imbur VAR L n a v e tgav Een ui
g Jaargang 7 nummer 1
Januari 2012
Verpleegkundig Magazine Limburg Delirium in het algemeen ziekenhuis -Door - P. Vogelaar Waarom dit stukje? Verwardheid komt veel voor bij oudere patiënten die zijn opgenomen in een algemeen ziekenhuis. Vaak is deze- min of meer plotseling ontstane- verwardheid het symptoom van een delirium. Delirium is een veel voorkomende complicatie van een organische ziekte. De diagnose delirium wordt echter vaak laat of zelfs helemaal niet gesteld. Daarbij zijn de morbiditeit en mortaliteit van een delirium indrukwekkend. Belangrijk dus, dat in de dagelijkse praktijk van een algemeen ziekenhuis een delirant beeld tijdig
wordt herkend, behandeld en zo mogelijk wordt voorkomen. Daarnaast is het van belang dat men zich gaat richten op preventief beleid, waarbij risicofactoren worden geïdentificeerd en zo mogelijk geëlimineerd, waardoor de morbiditeit en mortaliteit ten gevolge van delirium zal dalen. En wat is dat dan? Delirium uit zich als een algemene verstoring van de hogere cerebrale functies. Er zijn een viertal kernsymptomen te benoemen. Ten eerste het verstoorde bewustzijn; verminderde helderheid, afgenomen besef van de
omgeving, moeite om zich te concentreren en verhoogde afleidbaarheid. Dit uit zich in een nauwelijks reageren op vragen of gebeurtenissen. Ten tweede het verstoorde denken; de gedachtegang is vaak niet te volgen, het oordeelsvermogen is gestoord, er bestaan geheugenstoornissen en auditieve en/of visuele prikkels worden soms niet goed geïnterpreteerd. Ten derde een acuut begin met wisselend, gelimiteerd beloop: de stoornis ontwikkelt zich in uren tot dagen en neigt ertoe in de loop van de dag te veranderen. Vervolg op pagina 2
Van de redactie In dit nummer een bijdrage vanuit de verschillende ziekenhuizen in de regio. Aandacht voor delirium als complicatie bij vooral de oudere zorgvragers, het complexe probleem van anorexia, de verpleegkundige overdracht aan het
bed van de zorgvrager op de kraamafdeling en de start van productive ward waarbij verpleegkundig leiderschap en de mogelijkheid voor verpleegkundigen om het zorgproces te optimaliseren, centraal staan.
We hopen dat de diverse onderwerpen een inspiratie vormen om ook op je eigen afdeling aam de slag te gaan!
In dit nummer: Vervolg 2 Delirium in het algemeen ziekenhuis
Dat ze toch gewoon eet...
4
Overdracht aan het bed. Wie durft het aan?
7
Productive Ward 8 gestart in het Atrium MC Colofon
9
Colofon
11
Richtlijn decubitus en smetten herzien. Op de site van V&VN vind je de herziende richtlijnen van decubitus en smetten. Naast aanbevelingen zijn er ook praktijkkaarten toegevoegd voor preventie, behandeling en een informatiefolder voor de zorgvrager. Het werken op basis van EBP ( welke informatie de basis vormt voor de richtlijnen) wordt gevraagd van de zorgprofessional. Ook andere verpleegkundige richtlijnen zijn hier te vinden. www.venvn.nl
Vervolg van pagina 1
Ten vierde een bewijs van een externe oorzaak; er bestaat een onderliggend lichamelijk lijden. Verdwijnt het onderliggend lichamelijk lijden, dan verdwijnt ook het delirium. Vooral bij oudere patiënten is de kans op volledig herstel klein. Er zal over het algemeen sprake zijn van een cognitieve achteruitgang in de hierop volgende jaren. En hoe zien we dat dan? Het herkennen van een delirium is niet moeilijk voor de geoefende professional die er dagelijks mee te maken heeft. De unieke symptomen, het acute begin met fluctuerend beloop, de risicofactoren en het onderliggende organische lijden zijn specifiek genoeg om te kunnen differentiëren met andere cognitieve en emotionele verstoringen. De diagnose wordt echter vaak gemist door hulpverleners die niet dagelijks te maken hebben