VERSLAG VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM W OENSDAG 11 mei 2016
Locatie: Het Timmerhuis – Halvemaanpassage 90 – 1 e verdieping, kamer 1.106
AANWEZIG Commissie: Michel (voorzitter), Bloks, Diederen, Galema, Molenaar, Ruitenbeek, Van Oort Secretariaat: Van der Klauw (verslag), Pennock (verslag), De Bruijn (gedeeltelijk), Van den Berg (gedeeltelijk) Bureau Monumenten: Knibbeler, Koudijs (gedeeltelijk)
4
BOUWPLANNEN (openbaar)
15:00 – 17:00
5.1 Groene Hilledijk, Charlois (1e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:00
Zuiderhof, 294 woningen nabij het Zuiderziekenhuis Sanne van Loon (Van Wilsem Van Loon) (uitwerking door HFB-groep) OLO 2323445 (conceptaanvraag)
5.2 Korte Hoogstraat 31, Centrum (1e behandeling) (rijksmonument) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:20
Herbestemming Schielandshuis van museum naar kantoor Marcel van der Veer (MARS interieurarchitecten) OMV.15.12.00348
PAUZE
15:50-16:00
5.3 Noordsingel 115, Noord (2e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
16:00
Sloop ‘huis van bewaring’ en doorzicht naar ontwikkelingen gehele complex Sander Nelissen (Wessel de Jonge arch),Roy Bijhouwer (Quadrat) - HD OMV.16.03.00151
5.4 Museumpark, Centrum (4e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
16:40
Nieuwbouw Collectiegebouw Fokke Moerel, MVRDV OMV.15.12.00203
1
COMMISSIE
VOOR
WELSTAND
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
BOUWPLANNEN (openbaar) 5.1 Groene Hilledijk, Charlois (1e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:00
Zuiderhof, 294 woningen nabij het Zuiderziekenhuis Sanne van Loon (Van Wilsem Van Loon) (uitwerking door HFB-groep) OLO 2323445 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan De architect presenteert het conceptplan voor de realisatie van 294 woningen rondom het voormalig Zuiderziekenhuis. Het project is gebaseerd op het stedenbouwkundig plan en de hierop geschreven nota van uitgangspunten. De architect legt uit dat in de architectuur van de woningen een relatie is gezocht met de architectuur van het ziekenhuiscomplex. Dit is met name terug te zien in de kapvorm, steenkleur en een aantal architectonische verbijzonderingen in de gevel. De bebouwing bestaat uit vier hoofdtypes: Parkwoning (gericht op de parkachtige Valkeniersweide), Delftse stoepwoning (gericht op de Dordtsestraatweg en naar het Zuiderziekenhuis), Tuindorpwoning (in binnengebied Zuiderhof) en Stadswoning (gericht op de Groene Hilledijk). Tijdens de presentatie licht de architect toe hoe de bebouwing aansluit op het omliggend gebied. Daarnaast wordt uitgelegd hoe omgegaan wordt met de vormgeving van de koppen van de bouwblokken waarbij verschil wordt gemaakt tussen kopgevels die aan het openbaar gebied grenzen, kopgevels die aan buurtuinen grenzen en kopgevels die aan parkeerkoffers grenzen. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Tuindorpen Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Ruimtelijke inpassing Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. Verschijningsvorm Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. Nieuwbouw heeft een heldere en eenvoudige hoofdvorm. Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid Aan- en uitbouwen, dakkapellen, dakopbouwen en andere ingrepen aan het hoofdgebouw zijn in samenhang met de architectonische eenheid ontworpen. Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. De koppen van een woningrij, aan het plein of op de hoek van de straat worden verbijzonderd. Bindende elementen binnen een gevelwand (dakvlak, gootlijn, ingangspartijen, schoorstenen, balkonstroken e.d.) blijven bij verbouw in stand of sluiten bij nieuwbouw aan op het bestaande. Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Gebouwde erfafscheidingen zijn onderdeel van de architectonische eenheid. Het duidelijke onderscheid tussen privégroen en (groene) openbare ruimte blijft intact, voor zover mogelijk met behoud van de oorspronkelijke groene of gebouwde erfafscheidingen en voortuinen. Materiaal, kleur en detaillering Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. Detaillering is ambachtelijk en benadrukt het kleinschalige karakter van de bebouwing. Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing (vooral baksteen, hout en zink) en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan. In woon-, kantoor- en winkelgebieden zijn detaillering en materiaalgebruik van de beganegrondgevel aan de straatzijde (met name rond de entree) van hoge kwaliteit (rijker en expressiever). Erfafscheidingen zijn van hoogwaardig materiaal en worden zorgvuldig gedetailleerd. Ventilatieroosters zijn niet zichtbaar of architectonisch ingepast in het gevelontwerp. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de beelden zoals toegelicht en de nabespreking De commissie reageert op hoofdlijnen positief op het conceptplan maar heeft wel een aantal vragen en opmerkingen over het plan die zij graag in een volgende fase verwerkt ziet. Zo stelt zij de vraag of de architectuur
2
van de bebouwing nu niet te veel een kopie wordt van het karakteristieke Zuiderziekenhuis. Volgens de commissie zouden het ziekenhuis en de nieuwbouw eigen karakter moeten hebben maar tegelijkertijd wel verwantschap moeten tonen waardoor meer een nevenschikking ontstaat anders dan een bijna letterlijke kopie. Verder wordt gewezen op de ietwat sombere uitstraling van het geheel zoals nu uit de presentatie spreekt. De commissie pleit voor meer optimisme in het plan, zoals kenmerkend is voor een tuindorp. Ook vraagt de commissie om de belangrijke, zichtbare hoeken in het plan meer ‘des Tuindorps’ te verbijzonderen. De voorgestelde hoekdakkapel acht zij hiervoor geen passende vertaling. De hoekverbijzondering zou meer vanuit de volumeopbouw en gevelcompositie ontworpen moeten worden. In het licht van deze opmerking adviseert de commissie de architect om een groter contrast te zoeken tussen de ‘standaard’ tussenwoningen en de ‘bijzondere’ hoekwoningen. Zij doelt hierbij met name op de hoekwoningen, gelegen langs de belangrijke aantakkingen van de wijk aan het omliggende gebied zoals dat voor tuindorparchitectuur kenmerkend is. Naar aanleiding van de meegeleverde principedetaillering vraagt de commissie om hoogwaardige materialisering en detaillering, met name een kwalitatief hoogwaardige steen, voeg, dakpan, goot, hemelwaterafvoer en zijvlakken van topgevels worden hierbij als aandachtspunten genoemd. Voor wat betreft de verlangde kwalitatief hoogwaardige steen en voeg geeft zij aan mee dat deze zich kwalitatief gezien moet kunnen meten met het ziekenhuis. Het voornemen om de woningen aan de Groene Hilledijk een meer stedelijk karakter te geven anders dan het tuindorp wordt door de commissie ondersteund. Inderdaad meent zij dat de woningen nu nog te veel een ‘dorps’ karakter hebben en vraagt om het stedelijke karakter in het ontwerp van deze woningen nog meer tot uiting te laten komen. Tenslotte pleit de commissie voor een eenduidige materialisering van de inrichting van de buitenruimte, het verschil dat nu gemaakt wordt tussen hoofd- en subroute acht zij niet overtuigend. Zij pleit hierbij voor het doorzetten van de hoogwaardige materialisering van de hoofdroute in het gehele gebied. Conclusie De commissie vraagt aandacht voor de bovengenoemde opmerkingen en vragen. Zij ziet de architect graag in een volgende vergadering terug met een plan dat hier antwoord op geeft. Op een definitieve aanvraag overeenkomstig het nu voorliggende plan zal vooralsnog geen positief advies aan het bestuur afgegeven kunnen worden.
