Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 te Utrecht
Inleiding op de werkconferentie: Stand van zaken Spiritual Care door Carlo Leget Ontwikkelingen in Nederland Landelijk beleid op het gebied van spirituele zorg in de palliatieve zorg ontbreekt nog, maar er gebeurt veel op diverse plaatsen, alleen zie je die ontwikkelingen vaak niet van buitenaf. Het gebeurt in het verborgene. Hieronder een opsomming van ontwikkelingen: Carlo Leget is betrokken bij de ontwikkeling van de zorgmodule palliatieve zorg en zal spirituele zorg onder de aandacht brengen. In het Verbeterprogramma Palliatieve Zorg (ZonMw) is spirituele zorg nog niet opgenomen, maar er kunnen goede voorbeelden op dit gebied ingebracht worden! Actie allen. Van Betekenis tot het einde: de eerste meeting was op 14 maart, meer dan 40 organisaties, een brede vertegenwoordiging van zorgverzekeraars en ministerie van VWS tot NPV en NVVE waren aanwezig. Deze bijeenkomst was een groot succes. Aan de beweging Van Betekenis tot het einde wordt ook aandacht besteed in het ZonMw signalement ‘Moet alles wat kan’? Dit is geschreven door Gonnie ten Haaft. . Het kwaliteitsinstituut i.o. (aangehaakt bij het CVZ, College voor Zorgverzekeringen) heeft aan het expertisenetwerk levensvragen en ouderen gevraagd een zorgstandaard ‘Omgaan met levensvragen’ te ontwikkelen (vooral gericht op de verzorgenden). De Masterclass voor geestelijk verzorgers draait voor de 7e keer, dit jaar voor het eerst multidisciplinair. De masterclass is ondergebracht bij de Leerhuizen Palliatieve Zorg (Rotterdam). Momenteel is men aan het nadenken over een vervolg richting accreditatiemodules voor diverse beroepsgroepen i.s.m. andere disciplines. Carlo Leget is voor één dag per week bijzonder hoogleraar aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht met de leerstoel ethische en spirituele vragen in relatie tot de palliatieve zorg (gefinancierd door de associatie High Care Hospices). Daarnaast is hij vier dagen per week hoogleraar Zorgethiek en begeleidingswetenschappen. Carlo Leget houdt op 26 juni a.s. zijn inaugurele rede.
1
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Joep van de Geer is bezig met een promotie onderzoek op het gebied van de ontwikkeling van (intake-)instrumenten spirituele zorg. Daarbij hoort scholing aan multidisciplinaire teams in topklinische ziekenhuizen. Voor deze scholing kan men zich nog aanmelden. Geestelijk verzorgers die deel uitmaken van consultatieteams hebben zich verenigd en zijn in contact met IKNL. Er is lang niet altijd aandacht voor de spirituele dimensie bij consultaties. Bij IKNL is op individueel niveau wel aandacht voor spirituele zorg, maar beleidsmatig niet. Dit is een punt van aandacht. Welke taak ziet IKNL daarin voor zichzelf? COMPARE (Radboud, Nijmegen). In opdracht van het ministerie van VWS, is het UMC St. Radboud samen met een grote landelijke werkgroep gestart met een onderzoeksproject ‘Competentiebeschrijvingen palliatieve zorg’ of vaardigheden van zorgverleners in de zorg voor mensen die niet meer beter kunnen worden maar wel in behandeling zijn voor hun klachten. Het uiteindelijke doel is het verbeteren van de opleiding van zorgverleners (artsen, verpleegkundigen en anderen). De huidige stap is het beschrijven van de competenties palliatieve zorg i.v.m. scholing. Dit wordt vanuit de praktijk beschreven. Joep van de Geer is betrokken vanuit de VGVZ, Etje Verhagen vanuit de psychologen, Janneke Koningswoud vanuit de verpleegkundigen, José van Nus vanuit maatschappelijk werk. Spirituele zorg wordt vaak door vrijwilligers gegeven. Hun competenties worden in het COMPARE project niet meegenomen. VGVZ: naast aandachtsvelders is er vertegenwoordiging in de commissie palliatieve en oncologische zorg. Inmiddels is de commissie wetenschap, onder voorzitterschap van Carlo Leget bezig om de verschillende initiatieven in kaart te brengen. De