1
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Colofon Auteur: Henk de Visser Met bijdragen van: Marina Roosebeek, Anouk Vermeulen, Bart Duvekot en Jef Mühren. fotografie: Piet Verhoeven en Henk de Visser Uitgave: WZNH, Alkmaar, april 2015
2
Basisontwerp DesignArbeid Implementatie Flores Automatisering
Ieder jaar doet de commissie verslag van de uitvoering van deze opdracht. Niet alleen omdat dit op grond van de woningwet wordt verlangd, maar ook en vooral omdat het de kans biedt deze culturele opdracht in een jaaroverzicht nog eens nader te belichten. De gemeenteraad en andere betrokkenen kunnen zo kennis nemen van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het ruimtelijk- en cultureel historisch kwaliteitsbeleid van de gemeente. In het jaarverslag wordt in het eerste hoofdstuk aandacht besteed aan een aantal algemene ontwikkelingen op het terrein van ruimtelijke kwaliteit. In hoofdstuk 2 gaan we in op de actuele ruimtelijke ontwikkelingen in Hoorn. In hoofdstuk drie worden voorbeelden getoond van plannen waaraan door advisering een bijdrage is geleverd om zo zicht te bieden op het effect van het gemeentelijk beleid en op de ambities van de inwoners van de gemeente. Niet alleen bouwplannen die zich door hun omvang of publieke betekenis onderscheiden, maar ook minder prominente bouwplannen kunnen rekenen op de aandacht van de commissie. In de voorbeelden die in dit jaarverslag voorbij komen wordt vooral aandacht besteed aan die plannen waarbij de commissie in staat is gebleken een constructieve bijdrage te leveren aan de kwaliteit van het plan. In het jaarverslag is verder de samenstelling en werkwijze van de commissie beschreven. Tot slot zijn enkele conclusies en aanbevelingen geformuleerd. In de bijlagen is een overzicht met statistische gegevens opgenomen en een verslag van het jaarlijkse evaluatiegesprek met de portefeuillehouder. Naast dit jaarverslag bestaat er de mogelijkheid om de openbare vergadering van de commissie bij te wonen. Dit is wellicht de beste manier om inzicht te krijgen in het advieswerk. Met aanvragers aan tafel worden plannen in alle openheid besproken en niet zelden gaan bezoekers tevreden en met een beter plan naar huis. Mocht de gemeenteraad hieraan behoefte hebben dan is de commissie bereid het jaarverslag mondeling toe te lichten. De commissie heeft dit jaarverslag met plezier geschreven en hoopt dat u het met interesse zult lezen, ondertussen verheugen wij ons op voortzetting van onze adviestaak in 2015
Drs. ing. Jef Mühren, directeur WZNH Ir. Bart Duvekot , voorzitter Monumenten- en Welstandscommissie Hoorn (op 31-12-2014)
WZNH adviseert de Noord-Hollandse gemeenten al bijna 100 jaar vanuit haar statutaire doelstelling: het bevorderen van de ruimtelijke kwaliteit van de gebouwde omgeving in de provincie Noord-Holland.
3
www.wznh.nu
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Voor U ligt het jaarverslag 2014 van de Commissie voor Monumenten- en Welstand Hoorn. Deze commissie heeft opdracht gekregen van het gemeentebestuur van de gemeente Hoorn om mee te werken en bij te dragen aan de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving.
4
In 2014 werd het Oostereiland genomineerd voor de WZNH Arie Kepplerprijs
In Hoorn lijkt dat gezien de cijfers nog niet het geval, maar dit kan ook komen door een toename van het aantal ambtelijk behandelde plannen. De commissie vindt het verheugend te merken dat dit samen gaat met een op veel plekken weer toenemende belangstelling voor de kwaliteit van de bouwopgave. Juist in een periode waarin groei niet meer vanzelfsprekend is, de economie en de waarde van vastgoed onder druk staan, kan ruimtelijke kwaliteit de doorslag geven. Door ruimtelijke kwaliteit in een vroeg stadium agendapunt te maken kan het veel eenvoudiger bij de planontwikkeling worden meegenomen.
Economisch belang Ruimtelijke en cultuurhistorische kwaliteit is van groot economisch belang: de waarde van bouwwerken wordt bepaald door de kwaliteit van het gebouw en van de omgeving ervan; bedrijven vestigen zich niet alleen op basis van logistieke voorkeuren, maar ook waar het personeel graag wil wonen. Een aantrekkelijke en goed verzorgde leefomgeving is van belang voor het welbevinden van de inwoners. De kwaliteitsstandaard in de stad, linten en de woonwijken is hoog. Dit is niet vanzelf zo gekomen maar is de resultante van langjarig zorgvuldig bouwen en inrichten. Daar krijgt de Nederlandse stedenbouwkundige en architectonische traditie internationale erkenning voor en daar kunnen we best trots op zijn. De gemeenten hebben in de afgelopen decennia hierbij steeds het voortouw genomen. Ruimtelijke kwaliteit ontstaat echter niet vanzelf en is niet slechts de optelsom van individuele belangen. Bij het organiseren van het publieke belang kan de lokale overheid niet om haar regierol heen. Die regierol zal echter minder sturend en toetsend en meer begeleidend en faciliterend zijn.
Deregulering is hierbij geen doel op zich maar een middel om processen vlotter te laten verlopen zonder alle zicht op zekerheden onnodig te verliezen. De wet biedt sinds 2003 de mogelijkheid van het aanwijzen van welstandsvrije gebieden. In het begin werd hier niet of slechts mondjesmaat gebruik van gemaakt. De laatste jaren zijn er verschillende gemeenten die een of meer welstandsvrije gebieden binnen de gemeentegrenzen hebben aangewezen. In Noord Holland is alleen de gemeente Beverwijk geheel welstandsvrij. Gemeenten als Castricum en Hollands Kroon hebben delen van de naoorlogse woningvoorraad en bedrijventerreinen welstandsluw of welstandsvrij gemaakt. In Zaanstad loopt een proef met vier welstandsvrije wijken. Bij deze gemeente worden de effecten hiervan de komende jaren heel nauwkeurig gevolgd. De meeste gemeenteraden kiezen er echter bewust voor via bestemmingsplannen, monumentenbeleid en welstandsnota actief te blijven sturen op kwaliteit. Het laatste jaar lijkt er zelfs sprake van een ommekeer. Er zijn gemeenten die experimenteren met andere vormen van welstandsbeleid (bijvoorbeeld bewonerswelstand in Eindhoven) er zijn ook gemeenten die op hun schreden terugkeren en welstandsbeleid weer invoeren (bijvoorbeeld Vlissingen). Geconstateerd is dat in welstandsvrije wijken juridische procedures tussen buren vaker voorkomen. In de gemeente Hoorn is in Bangert en Oosterpolder een paar jaar terug een welstandsvrij gebied aangewezen. De achterliggende gedachte is vaak dat welstand de creativiteit van de ontwerper beperkt en men bijvoorbeeld in het kader van collectief particulier opdrachtgeverschap een zo groot mogelijk vrijheid aan de initiatiefnemers wil geven. Toch is in deze situatie
5
1. Inleiding
Deregulering
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Is 2014 het jaar van economisch herstel, zij het broos? Afgemeten aan het aantal en type nieuwe bouwaanvragen in het westelijk deel van het land in elk geval wel. Na een jarenlange daling van de aantallen verleende bouwvergunningen is er nu in veel gemeenten weer sprake van een toename.
behoefte aan begeleiding om ruimtelijke kwaliteit en een aantrekkelijk woonwijk te creëren. Ontwerp vrijheid kan ook worden vastgesteld binnen een stedenbouwkundig plan. Maar ook dan is er een rol voor de welstandsadviseur of zoals In Hoorn de previsor voor Bangert en Oosterpolder. Ook voor bedrijfsterreinen zal de gemeente Hoorn in haar nieuwe welstandsnota welstandsvrije gebieden introduceren. Dit zijn de bestaande bedrijventerreinen voor zover deze niet langs belangrijke doorgaande routes zijn gelegen of aan woonwijken grenzen. Vanaf november 2014 heeft de rijksoverheid de mogelijkheden voor vergunningvrij bouwen verruimd. Meer dan de helft van de kleinere bouwinitiatieven als dakkapellen, aanbouwen en bijgebouwen naast en achter de woning zijn inmiddels zonder vergunning van de gemeente te realiseren. Kanttekening is dat het zowel voor burgers als voor de gemeente niet eenvoudiger is geworden om te achterhalen wanneer er nog wel vergunning nodig is.
De nieuwe Omgevingswet
6
Het wetsvoorstel Omgevingswet is eind 2014 door de Tweede Kamer behandeld. Niet minder dan een revolutie in de ruimtelijke ordening is op handen. Hoewel invoering van de wet pas wordt verwacht in 2018 wekt het wetsvoorstel nu al de nodige beroering. WZNH draagt actief bij aan de nieuwe ontwikkeling, zowel door samen met de federatie Ruimtelijke Kwaliteit bij te dragen aan de totstandkoming van de wet, als door actieve informatievoorziening naar de gemeenten die bij ons zijn aangesloten. De nieuwe omgevingswet is erop gericht al het omgeving gerelateerde recht te bundelen in één wet. De Omgevingswet integreert de gebiedsgerichte en sectorale onderdelen van de huidige wetten in één wet met één samenhangend stelsel van planning, besluitvorming en procedures. Dit moet leiden tot betere mogelijkheden voor integraal beleid, tot een betere bruikbaarheid en substantiële vereenvoudiging van het omgevingsrecht. De welstandsnota en de bestemmingsplannen zullen als aparte instrumenten (en weigeringsgronden) verdwijnen. Daarvoor in de plaats komt het ‘Omgevingsplan’ waarin de bestaande instrumenten op een moderne manier worden ondergebracht. De nieuwe instrumenten voor ruimtelijke kwaliteit moeten bijdragen aan een goede inrichting van onze leefomgeving. Niet door deze met regels dicht te timmeren, maar door initiatieven vanuit de samenleving actief en constructief te faciliteren. Uitnodigingsplanologie wordt dat genoemd. Het nieuwe kernbegrip in de omgevingswet luidt ‘goede omgevingskwaliteit’. De wetswijziging betekent ook een cultuurverandering van een regelende en gebiedende overheid, naar een servicegerichte en kader scheppende overheid die initiatiefnemers ondersteunt waar het kan. WZNH onderschrijft de noodzaak van flexibiliteit en meer bestuurlijke afwegingsruimte. Het wetsvoorstel voor de Omgevingswet lijkt die ruimte voor maatwerk te bieden, hoewel er bij de implementatie nog flink gezocht moet worden naar de goede balans tussen vrijheid en rechtsbescherming. Gemeenten krijgen meer afwegingsruimte om maatwerk te faciliteren. Meer lokale afwegingsruimte betekent echter ook een grotere onzekerheid voor burgers. Een overheid die aan de ene burger ruimte biedt zal ook aan de andere burger moeten uitleggen dat diezelfde vrijheid niet altijd ook voor hem of haar is weggelegd. Grotere vrijheid voor de een, geringere rechtszekerheid voor de ander, dat kan bijna niet anders. In dat speelveld zal het (ook voor burgers) steeds belangrijker worden dat besluiten deugdelijk en belangeloos worden gemotiveerd en publieke en private belangen zorgvuldig op elkaar worden afgestemd. Voor die toekomstige taak staan onze organisatie en commissieleden klaar.
