COMMISSIE
VOOR
V a s t g e s t e l d
d . d .
WELSTAND
1 8
j u n i
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
2 0 1 4
VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN bouwplannen W OENSDAG 11 juni 2014 EPII, kamer 7.22 , 7e etage– Galvanistraat 15 - Rotterdam
AANWEZIGHEID: Commissie: Steenhuis (voorzitter), Bloks, Stuhlmacher, Bakker, Diederen, Galema, Molenaar Secretariaat: Pronk (secretaris), Van der Klauw (uitvoerend secretaris) Adviseurs: Knibbeler (gedeeltelijk)
Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4897828, e-mailadres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M BOUWPLANNEN 7.1 Westersingel 70 (1e behandeling) omschrijving: Gevelwijzigingen Bilderberg Hotel ontwerp: Roy Kirby – Design Coalition dossier: OMV.14.04.00203
12:40-14:50 12:40
Omschrijving plan / toelichting architect De architect licht het aangepaste plan toe tijdens de vergadering en vertelt dat het huidige hotel aangepast wordt naar de hedendaagse huisstijl van de hotelketen. Het hotel wil zich markeren als startpunt van het museumpark en omgeving. Op het plan is eerder een negatief advies afgegeven. Naar aanleiding hiervan is het plan aangepast. De voorgestelde gevelkleuren zijn aangepast naar lichtere kleuren waarin wel een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen de drie verschillende gebouwdelen (entree, serre en teruggelegen deel). Daarnaast beperkt de toepassing van onbehandeld houten gevelmateriaal zich nu alleen tot de entreepartij van het restaurant. De zonwering/signing ter plaatse van de serre is aangepast naar een donkere kleur. De kozijnen in de serre worden uitgevoerd in staal. Voorgesteld wordt om het marmer (Bahia Blue) ter plaatse van de hotelentree te omkleden met zwarte glazen gevelplaten. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: stedelijke groengebieden Welstandsniveau: bijzonder (centrumgebied, toekomstig beschermd stadsgezicht) Strijdigheden met gebiedstype criteria Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. Materiaal en detaillering zijn afgestemd op de bestaande materialen (vooral baksteen en hout) van de oorspronkelijke bebouwing en van gelijke kwaliteit (vervanging van gevelonderdelen conform het origineel). In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de begane grondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). Reactie van de commissie op de ingediende stukken, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie is ingenomen met de stappen die zijn gemaakt ten opzichte van het eerder getoonde ontwerp maar is op een aantal punten nog niet akkoord met het voorstel. Op de voorgestelde kleuren voor de gevels wordt positief gereageerd, deze passen veel meer in de omgeving en laten het geheel duidelijker spreken als een samenstel van volumes uit verschillende tijden. Wat erg jammer wordt gevonden is de zonwering, welke niet beweegbaar is en deels de gevel afdekt. De commissie meent dat een beweegbare zonwering, enkel ter plaatse van de gevelopeningen, hier veel passender zou zijn en veel meer recht zal doen aan het karakter van de serre. De getoonde vaste zonweringen ogen zeer massief en voegen zich daardoor niet op een ondergeschikte wijze in het gevelbeeld. Een ander onderdeel waarmee de commissie niet kan instemmen is de voorgestelde houten gevelbekleding ter plaatse van de restaurantentree. Zoals in het voorgaande advies tevens is aangegeven past dit materiaal niet in een binnenstedelijk gebied met veel historische monumenten. De houten bekleding wordt niet als ‘rijk’ en van ‘hoge kwaliteit’ beschouwd en past niet bij de bestaande gebouwen. De commissie geeft aan dat bijvoorbeeld een natuurstenen bekleding hier veel passender zou zijn. Daarnaast betreurt de commissie de omkleding van het rijke marmer ter plaatse van de hotelentree. Door de toepassing van een zwart gevelmateriaal in combinatie met zwarte kozijnen zal de entree zijn geleding en compositie verliezen en ogen als één gat in de gevel. De commissie kan daar niet mee instemmen en geeft aan dat wanneer de entree gewijzigd wordt dit op een passende wijze moet gebeuren waarbij de gevelcompositie en geleding in stand blijven. Conclusie
Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint II, 7e verdieping, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6699, 3002 AR Rotterdam :010-4897828, e-mailadres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M De commissie ziet een aangepast voorstel van de architect graag tegemoet waarbij de opmerkingen met betrekking tot de zonwering, de restaurantentree en de hotelentree zijn verwerkt. Vooralsnog kan de commissie nog niet geheel met het voorstel instemmen. 7.2 Burgemeester Oudlaan 50 (1e behandeling) omschrijving: Bespreking renovatie Bibliotheek EUR Woudestein ontwerp: ABT - Jeff van den Putte architectuur (supervisor: Gerard Frishert) dossier: OLO 1327277
