VERSLAG
___________________________________________________________________________________
VERSLAG
van de
VERGADERING VAN PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL
gehouden op woensdag 13 december 2006
Aanvang 18.00 uur
Voorzitter: de heer Jansen.
Griffier: de heer Alberda van Ekenstein.
Aanwezig zijn 59 leden, te weten: Antuma (CDA), Antuma-Duisterwinkel (CDA), Beckmann (CDA), Been (VVD), Van der Bent-van den Hout (CU), Beugelink (CDA), De Bruin (GroenLinks), Bussink (VVD), Dalhuisen (PvdA), D. van Dijk (SGP), G. van Dijk (D66), Dijkhuis (LPF), Dijkslag (VVD), Elferink-Veneberg (CDA), Evering (CDA), Van Gorkum (PvdA), De Greef-Moes (D66), Haan (VVD), Harmelink (PvdA), Van Harsselaar-Timmer (VVD), Husselman-Oosterom (CDA), Jaegers (PvdA), Kerkdijk (CDA), Knoeff (CDA), Koggel-Alferink (CDA), Kok (VVD), Koopman (CDA), Leussink (CDA), Leusink-Jonker (PvdA), Lulofs (PvdA), Morskate (CDA), Netjes (CDA), Nieuwenhuis (CU), Oldenburger (CU), Van Olphen (GroenLinks), Oostra (CU), Pot (PvdA), Relker (PvdA), Van der Ros (CDA), Rouwet (SP), Ter Schegget (PvdA), Schelhaas-Leistra (CDA), M. Schipper (CDA), P. Schipper (VVD), Schulten (CDA), _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
1
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Sijbom (VVD), Slagman (SGP), Slijkhuis (CDA), Tunc (PvdA), Visscher (VVD), Visser-Hendriks (CDA), Voortman (PvdA), Vruggink (GroenLinks), Weegenaar-Bosch (CDA), Weijnen (PvdA), Wichers Schreur (CDA), De Witte (CDA), Yildirim (SP) en Zwart (PvdA).
Tevens zijn aanwezig de gedeputeerden Abbenhues (PvdA), Jansen (CDA), Klaasen (VVD), Kristen (PvdA), Ranter (CDA) en Rietkerk (CDA).
De voorzitter: Dames en heren, geachte Statenleden. Ik open de vergadering en heet u allen van harte welkom. Bericht van verhindering is ontvangen van mevrouw Van der Lied-Homeijer, mevrouw Nijhof-Sander, mevrouw Van Ommen en de heer Van Dalfsen. Mevrouw Husselman-Oosterom heeft aangegeven later ter vergadering te zullen komen.
1.
Vaststellen van de agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
2.
Initiatiefvoorstel Armoedebestrijding (PS/2006/823)
De voorzitter: Ik verzoek de heer Beugelink om aan deze tafel plaats te nemen, samen met gedeputeerden Ranter en Kristen. Bij de vastgestelde spreektijden zit niet de tijd die de heer Beugelink zal gebruiken, maar wij zullen er gezamenlijk wel voor zorgen dat hij niet te veel tijd neemt maar zijn beantwoording toch tot haar recht komt.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Beckmann (CDA): Voorzitter. Zoals al gesteld, heeft de provincie geen wettelijke taak op het terrein van armoede en sociale uitsluiting. Gelukkig vinden ook GS dat er mogelijkheden voor de provincie zijn om vanuit haar rol als middenbestuur _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
2
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
en in aansluiting op bestaand provinciaal beleid een bijdrage te leveren aan de armoedebestrijding zoals door de Staten werd gevraagd.
Het statenvoorstel van onze werkgroep is wat ons betreft van prima kwaliteit. Het is een voor iedereen goed leesbaar werkstuk geworden, waarvoor wij alle leden van de werkgroep en uiteraard ook de ambtelijke ondersteuning van harte willen bedanken.
In het voorstel hebben wij ook veel punten teruggevonden waar wij ons als CDA zeer goed in kunnen vinden. Er is veel goede informatie samengebracht, waardoor wij ook meer inzicht hebben gekregen in deze problematiek.
Voorzitter. Wij herkennen ons in dit initiatiefvoorstel uit de Staten. Het geeft een duidelijk kader aan, dat door GS verder in de uitvoering moet worden ingevuld, zoals wij vanmiddag ook in de commissievergadering hebben besproken. Dit is een goede werkwijze in het duale tijdperk.
De fractie van het CDA kan zich goed vinden in het uitgangspunt herstel en meedoen, betrokken zijn met mensen aan de onderkant van de samenleving. Onze vraag is nog wel hoe wij deze mensen kunnen bereiken. Daarvoor hebben wij nog te weinig aanknopingspunten aangetroffen. Hoe kijkt de werkgroep daar tegen aan?
Voorts willen wij graag nog weten waarom de werkgroep zich niet heeft ingelaten met te formuleren criteria voor dit fonds en wat de mening is van de werkgroep van de begeleidende brief van GS.
Alles overziende, is de CDA-fractie zeer content met datgene wat tot op heden is geformuleerd. Wij hopen en verwachten dat dit vanuit de provincie een bijdrage wordt om hen die het moeilijk hebben in onze samenleving te helpen aan een bestaan waarin zij voor zichzelf ook weer een toekomstperspectief zien.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
3
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Nieuwenhuis (ChristenUnie): Voorzitter. Armoedebestrijding ligt de ChristenUnie na aan het hart. De Bijbel is er duidelijk over en kent bijna 2000 teksten die over armoede en onrecht handelen. Voorbeelden hiervan zijn: je brood delen met de hongerigen, onderdak bieden aan armen, iemand kleden die geen kleren bezit, je bekommeren om je medemens, veraf en dichtbij. Zo zijn er nog veel meer op te noemen.
De ChristenUnie heeft zich daarom van harte ingezet voor de werkgroep armoedebestrijding. Wij vinden het schokkend dat in onze rijke samenleving medemensen
grote
moeite
hebben
om
in
minimale
benodigdheden
voor
levensonderhoud te voorzien. Het onderzoek laat duidelijk zien, dat de problematiek ook in Overijssel speelt. Van de grote steden springen Enschede en Almelo er uit, maar ook de relatieve achterstand van bijvoorbeeld Kampen, Steenwijkerland, Tubbergen en de Hof van Twente raakt ons. Dat zou wel eens te maken kunnen hebben -- met name als ik spreek over Tubbergen en de Hof van Twente -- met stille armoede in de agrarische gezinnen. Maar het is niet meer dan gissen, moet ik er wel eerlijk bij zeggen. Verborgen armoede op het platteland komt helaas nog steeds veel voor. Per jaar stoppen meer dan 2000 boeren en tuinders. Degenen die hun bedrijf voortzetten, hebben te maken met de verdergaande liberalisering en regelgeving. Zware
financieringslasten
door
uitbreiding
of
bedrijfsovername
zijn
geen
uitzondering. Dit heeft zijn weerslag op het hele gezin, juist omdat bedrijf en gezin zo nauw met elkaar verweven zijn.
De problematiek is verborgen. Boeren zitten niet in de bijstand en gaan niet naar een voedselbank. De weg via de gemeente en provinciale steunfuncties levert weinig respons in de landbouw op. Het signaleren van de armoedeproblematiek op het platteland is een vak apart en gebaseerd op vertrouwen. Het hele netwerk rondom de agrariër kan hierbij in beeld zijn: van voerleverancier tot veearts, van diaken tot maatschappelijk werker. Maatschappelijke organisaties als de telefonische hulpdienst agrariërs, de werkgroep kerk en landbouw, Contact Christen Agrariërs, Zorg om
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
4
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Boeren, agrarisch maatschappelijk werk van Carinova kunnen wellicht een sleutelrol vervullen bij het initiëren en coördineren van projecten.
De ChristenUnie is dan ook van mening dat projecten gericht op de landbouwsector voor financiering uit het Armoedefonds in aanmerking moeten komen. Wij verzoeken het college hier dan ook positief op te reageren en dit in de uitvoering van de subsidieregeling en de criteria daaraan te verbinden, mogelijk te maken.
Verder zijn wij van mening dat de subsidieregeling armoedebestrijding zich niet uitsluitend behoeft te richten op bovenlokale projecten. Dat is vanmiddag in de commissie Zorg en cultuur ook aan de orde geweest. Ook projecten op lokaal niveau dienen in principe in aanmerking te komen en ook maatschappelijke organisaties, het zogenaamd maatschappelijk middenveld, moet projecten in kunnen dienen.
Mijnheer de voorzitter. Ik wil ten slotte een procedurele opmerking maken. PricewaterhouseCoopers komt in zijn aanbevelingen vanmorgen tot de conclusie, dat het resultaat van de werkgroep kan zijn een discussienotitie ten behoeve de Staten. In principe zou de uitkomst van een werkgroep niet moeten zijn een initiatiefvoorstel of een motie, daar dit politieke instrumenten zijn. Het zal duidelijk zijn, dat wij voor de toekomst wel akkoord kunnen gaan met de aanbeveling van PWC, want dit komt ook de zuiverheid van het politieke debat ten goede. Laten wij dit Statenvoorstel en de reactie van het college van GS hierop maar even beschouwen als een breed gedragen initiatiefvoorstel, waar onze fractie van harte mee kan instemmen.
Mevrouw Voortman (PvdA): Voorzitter. Namens mijn fractie spreek ik onze complimenten uit voor dit initiatiefvoorstel. Tijdens de meest recente landelijke verkiezingen is ruime aandacht besteed aan de armoede in Nederland. Mijn fractie is van mening, dat ook de provincie een rol moet spelen als het gaat om armoedebestrijding. Dit voorstel geeft een goede taakstelling weer, gekoppeld aan de bevoegdheden en de verantwoordelijkheden die de provincie heeft. Ik merk op, dat de brief van GS hier behoorlijk goed bij aansluit. Ten aanzien van voorstel 2 zijn _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
5
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
wij echter van mening, dat het breder kan en dat ook andere partijen dan alleen de gemeenten hierin een rol kunnen spelen.
De heer D. van Dijk (SGP): Voorzitter. Er heeft altijd een individuele verantwoordelijkheid gelegen voor ieder mens ten opzichte van arme medemensen die op zijn levensweg geplaatst worden. Ook de overheid heeft hier altijd een rol in gehad, maar in het verleden was de uitvoering taak van de armoedebestrijding toch met name aan de kerk opgedragen, de diaconie.
Op de uitvoering van die rol is best wel eens kritiek geweest en niet altijd onterecht. Met name in de 19de eeuw heeft de kerk haar taak in dat opzicht ook wel eens schromelijk verwaarloosd. Aan de andere kant is er ook ontzettend veel goeds gedaan en dat willen wij hier ook benadrukken. Wie daar kennis van wil nemen, zou eens moeten lezen in de boeken van Evenhuis, een serie met de titel "Ook dat was Amsterdam", waarin in de 16de, de 17de en de 18de eeuw gestalte wordt gegeven aan de armenzorg. Dat dwingt respect af en ook nu gebeurt het nog, dichtbij en veraf, dat de diaconie zijn taak verstaat en dat de vrijgevigheid -- een recent rapport van de SCP heeft dat ook nog eens aangetoond -- er nog steeds mag zijn.
Voorzitter. Wij spreken nu over de armoedebestrijding anno 2006 en straks bij leven en welzijn 2007. Wanneer wij de Nederlandse samenleving bezien, is dat een relatief begrip met het oog op voorbeelden van armoede die wij zien in de Derde Wereld. Echter, ook nu komt ook in onze provincie armoede voor. Als we letten op de levensstandaard, op wat wij nu acceptabel vinden, dan zijn er ook nu mensen die daar onder zitten. We denken aan gezinnen met kinderen en ouderen. De heer Nieuwenhuis heeft de groep agrariërs genoemd met veel verborgen armoede. Ook nu is er in onze visie steeds die persoonlijke verantwoordelijkheid en is de rol van de kerk er ook nu nog, ondanks onze geseculariseerde samenleving. Ik denk zelfs dat die rol nog kan toenemen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
6
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Maar ook de overheid heeft een verantwoordelijkheid als schild der zwakken. Hoewel de provincie geen wettelijke taak heeft, juicht onze fractie het toe dat dit voorstel van de werkgroep er gekomen is. Wij staan er dan ook van harte achter. Dat heeft uiteraard ook te maken met het Bijbels uitgangspunt dat ook onze fractie hanteert bij het politiek bedrijven. Dan zien we dat zowel in het Oude Testament de armen en armoede een grote plaatsing hebben. Verschillende profeten stellen met name de rijke en welvarende samenleving onder heel scherpe kritiek als het gaat over hun zorg voor de minderbedeelden en degenen die arm zijn. Daar ligt een plicht. Ook in het Nieuwe Testament: Jezus zelf liet zich met hen in. En dan niet alleen als het ging over materiële armoede maar om ook geestelijke armoede. Waarom deed hij dat? Omdat hij zelf bij uitstek wist wat armoede was. Als er een geweest is die armoede doorleefd heeft, is hij het wel geweest. Denk aan zijn nederige geboorte en heel zijn leven waarin hij zegt: de vossen hebben een hol, de vogels hebben nesten maar de Zoon des Mensen heeft niets waar hij het hoofd kan neerleggen. Wat een uiterste en bittere armoede!
Voorzitter. In dat kader zien wij het. Ik wil mijn bijdrage afsluiten met het oog op het naderende kerstfeest en in navolging van minister Veerman die zijn bijdrage aan het debat van de week in de Kamer afsloot met een Bijbeltekst die ook betrekking heeft op dit onderwerp. Ik citeer de aloude bekende Statenvertaling van het Nieuwe Testament, 2 Corinthe 8, vers 9, waar Paulus schrijft aan de gemeente van Corinthe: "want Gij weet, de genade van Onze Heere Jezus Christus, dat Hij om Uwentwille is arm geworden, daar Hij rijk was opdat Gij door Zijn armoede zoudt rijk worden."
De heer Dijkhuis (LPF). Voorzitter. Tijdens het lezen van het voorstel vroeg ik mij af over hoeveel gezinnen in Overijssel we het nu eigenlijk hebben. Omdat ik het antwoord niet kon vinden in het voorstel heb ik een van de leden van de werkgroep gebeld, maar blijkbaar was dat ook niet bij de werkgroep bekend. Mijn volgende gedachte was hoe je armoede kunt bestrijden als je niet weet over wie je het hebt, laat staan over hoeveel mensen je het hebt. Ik zelf dan ook een schatting gemaakt en ben van het volgende uitgegaan. Overijssel heeft 1,1 miljoen inwoners. Als je 2,3 _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
7
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
leden per gezin telt, kom je uit op een aantal gezinnen van iets meer dan 480.000. Volgens de statistieken, afhankelijk van welke definitie je hanteert, leeft 10% in armoede of onder de armoedegrens. Dat zijn dus 48.000 gezinnen.
Vanavond hoor ik van de heer Beugelink dat het gaat om slechts 13.000 gezinnen. Ik had die 48.000 gezinnen omgeslagen op die 1,5 miljoen. Dat is €30 per gezin. De kosten voor de bureaucratie eraf en dan blijft er niet veel over om werkelijk armoede te bestrijden.
Voorzitter. Ik vraag mij af wat het doel is van dit voorstel. Met andere woorden: wat wil men bereiken? Deze wat-vraag kom ik nergens tegen in het stuk, laat staan het antwoord daarop. Er staat wel in dat je mensen moet leren vissen in plaats van vis geven, maar wie moet je leren vissen en waarop moet je ze leren vissen?
In de punten op de laatste pagina van het blauwtje is een aantal voorstellen opgenomen. Als ik ze doorlees, zie ik dat het punten zijn die bijna allemaal neerkomen op bureaucratische handelingen waarbij ik me afvraag hoeveel er werkelijk terechtkomt bij de mensen die het nodig hebben. Bovendien is er door de club van grote steden, de G27, een quick scan gemaakt waarin die antwoorden te vinden zouden moeten zijn. Een van de conclusies in het rapport is, dat door de verschillende regelingen -- er zijn dus veel meer regelingen op het gebied van armoedebestrijding -- binnen het armoedebeleid de uitvoeringskosten relatief hoog zijn. Met andere woorden: slechts een klein deel daarvan komt ten goede aan hen die het echt nodig hebben. Bovendien hebben ook gemeentes allerlei programma’s in het kader van het armoedebeleid. De vraag is of de provincie hier ook nog eens een keer haar eigen beleid aan moet toevoegen.
Ik ben van mening dat je armoede het beste bestrijdt door mensen aan een inkomen te helpen, een blijvend inkomen, liefst door middel van werk. Ook het inkomen van mensen die niet kunnen werken en die afhankelijk zijn van de rest van de maatschappij, van mensen die dus wel werk hebben, is er ook maar een manier om _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
8
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
het inkomen veilig te stellen en dat is ook een gezonde economische ontwikkeling, die de BV Nederland genoeg geld oplevert om dit soort dingen te kunnen blijven bekostigen. Mijn stemgedrag zal dan ook straks afhangen van het antwoord op de vraag waaraan die 1,5 mln. wordt besteed en hoe veel beter de arme mensen daarvan worden.
De voorzitter: Namens de werkgroep die het initiatiefvoorstel heeft voorbereid, geef ik het woord aan de heer Beugelink. Daarna geef ik de heer Kristen het woord om namens het college van GS de op het college betrekking hebbende vragen te beantwoorden.
De heer Beugelink (CDA): Voorzitter. Als ik de reacties van mijn collega's op mij in laat werken, zit daar voor een belangrijk stuk ook een dubbeling in van waarover wij het vanmiddag hebben gehad. Ik beperk mijn beantwoording dan ook tot een aantal hoofdpunten.
Allereerst hartelijk dank voor de lovende woorden die ik graag doorsluis naar de ambtelijke ondersteuning, waar wij enorm veel plezier van de deskundigheid van deze mensen hebben gehad. Zowel de heer Beckman als de heer Nieuwenhuis hebben gevraagd hoe die moeilijke groep kan worden bereikt. In onze rondgang in Overijssel zijn we juist ook tegen dit probleem van de stille armoe aangelopen. De heer Nieuwenhuis refereert met name aan de landbouwgezinnen. Ons antwoord daarop is: probeer maatschappelijke organisaties en gemeenten hun netwerken, die dicht bij de burgers zitten en dicht bij de mensen zijn, te benutten om het probleem van de armoede daar ook bespreekbaar te maken en concrete hulp te gaan verlenen. Dat is ons antwoord op de vraag hoe dat moet worden aangepakt.
De vraag is gesteld waarom wij het moeilijkste stuk hebben laten liggen, namelijk dat wij geen criteria hebben geformuleerd voor het fonds. Dat hebben wij gedaan omdat wij van mening zijn dat in het duale bestel juist daar een belangrijke taak voor GS ligt. Als u het stuk doorneemt op de items waarbij je zou kunnen uitgaan van de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
9
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
mogelijkheid van subsidiering, kunt u daar veel onderwerpen vinden. Ik refereer in dit verband aan de woorden van de heer Dijkhuis, die vroeg wat wij nu precies beogen. Wij willen projecten detecteren en mogelijkheden geven die een activerend armoedebeleid voorstaan. Dat wil zeggen, dat wij projecten willen ondersteunen die ingaan op activiteiten die mensen helpen richting werk, die mensen helpen om mee te doen aan de samenleving. Dat zijn kansrijke en beloftevolle initiatieven. De criteria zijn
in
het
stuk
te
vinden.
zelfstandigheidsbevordering
van
Eigen
kracht,
mensen,
gericht
toegankelijker
op
participatie
en
voorzieningen,
het
voorkomen van uitval en al deze zaken zullen GS kunnen omzetten in een strakkere lijst van criteria.
De heer Van Dijk en ook de heer Nieuwenhuis plaatsen het in hun opvatting over mens en maatschappij. Daar geeft het voorstel alle ruimte voor. Het sluit het niet uit en het beperkt zich daar ook niet exclusief toe. Het maakt dat mogelijk en daarom heeft de werkgroep juist zo nadrukkelijk aangegeven: niet alleen de gemeenten. Niet of-of, maar en-en, dat wil zeggen gemeenten en maatschappelijke organisaties, omdat ze dicht bij mensen staan en weten waarom het gaat. Die maatschappelijke activering moet juist van de grond komen.
Mijnheer de voorzitter. De heer Dijkhuis heeft ook gevraagd wat wij willen bereiken. Wij willen goede initiatiefvoorstellen bereiken om die kans te geven en te ondersteunen. Wij willen het onderwerp armoede uit de taboesfeer trekken en willen bestrijding daarvan juist stimuleren door kansrijke en beloftevolle projecten financiële mogelijkheden te geven.
De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. Ik hoor de heer Beugelink zeggen, dat hij van het college verwacht dat zij een criteriumlijst opstellen. Armoedebeleid is niet iets wat de provincie Overijssel heeft uitgedacht. Zijn er niet al voldoende criterialijsten aanwezig in het land? Het Rijk heeft een armoedebeleid met criteria, andere provincies hebben dat en er zijn gemeentes met armoedebeleid, met hun eigen criteria. Wat bedoelt hij
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
10
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
precies met de uitspraak, dat het college een lijst met criteria moet opstellen? Gaan wij andere criteria hanteren of nemen wij criteria over die al gangbaar zijn?
De heer Beugelink (CDA): In de discussie vanmiddag in de commissie Zorg en cultuur is sterk gerefereerd aan de ontwikkelingen in Brabant. Na de eerste tranche zijn daar nieuwe ontwikkelingen gestart die de heel open vraag terug herleiden tot een strak criterium van een armoedebeleid dat preventief is. Daartoe hebben zij zeer recent een aantal criteria ontwikkeld en het geheel krijgt zijn beslag in januari. Wij hebben het college dan ook uitgenodigd om daar kennis van te nemen en samen met Brabant en ook nog andere provincies op te trekken om op dat punt een gemeenschappelijke lijn neer te zetten.
De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. Zou het voor de besluitvorming niet beter en gemakkelijker zijn geweest, dat dit voorstel compleet was gedaan inclusief de lijst met criteria?
De heer Beugelink (CDA): Als ik die vraag beantwoord, mijnheer Dijkhuis, dan komt u op een aantal ervaringen die wij met elkaar hebben gehad. Een van die ervaringen is juist dat we toch hebben moeten constateren dat informatievoorziening en discussie moeten worden losgekoppeld van politieke keuzes. Dat loopt namelijk heel gemakkelijk in elkaar door en dat moet voorkomen worden. Als de brede werkgroep het gehele traject had gelopen, had zij de grenzen van het duale systeem overschreden. Dan hadden we ook heel gemakkelijk voor de voeten van GS gelopen en wij vinden dat nu juist de taak van GS.
De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. Ik krijg ook nog graag een antwoord op het tweede deel van mijn vraag, namelijk hoe veel beter de arme mensen hiervan worden.
De heer Beugelink (CDA): Dat is een uitermate lastige vraag. Dat zal het effect op termijn moeten zijn. Het gaat erom, dat beloftevolle initiatieven bekend worden via de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
11
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
conferenties, waardoor steeds meer kan worden ingezet op en gebruik worden gemaakt van de ervaringen die anderen hebben opgedaan, opdat een groter publiek van de bevindingen kan genieten.
Gedeputeerde Kristen: Voorzitter. Ik wil mij om te beginnen scharen in de rij van diegenen die de werkgroep hebben gecomplimenteerd met het behaalde resultaat. Het college heeft door zijn reactie op het voorstel van de commissie ook onderstreept, dat het waardering heeft voor het voorstel. Er is echter een punt dat ons naast elkaar doet optrekken en dat is hoe een en ander nu moet worden weggezet. Net als de werkgroep hebben wij ons georiënteerd op de ervaringen in Brabant en wat ons vooral in eerste termijn heeft beziggehouden, is dat wij niet de Brabantse uitwerking van de georganiseerde frustratie zouden willen bevorderen. Nu hebben wij in de commissie heel open met elkaar van gedachten gewisseld. De heer Beugelink, voorzitter van de werkgroep, heeft erop gewezen dat inmiddels een nieuwe tranche ervaringen haar weerslag krijgt in een criteriumpakket en heeft het college gevraagd daarvan ten minste kennis van te nemen. Ik heb dat toegezegd. Wij zullen ons oriënteren op de ontwikkelingen in Brabant en zullen kijken of wij daar gebruik van kunnen maken. In de voorstellen van de commissie zit echter al heel veel "criteriumwaardigs".
In zijn bijdrage vanavond heeft de heer Beugelink nog eens extra benadrukt waar het bij projecten wel en waar het niet om gaat. Het gaat in de eerste plaats om het terugbrengen van een stukje participatie, of het nu werk of andere maatschappelijke activiteiten zijn. Ik denk dat het college zich daar heel goed in kan vinden. Ik ben blij dat ook de heer Beugelink van mening is dat de uitvoering aan het college is. Dat hebben wij vanavond maar weer eens vastgesteld en dat is ook een immateriële waarde van dit debat.
De voorzitter: Ik constateer dat er geen tweede termijn wordt gewenst, zodat wij kunnen overgaan tot besluitvorming.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
12
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter: Wenst iemand nog een stemverklaring af te leggen?
De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. Uiteraard ben ook ik voorstander van armoedebestrijding en geef de werkgroep dan ook graag het voordeel van de twijfel. Ik zal derhalve dus voor stemmen.
Het voorstel wordt vervolgens zonder stemming aangenomen. (applaus)
03.
Inspreekrecht
De voorzitter: Op het inspreekrecht zijn enkele bepalingen van toepassing, onder andere dat per inspreker maximaal 5 minuten beschikbaar wordt gesteld. Ik zal daar ook streng op toezien. Wat nog erger is, is dat als er meer dan zes insprekers zijn, de tijd per inspreker wordt verminderd. Ik zal dat in ieder geval niet zo nauw nemen, maar men moet zich er wel bewust van zijn dat ik echt na 5 minuten afhamer en dat de insprekers over de luchthaven Twente de gelegenheid krijgen direct voorafgaande aan dat agendapunt. Ik wil nu twee insprekers het woord geven, allereerst een vertegenwoordiger van de jongerenraad.
De heer Schoemaker (Jongerenraad Overijssel): Voor u ligt straks het jaarverslag van onze jongerenraad 2005-2006. U zult zich misschien afvragen waarom ik dat persoonlijk kom toelichten, maar dat heeft wel een doel. Wij willen hiermee natuurlijk een boodschap afgeven, een boodschap van meer betrokkenheid en die gaat twee kanten op. Binnenkort gaan wij naar de scholen toe om ons nieuwe project Integratie naar buiten te brengen, maar het gaat ook de kant van de provincie op. De eerste zet hebben wij zelf gezet. Wij hebben namelijk een ongevraagd advies uitgebracht aan Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten inzake de provinciale verkiezingen. U bent nu aan zet. Als er advies nodig is, dan zijn wij er. Wat wij nu gaan doen, is in _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
13
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ieder geval ons jaarverslag uitdelen en ik verzoek de voorzitter dan ook om naar voren te komen om hem het eerste exemplaar te kunnen overhandigen. (applaus)
De voorzitter: Geweldig bedankt. U ziet al hoe professioneel het gaat, want het eerste exemplaar ligt natuurlijk bij u al op tafel, maar dit zie ik maar in bestuurlijke zin het eerste exemplaar. Nogmaals hartelijk dank. Ik weet zeker dat de Staten er naar zullen kijken.
De heer Schoemaker: Het wordt nu pas echt uitgedeeld!
De voorzitter: Dames en heren, er ligt een verzoek van RTV Oost en ik neem aan van de heer Buisman om ook te mogen inspreken. Ook hem geef ik heel graag het woord.
De heer Buisman: Dank u wel, voorzitter. Wij willen eigenlijk even uw aandacht vragen voor een uniek project in Overijssel en daarvoor hebben wij deze plaats gekozen. Beneden hebben wij al even een voorproefje gegeven van een muzikale aaneenschakeling van nummers over Overijssel en dat zijn er in totaal meer dan 30. Herman Lippinkhof zingt over Twente, Aalt Westerman over Salland en ik zing onder andere samen met mijn Wilma over de Kop van Overijssel. Ik wil graag de box die drie dvd's van deze drie delen van Overijssel bevat aanbieden aan u uiteraard, de gedeputeerden en de griffier.
Het unieke van deze box is ook nog dat het in de verschillende streektalen is, dus kunt u er gewoon plat naar lusteren. Misschien dat wanneer je uit Twente komt misschien wat sneller zal moeten lusteren dan wanneer je komt uit de Kop van Overijssel, maar met een beetje goede wil, kan men het vast wel verstaan.
Dit alles is in beeld gebracht door William ten Kate en gezongen door de drie troubadours van Overijssel. Ik dank u voor uw tijd. (applaus).
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
14
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: Ik dank u wel, wij zullen er zeker van genieten. Het is ook goed dat u ons erop wijst dat het een provincie is met drie verschillende talen, dialecten, maar blijkbaar kunnen wij elkaar toch allemaal verstaan. Dat doet mij erg goed, want het betekent dat wij met deze talen in Overijssel nog eeuwen vooruit kunnen. Nogmaals dank!
04.
Vragenuur
De heer Beckmann (CDA): Voorzitter. Vanmiddag hebben wij een discussie gehad over de jeugdzorg en goed met elkaar allerlei zaken aangaande de jeugdzorg besproken. De gehele Staten hebben gemeend met een uitspraak over de jeugdzorg in Overijssel te moeten komen. Ik wil die dan ook graag voorlezen en hoop dat die wordt verspreid naar de gremia die er belang bij hebben en waarop deze uitspraak van toepassing is.
