GRIFFIE
1
Samenvattend verslag van de vergadering van de commissie Mens en Maatschappij, gehouden op woensdag 19 april 2006, aanvang 20.00 uur. Aanwezig De dames J. Bakker (D66), J. van Diepen (HSP), L. Klaassen (VOCH), L. Molema (HSP), A. Ponte (GroenLinks) en I. Wiebes (VVD). De heren S. Bashara (GroenLinks), H. den Boer (VOCH), S. van der Meer (CDA), A. Nieuwland (Hoorns Belang), M. Pijl (CDA), R. Roozeboom (Hoorns Belang), A. Schaake (PvdA) en T. van de Wijdeven (PvdA). Voorzitter Mevrouw L. Hortensius Secretaris De heer C. Waal Namens het college van B & W De heren J. de Boer en R. Witteveen Afwezig met afbericht: Mevrouw M. van Berkum (CDA), de heer A. Helling (D66) en de heer W. van Hilten (VVD). Insprekers agendapunt 3: Mevrouw J. Drijfhout (Stichting Kinderopvang Hoorn (SKH)), mevrouw A. Alberts (Berend Botje) Samenvattend verslag. De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. | 1 Publieksrondvraag. De voorzitter meldt dat er geen insprekers zijn die zich voor de publieksrondvraag hebben aangemeld. | 2 Vaststellen agenda, mededelingen. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. Wethouder De Boer nodigt de commissieleden uit voor de opening van het gebouw Werk en Inkomen (GWI). Hij nodigt de commissie tevens uit voor een algemene informatieronde door/in het gebouw op een ander tijdstip. | 3 Ontwikkelingen kinderopvang Mevrouw Drijfhout houdt een presentatie. Als gevolg van de motie Aartsen/Bos moeten scholen voor- en naschoolse opvang gaan verzorgen. De ingangsdatum is 1 januari 2007. Vanaf 1 augustus 2006 moeten scholen tussenschoolse opvang gaan verzorgen. Dit vereist een nauwe samenwerking tussen scholen en kinderopvang. De druk op de kinderopvang wordt groter. Dit leidt tot enkele knelpunten. Mevrouw Drijfhout benadrukt dat zij niet om geld vraagt, maar om ruimte. Als concrete knelpunten noemt zij de Raccertjes. Deze locatie is tijdelijk tot 1 augustus 2007. Inmiddels kent de Raccertjes een grote toestroom vanuit de Mariaschool. Een oplossing zou zijn om een lokaal van
GRIFFIE
2
het huidige Horizoncollege te gebruiken (J. Messchaertstraat 1). Hierover wil het SKH zekerheid. In Risdam Zuid levert de Bazzeroet een knelpunt. Er wordt een locatie gezocht met Intermares. Het traject is nu al 6 maanden vertraagd omdat de commissie stadsontwikkeling de locatie niet de juiste achtte. In Risdam is nu geen dagopvang. De Musketiers in Risdam Noord zit in een verwaarloosd gebouw. Er is een verzoek bij de gemeente om ondersteuning in het onderhoud neergelegd. Hiermee is tot op heden niets gedaan. In de Kersenboogerd ontstaan wachtlijsten. SKH wil een kindercentrum (Dubloen) laten bouwen, maar het bestemmingsplan staat alleen onderwijs toe in. Mevrouw Alberts vult aan dat een knelpunt is, dat tussenschoolse opvang niet onder de Wet kinderopvang valt, waradoor mensen niet voor vergoedingen in aanmerking komen, die men wel voor voor- en naschoolse opvang kan krijgen. Vragen aan de insprekers De heer Schaake (PvdA) vraagt welke specifieke eisen er aan de samenwerking tussen scholen en kinderopvang worden gesteld voor wat betreft de ruimten. Mevrouw Drijfhout antwoordt dat dit nog niet bekend is. Hij vraagt verder of er nu veel mensen wegens de prijs niet deelnemen aan kinderopvang. Mevrouw Drijfhout stelt dat dit meevalt, maar dat de kinderopvang wel met een imagoprobleem kampt voor wat betreft de prijzen. De heer Den Boer (VOCH) vraagt wat kinderopvang per uur kost en of er grote prijsverschillen bestaan tussen stichtingen en private instellingen. Mevrouw Albers zegt dat het tarief € 4,83 is en dat het inkomensafhankelijk is hoeveel men hiervan netto betaalt. Mevrouw Drijfhout zegt dat tarieven goeddeels overeenkomen, omdat de belastingdienst een maximumbedrag heeft vastgesteld, waarboven men niets meer vergoed. Mevrouw Wiebes (VVD) vraagt hoe de samenwerking met de schoolbesturen verloopt. Zij stelt dat het kabinet een stappenplan had beloofd in april. Zij constateert dat er wel kinderopvang is gepland in Bangert/Oosterpolder in tegenstelling tot wat in de