met een delirium. Vooral het stille delirium, met zijn verminderde psychomotore activiteit en alertheid, wordt vaak niet als zodanig herkend. Het is het vakgebied van de psychiater en geriater om de diagnose delirium te stellen. Zij doen dit met behulp van de vier boven genoemde kernsymptomen. En kunnen we dat meten dan? In Nederland is in 2001 de delirium observatie schaal (DOS) ontwikkeld door Marieke Schuurmans; een geriatrieverpleegkundige die in september 2011 is benoemd tot hoogleraar verplegingswetenschappen te Utrecht. De DOS werd ontwikkeld om gedrag vast Pagina 2
te verdelen in vier stappen. De eerste stap is het, zo mogelijk, behandelen van de onderliggende oorzaak van het delirium. De delirante patiënt wordt geëvalueerd. Er wordt specifiek gekeken naar nieuw voorgeschreven medicatie, huidige infecties, vochthuishouding en oxygenatie. Algemene richtlijn is om tekorten aan te vullen tot normale waarden en excessen te elimineren. De tweede stap in het managen van een delirium is het onder controle houden van het gedrag van de patiënt, zodat de ingezette behan-
De vierde en laatste stap betreft een rehabilitatieplan om de patiënt weer te laten functioneren zoals voor het delirium. Een omgeving die vertrouwd is voor de patiënt helpt hierbij. Het belang van familie in de directe nabijheid, eigen kleding, bril en gehoorapparaat, mobilisatie, klok, kalender foto’s en dergelijke is niet te overschatten. De patiënt die zoveel mogelijk zelf de algemene dagelijkse levensbehoeften vervult is functioneel onafhankelijk. Zelf tanden poetsen helpt tegen een delirium omdat hierdoor de grip op de omgeving groter wordt. En kunnen we het niet voorkomen dan?
deling voortgang kan vinden. Het middel moet hierbij niet erger zijn dan de kwaal. Mechanische fixatie verergert veelal het delirante beeld en dient, zo mogelijk, vermeden te worden. Chemische fixatie met in eerste instantie haloperidol is toegestaan indien het delirium interfereert met de zorg en behandeling. Stap drie is het voorkomen van complicaties ten gevolge van het delirium. Tot de meest voorkomende complicaties behoren urineincontinentie, immobiliteit, een verstoorde slaap en ondervoeding.
Preventie van delirium kan heel veel opleveren. Een onderzoek van Lundström uit 2005 laat specifiek zien wat je kunt bereiken met preventieve maatregelen. Het betrof een onderzoek van 400 patiënten op een interne afdeling; 200 in de interventiegroep en 200 in de controlegroep. Het voorkomen van delirium was gelijk verdeeld over beide groepen. Er vonden vier interventies plaats bij de interventiegroep. De eerste interventie bestond uit een tweedaagse cursus voor de artsen en verpleegkundigen met betrekking tot screening, preventie en behandeling van delirium. De tweede interventie betrof educatie met betrekking tot interactie tussen hulpverlener en patiënt; oogcontact maken, rustig inlichten wie je bent en wat je komt doen, aanraken. Vervolg op pagina 3
Verpleegkundig Magazine Limburg
Vervolg van pagina 2
Vaak herhalen wat je gezegd hebt. De derde interventie betrof de keuze voor patiëntgericht verplegen en niet taakgericht verplegen. Als laatste interventie werd de verpleegkundige begeleid bij problematische delirante patiënten. De resultaten van het onderzoek waren robuust te noemen: -2 van de 63 delirante patiënten in de interventiegroep overleden, 9 van de 62 in de controlegroep. -10,8 dagen was de opnameduur van de delirante patiënten in de interventiegroep, 20,5 dagen in de controlegroep. -30% van de patiënten in de interventiegroep was nog delirant op dag 7 na opname, 60% van de patiënten in de controlegroep. -9,4 dagen bedroeg de algemene opnameduur op de interventieafdeling, 13,4 dagen op de controleafdeling.
