COMMISSIE
VOOR
V a s t g e s t e l d
d . d .
WELSTAND 2 5
EN
s e p t e m b e r
MONUMENTEN ROTTERDAM
2 0 1 4
VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN bouwplannen W O E NS DA G 1 7 s e p t e mb e r 2 0 1 4 EPII, kamer 7.22 , 7e etage– Galvanistraat 15 - Rotterdam
AANWEZIG: Commissie: Bakker (plaatsvervangend voorzitter), Bloks, Diederen, Molenaar en Galema Secretariaat: Pronk (secretaris), Van der Klauw (uitvoerend secretaris) Bureau Monumenten: Knibbeler (gedeeltelijk)
4
BOUWPLANNEN
15:00 – 17:10
4.1 Spangesekade 1-28, Delfshaven (2e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
15:00
Oprichten van een appartementenblok (Spangen) Robert Alewijnse, DP6 Architecten - Woonstad OLO ??? (conceptaanvraag)
4.2 Delftweg 166 (landgoed Nieuw Rhodenrijs), Overschie (1e behandeling) (rijksmonument)
15:20
omschrijving: Herstellen monument na brandschade en vergroten d.m.v. aanbouw ontwerp en opdracht: Putter Partners Architecten – Golden Years dossier: OLO 1415017 (conceptaanvraag)
4.3 Bloklandstraat, Bloklandblok, Noord (1e behandeling)
15:50
omschrijving: Nieuwbouw van 59 grondgebonden woningen ontwerp en opdracht: Rob Ruoff, Ruoff architecten - Woonstad dossier: OLO 1408723 (conceptaanvraag)
4.4 Museumpark, Collectiegebouw Boijmans, Centrum (1e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
4.5 Debussylaan 17, Hillegersberg - Schiebroek(1e behandeling) omschrijving: Nieuwbouw kerkelijk centrum ontwerp en opdracht: WK architecten - Kerkelijk Centrum Hillegersberg dossier: OLO 1331697 (conceptaanvraag)
Bezoekadres Postadres Telefoon
16:20
Nieuwbouw Collectiegebouw Winy Maas, MVRDV OLO 1258127 (conceptaanvraag)
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4897828, e-mail adres:
[email protected]
16:50
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
BOUWPLANNEN 4.1 Spangesekade 1-28, Delfshaven (2e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
15:00
Oprichten van een appartementenblok (Spangen) Robert Alewijnse, DP6 Architecten - Woonstad OLO ??? (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Na de behandeling in de commissievergadering van 23 april 2014 is het plan voor de nieuwbouw van het appartementencomplex aan de Spangesekade aangepast. De plattegronden zijn omgedraaid waardoor nu de galerij aan de Spangesekade is gesitueerd. De galerij is tevens verdiept waardoor deze nu diep genoeg is om ook als verblijfsruimte te functioneren. Ook de achterzijde is aangepast, deze zijde is meer geopend door de toepassing van glazen loggia’s. Op deze manier wordt niet alleen voldaan aan de hoge eis ten aanzien van de geluidbelasting maar wordt ook de keuze aan de bewoner overgelaten om deze te openen of juist te sluiten. Aan de Spangesekade zijn voor de woningen op de begane grond de entrees gesitueerd. Aan deze zijde liggen nu de keukens. Om enige afstand te houden tot het trottoir zijn kleine voortuinen ingepast. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: planmatige stedelijke uitbreidingen Welstandsniveau: regulier Relevante criteria Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo’s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven. Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). Erfafscheidingen zijn van hoogwaardig materiaal en worden zorgvuldig gedetailleerd. Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie heeft positief gereageerd op de aanpassingen in het ontwerp. De achterkant oogt veel opener, ook de voorzijde aan de Spangesekade heeft nu veel meer betekenis gekregen. Uit het ontwerp en renders blijkt dat veel aandacht is besteed aan de materialisering. De commissie is zeer benieuwd naar de uitwerking hiervan, en ziet dan ook graag in de detaillering deze gesuggereerde verfijning terug. Echter is zij nog niet geheel overtuigd van de voorgestelde groene colorbelpanelen, deze ogen nu erg fel. De commissie adviseert hier meer terughoudendheid. Verder geeft zij als suggestie mee de lichtarmaturen te integreren in het ontwerp en de tuinpoorten aan de Busken Huetstraatzijde iets dichter te detailleren om zo meer privacy te bieden aan de bewoners en zo tevens te voorkomen dat de poorten worden dichtgezet. Conclusie De commissie heeft positief gereageerd op het aangepaste ontwerp en ziet met belangstelling de nadere uitwerking tegemoet.