richtlijn spirituele zorg is vertaald in het Engels, zie samenvatting http://www.pallialine.nl/spiritualcare (binnenkort komt de volledige versie online). De richtlijn wordt momenteel ook in het Duits vertaald. Er is internationaal belangstelling voor deze richtlijn. Europa In Duitsland zijn er dezelfde problemen als in andere Europese landen; er is weinig wetenschappelijk onderzoek die het belang van de spirituele zorg aantoont. Geestelijk verzorgers zijn niet opgeleid om wetenschappelijk onderzoek te doen. Mede daardoor nemen ze zelf weinig initiatief. Ook komt de meerwaarde van spirituele zorg vaak niet naar voren in PR-uitingen. Op onderzoeksgebied zijn er contacten vanuit Nederland met o.a. Engeland - London CSI, St. Christophers - en Schotland. In Schotland is spirituele zorg een onderdeel van Public Health, een aspect van de gezondheidseducatie. Dat werkt heel goed. Wereldbijeenkomst over spirituele zorg in Geneve Aan de wereldwijde bijeenkomst over spirituele zorg in januari jl. namen circa 40 deelnemers deel, waaronder Carlo Leget. Christina Puchalski (VS) was voorzitter van deze consensusbijeenkomst. Ook daar werd gestart met de formulering van een breed gedragen definitie van spirituele zorg. Deze lijkt sterk op de definitie van de Taskforce Spiritual Care. Momenteel zijn Christina Puchalski en anderen bezig een artikel te schrijven over de definitie. Doel 1: Beïnvloeding gezondheidszorg op nationaal, internationaal en mondiaal niveau door pleidooi voor spirituele zorg als integraal onderdeel van Public Health approach. Doel 2: Bouwen van een wereldwijd netwerk voor onderzoek, onderwijs, beleid en PR.
2
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Taskforce spiritual care (EAPC) De taskforce spiritual care heeft ongeveer 40 leden, de LinkedIngroep heeft 80 leden. De taskforce bestaat nu ruim twee jaar, eind mei is er een taskforcemeeting in Praag. Daar zal de stand van zaken besproken worden. Carlo en Joep zijn de twee Nederlandse voorzitters. Carlo Leget is tevens vice president van de EAPC. Hij zal op het EAPC congres in Praag een plenaire lezing geven over spirituele zorg. Wat is er bereikt: research: online enquête gehouden die 3 onderzoeksprioriteiten heeft opgeleverd, zie education: er wordt aan een online database gewerkt implementation: tweemaandelijkse artikelen in EJPC (European Journal of Palliative Care)
Workshopronde Workshop beleid door Eddy Oude Wesselink Beleid door Eddy Oude Wesselink (netwerk Twente); mogelijkheden en valkuilen bij het opzetten van een ‘pool’ van geestelijk verzorgers. Het hoofdthema van deze workshop is de beleidsmatige aanpak: Integratie van beleid en de rol van het netwerk palliatieve zorg. Inleiding De werkgroep geestelijke en spirituele zorg Twente was gekoppeld aan vier netwerken. De werkgroep bestond uit pastor, dominee, psychotherapeut en andere disciplines. Gezien de wijzigingen in de organisatie(structuur) was de continuïteit van deze werkgroep niet altijd even gemakkelijk. Uiteindelijk is recent ervoor gekozen om het over te dragen aan ieder netwerk afzonderlijk gezien de verschillende structuren. Er werd weinig gebruik gemaakt van het open aanbod van een geestelijk verzorger. Start van de werkgroep Geestelijke en Spirituele Zorg in netwerk Twente: vermoeden van behoefte aan de vraagkant door geestelijk verzorgers van ziekenhuis en verpleeghuis. Vraagkant: dat zijn zowel patiënten als familieleden (vanuit de thuissituatie). Stap 1 opstellen van een verwijsgids en intervisie voor gidsleden De lijst: Alleen een adressenlijst opstellen werkt niet; zorg dat je geestelijk verzorgers en pastores beter leert kennen, bijvoorbeeld via thema- of intervisiebijeenkomsten. De lijst is een middel, geen doel. Daarna is begonnen met verbreding met cursussen voor eerstelijns zorgverleners. Vervolgens evaluatie: Er bleken weinig vragen vanuit de patiënten en hun familie te komen.
