VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX
LEERJAAR 5 – TAAL
P. 02-03
Luisteroefeningen
OPSPORING VERZOCHT
De leerlingen maken en interpreteren persoonsbeschrijvingen.
P. 04-05
Leesoefeningen
EEN KAFT MAKEN
De leerlingen bedenken voor een leesboek een kaft met alle info erop en realiseren het ontwerp.
P. 06-07
Schrijfoefeningen
LEZERSBRIEF BEANTWOORDEN
De leerlingen schrijven een reactie op een lezersbrief.
P. 08-09
Schrijfoefeningen
STEL JEZELF VOOR
De leerlingen presenteren zichzelf door een blad met voorkeuren en uitleg daarbij in te vullen.
P. 10-11
Taalbeschouwing
WIJZEN MET WOORDEN
De leerlingen maken een tekst leesbaar door er de nodige verwijswoorden in aan te brengen.
P. 12-13
Taalbeschouwing
KLEUR DE RECLAME
De leerlingen kunnen zwakke reclameteksten optimaliseren.
P. 14-15
Woordenschat
SPELEN MET SPELLING
De leerlingen passen wat zij voor spelling leerden toe in leuke spellingoefeningen.
LUISTEREN/SPREKEN E
taal
3
De politie wil iemand opsporen. Jij hebt die persoon gezien. Je moet die nu zo goed mogelijk beschrijven. De anderen spelen politie en moeten de foto (of persoon) aanwijzen die je beschreef.
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS
1x
O p sp oring ver zocht
45’ 30’
Wat moet je doen?
SCHRIJVEN
De lln. maken en interpreteren persoonsbeschrijvingen.
15’ F
1
LEZEN/BOEKEN
3
Doe het zo! 1 Leg alle foto’s uiteen op de bank. Zorg ervoor dat alle leerlingen de foto’s goed kunnen zien. 2 De kleinste leerling begint. Kies een foto uit, zonder ze aan te raken of ze aan de anderen te verklappen. Je moet de persoon van die foto zo beschrijven, dat de anderen kunnen raden over wie je het hebt. 3 Als je dat niet gemakkelijk vindt, mag je de hulpkaart gebruiken. 4 Als je persoon geraden is, is het de beurt aan de volgende leerling. 5 Iedereen mag dit twee of drie keer proberen.
Corrigeer je werk e
2
Materiaal e
Een heleboel foto’s van verschillende personen. e De hulpkaart ‘Beschrijven’
Als de anderen jouw foto makkelijk konden aanwijzen, heb je een goede beschrijving gemaakt. e Wanneer de anderen het moeilijk hebben om te raden, moet je samen nagaan wat je nog meer over jouw foto had kunnen zeggen.
Klaar? e e
Waar moet je voortaan op letten als je iemand goed wilt beschrijven? Wat is makkelijk en wat is moeilijk?
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 LANG.5.TASK.indd 5
11/01/10 14:55
;
LUISTEREN/SPREKEN E
taal
SCHRIJVEN
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS
A Z
Opsporing verzocht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
;
Doel(en)
e
De leerlingen kunnen een persoon beschrijven, daarbij lettend op lengtes, grootten (ook van facetten), kleur(en), onderdelen, vorm(en), enz. e Ze kunnen beschrijvingen koppelen aan een afbeelding.
Overzichtsblad
;
Materiaal
;
e
Differentiatie
Hulpkaart
;
Aanpak
;
;
LEZEN/BOEKEN
De lln. maken en interpreteren persoonsbeschrijvingen.
; ;
;
3
;
;
LANG.5.TASK.indd 6
Controle en verbetering
e
1x
Leerinhouden taal nrs. 1, 5, 11 en 15. Een heleboel foto’s van verschillende personen (nog tamelijk uiteenlopend): materiaalkaarten 1 t.e.m. 5. Je moet ze de eerste keer nog verknippen. De leerlingen kiezen voor zichzelf uiteraard een foto die zij haalbaar vinden om te beschrijven. Het is vooral uit het beluisteren van de beschrijvingen van anderen dat zij op andere kenmerken of facetten leren letten.