Aan het ruimtelijke beleid van Hoorn wordt in de eerste plaats richting geven door de in juli 2012 vastgestelde structuurvisie. De structuurvisie, vormt het kader voor (ruimtelijke) ontwikkelingen en benoemt de opgaven waar Hoorn de komende jaren voor staat. Nieuwe en te actualiseren bestemmingsplannen worden gebaseerd op deze structuurvisie. Zij vormt tevens een kader voor de nog op te stellen wijkvisies. Hoorn wil graag een aantrekkelijke woonstad zijn voor iedereen. De rol voor de gemeente ligt vooral in het faciliteren van bouwinitiatieven die mogelijk zijn volgens de vastgestelde bestemmingsplannen en soms het wegnemen van ruimtelijke belemmeringen in bestemmingsplannen via een ruimer maar wel consequent afwijkingen beleid. Een afwijking van het bestemmingsplan is vaak mogelijk en soms zal de gemeente daartoe nadere voorwaarden stellen. Dit kunnen stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn, maar ook voorwaarden op advies van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn voor het behouden of versterken van de ruimtelijke of historische kwaliteiten. De ruimtelijke kwaliteit is bij de bestaande voorraad een belangrijke opgave om op deze wijze de wijken aantrekkelijk te houden voor duurzaam gebruik.
Poort van Hoorn De Hoornse raad heeft in 2013 de structuurvisie van de Poort van Hoorn vastgesteld. Hierin staat op hoofdlijnen hoe de gemeente van plan is de kwaliteit van het gebied rond het station wil verbeteren. De Hoornse raad stelde op 17 december 2013 het bestemmingsplan vast dat dat inmiddels weer is ingetrokken . In februari 2014 ging de Hoornse raad akkoord met de nieuwe koers voor de Poort van Hoorn. De Poort van Hoorn omvat het stationsgebied en directe omgeving. De komende jaren wil de gemeente Hoorn aan de slag om dit gebied aantrekkelijker en beter bereikbaar te maken. Het college stelde de raad voor om voor deze bestuursperiode het accent te leggen op het verbeteren van de fietsveiligheid en de bereikbaarheid. De raad stelde de volgende vier uitgangspunten vast: Verbeteren bereikbaarheid Transferium door aansluiten van de Maelsonstraat op de Provincialeweg Een veilige fiets- en wandelverbinding bij het kruispunt Keern/Provincialeweg (tunnel of brug) Een nieuwe route van de Provincialeweg richting binnenstad, als dat nodig is om een veilige fiets- en wandelverbinding bij het Keern aan te kunnen leggen Het opstellen van een ontwikkelvisie moeten voor het stationsgebiednoord, met daarin ruimte voor extra parkeerplaatsen, het verplaatsen van het busstation, detailhandel en functies voor cultuur- en maatschappelijke doeleinden en spoorgelieerde functies.
7
2. Actueel in de gemeente
Structuurvisie
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
In dit hoofdstuk gaan wij in op de actuele thema’s en ontwikkelingen in de gemeente in het ruimtelijk beleid. Na de gemeente raadsverkiezingen van voorjaar 2014 is een nieuw college aan getreden dat met name bij het project de Poort van Hoorn andere prioriteiten kiest. Het algemene ruimtelijke kader in de vorm van een structuurvisie en van samenhangende bestemmingsplannen is vooralsnog niet gewijzigd
Vergunningverlening Sinds eind 2013 kunnen Hoornse inwoners met bouwplannen gebruik maken van de flitsvergunning. De Hoornse flitsvergunning is bedoeld om sneller een vergunning te kunnen krijgen voor eenvoudige bouwwerken, zoals erfafscheidingen, dakkapellen, aanbouwen en kleine bijgebouwen. In dit soort gevallen wil de gemeente de vergunning al binnen 5 werkdagen verlenen. Het gaat hier om bouwplannen die op basis van de criteria voor kleine bouwwerken uit de welstandsnota (sneltoetscriteria) ambtelijk kunnen worden beoordeeld. Vaak gaat dit om vastgestelde trendsetters. In geval van twijfel wordt het plan alsnog voorgelegd aan de kleine commissie die elke 14 dagen vergadert. Na de vastelling van de nieuwe welstandsnota zal dit instrument in meer gevallen worden toegepast. Vergunningverlening kan ook versneld worden door het zgn. burenakkoord (aanvrager sluit zelf akkoord met de buren bij afwijking van het bestemmingsplan). De aanvrager en buren kunnen daarbij ook vragen om een welstandsadvies; ook in die gevallen waarin dat niet verplicht is, bijvoorbeeld bij de wijziging van kleurstelling.
Bangert en Oosterpolder
Bedrijventerreinen In 2013 is het bestemmingsplan voor het nieuwe bedrijventerrein t’ Zevenhuis, gelegen noordelijk van de Westfrisiaweg definitief geworden. De hoofdas wordt gevormd daar een waterloop die onderdeel is van het open vaarroute plan in West-Friesland tussen de drie steden. De waterloop vormt een zicht-as in het gebied vanaf de viaduct over de N23. Begin 2014 diende zich het eerste plan aan voor dit bedrijven terrein. De commissie was verheugd dat het eerste plan voor dit bedrijventerrein zonder concessies aan het beeldkwaliteitplan tot stand is gekomen. In goed overleg met de architect en de planindiener hebben de adviezen van de commissie ervoor gezorgd dat de gevel aan de zichtas een hoge kwaliteit heeft gekregen.
8
Illustratie stedenbouwkundige visie voor dorpse woningen in Bangert en Oosterpolder plan met park en meanderende waterpartij
De in 2013 in gang gezette bouw van plandeel 4b ten oosten van de Kreek is in 2014 in de laatste fase van de afbouw. Voor plandeel 4a is door een extern bureau een plan gemaakt waarbij de waterpartijen meanderend door het parkgebied worden aangelegd. De aanpak is fasegewijs om infrastructuur en de bouw van de woningen meer als complete eenheid af te bouwen . De commissie is betrokken bij de ontwikkeling van het gebied. Er is structureel overleg met stedenbouw en de projectgroep. Marina Roosebeek is als prévisor aangesteld en bij dit overleg aanwezig. Regelmatig wordt teruggekoppeld aan de Monumentenen Welstandscommissie.
In dit hoofdstuk gaan wij in op Aantal plannen De adviezen De soort plannen Het welstands- en erfgoed beleid
Aantal plannen
De adviezen Van de aanvragen wordt ca. 80 % na één of meerdere behandelingen met een positief advies afgerond. In de statistiek ‘Hoe vaak behandeld’ zien we dat er meer plannen een tweede behandeling nodig hadden om positief te kunnen adviseren dat aan redelijke eisen van welstand voldaan zou worden. Slechts 4% (voorgaande jaren 6%) van het aantal behandelingen kreeg een negatief eindadvies. De planindieners konden in de meeste gevallen de plannen tijdig bijstellen waarbij gebruik werd gemaakt van de adviezen van de commissie. Voor de grotere en ingewikkeldere aanvragen wordt vaak al in het vooroverleg een preadvies aangevraagd. Bij de aanvragen waarvoor een afwijking van het bestemmingsplan nodig is, is het advies van de commissie vaak medebepalend. In de binnenstad wordt bij een voorgenomen gevelverhoging eerst advies aan de commissie gevraagd. Voor meer cijfers zie bijlage 1.
De commissie adviseerde in 2014 negatief over sloop van het hoekpand en de aanvraag hier een hoger gebouw te plaatsen. In 2015 diende zich een nieuw plan aan.
Handhaving De gemeente heeft ook in 2014 weer een aantal handhavingszaken aan de commissie voorgelegd. Meestal zijn het zonder vergunning gebouwde bijgebouwen of aanbouwen of clandestien aangebrachte wijzigingen aan de gevel. Ook het afwijkend materiaalgebruik ten opzichte van de vergunning
9
3. Beleid en adviezen
In totaal hebben er in 2014 voor de gemeente Hoorn 502 (2013: 525) planbehandelingen plaatsgevonden. Het aantal nieuwe aanvragen daalde met bijna 12 % ten opzichte van 2013 en het aantal totaal behandelde plannen (nieuw, herhaling en voorgaand jaar) daalde met slechts 4,4 % dat betekent dat meer plannen voor een volgende beoordeling terugkwamen in de commissie. Voor de binnenstad en de linten bleef het aantal nieuwe plannen nagenoeg gelijk, maar in de beheergebieden daalde het aantal nieuwe plannen met ca 23 %. Dit komt gedeeltelijk door ambtelijk beoordeling van kleine plannen, die de voorgaande jaren wel aan de commissie werden voorgelegd. Er werden in totaal 44 monumentenaanvragen (rijksmonument of gemeentelijk monument) behandeld. Het aantal bleef nagenoeg gelijk t.o.v. 2013. Inclusief beeldbepalende panden, panden in het beschermd stadsgezicht werden in totaal 127 monumentenadviezen gegeven De verdeling over de soorten bouwwerken verschilde niet significant ten opzichte van voorgaande jaren Voor een compleet overzicht van de cijfers verwijzen wij naar bijlage 1.
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Nieuwbouw van MOSO op het bedrijventerrein‘t Zevenhuis
komt nog al eens voor. De commissie gaat dan eerst na of het bouwwerk of de gevelwijziging al dan niet onder nadere voorwaarden toch aan de welstandscriteria kan voldoen. Er was dit jaar sprake van 17 (2013: 30) handhavingsaanvragen. Meestal betrof het in de binnenstad reclame of zaken waarvan het niet duidelijk is dat het (in het beschermd stadsgezicht) vergunningplichtig is. In de gebieden buiten de binnenstad is meer vergunningvrij, maar daardoor neemt ook de onduidelijkheid toe. In de beheergebieden waren het met name bergingen, schoorstenen en gevelwijzigingen. Vaak komen clandestiene bouwwerken naar voren bij klachten van buren. Als het planologisch passend is, wordt altijd gelegenheid gegeven alsnog een omgevingsvergunning aan te vragen. De welstandscriteria worden dan vaak zo licht mogelijk toegepast, afhankelijk van de zichtbaarheid vanuit de openbare ruimte, maar de commissie moet uiteindelijk wel de vastgestelde criteria volgen en precedenten voorkomen.
Reclameadviezen Er zijn in Hoorn 20 reclameaanvragen behandeld (in 2013 32). Over het algemeen zijn de richtlijnen voor reclame helder. In het beschermd stadsgezicht wordt met zones voor gevelreclame gewerkt. Het strakkere beleid sinds 2004 begint effect te hebben en reclame is over het algemeen meer ingetogen en wordt er meer met open letters gewerkt in plaats van lichtbakken. Op plaatsen waar veel verkeer langs rijdt wordt soms ook zonder vergunning reclame geplaats. Een voorbeeld hiervan is de afhaallocatie van de firma Deen aan de Protonweg 10. Er is zonder vergunning reclame op het pand en op het terrein aangebracht. De reclame is aangebracht aan de achterzijde met zichtgevel aan de Provinciale weg. De reclame voldoet niet aan de welstandscriteria. Aan deze zijde is het effect op de openbare ruimte aanzienlijk groter dan aan de Protonweg en leidt de opvallende reclame tot aantasting van de ruimtelijke kwaliteit. De welstandsnota geeft aan dat er per gevel maximaal 10 % van het geveloppervlakte met reclame bedekt mag zijn. De commissie stelde dat de dakreclame, omdat deze uit losse open letters bestaat, op deze locatie uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit en in relatie tot de architectuur van het pand te verkiezen is boven de gevelreclame. De commissie adviseerde daarom in afwijking van de vigerende welstandscriteria akkoord te gaan met de dakreclame, die is uitgevoerd in doosletters, indien de gevelreclame verwijderd wordt.
