Verslag PvdA buitenland conferentie Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
Regardz Eenhoorn Amersfoort, 16 september 2011
Door PvdA Internationaal secretariaat, september 2011
Inhoud Inleiding
Pagina 3
Programma
Pagina 4
Verslag plenaire sessie
Pagina 5
De inhoudelijke adviezen
Pagina 9
Korte biografie sprekers
Pagina 18
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
2
Inleiding Op 16 september 2011 organiseerde het Internationaal Secretariaat de PvdA buitenlandconferentie, waaraan door ruim 170 partijleden werd deelgenomen. Tijdens deze middag stonden PvdA leden en het debat over buitenlandbeleid centraal. Deze middag in Amersfoort was erop gericht om PvdA leden de gelegenheid te geven input te leveren voor het werk van de PvdA commissie die aan de slag is met het formuleren van een nieuwe visie op het Nederlands buitenlandbeleid. Om een sociaaldemocratische toekomstvisie op de middellange (de komende 10 tot 15 jaar) en lange termijn gegeven ten aanzien van de positie van Nederland in Europa en de wereld en het hierbij passende buitenlandbeleid, heeft het PvdA partijbestuur begin 2011 een commissie ingesteld. Deze PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid bereidt een rapport en een resolutie voor. De commissie zal haar eerste concept eind oktober aan het partijbestuur aanbieden. Op 14 november wordt het definitieve concept aangeboden, waarna het partijbestuur het stuk aan de leden aanbiedt. Na amendering en bespreking wordt het stuk door het PvdA congres van eind januari 2012 besproken en vastgesteld. Deze door het congres aangenomen buitenlandvisie vormt de basis voor de koers van de PvdA en voor komende verkiezingsprogramma’s. De PvdA buitenlandconferentie werd geopend met een plenair gedeelte, waarna de deelnemers de gelegenheid hadden om via vijf verschillende workshops input te leveren voor het werk van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. Aan de workshops werd deelgenomen door een PvdA woordvoerder en/of door een lid van de commissie. Zij schetsen in het kort scherp de grootste uitdagingen en dilemma´s op de middellange en lange termijn, waarna zij in gesprek/discussie gingen met de deelnemers in de zaal. De workshops gingen onder meer over: verschuivende internationale verhoudingen; democratisering; vrede, veiligheid en defensie; financiële markten en economische verhoudingen; internationale solidariteit en ontwikkeling. Van iedere workshop werd een verslag gemaakt, dat is aangeboden aan de commissie. Daarnaast werden de belangrijkste aanbevelingen uit de workshops kort gepresenteerd tijdens de afsluitende plenaire. Aan deze conferentie werd, naast het PvdA internationaal secretariaat en de commissie onder andere meegewerkt door de Evert Vermeer Stichting, de Alfred Mozer Stichting, de Wiardi Beckman Stichting, de Foundation for European Progressive Studies, de PvdA fracties in Europees Parlement, Tweede-Kamer en Eerste-Kamer en door door de leden van de PES congresdelegatie, de Zuid-Noord Commissie, de leden van de PvdA werkgroep Buitenland in Noord-Holland, de PvdA Webgroep Defensie, het PvdA Midden-Oosten netwerk, de PvdA werkgroepen internationaal in Brussel, Almere en Groningen en de PvdA Europawerkgroepen in Zuid-Holland en Brabant. Met vriendelijke groet,
Marije Laffeber Internationaal secretaris Lid PvdA Partijbestuur
Nico Schrijver Voorzitter commissie PvdA Eerste Kamerlid
Leden van de commissie: Nico Schrijver (voorzitter), Marije Laffeber (vice-voorzitter), Monika Sie (vice-voorzitter), Jan Pronk, Frans Timmermans, Bert Koenders, Jan Gruiters, Ko Colijn, Marit Maij, René Cuperus, Frans Bieckmann, Jan Marinus Wiersma, Lilianne Ploumen, Rolph van der Hoeven en Heleen Tromp. PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
3
Programma PvdA buitenlandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld Datum: Tijd: Locatie:
16 september 2011 13.00 – 17.00 Regardz Eenhoorn, Amersfoort
13.00 – 14.30 uur – opening en plenaire sessie Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld • • •
Marije Laffeber, Internationaal Secretaris PvdA, lid van het hoofdbestuur van de Partij van Europese Socialisten (PES) en commissie toekomstvisie buitenlandbeleid Niels Annen, analist internationale politiek voor de Friedrich Ebert Stiftung in Berlijn en lid van het landelijk SPD partijbestuur Nico Schrijver, voorzitter PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid en lid van de PvdA Eerste-Kamerfractie.
Aansluitend vragen uit de zaal o.l.v. Arjen Berkvens, directeur AMS en directeur a.i. EVS 14.30 – 16.00 uur – paralelle workshops •
•
•
•
•
Geopolitieke verschuivingen en veranderende internationale verhoudingen Met Europarlementariër Thijs Berman, Marit Maij namens de commissie, o.l.v. Kirsten Meijer. Democratiseringsprocessen Met Tweede-Kamerlid Frans Timmermans namens de commissie, o.l.v. Arjen Berkvens AMS/EVS directeur. De ontwikkeling van het mondiale financiële kapitalisme Met Tweede-Kamerlid Ed Groot, FEPS financieel/economisch expert Matthieu Maulle, o.l.v. Monika Sie namens de commissie en directeur WBS. Vrede en veiligheid – defensie en toekomst Met Nico Schrijver en Simon van Driel, voormalig lid Parlementaire assemblee NAVO, o.l.v. Eline Bosman. Internationale solidariteit, verdelingsvraagstukken en ontwikkelingssamenwerking Met Rolph van der Hoeven namens de commissie en PvdA Tweede-Kamerlid Sjoera Dikkers o.l.v. Nina Tellegen.
