Pagina
1 van 38
Verslag van de vergadering van de raad der gemeente Amstelveen, gehouden in het gemeentehuis op dinsdag 5 november 2008 om 20.00 uur.
Aanwezig: Voorzitter: Wethouders: Griffier: Raadsleden:
de heer mr. J.H.C. van Zanen. mevrouw J.E.M. Tabak en de heren J.P.W. Groot, drs. F. Hellendall, R.E. Pols en drs. A.G.S.M. Veenboer mevrouw drs. P. Georgopoulou. de dames: mr. H. Enschedé-Philippart, M. van Herteryck-Prinsen, mr. J.A. Koops-Scheele, drs. C.L. de Leur, M.P.M. Lochtenberg, D. Mijksenaar, L. Roos, J.C.E. Tang en mr. E.C. Veenboer; de heren: J.A. Alberts, dr. M.J. Alink, mr. J.J. van Bergen, drs. H.J. van den Bergh, mr. J.G. Bulsing, G.F. Dennenbroek, drs. G. Drost, Th.J.H. Houwink ten Cate, D. de Jong, ir. B.L. Jonker, drs. J.C.M. Koot, J.E. Levie, mr. M.J. Lustenhouwer, drs. A. Maarse, drs. S.E. Mager, mr. C.J. Noomen, R.K. Oord, J.J. Ponjee, H.J.W. Raat, drs. P.J.M. Regouin, drs. M.M. Rietdijk, N. Rodrigues Pereira, drs. O. Schildknegt, A.H. Siegmann, drs. R. Smits en W.B. Vervenne.
Afwezig:
–
Opening.
De voorzitter: Dames en heren, leden van de raad. Ik open uw vergadering. Hartelijk welkom allemaal. Ook voor de dames en heren op de publieke tribune; vertegenwoordigers van de media, medewerkers en voor de leden van het college. Deze raadsvergadering wordt via internet live uitgezonden, dus heet ik ook de luisteraars thuis welkom. Het raadslid Raat komt een kwartier later in deze vergadering. Voor de hele agenda geldt het gebruikelijke voorstel inzake een spreektijdregeling. Voor alle agendapunten houdt dat voor de eerste ronde in: vijf minuten per fractie en vijftien minuten voor het college. Voor de tweede ronde geldt de helft van die spreektijden. Ik trek een nummer om te bepalen welk raadslid bij een eventuele hoofdelijke stemming als eerste mag stemmen. Dat is nummer 31, de heer Siegmann. 1.
Mondelinge vragen.
De voorzitter: Er zijn geen mondelinge vragen ingediend. Daarmee is dit punt afgehandeld. 2.
Verslag van de vergadering van 7 oktober 2008.
De voorzitter: Enkele door de leden Koops, Koot en Drost voorgestelde correcties zijn daarin reeds verwerkt. Als er geen andere opmerkingen over dit verslag zijn dan is dat met inachtneming van die correcties hierbij vastgesteld. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming stelt de raad het verslag van de vergadering van 7 oktober 2008 vast met inachtneming van de voorgestelde wijzigingen. 3
Ingekomen stukken en mededelingen.
Rubriek 1. Voor kennisgeving aannemen. 1. Brief d.d. 28 juni 2008 van de heer W. Bossema, mede namens vele andere bewoners van de Amstelzijde en Amsteldijk-Zuid, over de aanpassing verkeersregel voetpad aan de zuidkant van de provinciale brug over de Amstel: stapvoets fietsen toegestaan. 2. Brief d.d. 6 oktober 2008 van de gemeente Veendam over een door de gemeenteraad van Veendam aangenomen motie “aanpassing fiscale vrijwilligersregeling”.
Pagina
3.
2 van 38
Kopie brief d.d. 3 oktober 2008 van raadsleden van de gemeente Weststellingerf waarin zij de voorzitter van het hoofdstembureau van de gemeente Weststellingwerf meedelen dat zij zich niet beschikbaar zullen stellen als stembureaulid, tot het moment dat er weer elektronisch gestemd kan worden.
Rubriek 2. Ter afdoening in handen stellen van burgemeester en wethouders. 4. Brief d.d. 29 september van de Raad van State afdeling bestuursrechtspraak betreft uitstel zitting inzake bestemmingsplan “Wester Amstel”. 5. Brief d.d. 7 oktober 2008 van drs. J.A.J. Johannisse over zienswijzen bij het ontwerpbestemmingsplan “Eerste herziening bestemmingsplan Amstelveen ZuidOost, Olmenhof en Turfschip 31”. 6. Brief d.d. 22 september 2008 van Inspectie Werk en Inkomen, met bijgevoegd rapport en nota van 'bevindingen Preventie boven repressie' en bijbehorend persbericht. 7. Brief d.d. 9 oktober 2008 van het bureau Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) met toezending van de jaarrekening Centrale Post Ambulancevervoer, de gemeenschappelijke jaarrekening GHOR in liquidatie, inclusief de geconsolideerde jaarrekening GHOR 2007. 8. Brief d.d. 22 oktober 2008 van de Afdeling Rechtspraak van de Raad van State met nadere stukken in de zaak Amstelveen Bestemmingsplan “Amstelveen Zuid-West”. 9. Brief d.d. 9 oktober 2008 van de Regionale brandweer Amsterdam en omstreken (RBAO) met toezending van de jaarrekening 2007 van de RBAO. Rubriek 2. Ter afdoening in handen stellen van burgemeester en wethouders. 10. Brief d.d. 23 oktober 2008 van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State met mededelingen over de behandeling van het geding inzake Amstelveen Bestemmingsplan “Wester Amstel”. Rubriek 3. Andere manieren van behandeling. 11. Brief d.d. 17 september 2008 van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, betreft uitnodiging deelname experiment stemmen in een willekeurig stemlokaal bij de Europese verkiezingen op 4 juni 2009. De voorzitter: Er is een nieuwe lijst rondgestuurd met enkele aanvullingen. Daar zijn geen opmerkingen over, zie ik. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig de voorgestelde wijzen van afdoening 4.
Vaststelling bespreekpunten agenda.
De voorzitter: De te bespreken agendapunten worden geïnventariseerd. 10. Intrekken van de verordening klachtbehandeling Amstelveen 2006 en instemmen met interne instructie klachtbehandeling. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel. 5.
Aanbieding van programmabegroting 2009. (voorstelnr. 83)
Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Wij danken het college van B en W voor zijn duidelijke uitleg. Desondanks blijven wij kritisch en daarom komen wij dan ook met de volgende vragen en opmerkingen. Voor het eerst is de behandeling van deze begroting anders. De nadruk ligt bij de kadernota die wij in mei hebben vastgesteld. De onderdelen die bij de kadernota zijn afgesproken, zijn in de begroting en de tarieven meegenomen. Wat de tarievennota betreft hebben wij bij de kadernota een amendement ingediend om de inhaalslag van 1½% verhoging niet door te berekenen in de tarieven van volgend jaar. BBA vindt nog steeds – zeker nu het economisch wat slechter gaat en de vooruitzichten voor het volgend jaar
Pagina
3 van 38
zeker niet beter worden – dat die verhoging van 1½% niet in de tarieven moet worden doorberekend. Wat klopt er volgens ons niet in de begroting? Volgens BBA zitten wij scheef in de begroting van 2009 op de volgende bedragen volgens de tijdvakrapportage. Rekeningresultaat t.l.v. 2008 € 135.000 Scouting t.l.v. 2008 160.000 Veiligheid kabinet en handhaving t.l.v. 2008 425.000 W.O.Z. inhuur medewerkers t.l.v. 2008 200.000 Grondopbrengsten brief van 30.9.08 t.l.v. 2008 - 1.000.000 Uit kapitaal minder opbrengsten t.l.v. 2008 900.000 Totaal € 2.820.000 Volgens de begroting hebben wij € 1,8 miljoen over. Als u onze opsomming hoort, bent u het dan niet met ons eens dat wij niet € 1,8 miljoen over hebben, maar een tekort van € 1 miljoen hebben? Wij maken ons ernstige zorgen. BBA begrijpt niet waarom de dynamische risicoanalyse er nog steeds niet is. Deze had bij de begroting aanwezig moeten zijn. Het raadsvoorstel is op 30 september gedateerd. Toen speelde het verlies bij Landsbanki nog niet, althans dat wordt door het college beweerd. Dus waarom is de risicoanalyse er nog niet? De risico's stapelen zich op. Denk aan de A9, de N201, PIA-grondopbrengsten die teruglopen enzovoort. Kijk naar de projecten om ons heen. Overal gaat het mis: bij de noord-zuidas, de noord-zuidlijn. Het zijn slechts enkele voorbeelden van soortgelijke projecten van onze noorderburen. BBA kiest er niet voor om weer te gaan bezuinigen op groen, sport en dergelijke. Onze fractie vindt dat de tekorten van de gemeenten opgelost moeten worden op een manier die voor de burger geen directe consequenties met zich meebrengt. Zeker niet in de leefomgeving van de burger. Het college zal creatief moeten worden. De bevolking heeft al verschillende zaken aangedragen, bijvoorbeeld geen dure gemeentewerf, geen woningen en scholen slopen, geen nieuw vervoerscentrum enzovoort. We moeten oplossingen voor bezuinigingen zoeken, ook binnen het gemeentehuis. Ook Den Haag kan een steentje bijdragen door gezond verstand te laten werken en niet overal voor alles onderzoeken te vragen. Een terechte vraag die wij van sommige burgers kregen, was of de verbouwing in het raadhuis wel nodig is geweest. BBA is van mening dat ook de projecten van het Plan Integraal Accommodatiebeleid voor scholen en de andere voorzieningen (PIA) opnieuw bekeken moet worden, zeker als eventuele grondopbrengsten achteruitgaan. Als het college deze PIA-1 en PIA-2 niet opnieuw onder de loep neemt, zullen de tekorten volgens ons nog meer oplopen. Zoals wethouder Hellendall in de commissie ABM verwoordde, zullen alleen projecten worden aangepakt als de inkomsten zeker zijn. Laat dat dan zien. BBA vindt ook dat gemeentelijke gebouwen niet gesloopt mogen worden voordat alle procedures zijn afgerond. Zo voorkom je een jarenlange bouwput, maar zo voorkom je ook het jarenlang mislopen van huur met alle gevolgen van dien. Daarover zullen wij een amendement indienen, samen met de OCA. De begroting moet voor 15 November 2008 naar de provincie gestuurd worden; dat is een wettelijk gegeven. Het is ook een wettelijk gegeven dat alleen aanpassingen van de begroting kunnen plaatsvinden voor het einde van het jaar. BBA vraagt het college dan ook of het kan garanderen dat doorberekening van eventuele aanpassingen in de begroting, door het wegvallen van € 15 miljoen uit de reserves en door de sombere economische vooruitzichten, uiterlijk in de raadsvergadering van december behandeld zullen worden. BBA vindt dat dit duidelijk zichtbaar moet blijven. We hebben wel een aanpassing gekregen en we vragen daarom dus ook of die brief die we hebben gekregen, wordt meegenomen in de begroting. Wij horen graag of de wethouder de oude situatie wil handhaven of dat hij die brief meeneemt bij de begrotingsbehandeling. Ook willen wij van het college horen of, indien wij deze begroting goedkeuren, wij dan nog de subsidiestromen kunnen herijken met het oog op aanpassing van de begroting.
Pagina
4 van 38
De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Dit is misschien wel de vreemdste begrotingsbehandeling ooit. Het had de eerste begrotingsbehandeling nieuwe stijl moeten worden, volgens de nieuwe cyclus, zodat we alleen nog zouden controleren of het college de wensen die bij de kadernota zijn neergelegd, goed heeft vertaald naar de financiën. In plaats daarvan heeft de actualiteit ons ingehaald en weten we dat deze begroting zelfs die behandeling niet waard is. Deze begroting is niet meer dan een dode letter. We nemen deze begroting aan omdat we een begroting moeten aannemen, zodat de dagelijkse werkzaamheden kunnen doorgaan, maar we weten al dat de begroting zeer binnenkort op de schop moet. We zullen zo snel mogelijk na vandaag, na het zeer waarschijnlijke verlies van € 15 miljoen, opnieuw keuzes moeten maken en tot een herziene begroting moeten komen. Dat betekent dat deze begroting ook als een dode letter behandeld moet worden. Het aannemen van deze begroting is niet meer dan een technische handeling en autoriseert dus niet het starten van nieuwe activiteiten of het uitgeven van nieuwe middelen die in deze begroting zijn opgenomen. Beleid en middelen die bij de herziening van de begroting mogelijk onderwerp van discussie kunnen zijn, zullen dus pas kunnen starten, of worden aangewend, na het aannemen van de herziene begroting. Tot die tijd is het wat ons betreft status quo. Wij vragen het college met nadruk deze zienswijze hier nog eens te bevestigen. Ik zal ook iets zeggen over de reservepositie en de risico's. Volgens de begroting staat de algemene reserve aan het einde van dit jaar op € 35 miljoen. We kunnen er vanuit gaan dat daar na ons IJslandse avontuur nog € 20 miljoen van over is. Of die 20 miljoen genoeg is? Van ons wordt gevraagd om deze begroting goed te keuren, terwijl wij nog onvoldoende inzicht hebben gekregen in de risico's die boven de gemeente zweven. De 'dynamische risicoanalyse', die al heel lang naar ons onderweg is, moet ons daar meer inzicht in verschaffen. Die analyse is er nu echter nog steeds niet, zodat wij eigenlijk maar een beetje op gevoel deze begroting moeten aannemen. Wij hebben daar geen goed gevoel bij. We weten het tenslotte al van de kredietcrisis en van de gevolgde reële economie. Dat zal dus zeker neerdalen op de resultaten van de A9-zone. En zo kunnen we natuurlijk nog wel meer gevolgen bedenken. Wij verzoeken dan ook dringend ervoor te zorgen dat de dynamische risicoanalyse er is, in wat voor een vorm dan ook, als we de begroting gaan herzien. Openbaar vervoer heeft voor ons altijd topprioriteit. Het college zegt ook het ov heel belangrijk te vinden, maar dat is tot nu toe niet omgezet in daden. Het specifiek benoemen van middelen voor het ov heeft het college tot nu toe altijd vermeden. In de commissie heb ik daarom aan het college gevraagd inzicht te geven in de investeringsbehoefte van het ov. Het college heeft daarop toegezegd om het ov 'mee te nemen' in de risicoanalyse dat was de meest concrete toezegging die we konden krijgen. Maar meegenomen in breder verband, wordt het naar verwachting weer niet erg specifiek. Daarom zal ik de vraag zelf wat concreter maken. Ik heb mijn licht eens opgestoken en dan blijkt dat, als de wensen uit de ov-visie van de stadsregio worden uitgevoerd – waaraan Amstelveen zich heeft geconformeerd – Amstelveen in de komende jaren, misschien tot 2020, ergens tussen de € 25 en € 50 miljoen zal moeten bijdragen. Trek dat nu eens af van onze algemene reserve van € 20 miljoen en denk ondertussen even aan alle risico's. Daar ligt dus een probleem. Het college zou inzetten op wat 'duurzame mobiliteit' heet en niet alleen op autoverkeer. Er liggen diverse uitdagingen op het gebied van ov, maar het potje voor duurzame mobiliteit is leeg. Daarom stellen wij het college de volgende vragen. Waar denkt het college de komende jaren € 25 tot € 50 miljoen vandaan te halen, zodat het aan zijn beloften kan voldoen? Neemt het college deze bedragen alvast mee, niet alleen in de risicoanalyse, maar vooral ook in het zogeheten zaagtandstuk waarmee we de begroting gaan aanpassen? Tot slot nog een vraag over het samenvoegen van de algemene reserve. In de commissie heb ik mijn bezwaren geuit en naar aanleiding daarvan hebben we een duidelijke toelichting gekregen van het college; waarvoor dank. Op grond van die toelichting kunnen wij wel leven met het samenvoegen van de algemene reserve, maar we houden toch een probleem, namelijk dat je niet meer makkelijk kunt zien hoe groot de algemene reserve moet zijn om meerjarig voldoende rente op te brengen voor de exploitatie. In de
Pagina
5 van 38
toelichting die we hebben ontvangen wordt dat echter duidelijk uitgelegd. Daarin wordt helder verteld hoe we er nu voor staan, wat het verband is tussen de algemene reserve en de bestemmingsreserves, hoe het totaal van de reserves zich in de komende jaren naar verwachting gaat ontwikkelen en waarom er nu dus niets meer uitgegeven kan worden, ondanks dat er nog € 35 dan wel € 20 miljoen in de pot zit. Ons standpunt is nu dat de algemene reserve wel samengevoegd mag worden, maar dan onder de voorwaarde dat de paragraaf over de financieringsfunctie in de begroting het format krijgt van de toelichting die we hebben ontvangen, zodat wij die paragraaf ook kunnen begrijpen. Voorts: dat in het hoofdstuk over het algemene beeld ook duidelijk wordt gemaakt hoe het totaal van de reserves zich gaat ontwikkelen en wat dat betekent voor de bestedingsruimte op middellange en lange termijn. Wij vragen het college toe te zeggen deze verduidelijkingen in de begroting op te nemen. De heer Drost: Geachte voorzitter, geachte leden van de raad, geachte leden van het college, geachte overige aanwezigen en geachte luisteraars via internet ter land, ter zee en in de lucht. Voor ons ligt de programmabegroting 2009 en ik neem agendapunt 9 van de raadsagenda mee: de tarievennota 2009. We keuren de begroting en de nota goed. Ondanks alles vanavond toch lovende woorden en complimenten uitgedeeld namens de fractie van de PvdA aan de mensen op het eerste balkon; de volle complimenten aan de mensen op het tweede balkon. En of u het maar door wilt geven aan de hardwerkende ambtenaren van de gemeente Amstelveen. Zowaar, het materiaal past wonderwel in het Amstelveense Jaar van de Glimlach! Echter, het plan 2009 en verder werd ruw verstoord door de IJslandcrisis. Maar liefst € 15 miljoen euro aan Amstelveens spaargeld lijkt verdampt. Daar komen we later vanavond nog over te spreken. Binnenkort gaan we aan de slag met het amenderen van de begroting. We wachten op de eerste versie van de dynamische risicoanalyse en we gaan als raad ons buigen over scenario's en opties om te schuiven en te knippen met en in onze mooie plannen. Geen stofkam, geen kaasschaaf, maar met onze raadsfiguurzaag. En graag kwaliteit boven tijd. Vorig jaar sprak ik in de begrotingsraad over de hoop en kondigde aan om vandaag verder te gaan met de liefde. Welnu, de PvdA-fractie Amstelveen vroeg zich af waar het in onze liefde voor Amstelveen in de kern om draait, wat ons ter harte gaat en waarvoor wij knokken. Wij willen een Amstelveen met een pluriforme samenstelling van de bevolking, dus voluit aandacht voor wonen, het bouwen van huisvesting, met extra inzet voor sociale huur, betaalbare koop, starterswoningen en leeftijdsbestendige seniorenwoningen. Duurzaam en liefst ook innovatief. Politieagenten, leraren, verzorgenden, jeugdwerkers, enzovoort moeten goed kunnen wonen in Amstelveen. We hebben ze keihard nodig. Wij willen een jeugdvriendelijke stad, dus letterlijk meer ruimte voor kinderopvang, goede huisvesting van de scholen, veilige scholen, dus zonder langsrazend verkeer, maar rustig verkeer. En voorzieningen op maat: goede jeugdzorg, maar ook een poppentheater, een muziek- en een dansschool, een nieuw jongerencentrum in Zuid tot en met ruimte voor jeugd om buiten te spelen en te vertoeven. Vertoeven met fatsoen, laat ik daarover glashelder zijn. En wij willen een Amstelveen met een optimaal draaiende maatschappelijke ondersteuning in alle buurten en zeker meer steun - emotioneel en materieel - voor mantelzorgers. Ik kan wel de hele avond praten over onze liefde voor Amstelveen. Dit is de kern en ik kijk in de rondte en vraag: 'Are you ready for love? Yes, we can!' De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Ik begin met afronden. Dat is dan alvast een teleurstelling aan uw kant. In het spoor van de kadernota die wij dit voorjaar hebben behandeld, houd ik het bij de behandeling van de begroting 2009 zeer kort. De tarievennota is apart geagendeerd en die zal door de heer Rietdijk worden behandeld. De VVD kan zich volkomen vinden in de begroting 2009. Ik verwijs hierbij naar de behandeling in de commissie ABM. Verder kijken wij uiteraard reikhalzend uit naar de kadernota 2010, omdat we daar natuurlijk de consequenties van eventueel de IJslandkwestie zullen kunnen terugvinden. Zoals ook dezerzijds is opgemerkt in de commissie ABM willen wij uiteraard een pondspondsgewijze verdeling van de lasten als deze zich aandienen. Wij zien daarom graag een notitie van het college daarover tegemoet. Wij