3
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Stap 2 bijstelling naar vraagkant Ervaring van de werkgroep: a. van bemiddelen (vragen afwachten) b. naar vragen opsporen (betere PR) c. naar bemiddelende eerstelijns zorgverleners d. naar integratie in werk van Netwerken: we komen teveel ‘van buitenaf’. Proces werd versneld door beleidsveranderingen bij IKNL, geen ondersteuning meer van monodisciplinaire groepen. De scholing Inhoudelijke bijeenkomsten voor de geestelijk verzorgers en pastores op de lijst: jaarlijks. Het aanbod voor intervisie vond geen weerklank. Het laatste jaar is de scholing breder aangepakt. In verbinding brengen met eerstelijns hulpverleners/verzorgenden via inleiding, conferentie en intervisiebijeenkomsten. Zowel voor geestelijk verzorgers/pastores in eigen bijeenkomst (bijvoorbeeld VGVZ) als gemengd. De geestelijk verzorgers kunnen bemiddelend optreden. Dat betekent dat de accreditatie geregeld moet zijn voor geestelijk verzorgers en artsen en andere beroepsgroepen omdat ze anders niet komen. Spirituele zorg kan meer geïntegreerd worden in de reguliere opleidingen. Om draagvlak te creëren is de rol van een geestelijk verzorger die mee kan denken op beleidsniveau cruciaal. Een geestelijk verzorger kan ook een belangrijke rol hebben in het begeleiden van artsen en verpleegkundigen e.a. Zij krijgen te maken met zaken zoals euthanasie, reflectie op levenseindevragen. Cursus voor zorgverleners (gebaseerd op een model uit Groningen) Deze cursus is met deelnemers van hetzelfde opleidingsniveau, met meerderen vanuit één team/afdeling/huis: vooral gericht op eigen ervaringen en vragen en deze verbinden met die van de patiënten. Het gaat niet over kennis maar om de houding. De belangstelling is afhankelijk van de herkenbaarheid van het aanbod: inhoud – cursusleiding – plaats – via de juiste personen in de instelling. De waardering was erg hoog, behalve wanneer de verwachting teveel op kennis was gericht.
4
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Kern is: integratie van beleid in zowel scholing, consultatie als netwerkvorming. Geestelijke en Spirituele Zorg is onderdeel van multidisciplinaire zorg. Deze zorg komt in de teams nauwelijks aan de orde, er komen geen vragen om consultatie etc. In het netwerk heeft men gekozen voor persoonlijke verbindingen te leggen door de meewerkende geestelijk verzorgers. Maar dit is beperkt in de reikwijdte en bovendien: het lukt alleen waar al een begin van een positieve houding is. In de kwaliteitslijn is er aandacht voor scholing op het gebied van spirituele zorg, intervisie etc. Essentieel is dat spirituele zorg wordt geïntegreerd in het (bestaande) scholingsaanbod. Een ander aandachtspunt is de accreditatie. Het is belangrijk dat in een consultatieteam ook de geestelijk verzorger betrokken is. Aandacht voor spirituele zorg in de scholing van vrijwilligers. Zij hebben een belangrijke rol in de palliatieve zorg. Zij kunnen in complexe situaties zo nodig doorverwijzen naar een geestelijk verzorger. Aandacht voor spirituele zorg integreren op alle niveaus Hoe kan het beter? Om spirituele zorg goed op de kaart te krijgen in een netwerk:
Netwerk en inhoud gezamenlijk oppakken: contacten met geestelijk verzorgers in de regio en samen toerusting aanbieden. Doel van de toerusting van de zorgverleners: eigen inzet kennen, mogelijkheden en grenzen. In netwerk (zorgverleners) niet te snel doorverwijzen naar een geestelijk verzorger: eerst eigen inzet (zelfinzicht eigen levensbeschouwing) Verwijzing door middel van een persoonlijke overdracht werkt vaak goed, je weet wie je inschakelt. Eventueel een eerste gesprek zorgverlener samen met de geestelijk verzorger.