En is dat allemaal bewezen dan? Alle informatie uit bovenstaand artikel, op het onderzoek van Lundström na, is terug te vinden in de multidisciplinaire richtlijn delirium uit 2004. Deze richtlijn is gebaseerd op de meest relevante literatuur tussen 1998 en 2002 en biedt handvatten met betrekking tot de zorg en behandeling van delirium. drs. Paul Vogelaar
verpleegkundige Intensive Care Orbis MC Noot van de redactie: Het voorkomen en vroegtijdig onderkennen en behandelen van delier is een onderdeel van de praktijkgidsKwetsbare oudere van VMS: www.vmszorg.nl/10-Themas/Kwetsbareouderen Jaargang 7 nummer 1
Bron: http://www.psychiatrienet.nl/oudesite/files/DOS_vragenlijst_en_invulinstructie.doc.pdf
Pagina 3
Dat ze toch gewoon eet ..! -Door - R. Nijst Jenny Hismer wordt laat op de middag aangemeld via de SEH (spoedeisende hulp) waar ze door de huisarts naar verwezen is. Jenny, 17 jaar, is vergezeld door beide ouders. Na een korte beoordeling op de SEH wordt ze opgenomen op de afdeling Interne. De reden van opname hoeft niet meteen in de papieren gezocht te worden: Jenny is cachectisch (uitgemergeld, graatmager), met ingevallen gelaat, stekelige schouders en een wat mokkende houding. Naar de verpleging toe is ze niet onvriendelijk. Ze beantwoordt de algemene vragen rond opname zonder haperen, maar bij het onderwerp voeding heeft ze met haar ouders meteen ruzie: moeder probeert de ontwijkende antwoorden van dochter te verbeteren, maar wordt door dochter fel teruggefloten. De moeilijke periode, voorafgaand aan deze opname, wordt hier in geconcentreerde versie tentoongespreid. Het verhaal is zowel kenmerkend als onbekend: gemiddeld krijgt een huisarts één ernstige eetstoornis per jaar in de praktijk. Hiervan wordt een aantal doorverwezen naar gespecialiseerde centra en komt een (kleiner) aantal terecht op een afdeling Interne van het ziekenhuis. In totaliteit dus veel nieuwe gevallen, maar de spreiding is groot. Geen wonder dat de ervaringsopbouw niet optimaal is.
kelijk door weglating van snoep en
en de obsessieve hechting aan dat
snacks; een beetje afvallen; een
gevoel; maar in een gezond hoekje
kortdurend gevoel van tevredenheid;
van haar denken weet zij wel dat ze
dan weer onvrede; weer iets wegla-
op een riskante glijbaan zit. Alleen:
ten, afvallen; en dan sneller, als bij
de kracht van de anorexie is domi-
een kantelende wip: verstrikt ge-
nant aanwezig en de emotie waar
raakt in zeer ernstig restrictief ge-
deze mee woekert is ANGST.
drag (weglatingsgedrag) van voeding, al dan niet met bijkomend gedrag als
Jenny zal zich, gedreven door angst;
hyperactiviteit, braken of laxeren.
gaan voegen naar de dwang van de
De aanvankelijk milde vermagering
anorexie en zich dus verzetten tegen
werd amper opgemerkt; hier en daar
alles en iedereen die het beter me-
viel zelfs een complimentje te horen.
nen te weten.
Later, als de dunheid en het ontspo-
De verzetshouding is vaak kenmer-
rende eetgedrag zich niet meer laat
kend bij anorexiepatiënten in een
verbergen zijn de ongerustheid, de
ziekenhuisomgeving.
verstiekeming en de conflictjes
Het onveiligheidsgevoel drijft hen
sterk toegenomen.
naar allerlei varianten van vermij-
Ondertussen heeft
dingsgedrag en verstiekeming. Aan
zich in de beleving van Jenny een hardnekkige obsessie naar magerte en afvallen genesteld, gevoed door een angst voor controleverlies over gewicht, met een zeer snelle vorming van allerlei irrationele gedachten rond uiterlijk en voedingskwaliteit. Alles wat maar enigszins met vet of suiker te maken heeft is nu vergif geworden; de objectieve informatie hierover komt niet meer binnen.
de kant van verpleging en medici wordt dit vaak ervaren als opzette-
Het verhaal van Jenny is klassiek in de aanloop: sluipenderwijs is zij,
Natuurlijk voelt Jenny ook wel dat er
lijk verzet, sabotage of manipulatie
kwetsbaar door een negatieve bele-
iets niet klopt met deze ontwikke-
en vóór je het weet zit je in een spi-
ving van zichzelf, aangestuurd door
ling, maar in korte tijd heeft zich in
raal van achterdocht en afwijzing.