13:00
Omschrijving plan / toelichting architect De Erasmus Universiteit Rotterdam is in een langjarig traject bezig met de renovatie van monument Woudestein. Het ontwerp bevindt zich in een pril stadium, de architect geeft aan de commissie al graag in deze fase te informeren over de plannen voor de bibliotheek. De opgave betreft een totale renovatie (bouwkundig en installaties) van gebouw B (ca. 9000 m 2) met als doel het gebouw weer geschikt te maken voor de komende 40 jaar. Het gebouw moet onderdak bieden aan ca. 900 studiewerkplekken, ca. 50 kantoorwerkplekken voor medewerkers en de boekencollecties van de UB en het Rotterdamsch Leeskabinet. Voor de renovatie wordt globaal uitgegaan van een ontwerptraject tot maart 2015 waarbij in december 2014 een vergunning zal worden aangevraagd. De oplevering staat gepland voor september 2016. Door de jaren heen zijn veel aanpassingen gedaan in het gebouw, hierdoor is de heldere, open indeling van het gebouw deels verloren gegaan. Met de beoogde ingrepen en aanpassingen van het gebouw wordt getracht deze helderheid terug te brengen en daarnaast het gebouw aan te passen aan de hedendaagse gebruikerswensen. De voorgestelde bouwkundige ingrepen betreffen het maken van drie vides in de begane grondvloer, het toevoegen van een daklicht, het toevoegen van een entreepartij aan de Institutenlaan waarbij voorgesteld wordt een bestaande pui naar voren te plaatsen, het vergroten van de installatieruimte op het dak, het dak te voorzien van een mos-sedumvegetatie, de later aangebrachte (gemetselde) brandscheidingen te vervangen door transparante brandwerende puien (d.m.v. hergebruik bestaande puien of nieuwe hierop aansluitende puien), het terugbrengen van glas in de borstweringen en het treffen van isolatiemaatregelen in gevel en dak. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Stedelijke knooppunten Welstandsniveau: Ontwikkeling (welstandsparagraaf Campus Woudestein van toepassing) Status: gemeentelijk monument Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie waardeert de manier waarop zij betrokken wordt bij de planvorming van de renovatie van de universiteitsbibliotheek. Belangrijk bij de planvorming is de wijze waarop de ingrepen zich voegen binnen het concept van het oorspronkelijke gebouw. Uitgangspunt bij de planvorming zou de vraag moeten zijn wat het palet is van het oorspronkelijke gebouw qua vormen, materialen, kleuren etc. De gebouwen uit deze periode kenmerken zich door de ‘bonkige luxe’ in beton waarbij toch een bijzondere elegantie wordt bereikt door de eenvoud die zich in alle aspecten van het gebouw uitdrukt (materiaal, opbouw en detaillering). De toevoeging van de entreepartij aan de Institutenlaan wordt zeer gewaardeerd. Wat hierbij wel van groot belang wordt geacht, is dat de begane grond de hoofdetage blijft. Daarom wordt niet begrepen waarom de pui naast de beoogde nieuwe entree naar voren wordt geplaatst, dit tast de hiërarchie van het gebouw aan. Voor de wijzigingen van de indeling van het interieur acht de commissie het van groot belang dat de nieuwe puien, scheidingswanden en brandscheidingen aansluiting vinden bij de bestaande puien en dat de te verwijderen puien hergebruikt worden. Een andere vraag is wat er gedaan wordt met de betonnen kolommen, op de impressies lijken deze wit geschilderd te zijn en wordt een gladde en strakke witte vloer gesuggereerd, dit lijkt niet te passen binnen het palet van het monument. De voorgestelde ingrepen vormen met elkaar een nieuwe sfeer 3
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M die volgens de commissie te overheersend is en een nieuwe, gedateerde laag vormt. Terwijl juist de sfeer van het monument leidend zou moeten zijn. De commissie uit haar bezorgdheid ten aanzien van het voorstel voor de plafonds (daklicht, lichtarmaturen, houten bekleding en het patroon). De ingrepen en materiaalkeuze worden niet goed begrepen. De materialisering (merbau lattenplafond) en de afwisseling van daklichten en lampen in de oorspronkelijke plafonds vormen samen een zeer belangrijk onderdeel van de beleving van het monument. De commissie kan zich niet vinden in het nu getoonde voorstel omdat zij meent dat de ingrepen en afwijkende materialisering en vormgeving leiden tot afbreuk van de monumentale waarde van het monument door het verloren gaan van oorspronkelijk materiaal en het gebruik een afwijkende houtsoort en vormgeving van het plafond. Tevens worden twijfels geuit over de omvang van het voorgestelde daklicht, welke in maat sterk afwijkt van de bestaande daklichten en de subtiliteit hiervan mist. Conclusie De commissie heeft haar twijfels en opmerkingen geuit op een aantal onderdelen van het ontwerpvoorstel. Graag ziet de commissie de architect in een volgend ontwerpstadium terug waarbij bovenstaande opmerkingen worden meegenomen.
