Werkblad beschrijving interventie
Alcoholpoli
Gebruik de handleiding bij dit werkblad www.nji.nl/jeugdinterventies/beschrijven of www.loketgezondleven.nl/kwaliteit-van-interventies/beoordeling
Contact NJi Gert van den Berg
[email protected] 030-2306873
Contact RIVM Sandra van Dijk
[email protected] 030-2748678
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Achtergrondgegevens
Ontwikkelaar / licentiehouder van de interventie Naam Tactus Verslavingszorg Adres Keulenstraat 3 Postcode 7418 ET Plaats Deventer E-mail Telefoon 088 382 28 87 Fax 0570 50 01 15 Website (van de interventie) Contactpersoon Vul hier de contactpersoon voor de interventie in, wanneer deze afwijkt van de ontwikkelaar of licentiehouder Naam Y. Gecer Adres Raiffeisenstraat 75 Postcode 7514 AM Plaats Enschede E-mail
[email protected] Telefoon 088 382 28 87 Fax 053 430 33 33
Onderstaande in te vullen door Nederlands Jeugdinstituut /RIVM
Documentatie voor de erkenningscommissie De volgende documentatie wordt in viervoud toegestuurd aan de erkenningscommissie: Aangekruiste documenten worden na de beoordeling geretourneerd. Deelcommissie Aankruisen welke deelcommissie de interventie zou moeten beoordelen.
x x x x
Interventiebeschrijving Handleiding/draaiboek Alcoholpoli Folder Tactsheet 2010 en 2011
Deelcommissie I. jeugdzorg, psychosociale en pedagogische preventie X Deelcommissie II. jeugdgezondheidszorg, preventie en gezondheidsbevordering Deelcommissie III. ontwikkelingsstimulering, onderwijsgerelateerde hulpverlening en jeugdwelzijn Deelcommissie IV gezondheidsbevordering en preventie voor volwassenen en ouderen
Documentnummer
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
2
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Voor u begint Check met behulp van onderstaande lijst of u alle vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. Als u één of meer vragen met nee moet beantwoorden, maakt uw interventie geen kans op erkenning door de erkenningscommissie. Uw interventie moet eerst verder ontwikkeld worden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad). De vraagnummers in de checklist corresponderen met de onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de erkenningscriteria. Op de websites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM vindt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop.
Criteria voor erkenning op Niveau I: theoretisch goed onderbouwd Vraag 1
Is de aard, ernst, omvang of spreiding van het probleem of risico waar de inter- x Ja ventie zich op richt duidelijk omschreven?
Nee
Vraag 2
Zijn er concrete doelen, zo nodig onderscheiden in einddoelen en voorwaardelijke doelen?
x Ja
Nee
Vraag 3.1
Bevat de documentatie een definitie van de doelgroep met relevante kenmerken?
x Ja
Nee
Vraag 4.1
Bevat de methodiek een handleiding of protocol waarin de benodigde handelingen, de volgorde ervan, de duur van de interventie, de frequentie en intensiteit van de contacten en materialen zijn vastgelegd?
x Ja
Nee
Vraag 4.2
Zijn de verschillende onderdelen van de interventie beschreven op het niveau van concrete activiteiten?
x Ja
Nee
Vraag 5
Is duidelijk wat de benodigde materialen, waaronder een Nederlandstalige handleiding of protocol, zijn en waar deze materialen verkrijgbaar zijn?
x Ja
Nee
Vraag 6
Is een analyse gemaakt van met het probleem samenhangende factoren (oorzaken, directe en indirecte risico- en beschermingsfactoren)?
x Ja
Nee
Is er een theoretische onderbouwing gegeven waarin de doelgroep, de doelen en de methodiek (de werkzame factoren) verantwoord worden op basis van de probleemanalyse?
x Ja
Nee
Is duidelijk hoe de doelgroep, doelen en methodiek onderling op elkaar aansluiten?
x Ja
Nee
Vraag 8
Is de interventie overdraagbaar, bijvoorbeeld door een systeem van trainingen, x Ja begeleiding, registratie, licenties, een overdrachtsprotocol, website, helpdesk of eerdere ervaringen?
Nee
Overige
Is bekend wie de ontwikkelaar, licentiehouder is en wie de uitvoerende en of ondersteunende organisaties zijn?
x Ja
Nee
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
3
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Samenvatting Het is handig de samenvatting als laatste in te vullen. Gebruik voor de samenvatting als geheel maximaal 600 woorden. Doel Beschrijf Het primaire doel van de Alcoholpoli is het stoppen met schadelijk alcoholgebruik hoofddoel(en) door jongeren tot 18 jaar (ivm verhoging leeftijdsgrens van 16 naar 18 jaar per 1 of meest karakjanuari 2014) als onderdeel van de behandeling van alcoholintoxicatie of ongevalteristieke len en letsel door alcohol (door ziekenhuis of huisartsenpost). Hierdoor vermindert (sub)doelen van de kans op negatieve effecten van alcoholgebruik, zoals schade aan de ontwikkede interventie. ling van de hersenen en risico’s op verslaving. Daarnaast vergroot de interventie de kennis van jongeren en hun ouders ten aanzien van de effecten van alcoholgebruik, het bewustzijn ten aanzien van het eigen gebruik en maken jongere en ouders een plan van aanpak met betrekking tot het drinkgedrag in de toekomst. Noem de doelgroep waarop de interventie direct gericht is. Beschrijf de structuur en de inhoud van de interventie.
Doelgroep De doelgroep van de interventie is jongeren tot 18 jaar en hun ouders die door overmatig alcoholgebruik een alcoholintoxicatie, een ongeval of ander letstel hebben opgelopen en daarmee in een ziekenhuis of op een huisartsenpost zijn beland. Aanpak Het gehele traject van Alcoholpoli bestaat uit een medisch traject dat geboden wordt door het ziekenhuis of huisartsenpost en een ‘Op-Maatvroeginterventie’ door Tactus. De interventie van Tactus varieert in intensiteit afhankelijk van de risicotaxatie. Deze erkenning gaat over de (lichte) interventie door Tactus genaamd ‘Alcoholpoli’. In het schema verderop in deze beschrijving gaat het om de gele en oranje interventies. De rode interventie (behandeling) wordt ook aangeboden door Tactus indien nodig, maar valt buiten deze beschrijving. Ook de groene interventies worden verzorgd door Tactus, maar vallen ook buiten deze beschrijving. De jongeren die in het ziekenhuis of op een huisartsenpost belanden wegens een alcoholintoxicatie of ongeval en letstel in combinatie met overmatig alcoholgebruik, worden doorverwezen naar Tactus Verslavingszorg. Tactus gaat met de ouders en de jongere in gesprek, maakt een risico-inschatting voor schadelijk alcoholgebruik in de toekomst. Daarnaast geeft Tactus advies op maat over de in te zetten interventie. De zwaarte van de interventie die ingezet wordt is gebaseerd op de stepped-care gedachte; dat wil zeggen zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Hierbij wordt gebruik gemaakt van motiverende gespreksvoering om de jongere te stimuleren over zijn alcoholgebruik na te denken en zonodig hulp te accepteren bij het ombuigen van dit alcoholgebruik. Tegelijkertijd wordt Psychoeducatie gegeven om jongere en de ouders te ondersteunen bij het verantwoord omgaan met alcohol. Afhankelijk van de aard van het alcoholgebruik (het stadium van gebruik waarin de jonger zich bevindt), aanwezige overige risicofactoren en problemen zoals de genetische kwetsbaarheid en persoonlijkheidskenmerken, wordt een advies gegeven voor het stoppen of minderen van het gebruik.
Geef aan of er een handleiding en ander materiaal is. Beschrijf concluderend de resultaten van Nederlands effectonderzoek,
Materiaal De volgende materialen zijn beschikbaar: Handleiding en Draaiboek voor de uitvoerders Folder voor jongere en ouders over de Alcoholpoli
Onderzoek Er zijn geen studies voorhanden.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
4
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
buitenlands effectonderzoek en procesevaluaties van de interventie in maximaal 200 woorden. Meld als er geen onderzoek is: Er zijn geen studies voorhanden. Beschrijving voor erkenning op niveau I: theoretisch goed onderbouwd
A. Interventiebeschrijving: probleem, doelgroep, doel, aanpak, materialen en uitvoering 1. Risico- of probleemomschrijving Jongeren in Nederland drinken op te jonge leeftijd, te vaak en te veel. Vanaf 12 jaar Geef aan wat het neemt het alcoholgebruik sterk toe, zo heeft op 12-jarige leeftijd ongeveer een derde probleem of het risico is waarop de gedronken en is dit op 15 jarige leeftijd al 83% (Trimbos Instituut, 2011). Alhoewel het aantal 12- tot 15-jarige jongeren dat alcohol gebruikt is afgenomen in de periode interventie zich van 2007-2011, neemt het alcoholgebruik onder de jongeren ouder dan 16 jaar nog richt. Beschrijf de steeds toe. aard, ernst, omDe risico’s van het drinken van alcohol op jonge leeftijd zijn hersenschade, risicovol vang en spreiding seksueel gedrag, kans op verslaving, alcoholvergiftiging en ongevallen. van het probleem, en de gevolgen bij Hersenschade niet ingrijpen. Als deze informa- Alcohol is schadelijk voor de hersenontwikkeling, aangezien deze tot na het 20e tie er niet is, geef levensjaar in ontwikkeling zijn (Jolles, 2006). Alcohol op jonge leeftijd kan blijvendat dan ook aan. de nadelige gevolgen hebben voor de functies en de structuur van de hersenen en kan tot geheugen-, leer- en concentratieproblemen leiden (Tapert et al., 2004). Extra Maximaal 400 schadelijk voor de hersenen is het drinken van 5 of meer glazen alcohol per gelewoorden. genheid (bingedinken). Risicovol seksueel gedrag Jongeren die alcohol hebben gedronken zijn gemiddeld vaker seksueel actief dan niet-drinkende leeftijdgenoten (Ellickson et al., 2003). Daarnaast hangt alcoholgebruik op jonge leeftijd samen met meer risicovol seksueel gedrag, met agressief gedrag en met een grotere kans op ongevallen en verwondingen (Verdurmen et al., 2006). Jongeren noemen het onder invloed zijn van alcohol als belangrijkste reden waarom zij geen condooms gebruikten. Het lager inschatten van risico’s en het ontremmende effect van alcohol zijn mogelijke oorzaken voor het vaker (onveilig) seksueel actief zijn na het gebruik van alcohol aldus Stap (2011). Meer kans op verslaving Hoe eerder een kind begint met alcohol hoe groter de kans is dat het op latere leeftijd verslaafd raakt of een probleemdrinker wordt (Boelema et al., 2009). Het blijkt dat jongeren die voor hun 15e zijn begonnen met alcoholconsumptie vier maal zoveel risico lopen op alcoholverslaving dan jongeren die pas op hun 21e zijn begonnen met het drinken van alcohol (Grant et al., 2007). Ook is bekend dat hoe eerder jongeren beginnen met drinken, hoe groter de kans op schadelijk drinkgedrag op latere leeftijd is en ook het risico op verslaving van andere risicogedragingen, zoals roken, gamen en eten is verhoogd (Ellickson et al., 2003). Factoren die meespelen bij het op jonge leeftijd beginnen met drinken zijn impulsiviteit, een sterke drang naar nieuwe ervaringen, erfelijke factoren en alcoholmisbruik door gezinsleden (Snoek. 2010).
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
5
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Alcoholvergiftiging (alcoholintoxicatie) Uit landelijk onderzoek blijkt dat de groep jongeren die in de gezondheidszorg is beland met alcoholintoxicatie en alcohol gerelateerde ongevallen, zoals botbreuken ten gevolge van valpartij, onderkoeling in de winter, steeds groter wordt . Het is lastig aan te geven of dit een werkelijke stijging is, of dat dit een gevolg van het beter registreren van de alcoholintoxicaties. In 2007 tot en met 2010 zijn in totaal 1818 jongeren met een alcoholgerelateerd probleem in een ziekenhuis behandeld. In bijna alle gevallen was er sprake van een alcoholvergiftiging ook wel ‘alcoholcoma’ genoemd. In 2007 zijn er 297 intoxicaties gemeld, in 2008 waren dat er 337, in 2009 ging het om 500 gevallen en in 2010 betrof het 684. Dit is een stijging van 37% t.o.v. 2009 ( van der Lely, e.a. 2011) Deze aantallen zijn een onderschatting van het aantal alcoholintoxicaties bij jongeren, omdat niet alle ziekenhuizen meededen aan het onderzoek, niet alle jongeren bij de kinderarts terecht komen, niet alle jongeren een ziekenhuis bezoeken, maar bijvoorbeeld ook een huisartsenpost en niet alle alcoholgeralteerde gevallen als zodanig herkend worden. De leeftijd van de jongeren in bovengenoemd onderzoek varieert tussen 11 en 17 jaar met een gemiddeld leeftijd van 15 jaar. Deze jongeren zijn afkomstig uit alle provincies. Er zijn geen regio’s waar significant meer jongeren zijn opgenomen. Wel blijken intoxicaties meer voor te komen in dichtbevolkte gebieden, aldus dit onderzoek. De jongeren zijn over het algemeen ‘gemiddelde’ Nederlandse jongeren. Het opleidingsniveau van de jongeren is een goede afspiegeling van het opleidingsniveau van de Nederlandse jeugd. In bijna alle gevallen zijn het autochtone jongeren, die niet behoren tot de zogenoemde ‘probleemjongere’. Uit de gemeten bloedalcoholpromillages blijkt dat de jongeren die in het ziekenhuis zijn beland veel alcohol hebben gedronken. Het gemiddelde promillage bedraagt 1,8. Het bloedalcoholgehalte hangt af van de hoeveelheid alcohol, de snelheid waarmee is gedronken en het lichaamsgewicht. Hoe sneller men drinkt hoe hoger het percentage en hoe lichter men is hoe sneller een hogere percentage bereikt wordt in dezelfde tijd. Ook onderzoek van veilgheid.nl bevestigt de explosieve groei van het aantal jongeren dat door alcoholgebruik op de spoedeisende hulp belandt. Volgens deze cijfers worden jaarlijks worden 2.300 jongeren in de leeftijd van 10 tot en met 24 jaar voor een alcoholvergiftiging behandeld op een Spoedeisende Hulpafdeling (SEH) van een ziekenhuis. Eén op de tien is jonger dan 15 jaar. Ruim de helft is 15 tot en 19 jaar. Bij 20 procent van de vergiftigingen is sprake van een combinatie van alcohol met drugs. Van alle slachtoffers wordt 40 procent na een behandeling op de SEH afdeling in het ziekenhuis opgenomen. In de leeftijdsgroep 15-19 jaar komen de meeste alcoholvergiftigingen voor. In de periode 2005-2010 is het percentage alcoholvergiftigingen, dat is behandeld op een SEH afdeling van een ziekenhuis, gestegen met 82 procent. Vooral de stijging onder 15-19 jarige meisjes is met 101 procent - een verdubbeling - explosief te noemen. Het percentage vergiftigingen bij jongens steeg in deze periode met 66 procent. Uitgaande van de jaarcijfers over de periode 2000-2010 is geen verdere stijging zichtbaar van het hoge aantal alcoholvergiftigingen in de jaren 2008-2010. De explosieve toename van alcoholvergiftigingen die SEH afdelingen van ziekenhuizen behandelden, heeft vooral plaatsgevonden in de jaren 2005 t/m 2007. Trend in aantal SEH-behandelingen n.a.v. alcoholvergiftiging, 10-24 jaar
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
6
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Jongeren zijn minder gevoelig voor het effect van alcohol op de motoriek en coördinatie (Hagemann, 2010), waardoor het extra moeilijk is voor omstanders om overmatige alcoholconsumptie te herkennen. Hierdoor kan een alcoholintoxicatie bij jongeren zich schijnbaar onverwacht voordoen. Ongevallen/ongelukken Alcoholgebruik verhoogt de kans op ongevallen. Uit onderzoek van Consument en Veiligheid op basis van zelfrapportage van slachtoffers van ongevallen die op de Spoed Eisende Hulp terecht komen blijkt dat jaarlijks 24.000 ongevallen bij jongeren tussen 10 en 25 jaar gerelateerd zijn aan alcohol. Dit is bijna 10% van alle ongevallen of geweldplegingen onder jongeren in deze leeftijdsklasse (Valkenberg et al., 2010). In 16.000 gevallen had het slachtoffer 3 of meer glazen gedronken in de 6 uur voor het incident. Ongeveer 11.000 slachtoffers schatten zelf de invloed van alcoholgebruik in als (zeer) belangrijk (Stichting Consument en Veiligheid, 2012). Regels en grenzen door ouders In een onderzoek uitgevoerd door de UT in 2010, is o.a. onderzoek gedaan naar de relatie tussen alcoholgebruik en opvoeding. De opvoedstijl van ouders met betrekking tot alcoholgebruik van hun kinderen is op drie aspecten onderzocht: het toezicht houden, de kwaliteit van de communicatie en het stellen van regels. Uit datzelfde onderzoek blijkt dat alleen het stellen van alcoholspecifieke regels aantoonbaar samenhangt met het drinkgedrag van de jongeren. Hoe meer restricties ouders toepassen, hoe minder hun kinderen drinken. Ouders blijken het alcoholgebruik van hun eigen kind systematisch te onderschatten met ten minste een factor drie ten opzichte van wat hun kind rapporteert. Dit is met name het geval als het gaat om de iets oudere jeugd (15- en 16-jarigen) (Gosselt, Pieterse, van Hoof 2010). 2. Doel van de interventie Wat is het doel van de interventie? Beschrijf de einddoelen en eventuele sub- of voorwaardelijke doelen zo concreet mogelijk en bij voorkeur SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden).
