Werkblad beschrijving interventie
MAN tot MAN
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling (vanaf 1 juni 2009 beschikbaar)
Contact NJi Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Contact RIVM Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Achtergrondgegevens
Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam: Schorer Adres: Sarphatistraat 35 Plaats: Amsterdam E-mail: Telefoon.: 020 5739444 Fax: Website: www.schorer.nl (van de interventie) Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam: Wim Zuilhof (Schorer) Adres: Sarphatistraat 35 Plaats: Amsterdam E-mail:
[email protected] Telefoon: 020 573 94 44 Fax:
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden na 1. Interventiebeschrijving de beoordeling gere2. tourneerd. 3. 4. 5. Deelcommissie Aankruisen welke Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie deelcommissie de Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsinterventie zou moebevordering ten beoordelen. Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV preventie en gezondheidsbevordering voor volwassenen en ouderen Documentnummer
Voor u begint
Werkblad beschrijving interventie april 2009
2
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop. Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1
Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de interventie zich op richt duidelijk omschreven?
Ja
Vraag 2
Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen?
Ja
Vraag 3.1
Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken?
Ja
Vraag 3.2
Indien relevant: bevat de documentatie gegevens over indicatie- en contra-indicatiecriteria? (zie hiervoor ook de handleiding bij dit werkblad)
Nvt
Vraag 4.1
Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?
Nvt
Vraag 4.2
Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten?
Ja
Vraag 5
Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?
Ja
Vraag 6
Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)?
Ja
Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?
Ja
Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten?
Ja
Vraag 8
Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen?
Ja
Overige
Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn?
Ja
Werkblad beschrijving interventie april 2009
3
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden.
Beschrijf hoofddoel(en) of meest karakteristieke (sub)doelen van de interventie.
Doel Het einddoel van de interventie MAN tot MAN is de preventie van de overdracht van hiv-infecties en andere soa bij mannen die seks hebben met mannen (MSM). In de hier beschreven eerste fase beperkt de interventie zich tot MSM uit Amsterdam en Rotterdam. Concreet streeft de hele interventie MAN tot MAN na: Terugdringen van overdracht van hiv en soa bij MSM door - het verminderen van riskante onbeschermde seks, - het verhogen van het aantal mannen dat zich o regulier op soa en (tenzij zij eerder hiv-positief werden bevonden) op hiv laat testen; o direct na onbeschermde seks PEP-behandeling vraagt of partners adviseert dat te vragen; o zich heeft laten vaccineren tegen hepatitis B en, bij voorkeur, ook tegen hepatitis A.
Noem de doelgroep waar de interventie direct op gericht is.
Doelgroep 1. wonen in Amsterdam of Rotterdam of 2. (regelmatig) gebruik maken van de Amsterdamse en/of Rotterdamse homoscene, en 3. de intentie hebben tot veilige seks maar dat in specifieke situaties met (losse) partners niet doen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
4
Interventienummer
Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Aanpak Centraal binnen de interventie staat de website www.mantotman.nl. Voor deze aanpak is gekozen omdat het via een website beter dan voorheen mogelijk is de doelgroep van MSM te bereiken, inclusief een groep MSM die niet via andere kanalen wordt bereikt. Daarbij is een website uitstekend geschikt om seksuele gezondheidsdoelen duidelijk te communiceren en om verbindingen te leggen naar verschillende seksuele gezondheidsinterventies. De website bestaat onder andere uit (verwijzingen naar) de volgende onderdelen: 1. Seks-wijzer bestaat uit het invullen van een korte vragenlijst. Op basis daarvan geeft de website: - getailorde feedback op het gedragsrisico van mannen; - adviezen op maat over de persoonlijke seksuele gezondheid; - relevante links naar (andere) interventies op het gebied van preventie, genezing en/of behandeling. 2. Test Lab biedt MSM de mogelijkheid om zich gratis en anoniem - en dus laagdrempelig - te laten testen op gonorroe, chlamydia, syfilis en hiv. Een bezoek aan huisarts of een soa-polikliniek is niet nodig. 3. Middels de PEP check kunnen MSM snel checken of behandeling met PEP (Post Exposure Profylaxis) na onveilige seks voor hen relevant is. Wanneer dat zo is, verwijst MAN tot MAN naar mogelijkheden om snel PEP te krijgen. 4. De MANcyclopedie geeft feitelijke en praktisch bruikbare informatie over seks tussen mannen. 5. Mijn MAN tot MAN is de persoonlijke pagina die elke bezoeker kan aanmaken. Hierop vindt de bezoeker onder andere de getailorde feedback en adviezen op maat over de persoonlijke seksuele gezondheid die zijn opgesteld naar aanleiding van zijn antwoorden op Seks-wijzer. Naast de website en Test Lab omvat MAN tot MAN on- en offline publiciteit en campagnes.
Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is.
Materiaal Relevante materialen zijn: - MAN tot MAN scoort! De positionering en strategie van MAN tot MAN (Zuilhof, Kasdorp en Jansen, 2010). - Resultaten procesevaluatie project MAN tot MAN (Medical Point of View, 2008). - Seksueel gedragsadvies mannen die seks hebben met mannen (Schorer, 2009). Deze materialen zijn verkrijgbaar via Schorer. Verder zijn er verschillende artikelen over de opzet en ontwikkeling van MAN tot MAN, waaronder Zuilhof, Koekenbier, Van Empelen & Vriens (2009).
Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek,
Onderzoek Er zijn twee Nederlandse effectstudies naar MAN tot MAN. Uit Van Empelen (2009) blijkt dat blootstelling aan de interventie signifi-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
5
Interventienummer buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) cant (p < 0,05) en in de beoogde richting samenhangt met de - attitude zich regelmatig te laten testen op soa en hiv; - intentie zich de komende 12 maanden te laten testen op soa en hiv; - daadwerkelijk testgedrag soa en hiv; - kennis van PEP. Koekenbier (2009) onderzocht de effectiviteit van Test Lab Amsterdam. - Test Lab bleek even effectief als de soa-polikliniek van Amsterdam wat betreft het opsporen van mannen met een soa/hiv-infectie. - Door Test Lab Amsterdam werden veel soa’s gevonden die relatief vaak asymptomatisch verlopen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
6
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering
1. Risico- of probleemomschrijving Geef aan wat het probleem of het risico is waar de interventie zich op richt en van wie het probleem is. Beschrijf de aard, ernst, omvang en spreiding van het probleem, en de gevolgen bij niet ingrijpen. Geef, indien van toepassing, ook aan dat deze informatie er niet is. Maximaal 400 woorden.
Homo- en biseksuele mannen (‘Mannen die Seks hebben met Mannen’, ofwel MSM) zijn een belangrijke groep als het gaat om hiv/soa-preventie. Landelijke cijfers van de soa-poliklinieken laten zien dat het grootste aantal hiv-infecties wordt gevonden bij MSM. 3 procent van het aantal geteste mannen uit deze groep krijgt een hiv-positieve uitslag (Koedijk et al., 2009). Bij de geteste heteroseksuele mannen is dit percentage 0,2 procent, bij de vrouwen 0,1 procent. Het totale aantal geregistreerde hiv-positieve mannen bedroeg in 2008 11.906. In 70 procent van de gevallen zijn dit MSM. Het totale aantal vrouwen bedroeg 3.319 (Koedijk et al., 2009). Naar schatting komen er jaarlijks 300 tot 600 nieuw geregistreerde hivpositieve MSM bij (Gras, Van Sighem, Smit, Zaheri, Schuitemaker & De Wolf, 2007). Mede hierom worden MSM nog altijd gezien als belangrijke doelgroep voor hiv/soa-preventie, stelt ook Osté (2008). Juni 2008 werd ongeveer 80 procent van de geregistreerde hiv-positieve mensen behandeld met een vorm van gecombineerde antiretrovirale therapie. Dankzij het succes van deze behandelvorm bereikt deze groep steeds hogere leeftijden (Gras, Van Sighem, Smit, Zaheri, Schuitemaker & De Wolf, 2008). De jaarlijkse kosten van de behandeling van hiv bedroegen in 2006 ongeveer 11.328 euro per persoon. Een kleine 90 procent van die kosten was voor de gecombineerde antiretrovirale therapie (Van Sighem, Van Agthoven, Van Nooten, Bezemer & De Wolf, 2008). Het aantal behandelde hiv-geïnfecteerden stijgt waarschijnlijk tot ruim 16.000 in 2016, berekenen deze auteurs. Zij vermoeden dat de kosten van de behandeling licht stijgen, naar 11.451 euro. Dat betekent dat de totale kosten van de behandeling van hiv-geïnfecteerden in 2016 zo’n 187 miljoen euro zullen bedragen (Van Sighem, Van Agthoven, Van Nooten, Bezemer & De Wolf, 2008). Daarnaast laten de meest recente cijfers van soa-centra zien dat het aantal positieve soa-testen hoog is in de groep MSM. Bij 22 procent van de MSM die zich in 2008 in soa-poliklinieken lieten testen, werden één of meer soa gediagnosticeerd (Koedijk et al., 2009). De Schorer Monitor 2008 (Hospers, Dörfler & Zuilhof, 2008) laat zien dat 10 procent van de MSM een soadiagnose rapporteert, in de Schorer Monitor 2009 (Hospers, Roos & Zuilhof, 2009) is dat 12 procent. Van de MSM waarvan bekend is dat ze hiv-positief zijn, wordt 36 procent gediagnosticeerd met een soa. Tevens zijn MSM een belangrijke risicogroep als het gaat om hepatitis B: 9 procent van de respondenten in de monitor gaf aan een positieve hepatitis B-uitslag te hebben gehad. Het belang van internet wordt steeds groter, zowel voor het vinden van sekspartners door MSM als voor de preventie van onveilige seks. Zo vinden Hospers et al. (2008), dat 88 procent van de respondenten naar ‘ontmoetingsplaatsen’ gaat om sekspartners te vinden. 82 procent van deze groep noemt internet als ontmoetingsplaats. De mannen uit de geënquêteerde groep halen ook hun informatie over hiv en soa meestal van het internet (78 procent). Met name bij mannen van 25 jaar en jonger wordt de rol van internet steeds groter. De jonge mannen en de biseksuele mannen hebben relatief weinig kennis over hiv, aids en soa,
Werkblad beschrijving interventie april 2009
7
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) rapporteren zij zelf. Ook blijkt in de groep van 25 jaar of jonger 37 procent van de mannen met losse sekscontacten soms onbeschermde anale seks met hun losse partners te hebben. Bij de mannen van 26 jaar en ouder is dit 31 procent (Hospers et al., 2008).
2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART.
Het einddoel van de interventie MAN tot MAN is de preventie van de overdracht van hiv-infecties en andere soa bij mannen die seks hebben met mannen (MSM). In de hier beschreven eerste fase beperkt de interventie zich tot MSM uit Amsterdam en Rotterdam. Concreet streeft de hele interventie MAN tot MAN na: Terugdringen van overdracht van hiv en soa bij MSM door - het verminderen van riskante onbeschermde seks; - het verhogen van het aantal mannen dat zich o regulier op soa en (tenzij zij eerder hiv-positief werden bevonden) op hiv laat testen; o direct na onbeschermde seks PEP-behandeling vraagt of partners adviseert dat te vragen; o zich heeft laten vaccineren tegen hepatitis B en, bij voorkeur, ook tegen hepatitis A. Deze doelstellingen wordt kort en krachtig samengevat in het centrale gedragsadvies van MAN tot MAN: ‘Vrij veilig en laat je halfjaarlijks testen op soa en hiv.’
3. Doelgroep van de interventie
Wat is de doelgroep van de hier beschreven interventie? Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken. Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep.
