Verslag werkconferentie Nassau-Dietzkazerne Vakgroep Ruimtelijk Ontwerp
Werkconferentie 'Verkenning overtolligstelling Nassau-Dietzkazerne’ 18 april 2013 Nassau-Dietzkazerne Budel
Prof. Cobbenhagenlaan 125 5037 DB Tilburg Postbus 1180 5004 BD Tilburg www.rijksoverheid.nl/eleni Contactpersoon Walter Kemp Medewerker Gebiedsontwikkeling Register Makelaar en Taxateur
[email protected]
Datum 30 mei 2013
Inleiding Het Ministerie van Defensie stelt de Nassau-Dietzkazerne naar verwachting in 2014 ‘overtollig’, wat zoveel inhoudt het terrein en de opstallen op korte termijn door Defensie worden afgestoten en te koop aangeboden. Defensie is voornemens het bestaande oefenterrein in stand houden, hetgeen mede bepalend is voor de ontwikkelingspotentie van het kazerneterrein zelf. Voor een terrein van de betekenis en omvang als de Nassau-Dietzkazerne is het van groot belang om goed na te denken over een reëel toekomstperspectief en over de condities waaronder een dergelijk terrein op de markt zou kunnen komen. Welke potentiële kopers zijn er? Waar liggen kansen? Wat zijn de implicaties voor de omgeving? Om te anticiperen op de afstoting heeft de Raad Vastgoed Rijksoverheid regio Zuid de werkconferentie 'Verkenning overtolligstelling Nassau-Dietzkazerne’
Pagina 1 van 11
georganiseerd, met het doel om een eerste aanzet te geven om de mogelijkheden en beperkingen van de locatie voor (tijdelijke) herbestemmingen / gebiedsontwikkeling vanuit verschillende invalshoeken te bezien. Een breed gezelschap bestaande uit betrokken Rijksvastgoed organisaties en regionale overheden heeft op de werkconferentie ideeën en inbreng geleverd ten behoeve van het beantwoorden van de bovenstaande vragen. De voorliggende rapportage geeft de weerslag van de werkconferentie en wordt gebruikt als input voor het Rijksvastgoedbedrijf RV(O)B, dat verantwoordelijk is voor de afstoot van de Kazerne en werkt aan het opstellen van een programma van publieke eisen. De verbeelding van de ideeën en de verslaglegging was in handen van de Dienst Landelijk Gebied in opdracht van de RVR. Na een kleine fietsexcursie over het terrein, zijn de betrokken genodigden partijen in een drietal groepen kort maar intensief aan het werk gegaan om zoveel mogelijk ideeën op papier te krijgen.
Datum 30 mei 2013
Achtergronden van de Kazerne De Nassau-Dietzkazerne (tot 1983 Legerplaats Budel) werd gebouwd in 1956 en werd van 1963 tot het einde van 2005 gebruikt op de heide van Budel voor basisopleiding van rekruten voor de infanterie object bescherming. De kazerne wordt momenteel door de Nederlandse strijdkrachten gebruikt, hoofdzakelijk door de Koninklijke Militaire School van de Landmacht. De stationering van Duitse troepen was te danken aan een verdrag tussen Nederland en Duitsland op 17 januari 1963, de Budel-Seedorf overeenkomst. In ruil voor de plaatsing van Nederlandse legerorganisaties in Seedorf voorzag het verdrag in de legering van infanterie-eenheden in een luchtmachtkazerne in Budel van vergelijkbare grootte. De eerste Duitse soldaten arriveerden vervolgens in juni 1963 op de legerplaats.
Pagina 2 van 11
Van 1963 tot 1996 waren er verschillende bataljons gestationeerd. Na een herstructurering van luchtmachttraining was in Budel van 1997 tot 2005 de Air Force Training Regiment gelegerd.
