COMMISSIE
VOOR
V a s t g e s t e l d
d . d . :
WELSTAND 1 8
d e c e m b e r
EN
MONUMENTEN ROTTERDAM
2 0 1 4
Verslag VERGADERING van de COMMISSIE VOOR WELSTAND EN MONUMENTEN ROTTERDAM W O E NS DA G 1 0 d e c e mb e r 2 0 1 4
Locatie: De Rotterdam - Wilhelminakade 179 - 40e verdieping, kamer 40.11
Aanwezig: Commissie: Secretariaat:
Michel (voorzitter), Bakker, Bloks, Galema, Molenaar en Stuhlmacher Pronk (verslag gedeeltelijk), de Wit (verslag gedeeltelijk), De Bruijn (gedeeltelijk)
Afwezig: 3
Diederen
BOUWPLANNEN
14:30 – 16:10
3.1 Stationsplein 45 Groothandelsgebouw, centrum (rijksmonument) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
3.2 Bergstraat 1 (voorm. Gevangenis Noordsingel) omschrijving: ontwerp en opdracht: dossier:
15:00
verbouwplan gevangenis Noordsingel Wessel de Jonge architecten (Sander Nelissen) - Tuin van noord B.V. OMV.14.10.00487-02
3.3 Nassaukade, Hefkwartier, Feijenoord (3e behandeling) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
15.20
Realiseren 111 eengezinswoningen, fase 1 van 10: realiseren 18 eengezinsw. Inbo (Saxon Duckworth) - AM OLO 1458093 (conceptaanvraag)
3.4 Veerlaan, Fenixloodsen, Feijenoord (5e behandeling) omschrijving: ontwerp en opdracht: dossier:
14:30
Renovatie hoofdentree Hal A TAK architecten (José de Groot) – Groothandelsgebouwen NV OLO 1560517 (conceptaanvraag)
Transformatie van opslagloodsen naar woningen Robert Winkel, Mei Architecten en stedenbouwers – Heijmans Vastgoed bv OMV.14.11.00056 (eerder conceptaanvraag OLO 1151211)
1
15.40
BOUWPLANNEN 3.1 Stationsplein 45 Groothandelsgebouw, centrum (rijksmonument) omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
Renovatie hoofdentree Hal A Graziosi Progetti / TAK architecten OLO 1560517 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Een combinatie van factoren zoals het vernieuwde Stationplein, veranderende huurderswensen, en grotere bezoekersstromen hebben geleid tot het voornemen om de hoofdingang (entreehal A) van het Groothandelsgebouw te renoveren. Daarnaast is deze entree tijdens de revitalisatie in 2002-2005 niet meegenomen waardoor behoefte is aan een algehele upgrade. Aan Graziosi Progetti is gevraagd een ontwerp te maken voor entreehal A, waarbij TAK architecten hen adviseert met betrekking tot het monument. In dat kader heeft TAK architecten een visie opgesteld voor de entreehal. Doel is om de herkenbaarheid en het uitnodigende karakter van de entreehal te verbeteren, de doorstroomcapaciteit naar het zalencentrum op de eerste verdieping te vergroten en om de vindbaarheid van de hal vanuit de parkeergarage te verbeteren. Aangeven wordt dat het om voorstellen op hoofdlijnen gaat en dat op constructief- en detailniveau nog een verdiepingsslag moet plaatsvinden. In de oorspronkelijke situatie (jaren 50) had de architectuur van de gevel ter plaatse van entreehal A een uitnodigend, representatief en open karakter. Door het open karakter, was de entreehal onderdeel van de stedelijke ruimte (een openbaar plein) en was deze duidelijk te onderscheiden in de gevel van het Groothandelsgebouw. De ‘openheid’ en de subtiel gelaagde opbouw van de gevel van deze entreehal werden onder andere bereikt door de onderbreking van de luifel ter plaatse van de entree, de glazen puien doorlopend over de gehele hoogte van de drielaagse hal en het betonnen kader van de toegangsdeuren. In het verleden is de dubbele tourniquet vervangen door één grote tourniquet, die door zijn ronde vorm, plompe maatverhoudingen en -detaillering niet past binnen de vormentaal van het Groothandelsgebouw. Voorgesteld wordt om deze te vervangen door twee slanke hoge tourniquets doorlopend over twee lagen. De tourniquets moeten met hun voorkomen als slanke ‘zuiltjes’ de zichtbaarheid van de entreehal (vanaf het Stationsplein) vergroten. Daarnaast wordt voorgesteld om de enigszins spiegelende (niet oorspronkelijke) beglazing te vervangen door helder transparant glas waardoor de zichtbaarheid en openheid van de entreehal wordt vergroot. Op de entresol