2
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
4.2 Delftweg 166 (landgoed Nieuw Rhodenrijs), Overschie (1e behandeling) omschrijving: ontwerp en opdracht: dossier:
15:20
Herstellen monument na brandschade en vergroten d.m.v. aanbouw (rijksmonument) Putter Partners Architecten – Golden Years OLO 1415017 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Het plan omvat een renovatie/restauratie van landgoed Nieuw Rhodenrijs. Het is de bedoeling dat het landgoed geschikt wordt gemaakt voor ouderen met een zorgbehoefte. Een deel van het landgoed is in 2010 afgebrand, dit gedeelte zal worden herbouwd. Voor dit gedeelte wordt voorgesteld de kap met 40 cm te verhogen, om zo voldoende ruimte te creëren voor de nieuwe bestemming. Het monumentale interieur blijft onaangetast en zal gerestaureerd/hersteld worden in oorspronkelijke staat. De later gebouwde serre zal worden gesloopt. Verder wordt een aanbouw aan de achterzijde voorgesteld. Aan de hand van referentiebeelden wordt aangegeven aan welke vormentaal wordt gedacht. In het oorspronkelijke plan was een schuur gepland in het verlengde van de achtervleugel. Het idee is om de aanbouw in deze stijl te ontwerpen maar net iets anders te positioneren. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: overige groengebieden grenzend aan gebiedstype ’historische linten en kernen’ Welstandsniveau: regulier (rijksmonument) Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie is ingenomen met het voornemen het nu leegstaande landgoed een nieuwe bestemming te geven. De nieuwe functie sluit ten eerste goed aan op de bestaande functie van het landgoed en ten tweede zal de nieuwe functie het landgoed meer publiek toegankelijk maken. Zij hoopt dan ook dat er een landschapsvisie ontwikkeld zal worden voor beide landgoederen zodat eventuele toekomstige ontwikkelingen op een goede manier ingepast kunnen worden en het geheel beter toegankelijk wordt voor publiek. De commissie ondersteunt de wens tot het slopen van de niet monumentale (verstorende) serre. Wel uit zij haar zorgen over het parkeren aan de voorzijde, dit past niet bij het karakter en de beleving van het landgoed. De commissie adviseert het parkeren anders op te lossen, indien mogelijk aan de achterkant van het landgoed. De commissie kan zich vinden in het voorstel voor het iets verhogen van de kap van de achtervleugel, wel benadrukt zij dat de dakhelling gelijk moet blijven. De commissie twijfelt over de wijze waarop de aanbouw nu is voorgesteld. Het landgoed bestaat uit een aaneenschakeling van verschillende volumes, waarbij dit volume nog een extra maar afwijkende toevoeging zal worden. Daarnaast wordt het volume ook nog uit de gevellijn van de achtervleugel geplaatst waardoor het geheel als een optelling gaat ogen en niet als een compositie. Tevens zal het zicht vanuit het huis op het landgoed en andersom worden beperkt. De commissie vraagt de architect dit opnieuw in studie te nemen. Zij vraagt zich af of het geheel logischer oogt wanneer het volume als een verlenging van de achtervleugel wordt vormgegeven (losstaand of verbonden d.m.v. een transparante gang). Een andere mogelijkheid is de aanbouw aan de achterzijde van de garage te situeren. Voor beide geldt dat de zichtlijnen vanuit het landgoed naar de tuin en andersom een belangrijke rol spelen. In een nadere uitwerking van het plan is de commissie tevens benieuwd naar het definitieve restauratieplan voor het landgoed (inclusief het interieur). Conclusie Op hoofdlijnen is positief gereageerd op het plan voor de herbestemming van het landgoed. De commissie ziet de architect graag terug in een later stadium met een ontwerp en nader onderzoek dat antwoord geeft op de gemaakte opmerkingen.