brief van het SKH staat. Mevrouw Drijfhout vertelt, dat het contact met de schoolbesturen uitstekend is. Het stappenplan van het kabinet is nog niet uitgebracht. In Bangert/Oosterpolder is wel kinderopvang gepland maar niet in het centrum. De heer Pijl (CDA) vraagt naar de ontwikkeling van de wachtlijsten. Mevrouw Drijfhout geeft aan, dat onder schoolgaande kinderen met name in Kersenboogerd er een wachtlijst ontstaat op de dinsdagen en de donderdagen. Ook bij de dagopvang ziet men de ontwikkeling dat het drukker wordt. In de binnenstad geldt het probleem de 0-4jarigen op de piekdagen. Vragen aan de wethouder Mevrouw Klaassen (VOCH) vraagt of er in Bangert/Oosterpolder geen kinderopvang is gepland. Mevrouw Wiebes (VVD) zegt in de B&W-besluiten gezien te hebben, dat er een nieuw advies over de winnaar van de prijsvraag over het centrum wordt gevraagd. Mevrouw Molema (HSP) wil weten hoe de accommodaties en financiën voor kinderopvang verwerkt worden in de begroting. De heer Roozeboom (Hoorns Belang) constateert dat het SKH vier knelpunten noemt en het college er maar twee behandeld. Hij vraagt zich af, of dat inhoudt dat er twee worden of zijn opgelost. In Kersenboogerd wordt de raad voor een keuze gesteld tussen onderwijs en kinderopvang. Hij vraagt zich af of er een plan van aanpak ligt voor de problemen in het centrum. De heer Schaake (PvdA) wil weten hoe de wethouder zijn rol bij de facilitering van kinderopvang ziet.
GRIFFIE
3
Reactie van de wethouder De heer Witteveen stelt dat de gemeente geen subsidierelatie heeft met de kinderopvang. Er bestaat ook geen huisvestingsplicht. Als er van rijkswege middelen vrijgemaakt worden of de gemeente krijgt een rol in het plan van aanpak ter uitvoering van de motie, dan zal het college gelijk in actie komen, mochten hierin kansen voor de kinderopvang zitten. De wethouder vindt wel dat hij een maatschappelijke inspanningsverplichting heeft ten opzichte van de kinderopvang. Hij wil dan ook ondersteuning bieden bij het zoeken naar ruimte. Ten aanzien van scholen heeft de gemeente wel een huisvestingsplicht. Daarom heeft in het verleden wel eens een school voorrang gekregen boven kinderopvang. In met name de Kersenboogerd moet nog eens goed naar de bevolkingsprognoses worden gekeken om te bezien of er lokalen bij moeten. In het bestemmingsplan Bangert/Oosterpolder is plaats ingeruimd voor kinderopvang nabij de scholen. Reacties van de commissie in tweede termijn. Het VOCH (de heer Den Boer) merkt op dat het SKH geen voorkeursrecht heeft ten opzichte van andere aanbieders van kinderopvang. De heer Schaake (PvdA) vraagt of een eventueel plan voor de kinderopvang terugkeert in de commissie. De heer Bashara (GroenLinks) stelt dat de kinderopvang meer bij de brede school ontwikkeling moet worden betrokken. Mevrouw Van Diepen (SPH) vraagt zich af, of het onderwijs niet verantwoordelijk is voor de financiering als gevolg van de motie. Reactie wethouder in tweede termijn De heer Witteveen prijst het SKH dat het een algemeen verhaal heeft gehouden over de problematiek. Daarna wel toegespitst op de problemen van de eigen organisatie. De overige instanties zijn uitgenodigd bij de vergadering en ook zij kunnen hun problemen kenbaar maken bij het bestuur. Verder stelt hij dat de motie Aartsen/Bos tot veel onrust heeft geleid in het onderwijs, omdat de facilitering en de compensatie van de kosten niet in de motie zijn geregeld. In de Kersenboogerd is de kinderopvang betrokken bij de brede school. Elders gebeurt dit ook juist vanwege de motie. De wethouder zal het onderwerp laten terugkeren als hierin een rol voor de gemeente is/wordt weggelegd. Dat laatste ligt bij Den Haag. Conclusie van de voorzitter: De voorzitter bedankt de insprekers voor hun inbreng. De wethouder heeft toegezegd een inspanning voor de aanbieders van kinderopvang te doen voor wat betreft het zoeken naar ruimte. Toezeggingen van het college: Indien landelijk een stappenplan/eisenprogramma wordt ontwikkeld waarin de gemeente een taak heeft, keert dit onderwerp terug op de agenda.
