OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd
27-03-2007 18:00
Het Plein
18:00 ’Creative Job’ voor (en door) jongeren Verslag ledenvergaderingen Omroep Amersfoort 19:00 Tijd
Raadzaal 1.02
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
B&W-kamer 1.25
19:00 Algemeen armoedebeleid: minimabeleid + evaluatie schuld-hulpverlening 2007 + evaluatie Stadsring 51 Informatie
SP: Motie schade-vergoeding middenstand Hooglanderveen Voorbereiding besluit
PvdA: Verkeer binnenstad Peiling
Fractievoor-zitters / presidium Intern overleg
19:30
Zendmachtiging Voorbereiding besluit
20:00 ARRAY(0x23. Structuurvisie Park Randen-broek e.o. 20:30 (voortzetting De Ronde 13-3-2007) Voorbereiding besluit
Vragen raadsleden aan college Informatie ........................... Eventueel aanvullende vragen Verordening Wet Inburgering voortzetting De Ronde 13-2-07
21:00
1
Tijd
Raadzaal 1.02
21:30 Raadsdebatten: Onderwerp: 1. Vaststelling Verordening Wet inburgering 2007 Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: drs. M.M. van Hensbergen 2. Actie op uitval; actieprogramma 2007-2010 Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: F.G. Imming Besluiten (zonder debat) 3. Vaststelling bestemmingsplan "Groot Weede 2007" Toelichting : Met het vaststellen van het bestemmingsplan wordt beoogd het bereiken van een actueel planologisch kader voor bestaande en gewenste ontwikkelingen in het plangebied. Voorgesteld wordt de ingekomen zienswijze ongegrond te verklaren en in te stemmen met ambtshalve aanpassingen. 4. Vrijstelling ex. art 19.1 WRO uitbreiden woningen/winkel Langestraat 27 / Scherbierstraat 1-3 Toelichting : Bouwplan betreft het vergroten van de winkelruimte en het realiseren van extra bovenwoning. 5. Goedkeuring Jaarstukken Onderwijsgroep Amersfoort Toelichting : De gemeenteraad is bevoegd gebleven voor wat betreft het instemmen met de jaarrekening en het goedkeuren van de begroting van het bestuur van een stichting voor openaar voortgezet onderwijs. 6. Beslissing op bezwaar voorbereidingsbesluit Leusderkwartier Toelichting : Op 19 september 2006 heeft de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit genomen voor het plangebied Leusderkwartier en omgeving. Tegen dit raadsbesluit is een bezwaarschrift ingediend. Voorgesteld wordt het bezwaar ongegrond te verklaren. Benoemingen 7. Benoeming tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad Toelichting : Voorgesteld wordt mevr. M.C. Barendregt als tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad te benoemen. Moties 8. VVD: Motie Weekendschool Petje Af 22:30 Einde
2
Het Besluit Datum: Aanvang:
dinsdag 27 maart 2007 21:30
Raadsdebatten: Onderwerp: 1.
Vaststelling Verordening Wet inburgering 2007 Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: drs. M.M. van Hensbergen
2.
Actie op uitval; actieprogramma 2007-2010 Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: F.G. Imming Besluiten (zonder debat)
3.
Vaststelling bestemmingsplan "Groot Weede 2007" Toelichting : Met het vaststellen van het bestemmingsplan wordt beoogd het bereiken van een actueel planologisch kader voor bestaande en gewenste ontwikkelingen in het plangebied. Voorgesteld wordt de ingekomen zienswijze ongegrond te verklaren en in te stemmen met ambtshalve aanpassingen.
4.
Vrijstelling ex. art 19.1 WRO uitbreiden woningen/winkel Langestraat 27 / Scherbierstraat 1-3 Toelichting : Bouwplan betreft het vergroten van de winkelruimte en het realiseren van extra bovenwoning.
5.
Goedkeuring Jaarstukken Onderwijsgroep Amersfoort Toelichting : De gemeenteraad is bevoegd gebleven voor wat betreft het instemmen met de jaarrekening en het goedkeuren van de begroting van het bestuur van een stichting voor openaar voortgezet onderwijs.
6.
Beslissing op bezwaar voorbereidingsbesluit Leusderkwartier Toelichting : Op 19 september 2006 heeft de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit genomen voor het plangebied Leusderkwartier en omgeving. Tegen dit raadsbesluit is een bezwaarschrift ingediend. Voorgesteld wordt het bezwaar ongegrond te verklaren.
Benoemingen 7.
Benoeming tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad Toelichting : Voorgesteld wordt mevr. M.C. Barendregt als tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad te benoemen. Moties
8.
VVD: Motie Weekendschool Petje Af Einde
Raadsdebatten:
Onderwerp:
1.
Vaststelling Verordening Wet inburgering 2007 Reg.nr .: 2356968 Verordening Wet inburgering 2007 (pdf) 2356968 (pdf)
Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: drs. M.M. van Hensbergen
2.
Actie op uitval; actieprogramma 2007-2010 Reg.nr .: 2338057 2338057 (pdf)
Portefeuillehouder : G. Eerdmans Woordvoerder 1e ronde: F.G. Imming
Besluiten (zonder debat)
3.
Vaststelling bestemmingsplan "Groot Weede 2007" Reg.nr .: 2331065 2331065 (pdf)
Toelichting : Met het vaststellen van het bestemmingsplan wordt beoogd het bereiken van een actueel planologisch kader voor bestaande en gewenste ontwikkelingen in het plangebied. Voorgesteld wordt de ingekomen zienswijze ongegrond te verklaren en in te stemmen met ambtshalve aanpassingen.
4.
Vrijstelling ex. art 19.1 WRO uitbreiden woningen/winkel Langestraat 27 / Scherbierstraat 1-3 Reg.nr .: 2336719 2336719 (pdf)
Toelichting : Bouwplan betreft het vergroten van de winkelruimte en het realiseren van extra bovenwoning.
5.
Goedkeuring Jaarstukken Onderwijsgroep Amersfoort Reg.nr .: 2336420 2336420 (pdf)
Toelichting : De gemeenteraad is bevoegd gebleven voor wat betreft het instemmen met de jaarrekening en het goedkeuren van de begroting van het bestuur van een stichting voor openaar voortgezet onderwijs.
6.
Beslissing op bezwaar voorbereidingsbesluit Leusderkwartier Reg.nr .: 2327549 2327549 (pdf)
Toelichting : Op 19 september 2006 heeft de gemeenteraad een voorbereidingsbesluit genomen voor het plangebied Leusderkwartier en omgeving. Tegen dit raadsbesluit is een bezwaarschrift ingediend. Voorgesteld wordt het bezwaar ongegrond te verklaren.
Benoemingen
7.
Benoeming tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad Reg.nr .: 2361981 2361981 (pdf)
Toelichting : Voorgesteld wordt mevr. M.C. Barendregt als tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad te benoemen.
Moties
8.
VVD: Motie Weekendschool Petje Af Motie Weekendschool Petje Af (pdf)
Einde
Gemeente Amersfoort
Verordening
De raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 13 maart 2007 , sector WSO/MO (nr. 2356968); gelet op de artikelen 8, 19, vijfde lid, 23, derde lid, en 35 van de Wet inburgering; overwegende dat de raad bij verordening regels dient te stellen over de informatieverstrekking door de gemeente aan inburgeringplichtigen, het aanbieden van een inburgeringvoorziening aan bijzondere groepen inburgeringplichtigen en de rechten en plichten van de inburgeringplichtige voor wie een inburgeringvoorziening is vastgesteld, alsmede dat de raad bij verordening het bedrag dient vast te stellen van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd; gelet op artikel 147 eerste lid van de Gemeentewet
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening Wet Inburgereing 2007 Hoofdstuk 1. Begripsomschrijvingen en informatieverstrekking Artikel 1 Begripsomschrijvingen 1. In deze verordening wordt verstaan onder: a. Het college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort; b. De wet: de Wet inburgering; 2. De begripsomschrijvingen in de wet en de daarop berustende regelingen zijn van toepassing op de begrippen die in deze verordening worden gebruikt. Artikel 2 De informatieverstrekking aan inburgeringplichtigen 1. Het college draagt er zorg voor dat de inburgeringplichtigen op een doeltreffende en doelmatige wijze worden geïnformeerd over hun rechten en plichten uit hoofde van de wet en over het aanbod van en de toegang tot inburgeringvoorzieningen. 2. Het college maakt bij de informatieverstrekking aan de inburgeringplichtigen in ieder geval gebruik van de volgende middelen: a. Een spreekuur dat telefonisch en fysiek bereikbaar is b. Schriftelijke informatieverstrekking
2336184 VERORDENING WET INBURGERING 2007
-1-
Gemeente Amersfoort
c. Informatie via de website. 3. Het college beoordeelt tenminste eens in de 2 jaar de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringplichtigen en rapporteert daarover aan de raad. Hoofdstuk 2. Doelgroepen en samenstelling van de inburgeringvoorziening Artikel 3 Aanwijzen van de doelgroepen Het college wijst de groepen inburgeringplichtigen aan waaraan hij bij voorrang een inburgeringvoorziening kan aanbieden op basis van de volgende criteria: a. Mensen met een uitkering en een reïntegratievoorziening b. Verzorgende ouders zonder inkomen of uitkering (veelal moeders). Artikel 4 De samenstelling van de inburgeringvoorziening 1. Het college stemt de inburgeringvoorziening, met uitzondering van de inburgeringvoorziening aan geestelijke bedienaren, af op het startniveau en de vaardigheden, de persoonlijke omstandigheden en de maatschappelijke positie van de inburgeringplichtige. 2. Indien de inburgeringplichtige een voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt aangeboden, draagt het college er zorg voor dat de inburgeringvoorziening en de voorziening gericht op arbeidsinschakeling wordt afgestemd. 3. Een inburgeringvoorziening omvat een inburgeringcursus, die toeleidt naar een inburgeringexamen, en een inburgeringexamen. Artikel 5 De inning van de eigen bijdrage 1. De eigen bijdrage, bedoeld in artikel 23, tweede lid, van de wet (€ 270,-, verplicht te betalen door iedere inburgeringplichtige) wordt in ten hoogste 18 termijnen betaald. 2. Het college legt in de beschikking tot toekenning van een inburgeringvoorziening de termijnen van betaling vast. Indien het college de eigen bijdrage verrekent met de algemene bijstand, wordt dat in de beschikking vastgelegd. Artikel 6 Opleggen van verplichtingen Het college kan een inburgeringplichtige bij beschikking een of meer van de volgende verplichtingen opleggen: a. Het deelnemen aan de aangeboden inburgeringcursus; b. Het deelnemen aan gesprekken met de trajectbegeleider; c. Het deelnemen aan voortgangsgesprekken; d. Voor de eerste maal deelnemen aan het inburgeringexamen op een tijdstip dat door het college wordt bepaald; e. Het melden indien door ziekte dan wel door andere relevante omstandigheden niet aan de verplichtingen in de beschikking kan worden voldaan. Hoofdstuk 3. Het aanbod van een inburgeringvoorziening
2336184 VERORDENING WET INBURGERING 2007
-2-
Gemeente Amersfoort
Artikel 7 De procedure van het doen van een aanbod 1. Het college doet het aanbod, bedoeld in artikel 19, eerste of tweede lid, van de wet schriftelijk. Het aanbod wordt gezonden naar het adres waar de inburgeringplichtige in de gemeentelijke basisadministratie is ingeschreven. 2. In het aanbod wordt een omschrijving gegeven van de inburgeringvoorziening die wordt aangeboden en worden de rechten en verplichtingen vermeld die aan de inburgeringvoorziening worden verbonden. 3. De inburgeringplichtige aan wie een aanbod wordt gedaan, deelt binnen 4 weken het college schriftelijk mee of hij het aanbod al dan niet aanvaardt. 4. Wanneer de inburgeringplichtige het aanbod aanvaardt, neemt het college, binnen 4 weken na ontvangst van deze mededeling het besluit tot toekenning van de inburgeringvoorziening, overeenkomstig het gedane aanbod. Artikel 8 De inhoud van de beschikking Het besluit tot toekenning van een inburgeringvoorziening bevat in ieder geval: a. Een beschrijving van de inburgeringvoorziening; b. Een opgave van de rechten en verplichtingen van de inburgeringplichtige; c. De datum waarop het inburgeringexamen moet zijn behaald; d. De termijnen en wijze van betaling; en e. Ingeval van een oudkomer: de datum waarop de termijn van handhaving van de inburgeringplicht, bedoeld in artikel 26 van de wet, aanvangt. Hoofdstuk 4. De bestuurlijke boete Artikel 9 De hoogte van de bestuurlijke boete voor het niet-deelnemen aan een inburgeringonderzoek De bestuurlijke boete bedraagt ten hoogste € 100,- indien de inburgeringplichtige of de persoon ten aanzien van wie het college op redelijke gronden kan vermoeden dat deze inburgeringplichtige is en geen of onvoldoende medewerking verleent aan het onderzoek, bedoeld in artikel 25, vierde lid, van de wet. Hoofdstuk 5. Slotbepalingen Artikel 10 Inwerkingtreding Deze verordening treedt in werking met ingang van de publicatiedatum. Artikel 11 Citeertitel De verordening wordt aangehaald als: Verordening Wet Inburgering Gemeente Amersfoort 2007.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007 de griffier,
