage van de website wordt gepubliceerd. Nieuwe deelnemers kunnen deze informatie laten meewegen in hun keuze van modules = Om de 'fun factor' op de website te verhogen is er elke week een pol met stelling waarop gereageerd kan worden en wordt bij opnieuw inloggen een ' tip van de dag' in een delfsblauw tegeltje gepubliceerd. - Er is een helpdesk beschikbaar voor technische en inhoudelijke vragen. - Deelnemers worden op drie manieren geworven: 1) direct via het internet, 2) via bedrijven die Psyfit aanbieden als onderdeel van preventief gezondheidsbeleid, en 3) via intermediairs die doorverwijzen of Psyfit op een ‘blended’ manier aanbieden, zie 8.1 (bijvoorbeeld huisartsen, eerstelijnspsychologen). 4.2 Inhoud van de interventie
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden
Het Psyfit programma bestaat uit zes modules. De deelnemer kan zelf een module kiezen en kan zoveel modules doen als nodig is. Iedere module bestaat uit: - Een filmpje waarin een expert vertelt over het nut en de
9
Interventienummer ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
-
-
-
toepassing van het desbetreffende mental fitness principe. Een theoretische gedeelte bij iedere oefening waarin kennisoverdracht van het mental fitness principe centraal staat. Vier oefeningen waarmee de deelnemers het geleerde kunnen oefenen in de praktijk. Dit kunnen cognitieve oefeningen zijn (‘schrijf iedere avond drie dingen op die goed zijn gegaan vandaag’) of gedragsoefeningen (‘doe deze week iets aardigs voor een ander’). Binnen de website kunnen de deelnemers hun vorderingen opschrijven en bewaren in hun eigen werkboek. Tijdens de 4-weekse modules krijgt de deelnemer iedere week een e-mail met extra tips en tricks, en ook een e-mail aan het einde van de week met het bericht dat de afgelopen week is afgesloten en dat nu nieuwe week staat opengesteld. Iedere module begint en eindigt met een zelftest zodat een deelnemer kan kijken of de mental fitness vaardigheid is verbeterd of niet.
De inhoud van de modules is als volgt: Module Grip op je leven: Doel is het houden van een gevoel van grip op het leven bij alledaagse problemen en stress. Onderwerpen die in de module aan bod komen zijn time-management, probleemoplossen en het managen van energie/ontspanning. Een voorbeeld van een oefening is de opdracht je de komende week te richten op niet urgente maar wel belangrijke zaken met behulp van een time-management schema. Module Missie en doelen:Deelnemers krijgen hulp en tips bij het ontdekken van hun drijfveren en het formuleren van een persoonlijke missie. Ook leren ze dat het belangrijk is om activiteiten te doen die aansluiten bij hun principes, waarden en doelen Module Positief gevoel:Deze module helpt deelnemers meer positieve gevoelens te ervaren door een overzicht te maken van plezierige activiteiten en kwaliteiten, en door het doen van visualisatieoefeningen. Dit leidt tot meer plezier in het leven, een ontspannen gevoel en een positieve blik op de toekomst. Module Positieve relaties: Deze module leert hoe deelnemers kunnen werken aan positieve relaties. Ze krijgen tips en oefeningen om duidelijker te communiceren en positieve eigenschappen van een ander te ontdekken. Ook leren ze hoe je positieve relaties kunnen onderhouden. Module Hier en nu: Deze module leert de deelnemers de basisvaardigheden van leven met aandacht (mindfulness). In deze module kunnen ze ademhalings- en ontspanningsoefeningen doen en worden praktische oefeningen aangeboden om te leren leven in het hier en nu. Module Denken en voelen: In deze module leren de deelnemers technieken om minder negatieve en meer positieve gedachten te krijgen. Ze krijgen hulp en tips om te stoppen met piekeren, hun gedachten op te sporen en meer positieve gedachten te ervaren. 5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Neder-
Psyfit.nl wordt aangeboden via de website www.psyfit.nl. Op deze website wordt informatie gegeven over het programma, krijgt men een indruk hoe het programma is opgebouwd en kunnen belangstellenden zich aanmelden.
10
Interventienummer landse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) De ontwikkelaars van Psyfit.nl hebben in dezelfde lijn een populair wetenschappelijk boek geschreven: ‘Mental Fitness; verbeter je mentale conditie’ (Bolier, Haverman, & Walburg, 2010). Daarnaast is er de portal www.mentaalvitaal.nl, welke is gebaseerd op het gedachtegoed van Psyfit.nl en verwijst naar deze en andere online programma's. Psyfit.nl wordt aangeboden door Mentalshare. Op hun website www.mentalshare.nl staat informatie over Psyfit.nl. Hier vinden deelnemers ook de zelfhulpwijzer.nl, dit is een online test die adviseert om Psyfit.nl of een ander e-mental health programma (in het geval er sprake is van psychische klachten) te gaan volgen. Daarnaast zijn er ook folders en productpresentaties (voor bijvoorbeeld zorgverzekeraars) beschikbaar van de verschillende e-mental health programma's, waaronder Psyfit.nl.
11
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich?
Probleemanalyse Psyfit is een generieke interventie die de mentale fitheid en daarmee het welbevinden van de deelnemer beoogt te verhogen. Het gaat dus niet om een specifiek gezondheidsprobleem maar om brede mental health promotion (Barry, 2001) waarbij de definitie van geestelijke gezondheid van de WHO het uitgangspunt is (WHO, 2004): Mental health is a state of well-being in which the individual realizes his or her own abilities, can cope with the normal stresses of life, can work productively, and is able to make a contribution to his or her community. Welbevinden wordt zowel door de genen, omstandigheden als gedrag bepaald (Barry & Friedli, 2008;Lyubomirsky, Sheldon, & Schkade, 2005; Walburg, 2008). Hierbij zijn de verschillende lagen in het gezondheidsmode van (Dahlgren & Whitehead, 1991) van toepassing: 1. Sociaal-economische omstandigheden en omgevingsfactoren, zoals armoede, democratie en vrijheid van meningsuiting, inrichting van de openbare ruimte, mate van vervuiling; 2. Leefomstandigheden, zoals werkcondities, kwaliteit van het onderwijs en de gezondheidszorg; 3. Directe leefomgeving, zoals binding met de community, sociale steun, familie; 4. Individuele leefstijl factoren, zoals copinggedrag en eigen effectiviteit. Deze factoren komen overeen met andere brede en recente determinantenanalyses van welbevinden (Fleche, Smith, & Sorsa, 2011;Stoll, Michaelson, & Seaford, 2012). Omstandigheden zijn in het algemeen moeilijk te beïnvloeden, of het vraagt in elk geval om andere manieren van beïnvloeden (bijvoorbeeld gericht overheidsbeleid). Daarom richt Psyfit zich op het vierde punt: individuele factoren, die te veranderen zijn (tot op zekere hoogte), en die van directe invloed kunnen zijn op het welbevinden. Hiervoor is een apart literatuuronderzoek uitgevoerd waarin factoren en interventies voor duurzaam welbevinden en geluk zijn verzameld.
Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aan-
12
Interventienummer pak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of internationaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Beïnvloedbare factoren Hoe kan welbevinden worden verhoogd vanuit individuele actie? Uit de literatuur komen verschillende elementen naar voren (Aked, Marcs, Cordon, & Thompsom, 2009;Walburg, 2008) die kunnen fungeren als de ‘bouwstenen’ voor interventies:
Het geven van richting aan het leven door het stellen van doelen. De aanwezigheid van een gevoel van richting in het leven is positief geassocieerd met psychologisch welbevinden en negatief geassocieerd met depressie (Pinquart, 2002). Het stellen van doelen is hier onderdeel van (Sheldon, 2001;Sheldon & Elliot, 1999). Voorbeelden van interventies met experimentele evidentie: Schrijven over levensdoelen (King, 2001), life coaching (Grant, 2003;Green, Oades, & Grant, 2006). Positieve emoties. De aanwezigheid van positieve emoties spelen een belangrijke rol in de bevordering van mentale fitheid en welbevinden. Hun waarde gaat verder dan het je op dat moment goed voelen. Bij het cultiveren van positieve emoties wordt de aandachtsfocus verbreed waardoor je psychologische, fysieke en sociale ‘hulpbronnen’ opbouwt (Fredrickson, 2001). Hiermee wordt een persoon vindingrijker en kan hij of zij beter met moeilijke situaties omgaan. Positieve emoties leiden dus ook tot meer veerkracht (Tugade & Fredrickson, 2007). Voorbeelden van interventies met experimentele evidentie: Drie positieve dingen opmerken aan het einde van de dag (Seligman et al., 2005), Leuke dingen doen (Mazzucchelli, Kane, & Rees, 2010). Optimisme en hoop. Optimisme (positief/realistisch denken en positieve attitude ten opzichte van het leven, dankbaarheid) en hoop zijn belangrijke elementen in de bevordering van welbevinden (Nes & Segerstrom, 2006;Snyder, 2000). Ze bepalen hoe iemand de wereld beschouwt en omgaat met uitdagingen (‘coping’)(Nes & Segerstrom, 2006). Voorbeelden van interventies met experimentele evidentie: Visualiseren van je beste ‘ik’ (Burton & King, 2004;Lyubomirsky, Dickerhoof, Boehm, & Sheldon, 2011), Dankbaarheidsinterventies (Lyubomirsky et al., 2011;Martinez, Avia, & Hernandez-Lloreda, 2010;Seligman et al., 2005). Mindfulness. Mindfulness (aandacht in het hier en nu en rustig bewustzijn van jezelf en de omgeving) is geassocieerd met psychologisch welbevinden (Brown & Ryan, 2003). Vanuit de positieve psychologie wordt vaak de term ‘ savoring’ gebruikt, het bewust aandacht schenken aan fijne ervaringen en positieve emoties (Quoidbach, Berry, Hansenne, & Mikolajczak, 2010). Voorbeelden van interventie met experimentele evidentie: mindfulness training (Geschwind, Peeters, Drukker, van Os, & Wichers, 2011;Grossman, Niemann, Schmidt, & Walach, 2004). Sociale relaties en bijdragen aan de maatschappij. Positieve sociale relaties en sociale competenties zijn sterk verbonden aan verhoogd welbevinden (Diener & Seligman, 2002;Tay & Diener, 2011). Sociale steun en positieve relaties dragen bij aan versterkte veerkracht (Prati & Pietrantoni, 2009) en fungeren als een buffer in de ontwikkeling van mentale stoornissen. Voorbeelden van interventies met experimentele evidentie: Aardige dingen doen voor een ander/vrijwilligerswerk (Otake, Shimai, Tanaka-Matsumi, Otsui, & Fredrickson, 2006;Yuen,
13
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Huang, Burik, & Smith, 2008), Active-constructive responding (Seligman et al., 2005). Grip op het leven. Om doelen te bereiken en de strategieën toe te passen die leiden tot meer welbevinden is zelfcontrole nodig (de Ridder, Lensvelt-Mulders, Finkenauer, Stok, & Baumeister, 2012;Duckworth, Tsukayama, & May, 2010) en de vaardigheid om onderscheid te maken in wat je kunt veranderen bij jezelf, en wat niet, om daarmee aan de slag te gaan. ‘ Mastery’ of grip op het leven wordt als integraal onderdeel van psychologisch welbevinden gezien (Ryff & Singer, 2008). Voorbeelden van interventies: Problem-solving (Cuijpers, 2005), timemanagement (Covey, 1989). Actieve en gezonde leefstijl. Sporten en bewegen is gerelateerd aan een verhoogd gevoel van welbevinden (Fox, 1999;Penedo & Dahn, 2005). Voorbeelden van interventies met experimentele evidentie: Fysieke bewegingsinterventies (Gillison, Skevington, Sato, Standage, & Evangelidou, 2009;Netz, Wu, Becker, & Tenenbaum, 2005), Tai chi (Wang et al., 2010).
