Inhoud HOEKENBOX Taal voor leerjaar 2 Onderdeel
Opdracht
Wat?
Luisteren/ spreken 1
Vertel je verhaal.
De leerlingen vertellen samen een verhaal bij een reeks prenten.
Luisteren/ spreken 2
Bedenkt je verhaal.
De leerlingen vertellen samen een verhaal bij een reeks woorden.
Luisteren/ spreken 3
Ra ra ra.
De leerlingen beluisteren raadsels en lossen ze op.
Luisteren/ spreken 4
Prenten leggen.
De leerlingen leggen bij een beluisterde tekst de bijhorende prenten in de goede volgorde.
Luisteren/ spreken 5
Wat hoort erbij ?
De leerlingen kiezen uit een reeks prenten de prenten die echt bij het verhaal horen.
Luisteren/ spreken 6
Vind de fout.
De leerlingen sporen fouten op in een beluisterde tekst.
Luisteren/ spreken 7
Wie ben ik ?
De leerlingen zoeken de passende foto bij de beschrijving van sprookjesfiguren.
Luisteren/ spreken 8
Waarom ?
Omdat… de leerlingen verwoorden in duo’s oorzaken en gevolgen.
Luisteren/ spreken 9
Prentendictee !
De leerlingen geven instructies aan medeleerlingen om een tekening te vervolledigen.
Luisteren/ spreken 10
Raad het woord.
De leerlingen moeten door vraagstelling een persoon, dier of voorwerp raden.
Lezen/ boeken 1
Wie doet mee ?
De leerlingen sporen de hoofdfiguren op in korte teksten.
Lezen/ boeken 2
Rita Ramp.
De leerlingen lezen een leuke tekst en vertellen wat de hoofdfiguren meemaken.
Lezen/ boeken 3
Vind jij dit lief ?
De leerlingen vullen een enquête in over ‘lief zijn’ en verwerken die.
Lezen/ boeken 4
Kun jij goed voorlezen ?
De leerlingen oefenen op het vlot en expressief voorlezen van een tekst.
Lezen/ boeken 5
Vragenlijst.
De leerlingen beantwoorden een persoonlijke vragenlijst en vergelijken hun antwoorden.
Lezen/ boeken 6
Leesdomino.
De leerlingen spelen een dominospel met leesuitdagingen
Lezen/ boeken 7
Leesmemory.
De leerlingen spelen een memoryspel met leesuitdagingen
Lezen/ boeken 8
Van begin naar einde.
De leerlingen moeten kaartjes in de juiste chronologische volgorde schikken.
Lezen/ boeken 9
Is dit een leuk boek ?
De leerlingen leren boeken inschatten.
Lezen/ boeken 10
Wie ga je volgen ?
De leerlingen volgen de hoofdfiguur in een verhaal en typeren hem/haar.
Schrijven 1
Mijn dagboek.
De leerlingen schrijven stukjes dagboek.
Schrijven 2
Antwoord geven.
De leerlingen beantwoorden lezersbrieven.
Schrijven 3
Kies je verhaal.
De leerlingen schrijven een verhaal door opdrachten uit te voeren en in een aanbod keuzes te maken.
Schrijven 4
De leerlingen vullen een formulier in op basis Voor een vriendenboekje. van persoonlijke voorkeuren en geven daarbij schriftlijk uitleg.
Schrijven 5
Dit moet je tekenen.
De leerlingen noteren instructies om een tekening juist te kunnen uitvoeren.
Schrijven 6
Mijn liegdagboek.
De leerlingen spelen met ‘waar’ of ‘niet waar’ in teksten die ze zelf schrijven.
Schrijven 7
Lijstjes.
De leerlingen leggen lijstjes aan van dingen die ze wel of niet graag doen of leuk vinden.
Taalbeschouwing 1
Wie of wat ?
De leerlingen raden naar de zenders van korte berichten.
Taalbeschouwing 2
Namen zoeken.
De leerlingen zoeken naar zo veel mogelijk namen van zaken waarmee je een bepaalde activiteit kunt uitvoeren.
Taalbeschouwing 3
Wat doe ik ?
De leerlingen vervangen een nonsenswerkwoord door een zinnig equivalent.
Taalbeschouwing 4
Maak van twee woorden één.
De leerlingen spelen een dominospel waarbij ze samengestelde woorden maken.
Taalbeschouwing 5
Wat doe je daar ?
De leerlingen gaan op zoek naar welke werkwoorden passen in een gegeven context.