| 4 Knelpuntenanalyse ID-banen Samenvatting van de fractiestandpunten. Het CDA (de heer Van der Meer) ziet twee problemen. De DUP is gericht op doorstroom. Voor het CDA staat ongesubsidieerd werk voorop. De economische tijden lenen zich nu beter voor het bereiken van dit doel. Zo kunnen nieuwe mensen kans krijgen in de DUP.
GRIFFIE
4
Dit heeft misschien consequenties voor de inlenende organisaties, maar de andere kant hiervan is, dat bedrijven verkapt worden gesubsidieerd, als er geen sprake is van doorstroom. Het tweede probleem zijn de buitensteeds DUP-ers. Hij wil graag weten wat de wethouder gaat doen, als andere gemeenten niet bijdragen aan de bekostiging van deze DUP-ers. Mevrouw Ponte (GroenLinks) stelt dat het gaat om een kwetsbare doelgroep. Doorstroming leidt tot armoedeval of tot een tijdelijk contract, terwijl de DUP een contract voor onbepaalde tijd geeft. Doorgroeimogelijkheden zijn er vaak niet, waardoor de DUP een vergaarbak dreigt te worden van mensen die er niet meer uit komen. Zij vraagt zich af of het wel om volwaardige banen met kans op doergroei gaat. Als instellingen zeggen in de problemen te raken zonder DUP-ers vraaggt ze zich af of deze niet een te grote jas aan hebben, voeren ze geen taken uit buiten hun kerntakenpakket. GroenLinks mist een overzicht van de instellingen waar DUP-ers zitten. Nu is alleen een overzicht van de uitstroom gegeven. De partij wil de prikkel om een reguliere baan te zoeken vergroten, met name door het ongedaan maken van de armoedeval. Mevrouw Ponte spreekt haar zorg uit over het overdragen van DUP-ers als andere gemeenten niet zouden meebetalen. De heer Van de Wijdeven (PvdA) pleit voor maatwerk in de arbeidstoeleiding. De PvdA ondersteunt de gekozen methode. Het hoofddoel moet wel werk blijven. In Rotterdam wordt gewerkt aan een meer individueel gericht armoedebeleid. Met die ambitie zou men in Hoorn ook verder moeten gaan. Knelpunt is wel de privacy. De PvdA vindt dat Hoorn een regiotaak heeft, met name voor wat betreft de sociale dienst. Bij geringe aantallen zoals in de nota genoemd (zes) en het feit dat de buitensteedse DUP-ers nog binnen het budget passen, is er geen probleem. De VVD (mevrouw Wiebes) ontvangt signalen dat organisaties echt in de problemen raken en willen hier meer inzicht in krijgen. Ze zullen eerst zelf een onderzoek verrichten. Daarna plaatsen zij het onderwerp wellicht weer op de agenda. De VOCH (mevrouw Klaassen) concludeert dat alle partijen vallen over de buitensteedse DUP-ersDZe mist de grote onderwijs- en welzijnsinstellingen in het overzicht. Deze hebben ook veel DUP-ers in dienst. Zij vraagt zich af, wat er na 2008 gaat gebeuren. Als men automatisch terugkeert in de uitkering is er sprake van jojoën met mensen. De HSP (mevrouw Van Diepen) stelt dat het DUP alleen nog bedoeld is voor hen die er nu van gebruik maken. Daarom ziet men nu geen knelpunten voor Hoorn. Die mensen moeten uiteraard wel een stuk rechtszekerheid krijgen. De heer Roozeboom (Hoorns Belang) vraagt zich af, of de pool niet wordt vervuild door draaideur-DUP-ers, ofwel mensen die voor korte tijd doorstromen en vervolgens weer via de uitkering in de DUP worden geplaatst. Als er een nieuwe regeling komt voor gesubsidieerde arbeid, dient goed te worden bezien hoe de pool in elkaar steekt. Reactie van het college. Wethouder De Boer geeft aan dat de overheid een lange historie kent van pogingen de arbeidsmarkt te beïnvloeden. Het doel is instromen en doorstromen. De instroom is gericht op het krijgen van een vaste baan binnen zo kort mogelijke tijd. Maatwerk is daarbij een uitgangspunt. Er zijn diverse instrumenten. Per individu wordt bekeken welk traject het meest passen di (bijvoorbeeld WSW, DUP, enz.). De DUP is eindig. Als je door wilt gaan, kom je in conflict met de regels over overheidssteun. Het leveren van
