COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M
VERSLAG VERGADERING van de
COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN bouwplannen W OENSDAG 28 april
2010
Maaszaal - Europoint II – Galvanistraat 15 Rotterdam AANWEZIGHEID: Commissie: Steenhuis (voorzitter), Hoven, Stuhlmacher, Bakker, Vanstiphout, Van den Born, Winkel Secretariaat: Pronk en Wagenaar (gedeeltelijk), Schut (commissiesecretaris) Adviseurs: Knibbeler
1
OPENING (en vaststellen van de agenda)
2
BOUWPLANNEN (zie overzicht volgende pagina) 14:30 – c.a. 17:40 Openbare toetsing van plannen aan de Koepelnota Welstand Rotterdam
2.1 Van Maanenstraat 6-10 (2e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
13:00
14:30
ged. vernieuwen en veranderen van het zwembad architektenburo Verlaan en Bouwstra 2010/0212/10
Aanwezig zijn Cor Bouwstra van het gelijknamige architectenbureau en de heer van Soest van PRC, het begeleidend projectmanagementbureau. Bouwstra vertelt dat het buitenbad twee jaar geleden al is gerenoveerd en dat daar niets meer aan wordt gewijzigd. Wat wel wordt aangepakt is de inrichting van de omliggende buitenruimtes, de ligweide. Deze zal worden hersteld overeenkomstig de oorspronkelijke inrichting. Nieuw is een voorstel voor het plaatsen van buitenkleedcabines aan de noordzijde van het zwembad. De voorgevel wordt gerestaureerd in de oorspronkelijke toestand. De luifel die later is aangebracht tussen de beide lage volumes aan de straatzijde wordt verwijderd, de kozijnen worden hersteld met stalen stoeltjesprofielen waarin dubbel (restauratie-) glas wordt aangebracht, en de gevel zal worden gereinigd en (war van toepassing) geschilderd in de oorspronkelijke kleuren. Kenmerkende materialen zijn een combinatie van donkerrode baksteen, hardsteen, stalen kozijnen die in een aluminiumkleur zijn afgewerkt (metalisé), en betonlateien met granatine afwerking. De achterpuien worden teruggeplaatst in de oorspronkelijke positie, aan de binnenzijde van de diepe penanten. De borstweringen die destijds zijn aangebracht onder de puien komen ook niet meer terug waardoor het glas weer tot aan de vloer loopt. Het terugbrengen van de oorspronkelijke puien met stoeltjesprofielen wordt niet aanvaard door de opdrachtgever omdat de combinatie van een hoge luchttemperatuur met een hoge luchtvochtigheid voor condensvorming op de kozijnen zorgt. Het dak wordt vervangen door een gelijkvormig dak dat niet meer geopend kan worden. In lijn met de opvatting van de commissie zal er ook niet worden gesuggereerd dat het dak halfopen staat met een daklichtstrook ter plaatse van de opening. In het interieur worden alle niet-originele onderdelen verwijderd en een nieuwe indeling gemaakt die uitgaat van de oorspronkelijke openheid die zo kenmerkend is geweest voor het gebouw. reactie van de commissie De commissie is teleurgesteld in het gepresenteerde voorstel. Verwacht mag worden dat de Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint 2 kamer 8.60, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6577, 3002 AN Rotterdam :010-4894805,Telefax: 010-4896350,e-mail adres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M vooruitstrevende constructieve opbouw met een losse beweegbare kap en de heldere indeling die door de architect worden beschreven in zijn analyse, een vertaling krijgt in een voorstel die leidt tot het herstel van die helderheid en logica. De commissie herkent in het gepresenteerde materiaal geen benadering die uitzonderlijke kwaliteiten tot uitgangspunt