Afgelopen week hebben wij de week van de jeugdzorg mogen meemaken. Hierbij hebben wij geconstateerd dat op vele fronten onder soms zeer moeilijke omstandigheden de jeugdzorg ook in complexe situaties haar werk moet verrichten. Hiervoor willen wij op deze plek nadrukkelijk onze waardering uitspreken. Tevens willen wij van deze plek gebruik maken om onze zorgen uit te spreken over de toenemende druk waarin deze sector moet opereren.
De voorzitter: Het is wel wat bijzonder dat dit naar voren wordt gebracht in een week waarin het onderwerp jeugdzorg ook in de praktijk weer zo duidelijk onder onze aandacht wordt gebracht als ik mij dit eufemisme mag veroorloven.
Ik denk dat het college hierop niet hoeft te reageren. Ik zal er in ieder geval voor zorgen dat hetgeen u namens de gehele Staten hebt gezegd wordt verspreid.
05.
Ingekomen stukken
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
15
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: Ik vraag de heer Dalhuisen verslag uit te brengen van de bespreking van een aantal onderwerpen in de commissie Economie en bestuur. Op mijn lijstje heb ik staan het Onderzoeksprogramma 2007 Rekenkamer Oost-Nederland, het Trendbureau Overijssel gerelateerd aan de motie-Kok, reflectie op de verkenning van minister Remkes op de toekomst van regionale besturen en de motie van de gemeente Scheemda inzake afkeuring deelname in een tweede kerncentrale door Essent.
De heer Dalhuisen (PvdA): In een iets andere volgorde, voorzitter.
Wat het Trendbureau betreft is de commissie van mening dat er een goede start is gemaakt met de uitvoering van de motie-Kok en zal zij het vervolg nauwgezet in de gaten houden.
De commissie adviseert Provinciale Staten om de motie van de gemeente Scheemda voor kennisgeving aan te nemen.
De commissie heeft met genoegen kennisgenomen van het onderzoeksprogramma van de Rekenkamer. Er is de Rekenkamer een aantal adviezen verstrekt, onder andere over diepgang, en er zijn ook enkele suggesties gedaan voor mogelijke onderzoeken.
De commissie heeft kennisgenomen van de brief van het college in reactie op de brief van Remkes en kan zich daar helemaal in vinden.
De voorzitter: Ik verzoek de heer Haan namens de commissie Ruimte en groen verslag uit te brengen van het besprokene -- ik zeg het nu maar in willekeurige volgorde -- onder andere de notitie Cultuur en ruimte, streekfunctie HardenbergSteenwijk en tussentijdse evaluatie Rood voor Rood.
De heer Haan (VVD): Ik zal de onderwerpen bespreken in uw volgorde, voorzitter. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
16
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De commissie is akkoord met de voorliggende notitie Cultuur en ruimte.
Wat de streekfunctie Hardenberg en Steenwijk betreft is de commissie van mening dat de motie afdoende is uitgewerkt.
Over Rood voor Rood hebben wij zeer lang gesproken. Er zijn heel veel ideeën naar voren gekomen, maar de eindconclusie mag toch zijn dat wij hiermee voorlopig wel vooruit zullen kunnen. Als er wijzigingen moeten worden aangebracht, zullen die door de Staten moeten worden voorgesteld.
De heer Slagman (SGP): Ik heb een aanvulling op hetgeen de heer Haan zei over Ruimte en cultuur, want ik heb vanmiddag aangegeven dat mijn fractie daartegen is.
De voorzitter: Naar ik hoop, zal dat in het verslag daarvan worden opgenomen, maar nu hebt u het in ieder geval nog eens bekrachtigd in deze vergadering.
Ik verzoek de heer G. van Dijk verslag uit te brengen namens de commissie Verkeer, milieu en water, over de N340, de dynamische beleidsagenda PVVP en de kaderrichtlijn water.
De heer G. van Dijk (D66): Voorzitter. Ik zou eigenlijk niet het lef mogen hebben om van uw volgorde af te wijken, maar voor de logische opbouw lijkt het mij goed om toch mijn eigen volgorde te kiezen.
Ik wil in de eerste plaats iets zeggen over de diverse begrotingswijzigingen. Indachtig een motie die hierover indertijd bij de begrotingsbehandeling is aangenomen, is de tekst
niet
helemaal
redactioneel
correct.
Vandaag
hebben
wij
met
beleidsmedewerkers de tekst aangepast en die overhandig ik u straks. U kunt het dan controleren, maar ik ga ervan uit dat degene die dit vanmorgen in de commissie opmerkte, de heer Zwart, aan zijn trekken zal komen. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
17
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De dynamische beleidsagenda is inderdaad een belangrijk punt, want het gaat over verkeer en vervoer. Wij hebben er uitvoerig en goed over gediscussieerd. Een aspect blijft nog wat boven de markt hangen, namelijk op welk moment de Staten nog aan snee komen als het gaat om de besluitvorming over grote projecten. Met de heer Klaasen hebben wij afgesproken dat hij op korte termijn via het Presidium in een van de eerste twee Statenvergaderingen van het nieuwe jaar zal aangeven hoe de dynamische beleidsagenda verheven kan worden tot een Statenstuk waarover dus besluitvorming zal moeten plaatsvinden. Door deze toezegging is ook recht gedaan aan twee moties die bij de begroting zijn ingediend waarin de Staten hebben gevraagd om betrokken te blijven bij beslissingen over grote projecten.
Een van de onderdelen van die agenda was de N340. Vanmorgen werden wij vergast op een technisch novum. Er werd ons namelijk een film vertoond, maar dan digitaal, waarin precies te zien was waar bijvoorbeeld een boerderij stond, hoe de weg eruit zal gaan zien. Het was boeiend om te zien, maar het moest ook tot een zeker advies leiden en dat is dat nu is gekozen voor de wisseling van banen als eerste traject. Het tweede traject is om onderweg te bedenken hoe uiteindelijk kan worden gekomen tot een vierbaansweg. Ik teken hierbij aan dat twee fracties, de PvdA en de SP, eerst willen zien hoe het onderzoek naar die vierbaansweg uitpakt. Zij maken dus nog een voorbehoud als het gaat om dat tweede traject, de vierbaansweg, maar dat is ver na 2011.
De voorzitter: De tekst die u geeft, zal worden toegevoegd bij de diverse posten van de begrotingswijzigingen.
De heer G. van Dijk (D66): Ja, het is inderdaad een amendering van de tekst.
De voorzitter: Inderdaad en hiermee is dat ook vastgelegd.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
18
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Met inachtneming van het vorenstaande wordt vervolgens over de ingekomen stukken besloten overeenkomstig de op de agenda vermelde voorstellen.
06.
Voorstellen van het Presidium van Provinciale Staten
(PS/2006/943)
Conceptverordening onderzoekscommissie conform artikel 151 A, lid 8, Provinciewet
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
(PS/2006/906)
Projectplan communicatie Verkiezingen Provinciale Staten van Overijssel
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Ter Schegget (PvdA): Voorzitter. Op 3 maart volgend jaar wordt een open dag georganiseerd in het provinciehuis van Overijssel. Het leek de PvdA-fractie een goede suggestie om het mogelijk te maken dat heel Overijssel daarbij aanwezig kan zijn en wellicht is het een goed idee om op die dag het openbaar vervoer in Overijssel gratis te laten rijden.
De voorzitter: Ik denk dat op deze oproep zal worden gereageerd met een virtuele variant!
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
(PS/2006/950)
Extern onderzoek werkwijze bij de verkoop aandelen WAVIN; 14de wijziging van de Programmabegroting 2006
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
19
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: Naar mij blijkt, wenst de heer Yildirim een stemverklaring af te leggen.
De heer Yildirim (SP): Voorzitter. De Staten hebben twee vergaderingen gewijd aan het onderzoek naar de handelwijze bij de verkoop van aandelen WAVIN. Besloten is om daarvoor €50.000,-- beschikbaar te stellen. Zonder dat er een concrete onderzoeksopdracht is geformuleerd, wordt nu voorgesteld om dat bedrag met nog eens €75.000,-- te verhogen. Mijn fractie vindt dat een disproportioneel en voorbarig voorstel en zal dan ook niet instemmen met deze verhoging van €75.000,--. Wij doen de suggestie om dat bedrag te besteden aan bijvoorbeeld gratis openbaar vervoer.
De voorzitter: Aangezien dit een stemverklaring is, kan er niet worden geïnterrumpeerd en kan er ook geen debat op volgen. Het is overigens wel een bijzondere stemverklaring, want er ligt een vraag in opgesloten die natuurlijk ook geen beantwoording kan krijgen.
Het voorstel wordt vervolgens zonder stemming aangenomen.
De voorzitter: De aanwezige leden van de fractie van de SP krijgen aantekening dat zij geacht wensen te worden tegen dit voorstel te hebben gestemd.
Namens de commissie Beleidsevaluatie meld ik nog even dat de werkzaamheden in hoog tempo zullen worden verricht en dat u ervan moet uitgaan dat de reserveStatendag, 21 februari as., zal worden benut voor het debat over het rapport. 07.
Voorstellen van Gedeputeerde Staten
(PS2006/832)
Ontwikkelingsperspectief nationaal landschap Noord Oost Twente
(PS/2006/825)
Partiële herziening Reconstructieplan Salland-Twente
(PS/2006/807)
Stand van zaken Deltawet grote rivieren; 10de wijziging van de Programmabegroting
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
20
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: Ik wijs u nog op de brief van GS met een technische wijziging van het voorstel inzake het ontwikkelingsperspectief nationaal landschap Noord Oost Twente.
Ik geef gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.
De heer Vruggink (GroenLinks): Die betreft het Ontwikkelingsperspectief Nationaal Landschap Noord Oost Twente. Wij zijn akkoord behoudens de passage over uitbreiding bedrijventerreinen in dat nationale landschap.
Met inachtneming van het vorenstaande worden deze voorstellen achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
(PS/2006/945)
Gebiedsontwikkeling luchthaven Twente en omgeving
De voorzitter: Er hebben zich 9 insprekers gemeld en ik noem even de volgorde op. Theo Korstanje van het Actiecomité Lutte/Oldenzaal, Eddie Oude Voshaan, raadslid PvdA Losser, de heer Ab Bos, Job Elders, drie insprekers namens het actiecomité tegen luchthaven Twente, waarvan op dit moment in ieder geval al bekend zijn de heer Finkers en mevrouw Van Kampen, Alexandra Grootte Bromhaar, Siebe van der Woude, de heer Bredtschneider en Robert van Oosten.
Ik denk dat het goed is om nog even de afspraak te herhalen: iedere inspreker heeft maximaal 5 minuten. Ik begin met de heer Theo Korstanje.
De heer Korstanje (Actiecomité Lutte/Oldenzaal): Voorzitter, geachte dames en heren leden van Provinciale Staten. Namens de wijkraden van Oldenzaal, de actiecomités tegen de luchthaven uit Losser en Oldenzaal, dus zoals bekend ook namens heel veel andere betrokken Twentenaren, wil ik aansluitend op de eerdere mondeling en schriftelijk aan u gerichte inspraak een beroep doen op uw _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
21
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
verantwoordelijkheid. Provinciale Staten zijn bij uitstek het toezichthoudend orgaan als het gaat om ruimtelijke ordening, vooral en juist bij de bestemming van 500 ha grond middenin het meest stedelijke gebied van Overijssel. Van u mag in dit geval verwacht worden dat u toetst op of de planvoorbereiding en dus het gebruikelijke onderzoek naar de meeste wenselijke ontwikkeling voor het betreffend gebied correct is geweest. Want deze ontwikkelingskans voor Twente is eenmalig. Een vergelijkbare mogelijkheid doet zich niet alleen in Enschede maar ook in ons land niet meer voor. We kunnen dus in ruimtelijk opzicht spreken van een unieke situatie die ervoor zorgt dat alle ogen van planologisch Nederland op u gericht zijn. Als u zich nu uitsluitend eens een ogenblik concentreert op de kwaliteiten van deze plek, zeg maar de huiskamer van de netwerkstad die opnieuw ingericht kan worden, vindt u het dan niet van de gekke dat er juist voor deze ruimte voorstellen liggen ter ontwikkeling van een vliegveld? Uitgerekend daar in Overijssel waar milieueffecten maximale negatieve invloed uitoefenen op de gezondheid van mensen en op de instandhouding van hun woongebied. U plaatst toch ook niet uw cv-ketel of auto in uw huiskamer? Deze voor een vliegveld en aanverwante zaken slechtst denkbare plek lijkt toch een ideale voor een concentratie van topvoorzieningen waaraan Twente nu en over langere termijn behoefte aan heeft, topvoorzieningen die een centrale plaats als deze vragen, maar dan per se zonder belasting met uitstoot en geluid van vliegtuigen, die gebruikmaken van de kennis op de nabijgelegen universiteit en die elkaar aanvullen en versterken, commerciële en overheidsinstellingen die aanhaken op de beste bestaande kwaliteiten in Twente, een kennispark, tevens een interessant verblijfsgebied dat door zijn inrichting aantrekkingskracht op hoogwaardige kennisinnovatieve bedrijven uitoefent. Gecombineerd met geconcentreerd wonen rond riante waterpartijen en recreatievoorzieningen voor bewoners, studenten en werkenden met instandhouding van de belangrijkste natuurwaarden met zuinig ruimtegebruik, dus parkeren en opslag van materialen ondergronds, zorgvuldig ingepast in het landschap, uitsluitend stedenbouwkundige en architectonische kwaliteit. alsook ruimtereservering die mogelijkheden voor toekomstige ontwikkelingen openhoudt. Kortom een centraal Twente waar iedere Twentenaar trots op is. Dat zou een alternatief model kunnen en
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
22
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
misschien wel moeten zijn. Maar ook andere modellen met meer accenten op natuur en/of recreatie zijn denkbaar.
Vanaf eind 2003, toen bekend werd dat de militaire basis beschikbaar kwam, hadden alternatieven onderzocht moeten worden. Dat is helaas niet gebeurd. Door de gemeente Enschede is uitsluitend de vestiging van de burgerluchthaven met aanvullende bestemmingen aan de orde gesteld. U weet dus niet eens wat het beste model is! Wij betrokken bewoners van Twente vragen u als verantwoordelijke toezichthouders, nu de fuik nog niet dicht zit en steeds duidelijker wordt dat vestiging van de burgerluchthaven voor Twente milieukundig, economisch en financieel slecht is en bovendien grote kansen teniet doet, eerst alsnog een onderzoek naar de meest wenselijke
ontwikkeling
van
het
gebied
te
verlangen.
Nu
geen
zinloze
milieueffectrapportage die uitsluitend gericht is op een nuloptie of op een kleinere of grotere luchthaven met aanvullende bestemmingen en evenmin andere tijdrovende en kostbare onderzoeken gericht op welke luchthaven dan ook. Naar onze opvatting is het uw eerste verantwoordelijkheid toe te zien op goede ruimtelijke ordening en goed bestuur. Daarvoor is genoemd onderzoek, gevolgd door zinvol inspraak, ontwerp en besluitvorming absolute voorwaarde. Gelet op de zeldzame kansen die dit gebied van 500 ha door zijn situering biedt, is het verstandig daarvoor de tijd te nemen, een heldere procedure te communiceren en daarbij Nederlandse toponderzoekers en -ontwerpers in te zetten. Geen kortetermijnrendement, niet meer van hetzelfde en evenmin middelmaat als gevolg van het vroegtijdige afspraken met belanghebbenden of van boekhoudkundig ontwerpen. Alleen met de in alle opzichten beste kwaliteit op deze plek kan Twente op langere termijn zich blijvend onderscheiden en het hoogste rendement behalen. Als u geen goed onderzoek verlangt, maakt u naar onze opvatting uw verantwoordelijkheid niet waar. Doet u dat wel, dan zal Twente u daar later voor prijzen. Dank u wel.
De voorzitter: De volgende inspreker is de heer Eddie Oude Voshaan en ik weet bijna zeker dat hij mooie foto's bij zich heeft, of niet?
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
23
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Oude Voshaan (PvdA-raadslid Losser): In ieder geval heb ik een presentatie. Voorzitter. geachte leden van Provinciale Staten. Noord Oost Twente, door de provincie aangewezen als nationaal landschap. De PvdA in Losser gaat overigens voor een plek op de lijst van werelderfgoed van de UNESCO.
Een moment om even bij stil te staan. De duinen in het Luttezand en de zandbergen zijn van bijzondere archeologische en wetenschappelijke waarden. De oeverwallen in het land van de Dinkel zijn uniek en zeldzaam in Nederland en zijn een standplaats vele zeldzame plantensoorten, waaronder de Gagea Geelster die volgens Floron alleen nog maar bloeit in het land van de Dinkel. Het kleinschalige landschap van heuvels, hoogwallen en beekdalen is karakteristiek voor ons land. De Dinkel en de beken zijn in ons land de belangrijkste broedplaats voor de IJsvogel, de ambassadeur van het land van de Dinkel. Ik hoop dat u de afbeelding kunt zien van de Dinkeldelta? U ziet hier alle zijbeken van de Dinkel, zo'n 29. U lacht wel, maar misschien zijn het er ook wel 30! De grote meander en de slagader zijn de allesbepalende Dinkel en de en de kleine aftakkingen zijn de 29 zijwegen die gevoed worden door de bronnen die ons overal brengen in het mystieke heuvelland van het nationale landschap.
Voorzitter. De IJsvogel en het Dinkellandschap zijn uniek en zeldzaam in hun verscheidenheid. Ze hebben elkaar gevonden aan de oevers van de Dinkel. Er zijn onderwel zoveel exemplaren van de betoverende blauwe diamant in de flonkerende beekdalen dat hij of zij niet vreemd hoeft te gaan om zich te kunnen voortplanten.
Daarnaast hebben de in ons land de zeer zeldzame exemplaren van blauwborstjes, kwikstaarten en kuifleeuweriken dieren hun thuis gevonden in het dal van adembenemende schoonheid. En niet overslaan uiteraard: als de schemering valt, komen ze uit hun holen, de familie das, en er zijn in het land van de Dinkel maar liefst drie bewoonde dassenburchten, uniek in Nederland.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
24
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Het gebied waar je nu nog de stilte kunt horen, is met het Geuldal de mooiste streek van ons land en die dient daarom beschermd te worden tegen vliegtuiglawaai. Dat is funest voor de vele zangvogels die het fijnmazige beekdal herbergt. De herrie overstemt hun gezang dat een grote rol speelt bij paarvorming en verdediging van territorium. Dit tonen Leidse gedragsbiologen aan in hun studie gepubliceerd in het tijdschrift Current Biology.
Voorzitter. Sombere nachtmerriescenario's. Als wij niets ondernemen, zou het best mogelijk zijn dat als wij de midwinterhoorns willen blijven horen, deze voorzien moeten worden van versterkers en luidsprekers. Geluiden zullen elkaar versterken en overschreeuwen. Het wordt een kakofonie van lawaai; kermis in het buitengebied! Vogels kunnen elkaar niet meer verstaan en worden dus gestoord in hun paargedrag. Het Dinkeldal wordt een stressdal waar mensen leven op kalmerende middelen of antidepressiva.
De PvdA-fractie in Losser verzoekt de Statenleden van Overijssel om het Dinkeldal in aanmerking te laten komen voor de status eiland van stilte. Dat is een initiatief van Natuur en milieu en enkele provincies. Het streven van Natuur en milieu tot instelling van stilte-eilanden komt voort uit de resultaten van eerder onderzoek waaruit bleek dat overvliegende vliegtuigen boven relatief stille gebieden die een officiële status hebben, zoals nationaal park, ecologische hoofdstructuur of nationaal landschap, als zeer verstorend worden ervaren. In deze eilanden van stilte zouden mensen en dieren weer rust en echte stilte moeten kunnen ervaren. Deze status betekent dat door een betere afstemming in de lucht het land van de Dinkel wordt ontzien bij een eventuele opstart van de vliegbasis, van vliegtuiglawaai. Geachte Statenleden. Ik hoop dat u hier vannacht van droomt.
Voorzitter. Wij mogen het fijnmazige bekendal en het mystieke coulisselandschap, uniek in Europa, waar je de klokken altijd kunt horen, niet vol laten lopen met kerosine. De gevolgen voor natuur en milieu zijn buitengewoon desastreus. Kerosine-uitstoot zal de flora en de fauna van het nationale landschap, het Dinkeldal, _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
25
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
bedekken, bevlekken en verstikken. Namens de PvdA Losser, verslinger je aan de Dinkel! Dank u wel.
De voorzitter: Dank u wel, mijnheer Oude Voshaar. Het woord is nu aan de heer Ab Bos.
De heer Bos: Geachte voorzitter en leden van de Staten. Toen ik dit vanmorgen om acht uur dit schreef, vloog er zo ongeveer 200 meter boven mij een vliegtuig binnen.
De oude politiek, hoe was het ook al weer? Dat vragen wij ons in Twente niet meer af. Wie de procedure rond het vliegveld Twente heeft meegemaakt, weet precies wat valt onder de oude politiek zoals die verstaan werd voor de heer Fortuyn. We vinden dit terug in de inspraak die binnen het platform is gearrangeerd. Toen is ervoor gezorgd dat er voornamelijk medestanders aan tafel zitten. De tegenstand wordt vakkundig ingepakt. Daarnaast vinden de reële onderhandelingen achter gesloten deuren plaats met alleen de lobbyclubs van ondernemers en grootkapitaal. De omwonende bevolking en de gemeentebesturen moet je vooral niet wijzer maken dan ze zijn. Er zijn voordien voorstellen gedaan waarvan bekend is dat deze onrealistisch waren, maar hierop berust wel de instemming van de omliggende gemeentebesturen. Daarna werden de reële voorstellen, die van geheel andere getallen uitgaan, in eigen brochures wereldkundig gemaakt aan beperkte kring. Maar dat wordt niet meer aan de gemeenteraden van de naburige steden voorgelegd. De gemeenten Oldenzaal, Hengelo en Dinkelland gaan nog steeds uit van 550.000 passagiers op jaarbasis zonder vracht en niet in de weekenden. Losse is al wel om! Tegelijk wordt verkondigd dat de is stemming is verkregen van andere gemeenten en wijken, zonder daarbij de tegenstand te benoemen die al in meerderheid van geheel Twente bij in aanmerking nemen van de reële cijfers uit die brochures van de Twente Airport blijkt. In die brochures worden dan vervolgens ook de onwelgevallige gegevens
zorgvuldig
weggelaten.
De
consequenties
van
de
infrastructuur
bijvoorbeeld, want 30.000 ton vracht betekent wel 3000 tientonners op de weg, naast de miljoen auto’s die verbonden zijn aan het halen en brengen van 1,5 miljoen _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
26
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
passagiers en de parkeerplaatsen ter grootte van alle parkeergelegenheid die er nu in Enschede is en daarna in 2020 nog verder groeit. Alleen geluid wordt als schadelijk aspect genoemd, terwijl in de omgeving ook juist de uitstoot van gassen en andere vervuiling en risico’s die zich vooral in stijgen en dalen voordoen, belangrijke zaken zijn. De vervuiling van vliegen en de grote druk op het autoverkeer en het spoor, vernietigt onze bossen en tuinen. Daarbij wordt de werkgelegenheid als alles overheersende motivatie voor deze tunnelvisie ingebracht. Daarmee trachten de voorstanders van de luchthaven iedereen stil te krijgen, maar er wordt geen enkele onderbouwing gegeven voor een werkgelegenheid die enkel te verkrijgen is bij de ontwikkeling van een luchthaven. Nooit is men bereid geweest om eerst het terrein te onderzoeken en mogelijkheden in brede zin ter inspraak voor te leggen met vrije keuze van alternatieven. Ook naar alternatieven die ingebracht worden door anderen wenst men niet te luisteren. Nieuwe ontwikkelingen en voortschrijdend inzicht worden niet meegenomen. Zelfs de directeuren van de Shell en Unilever vragen nu meer aandacht voor het milieu in de politiek. Een mooiere voorzet kunt u volgens mij niet krijgen.
Dit is nu het ons bekende oude staaltje politiek.
De voorzitter: Even een puntje van orde. Wij hadden die afspraak van vijf minuten, maar daar bent u al overheen. Nu had u wat weinig licht, dus kan ik mij voorstellen dat u een minuutje extra nodig hebt, maar zo langzamerhand zou ik u toch wel willen vragen om tot een afronding te komen.
De heer Bos: Voor de nieuwe politiek zou ik willen aansluiten bij het verhaal van Losser. Het is inderdaad een heel belangrijk natuurgebied dat u mede heeft gefinancierd dat hieraan dreigt verloren te gaan.
Het boerenleven in het land is voor dit landschap heel belangrijk en dat zijn de werkelijke ondernemers van Twente maar die kunnen alleen nog voortbestaan als zij die combinatie hebben zoals zij dat vroeger hadden met gemengde bedrijven. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
27
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Daarom vraag ik u om de oude politiek te verlaten, u aan te sluiten bij de nieuwe en rekening te houden met de cijfers van morgen en niet met die van eergisteren. Provincie, stop alle procedures en zet in op de lijn voor een beter milieu. U heeft verantwoorde medestanders zoals bijvoorbeeld oud-president Clinton, Al Gore en ons, de burgers van Twente. De heer Elders: Dames en heren, wij mogen vijf minuten aandacht aan elkaar schenken en ik wil graag dat u één punt onthoudt en dat is: de luchthaven Twente kost hightech arbeidsplaatsen en ik zal u nu uitleggen waarom. Wij zijn namelijk het eerste nanotechnologie mkb-bedrijf van Europa. Wat wij doen zijn laboratoriums op een chip maken. Ik heb hier een geheel analyseapparaat in mijn handen waarmee we 200 miljardste liter stof kunnen manipuleren en analyseren. We zijn een internationaal bedrijf. Meer dan de helft van onze verkoop vindt plaats buiten Europa. Minder dan 10% in Nederland en 0% in Overijssel. Onze toegevoegde waarde is zeer hoog. Voor dit type bedrijven ligt dat tussen de 280.000 en 500.000 euro per manjaar. Ook wij zitten op die bedragen. Ik heb al meerdere keren een uitnodiging gehad om naar de Philips hightechcampus te verhuizen. Ik ben Job Elders. Ik ben oprichter en DGA en C2V. Ik ben ook de voormalig directeur van de beursgenoteerde Alcatel Optronics Nederland. Ik ben lid van het MKB Counsel Point One, een programma van 650 miljoen wat Brinkhorst in juni heeft aangekondigd. Trouwens in dit programma zitten onder anderen enkele leden van de raad van bestuur van Philips, van ASML en ASMI, zoals de heren Meurice, Delprado en Van Houten. Ik ben ook lid van de industriële adviesraad Nanonet, een programma van 245 miljoen en dat geld is met name naar academia gegaan en voor een heel groot deel naar Universiteit Twente. Ik ben tevens KLM platinum flyer, ik vlieg meer dan 100.000 km per jaar. Waarom zit ik in Twente? Ik zit in Twente in belangrijke mate vanwege de Universiteit Twente. De UT heeft het grootste en micro- en nanotechinstituut van Europa. Dat is een "pareltje". Dat weet u misschien onvoldoende, maar het is absoluut een pareltje. Bovendien maken wij gebruik van apparatuurinfrastructuur. Anders gezegd: de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
28
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
universiteit verdient ook aan ons. Er is een hoge woon- en leefkwaliteit en deze twee elementen
zijn
heel
belangrijke
vestigingsmotieven.
Anders
te
zeggen:
topwetenschappers en topmanagers nemen dit mee in hun overweging. Ik ben op dit moment in een rekruteringsgesprek met een manager van een bedrijf met 5 miljard omzet, één van de top 20 bedrijven uit de VS. Zijn motieven zijn een belangrijke mate: woon- en leefkwaliteit. Als ik moet vertellen dat de mogelijke luchthaven komt, dan komt hij niet. De consequenties van een luchthaven Twente zijn natuurlijk erg negatief, maar waar het mij om gaat is dat topwetenschappers en topmanagers kunnen werken waar ze willen, die hebben een keus en waarom zouden ze in zo’n omgeving gaan werken? Ik ben bijzonder bezorgd dat topwetenschappers niet meer naar de UT gaan. Ik ken hoogleraren, en die hebben de aanbieding uit Singapore liggen! Die zitten op de wip. Waarom zouden zij blijven? Voor ons wordt het ook moeilijker, maar nog sterker: ik wens niet te zitten in een regio waar men kiest voor de economie van gister.
U zendt met dit plan, alleen al met de ontwikkeling van dit plan, een heel belangrijk signaal uit, namelijk dat u een economie wilt bouwen, bestaande uit arbeid met zeer geringe economische toegevoegde waarde. Het verplaatsen van dozen in Twente is arbeid met een zeer geringe toegevoegde waarde. Let wel: een manjaar is bij ons 280.000 à 500.000 euro. U moet er wel 10 of misschien wel 20 van dit soort arbeidsplaatsen voor creëren om deze te compenseren. Wij begrijpen dit. Wij hebben besloten om een vestiging elders te starten. Ik dank u voor uw aandacht.
De voorzitter: Er komen nu drie sprekers waarvan er twee bij naam bekend zijn: de heer Finkers en mevrouw van Kampen. Ik zou de heer Finkers het woord willen geven.
De heer Finkers: Ik begin dan maar meteen, want ik heb maar vijf minuten en doe het dan ook maar heel snel en moet u verzoeken dan ook heel snel te luisteren!