de voorzitter,
PUBLICATIEDATUM:
2336184 VERORDENING WET INBURGERING 2007
-3-
Gemeente Amersfoort Bijlage verordening
1 van totaal 4
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Eerdmans
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2356968 : 13 maart 2007 : HB-1
TITEL Verordening Wet Inburgering 2007
BESLISPUNTEN Het vaststellen van de Verordening Wet Inburgering 2007 waarin we regelen: De informatieverstrekking aan inburgeringplichtigen Het aanwijzen van de doelgroepen naast de verplichte doelgroepen t.w.: a. Mensen met een uitkering en een reïntegratievoorziening b. Verzorgende ouders zonder inkomen of uitkering (veelal moeders). De samenstelling van de inburgeringvoorziening De inning van de wettelijk verplichte eigen bijdrage Het opleggen van verplichtingen De procedure van het doen van een aanbod en de inhoud van de bijbehorende beschikking De hoogte van de bestuurlijke boete voor het niet-deelnemen aan een inburgeringonderzoek.
AANLEIDING De Wet Inburgering (WI) en de bijbehorende Regeling 2007 vereist dat de gemeente bij verordening haar taken in het licht van de WI regelt. Het betreft de functies informatie en advies, handhaven en sanctioneren, faciliteren. De aangeboden verordening is geheel gebaseerd op de modelverordening voor de WI, aangepast aan de Amersfoortse situatie.
BEOOGD EFFECT Uitvoering geven aan de wettelijke taken.
ARGUMENTEN 1. De Wet Inburgering en de Regeling 2007 zijn ingegaan per 1 januari 2007. Vanwege het late tijdstip van besluitvorming door de Eerste Kamer (28 november 2006) hebben gemeenten tot 1 april de tijd gekregen om de Wet Inburgering en de Regeling in uitvoering te nemen. KANTTEKENINGEN 1. De verordening is een verordening voor 1 jaar. Na het vaststellen van het inburgeringbeleid voor de komende jaren wordt de daarbij behorende verordening opgesteld en aan de raad ter besluitvorming aangeboden. FINANCIËN De uitvoering van de WI en de Regeling bekostigen we in 2007 vanuit rijksmiddelen en de beschikbare reserve.
Inlichtingen bij:
A.S.A. Klaarenbeek, WSO/MO, (033) 469 46 22
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
VERVOLG Het college legt de uitvoering van de in de verordening genoemde taken neer bij de NVA, Centrum voor duurzame inburgering en regelt de uitvoering via prestatieafspraken. In de loop van 2007 ontwikkelen we beleid rondom inburgering voor de jaren 2008 – 2012 incl. de daarbij behorende verordening.
BETROKKEN PARTIJEN De NVA, Centrum voor duurzame inburgering.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - Verordening Wet Inburgering 2007 (nr. 2336184)
2356968Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2356968
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart 2007, sector WSO/MO (nr.2356968); b e s l u i t:
de Verordening Wet Inburgering 2007 vast te stellen waarin is geregeld: de informatieverstrekking aan inburgeringplichtigen het aanwijzen van de doelgroepen naast de verplichte doelgroepen t.w.: a. mensen met een uitkering en een reïntegratievoorziening b. verzorgende ouders zonder inkomen of uitkering (veelal moeders). de samenstelling van de inburgeringvoorziening de inning van de wettelijk verplichte eigen bijdrage het opleggen van verplichtingen de procedure van het doen van een aanbod en de inhoud van de bijbehorende beschikking de hoogte van de bestuurlijke boete voor het niet-deelnemen aan een inburgeringonderzoek. Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007 de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Eerdmans
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2338057 : 27 februari 2007 : HB-2
TITEL Actie op de uitval; actieprogramma 2007-2010
BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met het actiekader van Actie op de uitval 2. In te stemmen met het actieprogramma van Actie op de uitval.
AANLEIDING Het programma Jeugd op school (0-23 jaar) is onderdeel van Operatie Amersfoort Jong. Door veranderend rijksbeleid en ontwikkelingen in het werkveld is aanpassing van inhoudelijk onderwijsbeleid noodzakelijk. Deze aanpassingen hebben we vormgegeven in het Actieprogramma “Actie op de uitval”. Dit Actieprogramma bepaalt het inhoudelijke onderwijsbeleid voor de komende 4 jaar. In december zijn alle thema’s van het actieprogramma en hun prioriteit al bij de raad gepeild. Inmiddels zijn de thema’s verder uitgewerkt in blikvangers, prioriteiten en thema’s en zijn er actiepunten benoemd. We vragen de raad in te stemmen met het actieprogramma.
BEOOGD EFFECT Inhoudelijke onderwijsbeleid voor de periode 2007-2010, waardoor we uitval van jeugdigen van 0-23 jaar voorkomen en bestrijden..
ARGUMENTEN
1. Actiekader 1.1. Operatie Amersfoort Jong – jeugd op School In 2006 hebben we Operatie Amersfoort Jong (tot 23 jaar) beschreven. Deze actualisering van het jeugdbeleid is vastgesteld door de Raad. Operatie Amersfoort Jong bestaat uit een jeugdagenda die het dagritme van kinderen en jongeren bestrijkt en is ingedeeld naar 5 leefgebieden van de jeugd: op school, thuis, op straat, op een club en aan het werk. Op elk van deze leefgebieden ontwikkelt en ontplooit het kind zich, heeft het soms extra ondersteuning nodig, moeten we voorkomen dat het uitvalt en heeft het behoefte aan een stimulerende uitdaging. Wij hebben de ambitie om achterstanden te voorkomen en te bestrijden en bij te dragen aan de talentontwikkeling van jeugdigen vanuit een sociaal-economisch perspectief. Op alle vijf genoemde leefgebieden moeten we ons afvragen of kinderen/jongeren de gewenste ondersteuning en begeleiding krijgen. Dit actieplan geeft antwoord op deze vraag voor het programma “Jeugd op School“. 1.2 Verdeling van verantwoordelijkheid Onze inspanningen zijn erop gericht om kinderen en jongeren te laten doorleren totdat zij een startkwalificatie (diploma op niveau 2 MBO, HAVO of VWO) voor de arbeidsmarkt hebben behaald. Scholen verzorgen zelf hun onderwijsprogramma en zijn verantwoordelijk voor het voorkomen van onderwijsachterstanden. Zij ontvangen hiervoor ook zelf de middelen rechtstreeks van het rijk. Wij hebben uitsluitend een rol waar het onderwijs en de wereld daarbuiten elkaar raken. De gemeente voelt de verantwoordelijkheid om maatschappelijke achterstand van jongeren te voorkomen en te bestrijden. Wij ondersteunen het onderwijs bij het zoeken naar samenhang met de andere 4 programma’s om elkaar wederzijds te kunnen versterken. Dit doen we door het leggen van verbindingen met bijvoorbeeld Inlichtingen bij: I. Lourenz, WSO/MO, (033) 469 43 22
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
opvoedingsondersteuning, vrijetijdsbesteding en jeugdzorg. We investeren alleen nog om bijzondere redenen in het onderwijs zelf , bijvoorbeeld als daardoor onze gemeentelijke doelstellingen anders niet meer haalbaar zijn. Met de doelstelling dat alle jongeren een startkwalificatie behalen leggen we de lat te hoog. We beseffen dat een startkwalificatie niet voor alle kinderen haalbaar zal zijn. We richten ons dan op wat de jongere wel kan en verplichten onszelf om uit kinderen te halen wat er aan mogelijkheden in zit. Zo zijn zij in staat een goede plek te verwerven in de maatschappij, kunnen ze daarin succesvol zijn en kunnen ze goed voor zichzelf zorgen. Hierbij is bekend dat de huidige maatschappij hoge eisen stelt. De kern van onze activiteiten is het voorkomen en bestrijden van uitval. 1.3 Kwaliteitsverbetering en nieuwe acties Uiteraard hebben we de afgelopen jaren niet stil gezeten en hebben we continu gewerkt aan het voorkomen van uitval. De acties in dit plan zijn er dan ook op gericht om beleid dat we willen handhaven een kwaliteitsimpuls te geven of waar nodig nieuwe acties te ondernemen. Het oude beleid loopt augustus 2007 af. 1.4 Regeerakkoord Het nieuwe kabinet wil inzetten op de kwaliteit van het onderwijs en de schooluitval stevig aanpakken. Als gemeente hebben wij vooral een rol in het vookomen van schooluitval. Hiervoor bouwt het kabinet voort op de nota “Aanval op de uitval”van het vorige kabinet. Die nota stelt een pakket aan maatregelen voor dat voortgaat op de al eerder ingeslagen weg en dat aandacht besteedt aan bekende thema’s zoals het mogelijk maken van maatwerktrajecten voor leerlingen, Voor- en vroegschoolse educatie, Brede scholen, slechten van wet- en regelgeving, stageplekken en leerwerkbanen e.d. Bij de keuze voor ons beleid is het uitgangspunt dat inzet van het onderwijs zelf en onze gemeentelijke activiteiten op elkaar aan moeten sluiten en elkaar moeten aanvullen, waarbij we onze eigen accenten leggen. Hierbij hebben we ieder een eigen verantwoordelijkheid. De specifieke uitwerking van het regeerakkoord moet uiteraard nog komen, maar vooralsnog lijken rijksbeleid en ons gemeentelijk beleid elkaar aan te vullen. 1.5 Herschikking van middelen Niet alle acties die we willen uitvoeren kosten extra geld. Als bij uitwerking blijkt dat er in tweede instantie wel middelen nodig zijn voor deze acties, wordt eerst een oplossing binnen de bestaande begroting gezocht. De acties van het programma waar wel geld mee gemoeid is en die het onderwijsbudget aangaan, bekostigen we door herschikking van middelen of van middelen die voor dit doel al zijn opgenomen in de onderwijsbegroting. Bijvoorbeeld in het oude GOA plan was een reserveringpost opgenomen voor de tussentijdse instroom in schakelklassen. Inmiddels heeft het rijk een regeling in het leven geroepen voor de opvang van asielzoekerskinderen, waardoor deze reservering anders besteed kan worden. Binnen de GSB middelen voor VVE en Schakelklassen heeft een herverdeling plaatsgevonden, waardoor we binnen dezelfde begroting de oudercomponent vorm kunnen geven. Een uitgebreide begroting is als bijlage bij dit plan gevoegd. 1.6 Wat we niet meer doen Het rijk heeft grote veranderingen doorgevoerd bij het Gemeentelijke Onderwijsachterstandenbeleid (GOA) en de Onderwijsbegeleiding. Voor het GOA is de planperiode afgelopen, bij de onderwijsbegeleiding heeft een stelselwijziging plaatsgevonden. Door deze veranderingen hebben we ons beleid opnieuw bepaald, maar ook alle bestaande projecten getoetst. De activiteiten die we uitvoeren in het kader van ons huidige GOA en onderwijsbeleid hebben we getoetst aan twee vragen: - Is de activiteit de verantwoordelijkheid van de gemeente? - Passen de activiteiten binnen de prioriteiten en thema’s van ons actieprogramma? Dit heeft ertoe geleid dat we de volgende activiteiten na augustus 2007 niet meer voortzetten. De middelen die hierdoor vrijvallen hebben we herschikt naar de nieuw acties.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 3
Onderwerp
Motivatie
- Schoolontwikkeling Ondersteuning en advisering van directies en teams op gebied vak- en vormingsgebieden, onderwijsleersituatie en het beleid van de organisatie
Is verantwoordelijkheid van de school.