3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? De doelgroep van MAN tot MAN zijn MSM die 1. wonen in Amsterdam of Rotterdam of 2. (regelmatig) gebruik maken van de Amsterdamse en/of Rotterdamse homoscene, en 3. de intentie hebben tot veilige seks maar dat in specifieke situaties met (losse) partners niet doen. De interventie richt zich op de Amsterdam en Rotterdam omdat daar zich een grote homoscene bevindt en omdat zich daar grote, goed georganiseerde GGD’en bevinden. Vanuit de in deze steden opgedane ervaringen kan de interventie uitgebouwd worden. Dit geldt met name voor het onderdeel Test Lab, dat het zich laten testen op hiv en soa vergemakkelijkt. De problematiek van hiv en soa bij MSM is in belangrijke mate een grote stadsproblematiek, zo blijkt uit Schorer (2005). Hiv en soa komen vaker voor in Amsterdam en Rotterdam. Syfilisuitbraken hebben zich met name in de grote steden voorgedaan en ook de uitbraak van de zogeheten LVG-variant van chlamydia sinds 2004 was geconcentreerd in Rotterdam en Amsterdam. Door de rijk aanwezige homo-infrastructuur in beide steden en het ruime aanbod van sekspartners zijn de prevalenties van hiv en soa onder MSM er relatief hoog. Maar er zijn ook verschillen tussen beide steden. In Amsterdam is de groep MSM groter en heeft meer anonieme contacten. Daarbij speelt ook een rol dat Amsterdam veel toeristen ontvangt die op zoek zijn naar seks met mannen (Schorer, 2005).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
8
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) De omvang van de doelgroep staat niet vast. Schattingen variëren daardoor: - In de begindocumenten van MAN tot MAN werd uitgegaan van 4 procent MSM in Rotterdam en 8 procent MSM in Amsterdam (mannen tussen de 15 en 65). Daaruit volgend werd het aantal MSM dat in Amsterdam en Rotterdam woont geschat op 25.000 mannen (Schorer, 2006) In een later document werd dit gewijzigd: 25000 tot 35.000 mannen. - In een eerdere publicatie werd gesproken van 20.000 tot 35.000 MSM tussen de 15 en 49 jaar in Amsterdam (Op de Coul, Van Sighem & Van de Laar, 2006). - In een rapport van de dienst Onderzoek en Statistiek van de gemeente Amsterdam (Nieuwenhuis, Janssen & Bosveld, 2009) wordt ervan uitgegaan dat 10 tot 11 procent van de mannen in Amsterdam ouder dan 18 jaar een homoseksuele voorkeur heeft. Voor Rotterdam ontbreken dergelijke cijfers. - Schorer gaat sinds medio 2008 uit van 30.000 Amsterdamse MSM. Waarschijnlijk onderhielden zo’n 26.000 Amsterdamse MSM van 18 jaar en ouder ‘de afgelopen 12 maanden’ seksuele contacten (Uitenbroek, Ujcic-Voortman, Janssen, Tichelman & Verhoeff, 2006). Een nauwkeurige schatting van het aantal MSM dat in Amsterdam en Rotterdam woont is dus niet te maken. Een aantal van 40.000 lijkt echter reëler dan de aanvankelijk genoemde 25.000. Uit onderzoek is bekend dat - op basis van zelfrapportage over een periode van 6 maanden - ongeveer 40 procent van de MSM de intentie heeft tot veilige seks, maar die niet altijd praktiseert (Hospers, Dörfler & Zuilhof, 2004). Dus de specifieke doelgroep bestaat waarschijnlijk uit ongeveer 16.000 MSM. Mannen uit deze groep kunnen bekend of onbekend zijn met hun hiv-status. De kern wordt gevormd door mannen die regelmatig losse partners vinden in de homoscene en via internet. Qua leeftijd en opleidingsniveau is deze groep zeer gevarieerd. Veel van hen zijn in de eigen omgeving overwegend open over de eigen homoseksuele gevoelens. Van de bezoekers van homosites op internet is een aanzienlijke minderheid daar veel minder open over (Schorer, 2008). De gekozen, laagdrempelige opzet van de interventie maakt deze makkelijk toegankelijk voor alle MSM, inclusief de bezoekers van homo-sites op internet. Het is lastig om de specifieke doelgroep van MSM die wel de intentie tot veilige seks hebben, maar toch soms onveilige seks hebben, te selecteren en vervolgens gericht actief te bereiken. Daarom is gekozen voor een opzet waarin de doelgroep zichzelf kan selecteren. Uiteraard is het daarvoor cruciaal dat MAN tot MAN en www.mantotman.nl breed bekend zijn onder de MSM in Amsterdam en Rotterdam.
Beschrijf indicatie- en contra-indicatiecriteria indien van toepassing Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectieinstrumenten en vereiste scores. Geef aan of de interventie (ook) geschikt is voor (specifieke) migranten-
3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria Niet van toepassing.
3.3 Toepassing bij migranten De interventie is toegankelijk voor alle MSM die de Nederlandse taal beheersen, maar werd niet speciaal ontwikkeld voor MSM met een allochtone
Werkblad beschrijving interventie april 2009
9
Interventienummer groepen, en zo ja voor welke.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) achtergrond.
4. Aanpak van de interventie Beschrijf de opzet van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
4.1 Opzet van de interventie MAN tot MAN is ontstaan vanuit de wens een aantal bestaande interventies onder één noemer te bundelen, en het effect van die interventies zo te versterken. Verschillende onderdelen van MAN tot MAN, zoals GAYCRUISE.nl en Vaste Relatie Check, waren al eerder ontwikkeld, met hun eigen theoretische uitgangspunten en specifieke doelgroepen. Andere onderdelen, zoals Seks-wijzer en Test Lab, werden speciaal voor MAN tot MAN ontworpen. Centraal binnen de interventie MAN tot MAN staat de website www.mantotman.nl. Die is voor iedereen toegankelijk. Alle MSM hebben via de website toegang tot getailorde feedback op hun gedrag, gezondheidsadviezen over seksualiteit en tot de websites van andere interventies. Het doel van de website is om de overdracht van hiv en soa tegen te gaan door: - het beter en effectiever dan voorheen bereiken van de doelgroep, inclusief een groep MSM die niet via andere kanalen wordt bereikt, door middel van een ‘one stop shop’: alle adviezen en services die bijdragen aan een gezond seksleven in goede samenhang op één website; - het aldaar duidelijk communiceren van seksuele gezondheidsdoelen; - het aldaar leggen van een verbinding naar verschillende seksuele gezondheidsinterventies. Op de openingspagina van de website vindt de bezoeker knoppen die verwijzen naar: 1. Seks-wijzer 2. Test Lab 3. PEP check 4. MANcyclopedie 5. Mijn MAN tot MAN 6. ‘Actueel’ 1. Het onderdeel Seks-wijzer bestaat uit het invullen van een vragenlijst. Dat duurt ongeveer vijf minuten (zie ook 4.2). Op basis van die ingevulde vragenlijst geeft de website: - getailorde feedback op het gedragsrisico van de gebruiker; - adviezen op maat over de persoonlijke seksuele gezondheid; - relevante links naar (andere) interventies op het gebied van preventie, genezing en/of behandeling. In de regel zal Seks-wijzer in de thuissituatie doorlopen worden. Seks-wijzer bevat momenteel links naar: - Onderdelen van MANcyclopedie - Test Lab - PEP check - GAYCRUISE.nl; deze door het CGL als ‘theoretisch goed onderbouwd’ erkende interventie stimuleert en leert MSM veilig te daten via internet. - De Vaste Relatie Check; dit onderdeel van www.mantotman.nl kan alleen gebruikt worden door mannen die een account hebben, en is bedoeld voor mannen met een vaste relatie. De Check bestaat uit een aantal vragen naar de feitelijke situatie en uit een aantal stellingen. Naar aanleiding van die vragen en de reacties op de stellingen volgen informatie en advies op maat.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
10
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Het doel van Vaste Relatie Check is het bevorderen van ‘negotiated safety’ binnen de relatie. Dat wil zeggen dat de partners zich laten testen op hiv, en dat ze vervolgens afspreken om monogaam te blijven óf altijd condooms te gebruiken bij seks buiten de relatie (zie verder bijlage 3). - www.partyandplay.nl; op deze website biedt Schorer informatie over de werking van verschillende drugs, over de combinatie van het gebruik van drugs en seks, over andere risico’s van verschillende drugs en over de mogelijkheden risico’s te beperken. PartyandPlay.nl is speciaal gericht op MSM die ‘chems’ (synthetische drugs als XTC en GHB) en/of alcohol gebruiken in combinatie met seks. - www.b-a-man.nl; voor informatie over en het regelen van een gratis hepatitis B-vaccinatie. - www.condomerie.nl; voor informatie over en het bestellen van condooms. 2. Test Lab biedt MSM de mogelijkheid om zich gratis en anoniem te laten testen op gonorroe, chlamydia, syfilis en hiv. Een bezoek aan huisarts of een soa-polikliniek is niet nodig. Wel moet een laboratorium ‘in de buurt’ bezocht worden. Na tien dagen kan de uitslag online bekeken worden. Wanneer een soa of hiv is vastgesteld, volgt het verzoek om naar de soa-polikliniek te komen voor behandeling. Dit deel van de interventie wordt waarschijnlijk deels thuis en deels in het laboratorium doorlopen. 3. Middels de PEP check kunnen MSM snel checken of behandeling met PEP (Post Exposure Profylaxis) na onveilige seks voor hen relevant is. Wanneer dat zo is verwijst MAN tot MAN naar mogelijkheden om snel PEP te krijgen. Ook vindt de bezoeker hier informatie over wat PEP is, en over wanneer PEP relevant kan zijn. Dit deel van de interventie wordt waarschijnlijk thuis doorlopen. 4. De MANcyclopedie geeft feitelijke en praktisch bruikbare informatie over seks tussen mannen, onder andere over gezonde seks, seks en drugs, partners en dates, problemen met en door homoseks en leven met hiv. Dit deel van de interventie wordt waarschijnlijk thuis doorlopen. 5. Mijn MAN tot MAN is de persoonlijke pagina die elke bezoeker kan aanmaken. Hierop vindt de bezoeker onder andere de getailorde feedback en adviezen op maat over de persoonlijke seksuele gezondheid die zijn opgesteld naar aanleiding van zijn antwoorden op Seks-wijzer. Dit onderdeel heeft onder andere als doel mannen regelmatig terug te laten keren op de website. Dit deel van de interventie wordt waarschijnlijk thuis doorlopen. 6. ‘Actueel’. Hier vinden bezoekers nieuwe feiten en berichten die betrekking hebben op de gezondheid van MSM. Dit onderdeel heeft onder andere als doel, mannen regelmatig terug te laten keren op de website. Werving Naast de website www.mantotman.nl en Test Lab omvat MAN tot MAN onen offline publiciteit en campagnes (Zuilhof, Vriens & Koekenbier, 2007). Online gaat het om banners en ‘viral’-filmpjes, offline om outreach-acties, advertenties en verspreiding van schriftelijk materiaal. MAN tot MAN wordt in die publiciteit en campagnes neergezet als een lifestyle-concept: bij een modern en gezond leven hoort ook gezonde seks. Eigen verantwoordelijkheid en individuele proactiviteit worden benadrukt. Daarnaast verschaffen de campagnes eenduidige informatie over gezond (veilig) seksgedrag voor MSM. Een zeer belangrijk doel van de on- en offline publiciteit en campagnes is daarnaast het vergroten van de bekendheid van www.mantotman.nl onder de doelgroep. Zo neemt de bekendheid van MAN tot MAN als ‘merk’
Werkblad beschrijving interventie april 2009
11
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) toe, en worden MSM gemotiveerd gebruik te maken van www.mantotman.nl. De opzet van www.mantotman.nl - en van de gehele interventie MAN tot MAN - is zodanig dat het mogelijk is om nieuwe onderdelen toe te voegen.
Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Beschrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
4.2 Inhoud van de interventie De eerste stap is surfen naar www.mantotman.nl. Nieuwe bezoekers zullen vaak beginnen met Seks-wijzer. Daarvoor klikken ze op een knop met de tekst: ‘Seks-wijzer. In 5 minuten een pasklaar advies voor een gezond seksleven’. Er volgt een pagina met de volgende teksten: ‘Vul de korte vragenlijst in en check je score! De Seks-wijzer geeft je een persoonlijk advies voor gezonde seks. Seks-wijzer al gedaan? Klik hier om je advies opnieuw te bekijken of te updaten.’ En: ‘Tip: Maak bij je advies meteen een gratis account aan. Dit geeft je toegang tot extra diensten op MAN tot MAN, zoals de Vaste Relatie Check!’ Ook staat op deze pagina een link naar een filmpje waarin iemand de Sekswijzer doet. En natuurlijk een knop om de Seks-wijzer te starten, direct of via een eventuele MAN tot MAN-account als de betrokkene die al heeft. Dan volgt een serie vragen naar onder andere de al dan niet aanwezige relatie, (de veiligheid van) het seksuele gedrag, drugsgebruik bij seks, vaccinaties en hiv-status (zie bijlage 2 voor de volledige vragenlijst van Sekswijzer). Na de laatste vraag volgt het hernieuwde aanbod om een gratis en anonieme MAN tot MAN-account aan te maken. Daarnaast biedt deze pagina toegang tot een preview van het advies. Het advies kent twee varianten: - Jouw Seks-wijzer score: Kan beter! - Jouw Seks-wijzer score: Goed tot zeer goed! Aan het advies gekoppeld is getailorde informatie (inclusief relevante links), bijvoorbeeld: Neuken met losse partners: altijd condooms! Als je neukt met een losse partner weet je eigenlijk nooit of hij hiv heeft. Wees daarom consequent en gebruik altijd condooms. Zo houd je seks met losse partners gezond en zonder zorgen. (Met links naar:) - Gezonde seks, hoe & wat? (onderdeel MANcyclopedie) - Wisselende contacten (onderdeel MANcyclopedie) - Als er risico' s in het spel zijn (onderdeel MANcyclopedie) Laat je regelmatig checken op soa en hiv Laat je iedere zes maanden checken op soa én tenminste eenmaal per jaar op hiv. Woon je in de regio Amsterdam of Rotterdam-Rijnmond, regel dan je checkup via MAN tot MAN Test Lab. Dit is geheel gratis én anoniem. (Met links naar:) - REGEL NU JE TEST: Bezoek Test Lab - Testen op hiv en soa (onderdeel MANcyclopedie) - Alles over soa (onderdeel MANcyclopedie) Verbeter je internetdates met GAYCRUISE Op GAYCRUISE.nl maak je een verrassende virtuele reis. Ontdek zo de beste tips en tools om je seksleven spannend én gezond te houden. Warm aanbevolen! (Met link naar:) - START NU JE VIRTUELE CRUISE (www.gaycruise.nl) Laat je gratis vaccineren tegen hepatitis B
Werkblad beschrijving interventie april 2009
12
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Hepatitis B is een erg besmettelijke soa die je gezondheid ernstig kan schaden. De enige manier om hepatitis B te voorkomen is vaccinatie. En dit is nog gratis ook! (Met links naar:) - REGEL NU JE VACCINATIE ONLINE: Bezoek b-a-man.nl - Gratis vaccinatie tegen hepatitis B (meer info) (onderdeel MANcyclopedie) Ook hepatitis A kun je voorkomen! Hepatitis A wordt erg makkelijk door seks tussen mannen overgedragen en het is vervelend om te hebben. Ook hepatitis A kun je te voorkomen door vaccinatie. (Met link naar:) - Vaccinatie tegen hepatitis A (onderdeel MANcyclopedie) Gezonde seks binnen een vaste relatie: bereid je voor! Vaak weten mannen niet wat er allemaal bij komt kijken om ook de seks binnen een vaste relatie gezond te houden. Zeker als het gaat om het weglaten van condooms en het maken van afspraken. Ken jij de do's & don'ts? (Met link naar:) - CHECK HET NU: Doe de Vaste Relatie Check (apart onderdeel www.mantotman.nl, alleen toegankelijke voor bezoekers met een account; zie verder bijlage 3). Seks & drugs: informeer jezelf! Drugs kunnen de seks geiler maken, maar je geilheid ook afremmen. Onder invloed van drugs kan het moeilijker zijn om je aan gezonde grenzen te houden. Zorg dat je weet waar je mee bezig bent. (Met links naar:) - Seks onder invloed (onderdeel MANcyclopedie) - www.partyandplay.nl Condooms: er is meer keus dan je denkt Condooms zijn er in allerlei soorten en maten. Ook de dunnere condooms zijn veilig en goed als je voldoende (dat wil zeggen: extra veel) glijmiddel gebruikt. Je hebt dus veel keus om een passend condoom te vinden! (Met links naar:) - Alles over condooms (onderdeel MANcyclopedie) - www.condomerie.nl Test Lab Bezoekers aan www.mantotman.nl kunnen ook direct doorklikken naar de onderdelen MANcyclopedie, PEP Check, Mijn MAN tot MAN, ‘Actueel’ en Test Lab. Met name de concrete uitvoering van Test Lab verdient hieronder nadere uitwerking. Test Lab biedt MSM in de regio Amsterdam of Rotterdam-Rijnmond de mogelijkheid om zich gratis en anoniem te laten testen op gonorroe, chlamydia, syfilis en hiv. Daarvoor doorlopen ze de volgende stappen: 1. Klikken op ' Test Lab aanvraag starten'en het beantwoorden van een vragenlijstje (4 minuten). Zo wordt vastgesteld of de betrokkene tot de doelgroep behoort. Mannen die aangeven dat ze klachten hebben of zijn gewaarschuwd door een partner met een soa worden direct naar de soa-polikliniek verwezen voor lichamelijk onderzoek en behandeling. Zij krijgen hiervoor een verwijsbrief die ze kunnen downloaden en uitprinten. Met deze brief krijgen ze voorrang bij het maken van een afspraak op de soa-polikliniek. Als uit de intake blijkt dat de betrokkene in aanmerking komt voor PEP, krijgt hij het advies om de PEP-informatie op de website goed lezen en eventueel contact op te nemen met de PEP-consulent. Mannen die niet uit Amsterdam of Rotterdam komen, krijgen informatie over het soa-centrum in de eigen regio en worden uit de Test Lab-procedure ge-
Werkblad beschrijving interventie april 2009
13
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) haald. 2. Verwijsbrief en instructies printen. 3. Een laboratorium naar keuze bezoeken (geen afspraak nodig; het duurt maximaal 15 minuten). De betrokkene moet urine en een anale zelf-swab inleveren. Een verpleegkundige neemt bloed en een keel-swab af. 4. Zodra de uitslag bekend is, ontvangt de betrokkene een bericht dat de uitslag bekeken kan worden via www.mantotman.nl, met een eigen wachtwoord, gebruikersnaam en persoonlijke code. In de regel is de uitslag tien dagen na het bezoek aan het laboratorium bekend. De bezoeker kan alleen zien of alle testen negatief zijn, of dat één of meerdere testen positief zijn. Wanneer een soa of hiv is vastgesteld, volgt het verzoek om naar de soa-polikliniek te komen voor behandeling. (Voor een uitgebreide beschrijving van de Test Lab-procedure zie bijlage 4)
5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er voorzieningen zijn voor migranten en zo ja welke.
MAN tot MAN is een interventie die zich in de eerste fase beperkt tot Amsterdam en Rotterdam. Het is echter de bedoeling deze interventie over heel Nederland ‘uit te rollen’. Met name de toegang tot testfaciliteiten voor Test Lab vormt hierbij de beperkende factor. Uiteraard zijn er ook elders huisartsenlaboratoria aanwezig, maar het vergt een hele organisatie om die in het kader van en volgens de systematiek van Test Lab toegankelijk te maken voor MSM. Relevante stukken in dit verband zijn: - MAN tot MAN scoort! De positionering en strategie van MAN tot MAN (Zuilhof, Kasdorp en Jansen, 2010). - Resultaten procesevaluatie project MAN tot MAN (Medical Point of View, 2008). - Seksueel gedragsadvies mannen die seks hebben met mannen (Schorer, 2009). Deze materialen zijn verkrijgbaar via Schorer. Verder zijn er verschillende artikelen over de opzet en ontwikkeling van MAN tot MAN, waaronder Zuilhof, Vriens & Koekenbier (2007) en Zuilhof, Koekenbier, Van Empelen & Vriens (2009). Relevante links zijn: - www.mantotman.nl - www.gaycruise.nl - www.vasterelatie.nl - www.partyandplay.nl - www.b-a-man.nl - www.condomerie.nl
Werkblad beschrijving interventie april 2009
14
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een ratio of een visie. Als u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en of beschermende factoren. Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en/of internationaal onderzoek naar de theorie
Zoals al werd vermeld onder 4.1 ontstond MAN tot MAN mede vanuit de wens een aantal bestaande interventies te bundelen en het effect van die interventies zo te versterken. Verschillende onderdelen van MAN tot MAN, zoals GAYCRUISE.nl en Vaste Relatie Check, waren al eerder ontwikkeld, met hun eigen theoretische uitgangspunten en specifieke doelgroepen. Andere onderdelen, zoals Seks-wijzer en Test Lab, werden speciaal voor MAN tot MAN ontworpen. Dit betekent dat MAN tot MAN zich, binnen de grote doelgroep, specifiek op een aantal subdoelgroepen richt. De belangrijkste, uiteraard weer deels overlappende subdoelgroepen van MAN tot MAN zijn op dit moment: - MSM die via internet daten. Daarop richt zich de door het CGL als ‘Theoretisch goed onderbouwd’ erkende interventie GAYCRUISE.nl. - MSM met een vaste relatie. Zij kunnen terecht bij de ‘Vaste Relatie Check’. - MSM die regelmatig drugs en/of alcohol gebruiken. Zij worden bereikt via Party and Play. - MSM die zich niet regelmatig laten testen op hiv, aids en andere soa. Voor hen is Test Lab bedoeld. - MSM die niet gevaccineerd zijn tegen hepatitis A of B. Zij kunnen terecht op B-a-man. Binnen de opzet van MAN tot MAN kan het aantal subdoelgroepen verder uitgebreid worden wanneer dat nodig is. Interventies bundelen geef meerwaarde De door MAN tot MAN gebundelde interventies worden met name tot eenheid gesmeed door de centrale ‘toegangspoort’ www.mantotman.nl en door het centrale, eenduidige gedragsadvies ‘Vrij veilig en laat je halfjaarlijks testen op soa en hiv’. Uitgangspunt daarbij was dat het - wat betreft effectiviteit en bekendheid van interventies - een meerwaarde oplevert als - gerelateerde instellingen samenwerken op basis van een gemeenschappelijk doelstelling; - de interventies van die gerelateerde instellingen zoveel mogelijk worden samengebracht en verbonden; - die interventies werken met één eenduidig gedragsadvies. Deze veronderstelde meerwaarde kan worden getypeerd als het ‘versterken van de infrastructuur’ of ‘hiv/soa ketenzorg’ voor MSM. Daarbij is sprake van een keten van zowel preventieve als curatieve interventies. ‘Versterking’ beoogt met andere woorden het beter mogelijk maken van gezonde seksuele keuzes door MSM en het voor hen toegankelijker maken van de preventieve en curatieve soa- en hiv-zorg. Dat het bundelen en tot eenheid smeden van op hetzelfde doel gerichte interventies een meerwaarde heeft, wordt onder andere ook gesteld door het Partnerschap Overgewicht Nederland (Halberstadt, Seidell, Hirasing, Renders & Van Bolhuis, 2008) en door de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (Rijnja, Seydel & Zuure, 2009). Tailoring Belangrijk voor het tot een eenheid smeden van de MAN tot MAN-keten is voorts de ‘tailoring’ binnen de interventie. Met Seks-wijzer wordt nagegaan welke ervaring, kennis, attitude, risicoperceptie en eigeneffectiviteitsverwachtingen bij de gebruiker aanwezig zijn. Vervolgens krijgen
Werkblad beschrijving interventie april 2009
15
Interventienummer achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie. Voor meer uitleg en informatie zie de handleiding bij dit werkblad.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) de verschillende subdoelgroepen advies op maat, en worden zij doorverwezen naar de relevante onderdelen van MAN tot MAN. De verschillende onderdelen van MAN tot MAN binnen en buiten de virtuele wereld bouwen dus logisch op elkaar voort, en vormen zo een zorgketen. Inhoud, richting en routing van die keten komen voort uit het centrale gedragsadvies. Uit onderzoek naar de effectiviteit van recente Nederlandse interventies blijkt dat met name getailorde interventies zowel houding als gedrag kunnen beïnvloeden. Zie bijvoorbeeld Mikolajczak (2008) over www.queermasters.nl, Davidovich (2006) en Davidovich, De Wit en Stroebe (2000) over www.vasterelatie.nl en Mevissen, Ruiter, Meertens, Zimbile & Schaalma (2009) over www.soaspreekuur.nl. Visie op gedragsverandering Een aantal onderdelen van MAN tot MAN was al ontwikkeld voordat ze werden geïntegreerd binnen MAN tot MAN. Toch werd en wordt er wel een centrale theoretische visie op gedragsverandering gehanteerd bij de ontwikkeling van MAN tot MAN: het Information Motivation Behavioral skills model (IMB-model) van Fisher en Fisher (zie bijvoorbeeld Fisher & Fisher, 1992 en Fisher, Fisher, Bryan & Misovich, 2002). Dit model werd speciaal ontwikkeld om risicogedrag dat hiv-infecties en aids veroorzaakt te verklaren en te beïnvloeden. Het IMB-model stelt dat dergelijk risicogedrag wordt beïnvloed door vaardigheden, informatie (kennis) en motivatie. Vaardigheden hebben de belangrijkste invloed op het risicogedrag. Informatie en motivatie beïnvloeden (de ontwikkeling van) die vaardigheden, maar kunnen ook een beperkte rechtstreekse invloed op het gedrag hebben. En op elkaar. Hierbij vatten we het ‘beïnvloeden van vaardigheden’ overigens breed op. Bij het vergroten van de vaardigheden gaat het om alle zaken die het uitvoeren van gedrag makkelijker maken. Dus ook om veranderingen in de omgeving. Bij vaardigheden gaat het om ‘objectieve vaardigheden’ en om de mate van self-efficacy. Bij informatie gaat het om informatie die direct relevant is voor hiv-preventie, en die makkelijk toepasbaar is voor het betreffende individu. Bij motivatie gaat het om persoonlijke motivatie en om ‘sociale motivatie’, ofwel de mate van ervaren sociale steun voor veilig gedrag. De verschillende onderdelen van MAN tot MAN kunnen als volgt in het IMBmodel geplaats worden: - Seks-wijzer: de feedback, adviezen en links die de gebruiker krijgt na het invullen van Seks-wijzer zijn persoonlijk toegespitste informatie. Daarnaast hebben ze een motiverend effect, onder andere omdat ze de perceptie op het risico dat iemand loopt kunnen veranderen. - Test Lab verlaagt de drempel om te testen. Dat heeft een motiverend effect, en kan gezien worden als het vergroten van de vaardigheden om een test te realiseren. - PEP check biedt informatie, en de vaardigheid om snel te testen of behandeling met PEP relevant is. - MANcyclopedie biedt informatie. - GAYCRUISE.nl werkt aan vergroting van de kennis, de motivatie en de vaardigheden rond het veilig internet-daten. - Vaste Relatie Check werkt met name aan motivatie en vaardigheden om veilig seksueel gedrag binnen de relatie bespreekbaar te maken en te bevorderen. - Party and Play vergroot kennis, motivatie en vaardigheden om verantwoord om te gaan met de combinatie drugs/alcohol en seks. - B-a-man vergroot kennis, motivatie en vaardigheden om zich tegen hepatitis te laten inenten. - Condomerie vergroot kennis, motivatie en vaardigheden rond condoomgebruik.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
16
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) - Mijn MAN tot MAN: dit ‘eigen’, getailorde onderdeel van de website motiveert om de website regelmatig te bezoeken, en om de individuele, op de eigen situatie toegesneden adviezen te volgen. - De rubriek ‘Actueel’ motiveert om de website regelmatig te bezoeken.