Datum 30 mei 2013
De kwaliteit: gevarieerd, groen, ruimte en bereikbaar Het kazerneterrein heeft een oppervlakte van circa 120 ha en is gelegen in zowel Noord-Brabant en Limburg, als in de gemeenten Cranendonck en Weert. De Nassau-Dietzkazerne ligt op een zeer strategische locatie. Het complex is zeer goed ontsloten via verschillende vervoersmodaliteiten. Het licht naast de A2, met een vrijwel directe aansluiting. Treinstation Maarheeze ligt op nog geen anderhalve kilometer afstand. Op een paar kilometer afstand ligt het vliegveld Kempen Airport. Het vliegveld is aangewezen als openbaar Internationaal luchtvaartterrein, hetgeen wil zeggen dat er vliegtuigen mogen worden afgehandeld die een spanwijdte tot maximaal 24 meter hebben en/of een wielbasis tot maximaal 6 meter hebben. Er vinden circa 80.000 vliegbewegingen plaats per jaar. Diverse overheden maken gebruik van de luchthaven voor politie-, brandweer- en milieuvluchten. Het complex neemt een belangrijke plek in binnen de structuur van een uitgestrekt natuurgebied. Rust, ruimte en variatie zijn woorden waarmee het terrein worden gekwalificeerd. De intrinsieke kwaliteit van het terrein behelst met name een heldere interne infrastructuur met een gedifferentieerd aanbod van bestaande bebouwingseenheden, waarvan sommigen nog vrij recent gerenoveerd zijn. Geen van de bebouwingseenheden heeft een monumentenstatus. De omgeving vormt ook een aandachtspunt. Vanuit de omgeving worden ook randvoorwaarden aan de plek gesteld; enerzijds vanuit de natuurkwaliteiten (Natura 2000), anderzijds vanuit de (hinder)contouren en veiligheidspunten vanuit de A2, de nabijgelegen zinkfabriek en het vliegveld.
Afrastering langs de Kuikensvendijk
Pagina 3 van 11
Werksessie De opzet van de werkconferentie was voor een belangrijk deel geïnspireerd op ‘de Schetsschuit’, een werkwijze die is ontwikkeld door DLG. Daarbij zoeken experts op ruimtelijk gebied en betrokkenen uit de streek (ondernemers, bewoners, vertegenwoordigers van belangenorganisaties) tijdens een interactief ontwerpatelier naar oplossingen voor een ruimtelijke opgave. Die opgave kan heel breed zijn: het kan gaan over de inrichting van een beekdal, maar bijvoorbeeld ook over de inpassing van een infrastructuur of een afstotingstaakstelling van rijksvastgoed. Al tekenend worden ontwikkelingsrichtingen verkend en uitgezet, op basis waarvan bestuurders en betrokkenen in het gebied heldere keuzes kunnen maken. De ruimtelijk ontwerpers van DLG faciliteren dit proces door wensen vanuit verschillende disciplines te integreren en in beeld te brengen. Een schetsschuit duurt normaal gesproken één tot drie dagen; in deze werkconferentie hebben we ons beperkt tot twee uur. De opzet van de schetsschuit is dat door het comprimeren van de gezamenlijke inspanning in een zeer korte afgebakende periode, ruimtelijk processen een krachtige impuls kunnen krijgen. De werkconferentie laat zien dat je met die werkwijze zelfs in twee uur al een aantal goede aanzetten daartoe kan genereren. Het doel was om in eerste ronden een aanzet te geven om de mogelijkheden en beperkingen van de locatie voor (tijdelijke) herbestemmingen/gebiedsontwikkeling te bezien en aan elkaar te presenteren, en om een tweede ronde een nadere uitwerking te maken van enkele ontwikkelingsrichtingen.
Datum 30 mei 2013
Eerste ronde In drie verschillende groepen is gewerkt aan de verkenning van de ideeën en aanwezige kennis over marktvragen en potentiële ontwikkelingen kan een groslijst worden opgesteld van potentiële nieuwe (deel)functies en invullingen: Oefencentrum Multidisciplinair oefen- en opleidingscentrum (Nationaal Oefenterrein); Technisch opleidingsinstituut; Asbestsaneringsschool. Sport en Recreatie Sportcomplex (tennis, paardensport (olympisch), mountainbike); Lawaaisporten bv motorcross; Buitenevenemententerrein; Pretpark, met als specifieke aanduiding een militair pretpark; Congrescentrum; Grootschalige hotelaccommodatie; Verblijfsrecreatie: trekkershutten, camping; Teambuildingsprogramma’s; Paintballparcoursen. Wonen Landgoederen; Buitenplaatsen; Huisvesting sektes (sic).
Zorgverlening Health clinic; Wellness centrum; (Ouderen)zorg; Integrale zorg met verblijf, behandeling en dagbesteding (meerdere doelgroepen: kinderen, patiënten met een ernstige of meervoudige beperking; ouderen met gezondheidsproblemen). Natuur en milieu (groen) Natuurterrein of natuurcompensatiecomplex; Rijkswietteeltplantage; Energiepark (onder andere biomassaproductie), ook zonnepanelen en windenergie. Overige invullingen Kunst en cultuur (kunstenaarscollectief), buitenbeeldentuin; Logistiekpark.
