Hoe ouders kiezen. SCHOOL‐ EN STUDIEKEUZE VAN OUDERS MET KINDEREN IN HET 5de EN/OF 6de LEERJAAR BASISONDERWIJS
RETO 2009
1
Aan dit onderzoek werkten mee: • Luc Zajac, directeur VBS De Toverboom • Jef Syroit, Universitair Hoofddocent Sociale en Organisatiepsychologie aan de Open Universiteit Heerlen. • An Jacobs, coordinator RETO – RESOC Kempen –
[email protected] • Marc van de maele, LOP Turnhout • Bart Van Dyck, KOOGO • Jo Colaers, VCOV • Ludo Claes, VCOV • Marijke Vanthomme, GO! Ouders • Bart Meeussen, proeftuinbegeleider Techniek=Overall! Ouders die deel uitmaken van de denkgroep rond studiekeuze. Nancy Stoffels Oudercomité GBS Heieinde Vosselaar Edith van Gemert Oudercomité St‐Franciscus Turnhout Sofie van Beek Oudercomité St‐Franciscus Turnhout Frank De Groot Oudercomité St‐Claracollege Arendonk Jan‐Pieter Roovers Oudercomité St‐Claracollege Arendonk Chantal Michielsen Oudercomité GBS Centrum Vosselaar Michael Bennik Oudercomité GBS Heieinde Vosselaar Hilde Decorte Oudercomité St‐Victor Turnhout Luc Augustyns Oudercomité St‐Victor Turnhout Carla Stravers Oudercomité De Wamp Arendonk Paula Baeten Oudercomité De Wamp Arendonk Frans Van Miert Oudercomité KTA de Merode Turnhout
Dit onderzoek werd gerealiseerd met de financiële steun van :
2
INHOUD DEEL1 DEEL2 1 2 3 4 5 6 7 DEEL3 BIJLAGE
Inleiding Procedure resultaten van het onderzoek Omschrijving van de respondenten Voorkeur studiekeuze van ouders en kinderen Waargenomen belangrijkheid van factoren die de studiekeuze bepalen Belangrijkheid van verschillende informatiebronnen. Hoe beslist men? Werken aan studiekeuze doorheen de schoolloopbaan van het kind. Verwachtingen versus beleving van de respondenten met betrekking tot het werken rond studiekeuze in de basisschool Aanbevelingen Vragenlijst met cijfergegevens per vraag
4 5 6‐18 6‐7 7‐8 8‐11 11‐13 13‐14 14 14‐18 17‐18
3
INLEIDING Steeds meer jongeren verlaten zonder getuigschrift of diploma de school. Voor wie geen diploma op zak heeft, vergroot het risico op werkloosheid en sociale uitsluiting. Het secundair onderwijs biedt tal van keuzemogelijkheden. Kinderen van 12 jaar worden geacht een studie‐ en schoolkeuze te maken voor het secundair onderwijs. Ze kunnen hierbij rekenen op de steun van hun ouders om dit, vaak moeilijke, studiekeuzeproces te doorlopen en hopelijk tot een goed einde te brengen. Maar zijn ouders wel voldoende geïnformeerd over de mogelijkheden die ze hebben? Weten kinderen in het zesde leerjaar wat hen te wachten staat, welke vakken ze zullen krijgen en welke vakken bij hun uiteindelijke studiekeuze belangrijk zijn? Nog te vaak opperen ouders: “Mijn kind kan maar beter zo hoog mogelijk beginnen, afzakken kan altijd nog.” Zo belanden we dan in het welgekende ‘watervaleffect’ waarbij leerlingen van ASO via TSO ‘afzakken’ naar BSO en uiteindelijk vaak de school zonder diploma verlaten. Om dit watervaleffect tegen te gaan wil de overheid een mentaliteitsverandering op gang brengen bij ouders en kinderen. De overheid schenkt daarbij extra aandacht aan het technisch en beroepssecundair onderwijs. In het technologische tijdperk waarin we leven, zijn er immers teveel vacatures van technische beroepen die niet ingevuld geraken. Het technisch en beroepsonderwijs opwaarderen is daarom een belangrijke stap. Vanuit RETO zijn we benieuwd hoe ouders het studiekeuzeproces bij de overgang van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs beleven. Waar houden ze rekening mee, wat vinden ze belangrijk en wat verwachten ze van de basisschool van hun kind? Welke rol speelt de eigen opleiding en de sociale achtergrond van de ouders bij de studiekeuze? Aan de hand van dit onderzoek trachten we hiervan een beter beeld te krijgen. In deel 1 leggen we uit hoe we te werk zijn gegaan en hoe het onderzoek concreet vorm heeft gekregen. In deel 2 stellen we de resultaten van het onderzoek voor. In deel 3 formuleren we beleidsvoorstellen om het studiekeuzeproces beter te begeleiden. An Jacobs
4
DEEL1 Procedure Het onderzoek naar de betrokkenheid van ouders in het studiekeuzeproces van hun kinderen gebeurde in opdracht van het Regionaal Expertisecentrum voor Talentontwikkeling in het Onderwijs (RETO), een proeftuin voor onderwijsinnovatie resulterend onder het Regionaal Economisch en Sociaal Overleg Comité Kempen (RESOC). Voor de inhoudelijke uitwerking en de omkadering van het onderzoek werkten we samen met de drie erkende ouderkoepels (VCOV, GO!Ouders en KOOGO) van de verschillende onderwijsnetten en met het Lokale Overleg Platform Turnhout (LOP). Ten slotte deden we een beroep op ouders uit ouderverenigingen en ouderraden om deel te nemen aan een denkgroep rond het thema studiekeuze. Deze denkgroep kreeg de opdracht om zoveel mogelijk vragen te genereren die te maken hadden met het maken van een studiekeuze. Aan de hand van brainstormsessies werden de vragen voor een survey‐ onderzoek uitgeschreven. In dit onderzoek stelden we de ouders van leerlingen uit het vijfde en/of zesde leerjaar prospectief vragen over het studiekeuzeproces van hun kinderen: de keuze van een studierichting en een school voor secundair onderwijs, de verwachtingen ten opzichte van het basisonderwijs, het belang van praktische aspecten met betrekking tot het naar school gaan, relevantie van het aanbod van scholen van het secundair onderwijs, enz. Om zoveel mogelijk ouders te bereiken werd geopteerd voor afname van de vragenlijst tijdens de oudercontacten in de basisschool. De bevraging gebeurde aan de hand van een vragenlijst met 65 vragen, die door de respondenten werd ingevuld. De verzamelde gegevens werden door de onderzoekers, Jef Syroit en Luc Zajac, verwerkt in statistieken. Op basis van dit rapport formuleren we aanbevelingen voor de toekomst. Vragenlijst De volledige vragenlijst voor de ouders die aan de ouders werd voorgelegd is opgenomen in bijlage. De vragenlijst bevat volgende onderdelen: - kenmerken van het gezin (zie de beschrijving van de steekproef) - de keuze van de meest gepaste middelbare studie (volgens ouders en kind) - de mate waarin een aantal factoren de studiekeuze bepalen - de mate waarin verschillende informatiebronnen gebruikt worden - de manier waarop de studiekeuze tot stand komt - de verwachte en waargenomen rol van de basisschool bij het maken van een studiekeuze Doel van het onderzoek Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek willen we: • de school‐ en studiekeuze van ouders in de Kempen in kaart brengen • knelpunten in het studiekeuzeproces opsporen • aanbevelingen formuleren voor de toekomst. 5
DEEL2 Resultaten 1 Omschrijving van de respondenten Aan het onderzoek namen 939 ouders deel: 285 vaders (30.4%), 645 moeders (68.7%) en 9 personen (1%) die een andere relatie tot het kind hebben (bv. voogd). De overgrote meerderheid (890 of 94.8%) heeft Nederlands als thuistaal; de overige 49 ouders (5.2%) spreken thuis een andere taal. Deze groep respondenten is representatief voor de Kempen. Uit de cijfergegevens van het Agentschap voor Onderwijsdiensten blijkt immers dat 4% van de leerlingen in de betrokken Kempische gemeenten thuis geen Nederlands spreekt. De meeste ouders zijn gehuwd (782 of 83.3%); de overige zijn gescheiden en/of samenwonend (8.4%) of vormen een eenoudergezin (8.2%). Ongeveer een derde (287 of 30.6%) heeft een kind in het vijfde leerjaar; de anderen (652 of 69.4%) hebben een kind in het zesde leerjaar. Voor 518 ouders (55.2%) is dit het eerste kind waarvoor een studierichting in het secundair onderwijs gekozen wordt; de anderen 412 (44.8%) hebben reeds kinderen in het middelbaar en/of hoger onderwijs. De respondenten zijn allemaal ouders van kinderen uit het vijfde en/of zesde leerjaar van 31 scholen uit de Noorderkempen. Ruim 58% van de bezochte scholen behoort tot het vrije net, 32% tot het gemeentelijk net en 10% behoort tot het gemeenschapsonderwijs. Deze percentuele spreiding binnen de onderwijsnetten geeft een representatief beeld van het onderwijslandschap in de Kempen. Uit de cijfergegevens van het Agentschap voor Onderwijsdiensten blijkt dat 8% van de leerlingen in de betrokken Kempische gemeenten school loopt in het gemeenschapsonderwijs, 32% in het gemeentelijk onderwijs en 60% in het vrij onderwijs. Om na te gaan of er een verband is tussen het opleidingsniveau van de respondenten en de school‐ of studiekeuze voor hun kind(eren), werd gepeild naar het hoogst behaalde diploma van de respondenten. De onderstaande tabel geeft een overzicht van het opleidingsniveau van de respondenten. Hieruit blijkt dat bijna de helft van de respondenten (48%) een diploma hoger onderwijs heeft behaald. Van de overige respondenten behaalde 10% een diploma van algemeen secundair onderwijs (waarvan 0.7% KSO), 23.1% van technisch secundair onderwijs en 16.7% van beroepssecundair onderwijs. 6