In twee meta-analyses zijn de effecten van positief psychologische interventies op een rij gezet (Bolier et al., 2011;Sin & Lyubomirsky, 2009). Daaruit blijkt dat de interventies effectief kunnen zijn in het verhogen van een gevoel van welbevinden en het verminderen van depressieve klachten (kleine tot medium effect sizes). Effecten worden groter bij meer intensieve interventies en wanneer de interventies worden aangeboden aan mensen met enige depressieve of psychosociale problemen. Verbinding probleemanalyse- doel- doelgroep- aanpak Uit het literatuuronderzoek zijn een aantal gemene delers gehaald die allen op zich kunnen bijdragen aan het verhogen van welbevinden en veerkracht (zie ‘beïnvloedbare factoren’). Niet alleen positief psychologische principes maar ook principes uit cognitieve gedragstherapie, oplossingsgerichte interventie, mindfulness en leefstijladviezen bleken effectief te zijn in het verhogen van veerkracht en welbevinden. Deze invalshoeken zijn gebruikt bij het ontwikkelen van de Psyfit. De interventie bestaat uit zes modules die corresponderen met de ‘beïnvloedbare factoren’: 1. Missie & doelen (leven vanuit een diepgevoelde missie en waarden) 2. Positieve gevoelens 3. Denken en voelen (hulp uit cognitieve gedragstherapie, positief denken en ombuigen van negatieve gedachtepatronen) 4. Hier & nu (principes uit mindfulness, bewust leven en genieten) 5. Positieve relaties (werken aan de verbinding met de mensen en omgeving om je heen) 6. Grip op je leven (zelf-management en omgaan met problemen) Het onderdeel ‘gezonde leefstijl’ is niet in een aparte module uitgewerkt (omdat er al veel interventies op het internet op dit gebied te vinden waren) maar is als principe wel verwerkt door het gehele programma heen (in de tips en adviezen, en als onderdeel van een oefening). Het zijn allen onderdelen die aansprekend en toepasbaar zijn in het
14
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) dagelijks leven en daarmee de doelgroep, mensen die willen werken aan mentale fitheid en op zoek zijn naar meer balans en minder stress, goed kunnen bereiken. Hiermee kan iedere module op zich het doel van Psyfit.nl, mentale fitheid en welbevinden bij volwassenen te vergroten en symptomen van depressie en angst te verminderen, bereiken. E-mental health is het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) om de geestelijke gezondheid en gezondheidszorg te ondersteunen en/of te verbeteren (Riper et al., 2007). Deze vorm van interventie is bij uitstek geschikt om veel mensen te bereiken en leent zich daarom goed voor een generieke interventie om het welbevinden te verhogen. Daarnaast kan technologie ingezet worden bij duurzame gedragsverandering: de zogenaamde ‘persuasive technology’ (Fogg, 2003). Psyfit bevat dergelijk elementen, zoals het opstellen van een persoonlijk plan met doelen, e-mailreminding, en polls voor het verhogen van de ‘fun’ factor (Lehto & Oinas-Kukkonen, 2011). Deze elementen kunnen behulpzaam zijn bij het daadwerkelijk uitvoeren van de oefeningen en het laten terugkomen naar de website.
7. Samenvatting onderbouwing Beschrijf in één tot drie zinnen het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Investeren in mentale fitheid/welbevinden en veerkracht levert een aanvullende insteek op de huidige gezondheidszorg. Deze aanpak sterkt mensen in hun gezondheid en kan daarnaast mentale klachten voorkomen waarmee het een aantrekkelijk alternatief biedt voor mensen met lichte mentale klachten. Om deze reden is Psyfit.nl ontwikkeld, een online mental fitness interventie waarmee iedereen welbevinden en veerkracht kan vergroten.
15
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
C. Overdraagbaarheid
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er ten aanzien van opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing. Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers.
8.1 Eisen ten aanzien van opleiding De uitvoering en overdracht kan alleen plaats vinden wanneer de deelnemende partij een samenwerkingsverband heeft met Mentalshare (www.mentalshare.nl) . Aangezien het een online zelfhulp cursus betreft, doorloopt de deelnemer de cursus geheel zelfstandig. Er zijn geen uitvoerend werkers bij betrokken. Mentalshare geeft andere organisaties en instellingen de gelegenheid om Psyfit.nl in te zetten in eigen bedrijfsprocessen. Dit kan zijn: a) in het kader van HR-beleid rond de vitale werknemer b) via een zorgverlener als preventieve interventie in de eerstelijns GGZ Er worden geen specifieke eisen gesteld aan medewerkers die namens hun eigen instelling Psyfit.nl aanbieden. Een zorgverlener kan er toe besluiten om Psyfit.nl aan te bieden in een 'blended' model. Dan wordt de e-interventie gecombineerd met face-to-face gesprekken. Dit wordt meestal gedaan door coaches en eerstelijns psychologen. 8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie
Is er voor de overdracht van de interventie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is? Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie.
Indien anderen dan Mentalshare Psyfit.nl gaan aanbieden (zie 8.1) dienen een aantal vragen in het kader van implementatie beantwoord te worden: 1) Financiële afhandeling: via welk model gaat de afnemende instelling de door hen aangedragen deelnemers vergoeden? Dit kan variëren in het betalen per deelnemer tot een lumpsum financiering voor een afgebakende periode. 2) Procedure van toelating: op welke wijze krijgen deelnemers toegang tot Psyfit.nl? Dit kan variëren in het zelfstandig laten aanmelden door cliënten tot en met het aanmaken van accounts voor cliënten. 3) Maakt de implementatie van Psyfit.nl binnen een instelling/bedrijf onderdeel uit van een breder programma? Indien ja, is er behoefte aan ondersteuning vanuit het Trimbos-instituut of Mentalshare om Psyfit.nl te integreren in het breder programma? Dit kan bijvoorbeeld een breder programma zijn in het kader van HR-beleid rond de vitale medewerker. 4) Is er behoefte aan kwantitatieve evaluatiegegevens door de afnemende instelling/bedrijf? Indien ja, wat wordt afgesproken over de op te leveren data over het gebruik van Psyfit.nl? Bovenstaande vragen hebben in meer of mindere mate een rol gespeeld bij het implementeren van Psyfit.nl bij o.a. een grote
16
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) verzekeraar die de interventie gratis aanbiedt aan verzekerden, bij een grote GGZ-instelling die Psyfit.nl aanbiedt aan hun medewerkers en bij een GGZ-instelling die Psyfit.nl integreert in een eerstelijns, blended zorgvorm. Mentalshare is de eigenaar van de interventie, welke is ontwikkeld door het Trimbos-instituut. Beide partijen kijken naar de mogelijkheden om de interventie aan te passen voor specifieke doelgroepen. Zo ontwikkelt het Trimbos-instituut op dit moment de een interventie om de mentale veerkracht van ouderen te vergroten en een interventie om de mentale veerkracht van ouders te vergroten. Beide interventies zijn afgeleid van Psyfit.nl. Daarnaast loopt er een pilot bij het AMC onder verpleegkundigen waarin gekeken wordt of Psyfit.nl en andere e-mental health interventies geïmplementeerd kunnen worden binnen een Preventief Medisch Onderzoek.