Pagina
6 van 38
willen een brede efficiencyoperatie, zo die nodig mocht zijn. Voor het overige keuren wij de begroting 2009 goed. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. De kadernota is al in het voorjaar behandeld. Daar was ik helaas niet bij. Over de programmabegroting 2009 merk ik op dat, gezien de situatie waarin de gemeente nu verkeert door de krediet (IJsland)-crisis, het ons niet zo'n goed idee lijkt het weerstandsvermogen – de in drieën gedeelde algemene reserve – tot één te laten versmelten. In het vroegere huishoudkistje was altijd een vakje onvoorzien, dat in menig huishouden uitkomst bracht. Er is dan altijd een bestedingsgrens en met het risicovolle A9-project in het vooruitzicht is het verstandig hiervoor een aparte reserve op te bouwen. Dus niet het mobiliteitsfonds daarvoor gebruiken! Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. Dit is inderdaad het eerste jaar dat we op de nieuwe manier werken door de kadernota voor de zomer vast te stellen en de begroting voor het jaar daarna. Dan zou te controleren zijn of datgene wat we in de kadernota hebben afgesproken ook werkelijk in die begroting staat. Gezien de financiële situatie aangaande die € 15 miljoen in IJsland kunnen we vandaag eigenlijk niet eens die begroting 2009 vaststellen. Dat wordt dus nu gewoon een technische behandeling van dat agendapunt. Daarom zal ik hierover heel kort zijn: D66 gaat akkoord met deze begroting 2009, maar onder twee voorwaarden. Ten eerste onder de voorwaarde dat we nog dit jaar opnieuw over de begroting 2009 spreken. Ten tweede onder de voorwaarde dat we dan beschikken over een dynamische risicoanalyse. Als wij komen te spreken over de begroting 2009, dan moet dat wat D66 betreft gebeuren zoals we dat ook in de commissie ABM hebben afgesproken: via het zaagtandmodel zoals dat ook gebeurt bij de bespreking van de kadernota. In de commissie zijn wij heel kritisch geweest over het samenvoegen van de reserves. Van het college hebben we daarover een zeer duidelijke notitie gekregen. Ook wij kunnen daarmee wel leven, mits ieder jaar in de begroting, op de manier zoals dat nu ook in de nota is verwoord, wordt aangegeven hoe de reserves zich gaan ontwikkelen. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. Het voelt gewoon vreemd om een begroting vast te stellen waarvan je weet dat die er waarschijnlijk in werkelijkheid heel anders uit komt te zien. Wellicht moeten we immers het verlies van € 14,9 miljoen over enige tijd opnemen in de jaarrekening 2008. Voorzitter we zien dan ook het vaststellen van de begroting echt als een pro forma goedkeuring, een formeel gebeuren – andere mensen noemden het al een technische behandeling – zodat we daarmee aan onze wettelijke verplichtingen kunnen voldoen. Ik merk daarbij dan ook zeer uitdrukkelijk op dat er vooralsnog geen uitvoering wordt gegeven aan die begroting. Zo blijft bijvoorbeeld vooralsnog de € 300.000 die is begroot om in 2009 uitgegeven te worden aan de topsporthal, tot nader order keurig netjes staan. Dat meen ik werkelijk. Het college weet en moet weten dat de topsporthal omstreden is. Dit betreft eveneens de incidentele uitgaven voor het Van der Togtmuseum en de kunst in de openbare ruimte. Verder is de ChristenUnie nooit voor die torenhoge subsidies geweest aan het poppodium en Cobramuseum. Ik neem hiermee alvast een voorschot op wat wij in december in deze raad zullen bijdragen. Ik ga er dus van uit dat de begroting nog gewoon in december 2008 wordt behandeld. Ik heb nog één vraag die overigens niet onbelangrijk is. Wat is het college van plan te doen met de besluitvorming die wij de vorige raadsvergadering hebben genomen inzake de N201? Komt daarin ook een pas op de plaats tot de echte behandeling van de begroting in december a.s.? Voor het overige zullen wij ons beperken tot het maken van opmerkingen in de raad van december. De heer Jonker: Mijnheer de voorzitter. Op 9 oktober 2008 werden de fractievoorzitters opgeschrikt door de onheilsboodschap dat er problemen waren bij de Landsbanki op IJsland waar de gemeente meerdere deposito's met een totale waarde van bijna € 15 miljoen had uitstaan. Inmiddels is het eerste deposito van € 3,5 miljoen vervallen en niet terugbetaald. Al ras bleek dat er meerdere provincies en gemeenten deposito's bij Landsbanki hadden. Onder leiding van de provincie Noord-Holland, die het meeste geld had uitstaan, werd een groep gevormd die met alle haar ter beschikking staande
Pagina
7 van 38
rechtsmiddelen zich tot taak stelde zo veel mogelijk geld terug te halen. Middels beslagleggingen is ongeveer € 100 miljoen achterhaald. Kennelijk is dit zo succesvol dat Wouter Bos als minister van financiën de betrokken overheden tracht te verbieden om via de ingeslagen weg te vervolgen. Op de gehouden informatieve bijeenkomst van maandag 27 oktober 2008 in het Jaarbeursgebouw was al te horen dat het scenario op IJsland gericht zou zijn, maar dat er eerst een fonds gevormd zou worden om de kleine spaarders terug te betalen, daarna zouden de anderen pas aan bod komen. De voorzitter: Mijnheer Jonker, voor alle zekerheid: ik ben heel creatief, maar is dit uw bijdrage voor de programmabegroting? De heer Jonker: Mijnheer de voorzitter. Ja, dat is zo. De voorzitter: Gaat u dan rustig door. De heer Jonker: Mijnheer de voorzitter. Wouter Bos is bang dat door de gezamenlijke actie van Noord-Holland en anderen door de Nederlandse staat meer bijgedragen moet gaan worden om de kleine spaarders terug te betalen. Daarbij wordt geschermd met koninklijke besluiten. Toch wijs ik de heer Bos op artikel 17 van de Grondwet waarin staat dat niemand zal ingrijpen in de rechtsgang. Aangezien in begrotingen de laatst bekende feiten moeten worden meegenomen, heeft het CDA de begroting tegen het licht gehouden. Het deposito als zodanig wordt niet gebruikt in 2009. Wel wordt de renteopbrengst gebruikt. Het CDA verwacht van het college een aantal opties om dit tekort te dekken. De raad kan dan uit de opties zijn keuze maken. Uitstel van de behandeling van de begroting is geen optie. Het verlies aan renteopbrengsten uit de Landsbanki-deposito's is ten opzichte van de totale begroting te klein om de begroting niet te behandelen. Bovendien moet de begroting uiterlijk 15 november 2008 bij de provincie zijn. Bij de behandeling van de kadernota zijn de uitgangspunten vastgesteld voor de programmabegroting 2009. De overzichtelijkheid van de begroting is aanzienlijk verbeterd door het volgen van een vaste hoofdstukindeling voor elk van de negen programma's. Bij bestuur en bevolking valt op dat het besteedbare inkomen per huishouden in Amstelveen ongeveer 20% boven het landelijke gemiddelde ligt. Desalniettemin liggen de gemeentelijke heffingen onder het landelijke niveau. Gelet op wat Amstelveen biedt, duidt dat op een efficiënte organisatie. Het CDA ziet dan ook weinig mogelijkheden om de organisatieomvang te verminderen zonder dat dit nadelige gevolgen heeft voor de uitvoering van de diverse taken. Jammer dat er de eerstkomende jaren weer met stembiljetten gewerkt gaat worden. Het tot nu toe gehanteerde systeem met elektronische machines voldeed zeer goed bij ons. Uitslagen waren er binnen een paar minuten na de sluiting van de stembureaus. Het lijkt wel alsof we teruggaan naar de vorige eeuw. Jammer dat men in Den Haag zijn oren heeft laten hangen naar een aantal theoretici. Van alle onheil waarvoor deze heren ons waarschuwden, is in de praktijk niets gebleken. Hoewel de indicatiecijfers voor de openbare orde en veiligheid in Amstelveen gunstig afsteken tegenover onze grote buur Amsterdam, zijn ook hangjongeren in Amstelveen een probleem. Het vinden van een hangplek blijkt een probleem omdat er al snel klachten van bewoners komen. Amstelveen kent net als alle andere steden een hoge bewonersdichtheid. Hierdoor zal voor elke oplossing wel een bewoner te vinden zijn die meent toch weer overlast te ondervinden. Wonen in een stad betekend gewoon leren leven met elkaar. Het CDA is altijd van oordeel geweest dat Amstelveen coffeeshopvrij moest blijven. De laatste tijd hebben een aantal gemeenten besloten om de coffeeshops in hun gemeenten te sluiten. Wat gaat het college doen om het drugsgebruik in de Amstelveense jongerencentra verder terug te dringen en tot nul terug te brengen? Op het gebied van mobiliteit en bereikbaarheid staat in Amstelveen veel te gebeuren. Denk aan de overkapping van de A9, doortrekking van de Noord-Zuidlijn, een hoogwaardig openbaar vervoerscentrum en een ov-tunnel naast de A9. Dit zijn aangelegenheden, waarbij de stadsregio de coördinatie in handen heeft. Het CDA vraagt de wethouder de raad continu op de hoogte te houden van de ontwikkelingen.
Pagina
8 van 38
PIA-1 vordert gestaag. De gang van zaken rond de Michiel de Ruyterschool moet een signaal zijn aan het college dat een goede, tijdige informatie aan de raad gewenst is. PIA1 was ongeveer € 60 miljoen. De informatie bij het raadsvoorstel telde indertijd slechts enkele pagina's. Per schoolontwikkeling dient de raad geïnformeerd te worden. Aan het corrigeren van de inflatiecorrectie achteraf is het risico verbonden dat er bij dalende inflatie een negatieve correctie moet plaatsvinden. In 2009 zal de inflatie vermoedelijk lager zijn dan de aangenomen 3%. Het CDA wil graag de mening van het college horen of dit systeem van achteraf corrigeren niet beter afgeschaft kan worden. In de begroting is € 500.000 opgenomen voor het Van der Togt-museum in verband met een uitbreiding en modernisering. Er blijven signalen komen dat het museum de uitbreiding met Dorpsstraat 38 niet nodig heeft. Kan de wethouder daarover uitsluitsel geven? Het CDA is verheugd dat Amstelveen internationaal aan de weg blijft timmeren. De gevolgen daarvan zijn vooral indirect. Dat buitenlandse bedrijven zich hier vestigen is vaak mede een gevolg van de keuze van een medewerker die in Amstelveen is wezen kijken. Tot zover onze beschouwing over de programmabegroting 2009. Het CDA kan zich daarin vinden. De voorzitter: Dank u wel. Er is nu gelegenheid tot debat. Gelet op het bijzondere karakter van deze behandeling kan ik mij voorstellen dat de raad hiervan afziet. Maar dat hoeft niet. Het woord is aan mevrouw De Leur. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. Ik heb een vraag voor de heer Bulsing. Hij zei dat zijn fractie over een nieuwe begroting gaat spreken. Dat moet dan pondspondsgewijze gedeeld worden. Ik had echter begrepen dat wij daarover reeds in de commissie ABM hadden gesproken en dat we het met elkaar eens waren dat we dat zouden gaan doen via de systematiek van de kadernota. Ik krijg nu een beetje het idee dat de heer Bulsing dat niet wil. Heb ik dat dan goed begrepen? De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Dat heeft mevrouw De Leur volkomen verkeerd begrepen. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Ik heb vergeten mijn amendement voor te lezen. Mag ik dat alsnog doen? Amendement A1 (BBA, OCA) De gemeenteraad van Amstelveen, bijeen op woensdag 5 november 2008, behandelend raadsvoorstel 83 'Aanbieding programmabegroting 2009'; constaterende dat: • de gemeente moet anticiperen op moeilijke tijden en dat extra voorzichtig moet worden omgegaan met projecten die de gemeente ter hand neemt; • het in de lijn ligt met betrekking tot de uitspraak van de wethouder en dat de gemeente Amstelveen alleen projecten aanneemt waarvan de inkomsten zeker zijn; • eventuele huurinkomsten worden misgelopen door het slopen van gebouwen, voordat alle procedures zijn afgerond; overwegende dat: • onder punt VII van het raadsbesluit de jaarschijf 2009 van de bouwgrondexploitaties, locaties aan de orde kunnen komen waar eerst gesloopt zal moeten worden voordat er nieuwbouw kan plaatsvinden; • de gekozen formulering in punt VII onvoldoende en niet nauwkeurig genoeg is; besluit: beslispunt VII als volgt te formuleren:
Pagina
9 van 38
'De Jaarschijf 2009 van de bouwgrondexploitaties, PIA en overige locatieontwikkelingen vast te stellen en indien gemeentelijke gebouwen gesloopt dienen te worden, niet eerder een sloopvergunning af te geven voordat alle procedures zijn afgerond.' De voorzitter: Amendement A1 is voldoende ondetekend en maakt deel uit van de beraadslaging. Het amendement kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. Het woord is nu in eerste termijn aan wethouder Hellendall namens het college. Wethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. Zoals gebruikelijk beantwoord ik de financiële vragen en de andere vragen die op een van mijn portefeuilles betrekking hebben. Daarna zullen de andere leden van het college vragen beantwoorden. Ik dank de raad voor de complimenten over de opzet van de begroting. Over de tarieven en de inflatiecorrecties zijn enkele vragen gesteld. De heer Jonker heeft zich gevraagd of de systematiek die hierbij is toegepast wel goed was. Het blijkt dat we achteraf regelmatig behoorlijk wat correcties moeten toepassen. In de afgelopen jaren heeft het Centraal Planbureau de inflatie steeds te laag ingeschat, met name wat de stijgende energiekosten betreft. Ik acht het inderdaad zeer goed mogelijk dat de 3% die we juist voor volgend jaar hebben geraamd, te hoog zal blijken te zijn nu met name de energieprijzen aan het dalen zijn. Dan zullen wij dat dus weer verrekenen in de tarieven van de daaropvolgende jaren. Aan dit systeem kleven manco's, maar ik weet geen ander systeem. Als we standaard bijvoorbeeld 2½% doen, dan moeten we achteraf ook een correctie toepassen als we de inflatie willen blijven volgen. In de commissie is uitgebreid gesproken over de dynamische risicoanalyse. Met het toenemen van de risico's op allerlei gebied zal die analyse door de kredietcrisis omvangrijker zijn en verschijnt dan ook later. Er is toegezegd dat we in december over die analyse zouden praten. De fracties van BBA en GroenLinks hebben gevraagd hoe de reserves in beeld worden gebracht. Dat is een heel goede suggestie voor de inzichtelijkheid. Ik zeg dus nu toe dat we het format voor de volgende begrotingen zullen gebruiken om die meerjarig inzichtelijk te maken. Mevrouw Roos heeft een vraag gesteld over de subsidies. De cijfers van de begroting 2009 kunnen niet meer worden aangepast, daar wij van de gesubsidieerde instellingen niet kunnen verlangen dat ze nu nog met een verlaagde subsidie voor 2009 rekening moeten houden. In principe hebben zij immers op basis van de kadernota al hun plannen gemaakt voor dat jaar. Vanaf de begroting 2010 kunnen subsidies pas gewijzigd worden. De heer Maarse zegt dat er zeer waarschijnlijk een verlies is van € 15 miljoen. Ik deel die conclusie niet met hem. Ik schrijf dat bedrag niet in z'n geheel af. Hij weet dat ik daarmee zeer intensief bezig ben. Alle verhaalacties vergen deze week heel veel tijd. Wij werken daar keihard aan. Ook het Rijk doet dat. Vandaag heb ik persoonlijk van het ministerie van Financiën mogen vernemen dat men heel hard onderhandelt met IJsland, IMF en andere Europese landen. Men kan begrijpen dat ik daarover nu nog geen uitspraken kan doen. Het bedrag schrijf ik echter niet in z'n geheel af. Zeker niet. De vraag van de heer Maarse daarover zal door de wethouder behandeld worden. Zijn verzoek inzake het samenvoegen van reserves is akkoord. Het thema 'liefde' waar de heer Drost over sprak, spreekt mij vanavond bijzonder aan. De heer Bulsing en ook andere fracties nemen een voorschot op de discussie in december. Het college is nog niet zo ver. Wij zijn nog aan het inventariseren. In de commissie heb ik gezegd dat het college formeel noch informeel een standpunt heeft ingenomen. Wij wachten nog op de afronding van de inventarisatie. Mevrouw Tang merkte op dat we, gelet op de risico's, onze reserves hard nodig zullen hebben. Ik neem aan dat dit inderdaad zal blijken uit de dynamische risicoanalyse. Vandaar dat we die ook opstellen. Mevrouw De Leur stelt bespreking in december van de dynamische risicoanalyse als voorwaarde voor de vaststelling van de begroting 2009. Dat heb ik namens het college inderdaad toegezegd. De vragen van mevrouw Koops over de N201 zullen door wethouder Tabak beantwoord worden.