Rol Netwerk Zorgverleners informeren wie ze kunnen inschakelen voor aanvullende gesprekken. Contact leggen met gremium van geestelijk verzorgers en een bijeenkomst organiseren (gemengde intervisie). Met als aanleiding Richtlijn Spirituele Zorg. Organiseren in samenwerking met VGVZ. Samengevat: o per netwerk o geestelijke verzorging centraal o multidisciplinair werken aan intervisie Het is belangrijk om een vraag te “horen”, een vraag kan verborgen zijn, sensitiviteit is hierbij een belangrijke eigenschap. 5
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Valkuilen die in de workshop worden genoemd: Patiënt verwoord niet gemakkelijk een spirituele vraag (de vraag is verborgen) Kan de geestelijk verzorger ‘breed’ denken, zijn eigen achtergrond/ levensbeschouwing loslaten? Is de geestelijk verzorger proactief? Hulpverleners verwijzen niet snel door naar een geestelijk verzorger (drempel)
• • •
Het scholen van de geestelijk verzorgers zelf, toename in gevoeligheid voor levensvragen. Tips
De geestelijk verzorger kan een Incompany training aanbieden. Als geestelijk verzorger raak je op deze manier meer bekend met de zorgprofessionals dat kan drempelverlagend werken. Contact leggen met huisartsen. Via kaderartsen is er meer aandacht voor spirituele zorg. Aandachstvelders in de regio (twee á drie geestelijk verzorgers die op de hoogte zijn van inhoud en beleid) Als geestelijk verzorger deelnemen in het MDO (multidisciplinair overleg in settingen als ziekenhuis, verpleeghuizen e.d.) Geestelijk verzorger deelnemen in WDH (werkgroep deskundigheidsbevordering huisartsen) Integreren van spirituele zorg in de bestaande opleidingen van de zorgprofessionals
Workshop deskundigheidsbevordering en inhoud door Joep van de Geer Na een introductieronde kwamen twee projecten naar voren waar men dieper op in wilde gaan. Krachtbronnen project Thalien Koopman (geestelijk verzorger in Erasmus MC/ zorgacademie van Erasmus MC): Kern van project: Leren luisteren én inzet van een screeningsinstrument die ze zelf hebben gemaakt. Er is een lesmodel gemaakt om verpleegkundigen te steunen om bij de anamnese ook op levensvragen uit te vragen en deze bevindingen te kunnen rapporteren en inbrengen in interdisciplinair overleg. Verpleegkundigen zijn blij met die ondersteuning en specialisten blijken ook blij dat dit item weer op de rol staat. Aandachtspunten: Goede taal vinden blijkt toch heel erg moeilijk. Hoe verwoord je wat je hoort van de cliënt naar een goede inbreng in een overleg. De
drie anamnesevragen Wat houdt u nu op dit moment het meest bezig? Wie of wat steunt u? Waar hecht je aan? Waar moeten we rekening houden in onze zorg?
6
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Naar aanleiding van deze uitleg werd ingegaan op de volgende items: a) Hoe zet je scholingen op. Zijn er al voorbeelden? Verzamelen? Tip: Er staat grote verzameling materialen en modulevoorbeelden op www.netwerklevensvragen.nl van het expertisenetwerk levensvragen en ouderen. b) Hoe steek je het thema in bij scholing voor lager opgeleiden? Heel basaal insteken, dicht bij hun levensverhaal en dat van de cliënt blijven. Stilstaan bij de eigen ervaring van de groep die je voor je hebt in relatie tot spirituele zorg en eindigheid. Aansluiten bij het dagelijks gebeuren. Diana Geers neemt een patiënt mee voor de verhalen, altijd wel animo voor. Verschillen in het omgaan met de dood: STEM project (http://www.stichtingstem.info/); aansluiten bij de taal van de ander. Lesvoorbeelden modules bijvoorbeeld van Marcelle Mulder. Ervaring bij scholing op ROC; Na de zin ‘ik ben zo moe, van mij hoeft het niet meer’ steken ze allemaal in op ‘ik ben zo moe’. Niet op ‘van mij hoeft het niet meer’. Ze moeten leren in te gaan op meer lagen in een zin. Goede tweetallen oefening: alleen ingaan op wat de ander zegt. 2x7 minuten. Mogelijke beginvragen: Wat is belangrijk voor jou in het leven of Wie ben jij? Mooie oefening in laatste drie uur in een cyclus van vier keer. Leren actief te luisteren. Plus een kompas ontwikkelen m.b.t. wat ze zelf kunnen en wanneer en naar wie verwezen kan worden. c) Hoe doe je dit non-verbaal? Niet iedereen wil een verhaal vertellen, ook non verbaal kunnen ingaan op dit thema. Hoe oriënteer