3
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
4.3 Bloklandstraat, Bloklandblok, Noord (1e behandeling) omschrijving: ontwerp en opdracht: dossier:
15:50
Nieuwbouw van 59 grondgebonden woningen Rob Ruoff, Ruoff architecten - Woonstad OLO 1408723 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Het plan betreft de nieuwbouw van 59 grondgebonden woningen. De architect legt uit aan te sluiten op de bebouwing in het omliggende gebied. Aan de zijde kopse kante van het bouwblok zijn de woningen iets hoger dan degene aan de lang zijden. Het blok zal opgebouwd worden uit verschillende kleinere ensembles, om dit te benadrukken verschilt de beukmaat hier en daar en worden per ensemble de voorgevels verschillend vormgegeven, ook de kap verschilt per ensemble. De hoekpanden worden voorzien van een afgeschuinde hoek. Voor het lijst- en lofwerk zal gebruik gemaakt worden van pleisterwerk, beton met titaantoevoeging en witte strengpersstenen. Tijdens de presentatie toont de architect een paar gevelstenen die beoogd worden te gebruiken voor de voorgevels. De achtergevels zullen uitgevoerd worden in een lichtere steen. De ensembles worden op de hoeken verbonden door gemetselde tuinmuren met doorzichten naar het achtergelegen gebied. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: Niet planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria De blokverkaveling is pandsgewijs of in kleine ensembles. Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. Het gevelontwerp kent een driedeling (basement, middendeel, gevelbeëindiging) en wordt gekenmerkt door een verwevenheid van verticaal (ramen) en horizontaal (lijstwerk, linten, kroonlijsten etc.). Straathoeken worden architectonisch verbijzonderd (afgeschuinde hoek, afwijkende vormgeving, e.d.). Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. Detaillering ondersteunt de verwevenheid van verticaal en horizontaal in het gevelbeeld. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking Op hoofdlijnen reageert de commissie positief op het conceptplan, het plan voegt zich goed in de bestaande context. Wel mist zij verfijning in detaillering, ook op deze schaal dient het ontwerp afgestemd te zijn op de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief tenminste gelijkwaardig hieraan te zijn. Als voorbeeld wordt de raamindeling genoemd, deze is nu ongeleed, hier zou het ontwerp kunnen winnen. Voor wat betreft de accenten van de hoekwoningen is de commissie nog niet geheel overtuigd. De criteria zijn hier duidelijk over; Straathoeken worden architectonisch verbijzonderd (afgeschuinde hoek, afwijkende vormgeving, e.d.). Graag ziet de commissie hier een overtuigender voorstel tegemoet. De pui-indeling ter plaatse van de voordeuren wordt door de commissie niet begrepen, een voordeur met zijlicht binnen deze architectuur schept een oneigenlijk beeld. Daarnaast wordt de architect meegegeven de hoogtes van de witte horizontale lijnen per ensemble te laten verspringen, dit schept een overtuigender ‘niet planmatig’ beeld. Verder attendeert de commissie de architect op de steenkeuze, zij meent dat de structuur van de steen te grof is voor het kleinschalige karakter van het ontwerp. Deze architectuur behoeft metselwerk met dunne lint en stootvoeg wat een tamelijk strakke baksteen vereist. Conclusie De commissie ziet de architect graag terug in een later stadium met een ontwerp dat antwoord geeft op de gemaakte opmerkingen.