15’ F 45’ 30’
Taal 1 – Beschrijven Eventueel: Taal 16 – Hoe moet je goed voorlezen? Mocht de oefening toch niet eenvoudig genoeg blijken, zelfs met gebruik van de hulpkaart, dan laat je de leerlingen beginnen met een eenvoudigere oefening. Maak daarvoor zelf enkele kaartjes waarop iemand voldoende uitvoerig beschreven wordt. De leerlingen moeten samen raden over wie het gaat. Daarna voeren ze de oefening uit zoals ze die op de leerlingenkaart vinden. Moeilijk woord: verklappen De leerlingen verbeteren elkaar door zwakke beschrijvingen (waarbij de persoon niet geraden wordt) samen sterker te maken. Dat gebeurt best aan de hand van de hulpkaart.
Tips
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 11/01/10 14:55
LUISTEREN/SPREKEN
taal
Je werkt voor een uitgeverij en je moet de kaft, titel en achterflap maken voor een leesboek dat geschreven wordt op basis van een bestaande film.
2
Materiaal e
Lijm, schaar, schildersspullen (verf, borstels …) e Kranten en tijdschriften om illustraties uit te halen e Misschien een computer, zodat je je teksten netjes kunt afdrukken
SCHRIJVEN
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS
1x
E e n k af t m ek aken voor een le e s b o
45’ 30’
Wat moet je doen?
5
De lln. bedenken voor een leesboek een kaft met alle info erop en realiseren het ontwerp.
15’ F
1
LEZEN/BOEKEN E
3
Doe het zo! 1 Je werkt eerst alleen. Denk na over een leuke film die je ooit gezien hebt.Van die film is nu een leesboek gemaakt en de uitgeverij waarvoor je werkt vraagt jou om de hele kaft voor dat boek te maken. 2 Je moet drie dingen doen: e Ontwerp een kaft. Je mag zelf schilderen of illustraties uit kranten en tijdschriften gebruiken. Zorg ervoor dat de illustratie en de inhoud van boek en film overeenkomen.Vermeld op de kaft ook de uitgeverij en de schrijver. e Bedenk een titel. Vaak is de titel van film en boek niet hetzelfde. Zet de titel op de kaft. e Maak een tekst voor de achterzijde (achterflap) van het boek. Zet daar iets in over de auteur en verklap iets van de inhoud.
Corrigeer je werk Als je helemaal alleen aan deze oefening werkte, toon je na 30 minuten je werk al even aan je meester of juf. Als je met meer leerlingen aan deze oefening werkte, bekijk je na 30 minuten elkaars werk. Geef wat commentaar op elkaar: e Wat is goed gevonden? Wat is onduidelijk? e Staat er genoeg uitleg over het boek op de achterflap?
Klaar? e
Ruim dan alle spullen netjes op. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009
LANG.5.TASK.indd 25
11/01/10 14:55
;
LUISTEREN/SPREKEN
taal
SCHRIJVEN
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS
A Z
Een kaft maken voor een leesboek . . . . . . . . . .
;
;
Doel(en)
e
De leerlingen ontwerpen voor een leesboek (zogezegd gemaakt op basis van een film) een passende en leuke kaft. e Ze kiezen een titel (hoeft niet dezelfde te zijn als die van de film). e Ze schrijven een korte, wervende tekst voor de achterflap.
Overzichtsblad Materiaal
;
e e e
Differentiatie
;
Hulpkaart
;
;
5
De lln. bedenken voor een leesboek een kaft met alle info erop en realiseren het ontwerp.
; ;
;
LEZEN/BOEKEN E
;
;
LANG.5.TASK.indd 26
Aanpak
e
Controle en verbetering
e
Tips
e
1x
Leerinhouden taal nrs. 3, 6, 7, 8, 11, 15, 20 en 21. Lijm, een schaar, schildergerei Kranten en tijdschriften om illustraties uit te halen Indien de leerlingen over een computer met printer beschikken, kunnen ze hun teksten netjes afdrukken.