GRIFFIE
5
een overzicht over de uitstroom is mogelijk. Theoretisch is het mogelijk dat mensen weer terugkomen in de DUp, maar dat zal om zeer kleine aantallen gaan. De DUP kent de spagaat dat men zorg moet dragen voor de eigen inwoners, maar de financiën zijn gekoppeld aan een baan. Binnen de regio zijn afspraken gemaakt, dat ‘elkaars’ banen worden gefinancierd. Dan resten zes mensen van buiten de regio. De gemeenten waar deze mensen vandaan komen zijn benaderd. Zij zijn niet verplicht de banen te financieren. In de overzichten zijn inderdaad alleen door de gemeente gesubsidieerde instellingen opgenomen en geen scholen en zorginstellingen. Reacties van de commissie in tweede termijn. De heer Pijl (CDA) vraagt hoe de ontwikkeling van het regionaal overleg is over de financiering na 1 januari 2007. Reactie van de wethouder in tweede termijn Ambtelijk is een besluit voorbereid dat er op ziet dat elke gemeente financieel verantwoordelijk is voor haar eigen inwoners. Dit zal aan de regiobesturen worden voorgelegd. Conclusie van de voorzitter. De voorzitter concludeert dat de wethouder nog een overzicht zal aanleveren en dat de VVD wellicht nog met een eigen onderzoek komt. Toezeggingen van het college: Wethouder De Boer verstrekt een overzicht van de huidige DUP-banen en de in- en uitstroom.
| 5 Informatie over de nieuwe wetgeving inzake inburgering Samenvatting van de fractiestandpunten. GroenLinks (de heer Bashara) heeft een viertal vragen c.q. aandachtspunten voor de stuur- en projectgroep. Uitgangspunt van de nieuwe wet is zelfredzaamheid. De inburgerende persoon moet veel zaken zelf regelen. Wordt daarmee niet ingeburgerd gedrag verwacht van iemand die juist nog niet ingeburgerd is. Tweede aandachtspunt is de handhaving. Er wordt gesproken over boetes. Is dit wel een goed middel of raakt men in een neerwaartse spiraal. De derde vraag is wat de gemeente van de integratie verwacht. Is alleen het halen van het inburgeringsexamen genoeg? Tot slot een opmerking over het derde uitgangspunt, dat meldt dat men contact moet zoeken met ‘het Nederlandse landschap’. Integratie moet echter van twee kanten komen, dus van dat landschap mag ook wat verwacht worden. De PvdA (de heer Schaake) vraagt zich af, of de sancties in enkele gevallen niet te hard zullen zijn. Welke differentiatie naar personen voor wat betreft sancties maar ook ondersteuningsmogelijkheden is er nog. De PvdA pleit voor een lokale inkleuring. Inburgeringbeleid is een onderdeel van integratiebeleid. De doorstroming naar werk moet wel geregeld worden. De verworvenheden van de huidige democratie in Nederland dienen verder een belangrijke rol te spelen in het inburgeringprogramma. Tot slot vraagt de partij om kostenafspraken met onderwijsinstellingen. Mevrouw Van Diepen (HSP) vraagt zich af er veel veranderd ten opzichte van de huidige situatie. De doelstellingen blijven toch min of meer hetzelfde.