Tabel 1. Opleiding van de ouders ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Opleiding N % ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ BSO 154 16.7 TSO 213 23.1 ASO 86 9.3 KSO 6 0.7 HO 360 39.0 UO 84 9.1 Geen 20 2.2 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Uit het cijferboek van het streekpact Kempen 2007‐2012 blijkt dat de Vlaamse bevolking in vergelijking met de rest van Europa een hoog opleidingsniveau bezit. Bijna 32% van de Vlaamse bevolking tussen 25‐64 jaar heeft een diploma hoger onderwijs behaald. Er zijn geen gegevens voor de Kempen beschikbaar. (Bron: Streekpact kempen 2007‐2012, blz 39‐40) Tabel 1 toont aan dat ruim 48% van de respondenten een diploma hoger onderwijs behaalde. Hieruit kunnen we concluderen dat de respondenten geen doorsnee ouders zijn. Maatschappelijk kwetsbare ouders zijn ondervertegenwoordigd in dit onderzoek. 2 Voorkeur studiekeuze van ouders en kinderen (volgens de ouders) Om na te gaan welke studiekeuze de respondenten en hun kinderen verkiezen, stelden we twee vragen: * Welke studierichting vindt u het meest gepast voor uw kind na de lagere school? * Welke studierichting overweegt uw kind? Onderstaande Tabel 2 geeft een overzicht van de voorkeur van studiekeuze van de ouders en van hun kind (zoals door de ouders ingevuld). Tabel 2. Studiekeuze van ouders en kinderen (volgens de ouders) ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Keuze N ouders % N kinderen % ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ BSO 44 4.9 50 5.5 TSO 290 32.6 283 31.2 ASO+ 128 14.4 113 12.4 ASO‐ 318 35.8 311 34.3 KSO 26 2.9 23 2.5 Weet niet 83 9.3 128 14.1 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ (ASO+ betekent een ASO richting met Latijn, ASO‐ betekent een ASO richting zonder Latijn)
Geen enkele ouder kiest BuSO voor zijn kind. 7
Ook vroegen we welk beroep de kinderen van de respondenten overwegen. De grote meerderheid van ouders antwoordt geeft aan dat zijzelf of hun kind dit nog niet weten. In onderstaande tabel staan de genoemde beroepen per sector/aard van het beroep opgelijst. In bijlage kan u een gedetailleerd overzicht van alle vernoemde beroepen terugvinden. Sector/aard van het beroep Onderwijs Technische beroepen Gezondheidszorg / medische beroepen Dieren / dierenverzorging Architectuur Voedingsindustrie / horeca Schoonheidsverzorging Wetenschappelijke beroepen Creatieve beroepen: mode / fotografie Transport Veiligheidsdiensten / justitie Sport en sportgerelateerde beroepen ICT Financiële beroepen Toerisme Vrije beroepen (niet medisch) Sociale sector Muziek Tolk Astronaut
Aantal kinderen 73 38 32 23 23 13 10 8 7 6 5 5 4 3 2 2 2 2 1 1
3 Belangrijkheid van factoren voor de studiekeuze. Aan de ouders werd gevraagd in welke mate een aantal factoren (zoals afstand tot de school, de studiekosten, enz.) bepalend zijn voor de studie‐ of schoolkeuze. De antwoorden werden gegeven op een 4‐puntensschaal van “helemaal niet” (1) , “een beetje” (2), “veel” (3) tot “zeer veel” (4). In onderstaande Tabel 3 worden deze factoren weergegeven van meest naar minst belangrijke (op basis van de gemiddelde score). Tabel 3. Belangrijkheid van factoren die studiekeuze bepalen ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Factoren gemiddelde ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ toekomstmogelijkheden 2.97 volledige studie afronden 2.87 aandacht voor probleemkind 2.71 Advies van leerkracht 2.61 ruim studieaanbod 2.58 bereikbaarheid school 2.49 imago school 2.33 afstand tot school 2.24 8
advies CLB verandermogelijkheid in SO sportaanbod Cultureel aanbod vrienden gaan er ook onze andere kinderen gaan ook naar die school opleiding ouders levensbeschouwing Nadelen van het beroep van de ouders studiekosten
2.23 2.19 1.88 1.79 1.78 1.65 1.50 1.48 1.43 1.39
Onderstaande Tabel 4 geeft u een overzicht van het aantal ouders (in %) dat deze factoren eerder wel en het aantal ouders dat deze factoren eerder niet belangrijk vindt. Tabel4: Overzicht ouders (in %) die de vernoemde factoren belangrijk vinden bij studiekeuze % ouders (1&2) Vinden de ouders volgende factoren belangrijk? eerder niet De afstand van thuis tot de nieuwe school 67 Bereikbaarheid van de school 49,5 Onze andere kinderen gaan ook naar die school. 80,2 De vrienden van mijn kind gaan ook naar die school. 84,2 Het ruime studieaanbod van de school 40,8 De mogelijkheid om van studierichting te veranderen in dezelfde school 62,9 De mogelijkheid om de aangevatte studie af te ronden in dezelfde school 26,9 Toekomstmogelijkheden van de studiekeuze 21,8 De eigen opleiding van één van de ouders 88,1 De voor‐ en nadelen van het beroep van de ouders 91,5 De geloofsovertuiging van de ouders 89 De studiekosten 94,7 Het imago van de school 56,4 Het sportaanbod van de school 81,4 Het culturele aanbod van de school 83,3 Aandacht voor problemen van het kind 35,9 Het advies van de leerkracht van de lagere school 43,12 Het advies van het CLB 63,3
% ouders (3&4) eerder wel
33 50,5 19,8 15,8 59,2 37,1 73,1 78,2 11,9 8,5 11 5,3 43,6 18,6 16,7 64,1 56,8 36,7
9
Naarmate de ouders een hogere opleiding genoten hebben, vinden ze de toekomstmogelijkheden van de keuze belangrijker, maar dit geldt enkel voor ouders die de studie‐ en schoolkeuze gelijktijdig maken. Voor de anderen zijn toekomstmogelijkheden belangrijk, maar het belang neemt niet toe, noch af in functie van de eigen opleiding. Het eigen beroep met voor‐ en nadelen is belangrijk voor laagopgeleiden, minder belangrijk voor ouders met een diploma van secundair onderwijs en het is heel belangrijk voor de hoogopgeleiden. Dit patroon komt echter het duidelijkst tot uiting bij gescheiden ouders en nauwelijks bij gehuwden en eenoudergezinnen. Hetzelfde patroon herhaalt zich bij het element ‘imago van de school’. Verder noemden enkele ouders (slechts 5% van de onderzochte groep) volgende elementen belangrijk bij het maken van een school‐ en/of studiekeuze: • Mening en keuze van het kind zelf (17 ouders) • Hobby’s van het kind, interesses (7 ouders) • De website van de school (1 ouder) • Mond‐aan‐mondreclame (4 ouders) • Informatie van de leerkrachten van de secundaire school (3 ouders) • Mogelijkheid tot een persoonlijk gesprek met de directie van de secundaire school (1 ouder) • Ervaringen met de school (4 ouders) • Sociaal netwerk (vrienden, familie, andere kinderen uit de buurt, collega’s, enz. ) (5 ouders) • School die rekening houdt met de gezinstoestand van de ouders, bij echtscheiding (1 ouder) • Doorlichtingrapporten (2 ouders) Factoren die samenhangen met het belang dat gehecht wordt aan studiekeuzebepalende elementen Thuistaal Niet‐Nederlandstaligen hechten bij het bepalen van de studiekeuze meer belang aan de geloofsovertuiging, aan de studiekosten, aan het sport‐ en cultureel aanbod en aan toekomstmogelijkheden dan de Nederlandstalige ouders. Kinderen in 5de versus 6de leerjaar Ouders met kinderen in het 5de leerjaar hechten meer belang aan studiekosten, aan toekomstmogelijkheden en aan het advies van leerkrachten en CLB dan ouders met kinderen in het 6de leerjaar. Ervaring met studiekeuze Ouders die reeds kinderen in het SO hebben, hechten meer belang aan de geloofsovertuiging, aan het imago van de school en aan het feit dat hun andere kinderen naar dezelfde school gaan dan ouders die geen kinderen in het SO hebben. Gezinssamenstelling Eenoudergezinnen hechten meer belang aan de studiekosten dan gescheiden, samenwonende of gehuwde ouders. Zij hechten ook meer belang aan het sport‐ en cultuuraanbod dan gescheiden en gehuwde ouders. 10