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking wordt bepaald door de uitvoerder.
8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking De kwaliteit van de interventie wordt bewaakt door de feedback van deelnemers te monitoren en de deelnemers gegevens te analyseren: -
-
Feedback die ontvangen wordt via de helpdesk (e-mail en telefoon) wordt verzameld en dient als input voor verbetertrajecten. Alle activiteiten van een deelnemer worden op databaseniveau conform veiligheidseisen opgeslagen. Gestreefd wordt naar het werken volgens de normen van ISO 27000 met in het bijzonder de NEN 7510. Indien daar aanleiding toe is, worden deze databasegegevens geanalyseerd en op basis daarvan een voorstel gedaan voor verbetertrajecten.
Daarnaast is de cursus beveiligd met een persoonlijke gebruikersnaam en wachtwoord. Mentalshare neemt als beheerder van de cursus privacy serieus en neemt de wettelijke bepalingen daaromtrent zorgvuldig in acht. De verwerking van gegevens voldoet aan de wet- en regelgeving die van toepassing is op de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, waaronder de Wet Bescherming Persoonsgegevens. De medewerkers van Mentalshare die omgaan met gebruikersgegevens, zijn tevens gebonden aan het beroepsgeheim zoals beschreven in artikel 457 van Boek 7 van het Burgerlijk wetboek.
8.4 Kosten van de interventie De verspreiding van Psyfit.nl vindt plaats via drie kanalen: 1) direct naar de eindgebruiker van interventie via online marketingactiviteiten. Indien iemand op het internet terecht komt op www.psyfit.nl kan hij/zij zich aanmelden voor de interventie. De kosten voor deelname zijn dan €29,95. De eindgebruiker heeft na aanmelding een jaar onbeperkt toegang tot Psyfit.nl 2) via werkgevers die (al of niet via een bedrijfsarts) Psyfit.nl aanbieden aan werknemers in het kader van beleid rond
17
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) de vitale werknemer. In onderling overleg met de werkgever wordt een prijsafspraak gemaakt. Hierin spelen een aantal variabelen een rol: hoeveelheid deelnemers, duur van het contract, etc. 3) via eerstelijns hulpverleners als huisarts, psycholoog. In onderling overleg met een zorginstelling wordt een prijsafspraak gemaakt. Hierin spelen een aantal variabelen een rol: model van aanbieden, duur van het contract, etc. In principe vergoeden verzekeraars deelname aan Psyfit.nl niet, maar omdat er continu gesproken wordt met verzekeraars, kan het zo zijn dat de cursus door sommige verzekeraars vanwege marketingdoeleinden Psyfit.nl 'gratis' aanbieden aan hun verzekerden.
Wat zijn de kosten van de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten van licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). Meld indien van toepassing: Er zijn bij deze interventie geen gegevens bekend over de kosten en /of de tijdsinvestering van professionals. 9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nulmeting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien
Er is een tevredenheidmeting uitgevoerd als onderdeel van de studie die beschreven staat bij 10.1. Mensen zijn verdeeld in hun oordeel over Psyfit.nl. De helft is onverschillig of licht ontevreden over Psyfit.nl. Ruim 40% is tevreden over het programma. Echter bijna 70% zou Psyfit.nl aanbevelen bij een vriend of vriendin en ruim 65% zou Psyfit.nl nog een keer doen als ze dit nodig zouden hebben. In de experimentele groep, de Psyfit.nl conditie, is verder gekeken naar ‘compliance’, de therapietrouw van de deelnemers. Ongeveer 70% van de deelnemers (N=101) heeft minimaal iets gedaan in de interventie (ingelogd en oefening/theorie gedaan). Bijna 30% (N=41) deed een substantieel deel van de interventie. De modules ‘Missie en doelen’ en ‘Positieve gevoelens’ werden het meest bezocht en gedaan.
18
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: Er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie.
19
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1
x Ja Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.)
Nee
Vraag 11
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
x Ja
Nee
LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
20
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief D. Effectiviteit 10. Nederlandse effectstudies
Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en metaanalyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland. Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Auteurs Linda Bolier MSc, Merel Haverman MSc, 2010 (Bolier & Haverman, 2010) Vraagstelling In deze studie werd aan de hand van een RCT onderzocht: - of deelname aan Psyfit.nl helpt bij het bevorderen van welbevinden en het beperken van psychische klachten op korte termijn (2 mnd na de start van de interventie) en lange termijn (6 mnd na de start van de interventie) - welke en hoeveel onderdelen van de interventie men heeft uitgevoerd en in hoeverre mensen tevreden zijn met de interventie (zie 9.). Onderzoeksgroep De onderzoeksgroep omvat iedereen die wil werken aan zijn of haar mentale fitheid. De verwachting was dat het zou gaan om mensen die enige psychische klachten ervaren, bijvoorbeeld doordat ze depressieve klachten hebben, stress ervaren of zich ‘niet lekker in hun vel voelen’ (Notenboom & Van Male, 2008b). Daarom zijn volwassenen geïncludeerd met enige depressieve klachten (licht-matig), gebaseerd op daarvoor geldende afbreekpunten (Haringsma, Engels, Beekman, & Spinhoven, 2004;Van Wetten, Fischer, & Willemse, 2009) en een gematigd welbevinden (Keyes, 2002;Westerhof & Keyes, 2008). Mensen met ernstige depressieve klachten zijn geëxcludeerd uit het onderzoeken en kregen een advies om hulp te zoeken en contact op te nemen met de huisarts. In het geval van concrete zelfmoordplannen werd ook doorverwezen naar het online platform 113 online. In een periode van 6 weken registreerden zich 845 potentiële kandidaten voor het onderzoek. Van deze groep bleven uiteindelijk 284 kandidaten over die konden deelnemen aan het onderzoek. Redenen voor exclusie waren vooral te weinig of te zware depressieve klachten. Onderzoeksdesign Als design is gekozen voor een gerandomiseerde gecontroleerde trial met twee condities. De experimentele conditie bestond uit toegang van 2 maanden tot de online zelfhulpsite Psyfit.nl. In de controleconditie werden de deelnemers op een wachtlijst gezet van 6 maanden voordat ze toegang kregen tot Psyfit.nl. Het stond de deelnemers vrij om andere hulp of ondersteuning in te schakelen als zij dit zelf nodig achtten. Deelnemers zijn online gerandomi-