4
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M 7.3 Zwartewaalstraat omschrijving: ontwerp: dossier:
(2e behandeling, eerdere conceptaanvraag) oprichten van een gymzaal ZieglerBranderhorst i.s.m. Teske van Royen OMV.14.04.00216 (vml. OLO 1112967)
13:20
Omschrijving plan / toelichting architect Naar aanleiding van het verslag van de voorgaande bespreking met de commissie op 8 januari dit jaar, wordt een aangepast plan voorgelegd aan de commissie dat inmiddels als definitieve aanvraag omgevingsvergunning is ingediend. Bij de vorige behandeling van het plan is door de commissie positief gereageerd op de zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing van het ontwerp en de terughoudende en respectvolle architectuur hiervan in materiaal (metselwerk) en volumeopbouw. Daarbij werd wel benadrukt dat de geslotenheid van de gevel aan de Blankenburgstraat en aan de zijde van het wijkgebouw aandacht behoefde. Het gesloten karakter van deze gevels, zonder dat hier iets teruggegeven wordt aan de omliggende ruimte, werd door de commissie als onacceptabel beschouwd. De architect licht toe dat samen met een kunstenaar en het wijkcentrum bekeken wordt of het mogelijk is het gebouw door middel van een naamgeving in de gevel meer betekenis te geven. Ook is er doormiddel van vlakken met verticaal metselwerk getracht de gevel meer openheid en geleding te geven. Daarnaast wordt voorgesteld zonwering tussen de beglazing van de grote gevelopeningen te plaatsen om zo de gevels te openen maar daarentegen ook inkijk in de gymzaal te voorkomen (eis opdrachtgever). Voor het metselwerk wordt een bemonstering voorgelegd in een overwegend rode kleur. De architect legt uit dat een bijzonder metselverband is gekozen waarin een steeds terugkerende koppenlaag de gevel (van dichtbij gezien) een verbijzondering/verfijning geeft en waarbij de in metselwerk uitgevoerde raamdorpels steeds in deze koppenlaag eindigen. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: planmatig stedelijke uitbreidingen Welstandsniveau: regulier (wel in nabijheid rijksmonument) Strijdigheden met gebiedstype criteria Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. Reactie van de commissie op de ingediende stukken, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie meent dat de opgenomen vragen uit het verslag van 8 januari j.l. met de gemaakte aanpassingen in het ontwerpvoorstel onvoldoende worden beantwoord. De zuidgevel heeft een nog meer gesloten en defensieve uitstraling gekregen door het raampatroon met verticaal metselwerk. De commissie geeft aan dat het van belang is dat de gevel iets teruggeeft aan de openbare ruimte (actieve gevel). Met enkel architectonische ingrepen wordt onvoldoende bereikt. De belangrijke vraag hierbij is hoe het gebouw landt op deze plek en het meer deel kan uitmaken van de publieke ruimte. Daarnaast past de voorgestelde kleurstelling van het metselwerk niet in deze omgeving. Rood metselwerk komt hier niet voor en past daarnaast ook niet bij het metselwerk van het monumentale schoolgebouw. Dat voorgesteld wordt het metselwerk qua kleur juist iets af te laten steken van de school begrijpt de commissie, maar de voorgestelde rode kleur is op deze plek wezensvreemd. De commissie raadt aan te zoeken naar de voorgestelde steen in een zachtere meer in deze omgeving passende kleur. De commissie is zeer benieuwd naar de verdere uitwerking van de belettering/naamgeving van het gebouw en geeft daarbij mee dat het stoere robuuste karakter van het gebouw zich ook hierin zou moeten vertalen. Conclusie De commissie ziet een aangepast voorstel van de architect graag tegemoet waarbij de opmerkingen met betrekking tot de gevels en het metselwerk zijn verwerkt. Vooralsnog kan de commissie nog niet geheel met het voorstel instemmen. 5
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M
7.4 Van der Takstraat 93 (1e behandeling) omschrijving: Ons Blok, Hof aan de Hef (sloop/nieuwbouw) 37 woningen ontwerp: De heer Geusebroek - Geusebroek Verheij Architecten dossier: OLO 1256695
13:50