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
29
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Geachte dames en heren en statenleden. Gelukkig hoeven we u, althans de grote meerderheid van u niet uit te leggen dat vooruit in de vaart der volkeren, want stilstand is achteruitgang, want anders is dan dat je met alle geweld vastklampen aan een wanhopig vliegveld dat er op de landingsbaan na niet eens is -- u hebt net al een soortgelijk verhaal gehoord, hetgeen overigens een prachtig verhaal was -- om vervolgens onder de meer dan twijfelachtige belofte van werkgelegenheid 100 miljoen van de burger te pompen in iets waarvan door alle andere regionale luchthavens wordt gezegd -- ik citeer dit letterlijk uit een rapport van de gemeente Enschede --: Het was niks, het is niks en het wordt niks. Een uitspraak die ook door alle economen van de UT en alle onafhankelijken daarbuiten wordt onderstreept. Wij hoeven u dit allemaal niet uit te leggen, omdat u met uw motie-Welten/Weijnen in feite al is aangegeven heeft geen heil te zien in zulk een ontwikkeling, Het is binnen de kaders van motie dat u hier vanavond een besluit moet nemen. Ik lees de nieuwe agenda: het college van gedeputeerde staten doet het voorstel binnen de kaders van de motie-Welten/Weijnen om met het oog op de voortgang in te stemmen met het principe van provinciale participatie in de aankoop van de door Defensie afgestoten terreinen en met de vaststelling van de startnotitie voor de milieueffectrapportage. De Ako literatuurprijs zal met deze zin niet worden gewonnen, maar ze geeft wel een goede richtlijn tot verstandige besluitvorming. Als men bij participatie in de aankoop van de gronden inderdaad binnen de motie-Welten/Weijnen wil blijven, dan lijkt het ons comité op zijn minst al raadzaam om ter voorkoming van toekomstige misverstanden bij het uitspreken van de participatiewens nadrukkelijk aan te geven wat niet onder de participatie wordt verstaan, dat er niet onder wordt verstaan dat de gronden later om niet kunnen worden afgestaan voor de ontwikkeling van de luchthaven. Immers, een tuinkwekerij is gratis gronden verstrekken is een bijdrage van ontwikkeling van uw tuinkwekerij. En wat er ook niet bij in begrepen is, is dat de gronden kunnen worden doorgespeeld aan een projectontwikkelaar. Het beschikbaar stellen van gronden voor de ontwikkeling van de luchthaven of voor het welzijn van een geldverzamelaar druist in tegen de gedachten vanuit de motie-Welten/Weijnen is ontstaan. Deze motie straalt onomwonden uit dat de provincie weinig geloof hecht aan een luchthaven als een zegen voor Twente en dat ze zowel de luchthaven als de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
30
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
nobele bedoelingen van de projectontwikkelaar niet vindt stroken met de ideeën en plannen voor Twente en de Euregio die de afgelopen jaren zijn ontwikkeld en gefinancierd. Uiteindelijk hebben we het over de oudste Euregio van Europa die niet voor niets is onderscheiden is als de best werkende Euregio. Dit mag niet kapot worden gemaakt en niet alleen uit uw motie maar ook uit uw eigen wandelgangen, heb ik mogen begrijpen dat zeker negen van de tien personen uit uw Provinciale Staten geen heil zien in zulk een streven. Ons comité zou u dringend willen oproepen om er alles aan te doen om ervoor te zorgen dat niet de tiende persoon uit uw midden de regie van de meerderheid van de Staten overneemt. Overheidsgelden zijn bedoeld tot nut voor het algemeen, zoals het scheppen van werkgelegenheid. Subsidies zijn niet bedoeld voor het spel van ondernemen op zich, noch voor het creëren van aantrekkelijke winst voor beleggers, noch voor het achterlaten van individuele markeringspalen van politieke carrièremakers. Het lijkt ons comité daarom nog raadzamer om nee te zeggen tegen het participatieprincipe en gebruik te maken van vele andere goedkopere en objectievere regiemogelijkheden die de provincie tot haar beschikking heeft. Een nee ook dat aandringt op een maatschappelijke kostenbatenanalyse, waarin alle mogelijke denkbare varianten voor de ontwikkeling van de vrij gekomen terreinen zijn opgenomen en waarbij een variant inclusief luchthaven slechts één van de opties is, in plaats van de enig zaligmakende. Dank u wel.
De voorzitter: Dank u wel, u bent ruim binnen de tijd gebleven. U sprak over negen van de tien Statenleden en toen dacht ik dat u er dan toch ruim 50 bent vergeten te benaderen! Of moet ik het als overdrachtelijk zien.
De heer Finkers: In ieder geval relatief!
Mevrouw Van Kampen: Geachte Statenleden. Ook ik val meteen maar met de deur in huis. Het comité tegen luchthaven Twente is van mening dat een poging een burgerluchthaven Twente aan te leggen kapitaalvernietiging is in verschillende opzichten.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
31
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Het is langzamerhand wel duidelijk dat er enorme investeringen nodig zijn voor een luchthaven waarvan volstrekt niet zeker is dat hij ooit rendabel zal worden. Risicovolle investeringen dus en de hoog oplopende bedragen, nodig voor aankoop, aanleg, infrastructuur en exploitatie. Een voorbeeld: low cost carriers moeten wel in groten getalen komen om er winst aan over te houden. De afhandeling moet daaraan aangepast worden. Maar als zij een andere luchthaven aantrekkelijker vinden zijn ze zo weer weg.
Daarbij zal het niet eenvoudig zijn te concurreren met het goed geoutilleerde en zich uitbreidende FMO. Of misschien is de uitkomst van de strijd wel twee failliete luchthavens. Al die investeringen in de bodemloze put van een luchthaven kun je beter besteden aan alternatieve invulling van het terrein, een alternatief dat wel bijdraagt aan een duurzame ontwikkeling en werkgelegenheid in Twente.
Twente heeft een uniek landschap met een hoge natuurwaarde, een schaars goed in Nederland en het kapitaal van Twente en daar moeten we zuinig op zijn. Investeringen die van overheidswege en door particulieren zijn gedaan in natuur, milieu, landschap en het toerisme dat daar op afkomt worden tenietgedaan als er een luchthaven komt. Om wat te noemen, het nationaal landschap Noordoost Twente en boerenbedrijven met toeristische nevenactiviteiten gaan niet samen met emissies en geluidshinder van vliegverkeer. Extra verkeersdrukte door personen en vrachtvervoer, van en naar de luchthaven belasten daarbij de omgeving ook nog eens.
Het hele luchthavenproject zelf is een kostbare aangelegenheid. Terecht is er geld en aandacht besteed aan onderzoeken naar de haalbaarheid, maar uit de rapporten, marktverkenningen, terugtrekking van mogelijk geïnteresseerde marktpartijen en uit het ontbreken van draagvlak in omliggende gemeenten, moet nu toch de conclusie getrokken worden dat een luchthaven in Twente een heilloos plan is. Hoe lang wil de provincie nog doorgaan met dit project voordat het go-no go-besluit kan vallen? Is dat voorbij het "point of no return"? _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
32
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Wij moeten het in Twente niet willen zoeken in de uitstraling of emotie van een tweede vliegveld in de Euregio. Het komt juist nogal bekrompen over als je naast FMO ook nog je eigen vliegveld wilt aanleggen. Ons, tegenstanders van de luchthaven, wordt wel eens de behoudzucht verweten. Ik draai het liever om. Het getuigt van behoudzucht, nu er eenmaal een klein vliegveld ligt een grote burgerluchthaven te willen aanleggen. Laten we nu eens innovatief te werk gaan, kijken naar de andere mogelijkheden met oog voor duurzame ontwikkeling. Het zou zo maar kunnen zijn dat er ineens wel goeie plannen en investeerders op het toneel verschijnen. En dat werd zojuist nog weer bevestigd door de heer Elders.
Statenleden.
Richt
de
aandacht
vanaf
nu
op
alternatieven,
start
een
maatschappelijke kosten-batenanalyse waarbij die in beeld komen, in plaats van een MER die vooral de gevolgen van een luchthaven onderzoekt. Participeren in grondaankoop om het gebied niet in handen van projectontwikkelaars te laten vallen, lijkt heel aardig, maar dan wel zonder zich te committeren aan de bestemming luchthaven. Betaal geen prijs die terugverdiend moet gaan worden met ongewenste bestemmingen en ontwikkelingen. Het comité tegen luchthaven Twente zal zo lang het nodig is blijven doorgaan met het informeren van burgers en organisaties over de gevolgen van de luchthaven en doorgaan met hen allen te mobiliseren tegen die luchthaven. Dank u wel.
Mevrouw Grootte Bromhaar: Geachte gedeputeerden. Graag wil ik mij richten op prijseconomische kant van de haalbaarheid van een luchthaven. Daarbij heb ik een aantal rapportages beoordeeld en geanalyseerd, omdat ik een bedrijfseconomische achtergrond heb, waarbij een van mijn taken is het beoordelen van exploitaties en begrotingen op basis van hun realiteitsgehalte. Daarbij heb ik mij met name gericht op de rapportage die de gemeente Enschede door de heer Hillen heeft laten opstellen. Met name op dat rapport richt ik mij in deze komende vijf minuten.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
33
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Een van de belangrijkste zaken daarin die ik aan de orde wil brengen is het passagiersaantal. Er wordt op geen enkele manier een onderbouwing gegeven van de toename van het aantal passagiers naar een miljoen, drie miljoen en er wordt zelfs over zes miljoen gesproken. Bovendien zitten er tegenstrijdigheden in het rapport, met name als je kijkt op pagina 54 waarop gesproken wordt over afkalvende opbrengsten die gecompenseerd dienen te worden door het verbeteren van de productiviteit. Daarbij moet je denken aan de low cost carriers, net al genoemd, die niet mee bij willen dragen in de vaste kosten. Daarnaast, in tegenstelling tot wat er in het rapport staat, heeft de luchthaven Münster-Osnabrück nu toestemming gekregen de landingsbaan te verlengen tot die drie kilometer, iets dat volgens het rapport een voorsprong van Twente zou zijn ten opzichte van de concurrerende luchthavens. Dit onderdeel wordt hiermee dus tenietgedaan. De financierbaarheid krijgt men daar ongetwijfeld rond, omdat omliggende gemeenten bereid zijn die anderhalf miljoen op tafel te leggen, wat die verlenging van de baan in Duitsland zou gaan kosten.
Ik wil ook nog even noemen dat er in die marktontwikkeling wordt ingegaan op een toename van het aantal passagiers doordat er sprake is van een marktpenetratie van 35% in het een uur-catchment. Voor de mensen die niet bekend zijn met die kreet: met catchment wordt bedoeld de potentiële reizigers die altijd gebruik willen maken van de betreffende luchthaven. Dus 35% zal in een een uur-catchment zitten en drie procent in de twee uur, maar in dit catchment vissen ook andere luchthavens, denk aan Schiphol, denk aan Eindhoven, denk aan FMO. Dus ook daarin zit een tegenstrijdigheid.
Ook wil ik nog even opmerken dat er een rapportage ligt van drs. Verburg, hoogleraar aan de universiteit Twente, die ook aangeeft dat het financieel onhaalbaar is een luchthaven van deze omvang in Twente te starten.
Op pagina 24 wordt gesteld dat de nationale Nederlandse luchthavens alleen een stijging in het passagiers aantal laten zien in Eindhoven en Rotterdam. Dat is met name te danken aan Ryanair en Transavia, weer die low cost carriers. Voor _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
34
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Groningen, Eelde, Maastricht en ook Twente is de groei van het aantal passagiers matig. Deze luchthavens lijken ook niet over voldoende kritische marktmassa te beschikken
om
in
een
stuwende
groeifase
terecht
te
komen
boven
vijfhonderdduizend passagiers. Dat staat in datzelfde rapport, het is letterlijk een citaat.
Ook
wordt
opgemerkt
dat
er
nog
geen
exploitanten
zijn,
er
is
geen
gevoeligheidsanalyse losgelaten in het worst case scenario en daarmee bedoel ik: Wat als er geen exploitant komt, wat als er rentestijging komt? In hoeverre is de inflatie doorgerekend en wat zijn de gevolgen van een veel lager passagiers aantal?
Er staat ook dat het van essentieel belang is voor de luchthaven van Twente dat Schiphol zich moet gaan committeren om het nog enig kans van slagen te geven. Ook daarover is nog niets bekend.
Ik rond af. Mijn laatste punt gaat over de exploitatie en de begrotingstekorten bij andere projecten. Het is bekend, de HSL-lijn, de Noord-Zuid-lijn, andere grote infrastructurele projecten, ze lopen altijd uit, de begroting wordt nooit gehaald, niemand voelt zich daarvoor verantwoordelijk, helaas, maar dat is nu een keer de huidige politiek moet ik constateren. Maar het meest bekende voor u allen is wel dat die nieuwe kunstijsbaan er moet komen en dat de exploitatie nog niet eens rond is, terwijl Provinciale Staten daaraan toch een forse financiële bijdrage heeft geleverd.
Ik wil nog een opmerking maken over de verschillende rapporten die er liggen. Ik heb grote twijfels over de objectiviteit. Eentje is opgesteld door de gemeente Enschede in opdracht van de gemeente Enschede. Een andere ligt er namens de Kamer van koophandel en tot slot heeft de heer Tjalle van der Burg een tegenrapportage geschreven, maar die wordt niet gehoord. De rapportage is wel behandeld in de gemeenteraad van Enschede, maar is in de diepvrieskast beland. Dat geeft dus wel aan dat de tegenstanders niet serieus genomen worden. U kent het gezegde: wiens
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
35
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
brood men eet, wiens woord men spreekt. Dat is de conclusie die ik helaas hieraan moet verbinden. Dank u wel.
De heer Van der Woude: Voorzitter, geacht college. Het voorstel 945 verwoordt de wenselijkheid voor de provincie om te participeren in de ontwikkeling van 490 ha van de voormalige vliegbasis Twenthe. Op dit moment gaat u nog uit van een doorgroei naar een volwaardige, winstgevende, regionale luchthaven. Om een integrale gebiedsontwikkeling te kunnen realiseren acht u het nodig dat de overheid zeggenschap houdt over het totale gebied. Wat het laatste betreft zijn wij het met u eens. Sterker nog, we vinden het wenselijk dat u gezien de regierol zorgt voor een meerderheidsbelang ten opzichte van Enschede. Ook vinden we het wenselijk dat u met Enschede de aankoop financiert, zonder gebruik te maken van particuliere private financiering. Dit om te voorkomen dat geïnteresseerde marktpartijen grondposities
kunnen
innemen
die
op
een
later
tijdstip
een
integrale
gebiedsontwikkeling kunnen frustreren. Immers, het is nog allerminst duidelijk of het tot een volwaardige regionale luchthaven kan komen. En zonder zo’n luchthaven dient ook het bedrijvenpark heroverwogen te worden.
Om te beginnen zijn op landelijk niveau de politieke verhoudingen gewijzigd en is allerminst duidelijk of de regeling burger- en militaire luchthavens in de huidige vorm door de Tweede Kamer zal worden aanvaard. Ook in het daarna door u te nemen Luchthavenbesluit zal rekening gehouden moeten worden met de dan geldende politieke verhoudingen. De haast die u blijkens het voorliggende voorstel wilt maken met het vaststellen van een startnotitie voor een milieueffectrapportage delen wij dan ook niet. In plaats daarvan achten wij het wenselijk dat u eerst opdracht geeft voor het opstellen van een maatschappelijke kosten-batenanalyse, omdat dan ook een zuiverder beeld ontstaat waar het betreft een acceptatie van een volwaardige regionale luchthaven door de omliggende gemeenten. Immers, voor zo ver nu bekend stellen zowel Hengelo als Oldenzaal grenzen aan de groei mogelijkheden. Dinkelland wil alleen general aviation gehandhaafd zien -- het is dan ook goed dat die variant in de maatschappelijke kosten-batenanalyse wordt onderzocht -- en _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
36
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Losser heeft zich uitgesproken tegen een doorstart. Mede hierom verzoeken wij u de startnotitie voor de milieueffectrapportage nu niet vast te stellen.
Ten aanzien van de veronderstelde luchtvaartgebonden werkgelegenheid ook een paar opmerkingen. Er wordt elk jaar slechts een relatief klein aantal vliegtuigen gebouwd en daarnaast een nog kleiner aantal raketten. Waar het de maakindustrie betreft, zullen de luchtvaartproducten slechts een klein bedrijfsonderdeel zijn waaraan weinig personen werken. Ook de genoemde belangstelling voor vrachtvervoer vraagt om een voorzichtige benadering. Vrachtvervoer geschiedt uit kostenoverwegingen over het algemeen niet met de modernste vliegtuigen. Veel van de vracht komt op pallets binnen, zodat er voor het lossen en laden weinig personeel nodig is. De tussenopslag vraagt wel veel ruimte en de distributie veel wegtransport en daarmee aanpassing van een infrastructuur in een wel zeer kwetsbaar gebied. Wij denken dat de winst in de lokale werkgelegenheid niet groot zal zijn en zeker niet opweegt tegen de verschillende vormen van milieubelasting.
Er is in het voorstel ook sprake van een maintenance boulevard, maar die groep bedrijven heeft inmiddels gekozen voor Maastricht. Duidelijk is inmiddels ook dat de oorspronkelijke 550.000 passagiersvariant geen volwaardige regionale luchthaven oplevert. De richting van het huidige voorstel leidt naar erg dure hectares: 40 miljoen voor 490 ha is ruim 80.000 euro per ha en daar blijft het niet bij. Want, hoewel u niet wilt bijdragen aan de exploitatietekorten moet er wel veel geld gevonden worden voor de infrastructurele voorzieningen binnen het terrein om de doorstart te faciliteren, terwijl de spin off van een volwaardige luchthaven de tuin van Overijssel, zoals Twente gezien wil worden, geen goed doet. Wij hopen dan ook dat u meer aandacht zal hebben voor Twente als geheel en de teruglopende werkgelegenheid en de leefbaarheid van het platteland. Wij denken dat Twente tot in de verre toekomst werkgelegenheid en inkomsten kan genereren uit de culturele en landschappelijke verscheidenheid die het kan bieden. De toeristische en recreatieve waarden zijn aantrekkelijk als de luchtkwaliteit en de relatieve rust niet verder verslechteren.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
37
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Ter wille van een duurzame werkgelegenheid, het milieu en de beleefbaarheid vragen wij u dringend een afweging te maken, om uw gelden en uw inspanningen te besteden aan de doorstart of de besteding daarvan ten goede te laten komen aan geheel Twente en niet alleen te focussen op een doorstart van de voormalige vliegbasis Twenthe. Dank u wel.
De heer Bredtschneider: Voorzitter, dames en heren. Ik spreek namens de wijkraad Zuidberghuisen.
Toen minister Kamp eind 2003 besloot de vliegbasis te sluiten, ontstond er grote commotie met betrekking tot het wegvallen van arbeidsplaatsen. In september 2004 verschijnt in opdracht van de Kamer van koophandel een rapport waarin melding gemaakt wordt van een doorstart van de luchthaven. In dit rapport staat dat dit duizenden
arbeidsplaatsen
oplevert.
Blijkbaar
is
een
luchthaven
nodig
werkgelegenheid te scheppen en daarover wil ik een paar opmerkingen maken.
Er wordt verondersteld dat er een verband bestaat tussen de aanwezigheid van een regionale luchthaven en werkgelegenheid en dus goed is voor economische groei. Een veronderstelling! In de top veertig van goede regio’s staat de regio midden Limburg bovenaan. Vervolgens zuidoost Zuid-Holland, groot Rijnmond, Utrecht en als nummer vijf de Gooi en Vechtstreek. U ziet dat binnen een straal van dertig kilometer zich geen regionale luchthaven bevindt, met uitzondering van Rijnmond, maar daar zit ook een petrochemische industrie. Overigens, dat moet ik wel zeggen, deze cijfers gelden voor het jaar 2006. Als u dit wilt nagaan, bron Rabobank.
Ook werkgevers betwijfelen of er een verband bestaat tussen regionaal economische groei en de aanwezigheid van een luchthaven. Bedrijven in Twente krijgen op korte termijn grote moeite geschikt personeel te krijgen -- u heeft dit onlangs in de krant kunnen lezen -- met name in de metaal- en bouwsector. De oplossing is het uitbesteden van productie naar lagelonenlanden en/of tijdelijke buitenlandse arbeidskrachten aan te trekken. Van deze groep werknemers kan niet verwacht _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
38
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
worden dat zij een bestedingsimpuls geven aan Enschede, een van de armste grootste steden van Nederland. Enschede heeft een bestedingsimpuls nodig, maar op deze manier zal dat niet lukken. De concurrentiepositie van de luchthaven Enschede is zwak. Er is onvoldoende concurrentievermogen ten opzichte van FMO. Het doortrekken van rijksweg A35 betekent dat inwoners van Enschede Zuid en Enschede Oost binnen 35 minuten bij FMO zijn. Bovendien is FMO voor 100% publiek gefinancierd dus kunnen exploitatietekorten publiek gedekt worden zonder dat er sprake is van subsidie. In geen enkel rapport ben ik een degelijke slotanalyse tegengekomen.
De Twentse toeristenindustrie heeft een omzet van ongeveer 90 mln. 10% van de beroepsbevolking is werkzaam in deze industrie. Een luchthaven kan ook arbeidsplaatsen kosten, zie het verhaal van de heer Elders. Economische groei van China, India en Brazilië bedraagt ongeveer 9% per jaar. Dat betekent dat het bruto nationaal product zich in 10 jaar verdubbelt. De vraag naar olie en kerosine zal toenemen. De prijzen gaan fors stijgen alsmede de exploitatielasten. In de adviezen wordt hier nauwelijks rekening mee gehouden.
De komende jaren worden exploitatietekorten verwacht. Zowel de provincie als de gemeente Enschede wensen deze niet te dekken. Ook de omliggende gemeentes niet. Wie dan wel, de financiers? Dat kan, oplopende exploitatietekorten leiden tot toename van het vreemd vermogen en een naderend faillissement. Als voorbeeld is de Eurotunnel te noemen. Ongetwijfeld ligt een vergelijking met de Betuwelijn voor de hand. Er wacht ons een rampscenario. Citaat uit het verslag van de Algemene Rekenkamer: Voor- en nadelen -- ik praat dus over de Betuwelijn -- zijn nooit goed tegenover elkaar gezet. Er is onvoldoende gekeken naar alternatieven. Informatie en prognoses over economische effecten waren gebrekkig, onwaar en verwarrend. Er is geen sprake geweest van private financiering en de exploitatielasten van de Betuwelijn komen tot op heden ten laste van de publieke sector. U weet dat die trein over een paar maanden gaat rijden, maar er nog steeds geen exploitant is gevonden. U weet nog wat er in 1992 gezegd is door de minister van Verkeer en Waterstaat: De _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
39
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
financiers, de exploitanten staan in de rij om deel te nemen aan de Betuwelijn. Hetzelfde verhaal gaat zich naar mijn mening ook afspelen bij de doorstart van de luchthaven. U herkent deze problemen? Ik hoor niets van de werkgevers. Participeren zij in haalbaarheidsonderzoeken? Willen zij risicodragend vermogen inbrengen? Is er concrete belangstelling voor vestiging of is het louter borrelpraat? Bovendien, de regio wordt kwetsbaar indien er eenzijdige luchtvaartgerelateerde bedreiging komen. Ik verwijs naar de textielindustrie, ook eenzijdig, is kapotgegaan en u weet wat voor gevolgen dit heeft gehad.
Misschien is er een lichtpuntje. Gisteren stond in de NRC een oproep van 80 werkgevers aan het kabinet. De natuur vormt de basis van ons bestaan. Het leefmilieu moet een hogere prioriteit krijgen. Dit is van belang voor onze toekomst, economie en welzijn. Past hierin een grote luchthaven? Zijn wij er voor de economie of is de economie er voor ons? Denk daar eens over na! Ook zonder luchthaven kan er werkgelegenheid komen in Twente.
Bezint eer gij begint! Wees wijs, stop de ontwikkeling van de luchthaven, kijk serieus naar de alternatieven! Heroverweging van standpunt getuigt van moed en is geen gezichtsverlies!
De heer Van Oosten: Voorzitter, leden van Provinciale Staten en medebewoners van het prachtige Twente. Ik heb het genoegen om u te mogen toespreken in slechts vijf minuten. Dat zou ik vanuit een aantal rollen kunnen, ik doe het niet uit de rol van econoom, maar ik heb u vorige keer ook al mogen vertellen dat naar mijn opvatting de analyses die u als grondslag gebruikt voor de verdere planvorming bedrijfseconomisch zeer slecht zijn onderbouwd. Mocht u daar een onderbouwing voor willen vinden, dan verwijs ik u graag naar een boek dat wellicht uw kinderen ook gebruiken op de middelbare school, namelijk het boek Praktische economie, waarvan ik hoofdauteur ben. Dat wordt gebruikt op havo-, vwo- en vbo-scholen en daarin worden de grondbeginselen van de economie en ook van de kosten-batenanalyse
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
40
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
eenvoudig uitgelegd. Ik verzoek u dan ook graag om daarvan kennis te nemen. Het is het best verkochte economieboek van Nederland.
Ik zal u ook niet toespreken vanuit mijn rol als ondernemer maar wil u wel zeggen dat de woorden van Job Elders mij bijzonder aanspreken. Ook ik kan u meedelen dat, mochten de plannen onverhoopt doorgaan zoals u dat op dit moment nog lijkt te willen, ook onze onderneming heeft besloten niet in Twente te blijven.
Ik wil u graag toespreken namens een grote groep bezorgde bewoners van de wijk Groot Driene. Ik heb u mogen vertellen dat wij twee weken geleden een actie zijn gestart en dat die ertoe heeft geleid dat wij in ongeveer 3,5 uur 1000 handtekeningen hebben opgehaald van bewoners die uiterst bezorgd zijn. Ik kan u vertellen dat de bezorgdheid alleen maar is toegenomen sinds het raadsbesluit van afgelopen maandag in de gemeente Enschede. U bent ongetwijfeld daarvan op de hoogte. De rol als bezorgde burger vinden wij uiterst belangrijk in onze wijk. Ik wil graag in de paar minuten die ik nog heb met u praten over de kloof die er is tussen de bezorgde burgers en de politiek.
Ik denk dat we het met elkaar eens kunnen zijn dat de Fortuynse toestanden die we hebben gehad, niet iets is waar we op zitten te wachten. En ik denk dat de meesten van u ook blij zullen zijn dat die voorbij zijn. Maar dat wil niet zeggen dat het probleem is opgelost. Als ik kijk naar datgene wat bij ons in de wijk leeft, kan ik u verzekeren dat de kloof tussen de politiek en de burgers als enorm groot wordt ervaren en dat die door de activiteiten van de gemeente Enschede alleen maar groter wordt. En ik roep u dringend op om daar als onze volksvertegenwoordiger echt kennis van te nemen. Ik wil u echt vragen of u bereid bent om niet in politiek jargon en binnen politieke kaders met elkaar te praten maar echt te proberen om de opvattingen van ons als bewoners van Twente ook politiek vorm te geven. Dus vorm geen front tegenover ons, maar probeer alsjeblieft te luisteren naar wat wij graag zouden willen als Twente en probeer dat als volksvertegenwoordiger vorm te geven. U ziet hier namens ons, wij hebben u gekozen om dat als volksvertegenwoordiger _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
41
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
vorm te geven. Wij hebben echter het gevoel dat we tegen muren oplopen, zowel in Enschede als wellicht ook bij de provincie, in plaats van dat u achter ons gaat staan en probeert vorm te geven aan wat wij graag zouden willen in Twente. En bij wat wij willen hoef ik niet al te lang bij stilstaan, want dat weet u al. Er zijn al veel sprekers voor mij geweest die dat op een prachtige manier hebben verwoord. Ik wil u echt dringend vragen: neem ons serieus!
Ik heb zes vragen aan u die u nu niet hoeft te beantwoorden, maar waar wij graag wel eens antwoord op zouden willen krijgen.
U heeft ongetwijfeld kennisgenomen van het standpunt van de gemeente Hengelo. In 2005 is daar bij meerderheid van stemmen een motie aangenomen die er op is gericht dat het aantal passagiers per jaar absoluut niet mag stijgen boven de 550.000. Een overgroot minderheid was zelfs voor sluiting van het vliegveld. Bent u bereid rekening te houden met dit standpunt dat onlangs weer in de openbaarheid is gebracht? Wat als uit uw plannen en uit de diverse scenario's naar voren komt dat het dan niet haalbaar is als wij die 550.000 niet zouden overstijgen -- dat ligt toch wel erg in de lijn der verwachtingen -- bent u dan bereid om te blijven bij het maximum dat de gemeente Hengelo heeft gesteld en dat ook bij Oldenzaal en Losser als maximum wordt gehanteerd?
Bent u bereid om af te zien van het een-tweetje wat de gemeente Enschede met u als de provincie probeert te hanteren door zich volledig te isoleren in Twente, zijn eigen gang te gaan en de lasten eenzijdig bij naburige gemeenten probeert neer te leggen?
We zijn bezig om te kijken ook met de andere bewoners van Twente of wij voordat de provinciale verkiezingen er zijn een groot maatschappelijk debat kunnen organiseren in Twente en wij zouden het zeer op prijs stellen wanneer u dit initiatief van ons zou willen steunen en als u ook bereid bent om waar dat nodig is de nodige financiën op tafel te leggen. Wij weten al dat dagblad Tubantia bereid is om eraan mee te doen en _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
42
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
wij hebben goed contact met Radio en TV Oost en wij zouden u willen uitnodigen om in een aantal sessies toe te werken naar een groot debat waarin u ons niet uitnodigt, maar waar wij u uitnodigen om met ons mee te denken wat het beste is voor Twente.