Taalbeschouwing 6
Wat doen ze ?
De leerlingen gaan op zoek naar welke werkwoorden passen bij een gegeven beroep of functie.
Woorden/ letters 1
Raad het woord.
De leerlingen raden naar woorden die aan gegeven voorwaarden voldoen.
Woorden/ letters 2
Rijmwoorden zoeken.
De leerlingen zoeken in zinnen ontbrekende rijmwoorden.
Woorden/ letters 3
Zag jij dat ook ?
De leerlingen noteren alle woorden (van dingen) die ze zien op een foto.
Woorden/ letters 4
De eerste letter is een…
De leerlingen zoeken zo veel mogelijk woorden die met een bepaalde letter beginnen en activeren zo hun woordenschat.
Woorden/ letters 5
Memory van tegengestelde woorden.
De leerlingen spelen memory. De inhoud van het spel wordt gevormd door tegengestelde woorden.
Woorden/ letters 6
Lettermemory.
De leerlingen spelen een memory spel met letterclusters.
Woorden/ letters 7
Zoek het woord.
De leerlingen zoeken in een tekening woorden die beginnen met een opgegeven klank- (of letter) cluster.
Woorden/ letters 8
Kruisende woorden.
De leerlingen lossen kruiswoordraadsels op.
Woorden/ letters 9
Woordrooster.
De leerlingen zoeken woorden die inhoudelijk en vormelijk aan opgegeven voorwaarden voldoen.
Woorden/ letters 10
Spelen met spelling.
De leerlingen passen wat zij voor spelling leerden toe in leuke, uitnodigende spellingoefeningen.
Inhoud HOEKENBOX WISKUNDE voor leerjaar 2
Onderdeel
Opdracht
Wat?
Metend rekenen 1
Bruggen bouwen.
De leerlingen meten met centimeter.
Metend rekenen 2
Een jaar rond.
De leerlingen oefenen de maanden van het jaar.
Metend rekenen 3
Klokkaarten.
De leerlingen lezen de tijd af en duiden hem aan.
Metend rekenen 4
We zijn al zo groot!
De leerlingen meten en tekenen elkaars lichaamslengte.
Metend rekenen 5
Kalender.
De leerlingen oefenen het inzicht in de jaarkalender.
Metend rekenen 6
Eurozakjes.
De leerlingen tellen euromunten en centen.
Metend rekenen 7
Vouwbekje.
De leerlingen schatten de lengte, de inhoud en het gewicht van voorwerpen.
Getallenkennis 1
Volg de weg.
De leerlingen lezen getallen (in cijfers en letters).
Getallenkennis 2
Puzzelen met getallen.
De leerlingen stellen honderdvelden opnieuw samen.
Getallenkennis 3
Spring tot 100.
De leerlingen lezen en schrijven getallen tot 100 (T-E).
Getallenkennis 4
Wat heb ik? Wat heb jij?
De leerlingen associëren getalkaarten met waardekaarten.
Getallenkennis 5
De fruitweg.
De leerlingen oefenen de breukentaal.
Getallenkennis 6
100-spel.
De leerlingen oefenen het inzicht in de getallen tot 100.
Getallenkennis 7
Plezier met 4!
De leerlingen oefenen het inzicht in de getallen tot 100.
Getallenkennis 8
Heldenstrijd.
De leerlingen lezen en vergelijken getallen.
Getallenkennis 9
Cijfers leggen.
De leerlingen oefenen het inzicht in de getallen tot 100.
Bewerkingen 1
Verstoppertje.
De leerlingen maken sommen met cijfers kleiner of gelijk aan 6.
Bewerkingen 2
Vier op een rij.
De leerlingen vermenigvuldigen tot 10.
Bewerkingen 3
Kermis!
De leerlingen tellen op met 5-vouden.
Bewerkingen 4
Domino met qpu.
De leerlingen vermenigvuldigen tot 10.
Bewerkingen 5
Een eend met twee poten.
De leerlingen tellen met sprongen van 2.
Bewerkingen 6
Tollen maar!
De leerlingen werken met wiskundige begrippen.
Bewerkingen 7
Hihi, grapje!
De leerlingen zetten eenvoudige situaties om in formules.
Bewerkingen 8
Hebbes!
De leerlingen automatiseren optellen en aftrekken tot 20.
Bewerkingen 9
+ juist leggen.
De leerlingen sorteren en berekenen TE+E/TE+TE tot 100 (met en zonder brug.
Bewerkingen 10
- juist leggen.
