VOORBEELDMATERIAAL HOEKENBOX
LEERJAAR 6 – WERELDORIËNTATIE
P. 02-03
Thema 1
DE DRIE WIJZEN
De leerlingen formuleren juiste en foute antwoorden bij vragen en kunnen als luisteraar achterhalen welk antwoord
P. 04-05
Thema 1
EEN DUIK ONDER WATER
De leerlingen voeren een proefje uit om na te gaan hoe een duikboot kan blijven drijven of gaat zinken.
P. 06-07
Thema 2
BRAND IN HET VERBAND
De leerlingen ontdekken meer over brandwonden (soorten en hulpverlening) en maken er een folder over.
P. 08-09
Actua 1
STAGE OP DE REDACTIE
De leerlingen werken met een artikel binnen één krantenrubriek, vullen een actuakaart in en stellen hun artikel voor.
P. 10-11
Actua 4
NIEUWSFLASH
De leerlingen zetten een geschreven artikel om naar een korte nieuwsflash. Ze stellen hun artikel als nieuwslezer.
P. 12-13
ICT 5
GEDICHT VOOR MOEDERDAG
De leerlingen gaan op een gedichtenwebsite op zoek naar een leuk gedicht voor een speciale gelegenheid.
THEMA 1 E 1
wereldoriëntatie
A nd er s
45’ 30’
Wat moet je doen? Je speelt het spel ‘De 3 wijzen’. Wie liegt en wie vertelt de waarheid?
2
Materiaal e
Drie teksten over dieren e Pen en papier
ACTUA
ICT
De lln. formuleren juiste / foute antwoorden bij vragen en achterhalen als luisteraar welk antwoord juist is.
15’ F
1
THEMA 2
3
is niet
en ! z j i w gek : De 3
Doe het zo!
Een voorbeeld:
1 Leg de teksten met de tekst naar onderen op tafel. Iedere speler trekt één kaart. 2 Lees aandachtig de tekst. Heb je het antwoord op de vraag gevonden? Dan verzin je er ook een antwoord bij waarin je een fout steekt. Hoe je dat doet, vind je rechts hiernaast. 3 Schrijf het goede en foute antwoord kort op zodat je straks goed kunt vertellen! 4 Als iedereen klaar is, start de vertelronde. De speler met de kleurrijkste sok mag beginnen. Lees je vraag voor en vertel je twee mogelijke antwoorden. Eén antwoord is fout, het andere juist. De andere spelers moeten raden welk het juiste antwoord is. Daarna is de volgende aan de beurt. Wie twee keer het goede antwoord kan raden, is de winnaar!
Corrigeer je werk e
Bespreek wie van je groepje overtuigend heeft kunnen vertellen. Wie heeft iemand op het verkeerde spoor kunnen brengen? e Vonden jullie dit een moeilijke opdracht?
Klaar? e
1x
Hoe bedenk je een antwoord met een fout in? Kies uit deze mogelijkheden: - Zet een ander dier of voorwerp in de plaats van de dieren of voorwerpen in de tekst. - Verander één of meer getallen. - Verander een werkwoord door eentje dat niet kan, bv. zwemmen in plaats van kruipen. - Verander plaatsen of momenten waarop iets gebeurt door plaatsen en momenten die niet kunnen.
Ruim dan alle spullen netjes op.
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 WORLD.6.TASK.indd 1
13/01/10 12:32
M
M
c Doel(en)
M
M M
Overzichtsblad
M
M
THEMA 1 E 1
wereldoriëntatie
M
Materiaal
THEMA 2
ACTUA
ICT
De lln. formuleren juiste / foute antwoorden bij vragen en achterhalen als luisteraar welk antwoord juist is.
Anders is niet gek: De 3 wijzen! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . e e
De leerlingen kunnen een juist antwoord formuleren op allerlei dierenclichés. Ze kunnen de belangrijkste informatie uit een tekst halen.
Leerinhouden wo nrs. 14 en 15.
1x
Drie teksten over dieren: kopieerkaarten 1 t.e.m. 3 (de eerste keer kopiëren en eventueel lamineren) e Pen en papier e
Differentiatie
De leerlingen kiezen een tekst naar hun eigen interesse.
15’ F 45’ 30’
Hulpkaart Aanpak
Controle en verbetering
Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde. De leerlingen verbeteren elkaar tijdens het spel.
Tips
M M M WORLD.6.TASK.indd 2
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 13/01/10 12:32
THEMA 1
wereldoriëntatie
Sommige dingen drijven op het water en andere dingen zinken. Met een boot kun je op het water varen, omdat hij gemakkelijk blijft drijven. Maar hoe zit dat dan met een duikboot? Blijft hij drijven of zal hij toch zinken?