Wij hebben zo'n twee weken geleden van de heer Rietkerk begrepen dat er een grote urgentie is wat betreft het aankopen van de grond. Wij kunnen dat uiteraard niet beoordelen. Mocht dat zo zijn, dan zouden wij als bewoners een dringend beroep op u willen doen om dan die grondaankoop gezamenlijk te doen, d.w.z. om de omringende gemeentes van het vliegveld erbij te betrekken, vooraf af te zien van de bestemming om er een grootschalig vliegveld van te maken en op die manier te waarborgen
dat
datgene
wat
er
met
de
grond
gaat
gebeuren
ook
in
overeenstemming is met datgene wat als het meeste zwaar aan de behoeftekant van de bewoners van Twente leeft. Dus probeer uzelf te verenigen, probeer niet naar politieke tegenstellingen te werken, verenig u op het punt van gezamenlijke aankoop van de grond, maar geef vooraf aan dat het in ieder geval niet gebruikt zal worden binnen het kader zoals dat nu voorligt.
De voorzitter: Na deze insprekers lijkt mij dit een goed moment om even te pauzeren voor een kop koffie.
De vergadering wordt van 19.50 uur tot 20.10 uur geschorst.
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Oldenburger (ChristenUnie): Mijnheer de voorzitter. De uitgebreide en goede bespreking in de commissievergadering van 6 december kan er wat ons betreft toe leiden, dat ik aan enkele korte opmerkingen voldoende heb. De fractie van de ChristenUnie had voor die commissievergadering het voorstel bestudeerd en het standpunt ingenomen om tegen te stemmen. Een belangrijke afweging daarbij was ons eerder ingenomen standpunt van februari 2005 dat wij niet verder zouden moeten gaan met de ontwikkeling van een luchthaven in Twente. Wij vinden dat _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
43
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ongewenst en ook niet noodzakelijk, gelet op de mogelijkheden die de luchthavens van zowel FMO als Stadtlohn bieden voor burgerluchtvaart en zakenverkeer. Beide luchthavens liggen in de omgeving en kunnen voorkomen dat we gigantische investeringen moeten doen in een ontwikkeling waarvan het resultaat uiterst discutabel is. Beide luchthavens passen ook in grensoverstijgende samenwerking binnen de Euregio.
Toch heeft de bespreking van 6 december ons opnieuw aan het nadenken gezet. Daar dienen wat mij betreft commissievergaderingen ook voor. Niet dat ons standpunt met betrekking tot de onwenselijkheid van de luchthaven Twente is veranderd; ook alle inspraakreacties van de laatste dagen en ook van vanavond versterken ons in het door ons ingenomen standpunt. Maar de vraag is aan de orde of met het voorstel dat nu voorligt een kritisch beslispunt wordt overschreden dan wel of met het conceptbesluit noodzakelijke stappen worden gezet die ook zonder luchthaven genomen moeten worden. Het voorstel dat nu voorligt, is geen go-no govoorstel, hoezeer dit ook eerder dit jaar nog werd verwacht. Gedeputeerde Rietkerk gaat er nu van uit dat dit wel 2008 gaat worden.
Mijnheer de voorzitter. Wanneer mijn fractie nu, met de kennis van de discussie van 6 december naar de besluittekst in het voorstel, komt zij tot de volgende conclusies en vragen. Het eerste besluit is om kennis te nemen te nemen van de voortgang. Als voortgangsrapportage geeft het voorstel de stand van zaken weer en is als zodanig acceptabel. Tegelijk zien we dat er nog veel vragen te beantwoorden zijn en dat bleek ook in de vergadering van de commissie op 6 december.
Het tweede is een formele doorschuiving van geld. Het doorschuiven van budget is een formele zaak en wat ons betreft ook acceptabel.
Het derde besluit gaat over de MER. Met de Startnotitie MER hebben wij wat meer problemen. Immers, de basis voor de Startnotitie MER is een herontwikkeling luchthaven en daar zijn wij niet zo blij mee. Anderzijds zal er in de MER ook een _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
44
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
550.000-variant worden meegenomen, een variant die vast laat zien dat die economisch niet rendabel is. Het woord "rendabel" staat toch niet voor niets in deze startnotitie. Bovendien komt de MER nog terug wanneer wij in april 2007 de definitieve richtlijn voor de MER vaststellen. Maar de gedeputeerde zou het voor ons echter veel gemakkelijker maken om voor dit onderdeel van het besluit te stemmen als hij nu toezegt, dat in de MER ook de variant wordt meegenomen die de effecten bestudeert van het gebruik van de luchthaven FMO zonder een luchthaven in Twente.
Het vierde besluit gaat over de participatie van de grond. De gedeputeerde heeft ons overtuigd van de wenselijkheid om voorbereidingen te treffen voor participatie bij het verwerven van de gronden. Wij hebben begrepen, dat er begin 2007 een verantwoordingsvoorstel komt over de grondovereenkomst. Met het akkoord gaan met dit deel van het voorstel, zeggen we nog niet dat het verantwoordingsvoorstel, gelet op de nu nog onzekere financiële en juridische aspecten daarvan, op onze instemming kan rekenen.
De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter, collega-Statenleden. Namens de fractie van de PvdA wil ik als eerste de insprekers bedanken die vandaag de moeite hebben genomen om hun standpunt hier kenbaar te maken. De vorige week werd door een aantal insprekers dank uitgesproken voor het feit, dat Provinciale Staten het wijs vonden om de commissievergadering in Enschede te houden; ik dank hen voor hun aanwezigheid alhier in Zwolle.
Voorzitter. Uit die inspreekreacties kunnen we in ieder geval concluderen, dat het onderwerp veel reacties oplevert. Dat is natuurlijk ook niet vreemd. De PvdA-fractie is van mening, dat je dit maximaal moet faciliteren. De vorige week hebben we erover gesproken dat uit de diverse inspraakreacties bleek, dat niet altijd even duidelijk was geweest waar we nu precies staan in het proces en op welke momenten inspraak mogelijk is. Dat moet duidelijker. Dat verdient de Twentse bevolking van ons. Ook de provincie heeft daarin een rol. Ik ben uiterst content over het feit, dat ook de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
45
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Enschedese raad inmiddels een motie heeft genomen die eigenlijk een gelijke strekking heeft.
Voorzitter. Ik kom op de inhoud. Waar staan we nu? De heer Oldenburger zegt terecht dat we op dit moment over een voortgangsrapportage spreken. Er is nog geen go-no go-beslissing aan de orde, ondanks het feit dat dit eerder wel de bedoeling was. Waar we wel duidelijk iets over zeggen, is over het participeren in de aankoop van de gronden van gronden als provincie.
De heer Vruggink (GroenLinks): De heer Weijnen geeft aan, dat het hier om een voortgangsbesluit gaat maar ondertussen geeft hij in een vervolgzin ook aan, dat er wel degelijk grond wordt aangekocht. Als u goed en tussen de regels leest, ziet u dat die grond natuurlijk alleen maar wordt gekocht om een luchthaven op die plek te ontwikkelen. Ik neem aan, dat de PvdA zich daarvan wel bewust is. In die zin is het dus wel degelijk een go-besluit in een bepaalde zin.
De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter. Ik ben het hartgrondig oneens met wat door de heer Vruggink wordt ingebracht. Ik zal er later in mijn betoog op terugkomen.
Voorzitter. Eigenlijk maakt de voortgangsrapportage één ding heel erg duidelijk en dat en dat is dat we heel veel nog niet weten. Er is nog heel veel onduidelijkheid over de milieueffecten van een eventuele doorstart van de luchthaven, zowel op het gebied van geluid als van de luchtkwaliteit maar ook andere zaken. Er is bijzonder weinig duidelijk over de werkgelegenheidseffecten die een eventuele doorstart met zich meebrengt. De effecten voor de omwonenden zijn nog onduidelijk en ook de effecten op de toeristische sector zijn niet voldoende in beeld. Maar er zijn ook nog andere vragen. Wie gaan bijvoorbeeld opdraaien voor die 40 mln. aanloopverliezen die uit het ADECS-rapport blijken?
Mevrouw De Greef-Moes (D66): De heer Weijnen heeft het over onduidelijkheden maar een aantal dingen is ook heel duidelijk, bijvoorbeeld dat de 550.000 passagiers _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
46
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
niet haalbaar is. Dat het hele voorstel niet rendabel is, is ook heel duidelijk. Wilt u daar ook op ingaan?
De heer Weijnen (PvdA): U spreekt nu twee zinnen achter elkaar uit die naar mijn idee niet consistent met elkaar zijn. Het is inderdaad uit de referentie business case duidelijk geworden, dat een doorstart met 550.000 passagiers per jaar niet rendabel zal zijn. Dat ben ik met u eens. Maar dat betekent niet -- en dat is uw tweede zin -dat dan geen enkele variant meer haalbaar is. Dat staat niet in dat rapport, tenzij u een ander rapport hebt gelezen dan ik.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Mag ik u herinneren aan uw eigen motie -- de motie Weijnen/Welten -- waarin een van de voorwaarden is, dat verder mag worden gegaan op basis van 550.000 passagiers.
De heer Weijnen (PvdA): Dat staat niet in de motie!
Mevrouw De Greef-Moes (D66): De motie is gebaseerd op het eerste besluit van de raad van Enschede. Daarop hebben Provinciale Staten vervolgens hun eigen besluit gebaseerd en uw motie is weer een vervolg daarop. In feite is uw motie gebaseerd op het eerste besluit van de raad van Enschede.
De heer Kerkdijk (CDA): Voorzitter. Ik zou graag ingaan op de opmerking van mevrouw De Greef.
De voorzitter: Zij is geen spreker op het ogenblik!
De heer Weijnen (PvdA): Maar ik sta het wel toe!
De heer Kerkdijk (CDA): Voorzitter. Ik vind het heel bijzonder dat hier een uitgangspunt van een motie die in Enschede is aangenomen als maatgevend voor een motie van Provinciale Staten wordt genomen. Dat kan er bij mij niet in. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
47
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Dat is niet het uitgangspunt van de motie van Enschede. Het is de motie-Welten/Weijnen, die is aangenomen op basis van het besluit van Provinciale Staten van 2 februari 2005. Wij hebben ons besluit gebaseerd op het besluit van Enschede. Dat zijn de besluiten die genomen zijn. Kijkt u het besluit er maar op na; ik zal het dadelijk nog even opzoeken.
De heer Kerkdijk (CDA): Ruim binnen de vergunde geluidscontouren!
De heer Weijnen (PvdA): Ik wil nog een laatste reactie geven. Ik hoef mevrouw De Greef niet uit te leggen, dat de provinciale overheid en de gemeente Enschede in dezen een totaal andere verantwoordelijkheid hebben en ook over totaal andere zaken beslissen. In die zin wens ik niet onze motie geïnterpreteerd te zien in de zin, dat wij Enschede na-apen. Ook onze inhoudelijke inbreng is een geheel andere.
Voorzitter. Ik vervolg mijn verhaal en kom terug op de vraag wie voor de 40 mln. aanloopverliezen zullen opdraaien. Daar is nog geen duidelijkheid over. Er is ook geen duidelijkheid over of überhaupt marktpartijen bereid zijn om zich in de doorstart van een luchthaven te storten. Kortom, heel veel vragen, vragen die op dit moment niet beantwoord kunnen worden maar die wel beantwoord zullen moeten worden. De MER en de maatschappelijke kosten-batenanalyse, waarover we vanavond wel besluiten, kunnen daarvoor in ieder geval wel een deel van de antwoorden leveren.
Ten aanzien van de maatschappelijke kosten-batenanalyse geeft u in het voorstel enigszins cryptisch weer, dat u in de analyse niet alleen wilt kijken naar een scenario met een relatief grote luchthaven maar ook naar andere scenario's. Namens de PvdA spreek ik uit, dat wij dat van harte met u eens zijn en dat wij ook graag zien dat daar ook andere varianten, in ieder geval ook een variant zonder luchthaven, duidelijk aan bod komen.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
48
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Voorzitter. Ik heb er behoefte aan om namens de PvdA op twee punten ons standpunt nog wat te verduidelijken, omdat ik uit de inspraakreacties merk dat daar behoefte aan is. De PvdA heeft samen met het CDA en allen die de motieWelten/Weijnen hebben ondersteund, uitgesproken dat wij als provincie geen financiële bijdrage zullen leveren aan de exploitatie van een luchthaven. Waar hebben we het dan over bij "exploitatie"? Zeker in reactie op de woorden van de heer Finkers zeg ik, dat je het bij exploitatie inderdaad ook over de grond hebt. Ik heb dat namens de PvdA de vorige week ook ingebracht. Als besloten zou worden of het voornemen zou zijn om de grond om niet -- dus voor niets -- aan een eventuele luchthavenexploitant ter beschikking te stellen, dan beschouwt de PvdA dat als een bijdrage in de exploitatie van die luchthaven. Dat geldt dus ook voor bijvoorbeeld de bouw van een terminal. Over die 40 mln. aanloopverliezen uit het ADECS-rapport, in ieder geval in het Enschedese raadsvoorstel waarover we vanavond niet spreken, bestaat onduidelijkheid. Dat wordt wel “infrastructuur" genoemd; van mij mag dat "infrastructuur" worden genoemd maar dan wel infrastructuur waar de exploitant verantwoordelijk voor is en dus waar de provincie Overijssel, wat de motie betreft, niet aan meebetaalt.
Het tweede punt dat ik wil verduidelijken -- voordat de heer Vruggink mij interrumpeert -- is dat het voorstel suggereert, dat er overeenstemming bestaat over de 60 ha. bedrijventerrein. Ik hecht eraan te melden, dat de PvdA in ieder geval niet per definitie voor de ontwikkeling van dat bedrijventerrein is als de doorstart van de luchthaven om wat voor reden niet door mocht gaan.
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik heb eigenlijk twee interrupties. De eerste is naar aanleiding van de uitspraak, dat als de grond om niet wordt doorgeleverd aan de potentiële exploitant van de luchthaven dit door de PvdA-fractie wordt gezien als een bijdrage in de exploitatie. Dat houdt dus in, dat die grond dus gekocht moet worden als die door de provincie is verworven. Die zou dus verkocht moeten worden aan de exploitant van de luchthaven?
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
49
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Weijnen (PvdA): Daarvoor bestaan varianten er tussenin, mijnheer Vruggink! Ik noem bijvoorbeeld een erfpachtconstructie die ook het voordeel met zich brengt dat je meer invloed blijft houden op het gebruik van die grond.
De heer Vruggink (GroenLinks): Kortom, u gaat nu schuiven in de intentie van de motie om uiteindelijk toch tot uw oordeel te kunnen komen!
De heer Weijnen (PvdA): Mijnheer Vruggink, ik wil best een debat met u voeren maar dan wel op basis van feiten. Luistert u dan in ieder geval ook serieus naar mijn reactie. Ik geef u aan, dat er een variant bestaat waarin je als overheid gratis de grond ter beschikking stelt. Dat past niet in het kader van de motie. Klip en klaar! Er bestaat ook een variant, waarin grond aan marktpartijen wordt verkocht. Ik zal later aangeven, dat ook dit niet wenselijk is wat de PvdA betreft. Dat staat overigens ook in dezelfde motie. De variant die dus wel aan de orde is, is een eventuele erfpachtconstructie, waarbij een exploitant van een luchthaven die gronden van de overheid kan huren en -- nogmaals -- met het voordeel dat die luchthaven daar wel voor moet betalen, net zoals iedereen die een onderneming wil starten moet betalen voor de gronden die hij daarvoor gebruikt. Het tweede voordeel is dat je als overheid ook nog eens veel meer invloed hebt op de aanwending van die gronden.
De heer Vruggink (GroenLinks): Omdat u aangeeft dat het geen exploitatiesubsidie mag zijn, moeten de gronden tegen een marktconforme prijs verpacht c.q. verhuurd worden?
De heer Weijnen (PvdA): Dan krijg je de discussie over de vraag wat marktconform is. Dan komen we op een later moment ongetwijfeld weer tegenover elkaar te staan.
De heer Vruggink (GroenLinks): Daar komen we inderdaad op een later moment op terug, want daar wil ik het inderdaad nu ook niet over hebben. Dat neemt niet weg, dat het volgens het ADECS-rapport never nooit renderend is te krijgen als er kosten gemaakt moeten worden door de exploitanten om die luchthaven in de benen te _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
50
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
krijgen.
Het
kan
alleen
als
de
aanloopkosten,
de
grondverwerving,
de
luchthaventerminal en de infrastructuur voor rekening komen van een overheid -- of dat de provincie is, de gemeente of het Rijk is in dit geval niet relevant -- want alleen dan is er mogelijkerwijze in 2020 kans op een breakeven point.
De voorzitter: Uw interruptie is meer een betoog dan een interruptie. Zou u een interruptie ook als interruptie willen hanteren en kort en bondig willen formuleren?
De heer Vruggink (GroenLinks): Goed! Ik probeer hiermee aan te geven dat de exploitanten nooit een renderende luchthaven zullen krijgen als die kosten voor hun rekening komen. Daarmee kom ik op het andere punt van de motie, namelijk dat de provincie niet meewerkt als er geen bedrijfseconomisch sluitende exploitatie te krijgen is.
De heer Weijnen (PvdA): De heer Vruggink geeft perfect aan waarom bijvoorbeeld die invulling van de 40 mln. aanloopverliezen ontzettend relevant is. Wij als provincie betalen niet mee; dat is inmiddels wel duidelijk. Of anderen in dat gat willen springen, is hun verantwoordelijkheid in dezen.
Voorzitter. Ik ga verder met de participatie en de aankoop van gronden. Dat is wel een belangrijk principebesluit. De PvdA is voor participatie in de aankoop als provincie. Dat is, zoals ik zojuist al zei, conform de motie die eerder is aangenomen door deze Staten. We doen dat vooral om te voorkomen, dat die grond in handen komt van projectontwikkelaars. We hebben daar de vorige week een beetje een discussie over gehad, maar het mag in ieder geval duidelijk zijn, dat de provincie meer invloed heeft als die grond in overheidshanden is dan in handen van een projectontwikkelaar. In die zin ben ik overigens ook blij -- laat ik dat ook even uitspreken -- dat de ChristenUnie die argumenten de vorige week gehoord heeft en op dat punt het voorstel nu ook onderschrijft. Ik ben benieuwd of dat ook voor de D66-fractie geldt maar dat zal later blijken.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
51
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Oldenburger (ChristenUnie): Wij hebben het besluit goed gelezen, mijnheer Weijnen, en daarin staat: "in te stemmen met het voorbereiden van een participatie". Ik heb ook in mijn bijdrage aangegeven, dat ik het verantwoordingsverhaal dat de gedeputeerde heeft aangekondigd nog wel even wil zien, want daar zullen als het goed is behalve financiële ook juridische aspecten in staan. Het is volstrekt onduidelijk welke constructies worden gehanteerd. Als de heer Weijnen nu zegt daarvoor te kiezen, loopt hij wat mij betreft wel even voor de muziek uit!
De heer Weijnen (PvdA): Het spijt me dat ik daarover dan onduidelijkheid heb laten bestaan, want de heer Oldenburger en de PvdA-fractie zijn het hartgrondig met elkaar eens! Ik wilde zojuist vertellen, dat ook hier geldt dat we nog niets weten over de prijs en hoe die samenhangt met een eventuele bestemming van die gronden.
We weten ook nog niets over de sanering van de bodemvervuiling en we weten ook nog niets over de bestuurlijke constructie waarvoor zal worden gekozen. Met betrekking tot dat laatste wil ik in ieder geval melden, dat de PvdA zeer kritisch staat ten opzichte van een eventuele PPS-constructie waarvan in ieder geval in Enschede wel sprake is. Hier in de Staten nog niet officieel, maar het speelt dus wel. Nogmaals, daar zijn wij zeer kritisch over. Met de heer Oldenburger zijn wij dan ook van mening dat wij een en ander opnieuw zullen beoordelen tegen de tijd dat GS met een duidelijk voorstel komen.
De heer Kerkdijk (CDA): Voorzitter. Voor ons ligt het voorstel Gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omgeving. Namens de CDA-fractie moet ik zeggen, dat wij liever zouden spreken over een gebiedsontwikkeling stedendriehoek EnschedeHengelo-Oldenzaal. Ik ben het eens met de eerste inspreker, de heer Korstanje, die aangaf dat deze uitwerking, die overigens wat ons betreft een voortgangsrapportage is, in ieder geval een doorkijk biedt in een ontwikkeling van het gebied tussen de drie Twentse steden die voor de langere termijn ook voor het gebied zelf van wezenlijk belang zijn. Het is goed dat wij met hulp van de belangengroeperingen die hebben
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
52
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ingesproken diepgaand over deze problematiek en de uitdaging in het voorstel en in het vervolg op het voorstel kunnen spreken.
Helaas is het een voortgangsrapportage -- ik ben dat eens met de vorige sprekers -en geen go-no go. Wij weten dat het college ook nu graag een go-no go voor had liggen, maar dit is niet mogelijk door allerlei ontwikkelingen gezien vanuit een wettelijk perspectief alsook onduidelijkheden in het dossier. We stellen het echter zeer zeker op prijs dat we nu deze voortgangsrapportage voor ons hebben liggen.
De communicatie vormt een probleem. Ook vanavond hebben wij weer met belangstelling kennis genomen van het inspreken van de belangengroeperingen. Ook wij krijgen het gevoel dat die belangengroeperingen en hun stem tegen het vliegveld steeds groter worden. Wij hebben dat de vorige week woensdag ook al aangegeven. Dat zou wel eens het gevolg kunnen zijn van enerzijds een informatievoorsprong
bij
bestuurders
en
de
politiek
en
anderzijds
een
informatieachterstand bij de burgers. Wellicht wordt dit ook veroorzaakt door een verschillende interpretatie van de informatie. Een voorbeeld daarvan hoorde ik vanavond in de inbreng van de heer Van Oosten, die aangaf dat er in de raad van Hengelo een motie was aangenomen die duidelijk sprak over 550.000 passagiers. Ik heb dat deel van het dossier niet bij me, maar ik heb inmiddels twee mappen vol met achtergrondmateriaal en volgens mij staat daar ook in, dat de uiteindelijke ontwikkeling ruim binnen de vergunde geluidscontouren moet plaatsvinden. Je kunt er heel veel discussie over voeren en er is heel veel informatie maar de toegankelijkheid tot de informatie is op dit moment toch wel onvoldoende.
De heer Vruggink (GroenLinks): De heer Kerkdijk gaf aan, dat er mogelijk een informatieachterstand is bij bijvoorbeeld de tegenstanders. Ik heb zojuist de insprekers goed gehoord en ik heb de indruk dat zij juist een informatievoorsprong hadden op heel veel politici in deze zaal.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
53
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Kerkdijk (CDA): Ik ben het volledig met u eens dat de kwaliteit van de inbreng van een hoog gehalte is. Ook dat hebben we de vorige week woensdag laten doorklinken. Wat dat betreft, is het uitstekend om uit de brij van informatie deze standpunten te destilleren. Dat we het, zoals ik de vorige week ook heb gezegd, inhoudelijk op een aantal punten niet met elkaar eens zijn, zal duidelijk zijn maar het is ieder geval goed dat we op een gelijke basis met elkaar over kunnen discussiëren. Ook die uitdaging zullen we in de komende periode graag oppakken. Wij willen de burger serieus nemen; dat doen wij altijd maar ook in dit dossier. Dat leidt dan niet tot onduidelijkheden aangekondigd
of
dat
tegenstrijdigheden het
college
samen
in
informatie.
met
de
De
vorige
gemeente
week
Enschede
is een
informatiefolder uitbrengt. Wij pleiten ervoor dat dit soort informatie steeds vaker in de richting van de omgeving en de regio gaat, met name nu de provincie een duidelijke rol krijgt in het kader van de MER.
We zullen het college ook oproepen om meer vitaliteit te stoppen in de coalitie met de gemeente Enschede, want het moet ook ons van het hart dat de informatie van de gemeente Enschede leidt tot informatieonduidelijkheid. Dat loopt ons voor de voeten en wij verzoeken het college daar nadere aandacht aan te schenken.
Alles overziend, kunnen we toch zeggen dat we het over meer dingen eens zijn dan oneens. Ook dat heb ik de vorige week gezegd maar ik wil dat nogmaals benadrukken. We zijn het eens over het wonen, het werken en over het recreëren in de nu voorliggende gebiedsontwikkeling. We zijn het oneens over het vliegveld. Dat zal duidelijk zijn, in ieder geval in de huidige situatie. De interpretatie van de belangengroep van de motie-Welten/Weijnen is, dat er nooit een vliegveld komt als de motie wordt uitgevoerd, dat is niet onze interpretatie. Onze interpretatie en onze bedoeling van de motie is, dat alle wegen en alle mogelijkheden onderzocht worden. Daarbij doel ik op de bedrijfseconomische sluitende exploitatie met alle problematiek die erachter speelt, op een provinciale bijdrage aan de exploitatie die wat ons betreft nog steeds niet aan de orde is, op beperking van de geluidsbelasting binnen de huidige vergunde geluidscontouren -- op dit moment nog steeds niet duidelijk, maar _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
54
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
dat zal uit de MER duidelijk worden -- en op een samenwerking met FMO. Die samenwerking is onderzocht, maar daar blijken helaas geen resultaten uit voort te komen. We hebben het ook over tegengaan van verkoop aan publieke partijen. Dat is nu ook aan de orde en wat dat betreft, moet ik toch zeggen dat de ingeslagen weg door het college onze instemming kan hebben. We willen er daarbij nog de nadruk op leggen, dat voorgestelde maatschappelijke kosten-batenanalyse wat ons betreft een wezenlijk onderdeel van de toekomstige besluitvorming moet zijn. Overigens is die maatschappelijke kosten-batenanalyse als een van de randvoorwaarden opgenomen in ons verkiezingsprogramma.
De voorzitter: Even voor de correctheid van de notulen: ik had de indruk dat u zich versprak toen u het had over het tegengaan van verkopen aan publieke partijen.
De heer Kerkdijk (CDA): Private partijen!
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Voorzitter. De heer Kerkdijk sprak zojuist over het verkiezingsprogramma. Onlangs zag ik in de krant de slogan van de lijsttrekker van het CDA: "Mensen maken het verschil" met als korte toelichting, dat het CDA een vitaal en mooi Overijssel wil waarin gemeenschapszin, duurzaam en leefbaar centrale thema's zijn. Kan ik dit rijmen met een vliegveld? Hoe rijmt de heer Kerkdijk dat met een vliegveld middenin Twente?
De heer Kerkdijk (CDA): U gaat er daarbij van uit, dat er een vliegveld komt!
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Zo lang u zegt dat we steeds verder doorgaan, neem ik aan dat u dat nog steeds graag wilt. Voor D66 is de grens namelijk onderhand bereikt.
De heer Kerkdijk (CDA): U hebt gelezen waar dit voorstel over gaat en wat ons wordt gevraagd om mee in te stemmen?
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
55
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Wij hebben het voorstel goed gelezen, ja!
De heer Kerkdijk (CDA): Staat erin, dat wordt ingestemd met het doorstarten van een vliegveld?
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Nee, maar het is wel weer een stapje verder en we nemen steeds beslissingen op luchtfietserij! En dat is volgens mij het enige wat in de lucht blijft hangen in Twente. Een fiets en voor de rest geen vliegtuig!
De heer Kerkdijk (CDA): Dan wil ik het voor u nogmaals herhalen: bij een mogelijke doorstart van het vliegveld Twente zal wat ons betreft de motie-Welten/Weijnen -- die overigens in deze Staten op 15 februari 2005 mede door uw fractie werd aangenomen -- het meetpunt zijn.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): U geeft zelf aan, dat het niet rendabel is, dat de geluidscontouren helemaal niet duidelijk zijn …
De heer Kerkdijk (CDA): Het is niet aan ons om te bepalen of het niet rendabel is en er wordt onderzocht hoe het zit met de geluidscontouren!
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Hoe lang wilt u nog doorgaan om te onderzoeken of het rendabel is? Er wordt namelijk wel steeds geld in gepompt. Daar gaat het ons ook om. Het is wel ons gemeenschapsgeld!
De heer Weijnen (PvdA): Ik wil een interruptie plaatsen aan het adres van de heer Kerkdijk en daarmee indirect ook naar mevrouw De Greef. Juist de zaken die de heer Kerkdijk aan de orde stelt, moeten verduidelijkt worden door het uitvoeren van de milieueffectrapportage. Dat rijmt toch niet met elkaar? Mevrouw De Greef spreekt over luchtfietserij en zegt dat de gegevens niet voldoende beschikbaar zijn, met name op het gebied van milieueffecten en geluidsbelasting. Heel concreet wordt
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
56
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
vervolgens voorgesteld een MER op te stellen en daar is zij het dan niet mee eens. Dat kan ik echt niet met elkaar rijmen!
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Dat heb ik niet gezegd. Ik ben het best wel eens met het opstellen van een milieueffectrapportage, maar niet alleen voor het vliegveld! Duidelijk ook voor alternatieven!
De heer Vruggink (GroenLinks): Voorzitter. Aan het adres van de heer Weijnen: een milieueffectrapportage wordt opgesteld als er een plan ligt of er een intentie is. Die intentie mag duidelijk zijn -- want daar gaat de MER-startnotitie ook op in -- en dat is wel degelijk het onderzoeken van de luchthaven. Andere alternatieven komen er niet eens in aan bod. In die zin wordt er dus wel degelijk ingespeeld op de ontwikkeling van een luchthaven.