16.00 – 17.00 uur Plenaire sessie Belangrijkste aanbevelingen uit de workshops, eerste reactie door commissievoorzitter Nico Schrijver Actualiteitengesprek met Bert Koenders, vertegenwoordiger van de secretaris-generaal van de VN in Ivoorkust 17.00 uur afsluiting middag door Marije Laffeber, Internationaal Secretaris PvdA
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
4
Verslag plenaire sessie De conferentie werd geopend door Marije Laffeber, internationaal secretaris van de PvdA, lid van het hoofdbestuur van de Partij van Europese Socialisten (PES) en de commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. In haar openingstoespraak lichtte Marije Laffeber de opdracht van de commissie vanuit het Partijbestuur toe. De commissie toekomstvisie buitenlandbeleid is gevraagd om voor het komende PvdA congres begin 2012 een rapport en een resolutie voor te bereiden. Hierin wordt een sociaaldemocratische toekomstvisie gegeven op de positie van Nederland in Europa en de wereld en het hierbij passende buitenlandbeleid. Kortom: waar liggen de grootste uitdagingen en dilemma’s op het terrein van buitenlands beleid in de komende tien tot vijftien jaar en welke sociaaldemocratische oplossingen passen hier wat ons betreft bij? De kernvraag van de commissie is: wat is de positie van Nederland in een snel veranderende wereld, en wat is de sociaaldemocratische visie op het brede Nederlandse buitenlandbeleid en de visie ten aanzien van globalisering en ontwikkeling? Bij het vinden van oplossingen, is het zaak dat deze worden gekoppeld aan ons beginselprogramma. Marije Laffeber ging ook in op het belang van een nieuwe visie met betrekking tot buitenlandbeleid. De laatste integrale buitenlandresolutie van de PvdA stamt uit 1996. Vijftien jaar geleden werkte een commissie onder leiding van Maarten van Traa een sociaaldemocratische toekomstvisie uit, waarin de grootste uitdagingen van de afgelopen vijftien jaar werden beschreven. Er is de afgelopen vijftien jaar veel gebeurd. Zo werd de klimaatcrisis zichtbaar, kwam de voedselcrisis, de financiële crisis, de economische crisis, de crisis in de Eurozone, de versterkte ontwikkeling van globalisering, vonden de aanslagen van 9/11 plaats, werden nieuwe oorlogen uitgevochten en ontspon zich de Arabische lente. Toch zijn veel analyses in de buitenlandresolutie ‘voorbij de waterlinie’, nog steeds actueel. Luister bijvoorbeeld naar de volgende passage van de hand van Maarten van Traa: ‘Nederland wordt steeds afhankelijker van het buitenland, ook voor belangrijke kwesties in Nederland zelf: werk, sociale zekerheid, een schoner milieu en veiligheid. Wij kunnen minder zelfstandig bepalen wat er in Nederland gebeurt’. Hij schrijft: “Kennis, inkomen, macht en de lasten voor een beter milieu dienen ook op internationaal niveau eerlijker te worden gedeeld. Dit is de essentie van een sociaal democratische buitenlandse politiek en een voorwaarde voor sociaal beleid in Nederland. Dit is ons verlichte eigenbelang”. Maarten van Traa waarschuwt in zijn rapport ook voor “het ongebreidelde marktdenken”, dat is geresulteerd in de financiële en later economische crisis. Kortom: een vooruitziende blik waar de PvdA iets aan kan hebben. Ook nu, in 2011, staan we opnieuw voor tal van uitdagingen. Onder meer op het terrein van de ontwikkeling van het mondiale financiële kapitalisme; geopolitieke verschuivingen; vrede en veiligheid, democratiseringsprocessen, migratie en arbeid; klimaatverandering, energie, duurzame ontwikkeling, armoedebestrijding etcetera. Laffeber: ‘Basis voor ons nieuwe rapport vormen onze sociaaldemocratische beginselen. Vrijheid, democratie, rechtvaardigheid, respect voor mensenrechten, duurzaamheid en solidariteit. De sociaal-democratie is een Europese en internationale beweging, die strijdt voor deze idealen. Juist omdat we als Partij van de Arbeid een lange traditie hebben in Europese en internationale samenwerking, hebben we ons als commissie ook laten inspireren door onze zusterpartijen. Daarom hebben we onze Duitse partijgenoot Niels Annen uitgenodigd een analyse te geven van de grootste uitdagingen waarvoor we als sociaaldemocraten de komende tien tot vijftien jaar komen te staan. Niels Annen is werkzaam als analist internationale politiek voor de Friedrich Ebert Stiftung in Berlijn en hij is lid van het SPD partijbestuur. Voorheen had hij als lid
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
5
van de Duitse Bundestag zitting in de buitenlandcommissie van het parlement en was hij onder meer vice-voorzitter in het bestuur van de International Union of Socialist Youth (IUSY)’. Daarna sprak Niels Annen, analist internationale politiek voor de Friedrich Ebert Stiftung in Berlijn en lid van het SPD partijbestuur. In zijn key-note speech zette hij de belangrijkste uitdagingen op het terrein van buitenlandbeleid voor de komende tien tot vijftien jaar uiteen. Niels Annen ving zijn speech aan met een aantal constateringen: − Terwijl overal in de wereld regionale (economische) samenwerking toeneemt: in Azië, Afrika en Zuid-Amerika, en sterker wordt, is de samenwerking in Europa zwakker geworden. Daardoor verschuiven de mondiale verhoudingen. − De tegenstellingen tussen links en rechts zijn niet afgenomen sinds de val van de muur in 1989, hoewel veel mensen dat wel lijken te denken. De actuele stand van zaken in Europa hebben we te danken aan een conservatieve en rechts populistische meerderheid in Europa. − Het is de neo-liberale consensus in Europa die ervoor gezorgd heeft dat de Europese bevolking is vervreemd van het Europese project. Europa is een technocratisch geheel geworden. Niels Annen zei dat sociaal-democratisch beleid het idee van Europese integratie nieuw leven kan inblazen. Maar daarvoor is wel durf en leiderschap nodig en moeten moeilijke en soms pijnlijke beslissingen worden genomen. Bijvoorbeeld op het terrein van gezamenlijk Europees defensie beleid, een gevoelig onderwerp. Annen: ‘Mondiale verhoudingen zijn aan het veranderen. Landen als Brazilië en Zuid-Afrika en zeker China, de laatste in het rijtje heeft een ietwat andere status dan de rest, krijgen steeds meer zelfvertrouwen met betrekking tot hun internationale politiek. Maar als we eerlijk zijn is er op dit moment meer angst voor de ontwikkelingen dan dat we deze toejuichen. Toen ‘internationalisme’ nog iets abstracts was, was het gemakkelijk om de nieuwe wereldorde te omarmen. Nu we krijgen waar we om gevraagd hebben, blijkt het allemaal toch iets ingewikkelder te zijn dan we dachten’. In opkomende economieën hebben miljoenen mensen zich de laatste decennia aan armoede ontworsteld. ‘Hun succes komt echter met een prijs, waarvan we de consequenties voor ons eigen continent en onze progressieve politiek nog niet goed kunnen overzien. Het is daarom niet verassend dat landen als Brazilië en China eisen dat er een internationale dialoog met deze landen plaatsvindt op basis van gelijkwaardigheid en moeten we ons aan die (legitieme) eis aanpassen. Dat betekent echter niet dat we afstand moeten nemen van onze kernwaarden als vrijheid en democratie. Maar met de oude houding van neerbuigendheid in hulp en lezingen over democratie zullen we geen potten meer breken’, aldus