5.2 Korte Hoogstraat 31, Centrum (1e behandeling) (rijksmonument) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15:20
Herbestemming Schielandshuis van museum naar kantoor Marcel van der Veer (MARS interieurarchitecten) OMV.15.12.00348
Omschrijving van het plan De architect toont het planvoorstel voor de herinrichting van het Schielandshuis. Het 17 e -eeuwse rijksmonument is met de verhuizing van het Museum Rotterdam en het vertrek van restaurant de pappegay leeg komen te staan. Atlas van Stolk zal als enige huidige gebruiker met een collectie van prenten en kaarten na de herinrichting terug komen in de kleder van de glazen tuingalerij. De tuingalerij is een latere aanbouw gelegen aan de noordzijde van de tuin. De herinrichting van het hoofdgebouw voorziet naast interieur aanpassingen en toe te voegen inrichtingselementen voor de kantoorverdieping en het informatiepunt van Rotterdam Partners ook een ingreep in het dakvlak ten behoeve van daglichttoetreding op het zolderniveau, door het vlakke gesloten deel van de kap te vervangen door een vierkante lichtstraat. De bestaande spanten blijven hierbij behouden. Voorgesteld wordt de dakopstand van de lichtstraat en de daaronder gelegen balustrade rondom de aanwezige vide als witte bies uit te voeren. Ook wordt in het souterrain een oorspronkelijke, echter later dichtgezette, doorbraak open gemaakt en wordt op de 2e verdieping een nieuwe doorbraak voorgesteld tussen bedrijfskantine en restaurant. Naast de herinrichting van het hoofdgebouw met bijbehorende aanbouw wordt eveneens een schetsontwerp getoond voor de herinrichting van de tuin, waarbij de tuin op twee plekken wordt ontsloten. De toegang tot zowel het informatiepunt, de horecagelegenheid als het kantoorpersoneel van Rotterdam Partners zal in de toekomst plaatsvinden via de tuin. De formele hoofdentree zal hoofdzakelijk gebruikt worden voor het officiële bezoek van Rotterdam Partners. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Centrummix Welstandsniveau: Bijzonder (centrumgebied) Relevante criteria Ruimtelijke inpassing Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. Verschijningsvorm Uitgangspunt voor bouwinitiatieven is de samenhang binnen de architectonische eenheid Materiaal, kleur en detaillering Kleuren zijn terughoudend en afgestemd op de omliggende bebouwing. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen de verschijningsvorm op samenhangende wijze. Toepassing van hoogwaardige materialen en detaillering in overeenstemming met de hoge centrumambities. Materiaal en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en van gelijke kwaliteit (vervanging van gevelonderdelen conform het origineel). Materialen en detaillering worden zo gekozen dat veroudering en weersinvloeden geen negatieve gevolgen hebben voor het uiterlijk. Daken die zichtbaar zijn vanuit de omliggende bebouwing krijgen dezelfde kwaliteit als de gevel en worden ingericht als groene daken (of op andere wijze aantrekkelijk vormgegeven). Erfafscheidingen zijn van hoogwaardig materiaal en worden zorgvuldig gedetailleerd. Reactie van de commissie op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht en de nabespreking De commissie reageert positief op de interne aanpassingen die worden voorgesteld. Zij reageert positief op het behoud van de zorgvuldig ontworpen puien die voortkomen uit de restauratievisie van Walraad van 1986 door aanspraak te doen op ‘rechtens verkregen niveau’. De commissie stelt nog wel vragen bij het ontwerp van de lichtkap en zolderruimte. Vanuit het functionele gebruik begrijpt de commissie de ingreep en acht zij deze ook voorstelbaar. Maar in de voorgestelde vorm constateert zij dat de ingreep met de keuze van witten banden langs de lichtkap en