De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter! Ik ben blij dat de heer Vruggink de opmerking van mevrouw De Greef beantwoordt waarom in die MER inderdaad van een eventuele doorstart van de luchthaven wordt uitgegaan. In een MER wordt inderdaad maar van één ontwikkeling uitgegaan, anders kan je er geen MER van maken. Daarom is die maatschappelijke kosten-batenanalyse een heel andere!
De voorzitter: De heer Kerkdijk vervolgt nu zijn betoog!
De heer Kerkdijk (CDA): Dank u, voorzitter. Ik wil nog een inhoudelijke opmerking maken over de geluidsbelasting. Door met name de buurtraad Zuidberghuisen, Oldenzaals Belang en Groot Driene is diverse malen gewezen op een grote geluidsbelasting voor vooral deze wijken die onder de aan- en afvliegroute van het vliegveld liggen. Ik heb inmiddels begrepen, dat daarmee in de startnotitie MER rekening wordt gehouden door bijvoorbeeld alternatieve aan- en afvliegroutes te onderzoeken. In dat kader kan mijns inziens ook een opmerking worden meegenomen die de vorige week door enkele insprekers werd gemaakt: wordt Enschede, het vliegveld Twente nu niet het toekomstig afvalputje van Schiphol, _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
57
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Eindhoven en Rotterdam? Ik zou het college willen meegeven om het gegeven eens mee te nemen of bepaalde types vliegtuigen via vergunningvoorschriften kunnen worden geweerd. Die suggestie werd de vorige week ook gedaan. Dat is mogelijk in het kader van de Wet regionale burger- en militaire luchthavens.
Voorzitter. Wij zijn het dus eens met de vraag in het voorstel om in te stemmen met het voorbereiden van de participatie door de provincie en de gemeente Enschede in de verwerving van de terreinen van Defensie. Daarbij gaan wij er wel vanuit, dat we het over schone grond hebben. Nogmaals, ik wil daar nog wel graag een bevestiging van krijgen. Bij de definitieve besluitvorming blijven natuurlijk vragen bestaan die dan beantwoord zullen moeten worden: hoe zit het met de aankoopprijs, is er straks sprake van een gemeenschappelijk grondbedrijf? We hebben er de vorige week ook een aantal gehoord, maar die komen bij de definitieve besluitvorming aan de orde.
Wij zijn het ook eens met het verdere onderzoek naar de doorstart van het vliegveld Twente,
waarvoor
de
MER
en
de
maatschappelijke
kosten-batenanalyse
noodzakelijk zijn. Om die reden zijn we het dan ook eens met de verdere voorbereiding. Wat dat betreft, kan een en ander gestart worden. Wij kunnen ook overigens instemmen met de twee andere in het dictum genoemde punten.
We hebben dat in de afgelopen maanden vaker gedaan, maar nogmaals dagen wij partijen in de markt ook vanaf deze plek uit om op korte termijn hun concrete commitment ten aanzien van het vliegveld uit te spreken. Als die er niet is, dan ben ik het volledig eens met alles wat zo-even is gezegd door de insprekers: dan komt er gewoon geen vliegveld.
De heer Oldenburger (ChristenUnie): Voorzitter. Ik mis één element in het betoog van de heer Kerkdijk. Hij begon te zeggen dat hij liever sprak over de gebiedsontwikkeling Twente. Ik ben dat met hem eens. Zowel door de heer Weijnen als door mij is ervoor gepleit om die MER wat te verbreden, bijvoorbeeld door een
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
58
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
variant daarin te betrekken waarin de FMO in beeld is en zonder luchthaven in Twente. Voelt de CDA-fractie er ook voor om dat te verbreden?
De heer Kerkdijk (CDA): In de startnotitie wordt gezegd, dat na afloop van de MER het meest milieuvriendelijke alternatief wordt bekeken. Dat is een belangrijk gegeven in het kader van de MER. De discussie over de vraag of daarbij hoort een onderzoek FMO of een onderzoek naar zelfs geen luchthaven -- wat abusievelijk in de media werd genoemd als een besluit dat in Enschede zou zijn genomen dan wel een wens die in Enschede leeft, wat echter niet het geval blijkt te zijn -- moet mijns inziens worden doorgeschoven totdat de MER is uitgevoerd. Daarna kunnen we de vraag beantwoorden wat het meest milieuvriendelijke alternatief is.
De heer Oldenburger (ChristenUnie): Dat lijkt mij me toch merkwaardig, want je zou nu toch kunnen uitspreken dat je dat als variant in de studie mee zou willen nemen!
De heer Kerkdijk (CDA): De nuloptie komt in de maatschappelijke kostenbatenanalyse aan de orde en is daar in de brede zin veel beter op zijn plek.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Een nuloptie kan iets anders zijn dan de meest wenselijke variant voor het vliegveld.
De heer Kerkdijk (CDA): Volgens mij staat in het voorstel dat in de maatschappelijke kosten-batenanalyse ook de optie "geen vliegveld" meegenomen in het onderzoek. Dat is niet de MER. Dat klopt. In de MER, in de startnotitie staat, dat het meest milieuvriendelijke alternatief op enig moment in de MER of bij afronding van de MER zal worden vastgesteld.
De heer Sijbom (VVD): Voorzitter. Voor ons ligt het voorstel over de gebiedsontwikkeling Luchthaven Twente en omgeving. Afgelopen woensdag is het stuk in Enschede al uitgebreid aan de orde geweest in de daar gehouden commissievergadering. Ook is diezelfde avond en ook nu weer veel ruimte gegeven _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
59
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
aan verschillende insprekers. Daarnaast heeft ook de schrijvende pers de laatste weken veel aandacht besteed aan de toekomst van de luchthaven. Voeg daarbij de bijdragen van de verschillende fracties uit deze Staten en je zou tot de conclusie kunnen komen, dat we niet alleen de vliegbasis moeten sluiten maar ook de burgerluchthaven. De opmerking "negen van de tien" van de heer Finkers herken ik dus volkomen.
Dat is toch wel vreemd want momenteel functioneert er onder de vlag van burgermedegebruik een volwassen luchthaven. Het niet benutten van die bestaande faciliteiten is naar de mening van de VVD een enorme kapitaalvernietiging. Elders in Nederland kunnen ze alleen maar dromen van een dergelijke voorziening. De vraag is dan ook feitelijk of we deze voorziening gaan sluiten dan wel of we deze voorziening ruimte voor verdere ontwikkeling geven en, zo ja, onder welke voorwaarden.
De discussie afgelopen woensdag kende feitelijk drie insteken. De eerste was de vraag of er voldoende wordt gecommuniceerd met de omgeving. Daarbij ging het vooral over de sluipendheid van de besluitvorming. Ik heb toen uit de bijdrage van de heer Rietkerk en ook nog deze week begrepen dat men daar aandacht aan wil besteden. De tweede insteek was de vraag of we een doorstart willen. Maar daar ging het Statenvoorstel helemaal niet over! De derde was de vraag of de provincie wil participeren in de verwerving van een Defensieterrein. En daar ging het nu juist wel over, althans in het voorbereiden van die participatie.
Zoals gezegd, heel veel woorden werden besteed aan de mogelijke doorstart van de burgerluchtvaart in Twente. De VVD krijgt daarbij het gevoel "niet doen, die doorstart!" Maak er een mooie tuin van; Twente als openluchtmuseum. Wij moeten daar in ieder geval niet aan denken. Alsof we geen punt maken van het verlies van de 2.500 arbeidsplaatsen in Twente!
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
60
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Welnu, de VVD doet dat laatste nu wel. Wij vinden het van belang, dat er wat wordt gedaan aan het verlies van werkgelegenheid en in de onderhandelingen met het Rijk moet en is dat zeer nadrukkelijk aan de orde gekomen en moet daar ook aandacht voor zijn. Twente moet een stap voorwaarts kunnen maken en wat de VVD betreft, moet de herontwikkeling van het gebied leiden tot het opstarten van de nieuwe economische motor voor Twente.
De heer Vruggink (GroenLinks): De heer Sijbom zegt in één adem, dat de ontwikkeling van de luchthaven en bedrijvigheid tot werkgelegenheidsgroei leidt. Ik heb zojuist een heel ander verhaal gehoord van Job Elders, namelijk dat juist de luchthaven leidt tot vertrek van werkgelegenheid en het terugkomen van laagwaardige werkgelegenheid die weinig invloed heeft op de economische factor in Twente!
De heer Sijbom (VVD): Ja, ik heb die mening hier ook beluisterd. De VVD-fractie deelt die echter niet.
De heer Vruggink (GroenLinks): U hebt meer verstand van bedrijfsvoering dan de directeur van een nanotechnologisch bedrijf, begrijp ik?
De heer Sijbom (VD): Ik zie het meer als een dreigement. Ik heb het argument twee keer gehoord vanavond: als de luchthaven er komt, vertrekken wij. Ik moet u eerlijk zeggen, dat ik dit een merkwaardige benadering vind. Wij kijken daar in ieder geval totaal anders tegenaan. Dat wil overigens niet zeggen, dat wij geen oog hebben voor het milieu. Daarvoor is nu juist dat MER-onderzoek nodig. Daarna komt pas de afweging evenals de afweging over het dragen van de aanloopkosten. De VVD is het ermee eens, dat daarvoor een zorgvuldige besluitvorming noodzakelijk is.
Om daarvoor de randvoorwaarden te creëren, is het van belang dat de overheid een grondpositie heeft. En daarover gaat het vandaag vooral. Willen we dat de provincie samen met de gemeente Enschede de Defensiegronden aankoopt? Het antwoord _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
61
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
van de VVD op die vraag is kort en bondig: ja, dat willen wij. Tot welke omvang is echter een vraag die nog niet is te beantwoorden. Wij gaan ervan uit, dat ons deze vraag zo spoedig mogelijk na het afronden van de onderhandelingen wordt voorgelegd.
De VVD is dus akkoord met het voorliggende voorstel, met verwijzing naar de in de commissie gemaakte opmerkingen over de startnotitie voor de MER en de te verwachten bodemsaneringen. Er komt overigens van een van de leden van de fractie een stemverklaring met betrekking tot de inhoud van de startnotitie.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Voor ons ligt een voorstel dat, zoals ik de vorige week van de gedeputeerde heb begrepen, geen echt voorstel is. Voor ons ligt dus een voortgangsrapportage waar geen voortgang in staat maar waar wel een besluit over moet worden genomen. Anders hadden we het vanavond niet op de agenda staan. Snapt u het? Ik mis de boot hier.
Tijdens de commissievergadering van de vorige week heb ik al gezegd, dat dit voorstel een grote gelijkenis vertoont met een Sinterklaassurprise: een mooie verpakking, geen inhoud en veel lucht. Gedeputeerde Rietkerk heeft mij toen verzocht om toch nog eens beter in de surprise te kijken om te zien of er niet toch een boodschap in zat. Wel, dat heb ik de afgelopen week gedaan, maar helaas, ik heb geen andere kunnen vinden dan "we gaan maar gewoon door met het vliegveld en we kijken wel waar het schip strandt".
D66 concludeert, dat een groot aantal van ons rapporten en reacties van mensen die erop wijzen dat een vliegveld binnen de door ons gestelde voorwaarden niet levensvatbaar is, niet serieus neemt en dit op het gevaar af, als overheid niet meer als betrouwbaar te worden gezien. Wat de D66-fractie dan ook heel erg stoort, is dat we als politiek blijven roepen dat de kloof tussen burger en politiek te groot is. Tja, hoe zou dat nu toch komen!
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
62
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
We hebben evenals vorige week weer naar heel veel insprekers kunnen luisteren en daarnaast via de post of mail reacties van burgers en instellingen kunnen lezen. Deze reacties staan allemaal bol van de argumenten om te concluderen, dat er voor de luchtvaart in Twente geen plaats is.
Een tegenargument is de werkgelegenheid en dat kan dan ook nog niet eens goed onderbouwd worden, gelet op de wisselende cijfers. Bovendien, wat te denken van het mogelijke banenverlies? Dat is ook al eerder genoemd vanavond, ook in de toeristische sector in verband met de verzwakking van ruimtelijke kwaliteit en natuur. Ook kan niet meer geld worden gestoken in het verder verbeteren van het Business & Science Park en het stimuleren van de koppeling zorg en techniek, om maar wat te noemen, omdat al het geld naar het vliegveld en infrastructurele maatregelen gaat.
Dan nog een ander punt. In oktober hebben we met de fractievoorzitters in het kader van de internationalisering een bezoek gebracht aan Polen en Berlijn. Bij een soort evaluatie op de terugweg bleek het enthousiasme voor internationalisering te zijn toegenomen. We waren zelfs verontwaardigd over onze ambassadeur in Berlijn, die opmerkte dat een samenwerking met Noordrijn Westfalen niet zo veel te bieden had, terwijl wij toch van mening waren dat dit juist het achterland voor Twente is en een doorgang voor de handel naar Oost-Europa. Ik begrijp nu inmiddels, dat het enthousiasme voor een concrete samenwerking met onze Oosterburen bij een aantal Statenleden weer heftig is getemperd en dat Flughafen Münster-Osnabrück als concurrent wordt gezien wat betreft de werkgelegenheid. Dames en heren! We hebben het over samen en werken! Wees toch niet zo bang, heb nou vertrouwen in die Euregio en durf over de grenzen heen te kijken!
Ik heb ooit scheikundelessen gehad van de heer Van Giessen, een wat oudere, rustige man en een geweldige leraar. Misschien heb ik in dezelfde klas gezeten als die meneer die zojuist ook heeft gesproken, want hij begon zijn les altijd met "bezint eer gij begint". Hij vervolgde echter met "en als gij begint, bezint dan nog". Halverwege de proefjes kwam hij meestal naar mij toe, voordat ik de boel tot _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
63
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ontploffing had kunnen brengen, want scheikunde was niet mijn sterkste vak. Hij fluisterde dan in mijn oor "beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald". Als ik dan stopte en een net verslag indiende, kreeg ik toch een voldoende. De wijze lessen van de heer Van Giessen zou de D66-fractie ook graag met betrekking tot de gebiedsontwikkeling vliegbasis Twenthe en omgeving toegepast willen zien. Daarom dienen wij samen met GroenLinks een motie in waarin wij het college van Gedeputeerde Staten van Overijssel opdragen alsnog een onderzoek te starten naar de alternatieven met betrekking tot de meest gewenste kwalitatief goede en duurzame ruimtelijke invulling van de vliegbasis en omgeving en deze onder andere te betrekken bij de milieueffectrapportage en bij de maatschappelijke kostenbatenanalyse.
Daarnaast wordt ons als Provinciale Staten verzocht om in te stemmen met het voorbereiden van participatie door de provincie in de verwerving van de terreinen die Defensie afstoot. Daarover het volgende. Enige maanden geleden is de motie over het grondbeleid van D66 aangenomen in de Staten. Uitgangspunt voor D66 is dat het voor de provincie mogelijk moet zijn om gronden te verwerven, zodat integrale gebiedsontwikkeling, waarbij burgers nauw betrokken moeten worden mogelijk gemaakt kan worden. Dit zou wat ons betreft ook voor de grondverwerving in Twente moeten gelden. Echter, de D66-fractie is van mening dat het verwerven van de grond te veel gericht is op de doorstart van de burgerluchthaven en het ontwikkelen van bedrijventerreinen. Daarmee wordt wat ons betreft niet voldaan aan de voorwaarde "integrale gebiedsontwikkeling", te meer daar het -- zoals ik hiervoor al heb genoemd -- zeker niet vaststaat of de in het voorstel aangegeven gebiedsontwikkeling wel de meest gewenste ruimtelijke kwaliteit biedt.
In dit kader dienen wij dan ook een motie in, waarin wij het college van Gedeputeerde Staten opdragen in de onderhandelingen met het Rijk in te zetten op de aankoopprijs die in de eerste plaats niet op voorhand gericht is op een doorstart van de burgerluchthaven en in de tweede plaats in principe geen andere
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
64
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
bestemmingen uitsluit. Mocht deze motie het niet halen dan zal D66 tegen punt 4 van het besluit stemmen.
Dan ter afronding het belangrijkste. Collega's! Het gaat niet in de eerste plaats om de burgerluchtvaart, de economie of de infrastructuur. Het gaat in de eerste plaats om mensen, mensen die er jaren geleefd hebben, nog leven en gaan leven. Ik zeg expres "leven" omdat dat meer inhoudt dan wonen. Twente heeft ook zonder burgerluchtvaart veel te bieden, zelfs veel meer: een goed leefklimaat, een beter milieu, goede onderwijsmogelijkheden, natuur, cultuur, historisch waardevolle plekken en ga zo maar door! Wat D66 betreft, gaan we juist inzetten op die voor Twente waardevolle zaken. Niet voor onszelf, maar voor de mensen in Twente.
De voorzitter: De door de fracties van D66 en GroenLinks ingediende motie en de door de D66-fractie ingediende motie over de aankoopprijs worden voldoende ondersteund, zullen worden vermenigvuldigd en rondgedeeld en maken onderwerp van de beraadslaging uit.
De heer D. van Dijk (SGP): Voorzitter. Met een variant op het gestrande schip van mevrouw De Greef zou ik met een vraag willen beginnen: als we doorgaan, ontspoort dan toch straks het hele project of, als we nu al zouden besluiten te stoppen, missen we dan de boot? Op die twee vragen is op dit moment geen antwoord te geven, want er zijn dienaangaande geen zekerheden en om van iets geheel zeker te zijn, moet je er alles van afweten, zo las ik eens ergens, of niets.
Voorzitter. Het gaat vanavond inderdaad niet om een go-no go-besluit maar het onderwerp is gebiedsontwikkeling luchthaven Twente en omgeving. Punt 1: kennis nemen van de voortgang van het proces. Dus een voortgangsrapportage die bij ons nogal wat vragen opriep en oproept. De meeste daarvan zijn gesteld en ook beantwoord in de commissievergadering in Enschede. Wat ons betreft, is op diverse onderdelen wel enige verheldering gegeven. Een vraag die in ieder geval bij ons toch is blijven leven en die ik het college hier toch gesteld wil hebben, is die naar de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
65
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
status van de marktverkenning. In Enschede is daarover gesproken en de gedeputeerde heeft gezegd, dat die marktverkenning er wel is maar niet door GS is vastgesteld. Ik vind dat toch wat aan de vage kant. Op de marktverkenning prijkt het logo van de provincie. Niet, dan heb ik waarschijnlijk een andere uitgeprint. Hoe veel marktverkenningen zijn er dan? Ik heb deze van het SIS uitgeprint. Daar is dus wat onduidelijkheid over. Op de eerste pagina wordt in het verband van de marktverkenning gesproken over een functionele luchthaven. Onder punt 2, bij 2.1 wordt gesproken over "onze ambitie". Staat dat er bij u ook, mijnheer Rietkerk? Dat blijkt het geval te zijn, maar dan is mijn vraag wie die "onze" dan is.
Voorzitter. Wij krijgen allerlei informatie van tegenstanders van de doorontwikkeling in Enschede. In Enschede hebben wij een, vrij summiere, reactie gehad van de voorstanders. Ik spreek er toch mijn teleurstelling over uit, dat er op het moment dat kan worden ingesproken geen vlammende betogen zijn van voorstanders. Ik vind dat toch uiterst zwak van die hoek.
De voorzitter: Daar komt er een! Excuses, mijnheer Vruggink!
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik vind hem wel leuk! Ik kan u waarschijnlijk wel een antwoord geven op de vraag die u stelt en dan loop ik vooruit op de beantwoording in eerste termijn van de heer Rietkerk, maar ik hoop dat hij hetzelfde antwoord zal kunnen geven. Voorstanders zijn er niet, in de eerste plaats omdat ze geen vlammend betoog kunnen houden en in de tweede plaats omdat ze geen onderbouwing hebben hoe je voor deze luchthaven kunt zijn. Vandaar dat je ze niet hoort en ziet. En simpelweg zeggen dat het goed is voor de werkgelegenheid, is zojuist ook al ontkracht. Vandaar dat je ze niet meer hoort.
De heer D. van Dijk (SGP): Zo ver wil ik niet gaan, voorzitter, maar het roept wel vragen op. Ik las ergens een citaat van de schrijver Greshof, dat de zakelijkheid van zakenlieden veel van haar stuwkracht en doeltreffendheid verliest zodra het op betalen aankomt. Het zijn niet mijn woorden, maar vanwege de teleurstelling van het _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
66
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ontbreken van mensen die er belang bij hebben -- van de SER krijgen wij toch de stukken hierover onder ogen -- vind ik het toch zwak. Wij nemen kennis van de voortgang en dat was punt 1.
Punt 2 gaat over het doorschuiven van het budget, voor zo ver dat nog niet besteed is. Dat levert geen probleem op wat ons betreft.
Onder 3 wordt ons gevraagd om de startnotitie van de MER vast te stellen. De SGP heeft daarbij ook de uitdrukkelijke vraag van het meenemen in de maatschappelijke kosten-batenanalyse van een variant zonder luchtvaart. Dat kan misschien gelijktijdig uitgevoerd worden. Zou je dat volgtijdelijk doen, dan zou dat wat ons betreft eigenlijk voorop moeten gaan.
Onder 4 wordt onze instemming gevraagd met de voorbereiding. Als daarmee ingestemd wordt door de meerderheid komt u daar toch nog weer mee terug. Een participatie door de provincie in de verwerving van de gronden hoeft wat ons betreft ook niet verkeerd te zijn om te voorkomen dat allerlei andere ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden. Daarom moeten wij zeggenschap houden. Als wij daarmee akkoord gaan, is dat in ieder geval niet met de intentie dat de gronden nader om niet worden overgedragen.
De heer Sijbom (VVD): Voorzitter. Ik kan niet ontkennen dat er tijdens de inspreekronde weinig voorstanders aan het woord zijn geweest, maar is de heer Van Dijk met mij mening van dat er hier in deze zaal best voorstanders zijn, maar dan onder voorwaarden? Ik heb een aantal bijdragen gehoord met daarin onder voorwaarden best de mogelijkheid voor een doorstart van de luchthaven in Twente.
De heer D. van Dijk (SGP): Mijnheer Sijbom, ik zei ook dat je het op dit moment ook niet kunt overzien. Het is een onderdeel in het proces. Wij zijn op dit moment ook afhankelijk van de beantwoording van de gedeputeerde straks en zijn nog niet zo ver, dat we nu al zeggen dat het helemaal definitief van de baan moet. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
67
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Voorzitter. Het rentmeesterschap weegt voor ons zwaar, zowel het bouwen als het bewaren. Het bouwen veronderstelt een opdracht. Wij zijn niet op de wereld om niets te doen; wel kunnen wij af en toe wat rust nemen. Daar mag je de aarde op een verantwoorde manier ook voor gebruiken. Maar daar zit het dilemma juist, want wat is "verantwoord"? Laat deze SGP-insteek ook duidelijk zijn: van lucht -- ook al is het frisse lucht -- kunnen we niet leven. Daar zit de vraag aan vast of we met name in Twente van "luchtvaart" wel kunnen leven, of luchtvaart welvaart brengt en hoe zich dat vervolgens met het welzijn -- ook gehoord de inspraakreacties -- verhoudt. Dat zijn afwegingen die wij in de toekomst op een zorgvuldige manier moeten maken. Dat hoeven we nu nog niet te doen, gelukkig! Leg het niet uit dat de SGP de doorstart van de luchthaven accordeert als we straks akkoord gaan met het voorstel, in genen dele! Afhankelijk van de beantwoording hebben wij op dit moment op voorhand geen overwegende bezwaren tegen dit voorstel.
De heer Vruggink (GroenLinks): Voorzitter. We beginnen met vraag 1 aan GS en de coalitiepartijen: waarom wilt u een luchthaven terwijl alle seinen overduidelijk op rood staan?
Dan ga ik nu verder met de feiten. Voor ons ligt een besluit om door middel van de startnotitie MER de MER-procedure op te starten en het principebesluit te nemen om de grond in dit gebied te verwerven. Het gaat hier niet om theoretische besluiten. Inmiddels is een werkelijkheid ontstaan, waarin Enschede en de provincie om het hardst lobbyen voor een commerciële luchthaven. Rietkerk onderhandelt met Defensie
over
de
aankoop
van
gronden,
gronden
die
de
bestemming
"luchthaventerrein" en "bedrijventerrein" hebben. Kortom, wat voorligt, is zeker niet een principebesluit of een voortgangsrapportage, wat voorligt, is een besluit om de volgende stap te zetten in de realisatie van de luchthaven en een bedrijventerrein. En GroenLinks voelt daar niets voor.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
68
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Uit het gehele luchthavendossier, inclusief het laatste Referentie Businessplan, trekken wij de volgende conclusies. De luchthaven is vanuit zichzelf niet rendabel te krijgen. Overheidsbijdragen in de exploitatie -- kort gezegd: het afdekken van verliezen -- zijn noodzakelijk om investeerders bereid te vinden in dit avontuur te stappen. De Staten hebben in de beraadslagingen over de motie-Welten/Weijnen twee dingen over de exploitatie gezegd: geen overheidsbijdrage en -- maar daar hoor ik niemand meer over -- een toets op de haalbaarheid van het exploitatieplan. De Staten wilden de zekerheid dat als een ontwikkeling gestart zou worden deze ook een reële kans van slagen heeft.
De Staten wilden die zekerheid, omdat het verleden van de al bestaande kleine burgerluchtvaartexploitatie hun dat geleerd heeft.
De heer Kerkdijk (CDA): Ik hoor u zeggen dat er in de inbreng tot nu toe niets teruggekomen van die bedrijfseconomische sluitende exploitatie, ik heb dat meerdere malen hier al gehoord en ik heb het zelf ook ingebracht. Want, nogmaals dat is een van de eisen die de motie-Welten/Weijnen aangeeft. Er moet sprake zijn "van een toetsbare bedrijfseconomische sluitende exploitatie blijkend uit een business case."
De heer Vruggink (GroenLinks): We hebben een business case alleen we hebben het nog niet getoetst. Er zijn meerdere onderzoeken geweest en daaruit blijkt keer op keer weer dat zonder de aanloopkosten te financieren door derden, een overheid, er geen bedrijfseconomisch sluitende exploitatie te realiseren valt. Voor mij is dat ondertussen heel overduidelijk!
De heer Kerkdijk (CDA): Maar ook daar is vorige week woensdag nog van aangegeven dat een sluitende business case in dit geval gebaseerd is op geen bijdrage van de provincie. Als andere partijen echter bereid zijn een bijdrage te leveren -- dat kan de exploitant zijn die zelf wil investeren maar het kan ook
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
69
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
bijvoorbeeld een bijdrage uit het fonds economische structuurversterking zijn -- dan is dat niet aan ons.
De heer Vruggink (GroenLinks): De mitsen en de maren zijn inderdaad niet van de lucht, wishful thinking ook niet, de Betuwelijn heeft bewezen dat op die basis insteken op een project …..
De heer Kerkdijk (CDA): Dus onderzoek je dat!
De heer Vruggink (GroenLinks): Ja, bij de Betuwelijn is het ook al onderzocht, maar achteraf zeggen we met zijn allen dat wij dat eigenlijk nooit hadden moeten doen.
De heer Kerkdijk (CDA): Ik vind de vergelijking met de Betuwelijn volledig niet ter zake doende. De motie-Welten/Weijnen, waar uzelf ook in mee ingestemd hebt, geeft een ook heel duidelijk kader aan en daarbinnen zijn dit soort dingen gewoon niet mogelijk! Dus, niet ter zake doende!
De heer Vruggink (GroenLinks): We hebben de zinsnede opgenomen in de motie dat we sowieso definitief tegen die doorstart van de luchthaven zijn en we hebben die motie ondersteund om juist die twee punten: dat de provincie dus geen cent bijdraagt om de exploitatie te dekken of de verliezen en dat er een bedrijfseconomisch sluitend plan moet liggen. Wij wisten toen al dat dat nooit niet gerealiseerd kon worden en je weet ook dat als je die motie aanneemt dat de dood voor de luchthaven zou zijn. Er wordt alleen nu gekronkeld, met name door de PvdA en CDA om onder die motie uit te komen!
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Mijnheer de voorzitter. Ik zou graag even willen reageren op de interruptie van de heer Kerkdijk. Ik zou het CDA willen vragen hoe lang zij willen wachten met het nemen van een besluit. Wanneer moet die business case er dan liggen? We zijn onderhand twee jaar verder.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
70
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: Zullen wij afspreken dat wij dit soort opmerkingen zo veel mogelijk in de eigen termijnen naar voren brengen? Maar als de heer Kerkdijk een korte reactie kan geven, kan de heer Vruggink zijn betoog vervolgen.
De heer Kerkdijk (CDA): Helaas, voorzitter, moet ik zeggen dat het geheugen redelijk kort is, want verleden week woensdag hebben wij daar al uitgebreid bij stilgestaan. Ik heb toen ook gezegd dat het niet aan ons is. De gedeputeerde heeft later ook gezegd dat er waarschijnlijk begin 2008 een uitgebreide terugkoppeling komt richting de Staten met een MER en met een bedrijfseconomische onderbouwing en dan zien we dat wel. De uitgangspunten en toetsingsmomenten voor dat besluit zijn nu al aangereikt.
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik begrijp duidelijk dat er in 2008 iets ligt en dat is helemaal gebaseerd op een luchthaven, dus in die zin besluiten we wel degelijk over de doorstart van een luchthaven en niet over een vrijblijvende voortgangsrapportage waar u het steeds over heeft.