Annen. Hij vervolgd zijn toespraak met de constatering dat China op dit moment eigenlijk dezelfde retoriek gebruikt als de retoriek die het westen had ten opzichte van Latijns Amerika in de jaren 80. Zij bieden nu hulp aan en verbinden daaraan voorwaarden. Tijdens het World economic forum in Dainan zei Zhang Xiaoqiang (vice voorzitter van China’s economisch planbureau): “Europe, US and Japan should adopt the right policies according to their situations and shoulder their responsibilities.” Tijdens dezelfde conferentie bood Wen Jabao, scheidend premier van China, aan om te investeren in Europese landen die er slecht voor staan. Maar maakte ook duidelijk dat hij daarvoor concessies verwacht, zoals een grotere toegang tot Europese markten. Annen: ‘Er is op zich niets mis met Chinese investeringen maar het maakt wel een verschil of de Europese Unie met China onderhandelt of individuele lidstaten. Zelfs Frankrijk en Duitsland zullen niet groot genoeg zijn om voldoende tegenwicht aan de onderhandelingstafel te bieden. Tijdens het congres van de Arbeiderspartij in Brazilië waar ik de vorige week was, hoorde ik een zelfde soort retoriek’. Terwijl ‘links Europa’ zichzelf distantieert van de ‘de derde weg’, zie je in andere delen van de wereld andere tendensen. Opkomende economieën zijn veel minder kritisch ten opzichte van de
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
6
markt economie dan links Europa. Niet alleen de VS, maar ook Brazilië heeft zich verzet tegen het idee van een belasting op financiële transacties. ‘De opkomst van nieuwe actoren uit het zuiden is niet het enige aspect waardoor de internationale verhoudingen veranderen. De houding van de VS ten opzichte van Europa veranderd ook, Aziatische landen worden intussen gezien als belangrijker partner dan Europa. We moeten goed bekijken wat daarvan de gevolgen zijn. Nog belangrijker dan publieke opinie is het feit dat Amerika zijn defensie uitgaven zal moeten terugdringen. Met de opkomst van China lijkt het onwaarschijnlijk dat de VS hun aanwezigheid in de Pacific zullen afbouwen. Dat heeft gevolgen voor Europa. De recente Amerikaanse houding ten opzichte van Libië is daarvan een duidelijk voorbeeld. De VS wilden wel helpen met specialistische militaire steun, maar wilde zeker niet de leiding nemen en geen grondtroepen leveren. Ook politiek willen ze in deze concrete casus op de achtergrond blijven. “Leading from behind” lijkt de kern van het nieuwe beleid ten opzichte van Europa’. Annen: ‘De revoluties in Noord-Afrika hebben aangetoond dat het Europa ontbreekt aan cohesie en daadkracht. Europa voert geen sterk en coherent beleid met betrekking tot de landen rond de Middellandse zee. In plaats daarvan spelen de Verenigde Staten en in toenemende mate ook Turkije wel een grote rol in deze regio. We hoeven van zowel David Cameron als Nicolas Sarkozy niet te verwachten dat ze een ‘Europese toenadering’ zullen doen. De reden dat ze zich gisteren naar Libië snelden was om platweg hun olie- en gasbelangen veilig te stellen’. ‘Moeten we dan gaan voor een Amerikaanse stijl van politiek bedrijven? Nee, maar Europa moet zich wel afvragen of ze nog niets te zeggen wil hebben. Een coherent buitenlands beleid en stappen zetten naar Europees leger, inclusief een gezamenlijke strategie en parlementaire controle zij daarbij belangrijke voorwaarden. Als we onze hoge levensstandaard willen behouden, dan zal Europa een grote stem moeten hebben in het oplossen van de wereldproblemen. Van het managen van de economische crisis tot aan klimaatverandering en vrede en stabiliteit’. ‘De ‘soft power’ van Europa is invloedrijk en onze succesvolle regionale integratie diende als voorbeeld voor vergelijkbare inspanningen in Afrika, Latijns-Amerika en zelfs in Azië. De echte uitdaging van vandaag is om tot nieuwe vormen van bestuur te komen. We hebben de G8 al vervangen zien worden door de G20, echter, zoals sociaal-democraten betaamd moeten we nadenken over hoe we bestaande instellingen kunnen versterken. In de eerste plaats de Verenigde Naties en haar regionale instellingen’, aldus Niels Annen. Nico Schrijver, voorzitter van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid geeft aan erg blij te zijn met de bijeenkomst. ‘Zonder de input van leden, is het voor de commissie niet mogelijk om een evenwichtig rapport te schrijven, dat de mening van de PvdA reflecteert’, aldus Schrijver. Traditioneel is het buitenlandbeleid van de PvdA en haar voorganger de SDAP sterk gestoeld op het internationalisme. Vrede en veiligheid, internationale solidariteit, zelfbeschikking van volken en menselijke waardigheid waren en zijn nog steeds leidende waarden. De wereld veranderd echter, gewijzigde verhoudingen en nieuwe belangen en behoeften hebben hun invloed op een hedendaagse invulling van deze oude waarden. Ook in de 21ste eeuw dient een progressieve sociaal-democratische koers in de internationale politiek gedreven te worden door beginselen. De commissie is bezig met het maken van een nieuw kader voor een sociaal democratische visie op het Nederlandse buitenlandsbeleid, dat druist hard in tegen het huidige kabinetsbeleid. Dit rapport moet zich richten op de lange termijn, de waan van de dag ontstijgen. Er moet worden geanalyseerd welke veranderingen de wereld en onze samenleving de afgelopen twintig jaar heeft doorgemaakt, sinds het einde van de Koude Oorlog en sinds de laatste buitenlandresolutie uit 1996.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
7
De Kernvraag die de commissie heeft vastgesteld is de volgende: “Wat is de positie van Nederland in een snel veranderende wereld, en wat is de sociaaldemocratische visie op het brede Nederlandse buitenlandbeleid en de visie ten aanzien van globalisering en ontwikkeling?” In het rapport van de commissie Schrijver komen verder de volgende acht kernwaarden aan bod: • • • • • • • •
Vrijheid, rechtsstaat en democratie; Respect voor de rechten van de mens; Gedeelde veiligheid, nationaal en internationaal; Internationale solidariteit en rechtvaardigheid; Wederzijds respect en dialoog; Duurzaamheid; Een rechtvaardiger internationale orde; Bereidheid tot internationaal optreden
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
8