7. Samenvatting onderbouwing Geef in één tot drie zinnen de logica van het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Relatief vaak voorkomende onveilige seks tussen MSM draagt bij aan de verspreiding van hiv en soa. Via de website www.mantotman.nl en de daaraan gekoppelde interventies worden MSM ‘getailord’ geïnformeerd, gemotiveerd, getraind en gefaciliteerd bij het maken van seksuele keuzes die voor henzelf en hun partners gezondheidsbevorderend zijn.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
17
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
C. Overdraagbaarheid
8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er t.a.v. opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden voor de toepassing.
8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Alle onderdelen van MAN tot MAN vallen onder de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de samenwerkingspartners Schorer, GGD Amsterdam en GGD Rotterdam-Rijnmond. De samenwerkingpartners hebben een bepaalde werkverdeling afgesproken. De website www.mantotman.nl vereist onderhoud, en moet actueel gehouden worden. Zowel inhoudelijke als technische deskundigheid zijn vereist om de interventie ‘op niveau’ te houden. Die verantwoordelijkheid ligt vooral bij Schorer. GGD Rotterdam-Rijnmond is verantwoordelijk voor het onderdeel Seks-wijzer. De inhoud wordt bepaald door mensen met een preventie-achtergrond, meestal met een GVO-achtergrond op hbo- of wetenschappelijk niveau. Het technische werk geschiedt door mensen met een achtergrond in de informatietechnologie. Ook de medewerkers van de huisartsenlaboratoria die meewerken aan Test Lab moeten voldoende geschoold zijn. Test Lab valt met name onder de GGD Amsterdam. Laboratoriumwerkzaamheden worden uitgevoerd door daarvoor bevoegde laboratoriummedewerkers. Het accorderen van de uitslagen gebeurt door de dienstdoende arts van de polikliniek. Dat is een arts met deskundigheid op het gebied van infectieziekten. Het consult over de uitslag geschiedt door een soa-verpleegkundige in combinatie met een arts. De offline campagnes van MAN tot MAN worden uitgevoerd door medewerkers en vrijwilligers van Schorer. De inhoud wordt bepaald door mensen met een preventie-achtergrond, meestal met een GVO-achtergrond op hbo- of wetenschappelijk niveau. De vormgeving van de materialen wordt verzorgd door mensen met een communicatie-achtergrond.
Is er voor de overdracht of implementatie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten.
8.2 Eisen ten aanzien van overdracht en implementatie Het is de bedoeling MAN tot MAN over heel Nederland ‘uit te rollen’. Dit kan in een ‘franchise’-formule waarbij alle deelinterventies onder dezelfde naam en volgens dezelfde opzet in andere regio’s wordt aangeboden. De belangrijkste aanpassing is daarbij het in de betreffende regio aanbieden van Test Lab. Relevante stukken in dit verband zijn: - MAN tot MAN scoort! De positionering en strategie van MAN tot MAN (Zuilhof, Kasdorp en Jansen, 2010). - Resultaten procesevaluatie project MAN tot MAN (Medical Point of View, 2008). Deze materialen zijn verkrijgbaar via Schorer. 8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking MAN tot MAN is op dit moment gemeenschappelijk eigendom van Schorer; GGD Amsterdam en GGD Rotterdam-Rijnmond. De centrale coördinatie en grote beleidslijnen worden uitgevoerd en uitgezet in gezamenlijk overleg. Uitbreiding en investeringen gebeuren op basis van een gezamenlijke beleidsagenda. De eigenaars bewaken de formule, beslissen over deelname en bewaken de (activiteiten van) de deelnemers. Daarnaast heeft elk van de eigenaars deeltaken: • Schorer is verantwoordelijk voor de dagelijkse coördinatie en het beheer
Werkblad beschrijving interventie april 2009
18
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
• • •
van site, gedragsadvies en campagne, consultancy en het promoten van de ‘franchise’-uitbreiding van Test Lab naar andere regio’s. Schorer coordineert ook de communicatie rond het project en treedt op als eerste woordvoerder; GGD Amsterdam en GGD Rotterdam-Rijnmond zijn verantwoordelijk voor ontwikkeling en beheer Test Lab; GGD Rotterdam-Rijnmond is verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Seks-wijzer. GGD Amsterdam adviseert bij de uitbouw van Test Lab naar andere regio’s.
De eigenaars hebben regulier overleg op twee niveaus: een stuurgroep op managementniveau en een ‘driehoeksoverleg’ op senior-niveau. De stuurgroep richt zich op de grote lijnen en de lange termijn. Het driehoeksoverleg is praktisch gericht; hier worden de ins en outs van de diverse trajecten van de eigenaars op werkniveau uitgewisseld en op elkaar afgestemd. De driehoek fungeert ook als redactieraad van www.mantotman.nl. De redactieraad stelt vooraf de brede kaders van het redactionele beleid van de site vast en stuurt naar aanleiding van de gepubliceerde content zonodig bij. Wat zijn de kosten voor de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten voor licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie).
8.4 Kosten van de interventie De kosten voor ontwikkeling en opzet MAN tot MAN bedroegen in de periode van 1 maart 2006 tot 1 februari 2009 minimaal 422.900 euro. Deze kosten betreffen onder meer de ontwikkeling van de totale aanpak, de ontwikkeling en bouw van de website www.mantotman.nl en de ontwikkeling en uitvoering van meerdere promotiecampagnes. Relevanter voor de uitbreiding van de interventie naar andere regio’s zijn de kosten voor het opzetten van een regionaal testlab. Geschatte bouw- en ontwikkelingskosten daarvoor zijn ongeveer 35.000 euro, exclusief de kosten van de testen zelf en de extra te maken personeelskosten bij betrokken soapoli (schatting Wim Zuilhof, Schorer).
9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nul-meting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), methode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de inter-
Van Empelen (2009) onderzocht bereik, waardering en effectiviteit van MAN tot MAN. Onderstaande cijfers komen uit zijn rapport, dat betrekking heeft op de periode juli 2008 tot en met maart 2009 . De bezoekersstatistieken kwamen tot stand met behulp van Google Analytics. Bereik www.mantotman.nl Vlak na de officiële lancering van www.mantotman.nl, in juli en augustus 2008, lag het aantal unieke bezoekers op gemiddeld 646 en 565 per dag. Vanaf september 2008 is dit aantal redelijk constant: rond gemiddeld 400 per dag. Van deze 10 à 12.000 bezoekers per maand bekeek telkens circa de helft meer dan één pagina. 18 tot 25 procent van de bezoekers (sinds september 2008: circa 2 tot 3.000 per maand) is te typeren als intensief bezoeker. Deze groep bekeek meer dan vijf pagina’s en hun totale aaneengesloten bezoekduur was langer dan drie minuten. De onderdelen van de site die het meest worden bekeken zijn in volgorde van populariteit: Seks-wijzer, Test Lab en MANcyclopedie. Bereik Seks-wijzer Van Empelen (2009) besteedt speciale aandacht aan de kernmodule Sekswijzer. Van juli 2008 tot en met maart 2009 werden in totaal 11.831 adviezen aangeboden aan gebruikers van de Seks-wijzer. Vanaf september 2008 is het aantal adviezen relatief constant, gemiddeld 1.100 per maand. Gebruikers
Werkblad beschrijving interventie april 2009
19
Interventienummer ventie.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) kunnen het advies (en eventuele updates) later opnieuw bekijken door een MAN tot MAN-account aan te maken. In de onderzochte periode werden op deze wijze in ruim 2.700 accounts aangemaakt (bij circa 23 procent van de aangeboden adviezen). Circa 7 procent van de adviezen werd verkregen door het opnieuw invullen van de Seks-wijzer. Het algemene profiel van de gebruikers van Seks-wijzer is nagegaan door analyse van een aantal achtergrondkenmerken en sleutelvariabelen (zie de onderstaande tabel). Voor deze analyse zijn uit de MAN tot MAN Seks-wijzer database de cases geselecteerd waarbij een account werd aangemaakt. Alle gevallen van herhaald invullen zijn uitgesloten. Hierdoor wordt bij benadering een uitspraak gedaan over unieke personen. Wel verschillen de mannen met een account iets van de totale groep van mannen die de Sekswijzer heeft ingevuld. Mannen met een account zijn iets ouder, hebben vaker een vaste homorelatie en zijn vaker hiv-positief. Op basis van de accountgegevens kan echter worden geconstateerd dat alle leeftijdsgroepen worden bereikt, specifiek de jongere homomannen (jonger dan 26 jaar). Tevens is opvallend dat er een groep mannen zonder homoseksuele ervaring de Sekswijzer heeft ingevuld. Tot slot is een behoorlijk groep respondenten nog niet eerder getest of onbekend met de eigen hiv-status. Tabel. Algemeen profiel Seks-wijzer gebruikers. Variabelen Leeftijd
Jonger dan 26 jaar 26-35 jaar 36-45 jaar 46 jaar of ouder Relatiestatus Geen relatie Vaste relatie met man Vaste relatie met vrouw Homoseksuele ervaring Nog geen enkele ervaring Geen sekspartners in laatste 6 maanden 1 sekspartner in laatste 6 maanden Meer dan 1 sekspartner in laatste 6 maanden Hivstatus Hiv-positief Hiv-negatief Onbekend/niet getest
Percentages 32% 22% 22% 24% 55% 31% 14% 8% 10% 20% 62% 4% 59% 37%
Waardering www.mantotman.nl Bij de evaluatie van vormgeving en inhoud van www.mantotman.nl is gebruik gemaakt van de gegevens van een bezoekersenquête (N=363) en een gebruikersonderzoek (N=418), onder mannen die al een account hadden (Van Empelen, 2009). Deze vragenlijsten bestonden deels uit dezelfde vragen. De gecombineerde dataset bevat 781 respondenten (van 22 respondenten is bekend dat zij beide vragenlijsten invulden; zij werden weggelaten uit de bezoekersenquête). Het oordeel over de vormgeving van site was overwegend positief. Zowel in de bezoekersenquête als het gebruikersonderzoek werd naar een evaluatie van de vormgeving van de website gevraagd. Respondenten vonden de vormgeving duidelijk (77-87 procent), aantrekkelijk (69-70 procent), boeiend (65-67 procent) en handig (72-79 procent) (Van Empelen, 2009). Waardering MANcyclopedie en nieuwsberichten
Werkblad beschrijving interventie april 2009
20
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Tevens werd de respondenten uit het gebruikersonderzoek gevraagd een rapportcijfer te geven voor de informatie in de MANcyclopedie (Van Empelen, 2009). Maar liefst 92 procent gaf die informatie een 7 of hoger. Bij de bezoekersenquête werd een algemeen oordeel gevraagd over informatie zoals gegeven in MANcyclopedie en/of de nieuwsberichten uit de rubriek ‘Actueel’. Een ruime meerderheid (84 procent) van de mannen uit de bezoekersenquête gaf de informatie een 7 of hoger. Waardering Seks-wijzer Het invullen van de Seks-wijzer werd door de meeste respondenten als begrijpelijk (90 procent), gebruiksvriendelijk (89 procent) en gemakkelijk (83 procent) ervaren. Deze cijfers zijn gebaseerd op gecombineerde gegevens van het gebruikersonderzoek en de bezoekersenquête (Van Empelen, 2009). Naast een oordeel over het gebruiksgemak van de Seks-wijzer werd het totaaloordeel van de Seks-wijzer geëvalueerd. Een van de belangrijke kenmerken van de Seks-wijzer is dat het advies op maat is, waardoor informatie als meer persoonlijk wordt ervaren. In de bezoekersenquête is in dat kader gevraagd in welke mate men het verkregen advies persoonlijk van toepassing vond. Respondenten gaven gemiddelde een score van 69,9 (op 0-100 Visual Analogue Scale). Naast dit algemene oordeel werd mannen uit het gebruikersonderzoek gevraagd aan te geven in welke mate het Seks-wijzer-advies op hen van toepassing was, en/of nuttig, confronterend, motiverend en teleurstellend. Het advies werd door circa 60 procent van de respondenten uit het gebruikersonderzoek als persoonlijk relevant, en door circa 50 procent als motiverend ervaren. Tevens geeft een behoorlijke minderheid van circa 25 procent aan dat het advies als confronterend werd ervaren, en lijkt het advies door circa 1 op 10 mannen als minder persoonlijk relevant te worden ervaren. Voorts werd het aangeboden Seks-wijzer advies door respondenten als bruikbaar (69-78 procent), realistisch (68-78 procent) en betrouwbaar (66-68 procent) ervaren (Van Empelen, 2009). Bereik en waardering Test Lab Koekenbier (2009) onderzocht gebruik en waardering van Test Lab, de tweede kernmodule van MAN tot MAN (zie ook bijlage 5). Van februari 2008 tot en met december 2008 verzamelde hij gebruikersdata van de website. Ook zond hij de geteste mensen een gestandaardiseerde online vragenlijst. Daarvan werden 256 volledig ingevuld geretourneerd. In de genoemde periode trok Test Lab 4.818 bezoekers op de site, 1.130 werden na intake verwezen naar een van de huisartsenlaboratoria voor een soa-test. Van deze groep zijn 532 mannen getest. Bij 32 van hen mislukte de test, 416 hadden geen soa en 84 testten positief. Al deze 84 mannen meldden zich bij een soa-polikliniek voor vervolgonderzoek en behandeling. Koekenbier (2009) concludeert dat Test Lab redelijk vaak gebruikt is, en dat de procedure uitstekend uitvoerbaar is voor de gebruikers en deelnemende partijen. Uit de vragenlijst blijkt dat de online testprocedure volgens de betrokkenen makkelijk is uit te voeren; de dienst is gebruiksvriendelijk. Ook blijkt dat Test Lab door de gebruikers wordt gezien als een dienst die zij graag gebruiken om zich te laten testen op soa en hiv. Het is dus een acceptabel alternatief voor de andere mogelijkheden en het sluit goed aan bij de behoeftes. Ruim 90 procent van de respondenten van de vragenlijst geeft aan dat voor hen de drempel voor het testen op soa/hiv door Test Lab is verlaagd. Dit maakt Test Lab een goede aanvulling op het huidige soa/hiv test aanbod (Koekenbier, 2009).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
21
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1 Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.) Vraag 11
Ja
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
Nee
LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek. Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
22
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief D. Effectiviteit 10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen. (Zie de handleiding bij dit werkblad.) Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en meta-analyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland. Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie.