Kosten op jaarbasis € 270.300
-
Deskundigheidsbevordering in het onderwijs Cursussen ter vergroting van vakbekwaamheid van leerkrachten
Is verantwoordelijkheid van de school.
€ 27.700
-
Specifieke dienstverlening lokaal onderwijs Op achterstand afgestemde specifieke ondersteuning en advisering aan scholen met meer dan 20% gewichtenleerlingen
Is verantwoordelijkheid van school..
€ 213.300
-
Verlengde Schooldag in het Voortgezet Onderwijs Activiteitenaanbod na schooltijd, waaraan jongeren na schooltijd kunnen deelnemen. Uitgevoerd op Boogschutter en Prisma college.
De Verlengde schooldag is een activiteit die vooral goed te plaatsen is binnen de ontwikkeling van de ABC-school. Deze ontwikkeling richten wij in Amersfoort op 0-12 jarigen. Hierdoor past deze activiteit niet binnen de gekozen thema’s. Daarbij komt dat de uitvoering van de VSD niet altijd naar tevredenheid is verlopen.
€ 77.300
-
De speel-o-theken zijn nu als losstaande activiteit georganiseerd. In principe kan deze soort activiteit ondergebracht worden bij een van de thema’s. De uitvoering van de Speel-o-theek is de afgelopen jaren echter zeer moeizaam geweest. De uitleen van materialen verloopt over het algemeen slecht. De ontmoetingsfunctie wordt veel beter vormgegeven met de Buitenkast. Totaal
€ 34.000
Speel-o-theken in de prioriteitswijken Uitlenen van speelgoed, geven van informatie, bieden van ontmoetingsmogelijkheden
2. Actieprogramma 2.1 Opbouw actieprogramma Het actieprogramma is uitgewerkt naar thema, hierin onderscheiden we: • 2 blikvangers, die een grote bijdrage leveren aan het voorkomen en bestrijden van uitval: ABC-scholen Voortijdig schoolverlaten • 3 prioriteiten die direct bijdragen aan de realisatie van onze blikvangers: Voor- en Vroegschoolse educatie Zorgstructuur Taalbeleid
€ 622.600
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 4
•
5 thema’s die de komende 4 jaar een rol spelen in en om het onderwijs en daarom onderdeel uit maken van de onderwijsagenda. Ook deze thema’s staan, meer of minder direct, ten dienste aan het voorkomen en bestrijden van uitval: Sociale Veiligheid Kwaliteitszorg Schakelklassen Zwarte-/witte scholen Verplicht overleg
Voorkomen en bestrijden van uitval
Blikvangers
Prioriteiten
Thema’s
- ABC-scholen - Voortijdig schoolverlaten
- Voor- en vroegschoolse educatie - Zorgstructuur - Taalbeleid - Sociale Veiligheid - Kwaliteitszorg - Schakelklassen - Zwart/witte scholen - Verplicht overleg
2.2 Twee blikvangers : ABC-scholen en Voortijdig Schoolverlaten Voor het programma “Jeugd op school - Meer kans met een diploma” hebben we twee blikvangers vastgesteld. Namelijk: 1. Meer jongeren met een startkwalificatie; - in 2010 heeft maximaal 21 % niet-leerplichtigen het onderwijs zonder startkwalificatie verlaten. Uitgangspunt is 28% 2004/2005. 50% van de voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2009 - 2010 is in dat schooljaar herplaatst. 2. ABC-scholen in heel Amersfoort; elke wijk heeft in 2010 een ABC-school. Met deze twee blikvangers bestrijken we de gehele leeftijdsgroep van 0-23 jaar, de doelgroep van het programma “Jeugd op School”. De ABC-scholen (0-12 jaar) richten zich op het optimaliseren van de kansen en het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen. Kinderen zijn hierdoor beter in staat om een schoolcarrière te doorlopen en een plaats in de maatschappij te verwerven. Daadwerkelijke voortijdige schooluitval van jongeren vindt vooral plaats na het basisonderwijs, in het VMBO- en Middelbaar Beroepsonderwijs. We willen alle zeilen bijzetten om uitval te voorkomen en te bestrijden. Indien nodig door jongeren alternatieven te bieden, zodat leren en werken samengaan. 2.3 Drie prioriteiten: Voor- en Vroegschoolse Educatie, Zorgstructuur en Taalbeleid Belangrijke prioriteiten als de voor- en vroegschoolse educatie, zorgstructuur en taalbeleid zijn in feite onderdeel van de twee blikvangers en dragen bij aan het behalen van de doelen die we ons bij de blikvangers hebben gesteld. Vanwege hun omvang en consequenties voor de uitvoering in samenwerking met het onderwijs worden ze als apart actiepunt uitgewerkt. 2.4 Vijf thema’s: Veiligheid, Kwaliteitszorg, Schakelklassen, Zwarte/witte scholen en Verplicht overleg Naast de prioriteiten onderkennen we nog 5 thema’s die de komende 4 jaar een rol spelen in de ontwikkelingen in en rondom het onderwijs en waar gemeente en onderwijs elkaar raken in beleid en uitvoering. Deze thema’s zijn, meer of minder direct, dienstbaar aan het voorkomen en bestrijden van
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 5
uitval. Sociale Veiligheid, kwaliteitszorg, schakelklassen, zwarte / witte scholen en verplicht overleg zijn belangrijke items, maar krijgen geen prioriteit. Dit houdt in dat we het beleid op deze thema’s voortzetten en natuurlijk inspelen op ontwikkelingen die zich voordoen, maar hierop nu geen intensieve actie zetten.