Oude situatie met ingetogen reclame
10
De gevelreclame detoneert de architectuur van het pand; reclame met open letters op het dak harmonieert goed met de architectuur van het pand
Panden die wachten op renovatie en herbestemming bezocht tijdens de wandeling met de wethouders.
De commissie betreurt dat het in 2014 wederom niet gelukt is de geactualiseerde welstandsnota die in concept klaar lag vast te stellen. De gemeente en de commissie lopen bij de vergunningverlening vooruit op de nieuwe nota omdat deze meer ruimte voor aanvragers biedt en beter is afgestemd op de praktijk. In september heeft er een gesprek plaatsgevonden met de nieuwe wethouders RO en Monumentenzorg en de vertrekkende en de nieuwe voorzitter van de commissie. De wethouders benadrukten het belang van een kwalitatief ruimtelijk beleid en zegden toe de herziening van de nota, snel door de raad te willen laten vaststellen. Gelijktijdig kan verder worden nagedacht over toekomstige ontwikkelingen van het beleid over ruimtelijke kwaliteit en hoe dat vormgegeven moet worden. De commissie benadrukt ook het belang van het vaststellen van beeldkwaliteitsplannen als aanvullend welstandbeleid bij de nota (bijv. Het Zevenhuis en Bangert en Oosterpolder) om een juridisch kader te hebben voor de beoordelingen. Er ligt een collegevoorstel voor een projectopdracht om een nota Cultuurhistorie en Erfgoedbeleid te ontwikkelen. Bij het ontwikkelen van een visie voor het erfgoedbeleid wordt ook de commissie betrokken. Uitgangspunt is niet alleen de taken van het Bureau Erfgoed te omschrijven, maar een breder draagvlak en een goed inhoudelijk beleidskader (beleidslijnen en criteria)voor monumentenzorg en erfgoedbeleid op te zetten. Hiertoe is een interactief traject uit gezet. De cultuurhistorische waarde van de binnenstad is groot en heeft veel invloed op de economische waarde van de stad en op het toerisme. Voor de kunst en cultuurnota wil de gemeente input hebben van de direct betrokkenen in de stad en de historische linten om meer aandacht voor erfgoed en cultuurhistorie bij bevolking en bedrijfsleven te verkrijgen. De commissie ondersteunt dit initiatief van harte. In de erfgoednota moet volgens Bureau Erfgoed en de commissie ook duidelijk omschreven worden hoe er met beeldbepalende panden omgegaan zou kunnen worden, gekoppeld aan de bestemmingsplanbepalingen. Het gaat daarbij steeds om het behoud of versterken van het beeld. Een nieuwe toevoeging is soms beter dan behoud. Het criterium is volgens de commissie dat kwaliteitsverbetering wordt bereikt. Bouwhistorisch onderzoek is gewenst om de kwaliteit en effectiviteit van restauratieplannen en de monumentenadviezen te verhogen en het draagvlak voor monumentenzorg te creëren Dankzij de stimuleringsregeling die tot 2013 gold, is op dit terrein door het bureau Erfgoed de laatste jaren veel vooruitgang geboekt. Helaas was er in de begroting voor 2014 geen ruimte meer voor. Inmiddels is de Raad akkoord gegaan met het voorstel van B&W in de begroting voor 2015 weer budget weer budget op te nemen voor een stimuleringssubsidie voor het onderhoud van monumenten. Ook heeft de commissie in 2014 geïnformeerd naar het Hoornse beleid inzake leegstand en herbestemming. De commissie maakt zich onder meer zorgen over het Missiehuis, Grote kerk, Cyriakes Kerk en Gat op de Westerdijk. Ook is gevraagd naar het beleid inzake niet monumentaal beschermde stolpen. Geantwoord werd dat Bureau Erfgoed een inventarisatie plan onderhanden heeft voor stolpen zonder monumentenstatus.
11
De commissie maakt zich zorgen over de bestemming van de Grote Kerk en ruimtelijke kwaliteit van Kerkplein
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Welstands- en erfgoedbeleid
Adviezen redengevende omschrijvingen Er werden in 2014 twee redengevende omschrijvingen aan de commissie voorgelegd: De gewijzigde redengevende omschrijving van Baanstraat 13-25 wordt akkoord bevonden en er wordt positief geadviseerd de procedure tot wijziging door te zetten. Dit maakt ingrepen in de achtergevel mogelijk.
Bij een bouwplan voor nummer 17 bleek het niet haalbaar aan de achterzijde om de vorm van het pand met een zadeldak en een aangeloefd dak voor de oorspronkelijke veranda te hanhaven.
12
De redengevende omschrijving van Veilingweg 1/1A wordt ook positief beoordeeld. Het voormalig veilingcomplex bestaande uit kantoren, de afmijnzaal en de eerste veilinghal is door de grenswijziging van Drechterlands naar Hoorns grondgebied gekomen. De neerzethal waarvan de architectuur niet uitzonderlijk is, is in relatie tot het kantoor en de afmijnzaal als ensemble wel van belang. Uit oogpunt van cultuurhistorie gezien het gebruik als concertzaal (o.a. Beatles), heeft de hal een nationale betekenis gekregen. De hergebruikopgave mag echter niet belemmerd worden door een streng monumentenregime. De commissie geeft in overweging of een planologische bescherming met dubbelbestemming cultuurhistorische waarden voor deze neerzethal niet passender is. De commissie adviseert de aanwijzingsprocedure door te zetten.
In het programma Waterfront staat een aantal projecten genoemd. Eén van de projecten is de invulling van de plek waar voorheen de schouwburg aan de Westerdijk stond. In februari 2015 stemde de Hoornse raad in met het starten van de procedure om een bouwplan voor de locatie oude schouwburg mogelijk te maken. Het bouwplan aan de Westerdijk is van Architectenbureau Van der Laan. Het bouwplan bestaat uit 10 herenhuizen met een eigen tuin en garage/carport. De woningen zijn in de toekomst ook om te vormen tot appartementen. Op het binnenterrein is ruimte voor parkeerplaatsen voor bewoners en bezoekers. De raad heeft besloten te starten met de procedure om de huidige bestemming te wijzigen.
Impressie van de woningen die op de locatie van de oudeschouwburg komen
Het zijn 10 grondgebonden koopmanshuizen met verspringende hoogten gootlijsten en schilddaken ook de breedte verschilt per type. Stedenbouwkundig betreft het het herstel van de gevelwand hetgeen ook goed past in het programma voor het Waterfront. De weg zal in de toekomst dichter ? langs de huizen worden geleid om meer ruimte voor een boulevard aan de IJsselmeerzijde te hebben. De woningen krijgen een souterrain en een hogere beletage. De meeste woningen zijn bereikbaar met een stoep met bordes aan de buitenzijde. De commissie is enthousiast over het plan, waarbij het gesloten bouwblok hersteld wordt met een geparcelleerde gevelwand. Zij gaf als aandachtpunt mee de loggia’s beter te laten aansluiten op de architectuur van de individuele gevels. De commissie adviseerde de loggia’s evenwichtiger in de architectuur op te nemen en een randafwerking beter aansluitend bij het gevelontwerp toe te passen. Verwezen werd naar de architectuur van de neostijlen waarbij soms loggia’s toegepast werden. De commissie verwacht in 2015 de definitieve omgevingsvergunningaanvraag te behandelen.
Westerdijk (hoek Gelderse steeg) Ook dit plan bevindt zich op de hoek van het voormalige schouwburg terrein. Om plan in een zo vroeg mogelijk stadium te bespreken heeft de voorzitter als previsor namens de commissie in de gemeentelijke projectgroep geparticipeerd. Het in overleg bijgestelde plan wordt thans aan de commissie voorgelegd. De opdrachtgevers zijn voor overleg bij de behandeling aanwezig. Het is een dubbelpand met twee aparte schildkappen, waarbij de entrees zijn gepositioneerd in een plat afgedekt middenstuk met een terugliggende kap.
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Westerdijk
13
4. Plannen Binnenstad en Linten.
Hieronder lichten wij een aantal bijzondere plannen toe in de binnenstad en de linten. De gebieden waar cultuurhistorie een belangrijke rol speelt bij de planbeoordeling. Het zijn plannen waarbij het advies van de commissie van invloed is geweest op het vergunde plan.
De commissie constateerde dat het volume passend is bij de kleinschalige bebouwing ernaast in de Geldersesteeg. De commissie gaf een aantal adviezen om het plan te versterken: Geadviseerd werd ook het raam direct om de hoek in de zijgevel (Geldersesteeg) in de vorm van de stalen ramen als de voorgevel uit te voeren. Door de voordeuren in het tussenstuk nog ca 20 á 30 cm terug te plaatsen wordt de parcellering versterkt. Het hekje op de platte deel van het tussendeel van dakterras zou meer in de stijl van hek van de hardstenen trap met bordes moeten worden vormgegeven. De adviezen werden overgenomen en het plan zal in 2015 gerealiseerd worden.
Nieuwbouwplan Westerdijk/ hoek Geldersesteeg
Grote Oost 43-45 (het Foreestenhuis) Bij het Foreestenhuis lag een dubbele opgave. Enerzijds moest de fundatie van het gebouw aan de achterzijde hersteld worden en anderzijds was er behoefte aan een gelijkvloerse entree voor personen die moeilijk ter been zijn. Wat betreft het laatste probleem deed de mogelijkheid zich voor het naast gelegen pand te verwerven en hier een entree te maken met lift naar het begane grond niveau van het Foreestenhuis met kerkzaal te maken. Het eerste plan voorzag in twee muuropeningen; één voor een lift en één voor een trapje
De commissie in overlege met de architect over noodzakelijk ingrepen in de achtergevel
14
De commissie is voor de behandeling op de locatie gaan kijken en heeft een nadere toelichting van bouwhistoricus van het bureau TPAHG ontvangen. De commissie vroeg zich af of verbetering van de fundatie op een zeer rigoureuze wijze wel nodig zou zijn en of er geen eenvoudiger oplossing is alleen het middendeel te stabiliseren. De commissie had bezwaar tegen de dubbele muuropening naar het verworven pand nr 45. De commissie adviseerde te onderzoeken of er alternatieven zijn met één muuropening. De commissie suggereerde mogelijkheden de trap en de lift te koppelen, bijvoorbeeld aan een bordes in de hal van nr 45. Als alternatief werd voorgesteld dat het achterdeel van het pandje integraal een hogere vloer krijgt op het niveau van het Foreesten huis. De toiletten zijn dan ook gemakkelijk bereikbaar tijdens de bijeenkomsten in de Kerkzaal. Bij de volgende behandeling werd één muuropening voorgesteld.