Pagina
10 van 38
De heer Jonker opende zijn betoog over de onderhandelingen met het Rijk. We hebben succes met onze beslagleggingen. We hebben nu al beslag gelegd – en dat loopt nog steeds door – voor ongeveer de helft van het verlies van de gedeputeerde overheden. We zijn in gesprek met het Rijk, zowel met Binnenlandse Zaken als met Financiën, over hoe we daarmee omgaan. Men weet dat het Rijk stelt dat dit niet onze onderhandelingen met IJsland mag doorkruisen. Dat is begrijpelijk, maar wij hebben wel reeds een handvat en wij zijn het aan de raad en aan de inwoners van Amstelveen verplicht dat wij dat geld niet laten lopen. Vandaag hebben we gesproken met het Rijk. Daarbij is een nieuw voorstel gedaan dat komende vrijdag door alle gedupeerde overheden gezamenlijk wordt besproken. Dan zullen de colleges weer een standpunt innemen. Tot slot zei de heer Jonker dat wij signalen hebben dat het betrekken van Dorpsstraat 38 bij het Van der Togt-museum niet nodig zou zijn. Ik heb die informatie niet. Het museum en ook wij hebben betoogd waarom dat wel nodig is. Het gaat hier om een museum dat eigenlijk te klein is voor de lange termijn. Het museum wil zijn Monchycollectie daarin onderbrengen. Bovendien wil men terecht de glascollectie veel meer plaats geven. Daarvoor is dus de uitbreiding van het museum nodig. In dat standpunt is geen verandering gekomen. Bovendien heb ik geen informatie gekregen dat dit anders zou zijn. Wethouder Tabak: Mijnheer de voorzitter. Mijnheer Maarse heeft een paar vragen gesteld over het openbaar vervoer. Daarbij noemde hij wat dat zou gaan kosten. Ik kan niet bevestigen of wat hij zei, juist is. Als ik zou kunnen zeggen wat dit Amstelveen zou kosten, ook bij benadering, dan had ik dat echt wel verteld. Die bedragen zijn gewoon nog niet duidelijk. Daaraan liggen nog allerlei onderzoeken ten grondslag. Het resultaat daarvan moeten we nog even afwachten. Ik ben het wel met de heer Maarse eens dat we dat in een risicoanalyse enigszins moeten opnemen. Ook openbaar vervoer gaat in de komende jaren geld kosten. Ik heb overigens al eerder gezegd dat we ook voor het ov geld beschikbaar zouden moeten hebben. Hoe we dat gaan betalen, daarover kan ik nog niets zeggen. Dat geld moet er echter komen, omdat de bereikbaarheid van Amstelveen ook door middel van het ov opgelost moet worden. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Maar dat is even concreet. Hoe kan het dan dat ik het via één telefoontje al boven water heb wat er van Amstelveen verwacht wordt? Wethouder Tabak: Mijnheer de voorzitter. Ja, dat weet ik niet. Ik weet niet wat de heer Maarse heeft gevraagd en ik weet natuurlijk evenmin wat er wordt bedoeld. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Gewoon: wat gaat er gebeuren en wat gaat het kosten? Wethouder Tabak: Mijnheer de voorzitter. Wat bedoelt mijnheer Maarse? De Noord-Zuidlijn of de HOV-lijnen? Ik denk dat de heer Maarse zichzelf tekort doet als hij nu al hardop bedragen gaat noemen. Deze bedragen zijn absoluut niet hard. Ik weet niet of de heer Maarse voor deze bedragen datgene wil wat er nu ligt. Het zou wel eens kunnen zijn dat hij veel meer kwaliteit wil. Ik wil goed uitgezocht hebben wat wij in Amstelveen willen en dat we op een gegeven moment dat ook kunnen voorstellen aan de raad. Dan gaan we pas kijken naar de financiën. Dat het geld zal gaan kosten, ben ik met de heer Maarse eens. Op een gegeven moment zouden we het geld dat we daarvoor nodig hebben, moeten reserveren. Het is echter op dit moment absoluut niet mogelijk om bedragen te noemen die daarvoor nodig zijn. We zullen proberen in de risicoanalyse daarvoor bedragen te noemen. Dat is immers wel van belang. Zelfs bij benadering is nu nog niet te zeggen wat dit zal kosten. De € 25 tot € 50 miljoen waarover de heer Maarse nu spreekt, zouden best kunnen, maar het zou ook € 100 miljoen kunnen zijn. Mevrouw Koops had daar een vraag over. In de vorige raadsvergadering is dit onderwerp aan de orde geweest. De raad heeft toen een besluit genomen dat het college nu uitvoert. Wethouder Pols: Mijnheer de voorzitter. Ik ben mij er niet van bewust dat er een vraag is gesteld die ik zou moeten beantwoorden. Wethouder Groot: Mijnheer de voorzitter. Door de CDA-fractie is een vraag gesteld over softdrugsgebruik in jongerencentra. Namens collega Veenboer zal ik daarop in het kort
Pagina
11 van 38
antwoorden. Wat doen wij tegen het gebruik van softdrugs? Wij spreken de jongeren die softdrugs gebruik erop aan via de jongerenwerkers. Die proberen daarbij het gebruik van die drugs te ontmoedigen. Daarbij wordt de jongeren gewezen op de risico's van softdrugsgebruik. Mocht er sprake zijn van handel of uitwisseling van softdrugs dan treedt handhaving op, want dat is, zoals men weet, verboden. Voorts kan ik melden dat collega Veenboer bezig is met een nota over vrijetijdsbeleid waarmee hij volgende maand naar de raad hoopt te kunnen komen. Dit onderwerp is daar een onderdeel van. De voorzitter: Dank u wel. Ten slotte een korte reactie namens het college door wethouder Hellendall op amendement A1 van BBA en OCA. Wethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. Wij gaan uiteraard voorzichtig om met het slopen van gebouwen. Ik neem aan dat dit geïnspireerd is op mijn toelichting bij de tijdvakrapportage dat er bij de afdeling vastgoed een tegenvaller was bij de twee grote gebouwen die gesloopt zullen worden. Als dit amendement echter daarop betrekking heeft, dan moet ik zeggen dat dit niet anders kon. Toen bekend was dat die gebouwen gesloopt zouden worden, zijn de huurders hun heil elders gaan zoeken. Ook hebben wij degenen die onder de huisvestingsplicht vielen, elders ondergebracht. Op een gegeven moment levert een pand dan zo weinig huur op dat de kosten voor de instandhouding hoger zijn dan de huuropbrengst. Dan is het financieel verstandig om te slopen, nog afgezien van de argumenten van brandpreventie en voorkoming van vandalisme. Als de invalshoek van de indieners van het amendement voortkomt uit de risicoanalyse, dan merk ik op dat wij toegezegd hebben voorzichtig om te gaan met nieuwe verplichtingen. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Het gaat mij erom dat dit gebouw misschien toch nog hergebruikt kan worden. We hebben dat gezien bij schoolgebouwen die dan tegen de vlakte gaan, maar waarbij de procedures lang doorlopen. In de tussentijd hadden die gebouwen dan voor scholingsdoeleinden of voor iets anders gebruikt kunnen worden. Daarvoor hebben wij amendement A1 ingediend. Wethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. Als hierbij gedacht wordt aan kinderopvang, tijdelijk ateliergebruik en dergelijke, dan heeft dat zeker onze aandacht als het betreffende gebouw nog tijdelijk ingezet kan worden. Wij zullen dan zeker niet nalaten de mogelijkheid van tijdelijk gebruik te bekijken. De voorzitter: Dank u wel. Ik kijk nu naar de raad voor de tweede termijn. Het woord is aan de heer Maarse. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Ik dank het college voor de toelichting op de reserves. Daar zijn wij uiteraard blij mee. Ik heb nog geen reactie gekregen op onze geste om de status quo te handhaven; dus om geen nieuw beleid in te zetten totdat de gewijzigde begroting is aangenomen. Wat het ov betreft: dat krijgen we nu alleen als risico gepresenteerd en nog niet als een uitgave die invloed zal hebben op wat wij in de komende tijd te kiezen hebben. Daarom vraag ik toch of er op die manier naar die uitgaven kan worden gekeken. Voorts reageer ik nog even op het amendement A1 van BBA en OCA. Wij vinden het antwoord van de wethouder voldoende helder. Mijnheer Drost: Mijnheer de voorzitter. Ik heb nog een korte reactie op het amendement van mevrouw Roos. Volgens mij moet dit situationeel bekeken worden en daarin gaat mijn fractie niet met haar mee. De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Het gaat hier om een heel begrijpelijk en zelfs enigszins sympathiek amendement met een redelijke bedoeling. We moeten natuurlijk efficiënt omspringen met de te slopen gebouwen. Ik wijs er echter ook op dat er huurcontracten zijn. Er kan dus niet gesloopt worden als er nog sprake is van een vigerend huurcontract. Daar het hierbij meestal bedrijfsgebouwen betreft, zullen die contracten altijd een looptijd van vijf jaar hebben. Dat is dan ook altijd heel lastig in te passen in het sloopbeleid van de gemeente. A1 is dus een heel aardig amendement, maar ik vrees dat
Pagina
12 van 38
mijn fractie dit niet zal steunen. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. De toelichting van de wethouder op dit amendement is voor ons voldoende. Wij zullen het niet steunen. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. Evenals GroenLinks vraag ik mij af hoe het nu precies zit met die status quo. Wat kan wel en wat kan niet? Dat is voor mij erg onduidelijk. Die € 300.000 van de sporthal zal natuurlijk wel blijven bestaan; dat lijkt mij buiten kijf. Voor de rest vind ik dit een ongemakkelijke situatie dat we een begroting vaststellen en daaraan verder geen uitvoering kunnen geven. Wat valt daar onder? Het compromis van GroenLinks om de reserves samen te voegen en in de toelichting te splitsen, vinden wij wel een mooie oplossing, maar welk voordeel biedt het dan om dat samen te voegen? De heer Jonker: Mijnheer de voorzitter. Wat het amendement A1 betreft, ik vind het sympathiek en ik begrijp ook wel wat ermee bedoeld wordt, maar de uitleg van de wethouder vinden wij voldoende duidelijk en wij zullen dit amendement dus niet steunen. Wat de opmerking van GroenLinks over het ov betreft, merk ik op dat er betreffende de stadsregio een groot aantal projecten in voorbereiding is. Daarop hebben ook bedragen en uitvoeringstijden betrekking. Wij weten echter niet waarvoor dat is. Als raad moeten we niet zo ver vooruit kijken dat we er nu al allerlei potjes voor gaan vormen. Als we daarvoor € 25 miljoen tot € 50 miljoen wegzetten, dan vraag ik mij af waar het geld dan is dat we hadden moeten wegzetten voor de A9. Dat laatste komt immers eerst aan bod. Als je al allerlei verplichtingen op je hebt genomen, kun je niet alles tegelijk uitgeven. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Daarmee zegt de heer Jonker dat dit voor hem geen prioriteit heeft. De heer Jonker: Mijnheer de voorzitter. Nee, te zijner tijd als het aan de orde komt. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Maar dan is de pot leeg. De heer Jonker: Mijnheer de voorzitter. Die pot wordt jaarlijks gevoed uit het gemeentefonds. Geld moet rollen. De voorzitter: Dat lijkt mij een mooi besluit van deze discussie. Het woord is aan wethouder Hellendall. Wethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. De vraag naar de status quo is beantwoord. Dat antwoord staat in de notitie over de update inzake de IJsland-crisis die in de laatste vergadering van de commissie ABM is uitgedeeld, waarin ook allerlei dingen staan over de financiële effecten. Voor alle duidelijkheid zal ik die passage even voorlezen. 'In afwachting van de bespreking van de scenario's met de raad zal het college prudentie in acht nemen bij het aangaan van nieuwe verplichtingen. Ook bij het omzetten van al bestaande beleidsvoornemens in bindende acties.' En wat de vraag van mevrouw Koops betreft over het samenvoegen van reserves, denk ik dat met de aanvulling die door de heer Maarse is gevraagd, er nu een beter inzicht wordt gegeven dan in het oude systeem. De voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor over te gaan tot besluitvorming. Aan de orde is amendement A1 ingediend door de fracties van BBA en OCA. Handhaven de indieners het amendement? Dat is het geval, zie ik. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. De raad verwerpt hierna het amendement A1 bij handopsteken. Voor het amendement hebben gestemd de fracties van BBA en OCA. De voorzitter: Wenst iemand over de begroting 2009 een stemverklaring af te leggen? Het woord is aan de heer Maarse.
Pagina
13 van 38
De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. GroenLinks keurt deze begroting 2009 puur pro forma goed. Dat mag duidelijk zijn. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Ik kan mij bij de woorden van de heer Maarse aansluiten. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. Dat geldt dan ook voor de ChristenUnie. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. Dat geldt ook voor D66. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. Dat geldt ook voor OCA. De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp dat er dus geen tegenstemmers zijn. De voorzitter: Zo is dat. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad overeenkomstig het voorstel. 6.
Nota regionaal arbeidsmarktbeleid. (voorstelnr. 86)
De heer Rodrigues Pereira: Mijnheer de voorzitter. Deze nota is een voorschot op de uitwerking die vóór 1 januari 2009 zal plaatsvinden. Daarin wordt onder andere het ketenprogramma opgenomen. Dat is al vrij snel. De raad wordt gevraagd in te stemmen met enkele ambities zoals verhoging van de arbeidsparticipatie, betere 'match' tussen vraag en aanbod, integrale werkwijze en afstemming met het bedrijfsleven, onderwijs en welzijnsorganisaties. In principe is dat niet iets om tegen te zijn. We willen hiermee ook bereiken dat het aantal schoolverlaters wordt teruggedrongen en ook het aantal werkzoekenden. Tot zover is er nog niets aan de hand. Zeker als het bijvoorbeeld gaat om de vrij moeilijke groep van voortijdige schoolverlaters, is het goed om op te merken dat deze jongeren veraf staan van participatie in de maatschappij, zoals wij die voor ogen hebben. Het is te voorzien dat er in deze nota veel regels zullen komen en veel maatregelen om te zorgen dat deze mensen, misschien wel wat geforceerd, worden betrokken in het bedrijfsleven of dat ze verder gaan leren. Daarvoor moeten we waken. Het betreft een vrij grote groep mensen, misschien wel bijna 2000 in aantal, die met zorg behandeld moeten worden. Niet, zoals in dit geval, volgens beleidsregels die moeten worden uitgevoerd, maar gericht op mensen die wij graag meer willen laten participeren in de maatschappij. Daarnaast is er nog het feit dat dit misschien veel geld zal kosten. In deze nota wordt echter nog niet gesproken over geld. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we hier voornamelijk mensen gaan behandelen als mensen, dat we dit persoonsgericht houden en dat wij ons voornamelijk daarop richten en niet op het uitvoeren van regels. Behalve dat ons dit veel geld bespaart, kost het ook minder energie. Graag geef ik het college daarom mee zich in te zetten voor constructieve, kwalitatieve en creatieve oplossingen. Mevrouw Enschede: Mijnheer de voorzitter. Regionaal arbeidsbeleid is goed en noodzakelijk. De VVD-fractie vindt dat ook. In de commissievergadering hebben we gepleit om de toch specifieke situatie in Amstelveen niet uit het oog te verliezen. Wethouder Veenboer heeft toegezegd dat Amstelveen een eigen beleid zal kunnen blijven voeren. De vraag blijft echter toch bestaan wat nu precies de verhouding is tussen het regionale en lokale arbeidsbeleid. De VVD-fractie wil toch graag die specifiek Amstelveense problemen kunnen blijven aanpakken. De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. Uiteraard kan de lokale partij BBA zich volledig aansluiten bij wat de VVD daarnet heeft gezegd. Ik heb vooral een aanvullende vraag van financiële aard. In het voorstel staat dat financiële risico's in dit stadium nog niet bekend zijn. Tegelijkertijd heb ik in antwoord op vragen van wethouder Groot de opmerking teruggekregen dat het leer-werkloket ad € 225.000 verdeeld over vier jaar wordt ingezet als een incidenteel middel. Ik ben heel benieuwd of het college duidelijk kan maken of en hoe en in welke mate dit nieuwe beleid daarna misschien toch structurele middelen, of incidentele, zal kosten voor deze gemeente. In hoeverre kan het college aangeven dat dit
Pagina
14 van 38
niet het geval zal zijn? Dat is toch, neem ik aan, iets waarop men hier inzet: efficiency om gezamenlijk meer te doen voor het arbeidsmarktbeleid. De heer Alink: Mijnheer de voorzitter. Dit stuk is een voorstel dat nauwe samenwerking wil bevorderen tussen een aantal gemeenten met UWV en CWI om de werkparticipatie te vergroten. Er zijn vijf ambities geformuleerd tegen de achtergrond van toch grote wijzigingen die gaan optreden in de economische situatie in Nederland – zie datgene wat de commissie-Bakker heeft gerapporteerd. In dit verband heb ik nog twee vragen aan de wethouder. Er is al gesproken over het uitwerkingsprogramma dat voor 1 januari 2009 tot stand moet komen. Ik vraag hem of dat inderdaad het geval is en of er geen vertraging optreedt. De tweede vraag betreft de financiële afhandeling. In dit stuk staat inderdaad dat financiële consequenties vooralsnog niet bekend zijn. Gezien datgene wat ik in het rapport 'Research van beleid' heb gelezen, vraag ik de wethouder of het niet uiteindelijk zo zou moeten zijn dat het een kostenverdeling wordt volgens, of tussen, de regiopartners. In dat rapport wordt zelfs gesproken over subsidiemogelijkheden bij het Rijk en de provincie. Daarop wil ik graag een toelichting van de wethouder hebben. De heer Lustenhouwer: Mijnheer de voorzitter. "Werk is een belangrijke bron van sociale contacten, zelfrespect en zelfvertrouwen", zo schreef de commissie Arbeidsparticipatie onder leiding van TNT-topman Peter Bakker in haar advies aan het kabinet. Het CDA onderschrijft deze stelling. Het CDA vat het begrip 'werk' daarbij ruim op, van vrijwilligerswerk tot regulier betaalde arbeid die daarbij wel het uitgangspunt is. Het CDA erkent dat er mensen zijn voor wie dat altijd onbereikbaar zal blijven. Ook voor deze mensen acht het CDA enige vorm van werk zinvol. Daarom heeft het CDA zijn twijfels over plannen om de sociale werkvoorziening uit te kleden. Daardoor zullen personen tussen wal en schip gaan vallen. Het CDA denkt er eerder aan om extra WSW-plaatsen voor Amstelveners te realiseren en daarvoor voorlopig de niet meer verschuldigde eigen bijdrage aan de AM-groep te gebruiken. Het CDA is benieuwd hoe de andere fracties daarover denken. Ons uitgangspunt is dus reguliere arbeid. Hierin past naar de mening van het CDA geen toepassing van hoge loonkostensubsidies. Om reguliere arbeid te kunnen aanbieden, heb je in de eerste plaats werkgelegenheid nodig. Ook het stimuleren van werkgelegenheid maakt, wat het CDA betreft, deel uit van regionaal arbeidsmarktbeleid. Dit aspect is in de nota echter wat onderbelicht gebleven. Lokaal timmert het college hier inmiddels echter stevig aan de weg. Ik noem de deregulering, het ondernemersloket en de recente reis van wethouder Groot naar India, waarvan wij hopen dat die weer wat werk gaat opleveren. Daarnaast stemmen wij vanavond hoogstwaarschijnlijk in met de uitbreiding van het aantal vluchten op Schiphol, overigens binnen bepaalde voorwaarden waardoor de overlast voor de Amstelveners binnen de perken blijft. Tevens wordt gewerkt aan de verbetering van de bereikbaarheid van Amstelveen. De nota gaat vooral in op de match tussen vraag en aanbod. Onze regio kende in het eerste kwartaal van dit jaar – als ik de cijfers mag geloven – 1.435 vacatures en in 2007 minstens 10.000 mensen met een bijstands-, werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Er is dus inderdaad sprake van een discrepantie tussen vraag en aanbod. Dit vraagt volgens het CDA met name om een stevige inzet op scholing. Zeker met de invoering van het participatiebudget in 2009 zijn daarvoor ruim voldoende middelen beschikbaar. Om nog niet te spreken van het reïntegratiebudget, dat niet alleen door Amstelveen de afgelopen jaren te weinig is gebruikt. Daarom gaan er in Den Haag nu ook stemmen op om dit budget fors te verminderen. Ook van de potentiële werknemer – en dat is wat het CDA betreft in beginsel iedereen – mag het een en ander worden verwacht. Op het gebied van de reïntegratie mag er wat ons betreft dus een tandje bij. Gezien de investeringen in het Amstelveense ondernemersklimaat verwacht het CDA in ieder geval van het lokale bedrijfsleven ook een substantiële bijdrage. Niet alleen de aansluiting van het arbeidsaanbod op de arbeidsvraag dwingt tot het bevorderen van uitstroom uit de bijstand. Er is ook een financiële reden. Een te lage uitstroom ten opzichte van het landelijk gemiddelde betekent dat het budget voor de
Pagina
15 van 38