De Alcoholpoli is een interventie bestaande uit een medisch traject waarbij het acute gezondheidsprobleem van de jongere wordt behandeld door het ziekenhuis of huisartsenpost en de interventie voor het stoppen van het alcoholgebruik door Tactus Verslavingszorg wordt uitgevoerd. Deze beschrijving gaat over de interventie van Tactus. Doel Het primaire doel van de Alcoholpoli is het stoppen met drinken door jongeren tot 18 jaar (voorheen 16 jaar, maar door verhoging van leeftijdsgrens alcoholgebruik per 1 januari 2014 is deze leeftijd opgehoogd naar 18 jaar), als onderdeel van de behandeling van alcoholintoxicatie of ongevallen en letsel door alcohol (door ziekenhuis of huisartsenpost). Hierdoor vermindert de kans op negatieve effecten van alcoholgebruik, zoals schade aan de ontwikkeling van de hersenen en risico’s op verslaving. Doelen voor jongeren zijn: Jongeren hebben meer kennis over de fysieke, genetische en sociale effecten van
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
7
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
alcoholgebruik in het algemeen en de ontwikkeling van de hersenen in het bijzonder. Jongeren hebben meer kennis over de ontwikkeling van een verslaving. Jongeren zijn zich meer bewust van de nadelen van het alcoholgebruik en de effecten hiervan voor het dagelijks functioneren. Jongeren zijn bereid kritisch te kijken naar hun drinkgedrag en zijn zich meer bewust van hun drinkgedrag. Jongeren zijn zich meer bewust van het stadium van gebruik waarin zij zich momenteel bevinden en de risico’s op verslaving. Jongeren zijn bereid hulp te accepteren indien nodig. Afhankelijk van het stadium van gebruik van jongere is het doel motiveren voor het nazorgtraject van verslavingszorg: Bij experimenteel gebruik en licht problematisch gebruik: Psychoeducatie en motiveren te stoppen met drinken. Bij beginnend problematisch gebruik: motiveren tot een vervolgtraject om het gebruik te stoppen of te minderen. Bij problematisch gebruik en overige problematiek: motiveren voor een doorverwijzing naar behandeling binnen Tactus Verslavingszorg en/of een ander relevante instelling. Jongeren zijn zich bewust van de relatie tussen overmatig alcoholgebruik en hun persoonlijkheid Jongeren zijn zich bewust van de invloed van vrienden op hun drinkgedrag. Jongeren zijn bereid te stoppen met drinken.
Doelen voor de ouders/opvoeders zijn: Ouders hebben meer kennis van de fysieke, genetische en sociale effecten van het alcoholgebruik in het algemeen en de ontwikkeling van hersenen in het bijzonder Ouders hebben meer kennis over de ontwikkeling van een verslaving. Ouders zijn zich bewust van de invloed hun voorbeeldgedrag op het drinken voor hun kind. Ouders zijn bereid de beschikbaarheid van alcohol thuis te beperken. Ouders zijn zich bewust dat ouders alcoholgebruik onderschatten. Ouders zijn zich bewust dat zij wel invloed hebben op het alcoholgebruik van hun kind. Ouders zijn zich bewust dat strenge alcoholregels stellen helpt. Ouders nemen zich voor het drinken te verbieden en/of strikte regels te stellen. Ouders nemen zich voor toe te zien op het naleven van de regels. Ouders accepteren verdere (opvoed)hulp indien nodig. Afhankelijk van het stadium van gebruik van jongere is het doel motiveren voor het nazorgtraject van verslavingszorg: Bij experimenteel gebruik en licht problematisch gebruik: Psychoeducatie en motiveren te stoppen met drinken. Bij beginnend problematisch gebruik: motiveren tot een vervolgtraject om het gebruik te stoppen of te minderen. Bij problematisch gebruik en overige problematiek: motiveren voor een doorverwijzing naar behandeling binnen Tactus Verslavingszorg en/of een ander relevante instelling. Bij het implementeren zijn er ook doelen voor professionals in ziekenhuizen en huisartsenpost. Deze vallen echter buiten deze beschrijving, omdat ze niet worden bereikt met de interventie zelf, maar met de implementatie ervan. Voor de volledigheid worden ze hier wel genoemd. Doelen voor professionals in ziekenhuis/huisartsenpost zijn: Professionals in ziekenhuizen en huisartsenpost kennen de werkwijze van de Alcoholpoli. Professionals in ziekenhuizen en huisartsenpost kennen en hanteren het protocol Alcoholpoli.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
8
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Professionals zijn bereid om jongeren met alcoholgerelateerde klachten of alcoholgerelateerd letsel door te verwijzen naar Tactus Verslavingszorg om een eerste inschatting te maken van de risico’s van het alcoholgebruik en jongeren en hun opvoeders te ondersteunen bij het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik.
3. Doelgroep van de interventie Wat is de einddoelgroep van de hier beschreven interventie? Noem ook een eventuele intermediaire doelgroep. Geef een zo precies mogelijke beschrijving van relevante kenmerken van de doelgroep waarop de interventie zich direct richt.
3.1 Voor wie is de interventie bedoeld? De interventie is in de eerste plaats bedoeld voor jongeren tot 18 jaar, die door overmatig alcoholgebruik een alcoholintoxicatie, een ongeval of ander letsel hebben opgelopen en daarmee in een ziekenhuis of op een huisartsenpost zijn beland. Daarnaast is de interventie bedoeld voor de ouders van de jongeren, zodat zij zich meer bewust worden van hun rol in de alcoholopvoeding en strikte alcoholregels gaan stellen. Kenmerken van de doelgroep: Onderzoek van de universiteit van Twente bij kinderafdelingen in Nederlandse ziekenhuizen geeft het volgende beeld van de achtergrondkenmerken van de jongeren die met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis zijn beland in de jaren 2007,2008, 2009 en 2010. De jongeren zijn over het algemeen ‘gemiddelde’ Nederlandse jongeren. Het opleidingsniveau van de jongeren is een goede afspiegeling van het opleidingsniveau van de Nederlandse jeugd. In bijna alle gevallen zijn het autochtone jongeren, die niet behoren tot de zogenoemde ‘probleemjongere’. De gemiddelde leeftijd van jongeren die met alcoholgerelateerde problemen in het ziekenhuis worden opgenomen is 15 jaar. Van deze jongeren is de helft jongen en de helft meisje. De ouders die betrokken zijn bij de Alcoholpoli zijn over het algemeen slecht geïnformeerd over de mate van alcoholgebruik door hun kind. Ze onderschatten het gebruik en zijn dan ook erg geschrokken als hun kind met een alcoholintoxicatie in het ziekenhuis belandt. Wat ook opvalt is de geringe invloed die ouders denken te hebben op het alcoholgebruik. deze bevindingen worden ook bevestigd in het onderzoek van de Universiteit Twente in opdracht van Happy Fris (2010). De ouders staan erg positief ten opzichte van de Alcoholpoli. De houding van het medisch personeel ten opzichte van de interventie is divers. Over het algemeen is het medisch personeel blij met de Alcoholpoli, omdat men dit ziet als nazorg op het incident en de zorg door het ziekenhuis. Door de veelheid aan taken en de hectiek van de dag lukt hen niet altijd aandacht te hebben voor het probleem. 3.2 Indicatie- en contra-indicatiecriteria
Beschrijf indicatie- en contraindicatiecriteria indien van toepassing (indien van toepassing kunnen deze criteria vereist zijn voor erkenning; zie handleiding). Meld ook hoe de doelgroep wordt geselecteerd. Noem eventueel gebruikte selectie-
Er zijn geen contra-indicaties bekend. De jongeren worden door het ziekenhuis of huisartsenpost geselecteerd door het alcoholgehalte in het bloed te meten, wanneer er een vermoeden is van overmatig alcoholgebruik. Alle jongeren die Tactus ziet voldoen daarom aan het criterium voor de interventie: met intoxicatie, letsel of een ongeval door overmatig alcoholgebruik in het ziekenhuis of op de huisartsenpost belanden. In principe komen alle jongeren tot 18 jaar met alcohol in het bloed in aanmerking voor de Alcoholpoli. Uit de praktijk van de uitvoering is gebleken dat de interventie geschikt is voor zowel jongens als meisjes. Er is geen seksespecifieke aanpak nodig gebleken.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
9
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
instrumenten en vereiste scores. 3.3 Toepassing bij migranten Geef aan of de interventie uitsluitend, mede of niet bedoeld is voor (specifieke) migrantengroepen en voor welke. Geef ook aan of er speciale aanpassingen of voorzieningen voor deze groepen zijn.
De meeste jongeren van de Alcoholpoli blijken een Nederlandse achtergrond te hebben. Hoewel de interventie niet speciaal is ontwikkeld voor migranten, kan het door het individuele en op maat karakter prima aansluiten bij de wensen en behoeften van mensen met een niet Nederlandse achtergrond.
Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De interventie is niet speciaal ontwikkeld voor migrantengroepen. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: Het programma heeft geen speciale faciliteiten (zoals vertaalde schriftelijke instructies of tolken) om migrantengroepen in het bijzonder te kunnen bedienen.
4. Aanpak van de interventie 4.1 Opzet van de interventie Beschrijf de structuur en de opbouw van de interventie. Denk aan de gebruikelijke duur, indien van toepassing de frequentie en intensiteit van de contacten, de volgorde van de onderdelen, handelingen of stappen, en de setting waarin de interventie wordt uitgevoerd.