21
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) seerd over de twee condities, gestratificeerd voor geslacht, ernst depressieve symptomen (10-15 en 16-24 score CES-D) en opleiding. Op drie momenten, in een voor- (T0) en nameting (T1), en follow-up (T2), werd aan de deelnemers gevraagd een online vragenlijst in te vullen die betrekking heeft op het mentale welbevinden en psychische klachten. De scores op de vragenlijst in de experimentele groep zijn vergeleken met de scores van de wachtlijstcontroleconditie om het effect van Psyfit.nl te bepalen. De volgende meetinstrumenten zijn gebruikt: Welbevinden: Mental Health Continuum-Short Form (MHCSF), Well-being index van de World Health Organization (WHO-5), Warwick-Edinburgh Mental Well-being Scale (WEMWBS). Depressie: Center for Epidemiological Studies Depression Scale (CES-D) Angst: Hospital Anxiety and Depression Scale (HADS-A) Vitaliteit en algemene gezondheidstoestand (Medical Outcomes Study-Short Form, MOS-SF, twee subschalen) Resultaten Effectonderzoek: In de nameting zijn significante effecten aangetoond voor de Psyfit.nl conditie op de primaire uitkomstmaten depressie (CES-D, d=0.36) en welbevinden (MHC-SF, d=0.27; WHO5, d=0.31, WEMWBS, d=0.38). Ook de scores van secundaire uitkomstmaten angst (HADS-A, d=0.32) en vitaliteit (MOS-SF, d=0.22) waren in de Psyfit.nl conditie significant verbeterd ten opzichte van de wachtlijstcontrole conditie. Het gaat hier om effectgroottes (Cohen’s d) van klein tot medium omvang. De algemene gezondheidstoestand (subschaal MOS-SF, d=0.14) bleek niet significant verbeterd te zijn. Na 6 maanden in de follow-up hebben de deelnemers in de Psyfit.nl conditie nog steeds minder symptomen van depressie en angst en een verhoogd gevoel van welbevinden (WHO-5, d=0.27; WEMWBS, d=0.28; niet de MHC-SF, d=0.01) ten opzichte van deelnemers in de wachtlijstconditie. Hierboven ging het om een intention-treat-analyse waarbij missende data zijn geimputeerd, wat de eerste keus is in het analyseren van data in (online) randomized controlled trials (Eysenbach, 2011). De respons was in de posttest 75,4% en in de follow-up T2 62,7%. Grote uitval in online trials is een bekend fenomeen (Christensen, Griffiths, & Farrer, 2009). In beide metingen was de respons in de controlegroep hoger dan in de experimentele groep. Er waren geen significante verschillen op achtergrondvariabelen en uitkomstvariabelen in uitvallers en mensen die de vragenlijsten hebben ingevuld. Voor sensitiviteitsanalyse zijn ook completers only analyses uitgevoerd (deelnemers die alle vragenlijsten hadden ingevuld) en per protocol analyse (deelnemers die minimaal iets in de interventie hadden gedaan). Deze analyses laten eenzelfde beeld zien, met wat grotere effect sizes. De positieve effecten op depressieve symptomen en symptomen van angst op nameting en follow-up, en welbevinden (WEMWBS) en vitaliteit (MOS-SF subschaal) op de nameting zijn het meest robuust in de verschillende analyses. Therapietrouw/adherence: Van de deelnemers in de experimentele groep heeft 71% minimaal iets met de interventie gedaan (minimaal ingelogd en rondgekeken), 29% heeft substantieel iets ge-
22
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) daan (minimaal 70% van een module afgemaakt). 10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies
Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Effectiviteit voor: 1 positieve resultaten 2 effectiviteit niet vastgesteld; 3 negatieve resultaten; 4. positieve en negatieve resultaten; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend.
Studie 1 Auteurs: Bolier, L; Haverman, M Jaar: 2010 Onderzoekstype: RCT Belangrijkste resultaten: Psyfit.nl is effectief in het verminderen van depressieve en angstklachten en in het vergroten van welbevinden en vitaliteit. Bewijskracht van het onderzoek: Vrij sterk Resultaten effectiviteit: positieve resultaten Studie 2 Etc.
(Zie de handleiding bij dit werkblad.) 11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of metaanalyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie?
In juli 2011 zijn de resultaten van een pilotstudie over De Gelukscoach (de Vlaamse variant van Psyfit.nl) beschreven in een onderzoeksrapport. Dit rapport presenteert een aantal voorzichtig positieve resultaten over de effectiviteit en de tevredenheid van deelnemers (Vansteenwegen, 2011). Er ligt een aanvraag in voorbereiding voor een Randomized Controlled Trial naar de effectiviteit van de Gelukscoach.
Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toe-
23
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
passing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
24
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de eventuele buitenlandse versie van de interventie.
Over de naam van de interventie zijn geen bijzonderheden te vermelden.
Meldt indien van toepassing: Over de naam van de interventie zijn geen bijzonderheden te vermelden. 13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering.
Iedereen kan zich online aanmelden voor Psyfit.nl. Daarnaast wordt Psyfit.nl o.a. aangeboden via: Landelijk opererende verzekeringsmaatschappij (aan verzekerden) GGZ-instelling in Den Haag en omstreken (aan medewerkers) Landelijk opererende GGZ-instelling (als interventie tijdens een behandeltraject) een pilot waarin Psyfit.nl een onderdeel is van een nieuwe (blended) zorgvorm in het kader van arbeidsgerelateerde problematiek (Amsterdam en omstreken)
Meld indien van toepassing: De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend. 14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke in-
Psyfit.nl is een onderdeel van het stepped care e-mental health
25
Interventienummer terventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) aanbod voor depressie. Op dit moment wordt een aantal e-mental health interventies ontwikkeld gebaseerd op Psyfit.nl. Deze zijn gericht op specifieke doekgroepen. Bijvoorbeeld, kwetsbare ouderen, ouders, jongeren en borstkankerpatiënten. In België is een variant van Psyfit.nl ontwikkeld, genaamd De Gelukscoach ( http://gelukscoach.plukjegeluk.be/). Deze variant bevat dezelfde content als Psyfit met de zes modules, maar is interactiever en vanuit en andere marketingstrategie opgezet (het is een metrokaart met ‘gelukslijnen’).