Opleiding van de ouders Naarmate het opleidingsniveau van de ouders hoger is, neemt het belang van studiekosten af, maar hecht men meer belang aan het imago van de school, het feit dat andere kinderen naar die school gaan, het sport en cultuuraanbod van de school en constateert men de invloed van het eigen beroepsniveau. Hoe kiest men: school, studie, samen? Ouders die eerst de school kiezen, hechten meer belang aan het feit dat andere kinderen reeds naar die school gaan, aan het studieaanbod van die school en worden sterker beïnvloed door hun eigen beroepsniveau dan ouders die eerst de studierichting kiezen of beide tegelijk. 4 Belangrijkheid van verschillende informatiebronnen Aan de ouders vroegen we welke informatie zij gebruiken bij de studiekeuze zoals opendeurdagen, informatie via media, van bekenden enz. De antwoorden werden gegeven op een vierpuntensschaal van “helemaal niet” (1) , “een beetje” (2), “veel” (3) tot “zeer veel” (4). In onderstaande Tabel 4 staan de informatiebronnen gerangschikt in volgorde van belangrijkheid (= gemiddelde score op vierpuntenschaal). Tabel 4. Belangrijkheid van informatiebronnen ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Informatiebron gemiddelde ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ 1. info basisschool 2.56 2. info avonden 2.42 3. opendeurdag 2.38 4. ervaring andere ouders 2.16 5. info CLB 2.15 6. mening familie/vrienden 2.00 7. Internet 1.61 8. reclame school 1.56 9. media 1.42 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐
11
Factoren die samenhangen met het gebruik van verschillende informatiebronnen Kinderen in 5de versus 6de leerjaar Ouders met kinderen in het 5de leerjaar maken meer gebruik van de informatie die de school biedt en van informatie via de media dan ouders met kinderen in het 6de leerjaar. Ervaring met studiekeuze Ouders die nog geen kinderen in het SO hebben (lees: ouders zonder ervaring,) maken meer gebruik van de drie informatiebronnen dan ouders die reeds kinderen in het SO hebben (lees: ouders met ervaring), zoals uit de gegevens van Tabel 5 blijkt. Tabel 5. Gebruik van informatiebronnen door ouders zonder en met ervaring ouders met kinderen hoger dan LO infoschool geen kinderen hoger dan LO Gemiddelde 2,4500 Aantal ouders 517 wel kinderen hoger dan LO Gemiddelde 2,2853 Aantal ouders 420 Totaal Gemiddelde 2,3762 Aantal ouders 937
infobekenden 2,1257 517 2,0226 420 2,0795 937
infomedia 1,5664 517 1,4837 420 1,5293 937
Opleidingsniveau van de ouders Naarmate ouders hoger opgeleid zijn, gebruiken zij meer informatie van vrienden en bekenden. Hierop is een uitzondering: ook de laagst opgeleide ouders (BSO) maken hier veel gebruik van. Hoewel we dit in het onderzoek niet bevraagden mogen we concluderen dat er zich andere processen afspelen bij ouders met een hogere opleiding dan bij ouders met een lagere opleiding. Wie vult in: vader of moeder? Moeders blijken meer gebruik te maken van de informatie die de school biedt dan vaders. 12
Hoe kiest men: school, studie, samen? Ouders die eerst de school kiezen,maken minder gebruik van de informatie die de basisschool biedt en van informatie via de media dan ouders die eerst de studierichting of beide tegelijk kiezen. Verder is er geen significant verschil tussen ouders met of zonder ervaring of ouders met of zonder kinderen in het secundair onderwijs met betrekking tot het eerst kiezen van de school, studierichting of beide samen. 5 Hoe beslist men? Aan ouders legden we uitspraken voor in verband met beschikbaarheid van informatie en kennis over hun kind. (vragen 41 tot en met 47 in de vragenlijst) Deze vragen werden in drie clusters gegroepeerd: - het kind heeft (veel) inspraak in de studiekeuze: vragen 41 en 44 - de ouder bepaalt in hoge mate de studiekeuze: vragen 42, 43, 45 en 46 - hoog instromen is belangrijk: vraag 47 De antwoorden werden gegeven op een vierpuntenschaal van “helemaal niet” (1) , “een beetje” (2), “veel” (3) tot “zeer veel” (4). Tabel6: Hoe beslist men? Subvraag
Percent eerder niet (1&2)
De school‐en studiekeuze laat ik aan mijn kind over. Ik ken de studiemogelijkheden na de lagere school. Ik weet wat mijn kind aankan. Mijn kind weet wat het aankan. Ik heb voldoende informatie over scholen. Ik heb voldoende informatie over studiemogelijkheden. Ik wil mijn kind zo hoog mogelijk laten instromen.
56.8 30.7 18.7 45 33.9 28.8 62.7
Percent eerder wel (3&4) 43.2 69.3 81.3 55 66.1 71.2 37.3
Zoals uit bovenstaande tabel 6 blijkt, scoren ouders het hoogst op vragen met betrekking tot het zelf bepalen van de keuze en het laagst op het streven naar een zo hoog mogelijke instroom van het kind.
Ook is nagegaan of ouders eerst de studierichting dan wel eerst de school of beide samen kiezen. 50 ouders kiezen eerst de school (5.4%); 459 ouders (49.6%) de studierichting en 416 (45%) beide samen. 13
Ouders die eerst de school kiezen, vinden volgende elementen belangrijker dan ouders die eerst de studie kiezen of beide tegelijk: • Dat de andere kinderen reeds naar die school gaan. • Het studieaanbod van de school. • Hun eigen beroep. 6 Werken aan studiekeuze doorheen de schoolloopbaan In tabel 7 kunnen we aflezen wanneer het studiekeuzeproces bij ouders start, vanaf het eerste leerjaar tot en met het zesde leerjaar van de lagere school. De meeste respondenten beginnen te denken aan een studiekeuze zodra hun kind in het zesde leerjaar zit (50%). Ook als het kind in het vijfde leerjaar zit, zijn er veel ouders (40,4%) die bezig zijn met de studiekeuze van hun kind. Tabel 7: Wanneer begin je te denken aan een studiekeuze voor je kind? Leerjaar
% ouders 1 2 3 4 5 6
2.8 0.9 1.4 4.5 40.4 50
Graad 1ste graad 2de graad 3de graad
% ouders 3.7 5.9 90.4
7 Verwachtingen versus beleving van de respondenten met betrekking tot het werken rond studiekeuze in de basisschool Op de vraag wat de basisschool zou moeten doen ter voorbereiding van de studiekeuze van haar leerlingen scoren zowat alle typen ouders even hoog. Er zijn geen verschillen gevonden naargelang de invuller (vader of moeder), het opleidingsniveau, de thuistaal, de manier van kiezen, enz. Op de vraag wat de school in feite reeds doet, vinden we wel duidelijke verschillen vooral tussen ouders die wel en geen ervaring hebben met het maken van een studiekeuze en tussen ouders met kinderen in het 5de versus het 6de leerjaar. Ouders met kinderen in het 6de leerjaar vinden dat de school reeds meer doet dan ouders met kinderen in het 5de leerjaar, en ouders die reeds kinderen in het secundair onderwijs hebben en dit alles al hebben meegemaakt, vinden eveneens dat de school meer doet dan ouders voor wie dit de eerste keer is. Interessant is echter dat ouders met kinderen in het 5de leerjaar die ook reeds kinderen in het SO hebben en dus ervaring hebben met het maken van een studiekeuze antwoorden zoals ouders met kinderen in het 6de leerjaar. Dus enkel ouders met kinderen in het 5de leerjaar voor wie het maken van een studiekeuze nieuw is, vinden dat de school relatief weinig ter voorbereiding doet.