Het gehele traject van de Alcoholpoli bestaat uit een medisch traject dat geboden wordt door het ziekenhuis of huisartsenpost en een ‘Op-Maat-vroeginterventie’ door Tactus. De interventie van Tactus varieert in intensiteit afhankelijk van de risicotaxatie. Deze erkenning gaat over de (lichte) interventie door Tactus verslavingszorg genaamd ‘Alcoholpoli’. In een schema ziet dat er als volgt uit.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
10
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Het ziekenhuis of de Huisartsenpost is de 'leverancier' van de jongeren voor de Alcoholpoli. Wanneer een jongere wordt binnengebracht met alcoholgerelateerde klachten wordt dit gemeld bij de verslavingszorg. Dit gebeurt middels een fax of een specifiek telefoonnummer, bijvoorbeeld een 06-nummer. Het deeltraject Alcoholpoli dat door de verslavingszorg wordt uitgevoerd bestaat uit de volgende onderdelen: Voorbereiding, eerste gesprek (face-to-face), tweede gesprek (telefonisch of face-to-face), follow-up gesprek en afsluiting. Deze gesprekken vinden bij voorkeur plaats met jongere en ouders samen. Als de aanwezigheid van de ouders belemmerend werkt op het inventariseren van de risicofactoren, worden jongere en ouders voor dit onderdeel apart gesproken. Voorbereiding Tijdens de voorbereiding wordt informatie over de achtergronden van het incident geïnventariseerd, zoals NAW gegevens, BSN, korte beschrijving van het letsel, situatie waarin het incident heeft plaats gevonden en bloedalcoholpromillage en wordt een afspraak gepland met jongere en diens ouders. De gegevens worden genoteerd op het intakeformulier (werkblad 1) en in het elektronisch dossier. Eerste gesprek In het eerste gesprek dat altijd face-to-face is en bij voorkeur bij de ouders en jongere thuis plaats vindt, maakt Tactus Verslavingszorg met de jongere en de ouders samen een risico-inschatting voor toekomstig schadelijk alcoholgebruik. Met motiverende gespreksvoering worden jongere en ouders gemotiveerd schadelijk alcoholgebruik te stoppen en of terug te dringen. Het gesprek vindt plaats op basis van het screeningsformulier middelengebruik, (werkblad 2). Na afloop vindt rapportage in het elektronisch dossier plaats en volgt de afstemming met hoofd behandeling. Tweede gesprek In het tweede gesprek (telefonisch of face-to-face, afhankelijk van het te geven advies), geeft Tactus Verslavingszorg advies over de benodigde inzet, op basis van de risicoanalyse. De inzet is gebaseerd op de stepped-care gedachte: zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Afhankelijk van de uitkomst vindt afsluiting van de Alcoholpoli plaats (follow-up volgt nog na drie maanden) of verwijzing naar een passende interventie. Verwijzing vindt plaats op basis van een zogenaamde ‘warme overdracht’. Rapportage wordt bijgehouden in het elektronisch dossier.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
11
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Follow-up gesprek In het follow-up gesprek ongeveer drie maanden na het eerste gesprek, wordt het risico op terugval besproken en zo nodig hulp geboden bij het realiseren van het gewenste gedrag. Dit follow-up gesprek vindt telefonisch plaats. Ook dit gesprek wordt genoteerd in het elektronisch dossier. Rapportage en afsluiting Er vindt via het elektronisch dossier een rapportage plaats naar verwijzer (ziekenhuis of huisartsenpost) en de huisarts. Alcoholpoli module wordt in het elektronisch dossier afgesloten. Om de Alcoholpoli mogelijk te maken is samenwerking nodig tussen ziekenhuis en de verslavingszorg (Tactus in dit geval). Er hebben gesprekken plaats gevonden tussen Tactus en artsen in een ziekenhuis, waarin de intentie tot samenwerken en de mogelijkheden zijn besproken voor het bieden van een nazorgtraject aan jongere en ouders na een incident met alcoholgebruik. Tactus heeft in teamvergaderingen binnen het ziekenhuis een toelichting gegeven op de werkwijze van de Alcoholpoli en vraagt hier regelmatig aandacht voor door een mailtje te sturen met het verzoek de Alcoholpoli te agenderen. Ook vindt er structureel overleg plaats tussen ziekenhuis en Tactus om de samenwerking te evalueren. Tijdens scholingsbijeenkomsten voor het ziekenhuispersoneel, wordt altijd de Alcoholpoli genoemd en wordt de werkwijze toegelicht. Aanmelden jongere De interventie begint bij het ziekenhuis of huisartsenpost. Een jongere die wordt binnen gebracht met alcoholintoxicatie of letsel onder invloed van alcohol krijgt in het ziekenhuis de benodigde medische zorg. Het ziekenhuis meet het alcoholpromillage in het bloed. Tot 18 jaar is de aanwezigheid van alcohol in het bloed een reden voor doorverwijzing naar Tactus. Het ziekenhuis meldt de jongere aan bij de afdeling preventie van Tactus. De verwijzing gebeurt schriftelijk middels een verwijsbrief van de arts in het ziekenhuis. De verwijsbrief bevat naast NAW-gegevens ook het promillage en informatie over de toedracht van het incident. De jongere hoeft dan zelf niet meer contact te zoeken met Tactus. Inventariseren basisgegevens Tactus begint met het inventariseren van de benodigde gegevens (er is hiervoor een formulier ontwikkeld waarop relevante informatie verzameld wordt alvorens men op huisbezoek gaat), het aanmaken van een dossier en het maken van een afspraak met de jongere en zijn ouders. Deze activiteiten worden doorgaans door de secretaresse uitgevoerd. Risico-inschatting maken De preventiewerker van Tactus maakt een afspraak met de jongere en diens ouders voor een huisbezoek. Hier maakt zij o.a. een inschatting van het risico op herhaling van schadelijk drinken in de toekomst. De preventiewerker brengt middels motiverende gespreksvoering het alcoholgebruik in kaart en de relevante beschermende en risicofactoren voor verantwoord alcoholgebruik. Voor deze risico-inschatting wordt de Audit gebruikt aangevuld met vragen over risicofactoren en risicogroepen zoals gedefinieerd in het rapport ‘Kwetsbare Groepen’ van het IVO (Snoek, Wits e.a. 2010). Dit instrument is het Stoplichtmodel genoemd en is als bijlage opgenomen in de Handleiding en Draaiboek. Voorbeelden van risicofactoren die worden in kaart gebracht zijn genetische kwetsbaarheid (komt alcoholverslaving voor in de familie?), persoonlijkheidskenmerken (is de jongere sensatiezoekend?). Volgens Patricia Conrod (Conrod PJ, Woicik P. 2002.) lopen sommige jongeren door hun persoonlijkheid (sensatiezoekend, angstgevoelig ) meer risico op alcoholmisbruik en delinquent gedrag dan andere jongeren. Advies en interventie op maat Nadat de informatie over mate en ernst van het gebruik en de aanwezigheid van risico - beschermende factoren is verzameld wordt advies uitgebracht over de ge-
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
12
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) wenste inzet. Als het risico op herhaling klein is, dan is de inzet psyco-educatie zowel voor jongere als voor de ouder de minimale interventie. Is er sprake van een verhoogd risico, dan wordt bij de jongere het probleembesef versterkt. Hij wordt aan het wankelen gebracht en gestimuleerd en gemotiveerd iets aan zijn middelengebruik te doen. Afhankelijk van waar het probleem ligt (groepsdruk, gewoontevorming, of anderszins) wordt een lichte interventie op maat aangeboden gericht op het vraagstuk van de jongere en de doelen die jongere nastreeft. Tevens wordt ondersteuning geboden bij het realiseren van deze doelen. Als blijkt dat het alcoholgebruik dusdanig geïntegreerd is in het leven van de jongere en een lichte interventie niet meer toereikend is, dan wordt de jongere gemotiveerd een behandeltraject bij Tactus te volgen. De inhoud van dit behandeltraject valt buiten het bestek van deze beschrijving. Terugkoppeling verwijzer en huisarts Om de verwijzer en de huisarts te informeren over de geboden zorg, wordt een rapportage verzorgd. De kracht van de samenwerking binnen de Alcoholpoli De kracht van de Alcoholpoli is dat de expertise van Tactus Verslavingszorg al direct wordt ingebracht door het ziekenhuis of huisartsenpost wanneer er een relatie is tussen het incident en alcoholgebruik. Verpleegkundigen en artsen zijn prima in staat voorlichting over de risico’s van alcoholgebruik te geven als onderdeel van hun behandeling. Het heeft duidelijk een meerwaarde en voordelen Tactus in een vroeg stadium te betrekken bij de behandeling van alcoholintoxicatie of letstel onder invloed van alcoholgebruik. De voordelen zijn: Van stepped-preventie tot stepped-care Doordat Tactus de gehele zorgketen aanbiedt, is het beter mogelijk in te spelen op de behoeften van de jongere en diens ouders en daarmee getrapte zorg (stepped care) aan te bieden. Dit betekent zo licht als mogelijk en zo zwaar als nodig. Er wordt hierbij rekening gehouden met de leeftijdsfase van de jongere en de specifieke deskundigheid die is vereist om met jongeren te communiceren. Medewerkers van Tactus houden hun kennis en expertise op het gebied van jongeren en alcoholgebruik up to date, zodat op basis van de meest recente wetenschappelijke inzichten rondom de effecten van alcoholgebruik op de hersenen en de invloed van ouders op de alcoholopvoeding adviezen gegeven kunnen worden. Integrale aanpak en lokale verslavingspreventie De Alcoholpoli kan een belangrijke rol spelen in lokale verslavingspreventie. Met de werkwijze zoals beschreven in deze beschrijving is het mogelijk om een geïntegreerde aanpak van alcoholmatiging te realiseren. In samenwerking met de ziekenhuizen en huisartsenposten in een regio is te bepalen wáár het beter kan en wat specifieke risico’s zijn op gebied van alcohol en andere drugspreventie. Deze inzichten kunnen worden gedeeld met relevante partijen, die op basis hiervan preventief kunnen handelen. Als blijkt dat in een bepaalde vindplaats de regels uit de Drank- en Horecawet worden overschreden en dit resulteert in een incident voor de Alcoholpoli, dan kan de verslavingszorg deze signalen doorspelen naar andere verantwoordelijken zoals een gemeente, een discotheek, een school of een supermarkt. Ook kan de afdeling Preventie van de verslavingszorg op eigen initiatief extra inzet plegen vanuit middelen voor verslavingspreventie of in samenspraak met de gemeenten verslavingsbeleid ontwikkelen. Op deze manier wordt alcoholmisbruik integraal aangepakt . De activiteiten die hieruit kunnen voortkomen vallen echter buiten het bereik van de Alcoholpoli en zijn in deze handleiding dan ook niet nader uitgewerkt. Korte samenvatting van de opzet van de Alcoholpoli: o Jongere wordt binnengebracht binnen ziekenhuis of huisartsenpost. o Jongere krijgt medische behandeling en het bloedpromillage wordt gemeten. o Jongere wordt verwezen naar Tactus voor interventie gericht op alcoholgebruik. o Tactus voert eerst een gesprek met de ouders en jongere samen. o Vervolgens vindt er een gesprek met de jongere en ouders plaats. Hierin wordt ook de risicotaxatie uitgevoerd. o De resultaten van de risicotaxatie worden besproken en jongere en ouders krij-
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
13
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) gen psycho-eduactie en en (opvoed)tips. o Er wordt een actieplan gemaakt hoe het schadelijk alcoholgebruik terug te dringen en hoe ouders hierbij kunnen ondersteunen. o Er wordt een terugrapportage gedaan aan de verwijzer en huisarts. o Zonodig wordt omgeving (setting/gemeente) geïnformeerd over incidenten en bereikte resultaten met Alcoholpoli. Schematisch ziet het proces binnen Tactus er als volgt uit. Dit is nadat de jongere door het ziekenhuis of huisartsenpost is aangemeld:
Figuur 1 processchema binnen Tactus, nadat jongere door ziekenhuis is aangemeld 4.2 Inhoud van de interventie Wat gebeurt er concreet bij de uitvoering? Be-
De interventie is uitgebreid beschreven in het handboek getiteld: ‘Handboek Alcoholpoli’ (Tactus 2014, Gecer, Y., Thijs, A.).
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
14