15’ F 45’ 30’
Naar keuze: de leerlingen kiezen een film die ze goed kennen (*). Eventueel: Taal 3 en 4 – Soorten boeken / Taal 5 – Boeken typeren Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde. Moeilijk woord: illustratie
Als er slechts één leerling aan deze opdracht werkt, begeleid je hem/haar best, door enkele keren te kijken hoever hij/zij gevorderd is. e Werken er meer leerlingen aan deze opdracht, dan moeten zij in ieder geval na een halfuur elkaars werk becommentariëren. In plaats van met films, kun je ook werken met korte inhouden van kinderboeken die je op het net vindt. Je biedt de leerlingen dan best de korte inhoud aan zonder de titel (achteraf vergelijken is nog leuk). e Uiteraard mogen leerlingen hun ideeën halen bij bestaande boeken, die ze kunnen bekijken terwijl ze aan hun opdracht werken. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 11/01/10 14:55
LUISTEREN/SPREKEN
taal
Je werkt voor een jeugdtijdschrift. Daar komen heel wat briefjes van jongeren toe met vragen. Jij moet een antwoord schrijven op zo’n lezersbrief.
2
Materiaal e
Twee bladen met lezersbrieven e Pen en papier
3
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS
1x
Ee n leze rsbrief beantwo ord e n
45’ 30’
Wat moet je doen?
SCHRIJVEN E
De lln. schrijven een reactie op een lezersbrief.
15’ F
1
LEZEN/BOEKEN
3
;
Doe het zo! 1 Lees eerst de lezersbrieven. 2 Kies er een brief uit die je de moeite vindt. Bedenk voor de vraag of het probleem een goed antwoord of een goede oplossing. 3 Schrijf je ideeën neer op een bondige en duidelijke manier, zodat je tekst gedrukt zou kunnen worden in het tijdschrift waarvoor je werkt.
Corrigeer je werk Wanneer je alleen werkte: Lees je antwoord goed na en stel jezelf deze vragen: e Is mijn antwoord duidelijk? e Is het bondig? e Is het een echt antwoord op de vraag (geef je bv. een oplossing voor het probleem?)? Wanneer je met meer leerlingen aan deze opdracht werkte: Lees elkaars schrijfwerk. Houd deze vragen in ’t oog: e Is het antwoord duidelijk? e Is het bondig? e Is het een echt antwoord op de vraag (geef je bv. een oplossing voor het probleem?)?
; ;
e
;
;
;
;
; ;
Ruim dan alle spullen netjes op.
;
;
Toon tot slot je werk aan je meester of juf.
Klaar?
;
;
; ;
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 LANG.5.TASK.indd 7
11/01/10 14:57
;
LUISTEREN/SPREKEN
taal
3
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS
A Z
Een lezersbrief beantwoorden . . . . . . . . . . . . . .
;
;
Doel(en)
e
De leerlingen kunnen een reactie schrijven op een brief, waarin ze een oplossing voorstellen voor het gepresenteerde probleem. e Ze plannen hun werk en bewaken die planning tijdens het schrijven. Ze kijken achteraf hun schrijfwerk ook na.
Overzichtsblad Materiaal
;
Bladen met lezersbrieven: kopieerkaarten 37 en 38. De eerste keer moet je de brieven in tweevoud kopiëren en best ook lamineren. e Pen en papier
Differentiatie
;
;
;
LANG.5.TASK.indd 8
1x
Leerinhouden taal nrs. 1, 4, 5, 6, 8, 9, 11, 12, 20 en 21.
e
Hulpkaart
;
;
SCHRIJVEN E
De lln. schrijven een reactie op een lezersbrief.
; ;
;
LEZEN/BOEKEN
15’ F 45’ 30’
In de briefjes die we aanbieden zitten makkelijkere en moeilijkere vragen van jongeren. De leerlingen kiezen daar zelf uit, zodat ze voor een haalbare kaart gaan. Taal 14 – Algemene schrijfkaart Eventueel Taal 7 – ‘Ideeën zoeken’
Aanpak
e
Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde.
Controle en verbetering
e
Het is een goede strategische ingreep dat leerlingen hun eigen werk of dat van medeleerlingen bekijken en reviseren. Pas wanneer ze hun werk herlezen en herwerkt hebben, tonen ze het aan jou.
Tips
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 11/01/10 14:57
LUISTEREN/SPREKEN
taal
Je moet allerlei voorkeuren die je hebt, noteren en zeggen waarom dat jouw keuzes zijn. Daarna kun je ze vergelijken met die van je medeleerlingen.
7
TAALBESCHOUWING
3
Doe het zo! 1 Je werkt eerst alleen. Bekijk het vragenblad. Denk goed na en noteer op een apart blad je antwoorden (= jouw favoriete keuzes). Geef ook telkens een beetje uitleg bij je keuze. 2 Opgelet: Let erop dat je je antwoorden goed nummert. Schrijf ook het vetgedrukte woord uit de vraag op!