bijstandsuitkeringen ontoereikend kan blijken. De gemeente moet het verschil dan uit eigen middelen bijpassen. Het CDA gaat er echter van uit dat in de afgelopen jaren toch dermate in de Amstelveense bijstandgerechtigden is geïnvesteerd dat dit ons niet zal overkomen; regeren is tenslotte vooruitzien. Kan de wethouder ons op dit punt geruststellen? De nota zelf is een ambitieus stuk dat zich in de praktijk zal moeten bewijzen. Omdat alle betrokken partijen zich in de regionale arbeidsmarktvisie kunnen vinden, moet dat lukken. Tot slot nog een vraag aan de wethouder:hoe staat het met de regionale cliëntenparticipatie? Wethouder Groot: Mijnheer de voorzitter. Ik begin bij wat de heer Rodrigues Pereira heeft gezegd. Ik ben het helemaal met hem eens dat het gaat om zorgvuldig handelen voor elk individu. Daarbij proberen wij zo veel mogelijk maatwerk te leveren. Dat kan ook op deze wijze via de inzet van vele mensen en via de geïntegreerde dienstverlening. Ik ben het met hem eens dat het aantal schoolverlaters ons toch ook zorgen baart. Hun aantal is gestegen. Dat komt enerzijds door een betere registratie en anderzijds denken wij dat dit aantal ook echt is gestegen. We zijn het dus helemaal eens met de heer Rodrigues Pereira als hij zegt dat die mensen met zorg behandeld moeten worden, in de hoop dat wij die vroegtijdige schoolverlaters goed kunnen begeleiden bij scholing en werk. Wij zijn het eens met de opmerking van de heer Rodrigues Pereira over persoonsgericht handelen. Dat moet inderdaad op een constructieve wijze gedaan worden. Wat de vraag van mevrouw Enschede betreft, kunnen wij zeker lokaal beleid voeren. Sterker nog: wat wij doen in de regio, doen wij ook voor Amstelveen: wij gaan zeer sterk gericht te werk op bepaalde sectoren in lokale situaties waarvan wij vinden dat daar discrepantie heerst en waar wij veel beter een match tussen vraag en aanbod kunnen bewerkstelligen. Wij kijken dan zeer lokaal en zeer specifiek naar de situatie om daar dus lokaal beleid te voeren. Wij denken door een betere samenwerking in de regio meer efficiency te kunnen boeken. Voorts menen wij de kaartenbakken tussen de ene en de andere gemeente of regio veel dichter en sneller bij elkaar te kunnen brengen. Plus het feit dat wij nu een veel betere samenwerking proberen te bewerkstelligen met de CWI, UWV, ondernemingsinstellingen en werkgeversinstellingen. Dat is de plus van een dergelijke samenwerking. De heer De Jong heeft een vraag gesteld over de financiën. Feitelijk is het zo dat wij uiteraard vanuit de bestaande budgetten een structureel budget kiezen voor het W-deel en met name de integratiebudgetten. In 2006 hebben wij vanuit het uitvoeringsprogramma voor het werkloket € 225.000 incidenteel geld gereserveerd vanuit de algemene middelen. Vooralsnog denken wij, zeker op dit moment en met de wetenschap van nu, dat dit geld voldoende is om deze geïntegreerde dienstverlening te kunnen opzetten. Op dit moment hebben wij, structureel gezien, voldoende middelen om dit beleid te voeren. Mocht dit anders zijn dan kom ik uiteraard bij de raad terug. Voor zover ik het nu kan inschatten, moeten wij een heel eind kunnen komen. De heer De Jong: Mijnheer de voorzitter. De heer Groot is zeer diplomatiek in wat hij zegt. 'Met de kennis van nu' en 'de wetenschap van nu vooralsnog'. Dat is wel heel erg voorzichtig. Dan komt de wethouder 'bij ons terug'. Met andere woorden: komt hij dan in 2010 of eerder bij ons terug? Wethouder Groot: Mijnheer de voorzitter. Mijn complimenten voor de diplomatie van de heer De Jong. Wat wij nu hebben gereserveerd via incidentele middelen, is, denk ik, voldoende. Vervolgens hebben wij een behoorlijk W-deel. Dat is bekend. Wij denken dus voorlopig ruimschoots vooruit te kunnen qua WVO. Het kan wel anders lopen en dan komen wij bij de raad terug, maar op dit moment voorzie ik dat niet, evenmin in 2010. Dan heeft de Alink enkele vragen gesteld. Het is mogelijk dat het uitwerkingsprogramma vlak na de jaarwisseling komt. We koersen wel aan op die periode. De kostenverdeling tussen de partners en eventueel subsidiemogelijkheden zoals die is opgenomen in het rapport, staat daar op dit moment nog onverkort in. Dat is ook een reële kostenverdeling als we kijken naar de regio en de zwaarte van de verschillende gemeenten. Wat de subsidiemogelijkheden betreft zijn we inderdaad bezig te bekijken of andere partners
Pagina
16 van 38
kunnen meefinancieren om een extra impuls te kunnen leveren. Inderdaad zijn er enkele gremia genoemd die dat wel eens kunnen doen. Ik noem nog extra één gremium: de Kamer van Koophandel, die zich al bereid heeft verklaard mee te denken en mee te faciliteren en wellicht ook om mee te financieren. We zijn dus druk bezig om meer partijen hierbij te betrekken. Wat de vraag van het CDA betreft ben ik het eens met de opmerking dat het voor sommige mensen haast onmogelijk is regulier werk te krijgen. Mijn collega is daarop ingegaan tijdens de commissiebehandeling. Je moet er inderdaad voor zorgen dat daarvoor een goed vangnet komt, via de WMO of via andere wetten. We zullen dat ook zeker kunnen doen. Simpel gezegd: elk individu willen wij gewoon helpen. Wij zijn dus niet van plan om de WSW uit te kleden – dat is immers een heel goede voorziening voor een grote groep mensen. Het stimuleren van werkgelegenheid is ontzettend belangrijk om daarmee nog meer mensen aan werk te kunnen helpen. Dat doen wij inderdaad op verschillende manieren, zoals in het betoog van de heer Alink al is opgemerkt. Ik ben het dan ook helemaal met hem eens als hij stelt dat wij inderdaad heel veel vacatures hebben uitstaan. Daaruit is te zien dat die heel moeilijk zijn te vervullen in deze regio. Dat is met name te zien in de zorg, de techniek, en in het vervoer waar de personeelskrapte vrij fors is. De verwachting is dat die krapte moeilijk is in te lopen. Onder andere daarop zetten wij stevig in via scholing, lokale projecten en via het bij elkaar brengen van eventuele capaciteiten en competenties en via mogelijkheden die bedrijven kunnen bieden. Wij zullen dus heel veel doen aan reïntegratie. Dat is al eerder in een raadsvoorstel aan de orde gesteld. We zijn bezig met het opstarten van regionale projectenparticipatie. Dat geldt ook voor de WSW. We kijken daarbij naar de meest ideale vorm voor een regionale participatie van verschillende wetten. Daarmee komen wij nog bij de raad terug. De heer Lustenhouwer: Mijnheer de voorzitter. Met mijn opmerking over het uitkleden van de WSW doelde ik op landelijke initiatieven in plaats van regionale of lokale initiatieven. Wethouder Groot: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp dat punt. Dat is inderdaad onze zorg. Wij zullen dat ook bij het kabinet melden. Het zou inderdaad heel jammer zijn als dat wordt uitgekleed. Die taakstelling zal omhoog moeten en daar werken wij keihard aan. Gelukkig gold voor de Amstelveense situatie een positieve richtlijn. Voor de regio is dat nog onvoldoende. De heer Lustenhouwer: Mijnheer de voorzitter. Wat denken mijn mederaadsleden over de suggestie om de eigen bijdrage – die vanaf 2009 niet meer verschuldigd is vanwege het feit dat de egalisatiereserve bij de AM-groep een bepaalde hoogte heeft bereikt – in te zetten voor extra WSW-plekken voor Amstelveen? Wethouder Groot: Mijnheer de voorzitter. Daarover wil ik graag nadenken. De voorzitter: Dat is mooi. Wij geven u daartoe gaarne de gelegenheid. Aan de orde is de besluitvorming inzake de nota regionaal arbeidsbeleid. Ik stel voor conform te besluiten. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel. 7.
Het BING-rapport onderzoek Amstelveen; politieke beschouwingen.
De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Op donderdag 9 oktober, omstreeks een uur of drie heeft de burgemeester de fractievoorzitters geïnformeerd over de casus Landsbanki. Ik heb uiteraard mijn fractie daarover niet geïnformeerd, omdat de burgemeester ook om geheimhouding had verzocht en ik vind dat ik mij daaraan moet houden als mij dat wordt verzocht. Vervolgens zijn op 13 oktober de fractievoorzitters, en gelijktijdig ook de raadsleden, schriftelijk geïnformeerd. Bij nader inzien was wethouder Hellendall op dinsdag 7 oktober op de hoogte van de eerste vage tekenen. Vervolgens heeft het college dat op woensdag 8 oktober besproken, waarna een dag later, zoals gezegd, de fractievoorzitters zijn geïnformeerd.
Pagina
17 van 38
Die kredietcrisis was natuurlijk al volop gaande; met name in de Verenigde Staten van Amerika, maar ook in Europa. De Amerikaanse gulden was bij voorbaat al tweeënhalf maal de beurskapitalisatie van Wall Street op het hoogtepunt en tien keer de totale markt voor het Amerikaanse schatpapier. De geldmachine heeft geweldig gewerkt en er was in het voorjaar een zeer grote hoeveelheid imaginair geld ontwikkeld. Die zeepbel is geploft. Het bericht van het college dat er € 15 miljoen in IJsland stond, schokte mij enorm. In Den Haag is iedereen tegenwoordig verbijsterd, maar ik was gewoon geschokt. De vragen die zich allicht voordoen, zijn natuurlijk naast de schuldvraag: wat is er verwijtbaar, zijn er voortekenen geweest? Ik benadruk nog eens dat de bevoegdheid om geld uit te zetten op 2 september 2003 door het college is gemandateerd aan het hoofd facilitair bedrijf. Vervolgens is er ondermandaat verleend aan het hoofd van de afdeling middelenbeheer. Laat ik vooropstellen dat al die ambtenaren natuurlijk volkomen te goeder trouw hebben gewerkt. Toch heb ik enkele vragen hoe dan in die wordingsgeschiedenis deze elementen geïnterpreteerd moeten worden. Dan is de eerste vraag of de ambtenaren op de hoogte waren van het feit dat de organisatie hier in Nederland helemaal geen vergunning van de Nederlandse Bank had. Dat had IJsland niet en evenmin was Landsbanki in het bezit ervan. Halverwege mei van dit jaar hebben de centrale banken van Denemarken, Noorwegen en Zweden nog noodleningen verstrekt aan het eiland IJsland om de IJslandse kroon te ondersteunen. Op 20 mei jongstleden heeft kredietbeoordelaar Moody een negatief advies gegeven over de kredietwaardigheid van Landsbanki. Ik meen dus dat de ambtenaren, die toch een professionaliteit behoren te hebben op dit gebied, van deze dingen op de hoogte behoren te zijn. Hoe kun je in vredesnaam deze sommen uitzetten naar een land dat geen deel uitmaakt van de EU? Die bank had immers geen vergunning van de Nederlandse Bank. Het college, althans de ambtenaren, hebben gebruik gemaakt van tussenpersoon X. Maar die tussenpersoon heeft ook bij de Ceteco-affaire – bekend van enige jaren geleden – een rol gespeeld. Wat te denken van het valutarisico? Al deze factoren hebben mij ertoe gebracht – ik heb dat ook vorige week gezegd in de commissie ABM – mijzelf af te vragen of het niet verstandig is dat het college gewoon het mandaat intrekt dat aan de betrokken ambtenaren is gegeven. Als dat mandaat immers in stand wordt gehouden, blijven we toch hetzelfde risico lopen. Het zal wellicht niet gebeuren, maar we moeten ook een keer leidinggevende capaciteiten durven demonstreren. Zoals gezegd, is de betrokken notitie op 13 oktober in het presidium besproken. Het BINGrapport hebben we op 14 oktober gekregen. Dat rapport laat nog enkele vragen open. Ik vind vooral ook de wijze waarop BING de centrale bank in Nederland in de hoek zet niet correct. Daarmee wordt ook op onaanvaardbare wijze het zoeklicht eigenlijk verlegd van college en ambtenaren naar de Nederlandse Bank, die slechts een reactieve positie inneemt. Bij die bank kan niet de verantwoordelijkheid worden gelegd zoals die in het BING-rapport wordt genoemd. De voorzitter: Mijnheer Bulsing, wilt u afronden? De heer Buksing: Mijnheer de voorzitter. Ja, ik rond af. Tot slot nog een enkele opmerking over het dualisme. De raad is in korte tijd drie keer geconfronteerd met vrij grote incidenten. Ik noem Casema, het evenementenbeleid en situaties waarin de raad tot op detailniveau moest afdalen. In het dualistische systeem sturen we immers op hoofdlijnen en op kaders. Dat is wel allemaal erg leuk, maar volgens mij is het met het dualisme nu meteen afgelopen. Nog een laatste opmerking: de mening van de VVD-fractie is dat we te vuur en te zwaard nationaal en internationaal dienen te protesteren tegen Landsbanki. Ik vind ook dat wij tevens de grootaandeelhouder/eigenaar in IJsland privé moeten aanspreken. De voorzitter: U moet nu echt afronden. U bent nu echt ruim over uw tijd heen. De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Maar ik had nog tijd over van de begrotingsronde. De voorzitter: Mijnheer Bulsing, u maakt nu uw betoog af.
Pagina
18 van 38
De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Naar Nederlands recht zou het mogelijk zijn geweest een grootaandeelhouder in privé aan te spreken. Ik vind dat dit moet gebeuren. De heer Drost: Mijnheer de voorzitter. 'Ja, Wouter doet het goed, mensen'. Dat hoor ik veel de laatste tijd. Vorige week keek ik naar Pauw en Witteman en keek ik in die griezelig strenge blik van de commissaris van de Koningin. Het werd toen heel gezellig: Wouter belde in. In de fractie hebben we het erover gehad en ik moet eerlijk zeggen dat wij de heer Bos van financiën wel steunen als hij opkomt voor de belangen van de gedupeerden. In de eerste plaats komt hij ook wel op voor die kleine spaarders. Uit onze kring, in de commissies en op andere plekken, maar ook op de websites, wordt de laatste tijd nogal ingekluund op ambtenaren. Dat vind ik onbesuisd, onbeschaafd, ongepast en onjuist. De ambtenaren zitten immers hier in dit huis in een informeringscyclus waarbij ze een goede werksfeer moeten hebben. De gemeente Amstelveen moet daarbij een veilige werkgever zijn. Bij alle voorstellen die de ronde doen, wordt meteen maar geopperd de mes in het apparaat te zetten. In dit verband roep ik de vorige raadsperiode in de herinnering. Daarin werden de bezuinigingen grotendeels verwezenlijkt op het apparaat. Ik maan dus tot voorzichtigheid op beide punten. We willen immers geleegde kliko's, geveegde straten, geïnde hondenbelasting en paspoorten die men kan afhalen. We willen ook dat de pc's en de tekentafels op volle toeren draaien voor beleid, ov, A9 enzovoort. Bovendien: let op die arbeidsmarkt met ontgroening en vergrijzing. Straks hebben we geen mensen meer, want die gaan op de loop. Dan de zaak BING. In de commissie ABM-extra heeft collega Houwink ten Cate namens de fractie van de PvdA scherp en glashelder een kritische analyse neergelegd. In de fractie hebben wij intensief en langdurig gesproken over het dossier, het treasurystatuut en het informatiestatuut. We kwamen tot de conclusie dat wat betreft dat statuut de wethouder niets te verwijten valt. Toen de burgemeester mij op die donderdagmiddag belde, riep ik of hij dat meende. Ik heb immers ook die geheimhouding in acht genomen. Achteraf zeg ik dat ik dat niet weer zo zou doen. Ik zou, geloof ik, meteen de raad bijeenroepen en de avond ervoor de fractievoorzitters. Ik zou niet nog eens kiezen voor het achteraf bijeenroepen van fractievoorzitters en raad. Dan het actuele, kritische moment en de politieke momenten. Ons rode hart gaat er sneller van kloppen en het water staat ons in de handen, maar met moeite en verdriet doe ik u de raad toch een voorstel voor een motie over de Landsbanki-affaire.. Motie M1 (PvdA, CDA, VVD): Landsbanki-affaire De raad van de gemeente Amstelveen, in vergadering bijeen op 5 november 2008; gehoord de beraadslaging inzake de Landsbanki-affaire; overwegende ten aanzien van de treasury: • dat uit het rapport van BING blijkt dat op zichzelf het treasurysysteem van de gemeente Amstelveen deugdelijk is, maar dat de werking ervan wordt verstoord door gebreken in de informatievoorziening, met name door beperkte mogelijkheden van toezicht van De Nederlandsche Bank op centrale banken buiten de EU, maar binnen de Europese ruimte en door het niet adequaat functioneren van de rating agencies; • dat nu pijnlijk is gebleken dat op de kwaliteit van de keten in dit systeem niet kan worden vertrouwd; • dat daarom extra waarborgen nodig zijn om de financiële belangen van de gemeente veilig te stellen; • dat die waarborgen voorlopig gezocht dienen te worden in een beperking van de instanties waarbij gelden worden uitgezet tot instellingen met een triple A-rating, die onder volledig toezicht staan van DNB, en in het uitbreiden van de kring van personen die met de beslissing over uitzettingen is belast;
Pagina
• •
19 van 38
dat vanwege de gebeurtenissen een interdepartementale werkgroep met VNG en IPO beziet in hoeverre de wet Fido en andere regelgeving voor een grotere veiligheid moeten worden aangepast; dat de uitkomsten daarvan in het gemeentelijk beleid moeten worden doorgevoerd, maar dat daarop niet kan en moet worden gewacht;
overwegende ten aanzien van het informatiestatuut: • dat recent een nieuw informatiestatuut tussen college en raad is vastgesteld; • dat in dat statuut om op zich begrijpelijke redenen een marge aan discretionaire bevoegdheid bij de wethouder of het college is gelegd door het gebruik van termen als 'politiek gevoelig' en 'onverwijld'; • dat de wethouder van financiën over informatie beschikte die hij op grond van een aantal geruststellende signalen niet heeft geïnterpreteerd ais politiek gevoelige informatie die hij onverwijld moest delen met de raad, gezien het debat over besteding van middelen aan de N201 op de avond van 7 oktober; • dat met de wetenschap van nu gezegd kan worden dat het wel degelijk van belang was geweest wanneer die informatie meteen voor de raad beschikbaar was gekomen, maar dat, met BING, begrip kan worden opgebracht voor de afweging die de wethouder ter plekke moest maken op grond van de toen beschikbare informatie; • dat het echter heel onbevredigend is dat nu blijkt dat het nieuwe informatiestatuut nog steeds onduidelijkheid laat bestaan over de verplichting jegens de raad, dat daar nu weer verschillende interpretaties in de raad over de ronde doen en dat dus kennelijk het informatiestatuut niet aan zijn doel beantwoordt; • dat deze onduidelijkheid afbreuk doet aan een gezamenlijk gedragen bestuurscultuur, hetgeen voor een goed functioneren van de gemeente ongewenst is; verzoekt het college: 1. in afwachting van een nieuw treasurystatuut op basis van een aangepaste wet Fido gemeentelijke gelden alleen nog uit te zetten bij instellingen met een triple A-rating die volledig onder toezicht staan van De Nederlandsche Bank; 2. in afwachting van een nieuw treasurystatuut op basis van een aangepaste wet Fido, beslissingen over uitzettingen te laten nemen door het voltallige college na voorbereiding door de directie en ambtenaren, zodat de kring van personen die een oordeel over de uitzetting geven aanzienlijk wordt uitgebreid; 3. met een nader voorstel te komen tot aanscherping van het informatiestatuut, zodat meer dan nu helderheid bestaat over de informatieplicht van het college naar de raad en de discretionaire marge en interpretatiemogelijkheden verder worden ingeperkt. En gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: Dank u wel. Motie M1 is voldoende ondertekend en maakt deel uit van de beraadslagingen. De motie kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. Het woord is aan de heer Maarse. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Over dit onderwerp is al veel gezegd. Ik zal mij daarom beperken tot drie punten. Ten eerste: het verdwijnen van het geld. Volgens het BING-rapport en volgens het college valt niemand iets te verwijten omdat er volgens de regels is gehandeld. Wij vinden dat wat te kort door de bocht. De kredietcrisis is al meer dan een jaar oud en is langzaam in heftigheid toegenomen. Het omvallen van Landsbanki was bepaald niet het eerste signaal dat er iets aan de hand was. Een oplettend college, gevoed door een oplettend apparaat, had zich onder de bijzondere omstandigheden van een zich ontwikkelende kredietcrisis kunnen afvragen of de regels nog wel voldoende houvast boden. Men had kunnen overwegen om niet alleen volgens de regels te handelen, maar het geld wat dichter bij huis te stallen. Dat is op andere plaatsen ook gebeurd. Of het college of het apparaat de signalen heeft laten liggen, doet er niet toe; het college is en blijft verantwoordelijk. Ten tweede: de gang van zaken bij de extra vergadering van de commissie ABM over het BING-rapport. Ik ging nog redelijk onbezwaard de vergadering in, maar ik kwam er met, alweer, buikpijn uit. "Nee hoor, de regels zijn gevolgd en dan is het toch goed genoeg?" Nee, het is helemaal niet goed. "Ik wist het wel maar ik wist het niet." Ja, wat is dat nou?