GRIFFIE
6
Het CDA (de heer Pijl) geeft aan dat er onder de zogenaamde prioritaire groepen bijvoorbeeld geestelijk bedienaren worden genoemd. Dit is ook logisch daar deze personen een belangrijke functie in hun gemeente hebben. Vraag is of de gemeente ook andere prioritaire groepen kan aanwijzen. Verzorgende ouders hebben een belangrijke invloed vergelijkbaar met geestelijk bedienaren. Het CDA zou deze groep dan ook graag prioriteit geven als Hoorn hiervoor de ruimte heeft. Verder vraagt het CDA zich af waar de rekening terecht komt voor mensen die het niet halen. De nieuwe wet vraagt om actieve informatievoorziening, bijvoorbeeld over kinderopvang. Deze regeling is erg moeilijk, maar het is ontzette belangrijk voor de mensen die naar school gaan. Met welke inzet wordt gezocht naar intergemeentelijke samenwerking? Reactie van de wethouder Wethouder De Boer stelt dat het gepresenteerde stuk vooral het verhaal van de wetgeving laat zien. Daar moet nog een Hoorns sausje overheen. Daarover wordt gesproken. De vragen uit de commissie kunnen daarbij worden bezien, met name of er mensen ondersteund kunnen worden uit de niet-prioritaire groepen. Voor wat betreft de samenwerking wordt gekeken of er niet een overlap is met de instanties binnen het Gebouw Werk en Inkomen. Het verschil met de huidige situatie is dat nu de oudkomers geen verplichtingen hebben en de consequenties van niet-inburgeren wijzigen. Reacties van de commissie in tweede termijn. De VVD (mevrouw Wiebes) gaat akkoord met de vragen, maar wijst op de notitie integratiebeleid, waarin ook percentages en concrete prestatie-afspraken worden benoemd. De wethouder zegt toe die link te zullen leggen en het stuk te bezien op bruikbaarheid voor de nieuwe wet. Conclusie van de voorzitter. De voorzitter concludeert dat de commissie diverse vragen heeft meegegeven aan de stuur- en projectgroep en dat het onderwerp nog als meningvormende discussie dan wel voorbereiding op een raadsbesluit terugkeert op de agenda. | 6 Plan van aanpak werkgeversbenadering van het GWI Samenvatting van de fractiestandpunten. Mevrouw Van Diepen (HSP) vraagt of er niet een soortgelijk probleem ontstaat als voor de buitensteedse DUP-ers bij regionale samenwerking. Mevrouw Ponte (GroenLinks) merkt op dat er slechts een acquisitieprocedure is genoemd en kan zich niet voorstellen dat het daarbij blijft. De PvdA (de heer Van de Wijdeven) kan zich vinden in de nieuwe benadering. Reactie van de wethouder Wethouder De Boer licht toe, dat het niet alleen om kwetsbare groepen gaat, maar ook om de beter bemiddelbare werkzoekenden. Het gaat om het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Het betreft een pilot. Het GWI moet dureven leren en fouten durven maken. Ook of er andere manieren voor acquisitie zijn, moet de pilot leren. Iedere gemeente heeft de zorg voor zijn eigen cliënten. Als andere gemeenten aansluiten moeten die diensten worden ingekocht.
GRIFFIE
7
Conclusie van de voorzitter. De voorzitter constateert dat de commissie vertrouwen heeft in de benadering. | 7 Stukken ter kennisname van het college a. Managementsamenvatting/kwartaalrapportage Sociale Zaken 4e kwartaal De heer Roozeboom (Hoorns Belang) constateert dat de wachttijden voor schuldhulpverlening nog hoger zijn dan gewenst. De evaluatie schuldhulpverlening is echter pas in het 4e kwartaal van 2006 gepland. Hij zou dit graag eerder behandeld zien. Wethouder De Boer geeft aan dit punt te willen behandelen in de werkgroep armoedebeleid, maar als het bestuur er klaar voor is. Mevrouw Klaassen (VOCH) merkt op dat er een werkgroep armoedebeleid is gepland in mei. | 11 Ingekomen stukken a. Op/Maat Jaarbericht 2005 en jaarverslag 2005. Geen opmerkingen. b. De Brijder Verslavingszorg Deelverslag 2005 Geen opmerkingen | 12 Rondvraag en sluiting De heer Roozeboom (Hoorns Belang) vraagt naar de stand van zaken rond de Jongerenontmoetingsplek (JOP) Zwaluwe. Wethouder Witteveen vertelt dat WesterKoggenland de voorziening niet toe staat er is nader overleg onder meer met het wijkorgaan. De wethouder zal de commissie schriftelijk nader informeren. Mevrouw Wiebes (VVD) en mevrouw Molema (HSP) geven aan enkele onderwerpen vanuit de oude commissies te missen op de termijnagenda. Zij zal deze via de secretaris inbrengen, zodat de voorzitter ze kan voorleggen in de agendacommissie kan voorleggen aan het college. Toezeggingen van het college: Wethouder Witteveen informeert de commissie schriftelijk over de stand van zaken JOP Zwaluwe. De voorzitter sluit de vergadering om 22.30 uur.