en op de eerste verdieping zijn in de huidige situatie zalen gesitueerd. De ruimten op de entresol zijn te bereiken via de vaste trap, de zalen op de eerste verdieping door middel van de liften en de vaste trap. In de huidige situatie is de doorstroomcapaciteit naar de hoger gelegen verdiepingen (dit geldt met name voor het zalencentrum) onvoldoende. Daarnaast zijn de liften in de parkeergarage niet goed vindbaar voor bezoekers. Voorgesteld wordt om de doorstroom van bezoekers vanuit de hal naar de eerste verdieping en de vindbaarheid vanuit de kelder naar de hal te verbeteren door plaatsing van roltrappen. Tenslotte bevat het voorstel de vervanging van (niet oorspronkelijke) gesloten zijwanden van de hal door lichte transparante wanden waarmee de karakteristieke kolomstructuur zich weer meer zichtbaar aftekent en doorzicht naar o.a. de conferentiezalen wordt geboden. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: Centrummix (welstandsparagraaf Central District) Welstandsniveau: bijzonder (rijksmonument) Reactie van de commissie op de nader uitgewerkte conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking: De commissie kan zich goed vinden in de analyse van TAK architecten, zij meent dat hiermee een goede basis is gelegd waarop verdere planvorming voor entreehal A kan worden uitgewerkt. Echter, deze analyse van een deelaspect van het gebouw kan feitelijk niet los worden gezien van de brede samenhang met de ontwikkelingen in het totale gebouw. Zij bepleit dan ook met klem om een gelijksoortig document voor het gehele gebouw te laten opstellen waarin het brede kader wordt geschetst voor toekomstige ingrepen aan het monument. Hiermee kunnen de ingrepen in entreehal A, maar ook volgende ingrepen (hoe klein ook) in grotere samenhang worden afgewogen en wordt vermeden dat ad hoc oplossingen leiden tot versnippering. De commissie meent dat het principe van de logistieke ingrepen die nu worden voorgesteld, goed verdedigbaar is. Deze ingrepen kunnen bijdragen tot verlevendiging van de hal en verheldering van de oorspronkelijke opzet ervan.
Wel mist zij bij de richting die met dit voorstel wordt ingeslagen nog een duiding van de ingrepen uit de jaren negentig. Zo worden elementen en materialen uit die ‘tijdslaag’ deels in stand gelaten (balustrades) en deels vervangen door oorspronkelijk materiaal (trappen en vloeren) . Zo ontstaat een situatie met drie ‘tijdslagen’ zonder een duidelijk beeld wat deze ten opzichte van elkaar betekenen. De commissie verwacht op dit punt een nadere onderbouwing. In verband hiermee ziet zij graag ook een verder uitgewerkt voorstel voor materialisering en detaillering van alle nieuwe elementen zoals entreepui, trappen, glazen tussenwanden etc. Hierbij geeft zij de volgende uitgangspunten aan de architect mee: - raffinement en gelaagdheid van het oorspronkelijke gebouw dienen teruggebracht te worden in alle nieuwe toevoegingen, zoals bijvoorbeeld bij de nieuwe entreepui waar nu grote abstracte glasvlakken worden gesuggereerd. - alhoewel de commissie de mening deelt dat de huidige tourniquet oogt als een te plompe toevoeging, ervaart zij de voorgestelde tourniquets in dubbele verdiepingshoogte teveel als een breuk met de oorspronkelijke meer menselijke maatverhoudingen in de verfijnde gelaagdheid van de entreepui. De commissie kan de logica die voert van de analyse van TAK architecten naar de voorgestelde tourniquets in een enorme maat niet goed volgen. (Deze wezensvreemde elementen zouden vervangen moeten worden door). De commissie ziet uit naar een ontwerpvoorstel waarbij gezocht zou moeten worden naar een variant die meer recht doet aan de oorspronkelijke opbouw van de entreepui in een dubbele orde. Dat voorstel moet zich zowel verhouden tot de drielaagse grote glaspui als ook tot de éénlaagse maat van de oorspronkelijke entree. Conclusie: De commissie vraagt aandacht voor alle gemaakte opmerkingen en ziet de architect graag terug met een nader uitgewerkt ontwerpvoorstel van het conceptplan.