Pagina
20 van 38
Het zit ons dwars dat het college zichzelf vrijpleit door alleen op de regels te focussen. Die zijn gevolgd, maar wat wij missen, is dat iemand de politieke verantwoordelijkheid neemt. De gemeente mag dan niet in acute problemen komen, het is echter niet niks wat er is gebeurd. Er is € 15 miljoen verdwenen, of mogelijk iets minder, zo hoorde ik daarnet. Linksom of rechtsom gaat dat op termijn de Amstelveners wel degelijk raken, hetzij via hogere lasten, hetzij via verminderde uitgaven. Maar er is niemand voor verantwoordelijk en iedereen kan gewoon blijven zitten waar hij zit. Wat is dat nu voor signaal, als het verdwijnen van € 15 miljoen geen enkele politieke consequentie heeft, als niemand er de politieke verantwoordelijkheid voor neemt? De kloof tussen burger en politiek, daar hebben we het hier ook vaak over. Welnu, een beter middel om die kloof verder te verbreden, kan ik niet bedenken. Niemand zal het begrijpen. Ten derde: wat ons betreft het belangrijkste punt: de actieve informatieplicht. Voor ons is de wethouder hier echt door het ijs gezakt. We hebben het al zo vaak over het actief informeren van de raad gehad. We hebben nota bene in september nog de leidraad voor actieve informatieplicht behandeld en nog eens uitgesproken dat het erop aankomt politiek gevoel te hebben voor wat belangrijk is en wat niet. Me dunkt dat het politiek relevant is om te weten dat je € 15 miljoen euro hebt staan bij een bank die in grote problemen verkeert, als je gaat beslissen over het uitgeven van miljoenen aan automobiliteit. De wethouder moet ongemakkelijk hebben gezeten toen de heer Alink en ik de reservepositie aan de orde stelden. Op dit punt nemen we geen genoegen met de uitleg van de wethouder in de commissie. Ook al zei de IJslandse regering op dat moment nog tegoeden te garanderen, er was overduidelijk van alles aan de hand. De wethouder had nota bene antwoorden voorbereid voor ais er iemand iets zou vragen. Dan doe je toch niet zomaar? Dan weet je toch dat er reden is om ons in te lichten? Zoals eerder gezegd, ik was wel op de hoogte van de situatie in IJsland, maar ik wist niet dat Amstelveen erbij betrokken was, dat wij daar geld hadden staan. Dat had ik willen weten. De samenwerking tussen college en raad moet steunen op vertrouwen. Dat zijn wij helaas kwijt. Het kan toch niet zo zijn dat we aan het einde van een vergadering aan de wethouder moeten vragen of er misschien toevallig nog iets is wat wij hadden moeten vragen? We kunnen uit wat er in de commissievergadering is besproken, concluderen dat de wethouder zelf zijn verantwoordelijkheid niet neemt. Met tegenzin moeten wij daarom de wethouder duidelijk maken wat we van hem zelf hadden verwacht. Dat doen we met een motie van wantrouwen. Motie M2 (GroenLinks, D66, OCA): motie van wantrouwen De raad van de gemeente Amstelveen, in vergadering bijeen op woensdag 5 november 2008, behandelend het rapport van het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING) over het handelen van de gemeente bij het uitzetten van deposito's bij Landsbanki; constaterende dat: • er in de aanloop naar het omvallen van Landsbanki geen signalen vanuit de financiële markten, de ratingbureaus of het algemene nieuws over IJsland en de IJslandse bankensector zijn opgepakt, zodat niet voor het feitelijk omvallen van Landsbanki een wijziging in beleid m.b.t. het uitzetten van gelden is overwogen; • de wethouder van financiën op 7 oktober 2008 voor de op die dag gehouden raadsvergadering inmiddels wel in die mate op de hoogte was van problemen in IJsland dat hij alarm sloeg in de interne organisatie, maar ondanks zijn ongerustheid niet tijdens deze raadsvergadering de raad heeft geïnformeerd over de directe betrokkenheid van de gemeente Amstelveen bij de toestand in IJsland, tot een bedrag van € 15 miljoen, terwijl er in die vergadering ook nog is beslist over het uitgeven van miljoenen en het gemeentelijke weerstandsvermogen onderwerp van gesprek is geweest; overwegende dat: • het college van B en W nog steeds van mening is dat er voor en op 7 oktober 2008 accuraat is gehandeld; • het voldoen aan de eisen van actieve informatieplicht jegens de raad regelmatig en ook nog recent onderwerp van debat is geweest;
Pagina
•
21 van 38
het melden van de betrokkenheid van de gemeente bij de problemen op IJsland tijdens de raadsvergadering van 7 oktober mogelijk van invloed was geweest op de in die vergadering plaatshebbende besluitvorming;
spreekt uit: onvoldoende vertrouwen te hebben in het functioneren van de wethouder van financiën, vergunningen, et cetera. Een gaat over tot de orde van de dag. De voorzitter: Dank u wel. Motie M2 is voldoende ondertekend en maakt deel uit van de beraadslagingen. De motie kan worden vermenigvuldigd en rondgedeeld. Het woord is aan mevrouw Roos. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Na de extra vergadering van vorige week is BBA van mening dat er weinig lering wordt getrokken uit de voorgaande situaties. Zoals we allemaal hebben gemerkt, zijn we overspoeld door e-mails en ook via krantenberichten werd ons duidelijk gemaakt dat de burger het zeer ernstig vond wat er hier was gebeurd. Zeker met betrekking tot de actieve informatieplicht jegens de raad hebben wij dus een probleem. Volgens ons lukt het de wethouder op de een of andere manier niet de zaken goed in te schatten. En in dit geval vooral wat het tijdstip betreft waarop de raad wordt geïnformeerd. In de Landsbanki-zaak had de wethouder de raad zeker op 7 oktober 2008 van het een en ander op de hoogte moeten stellen. Maar wat gebeurt er? Het duurt op z'n minst tot donderdagmiddag, dus twee dagen later, voordat de fractievoorzitters worden benaderd. Met een moreel beroep op vertrouwelijkheid worden we geïnformeerd door de burgemeester; van de wethouder horen we helemaal niets. De raad wordt de maandag daarop pas geïnformeerd. Het is toch een ernstige zaak: € 14,9 miljoen weg. € 900.000 per jaar minder op onze begroting. Wat voor een ramp moet er gebeuren voordat het college van B en W de zaken serieus neemt en de raad actief informeert? In tegenstelling tot het college van B en W en het BING-rapport is BBA niet van mening dat de portefeuillehouder geen blaam treft. Het systeem wordt als verantwoordelijke aangewezen, maar een systeem wordt gemaakt en ingevuld door mensen. Het onderzoek van BING is slecht en onvolledig. Ondanks alle signalen vanaf februari 2008 wordt er elke maand opnieuw geld uitgezet bij Landsbanki, en zoals dat uit het overzicht blijkt, tegen een zeer beperkte rente waarvoor dat geld ook in Nederland belegd had kunnen worden. Ik weet niet of iedereen het overzicht van vandaag heeft gezien, maar des te meer verbaast het mij dat men elke keer het geld naar Landsbanki bracht. Zoals in de commissie is gezegd, hebben we niet duidelijk gekregen of dus elke keer de gemeente is geïnformeerd door de tussenpersoon over het rekeningsysteem en de risico's van die bank. Daarin heb ik totnogtoe geen inzicht gekregen. Op die specifieke vragen heb ik nog geen antwoord gekregen. Dat antwoord wil ik nog steeds van de wethouder krijgen. Ondanks de signalen vanaf februari 2008 hoort de wethouder van financiën iedere keer informatie te verkrijgen van de tussenpersonen over de rekening en de risico's met betrekking tot de bank waar het geld wordt uitgezet. De verantwoordelijke wethouder gaf aan voor oktober 2008 Landsbanki niet te kennen. Onze vraag aan de wethouder is dan: zijn de risico's dan wel voldoende beheerst? Niets is er immers goed gegaan. Daarom heeft mijn fractie een belangrijke vraag aan de wethouder. Is hij het met ons eens dat het hem zou sieren als hij zijn eigen verantwoordelijkheid neemt en voor deze, toch voor onze mensen grote blunders, de eer aan zichzelf houdt? De heer Siegmann: Mijnheer de voorzitter. We hebben een vergadering van de commissie ABM achter de rug waarin we ook over de schuldvraag hebben gesproken. Ondertussen ben ik niet van mening veranderd. Die € 15 miljoen is de schuld van de financiële crisis. Al het andere is wijsheid achteraf. Ik las bijvoorbeeld vandaag nog over ambtenaren in Goes die nog voor het uitzetten de halfjaarresultaten van Landsbanki hadden bekeken. Die resultaten waren uitermate gezond. Die bank zat niet in Amerikaanse hypotheken. Het was een geweldige bank. Natuurlijk waren er signalen, maar dat is echt wijsheid achteraf.
Pagina
22 van 38
Iedereen zegt nu bij zichzelf dat het stom is dat niet ingezien te hebben. Men zag het op 6 oktober 2008 pas in volle omvang in voordat die bank omviel. Zo werkt een bank namelijk. Je zou zelfs kunnen zeggen – en dat gaat dan over de circulaire van het treasure institute – dat dit expres de handelingsvrijheid van ambtenaren beperkt sinds de Ceteco-affaire. Daarin staat heel precies bij welke bank men wel mag beleggen en bij welke niet. Dat voorkomt dat er een ambtenaar, iemand die financiën erg leuk vindt, zou komen – zonder een ambtenaar de schuld te geven, denk ik dan even volgens de lijn van de circulaire – die, zoals bij de Ceteco-affaire is gebeurd, daarmee gaat experimenteren. Dat wil men expres niet hebben, men wil duidelijke regels want geldzaken zijn niet gemakkelijk. Achteraf blijkt nu – daarom spreken we van een crisis – dat die regels niet goed genoeg waren. Ik vind niet dat men daarvan de wethouder de schuld kan geven omdat hij dat niet bedacht heeft. Wat de informatieplicht betreft had ik het zelf beter gevonden als de wethouder meteen had gezegd wat zijn gedachten op die dinsdag waren over wat hij toen had gehoord. Er werd toen gesproken over een probleem bij een bank waarop onze gemeente mogelijk geld had staan en dat er mogelijk risico's waren. Dat vind ik trouwens nog geen reden om nu met een motie van wantrouwen jegens de wethouder te komen. Ik vind ook zeker dat de wethouder sindsdien heel goede acties heeft uitgevoerd door het nemen van initiatief en door het meedoen met andere overheden. De reserves zijn bedoeld voor het opvangen van risico en van tegenvallers. Welnu, dat is nu dan nodig gebleken. Ik heb enkele financiële experts gevraagd wat zij daarvan vonden. Hun eerste reactie was waarom de gemeente zoveel reserves had. Ik vind dat we ons hoofd koel moeten houden. Er is zelfs nog geld voor investeringen in het ov, hetgeen wij ook belangrijk vinden. Wat de motie van GroenLinks betreft vraag ik mij af of het niet apart is dat die fractie deze motie indient. Zij zegt namelijk dat die informatie mogelijk van invloed was geweest op de besluitvorming. Maar dat geldt niet voor GroenLinks, want die partij was al tegen. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Dat is Holland op z'n smalst. De raad is immers groter dan alleen GroenLinks. De heer Siegmann: Mijnheer de voorzitter. Dus dat betekent dat deze informatie niets verandert aan het standpunt van GroenLinks. De voorzitter: De heer Maarse heeft nog even gelegenheid voor een korte interruptie. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Aan mijn standpunt verandert inderdaad niets. Er zitten hier meer mensen die goed luisteren naar wat er is gebeurd. Misschien reageren die daarop. De heer Siegmann: Mijnheer de voorzitter. Misschien zouden zij dan die motie moeten indienen. De heer Drost zei dat hij Wouter Bos steunde omdat hij opkomt voor de kleine spaarders. Wij steunen Wouter Bos niet want hij komt niet op voor de kleine spaarders. Hij komt alleen op voor zijn eigen schatkist en voor de door hem gedane beloftes. Want meer dan die garantie komt er natuurlijk niet uit Landsbanki. De heer Drost: Mijnheer de voorzitter. Gelukkig valt dit heel goed bij de mensen. De heer Siegmann: Mijnheer de voorzitter. Ik vind dat wij hier moeten opkomen voor het belang van de gemeente. Daarom vind ik dat de wethouder zeker moet vasthouden. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. Drie jaar geleden meldde de wethouder van financiën dat de miljoenen tussen de bureaus klotsten. Momenteel bevindt zich daarvan € 15 miljoen op IJslandse ijsschotsen. D66 neemt dit ernstig op. We hebben het hier over € 15 miljoen gemeenschapsgeld en dat lijkt vooralsnog verdwenen. Onze burgers maken zich zorgen. Zij vragen zich af of zij volgend jaar extra geld moeten betalen. Of dat er mogelijk voorzieningen gaan verdwijnen.
Pagina
23 van 38
Ik ga de commissievergadering van 28 oktober niet over doen. In die vergadering hebben wij de wethouder een spervuur van vragen gesteld. De fractie van D66 vindt dat de wethouder op twee momenten verwijtbaar heeft gehandeld. Die momenten zijn 19 september en 7 oktober. Op 19 september is er nog geld weggezet bij Landsbanki. Op 30 september had Landsbanki zijn rating verloren, ofschoon in de commissie bleek dat er nog enige discussie was over wie er geloofd moest worden. Ook dat kostte moeite om het antwoord van de wethouder daarop te vernemen. En op 19 september was de financiële crisis wereldwijd al aan de gang. Toch zijn die gelden nog steeds bij Landsbanki weggezet. Op het moment dat bleek dat die bank de A-rating verloren had, heeft de wethouder – en dan spreek ik alleen de wethouder aan – geen activiteit ontplooid om het geld terug te krijgen. Hij heeft volledig vertrouwd op andere instanties en hij heeft geen enkele eigen verantwoordelijkheid genomen voor de eigen € 15 miljoen gemeenschapsgeld. Punt 2 betreft 7 oktober: het niet op tijd informeren van de gemeenteraad – en overigens ook van het college – over de ontstane situatie. In de middag van 7 oktober was de wethouder op de hoogte dat er € 15 miljoen bij Landsbanki stond. Hij had op dat moment geen actie ondernomen naar ambtenaren – afgezien van een mailtje dat hij koude rillingen had – college of raad. Hij had zich wel voorbereid op vragen in de raadsvergadering. Maar hij heeft toen alsnog besloten daarvan geen melding te doen, terwijl er wel over financiën werd gesproken: € 20 miljoen voor de N201. Ook bij de tijdvakrapportage is nog gesproken over het weerstandvermogen. 7 oktober, de dag waarop nog actie ondernomen had kunnen worden, heeft hij voorbij laten gaan. Pas toen het echt te laat was, namelijk op 8 oktober, heeft hij het college en de fractievoorzitters geïnformeerd. De commissievergadering van 28 oktober heeft de zaken voor D66 er niet duidelijker op gemaakt. De beantwoording was vaag en soms ook inconsequent. De fractie van D66 heeft dan ook grote twijfel of de wethouder wel weet wat er eigenlijk in dit dossier is gebeurd. Daar komt ook nog bij dat in de commissievergadering is gebleken dat de wethouder volledig achter het rapport van BING staat. Daarmee mist hij de politieke antenne om te erkennen dat er wel degelijk iets is misgegaan. Want als er niets was misgegaan, waren we ook geen € 15 miljoen kwijt geweest. D66 constateert op drie punten het ontbreken van politieke alertheid. Ten eerste: de zorg onder de bevolking en het afleggen van een verantwoording hiervoor door de wethouder. Ten tweede: het niet op tijd informeren van college en raad over de ontstane situatie. Ten derde: het niet erkennen van fouten in de commissievergadering van 28 oktober. Dit alles overwegende heeft de fractie van D66 besloten om over te gaan tot een zwaar middel: de zojuist ingediende motie van wantrouwen. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. De ChristenUnie zoomt bij dit agendapunt in op twee punten. In de eerste plaats op de depositostelling op 19 september 2008. In de tweede plaats op het zwijgen en niet-proactief acteren van de wethouder op de middag en de avond van 7 oktober 2008. Om met het eerste te beginnen: ons bezwaar is dat bij de laatste verlenging van een deposito van € 3,5 miljoen, toen er echt enkele seinen al op geel stonden, veel is gehandeld op de automatische piloot en niet op basis van kennisoverwegingen, op het vermijden van risico's met overheidsgeld enzovoort. Ik heb al gezegd dat zo'n houding niet vertrouwenwekkend is voor het beheersen van de grote uitgaven waarvoor Amstelveen zich gesteld weet. Er waait al sinds 2007 een flinke stormwind door de financiële wereld, ook in Nederland en met name ook in IJsland. Zo schreef De Telegraaf op 2 juni 2008: "De situatie rond de IJslandse banksector is al geruime tijd zorgelijk. De kredietcrisis heeft IJsland in zwaar weer gebracht. De inflatie giert de pan uit en er wordt getwijfeld of de IJslandse Centrale Bank in staat zal zijn het faillissement van een bank te kunnen dragen." In het Algemeen Dagblad stond op 29 mei 2008: "Mocht Landsbanki failliet gaan, dan moet u dus wel uw geld in IJsland ophalen." Daarbij komt ook nog dat een topman van de Rabobank in juli 2008 in het tv-programma NOVA waarschuwde dat Landsbanki zou kunnen omvallen. Hieruit blijkt wel dat in juni en juli alle seinen al op geel stonden. Niettemin is de gemeente Amstelveen onverdroten voortgegaan met het uitzetten van gelden in IJsland, puur op basis van een rating. De ChristenUnie vindt dat dit niet de bedoeling is. Juist in tijden van een crisis is het uitsluitend vertrouwen op een rating niet de juiste handelwijze.