4
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
4.4 Museumpark, Collectiegebouw Boijmans, Centrum (1e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
16:20
Nieuwbouw Collectiegebouw Winy Maas, MVRDV OLO 1258127 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Begin februari is bekend geworden dat MVRDV de architectenselectie voor een nieuw collectiegebouw van het museum Boijmans van Beuningen in het Museumpark heeft gewonnen. De architect toont het ontwerp voor een rond gebouw van 40 meter hoog, met een diameter van 60 m aan de bovenzijde dat geleidelijk terugloopt tot een diameter van 40 meter op plintniveau. Het depotgebouw zal toegankelijk zijn voor publiek. Het publiek kan het gebouw op verschillende manieren bezoeken: bezoek via de interne vide langs de depots, een rondleiding in de depots of een bezoek aan de horecagelegenheid op het dak. Ook is een horecafunctie gesitueerd in de plint van het gebouw. De bovenzijde van het gebouw wordt voorzien van een daktuin. Het is de bedoeling om de bomen die op maaiveldniveau verdwijnen, in deze ‘opgetilde tuin’ een nieuwe plek te geven. De openbare ruimte om het gebouw heen zal als een nieuwe ‘kamer’ in het park ontworpen worden die ook geschikt blijft voor evenementen zoals de Parade. De vormgeving van deze ‘kamer’ betreft een separate opdracht. De architect schetst het unieke karakter van het publiek toegankelijke depotgebouw. Het gebouw dat hij karakteriseert als ‘cadeau voor de stad’ huisvest een uniek concept dat nog nergens op deze manier voorkomt, alleen het Schaulager in Basel is enigszins vergelijkbaar, maar minder openbaar toegankelijk. De insnoering aan de onderzijde is mede gedaan om de footprint te minimaliseren. De inrichting van de plint is nu gedeeltelijk publiek maar wordt grotendeels in beslag genomen door logistieke functies waaronder een toegang voor vrachtwagens waar de kunst op een veilige manier het gebouw in kan worden gebracht. De uitwerking van de spiegelende, geheel vlakke gevel is in ontwikkeling. Met de beoogde gevel wordt vanaf de voet van het gebouw de omgeving van het Museumpark weerspiegeld. Naar boven toe zal het gebouw door de spiegeling van de lucht langzaam visueel ‘oplossen’. Door de ronde vorm is het zelfs mogelijk om ‘om de hoek’ te kijken. Om alle beoogde effecten te realiseren is een geheel vlakke gevel een vereiste, aldus de architect. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Stedelijke groengebieden / Uitgangspunten van welstandstoetsing Welstandsniveau: bijzonder (centrumgebied, deelgebied Museumpark) Uitgangspunten van Welstandstoetsing (Welstandsnota Rotterdam, pag. 21): 1. Bouwinitiatieven zijn altijd specifiek ontworpen voor het omliggende gebied 2. Bouwwerken verstoren de stedenbouwkundige structuur niet. 3. Nieuwbouw heeft een herkenbare hoofdvorm. 4. De opbouw van de gevels is consequent en goed van verhouding 5. De (begane grond-)gevel aan de straatzijde draagt bij aan de beleving van het openbare gebied 6. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen het gevelbeeld van het gebouw Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie bedankt de architect voor de heldere presentatie en merkt op dat er sprake is van een schetsontwerp voor een opvallend gebouw dat een sterk gebaar maakt, maar waarvan de relatie tot het park vragen oproept. Het beoordelingskader van de Commissie voor Welstand en Monumenten, in haar rol als adviesorgaan aan het bestuur, is gedefinieerd in de welstandscriteria. Mandaat op het punt van bestemmingsplannen heeft de commissie, in tegenstelling tot de situatie voor de Wet op de Ruimtelijke Ordening 2008, niet. Met de keuze van het dagelijks bestuur voor deze locatie en het gewonnen prijsvraagontwerp, is het niet aan de commissie om zich uit te spreken over de politieke keuze om op deze locatie ruimte te geven aan het voorgestelde bouwvolume. In dit geval heeft het bestuur op advies van de commissie als uitgangspunt bij de prijsvraag meegegeven dat niet de gebiedstypecriteria Stedelijke groengebieden als kader voor welstandstoetsing worden gehanteerd, maar de meer universele Uitgangspunten van welstandstoetsing die aan alle gebiedstypecriteria ten grondslag liggen. Tegen de achtergrond van deze criteria heeft de commissie een aantal opmerkingen en aandachtspunten die van belang zijn bij de nadere uitwerking van het plan. Zij concludeert dat het voorliggende ontwerp op drie van de zes criteria (nog) niet voldoet.
