Verzamelde verhalen en verslagen van Regio West door Gerard Neijts Vijfde jaargang Nr. 2
Pagina 2
De prachtige MG B van Patrick van Domburg
Pagina 3
Een duik in het verleden
MGB (1977) vs. MASDA MX MX--5 (1990)
Tekst en en fotografie: Freddy Nieuwenhuize Nieuwenhuize
Pagina 4
Wat hebben drie kikvorsmannen te maken met twee cabriolets? Lees dan verder en u komt tevens te weten wat de verschillen en overeenkomsten zijn tussen twee ‘topless-iconen’; ‘topless een oldtimer van een eiland met warm bier en een youngtimer van een eiland met rijstewijn. KLASSIEK & TECHNIEK analyseerde het met warme chocolademelk en Irish Coffee.
’M
aart roert zijn staart’ is een gezegde dat door mijn gedachten schiet als ik arriveer bij het Oostvoornse meer. Een felle wind komt over de NoordNoord zee aanrazen en voert zware wolken mee die hun vocht als een koude douche over de Maasvlakte uitgieten. Dit heeft Gerrit van Herk er niet van weerhouden om ’topless’ (vertaal dit als ‘met ‘ het dak naar beneden’ met zijn MGB ruim op tijd aan te komen op de afgesproken afge plaats. Onder een en afdak bij een strandpaviljoen, schuilend tegen de regen in afwachting van de MX-5, MX maken wij van de nood een deugd en interview ik Gerrit alvast over zijn voorliefde voor de MGB: ”Ik kocht mijn auto in 2004, nadat ik voor de eerste eerst maal een hartoperatie onderging. Toen besloten wij namelijk om meer van het leven te genieten en een cabriolet te kopen. Eerst keek ik naar een Porsche 911/912, maar daar knapte knapt ik op af vanwege de hoge kosten voor onderhoud en onderdelen. De Fiat Spider en MGB heb ik vervolgens bekeken, waarbij mij de MGB het meest aansprak. Ik ben lid geworden van de MG Car Club om zo meer te weten te komen over het model en rustig afgewacht tot er een geschikt exemplaar te koop kwam.” Dat gebeurde dus krap tien jaar geleden. leden. Gerrit’s MG is een uit Engeland geïmporteerd exemplaar uit 1977, vandaar het rechts geplaatste stuur. De oplettende lezer zal zich afvragen: “Die waren toch uitgerust met rubber bumpers?” Correct! Maar zoals vele rubberneuzen is die d van Gerrit omgebouwd naar ‘chroom-bumber bumber uitvoering’. Dit is in 2002 gebeurd, toen de wagen gerestaureerd werd in de regio Rotterdam (de wagen was toen twee jaar op Nederlandse bodem). 5 aan komen rijden, die tevens de zonnestralen meeneemt; Yvonne van den Berg met echtgenoot Ad Over de dijk zien wij een spierwitte MX-5 arriveren. Hun Mazda is een hele vroege MX-5, 5, helemaal origineel zonder opsmuk, tuningselementen en dergelijke. Hoe is zij in een cabriolet terecht gekomen? Yvonne zocht in 2007 een leuke auto voor alledag, m maar wist nog niet precies wat.
Pagina 5
Totdat Ad haar attendeerde op een MX-5 5 die te koop stond op internet. En ja, waarom ook niet een cabriolet? let? Die MX MX-5 werd bekeken en hierna nog meerdere, die niet voldeden aan hun criteria. Totdat ze van een jong g echtpaar, die net gezinsuit gezinsuitbreiding hadden, deze witte kochten.. Zij konden hun kind niet meenemen nemen achterin, maar Yvonne kon haar hondje gelukkig nog wel mee vervoeren. Die past zelfs nog in het dashboardkastje, zo bleek toen wij het diertje aanschouwden. Als de auto’s naast elkaar op het strand nd geparkeerd staan, valt ogenblikkelijk op dat de MX-5 5 qua design zó verschillend is ten opzichte van de MGB. Geen chroom, bumpers die een geheel zijn met de