Verslag millenniumdoelstellingen conferentie GroenLinks – deelsessie voedsel Verslag door: Kimo van Dijk, Rik Hoevers (GroenLinks Landbouwwerkgroep) Voorzitter: Kees van Zelderen (GroenLinks Landbouwwerkgroep) De gehele conferentie ging over het vernieuwen van de oude Millenniumdoelstellingen (Millennium Developement Goals, MDG’s) naar Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (Sustainable Development Goals, SDG’s). Voorafgaande aan de deelsessie voedsel zijn acht stellingen gepresenteerd. De deelnemers aan de deelsessie konden aan de hand van drie groene en drie rode stickers aangeven of ze respectievelijk voor of tegen een stelling waren. De discussie was georganiseerd zoals een Lagerhuisdebat, met voorstanders aan een zijde en tegenstanders aan de andere zijde, waarbij gediscussieerd zou worden over de drie stellingen waarvan de meningen het dichts bijeen lagen. Zoals te zien in tabel 1 waren dit stelling (4) Voor een primaire levensbehoefte als voedsel is marktwerking immoreel, (1) Landbouw moet intensiever om voedselzekerheid te garanderen en (5) Handelsverdragen bevorderen duurzame handel en kunnen de armoede en honger oplossen Gedurende het debat was de mogelijk om naar het andere kamp over te steken, wat op een keer na niet gebeurde. Tabel 1: Resultaten van de stemming vooraf over welke drie stellingen de zaal in debat zou gaan, namelijk stelling 4, 1 en 5. Stellingen
Voor (%)
Tegen (%)
Totaal
1. Landbouw moet intensiever om voedselzekerheid te garanderen
11 (41%)
16 (59%)
27
2. Bevolkingspolitiek is noodzakelijk
15 (75%)
5 (25%)
20
3. Zonder GMO’s kunnen we de wereld niet voeden
2 (13%)
13 (87%)
15
4. Voor een primaire levensbehoefte als voedsel is marktwerking immoreel
12 (48%)
13 (52%)
25
5. Handelsverdragen bevorderen duurzame handel en kunnen de armoede en honger oplossen
16 (70%)
7 (30%)
23
6. Biobased Economy is een gevaar voor de voedselzekerheid
4 (29%)
10 (71%)
14
7. Stadslandbouw kan de wereld niet voorzien van voldoende voedsel
16 (16%)
3 (84%)
19
8. Klimaatverandering is positief voor de hoeveelheid geproduceerd voedsel
0 (0%)
13 (100%)
13
Aan de discussie was een inleiding voorafgegaan door Pablo Tittonell, hoogleraar Farming Systems Ecology aan Wageningen Universiteit, met een korte reactie door Daphne Dertien, fractievoorzitter GroenLinks in de Provinciale Staten van Overijssel. Hieronder beschrijven we de voor en tegen argumenten per stelling zoals die door de zaal uitgesproken zijn. Uiteindelijke kwamen we maar aan twee van de drie stellingen toe, dus alleen stelling 1 en 4.
1. Landbouw moet intensiever om voedselzekerheid te garanderen Voor -
-
-
Wat verstaan we onder intensivering? Je kunt ook ecologisch intensiveren zoals Pablo heeft aangegeven. Diversiteit in systemen, bijvoorbeeld agrarische systemen, kan tot hogere opbrengsten leiden. Het gaat om de verdeling (in de intensivering), en voedselzekerheid. Dat betekent ook toegang tot middelen ten opzichte van het doel van de productie. We hebben intensivering nodig in ontwikkelingslanden, maar grond ongebonden veehouderij is een vorm van intensiveren die niet duurzaam is. Megastallen zijn afgezien van het dierenwelzijn efficiënt. Maar het vee krijgt wel geïmporteerd voer, en de stallen hebben een grote energiebehoefte. We redden het niet mondiaal gezien zonder intensivering, er is niet overal land genoeg. Intensiveren is noodzakelijk om de natuur een kans te geven. Het begrip intensiveren is besmet geraakt. Als GroenLinks het over intensiveren heeft wordt het verkeerd begrepen. Als er over intensiveren wordt gesproken wordt in het algemeen de ontwikkeling naar niet-duurzame bio-industrie bedoeld, terwijl het ook mogelijk is om onder duurzame ecologische voorwaarden te intensiveren.