Na renovatie is het pand Grote Oost 45 het entree gebouw voor het Foreestenhuis geworden; hierboven oude en nieuwe situatie
Draafsingel 37 Evenals in 2013 kwam dit pand een aantal keer op de agenda. De renovatie van het exterieur van het voormalige schoolgebouw was inmiddels bijna gereed toen interne aanpassing van de hal op agenda van de commissie kwam. Omdat er een gewijzigd plan kwam om op de eerste etage een groter appartement te maken met de ruimte van de bovenhal erbij, verloor de monumentale trap in de hal van het gebouw haar functie. Het aanvankelijke plan om deze ruimte bij de commerciële ruimte van de begane grond te trekken werd losgelaten omdat vooralsnog geen belangstelling was voor commercieel kantoorgebruik.
15
De commissie was teleurgesteld dat de monumentale trap geen functie behoudt maar begrijpt de noodzaak van de ingreep. Zij deed het verzoek te trap te gebruiken voor de entree van het appartement. De commissie verwacht dat bij versnipperd eigendom de kans op herstel van de trap zeer klein is en stelt dat een dicht gezette trap in de benedenruimte niet fraai is. De commissie verzocht een integraal plan te maken, zowel voor het appartement als de ruimte daaronder waarin de trap al dan niet verwijderd wordt, maar waarbij in beide ruimten een acceptabele nieuwe kwaliteit wordt
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
De commissie was verdeeld over de plaats van de doorgang, maar had uiteindelijk geen bezwaar tegen opening onder het balkon door de penant indien de opening als een strakke corridor met staal of hardsteen zou worden vormgegeven. Aanvankelijk werd het idee van de commissie om de vloer van het pandje integraal te verhogen overgenomen, maar gelet op de kosten werd er daarna toch weer vanaf gezien. Inmiddels was op basis van nader onderzoek gebleken dat de verbetering van de fundatie minder rigoureus uitgevoerd behoefte te worden waardoor de zichtbare ingreep in de achtermuur beperkt werd tot het middendeel. Wel is er op advies van de commissie een nieuwe gevel met entree in het smalle pandje gekomen. Hierdoor oogt het geveltje meer als een soort koetshuis dan een verbouwde woning. De nieuwe entree met hardstenen kader en deuren met stalen rasterwerk heeft uiteindelijk te tot een verbetering van het straatbeeld geleid. Het gehele project werd begin 2015 opgeleverd en in maart vond de ingebruikname van de nieuwe entree plaats.
geïntroduceerd. Tot er een definitieve gebruiker van de begane grond is gevonden zou dit plan niet uitgevoerd hoeven te worden, maar er ligt dan wel een visie op grond waarvan een definitief plan voor de begane grond gemaakt kan worden.
Artist impression van de hal in Draafsingel 37 voor en na de verwijdering van de trap
De volgende vergadering waren er twee varianten gemaakt voor een herinrichting van de begane grond nadat de trap in de hal haar functie heeft verloren. Model 1 is de totale verwijdering van de trap en de aanheling van muren en kolommen. Alleen op de muur zal de vertanding zichtbaar blijven. Bij model 2 wordt de monumentale trapleuning gehandhaafd en ontstaat en een soort open ruimte voor een balie. De commissie adviseerde voor model 1 te kiezen. Er kan dan op de begane grond een nieuwe kwaliteit ontstaan. De commissie vindt het echter niet nodig dat de trap direct gesloopt wordt, maar stelt wel dat als er een exploitant komt voor de begane grond dat dit een onderdeel zal moeten zijn van het definitieve inrichtingsplan. Onder deze voorwaarde adviseert de commissie positief voor het dichtmaken van de vloer op de eerste etage.
Lange Kerkstraat 5
16
Voor het pand Kerkstraat 5 werd een bouwplan voor gevelwijziging en het verlagen van een verdiepingsvloer aangevraagd. Er zijn bouwtekeningen bekend van de gevelwijzigingen in 1953 en 1974. De commissie constateerde dat de hoge begane grond nog goed zichtbaar is in de huidige gevel met dichtgezette bovenlichten boven de luifel. In het eerste plan werd hier onvoldoende rekening mee gehouden. De klassieke hoogte van de pui verdween daardoor. De welstandsnota geeft aan dat de relatie tussen onderbouw en bovenbouw gehandhaafd (of hersteld) moet worden. Na bespreking met de vormgever werd er een gewijzigd bouwplan ingediend. Dit bouwplan is geïnspireerd op de situatie na de verbouwing (in Delftse schoolstijl) van 1953. De commissie vond dit een goed idee, maar het doorzetten van deze etalageramen na de knik in het vroegere woonhuisdeel ondergraaft de kwaliteit van deze oplossing. Er wordt hiermee een situatie gesuggereerd die in werkelijkheid niet heeft bestaan. De commissie stelde dat een paar ‘19e eeuwse’ 9 ruits ramen zoals in de tekening van 1953 dan beter zou zijn, maar een eigentijdse oplossing voor dit deel van de pui is ook mogelijk. Opdrachtgever en ontwerper hebben hier uiteindelijk voor gekozen. Zo wordt het gevelbeeld ten opzicht van de huidige situatie aanzienlijk verbeterd de voorzijde krijgt de oude pui van 1953 terug en na de knik, waar vroeger het woongedeelte begon, wordt voor een fraaie eigentijdse oplossing gekozen.
Er is voor dit pand een kleurenonderzoek gedaan en er werd een nieuw kleurvoorstel aan de commissie voorgelegd. De commissie constateerde dat het kleurenonderzoek niet gevolgd is in het kleurenvoorstel maar het kleurenvoorstel wordt op hoofdlijnen wel passend bevonden en heeft het pand ten opzichte van de huidige situatie een facelift gegeven. De commissie had wel bezwaar tegen de donkere kleur van de architraaf en adviseerde de architraaf en de kroonlijst dezelfde kleur als de pilasters te geven. Dit advies is opgevolgd
Veemarkt 32
17
Bij dit pand is de voorgevel geheel vernieuwd. Het portiek is verdwenen en de gevel heeft een duidelijke driedeling gekregen. Op het dakvlak met een iets verhoogde goot zijn dakkapellen toegevoegd. De commissie constateerde bij het eerste plan dat de gevel ten opzichte van de huidige situatie een verbetering is, waarbij de verticale lijnen door het metselwerk met de duidelijke penanten het beeld bepalen. De commissie adviseerde de vormgeving van de dakkapellen te heroverwegen en zo mogelijk drie dakkapellen te plaatsen, waarbij de middelste groter zou kunnen zijn. De commissie constateerde bij de tweede behandeling dat de driedeling in de bovenetage op de tekening niet duidelijk is doorgevoerd. De commissie adviseert de muurdammen boven de etalages wat ingetogener te maken ten opzichte van de doorlopende penanten. Bij de volgende behandeling was het plan aangepast. De muurdammen boven de etalages waren nu smaller en ondergeschikt, waardoor er een logischer hiërarchie is ontstaan. Er is daardoor meer sprake van een driedeling. Die wordt versterkt door de verspringing in de gootlijst en de grotere dakkapel in het midden die met en een zinken rand wordt uitgevoerd. De zij-dakkapellen zijn meer transparant, kleiner en daardoor meer ondergeschikt. Het is volgens de commissie jammer dat er niet echt sprake is van een hoger middenrisaliet met mogelijk een topgevel, maar het bouwplan is ten opzichte van de huidige situatie een verbetering.
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Nieuwstraat 45
De linten Vaak is het moeilijk de sfeer van de oude dorpslinten vast te houden. De transformatie van agrarische linten met boerderijen, rentenierswoningen en eenvoudige tuinderswoningen naar een meer villa-achtige bebouwing zet zich door. Bij de nieuwbouwplannen en verbouwplannen in de linten is de ruimte die het bestemmingsplan biedt en de mogelijkheden voor vergunningsvrije bouwwerken bepalend voor de volumes. Ondanks dat het bestemmingsplan twee bouwlagen met kap mogelijk maakt zal de commissie op grond van de welstandsnota steeds adviseren de bebouwing dorps te houden en de goothoogte zo mogelijk te beperken tot boven de eerste bouwlaag. De inrichting van de openbare ruimte met wegsloten groenstroken en laanbomen is essentieel voor de ruimtelijke kwaliteit in de linten. Hieronder een paar plannen die illustratief zijn voor de advisering rond de lintbebouwing. De oud-voorzitter van de commissie Marina Roosebeek heeft een historische atlas over de Linten samengesteld in opdracht van de gemeente. De atlas is verdeeld in een aantal thema’s (bijv. verkaveling en infrastructuur) over een aantal perioden. Ook is het mogelijke beeld in de toekomst getekend. Dit kan de basis zijn voor een nieuwe omgevingsvisie voor de linten
Voorbeelden van passende nieuwbouw aan de linten
Keern naast 223 Dit betreft een bouwplan voor een villa op een vrije kavel hoek Keern en Lekerpad. Er werd een villa voorgesteld van twee bouwlagen met schilddak en aan de zijkant een uitgebouwde entreepartij. Aan de achterzijde kwam een plat afgedekte garage annex berging De commissie constateerde dat het volume erg fors is voor de locatie. Het is nu een landelijk hoekperceel met een flauw aflopend talud waarop knotwilgen staan. De commissie adviseert dit landelijk beeld zoveel mogelijk te handhaven. De vormgeving is door de hoge goot eerder stedelijk dan landelijk. De commissie vindt het ontwerp niet passend op deze locatie en teveel afwijkend van de welstandscriteria. Enige tijd later wordt een gewijzigd schetsplan voorgelegd met een ontsluiting van entree en garages op de het Keern. De commissie constateerde dat de architectuur van dit ontwerp met een wisselende goothoogte en duidelijke oriëntering op het Keern goed passend is bij de lintbebouwing. Het plan is daardoor aanzienlijk verbeterd in relatie tot de omgeving.
18
Eerste en definitieve plan voor een vrijstaande woning aan het Keern
De Koepoortsweg is een oud lint vanuit de binnenstad met veel monumentale bebouwing. Nieuwe aanbouwen moeten daarmee harmoniëren. Een aanvraag voor twee aanbouwen deed zich voor bij Koepoortsweg 90. De commissie had op hoofdlijnen geen bezwaar tegen het plan, maar formuleerde wel een aantal aandachtspunten: zoals de zorg voor het behoud van de monumentale waarden in pand, zoals het gestuukte plafond en het handhaven van het kamerraam direct om de hoek in de Tweeboomlaan. Daar de aanbouwen binnen de het bestemmingsplan mogelijk waren was het volume voor de commissie een gegeven.
Over de vormgeving en afmeting van de serre werd verschillend gedacht. Het kan een strak vormgegeven eigentijdse serre zijn maar ook een hogere traditionele serre in de 19de -eeuwse stijl van de woning. Voorkomen moet worden dat door transparantie een zichtbaar storend groot gat in de zijgevel ontstaat.
19
Enige weken later presenteerde de architect een gewijzigd plan. De serre is nu hoger en in stijl beter passend bij de woning. Het raam in de zijgevel wordt gehandhaafd. De commissie constateerde dat het plan een positieve kwaliteitsslag heeft ondergaan. De serre is door de hoogte en het ontwerp meer een eenheid met het monument. De commissie had geen bezwaar tegen een toegevoegde kap op de garage. Bij dergelijke panden met monumentale waarde vindt de commissie het gewenst dat bij gedeeltelijk sloop ook bouwhistorisch onderzoek plaats vindt en dat Bureau Erfgoed bij de planrealisatie betrokken blijft, om er op toe te zien dat de historische kwaliteiten gehandhaafd blijven.