2
Materiaal e e e e e
Een plastic flesje Een rietje Een blokje klei Een emmer water Pen en papier
ICT
1x
Wa t e r e n w at e r r e vuur: d n Een duik o
45’ 30’
Wat moet je doen?
ACTUA
De lln. voeren een proefje uit om na te gaan hoe een duikboot kan blijven drijven of gaat zinken.
15’ F
1
THEMA 2 E 2
3
Doe het zo! 1 Knip van aan het buigstukje aan het rietje ongeveer 2 cm van de lange kant af. (Je zorgt ervoor dat je een ‘V’ geknipt hebt). Zie ook hiernaast. 2 Zorg ervoor dat het rietje goed gebogen is. 3 Doe een beetje klei aan de lange kant van het rietje, over het gaatje. 4 Zet het rietje rechtop in de emmer water en kijk of het blijft drijven. Blijft het niet drijven? Doe nog wat klei aan het rietje. 5 Vul het flesje met water en steek het rietje er rechtop in (de klei komt als eerste in het water terecht). 6 Draai de dop op het flesje. Vraag 1: wat denk je dat er gebeurt als je in het flesje zou knijpen? Noteer je antwoord op een apart blad. Let erop dat je alles goed nummert! 7 Knijp even in het flesje. Vraag 2: wat gebeurt er met het rietje? Noteer je antwoord weer. Vraag 3: hoe denk je dat dat komt? Noteer je antwoord weer.
Stap 1
Corrigeer je werk e
Toon je blad aan je juf of meester en vertel met je eigen woorden wat je gedaan hebt en wat het resultaat is van deze proef. e Is je verklaring voor wat gebeurde juist? Dan heb je prima gewerkt!
Klaar? e
Ruim het materiaal op. Stap 3 Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009
WORLD.6.TASK.indd 23
13/01/10 12:32
M
M
c Doel(en)
M
M M
THEMA 1
wereldoriëntatie
Overzichtsblad
M
Materiaal
M
M WORLD.6.TASK.indd 24
ICT
Water en vuur: Een duik onder water . . . . . . . . . . . . . . . e
De leerlingen kunnen het natuurlijk verschijnsel van drijven en zinken nagaan door een eenvoudig proefje uit te voeren. e Ze kunnen hun verwachtingen en waarnemingen kort noteren en er een conclusie uit trekken.
Leerinhouden wo nr. 24.
e e e
Een blokje klei, een plastic flesje en een emmer water Een rietje dat aan één kant kan verbogen worden (met een accordeonstukje) Pen en papier
Aanpak
Controle en verbetering
Tips
1x
15’ F 45’ 30’
Differentiatie
M M
ACTUA
De lln. voeren een proefje uit om na te gaan hoe een duikboot kan blijven drijven of gaat zinken.
Hulpkaart
M
THEMA 2 E 2
Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde.
Na afloop van het proefje komt de leerling bij jou verslag uitbrengen: wat hij/zij gedaan heeft, wat hij/ zij als antwoord gaf op de vragen en wat de verklaring is voor het zinken van het rietje. Indien deze verklaring niet klopt, geef je zelf meer uitleg. Het rietje drukt water naar beneden, maar het water drukt even hard het rietje terug naar boven. Als je in de fles knijpt, druk je alles samen en dus ook de lucht in het rietje. Doordat deze lucht nu minder plek inneemt, drijft het rietje ook minder hard en zinkt het. Een duikboot werkt ook volgens dit principe.
Je kunt de proef ook uitvoeren met een pipetpunt of de dop van een pen in plaats van een rietje. Rond het thema ‘water’ zijn heel wat proefjes mogelijk. Je zou in de klas een ‘proefjesweek’ kunnen opstarten en de kinderen alleen of per twee een experimentje laten voorbereiden. Nadien kunnen ze dit dan demonstreren en verklaren voor de klas. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 13/01/10 12:32
THEMA 1
wereldoriëntatie
Heb je je wel eens verbrand? Weet je nog hoe je toen verzorgd werd? Brandwonden kunnen heel wat moeilijkheden opleveren. Je leert welke brandwonden er zijn en hoe je ze moet verzorgen. Je maakt ook een folder om anderen te informeren over brandwonden en de verzorging ervan.
2
ICT
1x
Wa t e r e n r b and e v t vuur: e Brand in h
45’ 30’
Wat moet je doen?
ACTUA
De lln. ontdekken meer over brandwonden (soorten en hulpverlening) en maken er een folder over.