neemt. Een bijkomend probleem is dat er geen uitspraken worden gedaan of geen materiaal is aangeleverd voor een aantal onderdelen die beeldbepalend zullen zijn voor het herstel van het interieur- en exterieurbeeld van het monument. Binnen de opgave van de restauratie van een zwembad zijn de luchtbehandelinginstallaties zeker zo va invloed op het eindbeeld als de draagstructuur of de gevelelementen. Hoe deze installaties tot onderdeel worden van het gerestaureerde gebouw wordt nog niet getoond en lijkt daardoor geen onderdeel van de benadering. De commissie kan zich niet vinden in het ontwerp voor de achtergevel. Het bijzondere aan dit zwembad, zoals ook door de architect in de vorige presentatie toegelicht, is de mogelijkheid om ‘binnen’ tot ‘bijna buiten’ te maken. Dak en gevel konden beiden worden weggeschoven waardoor je zwemmend in een binnenbad de directe verbinding voelde met de buitenlucht. Daarom konden alle deuren, over de volledige hoogte worden geopend, ook die deuren die geen toegang gaven tot het binnenterrein. Dat kenmerk, dat dit zwembad Rijksmonumentwaardig maakt, behoort dan ook het uitgangspunt te zijn bij het herstel van de puien. Er is dan ook alle reden om de oorspronkelijke puien te herstellen. De nieuwe indeling ontbeert de helderheid van de oorspronkelijke indeling; de inbouwelementen zijn niet of nauwelijks gerelateerd aan de draagstructuur van het gebouw, waardoor de kolommen op willekeurige plaatsen in de ruimten verschijnen. Bij de brandscheidingen die worden geplaatst wordt, in tegenspraak met het concept van het gebouw, de scheidingen tussen de kolommen geplaatst waardoor ook hier het beeld van de vrijstaande kolommen in de ruimte verloren gaat. Het is de commissie nog onvoldoende duidelijk of het beeld van een kap met daaraan gekoppeld bovenramen, die rust op een simpel volume dat is opgebouwd uit balken op kolommen, uiteindelijk hersteld zal worden, waarbij onderbouw en kapconstructie beiden weer afleesbaar zijn en waardoor ook de suggestie wordt opgeroepen dat de kap (met bijbehorende pui) weer kan bewegen. Op grond van de doorsnedetekeningen mag hieraan worden getwijfeld. De commissie ziet een aangepast plan met belangstelling tegemoet. Samenvattend stelt de commissie dat zich hier een unieke kans voordoet om dit voor Rotterdam, zelfs Nederland, zo bijzondere badcomplex te herstellen in oude luister, waarbij zij aandringt om op een inventievere wijze om aan de hedendaagse eisen tegemoet te komen. Dan kan een zeer bijzonder complex het resultaat zijn, een complex dat met trots kan worden bijgevoegd aan de Rotterdamse moderne iconen als de Van Nellefabriek, de Rivièrahal, het Justus van Effenblok en de Villa Sonneveld. _
2.2 Kralingseweg (1e behandeling)
14:50 omschrijving: wijzigen en restaureren van het rijksmonument ontwerp: De Jong Gortemaker Algra Architecten dossier: 2010/250/15 De architect heeft laten weten niet te kunnen komen. Een van de commissieleden heeft het plan doorgenomen en zal in overleg met Bureau Monumenten en Secretariaat Welstand bekijken of het plan op deze wijze afgehandeld kan worden.
2.3 Coolsingel 40 (2e behandeling) omschrijving: herinrichten en restaureren van de wethouderskamers ontwerp: Merkx + Girod en Putter Partners dossier: 2010/0931/15 Het plan is niet behandeld. De opdrachtgever wil eerst een beter overzicht hebben van de gevolgen van het plan en het vervolgens, in samenhang met het ook ingediende (meer) bouwkundig gedeelte van de aanvraag laten behandelen.