De inhoudelijke adviezen Workshop: Geopolitieke verschuivingen en veranderende internationale verhoudingen Inleiders: Thijs Berman (leider PvdA delegatie in het Europees Parlement) en Marit Maij (lid commissie toekomstvisie buitenlandbeleid), workshopvoorzitter Kirsten Meijer (PES congresdelegatie) Rapporteur en verslag workshop: Annelies Pilon (medewerker WBS) Hoofdvraag Hoe moeten Nederland en Europa omgaan met de opkomst van nieuwe grootmachten zoals China, Brazilië, India en Zuid-Afrika? Workshopvoorzitter Kirsten Meijer schets het volgende ter introductie van de discussie. We hebben in de buitenlandse betrekkingen te maken met: 1. Nieuwe grootmachten 2. Nieuwe actoren, zoals transnationale ondernemingen 3. Toegang tot natuurlijke hulpbronnen die onder druk staan Dit leidt tot de volgende vragen: 1. Wat betekent de nieuwe wereld voor de positie van Europa in de wereld? 2. Hoe zetten de nieuwe actoren zich in voor een betere wereld en hoe hervormen ze de bestaande? 3. Wat zijn sociaal-democratische oplossingen? Marit Maij spreekt vanuit persoonlijke ervaring in China. Veranderingen in China vinden niet zo plaats als wij vanuit de EU zouden verwachten. Ontwikkelingssamenwerking vanuit het Oosten naar het Zuiden gaat minder vanuit democratiseringsoogpunt. In tegenstelling tot de Noord-Zuid relatie waarbij democratisering als voorwaarde wordt gesteld. Moeten we hier tegen in gaan? Of juist kijken wat hieraan positief is? De economische dimensie vanuit het Oosten heeft een andere resultaat dan wij wellicht zouden willen. Thijs Berman mist in de acht waarden van Schrijver het woord ‘vrede’. Twintig jaar geleden vond de putsch in Rusland plaats en veranderde het land in een liberaal land, opkomst van economie. Berman is het eens met Maij dat we eerder moeten meewerken met China dan tegenwerken in ontwikkelingslanden. We moeten ons realiseren dat vijf van de snelst groeiende economieën zich in Afrika bevinden. Het is de opdracht van sociaal-democraten om deze globalisering te draaien naar een wereldorde gebaseerd op recht, een sociale orde met respect voor het mensbeeld. In het Europees Parlement is er het instrument van de handelsakkoorden. Die kunnen we als sociaal-democraten inzetten in de onderhandelingen over een handelsakkoord met bijvoorbeeld Colombia. De EU kan actiever worden op het gebied van mensenrechten en democratie, je kunt in sterkere dialoog gaan. In een sociaal-democratische wereldorde is ook een belangrijke plek voor duurzaam gebruik en toegang tot natuurlijke grondstoffen en dit moet verbonden worden met mensenrechten. Het grootste probleem is dat democratische macht in delen van de wereld afwezig is. Hoe dit te organiseren? Vervolgens gaan de inleiders in discussie met de deelnemers in de zaal over: Midden-Oosten. Het Midden-Oostenconflict verdient een grote(re) plek. Er moet harder worden opgetreden wanneer de associatieverdragen met de EU niet worden nageleefd: sancties ook daadwerkelijk meteen toepassen. De EU moet een vuist maken en (economische macht) uitoefenen. De PvdA moet oprecht en zonder cynisme toewerken naar een oplossing en assertieve taal bezigen.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
9
Opgeheven vingertje? De zaal is verdeeld over het opleggen van westerse waarden. Het is niet goed gesteld met de mensenrechten in China, maar het opgeheven vingertje werkt niet. We moeten zoeken naar andere strategieën. Bijvoorbeeld door mensen te steunen te stimuleren. Daarin kan een klein land als Nederland groot zijn. Tegen nationalisme moeten we ons juist wel militanter met opgeheven vingertje opstellen, als garantie voor vrede. Globalisering. Onze bronnen raken op. Met 20% van de wereldbevolking hebben we al zo’n 80% van de bronnen verbruikt. Hoe gaan we herverdelen? En ook: we moeten heel hard zeggen dat de globalisering is doorgeschoten. Er moet veel meer geregeld worden om te zorgen dat dat niet meer kan. Internationaal Strafhof. PvdA moet er actief naar streven dat de vijf grote naties die het Strafhof niet erkennen dat wel gaan doen. De huidige situatie waarbij sommige landen wel en sommige landen niet worden aangeklaagd levert wantrouwen op. Internationaal in het binnenland. Belang wordt gehecht aan het in het voor ogen houden van de vraag ‘Wat betekent buitenlands beleid voor mensen in een volkswijk in Rotterdam?’ Hoe brengen we ons verhaal naar buiten? We moeten voorkomen dat we ons niet te veel opsluiten? In een tijd waarin mensen vooral naar binnengekeerd zijn en de luiken dicht hebben is het van belang juist dan aan te kloppen en met je verhaal naar binnen te gaan. Stoppen met het ‘benepisme’. In dit kader wordt opgemerkt dat we moeten beginnen onszelf weer te professionaliseren, zoals eerder gebeurde door middel van kadertraining. Migratie. Het is nodig dat de grenzen opengaan voor arbeidspotentieel en dus niet dichtgooien zoals nu gebeurt. Als voorbeeld wordt Latijns-Amerika genoemd waar arbeidsmigratie veel plaatsvindt en bijdraagt aan de ontwikkeling van de regio.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
10
Workshop: democratisering Inleider: Frans Timmermans (PvdA Tweede-Kamerlid buitenlandwoordvoerder), workshopvoorzitter: Arjen Berkvens (directeur AMS) Rapporteur en workshopverslag: Gerard Jan Ritsema van Eck (stagiair AMS) In het verslag zijn die punten waarover redelijke consensus bestond vet gedrukt. Inleiding door Frans Timmermans De werkgroep werd geopend door Arjen Berkvens, waarna Frans Timmermans een korte inleiding over het onderwerp democratiseringsprocessen en het belang van bloeiende democratieën gaf. Hierin gaf hij twee uitdagingen aan waar de commissie Schrijver een antwoord op moet formuleren. Ten eerste dat een democratie niet louter “ballot-box” kan zijn, en ten tweede dat de notie dat democratie leidt tot welvaart en daarom nastrevenswaardig is, niet langer lijkt op te gaan – zie bijvoorbeeld de Aziatische tijgers. Hij sloot af met de observatie dat een rechtstaat een voorwaarde is voor een democratie. Samenhang democratie en rechtstaat Deze laatste opmerking maakt veel reacties los bij de aanwezige leden (ongeveer dertig). Een aantal – waaronder Pieter van Veenen en Ingeborg Hovind – vragen zich af of het juist niet andersom is; Dat een democratie een voorwaarde voor een rechtstaat is, of dat de relatie allicht nog gecompliceerder ligt en dat zij niet onafhankelijk van elkaar kunnen bestaan. Frans Timmermans reageert dat de relatie inderdaad ingewikkeld is, maar dat je keuzes moet maken met betrekking tot wat je wilt ondersteunen. Hij is voorstander van het ondersteunen van de rechtstaat onder andere op basis van de ervaringen in Rusland, waar na de val van het communisme onder druk van het westen wel een democratie ontstond maar geen rechtstaat. Deze fout wil hij niet herhalen. Daarnaast meent hij dat een zekere basale rechtstaat nodig is voor om verkiezingen te kunnen houden. Geloofwaardigheid Een ander belangrijk punt dat een aantal keer in de discussie naar voren is gekomen, was de vraag of een Nederlands buitenlands beleid gebaseerd op mensenrechten geloofwaardig is als Nederland zelf mensenrechten schend. Herman Brinkhof merkte op dat Nederland moeilijk andere landen op UNESCO-rapporten kan wijzen als zij die rapporten over Nederland negeert. Frans Timmermans was het met deze opmerkingen eens, en wees erop dat het post-9/11 decennium voorbij is en dat het hoog tijd is dat de mensenrechtenschendingen tijdens de “war on terror” ook voorbij zijn. Digitale democratie Twee aan elkaar gerelateerde onderwerpen waarover ook gesproken werd, waren vormen van “digitale democratie” en het betrekken van de jongeren bij democratie. Onder andere Arina Angerman en Peter de Jong vestigden hier de aandacht op. Jurriaan Fransman waarschuwde voor de gevaren van oppositie voeren via sociale media, wijzende op bijvoorbeeld de ontwikkelingen in Iran waar velen die zich op twitter of facebook negatief uitlieten over het regime zijn opgepakt. Burgerschap Een begrip waar een aantal keer naar gerefereerd werd, onder andere door Hans Logtens, en wat ook weer in verband werd gebracht met jongeren, was burgerschap. Frans Timmermans merkte op dat wij niet kunnen aannemen dat jongeren vanzelf burgerschap ontwikkelen, daar moeten de oudere generaties actief aan bijdragen, bijvoorbeeld - maar niet exclusief - via onderwijs. Basisrechten De discussie heeft zich ook gericht op de vraag of de PvdA zich moet richten op politieke rechten (waar het leeuwendeel van deze werkgroep over gepraat is) of dat de focus meer zou moeten zijn op basisrechten zoals onderwijs, huisvesting en voeding. Hierbij introduceerde de heer Wijenberg