Wanneer je alleen werkte, toon je je werk aan je meester of juf.
2
e e
Blad met vragen Pen en papier
1x
Een voorbeeld:
Corrigeer je werk
Materiaal
WOORDEN/LETTERS
Stel je zelf voor
45’ 30’
Wat moet je doen?
SCHRIJVEN E
De lln. presenteren zichzelf door een blad met voorkeuren en uitleg daarbij in te vullen.
15’ F
1
LEZEN/BOEKEN
Wanneer je met meer leerlingen aan deze oefening werkte, mag je je antwoorden vergelijken. De kapitein leest een vraag. Iedereen leest dan voor wat hij/zij antwoordde. e Gaf iedereen ook wat uitleg? e Wat had je beter kunnen uitleggen? Verbeter dat nog.
1 Mijn favoriete eten is biefstuk met frietjes. Dat ga ik 's zaterdags altijd bij mijn oma eten. 2 Mijn favoriete plekje thuis is mijn kamer omdat ik daar op mijn gemak mijn lievelingsmuziek kan beluisteren. 3 ...
Klaar? e
Ruim dan alle spullen netjes op.
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 LANG.5.TASK.indd 15
11/01/10 14:57
;
LUISTEREN/SPREKEN
taal
SCHRIJVEN E
7
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS
De lln. presenteren zichzelf door een blad met voorkeuren en uitleg daarbij in te vullen.
; ;
A Z
Stel jezelf voor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
;
Doel(en)
e e
Overzichtsblad
;
Materiaal
;
;
LEZEN/BOEKEN
De leerlingen leren persoonlijke keuzes maken en voorstellen aan anderen. Ze kunnen ook uitleg geven (redenen of argumenten) bij hun voorkeuren.
1x
Leerinhouden taal nrs.: 12 en 15.
Blad met vragen: kopieerkaart 40. De eerste keer moet je die 4x kopiëren en eventueel lamineren voor hergebruik. e Pen en papier e
Differentiatie
De leerlingen werken vanuit eigen ideeën. Een moeilijkere variant van deze oefening: nadat de leerlingen de eigen voorkeuren genoteerd hebben, laat je hen elkaar voorstellen.
15’ F 45’ 30’
Hulpkaart
;
Aanpak
Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde.
Controle en verbetering
;
;
e
Tips
;
;
LANG.5.TASK.indd 16
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 11/01/10 14:57
LUISTEREN/SPREKEN
taal
Je moet in een tekst onnodige herhalingen van zelfstandige naamwoorden vervangen door verwijswoorden.
TAALBESCHOUWING E
5
3
2
1x
;
Doe het zo! 1 Lees de tekst. Hij leest stroef omdat er te veel woorden onnodig herhaald worden. 2 Jij moet in de tekst de woorden die te vaak herhaald worden schrappen en vervangen door een goed verwijswoord (je, jouw, die, dat …). Schrijf je oplossingen boven de tekst.
Corrigeer je werk e
Vraag aan je meester of juf de verbetersleutel en verbeter je werk.
e
Let ook goed op de schrijfwijze van de woorden. Het is bijvoorbeeld: ‘Ik geef iets aan jou.’ En ‘Het is jouw boek.’
e
; ;
Ruim dan alle spullen netjes op.
;
;
;
;
;
Klaar? Materiaal
WOORDEN/LETTERS
W i jz en met woorde n
45’ 30’
Wat moet je doen?
SCHRIJVEN
De lln. maken een tekst leesbaar door er de nodige verwijswoorden in aan te brengen.
15’ F
1
LEZEN/BOEKEN
Een tekst waarin dezelfde woorden te dikwijls opduiken e Pen en papier
;
e
; ;
;
;
; ;
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 LANG.5.TASK.indd 27
11/01/10 14:57
;
LUISTEREN/SPREKEN
taal
TAALBESCHOUWING E
5
WOORDEN/LETTERS
A Z
Wijzen met woorden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
;
;
Doel(en)
e
De leerlingen zien in dat er naast woorden die personen, zaken of handelingen noemen, ook woorden bestaan die verwijzen naar woorden die al in de tekst genoemd werden (of naar de realiteit). e Ze gebruiken (zulke) verwijswoorden op de juiste manier.