4.2
Bergstraat 1 (voorm. Gevangenis Noordsingel)
omschrijving: ontwerp en opdracht: dossier:
verbouwplan gevangenis Noordsingel Wessel de Jonge architecten - Tuin van noord B.V. OMV.14.10.00487-02
Omschrijving van het plan De architect geeft aan dat samen met Quadrat een visie (‘Tuin van Noord’) is opgesteld voor het gehele complex. Belangrijk onderdeel van deze visie is verbetering van de toegankelijkheid. Daartoe zullen over het gehele complex op belangrijke punten doorgangen worden gemaakt die zijn bedoeld om de verschillende compartimenten in het complex met elkaar te verbinden en om het complex als geheel beter te verbinden met de omliggende woonwijk. In de visie ‘Tuin van Noord’ is sprake van twee typen doorgangen. Het volgende onderscheid is gemaakt: doorgangen door muren en poorten enerzijds en doorgangen door gebouwen anderzijds. Waar het eerste type doorgang klassiek symmetrisch van opzet is en hiermee de structuur van het gebouw volgt, is het tweede type meer radicaal en informeel van opzet. Het tweede type doorgangen leidt naar meer terloopse plekken in het complex; deze doorgangen zouden in de visie dan ook minder harmonie met de gevelsystematiek moeten vertonen en zich meer als ‘recalcitrante’ incidenten kunnen gedragen. De ingediende aanvraag omgevingsvergunning voor de doorgang aan de Bergstraat is van het informele type. Deze doorgang is bedoeld om een parkeerterrein te verbinden met de Bergstraat en snijdt met een dun stalen kader dwars door de bestaande raamindelingen. De raamdelen die buiten de poort-insnijding vallen, blijven geheel intact, inclusief korte stompjes die van de tralies overblijven. Dieper gelegen binnen de insnijding komt een speedgate en het interieur van de doorgang zal worden voorzien van brandwerend stucwerk. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: niet-planmatige uitbreidingen Welstandsniveau: bijzonder (beschermd stadsgezicht sinds 5 november 2014) daarvoor regulier welstandsniveau Relevante criteria: Entreegebieden van gebouwen, inclusief luifels en logo’s, zijn uitnodigend en kwalitatief hoogwaardig vormgegeven. Materialen en detaillering zijn afgestemd op die van de oorspronkelijke bebouwing en kwalitatief ten minste gelijkwaardig daaraan.
Reactie van de commissie op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking: De commissie begrijpt het streven om incidentele ingrepen aan het complex te ordenen binnen een samenhangende visie met twee ‘families’ van openingen. Toch kan zij de gekozen aanpak maar ten dele onderschrijven. De als ‘terloops’ bedoelde benadering toont in de smalle zijstraat juist nadrukkelijk en onlogisch. Omdat er geen integraal voorstel ligt voor alle entrees uit deze ‘familie’ (die tenslotte deels ook in de monumentale delen van het complex zouden ingrijpen) en omdat de ingrepen ook niet of nauwelijks in samenhang waargenomen kunnen worden meent de commissie dat dit voorstel vooralsnog een te zwaar aangezet statement is voor een (voorlopig) eenmalige ingreep. Ook vraagt de commissie meer aandacht voor de vormgeving van het interieur van de poort waarop vanaf de straat vrij zicht wordt geboden. De ingediende detailtekeningen met verspringende plafondniveaus en leidingen in het zicht, tonen niet het afwerkingsniveau dat past bij het voorgestelde concept. Ook wordt hiermee niet voldaan aan het criterium dat een hoogwaardige vormgeving van entreegebieden van gebouwen verlangt. Conclusie Voor wat betreft de verschijningsvorm van het getoonde ontwerp is de commissie niet overtuigd. Met deze incidentele ingreep op zichzelf wordt niet goed ingespeeld op de karakteristieken van het bestaande gebouw noch is het als een afwijkend statement overtuigend. Vooralsnog zou negatief geadviseerd worden aan het bestuur, tenzij de aanvraag op de genoemde strijdigheden wordt aangepast
4.3
Nassaukade, Hefkwartier, Feijenoord (3e behandeling)
omschrijving: ontwerp/opdracht: dossier:
Realiseren 111 eengezinswoningen, fase 1 van 10: realiseren 18 eengezinsw. Inbo (Saxon Duckworth) - AM OLO 1458093 (conceptaanvraag)