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
11
het begrip “waardigheid”. Hier werden een volwaardige baan en vrijheid van corruptie onder verstaan. Vooral in het kader van de Arabische lente is dit een belangrijk onderwerp. Steun Arabische lente In het kader van de Arabische lente is ook de vraag langsgekomen welke rol wij daar concreet kunnen spelen. De heer Weijenberg vroeg zich af of onze westerse modellen wel als leidraad kunnen dienen. Frans Timmermans merkte op dat wij terughoudendheid moeten betrachten met het opdringen van onze modellen, maar dat wij zeker intellectuele steun kunnen bieden en oplossingen voor problemen kunnen aandragen, maar nooit opdringen. Scheiding kerk en staat Jan Hofste vroeg zich af wat de houding is van de PvdA ten opzichte van de scheiding van kerk en staat. Het is duidelijk dat die in Nederland voorgestaan wordt, maar hoe zit dat met landen die een democratiseringsproces doormaken? Diplomatie met lange adem Suzanne Rikveld merkte op dat diplomatie die zich richt op democratisering een proces moet zijn van lange adem, en dat wij ons niet door snelle successen moeten laten verleiden.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
12
Workshop: ‘De ontwikkeling van het mondiale financiële kapitalisme’ Inleiders: Ed Groot (lid van de Tweede Kamer) en Matthieu Maulle (financieel economisch expert bij de FEPS), workshopvoorzitter: Monika Sie (directeur van de WBS). Rapporteur en workshopverslag: Karen Kuipers (voorzitter afdeling Zwolle) Workshopvoorzitter Monika Sie trapte de workshop af met 4 urgenties ten aanzien van het wereldwijde financiële systeem: 1. De instabiliteit en de crisisgevoeligheid van het mondiale financiële systeem. 2. De grote financiële ongelijkheid tussen verschillende groepen in de samenleving. 3. Niet-economische waarden worden ondergewaardeerd, bijvoorbeeld duurzaamheid. 4. Hoe zorgen we ervoor dat landen binnen het mondiale systeem de mogelijkheid behouden hun sociale systemen/ hun beleid te handhaven. Waar zit de beleidsruimte? Matthieu Maulle blikt terug op de jaren tachtig TINA benadering van Margaret Thatcher en Ronald Reagan ten aanzien van de economie. TINA betekent ‘there is no alternative’ (vertaald: er is nu eenmaal geen alternatief). Hij vindt die denkwijze kortzichtig. Hij geeft aan zelf meer een voorstander te zijn van de visie TIAARA ‘there is always a reasonable alternatieve’ (er is altijd een redelijk alternatief). Daarnaast zijn er een aantal zaken uit balans in de wereldeconomie. 1. De verdeling tussen arm en rijk - inkomensongelijkheid in de wereld neemt niet af, maar toe 2. Reële economie en de financiële markt; 3. Private schulden versus overheidsschulden. Ed Groot gaat in op de liberaal-economische dogma’s, waarvoor we als PvdA zelf ook deels verantwoordelijk zijn. ‘Op het moment dat de Nederlandse verzorgingsstaat in grote financiële problemen verkeerde, werd de introductie van marktwerking toen gezien als oplossing. Maar meer marktwerking vraagt ook meer financiële discipline en die ontbrak. De inkomensongelijkheid is niet eens zoveel gestegen, de topinkomens zijn echter explosief toegenomen. Gelukkig niet zo erg als in de VS en daar heeft onze partij aan bij gedragen’, aldus Groot. Na de introductie door de sprekers werden vanuit de zaal een aantal vragen gesteld dan wel stellingen geponeerd. Volgorde van de weergave in dit verslag is volstrekt willekeurig maar wel gekoppeld aan de 4 urgenties als hierboven geformuleerd. De eerste urgentie: instabiliteit en crisisgevoeligheid van het mondiale systeem 1. De banken moeten ‘bloeden’. Zij hebben een grote rol gespeeld in de ontstane financiële crisis. Dat betekent onder ander het afschaffen van de bonuscultuur. 2. Daarnaast moeten de aandeelhouders van de banken ook worden aangepakt. De banken zijn - zeker als het gaat om de systeembanken -geen ondernemingen die naar winst zouden moeten streven. Ze zouden vooral moeten streven naar een betere solvabiliteit. En daarop moet beter toezicht komen. 3. Parlementaire controle op het IMF door oprichting van een assemblee bij het IMF. Om zo de controle op de financiële markt te vergroten. 4. Het toezicht op de banken heeft gefaald. De nationale en internationale toezichthouders hadden niet de kennis en kunde in huis om adequaat te reageren op de snelle ontwikkelingen op de mondiale financiële markt. Het is van groot belang dat de toezichthouders in de toekomst wel beschikken over de kennis om de ontwikkelingen en producten op waarde te kunnen schatten. 5. Het geldverkeer moet transparanter worden om zo het vertrouwen in de financiële markten terug te laten keren. Wij stellen geld ‘beschikbaar’ aan de banken maar het is onduidelijk hoe het beheerd wordt. PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
13
Ten aanzien van de financiële ongelijkheid, de tweede urgentie, zijn de volgende punten besproken: 1. Nederland heeft als importland geprofiteerd van de EU en daar mag ook voor betaald worden. We moeten dus veel meer de nadruk leggen op de voordelen van de Europese Unie. 2. Het verschil tussen hoge en de lage salarissen is te groot. Een verhouding 1/5 zoals Tinbergen dat voorstond sluit beter aan op de verschillen in competenties tussen functies. Hierdoor zal de inkomensongelijkheid kunnen verminderen. 3. Er werden vragentekens gezet bij het feit dat grote multinationals in Nederland geen of erg weinig belasting betalen. 4. Er werd ook aandacht gevraagd voor het principe van de krimp dan wel matige groei. Economie is de leer van de schaarste. Ten aanzien van de derde urgentie, de onderwaardering van niet-economische waarden werden de volgende punten besproken: 1. Er vindt een verschuiving plaats van de landen naar steden. De regelgeving wordt gemaakt op het niveau van de EU en wordt uitgevoerd op het niveau van steden. De nationale overheden zullen in de toekomst steeds vaker worden overgeslagen. Een onderneming gaat straks rechtstreeks naar de EU om financiering of andere zaken te regel zonder tussenkomst van de nationale overheid. In onze visie op het systeem moet rekening worden gehouden met deze ontwikkeling. 2. De wereldeconomie bevindt zich in een transitiefase. We gaan meer naar een diensteneconomie, steeds meer bedrijven bieden naast producten ook diensten aan. Een goed voorbeeld daarvan is Apple. Zij bieden naast hun ‘hardware’ ook Itunes en de Appsstore. En met die laatste twee behalen ze misschien wel de grootste omzet. Steeds meer ondernemers zijn op zoek naar methoden om de ‘maatschappelijke verliezen’ tegen te gaan, bijvoorbeeld met betrekking tot het milieu. Ze zijn op zoek naar business modellen of productiemethoden die niet alleen gericht zijn op groei of het maken van financiële winst maar ook gericht op andere vormen van winst, zoals bijvoorbeeld innovatie, een goede naam, een beter milieu of een goede uitwisseling met hun vestigingsplaats en stakeholders. De vierde urgentie kan niet uniek gekoppeld worden aan één van de ingebrachte punten maar verdient wel aandacht. We willen op bepaalde punten graag de ruimte houden om eigen beleid te voeren ten aanzien van de problematiek op de financiële markt. Bijvoorbeeld als het gaat om sociaal beleid.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