14
Welke rol zou de basisschool volgens de respondenten moeten spelen bij de school‐ en studiekeuze ? Hoe beleven de respondenten de initiatieven van de basisschool bij het maken van een studiekeuze? De antwoorden werden gegeven op een vierpuntenschaal van “helemaal niet” (1) , “een beetje” (2), “veel” (3) tot “zeer veel” (4). Tabel 8 toont het percentage ouders dat van de school verwacht dat ze bepaalde acties onderneemt voor het begeleiden van het studiekeuzeproces. Daarnaast toont tabel 8 in welke mate de verwachtingen van de ouders worden ingelost. Tabel8: Welke rol moet de basisschool spelen bij de school‐ en studiekeuze? Moet de school % ouders (1&2) % ouders (3&4) Kinderen… leren een gerichte studiekeuze te maken. informatie geven over studierichtingen. informatie geven over verschillende vakken. laten kennismaken met verschillende beroepen. secundaire scholen laten bezoeken Ouders… informatie geven over studierichtingen. informatie geven over verschillende vakken. betrekken bij het studiekeuzeproces
Heeft de school
% ouders (1&2)
% ouders (3&4)
eerder wel
eerder niet
eerder wel
31.7
68.3
58
42
12.4 17.9 21.8 32.1 22.7 29.3 20.7
87.6 82.1 78.2 67.9
43.2 61.6 71.1 57.6 51.3 68.2 58.1
56.8 38.4 28.9 42.4 48.7 31.8 41.9
eerder niet
77.3 70.7 79.3
Factoren die samenhangen met de studiekeuze door de ouders We onderzochten welke van de genoemde clusters van vragen samenhangen met de studiekeuze van de ouders. Alle factoren samen verklaren 21% van de spreiding van de studiekeuze. Concreet betekent dit dat 79% van de motieven voor het maken van een studiekeuze niet worden verklaard door dit onderzoek. Uit de resultaten van dit onderzoek kunnen we volgende conclusies trekken: Naarmate ouders …. - meer belang hechten aan het feit dat andere kinderen naar die school gaan - meer belang hechten aan hun eigen opleiding en beroep - meer belang hechten aan het imago van de school - minder belang hechten aan het studieaanbod - minder gebruik maken van het advies van leerkracht en CLB - meer gebruik maken van de informatie van de school - minder gebruik maken van info via de media - meer inspraak toelaten aan het kind - van zichzelf vinden voldoende info te hebben - de wens hebben hun kind hoog te laten instromen - minder hoge verwachtingen hebben over de rol van de basisschool - een hogere inschatting hebben van wat de basisschool reeds doet kiezen zij een hoger studieniveau voor hun kind. 15
Men kan dit ook omgekeerd formuleren: Naarmate ouders …. - minder belang hechten aan het feit dat andere kinderen naar die school gaan - minder belang hechten aan hun eigen opleiding en beroep - minder belang hechten aan het imago van de school - meer belang hechten aan het studieaanbod - meer gebruik maken van het advies van leerkracht en CLB - minder gebruik maken van de informatie van de school - meer gebruik maken van info via de media - minder inspraak toelaten aan het kind - van zichzelf niet vinden voldoende info te hebben - niet de wens hebben hun kind hoog te laten instromen - hogere verwachtingen hebben ten aanzien van de rol van de basisschool - een lagere inschatting hebben van wat de basisschool reeds doet kiezen zij een lager studieniveau voor hun kind. Bovendien stellen we vast dat - ouders met kinderen in het 6de leerjaar - en naarmate ouders hoger opgeleid zijn zij een hoger studieniveau voor hun kind kiezen. Of, anders geformuleerd: - ouders met kinderen in het 5de leerjaar - en lager opgeleide ouders kiezen een lager studieniveau voor hun kind. Deze twee kenmerken verklaren samen 11% van de spreiding in de studiekeuze. De thuistaal (Nederlands versus andere taal) en het al dan niet hebben van kinderen in het secundair onderwijs (ervaring met studiekeuze) dragen niet bij tot het verklaren van de studiekeuze. In onderstaande tabellen 9 en 10 wordt de relatie tussen “kinderen in 5/6” en “opleidingsniveau van ouders” enerzijds en hun studiekeuze anderzijds verduidelijkt. Tabel 9. De relatie tussen studiekeuze en leerjaar van het kind (5/6) ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Studiekeuze kind in 5(%) kind in 6 (%) ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Weet niet 21.8 4.1 BSO 5.7 4.6 TSO/KSO 28.6 38.4 ASO‐ 29.8 38.3 ASO+ 14.1 14.5 Totaal N 262 627 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐
16
Tabel 10. De relatie tussen opleidingsniveau ouders en studiekeuze (% per kolom) ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Studiekeuze Opleidingsniveau ouders Geen bso tso aso ho uo ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐ Weet niet 20 11 11 6 9 5 BSO 5 18 3 3 1 3 TSO/KSO 45 43 46 46 29 9 ASO‐ 20 23 30 36 45 42 ASO+ 10 5 10 9 16 42 Totaal N 20 145 214 80 336 79 ‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐‐
Effect van de opleiding van de respondenten op het participeren van het kind in het studiekeuzeproces en de wens van ouders om hun kind zo hoog mogelijk te laten instromen Bij hoger opgeleide ouders mogen kinderen minder participeren en stroomt het kind zo hoog mogelijk in. Hierop zijn enkele uitzonderingen: • Bij hoogopgeleide, gescheiden ouders krijgt het kind veel inspraak. • Bij hoogopgeleide, eenoudergezinnen krijgt het kind zeer weinig inspraak. • Bij hoogopgeleide ouders die nog niet weten welke keuze te maken, is er een grotere wens tot hoog instromen. • Bij hoogopgeleide ouders die gehuwd zijn en bij eenoudergezinnen is er een geringere wens tot hoog instromen. • Hoogopgeleiden die eerst de school kiezen, geven kinderen weinig inspraak en hoogopgeleiden die eerst de studiekeuze kiezen of beide tegelijk, geven kinderen meer inspraak. Effect van ervaring met het kiezen van de respondenten op de wens hun kind zo hoog mogelijk te laten instromen Meestal beschikken ouders met ervaring over meer informatie over het secundair onderwijs en willen ze hun kind niet zo hoog mogelijk laten instromen. Vaders wensen meer dan moeders dat hun kinderen zo hoog mogelijk instromen. De wens om kinderen zo hoog mogelijk te laten instromen, is het hoogst bij ouders met kinderen in het 5de leerjaar, die geen ervaring hebben met het maken van een studiekeuze. Bij de overige drie groepen is deze wens veel minder uitgesproken. Effect van thuistaal en geloofsovertuiging op het zoeken van informatie over en het maken van een studie‐ of schoolkeuze Wat het zoeken/gebruiken van informatie betreft, constateerden we enkel een effect van thuistaal op de vragen 35 (informatie van vrienden en bekenden) en 37 ( gebruik van media). 17
Mensen met Nederlands als thuistaal maken hiervan minder gebruik dan niet‐ Nederlandstaligen. Tabel 11. Gebruik van vrienden/bekenden en media in functie van thuistaal.
Thuistaal
Veel/zeer veel
Niet Nederlands 49 ouders Vrienden media 34.7% 16.3%
Nederlands 885 ouders vrienden 24.2%
Media 3.8%
De studie/schoolkeuze wordt niet beïnvloed door de thuistaal en/of geloofsovertuiging.