15’ F
1
THEMA 2 E 4
3
Doe het zo! 1 Wanneer deze webplek nog bestaat, mag je er een kijkje nemen: • http://www.schooltv.nl/ehbo/wat_je_moet_weten/wat_gewond_brandwonden.html • Scroll naar het onderdeel ‘animatie: brandwonden’ en bekijk het filmpje. 2 Lees de hulpkaart ‘Eerste hulp bij brandwonden’. 3 Neem pen en papier. 4 Ontwerp ieder apart een folder waarbij je mensen informeert over brandwonden en wat je moet doen bij een brandwonde. e Zorg voor een aantrekkelijke folder: duidelijke taal, kleine tekening, kleur, schikking, enz. e Denk eraan: jouw folder moet mensen helpen!
Corrigeer je werk e e
Wanneer je alleen werkte, toon je je folder aan de juf of meester. Wanneer je met 2 of 3 werkte, geef je de folders door aan elkaar en bespreken jullie elkaars folders.
Materiaal e
De hulpkaart ‘Eerste hulp bij brandwonden’ e Pen en papier e Kleurpotloden e Een computer
Klaar? e
Ruim het materiaal op.
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 WORLD.6.TASK.indd 27
13/01/10 12:32
M
M
c Doel(en)
M
M M
Overzichtsblad
M
M
THEMA 1
wereldoriëntatie
M
M M M WORLD.6.TASK.indd 28
Materiaal
Differentiatie
Controle en verbetering Tips
ACTUA
ICT
De lln. ontdekken meer over brandwonden (soorten en hulpverlening) en maken er een folder over.
Water en vuur: Brand in het verband . . . . . . . . . . . . . . . . e
De leerlingen kunnen brandwonden opdelen in drie graden en bij iedere graad enkele kenmerken opsommen. e Ze weten hoe een passende elementaire hulp toegediend moet worden bij een brandwonde.
Leerinhouden wo nr. 1.
e e e
Een computer met internetverbinding Pen en papier Kleurpotloden
1x
15’ F
De leerlingen ontwerpen samen een folder (*). Het is mogelijk om nog een bijkomende verwerking te laten voorbereiden bij deze opdracht, bv. een rollenspel waarbij duidelijk wordt hoe je moet optreden en welke verzorging je moet toedienen bij een brandwonde. Er moeten dan wel verscheidene leerlingen samen aan deze oefening werken.
Hulpkaart Aanpak
THEMA 2 E 4
45’ 30’
Wo 5 – Eerste hulp bij brandwonden Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde.
Indien de leerling alleen werkte, kun je de folder best nalezen en beoordelen: is de informatie duidelijk, weet je wat je moet doen bij een brandwonde, is de folder aantrekkelijk? Indien de leerlingen met meer aan deze opdracht werkten, lezen ze elkaars folder na.
De leerlingen bekijken een informatiefilmpje op een website. Of deze website blijft bestaan is uiteraard niet te voorspellen. In ieder geval vind je alle noodzakelijke informatie op de hulpkaart.
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 13/01/10 12:32
THEMA 1
wereldoriëntatie
Jij bent aangenomen als journalist voor een krant. Vandaag moet je stage lopen op één van de redacties van de krant.
ICT
1x
een kr ant ! A c t u a lit e i t : S t a ge n a v e op de redacti
45’ 30’
Wat moet je doen?
ACTUA E 1
De lln. werken met een artikel binnen één krantenrubriek, vullen een actuakaart in en stellen hun artikel voor.
15’ F
1
THEMA 2
3
Doe het zo! 1 Leg de kaartjes van de verschillende redacties op de tafel. Kies elk één redactie uit. Op deze redactie loop jij vandaag stage. 2 Zoek in de kranten één artikel dat je aanspreekt en dat bij je redactie hoort. 3 Lees je artikel grondig door en los de vragen van de actuakaart op. Je schrijft je antwoorden op een apart blad. Schrijf er ook telkens de vetgedrukte woorden van de vraag bij (die helpen je later bij de voorstelling). Je mag een atlas, een woordenboek of andere infobronnen gebruiken. 4 Stel jullie artikel aan elkaar voor met behulp van je blad met antwoorden. Vertel de inhoud van je artikel, zonder het artikel voor te lezen.
Corrigeer je werk 2
Materiaal e e e
Redactiekaartjes Kranten Voor elke leerling een actuavragenkaart e Pen en papier e Eventueel extra bronnen: atlas, woordenboek …
e e
VOOR de voorstelling: toon je antwoorden aan je juf of meester. NA de voorstelling: beoordeel elkaars voorstelling. (Wat ging goed? Wat ging minder goed/fout?)