Omschrijving plan / toelichting architect Het plan omvat een sloop/nieuwbouwproject binnen het beschermde stadsgezicht Noordereiland. Tijdens de vergadering licht de architect het plan voor de nieuwbouw van 36 woningen toe aan de commissie en vertelt dat het nieuwbouwvoorstel op deze plek een lange geschiedenis kent. Door het bestuur is uiteindelijk ingestemd met het voorstel onder voorwaarde dat het historiserende nieuwbouw moet worden. De architect tracht in zijn ontwerp met een eigentijdse moderne interpretatie van de 19e eeuw invulling te geven aan deze voorwaarde. De ambachtelijke detaillering uit de 19e eeuw wordt vertaald in een verfijnde eigentijdse detaillering. Alle woningen zijn voorzien van een tuin of buitenruimte en beschikken daarnaast over een gemeenschappelijke buitenruimte in het semiopenbaar hof. De bergingen zijn gesitueerd in de hoeken van het complex (onzichtbaar) en aan de Tulpstraat (zichtbaar in gevelbeeld) waarbij voorgesteld wordt de oorspronkelijke winkelpuien als façade in te zetten voor de bergingen aan het openbaar gebied. De architect geeft aan dat het in deze conceptaanvraag nog ontbreekt aan een nadere uitwerking hiervan. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: niet planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: bijzonder (beschermd stadsgezicht Noordereiland) Relevante criteria Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Originele winkelpuien blijven in stand, of worden in het geval van een ingreep zo mogelijk conform het oorspronkelijke ontwerp hersteld. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. Bouwinitiatieven houden het overheersende beeld van een witte gepleisterde gevel tegen een achtergrond van baksteen (Maaskade, Burgemeester Hoffmanplein) tot een bakstenen gevel met witte sierelementen (Prins Hendrikkade) in stand. Detaillering ondersteunt de verwevenheid van verticaal en horizontaal in het gevelbeeld. Materiaal en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en van gelijke kwaliteit (vervanging van gevelonderdelen zoals erkers, stenen ornamenten e.d. conform het origineel). In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking Op hoofdlijnen wordt door de commissie positief gereageerd op de conceptaanvraag. Wel bestaan er vragen over een aantal onderdelen. De commissie betwijfelt of het incidenteel toepassen van de oorspronkelijke winkelpuien als pastiche façade (schil) voor de gesloten berginggevels een passende oplossing biedt. Aangezien de uitwerking hiervan ontbreekt kan op dit onderdeel nog geen volledige reactie worden gegeven. Wel geeft de commissie aan dat het gebruik van de bestaande puien als façade ter plaatse van de bergingen wellicht begrijpelijker zou zijn wanneer dit minder incidenteel en abstract gebeurt maar functioneel en niet in geblindeerde vorm. Verder waardeert de commissie de ambachtelijke maar eigentijdse manier van detailleren (voorzover uitgewerkt). Dit aspect is op deze locatie (beschermd stadsgezicht) van het allergrootste belang, daarbij wordt opgemerkt dat deze ambachtelijkheid en finesse ook van groot belang is in het metselwerk (dunne voegen bijvoorbeeld met dunbed mortel, geen halfsteensverband). Aangezien slechts enkele principedetails zijn aangeleverd blijft hierop een voorbehoud. In de detaillering wordt verder aandacht gevraagd voor passend kleurgebruik, niet te nadrukkelijke boeiboord beëindiging en de kozijndetaillering (versprongen glaslijn). Tevens is de commissie benieuwd naar het idee over de voordeuren, de impressies geven eenzelfde entreedeur voor alle woningen aan terwijl het ontwerp uit gevelcomposities van kleine ensembles bestaat. Ditzelfde geldt voor de achtergevels. 6
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M Over de schijnkap op de woningen aan de Prins Hendrikkade wordt de vraag gesteld hoe hier mee omgegaan wordt bij eventuele uitbreidingen op deze verdieping en het plaatsen van dakkapellen. De commissie is van mening dat een uitwerking hiervan nodig is waarbij het van belang is dat het dakvlak rondom de dakkapellen in voldoende mate vrij blijft. Daarnaast wordt in algemene zin door de commissie gevraagd hoe omgegaan wordt met eventuele koperswensen. De commissie wil de uiteindelijk te bouwen versie graag kunnen beoordelen. De commissie twijfelt nog over de toepassing van de pergola’s op de woningen in de Tulpstraat, een dergelijk element lijkt niet gebiedseigen. Conclusie De commissie heeft haar twijfels en opmerkingen geuit op een aantal onderdelen van het ontwerpvoorstel. Graag ziet de commissie de architect in een volgende vergadering terug waarbij het ontwerp verder is uitgewerkt, antwoord kan worden gegeven op de hierboven gestelde vragen en de gemaakt opmerkingen zijn verwerkt.