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Koepoortsweg 90
Dorpsstraat 63 en 43 Zwaag, bouwen in de tweede lijn’
Voor Dorpsstraat 43 gelegen aan openbaar groen werd een negatief advies gegeven omdat de naar achterliggende bebouwing het karakter van een schuur zou verliezen
Bestaande situatie,het eerste plan en het definitieve plan
De commissie constateerde dat de schuurvorm goed gehandhaafd wordt en is verheugd over deze planontwikkeling. Punt van aandacht is de rechterzijgevel waarbij in feite een beeld van twee bouwlagen met kap wordt gemaskeerd door een verlaagde goot en het laten doorlopen van de dakbedekking over de tweede bouwlaag. De commissie adviseerde de dakhelling zo aan te passen dat een zo laag mogelijk opgetrokken verdiepingsgevel ontstaat. Aan de linkerzijde is het een goede vondst de schuurdeuren te handhaven voor de entreepartij.
20
Dorpstraat 63; eigentijdse bebouwing met kap op het achterterrein
Dit zijn twee plannen met forse bebouwing achter de bestaande woning. In beide gevallen is wordt een bestaande schuur verbouwd of vervangen door een woongebouw voor zorgwoningen. Het plan voor Dorpsstraat 63 is al in 2012 voorgelegd en is na de eerste adviezen van de commissie gegroeid tot een fraai plan. Het voorstel van de commissie om een tussenlid toe te passen is overgenomen en de het dak van de grote ‘schuur’ is nu veranderd in twee lagere kappen met een plat tussenvolume. De commissie stelde dat er een belangrijke kwaliteitsslag is gemaakt en qua massa is het plan nu goed passend op deze locatie. Het bestaande huis behoudt door het tussenlid zijn huidige zeggingskracht en het geknipte dak van het nieuwe volume maakt het samen met het materiaalgebruik voldoende ondergeschikt ten opzichte van het voorhuis. Dorpsstraat 63 is in 2014 voor een laatste behandeling teruggekomen. Het materiaalgebruik van het woongebouw wordt gewijzigd. Er is nu gekozen voor een zwartbruine vlakke pan in plaats van leien en er wordt in de kopgevels echt hout toe gepast. Dezelfde vergadering werd een vergelijbaar plan Dorpsstraat 43 voor de transformatie van een grote schuur naar zorgwoningen behandeld. Er werd een plat afgedekt volume voorgesteld. De welstandsnota geeft aan het karakter van de linten te willen vasthouden. Daarbij zijn plat afgedekte volumes en doosachtige bouwsels in beginsel niet wenselijk. De commissie verwees naar het plan Dorpsstraat 63. De aanvrager stelde dat er achter de woning een bouwhoogte geldt van 5,5 meter en daardoor de mogelijkheid voor een kap ontbrak. Er werd een schets getoond met een kap met hogere nokhoogte, maar die voldeed niet aan de bestemmingsplanbepalingen. De commissie adviseerde met de afdeling Stedenbouw contact op te nemen of op basis van ruimtelijke kwaliteit een afwijking mogelijk is. Een hogere, ingetogen kap is vaak minder storend in het landschap dan een twee laags blokvolume. In overleg met stedenbouw bleek onder voorwaarden een hogere nokhoogte mogelijk. Er werd daarop een nieuw plan voor waarbij delen van de bestaande schuur worden hergebruikt.
Van Liornehuis naar Kaap Hoorn In de laatste maanden van 2014 diende zich een opvallend renovatieplan (GeO architecten) aan voor het leegstaande verzorgingshuis aan het Westfriesehof bij de entree van Liornestraat vanaf de Provinciale weg. Aan de eerste en tweede etage worden galerijen aangehangen. Dit worden appartementen die over de gehele gebouwdiepte doorlopen. Daarboven komen appartementen die worden ontsloten door de bestaande centrale gangen. Er worden steeds drie of twee kamers tot één appartement samengevoegd. Aan beide zijden komen stalen constructies met verspringende balkons. Deze bepalen in hoge mate de nieuwe gevelkwaliteit. De plint wordt deels gevormd door een ‘Hoed’ (huisartsen onder één dak), bergingen en een fietsenstalling. Beide zijden krijgen iets uit het midden een ingangspartij. De gevels van de het bestaande gebouw worden gekeimd, waardoor qua kleurstelling een geheel nieuw beeld ontstaat. Bij dit nieuwe beeld behoort ook een nieuwe tenaamstelling: Kaap Hoorn. De VOC kleuren van de reis naar Kaap Hoorn vormen ook de inspiratiebron voor de nieuwe kleurstelling waarbij in de hal als accent ook kobaltblauw en goud wordt toegepast. De omgeving moet om parkeerplaatsen voor de nieuwe bewoners aan te leggen ook aangepast worden. De commissie heeft hierover vooraf een gesprek gehad met de stedenbouwkundigen van de gemeente.
Oude en nieuwe uiterlijk van het Liornehuis (Kaap Hoorn)
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Dat neemt niet weg dat ook hier gestreefd wordt naar een goede kwaliteit en deze te behouden en waar mogelijk te verbeteren binnen het vastgestelde welstandsbeleid. Hieronder enkele aansprekende plannen in deze gebieden.
21
5. Plannen in de beheergebieden
De beheergebieden zijn alle woonwijken en bedrijfsterreinen buiten de binnenstad en de linten Er geldt hier een regulier welstandsniveau; dat wil zeggen de lat minder hoog ligt dan in de binnenstad.
De commissie is verheugd over het plan voor de herbestemming van een gebouw dat op een prominente plek in Hoorn staat en heeft waardering voor de goede presentatie. De architect is erin geslaagd een sober en stoer gebouw te maken. De commissie formuleerde bij de eerste behandeling een aantal aandachtspunten dat leidde tot een verdere planverbetering. De grootste zorg van de commissie was de inrichting van de omgeving. Door de parkeerplaatsen zal het vrije uitzicht over de groene ruimte tussen Liornestraat en het gebouw verdwijnen door een parkeerrij. Gesuggereerd werd maar één parkeerstrook voor een rij auto’s aan de westzijde te ontwerpen om de auto’s in deze zichtzijde meer in het groen te laten opgaan. In het definitieve plan zijn de adviezen van de commissie goed meegenomen. De plint heeft aan beide kanten ramen naar de ruimte met bergingen en fietsenstalling gekregen. De bergingen zijn in blokvorm per etage in het midden geplaatst, hetgeen de transparantie van de begane grondlaag vergroot. In overleg met de gemeente is de parkeersituatie gewijzigd. De opstelling aan de achterzijde is geoptimaliseerd terwijl er meer ruimte is voor bomen. Aan de voorzijde is het parkeren teruggebracht tot één rij. De commissie stelt dat er op een constructieve wijze gereageerd is op de aandachtspunten.
Fietsenstalling naast het stadhuis Medio 2014 werd een bouwplan voor een fietsenstalling naast het Stadhuis in de commissie behandeld. Er werd een situering in het groen direct naast de Raadzaal voorgesteld. De commissie had bezwaar tegen deze situering. De stalling zal het zicht vanuit de raadzaal negatief beïnvloeden en vanuit de buitenzijde wordt het fraaie gezicht op het stadhuis ernstig belemmerd door de fietsenstalling. De goed verzorgde groenstructuur rond het stadhuis zal gedeeltelijk verdwijnen. De ruimtelijke kwaliteit zal aanzienlijk worden aangetast. De commissie deed de suggestie de fietsenstalling te plaatsen in de strook groen aan de overzijde tegen de belendende bebouwing aan. Daarbij gaan wellicht twee parkeerplaatsen verloren, maar deze zouden aan de stadhuiszijde terug gewonnen kunnen worden door de breedte van de groenstrook iets te beperken. Dit geeft minder schade aan de ruimtelijke kwaliteit dan het voorgelegde plan. De gemeente heeft gelukkig de suggestie van de commissie overgenomen. De fietsenstalling is inmiddels aan de overzijde tegen de belendende bebouwing geplaatst. De uitvoering van de begroeide stalling is gelijk gebleven. Het vrije zicht op het stadhuis in de groene omgeving is behouden.
Clubgebouw Hockeycomplex bij de Roskam
22
Voor het clubgebouw op een nieuw hockeycomplex was een prijsvraag uitgeschreven. Er werden drie inzendingen beoordeeld. De welstandscommissie had geen zitting is in de selectiecommissie, maar was wel gevraagd een advies te geven over de architectonische kwaliteiten van de inzendingen in relatie tot de welstandscriteria. Uit eindelijk is niet gekozen voor het ontwerp dat op grond van ruimtelijke kwaliteit de voorkeur had. Maar ook het definitieve ontwerp kreeg na verwerking van de aandachtspunten van de commissie een positief advies. Hoewel in eerste instantie voor gedeeltelijke opbouw was gekozen, is uiteindelijk tot een totale opbouw besloten. Dit is voor de architectonische kwaliteit van het gebouw een aanzienlijke verbetering.
In Bangert en Oosterpolder zijn ook in 2014 de nodige projecten in uitvoering genomen in fase 4b. Voor fase 4a zijn plannen ontwikkeld rond het centrale parkgebied. Met op het water gerichte woningen. Ook zijn een aantal aanvullingen op de dorpsweg ontworpen en in uitvoering genomen. In de schetspplan fase vindt overleg met de stedenbouwkundige van de gemeente Hoorn en de previsor namens de commissie plaats en wordt gekeken of de plannen passen in de thematiek volgens het beeldkwaliteitplan. Dit jaar zijn dit rijtjes woningen. Ook zijn er mogelijkheden voor vrije kavels en voor woningen met collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO).
Woningen fase 4b deel 5 Eiland van Zeeman Dit plandeel ligt ten noorden van het centrumgebied in Bangert en Oosterpolder. In dit plan zijn 8 rijwoningen in twee blokjes en twee zogenoemde longhouses van elk twee woningen gesitueerd rond een parkeerstraat. Via de ligging aan het water wordt aangesloten op de vaarroute door de streek die o.a. ook naar Enkhuizen voert.
Oorspronklijk stedenbouwkundige plan voor het eiland in Bangert Oosterpolder . Door de handhaving van een monumentale boom werd het een schiereiland
Ontwerp van architectenbureau BBHD voor de woningen op het eiland
Bezoek aan Bangert en Oosterpolder Tijdens de zomerexcursie op de fiets in 2014 bracht de commissie een bezoek aan Bangert en Oosterpolder. De stedenbouwkundigen Koen de Boo en Tom Brons gaven een toelichting op de nieuwe ontwikkelingen in de planuitwerking.