Omschrijving van het plan Ten opzichte van de vorige bespreking is plan verder uitgewerkt en aangepast. De opmerkingen van de commissie uit de vergadering van 12 november jl. zijn hierbij meegenomen. Op de vraag van de commissie naar de grotere stedenbouwkundige samenhang in het plangebied is er een ambitiedocument opgesteld. De architect geeft aan dat Stadsontwikkeling in een later stadium op basis van dit ambitiedocument stedenbouwkundige randvoorwaarden zal opstellen. Het ambitiedocument is van toepassing op de gehele planontwikkeling. De planontwikkeling die vandaag besproken wordt met de commissie betreft de eerste fase en omvat een bouwblok met 22 woningen. De architect toont hierbij het voorlopige ontwerp voor dit bouwblok; 9 woningen met trapjes en encroachementzone aan de Nassaustraat, 9 woningen op 1e Hefstraat (een autoluwe binnenstraat) en 4 terraswoningen aan het nieuw te formeren Oranjeboomplein. De terraswoningen hebben een hoogte van maximaal 3 bouwlagen en bij de woningen aan de Nassaustraat en de binnenstraat kan er door kopers gekozen worden uit een 3-laagse variant met plat dak en 2-laagse variant met steile kap en eventueel een dakkapel. De architect geeft aan dat de gepresenteerde variant met minimaal drie 3-laagse woningen per straat de minimum variant is. De gevels zijn verder uitgewerkt. Voorgesteld wordt om door nuanceverschillen in het metselwerk, de afleesbaarheid van de individuele woningen te vergroten en door de toepassing van een eigentijdse variant op siersmeedwerk bij voordeuren en de badkamerramen het gevelbeeld te verrijken. Ook de toepassing van een eenvoudig relief in het metwselwerkdetail rond de voordeuren moet hieraan bijdragen. Beleid (Welstandsnota Rotterdam) Gebiedstype: Rivierlocaties Welstandsniveau: regulier Relevante criteria Bouwinitiatieven houden de stedenbouwkundige structuur herkenbaar en verstoren deze niet. De blokverkaveling is pandsgewijs of in kleine ensembles. Bouwinitiatieven (waaronder hoogbouw) zijn in maat en schaal afgestemd op de omliggende bebouwing en de stad als geheel. Nieuwbouw heeft een bij de omliggende bebouwing passende hoofdvorm. Het gevelontwerp kent een driedeling (basement, middendeel, gevelbeëindiging) en wordt gekenmerkt door een verwevenheid van verticaal (ramen) en horizontaal (lijstwerk, linten, kroonlijsten etc.). Straathoeken worden architectonisch verbijzonderd (afgeschuinde hoek, afwijkende vormgeving, e.d.). Beganegrondgevels aan de openbare ruimte hebben een bij de situatie passende openheid. In woon-, winkel-, en kantoorgebieden zijn dichte (bergings-)gevels aan de straat ongewenst. Detaillering ondersteunt de verwevenheid van verticaal en horizontaal in het gevelbeeld. Reactie van de commissie op de ingediende conceptaanvraag, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking: De commissie herhaalt haar pleidooi om op deze centraal gelegen lokatie nabij de rivier bebouwing te realiseren die het niveau van niveau van een standaard uitbreidingswijk ruim overstijgt. Hier is een kwaliteit vereist die met recht stedelijk en genereus genoemd kan worden. Gezien de ambitie van de stad om hier ‘centrumkwaliteit’ te realiseren en de grote belangstelling van potentiële kopers voor dit gebied, is het gerechtvaardigd om maximale ontwerpambitie te vragen voor de geplande woningen. De commissie geeft aan dat het voorliggende voorstel de potentie heeft om de genoemde ambities waar te maken, maar stelt een aantal aandachtspunten aan de orde waaraan bij de verdere planontwikkeling zal moeten worden voldaan wil deze verwachting ingelost worden met een positief welstandsadvies. het voorstel voor een volledig drielaags woningtype als kopersoptie, die op basis van toevallige koperskeuzes meer of minder zal voorkomen, is een te ongewisse basis voor het realiseren van het beoogde stedelijke straatprofiel. De commissie acht het noodzakelijk om een ontworpen minimumvariant vast te leggen voor wat betreft aantal en positie van drielaagse woningen per gevelwand. in het voorstel ontbreekt de ‘opgetrokken dakkapel’ als voortzetting van het voorgevelvlak uitgevoerd met een front in metselwerk zoals bij eerdere behandeling getoond. Dit gevelelement werd in de vergadering van 12