je je op de psychogeriatrie? Zie ook daarvoor www.netwerklevensvragen.nl. Project Zicht op zin Een aantal Utrechtse netwerken heeft een werkgroep opgezet o.l.v. een externe voorzitter gericht op de vraag: ‘hoe krijg je spirituele zorg aan het bed’? Daarin zaten naast drie netwerkcoördinatoren, alle geestelijk verzorgers uit de bij de netwerken aangesloten instellingen, ook nog Annet Pet van het HDI, Rinske Boomstra (MomenTaal, zie http://www.momentaal.com/professionals ) en Chantal Bergers (kaderarts palliatieve zorg en trainer Spirituele Zorgprogramma, zie www.spirituelezorg.nl ). Er is vanuit de werkgroep een boekje gemaakt met allerlei soorten trainingen. Trainingen met veel praktische oefeningen. Niet wat is spirituele zorg, maar hoe doe je het? Het gaat hen om een verandering van grondhouding. Een luisterend oor hebben en een open houding. Aandachtstijd kan in 1 minuut zitten. Het gaat lang niet altijd om wat je doet maar hoe je het doet. De onlangs gegeven training staat op blz. 13 van het boekje. Naar aanleiding van dit project: De richtlijn spirituele zorg wordt in trainingen gebruikt. Ook het boek van Carlo Leget (ruimte om te sterven), waarvan Etje een samenvatting heeft gemaakt t.b.v. training van ‘haar’ consultatieteam. Consultatieteams zijn zoekend naar meer invulling spirituele zorg. Zij zoeken naar het goed uitvragen van levensvragen/existentiële thema’s via de telefoon. Ook in ziekenhuizen zijn ze op zoek naar een ‘snel’ instrument om meer zicht te krijgen op spirituele vragen. De richtlijn zou aangevuld kunnen worden met concrete materialen, zoals het filmpje van ‘de meneer in de bus’; Oog en oor voor levensvragen en het filmpje over de verschillende werelden/ gedachten die ieder met zich meebrengt in een contact.
7
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Plenaire afsluiting Extra tips n.a.v. de terugkoppeling uit de workshops
Aandachtpunt spirituele zorg en dementie en non-verbale communicatie. In de Achterhoek is hier veel ervaring mee. Bartimeus heeft een cursus non-verbale communicatie van Visio. Scholing psychosociale oncologie voor geestelijk verzorgers bij de RINO Positioneer spirituele zorg binnen een netwerk en niet erboven. Zorg dat je in bestaande structuren meedoet, ook op beleidsniveau. Hoe krijg je krediet bij huisartsen? Aandacht voor spirituele zorg kan een ‘vergeten’ onderwerp zijn bijvoorbeeld in opleiding van artsen. Je zou ook stukje van artsen jargon kunnen leren spreken en niet alles spiritueel interpreteren. Maar vooral: elkaar leren kennen is belangrijk, weten wie je moet hebben. Tip: bij euthanasie bij de SCEN fase ook geestelijk verzorger erbij betrekken. Werkgroepen deskundigheid huisartsen (WDH’s), daar moet spirituele zorg op de rol komen. Ook scholing over spirituele zorg in de kaderscholing palliatieve zorg helpt. Als een arts en geestelijk verzorger samen een cursus volgen kan dit de samenwerking en aandacht voor spirituele zorg bevorderen. Schema van spirituele zorg op blz. 1 van de richtlijn wekt vragen op bij artsen. Spirituele zorg in het midden vindt men lastig. Aandacht voor beeldvorming ook rondom de term spirituele zorg: In de Achterhoek kun je het bijvoorbeeld woord spiritueel beter als term niet gebruiken. Vraag je altijd af: Wat is de beeldvorming, welk woord plak je eraan? UITzicht, werkt goed in netwerk Salland. Je moet het niet alleen van verwijzing van huisartsen hebben want er is best veel weerstand etc. In lessen aan coassistenten over pijn in verschillende culturen kun je spirituele zorg invlechten. Je hoeft dit niet altijd als lessen ‘spirituele zorg’ aan te bieden. Heel veel thema’s bieden aangrijpingspunten en als dat goed valt mag je elk jaar als geestelijk verzorger terugkomen. Verzorgenden en verpleegkundigen kunnen doorverwijzen naar een geestelijk verzorger, zij hebben een belangrijke rol hierin. Breng het belang van spirituele zorg onder hun aandacht. Er is geen (medische) verwijzing voor nodig, zij kunnen zelf aan de bel trekken, dat staat los van de medische behandeling. Belangrijk om bij meerdere beroepsgroepen de spirituele zorg onder de aandacht ter brengen. Bij het ontwikkelen van instrumenten is de context belangrijk in verband met de interpretatie.