Voorzitter. Ik probeer mijn betoog weer op te pikken na een aantal interrupties. Ondertussen ligt er nog steeds geen onafhankelijke toets, maar goed die gaat dus komen zoals ik net hoor. Er ligt wel een referentie business plan plus een aantal andere onderzoeksrapporten die in opdracht van de voorstanders van de luchthaven opgesteld zijn. Laten we die rapporten nu eens beschouwen als een onafhankelijke toets; dan is de conclusie snel getrokken, dat de luchthaven niet rendabel is en de Staten daarom niet moeten meebewegen in de realisatie van de plannen van Rietkerk. Ik gebruik het woord "meebewegen" want dat is feitelijk wat de coalitiepartijen in deze Staten doen. Ik heb weinig goeds gehoord vorige week. De PvdA heeft grote bedenkingen en is erg kritisch, gaat niet zo maar akkoord enz., enz., enz., maar ondertussen zal de PvdA wel instemmen met het nu voorliggende besluit. Het gaat niet om de luchthaven stelden wij, het gaat om het principe of je de grond wilt hebben. Het is pure theorie. Het gaat niet over het kopen van een pak suiker. Het gaat hier om het kopen van grond en ten behoeve van de door Rietkerk _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
71
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
gewenste
ontwikkelingen.
Die
ontwikkeling,
daarover
bestaat
geen
enkele
onduidelijkheid. Dat is gewoon het realiseren van een commerciële luchthaven en een nieuw bedrijventerrein!
De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter. Ik wil me beperken tot de reactie dat het de kwaliteit van het debat zou bevorderen als de juiste informatie wordt gegeven. Er wordt vanavond niet besloten over de aankoop van gronden, er wordt vanavond besloten over de intentie om dat als provincie en als gemeente Enschede te onderzoeken. Er staat klip en klaar in dit Statenvoorstel dat GS dan bij deze Staten zullen terugkomen. Dan gaat het over prijs, over bestemming en dat hangt met elkaar samen -- daar zijn we het over eens -- over bodemsanering en de bestuurlijke constructie en ongetwijfeld nog heel veel zaken.
De heer Vruggink (GroenLinks): Deze manier van woorden gebruiken, deze manier van politiek bedrijven is nu juist de reden waarom de afstand tussen politiek en burgers zo groot is en alleen nog maar groter dreigt te worden. Het is met woorden spelen om uiteindelijk toch het doel te bereiken!
De heer Weijnen (PvdA): Voorzitter. Namens de PvdA zeg ik dat wij op dit niveau niet verder wensen te discussiëren.
De heer Vruggink (GroenLinks): Dat is uw goed recht en dan kan ik verdergaan met mijn verhaal.
Ik was geëindigd met de opmerking dat het uiteindelijke doel toch is het realiseren van een commerciële luchthaven en een nieuw bedrijventerrein, een luchthaven -- zo heb ik al gesteld -- die niet langer binnen de kaders van de motie van deze Staten ontwikkeld kan worden.
Los van de luchthaven wordt er grond gekocht om daarmee een bedrijventerrein te kunnen realiseren. In het referentie business plan is te lezen dat er geen regionale _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
72
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
behoefte bestaat aan bedrijventerreinen. Waarom in vredesnaam dan op deze kwetsbare …..
De heer Sijbom (VVD): Ik kan het toch niet nalaten om daar een opmerking over te maken, ondanks de terechte opmerking van mijnheer Weijnen. Slaat u niet gemakshalve over dat het bij grondaankoop ook gaat over woningbouw en ook over natuur, want ik hoor u alleen maar praten over luchthaven en bedrijventerrein. Ik vind dat demagogisch.
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik kan daar een heel simpel antwoord op geven: wij weten
helemaal
niet
waarover
wij
besluiten.
Er
wordt
gesproken
over
gebiedsontwikkeling, daar is inderdaad woningbouw genoemd op de zuidkant, daar is een bedrijventerrein genoemd, daar is natuur genoemd, daar is een luchthaven genoemd, maar er ligt dus geen plan. En toch zijn wij bezig met besluiten om grond aan te kopen, om een MER op te starten terwijl je niet eens een gedegen plan hebt op basis waarvan je deze besluiten zou kunnen nemen. Dus dat zou het eerste zijn wat je had moeten doen: je had een maatschappelijke kosten-batenanalyse moeten maken, voordat je dit soort besluiten neemt, waarin je verschillende opties. Pas in het vervolgtraject kun je dan bepalen wat de meest gewenste richting is waarop alle onderzoek zou moeten worden gebaseerd, maar dat gebeurt dus nu niet.
Waarom dus in vredesnaam dan op deze kwetsbare slecht bereikbare locatie een nieuw bedrijventerrein realiseren?. Dat bedrijventerrein werkt samen met de luchthaven en de luchthaven kan niet zonder dat bedrijventerrein. Maar, zo vroegen wij aan Rietkerk, kan het bedrijventerrein wel zonder de luchthaven? En de heer Rietkerk kopte hem mooi in: Als er geen luchthaven komt, kan er nog steeds een bedrijventerrein komen, een bedrijventerrein dat niet luchthaven gebonden is, maar een luchthaven ….
De heer Kerkdijk (CDA): Ik wilde mij beheersen maar af en toe moet je eraan toegeven, want net is het ook al demagogie genoemd. U speelt het ook enorm op de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
73
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
man, maar het gaat om een collegevoorstel, dus had ik graag gezien dat u dat ook als zodanig zou behandelen. Als u dan informatie wilt manipuleren of interpreteren, is dat uw zaak, maar wij zijn het daar niet mee eens!
De heer Vruggink (GroenLinks): Het is een collegevoorstel waar we een Statendebat over voeren ….
De heer Kerkdijk (CDA): Het is een collegevoorstel!
De heer Vruggink (GroenLinks): Het is een collegevoorstel waar we een Statendebat over voeren -- ik zal het nog een keer zeggen -- en waar we dus pogen andere partijen te doordringen van de feiten die hier op tafel liggen.
De heer Kerkdijk (CDA): Nog een poging, maar laat eigenlijk maar, ga je gang!
De heer Vruggink (GroenLinks): Voorzitter. Wat hier speelt is een ordinaire lobby van bestuurders die allang de balans opgemaakt hebben. Er moet en zal een luchthaven gerelateerde ontwikkeling komen in dit gebied. De provinciale koers getuigt niet van de initiatief nemen. De gemeente Enschede heeft namelijk de lead en dat hebben we inmiddels vijftig keer gehoord de afgelopen drie jaar. Het getuigt niet van doordacht optreden, er wordt willens en wetens iets gerealiseerd wat niet rendabel is volgens de eigen rapporten en daarom ook niet past binnen de kaders van de Staten, en het getuigt niet van klassieke ruimtelijkeordeningstaak want er wordt zeker niet zorgvuldig gewogen tussen de diverse belangen die spelen in het gebied.
Voorzitter, om met Bos versus Balkenende te spreken, ik daag de coalitiepartijen in deze Staten uit om drie voorbeelden te geven van concrete bedrijven die zich openlijk voor de komst van de luchthaven hebben uitgesproken en daarin durven te investeren. Twee mag ook, en zelfs één zou heel bijzonder zijn.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
74
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Ten slotte wil ik de heer Rietkerk vragen om een reactie te geven op onder andere de bijdrage van de heer Elders, de nanotechnoloog te Twente.
De heer Dalhuisen (PvdA): Mag ik nog een vraag stellen aan de heer Vruggink. Heb ik nu goed begrepen dat GroenLinks de grond die onder en om het vliegveld ligt niet in eigendom wenst te krijgen of voor Enschede of voor de provincie?
De heer Vruggink (GroenLinks): Als er een maatschappelijke kosten-batenanalyse gepleegd zou zijn van mogelijk verschillende ontwikkelingen in dat gebied en je hebt je keus gemaakt -- en je weet ook de richting waar je heen wilt -- dan zou het inderdaad heel goed zijn als publieke partijen de grond in handen hebben.
De heer Dalhuisen (PvdA): Dus dat zou je nu alvast voor kunnen bereiden?
De heer Vruggink (GroenLinks): Neen, want je weet niet op wat voor basis je de grond moet gaan kopen. Je weet niet of het luchthavengrond is, bedrijvengrond of natuurgrond. Op die basis kun je helemaal niet een prijs bepalen.
De heer Dalhuisen (PvdA): Moet je niet in elk geval die grond kopen?
De heer Vruggink (GroenLinks): Dan koop je straks misschien grond voor 80.000 euro per ha omdat er een luchthaven zou komen, over een jaar blijkt dat dat niet het geval is en maken we er natuur van, maar dan heb je wel hele dure grond aangekocht die voor de gedachte doeleinden niet gebruikt kon worden.
De heer Kerkdijk (CDA): Als GroenLinks op deze manier wil communiceren met de burgers dan denk ik dat het extra reden is, een extra belang aangeeft dat GS een in de communicatie de duidelijkheid die op een aantal onderwerpen door de heer Vruggink gemanipuleerd wordt op een heldere manier weergeeft. Ik roep het college daar dan ook toe op!
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
75
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Vruggink (GroenLinks): De luisteraar en de kijker mag zelf bepalen wie er hier manipuleert.
De heer Ter Schegget (PvdA): De heer Weijnen had terecht geen zin meer in een debat op deze manier, maar ik stel nog maar eens een keer de vraag van de heer Dalhuisen. De grond die nu eigendom is van de Staat, daar vindt GroenLinks van dat die overgedragen moet worden aan projectontwikkelaars.
De heer Vruggink (GroenLinks): Heb ik dat net dan gezegd?
De heer Ter Schegget (PvdA): Neen, maar u wilt geen antwoord geven op de vraag of u meegaat met het besluit om die grond aan te kopen.
De heer Vruggink (GroenLinks): Je kunt pas grond aankopen als je weet welke bestemming je eraan geeft.
De heer Ter Schegget (PvdA): U gaat dus niet mee in het voorstel om te overwegen om grond aan te kopen? U bent er dus op tegen dat de Staat eigenaar van de grond blijft. Uniek voor GroenLinks!
De heer Vruggink (GroenLinks): Wij gaan niet mee in het voorliggende voorstel, dat klopt. Laten wij wel wezen, de Staat is op dit moment eigenaar van de grond en ik neem aan dat gemeente en provincie ook in overleg met het Rijk proberen om de meest wenselijke richting van het gebied gestalte te geven, voordat de grond wordt verpatst aan projectontwikkelaars.
De heer Ter Schegget (PvdA): De heer Vruggink kent het dossier niet, maar dat is vanavond al eerder gebleken. Waar het echt om gaat is dat Domeinen een keer de grond aanbiedt en in eerste instantie doet zij dat aan overheden. Laat u die kans lopen, dan gaat Domeinen gewoon met marktpartijen onderhandelen over eventuele aankoop. Zo simpel ligt het. Als GroenLinks dat een gewenste ontwikkeling vindt, dan _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
76
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
kijk ik daarvan op. Ik zou zeggen dat die grond altijd in handen van de overheid moet blijven.
De heer G. van Dijk (D66): Ik heb ook nog een vraag aan de heer Vruggink die het voorstel wil afwijzen. GroenLinks heeft een studie laten verrichten naar de mogelijke ontwikkeling van het desbetreffende dit gebied. Hoe liggen in die studie dan de eigendomsverhoudingen van de grond, want daar moet toch wel iets voor geregeld zijn?
De heer Vruggink (GroenLinks): Daar is een globale inschatting van gemaakt. We gaan ervan uit dat de grondtransactiekosten ons 40 mln. euro. Dat hebben wij toentertijd ook zo ingeschat, dus blijken wij daar niet eens zo erg veel naast te zitten.
De heer G. van Dijk (D66): Dat betekent dus ook aankoop door de provincie.
De heer Vruggink (GroenLinks): Als je weet wat je met het gebied wilt en waar de gronden voor bestemd gaan worden, vind ik inderdaad dat de provincie kan aankopen.
De heer G. van Dijk (D66): Met het participeren in de grondverwerving kan het dan toch ook die kant opgaan die u gewenst lijkt?
De heer Vruggink (GroenLinks): Gaat u participeren als u niet eens weet welke bestemming de grond krijgt en er daarom misschien wel tien of vijf keer zo veel geld voor moet betalen als later blijkt nodig te zijn?
De heer G. van Dijk (D66): Om bij de ontwikkelingen betrokken te blijven, hoeft dat helemaal niet verkeerd te zijn.
De heer Vruggink (GroenLinks): Dus daar wilt u tientallen miljoenen voor over de balk gooien? _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
77
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: Ik stel voor dat we dit onderwerp afronden.
De heer G. van Dijk (D66): Dat is uw interpretatie en ik respecteer uiteraard in dit democratische proces uw mening, want dat geeft u ook het recht om ongelijk te hebben!
De heer Vruggink (GroenLinks): Drie jaar geleden, let wel drie jaar geleden hebben wij dat plan gemaakt waar wij het over hebben. Dus er is nu al drie jaar de mogelijkheid geweest om met een maatschappelijke kosten-batenanalyse, vanuit de provincie, vanuit de gemeente een alternatief of verschillende alternatieven voor dat gebied te onderzoeken. Dat is de afgelopen drie jaar niet gebeurd. Dus in die zin had, nu de grond die te koop is. er allang een keus gemaakt kunnen zijn welke bestemming de grond had kunnen hebben en dan hadden we gewoon die grond kunnen aankopen. De afgelopen drie jaar hebben we dat dus niet gedaan en zitten we nu dus met het dilemma dat die grond te koop en inderdaad maar een keer te koop is, maar dat we weten absoluut niet wat me ermee willen.
De heer Rouwet (SP): Voorzitter. Nu en ook bij eerdere gelegenheden heeft de SPfractie aangegeven dat zij de ontwikkeling van het gebied van de voormalige h Twente een heel belangrijke zaak vindt. Maar we hebben ook aangegeven dat wij geen voorstander zijn van de ontwikkeling van een luchthaven, van een doorstart van een luchthaven in dat gebied. Ik heb in de commissievergadering vorige week in Enschede al beknopt aangegeven waarom niet. Dat is om drie redenen: wij vinden het ongewenst, we vinden het onnodig en we vinden het onhaalbaar.
Ongewenst: De SP is geen voorstander van het bevorderen van het regionale vliegverkeer. In een tijd waarin iedereen discussieert over de noodzaak van terugdringing van de CO2-uitstoot aan de ene kant -- en de gegevens daarover zich ook steeds urgenter manifesteren -- gaan wij aan de andere kant het vliegverkeer als de meest vervuilende vorm van vervoer bevorderen. Daar zijn wij niet voor. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
78
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Het is niet nodig, omdat er in het gebied waar Twente toe behoort, de Euregio al een vlieghaven is. Met name de insprekers hebben daarop gewezen. Met anderen ben ook in onder de indruk van de bijdragen die geleverd zijn. Binnen dit gebied bevindt zich dus al een luchthaven, maar voor ons ligt de prioriteit voor het verkeer en vervoer op bovenregionale schaal bij de trein. De HSL is daar niet voor niks voor ontwikkeld. Daar zou onze prioriteit moeten liggen. En waar het om vracht gaat al helemaal. Dat zou helemaal niet door de lucht maar over het spoor en over het water moeten worden vervoerd.
Ook ons lijkt het onhaalbaar. De geschiedenis van de burgerluchthaven in Twente is er een groot bewijs van dat het geen levensvatbaar verhaal is. Al die jaren dat de burgerluchthaven heeft mee mogen fietsen op de voorzieningen van de militaire basis is het nooit tot een zelfstandige en voldoende exploitatie kunnen komen. Nooit is uit het bedrijfsleven de hand uitgestoken om dat wel tot een zelfstandige ontwikkeling te brengen. Nu zou die luchthaven gaan moeten functioneren zonder de voorzieningen van de militaire basis. Dat lijkt mij absoluut een onhaalbare zaak. Dat zijn de drie punten op grond waarvan wij vinden dat er geen doorstart van de luchthaven dient plaats te vinden.
Er ligt nu het voorstel van het college -- dat overigens ook al qua die naam iets zegt over de richting van de gebiedsontwikkeling luchthaven Twente waarop gekoerst gaat worden -- om een startnotitie aan te nemen voor een MER. Eigenlijk had er rond deze tijd al een afgerond verhaal moeten liggen op grond waarvan met het Rijk over de overname van Defensie van de grond zou worden gesproken, over de exploitant, over de regeling van de provincie via de Wet luchtvaartvoorzieningen. Dat is er allemaal niet. Wij krijgen een voortgangsrapportage met heel veel vragen. Om nou toch een start te kunnen maken wordt ons een voorstel van een startnotitie voor de MER voorgelegd. Ik noem het een beetje een schaamlap, maar het is geen schaamlap want het is eigenlijk een besluit dat door het college van de Staten wordt gevraagd om daarmee naar buiten te kunnen laten zien: We hebben een start _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
79
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
gemaakt. We gaan ook de tweede fase in zoals in het persbericht van Enschede en de provincie werd genoemd. Die tweede fase is: Koers op tot de doorzetting van die luchthaven.
Volledig ontbreekt, zoals ik ook in Enschede heb gezegd, het onderzoek van het alternatief en de natuurontwikkeling in dat gebied, een ontwikkeling tot een centraal park Twente. Dat zou onderbouwd moeten worden of dat haalbaar zou zijn. Dat heeft zeker onze voorkeur. Zo lang dat er niet is, zo lang dat er niet ligt en dat niet wordt onderzocht, zullen wij niet met een startnotitie MER instemmen.
Wat betreft de deelname in de grondverwerving hebben wij gezegd, dat wij voor zouden kunnen zijn met de aantekening dat die grond dan niet bestemd zal worden voor de ontwikkeling, voor een doorstart van de luchthaven.
We worden een beetje bang gemaakt met exploitanten, met particuliere beleggers en ontwikkelaars en ja, daar ben ik ook niet gerust op, maar ik denk toch dat zo lang die bestemming daar niet aan gegeven is en zo lang die vervuiling daar ligt de rijksoverheid toch ook een verstandiger beleid kan voeren. Zal een exploitant daar groot geld in steken voordat hij zekerheid heeft wat hij daarmee kan?
In de bijdrage van de laatste inspreker werd gevraagd om een maatschappelijk debat. Volgens mij is dat maatschappelijk debat al begonnen. Zowel in Enschede als hier opnieuw blijkt hoezeer burgers zich in de hele problematiek hebben verdiept, hoeveel kennis zij inbrengen. Wij zouden dan nu ook willen voorstellen dat dat maatschappelijk debat georganiseerd gaat worden en net zoals die MER gevraagd wordt om daarmee akkoord te gaan en om dat gelijk te laten lopen aan de verdere onderhandelingen over de grondaankoop en het zoeken van exploitanten, degenen die de exploitatie zouden willen gaan overnemen. Dat maatschappelijk debat lijkt ons van groot belang en we willen dan ook in een motie dan ook willen vragen of het college in overleg met maatschappelijke organisaties wil nagaan welke bijdrage geleverd kan worden om dat te organiseren. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
80
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Weijnen (PvdA): Mijnheer Rouwet, een heel directe vraag. Bent u het met mij eens dat wij als Staten en niet Gedeputeerde Staten daar het initiatief in zouden moeten nemen?
De heer Rouwet (SP): Dat zou kunnen, maar wij in de motie het college gevraagd om dat na te gaan. Dat is toch wat de Staten kunnen doen.
De voorzitter: Deze motie zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld en maakt onderwerp van beraadslaging uit.
De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. Een paar opmerkingen, want in de commissievergadering van 6 december is dit voorstel al uitvoerig aan de orde geweest en uitvoerig behandeld. In die vergadering was het opvallend dat er zoveel insprekers waren met diverse bezwaren op het gebied van milieu en met name de geluidsbelasting. En deze bezwaren moeten we niet alleen serieus nemen, maar daar moeten we ook terdege rekening mee houden. Ik heb daarom, uit de startnotitie, twee punten met betrekking tot de geluidsbelasting expliciet naar voren gehaald. Het eerste punt betreft de vliegtuigen.
In de startnotitie staat dat de normale vliegtijden zijn tussen 06.00 en 23.00 uur. Mijn vraag is om van die 06.00 uur 07.00 uur te maken, want hiermee hou je niet alleen rekening met omwonenden, maar hoef je ook geen gebruik te maken van zogenaamde strafdecibels die het eerste uur zou kosten.
Het tweede punt gaat over de opmerking dat “vooralsnog worden bij de varianten geen uitspraken gedaan over de vliegtuigtypes die met het oog op hun geluidsproductie niet zullen worden toegelaten.” Mijn vraag is om dat wel te doen. Om een voorbeeld te geven: je zou de AWACS-vliegtuigen kunnen weigeren, althans in vredestijd. Je zou ook Oost-Europese carriers kunnen weigeren, die met oude
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
81
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Toepolevs of andere vervuilende of lawaaiige vliegtuigen vliegen. Ik vraag GS om deze twee punten toe te zeggen.
Mijnheer de voorzitter. Ik kan niet nalaten toch nog een opmerking te maken over Zuidkamp. Er staat in het voorstel “dat wat ons betreft is er geen discussie meer over woningbouwontwikkeling op Zuidkamp”. Dat zou je kunnen lezen, althans zo heb ik het ervaren, als dat gezeur over Zuidkamp moet maar eens afgelopen zijn! In de volgende zin wordt gesproken over de aanwezige luchthavenstructuur, waarvan het verwijderen een vorm van kapitaalvernietiging zou zijn. En, concludeer ik dan, die kapitaalvernietiging geldt blijkbaar niet voor Zuidkamp.
Mijnheer de voorzitter. Wij zullen voor het voorstel stemmen, maar wel met de kanttekening dat de behandeling van dit dossier wel heel erg stroperig gaat. Ik weet dat deze traagheid, deze onzekerheid, en besluiteloosheid de belangrijkste redenen zijn geweest waarom een groot deel van de bedrijven van de National Airospace Group hebben besloten om niet voor Twente te kiezen, terwijl Twente op alle andere punten goed scoorde. En daarmee vervalt de zoveelste basis voor een gezonde doorstart. Ik hoop dat het gevoel van urgentie zich heel snel aandient bij alle betrokkenen, want elke beslissing is beter dan geen beslissing!
De voorzitter: Hiermee is de eerste termijn van de zijde van de Staten afgerond. Het college heeft om een heel korte schorsing gevraagd.
De vergadering wordt enkele minuten geschorst.
De voorzitter: Dames en heren. Het woord is aan Gedeputeerde Staten en ik verzoek de heer Rietkerk om namens het College van GS te reageren op hetgeen in eerste termijn naar voren is gebracht.
Gedeputeerde Rietkerk: Voorzitter. Kort wil ik even toelichten wat u op tafel heeft aangetroffen, namelijk een kaart van het gebied waarom gaat, de ongeveer 490 ha _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
82
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
waarin is aangegeven de kwalitatieve woningbouw Zuidkamp, zo'n 50 ha, de luchthavenontwikkeling, de huidige 250 ha, areaaluitbreiding, versterking en ontwikkeling van natuur en landschap en recreatief medegebruik, zo ongeveer 120 ha, een multifunctioneel bedrijvenpark, ca. 60 ha en de herontwikkeling van het Prins Bernhardkamp en het kamp Overmaat, ongeveer 10 ha. De een noemt dit het gebied tussen Enschede, Hengelo en Oldenzaal, de ander anders; eenieder heeft daar zo zijn eigen aanduiding aan gegeven. Het is goed om die kaart te hebben, want het gaat om een integrale gebiedsontwikkeling.
Ook vindt u op uw tafel een informatieblad over de regeling burgerluchtvaarthavens en militaire luchthavens en ook over de procedure van de milieueffectrapportage. Het ligt op uw tafels, is uitgedeeld aan de insprekers, maar ook bij andere betrokkenen ligt er een exemplaar. Ik kan mij namelijk voorstellen dat er heel wat vragen zijn over de inhoud van die regeling en de procedure, zoals ook bleek uit de inspraakreacties. Wat houdt zo'n regeling burgerluchtvaarthavens en militaire luchthavens nu precies in, waar gaat de provincie nu wel en niet over, hoe zit het precies met die milieueffectrapportage en wanneer vindt welk besluit plaats?
Voordat ik overga op het beantwoorden van die vragen is het ook goed om nog eens te onderstrepen dat op dit moment onderhandelingen plaatsvinden tussen de gemeente Enschede en de provincie Overijssel en het kabinet, met staatssecretaris Van der Knaap. De resultaten daarvan zal het college voorleggen aan Provinciale Staten. Dat zal ook het college van BenW doen aan de raad van Enschede. Pas dan zijn wat ons betreft een heleboel vragen over prijzen en dergelijke aan de orde en dan zullen we ook volledige opening van zaken geven. Maar lopende de onderhandelingen is het volstrekt onverstandig om nu al uitspraken te doen over de prijs, om erover te dromen of te speculeren, want dat betekent alleen maar dat het duurder wordt. Overigens, het tussenresultaat van overleg met het kabinet is wel zo'n 600 banen voor de HRM en 60, 70 banen voor een NAVO-eenheid. Dat is natuurlijk niet voldoende voor Twente, want Twente gaat ook ons aan het hart.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
83
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Het college is met de Staten onder de indruk van de inbreng van de insprekers. Duidelijk is geworden dat de onduidelijkheid over de besluitvorming hen ook parten speelt. En de suggestie, die ook een aantal Statenleden inbrengen, met name GroenLinks, dat er nu een soort go-no go aan de orde is aan een soort salami, die werp ik er verre van. En dat verwijt ik u niet, maar wel degenen die deze suggestie in dit debat in het leven houden wel. Het gaat niet om een go-no go. Dat zou een jaar geleden wel aan de orde zijn geweest -- dus daar hebben we zelf ook aan meegedaan, zoals ik ook heb aangegeven -- maar het is volstrekt helder dat er nu geen go-no go over het onderdeel luchthaven Twente aan de orde is. Ook zeker niet zes miljoen passagiersbewegingen, met autovliegtuigen, met kerosine, etc. Dat is nu niet aan de orde. U mag van ons verwachten dat we alle plussen en minnen in beeld brengen en dat wij eind 2007, waarschijnlijk begin 2008, al die zaken in beeld hebben.
De heer Vruggink (GroenLinks): Er wordt mij iets verweten, dus daarom reageer ik ook. Vanuit ons perspectief kan ik uiteraard exact hetzelfde zeggen, namelijk dat wij vinden dat u een verkeerde voorstelling van zaken geeft. Ik heb geprobeerd met name daarop mijn bijdrage te baseren.
Gedeputeerde Rietkerk: Ik heb u in de commissievergadering, maar zal dat nu weer doen, heb ik een aantal feiten weergegeven die naar mijn idee duidelijk het gelijk van het college aangeven. Ik ga nu ook verder met de argumentatie, maar zal niet iedere keer uw fractie noemen.
Wanneer vindt in het proces besluitvorming plaats en door wie? Via het infoblad hebben wij geprobeerd een eerste aanzet te geven voor verduidelijking daarvan. Wij zullen de komende periode daarover intensiever dan tot nu toe intensiever communiceren, ook wanneer burgers, niet alleen formeel maar ook informeel, erbij betrokken worden. Er is een maatschappelijk platvorm, maar wij hebben al aangegeven dat diegene die zich niet daarin vertegenwoordigd voelen, van harte uitgenodigd zijn. Meldt u zich dan bij de gemeente Enschede of bij ons, zodat we uw _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
84
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
namen kennen en u ook uitgenodigd kan worden. Dat maatschappelijk platvorm is heel veel keren bijeen geweest om de zaken goed door te spreken. In ieder geval is daar geen besluit gevallen, maar daar is dat platvorm ook niet voor, maar wij proberen wel alle elementen ermee naar toe te nemen. Bijvoorbeeld door Zuidberghuisen is een heel epistel met opmerkingen gemaakt en we hebben bekeken hoe we dat serieus in de milieueffectrapportage een plek konden geven. Er zijn nog geen antwoorden op vragen, maar we nemen de vragen natuurlijk wel mee.
In die zin proberen Eric Helder, de wethouder van Enschede, en ikzelf de komende periode in de procedures ook nadrukkelijk tussen de mensen te staan. Ook bij de ontwerpsessies en ontwerpdagen die er geweest zijn, zijn heel veel ideeën van bewoners, landgoedeigenaren, van agrariërs, van recreatieondernemers, enz. meegenomen. Wij hopen dat ook de website www.luchthaventwente.nl u op de hoogte blijft houden.
Een van de insprekers heeft gesuggereerd om een maatschappelijk debat te voeren, maar zo'n debat voer je op het moment dat de plussen en minnen in beeld zijn en er nog geen besluit is genomen. Als de maatschappelijke kosten-batenanalyse en de milieueffectrapportage in beeld zijn, zal ik zeker met de gemeente Enschede bezien hoe wij dat debat kunnen voeren. Dat debat is nu eigenlijk al een beetje gaande, maar het kan dan worden gevoerd op basis van feiten en goede onderbouwingen. Insprekers zeggen terecht dat dit op dit moment nog onvoldoende het geval is. Wij zullen dat debat ook met argumenten moeten voeren om uiteindelijk tot een voorstel te komen voor de raad van Enschede maar ook voor deze Staten. Dat debat kan dus niet op korte termijn plaatsvinden, dat moet voeren op het moment waarop je weet waar je het over hebt, dus, op zijn vroegst eind 2007, begin 2008.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Ik meen begrepen te hebben dat de inwoners zelf een maatschappelijk debat willen organiseren en ik denk dat wij als overheid daar ver van moeten blijven, behalve om er misschien aan deel te nemen. Dus snap ik niet
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
85
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
helemaal uw insteek. Ik denk dat wij het best aan de burgers over kunnen laten, om dat maatschappelijk debat te organiseren wanneer zij dat willen.