Pagina
24 van 38
Ten tweede: de actieve informatieplicht van de wethouder tijdens de vergadering van 7 oktober jongstleden. Heeft de wethouder nu wel of niet aan zijn informatieplicht voldaan? Het was op dat moment bekend, of het had bekend moeten zijn, dat er vanaf 1 oktober 2008 een bericht op internet stond met als titel "Financial avalance hits Iceland amids creditcrisis." Dat bericht blijkt, aldus bericht ratingbureau Stich al eind september, dat drie van IJslands grootste banken Glitner, Kaupthing en Landsbanki hadden gedevalueerd. Op dat moment gingen spaarders op 6 oktober in paniek hun spaargeld ophalen bij Landsbanki. Toen stopte Landsbanki met het doen van betalingen aan spaarders. Tot dat moment was er al een bedrag van € 200 miljoen door spaarders opgehaald. Bovendien wil het toeval dat De Nederlandse Bank (DNB) al op 7 oktober bij de rechtbank te Amsterdam heeft verzocht om een noodregeling toe te passen op Landsbanki. Op die datum alsmede op 9 oktober vonden er in het gerechtsgebouw van Amsterdam zittingen plaats. Op 13 oktober kwam er een beschikking waarbij de noodregeling inderdaad van toepassing werd verklaard en twee bewindvoerders door de rechtbank werden aangesteld. In die procedure erkende Landsbanki al dat er een acute noodsituatie was en dat sedert 6 oktober 2008 er geen betalingen meer waren gedaan aan spaarders. 's Ochtends 7 oktober 2008, stond om 9.53 uur op internet (debeurs.nl) dat het balanstotaal van Landsbanki 374% was van het bruto nationaal product van IJsland. Al bleek daarna dat een andere IJslandse bank een balanstotaal van 623% had van het BNP van IJsland. IJsland met 300.000 inwoners – vier keer het inwonersaantal van Amstelveen – bood dus weinig garantie als Landsbanki of een andere IJslandse bank zou omvallen. Al met al reden voor grote zorg bij mensen en instellingen die aan die banken hun geld hebben toevertrouwd. Blijkbaar heeft de wethouder deze berichten niet gevonden op internet. Hij kwam slechts uit bij De Telegraaf. Bovendien moest hij naar huis om een hapje te gaan eten. Hij had dus geen tijd om de kwestie nader uit te zoeken of om overleg te plegen met zijn ambtenaren of met leden van het college. De ChristenUnie vindt dit voor een wethouder van financiën een onwaardige reactie. Daar druipt de gelatenheid van af. Uit de antwoorden van de wethouder in het onderzoeksrapport blijkt dat hij de situatie van IJsland op 7 oktober nog steeds niet goed wist in te schatten. Hij vergeleek op dat moment de IJslandse situatie met die van Fortis. Daarom had hij de raad nog niet geïnformeerd. Voor de ChristenUnie blijkt hieruit opnieuw dat de wethouder op dit punt van vermogensbeheer niet goed was ingevoerd. Blijkbaar kreeg hij van zijn ambtenaren geen hulp in dezen. De ChristenUnie vindt dat de wethouder tijdens en na zijn speurtocht de kwestie niet doortastend en kordaat heeft aangepakt. Hij dacht wel erg makkelijk over de crisis. De voorzitter: Wilt u nu afronden. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. Juist op dat moment hadden wij een wethouder nodig die ons informeerde en die vervolgens krachtig zou optreden. Daarin is de wethouder echter niet geslaagd. Daarmee heeft hij zich gediskwalificeerd in het leiderschap op het moment waarop hij juist een voorbeeld van leiderschap had moeten zijn. Als hij nog kan zeggen dat hij kan inzien dat hij wel daadkrachtig had moeten optreden, of dat hij betreurt dat hij te traag heeft gehandeld? Maar dat hoor ik hem niet zeggen. Om al deze redenen zullen wij de motie van wantrouwen tegen deze wethouder vooralsnog steunen. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. Uit het BING-rapport komt naar voren dat de portefeuillehouder en de betrokken ambtenaren niets te verwijten is. Zij hebben volgens de vastgestelde regels gehandeld. Toch blijft er nog twijfel hangen. Het blijkt namelijk dat de verantwoordelijkheden op treasury-gebied door het college laag in de organisatie zijn gemandateerd. Is dat al niet een verkeerd begin, ook al zou alles aan het systeem liggen? Dat de portefeuillehouder op de avond van 7 oktober in de raadsvergadering de raad op geen enkele manier heeft geïnformeerd over zijn kennis over de ontstane situatie voor de gemeente Amstelveen, is voor ons reden om de motie van wantrouwen mede in te dienen. De voorzitter: Dank u wel. Dit was de eerste termijn van de raad. Ik stel voor dat wij tien minuten schorsen voor een kopje koffie.
Pagina
25 van 38
Schorsing van 21.49 uur tot 22.14 uur. De voorzitter: De vergadering is heropend. Voor de eerste termijn van het college geef ik het woord aan wethouder Hellendall. Wethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. Laat ik om te beginnen benadrukken dat wat er gebeurd is, verschrikkelijk is. Ik krijg ook die brieven van inwoners die het volstrekt niet begrijpen dat er inderdaad gemeenschapsgeld verdwenen is. Het is verschrikkelijk wat er gebeurd is. Ik betreur het ontzettend en ik wou dat ik die klok kon terugdraaien. U wilt niet weten hoe vaak ik, en ook de betrokken ambtenaren, die film van gebeurtenissen hebben teruggespoeld. Waar hebben we het niet goed gedaan? Had het anders gekund? Had het anders gemoeten? Natuurlijk. Ik ga nu concreet in op de gemaakte opmerkingen. De heer Bulsing vraagt naar de bankvergunning van De Nederlandse Bank. In het BING-rapport heeft men kunnen zien dat men een Ierse bank heeft afgewezen, omdat die geen bijkantoor had in Nederland en daarom niet onder toezicht stond van DNB. De heer Bulsing zegt dat IJsland geen EUlid is. Maar IJsland is wel lid van de EFTA en daardoor zijn er wel bepaalde regels waar men aan moet voldoen en vallen die banken dus binnen het treasury-statuut. Volgens de ambtenaren staan die banken onder toezicht van DNB. Achteraf blijkt dat dit slechts een heel beperkt toezicht te zijn. Voor de rest hebben ze te maken met de wet Fido en de arating. De heer Drost heeft zijn mening heel goed neergelegd in een motie. Daarop zal ik in het slot van mijn betoog antwoorden. De heer Maarse vraagt zich af waarom die focus zo op die regels is gericht. Ja, en op kennis achteraf, zoals de heer Siegmann heeft gezegd. Met kennis achteraf is het ook heel makkelijk. Ik illustreer dat met één voorbeeld. Eind 2006 zijn precies diezelfde ambtenaren van deze depositoregels afgeweken. Toen is er ook in de commissie ABM gezegd dat het eigenlijk niet kan dat ambtenaren afwijken van die regels, al zijn hun bedoelingen nog zo goed. Het kan toch niet zo zijn dat het teveel bij een bank met een triple a-rating belegd wordt, want spreiding zou minder risico geven. Kennis achteraf maakt alles echter anders. Tot mevrouw Roos zeg ik dat het toch niet zo kan zijn dat alleen het systeem schuldig is. Als Amstelveen de enige gemeente was geweest die dit was overkomen dan waren we in Amstelveen toch wel ontzettend dom geweest, veel dommer dan alles en iedereen. Maar mevrouw Roos kent de lijst: twintig overheden in Nederland en ontelbaar veel meer in Engeland. BNG, waar wij ons geld moeten beleggen, had ook geld in IJsland staan. Mevrouw Roos vroeg of er geïnformeerd is naar de ratings vanaf februari. Ja, dat heb ik haar in de commissie gezegd. Het staat ook zo in het treasurystatuut: bij elke uitzetting ook die van 19 september 2008, moet de bank aan de minimale a-rating voldoen. Onze tussenpersonen beschikken over ons treasurystatuut. Zij weten dus aan welke voorwaarden het moet voldoen. Ze doen ook geen aanbiedingen die daarbuiten vallen. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Ik heb ook gevraagd om de risico´s van de banken mede te delen aan de wethouder of aan degene die dat geld moet uitzetten. Wethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. De wetgever heeft bepaald dat dit vastligt in de ratings. Die verantwoordelijkheid is dus neergelegd bij de ratingbureaus. Achteraf kun je je dan afvragen of dat handig was van de wetgever. Ik wil mevrouw Roos er trouwens op wijzen dat de Tweede Kamer de wet Fido heeft gewijzigd op 2 oktober – dus nog geen week voor de Landsbanki-affaire – naar aanleiding van de evaluatie. Het is door ons als hamerstuk behandeld. Ook het kabinet en de Tweede Kamer zagen toen nog geen reden om de wet Fido inhoudelijk wezenlijk te wijzigen. Mevrouw Koops zegt van Landsbanki dat die een omvang had van 374% van het bruto national product (BNP) en dat ik had moeten doorzoeken na lezing van dat artikel in De Telegraaf. Maar het punt is, en dat heb ik zojuist uitgelegd, dat ik niet meer informatie had dat wat er in dat artikel stond, namelijk dat ook de tegoeden van die bank gegarandeerd werden en dat iedereen weet dat de bankensector in IJsland een waterhoofd is. Ik wist dat toen nog niet. Ik ben evenmin een bankier en normaliter beschik ik niet over diens kennis
Pagina
26 van 38
van bankzaken. Voorts zegt mevrouw Koops dat de wethouder dit niet betreurt. Welnu, in het begin van mijn verhaal heb ik gezegd dat ik dit ontzettend betreur. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. Ik heb gezegd dat de wethouder het niet heeft betreurd dat hij zo traag heeft gehandeld. Niet dat hij ons traag heeft geïnformeerd. Weethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. In het licht van kennis achteraf, betreur ik dat natuurlijk. Om maar meteen de sprong te maken: wat dat betreft verwelkom ik de motie van de heer Drost, dat we dat nog scherper definiëren. Mevrouw Tang heeft opgemerkt dat het verkeerd was om het zo laag te mandateren. Dat is ook weer met kennis achteraf. In heel Nederland is dat zo gebeurd, kan ik mevrouw Tang zeggen, naar aanleiding van de wet Fido. Wij hebben vrijwel het model van het treasurystatuut van de VNG gevolgd. We hebben het op een detail een tikkeltje aangescherpt. Voor de rest hebben wij dat statuut gevolgd. Ik neem aan dat de meeste gemeenten in Nederland dat gedaan hebben. Vandaar dat er ook nog veertien andere Nederlandse gemeenten zijn die deposito´s bij Landsbanki hebben. Mevrouw Roos heeft gevraagd of ik heb overwogen om zelf op te stappen. Dat is een gewetensvraag. Ik zeg haar dat ik die 'film' eindeloos heb teruggespoeld. Ik heb er heel slecht van geslapen, dat kan zij zich voorstellen. Ik had zelf wel het gevoel dat ik een schoon geweten had – ik had immers gehandeld op basis van de informatie destijds –, maar ik zeg mevrouw Roos dat als het BING-rapport had gezegd dat ik fout had gezeten, dat ik dan meteen de eer aan mezelf gehouden. Dan had ik die verantwoordelijkheid genomen. De voorzitter: Als voorzitter van het college hecht ik eraan namens het college op te merken dat wethouder Hellendall namens het college heeft gesproken, dat wij zijn afwegingen steunen en dat wij de opmerkingen op alle momenten in deze crisis over medewerkers als aan het adres van het college gericht beschouwen. Ik geef gelegenheid tot een tweede termijn. Het woord is aan de heer Drost. De heer Drost: Mijnheer de voorzitter. Ook ik sta met beide benen in de samenleving. Ook mij hebben reacties van burgers bereikt. Die waren niet mis. "Oprotten", was de eerste die ik hoorde. Als mensen dan wat tijd nemen en nadenken, krijg ik dan ook het duidelijke signaal: niet weghalen bij de burgers. Als dat geld niet terugkomt, zo hebben wij over dit drama al gezegd, zal dit vroeger of later de burgers raken. Over mij en mijn fractie is een soort Kübler Ross-cyclus gekomen. Dat is een cyclus, een soort rouwcyclus, waarbij je eerst het bericht als het ware ontkent. Zo verging het mij ook. Ik kan het gewoon niet aannemen. Dan maakt verdriet zich van je meester. Niet om dat stomme geld, maar wel om al onze mooie plannen voor de burgers die in het geding zijn. De volgende fase is er een van verzet. Op het scherpst van de snede hebben we in onze fractie gesproken over dit dossier en over wat er moet gebeuren; welke politieke consequenties moeten we hieruit uiteindelijk trekken? Dan komt er zoiets als een acceptatie: je denkt uit die cyclus te zijn en dan zit je er weer middenin. Mijn mensen en ik, wij moeten ons op 27 november in onze ledenvergadering verantwoorden voor ons beleid hier in de raad. "Ik zal niet graag in je schoenen staan", zei iemand tegen mij. Als ik kijk naar de woordvoering in de commissie ABM door de heer Houwink ten Cate, dan denk ik: "Hoe herkenbaar." De wethouder zegt dat hij het ontzettend betreurt. Had het anders gemoeten en anders gekund? Natuurlijk! Die motie die ik heb ingediend samen met VVD en CDA is een motie met een gele kaart. Wat dat betreft is die bestemd voor de wethouder financiën. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Mijnheer Siegmann had het over de schuld van de crisis. En over wijsheid achteraf. Het gaat niet alleen om de schuldvraag. Het duidelijkste punt dat ik heb gemaakt, is dat het gaat over verantwoordelijkheid en niet zozeer over schuld. Wat die discussie over de regels betreft: natuurlijk moet je binnen de regels handelen. Als iemand buiten de regels handelt, praat hier dan over. Ook binnen die regels is er natuurlijk ruimte om keuzes te maken en te reageren op de omstandigheden en op de politieke context. Het draait ook hier om verantwoordelijkheid. Wat dat betreft reageer ik ook nog op wat er gezegd is over mandateren en over de organisatie. Het doet er allemaal
Pagina
27 van 38
niet toe. Ook hier is het sleutelwoord 'verantwoordelijkheid'. Als er andere mensen aan de knoppen draaien dan blijft de verantwoordelijkheid liggen waar die lag en waar die nog steeds ligt. De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Bij interruptie vraag ik de heer Maarse mij te vertellen waar die verantwoordelijkheid dan volgens hem lag. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Die lag bij het college. De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Dan zijn de heer Maarse en ik het op dat punt met elkaar eens. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. De motie van de drie coalitiepartijen zullen wij niet steunen. Daarvoor heb ik een paar redenen. Als ik eerst kijk naar de overwegingen dat met BING begrip kan worden opgebracht voor de afweging, dan kunnen we alleen al daarom niet met die motie meegaan. Als ik verder naar de punten een en twee van het dictum kijk, dan gaat dat over zaken die al zijn toegezegd en geregeld. Wij zien geen reden om die punten te steunen. Bij het derde punt over het aanscherpen van het informatiestatuut, gaan we over tot het maken van meer regels. De regels zijn echter eerder de oorzaak van het probleem dan de oplossing ervan. Waar het om gaat, is niet in regels te vangen. Daarover hebben we het in de commissie al gehad bij de leidraad inzake informatieplicht – ik dacht overigens dat we daar al een beetje uit waren – en dat het gaat om het herkennen van dingen die politiek relevant zijn. Het gaat om de politieke antenne. Volgens mij zal het aanscherpen van het informatiestatuut daarbij ook maar iets kunnen oplossen. Alles bij elkaar zien wij onvoldoende redenen om die motie te steunen. De heer Bulsing: Mijnheer de voorzitter. Punt 2 is, anders dan wat de heer Maarse zegt, niet geregeld. Wij hebben alleen een toezegging van de wethouder dat hij voortaan alle uitzettingen zal paraferen en medeondertekenen. Punt 2 gaat bovendien nog verder met het punt van fiattering door het voltallige college. Dat is toch een verschil met wat de heer Maarse zojuist heeft gezegd. De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Dat zal in de praktijk betekenen dat er vijf mensen gaan kijken bij welke van de drie banken middelen uitgezet moeten worden. Er zijn maar drie banken met een voldoende rating. Gaat men met z´n vijven daarover dan beslissen? Al met al staan we dan licht sympathiek tegenover het tweede punt van het dictum. De rest zullen we niet steunen. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Allereerst moet mij iets van het hart dat mij telkens weer teleurstelt. Het is namelijk zo dat het dualisme toch nog steeds niet doordringt in deze gemeenteraad. Niemand van de oppositiepartijen heeft deze motie toegestuurd gekregen. Alleen de collegepartijen hebben de tekst van de motie gekregen. Volgens mij geeft dat duidelijk aan dat we nog in het monistische systeem zitten van wij en zij. Ten tweede merk ik op dat de tekst van deze motie enorm lang is. Hoe langer, hoe verhullender denk ik dan maar. Dat is ook inderdaad zo, want er staat dat we begrip kunnen opbrengen voor het BING-rapport. In mijn verhaal heb ik duidelijk aangegeven dat ik dat min of meer de grond in boor en dat ik het daar absoluut niet mee eens ben. Ten derde vind ik het prima dat de wethouder toch zijn spijt betuigt. Ik blijf echter zeggen dat we drie zware incidenten hebben gehad. Op de een of andere manier mist het gevoel om iets dat mis gaat te lokaliseren en om op tijd in te grijpen. Ik blijf er bij dat de wethouder op cursus moet of zo. Misschien moet hij in therapie, maar in ieder geval vraag ik mij af hoe dat gevoel bij hem van binnen is. Dat baart mij dus zorgen. Zeker met de enorme projecten die in aantocht zijn: A9, N201 en wat we nog meer hebben. Het zijn allemaal grote projecten. Als je dat gevoel niet hebt, dan is dat voor ons een heel zwaar punt dat erg meeweegt. Ik moet eerlijk zeggen dat wij er even over hebben nagedacht en wij zullen dus de motie van de andere partijen en de motie van wantrouwen ondersteunen. We willen toch een duidelijk signaal afgeven omdat het ons ernst is. Mijnheer De Leur: Mijnheer de voorzitter. Allereerst onze reactie jegens de wethouder. Wij zijn geïnformeerd over € 15 miljoen die in IJsland stond. We zijn nog een keer
Pagina
28 van 38
geïnformeerd, we hebben een aparte commissievergadering gehad en nu ligt er een motie van wantrouwen op tafel, en zegt de wethouder dat hij zijn spijt betuigt. Dat is wat ons betreft echt veel en veel te laat. Hij had, en dan ben ik het volledig eens met wat mevrouw Roos heeft gezegd, die politieke antenne in eerste instantie moeten hebben. Het feit dat hij die dus niet heeft, alleen dat al benadrukt waarom wij nu hebben besloten om een motie van wantrouwen in te dienen. Bovendien gaat de wethouder alleen maar uit van regels. Laat hij nu zelf die verantwoordelijkheid nemen en zeggen dat hijzelf hiervoor verantwoordelijk is en dat hijzelf ervoor zal zorgen dat de bevolking hierover geïnformeerd wordt nadat de gemeenteraad informatie heeft gekregen. Laat hij zelf zeggen dat hij er spijt van heeft. Dat moet niet worden afgedwongen met een motie van wantrouwen. Wat de motie betreft die is ingediend door de coalitiepartijen, spreek ik ook mijn verbazing uit over het feit dat wij die nu pas onder ogen krijgen, terwijl wij volgens mij dwingend de afspraak hebben dat wij op maandagochtend moties moeten aanleveren, omdat daarover dan anders niet besloten kan worden. Maar dat blijkt alleen te gelden voor oppositiepartijen en niet voor die van de coalitie. De motie van de coalitiepartijen zal D66 niet steunen. In de eerste plaats vanwege de overweging dat er begrip kan worden opgebracht voor de afweging van de wethouder op 7 oktober. In mijn eerste termijn heb ik al gezegd dat wij het daarmee absoluut niet eens zijn. Dan zijn er de verzoeken van het college. In afwachting van een nieuw treasurystatuut, dat alles bij een super A–bank wordt neergezet, merk ik op dat dit volgens ons overbodig is. Datzelfde geldt voor punt 2. Daar staat nu inderdaad dat men voortaan het voltallige college wil laten meebeslissen. Dat is voor ons niet nodig. Er is door de wethouder al toegezegd dat hij nu zelf zal meebeslissen. Voor ons is dat ook de plek waar dat thuishoort. De voorzitter: Wilt u afronden? Mevrouw De Leur: Ja, voorzitter. Wat de informatieplicht en het informatiestatuut betreft, is het volgens ons niet nodig die te wijzigen. In het informatiestatuut staat dat bij politieke onderwerpen .. De voorzitter: U zou afronden, mevrouw De Leur. Mevrouw De Leur: Ja, voorzitter, dit is mijn laatste zin. Bovendien ben ik bij mijn eerste termijn binnen de tijd gebleven. De voorzitter: Maar zo werkt dat niet. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. In dat statuut staat dat er onverwijld moet worden geïnformeerd. Dat is voor ons voldoende. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. De wethouder zegt dat hij er spijt van heeft en dat hij het betreurt, maar als er wordt gevraagd of hij heeft overwogen om op te stappen dan zegt hij dat hij zelf vindt dat hij een schoon geweten heeft. Dat rijmt niet met elkaar. Ik vind het een kwalijke zaak. Ik zal daarom de motie van GroenLinks dubbel en dwars steunen. Dan de motie van de heer Drost, een motie van liefde en van waarborgen. Maar dat zal het niet zijn, denk ik. De eerste twee punten van de motie zijn immers overbodig. Zo heb ik wat het eerste punt betreft nog gezegd dat dit moet worden aangepast, omdat anders alleen banken met een triple a-rating zouden mogen bankieren. Daar werd toen al gezegd dat dit reeds was vastgelegd. Bovendien kunnen die triple a-banken ook omvallen. Hierover moet dus zelf nagedacht worden. Signalen uit de financiële markt moeten we zelf oppikken. We kunnen op de a-rating niet meer vertrouwen. Bij De Spaarbus van Landman haalden de mensen al vor 6 oktober hun spaargelden van € 200 miljoen terug. Bij het tweede punt van die motie vinden wij het niet nodig dat het voltallige college over de uitzettingen beslist. Het derde punt van de motie is al twee keer in de raad besproken. Daarvan is steeds gezegd dat daarvoor politieke antennes moeten zijn. Het probleem daarvan is dat dit niet in regels kan worden vastgelegd. Bovendien kan de oplossing niet liggen in het aanscherpen van de regels van het informatiestatuut. In elk geval zijn dit geen extra waarborgen. Daarmee wordt juist de indruk gewekt dat de politieke antenne
Pagina
29 van 38
moet worden versluierd en juist dat is een kwalijke zaak. Daarom moet deze motie juist niet worden aangenomen. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. Ook wij zullen de motie van de coalitie niet steunen. Bij ons gaat het hoofdzakelijk om de informatieplicht die niet naar behoren is vervuld. De heer Drost: Mijnheer de voorzitter. Het is mijn schuld dat die motie niet raadsbreed is verstuurd in de hectiek van de raad vanmiddag. Toch wil ik het dualisme levend houden in deze raad. Ik reken ook op het college dat we straks bij de scenario's en de opties inderdaad met die zaag gaan werken. De fractie van de PvdA moet zich op 27 november bij de leden verantwoorden. In het proces daar naartoe staan wij ook voortdurend stil bij de vraag wat wij met deelname aan deze coalitie voor Amstelveen en de Amstelveners hebben bereikt. Wij willen nog veel meer bereiken voor Amstelveen. In dit verband heb ik gesproken over de liefde voor Amstelveen. Liefde kan hard zijn, want die motie is bedoeld als gele kaart. De PvdA-fractie is ten slotte tandenknarsend tot de conclusie gekomen dat een motie van wantrouwen een te zwaar middel is. De wethouder moet dus aanblijven. Hij mag niet blijven zitten. Hij moet keihard aan het werk. Wij blijven jagen en klagen waar nodig. Wij blijven op u letten. Nog een keer is immers een rode kaart. De voorzitter: Dit is het einde van de tweede termijn. Het woord is aan mevrouw De Leur. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. Ik heb nog een vraag voor de heer Drost. Moet ik nu uit zijn woorden begrijpen dat hij het coalitiebelang in dezen laat prevaleren? De heer Drost: Mijnheer de voorzitter. Wij laten het belang en de bestuurbaarheid van Amstelveen prevaleren. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. Dat interpreteer ik als het coalitiebelang. De voorzitter: Dames en heren, daarmee zijn we aan het eind gekomen van de tweede termijn van de raad. Is er van de zijde van het college nog behoefte aan een tweede termijn? Dat is niet het geval, zie ik. Dan stel ik voor over te gaan tot besluitvorming. Er zijn twee moties aan de orde. Ik ga ervan uit dat ze beide worden gehandhaafd. Ik breng eerst in stemming de meest verstrekkende motie, motie 2, dat is de motie van wantrouwen ingediend door … De heer Maarse: Mijnheer de voorzitter. Mag ik verzoeken om hoofdelijke stemming? De voorzitter: Dat verzoek ga ik honoreren. Maar ik ga u nu toch eerst vragen of u uw motie handhaaft. Die komt dan als eerste aan de orde. De heer Maarse: Ja, wij handhaven de motie. De voorzitter: Dan begint de heer Siegmann als eerste te stemmen. Ik geef nu eerst gelegenheid tot het afleggen van een stemverklaring zo iemand daar behoefte aan heeft. Dat is niet het geval, zie ik. Na hoofdelijke stemming verwerpt de raad motie 2. Voor de motie 2 hebben de gestemd mevrouw Tang, de heren Alink en De Jong, mevrouw Koops, de heer Koot, mevrouw De Leur, de heer Levie, mevrouw Lochtenberg, de heren Maarse en Mager, mevrouw Mijksenaar, de heren Oord en Regouin en mevrouw Roos. De heer Smits heeft niet deelgenomen aan de stemming. De voorzitter: Aan de orde is motie nr. 1. Wordt motie 1 gehandhaafd? Dat is het geval, zie ik. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval. De raad aanvaardt hierna motie 1 bij handopsteken. Voor de motie hebben gestemd de fractie van van CDA, PvdA en VVD.