14
Workshop: Bedreiging van vrede en veiligheid – defensie en toekomst Panelleden: Simon van Driel en Nico Schrijver; workshop voorzitter: Eline Bosman Rapporteur en workshopverslag: Frank Reniers (lid PvdA webgroep defensie) De PvdA-notitie Vreedzaam Veilig (2005) heeft drie “rode draden”. Het rapport stelt dat mondiale waarden de grondslag moeten vormen voor collectieve veiligheid. Het rapport onderkent dat er naast gewelddadige ook niet-gewelddadige bedreigingen van vrede en veiligheid zijn. Van belang is daarom een brede veiligheidsbenadering (human security) die eerder burgers als uitgangspunt neemt dan staten. En het rapport stelt dat een meersporenstrategie noodzakelijk is om het ideaal van vrede en veiligheid voor mensen te realiseren. Deze uitgangspunten zijn nog steeds valide maar in de actuele politiek niet langer vanzelfsprekend. Het buitenlands beleid staat nadrukkelijk in functie van het Nederlands economisch belang. Niet human security maar state security is nog steeds de bepalende factor. De meersporenstrategie – de 3D aanpak – is er wel op papier maar leidt in de praktijk tot een stelselmatige overschatting van militaire capaciteiten bij het oplossen van politieke problemen. Bovendien krijgt het expeditionair optreden van de krijgsmacht met de huidige bezuinigingen een enorme tik. De “nota modernisering Nederlandse diplomatie” kondigt “toerusting van diplomaten op de nieuwe tijd”, dat is van belang want er lijkt soms sprake te zijn van onderbenutting van de mogelijkheden van politiek en diplomatie. Of de keuze voor economische diplomatie verstandig is valt te betwijfelen. De eigen opdracht van ontwikkelingssamenwerking staat onder druk. En mensenrechten blijken pas na aandringen van de Tweede Kamer bij nader inzien toch ook een pijler te zijn van het buitenland beleid. Idealen versus belangen In de workshop is gesproken over de rol van het militaire instrument. Waarom hebben we een krijgsmacht? Welke doelen streven we na als we de krijgsmacht inzetten? En wat voor soort krijgsmacht hebben we idealiter nodig om onze doelen te realiseren? Uit de discussie bleek dat we als internationaal georiënteerd land, dat meer dan 75% van zijn inkomen uit het buitenland haalt, veel belangen hebben bij een stabiel internationaal systeem. En dat de Nederlandse krijgsmacht daar, in samenwerking met bondgenoten, toe bijdraagt. Door militaire inzet kunnen we het internationale systeem bewaken, internationaal recht verdedigen en mensenrechten beschermen. De Partij van de Arbeid moet daarom haar idealen inzetten om mensen te inspireren voor deze waarden - en we moeten het belang daarvan uitleggen aan het publiek om ze daadwerkelijk te overtuigen. Noodzaak De deelnemers aan de workshop waren het erover een dat het militaire instrument nodig is en blijft. Er zijn nou eenmaal “boeven” in de wereld en je hebt een soort politie agent nodig die kan ingrijpen. Daarbij vormen de drie hoofdtaken als geformuleerd in de Grondwet: bondgenootschappelijke verdediging, bevordering internationale rechtsorde en nationale taken, de basis. Rol van de krijgsmacht Over de uiteindelijke rol van de krijgsmacht was minder eensgezindheid. We hebben gesproken over een eventuele voorkeur voor vredesmissies en stabilisatieoperaties. Tegelijk hebben we ook gesignaleerd dat deze missies niet erg goed zijn gegaan in Afghanistan en Irak en dat waarschijnlijk de financiële en politieke wil bij onze bondgenoten ontbreekt om deze in de toekomst nog uit te voeren. Andere taken die de krijgsmacht zouden kunnen gaan invullen zijn meer traditioneel van aard zoals het beschermen van de Europese Regio (de VS lijkt zich namelijk terug te trekken als veiligheidsgarantie waardoor de EU meer zelf moet doen – zie Libië). Aangezien Nederland niet zelfstandig kan opereren en altijd afhankelijk is van bondgenoten vonden de deelnemers aan de workshop het niet eenvoudig om zomaar een keuze te maken over de exacte rol/taakspecialisatie van de Nederlandse krijgsmacht. De taken die wij willen gaan vervullen moeten worden afgeleid van de rol die wij als Nederland in de wereld willen vervullen.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
15
EU versus Navo De vraag of de nadruk voor samenwerking op defensie vooral binnen de EU of binnen de NAVO zou moeten liggen kwam eveneens aan de orde. Op dit moment beschikt de Europese Unie nog niet over een serieuze eigen militaire capaciteit en is daarom nog afhankelijk van de NAVO (lees VS). Wel moeten we investeren in een Europese krijgsmacht. Onder meer door defensiesamenwerking tijdens uitzendingen, gezamenlijke investeringen en aanschaf, training en opleiding. Ook gingen er stemmen op om de huidige NAVO organisatie efficiënter in te richten en via de NAVO internationale defensiesamenwerking te verbeteren. De NAVO landen hebben namelijk veel middelen die onbruikbaar zijn voor de huidige dreigingen of zwaar verouderd zijn. Efficiëntie slagen kunnen bijvoorbeeld worden gemaakt door gezamenlijke aanbesteding. Op dit moment zijn er veel verschillende platformen die onderling niet samenwerken (munitie en onderdelen die niet kan worden uitgewisseld is hier een voorbeeld van). Een derde optie die is besproken was een Europese krijgsmacht, die wordt opgetuigt in EU verband maar goed “inter-operabel” is met de NAVO. Zo zou de EU wel van de schaarse NAVO middelen gebruik kunnen maken. De NAVO/VS hebben namelijk wel de noodzakelijke capaciteiten (bv inlichtingenmiddelen en dure platformen als luchttransport of vliegdekschepen) die om financieel/politieke redenen waarschijnlijk niet in Europa worden opgebouwd. Nieuwe dreigingen Vervolgens hebben we gesproken over de nieuwe uitdagingen en dreigingen die zich voordoen in de wereld: piraterij, schaarste van grondstoffen, cyber-warfare, onveilige transport routes, vluchtelingen stromen en interne problemen in “nieuwe democratieën” en falende staten. Hoe gaat Nederland daar mee om? Zijn wij bereid onze belangen hierin te beschermen? Hoe kunnen we bijdragen aan het internationale systeem en wat voor krijgsmacht hoort hierbij? Budget Na het signaleren van al deze uitdagingen kwamen we bij de financiële middelen. Zijn die toereikend, zijn die te laag, willen we investeren? De huidige bezuinigingen zijn eigenlijk te zwaar en onze krijgsmacht wordt te hard geraakt. Daarom is gesproken over het verhogen van het budget. Is een gevoelig punt, waar niet iedereen zomaar voor te porren is. Midden Oosten Tijdens de discussie over het militaire instrument kwam het midden oosten veel ter sprake. De huidige democratiseringsbewegingen en vooral de rol van Israel was hierbij belangrijk, waarbij voorstanders en tegenstanders van het huidige beleid van Israel met elkaar in debat gingen. Op dit onderwerp heeft de workshop geen duidelijke aanbeveling meegegeven, behalve dat de PvdA in haar buitenland notitie zorgvuldig aandacht moet besteden aan deze regio die tot veel problemen kan leiden in de “achtertuin van de EU”.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