Interventienummer schrijf hoe de onderdelen van de interventie worden ingevuld of uitgevoerd, zo nodig met enkele typerende voorbeelden.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Hier volgt een beschrijving van de inhoud van de interventie per onderdeel. In de toelichting per onderdeel wordt aangegeven welke activiteiten plaats vinden. Onderdelen ‘voorbereiding’ 1. Inventarisatie van informatie over het incident en NAW-gegevens. 2. Telefonisch of per brief afspraak maken voor de Alcoholpoli en zonodig motiveren. Toelichting bij ‘voorbereiding’ Ad 1: De gegevens van jongere worden via telefoongesprek met verwijzer en/of via verwijsbrief arts ziekenhuis geïnventariseerd en ingevuld in een speciaal hiervoor ontwikkeld aanmeldformulier. Ad 2: Er wordt een afspraak gemaakt voor het eerste face to face (FTF) gesprek. Middels motiverende gespreksvoering wordt geïnformeerd naar het incident en afgetast hoe het gezin op de ziekenhuisopname / SEH bezoek reageert. Bij eventuele weerstand wordt meebewogen met de weerstand zodat het gezin gemotiveerd raakt voor het Alcoholpolitraject. Bij grote bezorgdheid wordt hier kort bij stil gestaan zodat een bezorgde ouder of jongere zich gehoord voelt en gemotiveerd blijft voor het eerste FTF gesprek. Op deze manier wordt vertrouwen gewonnen. Onderdelen eerste gesprek 1 Welkom heten en introductie 2 Inventarisatie van de problematiek 3 Inschatten stadium van gebruik 4 Psycho-educatie geven en motiveren: a. Bespreken van informatie over alcohol b. Zelfonderzoek: redenen voor gebruik c. Zelfonderzoek: voor- en nadelenbalans en functie van gebruik d. Onderzoeken hulpvraag en motivatie. 5 Opvoedingsondersteuning ouders. 6 Inschatten verdere aanbod. 7 Afronden eerste gesprek. Toelichting bij onderdelen eerste gesprek Ad 1: Een open houding bij jongere en ouders wordt gecreëerd en eventuele weerstanden weggehaald. De preventieve insteek van de Alcoholpoli wordt benadrukt. Ad 2: Bij de inventarisatie van de problematiek worden vragen gesteld over het incident, aard en mate van gebruik van de jongere, risicofactoren en beschermende factoren. Op basis hiervan wordt de aard van het gebruik bepaald en wordt een inschatting gemaakt van de benodigde inzet om het schadelijk alcoholgebruik te stoppen of terug te dringen. Hierbij kan het instrument ‘ het stoplichtmodel’ dat door Tactus is ontwikkeld worden gebruikt. Dit instrument bevindt zich nog in een ontwikkelfase en zal worden doorontwikkeld en gevalideerd. Om een vertrouwensrelatie op te bouwen is het van belang te voorkomen dat het inventarisatiegesprek als een ondervraging overkomt. Ad 3: Het stadium van gebruik wordt ingeschat. Hiervoor wordt eerst informatie gegeven over de stadia van gebruik en wordt uitgelegd hoe het gebruik er in elk stadium uit ziet (zie figuur stadia van gebruik). Benadrukt wordt dat men in elk stadium kan besluiten te stoppen. Jongere en ouders worden gestimuleerd mee te denken in welke fase de jongere zit en er wordt ingegaan op wat de jongere vindt van zijn huidige gebruik. Hoe is de hoeveelheid, bij welke fase van gebruik hoort dat? Met wie en op welke momenten wordt gebruikt? De jongere wordt gestimuleerd na te denken over de gewenste verandering. Zou de jongere het gebruik willen veranderen, kunnen veranderen? En hoe ziet hij dit in de toekomst? Welke ondersteuning heeft de jongere hiervoor nodig van Tactus en van ouders. Ouders worden gestimuleerd mee te denken welke ondersteuning zij de jongere kunnen bieden bij het realiseren van de gewenste verandering. Naast het stadium van gebruik wordt ook het stadium van gedragsverandering bepaald. Dit doet men door goed te luisteren naar uitspraken die de jongere doet en de actie die nodig is hierop aan te passen. In het werkblad ‘stadia van gedragsverandering’ wordt uitleg gegeven over de stadia
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
15
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) van gedragsverandering en worden voorbeelden van uitspraken besproken in een bepaalde fase en de benodigde actie van de begeleider hierop. Ad 4: Jongere en ouders worden Psycho-educatie gegeven, waarbij aangesloten wordt op de aanwezige kennis. Ouders spelen een belangrijke rol in het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik. Er wordt geobserveerd hoe de rolverdeling en houding naar elkaar toe is en er wordt doorgevraagd naar de communicatie over alcoholgebruik in het gezin. Welk regels zijn er ten aanzien van gebruik? Deze informatie kan later gebruikt worden bij het onderdeel opvoedingsondersteuning ouders. a. Er wordt informatie gegeven over de risico’s van alcohol op de gezondheid, de invloed van alcohol op het gedrag. Deze informatie wordt niet docerend gegeven, maar op een informele wijze, waarbij veel illustraties en werkvormen zoals een quiz, of een hersenscan. Er wordt inzicht bijgebracht in eigen alcoholgebruik en de effecten ervan op het gedrag van de jongere. b. De jongere wordt aangezet tot nadenken over redenen voor gebruik en welke positieve effecten en negatieve effecten dit alcoholgebruik heeft. c. De jongere wordt aangezet tot nadenken over de voor- en nadelen en functie van gebruik. Hierbij wordt een voor- en nadelenbalans opgemaakt. d. De hulpvraag en motivatie wordt onderzocht door te vragen wat de jongere zou willen met het alcoholgebruik. De jongere wordt gemotiveerd afspraken met ouders en zichzelf te maken over frequentie, hoeveelheid en mate van alcoholgebruik . Ad 5: Opvoedingsondersteuning ouders: Ouders krijgen adviezen en opvoedtips ten aanzien van alcoholgebruik, zoveel mogelijk aangepast aan de gezinssituatie. Tips en handvatten hoe men kan ondersteunen bij het stoppen of minderen en het stellen van regels worden besproken. Tevens is er aandacht voor het versterken van overige beschermende factoren waar bij dit gezin aandacht aan zou kunnen worden besteed. Er worden interessante websites, folders etc doorgegeven en zonodig wordt een vervolgaanbod opvoedingsondersteuning zoals Triple P aangeboden. Ad 6: De jongere wordt een voorlopig advies worden gegeven over een verder aanbod dat past bij de geïnventariseerde problematiek. Daarbij wordt gelet op: De aard en omvang van het gebruik (fase, hoeveelheid, frequentie en functie). De aard van overige problematiek (aanwezigheid risicofactoren). De hulpvraag en motivatie van de jongere. Aard van gebruik
hulpvraag
Experimenteel
Nee
Overige problematiek en/of risicofactoren nee
Experimenteel
nee
Ja
Beginnend problematisch Beginnend problematisch
nee
nee
nee
ja
problematisch
ja
nee
problematisch
nee
ja
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
Advies aan jongere en ouders
Eenmalig gesprek: psychoeducatie en (opvoed)tips en handvatten voor het stoppen. Verwijzen naar overige instanties. Psycho-educatie en (opvoed)tips en handvatten voor het stoppen. Informeren over extra risico alcoholgebuik gezien de overige problematiek. Vervolgaanbod om te motiveren te stoppen of te minderen. Vervolgaanbod om te motiveren te stoppen of te minderen en motiveren voor overige hulpverlening. Verwijzen en toeleiden naar verslavingshulpverlening. Psycho-educatie en (opvoed)tips en handvatten voor het stoppen. Motiveren tot verslavingshulpverlening en/of verwijzen naar
16
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) overige hulpverlening. Psychoeducatie en (opvoed)tips en handvatten voor het stoppen. Informeren over extra risico alcoholgebruik gezien de overige problematiek. Ongeacht het advies voor vervolg, er wordt altijd psycho-educatie en (opvoed)tips en handvatten voor het stoppen en/of minderen gegeven. Ad 7: Afronden eerste gesprek: De bevindingen van het gesprek worden besproken en er wordt uitgelegd dat deze bevindingen intern met het team zullen worden besproken. Daar komt vervolgens een advies uit. Dit advies wordt in een adviesgesprek teruggekoppeld aan het gezin door de Tactus medewerker die het gesprek heeft gedaan. Afhankelijk van het advies kan het adviesgesprek telefonisch (bij afsluiting) of mondeling (als er een vervolgtraject geadviseerd wordt) worden gedaan. Onderdelen tweede gesprek 1 Telefonische terugkoppeling advies vervolgaanbod. 2 Persoonlijke bespreking advies vervolgaanbod. Toelichting bij onderdelen tweede gesprek Ad 1: Het tweede gesprek vindt of telefonisch of face to face plaats. Het gegeven advies wordt altijd voorgelegd aan een eindverantwoordelijke (hoofd behandelaar). Als de interne check of casusbespreking aanleiding geeft voor een andere interventie dan alleen psycho-educatie en advisering dan wordt dit als advies meegegeven. Alle adviezen die afwijken van de eerste bevindingen op basis van het gesprek vinden face to face plaats. Blijft het advies na het eerste gesprek ongewijzigd, dan kan worden volstaan met een telefonische terugkoppeling. Ad 2: Persoonlijke bespreking advies vervolgaanbod. In een face-to-face-gesprek wordt aangegeven dat uit een interne bespreking gebleken is dat een aanvullende interventie noodzakelijk wordt geacht, omdat de kans op herhaling van schadelijk alcoholgebruik aanwezig is en wat deze aanvullende interventie inhoudt. Zorg voor een warme overdracht bij degene die de vervolginterventie gaat uitvoeren. Onderdelen Follow-up gesprek 1 Telefonisch gesprek over terugvalpreventie. Toelichting bij Follow-up gesprek Ad 1: Na circa drie maanden vindt er een telefonisch gesprek plaats om na te gaan hoe het gaat met het voornemen te stoppen of te minderen en welke hulp en ondersteuning men hierbij nodig is en wordt dit zonodig in gang gezet. Onderdelen Rapportage en afsluiting 1 Rapportage aan verwijzer en huisarts Toelichting bij Rapportage en afsluiting Ad 1: Er wordt een rapportage aan verwijzer en de huisarts geschreven. Soms duikt een jongere op tijdens een andere activiteit van Tactus Preventie. Een goede interne registratie is dan helpend om een juiste inschatting te maken van de hulp die dan nodig is. Onderdelen samenwerking met het ziekenhuis (vallen buiten deze beschrijving) 1 Samenwerkingsovereenkomst 2 Trainen werkwijze en aanpak Alcoholpoli Toelichting bij samenwerking met het ziekenhuis Ad 1: Zowel de afdeling kindergeneeskunde als de afdeling SEH zijn in eerste in-
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
17
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) stantie belangrijk in het starten van de Alcoholpoli samen met verslavingszorg. Nadat er contact is gelegd en de intentie tot samenwerking is uitgesproken kan men over gaan tot het formaliseren van de samenwerking middels een samenwerkingsovereenkomst. Ad 2: Het protocol Alcoholpoli zoals overeengekomen moet vervolgens bekendheid krijgen bij alle betrokkenen. Door middel van een korte presentatie van 30-60 minuten kan het belang en het protocol overlegd worden.. Bij voorkeur gebeurt dit in een teamvergadering, omdat de tijdsinvestering dan geringer is. Van belang is om de Alcoholpoli blijvend onder de aandacht te houden door regelmatig terug te komen en informatie terug te koppelen van de jongeren die zijn doorverwezen. Zie verder de handleiding en draaiboek dat als bijlage is meegezonden.
5. Materialen en links Welke materialen zijn er en waar zijn deze verkrijgbaar? Noem ten minste de Nederlandse handleiding. Noem ook eventuele links naar relevante websites, rapporten of andere relevante bestanden. Vermeld eventueel ook of er aparte materialen zijn voor migranten en zo ja welke.
De volgende materialen zijn beschikbaar: o Handleiding en Draaiboek Alcoholpoli met complete beschrijving van aanmelding tot verwijzing naar behandeling of externen, screenings-instrument en communicatieplan. o Folder Alcoholpoli voor jongeren en ouders o Factsheet (Tactsheet) met evaluatiegegevens 2010 en 2011 voor professionals van ziekenhuizen en huisartsenposten.
B. Onderbouwing van de interventie 6. Verantwoording: doelgroep, doelen en aanpak Geef aan hoe probleemanalyse, doel, doelgroep en methodiek op elkaar aansluiten. In uw betoog moet antwoord gegeven zijn op de volgende vragen (zie ook de handleiding bij dit werkblad): Probleemanalyse Wat zijn de factoren (determinanten) die het probleem beïnvloeden? Onderbouw dit met theorieën en/of onderzoeksliteratuur, een redenering (ratio) of een visie. Als
Onderbouwing in relatie tot probleemanalyse Er zijn verschillende factoren te noemen die kunnen verklaren waarom jongeren overmatig alcohol gebruiken. Deze factoren kunnen worden verdeeld in factoren die te maken hebben met het individu, met de sociale omgeving en met de maatschappelijke omgeving (ITJ, 2011). Individuele factoren - Puberteit: de puberteit zelf een is belangrijk risicofactor. Door de onvolledige rijping van de hersenen zijn een aantal cognitieve en sociale vaardigheden onvoldoende ontwikkeld die nodig zijn om goed te kunnen inschatten en overzien wat de gevolgen kunnen zijn van riskant gedrag. Samen met het gelijktijdig optredende losmakingproces als belangrijke stap naar volwassen worden, verklaart dit voor een deel de drang van jongeren om riskant gedrag, waaronder alcoholgebruik te vertonen. - Genetische aanleg: Verschillende soorten genen spelen een rol in de erfelijkheid van schadelijk alcoholgebruik. Erfelijkheid bepaalt naar schatting tussen de 50% en 60% van het risico op alcoholafhankelijk (RIVM, 2013). Zo hebben kinderen van alcoholafhankelijke ouders een verhoogde kans op het ontwikkelen van verslaving (Velleman, 2005) - Cognities/cognitieve factoren: kennis over de schadelijkheid van alcohol voor jonge hersenen, de houding ten opzichte van alcohol en gewoontevorming spelen een rol bij alcoholgebruik (Petriatis 1995).
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
18
Interventienummer u hiervoor gebruik maakt van een algemene theorie over gedragsverandering, maak dan aannemelijk dat deze van toepassing is op het probleem. Geef aan hoe deze factoren met elkaar samenhangen. Noem oorzakelijke, risico-, instandhoudende, verzachtende en /of beschermende factoren. Beïnvloedbare factoren Welke factoren zijn beïnvloedbaar? Laat dit alles zien met theorie/ studies of voorbeelden. Op welke veranderbare factoren richt de interventie zich? Verbinding probleemanalyse, doel, doelgroep en aanpak Kan het doel met de gekozen aanpak worden bereikt? Maak dit aannemelijk aan de hand van studies en /of ervaringen. Laat zien dat de doelgroep aansluit bij de probleemanalyse. Werkzame factoren /mechanismen Wat zijn de werkzame factoren /mechanismen? Welke elementen mogen bij aanpassing van de interventie niet ontbreken? Verantwoording Voor de verantwoording kan gebruik worden gemaakt van Nederlands en /of interna-
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
-
-
-
Startleeftijd alcoholgebruik: Hoe jonger men begint met alcohol drinken, hoe groter het risico op het ontwikkelen van probleemdrinken en alcoholafhankelijkheid op latere leeftijd (Larsman et al., 2012). Ouders kunnen een belangrijke rol hebben in het uitstellen van de startleeftijd door strikte alcoholregels en toezicht op naleving daarvan. Voor de jongeren van Alcoholpoli is het uitstellen van de startleeftijd helaas een gepasseerd station. Psychische kenmerken: Jongeren die bepaalde psychische kenmerken hebben zoals impulsiviteit, sensatiezoekend gedrag of angstgevoeligheid hebben een hoger risico om verslaving te ontwikkelen. (Knutsch, 2004, Conrod, 2002). Psychische stoornissen: Psychische stoornissen en gedragsstoornissen spelen een rol in overmatig alcoholgebruik (Knight et al., 2009).