Van Empelen (2009) onderzocht bereik, waardering en effectiviteit van MAN tot MAN. Onderstaande cijfers komen uit dit rapport. Voor het onderzoek werden een bezoekersenquête en een gebruikersonderzoek gehouden. De bezoekersenquête bestond uit een vragenlijst op www.mantotman.nl, die van juli 2008 tot en met maart 2009 online was. Deze was voornamelijk gericht op een evaluatie van de algemene waardering van de website, en werd door 363 mannen ingevuld. Voor het gebruikersonderzoek werden in januari 2009 gericht mannen benaderd die Seks-wijzer hadden ingevuld en vervolgens een eigen pagina (‘account’) hadden aagemaakt. 418 van de circa 2.000 benaderde mannen vulden de on-line vragenlijst volledig in. Hun werd onder andere gevraagd naar de (waardering van de) adviezen van Seks-wijzer. Daarnaast gebruikte de onderzoeker bezoekersstatistieken voor de website (van Google Analytics), gegevens uit verschillende Schorer Monitors (Hospers et al, 2007 en 2008) en gegevens uit de Seks-wijzer database. Hierin is van alle gebruikers van Seks-wijzer precies opgeslagen welke antwoorden zij invulden. Er werden selecties uit die database gemaakt, die zo veel mogelijk overeenstemden met de perioden waarin de andere delen van het onderzoek plaatsvonden. Advies via Seks-wijzer Onderstaande tabel toont voor de belangrijkste thema’s in hoeveel procent van gevallen er adviezen werden gegeven. Daarbij moet opgemerkt worden dat gebruikers alleen thema’s kregen die pasten bij hun profiel, en dat de teksten per thema kunnen verschillen. De cijfers hebben betrekking op de gehele periode (pilotfase en de fase waarin de Seks-wijzer officieel online was) vóórdat het gebruikersonderzoek werd gehouden (7 februari 2008 tot 26 januari 2009; totaal aantal adviezen: N=11.484; eerste adviezen op accounts: N=2.677). Toelichting: om advies te krijgen moet de bezoeker een eigen pagina (‘account’) aanmaken. Dat kan die bezoeker heel makkelijk doen na het invullen van Sekswijzer. De eerste adviezen op accounts betreffen dus de adviezen nadat voor het eerst de Seks-wijzer is ingevuld. De tabel geeft dus een indicatie van het relatieve belang van de verschillende adviesthema’s binnen de groep bezoekers van de www.mantotman.nl die Seks-wijzer invulde. Het meest frequente advies dat werd gegeven betrof advies omtrent internet daten. Tabel. Belangrijkste adviesthema’s en hun aandeel in de aangeboden adviezen. Alle adviezen Eerste adviezen op accounts Seks met een vaste partner 62% 65% Seks met losse partners 63% 56% Internetdaten 78% 81% Testen op hiv en soa 55% 63% Vaccinatie tegen hepatitis 65% 63% Combinatie seks en drugs 14% 16% Kiezen van de beste condooms 39% 41%
Werkblad beschrijving interventie april 2009
23
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Testen op hiv en soa naar aanleiding van het advies Van de respondenten van het gebruikersonderzoek die aangaven advies te hebben gekregen zich te laten testen (N=250) stelde 51 procent naar aanleiding hiervan een test op hiv en/of soa te hebben gedaan. Circa een derde (37 procent) van de respondenten gaf aan dit niet te hebben gedaan maar (misschien) nog te gaan doen. Van degenen die zeiden een test te hebben gedaan (N=128) gaf 78 procent aan dat de test zowel op hiv als soa was. 15 procent gaf aan dat het een test op soa was en 7 procent gaf aan dat het een test op hiv was. Respondenten die bij hun advies de Seks-wijzer score ‘kan beter’ hadden, rapporteerden vaker zich te hebben laten testen of dit mogelijk nog te gaan doen (93 procent) dan degenen die de score ‘goed tot zeer goed’ hadden (85 procent). Hierbij dient opgemerkt te worden dat of iemand regelmatig test niet bepalend is voor zijn Seks-wijzer-score; dit wordt uitsluitend bepaald door al dan niet risicovol gedrag. Van degenen die in de doelregio’s Amsterdam en Rotterdam wonen, zei 62 procent een test te hebben gedaan naar aanleiding van het advies, tegenover 40 procent voor degenen uit overige regio’s. In totaal 71 van de 128 geteste respondenten zeiden in de doelregio’s te wonen. Ruim de helft van hen (N=43) gaf aan de test via Test Lab op MAN tot MAN te hebben geregeld. Van degenen die zeiden zich mogelijk te laten testen en die in de doelregio’s wonen (N=34), gaf ongeveer een derde aan dit waarschijnlijk of zeker via Test Lab te willen regelen. Jongere respondenten (<26 jaar) zeiden naar verhouding minder vaak zich te hebben laten testen (32 procent) dan oudere respondenten (55 procent). Gebruik van overige vervolginformatie en vervolgacties Op basis van een ‘subjectieve recall’ van het gekregen advies (welk advies herinnerden de respondenten zich te hebben gekregen?) werd respondenten gevraagd aan te geven wat ze met het advies gedaan hadden. Specifiek werd respondenten gevraagd of ze de informatie behorende bij het advies hadden gelezen. Daarnaast is de respondenten gevraagd of ze de interventie die in het advies bij het betreffende thema werd aangeboden hadden bezocht. Bij vrijwel alle thema’s blijkt in ongeveer de helft van de gevallen meer informatie te zijn gelezen en/of te zijn doorgeklikt. Circa een kwart van de respondenten die werd doorverwezen naar een interventie, zoals bijvoorbeeld Vaste Relatie Check of GAYCRUISE.nl, heeft hier daadwerkelijk gebruik van gemaakt. Voor het thema vaccinatie tegen hepatitis werd ook de vraag gesteld of men naar aanleiding van de gelezen informatie of het bezoek aan de site een vaccinatie had geregeld. Van de respondenten op wie dit van toepassing was (N=53) zei 62 procent een vaccinatie te hebben geregeld. Bij geen van de thema’s bleken er verschillen tussen de doelregio’s en overige regio’s. Effectiviteit MAN tot MAN Evaluatie via de Schorer Monitor-data laat duidelijk positieve veranderingen in attitude, intentie en gedrag zien met betrekking tot hiv/soa-testen en kennis over PEP, die gerelateerd zijn aan blootstelling aan MAN tot MAN. Blootstelling aan MAN tot MAN betekent hier: de website www.mantotman.nl bezocht hebben. Met andere woorden de (eerste) gegevens suggereren dat MAN tot MAN bijdraagt aan het bevorderen van de seksuele gezondheid van mannen die seks hebben met mannen (Van Empelen, 2009). Testen op hiv en soa In de Schorer Monitor 2007, 2008, en 2009 (Hospers, Dörfler, Zuilhof & Nijman, 2007; Hospers et al, 2008; Hospers, Roos en Zuilhof, 2009) wordt gevraagd naar
Werkblad beschrijving interventie april 2009
24
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) regelmatig testen op hiv en soa. Hieruit blijkt dat het aantal mannen dat instemt met het landelijk advies aan MSM om zich regelmatig te laten testen toeneemt, net zoals het aantal mannen met een intentie om zich de komende 12 maanden te laten testen. Deze trends hadden zich onafhankelijk van MAN tot MAN reeds ingezet. Echter, blootstelling aan MAN tot MAN lijkt bij te dragen aan een positievere attitude en intentie om te testen op soa en hiv (Van Empelen, 2009). De cijfers voor 2008 en 2009 (dus nadat de pilotfase was gestart en nadat de website officieel online was en ondersteund werd door themacampagnes) laten dit verschil zien (p<.05). Mannen die rapporteerden dat zij www.mantotman.nl hadden bezocht, hebben een meer positieve attitude ten aanzien van het landelijk testadvies (zie Figuur 5; nummering overgenomen uit de bron). Dit is een indicatie dat blootstelling aan de interventie bijdraagt aan een positieve attitude ten aanzien van het landelijke testadvies. Dezelfde conclusie geldt voor de intentie zich de komende 12 maanden te laten testen op hiv en soa (zie Figuur 6). Gerapporteerde blootstelling aan www.mantotman.nl draagt vanaf 2008 mede bij aan een sterkere intentie. De verschillen zijn hier zelfs veel duidelijker. Figuur 5
N.B. Afgebeeld zijn gemiddelde schaalscores, minimum=1 (attitude: helemaal niet mee eens), maximum=5 (attitude: helemaal mee eens). Figuur 6
N.B. Afgebeeld zijn gemiddelde schaalscores, minimum=1 (intentie: zeker niet),
Werkblad beschrijving interventie april 2009
25
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) maximum=5 (intentie: zeker wel). Tot slot blijkt ook een verschil in daadwerkelijk testgedrag samen te hangen met blootstelling aan MAN tot MAN. Uit de Schorer Monitor-data bleek dat in 2007 28 procent, in 2008 29 procent en in 2009 37 procent van de respondenten aangaf te zijn getest op hiv én soa in de afgelopen 12 maanden. Mannen die blootstelling aan MAN tot MAN rapporteerden, blijken vanaf 2008 dit testgedrag vaker te vertonen. Voor 2008 ligt hun percentage op 36 procent en voor 2009 op 46 procent, tegenover 29 procent en 32 procent onder mannen die geen blootstelling rapporteerden. Ook deze verschillen zijn statistisch significant (p<.05). Kennis van PEP Sinds 2006 wordt in de Schorer Monitor nagegaan in hoeverre mannen op de hoogte zijn van de medische behandeling met PEP na risicovolle seks (gevraagd aan alle respondenten, uitgezonderd hiv-positieve mannen). Uit de cijfers van de Schorer Monitor 2009 komt een opmerkelijke toename naar voren in het percentage respondenten dat zegt meer dan alleen vage kennis te hebben. Ten opzichte van 2007 en 2008 blijkt dit percentage in 2009 sterk te zijn gestegen, van gemiddeld 29 procent naar 45 procent. Het feit dat deze vraag ieder jaar wordt gesteld, verklaart een deel van deze toename. Maar ook na uitsluiting van dit effect wordt nog steeds een opmerkelijke toename gevonden. In dat geval blijkt een toename van gemiddeld 22 procent in 2007 en 2008 naar 37 procent in 2009. Het hebben van meer dan vage kennis van PEP blijkt sterk samen te hangen met blootstelling aan MAN tot MAN. Deze verschillen zijn statistisch signifcant (p<.05). Dit wordt voor zowel 2008 als 2009 gevonden, ongeacht het al dan niet meedoen in het jaar ervoor (zie Figuur 11). Respondenten die blootstelling rapporteerden, zeiden bijna twee keer zo vaak over meer dan vage kennis van PEP te beschikken dan respondenten die de site niet kenden. Andere kenmerken die in 2008 en 2009 eveneens gerelateerd waren aan kennis van PEP vertoonden minder sterke samenhangen dan blootstelling aan de site. Figuur 11
Effectiviteit Test Lab Koekenbier (2009) onderzocht de effectiviteit van Test Lab wat betreft het opsporen van mannen met een soa/hiv-infectie. Hij vergeleek het percentage gevonden soa via Test Lab met het percentage gevonden soa op de soa-polikliniek van
Werkblad beschrijving interventie april 2009
26
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Amsterdam. Dat deed hij voor de periode februari tot en met december 2008. In eerste instantie werd er vanuit gegaan dat alle deelnemers aan Test Lab asymptomatisch zijn (dat wil zeggen: geen klachten hebben die kunnen wijzen op hiv/soa). In Amsterdam was 18,6 procent (59/317) van de geteste cliënten positief voor één of meerdere soa. In de zelfde periode testen 15 procent van de asymptomaten op de soa-polikliniek van Amsterdam positief. Deze percentages zijn niet significant verschillend. Wanneer de cliënten van Test Lab nog worden verdeeld in symptomaten en asymptomaten, zijn de percentages voor de asymptomaten volledig gelijk (zie Tabel 8; nummering overgenomen uit de bron). Maar het percentage onder de symptomaten is significant hoger op de soa-polikliniek dan bij Test Lab (zie tabel 8). Tabel 8: percentage positief getesten verdeeld naar asymptomatisch en symptomatisch Test Lab Amsterdam Soa-polikliniek Amsterdam a-symptomaten 15% (67/451) 15% (260/1701) Symptomaten 24% (17/70) 34% (1101/3240) (Toelichting op de percentages: Bij Test Lab Amsterdam, bijvoorbeeld, werden 70 mannen met klachten (al dan niet schijnbare symptomen van hiv/soa) getest. Van deze groep waren werd bij 17 mannen ook daadwerkelijk hiv/soa vastgesteld. Dat is 24 procent.) De soa-prevalentie onder mannen die aangeven dat ze hiv-positief zijn is precies hetzelfde op de soa-polikliniek van Amsterdam als op Test Lab, namelijk 42 procent. Door Test Lab Amsterdam werden veel soa’s gevonden die relatief vaak asymptomatisch verlopen, zoals anale chlamydia, anale gonorroe en gonorroe in de keel. Deze bevindingen zijn in lijn met het doel van Test Lab om vooral asymptomatische mannen op te sporen. Effectiviteit GAYCRUISE.nl Deze deelinterventie bleek effectief bij de MSM die bij het doorlopen van GAYCRUISE.nl aangaven onbeschermde anale seks te hebben met losse partners. Drie maanden later, bij de follow-up enquête, was het niveau van onbeschermde anale seks met losse partners bij deze groep significant lager in de experimentele groep dan in de controlegroep (45 procent versus 55 procent, p<0,05) (Harterink, Hospers, Vriens, Kok & De Zwart, 2006). Helaas was het niet haalbaar om direct te meten in hoeverre de interventie het ontstaan van hiv-infecties en andere soa voorkomt (zie verder het formulier van GAYCRUISE.nl in de databank van het CGL). Effectiviteit Vaste Relatie Check Davidovich, De Wit en Stroebe (2000) ontwikkelden de getailorde internetinterventie Vaste Relatie Check. De eerste versie van deze interventie richtte zich op MSM zonder vaste partner, met als doel hen voor te bereiden op ‘negotiated safety’ binnen een toekomstige vaste relatie. Zij onderzochten ook de effectiviteit van deze versie van de interventie. Vergeleken met een controlegroep die de interventie niet had doorlopen, hadden de mannen die de interventie doorlopen hadden kort daarna significant vaker het voornemen om ‘negotiated safety’ te praktiseren in een toekomstige vaste relatie, en om condooms te gebruiken bij seks met toekomstige partners (p<_0,05). Bij een follow-up onderzoek 6 maanden na de interventie bleek dat de mannen die de interventie doorlopen hadden en die in de tussentijd een vaste relatie begonnen waren, significant vaker ook daadwerkelijk ‘negotiated safety’ praktiseerden dan de mannen uit de controlegroep die een vaste relatie begonnen waren (p<0,5). Een mediatie-analyse toonde aan dat de gedragsintentie, gemeten direct na de
Werkblad beschrijving interventie april 2009
27
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) interventie, het effect van de interventie op gedrag mediëerde. Hieruit kan worden opgemaakt dat deze ‘cognitieve vaccinatiebenadering’ effectief was (Davidovich, 2006).
Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Mate van effectiviteit voor: 1 effectief; 2 deels effectief; 3 effectiviteit niet vastgesteld; 4 negatief effect; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend.
10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Studie 1 Auteurs: Empelen, P. Van Jaar: 2009 Onderzoekstype: quasi-experiment (niet-equivalent controlegroepdesign). Belangrijkste resultaten: er zijn significante verbanden in de verwachte richting voor: - attitude zich regelmatig te laten testen op soa en hiv; - intentie zich de komende 12 maanden te laten testen op soa en hiv; - daadwerkelijk testgedrag soa en hiv; - kennis van PEP. Voor alle genoemde verschillen geldt: p < 0,05. Bewijskracht van het onderzoek: redelijk. Mate van effectiviteit van de interventie: positief effect voor alle hierboven genoemde doelen. Studie 2 Auteurs: Koekenbier, R. Jaar: 2009 Onderzoekstype: gebruikersonderzoek Test Lab Amsterdam. Belangrijkste resultaten: onderzocht werd de effectiviteit van Test Lab Amsterdam wat betreft het opsporen van mannen met een soa/hiv-infectie. Test Lab bleek even effectief als de soa-polikliniek van Amsterdam. Door Test Lab Amsterdam werden veel soa’s gevonden die relatief vaak asymptomatisch verlopen, zoals anale chlamydia, anale gonorroe en gonorroe in de keel. Deze bevindingen zijn in lijn met het doel van Test Lab om vooral asymptomatische mannen op te sporen. Bewijskracht van het onderzoek: zeer zwak. Mate van effectiviteit van de interventie: positief effect voor genoemde doelen.
11. Buitenlandse effectstudies Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
28
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis.
De voorkeur ging uit naar een naam waarin het begrip ‘homo’ niet voorkwam, terwijl de naam wel moest weerspiegelen dat het gaat om seksuele relaties tussen mannen. Herkomst is de uitdrukking ‘een gesprek van man tot man hebben’. Het gaat dan om een serieus, diepgaand gesprek, mogelijk over seksualiteit. Verder gaat het bij de interventie om (het voorkomen van) de overdracht van hiv en soa ‘van man tot man’. Maar ook het veilig krijgen van seks gaat ‘van man tot man’; dat doe je samen met je partner. Ook benadrukt de naam dat je niet alleen uit eigenbelang aan veilige seks doet, maar dat je dat ook voor je sekspartner doet.
13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering.
Uitvoering vindt plaats in ‘cyberspace’ (of: waar de computer staat die de betrokkene gebruikt, waarschijnlijk meestal bij hem thuis), op de locaties van Amsterdamse en Rotterdamse huisartsenlaboratoria (Test Lab) en op de betreffende locatie van een GGD naar keuze (hepatitis B-vaccinaties). Uitvoering geschiedt door Schorer, GGD Amsterdam, GGD RotterdamRijnmond, de betreffende huisartsenlaboratoria en eventueel andere dan genoemde GGD’en.
14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies.
Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies.
Aangehaalde literatuur
Werkblad beschrijving interventie april 2009
29
Interventienummer Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APA-normen
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
* Davidovich, U. (2006). Liaisons dangereuses, HIV risk behavior and prevention in steady gay relationships. Wageningen: Ponsen & Looijen. * Davidovich, U., De Wit, J.B. en Stroebe, W. (2000) Assessing sexual risk behaviour of young gay men in primary relationships: the incorporation of negotiated safety and negotiated safety compliance. AIDS; 14: 701-6. * Empelen, P. Van (2009) Evaluatie van het bereik, de waardering en de effectiviteit van MAN tot MAN. Een experimentele aanpak ter bevordering van de seksuele gezondheid van mannen die seks hebben met mannen. Rotterdam: ErasmusMC * Fisher, J.D., en Fisher, W.A. (1992) Changing AIDS-risk behavior. Psycholgical Bulletin 1992, 111(3): 455-474. * Fisher, J.D., Fisher, W.A., Bryan, A.D. en Misovich, S. J. (2002). Information-Motivation-Behavioral Skills model-based HIV risk behavior change intervention for inner-city high school youth. Health Psychology, 21(2), 177186. * Gras, L., Van Sighem, A., Smit, C., Zaheri, S., Schuitemaker, H. en De Wolf, F. (2007) Wetenschappelijk rapport 2007. Amsterdam: Stichting HIV Monitoring. * Gras, L., Van Sighem, A., Smit, C., Zaheri, S., Schuitemaker, H. en De Wolf, F. (2008) Wetenschappelijk rapport 2008. Amsterdam: Stichting HIV Monitoring. * Halberstadt, J., Seidell, J., Hirasing, R., Renders, C., en Van Bolhuis, A. (2008) Partnerschap Overgewicht Nederland: ketenzorg voor overgewicht en obesitas. Uitgangspunten en positionering ten opzichte andere ontwikkelingen in de publieke en curatieve zorg. Amsterdam: Partnerschap Overgewicht Nederland. * Harterink, P., Hospers, H., Vriens, P., Kok, G. & De Zwart, O. (2006). A theory-based, tailored, interactive intervention directed at MSM who meet sexual partners through Internet sex chat sites: effective for men who practice UAI with casual partners. Paper. 16e Internationale Aids Conferentie in Toronto (13-18 augustus 2006). * Hospers, H. J., Dörfler, T. T., & Zuilhof, W. (2004). Monitoronderzoek 2004 Amsterdam. Amsterdam, Schorer. * Hospers, H.J., Dörfler, T.T. & Zuilhof, W. (2006). Schorer Monitor 2006. Amsterdam: Schorer. * Hospers, H.J., Dörfler, T.T., Zuilhof, W. (2008). Schorer Monitor 2008. Amsterdam: Schorer. * Hospers, H.J., Dörfler, T.T., Zuilhof, W & Nijman A.M. (2007). Schorer Monitor 2007. Schorer, Amsterdam. * Hospers, H.J., Roos, E. & Zuilhof, W. (2009) Schorer Monitor 2009. Amsterdam: Schorer. * Koedijk, F.D.H., Vriend, H.J., Van Veen, M.G., Op de Coul, E.I.M., Van den Broek, I.V.F., Van Sighem, A.I., Verheij, R.A., Van der Sande, M.A.B. (2009). Sexually transmitted infections, including HIV, in the Netherlands in 2008.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
30
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) RIVM-report 210261005. Bilthoven: RIVM * Koekenbier, R. (2009) Evaluatieverslag Test Lab: De online soa en hiv test applicatie van MAN tot MAN. Een studie naar gebruik, effectiviteit en usability/acceptability. Amsterdam: GGD Amsterdam, afdeling onderzoek en infectieziekten * Medical Point of View (2008) Resultaten procesevaluatie project MAN tot MAN. * Mevissen, F.E.F., Ruiter, R.A.C., Meertens, R.M., Zimbile, F. & Schaalma, H.P. (2009). Justify your Love: Testing an Online STI Risk Communication Intervention on Condom Use and STI-testing. Unpublished paper. * Mikolajczak, J. (2008). Promoting HIVtesting among MSM in the Netherlands: the systematic development of an online HIV-prevention intervention. Maastricht: Datawyse, Universitaire Pers Maastricht. * Nieuwenhuis, M., Janssen, M. & Bosveld, W. (2009) Homoseksuelen in Amsterdam. Amsterdam: Gemeente Amsterdam, Dienst Onderzoek en Statistiek. * Op de Coul, E., Van Sighem, A., & Van de Laar, M. (2006) Schatting van het aantal volwassenen met HIV/aids in Nederland in 2005. Infectieziekten Bulletin, 17 (11), 398-403. * Osté J.P., Bakker B.H.W., Cremer S.W. (2008). Gezonde keuzes makkelijk maken. Onderzoek naar gratis condoomverstrekking in sekslocaties. Amsterdam: Schorer en GGD Amsterdam. * Rijnja, G., Seydel, E. en Zuure, J. (2009). Communiceren vanuit de context: naar effectievere overheidscommunicatie. In Tiemeijer, W.L., Thomes, C.A. en Prast, H.M. (red.) Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. De menselijke beslisser. Over de psychologie van keuze en gedrag. Amsterdam, Amsterdam University Press * Schorer (2005). Aanvraagformulier subsidie Vernieuwingsprojecten 2005. Amsterdam: Schorer. * Schorer (2006). MAN tot MAN: theorie en uitwerking. Amsterdam: Schorer * Schorer (2008). Projectopdracht Grote Steden/MAN tot MAN. Amsterdam: Schorer * Schorer (2009). Seksueel gedragsadvies mannen die seks hebben met mannen. Amsterdam: Schorer * Sighem, A. Van, Agthoven, M. Van, Nooten, F. Van, Bezemer, D., Wolf, F. De (2008). The impact of cART on HIV-related costs of care in the next decade. XVII International AIDS Conference, Mexico City, 3-8 August 2008. *Uitenbroek, D.G., Ujcic-Voortman, J.K., Janssen, A.P., Tichelman, P.J. & Verhoeff, A.P. (2006). Gezond Zijn en Gezond Leven in Amsterdam: Amsterdamse Gezondheidsmonitor 2004. Amsterdam: GGD Amsterdam. * Zuilhof, W., Kasdorp, C., & Jansen, C. (2010) MAN tot MAN scoort! De positionering en strategie van MAN tot MAN. Amsterdam: Schorer * Zuilhof, W., Koekenbier, R., Van Empelen, P. & Vriens, P. (2009). MAN tot MAN begint goed! SOA-AIDS Magazine on-line 6(3)
Werkblad beschrijving interventie april 2009
31
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
* Zuilhof, W., Vriens, P. & Koekenbier, R. (2007). MAN tot MAN: Versterking van hiv- en soa-bestrijding voor mannen die seks hebben met mannen. SOA-AIDS Magazine on-line 4(4)
Werkblad beschrijving interventie april 2009
32
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 1. Beschrijving kenmerken en resultaten effectstudies Studie 1 Auteur : titel (jaartal) Van Empelen : Evaluatie van het bereik, de waardering en de effectiviteit van MAN tot MAN. (2009)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan
Ja
1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
X
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
X
Ne e
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
1 0
Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
X X X X X X
X
X NV T
33
Interventienummer
1 1
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
34
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Veranderingsonderzoek
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
8
Matig Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek Redel Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) ijk
9 9
Niveau 5
Zwak
Niveau 4
1-6
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
Niveau 1
Zeer zwak
Bewijskra cht
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
10 10
X Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1 2
Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo.
1 3
Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie.
X 1 4
Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie.
X 1 5
Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.
N 1 V 6 T
De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd.