onvrede en niet goed bestand tegen
haar hoofd een enorme tweestrijd
De kunst is dus om het onveiligheids-
de assertieve samenleving, begonnen
ontwikkeld. Enerzijds is er de snel
gevoel zo veel als mogelijk te beper-
met simpelweg minder eten. Aanvan-
ontstane koestering van het “nieuwe”
ken. En ook om uit te komen bij dat
eetgedrag, het gevoel van controle
ene hoekje van het gezonde denken Vervolg op pagina 5
Pagina 4
Verpleegkundig Magazine Limburg
Vervolg van pagina 4
over lijf en welzijn. Belangrijk om hiertoe te komen is enigszins zicht hebben op dat wat anorexia met iemand doet. En dus weten dat er een allesoverheersende angst gaande is waar het om voeding
geen overdreven nadruk op controle. Zeg geen dingen als “smakelijk eten”, maar kies liever voor uitspraken in
- terminale ondervoeding met brady frenie en spierzwakte - een suspecte anamnese voor, of
de zin van “we weten dat het niet
aangetoonde hypoglycaemieën en
makkelijk is, maar probeer het”
uitputting (gekenmerkt door brady
- Bij niet volledig gebruiken van
frenie en spierzwakte) waardoor er
maaltijden idem. Geen uitspraken als:
onvermogen is om een normaal menu met voldoende calorische inhoud te
en gewicht gaat. Een anorexiepatiën-
gebruiken
te is er niet op uit anderen voor het
- recidiverende hypoglycaemieën bij
lapje te houden; zij is uit op
ernstige ondervoeding.
(irrationele) zelfbescherming. Veiligheidsgevoel kun je creëren
Het krijgen van sondevoeding wordt
door een aantal elementen:
door een groot deel van de anorexia patiënten ervaren als een inbreuk op
Attitude
hun behoefte aan controle, ook al is die controle objectief gezien niet
- Een attitude van acceptatie. Toon
adequaat. De kenmerkende angst
begrip voor de angst maar laat ook
voor verlies van controle op voe-
toch het belang van de uitgezette
dingsinname leidt tot emoties en
interventies blijken. Benoem op een
gedrag waarin weerstand een belang-
milde manier de realiteit van de ac-
rijke factor kan zijn. Het is dus be-
tuele situatie. Laat doorschemeren
langrijk dat er met de patiënt over-
dat je zicht hebt op, of in ieder ge-
eenstemming bestaat over de crite-
val begrip hebt voor het syndroom.
ria voor het starten en beëindigen
- Wijs een beperkt aantal vaste ver-
van sondevoeding, vast te leggen in
pleegkundigen aan om iets makkelijker een vertrouwensrelatie op te
“Dat is niet de bedoeling”; en al hele-
het behandelplan. Het opstellen van
kunnen bouwen en een consequent
maal niet: “Kijk eens naar de buur-
een behandelplan (waarin de patiënt
beleid te kunnen voeren.
vrouw; die zou blij zijn als ze mocht
zo veel mogelijk keuzes kan maken,
eten..” maar wel: “o.k., meid, straks
mits deze relevant en adequaat zijn)
- Bespreek afspraken met patiënt en
misschien beter, probeer wel de af-
behoort tot de psychiatrische zorg,
zet deze op papier.- Schakel zo gauw
spraakjes te volgen, niet de angst..”
in samenwerking met de somatici.
als mogelijk hulp in van een verpleeg-
- Beperk voedingsmiddelen op eigen
Het is een onderdeel van het creëren
kundig consulent psychiatrie, psycho-
kamer tot een weinig fruit en evt.
van een behandelrelatie en het in-
loog of psychiater.
gebruikelijke tussendoortjes. Infor-
gaan van een motiveringstraject.
meer systeemleden hierover.
Verpleegkundige taken bij het geven
- Let voor jezelf (en in je team) op
- Controleer niet manifest op manier
van sondevoeding liggen enerzijds op
tekenen van negatieve tegenover-
en hoeveelheid van eten. Beoordeel
het “technische” vlak, anderzijds op
dracht en maak deze bespreekbaar.
maaltijdgebruik aan de hand van te-
het vlak van bejegening van emotio-
rugkomend maaltijdplateau. (ook al is
nele en gedragsresponsen op deze
Voeding
dit maar gedeeltelijk betrouwbaar)
interventie.
Maak afspraken rond voeding.