De leerlingen sorteren en berekenen TE-E/TETE/T-TE tot 100 (met en zonder brug.
Bewerkingen 11
Leg ze juist!
De leerlingen sorteren en berekenen typeoefeningen tot 100 (+ en -) zonder brug.
Bewerkingen 12
Leg ze ook juist over de brug!
De leerlingen sorteren en berekenen typeoefeningen tot 100 met en zonder brug.
Bewerkingen 13
Maaltafel-race.
De leerlingen oefenen alle maaltafels in.
Bewerkingen 14
Blij met een rij.
De leerlingen maken sommen tot 20 met meer dan één term.
Bewerkingen 15
Tafelster!
De leerlingen automatiseren de maaltafels.
Bewerkingen 16
Tafelkim!
De leerlingen automatiseren de maaltafels.
Bewerkingen 17
Hi hi, gefopt!
De leerlingen maken plus- en minoefeningen tot 100.
Bewerkingen 18
Vijftienen.
De leerlingen maken vlot sommen tot 15 met drie termen.
Bewerkingen 19
Rekenval.
De leerlingen automatiseren de maaltafels.
Meetkunde 1
Vouwen maar!
De leerlingen spelen met lijnen en punten.
Meetkunde 2
Tovertekening.
De leerlingen herkennen soorten lijnen en vlakke figuren in een tekening
Meetkunde 3
Tegeldans.
De leerlingen ervaren en ontdekken oppervlakken.
Toepassingen 1
Speciale domino!
De leerlingen leggen zo lang mogelijke rijtjes volgens twee voorwaarden.
Toepassingen 2
Boter, kaas en eieren.
De leerlingen spelen drie op een rij.
Inhoud HOEKENBOX WO voor leerjaar 2
Onderdeel
Opdracht
Thema 1 / 1
Klein en groot: De leerlingen leren jonge en oude dieren kennen Jonge en oude dieren. tijdens het spel 'domino'.
Wat?
Thema 1 / 2
Klein en groot: Als ik groot ben.
De leerlingen leren op speelse wijze allerhande beroepen kennen.
Thema 1 / 3
Klein en groot: Plant een zaadje!
De leerlingen planten een zonnebloemzaadje volgens een stappenplan.
Thema 1 / 4
Klein en groot: Bouwen maar!
De leerlingen maken aan de hand van een legende een maquette van hun slaapkamer.
Thema 1 / 5
Klein en groot: Jouw familie aan de muur!
De leerlingen vertellen elkaar over hun familie. In de klas wordt een familiemuur gemaakt.
Thema 1 / 6
Klein en groot: Kleine diertjes groot bekijken.
De leerlingen vullen een identiteitskaart van kleine diertjes in.
Thema 1 / 7
Klein en groot: Het kleinste boekje.
De leerlingen ontwerpen zelf een klein boekje met voorwerpen die echt in een luciferdoosje kunnen.
Thema 1 / 8
Klein en groot: Kleiner of groter dan?
De leerlingen sorteren de kaartjes van dieren die groter of kleiner zijn dan een bepaald dier.
Thema 1 / 9
Klein en groot: Een beetje meer?
De leerlingen zoeken met een veterkaart wat meer is (kleiner, groter, dunner, ...)
Thema 1 /10
Klein en groot: Maak me groot!
De leerlingen zoeken voorwerpen die je groter of langer kunt maken en wat de beste manier is om dat te doen.
Thema 2 / 1
Oud en nieuw: Spelen maar.
De leerlingen spelen aan de hand van een handleiding met oud speelgoed.
Thema 2 / 2
Oud en nieuw: Jong – ouder – heel oud.
De leerlingen zoeken foto’s en sorteren ze volgens het criterium ‘jong – ouder – heel oud’.
Thema 2 / 3
Oud en nieuw: Wat hoort waarbij?
Thema 2 / 4
Oud en nieuw: Elke keer opnieuw …
De leerlingen spelen domino over activiteiten en gebeurtenissen die telkens opnieuw plaatsvinden.
Thema 2 / 5
Oud en nieuw: Voor de eerste keer.
De leerlingen maken een persoonlijke groeilijn voor een aantal activiteiten.
Thema 2 / 6
Oud en nieuw: Mensen op straat.
De leerlingen sorteren foto’s van het leven in de stad of op het platteland en bouwen daarmee een fotolandschap op.
Thema 2 / 7
Oud en nieuw: Foto’s uit de oude doos.
De leerlingen kunnen op een oude foto aanduiden wat ondertussen veranderd is.