16
Workshop: Internationale Solidariteit en Ontwikkelingssamenwerking Inleiders: Rolph van der Hoeven en Sjoera Dikkers (PvdA woordvoerder OS), workshopvoorzitter: Nina Tellegen (directeur Stichting DOEN). Verslag door: Afke van der Woude (stagiair bij de EVS) Een belangrijk uitgangspunt in de discussie was dat de wereld aan grote veranderingen onderhevig is. Zo woont het grootste deel van de arme wereldbevolking tegenwoordig niet in de armste, maar juist in middeninkomenslanden. Hierop moet ontwikkelingsbeleid inspelen. Een lange termijn visie is nodig, zeker als de gemeenschappelijke Milleniumdoelenagenda in 2015 afloopt. De invloed van problemen in ontwikkelingslanden -zoals klimaatverandering, milieuproblemen en migratie- zullen ook in Nederland voelbaar zijn. Het is van belang dat het publiek dit begrijpt en het belang van internationale solidariteit inziet. De PvdA kan dit actief uitdragen en meenemen in haar beleid. Coherentie en Internationale Samenwerking • In deze context moet er sprake zijn van een gelijkwaardige dialoog tussen verschillende partners. Het gaat niet zozeer om ‘arme mensen helpen’, maar voorwaarden scheppen voor ontwikkeling. Hierbij is beleidscoherentie een belangrijk begrip: Nederland moet een sterk samenhangend beleid ten aanzien van ontwikkelingslanden uitdragen en nadelige effecten van eigen beleid op ontwikkelingslanden tegengaan. Dit kan effectiever zijn dan meer geld voor OS begroten, en past daarmee in het huidige financiële en politieke klimaat. Vraaggestuurde aanpak • Enkelen in het debat waren huiverig voor de acht kernwaarden die de Commissie Schrijver benoemd had omdat ze nogal institutioneel zijn. Moderne OS gaat veel meer uit van gedeelde waarden, netwerkachtige samenwerking waarin gezamenlijk wordt bekeken wat er mogelijk is en waarbij de vraag vanuit het zuiden bepalend is. De OS agenda zou niet door de donoren bepaald moeten worden, maar juist vraaggestuurd moeten werken. Hierbij moet de landenspecifiekesituatie als uitgangspunt genomen worden. De prioriteiten in ontwikkelingslanden zelf kunnen anders liggen dan onze eigen (kern)waarden. Het is van belang pragmatisch te zoeken naar een effectief ontwikkelingsbeleid. Dit vraagt om een zakelijke benadering, waarbij de eigen waarden en ideeën soms aan de kant gezet moeten worden. Multilateraal, maar ook kleinschalig en bottom-up • Een ander punt van discussie was dat er tegenwoordig veel op het bilaterale niveau gefocust wordt, terwijl een groot deel van OS daarbuiten plaatsvindt. Er werd opgemerkt dat op het multilaterale niveau de grote beslissingen genomen worden. Dit moet meegenomen worden in het buitenlandbeleid van de partij. Daarnaast moeten de kleinschalige bottom-up initiatieven ook niet vergeten worden. Deze zijn zeer belangrijk, ook voor het creeëren van draagvlak voor OS. Goede onderlinge coördinatie en samenhang tussen de verschillende niveaus is essentieel. Sociaal democratie • Tot slot werd opgemerkt dat de PvdA zich niet alleen op beleid zou moeten richten, de partij kan zich ook profileren als beweging in internationale samenwerking. Dit kan door sociaal-democratische partijen in ontwikkelingslanden te ondersteunen en de dialoog met andere partijen en bewegingen in de Nederlandse samenleving aan te gaan. Coherentie • Een ander punt dat meer aandacht zou moeten krijgen is volgens sommigen het belang van coherentie van beleid.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
17
Korte Biografieën sprekers Nico Schrijver Nico Schrijver (Warmenhuizen, 1954) is voorzitter van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. Hij is sinds 7 juni 2011 Eerste Kamerlid voor de PvdA. Naast zijn hoogleraarschap Internationaal Publiekrecht in Leiden is Schrijver onder meer wetenschappelijk directeur van het Grotius Centre voor International Legal Studies. Hij maakte deel uit van de commissie Davids, die de besluitvorming over de politieke steun van Nederland aan de inval in Irak heeft onderzocht. Daarnaast is hij vice-voorzitter van het VNverdragscomité inzake economische, sociale en culturele mensenrechten. Schrijver was eerder voorzitter van de Evert Vermeer Stichting, de PvdA-organisatie voor internationale samenwerking en hij leidde de PvdA commissie, die het rapport Vreedzaam Veilig opstelde (2005).
Marije Laffeber Marije Laffeber (Dordrecht, 1974) is sinds 2003 internationaal secretaris in het partijbestuur van de PvdA, beslast met Europese en internationale zaken. Ze vertegenwoordigt de PvdA in binnen- en buitenland en onderhoudt onder meer de contacten van de PvdA met zusterpartijen, NGO’s en andere progressieve partijen en netwerken. Zij is lid van het hoofdbestuur van de Partij van Europese Socialisten (PES), coördinator ontwikkeling in de buitenlandcommissie van de PES en lid van de Taskforce Arab Spring. Ze is lid van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid, neemt deel aan de kerngroep die zich inzet voor een snelle hervorming en modernisering van de Socialistische Internationale en is bestuurslid van de Alfred Mozer Stichting en bestuurslid van de Evert Vermeer Stichting. Tussen 1993 en 2001 was Laffeber onder meer voorzitter van de buitenlandcommissie, bestuurslid en buitenlandvertegenwoordiger voor de Jonge Socialisten in de PvdA en wereldvrouwencoördnator in het bestuur van de International Union of Socialist Youth.
Niels Annen Niels Annen (Hamburg, 1973) is als analist internationale politiek verbonden aan de Friedrich Ebert Stiftung in Berlijn. Hij is tevens lid van het landelijk partijbestuur van de SPD. Van 2005 tot en met 2009 was hij parlementslid voor de SPD en lid van de buitenland commissie in de Duitse Bundestag. Aansluitend was hij als Senior Resident Fellow verbonden aan het Duitse Marshall Fund van de Verenigde Staten in Washington D.C. Tussen 2001 en 2004 was Niels Annen voorzitter van de Jonge Socialisten in de SPD en vice-voorzitter in het bestuur van de International Union of Socialist Youth. Annen studeerde geschiedenis en Spaans aan de Universiteit van Hamburg, de Humboldt Universiteit Berlijn en Computlense Universiteit van Madrid.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
18
Arjen Berkvens Arjen Berkvens (1968) is directeur van de Alfred Mozer Stichting (AMS). De Alfred Mozer Stichting werd in 1990 (na de val van de Berlijnse muur)opgericht. Doelstelling is het ondersteunen van de ontwikkeling van (sociaal) democratische partijen door middel van training en scholing. De AMS richt zich met name op partijen Oost-, Zuid-Oost Europa en de voormalige Sovjet Republieken en heeft eveneens ervaring met het geven van trainingen in Marokko, Jordanie en Turkije. De Alfred Mozer Stichting voert het secretariaat van het European Forum for democracy and solidarity, waarvan Arjen Berkvens momenteel Secretaris-Generaal is. In 2009 werd hij voor een periode van twee jaar benoemd tot netwerk coördinator van het European Network of Political Foundations (ENoP).