de vide zich te nadrukkelijk aftekent tegen de rustige achtergrond van houten spanten, balken en dakbeschot. Zij is dan ook van mening dat de vormgeving van de ingreep nog enige aandacht behoeft. Zij ziet de te maken ontwerpslag graag onderbouwd worden vanuit de ‘Walraadlaag’ en hoe het zich daartoe verhoudt. Anders gezegd; wat is vanuit de consistent uitgevoerde ‘Walraadlaag’ de denklijn voor aanpassing van het ontwerp. Voor de herinrichting van de omsloten stadstuin vraagt de commissie zich af waarom er voor de tuin en de doorgang een dusdanig ingewikkelde opgave is geformuleerd, waarbij elementen mogelijk moeilijk onder controle zijn te krijgen vanwege grondeigendom van derden. Zo stelt zij de vraag of bijvoorbeeld het activeren van het ‘Wassenaarse poortje’ de opgave niet veel eenvoudiger en aantrekkelijker zou maken. Dit klassiek gedecoreerde poortje biedt tenslotte direct entree tot de tuingalerij, waardoor het op meerdere plekken ontsluiten van de reeds besloten tuin niet meer benodigd is. De tuin kan dan als semi openbare tuin voor bezoekers en gebruikers van het
Schielandshuis een aangenaam groen verblijf betekenen zonder dat de omzoming van de tuin op meerdere plaatsen opengebroken hoeft te worden. Conclusie De commissie kan zich grotendeels vinden in het plan, maar vraagt nog nadere ontwerpaandacht voor de ingreep op de zolderverdieping en de transformatie van de tuin. Zij ziet een aangepast plan voor de genoemde onderdelen met belangstelling tegemoet. Zij stelt voor dat de werkgroep monumenten de aanpassing behandelt en het eindvoorstel door het secretariaat wordt voorgelegd aan de commissie. Het advies aan het bestuur is vooralsnog negatief.
5.3 Noordsingel 115, Noord (2e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
16:00
Sloop ‘huis van bewaring’ en doorzicht naar ontwikkelingen gehele complex Sander Nelissen (Wessel de Jonge architecten) en Roy Bijhouwer (Quadrat) – (HD) OMV.16.03.00151
Omschrijving van het plan Naar aanleiding van de bespreking van de sloopaanvraag in de commissievergadering van 13 april jl. wordt door de architect een doorkijk gegeven naar de geupdate versie van het plan voor de herontwikkeling van het gevangeniscomplex ten opzichte van het biedingsplan uit 2011. Ten opzichte van het in het verleden getoonde plan van de herontwikkeling van het complex is het plan namelijk op een aantal aspecten gewijzigd. Zo is onlangs gebleken dat de fundering van de ‘ster’ zo slecht is dat deze totaal vernieuwd dient te worden. Naar aanleiding van dit nieuwe feit is het plan aangepast. Om de karakteristieken van het gevangeniscomplex zoveel mogelijk te behouden wordt daarom voorgesteld om de gehele gevel te behouden van de vleugels en het panopticum en om van de eerste twee beuken van de kop van elke vleugel ook het interieur en het dak te behouden en de overige inbouw en dak te vervangen door nieuwbouw. Hierdoor blijft het aanzicht en het volume van de oorspronkelijke situatie ongewijzigd. De indeling en het aantal woningen en de grootte van de woningen wijzigt hierdoor wel in enige mate. Uit de parkeerbalans is gebleken dat voor het gehele complex in totaal 189 parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden. Deze worden nu rondom het Gerechtsgebouw en ter plaatse van het Huis van Bewaring voorgesteld. Hierdoor is het mogelijk de gehele tuin rondom de ster te vrijwaarden van parkeerplaatsen. Aan de hand van een aantal impressies en tekeningen wordt getoond hoe de inrichting van het gebied nu bedacht is. Het parkeerterrein dat op de plek van het Huis van Bewaring wordt voorgesteld zal omsloten worden door een hoge haag aan de zijde van de tuin en voorzien worden van een bomendek. Reactie van de commissie