3. Uitwerking actieprogramma Inleiding Aan blikvangers en de prioriteiten van dit actieprogramma hechten wij de komende jaren het grootste belang. Op deze onderwerpen richten we onze acties. De blikvangers en prioriteiten werken we uitgebreid uit. We beschrijven per onderwerp de achtergronden, de maatregelen die we al nemen, verbeteringen, daar waar nodig de samenhang met andere beleidsterreinen en de nieuwe acties. Bij de thema’s geven we u de stand van zaken
3.1 BLIKVANGERS 3.1.1 ABC-scholen (0-12 jaar) Inleiding Bij de uitwerking van de blikvanger ABC-scholen is gewerkt aan een kwaliteitsverbetering voor de uitvoering door meer structuur, een duidelijke taakverdeling en een helder subsidiekader te ontwikkelen. Hiermee hebben we een raamwerk gemaakt waarbinnen de uitbreiding naar heel Amersfoort vorm kan krijgen. We beschrijven hoe we deze zaken hebben uitgewerkt. Daarnaast geven we aan hoe bestaand beleid hierin past. Doel Amersfoort werkt sinds 2001 aan de realisering van ABC-scholen (Amersfoortse Brede Combinatiescholen voor 0-12 jaar). De doelstelling achter de ABC-scholen is het optimaliseren van de kansen van kinderen. Intensieve samenwerking, doorgaande lijnen en afstemming zijn hierin de kern. Het kenmerk van de ABC-school is de inhoudelijke samenwerking tussen scholen en andere instellingen. Zo kunnen we vroegtijdig bijsturen en ontstaat er een netwerk, waarin het kind zich optimaal kan ontwikkelen. Hierdoor zijn kinderen beter in staat om een schoolcarrière te doorlopen en uiteindelijk een (start)kwalificatie te behalen. Tot nu toe Op dit moment realiseren we ABC-scholen in de vier prioriteitswijken en in Vathorst. Uit deze ervaring blijkt dat het inderdaad samenwerking en afstemming zijn waar het om draait, maar dat samenwerken voor instellingen met een verschillende cultuur en gewoonten zeker niet vanzelfsprekend is en enige tijd vergt. Hoewel dat er in deze wijken nog verbeteringen mogelijk zijn, weten organisaties in deze wijken elkaar beter te vinden, zijn zij beter op de hoogte van elkaars expertise en maken zij daar ook steeds meer gebruik van. ABC in elke wijk Aangezien het college de doelstelling van de ABC-scholen van groot belang acht, hebben we in ons programma opgenomen dat we in elke wijk het concept van de ABC-scholen realiseren. Hierbij bedoelen we dus de inhoudelijke kern van de ABC-school, namelijk het netwerk ofwel de samenwerking tussen instellingen. Aanpassingen aan gebouwen zijn mogelijk, maar zijn niet een vanzelfsprekendheid zoals bij de ontwikkeling van de ABC-scholen in de prioriteitswijken. Lerend van onze ervaringen in de prioriteitswijken en Vathorst blijven de uitgangspunten voor een ABC-school gelijk, maar omschrijven we heldere kaders voor de ontwikkeling van de ABC-scholen in de rest van Amersfoort. Keuze voor verschillende ABC-typen Dé ABC-school bestaat niet. ABC-scholen zijn bijvoorbeeld een instrument om achterstanden te bestrijden, maar ook om de sociale infrastructuur in een wijk te verbeteren of om een dagarrangement te bieden en de sociale cohesie en veiligheid te versterken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 6
Het ABC-concept is dus geen confectie, maar maatwerk per wijk. Door te starten met ABC-scholen in de prioriteitswijken, hebben we voorrang gegeven aan wijken met een relatief ongunstige sociaal-economische uitgangspositie. Met de ontwikkeling in Vathorst wilden we inspelen op de vraag van een groeiend aantal tweeverdieners naar volledige dagopvang voor hun kinderen. Het profiel van de andere wijken in Amersfoort is meer gedifferentieerd. Hiermee moet ook het profiel van de ABC-school meer gedifferentieerd zijn. Daarom willen we dat elke nieuwe ABC-school in Amersfoort kiest voor een profiel. Het zijn korte typeringen van ABC-scholen waarin doelen, doelgroep en programmering in onderlinge samenhang worden beschreven. De ABC-scholen voorzien in een voor de wijken op maat gesneden, compleet en effectief aanbod van onderwijs en ondersteunende voorzieningen. Het profiel is afhankelijk van de situatie in de wijk en dient als kapstok. Als basis zijn in elke wijk onderwijs, kinderopvang en welzijn (de partners) bij de ABC-school betrokken. Op wijkniveau sluiten er bij elk profiel organisaties (bondgenoten) aan, die binnen het profiel passen. Vanaf 1 augustus 2007 moeten de scholen ervoor zorgen dat de buitenschoolse opvang georganiseerd is. Onderzocht zal worden hoe deze verplichting een plek kan krijgen in de ontwikkeling van de ABC-school omdat zij elkaar kunnen versterken. De gemeente kan hierin wellicht ondersteuning bieden, maar kan en wil uiteraard de verantwoordelijkheid van de scholen niet overnemen. Profielen Kansenprofiel: Dit profiel richt zich op het bestrijden van onderwijsachterstanden, het bieden van zorg in een sluitend netwerk met korte lijnen. Voorbeelden van bondgenoten: peuterspeelzalen, integrale jeugdzorg, …. Wijkprofiel: de ABC-school met dit profiel is het bruisende middelpunt in de eigen wijk of buurt. Er is grote betrokkenheid van ouders bij de school en bij de wijk. Dit versterkt de sociale samenhang en veiligheid in de wijk/buurt. Voorbeelden van bondgenoten: politie, zelforganisaties……. Verrijkingsprofiel: Bij het verrijkingsprofiel ligt het accent vooral op sociaal, cultureel en sportief gebied. Bij deze ABC-school is vooral aandacht voor verrijkende activiteiten naast de cognitieve vaardigheden, waardoor talenten van kinderen op deze vlakken beter tot hun recht kunnen komen. Voorbeelden van bondgenoten: sociaal cultureel werk, sportbuurtwerk, scholen in de kunst…. Werkwijze De gemeente heeft de bestuurlijke regie. De gemeente stelt (subsidie)kaders en voorwaarden én toetst. Het professionele werkveld ontwikkelt de plannen en voert uit. Dit wil zeggen dat de uitwerking op wijkniveau vooral wordt gedaan door de organisaties en instellingen in de wijk. Hierdoor ontstaat draagvlak in de wijk, waardoor de kans op succes groter is. Om te kunnen sturen op resultaten stellen we een subsidieregeling op, gaan dus met betrokken instellingen een subsidierelatie aan en monitoren we als gemeente de resultaten, die per wijk van tevoren zijn vastgelegd. De gemeente ontwikkelt een subsidiekader met heldere criteria en verantwoordelijkheden. Op het moment dat de plannen per wijk voldoen aan de criteria krijgt de betrokken ABC-school subsidie: - subsidie voor opstartcoördinatie; - een activiteitenbudget afhankelijk van de plannen; - coördinatiesubsidie na twee jaar (dit is minder dan coördinatie bij de start); - subsidie voor beheer; afhankelijk van de situatie Per wijk sluiten de instellingen een samenwerkingsovereenkomst waarin ook wordt vastgelegd wat de inbreng van de verschillende partners zal zijn. Structuur Op stadsniveau stellen we een begeleidingscommissie in, die toezicht houdt op de ABC-ontwikkeling op hoofdlijnen. De begeleidingscommissie is voorwaardenscheppend voor het werkveld en treedt innoverend en stimulerend op. De begeleidingscommissie bestaat uit managementleden van de betrokken organisaties uit het onderwijs, de kinderopvang en welzijn.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 7
Per wijk vormen de partners en bondgenoten van de ABC-school een samenwerkingsverband. Dit samenwerkingsverband vertaalt de doelstellingen in een concreet aanbod en is verantwoordelijk voor de uitvoering van activiteiten. De samenwerking stimuleren we middels een coördinator. Deze is verantwoordelijk voor het gezamenlijke aanbod en schrijft ook jaarlijks samen met de instellingen een werkplan. Pilot combinatiefuncties Op dit moment onderzoeken we of we in een van de prioriteitswijken een pilot kunnen uitvoeren, waarbij personeel dat in dienst is van een betrokken organisatie binnen zijn/haar dienstverband ook taken in de andere organisaties kan uitvoeren. Bestaande projecten: Op dit moment wordt in het kader van het onderwijsachterstandenbeleid de Verlengde Schooldag (inclusief taalspeelgroepen) in het primair onderwijs uitgevoerd. Deze activiteit past prima in de ontwikkeling van de ABC-scholen in die wijken. De middelen die voor deze activiteit beschikbaar zijn worden toegevoegd aan het activiteitenbudget van die ABC-scholen. Samenvattend: Oud - Ontwikkeling ABC-scholen in de prioriteitswijken en Vathorst - Initiatief van gemeente - Grote gebouwelijke component. - Geen profielen - Vrijblijvend -
Stuurgroep per wijk Kwartiermakers Klein activiteitenbudget per wijk Beheersubsidie in Vathorst en Scala Verlengde schooldag (VSD) in prioriteitswijken als losstaande activiteit - Weinig stedelijke aansturing
Nieuw - Concept ABC-school in heel Amersfoort - Initiatief en draagvlak bij instellingen (Ontwikkeling meer van “onderop”) - Vooral op inhoud gericht - Werken met profielen en criteria - Duidelijk vastgelegde taakverdeling en verplichtingen - Samenwerkingsverband per wijk - Coördinatoren - Helder subsidiekader - Beheer afhankelijk van situatie - VSD opgenomen in activiteitenbudget van ABC-scholen in prioriteitswijken - Stedelijke begeleidingscommissie bestaande uit kernpartners
3.1.2 Voortijdig Schoolverlaten Inleiding Voortijdig Schoolverlaten (VSV) is en veelomvattend onderwerp. De redenen voor uitval zijn complex en daarmee de oplossingen veelzijdig. Dan bestrijkt het onderwerp ook nog eens meerdere beleidsterreinen. Wij beschrijven om wie het precies gaat, wat onze beleidslijn is, welke maatregelen we al nemen, welke andere beleidsterreinen erbij betrokken zijn en welke knelpunten en ontwikkelingen we op dit moment zien. Vervolgens natuurlijk de nieuwe maatregelen die we willen nemen als antwoord op de knelpunten en ontwikkelingen. Ons bestaande pakket aan maatregelen hebben we op een rij gezet in een bijlage. Wie is een Voortijdig Schoolverlater (VSV’er)? We gaan ervan uit dat jongeren een startkwalificatie moeten behalen. Een jongere die dat niet lukt noemen we een voortijdig schoolverlater. Dit zijn dus jongeren die de leeftijd van 23 jaar nog niet bereikt hebben en: - niet in het bezit zijn van een HAVO- of VWO-diploma óf een diploma op minimaal niveau 2 MBO; - het onderwijs gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 1 maand zonder geldige reden niet meer volgen;
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 8
-
bij de school zijn uitgeschreven of van school zijn verwijderd; om bijzondere redenen een vrijstelling hebben.