Tegen -
Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen het internationaal en het lokaal niveau. Ook ecologisch intensiveren heeft beperkingen. Er is meer kennis nodig over ecologische stabiliteit en diversiteit. Het maakt uit over welk product we het hebben, sommige producten hebben nu eenmaal veel effecten, als je de productie intensiveert dan neemt dat alleen maar toe. In Nederland moeten we juist minder produceren (per aardoppervlak), maar er kan juist relatief schoon en effectief elders geïntensiveerd worden. In Nederland moeten we geen megastallen willen, laten we de andere landen elders maar wat intensiveren, desnoods in de veehouderij. Intensivering betekent ook meer vraag naar fossiele brandstof, maar dat zal een absoluut limiterende factor gaan worden. Intensivering leidt tot voedsel met minder nutritionele waarde, dat heeft onderzoek ook laten zien over de tijd. We moeten werken aan het diverser maken van ons dieet en minder vlees eten.
-
-
Ecologische en kleinschalige landbouw wordt vaak als primitief afgedaan en gebagatelliseerd. Dit krijgt meer kritiek op de zwaktes dan gangbare landbouw. Neem Wageningen UR dat de afgelopen jaren voor een beeld heeft gezorgd dat het vooral oog had voor intensivering, terwijl de ontwikkelingen in duurzame productie nauwelijks onder de aandacht zijn gebracht. Intensivering van de landbouw zelf betekent ook een intensivering in het sociaal en economische domein, boeren belanden in een wapenwedloop naar de bodem. Land is veelal de limiterende factor. Als die beperking er niet is willen velen wel duurzamer produceren.
Slotopmerking Pablo: -
De verhoudingen tussen investeringen in de landbouw en de productie zijn scheef. Ook wordt relatief weinig geïnvesteerd in onderzoek naar de mogelijkheden voor verduurzaming van de landbouw. Het (landbouw- en voedsel)onderzoek is niet onpartijdig.
4. Voor een primaire levensbehoefte als voedsel is marktwerking immoreel Voor -
-
Afrika is meer gaan exporteren sinds de jaren 60, maar de honger is niet afgenomen. Dat Afrika nu voedsel moet importeren is inherent aan de vrije markt. Terwijl de landbouwproductie is toegenomen is er als gevolg van de wereldhandel een verschuiving naar de teelt van non-food cashcrops en naar groenten voor export opgetreden, ten koste van lokale voedselgewassen. Wat voor effect heeft marktwerking op hoe voedsel geproduceerd wordt? Bijvoorbeeld natuur, milieu en omgevingseffecten? De markt zal uit zichzelf niet een eerlijke prijs creëren, dus is de overheid echt nodig. Overheden moeten de productie en beschikbaarheid van voedsel reguleren bijvoorbeeld door middel van quotering. Er zijn goede ervaringen met schoolvoedselprogramma’s. In tegenstelling tot een vrije markt sprake is van een marktinterventie, waar men scholen een restaurant heeft laten opzetten. Door bij lokale boeren in te kopen zorgt dit voor meer inkomen, diversere diëten en een directere band tussen boer en consument. De scholen werden daarvoor ondersteund door de overheid.
Tegen -
Marktwerking is immoreel als het onbeperkt is. Als er voorwaarden aan worden gesteld kan het prima.
-
-
-
Er schort veel aan de keten; de machtsverhoudingen kloppen niet. Er is een te sterke macht van bepaalde spelers, bijvoorbeeld supermarkten en handelsondernemingen. Daar moet de overheid zich op richten. Marktwerking op lokaal niveau is OK, maar op wereld niveau heeft het slechte effecten. Speculeren heeft niet alleen met voedsel te maken, dat ligt aan het financieel systeem, daar moeten we wat aan doen. Immoreel kun je het niet noemen, maar het protectionisme daar gaat het om. Kleine ondernemers opereren ook in de markt, de lokale, dat is prima. Het pleit er wel voor om eerlijke machtsprioriteiten te borgen: er moet een level playing field zijn. Belastingontwijking en monopolie positie dat zijn de slechte zaken. Als die en verstorende (protectionistische) subsidies weg zijn dan is er een level-playing-field. Als je milieuzaken en grondstoffen meetelt in de prijs dan zou het biologisch voedsel goedkoper zijn, en dus beter in de markt staan. Deze externe effecten zijn op te lossen, als we willen. Er wordt vaak gesproken over eerlijke prijs. Maar een lagere prijs levert juist marktaandeel op. We moeten de winsten van handelaren en grote spelers in de ketens laten terug vloeien naar de landen waar het voedsel door boeren geproduceerd wordt. We moeten nooit quota invoeren voor ontwikkelingslanden. Zij moeten immers ook kunnen verdienen aan de landbouw. Dan nog beter invoer heffingen bij het importerende land.