Klaar? e
Ruim al het materiaal netjes op.
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 WORLD.6.TASK.indd 11
13/01/10 09:45
M
M
c Doel(en)
M
M M
Overzichtsblad Materiaal
M
Differentiatie
M
THEMA 1
wereldoriëntatie
M
M WORLD.6.TASK.indd 12
ICT
De lln. werken met een artikel binnen één krantenrubriek, vullen een actuakaart in en stellen hun artikel voor.
Actualiteit: Stage op de redactie van een krant! . . . . . . . . e
De leerlingen kunnen een krantenartikel (binnen hun redactie) kiezen, zelfstandig lezen en verwerken a.d.h.v. een actuakaart. e De leerlingen kunnen hun krantenartikel vlot voorstellen aan klasgenoten.
Leerinhouden wo nrs. 8, 17 en 18.
e
Een stapel kranten (liefst van de voorbije dagen en best wat meer dan er leerlingen aan deze opdracht werken) Redactiekaartjes: materiaalkaart 18 (de eerste keer nog verknippen) De actua-vragenkaart: kopieerkaart 40 (de eerste keer 4x kopiëren en lamineren) Pen en papier Eventueel extra bronnen: atlas, woordenboek …
e e e e
1x
15’ F 45’ 30’
Je kunt gerust enkele redactiekaartjes weglaten of één rubriek centraal stellen voor elke leerling (bv.: iedereen zoekt een artikel binnen de redactie ‘buitenland wereld’) (*). Er wordt gewerkt vanuit interesse en verrassing.
Controle en verbetering Tips
Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde.
Na het aanvullen van de actuakaart controleer je de antwoorden. Daarna kan de voorstelling in de groep beginnen.
M
ACTUA E 1
Hulpkaart Aanpak
M
THEMA 2
Deze opdracht kennen de leerlingen al uit het vierde en vijfde leerjaar. We maken ze nu wat moeilijker door een nieuwe rubriek toe te voegen: buitenland wereld. De leerlingen kunnen hun artikels voorstellen aan de klas en rond de wereldkaart hangen. Ze verbinden het artikel met een touw naar de juiste plaats op de wereldkaart. Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 13/01/10 09:45
THEMA 1
wereldoriëntatie
Ac tu
45’ 30’
Wat moet je doen? Je bent vandaag nieuwslezer en stelt tijdens de nieuwsflash één nieuwsbericht voor!
ACTUA E 4
ICT
De lln. zetten een geschreven artikel om naar een nieuwsflash. Ze stellen hun artikel als nieuwslezer voor.
15’ F
1
THEMA 2
3
1x
aliteit : Nieuwsflas h !
Doe het zo! 1 Lees samen de hulpkaart ‘Nieuwslezer? Zo word ik een echte!’. 2 Neem elk een krant en kies één artikel. Het mag uit de rubrieken ‘Binnenland’, ‘Streeknieuws’ of ‘Buitenland’ komen. Lees het artikel goed door. Knip het uit. 3 Bereid je nieuwsflash voor: wat zul je vertellen? Hoe? Noteer alles op een apart blad. Oefen het nieuwsbericht in. Houd daarbij rekening met de tips van de hulpkaart. Misschien wordt de nieuwsflash wel opgenomen, om nadien nog eens te beluisteren. 4 Stel om de beurt je nieuwsflash voor. Wie luistert, noteert wat de nieuwslezer heel goed of iets minder goed doet. Gebruik daarvoor de hulpkaart.
Corrigeer je werk 2
Materiaal
e
e e
Klaar?
Kranten De hulpkaart ‘Nieuwslezer? Zo word ik een echte!’ e Pen en papier e Een schaar
e
Het nieuws zit erop! Evalueer elkaar: geef om de beurt bij elke nieuwslezer één compliment (wat je heel goed vond) en één tip (wat je minder goed vond).
Ruim alles netjes op.
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 WORLD.6.TASK.indd 17
13/01/10 09:45
M
M
c Doel(en)
M
M M
Overzichtsblad
M
Materiaal
M
M
Aanpak
Controle en verbetering Tips
THEMA 2
ACTUA E 4
ICT
De lln. zetten een geschreven artikel om naar een nieuwsflash. Ze stellen hun artikel als nieuwslezer voor.
Actualiteit: Nieuwsflash! . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . e e
De leerlingen kunnen een geschreven nieuwsfeit aanpassen en er een gesproken bericht van maken. Ze kunnen het artikel voorstellen als een echte nieuwslezer.
Leerinhouden wo nrs. 8, 17 en 18.