Dus ook de jongere die een VMBO diploma heeft, maar niet verder leert of de jongere die praktijkonderwijs volgt, is officieel “voortijdig schoolverlater” . Eruit halen wat erin zit Het behalen van een startkwalificatie door alle jongeren is een hoge ambitie. Het behalen van een startkwalificatie maakt de kans op werk en een succesvolle toekomst het grootst. Tegelijkertijd weten we dat een startkwalificatie niet voor alle kinderen haalbaar zal zijn. We richten ons dan op wat de jongere wel kan en verplichten onszelf om uit kinderen te halen wat er aan mogelijkheden in zit. Zo zijn zij in staat een goede plek te verwerven in de maatschappij, kunnen ze daarin succesvol zijn en kunnen ze goed voor zichzelf zorgen. Hierbij is bekend dat de huidige maatschappij hoge eisen stelt. We passen gemeentebreed het principe toe dat opleiding op de eerste plaats komt. Zo onderzoekt bijvoorbeeld de afdeling Sociale Zekerheid bij hun jonge cliënten de mogelijkheden en motivatie voor een opleiding én het behalen van een startkwalificatie. De kern van al onze acties is het voorkomen en bestrijden van uitval. Een goede plek in de samenleving is goed voor de jongere zelf, goed voor de maatschappij en goed voor de economie. Het voortijdig schoolverlaten krijgt dan ook veel aandacht op allerlei niveaus. Zo komt bijvoorbeeld het ministerie met een pakket aan maatregelen dat is vastgelegd in de nota “Aanval op de uitval”, juni 2006 Wat doen we al? We nemen in Amersfoort al verschillende maatregelen om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen. Maar door de complexe oorzaken van het probleem en het belang van dit thema zijn extra investeringen noodzakelijk. Voorbeelden van belangrijke maatregelen zijn de afdeling Leerplicht van de gemeente, de Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg (WUL) en het Trajectbureau. Medewerkers van deze instellingen bemiddelen jongeren zodra er problemen zijn of schooluitval dreigt. Het Trajectbureau gaat ook op huisbezoek om jongeren te bereiken, waarvan we niet goed weten of ze een opleiding volgen of wat anders doen. Amersfoort heeft ook als een van de eerste gemeenten de invoering van de schoolconsultatieteams in de scholen actief gestimuleerd. Deze hebben als voorbeeld gediend voor de huidige ontwikkeling van zorgadviesteams, die het ministerie landelijk wil invoeren. Twee recente maatregelen waarin we investeren, zijn de ontwikkeling van leerwerkcentra in het speciaal onderwijs en het VMBO en de voorbereiding voor het afsluiten van een Stedelijk Verzuimprotocol. Ook belangrijk is de investering in het VAVO (Voortgezet Algemeen Volwassen Onderwijs). Hiervan kunnen 18 - 23 jarigen gebruik maken om alsnog een diploma te behalen. In de bijlage bij dit actieplan is een overzicht van maatregelen opgenomen waarin de gemeente investeert ter voorkoming van voortijdig schoolverlaten. Naast de maatregelen waaraan wij een bijdrage leveren zijn er ook nog activiteiten, die voortijdig schoolverlaten tegengaan, die door anderen worden gerealiseerd. Bijvoorbeeld: de reboundvoorziening die het samenwerkingsverband VO realiseert met gelden van het rijk. Samenhang en samenwerking tussen de activiteiten/projecten zijn op verschillende manieren gewaarborgd: - Veel activiteiten vullen elkaar aan of benaderen de problematiek vanuit een andere invalshoek. - Een deel van de projecten is ondergebracht bij één organisatie. - De instellingen stemmen de uitvoering op elkaar af, bijvoorbeeld de Werkgroep Uitbreiding Leerlingenzorg (WUL) van Sovee en leerplicht. - Of instellingen vervullen een centrale rol in de uitvoering van andere projecten, bijvoorbeeld de WUL die verantwoordelijk is voor de indicatiestelling voor de Reboundvoorziening in het Voortgezet Onderwijs en het Veiligheidshuis dat haar activiteiten afstemt met leerplicht. - Tot slot vindt afstemming plaats binnen de netwerken Onderwijs en (Jeugd-)Zorg en Onderwijs en Arbeid. We voeren ook activiteiten uit die niet als eerste doel hebben om voortijdig schoolverlaten te voorkomen of te bestrijden, maar daar indirect wel aan bijdragen. Zo ondersteunen we bijvoorbeeld scholen via Matchpoint in het organiseren van maatschappelijke stages. Hierbij hebben we als doel om de leerlingen meer te betrekken bij de maatschappij. Dit zorgt er echter ook voor dat zij beter voorbereid zijn op hun deelname aan de samenleving en dat zij betere keuzes kunnen maken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 9
Voorkomen van schooluitval bestrijkt meerdere beleidsterreinen Het voorkomen van voortijdig schoolverlaten is bij uitstek een onderwerp dat niet geïsoleerd kan worden opgepakt binnen het kader van het onderwijs. De oorzaken van voortijdig schoolverlaten zijn complex en bestrijken meerdere beleidsterreinen, met name zorg en arbeid. Redenen voor uitval zijn bijvoorbeeld een verkeerde schoolkeuze, problemen binnen het gezin, culturele achtergrond, het niet vinden van een stageplek, geen passend traject op maat of geld verdienen is aantrekkelijker dan naar school gaan. Verschillende beleidsterreinen werken dan ook samen om deze problematiek op te lossen. Een belangrijk voorbeeld hiervan is het centrale informatiepunt “Jong Centraal” dat is beschreven in dit actieplan bij de prioriteit Zorgstructuur. Daar staan ook de andere maatregelen beschreven die we onder de noemer zorg gaan nemen. Een ander voorbeeld is het MKB- leerbanenproject dat het eerste jaar uit de budgetten van arbeid is betaald, maar dat we de volgende twee jaren uit onderwijsbudget financieren. Maatregelen op gebied van Arbeid Ter uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB) hebben wij de jeugd hoog in het vaandel staan en voeren wij een reeks aan activiteiten uit of hebben wij deze in voorbereiding: - Screenen lopende trajecten op mogelijkheden behalen startkwalificatie. - Aanpak Jonge Moeders. - Inburgeraars op traject naar werk. - Alle jongeren in de uitkering een trajectbegeleider. - Samenwerking UWV/CWI/SZ. - Morgen Beginnen voor jongeren. - Project 2e Kans Beroepsonderwijs en de inzet van no-risk polissen. - Project ‘In goede banen’. - Convenant Leren & Werken. Een beschrijving van deze activiteiten vindt u in de bijlage bij dit actieplan. Als blikvanger uit het programma “Jeugd aan het werk” is benoemd “Stageplekken en leerwerkplekken: toegankelijk, breed en genoeg”. Er is veel onduidelijkheid over de verhouding tussen vraag en aanbod. Aanvankelijk leek het dat veel jongeren geen leerbaan of stage konden vinden. Inmiddels lijken er wel stageplaatsen en leerwerkbanen te zijn , maar geen leerlingen voor deze plaatsen of is er sprake van een mismatch tussen vraag en aanbod. We zoeken uit hoe dit nu precies zit. Ketenoverleggen In 2006 zijn we gestart met de ketenoverleggen: het overleg met partners in de keten onderwijs-arbeid en de keten onderwijs-zorg. Met de partners hebben we het aanbod in beeld gebracht en onderzoeken we waar dubbelingen voorkomen of waar er juist witte vlekken zijn. Uit de ketenbijeenkomsten en de bijeenkomsten voor de lokale educatieve agenda zijn een aantal knel- en ontwikkelpunten naar voren gekomen. Een aantal daarvan hadden we al voorzien. Vooruitlopend op de uitwerking van het ketenoverleg stellen we al maatregelen voor die voor de hand liggen, direct onze verantwoordelijkheid zijn en bijdragen aan de oplossing van het probleem. In werkgroepen wordt verder uitgewerkt hoe de knelpunten naast de door ons genomen maatregelen aangepakt kunnen worden. Noodzaak tot intensivering van maatregelen op voortijdig Schoolverlaten Met het bestaande pakket aan maatregelen kunnen we voor de dag komen, maar de uitval is nog steeds onacceptabel hoog. Op basis van de ketenbijeenkomsten en de bijeenkomsten voor de lokale educatieve agenda en landelijk onderzoek hebben we de volgende knelpunten en ontwikkelpunten geconstateerd: I. Verbetering van de registratie. II. Meer inzicht in hoe de groep voortijdig schoolverlaters is samengesteld en daar maatregelen op bijstellen. III. Kritisch naar ons aanbod blijven kijken. Doen we de juiste dingen? Zijn er witte vlekken? IV. Sluitende afspraken maken en deze nakomen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 10
Hierop ondernemen we de volgende acties: I. Verbeteren van de registratie door: - Het uitbreiden van de capaciteit op twee fronten: o uitbreiden van de formatie voor leerplicht om te kunnen inspelen op de ontwikkelingen en de groei van het aantal jongeren in de stad, waardoor we meer jongeren kunnen bemiddelen; o het op orde brengen van de registratie door capaciteit voor de verwerking van gegevens in de leerlingadministratie. -
Het starten van een project om de leerlingadministratie door te lichten op de manier waarop de gegevens worden geregistreerd en de wijze waarop gegevens uit het systeem worden verkregen. Planning: Uitvoering in 2007. Resultaten zichtbaar in 2008. II
Meer inzicht in hoe de groep VSV´ers in Amersfoort is samengesteld. Onderzoeken hoe de groep VSV‘ers in Amersfoort is samengesteld. Dé voortijdig schoolverlater bestaat immers niet. Meer inzicht in de groep betekent maatregelen die beter aansluiten bij de doelgroep. Uit landelijk onderzoek blijkt dat we eigenlijk twee hoofdgroepen kunnen onderscheiden. De risicojongeren en de op- of uitstappers. De risicojongeren kunnen weer onderverdeeld worden in de jongeren met problemen en de niet-kunners. De op- of uitstappers kiezen bewust voor de arbeidsmarkt en volgen hun eigen route. Dit deel van de jongeren lijkt een groter deel dan gedacht. Het is belangrijk om de groepen goed te kennen. De bestaande maatregelen zijn met name gericht op de groep risicojongeren. Planning: In de 2e hekft van 2007 hebben we inzicht in de samenstelling van de doelgroep.
III.
Kritisch naar ons aanbod blijven kijken. Doen we de juiste dingen? Zijn er witte vlekken? Dit is een doorlopend item waardoor we ontwikkelingen blijven volgen en beleid kunnen bijstellen. Om het totaaloverzicht te houden, hebben we al actie ondernomen door het starten van de ketenoverleggen. Om dit punt te blijven bewaken moet het ketenoverleg een structurele vorm krijgen. Afspraken hierover maken we in het huidige ketenoverleg. Planning: 1e helft 2007 Inspelend op ontwikkelpunten en witte vlekken in ons huidige aanbod ondernemen we de volgende acties: o Het rijk heeft het voornemen om nog in 2007 de kwalificatieplicht tot 18 jaar in te voeren. Deze geldt voor 16 - 18 jarigen die nog geen startkwalificatie hebben. Dit heeft praktische consequenties voor leerplicht, de Regionale Meld- en Coördinatiefunctie en het onderwijs. Een werkgroep brengt in beeld wat deze consequenties zijn en hoe hiermee om te gaan. Planning: 2e helft 2007. o Er is weinig of geen contact en uitwisseling van kennis tussen onderwijs en instellingen daarbuiten zoals bijvoorbeeld het jongerenwerk en sportclubs. Een werkgroep werkt uit hoe dit vorm kan krijgen. Planning 2e helft 2007 o Hoe spreken we jongeren aan over onderwijs en opleiding? De boodschap over het onderwijs die wordt uitgezonden naar jongeren is vooral gericht op de toekomst van de jongere en wat ze zouden kunnen bereiken zoals “Een slimme meid is op haar toekomst voorbereid”. Jongeren zijn vaak nog niet met die “verre” toekomst bezig. Inmiddels zijn er specialisten die zich hebben verdiept in hoe er over minder toegankelijke onderwerpen met jongeren gecommuniceerd kan worden. In 2007 willen we met deskundigen in communicatie met de jeugd en met inzet van de jeugd zelf een (media)campagne uitwerken die we in 2008 uitvoeren. Jongeren in Amersfoort moeten op een andere manier dan er tot nu toe over onderwijs en opleiding wordt gecommuniceerd de boodschap krijgen over wat ze (gaan) missen als ze geen opleiding volgen. Planning: Voorbereiding 2007. Start uitvoering 2008
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 11
o
IV
De meeste uitval vindt plaats in het VMBO en MBO. In het land zijn goede ervaringen opgedaan met wat we “maatjes”- projecten kunnen noemen. Ofwel het werken met voorbeeldgedrag of rolmodellen en coaching. Leerlingen uit MBO en HBO worden ingezet als maatje voor leerlingen in het VMBO en MBO. In 2007 werken we een voorstel uit toegepast op de Amersfoortse situatie. In 2008 starten we. Planning: Voorbereiding 2007. Start uitvoering 2008.