Overzichtsblad Materiaal
;
Een tekst waarin dezelfde woorden te dikwijls opduiken: kopieerkaart 48. Kopieer de kaart voor elke leerling die deze oefening maakt. e Pen en papier e Verbetersleutel: kopieerkaart 49. De eerste keer moet je die kopiëren in tweevoud en best ook lamineren.
Hulpkaart Aanpak
;
Controle en verbetering
;
;
LANG.5.TASK.indd 28
e
1x
Leerinhouden taal nrs. 13, 14 en 15.
e
Differentiatie
;
;
SCHRIJVEN
De lln. maken een tekst leesbaar door er de nodige verwijswoorden in aan te brengen.
; ;
;
LEZEN/BOEKEN
15’ F 45’ 30’
Leerlingen voor wie deze oefening te moeilijk is, kunnen werken met kopieerkaart 50. Ze moeten dan enkel de verwijswoorden invullen. Je kopieert deze kaart ook telkens voor elke leerling (*). Taal 10 – Woordsoorten Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde. De leerlingen kijken hun werk na met behulp van de verbetersleutel.
Tips
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 11/01/10 14:57
;
LUISTEREN/SPREKEN
taal
TAALBESCHOUWING E
6
WOORDEN/LETTERS
A Z
Kleur de reclame . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
;
Doel(en)
e
Overzichtsblad
;
Materiaal
;
;
;
;
LANG.5.TASK.indd 30
e
Controle en verbetering
Tips
Leerinhouden taal nrs. 5, 14, 15 en 21.
1x
Startteksten die de leerlingen moeten ombouwen tot echte reclameteksten: materiaalkaarten 18 en 19. De eerste keer moet je ze verknippen. e Pen en papier e Op kopieerkaart 51 vind je de verbetersleutel voor de teksten op materiaalkaart 18. De eerste keer moet je die ook kopiëren en eventueel lamineren.
Differentiatie
Aanpak
De leerlingen kunnen gericht veranderingen aanbrengen aan een tekst om zijn effect te wijzigen.
e
Hulpkaart
;
;
SCHRIJVEN
De lln. kunnen zwakke reclameteksten optimaliseren.
; ;
;
LEZEN/BOEKEN
15’ F 45’ 30’
De leerlingen differentiëren zelf doordat ieder zelf een tekst kiest. Je kunt hen laten werken met invulteksten (materiaalkaart 18 (**)), maar het kan ook moeilijker. Op materiaalkaart 19 moeten de leerlingen zelf de plekken kiezen waar ze aanpassingen willen uitvoeren (***). Uiteraard kun je alle teksten aanbieden en hen eruit laten kiezen. Leerlingen die het moeilijk hebben met deze oefening mogen samen aan één tekst werken (*). Taal 11 – Reclame maken Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde. Moeilijke woorden: product (waarvoor reclame wordt gemaakt), steekwoorden Zie keerzijde. Alleen voor materiaalkaart 18 is er een verbetersleutel (= kopieerkaart 51).
Ook het omgekeerde kan. Je geeft de leerlingen bestaande reclameadvertenties met nogal wat tekst. Zij moeten die teksten dan neutraler maken door er de bijvoeglijke naamwoorden uit te halen, of te vervangen door een neutraal woord. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 11/01/10 14:57
LUISTEREN/SPREKEN
taal
Je moet kaartjes trekken waarop zinsdelen staan. Daarmee moet je gekke of vreemde krantenkoppen maken.
2
3
7
Doe het zo!
WOORDEN/LETTERS
1x
Enkele voorbeelden:
1 Leg de twee reeksen kaarten op stapeltjes. In de ene stapel zitten de werkwoorden en in de andere zinsdelen die personen, dieren of dingen noemen. 2 De leerling met de langste voornaam trekt een kaartje uit het stapeltje van werkwoorden. Dat wordt in het midden gelegd, goed zichtbaar voor iedereen. 3 Dan trekt iedereen 5 kaartjes uit de andere stapel. 4 Met twee of drie van die kaartjes en het werkwoord maak je nu een leuke krantenkop. Noteer die op een apart blad. 5 Leg de kaartjes van personen, dieren en zaken terug op de stapel. Het kaartje met het werkwoord leg je opzij. 6 De volgende leerling trekt een ander werkwoord. Opnieuw trekt iedereen kaartjes van de andere stapel en maakt een krantenkop. 7 Herhaal dit tot je tijd erop zit.