1x
Een stapel kranten (liefst van de voorbije dagen en enkele meer dan er leerlingen aan de opdracht werken) e Pen en papier e Een schaar e
Differentiatie
Hulpkaart
M
THEMA 1
wereldoriëntatie
Je kunt ervoor kiezen om op voorhand zelf artikels te selecteren binnen een thema of onderwerp waarrond in de klas wordt gewerkt (*).
Wo 8 – Nieuwslezer? Zo word ik een echte!
Zie ‘Doe het zo!’ op keerzijde. Mogelijk moeilijke woorden: nieuwsflash
15’ F 45’ 30’
De leerlingen evalueren elkaar a.d.h.v. de tips voor nieuwslezers op de hulpkaart.
Je kunt de nieuwsflash opnemen op geluidscassette of met de videocamera. Zo kunnen de leerlingen zichzelf bekijken en evalueren a.d.h.v. de tips voor nieuwslezers op de hulpkaart.
M M WORLD.6.TASK.indd 18
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 13/01/10 09:45
THEMA 1
wereldoriëntatie
2
3
Doe het zo!
Je zoekt op een website met gedichten een leuk gedicht uit dat je je mama cadeau kan doen op Moederdag.
1 Ga samen aan de computer zitten. Eén leerling mag het toestel bedienen. Spreek af wie. 2 Ga op het internet en typ dit adres in: http://www.1001gedichten.nl 3 Klik dan links (in het menu) bij ‘gedicht categorieën’ op ‘moederdaggedichten’. 4 Rechts zie je nu allemaal gedichten die speciaal geschreven zijn als geschenkjes voor moeder op Moederdag. Klik er een paar aan (zeker vier) en zoek het mooiste gedicht. Als je met z’n tweeën aan deze oefening werkt, mag je ieder je mooiste gedicht kiezen. Als het lukt, mag je dat gedicht afdrukken. 5 Schrijf ook (ieder) op waarom je dat gedicht het mooiste vindt. Gebruik de waardeschaal die je hiernaast vindt. Je mag er nog nieuwe woorden bij verzinnen om iets over het gedicht te zeggen.
Materiaal
Corrigeer je werk
e
Een computer met internetaansluiting e Misschien ook een printer e Pen en papier
1x
E e n ge d ic h it k ie ze n u t voo g a r Moederd
45’ 30’
Wat moet je doen?
ICT E 5
ACTUA
De lln. gaan op een gedichtenwebsite op zoek naar een leuk gedicht voor een speciale gelegenheid.
15’ F
1
THEMA 2
<< Blij
e
Toon je gedicht en je beoordeling aan je juf of meester.
Klaar? e
Ruim dan alle spullen netjes op.
<
0
>
>> Droevig
Koud
Warm
Vaag
Gedetailleerd
Speels
Ernstig
Gewoon
Vreemd
Vervelend
Boeiend
Stil Veelkleurig Zoet
Luid Zwart-grijs-wit Zuur
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 WORLD.6.TASK.indd 9
13/01/10 09:46
M
M
c Doel(en)
M
M M
M
ACTUA
ICT E 5
De lln. gaan op een gedichtenwebsite op zoek naar een leuk gedicht voor een speciale gelegenheid.
Een gedicht voor Moederdag uitkiezen . . . . . . . . . . . . . . De leerlingen zoeken op een website materiaal dat voor een specifiek doel kan dienen.Vandaag gaat het om het vinden en selecteren van moederdaggedichten.
Leerinhouden wo nr. 26.
e e e
Computer met internetaansluiting Indien mogelijk een printer om de gedichten af te drukken Pen en papier
Differentiatie
De leerlingen maken zelf een keuze bij een breed aanbod van teksten.
Hulpkaart
De waardeschaal is hier het hulpmiddel om iets over het gedicht te zeggen.
Aanpak
De leerlingen lezen een aantal gedichten en zeggen dan op grond van echte argumenten welk gedicht zij het knapst vinden.
Materiaal
Controle en verbetering
Tips
M
THEMA 2
e
Overzichtsblad
M
M
THEMA 1
wereldoriëntatie
1x
15’ F 45’ 30’
De leerlingen tonen je hun keuze en hun argumenten om die keuze te verantwoorden.
Mocht omwille van een of andere reden de site die we in deze oefening gebruiken, niet meer toegankelijk zijn, dan kun je de leerlingen best één of meer alternatieven opgeven. Die vind je probleemloos door in een zoekmachine (zoals Google) de termen Moederdag en gedichten op te geven.
M M WORLD.6.TASK.indd 10
Deze fiche hoort bij de Hoekenbox • 6de leerjaar • wereldoriëntatie © VAN IN 2009 13/01/10 09:46