-
-
-
november door de commissie aangemerkt als minimale uitwerking van het gewenste stedelijke karakter, en vormt een mooie tussenmaat tussen twee- en drielaagse bebouwing. Dit wordt in het huidige voorstel gemist. de voorgestelde smalle dakkapellen in het dakvlak van de tweelaagse woningen zijn, hoewel op zich passend in de omgevingskarakteristiek, alleen realistisch als ze niet als optie, maar als vast gegeven worden toegepast. Wanneer op het dakvlak ruimte overblijft voor later te realiseren dakkapellen (volgens gemeentelijk beleid) van 2/3 woningbreedte zal hier in het ontwerp op geanticipeerd moeten worden. de met rijke voorbeelden geïllustreerde ‘encroachementzone’ (stoep) wordt in het planvoorstel met een te licht en open trapje van minimale afmetingen aangegeven. Juist op de overgang tussen straat en woning vragen de criteria een hoge kwaliteit. De nadere uitwerking van het plan dient in een veel genereuzer ontwerp te voorzien, waarin alle aanleiding voor levendig gebruik van deze zone mee-ontworpen zal moeten worden. Aandachtspunt hierbij zijn de in metselwerkreliéf voorgestelde omlijstingen van de woningentreedeuren, die nu zonder verband met de bovenzijde van de metselwerkplint vervreemdend ‘zweven’. de voorgestelde raamtypes ’met de middenstijl tot aan de borstwering’ verhouden zich ongelukkig tot de verticaliteit van het gehele gevelontwerp en zullen hiermee in overeenstemming gebracht moeten worden.
Conclusie: Op een aantal aspecten is de commissie nog niet overtuigd; zij heeft geconstateerd dat dit plan (voorzover uitgewerkt) nog deels strijdig is met enkele criteria. Wanneer dit plan als definitieve aanvraag omgevingsvergunning zou worden voorgelegd, kan dit nog niet leiden tot een positief advies. In een nadere uitwerking tot een aangepast planvoorstel dient rekening te worden gehouden met alle gemaakte opmerkingen.
4.4
Veerlaan, Fenixlofts, Feijenoord (5e behandeling)
omschrijving: ontwerp en opdracht: dossier:
14:30
Transformatie van opslagloodsen naar woningen Robert Winkel, Mei Architecten en stedenbouwers – Heijmans Vastgoed bv OMV.14.11.00056 (eerder conceptaanvraag OLO 1151211)
Inspraak Voorafgaand aan dit agendapunt krijgt de heer Houkes de gelegenheid om namens de actiegroep Red het Deliplein kort aan de commissie zijn punten kenbaar te maken. In een korte toelichting vraagt de heer Houkes nadrukkelijk aandacht voor de manier waarop de incisielaag is vormgegeven. Omschrijving van het aangepaste plan Het plan is in eerdere planbesprekingen al een aantal keren besproken. De architect begint met een toelichting op het gehele bouwplan. Interessant is de geschiedenis van het gebouw en de diverse vooroorlogse en naoorlogse tijdlagen die dit heeft opgeleverd. Het plan betreft het toevoegen van een nieuw volume aan de bestaande Fenixloods. De massa van het nieuwe volume is het hoogst aan de zijde van de Rijnhaven en loopt af naar de zijde van het Deliplein. De bedoeling is dat het nieuwe volume los komt te staan van het bestaande volume (de Fenixloods). Om dat te kunnen bewerkstelligen wordt er tussen de twee volumes een incisielaag aangebracht. Naast het toevoegen van een nieuw volume en het aanbrengen van deze incisielaag worden de gevels van de bestaande Fenixloods op enkele plekken aangepast. De architect legt uit dat de puien van de incisielaag voor de constructie worden geplaatst waardoor de dagsituatie een donkere visuele scheiding oplevert tussen de bestaande Fenixloods en nieuwe volume. Deze constructie zal s’nachts worden aangelicht waardoor deze juist beter zichtbaar wordt en het nieuwe volume duidelijk los komt te staan van de bestaande Fenixloods. Anders dan in eerdere varianten bestaat het programma van de incisielaag nu niet uit kantoren maar grotendeels uit appartementen en een horecafunctie in combinatie met een publiek terras aan de zijde van het Fenixplein. Om te voorkomen dat incisielaag s’nachts uiteenvalt doordat verschillende appartementen verschillende