op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning (onderdeel sloop), de aanvullende beelden zoals toegelicht en de nabespreking Allereerst bedankt de commissie de architecten voor de duidelijke en verhelderende presentatie over de huidige stand van zaken van de herontwikkeling van het complex. De commissie kan zich vinden in de voorgestelde aanpak voor de herontwikkeling van de ster. Echter stemt zij niet in met de voorgestelde sloop van het Huis van Bewaring. De commissie meent dat het slopen van een gebouw, dat in de waardestelling van het complex gewaardeerd is met een positieve monumentwaarde en gelegen in een beschermd stadsgezicht, louter voor het realiseren van een parkeerterrein, onaanvaardbaar is. De wijze waarop het rijksmonument (Gerechtsgebouw) aan beide zijde totaal wordt omsloten door parkeerterreinen past niet bij de monumentale context. Ten opzichte van het biedingsplan – waarin sprake is van een nader uit te werken bouwvolume op de plaats van het Huis van Bewaring- betekent deze oplossing een enorme verarming. De commissie roept opdrachtgever en gemeente op om te zoeken naar alternatieve oplossingen voor het parkeren zodat het openbreken van de karakteristieke omsloten ruimtelijke structuur van het ensemble vermeden kan worden en het aanzicht van het rijksmonument niet aangetast wordt door het parkeerterrein. Daarbij geeft de commissie aan dat het met name van belang is dat op de plek van het Huis van Bewaring geen gat ontstaat maar volume blijft in het beschermd stadsgezicht waarin wellicht op slimme wijze ruimte kan worden gemaakt voor parkeerplaatsen zonder dat dit de ruimtelijke opzet van het gehele complex te veel aantast. Gezien het grote belang van dit project is de commissie graag bereid om mee te denken aan oplossingsrichtingen. Conclusie De commissie adviseert het bestuur negatief op de aanvraag omgevingsvergunning voor de sloop van het Huis van Bewaring.
5.5 Museumpark, Centrum (4e behandeling) omschrijving: ontwerp: dossier:
16:40
Nieuwbouw Collectiegebouw Fokke Moerel (MVRDV) OMV.15.12.00203
Omschrijving van het plan Naar aanleiding van de bespreking van het plan in de vergadering van 30 maart jl., leggen de architect en opdrachtgever uit waarom in dit stadium (vóór vergunningverlening) het realiseren van een mock-up met hierin verwerkt de vragen van de commissie onmogelijk is. Wel zijn een aantal aspecten nadrukkelijk opgenomen in het bestek en bijbehorende detailtekeningen. Hierin wordt de maximale maat van 20 mm tussen de geveldelen expliciet omschreven en aangegeven op tekening en worden ook de benodigde handjes voor de tweede draagweg van de geveldelen beschreven. Daarbij wordt door de architect aangegeven dat door hen onderzocht is dat deze maat mogelijk geminimaliseerd kan worden naar 12 mm. In de bestekbeschrijving voor de handjes is opgenomen dat deze in dezelfde kromming als de geveldelen moeten worden uitgevoerd, vervaardigd in gepolijst roestvrijstaal. Verder wordt aan de hand van een vergelijking tussen de detaillering van de getoonde mock-up en de technische details van de definitieve gevel aangetoond dat de achterconstructie niet zichtbaar is in het gevelaanzicht. Elk geveldeel krijgt namelijk een eigen (rondlopende) achterconstructie die bevestigd wordt aan de betonnen schil. Aan de hand van foto’s van een proefopstelling wordt nogmaals uitleg gegeven over de naamgeving boven de entree. Door middel van ledverlichting achter de gevel zal het wordt ‘entree’ de toegang tot het collectiegebouw markeren. Alleen wanneer het gebouw open is zal het licht branden, zodra de verlichting uit is, is de naamgeving niet zichtbaar. Aan de hand van proefpanelen wordt het voorgestelde glas aan de commissie getoond. Er is naar aanleiding van de beoordeling van de mock-up door de commissie gezocht naar een glaspaneel dat een warmere kleurtoon heeft. Ook wordt getoond hoe de overloop ‘gradient’ tussen open en spiegelende delen eruit zal zien. Ten slotte wordt een gevelpaneel met lichtgrijze, matte folie getoond voor de ‘wolk’ (de niet spiegelende geveldelen aan de zijde van het ziekenhuis). In het overleg komt naar voren dat dit niet alleen een verzoek is van het ziekenhuis maar dat dit ook juridisch verankerd is in het geldende bestemmingsplan voor het collectiegebouw. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Uitgangspunten van welstandstoetsing (Stedelijke groengebieden) Welstandsniveau: Bijzonder (centrumgebied, deelgebied Museumpark) Relevante criteria uit de Welstandsnota: Uitgangspunten van Welstandstoetsing (Welstandsnota Rotterdam, pag. 21): 1. Bouwinitiatieven zijn altijd specifiek ontworpen voor het omliggende gebied 2. Bouwwerken verstoren de stedenbouwkundige structuur niet. 3. Nieuwbouw heeft een herkenbare hoofdvorm. 4. De opbouw van de gevels is consequent en goed van verhouding 5. De (begane grond-)gevel aan de straatzijde draagt bij aan de beleving van het openbare gebied 6. Materiaal, kleur en detaillering ondersteunen het gevelbeeld van het gebouw Reactie van de commissie op de aangepaste aanvraag omgevingsvergunning, de beelden zoals toegelicht, en de nabespreking De commissie benadrukt nogmaals haar zorgen die zij heeft met betrekking tot de uitvoering van de gevel. Deze zorg komt voort uit het feit dat nog niet aangetoond kan worden dat de dermate complexe gevel op de voorgestelde wijze uitgevoerd kan worden. Juist aan de hand van de mock-up en de berekeningen die ten aanzien van de tweede draagweg benodigd zijn, kan pas een realistisch beeld gevormd worden. Desondanks kan zij een mock-up in dit stadium niet eisen. Zij verzoekt daarom om direct na de aannemersselectie de gevraagde mock-up te realiseren, hier zal een voorwaarde voor opgenomen worden in het eindadvies van de commissie. Voor wat betreft het niet reflecterende gedeelte van de gevel, waarvoor nu een matte folie op het spiegelende gevelelement wordt voorgesteld, is de commissie niet overtuigd. Zeker niet nu gebleken is dat vanuit het bestemmingsplan een niet reflecterende gevel wordt vereist, vergt dit een permanente, duurzame oplossing die tegelijkertijd de continuïteit van het gevelbeeld niet onevenredig en abrupt verstoort. In de zoektocht naar een definitieve oplossing moet ook de wijze waarop de doorzichtige glasplaten in deze zones worden opgenomen aansluiten bij de andere transparante delen in de gevel. Verder wordt door de commissie gevraagd naar de eerdere opmerking met betrekking tot de afstemming tussen het inrichtingsplan van het ‘canvas’ en de bestaande looproute in het parkplan van Brunier. Uit het verslag van 30 maart 2016: Wel stelt zij zich vragen over de aansluiting op het ruimere museumpark en mist ze de looproute die in het ontwerp van Brunier diagonaal de kamers van het park
verbindt. Hoewel aanwezig, is de diagonale looproute van Brunier weinig afleesbaar in het ‘canvas’. Op dit punt ontvangt de commissie graag nog een reactie van de architect. De commissie reageert positief op het gepresenteerde voorstel voor de inpassing van de naamgeving van het gebouw in de gevel. Zij ziet de definitieve uitwerking hiervan graag terug in de tekeningenset (geveltekeningen, detailtekeningen etc.). Conclusie De commissie vraagt aandacht voor bovenstaande opmerkingen met betrekking tot het gevelontwerp en de inrichting van het canvas. Zij ziet een aangepast voorstel hiervan graag tegemoet in een volgende vergadering. Vooralsnog adviseert de commissie negatief aan het bestuur ten aanzien van het afgeven van een omgevingsvergunning.