2.4 Argonautenweg, Hectorstraat (3e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
15:30
oprichten maatschappelijke voorziening en gezondheidszorg Jacques Prins, INBO Rotterdam 2009/1951/10
Jacques Prins, architect bij INBO, vertelt dat er in het project voor het stadsdeelkantoor aan de Argonautenweg kleine wijzigingen worden voorgesteld. De lamellen zijn vervangen door gelijkvormige zonnepanelen, en de entree is in maat en ritme afgestemd op het
2
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M appartementenblok op de hoek Junolaan, Argonautenweg. Groter wijzigingen hebben zich voorgedaan in het blok in de zijstraat, aan de Hectorstraat. Dit blok kan op twee manieren worden begrepen, als onderdeel van het gesloten bouwblok met voorzieningen. In dat geval ligt het voor de hand dat dit bouwdeel net als het bouwdeel aan de Junolaan, in de rooilijn ligt van de zijgevels van de koppen van de blokken aan de Argonautenweg en het Minervaplein. De andere manier om het blok te begrijpen is als gespiegeld blok van de woningen aan de andere zijde van de straat, zoals dat ook in de andere zijstraten het geval is. In dat geval zou het bok dezelfde massaopbouw moeten hebben en ook moeten terugspringen ten opzichte van de zijgevels van de voornoemde blokken. Voor wat betreft de verschijningsvorm heeft de architect geprobeerd om een afwijkend gevelpatroon te ontwerpen dat voortkomt uit de rationele gevel van het stadsdeelkantoor en de opgave om in hoogte aan te sluiten op de kopgevel (met een andere verdiepinghoogte) van het blok aan de Argonautenweg. Reactie van de commissie De commissie heeft geen bezwaar tegen de voorgelegde wijzigingen van de gevel aan de Argonautenweg. Zij spreekt dan ook van een verbetering Dat zelfde geldt niet voor de wijzigingen die het blok aan de Hectorstraat heeft ondergaan. Op basis van de criteria is het blok in de huidige opzet dan ook strijdig met de gebiedsgerichte criteria, die stellen dat ‘nieuwe ontwikkelingen aansluiten op de bestaande maat-schaal en hooglaag verhoudingen’, en ‘ bouwinitiatieven doorbreken de stedenbouwkundige structuur niet’. Door het blok zowel naar voren, in de lijn van de zijgevels te leggen, als de derde laag niet terug te leggen zoals de woningen aan de overzijde, wordt het profiel van de straat aanzienlijk vernauwd, en verliest het de openheid die kenmerkend is voor dit gebied. Daar komt bij dat er geen overgangsruimte meer resteert tussen de voorgevel en het trottoir en de ramen van de daar gelegen medische voorzieningen tot op maaiveld doorlopen. De gevelopbouw overtuigt de commissie nog niet. Het is onduidelijk waarom de gevel het thema van verschoven ramen introduceert dat nog niet eerder voorkomt in de omgeving, niet past binnen de gebiedsgerichte criteria, en het gebouw nog groter doet lijken dan het al is. Voor wat betreft de begane grondgevel wordt niet goed begrepen waarom deze geen onderdeel lijkt te zijn van het gevelbeeld als geheel met enerzijds dezelfde staande ramen die anderzijds op een geheel andere wijze worden ingezet. De commissie adviseert dan ook om aan te sluiten bij de heldere patronen van de gevel van het deelgemeentekantoor. Een aangepast plan wordt met belangstelling tegemoet gezien.
2.5 Hoflaan 109 en 113 (3e behandeling)
16:00 omschrijving: vergroten van een school ontwerp: KCAP dossier: 2010/1035/33 Niet behandeld; de openbare behandeling is verschoven naar de eerstkomende vergadering van 12 mei
2.6 Ruivenstraat 81, Hammerstraat 51 (1e behandeling) omschrijving: wijzigen van het interieur ontwerp: de werff architectuur dossier: 2009/3977/16 Daan Bakker en Wouter Vanstiphout trekken zich vanwege enigerlei betrokkenheid bij de ontwikkeling van dit gebouw terug uit de commissie. Riëtte van de Werff beschrijft welk onderzoek zij als bureau hebben gedaan en uit welke bronnen zij hebben geput om te kunnen onderbouwen op welke wijze zij het monument willen aanpassen en herstellen. Zij hebben de archieven van Magry, de oorspronkelijk architect, en die van Hammel,die het klooster in de jaren tachtig heeft verbouwd, bestudeerd. Uit dat onderzoek is gebleken dat Margry in 1932 ook het ‘meisjeslyceum’ op de hoek van de Mathenesserlaan en de Breitnerstraat heeft gerealiseerd. Daardoor is het mogelijk geweest om veel van de oorspronkelijke detaillering terug te vinden die gebruikt kan worden voor de reconstructie van bijvoorbeeld de entreedeuren. Het voorstel om de borstweringen onder de ramen die uitkomen op de binnenhof in bouwdeel C weg te zagen komt voort uit de wens om de ingang aan de Ruivenstraat belangrijker te maken als onderdeel van een ruimtelijk ontwikkelingsplan van de buurt. In dat deel komt daarom ook
3
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M een foyer die, wanneer er deuren gemaakt zouden kunnen worden, direct toegang heeft tot de binnenhof. Ze zijn niet voornemens om de passage, die door Hammel is toegevoegd, te verwijderen om dat deze nog een belangrijke rol speelt in het verbinden van het centrale deel, het klooster, met bouwdeel C.