typen gordijnen gaan gebruiken wil de architect voor alle woningen op de gehele incisielaag één type raambekleding in de vorm van horizontale lamellen laten installeren. De architect geeft aan dat op de begane grondlaag een groot deel van het metselwerk en de groene staalplaten schuifdeuren terugkomen. Anders dan in eerdere voorstellen is de kopgevel aan de zijde van het Codricocomplex nu transparant geworden waardoor de parkeerfunctie vanuit de openbare ruimte zichtbaar wordt gemaakt. Het nieuw toe te voegen volume wordt over de gehele gevel en over elke verdieping voorzien van 2,5 meter diepe balkons waardoor elk appartement zijn eigen buitenruimte heeft. Doordat elke bewoner zijn eigen balkon op een andere manier zal inrichten is de verwachting dat elke gevel zijn eigen uiterlijk zal gaan krijgen. Daarnaast worden de daken groen uitgevoerd. Beleid (Welstandsnota Rotterdam): Gebiedstype: Rivierlocaties Welstandsniveau: Regulier Relevante criteria Bouwinitiatieven versterken de gelaagdheid en de transparantie van de ensembles. Bouwinitiatieven (waaronder hoogbouw) zijn in maat en schaal afgestemd op de omliggende bebouwing en de stad als geheel. Het gevelontwerp is consequent en goed van verhouding, en qua indeling en plasticiteit afgestemd op de omliggende bebouwing. Reactie van de commissie op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning, de aanvullende beelden zoals toegelicht, en de nabespreking: De commissie merkt op dat veel discussiepunten die aan de orde waren in de voorafgaande conceptplan-fase, in deze definitieve aanvraag zijn opgelost. De ‘incisielaag’ echter, die vanaf de allereerste presentatie door de commissie is aangemerkt als essentieel voor het welslagen van dit planconcept, is opnieuw (programmatisch) ingrijpend gewijzigd. Vooropgesteld dat de commissie niet het programma, maar wel de architectonische expressie van de gevels beoordeelt, ziet zij zich voor de vraag gesteld of de inzet van architectonische middelen waarmee de architect de afwijkende expressie van de incisielaag wil realiseren ook werkelijk leiden tot het beoogde versterking van de gelaagdheid van ensembles, hier te bereiken door een insnoering die bestaande loods en toegevoegd volume van elkaar onderscheidt.
De conclusie is dat de verschillende middelen die worden ingezet geen overtuigend totaalbeeld opleveren. Enerzijds mist de commissie realiteitszin in voorstellen zoals eenvormige luxaflex en het van buitenaf aanstralen van een constructie die zich in privéwoningen bevindt. Daarbij komt dat een robuust gebouw als dit, zijn expressie niet ontleent aan dergelijke cosmetische details. Anderzijds constateert de commissie dat de voorstellen voor de afwijkende geveldetaillering van de incisielaag met een verticale geleding door toepassing van vouwpuien met expressieve lichtgekleurde kozijnstijlen de geschetste werking van een ingetogen donker vlak niet waarmaakt. Bovendien hinkt deze geveldetaillering op twee gedachten waar er sprake zou zijn van contrast met het gevelbeeld van het bovenste volume. Tenslotte heeft commissie opgemerkt dat, in afwijking van eerdere versies van het plan, de kopgevel van de Fenixloods aan de zijde van het Codricocomplex nu transparant is geworden. Daarbij is niet geheel duidelijk welke gevelbekleding hier in de plaats van de bestaande gesloten gevel wordt voorgesteld. Hierdoor wordt het kenmerkende beeld van de loods met een karakteristieke balans tussen open en gesloten geveldelen ondermijnd en worden de geplande parkeerlagen te zichtbaar vanuit de openbare ruimte. Uit oogpunt van beleving vanaf de straat en bijkomende lichthinder door manoeuvrerende auto’s levert dit een welstandshalve ongewenste wijziging op ten opzichte van het eerdere plan. Conclusie: De commissie concludeert dat de aanvraag niet voldoet aan enkele criteria. Zij vraagt de architect zich te bezinnen op de besproken punten en ziet een aangepast plan dat ingaat op de opgeworpen bezwaren graag in een volgende vergadering terug. Vooralsnog adviseert zij negatief op de ingediende aanvraag omgevingsvergunning