Aangehaalde literatuur Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APAnormen (zie de handleiding bij dit werkblad).
Reference List Aked, J., Marcs, N., Cordon, C., & Thompsom, S. (2009). Five ways to wellbeing - A report presented to the Foresight Project on communicating the evidence base for improving people's well-being. Londen: The New Economics Foundation: Centre for Well-being.
Barry, M. M. (2001). Promoting mental health: theoretical frameworks for practice. International Journal of Mental Health Promotion, 3, 25-34.
Barry, M. M. & Friedli, L. (2008). The influence of social, demographic and physical factors on positive mental health in children, adults and older people. Foresight Mental Capital and Wellbeing Project. London: Government Office for Science.
Beddington, J., Cooper, C., Field, J., Goswami, U., Huppert, F., & et al. (2008). The mental wealth of nations. Nature, 455, 1057-1060.
Bolier, L. & Haverman, M. (2010). Psyfit online - Gerandomiseerde effectstudie naar een e-mental fitness zelfhulpprogramma (Psyfit online - Randomized effect study on an online mental fitness self-help program). Utrecht: Trimbos-instituut.
26
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bolier, L., Haverman, M., & Walburg, J. A. (2010). Mental fitness - verbeter je mentale conditie. Amsterdam: Uitgeverij Boom.
Bolier, L., Haverman, M., Westerhof, G. J., Smit, F., Riper, H., & Bohlmeijer, E. (2011). Positive psychology interventions: a meta-analysis of randomized controlled studies. submitted for publication.
Brown, K. W. & Ryan, R. M. (2003). The benefits of being present: Mindfulness and its role in psychological well-being. Journal of Personality and Social Psychology, 84, 822-848.
Burton, C. M. & King, L. A. (2004). The health benefits of writing about intensely positive experiences. Journal of Research in Personality, 38, 150-163.
Christensen, H., Griffiths, K. M., & Farrer, L. (2009). Adherence in internet interventions for anxiety and depression. Journal of Medical Internet Research, 11, e13.
Covey, S. R. (1989). The seven habits of highly effective people. New York: Simon & Schuster, Inc.
Cuijpers, P. (2005). Everything under control - problem solving therapy at the internet. Amsterdam: VU University Amsterdam.
Cuijpers, P. & Smit, F. (2008). Subklinische depressie: een klinisch relevante conditie? (Subclinical depression: a clinical relevant condition?). Tijdschr Psychiatr, 50, 519-528.
Dahlgren, G. & Whitehead, M. (1991). Policies and strategies to promote social equity in health. Copenhagen: World Health Organization.
de Ridder, D. T. D., Lensvelt-Mulders, G., Finkenauer, C., Stok, F. M., & Baumeister, R. F. (2012). Taking stock of self-control: A meta-analysis of how trait self-control relates to a wide range of behaviors. Personality and Social Psychology Review, 16, 76-99.
Diener, E. & Chan, M. Y. (2011). Happy People Live Longer: Subjective Well-Being Contributes to Health and Longevity. Applied Psychology: Health and Well-being, 3, 1-43.
Diener, E. & Seligman, M. E. P. (2002). Very happy people. Psychological Science, 13, 81-84.
27
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Duckworth, A. L., Tsukayama, E., & May, H. (2010). Establishing causality using longitudinal hierarchical linear modeling: An illustration predicting achievement from self-control. Social Psychological and Personality Science, 1, 311-317.
Eysenbach, G. (2011). CONSORT-EHEALTH: Improving and Standardizing Evaluation Reports of Web-based and Mobile Health Interventions. Journal of Medical Internet Research, 13, e126.
Fleche, S., Smith, C., & Sorsa, P. (2011). Exploring Determinants of Subjective Wellbeing in OECD Countries: Evidence from the World Value Survey. (vols. No. 921) France: OECD Economics Department Working Papers, OECD Publishing.
Fogg, B. J. (2003). Persuasive Technology: Using computers for what we think and do. San Francisco: Morgan Kaufman Publishers.
Foresight (2008). Mental capital and wellbeing - Making the most of ourselves in de 21st century, Final Project Report. London: Government Office for Science.
Fox, K. R. (1999). The influence of physical activity on mental well-being. Public Health Nutrition, 2, 411-418.
Fredrickson, B. L. (2001). The role of positive emotions in positive psychology: The broaden-and-build theory of positive emotions. American Psychologist, 56, 218-226.
Geschwind, N., Peeters, F., Drukker, M., van Os, J., & Wichers, M. (2011). Mindfulness training increases momentary positive emotions and reward experience in adults vulnerable to depression: A randomized controlled trial. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 79, 618-628.
Gillison, F. B., Skevington, S. M., Sato, A., Standage, M., & Evangelidou, S. (2009). The effects of exercise interventions on quality of life in clinical and healthy populations; a meta-analysis. Social Science & Medicine, 68, 1700-1710.
Grant, A. M. (2003). The impact of life coaching on goal attainment, metacognition and mental health. Social Behavior and Personality, 31, 253-264.
28
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Green, L. S., Oades, L. G., & Grant, A. M. (2006). Cognitive-behavioral, solution-focused life coaching: Enhancing goal striving, well-being, and hope. Journal of Positive Psychology, 1, 142-149.
Grossman, P., Niemann, L., Schmidt, S., & Walach, H. (2004). Mindfulness-based stress reduction and health benefits: A meta-analysis. Journal of Psychosomatic Research, 57, 35-43.
Haringsma, R., Engels, G. I., Beekman, A. T., & Spinhoven, P. (2004). The criterion validity of the Center for Epidemiological Studies Depression Scale (CES-D) in a sample of self-referred elders with depressive symptomatology. Int J Geriatr Psychiatry, 19, 558-563.
Howell, R. T., Kern, M. L., & Lyubomirsky, S. (2007). Health benefits: meta-analytically determining the impact of well-being on objective health outcomes. Health Psychological Review, 1, 83-136.