N 1 V 7 T
De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan. 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
35
Interventienummer
X
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
#
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie april 2009
36
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe. Studie 2 Auteur : titel (jaartal) Koekenbier, R. Evaluatieverslag Test Lab: De online soa en hiv test applicatie van MAN tot MAN. Een studie naar gebruik, effectiviteit en usability/acceptability. Amsterdam: GGD Amsterdam, afdeling onderzoek en infectieziekten (2009)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan
Ja
1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
X
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
X
Ne e
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
X X X
X X X
X
X
37
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
1 0
Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie.
1 1
De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
X
38
Interventienummer
1-6 1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
8
Matig Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek Redel Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) ijk
9 9
Niveau 5
Veranderingsonderzoek
Niveau 4
1-6
Niveau 3
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 2
X Zwak
Typering opzet: Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
Niveau 1
Bewijskra cht Zeer zwak
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
10 10
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
1-6
8
9
10
11
Typering overige methodologische kenmerken: Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1 2 X 1 3
Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie.
1 4
Het design bevat een herhaalde N=1-opzet met een baseline-controleconditie.
1 5
Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie.
X 1 6
De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd.
X 1 7
De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd).
C. Typering resultaten van het onderzoek Kruis bij de onderstaande uitspraken één hokje aan. 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
39
Interventienummer
X
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
#
1
Effectief: De studie rapporteert positieve effecten ten aanzien van alle doelen van de interventie.
2
Deels effectief: De studie rapporteert positieve effecten ten aanzien van een aantal doelen, bij andere doelen geen effecten.
3
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
4
Negatief effect: De studie rapporteert negatieve effecten# .
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
#
#
Positief effect = een doel van de interventie wordt (deels) gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = een doel van de interventie wordt niet of deels gerealiseerd en deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect: de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’. Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie april 2009
40
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing. Naam
Datum
Werkblad beschrijving interventie april 2009
Handeling Beginnen met het maken van de beschrijving
Documentnummer …….. / 1
41
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 2. De vragen van Seks-wijzer De eerste stap is surfen naar www.mantotman.nl. Op de openingspagina klik je op een knop met de tekst: ‘Seks-wijzer. In 5 minuten een pasklaar advies voor een gezond seksleven’. Er volgt een pagina met de teksten: ‘Vul de korte vragenlijst in en check je score! De Seks-wijzer geeft je een persoonlijk advies voor gezonde seks. Seks-wijzer al gedaan? Klik hier om je advies opnieuw te bekijken of te updaten. En: ‘Tip: Maak bij je advies meteen een gratis account aan. Dit geeft je toegang tot extra diensten op MAN tot MAN, zoals de Vaste Relatie Check!’ Ook staat op deze pagina een link naar een filmpje waarin iemand de Seks-wijzer doet. En natuurlijk een knop om de Seks-wijzer te starten, direct of via een eventuele MAN tot MAN account als de betrokkene die al heeft. De volgende vragen volgen: Heb je op dit moment een vaste relatie? Antwoordmogelijkheden: - Nee - Ja, ik heb een vaste relatie met een man - Ja, ik heb een vaste relatie met een vrouw Voor MSM met een vaste relatie met een man volgt de vraag: Heb jij met je vriend/man een monogame of een open relatie (seks met anderen is mogelijk)? - Hier zijn geen vast antwoordmogelijkheden. Er kan aangeklikt worden op een continue schaalverdeling die loopt van ‘helemaal monogaam’ tot ‘helemaal open’. Voor mensen zonder vaste relatie volgt: Sta je (nu of in de toekomst) open voor een vaste relatie? - Ja, met een man - Ja, met een vrouw - Ja, met een man en/of vrouw - Ik blijf liever single Voor mensen met een vaste relatie met een vrouw, en voor mensen zonder vaste relatie die aangeven in de toekomst open te staan met een vaste relatie met een vrouw, volgt de vraag: Heb je seksuele gevoelens voor mannen? Zo niet dan volgt een scherm met: Deze Seks-wijzer is bedoeld voor mannen die seks hebben met mannen. Kies nu waar je verder wilt gaan. Wil je advies over heteroseks? Kijk dan op www.seksualiteit.nl Wil je info over homoseks? Raadpleeg dan de MANcyclopedie Voor de (potentiële) MSM volgt de vraag: Met hoeveel verschillende mannen heb je seks gehad de laatste 6 maanden?
Werkblad beschrijving interventie april 2009
42
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Hier kan een aantal ingetikt worden. Wanneer dat aantal niet 0 is volgen de vragen: Zoek je wel eens via internet een ' date'met een man of jongen? - Ja - Nee, maar wel interesse - Nee en ik ga het ook niet (meer) doen Bezoek je wel eens een sekslocatie zoals de baan, gaysauna/bios, darkroom of seksfeest? - Nooit - Soms - Regelmatig Gebruik jij wel eens alcohol of drugs vóór of tijdens de seks? - Nee, nooit - Wel alcohol maar nooit andere middelen - Wel drugs maar nooit alcohol - Ja, zowel alcohol als drugs Ben jij gevaccineerd tegen hepatitis A of B? - Ik ben tegen beide gevaccineerd - Alléén tegen hepatitis B - Alléén tegen hepatitis A - Niet gevaccineerd of ik weet het niet Weet jij wat jouw hiv-status is? - Ik ben hiv-negatief (geen hiv) - Ik ben hiv-positief (wel hiv) - Ik weet mijn hiv-status niet Voor de mannen met een vaste relatie volgt hier de vraag: Weet je de hiv-status van je partner? - Hij is hiv-negatief (geen hiv) - Hij is hiv-positief (wel hiv) - Ik weet het niet En weer voor alle invullers: Laat jij je tenminste 1 keer per half jaar testen op andere soa? - Nee - Ja Gebruik je condooms als je neukt met een losse partner? - Altijd - Meestal wel - Soms niet, soms wel - Meestal niet - Nooit - Niet van toepassing - Ik neuk niet met losse partners Voor kontneuken maakt het tegenwoordig niet meer uit welke condooms je gebruikt. Ook de ' gewone' dunnere condooms zijn net zo veilig. Wist jij dit al? - Nee, dit wist ik nog niet - Ja, dit wist ik al
Werkblad beschrijving interventie april 2009
43
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Tot slot willen we nog graag je leeftijd weten. - Volgt de keuze uit een aantal leeftijdscategorieën
Werkblad beschrijving interventie april 2009
44
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 3. Beschrijving Vaste Relatie Check Deze beschrijving geeft een indruk van dit deel van MAN tot MAN, maar is niet bedoeld als uitputtende beschrijving. Vaste Relatie Check is een onderdeel van MAN tot MAN, speciaal bedoeld voor mannen met een vaste relatie. Dit onderdeel is alleen toegankelijk voor mannen met een MAN tot MAN-account. Het doel van Vaste Relatie Check is het bevorderen van ‘negotiated safety’ binnen de relatie. Dat wil zeggen dat de partners zich laten testen op hiv, en dat ze vervolgens afspreken om monogaam te blijven óf altijd condooms te gebruiken bij seks buiten de relatie. De check begint met een aantal vragen naar: - het eigen risicogedrag; - het risicogedrag van de partner; - het bestaan van afspraken over seks buiten relatie; - het bestaan van afspraken over condoomgebruik bij neuken buiten de relatie; - het bestaan van de afspraak het de ander te vertellen indien onveilig is geneukt buiten de relatie. Ook wordt de reactie gevraagd op een aantal stellingen: ’Als mijn partner en ik willen blijven neuken zonder condoom, zullen wij een hiv-test moeten doen.’ ’Als je een paar keer zonder condoom geneukt hebt met je vaste partner dan heeft het weinig zin om weer veilig te gaan vrijen.’ ’Ik ben onzeker wat voor gevolgen een hiv-test kan hebben voor mijn ziektekostenverzekering.’ ’Ik ben bang voor de uitslag van een hiv-test.’ ’Ik vind het moeilijk om met mijn vaste partner te praten over het doen van een hiv-test.’ Vervolgens volgt een advies, bijvoorbeeld: ‘Op basis van wat je ons verteld hebt, moeten we vaststellen dat jij en je vaste partner enig risico lopen. Jullie neuken zonder condooms en tegelijkertijd is ook het volgende aan de hand: - Je weet niet zeker wat je hiv-status is. - Je weet niet zeker wat de hiv-status van je partner. - Jullie hebben geen afspraken gemaakt over veilige seks met anderen.’ Dan volgt informatie over verschillende relevante onderwerpen: - Wat is de stand van zaken van hiv-infecties binnen vaste relaties? Uit onderzoek blijkt dat veel hiv-infecties plaatsvinden binnen een vaste relatie! Neuken zonder condoom kan dus behoorlijke risico' s met zich mee brengen. Hiv is nog steeds een ernstige bedreiging voor je gezondheid! De medicijnen tegen hiv kunnen de ontwikkeling van een infectie goed onder de duim houden, maar ze hebben hun beperkingen: ze genezen niet, ze slaan niet bij iedereen aan, je kunt nog steeds anderen infecteren en soms zijn de bijwerkingen zo zwaar dat je moet stoppen met de medicijnen. - Als jullie met elkaar willen blijven neuken zonder condooms, moet je het volgende onthouden: Laat je eerst allebei testen zodat je zeker weet dat jullie geen hiv hebben; En: Neuk niet zonder condoom met iemand anders dan je vaste partner - dat betekent goede afspraken maken om ofwel monogaam te zijn, ofwel alleen veilige seks met anderen te hebben. Als dat niet kan: weer condooms gaan gebruiken is de enige veilige optie. - Het is nooit te laat om weer condooms te gaan gebruiken! Een paar keer zonder condoom neuken met je vaste partner hoeft niet tot besmetting te leiden. Het heeft dan zeker zin om weer condooms te gaan gebruiken totdat je je beide hebt laten testen. Dit heeft ook zin als jullie al langer zonder condoom neuken! Het kan zijn dat een van jullie pas sinds kort hiv heeft en de ander nog niet heeft besmet. - Hiv-test: doe het goed! Dit betekent dat jullie allebei getest moeten zijn. Let vooral op dat jullie in de drie maanden vóór de test geen enkel risico gelopen hebben. Het duurt namelijk drie maanden voordat een test een hivinfectie kan aantonen. In de periode tot de uitslag van de hiv-test moeten jullie ook met elkaar condooms gebruiken.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
45
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
- Hoe zit het met ziektekostenverzekeringen? Voor het basis verzekeringspakket maakt je hiv-status helemaal niets uit, bij álle verzekeraars. Voor een nieuwe aanvullende verzekering ligt dit anders: er kan naar je hiv-status worden gevraagd. Hivpositief zijn, kan weigering of een hogere premie betekenen. TIP: Je kunt kiezen voor anomiem testen. Dit betekent dat geen enkele instantie je uitslag te weten komt. - Bang om je te laten testen? Daarvoor hoef je je niet te schamen! Veel mensen zijn er bang voor. Toch heeft een hiv-test ook veel voordelen, zelfs als je positief blijkt te zijn: Je weet waar je aan toe bent; Op tijd beginnen met de behandeling vergroot de kans op een succesvolle behandeling; Als je partner niet positief is, kun je hem beschermen tegen infectie door veilig te gaan vrijen. En als blijkt dat je hiv-negatief bent? Het geeft opluchting en je kunt met een schone lei beginnen; Het geeft rust bij de seks, je weet dat je je partner niet kan besmetten; Een gezamenlijke test kan jullie band versterken. - Praten over het doen van een hiv-test kan moeilijk zijn. Je moet toegeven aan je partner of aan je zelf dat je misschien risico hebt gelopen. Of andersom, je partner moet dit toegeven. Uit onderzoek weten we dat bijna iedereen wel eens risico loopt! Dus niemand hoeft zich hiervoor te schamen. Praat er met elkaar over, want het kan iedereen overkomen! - Hoe moet dat dan? Een paar tips: Je hoeft het niet meteen over een hiv-test te hebben; Vertel hem dat je je soms zorgen maakt en vraag wat hij daarvan vindt, heeft hij ook soms die zorgen?; Laat ergens een folder over hiv-testen of veilig vrijen slingeren; Praat eens met een goede vriend of vriendin, misschien heeft die een goed advies hoe je het kan aanpakken. - Praten over seks buiten de relatie - hoe doe je dat? Dit is niet altijd even makkelijk en kan veel emoties oproepen. Maar misschien zitten jullie beiden wel met dezelfde vragen en dan is het alleen maar fijn als je er open met elkaar over praat. Het is belangrijk dat jullie doorpraten totdat jullie allebei tevreden zijn over de bereikte afspraken! Vind je het een goed plan dat jij en je vaste partner binnenkort beide getest zullen zijn op hiv? Zo ja: De volgende stap is beslissen wanneer je met je vaste partner gaat praten over samen testen op hiv. Wij adviseren je dit nu alvast te bedenken. Welk moment is daarvoor geschikt? (hier moet de betrokkene een antwoord invullen) Je hebt het plan om je te laten testen nu concreet gemaakt. Die stap is alvast gezet! Liever niet testen: Hoe nu verder? We kunnen ons voorstellen dat je dat op dit moment nog niet kan zeggen. Het advies om je allereerst beide te laten testen, is echter het beste dat we jou en je partner kunnen adviseren. Nog een paar tips: - Praat eens met een goede vriend of vriendin over dit advies; - Bel met Switchboard voor een anoniem en vertrouwelijk gesprek; - Laat je eerst zelf testen, bespreek het daarna met je partner; - Woon je in de regio Amsterdam of Rotterdam, dan kun je via Test Lab op deze site je hiv-test (anoniem en gratis) regelen, zónder bezoek aan huisarts of GGD.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