Uitleg over het stedenbouwkundige plan tijdens de jaarlijkse fiestocht van de commissie
23
De previsor constateerde dat de uit oogpunt van ruimtelijke kwaliteit geplaatste beukenhagen gerooid waren waardoor snel na oplevering een rommelig beeld ontstaat. De commissie adviseerde handhavend op te treden
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Bangert en Oosterpolder
In dit hoofdstuk gaan wij in op: de samenstelling van de commissie de werkwijze de jaarlijkse evaluatie met de wethouders het overleg over ruimtelijke plannen de bezoeken aan bouwlocaties
In Hoorn is voor de binnenstad en de historische linten alsmede voor monumenten buiten deze gebieden een gecombineerde monumenten- en welstandscommissie actief: de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn. De leden zijn benoemd door het college. De commissie was in 2014 als volgt samengesteld: ing. Marina Roosebeek arch AvB, architectlid tot 1-09-2014 ir. Bart Duvekot, architectlid dr. ir. Carlo Huijts, monumentenlid Frans van Iersel, commissielid namens Vereniging Oud Hoorn Piet Verhoeven, monumentenlid Anouk Vermeulen, architectlid vanaf 1-09-2014 Ruud van Diepen, burgerlid vanaf 1-10-2014 Marina Roosebeek was tot het einde van haar zittingstermijn per 31 augustus voorzitter van de commissie. Per 1 september nam Bart Duvekot deze rol over. Marina Roosebeek heeft haar taak als previsor voor de bouwplannen in Bangert en Oosterpolder op verzoek van de gemeente doorgezet. Zij begeleidt de bouwaanvragen tezamen met de projectleider en de stedenbouwkundige totdat deze formeel een Akkoord-advies kunnen krijgen in de welstandscommissie. Bart Duvekot is benoemd in dezelfde rol als previsor voor het bedrijventerrein ‘t Zevenhuis. In de vorige college periode was besloten dat het lid met kennis van de locale cultuurhistorie niet door Historische Vereniging Oud Hoorn zou mogen worden voorgesteld, maar dat er dat er een opensollicitatie ronde voor een burgerlid gewenst was. In het nieuwe College is na bezwaren van de Historische Vereniging besloten een onafhankelijk adviseur namens Oud Hoorn in de commissie te handhaven en het inmiddels geselecteerde burgerlid aan de commissie toe te voegen.
De commissie werd ondersteund door: Pieter Meijers of Nico Happé, namens de gemeente Hoorn (Bureau Erfgoed) Mariska Busch of Minke Boots namens afd. VVH, plantoelichting en planologische aspecten Henk de Visser, secretaris van de commissie en beleidscoördinator WZNH
24
6. Organisatie en werkwijze
Samenstelling van de commissie
De commissie vergaderde in 2014 op elke woensdag van de oneven weken in het stadhuis van Hoorn. De werkwijze van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn is vastgelegd in een reglement van orde dat in 2013 is herzien door het college van B&W en in november 2013 opnieuw is vastgesteld door de raad. De plenaire commissie vergadert één keer in de vier weken over de grotere bouwplannen en stedenbouwkundige plannen in Hoorn. Dit geldt zowel voor de binnenstad als de omliggende wijken en linten. De linten en de binnenstad blijven bijzondere gebieden met extra aan aandacht voor historische en ruimtelijke kwaliteit en worden toegelicht door Bureau Erfgoed. De kleinere plannen en de aanvragen voor een vervolg behandeling worden in de kleine commissie behandeld die elke veertiendagen vergadert. De kleine commissie bestaat uit twee gemandateerde commissieleden (een architectlid en een monumentendeskundige). De gemeente streeft ernaar de aanvragen digitaal te behandelen. De commissie beschikt daartoe in de vergaderruimte over een computerprogramma met beamer waarmee door middel van luchtfoto’s elke locatie in Hoorn vanuit vier richtingen bekeken kan worden. De commissie stimuleert dat voor alle planbehandelingen de presentatie digitaal plaatsvindt. De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Er is een ‘publieke tribune’ voor toehoorders en belangstellenden. In 2014 heeft de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn bij 132 planbehandelingen planindieners en/of ontwerpers aan tafel gehad om de plannen toe te lichten en/of met de commissie van gedachte te wisselen over plannen die nog niet aan de criteria voldeden.
De commissie op werkbezoek bij nieuwbouw aan de Koepoortsweg
Ambtelijke planbeoordeling
25
In de loop van 2013 is in Hoorn een beleid doorgevoerd om eenvoudige aanvragen ambtelijk te beoordelen op basis van de criteria voor kleine bouwwerken (sneltoetscriteria). Deze aanvragen worden afgehandeld via een 4 ogen systeem (afd. VVH). Deze ambtelijke behandeling is door wijziging in het BOR wettelijk mogelijk geworden. Bij aanvragen in het beschermd stadsgezicht en de historische linten ligt dit mandaat bij het Bureau Erfgoed. Aanvragen die niet aan de criteria voor kleine bouwwerken voldoen of waarbij aanvrager dan wel de ambtenaar dit wenselijk acht, worden alsnog aan de commissie voorgelegd. Ook voor monumentenaanvragen is een beperkte mandatering afgesproken voor kleine vaak noodzakelijke ingrepen. Dit zijn aanvragen waar het alleen gaat om groot onderhoud als het vervangen van dakpannen. Deze worden in de erfgoedverordening genoemd: isolerende beglazing, dakramen, het vervangen dakbedekking, veiligheidsvoorzieningen, etc. De commissie. De nieuwe welstandsnota zal meer mogelijkheden bieden plannen ambtelijk af te doen omdat de criteria voor kleine bouwwerken ruimer zijn dan in de bestaande nota.
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
Werkwijze
Stedenbouwkundig vooroverleg Kleine stedenbouwkundige zaken die afstemming met de commissie vereisen, zijn steeds ad hoc door een stedenbouwkundige van de gemeente, de heer Tom Brons of de heer Gerhard Bos, met de commissie besproken en in de verslagen als een vooroverleg vastgelegd. In 2013 zijn er nadere afspraken gemaakt over de aanvragen uit het ingenieursbureau van de gemeente. Deze aanvragen worden nu beter gevisualiseerd en in een vroeger stadium met ambtelijke toelichting aan de commissie voorgelegd.
Jaarlijkse evaluatie Het gesprek met de portefeuillehouder uit het college vond dit jaar plaats op 17 december. In dit gesprek waarbij wethouders mevrouw J. de Jong (wethouder Monumentenzorg), de heer B. Tap (wethouder RO) aanwezig waren, wordt het jaarverslag van het voorgaande jaar besproken. Dit gesprek vond plaats in restaurant De Ridderikhof aan de Rode Steen na een wandeling langs panden waarover de commissie de afgelopen jaren advies had gegeven. Zie verslag bij bijlage 3.
Bezoeken aan bouwlocaties Regelmatig legt de commissie werkbezoeken af aan bouw- of restauratielocaties. In januari werd een koret stadswandeling gedaan waarbij o.a. de Grote Oost 103 (nieuw smal pandje) en Veermankade met hoofdtoren bezocht zijn.
26
In juli werd door een deel van de commissie een bezoek gebracht aan de zgn. Tapijktkerk in Westerblokker in het kader van een herontwikkeling
. In oktober volgde een bezoek aan de Grote Oost 2 en 4 (affichemuseum) waarvoor een renovatie plan is opgesteld en in welk pand boven en achter het museum een aantal appartementen worden ingebouwd. De commissie heeft een toelichting gekregen op de restauratie en renovatie ingrepen.
Voor- en achterzijde van Gote Oost 2-4
Voor de vergadering in december heeft de commissie een wandeling gemaakt door de binnestad langs: Koepoortsweg hoek Spoorsingel - Koepoortsweg 1 (Restauratie en nieuwbouw) Nieuwland 14, 16, 18 (mogelijke nieuwbouw ontwikkeling drie beeldbepalende panden) Ramen 29 (resultaat historisch kleurenonderzoek) Nieuwstraat 45 en 47 (uitstraling individuele winkelpuien en interieur) Wisselstraat – kloosterpoort (toekomstige ontwikkeling binnenstad) Grote Kerk (mogelijke herbestemming) Kerkplein 1 en Kerkstraat 10 (mogelijke nieuwbouw / uitbreiding) materiaalkeuzes
27
De commissie krijgt een toelichting van Bureau Erfgoed over de panden aan het Nieuwland. Op Ramen 29 is het fraaie resultaat bekeken van een kleurenadvies op basis van bouwhistorisch onderzoek.
Jaarverslag 2014 Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn
In juli heeft de commissie na de vergadering een fietstocht gemakt langs de Linten en door de nieuwe wijk Bangert en Oosterpolder.
De commissie concludeert dat ze haar grootste meerwaarde heeft in die gevallen waarin publieke en private belangen botsen en het voeren van constructieve gesprekken met initiatiefnemers noodzakelijk is om de belangen bij elkaar te brengenen daarbij de ruimtelijke en/of historische kwaliteiten te behouden dan wel te versterken. Het grootse rendement ontstaat als niet aan het eind wordt getoetst, maar als de commissie in staat wordt gesteld een planproces vanaf een vroeg moment goed te begeleiden, samen met de lokale ambtelijke specialisten op het terrein van landschap, stedenbouw en erfgoed. De ervaringen en inzichten die in 2014 zijn opgedaan brengt de commissie tot enkele beleidsaanbevelingen: De commissie adviseert de welstandsnota die al een paar jaar in concept gereed ligt nu zo spoedig mogelijk vast te stellen, omdat deze op een aantal ruimer is dan de huidige nota en omdat de huidige nota juridisch onvoldoende houvast biedt omdat deze nog niet Wabo-proof is. Het is daarbij raadzaam nu geen wijzigingen meer aan te brengen maar, zoals al eerder is geadviseerd, tegelijkertijd een proces van evaluatie te starten over ruimtelijk kwaliteitsbeleid gekoppeld aan de voorgenomen nieuwe omgevingswet. In het kader van de nieuwe welstandsnota vraagt de commissie aan de gemeente ook een duidelijk standpunt in te nemen over de gewenste beeldkwaliteit in de bedrijventerreinen. Begin 2014 is gebleken dat er externe opdracht was gegeven voor een beeldkwaliteitplan voor bestaande bedrijventerreinen op te stellen, waaronder Hoorn 80. Dit lijkt haaks te staan op de wens van het college om juist in de binnen gebieden van de bedrijventerreinen een grote mate van welstandsvrijheid te geven. Het is niet aan de commissie om hierin keuzes te maken. De commissie wil wel helderheid over aan welk beleid er getoetst wordt. De commissie vraagt meer aandacht voor de ruimtelijke en historische kwaliteit en in de vroeg 20e wijken juist buiten het beschermd stadsgezicht. Het Bureau Erfgoed is bezig met een inventarisatie van de die kwaliteiten. In het licht van de naderende Omgevingswet adviseert de commissie de komende jaren de gemeentelijke beleidsregels in bestemmingsplannen, welstandsnota’s en het monumenten- of erfgoedbeleid op elkaar af te stemmen. Dit vooruitlopend op de integratie van deze beleidsdocumenten in het nieuwe omgevingsplan De commissie adviseert het beeldkwaliteitsbeleid voor de linten te actualiseren in een nieuwe omgevingsnota waarin ook de bestemmingsplanbepalingen opgenomen zouden moeten worden. Daarbij zou extra aandacht voor de beeldkwaliteit van vervangende nieuwbouw gewenst zijn. Doordat nieuwe aanvragen conform de ruime bestemmingsplanmogelijkheden van twee lagen met kap worden gemaximaliseerd, ontstaat een onevenwichtig beeld met te grootschalige en weinig bescheiden "notariswoningen" die feitelijk niet passen in de kleinschaligheid en terughoudendheid van de bebouwing in de linten, met uitzondering van de voormalige dorpskernen. De commissie is graag bij de projecten Poort van Hoorn en Waterfront betrokken als adviseur voor het behouden en versterken van historische en ruimtelijke kwaliteiten. .