Sociale omgevingsfactoren - Opvoedstijl ouders: Een steunende opvoedstijl (responsief, ondersteunend, warm) heeft geen enkel effect op alcoholgebruik van jongeren. Een controlerende opvoedstijl (supervisie, regels, afspraken) werkt preventief op zwaar drinken. (Engels en van der Vorst, 2006). - Voorbeeldgedrag: Als ouders regelmatig en veel drinken, is de kans groter dat kinderen op jonge leeftijd gaan drinken en meer gaan drinken in de toekomst. Veel jongeren beginnen thuis, samen met hun ouders, te drinken. Drinkende ouders stellen minder regels, hebben minder vertrouwen in hun aanpak, onderschatten vaak wat hun kinderen drinken. Het blijkt echter dat alle ouders (ook drinkende ouders) iets kunnen doen om te voorkomen dat hun kinderen vroeg en veel gaan drinken. (Engels, van der Vorst 2006). - Ingrijpende gebeurtenis in gezinssituatie: Bij een ingrijpende gebeurtenis in de gezinssituatie zoals echtscheiding, overlijden en conflicten binnen het gezin kunnen jongeren hierop reageren met bingedrinken. Dit wordt uiteraard mede bepaald door persoonlijkheidsfactoren (Van de Crucht, 2013). - Sociale invloed van vrienden en groepsdruk: Ouders hebben invloed op het uitstellen van de startleeftijd, vrienden hebben later meer invloed, als jongeren al begonnen zijn met alcohol en ook buitenshuis op feestjes en in het uitgaansleven gaan drinken. Drinken wordt door jongeren gezien als stoer en goed voor je imago. Je hoort erbij als je drinkt, je bent een watje als je dat niet doet. Een jongere wil niet anders zijn of zich anders gedragen dan zijn vrienden, wil erbij horen en als de rest drinkt, drinkt hij dus ook: hij durft of wil geen nee zeggen (Knutsche et al., 2004, Courtney, et al., 2009, ITJ, 2011). Maatschappelijke factoren - Maatschappelijke norm: De laatste jaren is het alcoholgebruik steeds normaler geworden. De maatschappelijke norm voor het drinken worden bepaald door persoonlijke ervaringen met alcohol, de wijze waarop in de media wordt bericht over alcohol, reclame, prijs en voorlichting (Bovens, 2010). - Prijs: Hoe lager de prijs is, hoe meer er wordt gedronken (ref, wagenaar et al., 2009). Dit hangt mede af van hoeveel iemand te besteden heeft. Jongeren hebben over het algemeen veel te besteden. (Nibud, 2008). - Beschikbaarheid: Hoe gemakkelijker het is om aan alcohol te komen, hoe groter de motivatie is om te drinken en hoe meer er wordt gedronken (Van Hoof, 2010). - Mate van toezicht en (sociale) controle: De reactie op het alcoholgebruik door ouders/opvoeders en belangrijke naasten zoals scholen, sportclubs, alcoholverstrekkers bepaalt de mate waarin wordt gedronken (Knibbe et al., 2005). Welke factoren worden beïnvloed met deze interventie? Niet alle hierboven genoemde factoren zijn te beïnvloeden met deze interventie. Uit een in 2013 uitgevoerd dossieronderzoek naar de factoren waarop Alcoholpoli zich richt (van Cruchten), blijkt dat vooral de factoren die te maken hebben met de rol van de opvoeding en met de rol van cognities/ cognitieve factoren van de jongere worden beïnvloed. Hieronder worden ze nader toegelicht. Rol van de opvoeding De meeste kinderen drinken hun eerste glas alcohol thuis in het bijzijn van hun ouders.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
19
Interventienummer tionaal onderzoek naar de theorie achter de interventie, naar onderdelen van de interventie en /of naar soortgelijke interventies, en van onderzoek naar buitenlandse versies van de interventie.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Ouders zijn vaak niet op de hoogte van de gevaren van alcoholgebruik en ze onderschatten de hoeveelheid alcohol die hun kind drinkt. Ze onderschatten in het algemeen ook hun invloed op het drinkgedrag van hun kind. Het blijkt dat ouders die het juiste voorbeeld geven en verantwoord gedrag laten zien ten aanzien van het alcoholgebruik de kans op het schadelijk drinken van hun kind verminderen (Knutsche et al., 2004, Velleman et al., 2005). Ouders die op een prettige manier kunnen praten over alcohol, waarbij zij dicht bij de belevingswereld van jongeren blijven, niet meteen afwijzend zijn, op een respectvolle manier reageren naar hun kind verminderen de kans op schadelijk alcoholgebruik. Verder is het stellen van goede realistische regels over het gebruik van alcohol en een verantwoorde houding van de ouders tegenover alcohol zijn van invloed op schadelijk alcoholgebruik (Knight et al., 2009, Rozin, 2011, van der Vorst, et al.,2005). De interventie richt zich op het vergroten van de kennis over deze factoren. Daarnaast leert de interventie ouders dat een duidelijke opvoedstijl, met daarin het verbieden van drinken tot 18 jaar en toezicht op het naleven van deze regels, maakt dat jongeren minder drinken. Een andere factor die aan bod komt is de beschikbaarheid van alcohol in huis: hoe meer beschikbaar hoe makkelijker jongeren dit pakken. Ook speelt het voorbeeldgedrag een rol: als ouders zelf vaak (veel) alcohol drinken is het voor de jongere logisch dit ook te doen. Rol van de cognities/cognitieve factoren Met de interventie worden jongeren zich bewust van de risico's van alcoholgebruik en de gevolgen voor de hersenen. Jongeren zijn zich bewust van de functie van het overmatig drankgebruik. Ze weten hoeveel ze drinken en wat de gevolgen daarvan zijn en betrekken deze informatie op zichzelf. Ze zien de relatie tussen hun persoonlijkheid en de gevoeligheid om een verslaving te ontwikkelen. Ze zijn zich bewust van de invloed van hun vrienden op de hoeveelheid die zij drinken. Onderbouwing in relatie tot de aanpak De aanpak in de Alcoholpoli is gebaseerd op psycho-educatie en motiverende gespreksvoering. Motiverende Gespreksvoering Motiverende gespreksvoering is een veelgebruikte interactieve gespreksmethode waarbij op een respectvolle en niet veroordelende manier gewerkt wordt aan verandering en waarbij cliënten worden gestimuleerd hulp te zoeken voor hun problemen of om hun ongezonde levenswijze aan te pakken (Miller en Rollnick, 2007). Uit onderzoek, vooral in de verslavingszorg, blijkt dat motiverende gespreksvoering effectief is bij allerlei verslavingen. Een empathische en motiverende houding van hulpverleners zorgt ervoor dat cliënten actiever betrokken zijn bij de behandeling die zij krijgen aangeboden. Hierdoor boekt de hulpverlener betere resultaten. Na een training kunnen hulpverleners motiverende gespreksvoering vrij gemakkelijk in hun bestaande werkwijze inpassen. Zelfs een kleine ‘dosis’ motiverende gespreksvoering heeft vaak al een positief effect op de cliënt. (Bartelink, C., 2013). De kern van deze benadering is dat mensen gaan inzien dat zij een probleem hebben en gemotiveerd raken om dit aan te pakken. Motivatie verwijst naar een innerlijke staat die een persoon aanzet tot het verrichten of nalaten van bepaalde gedragingen. In de Alcoholpoli is verandering een thema voor zowel ouders als jongere, ouders in verband met de opvoeding, jongere in verband met het alcoholgebruik zelf. Door empathisch in gesprek te gaan, mee te bewegen met weerstand, persoonlijke effectiviteit te vergroten en discrepantie te ontwikkelen worden ouders en jongere aan de hand meegenomen door het veranderproces. In het gesprek met de ouders wordt motiverende gespreksvoering gebuikt met als doel het geven van informatie over de risico’s van alcohol en de rol van opvoeding. Deze is praktisch en afgestemd op de gezinssituatie. Ouders worden geïnformeerd over de Alcoholpoli, zij worden zich bewust van de fysieke, genetische en sociale effecten van alcoholgebruik bij kinderen. Deze kennis kan in één gesprek worden aangeleerd. Wanneer ouders behoefte hebben aan meer informatie en het aanleren van vaardigheden, kunnen ze een oudercursus, homeparty of Triple-P interventie volgen. Het gesprek in de interventie wordt volgens de richtlijnen van motiverende gespreksvoe-
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
20
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) ring niet moraliserend of veroordelend gedaan, maar de jongeren en de ouders worden actief uitgenodigd om na te denken over het eigen alcoholgebruik. Dit moet ervoor zorgen dat de jongere in de toekomst verantwoorde keuze maakt met betrekking tot het alcoholgebruik en ouders leren regels te stellen en meer toezicht te houden. Psycho-educatie Psycho-educatie is een methodiek waarbij mensen wordt geleerd om te gaan met hun vraagstuk door het verwerven van kennis, vaardigheden in de omgang, meer zelfvertrouwen en door psychologische verwerking van het vraagstuk. In de Alcoholpoli is het vraagstuk het incident (alcoholintoxicatie of alcoholgerelateerd letsel) door alcoholgebruik. Wanneer ervoor wordt gezorgd dat de persoon voldoende kennis heeft over de effecten van alcohol en zich bewust wordt van zichzelf en zijn gedrag, lijkt dit de kans op overmatig drinken te verminderen (Bovens, 2009). Bovendien zijn dit factoren die beïnvloedbaar zijn (Verdurmen et al., 2006). Psycho-educatie houdt in dat de patiënt mondeling en schriftelijk (in begrijpelijke taal) wordt geïnformeerd over de aandoening, mogelijke oorzaken, symptomen, behandelmogelijkheden en het te verwachten verloop van de aandoening. Bij psycho-educatie komen onder andere de volgende onderwerpen aan bod: vergroten van de kennis over de ‘ziekte’; de kans op een terugval verkleinen, leren zo goed mogelijk te functioneren met de ziekte en het verwerkingsproces. Er wordt aandacht besteed aan leefstijl, zelfmanagement en (begeleide) zelfhulp. Ook wordt beter duidelijk welk gedrag een negatief effect sorteert en welk gedrag juist een positieve invloed kan hebben. Behalve een goed ziekte-inzicht biedt psycho-educatie betrokkenen een kader dat toepassing van de opgedane kennis mogelijk maakt en ruimte biedt voor de verwerking gevoelens. Psycho-educatie wordt zowel individueel als in groepsverband gegeven. Het contact met lotgenoten is vanwege herkenning en steun van grote meewaarde. Psychoeducatie geeft in de Alcoholpoli de jongeren en hun ouders theoretische en praktische ondersteuning in het omgaan met het alcoholgebruik. De educatie gaat vaak hand in hand met doelen, die erop gericht zijn de communicatie tussen te verbeteren of via de training van vaardigheden ertoe bij te dragen dat de jongere in kwestie minder vaak terugvalt. Uit verschillende studies naar de effectiviteit van psycho-educatie blijkt dat enkel kennisof informatieoverdracht nauwelijks effect heeft op gedragsverandering. Voor alternatief gedrag is motivatieontwikkeling nodig. Motivatie komt echter niet alleen voort uit cognities, maar ook de eigen emoties ten aanzien van dat gedrag en de evaluatie van de eigen toestand speelt daarbij een belangrijke rol. ( Van der Stel, 2003). In de Alcoholpoli stimuleren we jongeren tot adequaat alcoholgedrag. Hierbij hebben we aandacht voor de emoties en de motivatie. Vragen die aan de orde komen zijn: welke gedachten heeft de jongere over het alcoholgebruik, wat wil de jongere zelf ten aanzien van alcoholgebruik en waarom wil hij dat, waarom drinkt de jongere en wat weerhoudt de jongere ervan iets anders te doen? In de Alcoholpoli trainen we jongeren in nieuwe vaardigheden en sluiten daarbij nauw aan op hun intenties, omdat dit de kans op succes vergroot. We sluiten zo goed mogelijk aan bij datgene wat de betrokkenen al wél kunnen. Het is juist deze mix van psycho-educatie en motiverende gespreksvoering die maakt dat de Alcoholpoli een goede aanpak is voor het probleem van alcoholintoxicatie . In de tabel hieronder wordt aangegeven op welke wijze de te beïnvloeden factoren in de aanpak zijn verwerkt. Determinant
Subdoel
Methodiek
In interventie
Ouders kennen de
Mbv Kennisquiz en
Tijdens eerste bij-
Rol opvoeding: Kennis over risico’s
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
21
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
en gevolgen alcohol risico’s van alcohol voor de hersenen
Ouders kennen de risico’s op verslaving en de beschermende factoren
'Hersenscan' informatie geven over risico’s van alcohol voor lichaam en hersenen. Inventarisatieinstrument (bijlage 5 uit handboek) wordt als leidraad gebruikt voor inventarisatie en informatie over beschermende- en risicofactoren, waaronder persoonskenmerken. Inschatten 'stadium van gebruik' om gewenste verandering vast te stellen.
Voorbeeldgedrag
Ouders zijn zich bewust van invloed hun voorbeeldgedrag op drinken. Ouders zijn bereid de beschikbaarheid van alcohol thuis te beperken.
Opvoedvoedstijl/communicatie
Ouders zijn zich bewust dat zij alcoholgebruik onderschatten. Ouders zijn zich bewust dat zij wel invloed hebben op het alcoholgebruik
Alcoholregels
Ouders zijn zich bewust dat strenge alcoholregels stellen helpt. Ouders nemen zich voor het drinken te verbieden.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
eenkomst, mbv werkblad 3 en werkblad 4 uit Handboek. Risico- beschermende factoren: Tijdens eerste bijeenkomst, mbv bijlage 5 uit Handboek
Stadium van gebruik: Eerste bijeenkomst; Tijdens eerste vbijeenkomst , zie Onderdeel 3,4 uit Handboek.
Er worden mbv informatieblad ‘Opvoedtips’ (werkblad 7) opvoedingsondersteuning gegeven met speciale aandacht voor regels stellen, voorbeeld gedrag, communicatie, naleving van de regels en beschikbaarheid alcohol.
Eerste bijeenkomst werkblad 7.
Er worden mbv informatieblad ‘Opvoedtips’ (werkblad 7) opvoedingsondersteuning gegeven met speciale aandacht voor regels stellen, voorbeeld gedrag, communicatie, naleving van de regels en beschikbaarheid alcohol.
Eerste bijeenkomst werkblad 7
Er worden mbv informatieblad ‘Opvoedtips’ (werkblad 7) opvoedingsondersteuning gegeven met speciale aandacht voor regels stellen,
Eerste bijeenkomst werkblad 7
22
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Ouders nemen zich voor toe te zien op het naleven van de regels.
voorbeeld gedrag, communicatie, naleving van de regels en beschikbaarheid alcohol.
Ouders accepteren verdere (opvoed)hulp indien nodig Rol cognities jongere Kennis over risico’s en gevolgen alcohol
Jongeren kennen de risico’s van alcohol voor de hersenen Jongeren kennen de risico’s op verslaving
Houding
Jongeren zijn zich bewust dat alcohol ook nadelen kent.
Mbv Kennisquiz en 'Hersenscan' informatie over alcohol en lichaam. Inventarisatieinstrument (bijlage 5 uit handboek) wordt als leidraad gebruikt voor inventarisatie en informatie over beschermende- en risicofactoren, waaronder persoonskenmerken.
Tijdens eerste bijeenkomst, mbv werkblad 3 en werkblad 4 uit Handboek. Risico- beschermende factoren: Tijdens eerste bijeenkomst, mbv bijlage 5 uit Handboek
Voor- en nadelenba- Tijdens eerste bijeenkomst mbv lans wordt opgewerkblad 5 uit maakt Handboek.
Jongeren zijn bereid Voor- en nadelenba- Tijdens eerste bijkritisch te kijken lans en uitleg stadia eenkomst mbv bijnaar hun drinkgelage 5. van gebruik. Aard drag en omvang alcoholgebruik is middels Jongere is zich inventarisatie inbewust van zijn risico op verslaving strument (bijlage 5 uit Handboek) ingeschat.
persoonlijkheidskenmerken
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
Jongere is bereid hulp te accepteren indien nodig
Tijdens tweede bijeenkomst en Inzicht geven in huidig stadium van verder. gebruik. Inschatten stadium van gebruik mbv werkblad 6 ‘stadia van gebruik’ uit Handboek.
Jongeren zijn zich bewust van de relatie tussen overmatig alcoholgebruik en
Middels inventarisa- Tijdens eerste bijtie instrument wor- eenkomst mbv bijden risicofactoren lage 5. waaronder persoon-
23
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
hun persoonlijkheid
lijkheidskenmerken geïnventariseerd en teruggekoppeld aan jongere
Invloed vrienden
Jongeren zijn zich bewust van de invloed van vrienden op hun drinkgedrag.
Inzicht geven in rol Tijdens eerste bijvrienden op het eenkomst mbv bijdrinkgedrag en lage 5 incident. Dit wordt geïnventariseerd middels inventarisatie instrument.
Gedrag
Jongeren zijn bereid Is einddoel van te stoppen met drin- interventie. Motiveken rende gespreksvoering en psychoeducatie worden als methodiek in de gehele interventie ingezet.
Eerste bijeenkomst, tweede bijeenkomst en nazorggesprek
Werkzame elementen in de Alcoholpoli De Alcoholpoli is dusdanig opgezet dat met minimale inzet maximaal effect bereikt kan worden. In principe zijn alle onderdelen gericht op de opvoeding en de cognities zoals hierboven beschreven van groot belang en noodzakelijk om het gewenste effect te bereiken. Deze elementen mogen daarom niet ontbreken in de interventie.
7. Samenvatting onderbouwing Beschrijf in één tot drie zinnen het verband tussen probleem, doelgroep, doel en methode.
Onverantwoord omgaan met alcohol is een groeiend probleem. Dit blijkt uit cijfers van ziekenhuizen, waar regelmatig jongeren worden binnengebracht met alcoholintoxicatie of letsel welke gerelateerd is aan alcoholgebruik. We veronderstellen daarbij dat de jongere voorafgaand aan het incident geen of een matig (probleem)bewustzijn heeft met betrekking tot het eigen alcoholgebruik. Na het incident is dit (probleem) bewustzijn over het algemeen wel ontwikkeld. In de Alcoholpoli wordt dit aangegrepen om de jongere positief te bekrachtigen en te motiveren te stoppen met drinken. Door het veranderen van de kennis en houding van de jongere en de balans op te maken van de voor- en nadelen, neemt de jongere een besluit ten opzichte van zijn eigen alcoholgebruik en denkt de jongere na hoe zijn besluit te realiseren. Bij dit alles zijn motiverende gespreksvoering en psycho-educatie belangrijke instrumenten. Niet alleen de jongere zelf (attitude en zelf-controle), maar vooral ook de ouders spelen een grote rol in het terugdringen van schadelijk alcoholgebruik. Zij kunnen door het stellen van strenge regels stellen (het drinken verbieden), het geven van het goede voorbeeld en toezien op de naleving van de regels, het alcoholgebruik terugdringen.