Pagina 4 van 11
Kansen: kiezen of delen Naast het onderscheiden van een aantal kansrijke opties was een belangrijke constatering bij de deelnemers dat het terrein dusdanig veelzijdig is dat er veel voor te zeggen valt om niet op voorhand van één ontwikkelingsrichting uit te gaan, maar goed te kijken naar de mogelijkheden voor gemengde functies. Op deze manier kan beter worden ingespeeld op vraag en aanbod, vormen van tijdelijk gebruik of partiële ontwikkelingen.
Datum 30 mei 2013
Door voort te borduren op de bestaande (interessante) menging van rood en groen en de direct aangrenzende natuur, kan in de ontwikkeling en bijbehorende onderhandelingen gespeeld worden met de balans rood en groen. Immers het geheel wordt er overwegend sterker op. Een gezonde ontwikkeling met financiële basis samen met versterking van het bestaande natuurgebied. Het maatschappelijk rendement, gekoppeld aan de bestaande kwaliteiten en potenties in de omgeving, wordt door de deelnemers verwacht bij:
duurzame energie/energietransitie bij de in te zetten ontwikkeling, sowieso intern, maar wellicht zijn ook koppelingen te leggen met de omgeving (zoals de zinkfabriek); natuurbehoud en –ontwikkeling natuurwaarden zijn een belangrijke deel van de huidige betekenis van het terrein maar kunnen een belangrijke plus betekenen voor het vestigingsklimaat; kosteneffectief in de breedte de afstoting en ontwikkeling moet kostenneutraal, bij voorkeur extra meerwaarde opleveren, ook nadien; gebruik door meerdere overheden als meerdere overheden voordelen kunnen halen uit de herontwikkeling worden meerdere vliegen in één klap geslagen; grondstrategie permanent afstoten en verkopen, versus erfpacht (pacht is macht).
De kracht wordt vooral gezien in de combinatie. Zo kan synergie gevonden worden tussen een oefen- en trainingscentrum met een hotel en/of een congrescentrum, of kan landgoed wonen met de ontwikkeling van buitens goed samen gaan met zorgfuncties. De combinatiemogelijkheden zijn divers en hoeven ook nog niet volledig gedefinieerd te zijn. Functies kunnen daarnaast ook tijdelijk worden ingezet. Juist in de flexibiliteit en de combinatieruimte zit de kans voor een slimme uitvoeringsstrategie, die kan inspelen op de actuele vraag. Een geleidelijke ontwikkeling van herbestemmen en transformeren, met een eveneens flexibele grondstrategie. Uitwerking kansrijke ontwikkelingen De meest kansrijke ontwikkelingen die uit de groslijst worden gedefinieerd en het meest werden genoemd door de deelnemers zijn: Nationaal Oefencentrum (in combinatie met hotel- en congrescentrum); Zorgdorp of –landgoed (breed ingezet); Evenemententerrein (in combinatie met hotel- en congrescentrum).
Pagina 5 van 11
Voor wat betreft logistiek of industrie worden de kansen klein geacht, aangezien op regionaal niveau al de nodige terreinen zijn aangewezen of zelfs worden ontwikkeld.
Datum 30 mei 2013
Nationaal Oefencentrum In Nederland zijn diverse oefencentra voor met name brandweer en BHV. De mogelijkheden voor politie, defensie en grootschalig optreden zijn echter uiterst beperkt. Vaak wordt hiervoor uitgeweken naar Zweden of het grootschalig multidisciplinair oefencentrum in Weeze. Het vrijkomen van een dusdanig grote locatie als de Nassau-Dietzkazerne in een vrij perifere omgeving en reeds voorzien van een keur aan objecten, variërend van bioscoop, zwembad tot wooncomplexen, biedt een sterke uitgangsbasis voor het ontwikkelen van een grootschalige oefenlocatie voor alle veiligheidsprofessionals, zoals brandweer, politie, GHOR, Rode Kruis, beveiliging en marechaussee. Door de combinatie met een hotel- en congrescentrum kan een gedeeld waarde worden gecreëerd. De voordelen van het terrein zijn: het is uitermate geschikt (voorzieningen op het terrein, aanpalende oefenterrein, uitloopgebied); het is fijn als het er een beetje ruig, niet al te netjes aan toe kan gaan. Er zijn geen hindercirkels of een milieuzonering, Duitse klanten komen gemakkelijk naar Budel (‘overloop’ van Weeze). Het verleden heeft wel uitgewezen dat een goede bezettingsgraad essentieel is voor het duurzaam instandhouden van een dergelijk centrum. De vraag is dan of dit alleen door de markt gedragen kan worden of dat een dergelijke ontwikkeling, ook gelet op het maatschappelijk belang, meer in een PPS-constructie gegoten dient te worden. Ook voor de veiligheidsketen betekent dit uiteindelijk een structurele besparing, ondermeer van reiskosten.