28
7. Conclusies en aanbevelingen
De Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn werkt vanuit de overtuiging dat een constructieve opstelling om te werken aan een mooier Hoorn op brede steun kan rekenen, niet alleen onder professionals in de ruimtelijke ordening, maar vooral in de samenleving.
In 2014 heeft de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn 313 vergunningaanvragen behandeld, waarvan 40 betrekking hadden op aanvragen van voorgaande jaren. In verband met herhalingen was het totaal aantal planbehandelingen 502. Deze zijn als volgt verdeeld:
aantal aanvragen
aantal behandelingen
percentage herhalingen t.o.v. de aanvragen
237
400
69 %
waarvan een monument
28
56
100 %
waarvan nieuwbouw
79
136
72 %
waarvan verbouwing
130
208
60 %
Preadvies*
36
47
31 %
Reclameaanvraag
17
20
18 %
Adviesaanvraag handhaving
11
17
55 %
Advies ruimtelijke plannen
3
4
33 %
Overige vergaderonderwerpen
9
14
56 %
313
502
60 %
soort aanvraag Omgevingsvergunning
Totaal
* Dit zijn de preadviezen waarvoor nog geen omgevingsvergunning is ontvangen.
In vergelijking met de voorgaande jaren ontstaat het volgende beeld: soort aanvraag
2013
2012
273
54 %
310
59 %
337
57 %
40
8%
54
10 %
62
10 %
Herhalingen
189
38 %
161
31 %
195
33 %
Totaal behandelingen
502
100 %
525
100 %
594
100 %
waarvan reclameaanvraag
20
4%
32
6%
32
5%
waarvan handhaving
17
3%
30
6%
39
7%
Aanvragen van voorgaande jaren
Verdeeld over de soorten bouwwerken ontstaat het volgende beeld: soort bouwwerk Individuele woningen
2014
2013
2012
147
47 %
198
54 %
178
45 %
Woningcomplexen
21
7%
19
5%
30
8%
Bedrijfsgebouwen
39
12 %
48
13 %
52
13 %
Openbare en bijzondere bouwwerken
50
16 %
42
12 %
62
16 %
Kleine bouwwerken
27
9%
21
6%
27
7%
Reclameobjecten
7
2%
9
2%
11
3%
Overige plannen
22
7%
27
7%
39
10 %
Totaal aanvragen
313
100 %
364
100 %
399
100 %
Bezoek Er hebben dit jaar 132 behandelingen plaatsgevonden in aanwezigheid van architecten en/of de planindieners. Dit is 26% van het totaal aantal behandelingen.
29
Bijlage 1: Cijfers
Nieuwe aanvragen
2014
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Hoorn en Welstand Hoorn voor Jaarverslag Welstand Hoorn en Monumenten Monumenten Commissie 2014 voor Commissie
Planbehandelingen
Adviezen De adviezen over het totaal aantal planbehandelingen zijn als volgt verdeeld: adviezen aan B&W Akkoord
2014
2013
2012
201
40 %
211
40 %
234
39 %
Akkoord op hoofdlijnen
64
13 %
50
10 %
46
8%
Niet akkoord, tenzij
89
18 %
125
24 %
113
19 %
Niet akkoord, nader overleg
37
7%
44
8%
76
13 %
Niet akkoord
20
4%
30
6%
35
6%
Aanhouden
73
15 %
52
10 %
61
10 %
Andere adviezen
16
3%
10
2%
21
4%
Beleidsadviezen
2
0%
3
1%
8
1%
502
100 %
525
100 %
594
100 %
Totaal
Akkoord wil zeggen: het plan voldoet op basis van de welstandscriteria aan redelijke eisen van welstand; het wordt met positief advies aan het college van B&W voorgelegd. Bij ‘niet akkoord tenzij‘ wordt een duidelijk omschreven voorwaarde geformuleerd.
Hoe vaak behandeld? In 2014 werden 263 nieuwe aanvragen* beoordeeld. Het aantal keren dat deze aanvragen behandeld werden tot een eindadvies is als volgt: adviezen aan B&W Bij eerste behandeling akkoord (geen interventie van de commissie)
2014
2013
2012
103
39 %
133
43 %
119
35 %
Bij eerste behandeling niet akkoord tenzij (kleine aanpassing nodig)
32
12 %
63
20 %
42
12 %
Bij tweede behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
48
18 %
29
9%
55
16 %
Bij derde behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
16
6%
16
5%
18
5%
Bij een vierde of verdere behandeling akkoord (of niet akkoord tenzij)
10
4%
7
2%
9
3%
Nog in behandeling of definitief niet akkoord of aanvraag ingetrokken
35
13 %
44
14 %
70
21 %
Plan wel akkoord op hoofdlijnen maar nog geen aanvraag voor vergunning
19
7%
18
6%
24
7%
263
100 %
310
100 %
337
100 %
* Dit zijn alle nieuwe aanvragen exclusief beleidsadviesaanvragen en handhaving aanvragen.
Het aantal keren dat een nieuwe aanvraag ´terug´ komt bij de welstandscommissie geeft een indicatie van het effect van het gemeentelijke welstandsbeleid op de bouwproductie. Het is een indicatie; de preventieve werking (het anticiperen op het beleid vóór de aanvraag wordt ingediend) wordt hiermee bijvoorbeeld niet zichtbaar gemaakt.
Adviezen namens de commissie Van het totaal van 502 planbehandelingen in 2014 werden er 374 door de kleine commissie uitgevoerd, daartoe door de commissie gemachtigd. Dat is 75% van het aantal planbehandelingen. De kleine commissie adviseert onder verantwoordelijkheid van de commissie op basis van de welstandsnota en legt hierover steeds verantwoording af aan de commissie. Het betreft aanvragen, waarbij het oordeel van de commissie op basis van de welstandscriteria bekend mag worden verondersteld. Wanneer tijdens de planbehandeling twijfel ontstaat of het plan wel in de kleine commissie beoordeeld kan worden, vanwege de complexiteit, het belang voor de openbare ruimte of om andere redenen, wordt het plan alsnog in de grote commissie voorgelegd.
30
Totaal nieuwe aanvragen*
De gemeente Hoorn werkt met een geïntegreerde commissie voor monumentenadviezen. In 2014 werden 127 monumentenadviezen gegeven. Deze zijn als volgt verdeeld: adviezen aan B&W
2014
Aantal monumentenaanvragen
2013
2012
91
100 %
91
100 %
109
100 %
rijksmonumenten
20
22 %
26
29 %
22
20 %
gemeentelijke monumenten
22
24 %
17
19 %
27
25 %
beeldbepalende panden
12
13 %
11
12 %
15
14 %
panden in beschermd stadsgezicht
31
34 %
37
41 %
45
41 %
provinciale monumenten
2
2%
0
0%
0
0%
gebied met cultuurhist. waarde
4
4%
0
0%
0
0%
127
100 %
115
100 %
160
100 %
Totaal aantal behandelingen
Gebruik welstandscriteria De aanvragen worden steeds beoordeeld op grond van vastgestelde welstandscriteria, welke in een welstandsnota of in aanvullingen in de vorm van beeldkwaliteitplannen zijn opgenomen. Voor de gemeente Hoorn is het gebruik van de verschillende soorten criteria als volgt: welstandscriteria
2014
Gebiedsgerichte criteria
199
40 %
Beeldkwaliteitplan en andere bouwregels
93
19 %
Criteria beschermd stadsgezicht
85
17 %
Sneltoetscriteria / Criteria voor kleine bouwwerken
44
9%
Reclamecriteria
23
5%
Algemene welstandscriteria
12
2%
9
2%
37
7%
502
100 %
Objectgerichte criteria Anders.. Totaal
Bestemmingsplannen De aanvragen worden meestal voorafgaande aan de welstandsvergadering getoetst aan het vigerende bestemmingsplan. Indien de aanvraag niet voldoet aan de bestemmingsplanbepalingen wordt vaak een afwijking (ontheffing) verleend. Soms is de afwijking mede afhankelijk van een positief welstandsadvies. Dit is het geval indien de ruimtelijke kwaliteit als argument voor het verlenen van een ontheffing in het bestemmingsplan genoemd wordt. De plannen voorgelegd aan de commissie hadden wat betreft bestemmingsplan de volgende status: bestemmingsplannen
2014
Voldoet aan bestemmingsplan
166
53 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan binnenplanse afwijking
57
18 %
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan buitenplanse afwijking
3
1%
Voldoet niet aan bestemmingsplan, maar gemeente werkt mee aan een afwijking op basis van een uitgebreide procedure of partiële herziening van het bestemmingsplan
13
4%
7
3%
Anders
67
21 %
Totaal
313
100 %
31
Voldoet niet aan bestemmingsplan, over afwijking wordt beslist na advies van de welstandscommissie
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Hoorn en Welstand Hoorn voor Jaarverslag Welstand Hoorn en Monumenten Monumenten Commissie 2014 voor Commissie
Monumentenadviezen
Aanwezig: Namens de gemeente: mevrouw J. de Jong (wethouder Monumentenzorg), de heer B. Tap (wethouder RO), de heer Pieter Meijers (Hoofd Bureau Erfgoed), mevrouw M. Busch- Dijkman (bureau VVH) en de heer Peter Entius (Afdelingshoofd VVH). Leden van de commissie: ir. Bart Duvekot (voorzitter en architect), Ruud van Diepen (burgerlid), Frans van Iersel (namens Oud Hoorn), Piet Verhoeven (monumentendeskundige) en Anouk Vermeulen (architect). Commissielid Carlo Huijts (monumentendeskundige) was verhinderd. Namens de organisatie WZNH: Henk de Visser (beleidscoördinator)
1. Opening en vaststelling agenda correctie De aanwezigen hebben eerst een korte stadswandeling gemaakt van de Koepoortsweg naar de Roode Steen langs projecten waar het advies van de commissie een belangrijke rol heeft gespeeld. Tijdens de lunchbijeenkomst vindt het jaarlijkse evaluatiegesprek van de commissie met het gemeentebestuur plaats. De voorzitter heet allen welkom, in het bijzonder de wethouders en geeft een toelichting op de agenda en de taken van de commissie.