5
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
Voor de commissie is het nog onduidelijk hoe het gebouw van dit volume op deze plek stedenbouwkundig is ingepast in het park, opgebouwd uit verschillende kamers (criterium 2). Op de kleinere schaal van de aangewezen locatie is het de vraag wat de mogelijke kwaliteit is van de buitenruimte die overblijft. De commissie bepleit het opstellen van een integrale ontwerpvisie voor de openbare ruimte, om daarmee een betere aansluiting tussen parkstructuur en paviljoens te waarborgen. Met de plint van het voorgestelde gebouw wordt om verschillende redenen niet voldaan aan de gewenste bijdrage aan de beleving van het openbaar gebied (criterium 5). Zo wordt de begane grond grotendeels in beslag genomen door logistieke functies. De daar voorgestelde horecafunctie heeft de potentie om bij te dragen aan de gewenste levendigheid van de plint en het aangrenzende gebied maar beslaat met een relatief klein oppervlak slechts een klein deel van de gevel. Daarbij komt een ongunstige (oost) oriëntatie op de zon en het park: een ongelukkige situering voor een aangrenzende terrasfunctie. De commissie vraagt de architect de indeling van de begane grond te herzien en geeft hem als suggestie mee de publieke functies meer rondom langs de gevel te situeren c.q. uit te breiden naar het zuidwesten (terras) zodat het gebouw op dit niveau meer interactie zal kunnen maken met en levendigheid bieden naar het omliggende openbare gebied. Bovendien moet het mogelijk zijn een deel van de utilitaire functies ondergronds te situeren, zo meent de commissie. Ook meent zij dat het concept van het gebouw met een openbaar toegankelijke kern meer tot zijn recht zal komen wanneer deze vide langs de depots ergens zichtbaar wordt vanuit het openbaar gebied en daarmee, andersom ook van binnenuit zicht wordt geboden op de omgeving. Tenslotte spreekt de commissie haar zorg uit over de uitvoering en het onderhoud van de ingesnoerde aanhechting van het gebouw aan het maaiveld: de voorgestelde doorsnede bevat het risico van ophopend zwerfvuil, kaal wordend groen etc. en verdient daarom een overtuigender uitwerking. Daarbij komt de zorg voor de duurzaamheid van een glad spiegelend geveloppervlak dat hier door graffiti en mechanische beschadigingen kwetsbaar is voor snel visueel ‘verval’ Een effect dat juist in deze omgeving waar de stad hoge (culturele) kwaliteit etaleert, bijzonder ongewenst is. De commissie ondersteunt met kracht de stelling van de architect dat een geheel vlakke gevel een vereiste is om alle beoogde effecten van het planconcept te realiseren en onderstreept daarbij nog het belang van duurzame kwaliteit (kras- en deukvastheid, onkwetsbaarheid voor graffiti). Alhoewel de commissie de ambities voor de vormgeving van de gladde spiegelende gevel zeker waardeert, uit zij haar zorg over de technische haalbaarheid ervan. Hierbij wordt nog gewezen op de aanvullende gemeentelijke constructie-eisen die in Rotterdam worden gehanteerd ten aanzien van een mechanische bevestiging van gevelelementen (tweede draagweg). Concreet valt of staat alles met de technische uitwerking van een gevelsysteem zonder kliklijsten of andere zichtbare bevestigingen, niet in de laatste plaats vanwege de effecten van vervuiling die dergelijke bevestigingen veroorzaken op een dubbel gekromd gevelvlak zoals hier wordt voorgesteld. Kortom, het nog te kiezen gevelmateriaal en de detaillering daarvan, moeten compromisloos het nu geschetste beeld waar kunnen maken, pas dan valt te zeggen of het ontwerp de beloftes van zuivere spiegeling en ijle versmelting met de lucht inlost en daarmee al of niet zal voldoen aan criterium 6. Conclusie Wanneer de commissie in een later uitwerkingsstadium van de plannen voor het collectiegebouw (in het kader van een aanvraag omgevingsvergunning) formeel advies uitbrengt, zal aan de bovengenoemde opmerkingen en aandachtspunten een uitwerking moeten worden gegeven, om tot een positief welstandsadvies te kunnen leiden. De commissie beschikt over de mogelijkheid om het bestuur te adviseren voorbij te gaan aan de criteria, maar gebruikt dit mandaat alleen wanneer zij overtuigd is van uitzonderlijke architectonische klasse. De commissie ziet een nadere uitwerking van het plan tegemoet.