8
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Agendapunten
Weten van elkaar wie met wat bezig is, wie wat doet. Hoe verbind je alles wat er al is. Carlo: 140 mensen zijn al opgeleid binnen de MasterClass. Die kunnen we verbinden als ambassadeurs in een bepaalde regio. Leg een database (regionaal)aan met namen met competenties en scholingsinitiatieven Hoe maak je nu aantoonbaar wat je doet als geestelijk verzorger door middel van onderzoek. Link leggen tussen praktijk en onderzoek. In het Noorden is een groep opgezet, PThU, RUG. Bij de VGVZ wil de commissie wetenschap hierbij gaan helpen. Bij wetenschap ga je snel dingen abstraheren, dan ga je de diepte/inhoud missen. Toch moet je het een doen en het ander niet laten. Onderzoek doen is belangrijk, bijvoorbeeld onderzoek over de positieve effecten van mindfulness therapie heeft bijgedragen aan meer erkenning hiervan. Casestudies aanleveren zou veel meer gestimuleerd moeten worden bij geestelijk verzorgers, maar dat kost al veel moeite. VGVZ kan hier nogmaals om vragen?! Die casusbeschrijvingen zijn belangrijk om in onderzoek te gebruiken. Nuttig in deze: Het boekje: Ervaring leert, De casus als instrument voor theoloog, pastor en geestelijk verzorger. Structuur/ landelijk beleid: Het is nog niet gelukt om spirituele zorg te borgen, bijvoorbeeld door opname in een landelijk kader van palliatieve zorg. Spirituele zorg zou een rol moeten krijgen binnen het Nationaal Programma Palliatieve Zorg. Geestelijk verzorgers een rol geven in de huisartspraktijken Brief schrijven aan de politiek. Bij politieke lobby partijen als Fibula en Agora betrekken, Albert Camus etc. Wie? Hoe? Tip: Albert Camus heeft contact met politiek voor mensen die geen binding hebben met een geestelijk genootschap. In de richtlijn oncologische revalidatie wordt niets vermeld over spirituele zorg, wie signaleert dit en maakt partijen hierop attent? In het UMC was een werkconferentie over revalidatie er waren geen geestelijk verzorgers uitgenodigd. Dit is bij de VGVZ neergelegd. Tip: Reageer naar de IKNL, zij moeten de verbinding leggen, kritische vraag stellen. Je kunt als persoon reageren op richtlijnen. Je moet je daarvoor aanmelden via Pallialine. Het zou mooi zijn als er vanuit vele kanten reacties komen op de IKNL richtlijnen t.a.v. het gemis aan aandacht voor spirituele zorg/levensvragen. Waar is de stem van de patiënt vandaag? Hoe zou je die erbij kunnen betrekken? Palliatieve zorg is geïntegreerde zorg, nu wordt spirituele zorg er apart uitgelicht. Patiënt kan ook op een werkconferentie worden uitgenodigd, nu zijn er veel geestelijk verzorgers aanwezig. Er kan breder worden ingestoken, andere disciplines en patiënten uitnodigen voor de volgende keer. Aandacht voor de positie van vrijwilligers gevraagd. Zij hebben een belangrijke rol in de spirituele zorg en kunnen eventueel doorverwijzen naar een geestelijk verzorger.
9
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora
Definitie in de richtlijn spirituele zorg is minder goed als die van de taskforce spiritual care. Wanneer moet hij geactualiseerd worden? In België wordt consensusbased onderzoek gedaan. Die resultaten kunnen dan worden meegenomen evenals verwijzingen naar praktische tools. Wie zouden mee willen doen in de reviseren van de richtlijn?
Evaluatie De bijeenkomst werd gemiddeld met een 7,8 beoordeeld. Dit op basis 27 ingevulde evaluatieformulieren. De locatie kreeg een gemiddelde van een 8. De bereikbaarheid van de locatie werd verschillend ervaren (variatie van 2 tot 10), met een gemiddelde van 8,2. De werkconferentie werd als inspirerend en praktisch ervaren. Men was positief over de uitwisseling van ervaringen. Verbinding met het ZonMw programma werd gemist, ook kwam de notitie ‘praktische handvatten richtlijn spirituele zorg’ niet expliciet aan bod. Suggestie is om de werkconferentie te organiseren voor een bredere doelgroep. Verder werd het idee geopperd om een business case te maken waarin je aantoont dat door spirituele ondersteuning de kosten van zorg afnemen. Dit is ook gedaan voor palliatieve zorg consultatie, waardoor ziekenhuisteams zijn ontstaan. Hierdoor meer (h)erkenning voor geestelijk verzorgers. Voor lobby in de politiek/zorgverzekeraars is deze onderbouwing van belang. Link: Europese definitie spiritual care Bunnik, 13 mei 2013 Marijke Wulp en José Weststrate
10
Verslag werkconferentie spirituele zorg 18 april 2013 | Agora