Pagina 6 van 11
Voor een oefencentrum kan feitelijk worden volstaan met de huidige oppervlakte en de meeste voorzieningen en opstallen. Een optie is nog wel om een deel van de gronden te ruilen, zodat het accent meer in de richting van het Brabantse deel zou kunnen komen te liggen en de Limburgse kant meer betekenis voor de natuur krijgt. Oefenen moet óók in het weekend mogelijk zijn, met name voor de vele vrijwillige brigades die door de week slecht of niet kunnen oefenen.
Datum 30 mei 2013
Zorg op maat Er worden diverse zorgcampussen in Nederland ontwikkeld, maar met name gericht op concentreren van zorgaanbieders en onderzoeksinstellingen. Voor de Nassau-Dietzkazerne kan juist ingezet worden op het samenbrengen van vraag en aanbod. Niet voor één specifieke doelgroep, maar voor meerdere doelgroepen. Voor jongeren die specialistische zorg nodig hebben zou een beschermde woonomgeving kunnen worden aangeboden. Dat kan ook van tijdelijke aard zijn, zoals in het geval van crisisinterventie. Voor ouderen kan speciale zorg worden aangeboden met extra aandacht voor diagnostiek en behandeling. Voor deze doelgroep is het van belang dat de locatie harmonieus en veilig is. Op die wijze zou een soort 21ste eeuwse versie van Het Dorp kunnen ontstaan, met een bredere opzet. Het gaat dus om landelijk, groen wonen met alle zorg en ontspanning voor de deur; met grote mate van zelfvoorzienendheid. In een breed spectrum van voorzieningen, zorgaanbieders, woonvormen en aanverwante functies kan een interessant gevarieerd gebied ontstaan. Ook dit leent zich uitermate voor een geleidelijke transformatie.
Recreatie/Evenemententerrein Hoewel meteen al werd aangegeven dat er geen sprake mag zijn van concurrentie met het nabijgelegen, toekomstige Hof van Cranendonck (een ontwikkeling in de vorm van een kloosterburcht, met onder andere twee hotels, een restaurant, een conferentie- en vergadercentrum, een theaterzaal, een eigen streekwinkel en een streekmuseum), worden er door de deelnemers toch kansen gezien voor een onderscheidende vorm van een evenemententerrein. Bij de inrichting van het terrein is het zaak om zoveel mogelijk van de huidige kwaliteiten te benutten. Zo is het goed denkbaar om het bijbehorende parkeerprogramma te organiseren op één van de huidige asfaltvlakken. Om de autostromen te scheiden van het langzaam verkeer en openbaar vervoer, lijkt het verstandig om een nieuwe aansluiting op de Randweg-oost te maken. De interne ontsluitingsstructuur van de kazerne is goed bruikbaar; binnen die context is het goed denkbaar dat een centraal veld wordt vrijgemaakt van bebouwing en bosschages. Hierdoor ontstaat er een multifunctionele ruimte die gebruikt kan worden voor uiteenlopende doeleinden, zoals popconcerten, fancyfairs of springconcoursen (paardensport). Een deel van de huidige bebouwing zou ingezet kunnen worden als overnachtingsmogelijkheid. Voordeel van het huidige terrein is dat er rondom het centrale veld heel veel ruimte is voor de logistieke opbouw van buitenevenementen. Dat gaat om parkeerruimte, maar ook om tijdelijke stalling van goederen en wellicht ook
Pagina 7 van 11
dieren. De aanwezigheid van de sportzaal en ook het zwembad vormt een belangrijke pré voor het organiseren van grootschalige sportevenementen (kleedruimte, wasgelegenheid, etc)
Datum 30 mei 2013
Natuur en energie als aanvullende kansen Natuur ziet men als een vaste constante. Het is het wisselgeld in de ontwikkeling. Ontwikkeling en versterking van natuur draagt ook zeker bij aan de verwaarding van het terrein. Afhankelijk van de intensiteit en belasting van de nieuwe invulling kan daarnaast ook worden geopteerd voor het ontwikkelen van een buffergebied. Dit kan ook verstandig zijn gelet op potentiële omgevingsrisico’s, zoals natuurbrand. Overigens wordt ook voorgesteld om wellicht natuurcompensatie van elders hier in te zetten, zodat elders ruimte ontstaat voor ontwikkelingen. Daarmee zou je het in de meest extreme variant volledig om kunnen zetten naar natuur. Anderzijds zou je bij sloot ook de ondergrond als bron kunnen gebruik, bijvoorbeeld voor zandwinning. Evenals natuur kan ook energie een vaste constante zijn in alle ontwikkelingen. Bij voorkeur inzetten op energieneutraal, maar bij voorkeur met een plus… dus de ontwikkeling kan fungeren als energieleverancier. Dit biedt dan weer een extra financiële basis voor een kwalitatieve ontwikkeling.