Pagina
30 van 38
De heer Rodrigues Pereira: Mijnheer de voorzitter. Ik ben niet vaak boos, maar op dit moment ben ik echt boos en ik vind dat dit nu moet worden uitgesproken. Ik vind het jammer dat niet iemand anders dat doet. Er werd geïnsinueerd dat hij misschien wel in therapie moest. Ik weet niet wat dat voor een manier is, maar ik heb in ieder geval geleerd dat je in een debat of in een discussie niet op de man speelt, dat je de vrijheid van meningsuiting natuurlijk hebt, maar dat er wat dat betreft grenzen zijn. Ik vind het echt niet kunnen. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Ik denk toch dat er slecht wordt geluisterd door de coalitiepartijen. Ik heb gepraat over de politieke antenne. Die moet de wethouder versterken en daarvoor moet hij een bepaalde cursus of therapie volgen om dat te entameren. Dat haalt ons uit de problemen. De voorzitter: Dat was dus niet als een persoonlijk feit bedoeld. U, mijnheer Rodrigues Pereira hebt uw punt gemaakt. Dit was dus een gewone opmerking van mevrouw Roos. 7.
Rapportage resultaten afspraken Alderstafel middellange termijn 2020. (voorstel 87)
De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Harde garanties zijn nodig voor Schiphol. Dat is de inzet van GroenLinks bij het advies van de Tafel van Alders. GroenLinks kijkt kritisch naar de afspraken in het Aldersadvies. Het advies geeft Schiphol de kans om meer vluchten te maken en wel tot 510.000 vluchten in 2020. Dat leidt, linksom of rechtsom, toch tot meer milieuvervuiling hier en in de wereld, meer hinder in de omgeving en daaruit ook nog een nieuw handhavingstelsel. Wij geven dus nogal wat weg aan Schiphol. Daarom wil GroenLinks harde garanties voordat Schiphol mag groeien. Die afspraken moeten goed op papier komen, zodat we Schiphol en het Rijk aan de afspraken kunnen houden om daarmee onze burgers te kunnen beschermen. GroenLinks heeft dit Aldersadvies, waar onze wethouder hard aan heeft gewerkt, getoetst aan onze eigen inzet. Die is: is er groei binnen de bestaande milieu- en geluidgrenzen en wordt er een bijdrage geleverd aan de verbetering van de luchtkwaliteit? Vindt er hinderbeperking plaats en leidt dit niet tot extra overlast? Staat de leefbaarheid voorop en gaan wij die verbeteren in Amstelveen? Komt er herstel van vertrouwen bij de burger door het nakomen van de afspraken? Dat herstel van vertrouwen is zeer belangrijk; is dat nu minimaal aanwezig? De vraag is nu wat wij daarvoor terugkrijgen. Wat geven we aan Schiphol weg? En als we dat weggeven, dan hebben we nog niets terug, want garanties staan nog niet op papier. En we weten met Schiphol dat afspraken uit het verleden geen garanties bieden voor de toekomst. Dat is ons onder andere bij de Polderbaan al een keer gebleken. Toen moest alles weer aangepast worden. Welke afspraken zijn er nu gemaakt? Wat heeft dat voor effect voor onze burgers? De hinder in Amstelveen blijft gelijk en op sommige plekken zal er verbetering plaatsvinden. De leefbaarheid in Uilenstede en Amstelveen-Noord kan verbeteren en we hebben minder ruimtelijke beperkingen waardoor we wat meer aan woningbouw kunnen doen. Deze afspraken zijn nu via convenanten inzake hinderbeperking en omgevingskwaliteit vastgelegd. Maar daar staan nog geen sancties in. Ik heb ze in ieder geval nog niet gezien. Daarom vinden wij dat de raad die convenanten moet zien en bespreken. Nog voordat je instemt, moet je garanties op papier hebben. Niet alleen voor de korte termijn, maar juist ook over 5 tot 10 jaar, zodat dan die afspraken ook worden nagekomen en er sanctie in zit, want dat alles is één en ondeelbaar. Dan geven we het weg en we hebben het nog niet terug. Het raadsbesluit is nu een beetje raar. We moeten met instemming kennisnemen van …. Dat vinden wij raar en onvoldoende. Het is raar, want dat is een besluit over een advies waar wij niet over gaan. We gaan wel over de convenanten, want die worden door het college ondertekend. Maar daarover nemen we geen besluit. Kan iemand dit aan mij uitleggen? Wij vinden die groei van Schiphol en de positieve gevolgen daarvan zo'n belangrijke zaak, ook voor de bescherming van onze inwoners. Daarom vindt GroenLinks dat die
Pagina
31 van 38
ondertekening van de convenanten ter besluitvorming van de raad – maar dat kan ook via de commissie RWN – moet plaatsvinden. We denken erover daarvoor een amendement in te dienen. Ik stel de vraag eerst aan de andere fracties. Beste andere fracties, deelt u deze mening en wilt u die steunen en wilt daar iets over zeggen en weet u waar u over gaat? Beste wethouder, wilt u de convenanten alsnog bespreken in de commissie en die tekenen onder voorwaarden? Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Ik moet eerlijk zeggen dat ik niet van plan ben het advies over te doen waar alle groeperingen al aan tafel hebben gezeten. Ik moet wel zeggen dat ik een aantal opmerkingen heb over dit stuk. Dat heb ik al eens eerder kenbaar gemaakt. Ten eerste: waarom moesten de milieunormen opgerekt worden? Welnu, dat is gekomen omdat in 1995 de verkeerde metingen in de MER zijn neergezet. Toen is al uit onderzoeken gebleken dat de 6 Ke werd afgewezen. Daardoor was er krapte en die krapte heeft zich nu vertoond, alleen omdat de minister te star en te onbuigzaam was om naar de onderzoekers te luisteren teneinde die norm aan te passen. Ten tweede vind ik niet in dit stuk de kreet: daarmee kunnen we grond vrijspelen. Daarmee ben ik het niet eens. Straks krijgen we dan weer bewoners die gaan klagen als er meer wordt gevlogen. Als er meer wind komt, dan is de kans aanwezig dat die Buitenveldertbaan weer overbelast wordt. Dit is dus een verhaal waar ik helemaal niks mee kan. Ik vind daarom dat we eerst ruimte moeten kweken om de vliegroutes te veranderen. Als we aan de ene kant Schiphol de ruimte willen geven voor de economie, dan worden er allerlei trips naar China gemaakt om hier de bedrijven naartoe te halen. Aan de andere kant willen we Schiphol beperken en laten we er mensen wonen die straks weer gaan klagen waardoor we daar geen kant meer uit kunnen. Ik ben het niet eens met dat rapport. Dat is mijn conclusie. De heer Vervenne: Mijnheer de voorzitter. Direct vanaf de start van het Alderstafel-overleg heeft de wethouder samen met zijn ambtelijke staf aan de woordvoerdertafel verslag gedaan van ontwikkelingen en problemen. Wij zijn adequaat geïnformeerd over de opties en benaderingen, zodanig dat Amstelveen, Uithoorn en Aalsmeer er het beste uit konden halen. Dank aan de wethouder en complimenten aan de ambtelijke staf. Voor mijn fractie geldt dat alles in het werk gesteld moest worden om Schiphol z'n belangrijke economische functie te laten vervullen. Maar wel onder waarborgen voor een zo optimaal mogelijke leefbaarheid. Dus groei van het aantal vluchten: ja, maar wel als alles is gedaan om de geluidhinder en andere milieubelemmeringen te beperken tot aanvaardbare niveaus. Wanneer wij nu het behaalde resultaat zien, dan stellen wij als VVD vast dat er een redelijk tot goed resultaat behaald is. De VVD-fractie kan dus met het voorgestelde besluit om kennis te nemen van het advies van de Alderstafel aan het kabinet instemmen. Ten slotte het nader uit te werken convenant. Ik richt mij dan nu tot de heer Koot. Wat leefbaarheid en hinderbeperkende maatregelen betreft, verwacht mijn fractie in de bespreking dezelfde kwaliteit en overleg als we hebben gehad zoals ik aan het begin van mijn betoog hebben aangegeven. Er is gedurende anderhalf jaar maandelijks met wethouder en ambtelijke staf gesproken over de ontwikkelingen aan de Alderstafel. Aan de kant van de convenanten die de wethouder gaat ondertekenen, stellen wij vast dat we in diezelfde kwaliteit van bespreking blijven als het Alderstafeldocument is geworden. Daarmee heb ik uw vraag beantwoord. De heer Siegmann: Mijnheer de voorzitter. Ik vind dat de wethouder het in dit dossier ontzettend goed heeft gedaan. We nemen met instemming kennis van de resultaten. Ik vind dat we daarover tevreden kunnen zijn en dat hij ons vertrouwen heeft verdiend om ook verder in de convenanten te kunnen zeggen dat hij goed aanvoelt wat wij willen. Ook in het woordvoerderoverleg heeft hij laten blijken dat hij heel goed aanvult wat wij willen en wat voor Amstelveen goed is. Dus wat willen we nog meer? Het is echter geen blind vertrouwen dat wij dan geven. Ik heb dan ook geen behoefte om nu al vast te leggen dat ik over allerlei details nog per se wil gaan beslissen in een raadsvoorstel. Dus vertrouwen.