Keyes, C. L. M. (2002). The mental health continuum: From languishing to flourishing in life. Journal of Health and Social Behavior S2- Journal of Health & Human Behavior, 43, 207-222.
Keyes, C. L. M. (2007). Promoting and Protecting Mental Health as Flourishing: A Complementary Strategy for Improving National Mental Health. American Psychologist, 62, 95-108.
Keyes, C. L. M., Dhingra, S. S., & Simoes, E. J. (2010). Change in level of positive mental health as a predictor of future risk of mental health. American Journal of Public Health, 100, 2366-2371.
Keyes, C. L. M. & Grzywacz, J. G. (2005). Health as a Complete State: The Added Value in Work Performance and Healthcare Costs. Journal of Occupational and Environmental Medicine, 47, 523-532.
King, L. A. (2001). The health benefits of writing about life goals. Personality and Social Psychology Bulletin, 27, 798-807.
Lamers, S., Bolier, L., Westerhof, G. J., Smit, F., & Bohlmeijer, E. (2011). The impact of emotional well-being on long-term recovery and survival in physical illness: A meta-analysis. Journal of Behavioral Medicine.
Lehto, T. & Oinas-Kukkonen, H. (2011). Persuasive features in web-based alcohol and smoking interventions: a systematic review of the literature. Journal of Medical Internet Research, 13, e46.
29
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Lyubomirsky, S., Dickerhoof, R., Boehm, J. K., & Sheldon, K. M. (2011). Becoming happier takes both a will and a proper way: An experimental longitudinal intervention to boost well-being. Emotion, 11, 391-402.
Lyubomirsky, S., Sheldon, K. M., & Schkade, D. (2005). Pursuing Happiness: The Architecture of Sustainable Change. Review of General Psychology, 9, 111-131.
Martinez, M. M. L., Avia, M. D., & Hernandez-Lloreda, M. J. (2010). The effects of counting blessings on subjective well-being: A gratitude intervention in a Spanish sample. The Spanish Journal of Psychology, 13, 886-896.
Mazzucchelli, T. G., Kane, R. T., & Rees, C. S. (2010). Behavioral activation interventions for wellbeing: A meta-analysis. The Journal of Positive Psychology, 5, 105-121.
Milczarek, M., Schneider, E., & Eusebio, R. G. (2009). Stress at work - facts and figures. European Risk Observatory Report. Luxembourg: European Communities.
Nes, L. S. & Segerstrom, S. C. (2006). Dispositional Optimism and Coping: A Meta-Analytic Review. Personality and Social Psychology Review, 10, 235-251.
Netz, Y., Wu, M. J., Becker, B. J., & Tenenbaum, G. (2005). Physical Activity and Psychological WellBeing in Advanced Age: A Meta-Analysis of Intervention Studies. Psychology and Aging, 20, 272-284.
Notenboom, M. & Van Male, J. (2008a). Mental health - resultaten naar aanleiding van een verkennend focusgroep onderzoek, intern rapport. Amsterdam: Onderzoeksbureau Ferro.
Notenboom, M. & Van Male, J. (2008b). Positive mental health - Resultaten naar aanleiding van een verkennend onderzoek, intern rapport (Positive mental health - results of a exploratory focus group study internal report). Amsterdam: Markt- en communicatieonderzoek Ferro.
Otake, K., Shimai, S., Tanaka-Matsumi, J., Otsui, K., & Fredrickson, B. L. (2006). Happy people become happier through kindness: A counting kindnesses intervention. Journal of Happiness Studies, 7, 361375.
30
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Parks, A. C., Schueller, S. M., & Tasimi, A. (2012). Increasing happiness in the general population: empirically supported self-help? In I.Boniwell & S. David (Eds.), To appaer in: Oxford Handbook of Happiness ( Oxford: Oxford University Press.
Penedo, F. J. & Dahn, J. R. (2005). Exercise and well-being: A review of mental and physical health benefits associated with physical activity. Current Opinion in Psychiatry, 18, 189-193.
Pinquart, M. (2002). Creating and maintaining purpose in life in old age: a meta-analysis. Ageing International, 27, 114.
Prati, G. & Pietrantoni, L. (2009). Optimism, social support, and coping strategies as factors contributing to posttraumatic growth: A meta-analysis. Journal of Loss and Trauma, 14, 364-388.
Quoidbach, J., Berry, E. V., Hansenne, M., & Mikolajczak, M. r. (2010). Positive emotion regulation and well-being: Comparing the impact of eight savoring and dampening strategies. Personality and Individual Differences, 49, 368-373.
Riper, H., Smit, F., van der Zanden, R., Conijn, B., Kramer, J., & Mutsaers, K. (2007). E-mental health.High tech, high touch, high trust. Utrecht: Trimbos-instituut. Ruiter, M. (2010). Verkenning naar beter bereik van lage SES door middel van klachtgerichte mini-interventies (interne notitie LOP). Utrecht: Trimbos-instituut.
Ryff, C. D. (1989). Happiness is everything, or is it? Explorations on the meaning of psychological well-being. Journal of Personality and Social Psychology, 57, 1069-1081.
Ryff, C. D. & Singer, B. (2008). Know Thyself and Become What You Are: A Eudaimonic Approach to Psychological Well-Being. Journal of Happiness Studies, 9, 13-39.
Seligman, M. E. P., Steen, T. A., Park, N., & Peterson, C. (2005). Positive Psychology Progress: Empirical Validation of Interventions. American Psychologist, 60, 410-421.
Sheldon, K. M. (2001). The self-concordance model of healthy goal striving: When personal goals correctly represent the person. In P.Schmuck, K. M. Sheldon, P. Schmuck, & K. M. Sheldon (Eds.), Life goals
31
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
and well-being: Towards a positive psychology of human striving (pp. 18-36). Ashland, OH US: Hogrefe & Huber Publishers.
Sheldon, K. M. & Elliot, A. J. (1999). Goal striving, need satisfaction, and longitudinal well-being: The self-concordance model. Journal of Personality and Social Psychology, 76, 482-497.
Sin, N. L. & Lyubomirsky, S. (2009). Enhancing well-being and alleviating depressive symptoms with positive psychology interventions: a practice-friendly meta-analysis. Journal of Clinical Psychology, 65, 467487.