7
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M 7.5 Weena-Zuid 33 (2e behandeling) omschrijving: Transformatie ingang Toffler ontwerp: Bastiaan Kalmeijer - IWT dossier: OLO 1261187
14:10
Omschrijving plan / toelichting architect Tijdens de vergadering van 23 april dit jaar is het eerste ontwerp voor de nieuwe entree naar de voormalige voetgangerstunnel (nu club Toffler) getoond. De commissie heeft tijdens deze vergadering opmerkingen gemaakt ten aanzien van de volgende aspecten: alzijdigheid, constructie, hufterproofheid, dagprogramma, detaillering en inpassing van reclame/naamgeving. In de toelichting van de architect worden deze aspecten stuk voor stuk behandeld. Het ontwerp opent zich aan de zijkant op subtiele wijze naar het Weena, vanaf deze zijde is zicht op de trap die naar de club in de voormalige tunnel leidt. De constructie is deels opgenomen in de schil van het gebouw waarbij ook de pui een dragende functie zal krijgen, hierdoor wordt vermeden dat een extra constructie ter plaatse van de gevelopeningen nodig is. De drie snijvlakken van het entreegebouw worden in drie verschillende staalplaten voorgesteld (gepolijst, gemoffeld, strekmetaal). Met de toepassing van strekmetaal worden skaters geweerd en kunnen ventilatie uitmondingen onzichtbaar worden weggewerkt. Voor het dagprogramma is contact met de Willem de Koningacademie, het is de bedoeling dat de entree als etalage/expositieruimte gaat dienen voor het werk van studenten. De reclame is afgestemd op de wensen van de eigenaar: ingetogen en aan de binnenzijde geplaatst. Daarnaast worden in de gevel aansluitpunten voor krachtstroom opgenomen om zo te voorzien in de behoefte van de beoogde evenementen op deze locatie. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: centrummix Welstandsniveau: bijzonder (centrumgebied) Reactie van de commissie op de aangepaste conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie is zeer tevreden over de stappen die gemaakt zijn door de architect. De eerdere vragen/twijfels van de commissie zijn met het aangepaste ontwerp weggenomen. Hierbij merkt de commissie op dat het wellicht een idee is om alle creatieve opleidingsinstituten in Rotterdam te benaderen voor het exposeren van studentenwerk in deze ruimte, omdat de invulling hiervan staat en valt met een volledig programma. Ook wordt aan de architect meegegeven in het ontwerp rekening te houden met eventuele wensen voor reclame-uitingen van een toekomstige gebruiker. In het plan kan bijvoorbeeld een reclamezone worden opgenomen waarin ruimte wordt geboden voor een passende reclame. Conclusie De commissie heeft positief gereageerd op het aangepaste conceptplan. De behandeling van een definitieve aanvraag kan (indien dit niet in grote mate wijzigt) door het secretariaat van de commissie worden gedaan.