Sluitende afspraken maken en deze nakomen Dit is een erg belangrijk punt. Hoe komen we tot heldere afspraken en nog belangrijker hoe zorgen we ervoor dat we met elkaar in het veld onze afspraken ook nakomen. Maar al te vaak blijkt er van goede bedoelingen in de praktijk weinig terecht te komen of haken regelmatig partijen af. Een van de werkgroepen, voortgekomen uit het ketenoverleg komt met voorstellen over hoe we een goede samenwerking en het nakomen van afspraken kunnen bereiken. Ook de ketenoverleggen zelf kunnen hierin een functie vervullen. Ook op een meer praktisch niveau kijken we hoe partijen betere afspraken kunnen maken en beter samen kunnen werken, door bijvoorbeeld te werken met stagecontracten. Hierdoor weten partijen beter wat er van hen verwacht wordt en waarop men elkaar kan aanspreken.
Samenvattend: Oud I Registratie Registratie die achter loopt in de verwerking van gegevens en een systeem dat niet up to date is.
Nieuw I Registratie Verbeteren van registratie door uitbreiden capaciteit leerplicht en leerlingadministratie en doorlichten huidige werkwijze.
II Samenstelling VSV’ers Onvoldoende zicht op samenstelling van de groep VSV’ers.
II Samenstelling VSV’ers Onderzoek naar samenstelling groep VSV’ers.
III Ontwikkelingen en witte vlekken in ons aanbod - Meer overzicht en samenhang en afstemming nodig. Ketenoverleg gestart. - Niet overzien wat de kwalificatieplicht tot 18 jaar voor consequenties heeft.
III Ontwikkelingen en witte vlekken in ons aanbod - Structurele vorm van ketenoverleg organiseren. - Werkgroep die in beeld brengt wat de consequenties van de kwalificatieplicht tot 18 jaar zijn. - Werkgroep die uitwerkt hoe noodzakelijk contact tussen VO en instellingen daaromheen tot stand gebracht kan worden. - (Media) Campagne.
-
-
Te weinig contact uitwisseling tussen onderwijs en instellingen die met zelfde jongeren werken. Jongeren worden slecht bereikt met boodschappen over opleiding en toekomst. Veel uitval in VMBO en MBO. Onduidelijk hoe situatie rondom stage en leerwerkbanen werkelijk is.
IV Sluitende afspraken maken en nakomen - Afspraken zijn niet goed vastgelegd of worden niet goed nagekomen.
- Maatjesproject VMBO/MBO/HBO. - Onderzoek stand van zaken stage/leerwerkbanen. IV Sluitende afspraken maken en nakomen - Voorstellen hoe we afspraken beter kunnen vastleggen en afdwingen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 12
3.2. PRIORITEITEN 3.2.1 Voor- en vroegschoolse educatie Inleiding Op jonge leeftijd ingrijpen voorkomt achterstand. We schetsen welke maatregelen we in het gezin nemen en welke in de peuterspeelzaal. Een kwaliteitsimpuls is vooral noodzakelijk bij de implementatie van effectieve programma’s in de peuterspeelzaal. Bovendien heeft het rijk hier een aantal veranderingen doorgevoerd. We beschrijven wat er verandert en hoe wij daarmee om willen gaan en welke aandachts- en ontwikkelpunten in de uitvoering we de komende jaren oppakken. Waarom belangrijk Om achterstand te voorkomen en de kansen van kinderen op een goede schoolcarrière zo groot mogelijk te maken, is gebleken dat ingrijpen nodig is op zo jong mogelijke leeftijd. De effectiviteit van maatregelen die op jonge leeftijd worden genomen zijn groot. Amersfoort investeert dan ook in de Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE). We doen dit door te investeren in gezinsgerichte projecten en de invoering van effectieve programma’s in de peuterspeelzaal en onderbouw van het basisonderwijs. Deze twee soorten van inzet ondersteunen elkaar. Gezinsgericht Deze categorie is van belang omdat de pedagogische inzet van ouders thuis veel effect heeft op de prestaties van kinderen. We helpen ouders bij het aanleren van onderwijsondersteunend gedrag en werken tegelijkertijd aan de ontwikkeling van het kind. Daarnaast stimuleren we de ouders om hun kind naar de peuterspeelzaal te laten gaan en zelf deel te nemen aan activiteiten in de wijken. Als gezinsgerichte projecten voeren we Opstap, Spel aan Huis en Stap In uit. Met de projecten Stap In en Spel aan Huis bereiken we ouders en kinderen die anders geen enkele ondersteuning krijgen voordat ze naar de basisschool gaan. Om deze ouders te bereiken werken we samen met het consultatiebureau. Effectieve programma’s We implementeren effectieve (taal)programma’s in de peuterspeelzaal en de groepen 1 en 2 van het basisonderwijs. De inzet is wijksgewijs in de prioriteitswijken. De uitvoering van activiteiten past ook uitstekend in de ontwikkeling van de ABC-scholen in deze wijken. We zijn in 2002 gestart met de invoering van het programma Piramide in Liendert/Rustenburg en in 2005 met het programma Ko-Totaal in de wijken Schuilenburg/Randenbroek en Kruiskamp/Koppel. Uitbreiding naar Soesterkwartier staat op het programma. Met deze uitbreiding kunnen wij in 2009 58% van de doelgroepkinderen in de voorschoolse periode bereiken. De grootste concentratie van doelgroepkinderen woont in de prioriteitswijken. De andere doelgroepkinderen wonen verspreid over de andere wijken in Amersfoort, waardoor we hen op deze wijze niet kunnen bereiken. Begin van dit jaar heeft bureau Sardes voor ons met name het programma Piramide in Liendert/Rustenburg geëvalueerd. Uit de toetsresultaten is gebleken dat kinderen daadwerkelijk vooruit zijn gegaan in hun taalprestaties. Alleen aanvullend subsidiëren Bij de start van de invoering van effectieve VVE-programma’s was de gemeente verantwoordelijk voor zowel de voorschoolse als de vroegschoolse periode. Vanaf augustus 2006 is die verantwoordelijkheid gesplitst. De gemeente is verantwoordelijk voor het voorschoolse deel en de scholen voor het vroegschoolse deel. Voor de scholen is er sprake van een onduidelijke overgangsperiode. Het rijk verdeelt de middelen naar afzonderlijke scholen en is onduidelijk over de verplichting van de scholen om de middelen te besteden aan effectieve programma’s in groep 1 en 2. Amersfoort kent een wijksgewijze aanpak. Om deze aanpak te continueren, de verworvenheden van de afgelopen jaren te behouden en de uitvoering van het programma zowel in de voorschoolse periode als in de vroegschoolse periode niet in gevaar te laten komen, investeert de gemeente nog tot 2010 in de vroegschoolse periode. De gemeente subsidieert aanvullend op de eigen inkomsten van de scholen vanuit het rijk, daar waar deze niet toereikend zijn om de programma’s op het huidige niveau te blijven uitvoeren. Scholen moeten hiervoor inzicht geven in de middelen die zij voor dit doel verkrijgen van het rijk. Over de inzet van de middelen maken gemeente en scholen duidelijke afspraken en leggen deze vast; bijvoorbeeld de deelname aan een stuurgroep, de
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 13
uitvoering van het programma op scholen, medewerking van de scholen aan de aandachts- en ontwikkelpunten en uitbreiding naar scholen in het Soesterkwartier. Aandachts- en ontwikkelpunten bij de uitvoering van de effectieve programma’s zijn: - De doorgaande lijn en relaties tussen de betrokkenen. Bijvoorbeeld de relatie tussen peuterspeelzalen en consultatiebureau als het gaat om vroegtijdige signalering en warme overdracht. In het kader van de prestatieafspraken met Amant wordt hieraan al gewerkt. Hierdoor komen ook de risicokinderen beter in beeld. - Vergroten van de ouderbetrokkenheid. Uit de al eerder genoemde evaluatie is dit item als belangrijk aandachtspunt naar voren gekomen. Omdat we dit aandachtspunt al hadden onderkend is voor het schooljaar 2006/2007 een project gestart om de ouderbetrokkenheid te vergroten. Hierbij is ook afstemming gezocht met de uitvoering van Opstap. Op de ervaringen van dit project wordt vanaf augustus 2007 voortgebouwd. - Er wordt een stedelijke stuurgroep geformeerd, bestaande uit de instellingen die participeren bij de inzet van de effectieve programma’s. Deze stuurgroep stuurt de inhoudelijke ontwikkeling aan. Instellingen zoals de bibliotheek en de consultatiebureaus, die bij de uitvoering een rol kunnen spelen, worden hierbij nadrukkelijk betrokken. Samenvattend: Oud
NIEUW
- Alleen aansturing per wijk te weinig betrokkenheid schoolbesturen - Uitvoering in 3 prioriteitswijken.