Snyder, C. R. (2000). The past and possible futures of hope. Journal of Social and Clinical Psychology, 19, 11-28.
Stoll, L., Michaelson, J., & Seaford, C. (2012). Well-being evidence for policy: A review. London: New Economic Foundation.
Tay, L. & Diener, E. (2011). Needs and subjective well-being around the world. Journal of Personality and Social Psychology, 101, 354-365.
Tugade, M. M. & Fredrickson, B. L. (2007). Regulation of positive emotions: Emotion regulation strategies that promote resilience. Journal of Happiness Studies, 8, 311-333.
Van Wetten, H., Fischer, E., & Willemse, B. (2009). Mentaal Vitaal - Indicatieprotocollen & advies. Utrecht: Trimbos-instituut.
Vansteenwegen, D. (2011). Onderzoeksrapport De gelukscoach - een online programma om meer uit je leven te halen en te werken aan geluk (Research report happiness coach). Leuven: ISW Limits.
Veenhoven, R. (2006). Gezond geluk: Effecten van geluk op gezondheid en wat dat kan betekenen voor de preventieve gezondheidszorg (Healthy happiness: effect of happiness on health and what this could mean for preventive public health). Rotterdam: Erasmus Universiteit.
Walburg, J. A. (2008). Mentaal Vermogen -Investeren in geluk (Mental Capital - The investment in happiness). Amsterdam: Nieuw Amsterdam.
32
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Wang, C., Bannuru, R., Ramel, J., Kupelnick, B., Scott, T., & Schmid, C. H. (2010). Tai Chi on psychological well-being: systematic review and meta-analysis. BMC Complementary And Alternative Medicine, 10, 23.
Weehuizen, R. (2008). Mental Capital: The Economic Significance of Mental Health. Maastricht: University of Maastricht.
Weich, S., Brugha, T., King, M., McManus, S., Bebbington, P., Jenkins, R. et al. (2011). Mental wellbeing and mental illness: Findings from the Adult Psychiatric Morbidity Survey for England 2007. British Journal of Psychiatry, 199, 23-28.
Westerhof, G. J. & Keyes, C. L. M. (2008). Geestelijke gezondheid is meer dan de afwezigheid van ziekte (Mental health is more then the absence of disease). Maandblad Geestelijke Gezondheid, 10, 808-820.
WHO (2004). Promoting mental health - Concepts, emerging evidence, practice. Geneva: World Health Organization.
Wood, A. M. & Joseph, S. (2009). The absence of positive psychological (eudemonic) well-being as a risk factor for depression: A ten year cohort study. Journal of Affective Disorders.
Yuen, H. K., Huang, P., Burik, J. K., & Smith, T. G. (2008). Impact of participating in volunteer activities for residents living in long-term-care facilities. American Journal of Occupational Therapy, 62, 71-76.
33
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 1. Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe. Studie 1 Bolier L, Haverman M. Gerandomiseerde effectstudie naar een e-mental health fitness zelfhulpprogramma
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan
Ja
1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
X
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
X
Ne e
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. X 1 De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie. 2 3
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn. De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (careas-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-asusual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
X X X X X
X
X
34
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
1 0
Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
1 1
De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
X
X
35
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Classificatie bewijskracht van het onderzoek Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn Niveau 5
16
Redel Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) ijk
16 16 16 16 7 16
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
16
8
9
Sterk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
16
8
9
10
Zeer sterk
16
8
9
10 11
Matig Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
X
Niveau 4
Zwak Veranderingsonderzoek
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
Niveau 1
Bewijskr acht Zeer zwak
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
9 10 9
10
8
Typering overige methodologische kenmerken Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. X 1 2
Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo.
1 3
Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie.
1 4
Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.
X 1 5
De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd.
X 1 6
De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek
X
0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Positieve resultaten: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie.
36
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
2
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
3
Negatieve resultaten: De studie rapporteert negatieve effecten# .
4
Positieve en negatieve resultaten: De studie rapporteert positieve en negatieve effecten# ten aanzien van verschillende doelen van de interventie.
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een of meer doelen van de interventie worden gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = het doel van de interventie wordt niet gerealiseerd en wordt deels gerealiseerd maar deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect = de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’.
Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes In de nameting zijn significante effecten aangetoond voor de Psyfit.nl conditie op de primaire uitkomstmaten depressie (CES-D, d=0.36) en welbevinden (MHC-SF, d=0.27; WHO-5, d=0.31, WEMWBS, d=0.38). Ook de scores van secundaire uitkomstmaten angst (HADS-A, d=0.32) en vitaliteit (MOS-SF, d=0.22) waren in de Psyfit.nl conditie significant verbeterd ten opzichte van de wachtlijstcontrole conditie.
37
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 1 vervolg. Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe. Studie 2 Auteur : titel (jaartal)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan 1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
Ja
Ne e
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (careas-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-asusual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
38
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
1 0
Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
1 1
De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
39
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Classificatie bewijskracht van het onderzoek Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn Niveau 5
Niveau 4
Zwak Veranderingsonderzoek
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
Niveau 1
Bewijskr acht Zeer zwak
16
Redel Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) ijk
16 16 16 16 7 16
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
16
8
9
Sterk Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
16
8
9
10
Zeer sterk
16
8
9
10 11
Matig Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
9 10 9
10
8
Typering overige methodologische kenmerken Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1 2
Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo.
1 3
Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie.
1 4
Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.
1 5
De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd.
1 6
De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Positieve resultaten: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie.
40
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
2
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
3
Negatieve resultaten: De studie rapporteert negatieve effecten# .
4
Positieve en negatieve resultaten: De studie rapporteert positieve en negatieve effecten# ten aanzien van verschillende doelen van de interventie.
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
Positief effect = een of meer doelen van de interventie worden gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = het doel van de interventie wordt niet gerealiseerd en wordt deels gerealiseerd maar deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect = de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’.
Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
41
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing. Naam Eva Fischer
Datum 12-12-11
Linda Bolier Johan Vessuer Eva Fischer Linda Bolier Eva Fischer
22-12-11 22-12-11 23-01-12 24-01-12 25-01-12
Handeling Beginnen met het maken van de beschrijving feedback feedback Beschrijving aanpassen feedback Indienen
Documentnummer …….. / 1
……../ 2
42