C. Overdraagbaarheid 8. Randvoorwaarden voor uitvoering en kwaliteitsbewaking Welke eisen zijn er ten aanzien van opleiding, training, certificering, licenties en/of supervisie van de uitvoerend werkers? Beschrijf deze randvoorwaarden
8.1 Eisen ten aanzien van opleiding Gezien de inhoud van de interventie wordt gekozen voor trainers of behandelaren (preventiewerkers of maatschappelijk werkers) uit Tactus met een HBOachtergrond. Naast kennis van middelen en middelengebruik beschikken zij over vaardigheden voor het omgaan met jongeren en ouders uit verschillende sociale lagen en culturele achtergronden. Daarnaast hebben zij kennis van motiverende gespreksvoering, aangezien zij regelmatig situaties zullen tegen komen waarbij de jongere niet gemotiveerd is minder te drinken. De werkers dienen een open en
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
24
Interventienummer voor de toepassing. Meld indien van toepassing: Er zijn geen specifieke eisen voor de uitvoering en begeleiding van de uitvoerend werkers.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) niet-moraliserende houding te hebben. Ook wordt van hen verlangd dat zij kunnen werken met jongeren in de leeftijdsklasse van 12 tot 18 jaar. Ze worden allen getraind in het op de juiste wijze uitvoeren van de interventie. De uitvoerend medewerkers staan onder supervisie van een hoofd behandeling (in de praktijk is dit een GZ-psycholoog), zodat gegarandeerd is dat men de juiste inschatting maakt t.a.v. het probleem en de juiste zwaarte van de interventie inzet. Er is structureel overleg tussen de uitvoerend medewerkers en het hoofd behandeling. Dit overleg is via de mail of via een casusoverleg. Als het om een eenvoudige casus gaat, dan stuurt de uitvoerend medewerker na het eerste FTF gesprek een mailtje naar het hoofd behandeling en vraagt feedback op de inschatting die gemaakt is op basis van de gegevens in het dossier. Betreft het een complexe casus dan kan worden aangeschoven bij het wekelijkse casusoverleg onder leiding van het hoofd behandeling. De uitvoerend medewerker kan op eigen initiatief hier aanschuiven om de casus voor te leggen of hiervoor worden uitgenodigd op basis van het dossier. Eisen die aan de uitvoerder van de Alcoholpoli worden gesteld zijn: Inhoudelijk deskundig zijn op het gebied van alcohol in combinatie met jongeren en hun ouders. Kennis up to date. Kennis en informatie op een toegankelijke manier kunnen overbrengen. Betrokken en nieuwsgierig zijn naar de doelgroep (jongeren en ouders) Veilig en open klimaat creëren. Op de hoogte zijn van het gehele traject Alcoholpoli. Aansluiten bij de belevingswereld van de jongere en ouders, ook al wijken hun opvattingen af van die van de uitvoerder. o Motiverende gespreksvoering kunnen toepassen:Een niet moraliserende houding hebben. o Met weerstand kunnen omgaan o Persoonlijke effectiviteit signaleren en benoemen
Is er voor de overdracht van de interventie een handleiding of protocol? Zijn er eerdere ervaringen waaruit blijkt dat de interventie overdraagbaar is?
8.2 Eisen ten aanzien van overdrachten implementatie Er is een naast een projectplan ook uitgebreide’ Handleiding en Draaiboek’ van de interventie beschikbaar. Deze omvat naast een beschrijving van het proces voor de Alcoholpoli, ook een draaiboek voor het eerste face-to-face gesprek waarin de screening plaats vindt, het screeningsinstrument en tips om de implementatiekansen voor een dergelijke interventie te vergroten. Een training van ca 3 uur voor uitvoerenden in de verslavingszorg is ontwikkeld, zodat (toekomstige) uitvoerenden de inhoud van het traject leren kennen en leren werken met het draaiboek.
Meld indien van toepassing: Er is geen handleiding of protocol voor overdracht of implementatie.
De interventie is overdraagbaar aan de afdelingen preventie van de verslavingszorg in Nederland. De meeste preventiewerkers voldoen aan de eisen voor uitvoering van de interventie.
Hoe wordt de kwaliteit van de interventie beoordeeld en bewaakt? Denk bijvoorbeeld aan registratie van activiteiten en resultaten. Meld indien niet bekend of niet van toepassing: De wijze van kwaliteitsbewaking
8.3 Eisen ten aanzien van kwaliteitsbewaking De kwaliteit en voortgang van de interventie wordt bewaakt door overleggen tussen de uitvoerende en het hoofd behandeling. De resultaten en activiteiten worden geregistreerd in een systeem , waardoor het mogelijk is in te zien wat de vraag was en welke interventie men heeft aangeboden. Hiervoor zijn de uitvoerenden getraind in het registreren en het rapporteren aan verwijzer (ziekenhuis en huisartsenpost) en huisarts. Er zal steeds in samenwerking met opleidingsinstituten deelstudies worden verricht. In 2012 vond er een evaluatieonderzoek naar het gebruikte screeningsinstrument plaats. In 2013 vond onderzoek plaats naar de determinanten en de doelgroep van de Alcoholpoli. Verderop in deze beschrijving wordt nader ingegaan op de resultaten van dit onderzoek. Jaarlijks wordt een overzicht gegeven van de bereikt jongeren, de leeftijden, de
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
25
Interventienummer
wordt bepaald door de uitvoerder.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) promillages, de aangeboden vervolgtrajecten etcetera. Deze gegevens worden teruggekoppeld aan ziekenhuizen, gemeenten en andere belangstellenden. 8.4 Kosten van de interventie
Wat zijn de kosten van de uitvoering? Noem zo mogelijk kosten van licentie, materiaal, trainingen, kwaliteitsbewaking, Vermeld het jaartal waarvoor de prijzen gelden. Noem ook de tijdinvestering van betrokken professionals (uitvoering en coördinatie). Meld indien van toepassing: Er zijn bij deze interventie geen gegevens bekend over de kosten en /of de tijdsinvestering van professionals.
De kosten voor het ziekenhuis en het uitvoeren van de interventie door Tactus worden betaald uit de reguliere ziektekostenverzekering van de jongere/ouders. Hiervoor is het polisnummer van de verzekerde nodig. Tot 18 jaar worden kinderen op de polis van de ouders meeverzekerd en worden deze kosten dan ook daar gedeclareerd. Daarnaast zijn er kosten gemoeid met het opstarten van de interventie. Hierbij gaat het om het schrijven van projectplannen, het zoeken van samenwerking met ziekenhuizen, het voeren van gesprekken met samenwerkingspartners, training van medewerkers in de uitvoering van de Alcoholpoli, coördinatiekosten, materiaalkosten enz. De kosten hiervoor zijn betaald door gemeenten in het kader van alcoholmatigingscampagnes (Happy Fris, Minder Drank, Lekker Fris, Minder Drank Meer Scoren). Het is lastig aan te geven wat de personele kosten hiervoor zijn geweest, omdat we de Alcoholpoli in het gehele werkgebied van Tactus uitvoeren en de benodigde inzet en kosten niet gespecificeerd werden. De subsidie was bedoeld voor verschillende alcoholmatigingsactiviteiten en niet alleen voor de Alcoholpoli. Tijdsinvestering per interventie is voor een Alcoholpolimedewerker ca 5,30 uur en is als volgt verdeeld: Voorbereiding: 60 min; eerste gesprek: 70-100 min, tweede gesprek: 20-30 minuten; follow-up gesprek: 20 minuten: En rapportage en afsluiting: 110 min. Hier komt nog reistijd bij van de Alcoholpolimedewerker naar het thuisadres van de jongere. Een deel van deze uitvoerende kosten wordt vergoedt uit de ziektekostenverzekering van de ouders. De voorbereiding en rapportage vallen hier buiten. Hier komt nog tijd bij voor overleg met hoofd behandeling ca 30 min. De overige kosten zijn: Personele kosten ca 4 uur per week totaal 208 uur per jaar (à € 80- €125) coördinatie, samenwerking ziekenhuis, opstarten samenwerking, door ontwikkelen interventie (evaluatie en onderzoek) Training uitvoerenden Deskundigheidsbevordering ziekenhuispersoneel Aanpassen interventie aan de eigen organisatie Schrijven van verantwoordingen, pr-materialen, folders etc. Materialen ca € 5000,PR-materialen met cijfers en evaluatiegegevens Folder over de werkwijzen en aanpak in de Alcoholpoli.
9. Onderzoek naar de uitvoering van de interventie Is er onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie? Beschrijf doel, type onderzoek (bijvoorbeeld procesevaluatie, behoefteanalyse, nulmeting, haalbaarheidonderzoek, tevredenheidmeting etc.), me-
In 2011 heeft Tactus een procesevaluatie laten uitvoeren door een student van de Universiteit van Twente. Voor dit onderzoek zijn alle medewerkers van Tactus geïnterviewd die betrokken zijn bij de Alcoholpoli. Hen is gevraagd wat de ervaringen zijn met de Alcoholpoli en alle (screenings) instrumenten die daarbij gebruikt worden. Ook zijn bij een groot aantal medewerkers de uitvoeringen van een aantal Alcoholpoli-interventies geobserveerd. Belangrijkste succes en faalfactoren waren: - men vindt het een waardevolle interventie: de medewerkers ontvangen positieve reacties van ziekenhuispersoneel, ouders en jongeren.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
26
Interventienummer thode en relevante uitkomsten. Geef aan wat het bereik is, de succes- en faalfactoren en waardering door de doelgroep. Geef ook aan hoe de interventie, indien noodzakelijk, wordt aangepast. Meld indien van toepassing: Er is geen onderzoek gedaan naar de uitvoering van de interventie.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) - We hebben op het gebied van maatregelen gericht op regelgeving en handhaving belangrijke acties kunnen uitvoeren. Voorbeelden zijn burgemeester inschakelen om een discotheek aan te spreken, politie, supermarkten betrekken bij alcoholmatiging en Grolsch. - medewerkers hebben behoefte aan instructie en duidelijkheid rondom de uitvoering, om de interventie op de voorgeschreven wijze uitvoeren. - Ook werd de behoefte gesignaleerd tot meer uniformeren van de aanpak. Dit alles heeft geresulteerd in een hernieuwde beschrijving van de interventie en de ontwikkeling van een aantal materialen zoals een draaiboek, handleiding, folders en Factsheets en screeningsinstrument. Bereikcijfers van Tactus laten zien dat het aantal verwijzingen naar de Alcoholpoli groeit. Zo zijn er bij Tactus in 2010 totaal 87 verwijzingen geweest (Tactus, 2011) en in 2011 totaal 144 (Tactus, 2012a). Deze stijging valt ook gedeeltelijk te verklaren doordat in 2011 meer ziekenhuizen het samenwerkingsverband met Tactus zijn aangegaan. Het totaal aantal ziekenhuisopnames in Nederland is in de periode van 2007 tot 2010 ook fors toegenomen met 156% (van 297 naar 762 opnames) (Van der Lely, van Dalen, Pereira, & van Hoof, 2012). De gemiddelde leeftijd bij een ziekenhuisopname bij een alcoholintoxicatie ligt iets boven de 15 jaar en is in een periode van 2 jaar is deze redelijk stabiel gebleven. (Van Hoof, Van der Lely, Bouthoorn, Van Dalen, & Pereira, 2011). De gemiddelde leeftijd bij Tactus ligt iets boven het landelijk gemiddelde, namelijk op 15.6 jaar en laat een lichte daling zien . Ondanks dat de landelijke gemiddelde promillages stabiel over de tijd blijven, is een gemiddeld promillage van 1.84 zorgelijk. De gemiddelde promillages van 1.75‰ (2010) en 1.95‰ (2011) bij Tactus schommelt ook rond dit gemiddelde. In 2013 is op basis van dossieronderzoek een uitgebreide populatiebeschrijving gemaakt van de jongeren die bij Tactus op de Alcoholpoli worden aangemeld. Daarnaast wordt onderzocht in hoeverre er een relatie bestaat tussen (oorzakelijke) factoren van schadelijk alcoholgebruik die in de literatuur worden beschreven en de jongeren die bij de Alcoholpoli worden aangemeld. Op deze manier wordt getracht om erachter te komen of de jongeren die aangemeld worden bij de Alcoholpoli over bepaalde karakteristieken beschikken en of deze onder te verdelen zijn in groepen. Deze informatie kan gebruikt worden als basis voor preventie activiteiten die gericht zijn op het terugbrengen van het alcoholgebruik onder jongeren. Tot slot wordt bij de risicofactoren voor schadelijk alcoholgebruik in de dossiers onderzocht of de aangeboden (vervolg)interventie hierop aansluit. Hierdoor kan het begeleidingsproces worden beoordeeld opdat preventiewerkers de intensiteit van de benodigde (vervolg)interventie op basis van risico factoren juist inschatten. De resultaten van het onderzoek worden hieronder aangegeven:
Resultaten onderzoek naar de uitvoering van de interventie de Alcoholpoli. Categorie A: Algemeen en demografie
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
27
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Demografische gegevens Schoolniveau Laag (speciaal onderwijs en vmbo) Middelhoog (havo, vwo, mbo) Hoog (hbo, wo) Anders School en studieprestaties Nominaal Anders dan nominaal Gezinssituatie Met eigen (biologische)ouders Anders dan met beide (biologische) ouders Gezinspositie Jongste Oudste Middelste Aantal broers/zussen
Totaal (%)
n 59
M (SD)
23 (39%) 30 (51%) 5 (8%) 1 (2%) 12 3 (25%) 9 (75%) 69 35 (51%) 34 (49%) 57 31 (54%) 15 (26%) 11 (19%) 56
1,87 (1,06)
Categorie B: Incident Gemiddelde alcoholpromillage 1,84 (SD 0,59) Soort alcohol: bier (38%), sterke drank (32%), wijn (23%) Locatie alcoholgebruik: Thuis bij derden (31%), commerciële gelegenheid (20%), op straat (19%) Herkomst alcohol: vrienden (48%), horeca (21%), thuis (18%) Aanwezig bij alcoholinname: vrienden (85%) 16 dossiers ook drugs, meest cannabis (19%) Grootste verwijzers: ZGT Hengelo (30%), Flevoziekenhuis Almere (21%) en Medisch Spectrum Twente (15%) Verwijzing: In 77% door een kinderarts doorverwezen Vervoer naar ziekenhuis: In 57% van de gevallen door de ambulance naar het ziekenhuis gebracht, in een kwart van de gevallen ook door de ouders. Hoofddiagnose: alcoholintoxicatie (65%), verminderd bewustzijn (13%), verkeersongeval (11%) Lichamelijke parameters normaal, behalve de bloeddruk (24% te laag) en temperatuur (gemiddeld 35.55 graad)
Categorie C: Achtergrondinformatie middelengebruik en omgeving 15 jongeren hebben eerder overige middelen gebruikt (Oorzakelijke) factoren rond de opvoeding van kind en omgeving van leeftijdsgenoten in dossier voorkomend Opvoeding
M (SD)
Totaalscore opvoeding ten aanzien van alcohol (range -3 tot +3) Alcoholregels ten aanzien van alcohol Houding ouders ten aanzien van alcohol Voorbeeldgedrag ten aanzien van alcohol Communicatie ten aanzien van alcohol Betrokkenheid ouders ten aanzien van alcohol Alcoholgebruik onder vrienden
0,13 (1,015)
Risicofactor (-1)
Neutraal (0)
Beschermende factor (+1)
Totaal
10 7
25 12
22 12
57 31
6
3
17
26
5 12
10 0
2 1
17 13
8
6
4
18
Categorie D: administratieve behandelingsvariabelen en variabelen voor behandelplan
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
28
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Gevolgen drinkgedrag naar aanleiding van incident: Gestopt met drinken Drinkt minder Onveranderd drinkgedrag Aangeboden nazorgtraject Intake uitgevoerd Nazorgtraject aangeboden¹ - 1 telefoongesprek - Meerdere telefoongesprekken - 1 individueel contact - Meerdere individuele contacten - (leefstijl) Training - Urine onderzoek - Mediant - Voorlichting - My mind
49 29 (59%) 17 (35%) 3 (6%) 103 (92%) 59 (57%) 25 (24%) 3 (3%) 20 (19%) 6 (6%) 8 (8%) 2 (2%) 2 (2%) 2 (2%) 1 (1%)
112 103
(Oorzakelijke) Factoren van cognities van de jongeren in dossier voorkomend Cognities
M (SD)
Totaalscore cognities (range -3 tot +2) Attitude ten aanzien van alcohol Kennis ten aanzien van alcohol Waargenomen vatbaarheid ten aanzien van alcohol Ervaren ernst ten aanzien van alcohol Onrealistisch optimisme ten aanzien van alcohol Positieve verwachtingen ten aanzien van alcohol Sociale facilitatie ten aanzien van alcohol Sociale druk ten aanzien van alcohol
-0.16 (0.65)
Risicofactor (-1)
Neutraal (0)
Beschermende factor (+1)
Totaal
9 2 0
1 5 1
0 1 0
10 8 1
3 0
1 0
1 0
5 0
2
0
1
3
7
1
2
10
6
0
6
12
Hieronder worden de verschillende categorieën nader toegelicht. Items van categorie A: algemeen en demografie die een toelichting behoeven Item Toelichting A1: Leeftijd De leeftijd wordt bepaald door het verschil te nemen tussen de geboortedatum en datum van A5: School- en studiepresta- de start van de behandeling ties Onder niet nominaal wordt verstaan dat de cliënt een klas eenmalig dan wel meervoudig A7: Broers/zussen heeft gedoubleerd, is geschorst of van school is gestuurd. Andere situaties worden verstaan als A8: Culturele achtergrond nominaal Hieronder vallen ook stiefbroer(s) en zus(sen). A9: Religie Ook indien de cliënt zelfstandig woont, worden broer(s) en zus(sen) ingevuld De culturele achtergrond wordt bepaald door het geboorteland van de cliënt, geboorteland vader en geboorteland moeder De geloofsovertuiging dient als zodanig vermeldt te worden in de tekst en mag niet afgeleid worden van de culturele achtergrond
Items van categorie B: incident die een toelichting behoeven Item Toelichting B2: Hoeveelheid alcohol Het aantal aangegeven glazen van de cliënt wordt omgerekend naar het aantal standaardglazen. Hierbij B7.1: Economische beschikbaarheid wordt gebruik gemaakt van Trimbos Instituut (2012b). B7.2 Fysieke beschikbaarheid Er is sprake van economische beschikbaarheid als de cliënt aangeeft dat (lage) prijzen van alcohol een rol
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
29
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
B7.3 Legale beschikbaarheid B7.4 Sociale beschikbaarheid B23: Restverschijnselen
spelen om alcohol te kopen. Er is sprake van fysieke beschikbaarheid als alcohol makkelijk verkrijgbaar is en/of door ruime openingstijden van alcoholverkopende zaken. Legale beschikbaarheid omvat het kopen van alcohol door jongeren jonger dan 16 jaar. Bij de sociale context is alcohol verkregen door ouders, vrienden en/of kennissen (sociale context). De nasleep die het incident op de cliënt heeft gehad. Dit kunnen verschijnselen zijn op lichamelijk, sociaal en/of persoonlijk vlak.