carrosserie, rosserie, gladde, ronde vormen die je zelfs terugziet in de velgen. Een product dat duidelijk uit een tijdperk komt, waarin kunststof gretig werd gebruikt door vormgevers, omdat ze daar daarmee veel meer vormvrijheid vrijheid hadden. En die klapkoplampen! O zo trendy in begin jaren ’90. Ernaast de MGB met kopla koplampen die rechtop, in het verlengde van de spatschermen staan. Een stijlkenmerk dat Porsche’s 911 zo karakteriseert. riseert. Een vooraanzicht met een heuse grille, iets dat bij de Mazda afwezig is; koellucht wordt daar aangezogen vi via a een opening onderin. Een chromen sierlijst die de taille van de Brit accentueert en achterin aansluit op de verticale achterlichten. De interieurs verschillen navenant. Vroege MGB’s hadden een houten paneel, Gerrit’s 1977er heeft dat (helaas) niet meer. mee Gerrit heeft een klein sportstuurwiel laten monteren, dat zonder stuurbekrachtiging een samentrekking van de biceps vereist bij lage snelheden. Dat merk ik tijdens de eerste meters van mijn proefrit. it. Wel even opletten met scha schakelen, want dit is een rechts ts gestuurde variant en als je in een reflex met je rechter hand naast je naar de pook zoekt, kom je terecht bij de raamslinger… en die schakelt niet. Het geronk uit de uitlaat dat mijn oren bereikt, wordt meteen vertaald in ‘sportief’. De gereviseerde motor or is een zogenaamde HD HD-motor met spaghetti-uitlaatspruitstuk uitlaatspruitstuk en kan goed ademen, in tegenstelling tot de geknepen Amerikaanse versies uit de jaren ‘70. Deze MG rijdt erg communicatief. What you feel is what you get! MGB Cabine
Motorruimte
Pagina 6
Hobbels, wind, zon, geluid, alles is puur. Een klein beetje choken en dan trekt de wagen met afgekoelde motor goed door. Wat eenmaal op toeren erg fijn is, is de overdrive. Simpelweg bovenin de pookknop een knopje schuiven en je ziet de toerenteller meteen dalen. Erg prettig tijdens lange snelwegritten en tevens minder dorstig. Een vijftal klokken geeft de bestuurder alle benodigde informatie over de toestand van de vier cilinders en in hoeverre het rijbewijs in gevaar is. Hier moet je overigens niet te veel aandacht aan willen schenken, want de snelheidsmeter en toerenteller zijn grotendeels afgeschermd door het sportstuur.
Mazda MX-5
Cabine
Motorruimte
Vanuit de Brit de Jap in. Deze zit minstens zo laag. Sturen gaat, mede dankzij het ietwat grotere standaard stuurwiel, iets makkelijker, ondanks dat hier ook de stuurbekrachtiging ontbreekt. Schakelen gaat als een stokje in een bord noodles, geheel probleemloos. Een anekdote beweert dat Japanners niet kunnen schakelen en de autofabrikanten aldaar daarom zeer soepel schakelende bakken construeren. Wij Europeanen kunnen uiteraard uitstekend schakelen(?), maar profiteren er ondertussen van. Na de MG voelt de MX-5 comfortabeler aan. Logisch uiteraard, want er zit een flinke generatiekloof tussen. Maar de MX-5 bezit verrassend veel MGB-DNA. Doe je ogen dicht tijdens het rijden - don’t try this at home - en je zou zweren in een jongere variant te zitten van de MG. Ook hier achter het stuurwiel een vijftal uurwerken die duidelijk hun info overdragen. Een middenconsole met ronde vormen in harmonie met het design van de carrosserie. Niets is hier verkeerd, alles doordacht en harmonieus. Het geheel geeft mij zelfs een vrolijk gevoel. Zou dat het gevoel van vrijheid zijn?