Frans Timmermans Frans Timmermans (Maastricht, 1961) is lid van de PvdA TweedeKamerfractie en is sinds 2010 belast met de portefeuille buitenland. Hij was van 22 februari 2007 tot 23 februari 2010 staatssecretaris van Europese Zaken in Kabinet Balkenende IV. Frans Timmermans is lid van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. Hij was van 19 mei 1998 tot 22 februari 2007 Tweede Kamerlid voor de PvdA. Eerder was Frans Timmermans medewerker van Hans van den Broek bij de Europese Commissie en vervolgens adviseur en particulier secretaris van dr. Max van der Stoel, Hoge Commissaris nationale minderheden van de OVSE in Europa. In de Tweede Kamer hield hij zich bezig met Europese zaken en defensie. Hij was voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en lid van Europese Conventie namens de Tweede Kamer. Naast zijn kamerlidmaatschap is Frans Timmermans werkzaam als hoogleraar van de Vrede van Utrecht leerstoel.
Thijs Berman Thijs Berman (Coevorden, 1957) is sinds 2004 lid van de PvdA Eurodelegatie in het Europees Parlement. Sinds 2009 als delegatieleider. In het Europees Parlement is hij lid van de commissie ontwikkelingssamenwerking en van de commissie mensenrechten. Hij is voorzitter van de Afghanistan-delegatie van het Europees Parlement. Daarnaast is hij vervangend lid van de commissie begrotingscontrole en van de commissie economische en monetaire zaken. Voordat Thijs Berman lid werd van het Europees Parlement, was hij werkzaam als correspondent in Parijs voor diverse weekbladen en radioprogramma's. Ook was hij enige tijd als journalist werkzaam in Moskou. Hij publiceerde onder meer in de weekbladen Elsevier en De Groene Amsterdammer, maakte radio- en televisiedocumentaires voor de IKON en werkte mee aan het Radio 1 Journaal.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
19
Ed Groot Ed Groot (Grootebroek, 1957) is sinds 2010 lid van de PvdA TweedeKamerfractie als woordvoerder Belastingen, inkomens en economische aangelegenheden. Tevens is hij tweede financieel woordvoerder. Ed Groot studeerde economie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij ging na zijn studie aan de slag als redacteur bij het Financiëel Dagblad. Van 1996 tot 2000 werkte hij een uitstapje als speechschrijver op het ministerie van Sociale Zaken en werkgelegenheid, waarna hij terugkeerde naar het FD als redacteur en columnist.
Matthieu Meaulle Matthieu Meaulle (Grenoble, Frankrijk) is als economisch adviseur verbonden aan de Foundation for European Progressive Studies (FEPS) in Brussel. Hij is verbonden aan het Research Centre PHARE (Universiteit Paris I PantheonSorbonne). Zijn werk varieert van de geschiedenis van het economisch denken tot aan de moderne economische analyse. Matthieu Meaulle is gespecialiseerd in de zuiver economische theorie.
Marit Maij Marit Maij (1972) is sinds 1996 in dienst bij het ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij was onder meer werkzaam als beleidsmedewerker humanitaire hulp, ambassadesecretaris mensenrechten en goed bestuur in Midden-Amerika en politieke raad op de ambassade in Peking. Momenteel is zij afdelingshoofd bij de directie consulaire zaken en migratiebeleid. Marit Maij is lid van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. Voordat zij in dienst kwam bij BZ werkte zijn enkele jaren in Brussel als stagiaire bij de Commissie en assistent in het Europees Parlement. Marit Maij was eind jaren '80 voorzitter van het Landelijk Aktie Komitee Scholieren (LAKS).
Rolph van der Hoeven Rolph van der Hoeven (1948) is als professor Employment and Development Economics verbonden aan het Institute of Social Studies (ISS) in Den Haag. Hij is lid van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. Tot juni 2008 was hij directeur van de ILO Policy Coherence Group en was hij manager van het technische secretariaat van de World Commission on the Social Dimension of Globalization, opgericht door de International Labour Organization. Daarvoor werkte hij onder meer als Chief of the Macroeconomic and Development Policy Group en bekleedde hij diverse andere posities binnen de ILO in Genève, UNICEF New York en in Ethiopië en Zambia.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
20
Simon van Driel Simon van Driel (Rotterdam, 1948) was van juni 2003 tot juni 2011 Eerste-Kamerlid voor de PvdA. Simon Van Driel was directeur van de sociale dienst en van de dienst Stadsbeheer in Den Haag, algemeen directeur van uitvoeringsinstelling USZO en voorzitter van de directie van Loyalis NV. In de Eerste-Kamer was hij woordvoerder financiën en sociale zaken en voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Hij was tevens afgevaardigde naar de Parlementaire assemblee van de NAVO.
Monika Sie Monika Sie Dhian Ho (Amsterdam, 1967) is directeur van de Wiardi Beckman Stichting. Zij is lid van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. Ze heeft politieke wetenschappen gestudeerd aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Zij doceerde politicologie aan de EUR en Internationale Betrekkingen en Internationale Politieke Economie aan de Universiteit Leiden. Voordat ze bij de WBS kwam werken, was zij als onderzoeker/ projectleider verbonden aan de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Sjoera Dikkers Sjoera Dikkers (Deventer, 1969) is sinds 2010 lid van de PvdA Tweede-Kamerfractie. Zij is woordvoerder ontwikkelingssamenwerking en handelsbetrekkingen. Tussen 2001 en 2005 was zij directeur van de EVS en daarna werkzaam voor diverse NGO’s.
Bert Koenders Bert Koenders (Arnhem, 1958) is speciaal VN afgezand in Ivoorkust. Van 2007 tot 2010 was hij minister voor Ontwikkelingssamenwerking. Hij is lid van de PvdA commissie toekomstvisie buitenlandbeleid. Tussen 1997 en 2007 was hij lid van de PvdA Tweede-Kamerfractie als woordvoerder buitenlandse zaken en hield zich vanuit de fractie eveneens bezig met internationaal monetair- en handelsbeleid. Hij was lid van de enquêtecommissie Srebenica. Bert Koenders studeerde politieke en sociale wetenschappen (internationale betrekkingen en economie). Na zijn studie was hij onder meer werkzaam als beleidsmedewerker voor de PvdA Tweede-kamerfractie en als politiek adviseur voor de VN in Zuidelijk Afrika.
PvdA buitelandconferentie: Sociaal-democratische uitdagingen in een veranderende wereld
21