Thema 2 / 8
Oud en nieuw: Van kikkerdril tot kikker.
De leerlingen leggen met kaartjes de levenslijn van een kikker.
Thema 2 / 9
Oud en nieuw: Van sok tot pop.
De leerlingen kunnen aan de hand van een stappenplan van iets ouds iets nieuws maken.
Thema 2 /10
Oud en nieuw: De fiets.
De leerlingen komen te weten hoe de fiets er vroeger uitzag.
Thema 3 / 1
Binnestebuiten: Kijk eens binnen!
De leerlingen richten zelf een kamer in. De andere moet de kamer identiek proberen na te bouwen.
Thema 3 / 2
Binnestebuiten: Een droomspeelplaats!
De leerlingen ontwerpen hun droomspeelplaats.
Thema 3 / 3
Binnestebuiten: Waar kun je het best … ?
De leerlingen ordenen verschillende activiteiten volgens de plaats waar ze vaak uitgevoerd worden.
Thema 3 / 4
Binnestebuiten: Wie van de drie ?
De leerlingen zoeken het foute trefwoord bij de gegeven sport en verantwoorden hun keuze.
Thema 3 / 5
Binnestebuiten: De leerlingen kunnen door concrete waarneming Vruchten opensnijden. verschillende soorten vruchten herkennen en tekenen.
Thema 3 / 6
Binnestebuiten: Wat in onze hoofden zit.
De leerlingen schrijven hun mooiste herinnering of hun wens voor de toekomst.
Thema 3 / 7
Binnestebuiten: Zoek de fout in mijn kijkdoos !
De leerlingen maken een kijkdoos met fouten. Die fouten worden door de andere opgespoord.
Thema 3 / 8
Binnestebuiten: Vanbinnen en Vanbuiten.
De leerlingen spelen memory waarbij ze foto’s van de buiten- en binnenkant van voorwerpen combineren.
Thema 3 / 9
Binnestebuiten: Wie ben ik ?
De leerlingen voeren allerhande proefjes uit en ontdekken zo verschillen en gelijkenissen tussen elkaar.
Thema 3 /10
Binnestebuiten: Flieder, fladder, vlinder.
De leerlingen ontdekken de ontwikkeling van eitje tot vlinder.
Thema 4 / 1
Kunstjes: Hocus pocus pas.
De leerlingen voeren toverkunstjes correct uit aan de hand van een stappenplan.
Thema 4 / 2
Kunstjes: Kijk wat ik kan !
De leerlingen ontdekken hun talenten en beperkingen door stil te staan bij wat ze wel en niet goed kunnen.
Thema 4 / 3
Kunstjes: Zoek de vijf verschillen.
De leerlingen zoeken de vijf verschillen op hun prenten. Dat doen ze door hun tekening te beschrijven.
Thema 4 / 4
Kunstjes: Naar het circus !
De leerlingen stellen een affiche voor een circusvoorstelling samen.
Thema 4 / 5
Kunstjes: Kunstjes van dieren.
De leerlingen moeten bewegingen (of kunstjes) van dieren aan het juiste dier koppelen.
Thema 4 / 6
Kunstjes: Circusmuseum.
De leerlingen denken na over wat er allemaal in een circus gebeurt.
Thema 4 / 7
Kunstjes: Proefjes met bellen.
De leerlingen voeren een proefje uit om na te gaan hoe zeepbellen reageren wanneer ze met elkaar in contact komen.
Thema 4 / 8
Kunstjes: Kookkunstjes.
De leerlingen maken fruitbrochetten.
Thema 4 / 9
Kunstjes: Kunstig bekeken.
De leerlingen zoeken zo snel mogelijk details op een schilderij.
Thema 4 /10
Kunstjes: Op zoek naar circuswoorden.
De leerlingen brainstormen rond het thema circus.
Inhoud HOEKENBOX MUZIEK voor leerjaar 2
Domein
Opdracht
Wat?
Beeld 1
Wat is het?
De leerlingen raden de juiste afbeelding door vragen over kleuren, vormen en compositie te stellen.
Beeld 2
Hoe kijk je als je boos De leerlingen tekenen gevoelens op gezichtjes. bent?
Beeld 3
Speel-tijd!
De leerlingen spelen een spel waarbij ze teken-, klei- en uitbeeldopdrachten moeten uitvoeren.
Beeld 4
Geuren schilderen
De leerlingen maken een schilderij van de associaties die ze maken bij geuren. Ze letten daarbij vooral op kleurgebruik.