DEEL3: Aanbevelingen Wat verwachten de ouders en in hoeverre worden deze verwachtingen ingevuld? Met betrekking tot deze vragen in het onderzoek kunnen wij concluderen dat er zeer hoge verwachtingen zijn vanwege de ouders, ongeacht hun eigen opleiding of ze al dan niet kinderen hebben in het secundair onderwijs, de Nederlandse taal spreken of niet. Aan de verwachtingen van de ouders wordt in beperkte mate tegemoet gekomen. Dat is tenminste het beeld dat de ouders hebben. De meerderheid van de ouders (+50%) verwacht dat de school: - hun kind leert om een gerichte studiekeuze te maken - aan het kind en aan de ouders informatie geeft over de verschillende studierichtingen - aan het kind en aan de ouders informatie geeft over verschillende vakken in het secundair onderwijs - kinderen laat kennismaken met verschillende beroepen - een bezoek brengt aan secundaire scholen - ouders betrekt bij het studiekeuzeproces Meer dan de helft van de ouders vindt dat hun verwachtingen ingelost werden, behalve op het vlak van informatie over studierichtingen. Vooral de kennismaking met verschillende beroepen en informatie over verschillende vakken komen onvoldoende aan bod. Bij de peiling naar het gebruik van verschillende informatiebronnen en het belang van deze informatiebronnen blijkt dat ouders veel gebruik maken van de informatie die ze krijgen van de school (zowel lagere als secundaire school) en zeer weinig gebruik maken van informatie die ze verkrijgen via de media. Er blijkt ook een verschil te zijn bij het gebruik van informatie tussen ouders die reeds kinderen in het secundair of hoger onderwijs hebben en ouders die enkel kinderen hebben in de lagere school. Deze eerste groep, de ouders die reeds ervaring hebben met studiekeuze, heeft meestal minder informatie nodig of maakt er minder gebruik van. Opvallend ook is dat ouders relatief veel belang hechten aan de informatie en het advies dat ze krijgen van de lagere school. Uit het onderzoek blijkt dat dit van zeer groot belang is voor ouders die een lagere opleiding hebben genoten. Bijna 83% van de ouders kiest voor ASO of TSO, m.a.w. onderwijsvormen die naar een diploma secundair onderwijs leiden. Dat diploma wordt ervaren als de toegangspoort tot het hoger onderwijs. Niet eens 5% kiest voor het BSO. Nochtans kan na een 7de 18
specialisatiejaar ook een diploma secundair onderwijs worden behaald en is er sinds kort het hoger beroepsonderwijs en het secundair na secundair. Bovendien wordt’ toekomstmogelijkheden’ als belangrijkste factor bij de studiekeuze naar voor geschoven. Aanbevelingen: De leerkrachten van de lagere school moeten de verschillende studierichtingen in het secundair onderwijs kennen. Dat veronderstelt dat leerkrachten zich informeren en/of bijscholen zodat ze alle vernieuwingen op dat terrein op de voet kunnen volgen. In het kader van toekomstmogelijkheden als belangrijke factor bij de studiekeuze, moeten ouders meer informatie krijgen over de studiemogelijkheden binnen het BSO. In de 2de graad zouden scholen kinderen moeten in contact brengen met een waaier van beroepen. Ouders moeten hierover geïnformeerd worden. De beroepen worden best in clusters aangeboden. Een beroep moet genuanceerd worden belicht: voor‐ en nadelen moeten aan bod komen. Belangrijk is ook het traject dat leidt naar een bepaald beroep. Leerkrachten kunnen vanuit de talenten van het kind op zoek gaan naar studierichtingen en beroepenvelden die het best aansluiten bij die talenten. Vanuit een gekozen beroep kunnen leerkracht en leerling onderzoeken welk studietraject dan best wordt doorlopen. Leerkrachten moeten dus voldoende de talenten van het kind kunnen inschatten om een gefundeerd advies te kunnen geven. Een degelijk leerlingvolgsysteem is in deze context een handig instrument. De school moet over al deze aspecten meer communiceren met de ouders. Wanneer kiezen ouders? Uit het onderzoek blijkt dat 90.4% van de ouders aan de school‐ en/of studiekeuze begint te denken als hun kind in de derde graad lager onderwijs zit. Voor kinderen in de eerste en tweede graad lager onderwijs wordt er nog niet nagedacht over studiekeuze. Uit de onderwijspraktijk weten we dat bijna alle leerstof, activiteiten, werkbundels rond studiekeuzeoriëntatie, bezoeken aan het secundair onderwijs, enz. plaatsvinden in het zesde leerjaar. Aanbevelingen: Het aanbod rond studiekeuzeoriëntatie moet vroeger gebeuren. Scholen zouden vanaf het vierde leerjaar kunnen werken rond studiekeuze of hun aanbod meer spreiden over de twee leerjaren van de derde graad lager onderwijs. De zoektocht naar de talenten van een kind start best zo vroeg mogelijk in de schoolloopbaan. Pas dan kan ‘op het einde van de rit’ een onderbouwd advies gegeven worden. ‘Leren kiezen’ moet een telkens terugkerend thema worden doorheen de schoolloopbaan. Hierbij kunnen ouders best betrokken worden. Bijna 70% van de enquêtes is ingevuld door moeders n.a.v. een oudercontact waarin de overgang naar het secundair onderwijs centraal stond. Moeders blijken ook meer gebruik te maken van de informatie die de school biedt dan vaders. Aanbevelingen: Vaders moeten gestimuleerd worden om zich meer in te laten met de schoolloopbaan van hun kinderen 19
Vaders die meer betrokken zijn bij de studie van hun kind (meer aan huiswerkbegeleiding doen, meer verschijnen op oudercontacten…) kunnen samen met hun partner en hun kind een meer onderbouwde en evenwichtige school‐ en studiekeuze maken in het licht van de talenten en de interesses van hun kind.
20
BIJLAGE Vragenlijst
BEVRAGING SCHOOL- EN STUDIEKEUZE VOOR OUDERS MET KINDEREN IN HET 5de EN 6de LEERJAAR BASISONDERWIJS PERSOONSGEGEVENS 1. Samenstelling gezin Gezinsvorm
Valid
Missing Total
gehuwd gescheiden-samen eenouder Total System
Frequency 782 79 77 938 1 939
Percent 83,3 8,4 8,2 99,9 ,1 100,0
Valid Percent 83,4 8,4 8,2 100,0
Cumulative Percent 83,4 91,8 100,0
2. Wie heeft deze vragenlijst ingevuld? 1=vader, 2=moeder, 3=partner, 4=voogd wie vult in
Valid
Missing Total
1 2 3 4 6 Total 9
Frequency 285 645 4 2 2 938 1 939
Percent 30,4 68,7 ,4 ,2 ,2 99,9 ,1 100,0
Valid Percent 30,4 68,8 ,4 ,2 ,2 100,0
Cumulative Percent 30,4 99,1 99,6 99,8 100,0
3. Opleidingsniveau Het hoogste diploma dat ik haalde is van het: 1=(BSO), 2= (TSO), 3= (ASO), 4=(KSO), 5=HO, 6=UO, 7= geen/andere
21
Opleiding
Valid
Missing
0 1 2 3 4 5 6 7 Total 9 System Total
Total
Frequency 1 154 213 86 6 360 84 19 923 14 2 16 939
Percent ,1 16,4 22,7 9,2 ,6 38,3 8,9 2,0 98,3 1,5 ,2 1,7 100,0
Valid Percent ,1 16,7 23,1 9,3 ,7 39,0 9,1 2,1 100,0