Pagina 7
De wind suist net zo vrolijk rond je kruin als in de MG, en het onderstel verloochent ook niet de gesteldheid van het wegdek. Hierin eveneens het sportieve gevoel, maar net iets comfortabeler, net iets vergevingsgezinder dan de klassieke Brit. Eenmaal op snelheid (100 km/u) valt op dat de 1,6 liter 16-klepper relatief veel toeren maakt en dus wat meer decibels produceert. De fabriek geeft een verbruik op van 1 liter ‘sap’ op 12 kilometer. Ik denk dat dit de bovengrens zal zijn in de praktijk. Ik heb de auto’s niet op de grens van hun kunnen gereden (dat doe je niet met andermans spullen). Uit testverslagen blijkt dat de achterwielaangedreven MX-5 erg neutraal de bochten volgt en in heel korte bochten te verleiden is tot overstuur. Iets waartoe de MGB makkelijker in staat is. Dat voelde ik toen ik vanuit stilstand een weg opdraaide; daar ergens in het onderstel was de gewilligheid met de staart te kwispelen overeenkomstig een speelse Yorkshire Terrier. “Koest! In je mand!”, was overigens voldoende om hem mooi aangelijnd te houden. Maar waarmee wil ik vandaag naar huis rijden en hoe zit dat nu met die kikvorsmannen? Allereerst een stukje geschiedenis over deze twee modellen, waarover reeds ontzettend veel is geschreven. Op elk old- of youngtimerevenement kom je ze tegen. Daarom wat details die u wellicht nog niet wist. De kleine, betaalbare cabriolet was eind jaren ’70 op sterven na dood, nadat de VS met zijn strenge veiligheidsmaatregelen de ontwikkeling ervan onaantrekkelijk had gemaakt voor de Europese fabrikanten die decennialang deze markt in hun bezit hadden. Mazda’s Managing Director Kenichi Yamamoto zag in 1979 niettemin weer kansen in deze markt, mede geïnspireerd door de gedachten van een Amerikaanse journalist, Bob Hall. Een projectteam werd ingericht onder leiding van Toshihiko Hirai. Een leuke anekdote is, dat toen de Japanners de Amerikanen ondervroegen met de vraag wat men verwachte van een kleine cabrio, men dit te letterlijk vertaalde. De Amerikaan wilde namelijk ‘freedom’ (vrijheid). In Japan begreep men niet hoe je vrijheid kunt vertalen in een auto. Maar het ging hier niet om politieke vrijheid, maar vrijheid in het dagelijks leven, zonder plichten, agenda, vrij rondtoeren in het weekend. Toen dit helder was, ging men ‘los’ en rekruteerde enkele ontwerpers van onder andere Opel. Het ontwerpteam haalde inspiraties uit de designs van Giugiaro, Bertone en Pininfarina. In 1985 bouwde het Britste designhuis IAD een prototype, dat leek op een kruising van een Pontiac Fiero met een Toyota MR2. Het concept MX-04 dat getoond werd op de Tokio Motor Show in 1987 lijkt veel meer op de uiteindelijke vorm. In 1989 kwam de nieuwe Mazda cabriolet op de markt en trok meteen veel aandacht: eindelijk weer een betaalbare, kleine, sportieve cabriolet! Aanvankelijk wilde men de auto Laguna noemen naar het beroemde circuit Laguna Seca.
Pagina 8
Uiteindelijk koos men voor Miata, wat ‘beloning’ betekent in oud-Duits. Deze naam werd overigens niet in Japan gevoerd, omdat daar al een fietsmerk bestond Miyata. In Europa koos men voor MX-5. En nu 25 jaren en enkele generaties later is de MX-5 nog steeds nieuw aan te schaffen, waarbij het uiterlijk sterke overeenkomsten heeft met het oermodel, het NA-model. Deze typering verwijst naar de periode 1989-1997. Het NBmodel kwam op de markt in1998 tot 2006 en het NC-model vanaf 2006. Motoren variëren van een 1,6 liter ten tijde van de introductie tot en met een 2-liter. Speciale edities en een ruime keuze aan accessoires en tuning-mogelijkheden zijn met de jaren gekomen. En wie kent de MGB niet? Net zo bekend als Queen Elisabeth, het monster van Loch Ness en de Tower of London. In 1957 ontstond het idee voor de B en werd er door de MGdirectie aan designer Jim O’Neill opdracht gegeven een coupé te tekenen op basis van de EX181-recordwagen, de EX205/1. Het bleef bij een schaalmodel; een strak gestroomlijnde coupé. Dit zag de BMC-directie niet zitten. Er moest een cabriolet komen. Frua uit Turijn kreeg de opdracht een tweezits cabriolet te bouwen op basis van de MGA. Toen de wagen werd afgeleverd in Ferrari-rood, was men niet enthousiast; hij was te zwaar en zag er ook zo uit. Verschillende (schaal)modellen werden gebouwd met een nieuw uiterlijk, waaronder een coupé die sterke
Pagina 9