Materiaal
Corrigeer je werk
e
Jullie kijken telkens elkaars zinnen na. e Is de zin gek en een leuke krantenkop? e Is hij juist geformuleerd?
Twee reeksen met kaartjes e Pen en papier
TAALBESCHOUWING E
Zins delenpuzzels
45’ 30’
Wat moet je doen?
SCHRIJVEN
De lln. ‘construeren’ met onderdelen van een zin een gekke krantenkop.
15’ F
1
LEZEN/BOEKEN
Verdwaalde toerist verorbert vliegende vis
Blinde postbode temt jarige dolfijn
Klaar? e
Ruim dan alle spullen netjes op.
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 LANG.5.TASK.indd 1
11/01/10 14:58
LUISTEREN/SPREKEN
taal
S pele
45’ 30’
Wat moet je doen? Je krijgt een toffe spellingtaak. Aan jou om goede oplossingen te bedenken.
SCHRIJVEN
TAALBESCHOUWING
3
e
Eén of meer bladen met spellingoefening(en) e Pen en papier
1x
;
Doe het zo! 1 Als er meer bladen liggen, kies je er eentje. Let op: er zijn er makkelijke en moeilijke. Waarmee begin je? 2 Je werkt steeds alleen aan een blad. 3 Overloop het blad, zodat je goed weet wat je moet doen. 4 Ga dan op zoek naar de juiste oplossingen of invullingen en noteer ze op een apart blad.
e
2
1
n met spelling
Corrigeer je werk
Materiaal
WOORDEN/LETTERS E
De lln. passen wat zij voor spelling leerden toe in leuke spellingoefeningen.
15’ F
1
LEZEN/BOEKEN
Wanneer je klaar bent met een oefening, vraag je de verbetersleutel en verbeter je je eigen werk.
Klaar? e
Als er tijd over is, maak je een volgende oefening.
; ;
;
;
;
;
;
;
; ;
;
;
; ;
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 LANG.5.TASK.indd 5
11/01/10 14:58
;
LUISTEREN/SPREKEN
taal
TAALBESCHOUWING
WOORDEN/LETTERS E
1
A Z
Spelen met spelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
;
;
Doel(en)
;
;
e
Overzichtsblad Materiaal
e
;
;
LANG.5.TASK.indd 6
Controle en verbetering
Tips
1x
Leerinhouden voor taal nr. 17.
Eén of meer bladen met spellingoefening(en): kopieerkaarten 55 t.e.m. 68. De eerste keer moet je de bladen kopiëren en lamineren. e Voor elke oefening is er een verbetersleutel. De eerste keer moet je die ook kopiëren en eventueel lamineren. e Pen en papier
Differentiatie
Aanpak
De leerlingen oefenen onderdelen en aspecten van de spellingvaardigheid op een strategisch verantwoorde manier in.
e
Hulpkaart
;
;
SCHRIJVEN
De lln. passen wat zij voor spelling leerden toe in leuke spellingoefeningen.
; ;
;
LEZEN/BOEKEN
e
15’ F 45’ 30’
Aangezien we voor deze oefening nogal wat materiaal uitgewerkt hebben, kun je een aantal bladen tegelijk aanbieden, waaruit leerlingen dan een selectie maken. In dat geval neemt de oefening wellicht 30 i.p.v. 15 minuten in beslag. Best is het de hulpmiddelen en hulpkaarten die je voor spelling in de klas gebruikt (zoals logo’s of algoritmen) ook hier te laten gebruiken. Het is niet onze bedoeling voor hoekenwerk een apart systeem in het leven te roepen. De leerlingen maken de oefeningen individueel. Laat hen liever geen resultaten en oplossingen vergelijken, want fouten zien doet twijfel ontstaan bij minder sterke spellers. Op elke kopieerkaart vind je bovenaan tussen haakjes ook het onderdeel waarop geoefend wordt. Zie aanpak. De leerlingen verbeteren enkel hun eigen bladen met behulp van de verbetersleutel.
Je kunt uiteraard bij deze hoekenfiche nog andere spellingoefeningen aanbieden. Het materiaal dat wij je aanbieden, is zeker voldoende voor twee keer een gevarieerd aanbod. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 5de leerjaar • taal © VAN IN 2009 11/01/10 14:58