Gedeputeerde Rietkerk: Ik geef u aan dat het debat al gaande is. Volgens mij heeft de SP-fractie gevraagd of het college kan aangeven op welk moment het dat maatschappelijk debat mee kan organiseren en mee financieren. De heer Weijnen zei vervolgens dat de Staten op dat punt zelf ook nog aan zet en daar ga ik dus niet over. Ik zeg namens het college dat als al die feiten in beeld zijn -- hetgeen best een paar centen zal kosten, want van alle kanten is gezegd wat nog in beeld zou moeten worden gebracht -- het debat kan worden gevoerd met de bewoners, de verantwoordelijken, enz. En alles wat de Staten zelf doen of wordt georganiseerd door insprekers, is uiteraard niet onze verantwoordelijkheid. Ik geef slechts aan wanneer het debat volgens mij zinvol kan zijn.
Ik wil heel kort de verantwoordelijkheid van de Provinciale Staten nog eens onderstrepen. In het infoblad staat dat die nieuwe wetgeving, de RBML, helaas iets langer duurt in Den Haag. Wij hopen dat de oude Eerste Kamer deze nog behandelt, anders vertraagt het opnieuw en dat heeft zijn effect op ook onze besluitvorming, hoe snel wij die ook zouden willen. Er staat ook in dat de Staten gaan over het Luchthavenbesluit, over de nieuwe geluidscontouren. Afgelopen woensdag heb ik nogmaals aangegeven dat het College zal blijven binnen de vrij breed aangenomen motie-Welten/Weijnen, dus ruim binnen die geluidscontouren. U kunt het zelf zien of als straks de milieueffectrapportage is uitgewerkt, of kan worden voldaan aan de varianten die daarin worden bekeken. Maar nogmaals, ons college zal nu en in de toekomst binnen de motie-Welten/Weijnen blijven opereren!
Die duidelijke rol van de Staten wordt ook op een aantal punten weergegeven als het gaat om de milieueffectrapportage. Ik onderstreep nog een keer dat u zelf over de vaststelling van de richtlijnen gaat. En dat betekent dus dat u in april aan zet bent en mee kunt sturen. Enkele Statenleden willen nog wachten met de startnotitie. Mijn stelling is dat hoe eerder je een beslissing wil hebben en hoe eerder je de insprekers _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
86
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ook duidelijkheid wil verschaffen een milieueffectrapportage noodzakelijk is en dat zal dan nog wel een jaar duren. Maar ook voor deze activiteiten zullen de Staten de richtlijnen moeten bepalen. Dan zullen hier het debat opnieuw hebben en bezien of het voorstel om het komen tot richtlijnen al dan niet goed is. De MER-commissie zal u daarover adviseren en ook de reacties van de insprekers zult u dan in beeld krijgen.
De heer Dijkhuis (LPF): Bedoelt de heer Rietkerk te zeggen dat wij als Staten ook gaan over het antwoord op de vraag die ik heb gesteld, aangaande de geluidsproductie en de vliegtijden?
Gedeputeerde Rietkerk: Dus -- dat zou mijn laatste zin zijn op dit punt -- het Luchthavenbesluit gaat primair ook over het geluid. U geeft die richting en dat betekent wat mij betreft ook dat u in die besluitvorming ook vliegtuigtypen kan weren.
Ook tijdens de commissievergadering heb ik volgens mij duidelijk aangegeven wat die maatschappelijke kosten-batenanalyse inhoudt. Toch denk ik dat het verstandig is om een paar passages te noemen die ermee te maken hebben. In ieder geval zal er antwoord moeten worden gegeven op de vraag welke invulling, welk alternatief de voorkeur heeft. Bij maatschappelijk kosten-batenanalyse gaat het ook over een variant waarin alles van de luchthaven wordt afgebroken, dat er dus helemaal niet meer gevlogen wordt. Dat zit ook in de maatschappelijke kosten-batenanalyse. Het gaat er ook om waar de kosten en waar de baten terechtkomen. Waar komen de lusten en waar komen de lasten terecht? En, zijn die per saldo positief of negatief? Daarom is het nodig om dat de komende periode heel serieus op te pakken. Zo'n kosten-batenanalyse is een onderdeel van de besluitvorming, maar belangrijk daarbij is wel dat er sprake is van een integrale afweging die gemaakt worden van de effecten, de kosten en baten, van projectalternatieven en projectvarianten voor de herontwikkeling van het gebied. En dat zijn in feite de slotwoorden van de heer Finkers en daar ben ik het mee eens. Je moet eerst dat in beeld hebben om
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
87
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
uiteindelijk ook politiek een afweging te kunnen maken. En, zo ver zijn we dus nu nog niet.
Er zijn nogal wat opmerkingen gemaakt over de afstemming met de buurtgemeenten. De recent ontvangen brief van bijvoorbeeld de gemeente Oldenzaal onderstreept volgens mij nogmaals dat wij met de buurtgemeenten in bestuurlijk overleg zijn. Wij overleggen met Dinkelland, Losser, Oldenzaal, Hengelo en Enschede in het kader van onze verantwoordelijkheid rondom geluid. We hebben ook toegezegd -- een vraag die ik niet alleen hier hoorde, maar die ook in de brief van Oldenzaal staat -dat we zullen kijken naar de mogelijke knelpunten in Oldenzaal, bij Zuidberghuisen, Oldenzaal-Centraal en Hanzeport-West. Hiervoor zullen de gemeenten natuurlijk wel de feiten moeten aanleveren. Dat bestuurlijk overleg zetten wij natuurlijk voort. Ook voor Groot Driene in Hengelo zal dat nadrukkelijk in beeld moeten worden gebracht.
Vervolgens het thema grond en risico's. Het college van Gedeputeerde Staten zal geen publieke investeringen doen, die onverantwoorde risico's met zich brengen. U kan dat beoordelen als het verantwoordingsvoorstel na de afspraken met het Rijk aan u wordt voorgelegd en dat zal begin 2007 zijn. Meerdere fracties hebben nog eens gewezen op de saneringskosten van de bodem. Daarvan wil ik toch iets zeggen, ook al is dat een onderdeel van het onderhandelingspakket. Het is óf een volledige vergoeding van het Rijk, óf het Rijk krijgt een rekening als wij tegen vervuiling aanlopen. Het is immers verrekte lastig om die tot het punt en de komma en in beeld te hebben. We zullen een sluitende afspraak hebben met het Rijk. Dat is in ieder geval de inzet van de gemeente Enschede en de provincie.
Ik wil ook nog iets zeggen over de weg die hiermee ingeslagen wordt. Ik dacht dat de heer Oldenburger het ook aangaf: het gaat nu niet om de beslissing wel of geen luchthaven. Je geeft op dit moment aan dat de grondtransactie wordt voorbereidt -dat is in feite het besluit dat voorligt -- en dat de provincie daarin kan participeren. Ik sluit me overigens uit bij de opmerkingen van de heer Weijnen hoe je dat zou kunnen invullen. Ik ga nu geen filosofische beschouwing houden, zoals de heer Vruggink _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
88
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
deed over zijn beelden en zijn kostenplaatje. Ik verwijs daarvoor naar het verantwoordingsvoorstel vanuit het College. Wat ons betreft is er zeker geen salamitactiek aan de orde als het gaat om het onderdeel luchthaven. Dat onderstreep ik nogmaals, want ook afgelopen woensdag heb ik dat gezegd, maar kennelijk ben ik nog niet tot iedereen doorgedrongen.
Ik heb de urgentie aangegeven van de transactie. Ik kan mij voorstellen dat sommige insprekers de indruk hebben dat de media via koppen beelden schetst, maar het gaat toch echt om de feiten. Een daarvan is wel dat het Rijk het op dit moment aanbiedt aan een andere overheid, een medeoverheid, in feite medeoverheden: Enschede en Overijssel. Afgezien van de vraag wat men denkt van de invulling, het is van cruciaal belang om die gronden tegen een maatschappelijk aanvaardbare prijs in bezit te krijgen. Wij kunnen nu zaken doen onder voorwaarden, waarover wij ons kunnen en zullen verantwoorden. Daar moet men dan niet een volstrekt verkeerde weergave van zaken over geven, want het gaat niet om een go-no go voor een luchthaven, het is geen over salamitactiek, hetgeen ik -- ik herhaal het maar weer eens -- zowel in de commissievergadering als vanavond al heb gezegd. Waar het wel om gaat is volgens mij ook volstrekt helder, namelijk om die gronden uit handen te houden van marktpartijen. Volgens mij is uw partij daar ook voorstander van.
De heer Vruggink (GroenLinks): U geeft steeds aan, nu weer al noemt u er geen naam bij -- uiteraard bedoelt u wel degelijk onze fractie -- dat de grond in eigendom moet zijn wil je de regie in handen houden. Ik roep het college dan op om datzelfde principe te hanteren bij de realisatie van de EHS en om ervoor te zorgen dat particuliere natuurbeheer -- hetgeen u regelt met wetgeving maar niet met eigendom -- ook op die wijze wordt ingevuld!
Gedeputeerde Rietkerk: Ik wil het nu maar niet hebben over de ecologische hoofdstructuur, dat is een debat dat u moet voeren. Het is een schijnbeweging. U bent het eens met de natuur- en landbouwversterking, want dat hebt u niet tegengesproken. Dat is meer dan 100 ha. U bent het eens met de kwalitatieve _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
89
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
versterking van het landgoedgebied de Zuidkamp door Enschede, die te veel sociale woningbouw heeft, wat meer mensen met een portemonnee te geven, zodat die woningbouw er kan plaatsvinden. Daar bent u niet tegen? Klopt dat?
De heer Vruggink (GroenLinks): Dat klopt!
Gedeputeerde Rietkerk: Dat betekent dat u het al bijna eens bent met zo'n 200 ha van de 490.
De heer Vruggink (GroenLinks): Ja, maar wij wensen niet te marchanderen met de mogelijkheid van een luchthaven. Daar hebben wij ons altijd expliciet tegen uitgesproken! Als het stukje luchthaven het wisselgeld is voor een stukje natuur en een stukje woningbouw dan zeggen wij tegen het totaalplan toch nee. Wij wensen -en ik hoop ook dat die varianten er nadrukkelijk in naar voren komen -- een maatschappelijke kosten-batenanalyse van verschillende alternatieven. En dan mag wat ons betreft ook absoluut alternatieven tussen zitten met een luchthaven, want dan zien wij wel wat de verschillen zijn. Maar dat is ons inziens absoluut niet de insteek zoals die op dit moment gekozen wordt. Die luchthaven -- dat blijkt ook uit de beantwoording van vragen over Toepolevs of andere veel geluid makende -vliegtuigen. Er wordt ontzettend geredeneerd, ook in de MER, met specifiek aan de luchthaven gerelateerde zaken. Dat geeft ons inziens dus wel degelijk aan dat de luchthaven het ontwikkelingsperspectief is waarop wordt ingestoken.
Gedeputeerde Rietkerk: Dat vind ik toch een verkeerde voorstelling van zaken. U bent het eens met de natuurontwikkeling van meer dan 100 ha, met de woningbouwontwikkeling, kwalitatief, ook groenversterkend, van bijna 200 ha en u zegt dan vervolgens dat in het voorstel van het College staat dat die luchthavenontwikkeling er komt en u noemt daar beelden bij van miljoenen passagiers. Ik daag u uit aan te geven waar dat staat in het voorstel van het College, want dat staat er niet!
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
90
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik heb net al gezegd dat je met woorden kunt stoeien, maar onze intentie is…
Gedeputeerde Rietkerk: Waar staat het in ons voorstel?
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik zeg net dat je met woorden kunt stoeien, maar je kunt tussen de regels door lezen. Onze inschatting is dat er wel degelijk wordt ingestoken op doorontwikkeling van de luchthaven. U ontkent dat. Het staat inderdaad niet echt ergens, maar het is wel degelijk de intentie van de besluitvorming zoals we die nu plegen en dat is onze mening. En dan verschillen inderdaad heel erg qua verwondering.
De heer Dijkhuis (LPF): Mijnheer de voorzitter. Als je het eens bent met aankoop van de gronden, zoals wij, dan hoef je het toch niet meteen en per definitie eens te zijn met de invulling achteraf? Wij zijn ook geen voorstander van woningbouw op de Zuidkamp, maar wel van de grondaankoop nu.
Gedeputeerde Rietkerk: Ik denk dat ik mijn argumenten alleen maar kan herhalen. Ik ben het gewoon echt oneens met de heer Vruggink en de beeldvorming die hij oproept tussen de regels door. Ik vind dat je als politicus, zeker als je woorden als consistentie en de kloof tussen de kiezers en gekozenen in de mond neemt, in de feiten gewoon moet kunnen teruglezen waar het over gaat.
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik heb de indruk dat derden die dit soort debatten beluisteren daar heel anders over denken.
Gedeputeerde Rietkerk: Die hebben hun eigen keuzes en ik ben niet zo betweterig dat ik kan zeggen hoe derden erover denken.
In de richting van de heer Rouwet heb ik al aangegeven dat het College bereid is om het maatschappelijk debat op het moment dat de feiten in beeld zijn, eind 2007, in _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
91
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
het traject te betrekken. Ik zal daar ook met de gemeente Enschede overleg over hebben. Dat laat natuurlijk onverlet de verantwoordelijkheid van de Staten en van de mensen in de desbetreffende gebieden zelf.
Voorzitter. Tot slot de fractie van de LPF. In de commissievergadering -- de heer Dijkhuis was toen weg, maar zijn collega was er nog wel -- heb ik aangegeven dat de net nieuwe infrastructuur van Defensie als de NAVO ermee instemt, gebruikt gaat worden voor die 80 mensen van de CIMIC-eenheid. Dus hergebruik op de Zuidkamp. Inmiddels is er ook belangstelling voor een opleidingscentrum. Dus we dus zeker ook die functies bekijken, binnen het primaat van woningbouw. Dat betekent dat binnen de mogelijkheden die het bestemmingsplan nu biedt, met het primaat woningbouw, functioneel zal worden gekeken naar die Defensiegebouwen, dat je daar functioneel naar moet kijken en dat we natuurlijk ook de mogelijkheden ervoor in verkennen.
De heer Dijkhuis (LPF): Voorzitter. Is het zeker dat CIMIC zich daar vestigt? En als dat het geval is, gaat dat dan ten koste van oorspronkelijke plannen van de woningbouw of wordt het ingepast in het geheel en komt dat bovenop de woningbouw op Zuidkamp?
Gedeputeerde Rietkerk: Als de NAVO-landen ja zeggen dan zal CIMIC daar komen. Het kabinet heeft het besluit definitief genomen. Dus binnen Nederland zijn we eruit, maar we hebben wel te maken met een vijftal NAVO-landen die dat mee moeten ondersteunen. De verwachting van de staatssecretaris is dat als Polen ook ja zegt, het probleem is opgelost en die eenheid er komt. Als je een paar andere functies inbrengt in een gebied waar woningbouw komt, dat het dat natuurlijk effect op de exploitatie. Ik hoef dat u niet uit te leggen, want uw vraagstelling laat wel zien dat u daar ook al enige kijk op heeft.
Voorzitter. Ten slotte nog de moties en dan allereerst de motie die is ingediend door de fracties van D66 en van GroenLinks. Als ik het goed begrijp, willen deze fracties
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
92
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ook in de milieueffectrapportage een nulvariant inbrengen, maar dan moeten wij deze motie ontraden.
Vervolgens de tweede motie die door de fractie van D66 is ingediend. De onderhandelingen die wij inzetten, die passen wel bij de in de motie genoemde punten a en b. Maar de overwegingen waarin wordt uitgesproken dat het onwenselijk is dat de provincie Overijssel, lees ook de gemeente Enschede, de grond zou verwerven tegen een prijs die alleen kan worden terugverdiend als in het gebied ontwikkelingen worden toegestaan, zoals het ontwikkelen van bedrijventerreinen, gaan wat ons betreft op dit moment te ver, met name gelet op die onderhandelingen. Daarom ontraadt het college ook deze motie.
Ten slotte de motie van de SP waarin wordt voorgesteld om het college in overleg met maatschappelijke organisaties na te laten gaan of een bijdrage van de provincie, ook financieel en inhoudelijk, aan het gewenste van het maatschappelijk debat mogelijk is en wordt gevraagd dat het college de Staten daarover zo spoedig mogelijk informeren. Ik heb al gezegd dat wij bereid zijn om samen met de gemeente Enschede op het juiste moment te bekijken of dat maatschappelijke debat ook financieel en organisatorisch een impuls vraagt, los van de verantwoordelijkheid van Staten en van betrokkenen. Dat we dat zullen betrekken bij het plan van aanpak voor fase 2. Dat betekent ook dat we daar in het voorjaar van 2007 een plek aan zullen geven. Met deze toezegging lijkt mij dat deze motie overbodig is.
De heer Rouwet (SP): Ons voorstel houdt in een aanbod aan de maatschappelijke organisaties in Twente om naar hun inzichten een debat te organiseren en daarbij ondersteuning krijgen vanuit de provincie.
Gedeputeerde Rietkerk: Ik heb aangegeven hoe dat past in het traject van de maatschappelijke kosten-batenanalyse en de milieueffectrapportage. De resultaten daarvan heb je naar ons idee nodig om dat debat ook goed gefundeerd te kunnen voeren en niet op basis van vooronderstellingen of beelden. Wij willen dat debat in _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
93
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ons plan van aanpak meenemen. Ook als maatschappelijke organisaties daartoe het initiatief willen nemen, ben ik bereid om samen met wethouder Helder in overleg met die organisaties te kijken wat er moet worden gedaan en wat wij daaraan kunnen bijdragen. Op dit moment kan ik niet meer dan dat verkennen. In het plan van aanpak zullen wij erop terugkomen en kunt u uw mening daarover kenbaar maken. Ik wil overigens wel aangeven dat het college enige moeite heeft met enkele overwegingen van uw motie. Ik hoop daarom ook dat met mijn toezegging ook u vindt dat de motie eigenlijk overbodig is.
De voorzitter: Wij zouden nu met de tweede termijn kunnen beginnen, maar ik wil even nagaan of daaraan wel behoefte bestaat. Niemand hoeft te herhalen wat al in eerste termijn of in commissieverband al naar voren is gebracht. Als iemand iets kort nog naar voren kan brengen, kan dat wellicht met een interruptie, zodat de gedeputeerde meteen kan reageren.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Allereerst over de motie over de grondverwerving. Volgens mij gaf de gedeputeerde aan dat hij wel kon instemmen met de motie als wij de laatste alinea -- "Het onwenselijk is dat de provincie Overijssel…", eruit zouden halen. Daartoe zijn wij wel bereid.
De voorzitter: Dan is de motie van de fractie van D66 in die zin gewijzigd.
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik durf het bijna niet te vragen, zeker niet gezien de pinnige discussies die wij op zijn tijd hebben gehad, maar wil wel de concrete vraag stellen of dat wat GroenLinks een aantal jaar geleden het licht hebben doen zien wordt meegenomen in de maatschappelijke kosten-batenanalyse.
Gedeputeerde Rietkerk: Nog even in de richting van mevrouw de Greef, want ik had net de verkeerde motie voor mij.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): U gaf aan dat u met de motie wel kon instemmen…. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
94
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Gedeputeerde Rietkerk: Nee, ik heb gezegd dat ik de motie op dat onderdeel ontraadt. De overweging die daarboven staat, namelijk dat er momenteel een overschot is aan beschikbare bedrijventerreinen in de regio, noopt ons eveneens tot ontrading.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Als het daarbij blijft en het dictum in ieder geval blijft staan, willen wij ook wel die overweging schrappen.
De voorzitter: Dan is de gewijzigde motie van de fractie van D66 wederom gewijzigd in die zin dat nu ook de overweging "Er momenteel een overschot is….." is geschrapt.
Gedeputeerde Rietkerk: Voorzitter. De heer Vruggink vroeg of het plan van GroenLinks wordt betrokken bij de maatschappelijke kosten-batenanalyse. Betrokken wel, ja, betrokken. Wij zullen bij die maatschappelijke kosten-batenanalyse betrekken, maar of dat een van de varianten is, kan ik daar op dit moment geen ja op zeggen. Maar we zullen het er wel bij betrekken. Net als het plan van de Stichting Lonnekerland, dat wijzelf heel sympathiek vinden, dat wij er ook bij zullen betrekken.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Nog even over onze eerste motie die wij samen met de fractie van GroenLinks hebben ingediend. Misschien ten overvloede, maar ik wil nog maar eens herhalen dat wij het van belang vinden om binnen het kader van de MER en binnen het kader van de kosten-batenanalyse dezelfde alternatieven te onderzoeken.
Gedeputeerde Rietkerk: Daarvan heb ik volgens mij aangegeven dat wij deze motie ontraden.
De heer D. van Dijk (SGP): Dat is mij niet helemaal duidelijk, want wij hebben in eerste termijn bij dat onderdeel van de milieueffectrapportage gezegd dat de SGP_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
95
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
fractie in ieder geval wel wil dat in de maatschappelijke kosten-batenanalyse een variant zonder luchtvaart wordt meegenomen. Deze motie van D66 en GroenLinks is overigens oude politiek, want zij is precies hetzelfde als die welke in maart is ingediend is, zij het dat het toen een amendement was. Dat is niet erg, want het is opnieuw actueel geworden, zoals ook wel bleek in de commissievergadering. Maar, mijn vraag om die variant zonder luchtvaart ook uit te zoeken, maakt dat deze motie niet overbodig? Daar proef ik toch enig verschil in.
Het is inmiddels duidelijk dat die marktverkenning helemaal een stuk is van het college van Enschede.
Gedeputeerde Rietkerk: Ja.
U gaf in uw betoog aan dat bij de maatschappelijke kosten-batenanalyse wel die nulvariant, dus zonder luchthaven en zonder vliegen wordt meegenomen. In deze motie van D66 en GroenLinks staat toch duidelijk dat die ook bij de milieueffectrapportage moet worden meegenomen. Ik heb u net aangegeven dat qua procedure -- nogmaals, bij de richtlijnen komen we daarover te spreken -- want ook de heer Oldenburger heeft een opmerking hierover gemaakt, de startnotitie van de milieueffectrapportage moet worden gericht op een activiteit die natuurlijk dan wel het meest milieuvriendelijk alternatief in zich hebben. Maar, dat is wat anders dan het afbreken van de luchthaven, die wel in de maatschappelijke kosten-batenanalyse zit, maar niet in de milieueffectrapportage.
De heer D. van Dijk (SGP): Kunnen die beide onderzoeken dan niet gelijktijdig worden uitgevoerd?
Gedeputeerde Rietkerk: Natuurlijk en de elementen die gebruikt kunnen worden bij de milieueffectrapportage en de maatschappelijke kosten-batenanalyse zullen worden gecombineerd, maar ik heb net precies willen aangeven wat het verschil is tussen de nuloptie in de maatschappelijke kosten-batenanalyse, het afbreken van de _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
96
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
luchthaven en dus geen vliegbewegingen meer -- die zeer belangrijk is voor de integrale afweging -- en de milieueffectrapportage die voor een bepaalde activiteit alle positieve en negatieve milieueffecten in beeld brengt.
De voorzitter: Voor alle duidelijkheid, ik heb toch goed begrepen dat het college deze motie ontraadt vanwege de overweging dat hetzelfde gevraagd wordt bij de milieueffectrapportage als bij de maatschappelijke kosten-batenanalyse. Dat is de reden waarom het ontraden wordt.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Het gaat ons niet om het afbreken van het vliegveld, het gaat juist om te bekijken welke alternatieven er zijn voor het vliegveld. Dus een nieuwe invulling en een nieuwe invulling betekent ook nieuwe activiteiten. Die zul je dan moeten beoordelen via de MER en de kosten-batenanalyse.
Gedeputeerde Rietkerk: Ik kan mij alleen maar herhalen.
Voorzitter. Kunt u nog enkele minuten schorsen om met het college de wijziging van de tweede motie te bespreken?
De voorzitter: Natuurlijk, maar eerst even een punt van orde. Ik zou de besluitvorming over dit agendapunt in ieder geval willen afronden voordat wij gaan pauzeren.
De vergadering wordt enkele ogenblikken geschorst.
De voorzitter: De gedeputeerde komt nu met het oordeel van het college over de tweede motie.
Gedeputeerde Rietkerk: Voorzitter. Namens het college kan ik aangeven dat we nog even doorgedacht hebben over de punten a en b. De motie vraagt om in de onderhandelingen met het Rijk in te zetten op een inkoopprijs die niet op voorhand _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
97
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
gericht is op een doorstart van de burgerluchtvaart. Het college laat het oordeel aan de Staten, omdat de maatschappelijk kosten-batenanalyse en de milieueffectrapportage zullen aangeven wat uiteindelijk de beslissing zal zijn. Dus het is niet op voorhand uitgesloten, maar het is op voorhand ook geen ja en geen nee. Dat is in feite ook het verhaal dat de heer Oldenburger vertelde; u wordt er nu niet op vastgepind. Zo interpreteren wij de motie en dan is het oordeel aan de Staten.
De voorzitter: Dames en heren. Dan kunnen wij nu overgaan tot besluitvorming.
In stemming komt de motie van de fracties van D66 en van GroenLinks.
De voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, D66 en de SP voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
In stemming komt de nader gewijzigde motie van de fractie van D66.
De voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD, de SGP, de LPF en GroenLinks tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.
In stemming komt de motie van de SP.
De voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van GroenLinks, de SP en D66 voor deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat zij is verworpen.
Voordat ik het gehele voorstel in stemming breng, geef ik gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
98
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Visscher (VVD): Voorzitter. Het Statenvoorstel, behelst in feite vier besluiten. Met de besluiten 1,2 en 4 kan ik akkoord gaan, maar ik heb moeite met besluit 3 dat gaat over de In de MER wordt een aantal varianten genoemd. Variant A gaat uit van 41.500 vliegbewegingen op jaarbasis en variant B van 25.000 vliegbewegingen per jaar. Ik vind het aantal onacceptabel voor een woonwijk in Oldenzaal en ook voor een groot gedeelte van Hengelo. Wat mij betreft voorzitter, moeten die zaken eruit worden gehaald, niet moeten worden onderzocht. Ik teken daar dan ook bezwaar tegen aan. Ik zal straks wel voor het hele voorstel stemmen maar wil wel worden geacht te hebben gestemd tegen dat besluit onder 3.
In stemming komt het gehele voorstel.
De voorzitter: Ik constateer, dat de aanwezige leden van de fracties van de PvdA, het CDA, de VVD, D66, de LPF, de SGP en de ChristenUnie voor het voorstel hebben gestemd en die van de overige fracties ertegen, zodat het is aangenomen.
De heer Visscher krijgt op zijn verzoek aantekening dat hij geacht wenst te worden te hebben gestemd tegen onderdeel 3 van het besluit.
De vergadering wordt van 22.25 uur tot 22.35 uur geschorst
(PS/2006/828)
Streekplanherziening Regionaal Bedrijventerrein Twente 2006
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Slagman (SGP): Voorzitter. Naar aanleiding van dit voorstel wil ik min of meer een stemverklaring verklaring afleggen. In het verleden heeft de SGP tegen het RBT gestemd dat zij het niet eens was met de locatiekeuze. In het verlengde hiervan meent de SGP dat zij nu dan ook tegen het thans voorliggende voorstel moet stemmen. Dat geldt dan eveneens voor het volgende voorstel onder nummer 927. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
99
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Dan heb ik een kleine tekstuele opmerking over bijlage II, Aanpassingsnota, en ook deze opmerking geldt voor het volgende voorstel. Bovenaan wordt gesproken over "Een regionaal bedrijventerrein in West-Overijssel". Ik weet niet of dit correct is, want ik dat West-Overijssel wat 35 kilometer verderop ligt en dat het hier bij Bornerbroek West Twente wordt genoemd.
De voorzitter: Ik vraag de Staten toestemming om deze redactionele wijziging aan te laten brengen. Naar mij blijkt, gaat u daarmee akkoord.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter: Wenst iemand een stemverklaring af te leggen?
De heer Rouwet (SP): Net als de heer Slagman hebben wij nooit ingestemd met de locatiekeuze en dat zouden wij als argument tegen het thans voorliggende voorstel overeind willen houden.
De heer Vruggink (GroenLinks): Ik ga hetzelfde zeggen namens GroenLinks. Ook onze geschiedenis in dit dossier is duidelijk en zijn wij dus wederom tegen.
De voorzitter: Naar mij blijkt, geldt dat ook voor de fracties van D66 en de LPF.
Met inachtneming van de bovenvermelde redactionele wijziging wordt het voorstel vervolgens zonder stemverklaring aangenomen:
De voorzitter: De aanwezige leden van de fracties van de SGP, de SP, GroenLinks, de LPF en D66 krijgen aantekening dat zij geacht wensen te worden tegen dit voorstel te hebben gestemd.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
100
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
(PS/2006/927)
Streekplanherziening Regionaal Bedrijventerrein Twente 2006 (2)
De voorzitter: Hiervoor geldt dezelfde wijziging van de tekst als bij het vorige agendapunt en kan ik constateren dat dit voorstel is aangenomen met dezelfde stemverhouding als het vorige.
(PS/2006/897)
Project Kwaliteitsimpuls Goor
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
(PS/2006/903)
Provinciaal meerjarenprogramma landelijk gebied (Pmjp) en bestuursovereenkomst investeringsbudget landelijk gebied
De beraadslaging wordt geopend.