Pagina 8 van 11
Tot slot: aanbevelingen en aandachtspunten
Datum 30 mei 2013
Meerdere leden gaven goede en gefundeerde voorstellen en suggesties die verder gingen dan alleen een alternatief voor het huidige gebruik. Aan Defensie: Bij de afweging om af te stoten moet vastgoed een wezenlijk onderdeel van de overweging vormen. Emotie speelt vaak een rol bij onderdelen. Ook dient overwogen te worden wat defensie niet meer kan, als het terrein is afgestoten. Er bestaat een spanning tussen het drukken van de beheerkosten van terreinen en het maximeren van de verkoopopbrengst. Soms moet je een lagere verkoopopbrengst accepteren door minder beheeruitgaven. Soms moet je meer beheren om hogere opbrengsten bij de verkoop te halen. In ieder geval moest bij het zoeken naar een herbestemming een commerciële lange termijn instelling worden aangehouden. Geopperd werd om tijd te winnen om op langere termijn het terrein te ontwikkelen als unieke (luxe) woonlocatie. Tot die tijd kan er geoefend worden. Als er te rigoureus gesloopt wordt, komt niemand weer in beweging, is de urgentie eraf als er uitzicht is op financiering. Bij de ontwikkeling van het terrein zou er vooral geen overheidssturing op de fysieke inrichting moeten zijn, nadat er een bouwhistorisch onderzoek is gedaan. De kopende partij dient een plan in te dienen dat vervolgens zou moeten worden getoetst aan de Gemeentelijke en Provinciale regelgeving. Een goede relatie met de buurman (Van Gansewinkel) is van belang voor de procesgang. Het is zaak hem in een vroeg stadium te betrekken bij plannen en initiatieven.
Pagina 9 van 11
Lijst van deelnemers
Datum 30 mei 2013
Has van Helvoort
[email protected]
Hans wassenberg
[email protected]
Tim van Sikkelerus
[email protected]
Han Bolsenbroek
[email protected]
Lei Heijkers
[email protected]
Peter Petrus
[email protected]
Jan Joossen
[email protected]
Henk Knippels
[email protected]
Edwin Verhoeven
[email protected]
Brain Versaevel
[email protected]
Maud Niessen
[email protected]
Walter Kemp
[email protected]
Wijnand Tichelhoven
[email protected]
Bas van Amerongen
[email protected]
Hans kluijfhout
[email protected]
Andries Bouma
[email protected]
Kees Carlier
[email protected]
Gerard van Langen
[email protected]
Jannita Robberse
[email protected]
Peter de jong
[email protected]
Harry Boeschoten
[email protected]
Kees van der Vaart
[email protected]
Hans Boogert
[email protected]
Bert pronk
[email protected]
Frans Burgers
[email protected]
Hein Langenhuijsen
[email protected]
Mein van Essen
[email protected]
Nicole Verblakt
[email protected]
Maud Niessen
[email protected]
Jan Vrielink
[email protected]
Pagina 10 van 11
Frank Nat
[email protected]
Eric de Vetter
[email protected]
Cees Lodders
[email protected]
Geert Jan Klerx
[email protected]
Bert-Jan Akkermans
[email protected]
Remi van Wees
[email protected]
Frans Jozef Magis
[email protected]
Nico Smiet
[email protected]
Kees Doorakkers
[email protected]
Marion Cremers
[email protected]
Jeroen Verkuijlen
[email protected]
Stewart Adriaansen
[email protected]
Dhr. van Rijnsbergen
[email protected]
Hans Fleskens
[email protected]
Erik Haak
[email protected]
Daan Somsen
Daan Somsen mindef.nl
Albert Lindert
Albert te Lindert mindef.nl
Jaco Poldermamn
[email protected]
Karin Dijkstra
[email protected]
Tonnie Passau
[email protected]
Hans van Engen
[email protected]
Bertram de Rooij
[email protected]
Thei Moors
[email protected]
Datum 30 mei 2013
Pagina 11 van 11