6
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
4.5 Debussylaan 17, Hillegersberg - Schiebroek(1e behandeling) omschrijving: ontwerp en opdracht: dossier:
16:50
Nieuwbouw kerkelijk centrum WK architecten - Kerkelijk Centrum Hillegersberg OLO 1331697 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Op de locatie van de voormalige Messiaskerk wordt de nieuwbouw van een kerkgebouw dat tevens dienst zal doen als buurtcentrum voorgesteld. Omdat de kerk ook gebruikt zal worden als wijkcentrum wordt de entree aan de Terbregselaan gesitueerd, ook wordt om deze reden de kerk meer geopend en zichtbaar gemaakt. De bestaande klokkentoren van de Messiaskerk wordt gehandhaafd. Het gekleurde glas en het Chiro-teken uit de Messiaskerk worden hergebruikt. Voorgesteld wordt de kerk op te trekken in metselwerk (Peterson gevelstenen van 528 x 108 x 37 mm). Het is door de afgeschuinde vlakken goed zichtbaar en zal worden vervaardigd uit donker zink. Verder wordt voor de entreetoren een referentiebeeld van een geperforeerde staalplaat getoond. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Tuindorpen Welstandsniveau: regulier Relevante criteria Nieuwbouw heeft een heldere en eenvoudige hoofdvorm. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. Detaillering is ambachtelijk en benadrukt het kleinschalige karakter van de bebouwing. Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing (vooral baksteen, hout en zink) en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie reageert positief op het getoonde ontwerp voor de kerk. Het plan, dat zorgvuldig uitgewerkt is, toont een open en helder volume. De commissie geeft de architect ter overweging of de tweede toren (naast de bestaande, vrijstaande klokkentoren) nu eigenlijk wel nodig is. Zij doet de suggestie om de entree op andere manier uitnodigend vorm te geven. De openheid op de begane grond wordt zeker gewaardeerd maar door dezelfde puien op de eerste verdieping te herhalen ontstaat op deze plek een beeld dat meer doet denken aan een kantoorgebouw. De commissie raadt de architect aan te bezien of de openingen op de eerste verdieping meer aansluiting kunnen vinden bij het gesloten karakter van de bovenbouw waardoor een pregnanter en overtuigender beeld zal ontstaan. Dit hoeft geen vermindering van lichttoetreding te betekenen als de raamopeningen van een ‘voile-achtige’ huid worden voorzien. De commissie ondersteunt met nadruk de kwalitatief hoogwaardige materiaalkeuze van de voorgestelde bijzondere baksteen, hout en zink. Deze kwaliteit is essentieel voor het realiseren van karakteristiek kerkgebouw zoals hier beoogd wordt. Van belang is hierbij een zorgvuldige en verfijnde detaillering. De commissie ziet dit graag in een later stadium tegemoet. Met betrekking tot de getoonde gevelsteen, merkt zij op dat door het formaat een zorgvuldige uitwerking van het metselwerk nodig is om ook op de hoeken het gewenste resultaat te behalen. Conclusie De commissie heeft positief gereageerd op het ingediende conceptplan. Zij ziet het nader uitgewerkte ontwerp, waarin bovenstaande opmerkingen zijn verwerkt, graag in een later stadium tegemoet.
7