Sondevoeding
Emotionele responsen kunnen zijn: - toenemende angst voor controle
- Reguliere voeding, in samenspraak met een diëtiste afgesproken (ook
Sondevoeding kan belangrijk zijn,
hier: professionele autoriteit) heeft
maar wees vooraf wel overtuigd van
de voorkeur.
de acceptatie door patiënte.
- Leg in de observatie van eetgedrag
Indicaties voor sondevoeding zijn:
Jaargang 7 nummer 1
verlies gevoel van “verloren hebben” - gevoel van niet gesteund te worden, gevoel van vijandigheid e.d. Vervolg op pagina 6
Pagina 5
Vervolg van pagina 5
te koppelen.
gie overnemen. Maar hij maakt je
Gedragsresponsen kunnen zijn:
- Weeg dagelijks, op een identieke
eigenlijk blaasjes wijs. Als je hem
- onderhandelingscommunicatie
manier, bijvoorbeeld in ondergoed,
zijn gang laat gaan hang je vóór je
- opstandigheid
op vaste tijd. Deel gewicht duidelijk
het weet aan hem vast. Vanuit die
- manipuleren van de sonde
mee. Vang eventuele schrikreacties
metafoor lukte het om Jenny iets los
- de combinatie met orale voeding
ter plekke op. Geef educatie dat
te weken van haar ingeëngde ge-
gewichtverschil iets anders is dan
dragspatronen. En met dagelijkse
gewichtherstel. Laat een vertrou-
contacten kreeg ik wat meer rust in
wenspersoon (b.v. de verpleegkundig
de emoties. De verpleging praatte ik
consulent psychiatrie) het belang
bij over de specifieke in en outs van
uitleggen van eenduidige weging. Be-
dit syndroom, en met name over de
noem gerust en kameraadschappelijk
gedragsveranderingen. Vanuit de
dat er mogelijkheden zijn om ge-
opname op de afdeling Interne werd
wicht te beïnvloeden, maar dat dit
Jenny aangemeld op de poli Eet-
alleen maar in de kaart van de
stoornissen waar ze na ontslag ver-
anorexie speelt.
der werd begeleid.
Bezigheden
Roger Thijs
frustreren e.d. Het is sterk afhankelijk van de ernst van het eetprobleem óf er betrouwbare omgang met sondevoeding en overige voeding plaatsvindt. Als er aanwijzingen zijn dat vermijdingsgedrag (prutsen aan de sonde, wegmoffelen van eten enz.) actueel is, is het zaak dit door een (voor de patiënt betrouwbare) hulpverlener bespreekbaar te maken. Dit kan een verpleegkundig consulent psychia-
Consulterend psychiatrisch
trie, ziekenhuispsycholoog of psychi-
Laat patiënte deelnemen aan mogelij-
verpleegkundige’
ater zijn.
ke activiteiten als ziekenhuisactive-
Maastricht UMC
Hoeveelheid, opbouw, verdeling (b.v.
ring, tenzij hier ernstige bezwaren
permanente inloop of inloop geduren-
tegen zijn. Absolute bedrust is span-
de een dagdeel) wordt uiteindelijk
ningsverhogend en energetisch inef-
door de arts bepaald. Een inloop ge-
fectief. Beter is een gedoseerde
durende de nachturen (b.v. 22.00-
activiteit af te spreken waarin ook
08.00) heeft als voordeel dat over-
ruimte is om de afdeling te verlaten
dag niet met medisch materieel
met instrueerbare personen (b.v.
hoeft doorgebracht te worden.
ouders)
Gewichtsherstel
Beloop
Spreek een acceptabel herstel-
Jenny was een taaie. Het kostte
gewicht af.
moeite om met haar in gesprek te komen over de anorexie, omdat zij
Stel een
de vijandigheid ervan nog niet als
schema op
dusdanig beleefde. Voor haar was
waarin dat
het idee controle te moeten voeren
herstel
over voeding en gewicht zeer sterk
structuur
aanwezig. Motivatie voor behande-
krijgt, met
ling was nog maar heel beperkt aan-
peilgewich-
wezig. De pijlen moesten dus ge-
ten op vaste dagen. Benoem de nood-
richt op hier en nu, en de realiteiten
zaak van dit herstel mild, maar van-
van dit moment.
uit een professionele autoriteit.