Beeld 5
Smaken schilderen
De leerlingen maken een schilderij van de associaties die ze maken bij smaken. Ze letten daarbij vooral op kleurgebruik.
Beeld 6
In deze doos verzamel ik …
De leerlingen maken van een schoendoos een eigen verzameldoos.
Beeld 7
Sporen
De leerlingen luisteren eerst naar geluiden en maken daarbij een collage van sporen aan de hand van stempeltechnieken.
Beeld 8
Maak iemand blij met een kroon
De leerlingen maken een verjardagskroon voor een andere leerling van de klas.
Beeld 9
Kleine diertjes van kleine papiertjes
De leerlingen maken kleine diertjes van afalpapiertjes en plakken ze daarna op een foto.
Beeld 10
Vreemde namen
De leerlingen maken een collage van een voorwerp of een dier met een bizarre naam.
Beeld 11
Beesten
De leerlingen maken een beestenpop van een plastieken fles
Beeld 12
Ik hoor een tekenfilm
De leerlingen luisteren naar de geluidsfragmenten uit een tekenfilm en tekenen daarbij een kort stripverhaal.
Drama 1
Lekker gek
De leerlingen oefenen hun mimiek aan de hand van een reeks prenten.
Drama 2
Een bewegend verhaal
De leerlingen spelen een pantomimespel.
Drama 3
KopieKopie
De leerlingen beelden standbeelden uit.
Drama 4
Met een strikje
De leerlingen beelden uit hoe ze een cadeautje kunnen ontvangen.
Drama 5
Zeg het met woorden. De leerlingen spelen met hun stem.
Drama 6
Handige handen
De leerlingen spelen een poppenspel met de hand.
Drama 7
Met een doos
De leerlingen associëren andere functies bij de doos.
Drama 8
Decorbouwers
De leerlingen creëren een decor van een denkbeeldige ruimte.
Muziek 1
Liedjespuzzel
De leerlingen beluisteren een lied en kiezen foto's die bij de tekst van het lied passen.
Muziek 2
Wat hoor je, wat hoor je niet?
De leerlingen leggen de geluidenkaartjes in de juiste volgorde en zoekn uit welke geluiden ontbreken.
Muziek 3
Ting Tak Boem!
De leerlingen beluisteren en noteren muziekstukjes met drie geluiden.
Muziek 4
Relax!
De leerlingen ontspannen zich bij het beluisteren van een stukje muziek.
Muziek 5
Lekker griezelen!
De leerlingen beluisteren een griezelfragment en leggen de verhaalstrookjes in de juiste volgorde.
Muziek 6
Hard en zacht, lang en kort
De leerlingen beluisteren harde en zachte, korte en lange klanken.
Muziek 7
Muziek om te …
De leerlingen beluisteren diverse muziekstukken en bespreken mogelijke fundties ervan.
Muziek 8
Dierenpuzzel
De leerlingen beluisteren diverse muziekstukken en associëren er verschillende dieren bij.
Muziek 9
Binnen of buiten?
De leerlingen herkennen binnen en buitengeluiden.
Muziek 10
Teken wat je wilt!
De leerlingen maken een vrije tekening, vertrekkend van een muziekstuk.
Muziek 11
Dansende poppen
De leerlingen beluisteren een duet en reageren op de stemverdeling in het muziekstuk.
Muziek 12
Muziekpuzzel
De leerlingen beluisteren enkele korte muziekstukjes en puzzelen de melodiekaartjes bijeen.
Poëzie 1
Geluiden nabootsen
De leerlingen schrijven een gedicht op basis van een bestaand gedicht.
Poëzie 2
Een gedicht invullen
De leerlingen vullen een gatentekst aan tot een eigen gedicht.
Poëzie 3
Gewoon, minder gewoon én speciaal
De leerlingen vullen een startgedicht met schrijfuitdaging aan tot een eigen gedicht.
Poëzie 4
Woorden die bij elkaar horen.
De leerlingen maken op allerlei manieren woordassociaties, die ze aan elkaar toelichten.
Poëzie 5
Rijmen
De leerlingen zoeken de passende rijmwoorden om een gedicht te vervolledigen.
Poëzie 6
Een leuk, raar of droevig gezicht?
De leerlingen beoordelen gedichten door een sfeerwoorden aan te koppelen.
Poëzie 7
Tekenen bij gedichten
De leerlingen beleven een gedicht persoonlijk door het te illustreren met lijnen en kleuren.