reactie van de commissie De commissie heeft waardering voor het onderzoek dat is gedaan naar het werk van Magry in het algemeen en de achtergrond van dit gebouw en in het bijzonder Voor de commissie is het eigenlijk niet mogelijk deze ingreep te beoordelen omdat het cultuurhistorische kader in de vorm van een cultuurhistorische verkenning ontbreekt. Juist omdat er reeds het nodige onderzoek door de architect is verricht is het betreurenswaardig dat de eigenaar niet opdracht geeft om een cultuurhistorische verkenning te maken die en kader biedt voor de brede ontwikkeling waar het voormalige Klooster een belangrijke plaats in heeft. De commissie is overigens van mening dat de voorgestelde ingreep bescheiden en zorgvuldig is. Zij zou, als onderdeel van de voorwaarden die zijn gesteld bij de vergunning, daar positief op adviseren. Uiteraard wil zij in dat geval het voorstel aangeboden krijgen zoals dat, met onderbouwing, vandaag is getoond. De commissie ziet de invulling van de overige voorwaarden, tezamen met het uitgewerkte voorstel voor de deuren, graag terug in de commissie.
2.7 Grotekerkplein 15 (zonder architect) omschrijving: ontwerp: dossier:
16:40
veranderen van het interieur Kossmann.De Jong Architecten 2010/0799/33 + 2010/0805/15
De commissie heeft kennis genomen van het de uitgewerkte aanvraag monumentenvergunning voor de inrichting van de kapellen van de Laurenskerk met een tijdelijke tentoonstelling. De commissie kan zich op hoofdlijnen vinden in de uitgewerkte voorstellen met uitzondering van het voorstel voor de kooromgang. In lijn met de voorgaande adviezen meent de commissie dat het volledig uitvullen van de nissen van de kooromgang strijdig is met de gedachte dat de inrichting beperkt behoort te blijven tot elementen die als tijdelijke toevoeging kunnen worden begrepen. De inrichting van de overige kapellen waar de inrichting weliswaar ruimtevullend is maar de ruimtevormende bouwmassa niet afdekt of anderszins verstoord, laat een wijze van inrichten zien die minder ingrijpt in het gebouw, het monument zelf. De bijgevoegde studie naar alternatieven zijn, ook zonder toelichting van de architect, beter te begrijpen als toevoeging en daarmee beter passend als inrichtingselement van het monument de Laurenskerk. De commissie meent dat de hekken die zijn ontworpen passend bij de sfeer en desondanks eigentijds elementen zijn waarmee de nissen met opslag worden afgesloten. Minder waardering heeft ze voor de gedachte dat alle drie de hekwerken verschillend zouden moeten zijn. De hekwerken zijn immers neutrale dienende elementen binnen de ruimte van het monument. Nu treden ze te veel op de voorgrond. Tenslotte wilde commissie vastgelegd zien dat het ook daadwerkelijk gaat om een tijdelijke inrichting die daardoor minder lang aanwezig zal blijven dan de tijdelijke inrichting van Hoogstad.