Pagina
32 van 38
De heer Dennenbroek: Mijnheer de voorzitter. In de commissie RWM hebben we al gerefereerd dat ondanks de goede informatie die wij steeds van de wethouder en de ambtelijke staf hebben gekregen, de uitkomsten van de Alderstafel toch niet helemaal voorspelbaar waren. Als gemeente Amstelveen konden wij ook constateren dat de vooraf opgestelde standpuntennotitie rond Schiphol van juni 2006 heel veel overeenkomsten en raakpunten had met hetgeen wij terugvinden in het advies van Alders. Wij hechten er natuurlijk ook belang aan dat naast Amstelveen dit eveneens een advies is dat de gehele Schiphol-regio aangaat en dat daar overeenstemming over is. Wat wij terugvinden, is een groeipotentieel voor Schiphol met daarbij ook zowel economie, milieu en omwonenden. Er zijn afspraken voor het binnengebied voor nachtvluchten vanaf 2012 naar 32.000 vliegtuigbewegingen tussen 11 uur 's avonds en 7 uur 's ochtends – thans zijn dat nog 34.000 vliegtuigbewegingen tussen 11 uur 's avonds en 6 uur 's ochtends. Het strikt residentieel baangebruik geeft Amstelveen-Noord verlichting. Wellicht kan het instellen van een taskforce routeoptimalisering ook een bijdrage leveren aan uiteindelijke vermindering van geluidsoverlast boven Amstelveen en in de gehele regio. Het is natuurlijk een positief punt dat de uitkomst wordt gedragen door alle partijen die tijdens het advies aan tafel zaten. Hoewel wij het natuurlijk ook betreuren dat er een vertegenwoordiger de Alderstafel heeft verlaten. Dat is altijd betreurenswaardig. Een ander punt dat wij terugvinden en dat wij van groot belang vinden, is dat de partijen van de Alderstafel voor de toekomst gemaakte afspraken zullen monitoren en evalueren. We hebben ook wat vragen die ik ook al in de commissie RWM aan de orde heb gesteld. Namelijk of de uitplaatsing naar Lelystad geen onevenredige belasting van het milieu tot gevolg heeft. We zullen de uitkomsten van de proefperiode met de nieuwe aanvliegroutes en de effecten daarvan blijven volgen. We horen ook veel over het nieuw in te voeren handhavingstelsel. Het oude handhavingsstelsel lijkt wel erg waterdicht, maar het heeft ook z'n tekortkomingen. Als een handhavingspunt is volgevlogen over een gebied waar relatief weinig hinder wordt ondervonden, moest er worden uitgeweken naar een punt dat nog open lag. Dat kon best wel over een gebied zijn waar relatief veel hinder werd ondervonden en dat moest dan belast worden. Dat had dus ook z'n nadelen. Als PvdA-fractie kunnen wij dus een kritisch-positief oordeel geven over dit advies. Wij gaan akkoord met de geformuleerde besluiten om met instemming kennis te nemen van het advies van de Alderstafel. Ik kom even op de suggestie van de heer Koot terug. Wij hebben op zich geen behoefte aan accordering. Ik meen dat in de commissie de wethouder hierover ook al zijn mening heeft geventileerd. Wij kunnen daarmee leven. Mevrouw De Leur: Mijnheer de voorzitter. D66 bedankt de wethouder voor zijn inzet voor Amstelveen en de betrokkenheid van de raad bij dit dossier. Het lijkt erop dat de wethouder een groot aantal zaken voor Amstelveen heeft binnengehaald. Maar nog niet alles is echt binnengehaald, want er moet nog een aantal onderzoeken gedaan worden: het onderzoek naar aanpassing van de uitvliegroute Arnhem-Andijk, een onderzoek naar de gezondheidseffecten, werken aan duurzame mobiliteit en een onderzoek naar het grondgeluid. Daarnaast moet ook nog geregeld worden dat de echte harde afspraken voldoende gemonitord worden. Wordt aan deze afspraken niet voldaan, dan mag Schiphol ook niet groeien. Althans, dat vinden wij. In het voortraject van dit advies is de raad zeer goed betrokken. Dat moet ook gelden voor de voorlopige afronding: het ondertekenen van de convenanten. In antwoord op wat de heer Koot heeft gezegd, vinden wij het passend dat deze convenanten ter bespreking worden voorgelegd aan de commissie RWM. Mevrouw Koops: Mijnheer de voorzitter. Ik reageer op een suggestie van de heer Koot. Wij blijven bij ons standpunt dat wij in de commissie hebben verwoord. De convenanten zijn de uitwerking van de Alderstafel. Daar komt ook nog bij dat we als raad weinig over de convenanten kunnen zeggen. We kunnen ze hoogstens onze instemming onthouden. De vraag is dan of dat wel wenselijk zou zijn. Want dan zou het hele Alderstafelproces stilliggen. De raad heeft een kaderstellende rol. Vanuit die positie moet je ook iets kunnen zeggen over de uitkomsten van de Alderstafel. Of dat nu ook betekent dat we tot in de diepte moeten gaan praten over die convenanten, lijkt ons niet. We neigen dan ook naar
Pagina
33 van 38
een nee daarover. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. Wij danken de wethouder voor zijn inzet. Zo lang als ik leef en in Amstelveen woon, zijn er al klagers over Schiphol geweest. De OCA is dan ook tevreden over het resultaat van de Alderstafel. Gezien heel veel inwoners van Amstelveen direct of indirect leven van Schiphol, is het goed dat partijen uiteindelijk tot overeenstemming zijn gekomen. De voorzitter: Dit was de eerste termijn van de raad. Het woord is aan wethouder Pol. Wethouder Pol: Mijnheer de voorzitter. Ik heb in de commissie een aantal artikelen uit Het Parool omhoog gehouden om aan te geven hoe het die krant toch enige moeite kostte om te erkennen dat het advies dat de heer Alders enkele weken geleden het kabinet aanbood, toch wel heel positieve elementen voor Amsterdam bevat. Na drie dagen met negatieve koppen en analyses op zaterdag: 'Hoofdprijs of immoreel voorstel'. In de commissie heb ik gezegd dat het oordeel daarover aan de commissie was. Ik vind het in ieder geval geen immoreel voorstel. De commissie heeft haar oordeel feitelijk al gegeven. Vanavond is dat nog eens herhaald. Ik proef bij de raad een brede waardering voor het resultaat. Maar ook nog enkele kritische vragen die ik geheel met de raad deel. Ik meen dat mevrouw Tang het heel erg pregnant verwoordt als zij zegt dat zij haar hele leven al klagers meemaakt, maar dat zij ook mensen kent die van de luchthaven profiteren. Dat is natuurlijk uiteindelijk waar het over gaat. In heel Nederland profiteren mensen van deze luchthaven. In heel de regio profiteren nog meer mensen van deze luchthaven. Maar in de regio zit ook de overlast. Het gaat om een goede balans tussen groei en indrukbeperking, tussen economie en milieu. Dat is ook het uitgangspunt van de standpuntennotitie waarmee wij vertrokken zijn. Dat is de leidraad geweest in dat moeilijke proces aan de tafel van de heer Alders. Ik vertel u nu de stand van de zaken. Ik speel dan even klankbordgroep met de raad. Het kabinet heeft het advies overgenomen. Vanavond, terwijl de raad gebogen zit over alle kanten van de Amstelveense politiek, heeft de Tweede Kamer een debat met de minister over het Aldersadvies afgerond, zo is mij zojuist gemeld. De Tweede Kamer neemt dat advies in meerderheid over. Daarmee is een volgende stap in dit proces gezet. Achter de schermen is ondertussen in de afgelopen weken gewerkt aan de uitwerking van de convenanten. Dan kom ik bij het verhaal van de heer Koot. Allereerst noemt hij het raadsbesluit raar en onvoldoende. Daar reageer ik toch nog even op. Ik heb al duidelijk gemaakt dat het hier een advies betreft van een commissievoorzitter aan het kabinet. Dus daar gaan wij niet over. Ik heb ook gezegd dat wij daarom dat raadsbesluit zo hebben geformuleerd dat de raad dit kan amenderen en met instemming kennis kan nemen van de inhoud. Als de raad dat stuk zou amenderen, zou het college dan met dat adjectief het politieke debat kunnen voeren. Zo was het bedoeld. Als men dat nu raar noemt, dan vind ik dat raar. Als men het onvoldoende vindt, vind ik dat jammer. Ik heb het toen wel uitgelegd. Er is gevraagd of iemand dat van die convenanten kan uitleggen. Dat is overigens een merkwaardige vraag. Ik meen dat ik dat in de commissie heb gedaan, maar ik probeer het dan nog een keer. De raad heeft de standpuntennotitie aangegeven. Die is wat uitgebreider dan de balans tussen groei en hinder, tussen milieu en economie. Wij hebben in dat Aldersadvies gemeend daar binnen te blijven. Dat is an sich al uitvoering, maar wij hebben de raad een raadsbesluit gepresenteerd om daarover een debat te kunnen voeren in het belang van het onderwerp en in het belang van een uitspraak van de raad. Ik heb uitgelegd dat die convenanten een op een vanuit dat Aldersadvies zullen worden vertaald. We gaan die tekst overnemen. Daar zitten wel juridische kwestie aan, maar dat is eigenlijk uitwerking van uitwerking. Ik ga graag in op de suggesties die een aantal van de woordvoerders vanavond hebben gedaan om in dat overlegproces door te gaan en de raad daarover te informeren. Zoals ik ook al in de commissie heb gezegd, gaat het echt een stap te ver om dat ook nog ter besluitvorming aan de raad voor te leggen. Zo zou ik het proces niet met de raad willen voeren. Ik ben blij dat dit ook geldt voor een grote meerderheid van deze raad, want daarmee houden we de verhoudingen zuiver. Nogmaals: ik wil de raad een en ander graag
Pagina
34 van 38
voorleggen en dat met de raad bespreken. Dan nog iets wat de inhoud betreft. Ik moet daar wel bij zeggen dat wij bepaalde afspraken hebben gemaakt hoe we elkaar straks bij de les houden. Dat advies is inderdaad één en ondeelbaar. Als één partij niet levert, stelt de raad daarmee het hele advies ter discussie en alle afspraken die daarbij zijn gemaakt. Dan is niemand meer ergens aan gecommitteerd. Als het dan bijvoorbeeld gaat – want daar gaat het de heer Koot speciaal om – over de uitruil tussen hinderbeperking en mogelijkheden voor groei, dan heb ik ook gezegd dat er niet is afgesproken dat eerst de hinder wordt beperkt en dat er dan een rekening wordt opgemaakt. Dat er vervolgens een advies komt en daarna een besluit dat men verder mag. Dat is echter niet afgesproken. Dat gaat men dus niet terugvinden in die convenanten. Er is afgesproken dat er een pakket hinderbeperking zal worden geleverd in de komende jaren, en dat er een groeigrens wordt gesteld. Er gaat een monitoring plaatsvinden over het tempo waarin dat gebeurt. Daarin gaan we elkaar de maat nemen. In de convenanten en in alle adviezen is dat in detail terug te lezen en in de convenanten zal dat ook weer komen te staan. Er is een maximum genoemd. Er is een maximum geadviseerd voor het aantal vluchten op Schiphol. Daarover is uitvoerig gesproken. Het kabinet heeft het advies daarover overgenomen. De Kamer heeft daarmee vandaag ingestemd. Het kabinet heeft gezegd te willen bevorderen dat het maximum in de wet wordt opgenomen. Als dat niet gebeurt, zal dat consequenties hebben. Ik meen dat ik de belangrijkste vragen heb beantwoord. Tot slot dank ik de leden van de raad voor alle waarderende woorden die men heeft uitgesproken voor dit proces. Met enige trots neem ik die woorden mee naar mijn ambtenaren. De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Ik begrijp de woorden en argumentatie van de wethouder en ook het voorstel van het college. Ik begrijp echter niet –en daar spreek ik de andere fracties op aan – dat we nu een heel belangrijk besluit gaan nemen. Ongeacht of dat nu uitvoering is of een uitwerking van een uitwerking, maar het is een heel belangrijk besluit voor 80.000 inwoners voor de komende twaalf jaar tot 2020. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter: Ik moet toch nog even interrumperen. Dit advies is overgenomen door de Tweede Kamer. Dat besluit ligt er al. Waar hebben we het dan over? De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Dat ben ik met mevrouw Roos eens, maar dan is dat een goede vraag aan het college dat dit hier heeft voorgesteld in het verantwoordingsdocument. Dat is nu precies mijn punt. In de eerste termijn heb ik gezegd dat wij een besluit gaan nemen over iets waar we niet over gaan. Welnu, dat doen wij dus niet. Maar we gaan er wel over dat de wethouder namens het college, dus ook namens de raad, een handtekening gaat zetten onder de convenanten. Daar nemen wij geen besluit over. Dat vind ik raar. Waarom vind ik het zo belangrijk? Ik moet dan even denken aan de vorige raadsvergadering over de Michiel de Ruyterschool. Dat gaat over een paar duizend mensen en verkeersveiligheid. Als ik iets de uitwerking van de uitwerking van een uitwerking vind, dan is dit wel dát punt. Toen kwamen VVD en het CDA in het geweer. Wij moesten toen als raad onze verantwoording nemen. Dat kon niet in de commissie gedaan worden, maar het kon ook niet worden overgelaten aan de wethouder. Ik zet daar tegenover dat het nu gaat om ….. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. De heer Koot heeft het over de convenanten en daarnet werd uitgelegd dat er een groep is die tot overeenstemming komt. Als één partij afhaakt – dat probeert mijnheer Koot misschien te doen met een van zijn convenanten door wel of geen toestemming te geven – kunnen in wezen die convenanten, als die invidueel bij de raad worden neergelegd, een blokkade vormen voor de verdere ontwikkeling van dit hele gebeuren waarover iedereen overeenstemming heeft bereikt. Daarom zeg ik dat het geen enkel doel treft om te doen wat de heer Koot wil doen. De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Dan begrijp ik nu dat u toch wel dit onderwerp wilt behandelen, want hier zegt de wethouder dat wij wel over dat convenant gaan, want anders tekenen wij dat wel. Dus wij gaan er wél over. Wij tekenen dit als raad.
Pagina
35 van 38
De heer Vervenne: Mijnheer de voorzitter. Ik probeer het even heel kort samen te vatten. Op de eerste plaats ben ik het helemaal met mevrouw Roos eens: haar betoog begrijp ik. De heer Koot vergeleek daarnet even de Michiel de Ruyterschool met het onderwerp Schiphol. Dat doet mij denken aan wat ik vroeger op school een keer heb moeten horen: een paard is een dier en een koe is een dier. Dus is een koe een paard. Daar lijkt het verhaal van de heer Koot een beetje op. De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Mijn verhaal gaat erover dat wij als raad onze kaderstellende rol en verantwoordelijkheidsrol nemen jegens onze burgers. Ik sta daar anders in dan de partij van de heer Vervenne. Dat is dan helder. Het is de bedoeling dat dit convenant op 2 december wordt ondertekend. Dan is het klaar en alles staat op papier en wij hebben er niets meer over te zeggen. Er zijn echter nog mogelijkheden om dat volgende week of later in de commissie nog een keer terug te geven aan de raad om te kijken of die garanties en uitspraken goed verwerkt zijn en of wij dat goed vinden. Daarna, zo begrijp ik, vindt het proces van de uitvoering plaats. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. Een convenant is toch geen overeenstemming? Dat is toch de bekrachtiging van een besluit? De voorzitter: Mijnheer Koot, u krijgt nog gelegenheid om die vragen te beantwoorden. De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Dat is een document waarin staat wat we allemaal met elkaar afspreken. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. Maar dat is toch al afgesproken? De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Nee, hier staan de sancties in. De heer Siegmann: Mijnheer de voorzitter. De heer Koot vraagt letterlijk om een reactie. Ik begrijp wat hij wil. Ik ben het daar niet mee eens. Waarom volgt de heer Koot niet gewoon de werkwijze die wij tot nu toe ook volgden, namelijk dat wij de informatie van de wethouder krijgen. Ik neem aan ook over de convenanten. Als de heer Koot behoefte heeft om iets te agenderen, kan dat op elk moment als hij meent dat het met die convenanten niet de goede kant op gaat. Het moeilijke van zijn betoog is dat het zou helpen als hij iets kon zeggen waarmee hij het niet eens was, dat hij zou zeggen een aspect te zien dat hem zorgen baart. Hij kan beter afwachten hoe die convenanten zich ontwikkelen. De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. Waar maken wij ons zorgen over? Ik ben begonnen met een betoog inzake harde garanties voor Schiphol: wat geven wij weg en wat willen we ervoor terugzien. Voorts ontwikkelen de convenanten zich niet; die liggen er straks op 2 december al, getekend door de partijen. De raad kan daar dan niets meer over zeggen. Wij zeggen dan dat wij daar nog even naar zullen kijken en onze verantwoording zullen nemen. Vinden we het allemaal goed? Zijn er goede sancties? Kunnen we misschien nog tips meegeven aan de wethouder? Dan hebben we het convenant dat we gaan uitvoeren. Want op 2 december hebben we niets meer te zeggen. Wethouder Pols: Mijnheer de voorzitter. Ik ben geneigd mij bij de woorden van de heer Siegmann aan te sluiten. We hebben een proces gehad waarbij wij de raad voortdurend informeerden. In de commissie heb ik al toegezegd dat ik alleszins bereid ben de teksten van die convenanten nog voordat ik ze teken aan de raad toe te sturen. We zitten natuurlijk wel in een tijdklem. De datum van 2 december is in dit verband voor mij nieuw. De voorzitter: Het is mij allemaal duidelijk. Ik stel voor conform te besluiten. Wenst iemand een stemverklaring af te leggen? Het woord is aan mevrouw Roos. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Ik heb al eerder gezegd dat ik bezwaar heb tegen het bouwen in ruimten die gecreëerd worden door het anders aanvliegen. Ik mis namelijk nog een proefperiode. Er kan nog van alles misgaan. Ik vind dus dat we daarop niet vooruit moeten lopen.
Pagina
36 van 38
De voorzitter: Bij dat punt maakt u dus nog een aantekening. Het woord is aan de heer Koot. De heer Koot: Mijnheer de voorzitter. U stelt wel voor conform te besluiten, maar de fractie van GroenLinks is tegen. De voorzitter: Dan met inachtneming van de gemaakte opmerkingen en de tegenstem van de fractie van GroenLinks is het voorstel aanvaard. Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel, met inachtneming van de stemverklaring van BBA en de aantekening dat de fractie van GroenLinks geacht wordt te hebben tegengestemd. 9.
Tarievennota 2009. (voorstelnr. 84)
Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. In mei hebben we bij de kadernota een amendement ingediend. Daarbij heeft BBA gemeld niet voor 1,5% bovenop de 3,5% in de tarievennota te zijn. Wij houden daaraan vast en wij zullen dus tegenstemmen. De heer Rietdijk: Mijnheer de voorzitter. De VVD is onaangenaam verrast door de omvang van de tariefverhogingen in de tarievennota. De algemene prijsstijging van 5% is veel te fors, ondanks de hoge inflatie. Het lijkt wel of de communistische partij Amstelveen haar intrede heeft gedaan in ons politieke landschap en in één keer de meerderheid in het college heeft veroverd en nu zo veel mogelijk geld van onze burgers wil overhevelen naar de overheid. Van het college hadden we meer creativiteit verwacht in het verlagen van de kosten binnen het raadhuis om voor een aanmerkelijk lager percentage te gaan dan die 5%. Waar blijven de vruchten van de slag in de automatisering? Waar is die efficiencyverbetering behaald bij het minder inhuren van externen? Waar is bij de gesubsidieerde instellingen gezorgd voor minder management en meer uitvoering? Waar is de invloed zichtbaar van de lerende organisatie die ieder jaar beter en sneller kan? In de tarievennota is in dat percentage daarvan niets of weinig terug te vinden. Wij verzoeken het college de tarieven met een aantal procentpunten te verlagen. Mevrouw Roos: Mijnheer de voorzitter. Het is jammer dat, toen wij in mei bij de behandeling van de kadernota voorstelden om niet die 1½% inhaalslag door te berekenen, de VVD ons niet steunde. En nu komt die partij zelf met zo'n voorstel? Jammer. De heer Rietdijk: Mijnheer de voorzitter. Wij willen slechts een signaal afgeven, net zoals de PvdA een gele kaart heeft getrokken. Volgend jaar verwachten wij dat er meer inspanning wordt geleverd door het college. Ditmaal zien wij dat nog door de vingers. We stellen het echter heel erg op prijs als het college ook nu reeds een lager percentage zou noemen. De heer Mager: Mijnheer de voorzitter. Bij interruptie. Ik nodig de heer Rietdijk uit met een aantal voorstellen te komen over waar hij nu echt van mening is dat zo meteen die bezuiniging gerealiseerd zou moeten worden die moet leiden tot deze tariefdaling. Dat zie ik graag van hem tegemoet, uiterlijk bij de behandeling van de kadernota, zo heb ik van hem begrepen. De heer Rietdijk: Mijnheer de voorzitter. Door het CDA is ook die opmerking gemaakt tijdens de commissievergadering, met de suggestie dat wij daarmee zelf moeten komen. Daarop heb ik geantwoord dat wij dat graag aan het college vragen. Het college komt immers zelf met deze nota. Dan verwacht ik van het college dat men dan met een redelijk percentage komt. Wat nu wordt voorgesteld is gewoon buitengewoon. De heer Mager: Mijnheer de voorzitter. Ik vind het wel mooi om in fraaie volzinnen te praten, maar vervolgens de bal bij iemand anders neer te leggen. Is de heer Rietdijk de volgende keer ook zo dapper, dan krijgt hij een compliment van mij. Niemand in deze raad staat echter te springen om tariefverhogingen. Als de heer Rietdijk meer van die
Pagina
37 van 38
uitspraken doet, laat hij die dan vergezeld gaan van concrete voorbeelden en concrete suggesties. De heer Rietdijk: Mijnheer de voorzitter. Ik ben heel blij dat de heer Mager dat zegt. Maar ik ben minder blij dat hij niet goed heeft geluisterd. Ik heb bij mijn betoog een aantal voorbeelden gegeven. Zoals waar de vruchten van de automatisering blijven. Daarmee zou het college efficiencyvoordeel halen. Er zouden ook minder externen komen. Mevrouw Tang: Mijnheer de voorzitter. Ik wil alleen vragen of we mogen veronderstellen dat alleenstaande minima, de zogeheten eenpersoonshuishoudens, worden gecompenseerd of voor een kwijtschelding in aanmerking komen, zoals voorheen gold voor de afvalbelasting. Wethouder Hellendall: Mijnheer de voorzitter. Het is zeker de bedoeling, en het is altijd de bedoeling geweest, om de kostenvoordelen van de automatisering door te geven aan de burgers. Dat was al zo bij de uittreksels uit het bevolkingsregister. Dat was goedkoper als dat via de website werd gedaan. We hebben dat nu in deze tarievennota opnieuw gedaan voor het meest afgenomen product met financiële consequenties: het ophalen van grof vuil. Ook daarvoor is het nu doorgevoerd. Het is wel jammer te merken dat het bij dat uittreksel blijkt dat dit maar weinig door de burger gebruikt wordt. Dat komt waarschijnlijk door onwetendheid. We zijn dus zeker van plan om daar meer bekendheid aan te geven. "Zegt het voort", zeg ik dan. We gaan op de ingeslagen weg door. Het hele betalingsverkeer willen wij veel meer digitaliseren. Ook willen we de burger veel meer via internet laten doen. Dat voordeel zijn we van plan door te geven aan de burger. Bij de volgende tarievennota komt dat terug. Dat zeg ik toe. Met de bevolkingsgroei van Amstelveen laten we niet meer recht evenredig het ambtenarenapparaat stijgen. De ratio van ambtenaren per inwoner gaat dalen. Bij ongewijzigd beleid met circa 5%. Dat is een efficiencydoelstelling die er gewoon wel in zit. Dat betekent dat de afdeling vergunningen met dezelfde mensen meer vergunningen kan behandelen en dat de afdeling belastingen met dezelfde mensen meer panden moet waarderen. Daar gaan de vruchten van die automatisering naartoe. In het licht van wat we nu weten, is het inderdaad zo dat de 3% van het Centraal Planbureau voor volgend jaar vermoedelijk te hoog is. Dan werkt dat ook de andere kant op: dan krijgt de burger het verschil terug bij de volgende tarievennota. De voorzitter: Mevrouw Tang krijgt het antwoord zo snel mogelijk op schrift Zonder hoofdelijke stemming besluit de raad hierna overeenkomstig het voorstel. -
Sluiting.
De voorzitter: Hiermee zijn we aan het eind gekomen van deze raadsvergadering. Ik wens al diegenen die deze vergadering hebben voorbereid en die nog heel veel moeten doen, met name voor de onderwerpen waarover we vanavond hebben gesproken, veel wijsheid en succes toe. Ik dank u voor uw bijdrage en ik wens u wel thuis.
(Einde van de vergadering om 23.26 uur.)
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Amstelveen, gehouden op 26 november 2008.
De griffier,
de voorzitter,
Pagina
38 van 38