2. Jaarverslag 2013 en aanbevelingen WZNH heeft het jaarverslag 2013 in juni aan het College en de raad toegestuurd. Er zijn geen inhoudelijke vragen over het jaarverslag ontvangen. Inmiddels is een nieuw college aangetreden. De wethouders hebben kennis genomen van het jaarverslag en spreken er hun waardering over uit. Het geeft een goed beeld van de inzet van de commissie. Zij vragen wat het advies over de nieuwbouw bij Het Keern is geweest waarbij de gemeente het advies niet heeft gevolgd. De commissie stelt dat de nieuwbouw daar een verbetering van de ruimtelijke kwaliteit impliceert maar dat het advies over grotere openheid van de gevelindeling bij de zijstraten niet is opgevolgd. Ook wordt door de wethouders gevraagd naar het advies over de kademuren aan ‘Onder de Boompjes’. Daar werd geadviseerd om als voorwaarde bij de aanbesteding te stellen dat de afwerking van de kademuur in metselwerk uitgevoerd zou moeten worden in aansluiting op de kwaliteit van de andere kademuren. Het ingenieursbureau wilde niet zo ver gaan en hiervoor alleen de voorkeur uitspreken mits dit binnen het budget realiseerbaar zou zijn. Volgens het commissielid Frans van Iersel zou vervanging van de damwand kademuur niet echt nodig zijn bij het toekomstige gebruik van de kade en zou er beter gewacht kunnen worden op het moment dat er wel voldoende budget is voor gemetselde kademuren. De commissie stelt dat de gewenste kwaliteit van het beschermd stadsgezicht vraagt om gemetselde kades. De voorzitter wijst op het bereikte compromis bij een damwand aan het Koewijzend waar veiligheidsaspecten en behoud van historische kwaliteit aanvankelijk met elkaar botsten. De commissie geeft aan dat het overleg met het ingenieursbureau wisselend is maar dat in voorkomende gevallen eerder tot overleg wordt gekomen. Het willen bereiken van ruimtelijke kwaliteit zou wat vanzelfsprekender moeten worden; structureler en vroeger overleg stimuleert dit. Dat geldt ook voor stedenbouw. De wethouders vragen wat het college hieraan kan doen. De commissie stelt dat het vooral om draagvlak en aandacht voor ruimtelijke kwaliteit gaat. De voorzitter geeft aan dat dit in het gesprek d.d. 29 september ook aan de orde is geweest. De aanbevelingen worden doorgenomen en komen in de volgende agendapunten terug
3. Uitvoering welstandsbeleid en het gebruik van de welstandsnota De voorzitter stelt dat het vaststellen van een nieuwe welstandsnota de grootste prioriteit blijft. Hoewel er altijd redenen zijn om veranderingen door te voeren en
32
Bijlage 2: Verslag evaluatiegesprek
Verslag jaarlijks evaluatiegesprek van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn met de gemeente, gehouden op 17-12-2014 in De Ridderikhof te Hoorn
4. Monumentenadvisering en erfgoedbeleid
Jaarverslag 2014 voor de gemeente Hoorn en Welstand Hoorn voor Jaarverslag Welstand Hoorn en Monumenten Monumenten Commissie 2014 voor Commissie
nogmaals kritisch naar het beleid te kijken is het noodzakelijk dat er nu een kader voor welstandsbeleid wordt vastgesteld dat het huidige beleid voldoende juridische borging geeft. De wethouder RO geeft aan dat de welstandsnota in 2015 op de agenda van de raad staat. De commissie adviseert nu geen wijzigingen meer aan te brengen maar, zoals al eerder is geadviseerd, tegelijkertijd een proces van evaluatie te starten over ruimtelijk kwaliteitsbeleid gekoppeld aan de voorgenomen nieuwe omgevingswet.
Pieter Meijers heeft al eerder aangegeven dat een brede visienota wordt voorbereid over erfgoedbeleid. De wethouder wijst op raakpunten met andere beleidsterreinen zoals stadspromotie en kunst- en cultuurbeleid. Piet Verhoeven houdt een pleidooi voor het stimuleren en financieel ondersteunen van bouwhistorisch onderzoek. Dit geeft ook meer houvast voor goede en zakelijke monumentenadvisering zonder onnodige emoties. Samen met de redengevende omschrijvingen vormt bouwhistorisch onderzoek de basis voor vroegtijdig overleg van Bureau Erfgoed met eigenaren en initiatiefnemers en later de argumentatie voor advisering. In de erfgoednota moet volgens Bureau Erfgoed en de commissie ook duidelijk omschreven worden hoe er met beeldbepalende panden omgegaan zou kunnen worden, gekoppeld aan bestemmingsplanbepalingen, waarbij sloop alleen via een omgevingsvergunning mogelijk is indien aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het gaat daarbij steeds om het behoud of versterken van het beeld. Een nieuwe toevoeging is soms beter dan behoud. Maar het criterium is volgens de commissie dat kwaliteitsverbetering wordt bereikt.
6. Bijzondere plannen en bijzondere adviezen in 2014
De voorzitter wijst op de renovatie van de flat aan de Liornestraat als goed voorbeeld van planontwikkeling en constructief overleg met stedenbouw om tussen parkeerdruk en ruimtelijke kwaliteit een goed evenwicht te vinden. Frans van Iersel wijst er op dat bij sloop en nieuwbouw in het beschermd stadsgezicht eigenlijk eisen gesteld zouden moeten worden aan de architectenkeuze. Vaak wordt door de eigenaar geen vakbekwame architect ingeschakeld maar een bouwkundige. Juist bij deze zaken is een goed advies van een onafhankelijke commissie van belang. In dit kader wordt gewezen op de kwetsbare plek hoek Dal - Veemarkt waarbij bij de planvorming nog geen toegevoegde waarde ten opzichte van de huidige situatie zichtbaar was. Voorts wijst de commissie op de renovatie en herbestemming van de school Draafsingel hoek Johan Messchaertlaan als bijzonder plan in 2014.
7. Actuele ontwikkelingen in de gemeente Wethouder Tap deelt mede dat er samen met de buurgemeenten een regionale structuurschets in voorbereiding is die mogelijk tot nieuw ruimtelijk beleid kan leiden. De wethouders vonden het nuttig en positief om tijdens de wandeling te zien hoe er met de aangeboden plannen wordt omgegaan. Zij wijzen erop dat ruimtelijke kwaliteit en recreatieve voorzieningen door goed overleg vaak mogelijk zijn in samenhang met grootonderhoud zoals met de dijken rond het Hoornse Hop (project IJsselmeeroevers). De commissie spreekt de hoop uit dat het plan ter plaatse van de voormalige schouwburg wordt uitgevoerd. De wethouder geeft aan dat verwacht wordt dat de bouw na de bestemmingsplanprocedure direct aanvangt (voor de zomer 2015). De wethouder stelt dat er ook plannen zijn noordelijker op de Westerdijk nieuwbouw te realiseren. Het zijn plannen in het kader van de Waterfrontvisie. Tenslotte wordt de langetermijnplanning voor de stadvernieuwing genoemd waarbij wordt gestart in de wijk Grote Waal omgeving Siriusstraat (verantwoordelijk wethouder M. Pijl).
8. Wat verder ter tafel komt
33
Er wordt geen gebruik gemaakt van de Rondvraag. De voorzitter sluit de vergadering onder dankzegging aan de wethouder en de ambtenaren van de gemeente voor de goede samenwerking. De wethouder sluiten zich hierbij aan en dankt de commissieleden voor hun deskundige advieswerk..
ing. Marina Roosebeek arch. AVB Afgestudeerd in 1963 aan de HTS Bouwkunde Amsterdam en in 1982 aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam, afdeling architectuur. Sinds 1990 zelfstandig architect met eigen bureau onder de naam Marina Roosebeek architekt BNA met projecten op het gebied van nieuwbouw, restauratie en verbouw. Van 1997-2009 hoofd praktijkbureau aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam. Lid van de Amsterdamse Raad voor de Monumentenzorg 1994-2000 en Commissie voor Welstand en Monumenten in Amsterdam van 1993-1999. Marina Roosebeek is sinds september 2008 verbonden aan WZNH als gemandateerd architectlid van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn en vanaf 2012 tot september 2014 als voorzitter.
ir. Bart Duvekot, architect Afgestudeerd in 1980 aan TH-Delft, afdeling Bouwkunde, afstudeerrichting architectuur. Na studie tot 1987 Projectleider Stadsvernieuwing, Dienst Volkshuisvesting Amsterdam. Tot 1989 Werkzaam op het architectenbureau Duinker & Van de Torre te Amsterdam. Vanaf 1989 een eigen zelfstandig bureau, werkzaam in de woningbouw in opdracht van corporaties, woningbedrijven en projectontwikkelaars. Van 1998 tot 2007 Lid van de Welstandscommissie voor Amsterdam Zuidoost en Diemen. Sinds 2009 lid van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn en vanaf september 2014 voorzitter.
Ruud van Diepen, burgerlid Afgestudeerd in 2003 aan Saxion Hogeschool Deventer, opleiding ruimtelijke ordening en planologie en in 2010 aan het Conservatorium van Amsterdam, afdeling pop, hoofdvak drums. Studeerde in 2013-2014 aan de Academie van Bouwkunst te Amsterdam, afdeling stedenbouw. Werkt als Adviseur Ruimtelijke Ordening bij de unit Stedelijke en Maatschappelijke Ontwikkeling van de gemeente Alkmaar. Sinds oktober 2014 lid van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn.
Opleiding: Technische Universiteit Delft, afstudeerrichting Architectuur en Restauratie. Werkervaring: Sedert 1993 directeur van Vereniging Hendrick de Keyser te Amsterdam. Sinds september 1993 lid van de Commissie voor Monumenten van Hoorn en sinds 2007 als monumentendeskundige lid van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn.
Frans van Iersel, adviseur Heeft een bedrijfseconomische achtergrond en was in jaren zeventig en tachtig werkzaam in het openbaar bestuur en bij de Werkgroep 2000: een instituut op het terrein van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Vanaf 2002 namens de Vereniging Oud Hoorn lid van de Commissie voor Monumenten van Hoorn, sinds 2007 in die hoedanigheid lid van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn. Is thans eigenaar/directeur van Raadgevend Bureau Forte BV te Hoorn. Het bureau is actief op gebied van subsidieverwerving, aanbestedingen en projectmanagement. Is sinds 2007 lid van de Commissie voor Monumenten en Welstand Hoorn.
Piet Verhoeven, monumentendeskundige Bouwkundige opleiding. Is 31 jaar in dienst van gemeente Alkmaar geweest. Vanaf 1988 als hoofd van de afdeling Monumentenzorg en Archeologie. Was medeoprichter van de stichting Monumentenwacht Noord Holland, 20 jaar bestuurlijk secretaris en in die functie o.a. ook bestuurslid van de landelijke federatie. Maakt deel uit van diverse bestuurs- en adviesorganen op gebied van monumentenzorg, o.a. van de Raad van advies van de Zaanse Schans, de Boerderijenstichting Noord-Holland en de commissie monumentenzorg en archeologie van de VNG.
ir. Anouk Vermeulen, architectlid Studeerde Bouwkunde aan de TU Delft, afgestudeerd in 1990. Van 1990 tot 1993 werkzaam bij Wytze Patijn architecten in Rotterdam. Sinds 1993 fulltime werkzaam als architect-directeur van het architectenbureau AG architecten bv in Haarlem. AG architecten wordt geleid door George Polman en Anouk Vermeulen en heeft 8 medewerkers. Het bureau houdt zich bezig met een grote diversiteit aan opdrachten in zowel woningbouw, utiliteitsbouw als gezondheidszorg. Sinds 2011 is zij lid van de Raad van Toezicht van welzijns-organisatie Pluspunt. Anouk Vermeulen is sinds januari 2001 verbonden aan WZNH. Van 2005 tot 2010 was zij architect secretaris van de welstandscommissie Zaanstad en sinds april 2010 architectlid van de welstandscommissie Haarlemmermeer. Per 1 september is zij architect-lid van de commissie Hoorn
34
Bijlage 3: Curricula
dr. ir. Carlo Huijts, restauratie architect