-
- Subsidiestroom van rijk naar gemeente naar onderwijs
-
- Ontwikkelpunten en aandachtspunten nog niet opgepakt
-
3.2.2
-
Stedelijke aansturing met afspraken die worden vastgelegd in convenant Uitbreiding naar Soesterkwartier en daarmee dekking in alle prioriteitswijken Onderwijs en gemeente krijgen eigen middelen. Gemeente subsidieert scholen aanvullend op rijksinkomsten. Ontwikkel en aandachtspunten worden vanuit stedelijke regie opgepakt
Zorgstructuur
Inleiding Zorg voor de leerling is een onderwerp dat sterk samenhangt met Voortijdig Schoolverlaten. Zorg is ook een onderwerp dat een breed scala aan onderwerpen omvat op vele niveaus. We beschrijven dit kort voor u. Hierna schetsen we de maatregelen die we rondom het onderwijs willen nemen, aanvullend op de brede jeugdzorg. Ook benoemen we welke van de maatregelen van ons huidige beleid we voortzetten. Gedeelde verantwoordelijkheid Zorg voor de leerling is van oudsher een onderwerp dat erkend en benoemd is in het onderwijs. De scholen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs kennen hun eigen in- en externe zorgstructuur, die direct gekoppeld is aan het onderwijs. Deze structuur wordt gefinancierd door het rijk of via de scholen. De interne zorgstructuur van scholen is bijvoorbeeld georganiseerd via een intern begeleider, een zorgcoördinator en een zorgteam. De externe zorgstructuur is vooral georganiseerd via de samenwerkingsverbanden en voor het speciaal onderwijs in de Regionale Expertise Centra. De ROC’s hebben ook weer hun eigen zorgstructuur. Ook de gemeente heeft taken op het gebied van de zorg, die zijn vastgelegd in de Wet op de Jeugdzorg zoals bijvoorbeeld het realiseren van opvoedings-ondersteuning. De provincie heeft een taak in de geïndiceerde zorg middels “Bureau Jeugdzorg”. Alle bestuurlijke lagen: het rijk, de provincie en de gemeente zijn dus bij het onderwerp zorgstructuur betrokken. In juni 2005 heeft de gemeente rondom zorgtaken nog een bestuurlijk akkoord afgesloten met de provincie. Onderdeel hiervan is bijvoorbeeld de zogenoemde Impuls opvoedingsondersteuning.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 14
Zorg onderdeel van aanpak voortijdig schoolverlaten Zoals bij het onderwerp voortijdig schoolverlaten al is genoemd dient zorg meerdere doelen en levert een grote bijdrage aan het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Zo helpen we bijvoorbeeld jongeren met gedragsproblemen of ondersteunen we ouders bij de opvoeding van hun kinderen met activiteiten die we uitvoeren onder de noemer “zorg”. Het is dan ook niet vreemd dat bijvoorbeeld een Werkgroep Uitbreiding Leerlingzorg of de schoolconsultatieteams (SCT’s) een grote rol spelen bij voortijdig schoolverlaten, maar ook vallen onder de zorgstructuur rondom de school. In het overzicht van projecten (als bijlage bijgevoegd) zijn ook projecten opgenomen die uitgevoerd worden onder de noemer zorg, zoals trainingen sociale vaardigheden of Nieuwe Perspectieven. Samenwerken en afstemmen Goede samenwerking tussen instellingen en afstemming van het aanbod zijn dus broodnodig om dubbelingen en verspilling van middelen te voorkomen en witte vlekken in het aanbod op te sporen. Onlangs heeft de gemeente dan ook juist met dit doel het initiatief genomen om ketenbijeenkomsten te organiseren met alle betrokken partijen uit het veld (zie ook de beschrijving bij de topprioriteit Voortijdig Schoolverlaten). Binnen het kader van de Lokale Educatieve Agenda is gekeken welke zorg rondom het onderwijs vorm kan krijgen, aanvullend op de zorg die in het brede kader van jeugd wordt uitgevoerd. Het resultaat geven we hieronder weer. Jong Centraal Een van de projecten die onder zorg vallen is Jong Centraal. Een goed voorbeeld van de samenwerking tussen onderwijs en zorg, zowel inhoudelijk als een bundeling van middelen. Het onderwijs neemt nadrukkelijk een rol in Jong Centraal. Jong Centraal moet uiteindelijk zelfs toe groeien naar een centraal indicatiepunt voor zowel (speciaal) onderwijs als zorg, zodat de leerling gebruik kan maken van een op elkaar afgestemd pakket aan onderwijs en zorgvoorzieningen. Nu weten onderwijs en zorg vaak niet van elkaar wat ze de leerling bieden, terwijl beide sectoren via de leerling direct geconfronteerd worden met elkaars werk. Ook vanuit de gemeentelijk middelen bestemd voor onderwijs zal dus worden bijgedragen aan de realisatie van Jong Centraal. Jong Centraal heeft ook een relatie met de wijken, hierin vervullen de huidige buurtnetwerken een rol. De functie en werkwijze van de buurtnetwerken passen we aan op de werkwijze van Jong Centraal. Opvoedingsondersteuning Opvoedingsondersteuning is een van de onderwerpen die passen binnen de verantwoordelijkheid van de gemeente. De zogenoemde Impuls Opvoedingsondersteuning voeren we tot 2008 uit met middelen van het rijk. In Amersfoort wordt deze opvoedingsondersteuning vormgegeven met laagdrempelige opvoedingsondersteuning door een buurtpedagoog per wijk. Deze buurtpedagoog werkt outreachend en komt via o.a. scholen en peuterspeelzalen in direct contact met ouders die ondersteuning nodig hebben. De uitvoering van deze opvoedingsondersteuning na 2008 is onderdeel van dit actieplan. Daarnaast geven we opvoedcursussen aan ouders met kinderen in de basisschoolleeftijd en aan ouders van tieners. Individuele leerlingzorg Individuele leerlingzorg in het basisonderwijs bestaat uit onderzoeken, consultatieve gesprekken en logopedie. Hiermee wordt diagnostische informatie verzameld om te kunnen bepalen wat het probleem is, hoe dit het beste aangepakt kan worden en of verwijzing naar het speciaal onderwijs moet plaatsvinden. Deze individuele leerlingzorg wordt nu nog uitgevoerd in het onderwijs en zou in feite ook door hen zelf geregeld moeten worden. Wij hebben echter een groot belang bij goede leerlingzorg, omdat een vermindering van individuele leerlingzorg ertoe kan leiden dat de meldingen bij Jong Centraal fiks zullen toenemen en leerlingen pas in een later stadium geholpen worden. Wij zijn bereid om financieel bij te dragen aan individuele leerlingzorg in het onderwijs om deze zorg op een goed niveau te houden. We onderzoeken de komende jaren hoe deze zorg effectiever en efficiënter georganiseerd kan worden. Voorheen werd deze leerlingzorg centraal geregeld via Eduniek. Vanaf 2008 zijn de gemeentelijke middelen voor leerlingzorg vrij besteedbaar. Wij blijven dus inzetten op individuele leerlingzorg en zullen onze middelen rechtstreeks aan het onderwijs toewijzen. Rijksmiddelen en gemeentelijke middelen kunnen dan door de scholen zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Met de scholen spreken we af en leggen we vast hoe de gemeentelijke middelen aanvullend op de eigen middelen worden ingezet en welk deel van de eigen
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 15
middelen de scholen zelf moeten inzetten om voor aanvullende gemeentelijke middelen in aanmerking te komen. Bestaande projecten De bestaande projecten BSO+ in Schuilenburg en het Soesterkwartier en sociale vaardigheidstrainingen in de wijken voor kinderen van het basisonderwijs worden voortgezet. De BSO+ is een buitenschoolse opvang voor kinderen met een indicatie. In nauw overleg met het onderwijs wordt bepaald welke kinderen hiernaar toegaan en wat de problemen zijn. Er blijft ook regelmatig contact met de school van de leerling, zo lang als deze deelneemt aan de BSO+. Ook de leerlingen die gaan deelnemen aan de sociale vaardigheidstrainingen worden voorgedragen door het onderwijs. Deze kinderen hebben aanvullend op de activiteiten in school extra training nodig op dit gebied. Stedelijk Ketenoverleg Aandachtspunt voor de komende jaren is de doorontwikkeling van bestaande overlegorganen in het werkveld en de ketenoverleggen tot een stedelijk ketenoverleg. Hierin moeten alle aparte lijnen samenkomen. Dit overleg heeft de taak de ontwikkelingen in de keten onderwijs, jeugdhulpverlening en veiligheid te volgen en aan te sturen. Daarnaast moet het overleg ervoor zorgen dat de zorgstructuur bekend en transparant is en dat er geen witte vlekken bestaan. Hierdoor blijft een goede afstemming mogelijk. Samenvattend: Oud
NIEUW
- Te weinig samenhang afstemming tussen sommige instellingen. - Te weinig zicht op aanbod. - Goede samenwerking onderwijs zorg, maar niet structureel geregeld. - Middelen voor Individuele leerlingzorg naar Eduniek.
- Buurtnetwerken als losstaande activiteit uitgevoerd - Jong Centraal net gestart - Impuls opvoedondersteuning geregeld tot 2008
- Samenhang, afstemming en zicht op aanbod structureel regelen d.m.v. stedelijk ketenoverleg (keten onderwijs/zorg).
- Individuele leerlingzorg: * onderzoeken naar effectiever en efficiëntere inzet; * middelen gaan direct naar de scholen; * afspraken over inzet van gemeentelijke middelen en middelen van de scholen. - Aanvullende maatregelen: * Jong Centraal (inclusief PAL) verder ontwikkelen in samenwerking met buurtnetwerken; * Impuls opvoedondersteuning opgenomen in actieplan (vanaf 2008).
3.2.3 Taalbeleid Inleiding Het beheersen van de taal van het land waar je woont zorgt dat je beter kunt integreren en vergroot de kans op een succesvolle schoolcarrière en daarmee op een plaats in de maatschappij. Iemand die de taal goed spreekt kan zich beter uitdrukken, begrijpt zijn omgeving beter en communiceert dientengevolge beter. Bij deze prioriteit beschrijven we de maatregelen die bijdragen aan de taalontwikkeling van kinderen en hun ouders. Ook reserveren we een bedrag om nog aanvullende acties te kunnen nemen. Taak van de school Allereerst is taalontwikkeling bij de jeugd een taak van de school. De inspectie ziet er op toe dat de scholen een taalbeleid voeren dat is afgestemd op de doelgroep die ze in de school hebben. Scholen met achterstandsleerlingen krijgen hiervoor van het rijk extra middelen. Aanvullend daarop subsidieert de gemeente programma’s en activiteiten waarin taal centraal staat. Taalontwikkeling van ouders is belangrijk omdat ouders die zelf de Nederlandse taal goed spreken hun kinderen betere ondersteuning kunnen bieden.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 16
Voor- en Vroegschoolse Educatie In de voor- en vroegschoolse leeftijd implementeren we de effectieve (taal)programma’s Piramide en KoTotaal. In de programma’s Opstap en Spel aan Huis is algemene ontwikkeling én taalontwikkeling het doel. (zie beschrijving bij prioriteit VVE) Schakelklassen Expliciet bedoeld voor de taalontwikkeling zijn de schakelklassen in het basisonderwijs en in het voortgezet onderwijs. Hier krijgen leerlingen met een taalachterstand les met als doel deze zodanig te verbeteren dat ze zonder problemen instromen in het reguliere onderwijs. Het zijn vooral allochtone leerlingen (neveninstromers) die hiervan gebruik maken. Amersfoort kent inmiddels een AZC voor uitgenodigde vluchtelingen. Dit betekent een snelle doorstroom van leerlingen. Voor deze leerlingen in de basisschoolleeftijd hebben we aparte groepen gecreëerd, waar intensief wordt gewerkt aan taal- en sociaal emotionele ontwikkeling. In het voortgezet onderwijs krijgen deze leerlingen gecombineerd met de neveninstromers les. Volwasseneneducatie Voor ouders zijn er via de volwasseneneducatie en -integratie specifieke taalcursussen, Nederlands als 2e taal. Hierbij ondersteunen we de cursisten met taal-werk-activeringsstages en andere vaardigheden die nodig zijn om de cursus tot een goed einde te brengen en in de praktijk te functioneren Laaggeletterdheid Op dit moment zijn we bezig met de voorbereiding voor een plan ter bestrijding van laaggeletterdheid. Dit is een landelijk initiatief, waar Amersfoort van harte bij aansluit. De landelijke opzet omvat een breed scala aan zaken, van verbetering van het taalonderwijs tot volwasseneneducatie. We ontwikkelen een plan van aanpak dat aansluit op de Amersfoortse situatie en dat aansluit bij de activiteiten die we al ondernemen op dit gebied. Een belangrijk onderdeel zal in ieder geval het bereiken en werven van de doelgroep zijn. Het is bekend dat dit niet eenvoudig is. Taal-, lees- en boekpromotie Specifiek onder de noemer taalbeleid geven we de bibliotheek, aanvullend op hun normale budget, extra middelen om activiteiten te ontwikkelen voor 0-12 jarigen. Zij lenen hiervoor gratis projectcollecties uit aan instellingen in de prioriteitswijken en ontplooien in nauwe samenwerking met peuterspeelzalen en het onderwijs leesbevorderende activiteiten. Op zoek naar witte vlekken Op verzoek van de raad en met instemming van het veld is taalbeleid een van de prioriteiten van het actieplan. Omdat dit item later de status van prioriteit heeft gekregen, is nog niet duidelijk welke aanvullende acties nodig zijn. Wij reserveren een bedrag van € 50.000 om in 2007 een quick scan te doen naar witte vlekken/behoeften in het aanbod en hierop een aanbod te ontwikkelen. Samenvattend: Oud - Bestaande activiteiten blijven we uitvoeren.