Ik vergeleek haar anorexia met een
Voor een ziekenhuisafdeling is her-
hacker. Zonder dat je het weet
stel, hoger dan een bmi 14, eigenlijk
sluipt hij je systemen binnen. Hij
niet nodig. Wel belangrijk is om
manipuleert gegevens en kan de re-
Wat is Anorexia Nervosa? Anorexia kan worden omschreven als een onweerstaanbare behoefte om vermagering na te streven of te onderhouden. De kern is een allesoverheersende, abnormale houding tegenover voeding, lichaamsomvang en gewicht. (W.Vandereycken) Als criteria hanteert de DSM-4 ernstige vermagering; angst om bij te komen in gewicht, een vertekende beleving van het eigen lichaam en een ontkenning van de ernst van het actuele ondergewicht. Daarnaast wordt ook amenorrhoe genoemd. Wat vooral opvalt is een sterke preoccupatie met lichaamsomvang en gewicht, het obsessief bezig zijn met voeding en de effecten daarvan op het eigen lijf, een gestoord eetpatroon dat fungeert als (inadequate) controle over die effecten en dat leidt tot ondergewicht. Anorexia Nervosa komt vooral, maar niet uitsluitend voor bij vrouwen. De aanvangsleeftijd ligt doorgaands tussen de 14 en 19 jaar. Afdoende verklaringen zijn er niet. Er zijn aanwijzingen dat genetische factoren een rol spelen maar ook ik-psychologische en sociaal-psychologische factoren kunnen aanleiding zijn om dit syndroom te ontwikkelen. Op diverse veronderstellingen dat de “schuld” bij ouders, opvoeding of modebeeld zou liggen is men teruggekomen.
hieraan een gespecialiseerd vervolg
Jaargang 7 nummer 1
Pagina 6
Overdracht aan bed, wie durft het aan? - Door- M. Geraeds Inleiding Op 3 mei 2010 heeft de kraamafdeling van het Laurentius ziekenhuis de stap durven nemen. De verpleegkundige overdracht aan bed van de vroege naar de late dienst was een feit! Hier is een voorbereidingsperiode van een half jaar aan vooraf gegaan. In deze periode heeft een projectgroep, met voor- en tegenstanders, zich gebogen over de vraag hoe de overdracht aan bed vormgegeven kon worden. Dát de overdracht aan bed ingevoerd zou worden stond niet meer ter discussie. Hier hadden de medewerkers zich al aan geconformeerd vanuit een eerder doorlopen traject ‘visie op zorg’. In dit artikel een korte weergave van het project door de projectleider Maike Geraets en aansluitend de behaalde resultaten. Het verloop van het project Tijdens de eerste twee bijeenkomsten van de projectgroep werden er vooral vragen gesteld. Men was niet bekend met projectmatig werken. Wel stond men vakinhoudelijk en vanuit de visie van de afdeling achter het invoeren van de overdracht aan bed. Ik heb alle vragen genoteerd waarna we als groep zelf op zoek moesten gaan naar de antwoorden. Ik heb de groep gemotiveerd om te kijken vanuit mogelijkheden in plaats van bedreigingen. Naast het onderwerp overdracht aan bed kwamen de visitetijden van de artsen, het patiëntendossier wel of niet bij de patiënt aan bed en de bezoektijden ter discussie te staan. Dit maakte het project in den beginne enorm complex. Het zorgde voor veel onrust, waardoor de projectgroep de focus op het onderwerp-
Jaargang 7 nummer 1
overdracht aan bed dreigde kwijt te raken. Op dat moment hebben we er bewust (in overleg met de afdelingsmanager) voor gekozen om de visitetijden van de artsen en de discussie over het patiëntendossier los te laten. Dit bracht rust en ruimte teweeg. De projectgroep kon weer denken in kansen in plaats van bedreigingen. Vervolgens hebben we de keuze gemaakt om eerst de overdracht van de ochtend naar de avonddienst aan bed te gaan invoeren. Er waren namelijk veel knelpunten bij de overdrachtsmomenten van de nachtdienst naar de ochtenddienst en de avonddienst naar de nachtdienst i.v.m. bezetting en slaap/ waakritme van de patiënten. Ook dit bracht veel rust binnen de groep. Daarna ging de realisatie heel erg snel. De groep was gemotiveerd en hield zich aan de gemaakte afspraken. In verband met tijdsgebrek hebben we ervoor gekozen om het concept processchema van de overdracht aan bed niet in een informatiebijeenkomst te bespreken maar voor te leggen aan ieder individu via email. Ook hebben we het concept op het informatiebord voor personeel opgehangen met het verzoek opmerkingen/verbeteringen op te schrijven. Hier zijn geen reacties op gekomen. Vervolgens hebben we een startdatum gekozen waarop de daadwerkelijk start plaats vond. De resultaten Er zijn een aantal zaken beschreven zoals: - richtlijn digitaal overdrachtsformulier - processchema overdracht aan bed - Tijdsplanning van de overdracht aan bed (uiteindelijk ook onder-