Cumulative Percent ,1 16,8 39,9 49,2 49,8 88,8 97,9 100,0
4. Hoeveel kinderen hebt u in volgende onderwijsvormen? Kleuteronderwijs V4a
Valid
Frequency 825 100 11 2 1 939
0 1 2 3 5 Total
Percent 87,9 10,6 1,2 ,2 ,1 100,0
Valid Percent 87,9 10,6 1,2 ,2 ,1 100,0
Cumulative Percent 87,9 98,5 99,7 99,9 100,0
Lager onderwijs V4b
Valid
0 1 2 3 4 Total
Frequency 33 484 349 70 3 939
Percent 3,5 51,5 37,2 7,5 ,3 100,0
Valid Percent 3,5 51,5 37,2 7,5 ,3 100,0
Cumulative Percent 3,5 55,1 92,2 99,7 100,0
buitengewoon lager onderwijs (BLO) V4c
Valid
0 1 2 Total
Frequency 929 9 1 939
Percent 98,9 1,0 ,1 100,0
Valid Percent 98,9 1,0 ,1 100,0
Cumulative Percent 98,9 99,9 100,0
22
algemeen secundair onderwijs (ASO) V4d
Valid
0 1 2 3 Total
Frequency 708 198 32 1 939
Percent 75,4 21,1 3,4 ,1 100,0
Valid Percent 75,4 21,1 3,4 ,1 100,0
Cumulative Percent 75,4 96,5 99,9 100,0
technisch secundair onderwijs (TSO) V4e
Valid
0 1 2 Total
Frequency 781 151 7 939
beroepssecundair onderwijs
Percent 83,2 16,1 ,7 100,0
Valid Percent 83,2 16,1 ,7 100,0
Cumulative Percent 83,2 99,3 100,0
(BSO) V4f
Valid
0 1 2 4 Total
Frequency 898 38 2 1 939
Percent 95,6 4,0 ,2 ,1 100,0
Valid Percent 95,6 4,0 ,2 ,1 100,0
Cumulative Percent 95,6 99,7 99,9 100,0
Buitengewoon secundair onderwijs (BuSo) V4g
Valid
0 1 Total
Frequency 932 7 939
kunstsecundair onderwijs
Percent 99,3 ,7 100,0
Valid Percent 99,3 ,7 100,0
Cumulative Percent 99,3 100,0
(KSO) V4h
Valid
0 1 Total
Frequency 928 11 939
Percent 98,8 1,2 100,0
Valid Percent 98,8 1,2 100,0
Cumulative Percent 98,8 100,0
hoger onderwijs V4i
Valid
0 1 3 Total
Frequency 926 12 1 939
Percent 98,6 1,3 ,1 100,0
Valid Percent 98,6 1,3 ,1 100,0
Cumulative Percent 98,6 99,9 100,0
23
universitair onderwijs V4j
Valid
0 1 Total
Frequency 931 8 939
Percent 99,1 ,9 100,0
Valid Percent 99,1 ,9 100,0
Cumulative Percent 99,1 100,0
Mijn kind zit in het : 1=5de leerjaar 2= 5de leerjaar en stroomt door naar het 6de leerjaar 3= 5de leerjaar, en stroomt door naar 1ste leerjaar beroeps SO 4= 5de leerjaar maar ik twijfel nog aan de keuze voor volgend schooljaar. 5= 6de leerjaar V4bis
Valid
1 2 3 4 5 Total
Frequency 54 219 7 7 652 939
Percent 5,8 23,3 ,7 ,7 69,4 100,0
Valid Percent 5,8 23,3 ,7 ,7 69,4 100,0
Cumulative Percent 5,8 29,1 29,8 30,6 100,0
5. Wat is de thuistaal (meest gesproken taal thuis)? Thuistaal
Valid 9 AN DE DUI FR MA MAR NL PT Total
Frequency 2 35 1 1 1 3 3 2 890 1 939
Percent ,2 3,7 ,1 ,1 ,1 ,3 ,3 ,2 94,8 ,1 100,0
Valid Percent ,2 3,7 ,1 ,1 ,1 ,3 ,3 ,2 94,8 ,1 100,0
Cumulative Percent ,2 3,9 4,0 4,2 4,3 4,6 4,9 5,1 99,9 100,0
6. Welke studierichting vindt u het meest gepast voor uw kind na de lagere school? BSO
Valid
0 1 Total
Frequency 883 56 939
Percent 94,0 6,0 100,0
Valid Percent 94,0 6,0 100,0
Cumulative Percent 94,0 100,0
24
TSO
Valid
0 1 Total System
Missing Total
Frequency 604 334 938 1 939
Percent 64,3 35,6 99,9 ,1 100,0
Valid Percent 64,4 35,6 100,0
Cumulative Percent 64,4 100,0
ASO
Valid
0 1 Total
Frequency 469 470 939
Percent 49,9 50,1 100,0
Valid Percent 49,9 50,1 100,0
Cumulative Percent 49,9 100,0
ASO met
Valid
0 1 Total
Frequency 801 138 939
Percent 85,3 14,7 100,0
Valid Percent 85,3 14,7 100,0
Cumulative Percent 85,3 100,0
ASO zonder
Valid
0 1 Total
Frequency 612 327 939
Percent 65,2 34,8 100,0
Valid Percent 65,2 34,8 100,0
Cumulative Percent 65,2 100,0
KSO
Valid
0 1 Total
Frequency 911 28 939
Percent 97,0 3,0 100,0
Valid Percent 97,0 3,0 100,0
Cumulative Percent 97,0 100,0
BUSO
Valid
0
Frequency 939
Percent 100,0
Valid Percent 100,0
Cumulative Percent 100,0
weet niet
Valid
Missing Total
0 1 Total System
Frequency 855 83 938 1 939
Percent 91,1 8,8 99,9 ,1 100,0
Valid Percent 91,2 8,8 100,0
Cumulative Percent 91,2 100,0
25
7. Welke studierichting overweegt uw kind ? BSO
Valid
Missing Total
0 1 Total 9
Frequency 874 63 937 2 939
Percent 93,1 6,7 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 93,3 6,7 100,0
Cumulative Percent 93,3 100,0
TSO
Valid
Missing Total
0 1 Total 9
Frequency 639 298 937 2 939
Percent 68,1 31,7 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 68,2 31,8 100,0
Cumulative Percent 68,2 100,0
ASO
Valid
Missing
0 1 Total 9 System Total
Total
Frequency 519 417 936 2 1 3 939
Percent 55,3 44,4 99,7 ,2 ,1 ,3 100,0
Valid Percent 55,4 44,6 100,0
Cumulative Percent 55,4 100,0
ASO met
Valid
Missing Total
0 1 Total 9
Frequency 817 120 937 2 939
Percent 87,0 12,8 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 87,2 12,8 100,0
Cumulative Percent 87,2 100,0
ASO zonder
Valid
Missing Total
0 1 Total 9
Frequency 637 300 937 2 939
Percent 67,8 31,9 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 68,0 32,0 100,0
Cumulative Percent 68,0 100,0
KSO
Valid
Missing Total
0 1 Total 9
Frequency 912 25 937 2 939
Percent 97,1 2,7 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 97,3 2,7 100,0
Cumulative Percent 97,3 100,0
26
BUSO
Valid Missing Total
0 9
Frequency 937 2 939
Percent 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 100,0
Cumulative Percent 100,0
weet niet
Valid
Missing Total
0 1 6 Total 9
Frequency 822 114 1 937 2 939
Percent 87,5 12,1 ,1 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 87,7 12,2 ,1 100,0
Cumulative Percent 87,7 99,9 100,0
8. Welk beroep overweegt uw kind?
________________________________________________________________________ mijn kind heeft hier nog geen zicht op
Gedetailleerde lijst van de beroepen die de kinderen, volgens hun ouders, overwegen. BEROEP N BEROEP N kinderen kinderen Leraar 45 politie 3 Kleuteronderwijs 21 leger 1 sportleraar 5 Kapitein lange omvaart 1 Chemieleraar 1 treinbestuurder 1 Muziekleraar 1 astronaut 1 architect 21 piloot 2 binnenhuisarchitect 2 schoonheidsspecialiste 3 Creatief beroep 1 kapper 7 modeontwerper 3 Hondenkapster 1 muzikant 2 tandarts 1 fotograaf 3 dokter 5 wielrenner 1 chirurg 1 sportjournalist 1 dermatoloog 1 voetballer 3 apotheker 3 sportdokter 1 apotheekassistente 2 kinesist 3 verzorging 6 geoloog 1 verpleegkunde 3 bioloog 1 kinderarts 1 Forensisch patholoog 1 diëtist 1 archeoloog 3 logopedist 1 computerspecialist 4 geneeskunde 1 automechanica 4 vroedvrouw 1 elektromechanica 3 oogarts 1 meubelmaker 1 dierenarts 15 metaal 1 dierenverzorging 6 27
elektriciteit hout technicus ingenieur lasser wetenschapper laborant toerisme hotel bakker kok loonwerker
1 10 1 4 1 1 2 1 1 1 12 3
loodgieter bouw landmeter dakwerker notaris advocaat tolk boekhouder bankbediende vrachtwagenchauffeur vissenkweker Sociale sector
1 6 1 1 1 1 1 2 1 2 1 2
9. Vanaf welk leerjaar van de lagere school bent u bewust bezig met de school- en studiekeuze van uw kind? vanaf welk leerjaar