4
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M Commissieplan
2.8 Coolsingel 42 – Rotterdam Post (4e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
17:00
veranderen van een postkantoor naar hotel/winkels UN Studio, Gerard Lozekoot, Ben van Berkel 2008/4150/10
Gerard Lozekoot beschrijft de wijzigingen ten opzichte van het eind maart gepresenteerde voorstel. De foyer is 3,5 meter ingekort waardor de hoek en de kap van het monument beter zichtbaar worden vanaf de Meentzijde. De gehele vorm van de foyer is daardoor ook enigszins aangepast. Verder verkleinen gaat niet meent Lozekoot; uit studies is gebleken dat de foyer dan kracht verliest. Het hotel is rustiger van vorm geworden en daardoor beter in balans gebracht met de foyer. Aan de Meentzijde wijkt het hotelvolume op het dak terug, aan de Stadhuisstraat, waar zich de entree van het hotel bevindt, kraagt het hotel daarentegen over en presenteert het hotel zich aan de stad. De aanpassing van het voorgebied, bij de hoofdentree van het postkantoor, is voor de indieningtekeningen teruggebracht tot een minimum in de verwachting dat dit tezamen met de landschapsontwerpers van de dS+V tot een gezamenlijk project wordt gemaakt omdat de intentie om deze entree en de omliggende openbare ruimte meer allure te geven is gebleven. De centrale hal is het meest lastige onderdeel voor wat betreft de opgave. Het uitgangspunt is dat de omloop er in blijft omdat zonder de omloop het commerciële concept onderuit wordt gehaald. Het voorstel om de omloop achter de borstweringen, op de plaats va de huidige omloop te leggen, werkt niet stelt Lozekoot. Vergelijkbare concepten in Amsterdam en Antwerpen hebben dat aangetoond. Aan het expeditiehof is in opzet niet veel gewijzigd omdat daar betrekkelijk weinig commentaar op is gekomen. Die wordt nu verder uitgewerkt. In de tussentijd is het aantal details groeiende. Niet alles daarvan is toegestuurd. Ben van Berkel gaat in op de voorstellen die UN Studio heeft ontwikkeld voor de centrale hal. Aan de hand van een tekening waar oud en nieuw over elkaar zijn getekend laat hij zien hoeveel de omloop in oppervlak is gekrompen. Ook de grootte van de doorbrekingen van de borstweringen, en aan de korte zijden het aantal, doorbraken, is afgenomen. Van Berkel verwijst naar de uitleg van een van de commissieleden waarin de lisenenwanden (korte zijde) verwijzen naar rietelementen die worden gegrond in de onderwereld. In de voorstellen die ze hebben ontwikkeld zijn ze uitgegaan van die lezing van de hal en hebben ze geprobeerd de rietelementen te verfijnen maar niet te onderbreken. Met dit idee zijn een anatal varianten uitgewerkt waarbij delen van de huidige borstwering al dan niet in stand blijven, en de onderzijde van de doorgezette lisenenwand wordt uitgevoerd in een donker materiaal dat zorgt voor een continuïteit van de lijn van borstweringen die rondom de hal loopt. Ook is er nog een variant waarbij de ‘onderwereld’ rondom tot eenzelfde niveau wordt gebracht waardoor er aan de korte zijden, net als aan de langszijden, de wand geopend wordt. Uit de discussie die volgt blijkt dat Un Studio en de commissie het er over eens zijn dat het retailconcept dat volgens UN Studio hoort bij dit type retail, ten grondslag ligt aan het verschil van inzicht wat de monumentale waarden verdragen. Het retailconcept, waarbij winkels op het nieuwe hoofdontsluitingsniveau, de eerste verdieping, individueel zichtbaar zijn en hun toegang hebben vanuit de ruimte van de centrale hal, heeft tot gevolg dat de ruimte van de hal zelf tot ontsluitingsruimte wordt gemaakt, en de bestaande ontsluitingsstructuur tot winkelruimte. De structuur die hiervoor moet worden aangebracht in de ruimte van de hal, en het verwijderen van bestaand materiaal die de opbouw van de hal zijn vorm geeft zijn de bron van verschil van inzicht. reactie van de commissie 1. De verticale foyer De commissie is gelukkig met het inkorten van de foyer maar meent dat de ondergeschiktheid van de foyer aan het rijksmonument nog steeds onvoldoende blijft. Ondanks het voorgestelde huurdersreglement en het technisch vermogen van UN Studio, gelooft de commissie op dit moment niet dat de in de maquette en tekeningen gesuggereerde transparantie van de foyer waardoor er vanaf de Meent steeds zicht wordt gehouden op het monument. Die mening is niet alleen gebaseerd op het ontbreken van meer informatie, maar ook het gevolg van de Bezoekadres Postadres Telefoon