deel van het processchema) Naast deze projectresultaten zijn er ook een aantal doelstellingen bereikt zoals deze van tevoren beschreven waren: - de patiënten voelen zich door de overdracht aan bed meer betrokken bij hun behandeling - de medewerkers ervaren de over dracht aan bed als prettig; de communicatie met de patiënt verbeterd. - de kwaliteit van de overdracht is volgens de verpleging verbeterd, omdat men niet meer gestoord wordt door andere disciplines en omdat er tijdens de overdracht niet meer gepraat wordt over ‘niet patiënt gerelateerde zaken’. Het vervolg Uiteindelijk is er, mede door de opdrachtgever, besloten de overdracht niet uit te breiden naar de ochtend en avond overdracht. De belangrijkste reden hiervoor was de bezuiniging en reorganisatie binnen de organisatie. De kraamafdeling was één van de afdelingen waar bezuinigd moest worden. Ten gevolge hiervan moesten alle werkprocessen worden doorgelicht. Dit bracht veel extra werk en onrust met zich mee waarop de opdrachtgever tot bovenstaand besluit is gekomen. Als projectleider heb ik het project ‘overdracht aan bed’ aan de teamcoördinator overgedragen. Zij is verantwoordelijk voor de verdere voortgang van de overdracht aan bed.
Maike Geraets
Projectleider overdracht aan bed/ Medisch maatschappelijk werker Laurentius ziekenhuis Roermond
Pagina 7
Productive Ward
-Door- G. Sprenkels Inleiding Het Atrium MC is eind 2011 gestart met Productive Ward op een aantal verpleegafdelingen. Het project wordt begeleid door het CBO. Wat is productive Ward? Productive Ward is een evidence based veranderaanpak gericht op het verbeteren van de kwaliteit van zorg, toename van de patiënttevredenheid, meer tevreden medewerkers en doelmatig werken met terugdringing van verspilling. Productive Ward is een onderdeel van de Productive Series van het NHS Institute for Innovation and Improvement (Engeland). Het is ontwikkeld op basis van methoden van bewezen waarde, waaronder Lean. Het onderscheidt zich van andere programma's door de gedetailleerd uitgewerkte procesbegeleiding. Dit stelt verpleegkundigen in staat talloze verbeteringen zelf te realiseren. Het versterkt hun beroepstrots en werktevredenheid. Maar het leidt vooral ook tot meer tijd voor de patiënt, grotere veiligheid, lager ziekteverzuim en hogere productie. Dat is inmiddels wereldwijd bewezen.
Jaargang 7 nummer 1
Productive Ward in het Atrium MC Atrium MC heeft besloten productive ward te gaan introduceren. In Oktober 2011 heeft de startbijeenkomst plaatsgevonden waarop drie pilot afdelingen, te weten de afdelingen Orthopedie, Chirurgie en Neurologie, zijn gestart met de 1e aanpak. Productive ward kan een welkome verandering betekenen op de verpleegafdelingen van het Atrium MC.
Door de bezuinigingen, waar we allemaal mee in aanraking komen en de gevolgen van ondervinden, moeten verpleegkundigen en andere zorgverleners steeds meer en complexere zorg verlenen met steeds minder zorgprofessionals. Die ontwikkelingen voelen wij als zorgverleners maar ook de patiënt en diens naasten. Het is daarom van belang dat verpleegkundigen weer het heft in eigen hand kunnen nemen. Wij weten immers zelf precies waar onze processen geoptimaliseerd kunnen worden. Ondersteuning vanuit het management is hierbij essentieel. Deze aanpak geeft de mogelijkheid om als team de afdelingsprocessen zo te optimaliseren, dat er meer tijd gecreëerd wordt voor directe patiëntenzorg. Meer informatie over het verloop van productive ward binnen Atrium MC zal volgen in volgende nummers. Geneviève Sprenkels
Verpleegkundig informaticus en bestuurslid VAR Atrium MC Parkstad
Themabox Productive Ward Pagina 8
VAR Limburg Atrium MC Parkstad Orbis MC, Sittard-Geleen Maastricht UMC Laurentius ziekenhuis, Roermond VieCuri MC, Noord-Limburg; St. Jans Gasthuis, Weert
De redactie van het Verpleegkundig Magazine Limburg is altijd op zoek naar suggesties, reacties en/of artikelen voor het magazine. Mail naar
[email protected] Geneviève Sprenkels en Marieta Bran d redactie.