Items van categorie C: achtergrondinformatie middelengebruik en omgeving die een toelichting behoeven Item Toelichting C11: Voorbeeldgedrag ouders De mate waarin ouders verantwoord gedrag laten zien aan de cliënt ten C12: Communicatie aanzien van het alcoholgebruik De mate waarin zowel de cliënt als ouders aangeven op een prettige manier te kunnen praten over alcohol C13: Alcoholregels en waarbij ouders dicht bij de belevingswereld van jongeren blijven, niet meteen afwijzend zijn en op een respectvolle manier reageren naar hun C14: Houding ouders tegenover kind. alcohol De mate waarin ouders goede regels C15: Alcoholgebruik onder vrienden hebben opgesteld over het gebruik van alcohol. C16: Totaalscore opvoeding Goede, realistische regels zijn: tot 16 jaar geen alcohol en na 16 jaar afspreken hoeveel, hoe vaak en wat er gedronken mag worden. De mate waarin ouders zich actief opstellen over het gebruik van alcohol bij hun kind en/of het hanteren van alcoholregels. De mate waarin vrienden verantwoord gedrag laten zien aan de cliënt ten aanzien van het alcoholgebruik De opgestelde score van de items C11 t/m C14
Items van categorie D: administratieve behandelingsvariabelen en variabelen voor behandelplan die een toelichting behoeven Items Toelichting D1: Inschrijving Dit omvat alle eerdere behandelingen bij Tactus, dus niet specifiek voor de D9: Gedrag- en ontwikkelingsstoorAlcoholpoli. nis Er dient in het dossier expliciet verD20: Totaalscore AUDIT meld te worden dat het om een gediaD21: Attitude gnosticeerde gedragsstoornis gaat De opgestelde score van de items D10 D22: Kennis t/m D19
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
30
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
D23: Waargenomen vatbaarheid D24: Ervaren ernst D25: Onrealistisch optimisme D26: Positieve verwachtingen D27: Sociale facilitatie D28: Sociale druk/refusal selfefficacy D29: Totaalscore cognities
De attitude is de mate waarin opvattingen/houding van de cliënt over alcohol invloed hebben op riskant alcoholgebruik De mate waarin kennis van de cliënt invloed heeft op het minder gebruiken van alcohol. De mate waarin de cliënt gelooft dat zijn/haar riskant alcoholgebruik geen risico is op herhaling van het incident De mate waarin de cliënt opvattingen heeft dat (overmatig) alcoholgebruik serieuze gevolgen kan hebben De mate waarin de cliënt gelooft dat het risico op een alcoholintoxicatie bij hem/haar groot is en/of dat het alcoholgebruik bij hem/haar schadelijke gevolgen kan hebben De mate waarin de cliënt verwacht dat alcohol meer positieve effecten zal hebben dan negatieve effecten De cliënt laat zich niet beïnvloeden door anderen door gedrag te vertonen dat niet gangbaar is De mate waarin de cliënt weerstand durft te bieden aan anderen door keuzes te maken waar hij/zij zelf achter staat wat betreft het alcoholgebruik De opgestelde score van de items D21 t/m D28
Voor u verder gaat Check met behulp van onderstaande lijst of u de vereiste informatie op het werkblad kunt invullen. De vraagnummers corresponderen met de desbetreffende onderdelen van de beschrijving op dit werkblad en met de criteria voor erkenning op Niveau II en III. Op de sites van het Nederlands Jeugdinstituut en van RIVM kunt u een meer uitgebreide lijst van de criteria voor erkenning en een toelichting daarop vinden. Neem bij twijfel contact op met het Nederlands Jeugdinstituut of RIVM (zie voorblad).
Criteria voor erkenning op Niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief Vraag 10.1
Is de interventie via Nederlandse studies met een matige tot sterke bewijskracht onderzocht en maken deze studies het aannemelijk dat de interventie de gestelde doelen bij de doelgroep daadwerkelijk bereikt? (Voor een overzicht van de bewijskracht van onderzoek, zie de handleiding bij dit werkblad.)
Ja
Nee X
Vraag 11
Is er onderzoek naar buitenlandse versies van de interventies
Ja
Nee X
LET OP Indien vraag 10 met ja beantwoord wordt, vul dan ook Bijlage 1 in: Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
31
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Indien vraag 10 en 11 met nee beantwoord moeten worden, komt uw interventie niet in aanmerking voor een beoordeling op niveau II of III. Vul in dat geval paragraaf 10.1 en 11 op de gevraagde manier in en ga verder met paragraaf 12 onder Overige informatie. Vergeet niet het logboek in te vullen aan het einde van dit werkblad.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
32
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Beschrijving voor erkenning op niveau II-III: waarschijnlijk of bewezen effectief
D. Effectiviteit
10. Nederlandse effectstudies 10.1 Studies naar de effectiviteit van de interventie in Nederland Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van onderzoek naar het effect van de interventie in Nederland? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte (primaire) doelen van de interventie, onderzoeksgroep, onderzoeksdesign en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Beschrijf ook de kenmerken en resultaten van reviews en meta-analyses over de effectiviteit van de interventie in Nederland. Meld indien van toepassing: Er is geen Nederlands onderzoek naar de effectiviteit van de interventie. 10.2 Samenvatting Nederlandse effectstudies Vat elke studie in telegramstijl samen. Kies bij Bewijskracht voor: 1 zeer zwak; 2 zwak; 3 matig; 4 redelijk; 5 vrij sterk; 6 sterk; 7 zeer sterk. Kies bij Effectiviteit voor: 1 positieve resultaten 2 effectiviteit niet vastgesteld; 3 negatieve resultaten; 4. positieve en negatieve resultaten; of 5 effectiviteit onduidelijk of onbekend.
Studie 1 Auteurs: Jaar: Onderzoekstype: Belangrijkste resultaten: Bewijskracht van het onderzoek: Resultaten effectiviteit: Studie 2 Etc.
(Zie de handleiding bij dit werkblad.)
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
33
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
11. Buitenlandse effectstudies Wat zijn de kenmerken en uitkomsten van effectstudies, reviews of metaanalyses naar de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie? Noem per studie auteur(s) en publicatiejaar, onderzochte doelen van de interventie, methode en resultaten. Vermeld effectgroottes d of ES, of de gegevens om deze te berekenen (zie de handleiding bij dit werkblad). Gebruik per onderzoek niet meer dan 150 woorden. Meld indien van toepassing: Er zijn geen studies die de effectiviteit van buitenlandse versies van de interventie aantonen.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
34
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
E. Overige informatie
12. Toelichting op de naam van de interventie Is de naam van de interventie helder? Noem de herkomst of diepere betekenis. Is de interventie bekend onder een andere naam? Noem de naam van de eventuele buitenlandse versie van de interventie. Meldt indien van toepassing: Over de naam van de interventie zijn geen bijzonderheden te vermelden.
De naam Alcoholpoli is op zich helder te noemen. De Alcoholpoli is de naam die landelijk gehanteerd wordt. Hoewel de werkwijze binnen deze Alcoholpoli verschilt met de werkwijze elders, is voor deze naam gekozen. Het betreft een interventie gericht op alcohol en bij een poli denkt men al gauw aan een ziekenhuis. Dat is ook de plek waar de interventie zijn start vindt. Inmiddels zijn er naast de spoedeisende hulp meerdere ‘vindplaatsen’ voor jongeren met alcoholgerelateerde gezondheidsklachten nl huisartsenpost en de kinderafdeling van het ziekenhuis. De interventie richt zich voornamelijk op het alcoholgebruik van jongeren. De naam suggereert dat Tactus verslavingszorg een spreekuur houdt in het ziekenhuis of meedraait in een speciaal hiervoor opgerichte polikliniek. In een aantal samenwerkingen met de in Tactus regio gelegen ziekenhuizen is dit inderdaad het geval. In de meeste gevallen is er echter sprake van een samenwerking waarbij verwijzing naar Tactus verslavingszorg plaatsvindt. Omdat de interventie Alcoholpoli binnen alle samenwerkingen de zelfde basis gebruikt is structureel gekozen voor één naam welke alle betrokken partijen direct begrijpen: de Alcoholpoli.
13. Uitvoering (uitvoerende en of ondersteunende organisaties en partners) Waar, door welk soort organisaties en op welke schaal wordt de interventie toegepast? Beschrijf op welke locatie de interventie wordt uitgevoerd. Noem eventueel lokale en/of regionale varianten. Noem eventueel ook samenwerkingspartners in de uitvoering. Meld indien van toepassing: - De locatie waar de interventie dient te worden uitgevoerd is niet aangegeven. - Er zijn geen gegevens over de uitvoerende organisatie bekend.
De actoren die direct betrokken zijn in het proces van signalering tot en met afronding van de interventie 'Alcoholpoli' zijn: het ziekenhuis, de Huisartsenpost en Tactus. Het ziekenhuis/huisartsenpost is de ‘leverancier’ van de jongeren die deelnemen aan ‘Alcoholpoli’. In het project spelen twee afdelingen in het ziekenhuis een belangrijke rol: de Spoedeisende Hulp en de Kindergeneeskunde. Samen zorgen zij ervoor dat de jongeren die in aanmerking komen voor de ‘Alcoholpoli’ in het traject terecht komen. Tactus is de uitvoerder van de ‘Alcoholpoli’ waar jongeren en hun ouders motiverende gesprekken en een screening krijgen. Het doel is het stimuleren van geen of verantwoord alcoholgebruik en het bewust maken van de risico’s die met alcoholgebruik samenhangen. Deze gesprekken vinden doorgaans bij de ouders en jongere thuis plaats. Verder zijn de gemeenten betrokken bij de Alcoholpoli doordat de Alcoholpoli veelal deel uitmaakt van de alcoholmatigingsprojecten die door gemeenten mogelijk worden gemaakt.
14. Overeenkomsten met andere interventies Zijn er soortgelijke interventies? Noem relevante
Er is een soortgelijk landelijk project met de gelijknamige naam ‘Alcoholpoli’ maar met een iets andere insteek. Deze is ontwikkeld door Dr van der Lely in Delft.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
35
Interventienummer en in het oog springende overeenkomsten en /of verschillen; beperk dit tot sterk vergelijkbare interventies. Meld indien van toepassing: Er zijn geen gegevens over soortgelijke interventies.