Mevrouw Van der Bent-van der Hout (ChristenUnie): Voorzitter. De ChristenUnie is van mening dat het investeringsbudget landelijk gebied vanuit het Rijk gezien een majeure operatie is van ontschotting van rijksmiddelen en overdracht van bevoegdheden aan de provincie. Het is een compliment waard aan de gedeputeerden, het college en de ambtenaren dat dit stuk klaar is. We zijn er ook zeer tevreden over en we hopen dat het een goede voortgang heeft met de ondertekening volgende week maandag.
Het tweede gedeelte, de tweede fase van het ILG is het doorvertalen het ILG van de provincie via het bestuurlijk gebiedsgericht overleg naar de gemeentes en dat vinden wij eveneens een majeure operatie van zeer groot belang. Provinciale Staten hebben namelijk voor het behalen van rijks- en provinciale doelen afhankelijk gemaakt van de uitvoering van de projecten in de gebieden. En daar kan de provincie nu heel goed laten zien dat zij haar regisseurfunctie op het landelijke gebied waar kan maken. Zij heeft een budget gekregen en verantwoordelijkheden, maar dan moeten we er ook _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
101
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
voor zorgen dat het BGO daarmee uit de voeten kan. En daar had de Christen Unie tot aan vandaag hele grote zorgen over. Vanaf de zomervakantie bereikte mij vanaf verschillende kanten vragen van hoe zit dat nou, wat moeten we er mee, wat voor budget krijgen we en waarom krijgen we dit budget en waarom kan dit wel en dit niet, wordt er ontschot, hoe wordt er ontschot, enz.?
Dat gevoel was zo sterk dat we daar vanmiddag in de commissie een behoorlijke discussie over hebben gehad. We hebben een uitgebreid antwoord gekregen van de gedeputeerde waaruit voor mij toch het signaal naar voren kwam dat er dat er nog lang niet soepel mee gewerkt wordt en dat is in mijn beleving meer dan het verwerken van aanloopproblemen. Wij zijn van mening dat het gebied er goed mee uit de voeten moet kunnen. Wij vinden dit een opdracht en een taak die we als provincie, als Staten waar moeten maken. De uitvoering is aan GS maar wij moeten wel de garantie hebben het ILG goed gaat lopen.
De gedeputeerde heeft vanmiddag een aanzet tot beantwoording gegeven. Daaruit bleek het college een begin heeft gemaakt met ontschotting. Wij roepen nu het college op om daarmee door te gaan, om de systematiek van het gebiedsgericht werken goed te benutten, de Staten daarvan nauwgezet op de hoogte te houden en om de Staten na het eerste jaar een grondige evaluatie van het ILG in de gebieden Overijssel te doen toekomen.
De heer Morskate (CDA): Voorzitter. De CDA-fractie is bijzonder verheugd dat we vandaag kunnen constateren dat er een investeringsprogramma landelijk gebied, een overeenkomst kan worden vastgesteld en onze gedeputeerde daarmee op stap kan gaan. Een operatie als het overdragen van rijkstaken naar de provincie is in Nederland nog niet eerder voltooid. We mogen er dan ook blij mee zijn dat in Overijssel de resultaten zijn gehaald die nu voorliggen. Vanmiddag bestond er nog enige twijfel of met het budget dat Overijssel krijgt wel was binnengehaald wat we redelijkerwijs ook mochten verwachten. Overijssel is een van de twaalf provincies, dus 1/12 deel van de begroting zou dus een behoorlijke bijdrage zijn, maar Overijssel _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
102
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
heeft wat minder inwoners en een wat kleiner grondgebied, dus misschien zou je het met wat minder moeten doen? Het resultaat is dat we 11% van de rijksmiddelen binnenhalen en dat vinden we voor het college een fantastisch resultaat een ook een resultaat waarvan je zegt dat het verplichtingen schept.
Ik wil nog een benadrukken dat de rijksoverheid in dit dossier -- dat geldt met name minister Veerman van Landbouw -- wel bijzonder ver zijn nek uitsteekt om deze verantwoordelijkheid hier bij ons neer te durven leggen. Ik ben het dan eens met mevrouw Van der Bent. Natuurlijk, als je met zo veel budget en met zo'n formidabele opdracht zit, dan heb je niet van vandaag of morgen de organisatie daarop ingespeeld. Ik begrijp dat de feitelijke ondertekening van het contract nu nog moet gebeuren. En dat betekent dat we ook vanaf vandaag pas concreet helderheid en duidelijkheid kunnen geven aan de mensen die ermee moeten gaan werken. Ik wens het college daar veel succes mee. Ontschotten ja, onbureaucratisch werken, zeker. Ik denk dat deze operatie alle kans van slagen heeft en ook wij zien graag na een jaar in een eerste evaluatie hoe het ermee gaat.
De heer Harmelink (PvdA): Voorzitter. De provincie was al regisseur van het landelijk gebied en over een paar weken krijgen wij met het ILG de hoofdrol toebedeeld. Ik heb een aantal jaren in de commissie Ruimte en groen mogen verkeren en wij zien dit als een enorme uitdaging. Geen schotten meer tussen bijvoorbeeld middelen voor nieuwe natuur en verdroging. En uiteindelijk is het de bedoeling om langjarige afspraken te maken met onze partners in het gebied met daarbij de afrekenbare doelstellingen.
Het is ons ook bekend dat de ambities van het rijk en de provincies niet met elkaar in overeenstemming zijn. Dat vinden wij jammer, dat heeft zijn weerslag gekregen in het voorlopig niet begrenzen van twee robuuste verbindingen. Wij vinden het onwenselijk om gebiedsuitwerkingen zoals landinrichtingen in noordwest Overijssel uit te voeren, terwijl de claim van de robuuste verbindingen als een stippellijn boven het gebied blijft hangen. Om met maar eens in boerentermen te zeggen, zoals ik gisteren nog _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
103
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
hoorde: ik ben tegen de robuuste verbinding, maar als hij er moet komen, laat hem dan zo snel mogelijk komen.
De gemeente Steenwijkerland heeft met andere gebiedspartners een quick scan laten uitvoeren naar een mogelijke begrenzing. Uit dit onderzoek zou blijken dat er fysieke mogelijkheden zijn om te begrenzen. Ik heb zojuist ook al gezegd dat er is gebleken dat er onvoldoende middelen zijn om tot begrenzing over te gaan. Na een uitvoerige discussie in de commissie van vanmiddag zijn wij dan ook tot de conclusie gekomen dat wij eerst de stofwolken maar eens even moeten laten optrekken. Als er vanuit de gebieden een beroep wordt gedaan om bedoelde robuuste verbindingen toch zo spoedig mogelijk te begrenzen, dan moet bezien worden of met de beschikbare financiële middelen volgend jaar dan wel via een voorfinanciering het proces van begrenzen alsnog gestart moet worden. Met het CDA hebben we dit in een motie vastgelegd die ik u straks zal overhandigen.
Het gaat in met Pmjp ook over heel veel andere zaken zoals water en dat zou je bijna vergeten. De fractie kan volledig instemmen met dat wat ons hiermee is aangeboden.
De voorzitter: De door de fracties van de PvdA en CDA ingediende motie zal worden vermenigvuldigd en rondgedeeld en maakt onderwerp van beraadslaging uit.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): Voorzitter. D66 staat positief ten opzichte van deze stap, maar er moet zeker nog veel gebeuren. Er is nog steeds sprake van schotten. Er is pas sprake van echte decentralisatie als we het budget naar eigen inzicht mogen besteden. Verzoek aan GS om hier bij iedere gelegenheid bij de minister op aan te dringen.
Veel uitvoering geschiedt nog door de voormalige rijksdiensten. Dit maakt het voor betrokkenen vaak ondoorzichtig. Volgens D66 horen beleid en uitvoering dicht bij elkaar en in de toekomst dus bij de provincie te liggen. Grondaankopen blijven
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
104
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
plaatsvinden door de BBL. Wij verzoeken dit punt te betrekken bij de uitwerking van het D66-initiatiefvoorstel grondbeleid.
Gedeputeerde Jansen: Voorzitter. Door eigenlijk alle sprekers is benadrukt wat voor geweldige operatie we hier hebben, een hele grote decentralisatieoperatie waarbij de door de heer Morskate ook complimenten werden geuit in de richting van de rijksoverheid en met name in de richting van minister Veerman. Bij de behandeling van het concept-Pmjp, halverwege dit jaar, hebben wij al gezegd dat het inderdaad een grandioze operatie is die hier plaatsvindt en die ook niet eerder is voorgekomen en waarin het Rijk 3,2 mld. doorschuift naar de gebieden en dan met name naar de provincies die de regiefunctie hebben. De heer Harmelink gaf het al aan: de provincie was regisseur en het wordt nog sterker. Ik denk dat je ook je nieuwe rol als provincie, als middenbestuur echt kunt waarmaken binnen de hele ILG-filosofie wij ook zo veel mogelijk proberen door te vertalen.
Mevrouw Van der Bent zei net dat haar fractie wat zorgen heeft gehad, maar dat die vanmiddag toch wat minder zijn geworden. Daar ben ik natuurlijk blij mee, mevrouw Van der Bent, en wij zullen hier ook heel serieus richting BGO's, richting gemeentes en richting waterschappen mee omgaan.
Voorzitter. 2007 het is een heel serieus proefjaar. We moeten best nog heel veel leren in het hele proces. Het is niet niks dat je straks eigenlijk helemaal niet meer gaat werken met projecten maar met prestaties, dat je zegt "dat verwachten we van je". Je krijgt niet een bepaald bedrag voor een project, nee je krijgt geld om prestaties te verrichten. En dat is best een hele operatie. Ik zeg u toe dat wij u over een jaar, zo eind 2007, zullen aangeven hoe het loopt en hoe we verdergaan in 2008 , waarin wij misschien ook niet wel een doorkijk kunnen maken tot 2013. Die doorkijk is nu nog wat minder dan je eigenlijk zou hopen. Met het Rijk maken wij wel afspraken voor de periode 2007 tot 2013. Voor de gemeenten zal het vooral het jaar 2007 zijn, ook omdat we zo'n serieuze start willen maken en ook zoveel mogelijk willen ontschotten binnen het ILG-budget. De andere budgetten zijn nog niet opgenomen in ons budget, _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
105
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
ook niet in ons provinciale budget. Daar zit met name het groene en het blauwe geld in, als ik het zo mag noemen en een deeltje sociaal en voor de rest kan natuurlijk ook een beroep worden gedaan op de reguliere budgetten. Hoe verder we komen, hoe meer we dat hopelijk kunnen koppelen. Die ontschotting proberen we in 2007 zeker waar te maken. Ik zei u al dat wij een serieuze start willen maken en dat wij daarom hebben gezegd dat we het budget voor 2007 -- even uit mijn hoofd iets van 70 mln. -met 20% ophogen dan volgens de jaarcijfers zou kunnen. Dat kan door eigenlijk al een beroep te doen op de middelen die in de jaren daarna komen in de meerjarenraming. Dat zullen wij u in februari nog voorleggen in een begrotingswijziging zoals wij vanmiddag ook al in de commissie hebben gemeld. De commissie kon zich daar ook in vinden. Wellicht dat wij dat in 2008 op dezelfde manier doen, maar dat is afhankelijk van hoe ver de gemeentes dan zijn.
Dank voor uw complimenten die zijn uitgesproken en die ik graag over uw hoofden heen naar de ambtelijke medewerkers die hier met tientallen een geweldige klus aan hebben gehad en nog niet aan het eind daarvan zijn.
De heer Harmelink heeft het een en ander gezegd over de robuuste verbindingen. De EHS is voor ons een hele serieuze aangelegenheid. Dat hebben we eerder aangegeven, maar toen ook gezegd dat als wij realiseren, de middelen er wel voor moeten zijn. Daarom hebben we de afspraak gemaakt die in de overeenkomst met de ministers staat, namelijk dat we twee van de robuuste verbindingen voorlopig niet begrenzen. De motie vraagt om over een jaar te kijken hoe is het nu gegaan met het realiseren van EHS. Is er inderdaad zo'n beroep op gedaan of is er een minder beroep op de middelen gedaan en kun je alsnog gaan begrenzen? Ook vraagt de motie GS om PS te informeren als er uit de gebieden een beroep wordt gedaan om toch de robuuste verbindingen te gaan begrenzen. Er werd als voorbeeld Steenwijkerland genoemd. Daar hebben we vanmiddag in de commissie ook over gesproken, ik zal er nu niet al te uitvoerig op in gaan. De volgende week wordt zij aangeboden en als Steenwijkerland zal vragen om deze te begrenzen, zullen wij u dat melden en zullen we, zo stelt de motie, op dat moment moeten bezien of er _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
106
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
voldoende geld voor is of met via voorfinanciering te activeren middelen. Ik kan u zeggen dat het college het oordeel over van deze motie graag aan de Staten overlaat. Voor de duidelijkheid zeg ik er maar even bij, dat dit betekent dat GS deze motie positief zal beoordelen.
Voorzitter. Ten slotte mevrouw De Greef. Beleid en uitvoering bij de provincie, ja! Zoals u weet, werkt de DLG voor. Er is nog een discussie of deze verder gedecentraliseerd moet worden en dat wachten we maar af. U vraagt om ook deze grondzaken te betrekken de uitwerking van deze notitie grondbeleid die nog aan de Staten zal worden voorgelegd. Uiteraard zullen wij ook de grondzaken in het landelijk gebied daarbij meenemen, maar wij gaan ondertussen full speed verder.
De heer Bussink (VVD): Voorzitter. Als ik de motie snel doorlees, wordt GS gevraagd om PS te informeren. Dat is inmiddels toegezegd. Er worden echter ook consequenties aan verbonden. Als wij met deze motie instemmen moet ook worden bezien of de beschikbare middelen die na onderuitputting op een moment vrijvallen wellicht anders ingezet kunnen worden. Ik hoorde van de gedeputeerde zeggen dat dit ook al in de afspraken met de minister is opgenomen. Als ik denk aan de overwegingen die ook al in de commissie aan de orde zijn geweest, heeft de minister ons de vrijheid gegeven om de middelen in te zetten op die plekken waarvan wij denken dat wij op dat moment het meeste resultaat kunnen halen. Dus ontschotting is daarbij heel relevant. Maar in de motie wordt het college verzocht om dan wel via voorfinanciering de financiële middelen te activeren om zodanig de begrenzing van de niet aangewezen gebieden te bewerkstelligen. Dat is voornamelijk mijn zorg, want met de minister hebben wij toch afgesproken dat als er geld overblijft van de budgetten voor de plekken die nu al wel begrensd zijn, dat geld mag worden overgeheveld naar andere budgetten waardoor je voldoende middelen krijgt om de taakvoering in de niet-begrensde gebieden ook op kan pakken, maar ik zou graag van het college vernemen hoe het erover denkt om dat via voorfinanciering te doen.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
107
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Mevrouw Van der Bent-van der Hout (ChristenUnie): Gelet op hetgeen ik vanmiddag in de commissie van de gedeputeerde heb gehoord, kan ik niet zo goed begrijpen dat hij nu zegt dat het college positief tegenover deze motie staat. Hij bracht vanmiddag nogal wat bezwaren naar voren. Vooral bij Steenwijk zou het een dure operatie worden. Andere gebieden hebben zich wel begrensd, zoals Enter, en zeggen dat zij nu wel eens aan de gang willen. Hoe ziet u dat?
Gedeputeerde Jansen: Wij spreken over verschillende robuuste verbindingen. Bij Enter gaat het om een verbinding die op dit moment al begrensd wordt. We zitten daar in het hele proces, dus die valt eronder. Komt uit een gebied de oproep om te begrenzen, omdat het verder wil, gaan wij op dat moment bezien of wij dat kunnen gelet op de middelen die wij hebben. Kan het niet, gaan wij bekijken of het verantwoord is om het middel van voorfinanciering in te zetten, afwegende tegen allerlei andere zaken, maar uiteraard alleen als er de zekerheid is dat het Rijk die middelen terug zal betalen. Zo leggen wij de motie althans uit en als zij dat niet goed zien, zal de indiener dat wel zeggen. Ik zie echter geen ontkennende gebaren van de indiener.
De heer Bussink (VVD): Dat zou erop kunnen duiden dat een enkele partij of een enkele ondernemer of een groepjes van ondernemers in de desbetreffende nietbegrensde gebieden het verzoek bij u kan neerleggen en daarmee bepaalt dat er middelen, overgebleven middelen, onderuitputting of via voorfinanciering ingezet worden in dat gebied, terwijl het realiseren, het beschikbaar hebben van het budget wat nodig is voor de nu reeds begrensde gebieden daaronder te lijden zou kunnen hebben en daar realisatie van het totale traject vooruitgeschoven wordt. Gelet op dat risico kijkt de VVD-fractie er toch wel met een zeer bedenkelijk oog naar.
Gedeputeerde Jansen: Het is natuurlijk niet de bedoeling dat de middelen dan gekoppeld worden aan een gebied.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
108
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De heer Morskate (CDA): Misschien mag ik onze bedoelingen even duidelijk maken. Wij hebben het college gevraagd om als dat verzoek komt zelf te bekijken, dus niet die ondernemer, en zo mogelijk met een voorstel naar de Staten komt.
De voorzitter: Is hiermee een afdoende antwoord gegeven op het punt van de heer Bussink?
De heer Bussink (VVD): Het is wel duidelijk dat in ieder geval niet een willekeurige ondernemer dat kan vragen, maar het verzoek moet dan wel een breed verzoek zijn vanuit het desbetreffende gebied.
Gedeputeerde Jansen: Voorzitter. Misschien is het goed als ik toch nog even op de heer Bussink reageer. Wij hebben een bepaald budget per jaar Wij denken dat we daar te weinig aan hebben voor wat wij nu moeten realiseren. Als volgend jaar blijkt dat er toch te weinig grond wordt aangeboden of dat er toch te weinig grond in beheer wordt gevraagd is er sprake van onderuitputting en zou het verantwoord zijn toch meer te begrenzen. Maar stel nu dat de gebieden zeggen, doe het wel terwijl wij niet voldoende middelen hebben, dan bekijken wij of het verantwoord is om het middel van voorfinanciering in te zetten. Dan maken we op dat moment de afweging. Is het verantwoord, dan heb je een wat groter budget zodat er meer gebieden dan alleen de nieuw te begrenzen gebieden er een beroep op kunnen doen. Dus het geldt de totale EHS. Nogmaals, zo leggen wij deze motie uit.
De heer Bussink (VVD): Voorzitter. Voor ons gevoel zou er eigenlijk geen onderuitputting moeten zijn omdat het budget is afgestemd op de taakstelling van de twee nu begrensde. De middelen moeten daar worden ingezet om het traject zo goed mogelijk en zo snel mogelijk te realiseren zodat je die echte robuuste verbinding van plek A naar plek B ook krijgt en daarmee de kwalitatieve invulling kunt realiseren. Als je de eventuele onderuitputting inzet in een ander gebied krijg je te veel versnippering over het geheel. Vandaar ons bezwaar om nu die knip te maken. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
109
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Wij willen graag vooraf die harde garanties hebben dat er middelen beschikbaar komen voor die ontwikkelingen waar we dan op dat moment de grenzen voor vaststellen en waarmee we dan definitief tot aankoop en invulling kunnen overgaan.
Mevrouw De Greef-Moes (D66): De motie is vanmiddag niet aan de orde geweest en kreeg ik net voor het eerst onder ogen.
De heer Morskate zei dat GS er eventueel mee terugkomen in de commissie, maar volgens mij zou het moeten zijn dat GS er sowieso mee terugkomen. Pas dan hebben wij er greep op en die wil ik heel graag houden. Overigens kan ik mij goed in de bezwaren van de VVD vinden, maar wil de gedeputeerde mij achter de motie krijgen, dan moet ik zeker weten dat GS terugkomen in de commissie.
Gedeputeerde Jansen: Ik lees in de motie dat het college van GS wordt verzocht om PS te informeren als…… Wij kunnen dus nooit iets doen zonder u daarover te informeren. Als wij gelet op de wensen vanuit de gebieden zelf het wenselijk of nodig vinden om tot begrenzing over te gaan, dan zal dat dus altijd via PS lopen!
De voorzitter: Dat lijkt mij nu wel voldoende toegelicht en kunnen wij overgaan tot besluitvorming.
De beraadslaging wordt gesloten.
In stemming komt de motie van de PvdA en het CDA over de begrenzing robuuste verbindingen.
De voorzitter: Ik constateer dat de aanwezige leden van de fracties van de VVD en de LPF tegen deze motie hebben gestemd en die van de overige fracties ervoor, zodat zij is aangenomen.
Het voorstel wordt vervolgens zonder stemming aangenomen. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
110
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
(PS/2006/902)
Nieuwe normenkader Rechtmatigheid
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
(PS/2006/946)
Derde diverse postenwijziging; 11e wijziging van de Programmabegroting 2006
De voorzitter: Niemand wil hierover het woord voeren, maar ik wil u er nog even op wijzen dat de heer G. van Dijk bij de ingekomen stukken en mededelingen heeft gemeld dat er een tekstuele wijziging wordt aangebracht na discussie in de commissie en die tekst is nu aan dit voorstel gekoppeld.
Met inachtneming van vorenstaande wordt dit voorstel zonder beraadslaging en zonder stemming aangenomen.
(PS/2006/931)
EU-structuurfondsen 2007-2013; concept-operationeel programma Landsdeel Oost
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Jaegers (PvdA): Voorzitter. Gelet op het late tijdstip zal ik mij beperken, zodat wij misschien een minuutje kunnen inlopen.
Het concept-operationeel programma Landsdeel Oost ziet er wat de PvdA-fractie betreft uitstekend uit en bevat heldere analyses en conclusies. We willen het college dan ook graag complimenteren met het vele werk wat erin zit en wachten in vertrouwen de reactie van de Europese Commissie af.
De kern van de opmerking die ik wil maken is dat we in de commissievergadering, zoals we dat al zo vaak hebben gedaan, uitdrukkelijk hebben aangedrongen op _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
111
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
integraliteit in het beleid. GS hebben uitdrukkelijk toegezegd, dat zou dat zouden meenemen. Nu lees ik in dit voorstel tussen aanhalingstekens dat "waar mogelijk verbindingen kunnen worden gelegd" en dat vinden wij toch te zwak. De PvdA-fractie heeft bij voortduring steeds maar weer gezegd: jongens, probeer dat toch te ontkokeren, probeer integraal samenhangend beleid te voeren zodat het in de gebieden helder en duidelijk naar voren komt. We vinden dit dus een beetje te zwak en we zullen bij de uitvoering in het komend voorjaar als het stuk terugkomt daarom ook de vinger aan de pols houden.
De voorzitter: Mag ik dit als een mededeling van uw kant beschouwen, hoewel het college vanzelfsprekend nog de gelegenheid heeft om hierop te reageren?
De heer Jaegers (PvdA): Dat mag u!
De heer Koopman (CDA): Voorzitter. Dit is een stuk van bijna 100 pagina's en ik had het eigenlijk bladzijde voor bladzijde willen behandelen, maar ik weet niet hoeveel tijd ik daar nog voor heb. Ik zal het wat korter houden.
Op zich ben ik het eens met wat de PvdA-fractie heeft gezegd, namelijk dat dit een goede vertaling is van allerlei eerdere besprekingen. In het algemeen zijn wij dan ook zeer tevreden over wat hier voor ons ligt. Wel hebben we geconstateerd dat er hier en daar nog wat oneffenheden, bijvoorbeeld inconsistenties in het rapport zitten, maar ik ga ervan uit dat die in de definitieve versie eruit gehaald worden.
Wij willen met name nog de aandacht vragen voor de uitvoering, omdat in het verleden nog wel eens vrij veel geld is blijven steken in de administratie van dat soort projecten en naar onze mening te weinig geld terecht is gekomen bij de daadwerkelijke projecten. Ik weet dat vanuit Europa er bepaalde eisen aan gesteld worden, maar het zou aardig zijn om te kijken in hoeverre wij in staat zijn om de administratieve lasten ook op dit punt te beperken.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
112
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
We verwachten van dit verhaal een gunstig effect op allerlei economische ontwikkelingen in de provincie en dan met name ook in de werkgelegenheid van economisch achtergebleven gebieden. Wij hopen ook dat deze fondsen uiteindelijk leiden tot een grotere werkgelegenheid in dat soort gebieden.
Over de organisatie heeft de SER Overijssel, zo heet dat tegenwoordig, een aantal opmerkingen gemaakt. Ik wil er een paar even onder de aandacht brengen. Met name die over de samenstelling van de stuurgroep. Ik heb ook begrepen dat GS deze overneemt, maar het wordt niet met zoveel woorden vermeld. Dat was in ieder geval mijn interpretatie en ik hoor van GS graag of dat inderdaad de juiste interpretatie is. Het is namelijk ook van belang om het mkb van deze fondsen te laten profiteren. En voor met name het mkb is ook het terugdringen van de administratieve lasten van belang geworden, want dat gaat met name gebukt onder dat soort problemen, onder dat soort lasten.
Ten slotte nog even de opmerking dat het mij niet helder is wat nu precies de rol wordt van het Europaloket, waar we in het verleden heel positief over geweest zijn, nu de beheerorganisatie in Gelderland blijft. Blijft de functie van het Europaloket dan nog hetzelfde? Wellicht kan de gedeputeerde daar kort nog iets over zeggen.
Gedeputeerde Abbenhues: Voorzitter. Allereerst dank voor de uitgesproken complimenten voor dit concept-operationeel programma.
Gevraagd is integraal waar mogelijk. Je moet natuurlijk niet het onmogelijke wensen. Wij gaan voor integraliteit, maar soms kun je zaken niet met elkaar verbinden, hoe graag je dat ook zou willen. Wij blijven daar in ieder geval ons uiterste best voor doen. De Staten moeten ons daarop maar blijven controleren en ons scherp houden.
De heer Koopman zegt dat er in zijn ervaring veel geld blijft hangen. De ervaring leert dat er veel regels zijn die allemaal moeten worden nageleefd, hetgeen tot controle op controle, tot audit op audit leidt. Dat ligt niet aan ons, maar aan de Europese _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
113
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
Commissie die ook nu weer bekijkt of al het geld wel goed besteed is. Wij zijn er alert op en blijven dat ook.
De doelstelling van het programma is sowieso om de werkgelegenheid te bevorderen, want dat is nu eenmaal een onderdeel van de Lissabon-strategie.
De stuurgroep is samengesteld uit onafhankelijke deskundigen en ik ben ervan overtuigd dat ook gebruik zal worden gemaakt van de grote deskundigheid die bij het mkb te vinden is.
De beheerorganisatie, de betaalautoriteit, is voor ons voor dit programma Gelderland. Dat neemt niet weg dat wij onze eigen organisatie hebben voor de uitvoering van het programma. Wij bekijken op dit moment nog in welke vorm dat kan gebeuren. Het Europaloket wordt nu geëvalueerd en ik heb duidelijk gehoord dat u dat een mooi instrument vindt. Het wordt dus bezien, het is een kwestie van uitvoering.
De beraadslaging wordt gesloten.
De voorzitter: Wenst iemand een stemverklaring af te leggen?
Mevrouw De Bruin (GroenLinks): Voorzitter. Complimenten voor het college voor de wijze waarop opmerkingen die in de commissie zijn gemaakt zijn verwerkt in het programma en dat dit is gelukt met de provincie Gelderland.
Op bladzijde 19 van de nota staat in het kader van bereikbaarheid vermeld dat er ook inspanningen gericht zullen zijn op de luchthaven. Uit de beraadslagingen over dat onderwerp zal het u wel duidelijk zijn wat het standpunt van de fractie van GroenLinks is. Datzelfde standpunt huldigen wij dus als het gaat om dit voorstel.
Het voorstel wordt vervolgens zonder stemming aangenomen. _____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
114
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: De aanwezige leden van de fractie van GroenLinks krijgen aantekeningen dat zij geacht wensen te worden te hebben gestemd tegen de door mevrouw De Bruin geciteerde zinsnede op bladzijde 19.
(PS/2006/949)
Seniorenbeleid
De beraadslaging wordt geopend.
De heer Evering (CDA): Voorzitter. Van de fracties die zitting hebben in de commissie Zorg en cultuur heb ik de opdracht gekregen om het college naar aanleiding van het rapport van de Rekenkamer van Oost-Nederland en de motieWeegenaar te vragen de uitgangspunten voor een integrale visie op het terrein van het seniorenbeleid op te stellen. Dat is op 13 september al in de commissie geweest en ook vandaag weer onderdeel geweest van de beraadslagingen. Er kwam een heel positief verhaal over dit voorstel en de commissie kan akkoord gaan met de besluiten vermeld in de punten 1 en 2.
De voorzitter: Ik zie dat meer als een stemverklaring namens de commissie.
De heer Evering (CDA): Inderdaad!
De voorzitter: Als er verder geen stemverklaringen meer zijn, kunnen wij overgaan toe besluitvorming.
De beraadslaging wordt gesloten.
Het voorstel wordt vervolgens zonder stemming aangenomen.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
115
13 december 2006
www.weenareport.com
VERSLAG
___________________________________________________________________________________
De voorzitter: Dames en heren, hiermee zijn wij gekomen aan het eind van de agenda. Ik dank u allen voor uw komst en uw bijdragen aan de discussie en besluitvorming.
Dit is onze laatste vergadering in dit jaar. Ik wens u allen goede feestdagen. Wij zien elkaar hopelijk weer op de eerstvolgende Statenvergadering van 7 februari 2007.
Sluiting: 23.40 uur.
_____________________________________________________________________________________________________ Provinciale Staten Overijssel
116
13 december 2006
www.weenareport.com