Valid
Missing Total
1 2 3 4 5 6 Total 9
Frequency 25 8 13 41 364 451 902 37 939
Percent 2,7 ,9 1,4 4,4 38,8 48,0 96,1 3,9 100,0
Valid Percent 2,8 ,9 1,4 4,5 40,4 50,0 100,0
Cumulative Percent 2,8 3,7 5,1 9,6 50,0 100,0
10. Hoe gaat u tewerk bij de school- en studiekeuze? Hoe kiezen?
Valid
Missing Total
school eerst studie eerst tegelijk Total 9
Frequency 50 459 416 925 14 939
Percent 5,3 48,9 44,3 98,5 1,5 100,0
Valid Percent 5,4 49,6 45,0 100,0
Cumulative Percent 5,4 55,0 100,0
28
IN WELKE MATE BEPALEN VOLGENDE ELEMENTEN UW SCHOOL-EN/OF STUDIEKEUZE? 11. De afstand van thuis tot de school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V11
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 133 492 262 46 933 6 939
Percent 14,2 52,4 27,9 4,9 99,4 ,6 100,0
Valid Percent 14,3 52,7 28,1 4,9 100,0
Cumulative Percent 14,3 67,0 95,1 100,0
12. De bereikbaarheid van de school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V12
Valid
Missing Total
0 1 2 3 4 Total 9
Frequency 1 88 374 393 76 932 7 939
Percent ,1 9,4 39,8 41,9 8,1 99,3 ,7 100,0
Valid Percent ,1 9,4 40,1 42,2 8,2 100,0
Cumulative Percent ,1 9,5 49,7 91,8 100,0
13. Mijn kind zal bij voorkeur naar school gaan te voet
Valid
Missing Total
0 1 Total System
Frequency 898 37 935 4 939
Percent 95,6 3,9 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 96,0 4,0 100,0
Cumulative Percent 96,0 100,0
fiets
Valid
Missing Total
0 1 Total System
Frequency 136 799 935 4 939
Percent 14,5 85,1 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 14,5 85,5 100,0
Cumulative Percent 14,5 100,0
29
auto
Valid
Missing Total
0 1 Total System
Frequency 840 95 935 4 939
Percent 89,5 10,1 99,6 ,4 100,0
Cumulative Percent 89,8 100,0
Valid Percent 89,8 10,2 100,0
openbaar vv
Valid
Missing Total
0 1 Total System
Frequency 726 209 935 4 939
Percent 77,3 22,3 99,6 ,4 100,0
Cumulative Percent 77,6 100,0
Valid Percent 77,6 22,4 100,0
schoolbus
Valid
Missing Total
0 1 Total System
Frequency 915 20 935 4 939
Percent 97,4 2,1 99,6 ,4 100,0
Cumulative Percent 97,9 100,0
Valid Percent 97,9 2,1 100,0
14. Onze andere kinderen gaan ook naar die school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V14
Valid
Missing Total
0 1 2 3 4 11 Total 9
Frequency 5 521 153 92 68 1 840 99 939
Percent ,5 55,5 16,3 9,8 7,2 ,1 89,5 10,5 100,0
Valid Percent ,6 62,0 18,2 11,0 8,1 ,1 100,0
Cumulative Percent ,6 62,6 80,8 91,8 99,9 100,0
30
15. De vrienden van mijn kind gaan ook naar die school. 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V15
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 371 396 116 28 911 28 939
Percent 39,5 42,2 12,4 3,0 97,0 3,0 100,0
Valid Percent 40,7 43,5 12,7 3,1 100,0
Cumulative Percent 40,7 84,2 96,9 100,0
16. Het ruime studieaanbod van de school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V16
Valid
Missing Total
0 1 2 3 4 Total 9
Frequency 1 91 287 460 87 926 13 939
Percent ,1 9,7 30,6 49,0 9,3 98,6 1,4 100,0
Valid Percent ,1 9,8 31,0 49,7 9,4 100,0
Cumulative Percent ,1 9,9 40,9 90,6 100,0
17. De mogelijkheid om van studierichting of onderwijsvorm (ASO,TSO, BSO, KSO) te veranderen in dezelfde school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V17
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 226 357 283 61 927 12 939
Percent 24,1 38,0 30,1 6,5 98,7 1,3 100,0
Valid Percent 24,4 38,5 30,5 6,6 100,0
Cumulative Percent 24,4 62,9 93,4 100,0
31
18. Mijn geloofsovertuiging / levensbeschouwing speelt een rol bij het kiezen van een school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V18
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 605 228 85 18 936 3 939
Percent 64,4 24,3 9,1 1,9 99,7 ,3 100,0
Valid Percent 64,6 24,4 9,1 1,9 100,0
Cumulative Percent 64,6 89,0 98,1 100,0
19. De studiekosten 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V19
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 631 253 38 12 934 5 939
Percent 67,2 26,9 4,0 1,3 99,5 ,5 100,0
Valid Percent 67,6 27,1 4,1 1,3 100,0
Cumulative Percent 67,6 94,6 98,7 100,0
20. De naam of het imago van de school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V20
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 179 349 326 81 935 4 939
Percent 19,1 37,2 34,7 8,6 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 19,1 37,3 34,9 8,7 100,0
Cumulative Percent 19,1 56,5 91,3 100,0
32
21. Het sportaanbod van de school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V21
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 316 443 143 31 933 6 939
Percent 33,7 47,2 15,2 3,3 99,4 ,6 100,0
Valid Percent 33,9 47,5 15,3 3,3 100,0
Cumulative Percent 33,9 81,4 96,7 100,0
22. Het culturele aanbod van de school (theaterbezoek, tentoonstellingen, festivals, …) 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V22
Valid
Missing
1 2 3 4 Total 9 System Total
Total
Frequency 364 414 140 16 934 4 1 5 939
Percent 38,8 44,1 14,9 1,7 99,5 ,4 ,1 ,5 100,0
Valid Percent 39,0 44,3 15,0 1,7 100,0
Cumulative Percent 39,0 83,3 98,3 100,0
23. De aandacht van de school voor kinderen met problemen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V23
Valid
Missing
Total
1 2 3 4 Total 9 System Total
Frequency 81 253 452 144 930 8 1 9 939
Percent 8,6 26,9 48,1 15,3 99,0 ,9 ,1 1,0 100,0
Valid Percent 8,7 27,2 48,6 15,5 100,0
Cumulative Percent 8,7 35,9 84,5 100,0
33
24. De mogelijkheid om de studie volledig af te werken in dezelfde school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V24
Valid
Missing
1 2 3 4 Total 9 System Total
Total
Frequency 44 207 513 170 934 4 1 5 939
Percent 4,7 22,0 54,6 18,1 99,5 ,4 ,1 ,5 100,0
Cumulative Percent 4,7 26,9 81,8 100,0
Valid Percent 4,7 22,2 54,9 18,2 100,0
25. De toekomstmogelijkheden van de studiekeuze. 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V25
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 29 175 528 204 936 3 939
Percent 3,1 18,6 56,2 21,7 99,7 ,3 100,0
Valid Percent 3,1 18,7 56,4 21,8 100,0
Cumulative Percent 3,1 21,8 78,2 100,0
26. De eigen opleiding van één van de ouders 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V26
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 601 222 87 24 934 5 939
Percent 64,0 23,6 9,3 2,6 99,5 ,5 100,0
Valid Percent 64,3 23,8 9,3 2,6 100,0
Cumulative Percent 64,3 88,1 97,4 100,0
34
27. De voor- of nadelen van het beroep van één van de ouders 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V27
Valid
Missing
1 2 3 4 Total 9 System Total
Total
Frequency 631 223 60 20 934 4 1 5 939
Percent 67,2 23,7 6,4 2,1 99,5 ,4 ,1 ,5 100,0
Cumulative Percent 67,6 91,4 97,9 100,0
Valid Percent 67,6 23,9 6,4 2,1 100,0
28. Het advies van de leerkracht op het einde van de lagere school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V28
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 64 340 428 103 935 4 939
Percent 6,8 36,2 45,6 11,0 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 6,8 36,4 45,8 11,0 100,0
Cumulative Percent 6,8 43,2 89,0 100,0
29. Het studieadvies van het CLB 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V29
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 175 414 290 47 926 13 939
Percent 18,6 44,1 30,9 5,0 98,6 1,4 100,0
Valid Percent 18,9 44,7 31,3 5,1 100,0
Cumulative Percent 18,9 63,6 94,9 100,0
30. Zijn er nog andere elementen die uw school- en/of studiekeuze bepalen? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
35
IN WELKE MATE GEBRUIKT U OF DENKT U DE VOLGENDE INFORMATIE TE GEBRUIKEN BIJ HET MAKEN VAN EEN SCHOOL- EN STUDIEKEUZE?