Eindconclusie: -
Marktwerking op internationaal niveau werkt niet (goed), op lokaal niveau is marktwerking nodig, ook voor economische en politieke stabiliteit. Daarvoor is wel een sterke overheid nodig.
De volgende stellingen zijn dus niet besproken, maar zeker relevant en interessant voor een volgende sessie met GroenLinks leden, fracties (lokaal, regionaal, landelijk en Europees) en geïnteresseerden en experts van buiten de partij. 2. Bevolkingspolitiek is noodzakelijk 3. Zonder GMO’s kunnen we de wereld niet voeden 6. Biobased Economy is een gevaar voor de voedselzekerheid 7. Stadslandbouw kan de wereld niet voorzien van voldoende voedsel 8. Klimaatverandering is positief voor de hoeveelheid geproduceerd voedsel
Oogst van lokale acties Om tot de praktijk te komen werd aan de deelnemers gevraagd: Wat ga je zelf vanaf morgen doen? -
We hebben in Amsterdam West het eerste bijeneiland.
-
-
-
-
-
-
-
De bijdragen van het Nederlandse agrarische systeem aan de wereldproductie is maar nihil, ook al is het hoog technisch. We moeten dus kijken hoe we het in de rest van de wereld kunnen gaan verbeteren. Daar moeten we ons op richten, op welk niveau dan ook. Als we minder produceren in Nederland en meer investeren in ontwikkelingslanden levert dat ook hier meer natuur op. Op lokaal niveau zo onafhankelijk mogelijk zijn wat betreft voedsel en benodigde grondstoffen, en daarmee dus ook minder afhankelijk van import. Voedsel moet duurder worden, dat moet bij mensen tussen de oren komen, want het gaat gebeuren. Promoten van diversificatie in landbouw, voedsel en dieet. Gemeente overtuigen dat deze minder naar de bio-industrie moet neigen. Met restaurants en supermarkten aan de slag gaan met vegetarisch eten. Je kunt met je mes en vork stemmen, tijdens de verkiezingen, maar ook juist dagelijks! GroenLinks moet zich meer opstellen als een beweging. Stadslandbouw is belangrijk, wellicht niet kwantitatief, maar zeker kwalitatief, om mensen te informeren en inspireren. Er is veel armoede in de stad Groningen. Voedsel telen in de stad Groningen voor scholen en de voedselbank. Ook daar zijn er kinderen die maar twee keer per dag kunnen eten, of te weinig voedingsstoffen binnen krijgen. We moeten slimme coalities sluiten; mondiale afspraken lokaal vertalen van landbouwbeleid naar voedselbeleid. De SDG’s kunnen daarbij goed van pas komen. Op Europese niveau: het net uitgekomen WRR rapport, dat de Nederlandse regering oproept om een voedselstrategie te ontwikkelen, ga ik over brengen. Het Transatlantic Trade and Investment Partnership(TTIP) dreigt een slecht handelsverdrag te worden, ook voor voedsel, zeker ook voor ontwikkelingslanden. Meer bewustzijn creëren over SDG’s (duurzaam als geheel) bij kerkgemeenschappen; met aandacht voor regionalisering van voedsel hier. Voedsel is goede ingang want dat gaat iedereen aan en is gelinkt aan vele andere thema’s. Dit heeft consequenties voor economieën en wellicht voedselzekerheid in ontwikkelingslanden. (OIKOS) Doorgaan met lobbyen naar supermarkten dat ze bij hun inkoopbeleid rekening moeten houden met een eerlijk loon en goede omstandigheden bij de boeren die het produceren elders. Pleiten voor eerlijke ketens. (Fairfood) We moeten verbieden dat boeren gesubsidieerd worden in de EU om te produceren voor de export, en daarmee de internationale markt verstoren. We moeten ons meer richten op alternatieve agrarische systemen zoals agroforestry, o.a. voor het behoud van bodemvruchtbaarheid en ook om bossen te behouden voor toekomstige voedselzekerheid in breedste zin. Meer bekendheid geven aan goede initiatieven. Het handelssysteem moet anders, we moeten af van dumpen en export subsidies, regionalisering kan daar goed aan bijdragen. Nederland produceert wellicht niet zoveel op wereldschaal, maar is wel degelijk een grote speler: het is de 2 de exporteur in de wereld en importeert daardoor ook veel (doorvoer). En, Nederland is een belangrijke schakel in het wereldwijde voedselsysteem door kennis en kunde in de agrarische en voedselverwerkende sector, en bepaalt dus waar het met de wereld heen gaat.