gelijkenissen vertoonde met een Aston Martin DB4. Uiteindelijk was het model EX214/1 dat een ‘go’ kreeg van de BMC-directie om als project ADO23 te volgroeien tot de MGB. Voor de aandrijving had men aanvankelijk een V4-motor in gedachten, geïnspireerd op de V4 van Lancia. Deze motor zou men later makkelijk kunnen vergroten tot V6. Die ontwikkeling werd echter gestopt vanwege de hoge investeringen die het vereiste. Bovendien had BMC zich volledig gecommitteerd aan het concept van Alec Issigonis (Mini) met de dwarsgeplaatste motor voorin met voorwielaandrijving. Een noord-zuid V4/6-motor paste niet in deze gedachte. Na enkele experimenten met een Twin-Cam MGA-motor (te onbetrouwbaar) en een tot viercilinder gereduceerde zescilinder, kwam men uit op een 1.6 liter viercilinder in lijn. Er werden wat onderdelen uit de regalen van Austin (A40) gehaald en met alle macht werd gewerkt aan een introductie op de London Motor Show van 1962. Hard nodig, want de verkoop van de MGA slonk rap; 16.981 stuks in 1960, 6.085 in 1961. De ‘B’ werd hartelijk ontvangen en zou tot de lieveling gaan behoren van vele, vele cabrioliefhebbers. Hij werd ingezet in races en rally’s als cabrio en coupé, met 4-, 6- en zelfs 8-cilinders. De allerlaatste MGB werd afgebouwd op 23 oktober 1980, een GT. Een kleine revival vond plaats met de RV8 in 1993, die na twee jaar en 1996 stuks de deur achter zich dichttrok. Vanuit het strandpaviljoen praat ik met Gerrit, Yvonne en Ad na over hun auto’s, terwijl de warme chocolademelk met slagroom en Irisch Coffee ons opwarmt. De keuze tussen deze twee auto’s is eigenlijk erg makkelijk. Zoek je een leuke, betaalbare, sportieve, klassieke cabriolet? Dan is de MGB een uitstekende keuze. Wellicht dat je eens in de tien jaar wat las- en plaatwerk moet verrichten en zo nu en dan eens moet sleutelen. Zoek je een leuke, betaalbare, sportieve klassieker in spé, dan is de MX-5 een geweldige deal. Roesten doen ze nauwelijks en het mechaniek is zo betrouwbaar als het niet winnen van de staatsloterij. Aan beide ga je ontzettend veel plezier beleven. Gegarandeerd! O ja, die kikvorsmannen… die kwamen toevallig voorbij. Met dank aan tijdschrift Klassiek & Techniek voor de toestemming om dit artikel op te nemen in “Once Upon a Time in West”.
Pagina 10
Verzamelen in Leiderdorp dit keer met een antibollenrit, wegens het zo goed als uitgebloeid zijn door dit warme voorjaar. Het Groene Hart wordt het doel voor de dikke 40 equipes, met dus zo`n dikke 80 mede enthousiasten. We vertrekken via de inmiddels bekende rotondootjes over de grote weg heen, het groene hart binnen voor de aflegging van deze ca. 100km tocht. Na een twintig minuten moet toch de soft top erop en de tonneau cover eronder. Maatgevend blijft de intensiteit van de regenspetters, op de bril van de co-pilote. De zijruiten blijven omlaag en kronkelend gaan we over de éénrijstrookwegen met her en der passeerplaatsen in het stilte gebied. Over de veilingbrug waar je de overkant van de weg niet kan zien, pruttelen wij verder. Door de zware bewolking zijn de meeste tweetrappers thuis gebleven en rijden wij voor het eerst rustig stationerend over het asfalt. Wij zien het Molen hart, Gele hart, Bruine hart, Water hart, Venen hart, Wilgen, Dijkjes, privé ophaalbruggen en Groene hart. De warme broodje palingspecialist in Burgerveen zijn wij helaas al voorbij en we genieten van de Harleyers, die eveneens tokkelend over de weg gaan. Ook zwaaien wij naar de Alpha Spiderclub, die ook met het hele arsenaal van jaartallen op de weg zit, in dit rustige gebied. Pa zwaan staat te waken aan de slootkant, de buizerd zit op de kop van een paaltje en de loslopende koeien uit de open stal doen zich te goed aan het voorjaar. In Burgerveen rijden wij langs het kanaal van Gent naar Terneuzen en besluiten dit stukje even over te doen als we Gand (Gent) aandoen, wat een dag. Kudelstaart, Bilderdam, Aarlanderveen en Noorden, wie droomt er niet van in afgelopen December en Januari. Het Woerdense verlaat (geen bronstige eenden), Meije en Zwammerdam doen wij via Zoeterwoude aan (wie kent de blonde jongens niet) met Rijndijk, Hazerswoude (even Faunaaien met de gevleugelde wereld in gedachten) kronkelen we rivier afhankelijk verder af.In Leiderdorp draaien wij even nog de bekende rotondootjes en kijken weer terug, op een lekkere Bollenloze Blitterswijkse mooie, mooie, mooie dagrit. Met Groet, Gerrit & Catharina
Link naar twee filmpjes van de Voorjaarsrit en de Midzomeravondrit, gemaakt door Ad v.d. Horst
http://www.youtube.com/watch?feature=player_embedded&v=1zweo4_2eLY
Pagina 11
Pagina 12
Pagina 13
Pagina 14
Pagina 15
Pagina 16
Pagina 17
Pagina 18
Pagina 19
Pagina 20
Pagina 21