8
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M 7.6 Coolsingel 105 (1e behandeling) omschrijving: wijzigen van het interieur van de Bijenkorf ontwerp: Rene Thijssen, Zoom-Industries dossier: OMV.14.05.00339
14:30
Omschrijving plan / toelichting architect In een eerder stadium heeft een overleg plaatsgevonden tussen de Bijenkorf en de commissie met als onderwerp de toekomstige plannen van het warenhuis. Inmiddels is een definitieve aanvraag ingediend voor het wijzigen van een deel (40%) van de begane grond etage. De ingediende aanvraag betreft het aanbrengen van een nieuw plafond met armaturen, het aanbrengen van nieuwe wanden en een nieuwe vloerafwerking van travertin paden in combinatie met twee teakhouten ‘tapijten’ met als scheiding hiertussen een messing rand. Aan de wandzijden van het warenhuis wordt ruimte gereserveerd voor brandshops die hier hun eigen wand-, vloer- en plafondafwerking kunnen kiezen en daarbij de mogelijkheid tevens bestaat om indien gewenst de shop af te sluiten met een rolluik (verdekt gedetailleerd boven plafond en zonder zijgeleiders). Het bestaande plafond wordt verwijderd, het oorspronkelijke teakhouten Breuer-plafond dat hierboven grotendeels nog aanwezig is blijft weliswaar onaangetast maar wordt niet terug in het zicht gebracht. Het ontwerp van het ‘nieuwe’ verlaagde plafond is wel gebaseerd op het oorspronkelijke plafond dat opgebouwd is uit een vlakverdeling met hierin een raster dat qua richting per vlak draait en rondom de kolommen gepositioneerd is. Het nieuwe plafond houdt deze vlakverdeling weliswaar aan maar zonder raster, enkel de armaturen draaien ten opzichte van elkaar per plafondvlak. Tussen de frames van de plafondvlakken zijn gleuven bedacht waardoor de lucht toe- en afvoer plaatsvindt van de luchtbehandeling. Ook kunnen door deze sparingen heen de eventuele rolluiken neergelaten worden. Voor de brandshops wordt een wandhoogte van 3.20 meter aangehouden, tot dit punt kan de brandshop een eigen wandafwerking plaatsen, de ruimte erboven blijft van de Bijenkorf. Deze maat is afgestemd op de hoogtelijn die door Breuer op de gehele begane grond is aangehouden, deze lijn correspondeert onder ander met het trappenhuis en het travertin ter plaatse van de liften.
Reactie van de commissie op de ingediende stukken, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie waardeert de wijze waarop de Breuer-gedachte in de planvorming is meegenomen, echter is zij van mening dat dit in het uiteindelijke ontwerp nog onvoldoende tot uiting komt. Daarnaast ontbreekt het aan een duidelijke toekomstvisie (masterplan) voor het gehele warenhuis. De gefaseerde aanpak van de begane grond etage baart de commissie grote zorgen. Door de wijzigingen lijkt het warenhuis uiteen te vallen, en zelfs binnen het deel dat nu aangepakt zal worden zal de eenheid verloren gaan door de grote vrijheid die aan de brandshops wordt geboden. Door de commissie wordt niet begrepen dat de brandshops in zowel plafond-, wand- en vloerafwerking een eigen materiaal en vormgeving kunnen toepassen. De eenheid die dit warenhuis van oorsprong heeft, dreigt hiermee verloren te gaan. Op zijn minst zou het plafond één geheel moeten blijven zodat vanaf de aangegeven 3.20 meter lijn de eenheid op begane grond van het warenhuis gewaarborgd blijft. Dat het oorspronkelijke waardevolle plafond, dat nog voor 70% aanwezig is, niet terug in het zicht wordt gebracht wordt door de commissie betreurd. Ze vraagt zich af of toch niet de mogelijkheid kan worden onderzocht het oorspronkelijke plafond in hoogte te verplaatsen (verlagen) en met nieuwe armaturen kan worden voldaan aan de huidige retailwensen. De Breuer-gedachte die in het nieuwe plafondontwerp wordt meegenomen wordt zeker gewaardeerd, echter vindt zij de rotatie in de armaturen onvoldoende overtuigend. Ook wordt twijfel geuit over de wijze waarop de vloer rondom de kolommen wordt gepositioneerd. De commissie vraagt zich af of dit niet op een meer ontspannen manier zou kunnen door de zonering en overgang op een andere plaats te leggen. Zij is het wel eens met de keuze om kolommen op travertin vloervelden te plaatsen. De commissie is niet overtuigd over het voorstel de kolommen aan te lichten en zou dit graag aan de hand van een proefopstelling willen beoordelen. Conclusie De commissie kan niet instemmen met het plan dat nu is ingediend en adviseert vooralsnog negatief. De commissie ziet de architect graag op korte termijn met een aangepast ontwerp terug waarin bovenstaande vragen en opmerkingen zijn verwerkt.
9