:Galvanistraat 15, Europoint 2 kamer 8.60, 3029 AD Rotterdam :Postbus 6577, 3002 AN Rotterdam :010-4894805,Telefax: 010-4896350,e-mail adres:
[email protected]
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M programmering van de foyer (winkels), de grootte (tweederde van het monument), en de oriëntatie van de lange gevel (zuidligging). De verwachting is daarmee dat de foyer te dominant zal zijn ten opzichte van het monument en daardoor te zeer de beleving van het monument aantast. De commissie meent dat het uitgangspunt voor dit gebouw, een foyer die mensen uitnodigt en verleidt naar binnen te gaan te veel een zelfstandig element met winkels is geworden. Wanneer UN Studio er in zou slagen de twijfels van de commissie over transparantie en programmering weg te nemen, en er, in het bijzonder op voetgangersniveau in programmering en structuur meer wordt gedaan om de foyer te laten bijdragen aan het stedelijk leven van Rotterdam, kan zij instemmen met het voorgestelde volume. 2. Hotel De commissie heeft geen bewaren tegen de ontwikkeling van het hotel zoals dat in de maquette getoond wordt maar houdt wel een slag om de arm omdat er geen details zijn aangeleverd en bovendien de vormgeving lijkt te zijn gewijzigd. 3. Inrichting voorgebied De commissie is gelukig met het voornemen om de ontwikkeling van het voorgebied door te schuiven naar de toekomst en dit samen met de dS+V ter hand te nemen. 4. Centrale hal Bij de hal zijn twee zaken aan de orde: de 'ruimtelijke schade' (de monumentaliteit, ruimtelijke logica en leesbaarheid van de hal) en de 'materiële schade' (de wijze waarop de borstwering wordt doorbroken, en de compositie wordt veranderd). Voor beide aspecten is de commissie niet overtuigd van de gepresenteerde oplossingen. De ruimte wordt onaanvaardbaar aangetast door de omloop terwijl de doorbrekingen, zowel door het verlies aan materiaal en detail én door het aantasten van de compositie te talrijk zijn. Hoewel de architect buitengewoon veel aandacht heeft besteed aan de esthetiek van de doorbrekingen en de compositie, is naar het de mening van de commissie toch niet gelukt om de monumentaliteit van de centrale hal intact dan wel op vergelijkbare wijze beleefbaar te houden. De virtuoze studie van de lisenenwand bewijst dat het onmogelijk is de ruimtelijke schade door een mooie oplossing voor het materiële aspect te beperken- iets wat de commissie wellicht de vorige keer nog mogelijk achtte, en daarom in het informele besloten gesprek als richting aangaf. Echter, de wand is in de vier voorstellen als scherm en dragend element niet meer leesbaar. De omloop, aangebracht aan drie van de vier zijden van de hal, is te dominant aanwezig in de ruimte van de hal en daardoor in de beleving van de hal. De omloop kan niet begrepen worden als een toevoeging die de centrale hal als ruimte te midden van de ontsluitingsstructuur herkenbaar houdt. Het is een vervangend element dat de interne logica van het monument omdraait: ruimte wordt ontsluiting en ontsluiting wordt ruimte. 5. De dienstenhof Geen opmerkingen; de commissie stemt in met de uitwerking van het concept zoals dat eerder is getoond en zal dat bij de aanvraag monumentenvergunning toetsen. 6. Technische details De details voor de aansluitingen zijn zorgvuldig opgebouwd maar laten ook zien hoe groot en daarmee beeldbepalend de elementen in de centrale hal zullen zijn. De commissie is zich ten volle bewust dat de uitspraak van de commissie over de onverenigbaarheid van een omloop over tweederde van de omtrek van de centrale hal, en het doorbreken van de kopwanden, raakt aan het retailconcept zoals dat door ontwikkelaar en Un Studio noodzakelijk wordt geacht. De commissie doet deze uitspraak echter in de volle overtuiging dat een dergelijke ingreep de essentie van het monument, de unieke ruimtelijke en architectonische opbouw van de centralehal, blijvend aantast. De commissie wil vanwege de zwaarwegendheid van de uitspraak er op wijzen dat zij meent uitermate ruimhartig geweest te zijn voor wat betreft de overige onderdelen van het rijksmonument waarin wijzigingen worden aangebracht: het dak (hotel), de dienstenhof, de foyer (onder voorwaarden).
6
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDA
M
3
SLUITING
17:40
7