46
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 4. De Test Lab-procedure Gebaseerd op Koekenbier, 2009 De Test Lab procedure begint met een online intake die bestaat uit verschillende vragen om te bepalen of iemand geschikt is voor de Test Lab-procedure. De Test Lab-procedure is namelijk niet voor iedereen geschikt; mannen die aangeven dat ze klachten hebben of zijn gewaarschuwd door een partner met een soa, worden direct naar de soa-polikliniek verwezen voor lichamelijk onderzoek en behandeling. Zij krijgen hiervoor een verwijsbrief die ze kunnen downloaden en uitprinten. Met deze brief krijgen ze voorrang bij het maken van een afspraak op de soa-polikliniek. De Test Lab-procedure is alleen bedoeld voor MSM. Vrouwen en heteroseksuelen worden daarom ook uit de procedure gehaald en krijgen het advies contact op te nemen met de soa-polikliniek voor een afspraak; zij krijgen geen verwijsbrief. Als uit de intake blijkt dat de persoon in aanmerking komt voor PEP (post-exposure prophylaxis), omdat ze minder dan 72 uur daarvoor onbeschermde anale seks hebben gehad met een partner met hiv of een partner waarvan hij de hiv status niet weet, krijgt hij het advies om de PEP informatie op de website goed lezen en eventueel contact op te nemen met de PEP-consulent. Ten slotte worden de gebruikers op basis van de postcode verdeeld tussen Amsterdam of Rotterdam. Wanneer de cliënt niet uit Amsterdam of Rotterdam komt, krijgt hij informatie over het soa-centrum in zijn regio en wordt hij uit de Test Lab-procedure gehaald. Wanneer de cliënt niet uit de Test Lab-procedure is gehaald op basis van de boven beschreven criteria, krijgt hij aan het einde een verwijsbrief aangeboden die hij kan downloaden en uitprinten. Deze verwijsbrief bestaat uit drie formulieren. Het eerste formulier is de verwijsbrief voor het huisartslaboratorium. Hierop staan de patiëntgegevens en welke testen er gedaan moeten worden. Wanneer cliënten in de vragenlijst aangeven dat ze hiv-positief zijn wordt de hiv-test automatisch uit het pakket gehaald. De hiv-test staat dan ook niet op de verwijsbrief. Dit gebeurt ook als cliënten er zelf voor kiezen geen hiv-test te willen doen. Voor deze groep is een opting-out-mogelijkheid. Het tweede formulier is voor de cliënt. Dit formulier geeft informatie over de procedure en geeft instructies voor het opvangen van urine en het afnemen van een anale zelf-swab. Het derde formulier geeft een overzicht van de huisartsenlaboratoria die als testlocaties zijn geselecteerd, met hun openingstijden in de betreffende regio. Met de verwijsbrief kunnen de mannen zich anoniem en zonder lichamelijk onderzoek laten testen op chlamydia, gonorroe, syfilis en (indien hiv-negatief) hiv bij de regionale huisartslaboratoria (Amsterdam: ATAL / Rotterdam: STAR). Hierbij word er op chlamydia getest in urethra en rectum en gonorroe in urethra, rectum en keel. In totaal worden er dus zeven testen gedaan. Voor deze testen wordt er door de cliënt urine ingeleverd en een anale zelf-swab. Door de verpleegkundige van de huisartslaboratoria wordt er bloed en een keel-swab afgenomen. De testuitslagen worden vervolgens opgestuurd naar de soa-polikliniek, waarna de arts de diagnose op internet zet. De cliënt ontvangt vervolgens een e-mail waarin staat dat hij de uitslag via www.mantotman.nl kan bekijken. Met hulp van zijn wachtwoord, gebruikersnaam en persoonlijke code kan de cliënt inloggen op ’mijn MAN tot MAN’ en zijn uitslag bekijken. Binnen Test Lab worden overigens geen soa-specifieke uitslagen via internet gecommuniceerd. De cliënt krijgt alleen te zien of alle testen negatief zijn, één of meerdere testen positief zijn of dat een van de testen is mislukt. Cliënten bij wie alles negatief is, wordt gevraagd of ze automatisch na 6 maanden een herinnering willen ontvangen voor hun volgende test. Cliënten bij wie een test is mislukt, krijgen een nieuwe verwijsbrief waarmee ze opnieuw naar het huisartslaboratorium kunnen voor een nieuwe test. Cliënten met een positieve uitslag wordt verzocht direct naar de soa-polikliniek te gaan voor de uitslagen en behandeling. Hiervoor dienen zij een volgende verwijsbrief te downloaden en te printen. Tijdens hun bezoek aan de polikliniek ontvangen zij vervolgens de specifieke uitslag, krijgen zij verdere counseling en worden indien nodig nog een aantal vervolgonderzoeken of bevestigingstesten gedaan.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
47
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 5. Test Lab: Gebruik, effectiviteit, usability en acceptability Gebaseerd op Koekenbier, 2009 Gebruik en effectiviteit: In een periode van 11 maanden, van februari 2008 tot en met december 2008, zijn gebruikersdata van Test Lab verzameld. Hiervoor is bijgehouden hoeveel bezoeker er op Test Lab zijn geweest en wat ze hebben ingevuld bij de intakevragenlijst. Verder is bijgehouden hoeveel cliënten een verwijsbrief hebben geprint, hoeveel er zijn gaan testen en wat hun testresultaten zijn. Om de effectiviteit van de Test Lab te bepalen, werd het percentage gevonden infecties via Test Lab vergeleken met het percentage gevonden infecties op de soa-polikliniek. De data van Test Lab werden vergeleken met de data van de soa-polikliniek uit dezelfde periode. Om de samples vergelijkbaar te maken, werden alleen de MSM uit de soa-polikliniek-data geselecteerd die voor het bezoek geen klachten hadden en voordien niet waren gewaarschuwd door een partner met een soa. Tevens werden voor een goede vergelijking van samples uitsluitend de Amsterdamse gebruikers van Test Lab en MSM die de Amsterdamse soa-polikliniek bezochten met elkaar vergeleken. Usability en acceptability: Voor het meten van de usability en acceptability is een gebruikerssurvey uitgevoerd door middel van gestandaardiseerde online vragenlijsten. Deze vragenlijsten werden aangeboden nadat de cliënten hun uitslag via de website hadden opgevraagd. Usability en acceptability worden geëvalueerd volgens de definities van Davis (1998). Usability beschrijft hierin het ervaren gebruikersgemak, acceptability beschrijft het niveau waarop de dienst aansluit bij de behoeften en normen van de persoon. Gebruik: Over de periode van 11 maanden is Test Lab 4.818 keer bezocht. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers was 36 jaar met een standaarddeviatie van 11 jaar. Van de totaal 4.818 bezoekers kwamen er 3.158 uit Amsterdam of Rotterdam. De andere 1.660 kwamen uit andere regio’s en konden daarom niet mee doen aan de Test Lab-procedure. In totaal zijn er 1.406 intakes volledig ingevuld en is er een verwijsbrief gedownload. Hiervan zijn er 1.130 verwezen naar een van de huisartslaboratoria voor een soa-test. Na deze intake kregen 52 mannen het advies om contact op te nemen met de PEP-consulent voor advies. Deze cliënten mochten wel verder in de Test Lab-procedure. Van de 1.130 cliënten die naar de huisartslaboratoria zijn verwezen zijn er 532 getest. Binnen deze groep had 16 procent er voor gekozen geen hiv-test te doen. Bij 32 cliënten was de test mislukt, 416 cliënten hadden geen soa en 84 cliënten testten positief. Alle cliënten met een positieve uitslag hebben zich bij de soa-polikliniek gemeld voor vervolgonderzoek en behandeling. Effectiviteit: Om de effectiviteit van Test Lab te bepalen is het percentage gevonden soa via Test Lab vergeleken met het percentage gevonden soa op de soa-polikliniek van Amsterdam. In eerste instantie is er vanuit gegaan dat alle deelnemers aan Test Lab asymptomatisch zijn. In Amsterdam was 18,6 procent (59/317) van de geteste cliënten positief voor één of meerdere soa. In de zelfde periode testen 15 procent van de asymptomaten op de soa-polikliniek van Amsterdam positief. Deze percentages zijn niet significant verschillend. Wanneer de cliënten van Test Lab nog worden verdeeld in symptomaten en asymptomaten, zijn de percentage voor de asymptomaten volledig gelijk (zie tabel 8; nummering overgenomen uit de bron). Maar het percentage onder de symptomaten is significant hoger op de soa-polikliniek dan bij Test Lab (zie tabel 8; nummering overgenomen uit de bron). Tabel 8: percentage positieve verdeeld naar asymptomatisch en symptomatisch Test Lab Amsterdam Soa-polikliniek Amsterdam a-symptomaten 15% (67/451) 15% (260/1701) Symptomaten 24% (17/70) 34% (1101/3240) De soa-prevalentie onder mannen die aangeven dat ze hiv-positief zijn is precies hetzelfde op de soapolikliniek van Amsterdam als op Test Lab: 42 procent.
Werkblad beschrijving interventie april 2009
48
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Usability en acceptability: Van de 532 geteste cliënten die de vragenlijst aangeboden kregen, hebben 256 deze volledig ingevuld. Van deze cliënten gaf 28 procent aan dat ze nog nooit op de soa-polikliniek zijn geweest. Op de vraag of Test Lab de drempel voor soa/hiv-testen heeft verlaagd, geeft 91 procent aan het hier volledig mee eens te zijn. De gebruikers waarderen de Test Lab-procedure op een schaal van 1 t/m 10 gemiddeld met een 7. Op een schaal van 1 t/m 5 scoort Test Lab een 4,5 op usability. Dit geeft aan dat de online testprocedure volgens de cliënt makkelijk is uit te voeren; de dienst is gebruiksvriendelijk. Cliënten met een positieve uitslag scoren significant lager op usability (4,0) dan cliënten met een negatieve testuitslag (4,6). Ondanks de significant lagere score blijft de waardering bovengemiddeld. Op acceptability scoort de dienst een 4,0. Dit geeft aan dat Test Lab door de gebruikers wordt gezien als een dienst die zij graag gebruiken om zich te laten testen op soa en hiv. Het is dus een acceptabel alternatief voor de andere mogelijkheden en het sluit goed aan bij de behoeftes. Ook hier scoren cliënten met een positieve uitslag (3,6) significant lager dan cliënten met een negatieve uitslag (4,1). Een aantal conclusies Van degenen die een intake op Test Lab invulden, mocht 80 procent gebruik maken van de Test Labprocedure. Slechts 20 procent werd doorverwezen naar de soa-polikliniek omdat ze klachten hadden of waren gewaarschuwd. Dus wordt met Test Lab de juiste groep bereikt. Daarbij zijn de cliënten die de intake volledig invullen goed gemotiveerd en serieus; hiervan heeft 51 procent zich laten testen. De Test Lab-procedure blijkt goed uitvoerbaar. Van alle cliënten die via Test Lab testten, zijn de uitslagen online gebracht en in letterlijk 99 procent van de gevallen werd de uitslag door de betrokken cliënt bekeken. Alle cliënten met een positieve uitslag meldden zich bij de soa-polikliniek voor vervolgonderzoek en behandeling. Ook de tijd tussen de verschillende stappen geeft aan dat de procedure goed loopt. Gemiddeld kregen cliënten binnen acht dagen hun uitslag. De laboratoriumuitslagen laten zien dat veel soa werden gevonden die relatief vaak asymptomatisch verlopen zoals anale chlamydia, anale gonorroe en gonorroe in de keel. Er is geen enkele gonorroe in de urethra gevonden. Zo’n infectie geeft ook bijna altijd symptomen. Deze bevindingen zijn in lijn met het doel van Test Lab om vooral asymptomatische mannen op te sporen. Van de unieke Test Lab-bezoekers is 60 procent afkomstig uit Amsterdam of Rotterdam. Het is dus blijkbaar mogelijk via verschillende communicatiekanalen de juiste doelgroep naar de website te krijgen. Dat 17 procent van alle via Test Lab geteste cliënten een soa heeft, geeft aan dat er een belangrijke groep mee wordt bereikt. Zowel via Test Lab als op de soa-polikliniek vinden we een soa-prevalentie van 42 procent onder cliënten die hiv-positief zijn. Deze groep is ook verantwoordelijk voor een groot gedeelte van de gevonden infecties. Dit geeft aan dat ook hoog risico-MSM (met hiv) gebruik maken van Test Lab. De usability- en acceptability-cijfers van Test Lab zijn zeer goed. Ondanks dat cliënten met een positieve uitslag de dienst significant lager behoordelen, blijft hun score boven gemiddeld positief. Het is waarschijnlijk dat het ‘slechte nieuws’ van een positieve testuitslag de ‘liking’ van de site enigszins negatief beïnvloedt. Belangrijk is dat bijna alle gebruikers vinden dat Test Lab de drempel voor het testen op soa/hiv heeft verlaagd. Door het verlagen van deze drempel wordt het voor de doelgroep makkelijker om zich op regelmatige basis te laten testen (Koekenbier, 2009).
Werkblad beschrijving interventie april 2009
49