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) De werkwijze van de 'Alcoholpoli' binnen werkgebied van Tactus verschilt met die van Dr van der Lely. Binnen de 'Alcoholpoli' volgens Tactus voert Tactus zelf de interventie uit, in tegenstelling tot de Alcoholpoli volgens dr van der Lely, waar ziekenhuismedewerkers de mate en ernst van het alcoholmisbruik bepalen. De meeste ziekenhuizen binnen het werkgebied van Tactus geven de voorkeur aan de aanpak zoals Tactus die voorstaat, omdat dit voor hen veel voordelen biedt. Maar ook zijn er ziekenhuizen die zelf de risicotaxatie willen doen. Ook binnen Tactus zijn er verschillen te vinden voor wat betreft de inzet van medewerkers. In de meeste regio's zijn het preventiewerkers die de eerste screening doen, maar soms wordt een hulpverlener ingeschakeld. De kracht van de Alcoholpoli zoals hier beschreven is dat de expertise van Tactus Verslavingszorg al direct wordt ingebracht door het ziekenhuis of huisartsenpost wanneer er een relatie is tussen het incident en alcoholgebruik, en dat het incident wordt aangegrepen om maatregelen gericht op regelgeving en handhaving te bewerkstelligen. Verpleegkundigen en artsen zijn prima in staat voorlichting over de risico’s van alcoholgebruik te geven als onderdeel van hun behandeling. Zoals in onderdeel 4 is aangegeven heeft dit duidelijk meerwaarde en voordelen Tactus in een vroeg stadium te betrekken.
Aangehaalde literatuur
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
36
Interventienummer Beschrijf de in dit document aangehaalde literatuur volgens APAnormen (zie de handleiding bij dit werkblad).
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) Ajzen, I. (1991). The Theory of Planned Behaviour. Organizational Behavior and Human Decision Processes, 50, 179-211. Bartelink, C (2013), Motiverende gespreksvoering. Utrecht: Nederlands Jeugd Instituut. Boelema, S., Ter Bogt, T., van den Eijnden, R., & Verdurmen, J. (2009). Fysieke, functionele en gedragsmatige effecten van alcoholgebruik op de ontwikkeling van 16-18 jarigen. Utrecht: Trimbos-instituut. Bovens, R. H. L. M., (2010). De preventiewerker centraal. Een eigen bijdrage aan de ontwikkeling van de verslavingspreventie. Zwolle, Christelijke Hogeschool Windesheim, Lectoraat Verslavingspreventie. Conrod PJ, Woicik P. (2002). Validation of a four factor model of personality risk for substance abuse and examination of a brief instrument for assessing personality risk. Addiction Biol 2002;7:329-46. Courtney, K.E. & Polich, J. (2009). Binge Drinking in Young Adults: Data, Definitions, and Determinants. Psychological Bulletin, 135(1), 142-156. Donath, C., Gräßel, E., Baier, D., Pfeiffer, C., Bleich, S., & Hillemacher, T., (2012). Predictors of binge drinking in adolescents: ultimate and distal factors – a representive study. BMC Public Health, 12, 263-278. Ellickson, P.L. et al (2003). Ten-Year Prospective Study of Public Health Problems Associated with Early Drinking. In: Pediatrics. Vol. 111, No. 5, pp. 949-955. Gibbons, F.X., Gerrard. M., Blanton, H., & Rusell, D.W. (1998). Reasoned action and social reaction: Willingness and intention as independent predictors of health risk. Journal of Personality and Social Psychology, 74(5), 1164-1180. Gosselt, J., Pieterse, M., van Hoof, J. (2010). Happ Fris?! Twentse ouders en hun kinderen over alcoholgebruik. Research Institute for Social Sciences and Technology. Grant, J.D., Scherrer, J.F., Lynskey, M.T., Lyons, M.J., Eisen, S.A., Tsuang, M.T., True, W.R. & Bucholz, K.K. (2006). Adolescent alcohol use is a risk factor for adult alcohol and drug dependence: evidence from a twin design. Psychological Medicine, 36, 109-118. Hagemann, T., (2010). Alcohol en het adolescente brein. Open Universiteit Nederland. van Hasselt, N. (2010). Preventie van schadelijk alcoholgebruik en drugsgebruik onder jongeren. Utrecht: Trimbos Instituut. Van Hoof, J.J., (2010). Sweet Sixteen and never been drunk? Adolescent alcohol use, predictors and consequences. University of Twente. Integraal Toezicht Jeugdzaken Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Vechten tegen de bierkaai? Voorkomen en verminderen van alcoholgebruik onder jongeren. Den Haag, oktober 2011. Jolles, J. (2006). www.jellejolles.nl. Over ‘brein en leren’ in relatie tot onderwijsontwikkeling. Kleinjan, M. en Rutger C. M. E. Engels(2010) 'Universele preventie van middelengebruik onder jongeren'. Kind en adolescent | jaargang 31 (2010), nr. 4, p. 221–233 Knibbe, R.A., Joosten, A., Choquet, M., Derickx, M., Morin, D., Monshouwer, K.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
37
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) (2007). Culture as an explanation for substance-related problems: A cross-national study among French and Dutch adolescents. Social Science & Medicine, 64: 604-616. Social Science & Medicine, 64: 604-616. Kuntsche, E., Rehm, J., & Gmel, G. (2004). Characteristics of binge drinkers in Europe. Social Science and Medicine, 59, 113-127. Larsman, P., Eklof, M, & Torner, M. (2012). Adolescents’ risk perceptions in relation to risk behavior with long-term health consequences; antecedents and outcomes: A literature review. Safety Science, 50, 1740-1748. van Laar, M.W. (2010). Nationale Drugs Monitor. Utrecht:Trimbos Instituut Van der Lely, N., van Dalen, W., van Hoof, J., Pereira, R., (2011). Alcoholintoxicaties bij jongeren in Nederland. Een onderzoek bij kinderafdelingen in Nederlandse ziekenhuizen. Cijfers van 2007, 2008, 2009 en 2010. NSCK, RdGG, Stap, TNO, Univeriteit Twente. Lely, van der N., Visser, de M., & Ligterink, J. (2011). Onze kinderen en alcohol. Amsterdam: Nieuw Amsterdam. Miller, W.R. & Rollnick, S. (2002). Motivational interviewing: preparing people to change. New York/London: The Guilford Press. http://www.nibud.nl/over-het-nibud/actueel/onderzoeksrapporten/nieuws/artikel/nibudscholierenonderzoek-2012-2013.html Petraitis, J., Flay, B.R., & Miller, T.Q. (1995). Reviewing Theories of Adolescent Substance Use: Organizing Pieces in the Puzzle. Psychological Bulletin, 117(1), 67-86. http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/alcoholgebruik/watzijn-de-mogelijke-oorzaken-van-alcoholgebruik Rozin, L. & Zagonel, I.P.S. (2011). Risk factors for alcohol dependence in adolescents. Acta Paulista de Enfermagem, 25(2), 314-318. Schrijvers, C.T.M., Schoemaker C.G. (2008). Spelen met gezondheid: Leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. Bilthoven: Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu [RIVM] Snoek, A., Wits, E., van der Stel, J., van de Mheen, D., (2010). Kwetsbare Groepen. Kwetsbare groepen jeugdigen en (problematisch) middelengebruik. Visie en interventiematrix. IVO. Stap, 2011, Factsheet ‘Alcohol: Gezondheidsrisico’s voor kinderen en adolescenten’ Utrecht.. Van der Stel, J. (2003), de effectiviteit van psychoeducatie. een literatuurstudie. De Geestgronden , afdeling onderzoek & ontwikkeling. TactusVerslavingszorg (2011). Tactsheet Alcoholpoli 2010. Deventer. Tactus Verslavingszorg (2012). Tactsheet Alcoholpoli 2011. Deventer. Tapert, S.F., Caldwell, L., & Burke, C. (2004). Alcohol and the adolescent brain: Human studies. Alcohol Research and Health, 28, 205−212. Trimbos Instituut (2010a). Nationale Drugs Monitor. Utrecht: van Laar M.W. Velleman, R.D.B., Templeton, L.J., & Copello, A.G. (2005). The role of the family in
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
38
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting) preventing and intervening with substance use and misuse: a comprehensive review of family interventions, with a focus on young people. Drug and Alcohol Review, 24, 93109. Verdurmen, J.E.E., Monshouwer, K., Dorsselaer, van S.A.F.M., Lokman, S., Vermeulen-Smit, E., & Vollebergh, W.A.M. (2011). Jeugd en riskant gedrag 2011: kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos Instituut. Valkenberg, H., (2010). Alcoholvergiftigingen en ongevallen met alcohol bij jongeren van 10 tot en met 24 jaar. Stichting Consument en Veiligheid. Verdurmen, J., Abrahan, M., Planije, M., Monshouwer, K., Dorsselaer, S van, Schulten, I., Bevers, J., & Vollebergh, W. (2006). Alcoholgebruik en jongeren onder de 16 jaar. Schadelijke effecten en effectiviteit van alcoholinterventies. Utrecht: Trimbosinstituut. Van der Vorst, H. (2005). The role of alcohol-specific socialization in adolescents’ drinking behaviour. Addiction, 100, 1464-1476.
Bijlage 1. Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe.
Studie 1 Auteur : titel (jaartal)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan 1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
Ja
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
39
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie. 11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
40
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Classificatie bewijskracht van het onderzoek Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
Veranderingsonderzoek
1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
8
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelij Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) k
Niveau 5
1-6
Niveau 4
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 3
Niveau 2
Matig
Niveau 1
Bewijskrac ht Zeer zwak Zwak
9 9
10 10
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up 1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
8
9
10
1-6
11
Typering overige methodologische kenmerken Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie. 14 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie. 15 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 16 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd). C. Typering resultaten van het onderzoek 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Positieve resultaten: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie.
2
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
3
Negatieve resultaten: De studie rapporteert negatieve effecten# .
4
Positieve en negatieve resultaten: De studie rapporteert positieve en negatieve effecten# ten aanzien van verschillende doelen van de interventie.
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
41
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
#
Positief effect = een of meer doelen van de interventie worden gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = het doel van de interventie wordt niet gerealiseerd en wordt deels gerealiseerd maar deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect = de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’.
Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
42
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Bijlage 1 vervolg. Beschrijving kenmerken en resultaten onderzoek Scoor met dit formulier elke effectstudie apart. Licht de score bij een item eventueel toe.
Studie 2 Auteur : titel (jaartal)
A. Waar en waarover is de studie uitgevoerd Kruis ‘ja’ of ‘nee’ aan 1
De studie is in Nederland uitgevoerd.
2
De studie betreft de hier beschreven, Nederlandse interventie (en niet een andere, soortgelijke interventie of een buitenlandse versie of variant)
Ja
Nee
B. Typering methodologische kenmerken van het onderzoek Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 1
De meting is (mede) gericht op de doelen en de doelgroep van de interventie.
2
De meting is verricht met instrumenten die voldoende betrouwbaar zijn.
3
De meting is verricht met instrumenten die de doelen van de interventie valide operationaliseren.
4
Er is een voormeting (voorafgaand aan / bij start van de interventie).
5
Er is een nameting (aan het einde van de interventie).
6
De resultaten zijn met een adequate statistische techniek geanalyseerd en op significantie getoetst.
7
De resultaten zijn vergeleken met ander onderzoek naar de effecten van de gebruikelijke situatie, handelwijze of zorg (care-as-usual) of een andere zorgvorm bij een soortgelijke doelgroep.
8
Er is een (quasi-)experimentele en een controlegroep (care-as-usual) of een herhaald N=1 onderzoek met een baseline of een timeseries design met een multiple baseline of alternating treatments of een studie naar de samenhang tussen de mate waarin een interventie is toegepast en de mate waarin bedoelde uitkomsten zijn opgetreden.
9
Het onderzoek is uitgevoerd in de praktijk.
10 Er is een follow-upmeting van minimaal 6 maanden na einde interventie. 11 De experimentele en de controlegroep zijn ´at random´ samengesteld.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
43
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Classificatie bewijskracht van het onderzoek Kruis aan van welk type de opzet is op basis van de aangekruiste antwoorden in het bovenstaande schema. Alle antwoorden in de aangegeven range moeten aangekruist zijn
Veranderingsonderzoek
1-6 1-6 1-6 1-6 7 1-6
8
Resultaten van veranderingsonderzoek zijn vergeleken met ander onderzoek
Redelij Onderzoek met (quasi-) experimenteel design (niet in de praktijk) k
Niveau 5
1-6
Niveau 4
Geen van de onderstaande alternatieven
Niveau 3
Niveau 2
Matig
Niveau 1
Bewijskrac ht Zeer zwak Zwak
9 9
10 10
Vrij sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk
1-6
8
9
Sterk
Onderzoek met (quasi-) experimenteel design in de praktijk en met follow-up 1-6
8
9
10
Zeer sterk
Onderzoek met experimenteel design in de praktijk en met follow-up
8
9
10
1-6
11
Typering overige methodologische kenmerken Kruis voor elke uitspraak die waar is het hokje aan. Kruis in de overige gevallen (nee, niet van toepassing, onbekend, twijfel) geen hokje aan. 12 Er is een controlegroep zonder interventie en/of placebo. 13 Er is een controlegroep met een gespecificeerde andere, duidelijk gespecificeerde interventie. 14 Het onderzoek is uitgevoerd door anderen dan de ontwikkelaars of de aanbieders van de interventie. 15 De mate van uitval van subjecten tussen de meetmomenten is gespecificeerd. 16 De implementatiegetrouwheid is bepaald (i.e. nagegaan is wat de mate is waarin het protocol, de handleiding of de methodiek getrouw is gevolgd - ook wel behandelingsintegriteit, ‘treatment integrity’ of ‘fidelity’genoemd). C. Typering resultaten van het onderzoek 0
Geen van de onderstaande rubrieken zijn van toepassing (licht toe!).
1
Positieve resultaten: De studie rapporteert positieve effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie.
2
Effectiviteit niet aangetoond: De studie rapporteert dat er geen effecten# ten aanzien van de doelen van de interventie zijn.
3
Negatieve resultaten: De studie rapporteert negatieve effecten# .
4
Positieve en negatieve resultaten: De studie rapporteert positieve en negatieve effecten# ten aanzien van verschillende doelen van de interventie.
8
Effectiviteit onduidelijk of onbekend.
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
44
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
#
Positief effect = een of meer doelen van de interventie worden gerealiseerd en deze winst is statistisch significant. Geen effect = het doel van de interventie wordt niet gerealiseerd en wordt deels gerealiseerd maar deze winst is niet statistisch significant. Negatief effect = de interventie werkt - statistisch significant - averechts of heeft ernstige, duidelijk aantoonbare ‘bijwerkingen’.
Noteer hieronder eventueel beschikbare gegevens over effectsizes
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
45
Interventienummer
Vul hier de naam van de interventie in (eventueel met afkorting)
Logboek Vul hieronder in wie iets met de beschrijving doet, wanneer dat gebeurt, en wat er gebeurd is. Pas bij volgende handelingen het versienummer aan, indien van toepassing. Naam
Datum
Werkblad beschrijving interventie juni 2009
Handeling
Documentnummer
46