Redactie:
[email protected] Telefoon: (045) 5766776 Januari 2012 Jaargang 7 Nummer 1 ISSN 1871-658X Verenigd sterk!
Met dank aan: Paul Vogelaar, Maike Geraeds en Roge r Nijst
VAR Limburg VAR Limburg Kwaliteit en veili ghe id van ver plee gkun dige zorg waar borge n en ver betere n.
Kwaliteit en veiligheid van verpleegkundige zorg waarborgen en verbeteren. Organisatie Organisatie
Provinciaal Provinciaal
Landelijk Landelijk
Expertise overdragen Expertise overdragen (vakinhoudelijk en procesmatig) (vakinhoudelijk en procesmatig)
Gezamenlijk organiseren van Gezamenlijk organiseren vandag refereermomenten, symposia, refereermomenten, symposia, dag van de verpleging van de verpleging
Invloed uitoefenen op beleid Invloed uitoefenen op beleid (politiek en AVVV, curriculum (politiek en AVVV, curriculum van de vakinhoud) van de vakinhoud)
Interessante websites Interessante websites www.bigregister.nl www.Webnurse.nl
www.cbo.nl www.cbo.nl www.avvv.nl www.avvv.nl www.levv.nl www.levv.nl www.nizw.nl www.nizw.nl www.prismant.nl www.prismant.nl
www.bigregister.nl www.decubitus.nl www.decubitus.nl www.verpleegkunde.net www.verpleegkunde.net www.verpleegkunde.pagina.nl www.verpleegkunde.pagina.nl www.verpleegkundige.goedbegin.nl www.verpleegkundige.goedbegin.nl
www.Webnurse.nl www.nursing.nl www.nursing.nl www.verpleegkunde.startkabel.nl www.verpleegkunde.startkabel.nl www.gobnet.nl www.gobnet.nl www.venvn.nl
Agenda 20-24 augustus Voor de agenda 13 september 14 september 14 september 20 – 27 september 21 september 27 september 28 september 4 oktober 5 oktober 8 oktober 11 oktober 19 oktober 25-27 oktober November 2007
International Continence Society ( Rotterdam )
van interessante symposia, lezingen en workshops verwijzen wij U naar de site van Symposium V&VN Palliatieve Verpleegkunde Zorgen voor jezelf ( Antwerpen ) VARVWS, Atrium MC Parkstad: 6e Congres Spoedzorg; Universiteiten van Utrecht en Nijmegen www.integratedcare.nl
November 2007
Voor meer informatie:
Workshop richtlijnen, LEVV, Utrecht www.atriummc.nl/var Cursus Stomazorg ( basisprogramma ), Amsterdam Overgewicht in de jeugdzorg, Nunspeet Nurse Practitioner als onderzoeker Andere informatie? Bezoek: Workshop Patiëntveiligheid, LEVV , Utrecht www.varlimburg.nl V&VN Netwerkdag VAR ( Ede ) Humor in de hulpverlening, Geestelijke Gezondheidszorg Duffel ( België ) Refereeravond Wetenschap in Praktijk www.venvn,nl Jonge drenkelingen, Nijmegen Afasie, Neurologie Duffel ( België ) 5th European Congress on Violence in Clinical Psychiatry (Amsterdam) Tweedaagse workshop www.nursing.nl palliatieve zorg Turnhout ( België ) info bij: Felix Punt, telefoon: 06-52087858, e-mail:
[email protected] Leerwerkafdelingen: hype of de toekomst? www.google.nl Vooraankondiging symposium over het project ZIC (samenwerking onderwijs- en zorginstelling). Plaats: Heerlen. Kosten: niet bekend. Organisatie: Sevagram www.zicsevagram.nl
www.venvn,nl of www.nursing.nl of w ww.google.nl