31. De opendeurdagen van de secundaire school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V31
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 123 394 358 61 936 3 939
Percent 13,1 42,0 38,1 6,5 99,7 ,3 100,0
Valid Percent 13,1 42,1 38,2 6,5 100,0
Cumulative Percent 13,1 55,2 93,5 100,0
32. De informatieavonden door de secundaire school georganiseerd 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V32
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 98 408 369 61 936 3 939
Percent 10,4 43,5 39,3 6,5 99,7 ,3 100,0
Valid Percent 10,5 43,6 39,4 6,5 100,0
Cumulative Percent 10,5 54,1 93,5 100,0
33. Informatie verkregen van het CLB ( brochures,…) 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V33
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 172 476 262 24 934 5 939
Percent 18,3 50,7 27,9 2,6 99,5 ,5 100,0
Valid Percent 18,4 51,0 28,1 2,6 100,0
Cumulative Percent 18,4 69,4 97,4 100,0
36
34. De informatie van de lagere school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V34
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 51 389 420 75 935 4 939
Percent 5,4 41,4 44,7 8,0 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 5,5 41,6 44,9 8,0 100,0
Cumulative Percent 5,5 47,1 92,0 100,0
35. De mening van uw familie, vrienden en kennissen over de school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V35
Valid
Missing
1 2 3 4 Total 9 System Total
Total
Frequency 257 445 206 25 933 3 3 6 939
Percent 27,4 47,4 21,9 2,7 99,4 ,3 ,3 ,6 100,0
Cumulative Percent 27,5 75,2 97,3 100,0
Valid Percent 27,5 47,7 22,1 2,7 100,0
36. Ervaringen van andere ouders met deze en andere scholen of studierichtingen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V36
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 165 478 265 26 934 5 939
Percent 17,6 50,9 28,2 2,8 99,5 ,5 100,0
Valid Percent 17,7 51,2 28,4 2,8 100,0
Cumulative Percent 17,7 68,8 97,2 100,0
37
37. Informatie die u kreeg via de media (TV, radio, krant, …) 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V37
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 587 306 37 5 935 4 939
Percent 62,5 32,6 3,9 ,5 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 62,8 32,7 4,0 ,5 100,0
Cumulative Percent 62,8 95,5 99,5 100,0
38. Informatie via het internet 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V38
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 468 373 79 12 932 7 939
Percent 49,8 39,7 8,4 1,3 99,3 ,7 100,0
Valid Percent 50,2 40,0 8,5 1,3 100,0
Cumulative Percent 50,2 90,2 98,7 100,0
39. Reclame van secundaire scholen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V39
Valid
Missing
Total
1 2 3 4 Total 9 System Total
Frequency 473 406 54 3 936 2 1 3 939
Percent 50,4 43,2 5,8 ,3 99,7 ,2 ,1 ,3 100,0
Valid Percent 50,5 43,4 5,8 ,3 100,0
Cumulative Percent 50,5 93,9 99,7 100,0
40. Welke andere informatie gebruikt u of denkt u te gebruiken bij het maken van een school- of studiekeuze? __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
38
IN WELKE MATE ZIJN VOLGENDE UITSPRAKEN VAN TOEPASSING VOOR U ? 41. De school- en studiekeuze laat ik aan mijn kind over 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V41
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 50 479 348 55 932 7 939
Percent 5,3 51,0 37,1 5,9 99,3 ,7 100,0
Valid Percent 5,4 51,4 37,3 5,9 100,0
Cumulative Percent 5,4 56,8 94,1 100,0
42. Ik ken de studiemogelijkheden na de lagere school 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V42
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 31 256 504 144 935 4 939
Percent 3,3 27,3 53,7 15,3 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 3,3 27,4 53,9 15,4 100,0
Cumulative Percent 3,3 30,7 84,6 100,0
43. Ik weet wat mijn kind aankan 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V43
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 3 172 639 122 936 3 939
Percent ,3 18,3 68,1 13,0 99,7 ,3 100,0
Valid Percent ,3 18,4 68,3 13,0 100,0
Cumulative Percent ,3 18,7 87,0 100,0
39
44. Mijn kind weet wat het aankan 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V44
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 41 380 448 66 935 4 939
Percent 4,4 40,5 47,7 7,0 99,6 ,4 100,0
Valid Percent 4,4 40,6 47,9 7,1 100,0
Cumulative Percent 4,4 45,0 92,9 100,0
45. Ik heb voldoende informatie over scholen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V45
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 52 263 539 74 928 11 939
Percent 5,5 28,0 57,4 7,9 98,8 1,2 100,0
Valid Percent 5,6 28,3 58,1 8,0 100,0
Cumulative Percent 5,6 33,9 92,0 100,0
46. Ik heb voldoende informatie over studiemogelijkheden 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V46
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 45 224 568 95 932 7 939
Percent 4,8 23,9 60,5 10,1 99,3 ,7 100,0
Valid Percent 4,8 24,0 60,9 10,2 100,0
Cumulative Percent 4,8 28,9 89,8 100,0
47. Ik wil mijn kind zo hoog mogelijk laten instromen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V47
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 247 335 282 64 928 11 939
Percent 26,3 35,7 30,0 6,8 98,8 1,2 100,0
Valid Percent 26,6 36,1 30,4 6,9 100,0
Cumulative Percent 26,6 62,7 93,1 100,0
40
WELKE ROL ZOU DE BASISSCHOOL VOLGENS U MOETEN SPELEN BIJ DE SCHOOL- EN STUDIEKEUZE ?
48. Kinderen leren een gerichte studiekeuze te maken 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V48
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 18 279 515 124 936 3 939
Percent 1,9 29,7 54,8 13,2 99,7 ,3 100,0
Valid Percent 1,9 29,8 55,0 13,2 100,0
Cumulative Percent 1,9 31,7 86,8 100,0
49. Bezoeken organiseren aan secundaire scholen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V49
Valid
Missing
1 2 3 4 Total 9 System Total
Total
Frequency 33 267 511 124 935 3 1 4 939
Percent 3,5 28,4 54,4 13,2 99,6 ,3 ,1 ,4 100,0
Cumulative Percent 3,5 32,1 86,7 100,0
Valid Percent 3,5 28,6 54,7 13,3 100,0
50. Kinderen informatie geven over de verschillende studiemogelijkheden in het secundair onderwijs 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V50
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 2 114 606 214 936 3 939
Percent ,2 12,1 64,5 22,8 99,7 ,3 100,0
Valid Percent ,2 12,2 64,7 22,9 100,0
Cumulative Percent ,2 12,4 77,1 100,0
41
51. Ouders informatie geven over de verschillende studiemogelijkheden in het secundair onderwijs. 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V51
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 16 196 554 168 934 5 939
Percent 1,7 20,9 59,0 17,9 99,5 ,5 100,0
Valid Percent 1,7 21,0 59,3 18,0 100,0
Cumulative Percent 1,7 22,7 82,0 100,0
52. Kinderen informatie geven over de verschillende vakken in het secundair onderwijs 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V52
Valid
Missing
1 2 3 4 Total 9 System Total
Total
Frequency 6 162 565 203 936 2 1 3 939
Percent ,6 17,3 60,2 21,6 99,7 ,2 ,1 ,3 100,0
Cumulative Percent ,6 17,9 78,3 100,0
Valid Percent ,6 17,3 60,4 21,7 100,0
53. Ouders informatie geven over de verschillende vakken in het secundair onderwijs. 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V53
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 27 247 515 148 937 2 939
Percent 2,9 26,3 54,8 15,8 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 2,9 26,4 55,0 15,8 100,0
Cumulative Percent 2,9 29,2 84,2 100,0
42
54. Kinderen laten kennis maken met verschillende beroepen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V54
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 20 196 524 197 937 2 939
Percent 2,1 20,9 55,8 21,0 99,8 ,2 100,0
Valid Percent 2,1 20,9 55,9 21,0 100,0
Cumulative Percent 2,1 23,1 79,0 100,0
55. Het betrekken van ouders bij het studiekeuzeproces 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V55
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 9 184 548 192 933 6 939
Percent 1,0 19,6 58,4 20,4 99,4 ,6 100,0
Valid Percent 1,0 19,7 58,7 20,6 100,0
Cumulative Percent 1,0 20,7 79,4 100,0
56. Andere __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
HEEFT DE BASISSCHOOL VAN UW KIND …
57. … uw kind een keuze leren maken voor het secundair onderwijs 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V57
Valid
Missing Total
1 2 3 4 34 Total 9
Frequency 118 392 323 43 2 878 61 939
Percent 12,6 41,7 34,4 4,6 ,2 93,5 6,5 100,0
Valid Percent 13,4 44,6 36,8 4,9 ,2 100,0
Cumulative Percent 13,4 58,1 94,9 99,8 100,0
43
58. … bezoeken aan het secundair onderwijs georganiseerd 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V58
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 152 356 327 47 882 57 939
Percent 16,2 37,9 34,8 5,0 93,9 6,1 100,0
Valid Percent 17,2 40,4 37,1 5,3 100,0
Cumulative Percent 17,2 57,6 94,7 100,0
59. …uw kind informatie gegeven over studierichtingen in het secundair onderwijs 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V59
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 106 272 428 68 874 65 939
Percent 11,3 29,0 45,6 7,2 93,1 6,9 100,0
Valid Percent 12,1 31,1 49,0 7,8 100,0
Cumulative Percent 12,1 43,2 92,2 100,0
60. … u informatie gegeven over studierichtingen in het secundair onderwijs 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V60
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 127 323 382 46 878 61 939
Percent 13,5 34,4 40,7 4,9 93,5 6,5 100,0
Valid Percent 14,5 36,8 43,5 5,2 100,0
Cumulative Percent 14,5 51,3 94,8 100,0
61. … uw kind informatie gegeven over vakken in het secundair onderwijs 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V61
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 133 403 312 22 870 69 939
Percent 14,2 42,9 33,2 2,3 92,7 7,3 100,0
Valid Percent 15,3 46,3 35,9 2,5 100,0
Cumulative Percent 15,3 61,6 97,5 100,0
44
62. … u informatie gegeven over vakken in het secundair onderwijs 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V62
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 196 403 262 17 878 61 939
Percent 20,9 42,9 27,9 1,8 93,5 6,5 100,0
Valid Percent 22,3 45,9 29,8 1,9 100,0
Cumulative Percent 22,3 68,2 98,1 100,0
63. … uw kind kennis laten maken met verschillende beroepen 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V63
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 152 469 231 22 874 65 939
Percent 16,2 49,9 24,6 2,3 93,1 6,9 100,0
Valid Percent 17,4 53,7 26,4 2,5 100,0
Cumulative Percent 17,4 71,1 97,5 100,0
64. … de ouders betrokken bij het studiekeuzeproces 1=helemaal niet, 2= een beetje, 3= veel, 4=zeer veel V64
Valid
Missing Total
1 2 3 4 Total 9
Frequency 117 395 333 37 882 57 939
Percent 12,5 42,1 35,5 3,9 93,9 6,1 100,0
Valid Percent 13,3 44,8 37,8 4,2 100,0
Cumulative Percent 13,3 58,0 95,8 100,0
65. Andere __________________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________________
45