Nieuw - Ontwikkelen en uitvoeren PvA laaggeletterdheid. - Onderzoeken witte vlekken in taalbeleid en voorstel aanvullende maatregelen.
3.3 THEMA’S korte weergave stand van zaken Inleiding op de thema’s Bij de thema’s spelen we in op ontwikkelingen die zich voordoen, maar hierop zetten we geen intensieve acties. Bij alle thema’s stippen we de maatregelen aan die bijdragen aan het thema en welke daarvan onder onze verantwoordelijkheid vallen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 17
3.3.1 Sociale Veiligheid Veiligheidsbeleid van scholen zelf Scholen hebben hun eigen veiligheidsbeleid in de school en direct daaromheen. De grens van het gebied waarvoor zij zich verantwoordelijk voelen ligt wat hen betreft zo’n honderd meter om de school heen. Maatregelen van scholen in het kader van veiligheid lopen uiteen van het hebben van spelregels, leerlingmediation, tot kluisjes en pasjes die een scherpe controle mogelijk maken. De gemeente ondersteunt projecten van scholen die bijdragen aan de sociale veiligheid als deze projecten een voorbeeldfunctie naar andere scholen hebben. Meerdere onderwerpen dragen bij aan sociale veiligheid Maatregelen genoemd bij andere onderwerpen in het actieplan leveren een bijdrage aan sociale veiligheid. Zeker die maatregelen die in het kader van het voortijdig schoolverlaten worden genomen. Bekend is dat jongeren die in de criminaliteit belanden vaak een voortijdig schoolverlater zijn of een schoolverleden hebben met veelvuldig verzuim. Ook voor de hand liggend is dat goede zorg voor een leerling problemen en criminaliteit kan voorkomen. Een activiteit als het Veiligheidshuis en het project Nieuwe Perspectieven zijn vooral bedoeld voor die jongeren die al in aanraking zijn geweest met de politie. Algemene maatregelen die de gemeente op gebied van veiligheid neemt zijn bijvoorbeeld: cameratoezicht, goede verlichting, wijkagenten, enz. Toegespitst op de jeugd kennen we een aantal maatregelen, zoals het Veiligheidshuis en het project Buurtvaders in Liendert. Jeugd in de hotspots In 2006 hebben we het veiligheidsactieprogramma Jeugd in de Hotspots uitgevoerd evenals de aanpak van overlastgevende jeugd en risicojeugd, dat inzoomt op de groepen met het hoogste percentage criminaliteit. In 2007 geven we hieraan vervolg. Eind 2006 is ook de Pilot Jeugd en Veiligheid gestart. Deze richt zich op de realisatie van een sluitende met de ketenpartners Veiligheid. Eind 2007 evalueren we de pilot en bij succes willen we deze aanpak over heel Amersfoort uitzetten. Het ligt voor de hand dat het thema sociale veiligheid raakvlakken kent met de ander thema’s in dit actieplan. Zo speelt bijvoorbeeld Jong Centraal een rol in de pilot Jeugd en Veiligheid. Wereldschool We brengen het item wereldschool onder de aandacht van het onderwijs en ondersteunen de scholen met een implementatiesubsidie als zij wereldschool willen worden. De wereldschool is bedoeld om ontmoeting tussen de verschillende etnische groepen te bevorderen. Hierdoor moet meer begrip en tolerantie ontstaan voor elkaar. Leerlingwijkraad Elke groep basisscholen in een wijk kan rekenen op financiële ondersteuning en begeleiding bij het opzetten van een leerlingwijkraad. Hierdoor moet een duidelijk verband ontstaan tussen de leerlingen en de wijk, waardoor de leerlingen zich meer verantwoordelijk voelen voor hoe hun wijk er uitziet en wat er in hun wijk gebeurt. 3.3.2 Kwaliteitszorg Subsidiesyteem Ons hele systeem van beschikkingen, prestatieafspraken en financiële en inhoudelijke rapportages is erop gericht om de zaken duidelijk te regelen, maar ook om een bepaalde kwaliteit in de uitvoering van activiteiten te bereiken doordat voorwaarden voor de uitvoering helder en goed geregeld zijn. Dit systeem werkt steeds beter.
Evaluatie per activiteit Per project/activiteit vindt afhankelijk van de soort activiteit vrijwel altijd een meer of minder uitgebreide evaluatie plaats in allerlei vormen. Zoals observaties, cijfermatige gegevens, klanttevredenheidsenquêtes, enz. Een voorbeeld hiervan is de uitgebreide evaluatie die Sardes heeft gedaan naar de resultaten van de
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 18
invoering van effectieve programma’s in de voor en vroegschoolse periode. De gegevens uit een dergelijke evaluatie leveren vaak ook input op voor bijstellingen in beleid en uitvoering. Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? Voor het vormgeven en uitvoeren van beleid is overzicht belangrijk. Het is goed om kritisch naar het beleid en de uitvoering daarvan te kijken. Onszelf en onze partners de vragen te stellen: Doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? Om antwoord te geven op deze vragen zijn we de ketenoverleggen jeugdhulpverlening, -zorg, onderwijs en veiligheid en het ketenoverleg onderwijs-arbeid gestart, waar we met de instellingen uit het veld deze vragen centraal stellen om ontwikkelingen te volgen, witte vlekken op te sporen en dubbelingen te voorkomen. Deze reeks van overleggen krijgt een structureel vervolg, zodat we ons deze vragen blijven stellen en bijsturen daar waar dit kan en moet. Onderwijs- en jeugdwelzijnsmonitor Voor het vormgeven aan en uitvoeren van beleid en om antwoord te verkrijgen op de vragen doen we de goede dingen en doen we de dingen goed? brengen we al enkele jaren de onderwijs- en jeugdwelzijnsmonitor uit. De monitor is echter een instrument dat nog flink in ontwikkeling is. Het blijkt niet eenvoudig om betrouwbare cijfers te verkrijgen die leiden tot heldere conclusies. Dit komt bijvoorbeeld doordat gegevens door instellingen geleverd moeten worden, die echter niet op dezelfde manier meten, dat we achterlopen met het verwerken van gegevens of dat we ontdekken dat het meten van bepaalde zaken beter kan op een andere manier dan voorheen. Hierdoor zijn gegevens dan niet meer vergelijkbaar. We werken er hard aan om de monitor verder te ontwikkelen en te verbeteren. De maatregelen om de registratie rondom voortijdig schoolverlaten te optimaliseren is hiervoor bijvoorbeeld een belangrijke actie. 3.3.3 Schakelklassen De uitvoering van Schakelklassen is een verplichting van het rijk. Neveninstromers en topklas Expliciet bedoeld voor de taalontwikkeling zijn de schakelklassen in het basisonderwijs en het voortgezet onderwijs. Hier krijgen leerlingen met een taalachterstand les met als doel de taalachterstand zodanig te verbeteren dat ze zonder problemen instromen in het reguliere onderwijs. Het zijn vooral allochtone leerlingen (neveninstromers) die hiervan gebruik maken. Naast de bekende schakelklassen bestaat sinds vorig jaar een topklas. Deze is ook bedoeld voor leerlingen met een taalachterstand, maar ook als er achterstand op een ander gebied is dan taal. De topklas kent een lange aanloopfase. Vorig jaar maakten drie leerlingen gebruik van deze voorziening. AZC-leerlingen Voordat de functie van het AZC veranderde, vielen ook de AZC-leerlingen onder de leerlingen die les kregen in de schakelklassen. In het basisonderwijs is dit nu gesplitst. In het voortgezet onderwijs is er nog wel de combinatie AZC-leerlingen en neveninstromers. Alle AZC-leerlingen worden echter uit een andere rijksregeling bekostigd, namelijk de regeling “Onderwijs aan vreemdelingen”. 3.3.4 Zwarte-/witte scholen Beleid sinds 1999 In 1999 hebben we samen met het onderwijs in Amersfoort het beleid gestart om in de eerste plaats te voorkomen dat er meer zwarte scholen zouden ontstaan in Amersfoort. Vervolgens wilden we dat elke schoolpopulatie een afspiegeling van de wijkpopulatie zou worden. Het onderwijs voelt zich verantwoordelijk voor het tegengaan van segregatie in het onderwijs. De eerste twee jaar hadden we als gemeente een actieve rol, door de bekostiging van een intermediair en het beschikbaar stellen van middelen voor het wijksgewijs voorlichten (huisbezoek) van ouders over het onderwijs in de wijk. De rol van intermediair hebben we afgebouwd en het onderwijs houdt het onderwerp nu zelf op de agenda. Ook in het overleg van de wethouder met het primair onderwijs komt het onderwerp regelmatig terug. In een aantal wijken maken de scholen afspraken over toelating en voorlichting aan ouders.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 19
50% of 70% In 1999 hebben we bepaald dat we in Amersfoort een school “zwart “ noemen als deze meer dan 70% allochtone leerlingen heeft. Er was toen en er is nu nog geen eenduidige gebruik van de term zwarte school. Landelijk (Trouw) is men later een school ook wel zwart gaan noemen als een school meer dan 50% allochtone leerlingen heeft. In 1999 hadden we in Amersfoort 4 zwarte scholen. Op dit moment zijn er nog steeds 4 scholen met meer dan 70% allochtone leerlingen in Amersfoort. Een hiervan is de Islamitische basisschool. De afspraak was dat de gemeente de eerste twee jaar het primair onderwijs actief zou ondersteunen bij de uitvoering van dit beleid. Het is niet gelukt om meer scholen met een gemengde populatie te verkrijgen, zodat elke schoolbevolking een afspiegeling van de wijkbevolking is. Voorlichting en intercultureel werken Op dit moment maken we nog steeds geld vrij als onderwijs aangeeft dat in bepaalde wijken expliciet behoefte is aan voorlichting. Ook ondersteunen we interculturalisatie en integratie door de scholen te stimuleren wereldschool te worden. Hierbij staat interculturele ontmoeting centraal. Ouderinitiatieven Vanaf vorig jaar is in Kruiskamp/Koppel een ouderinitiatief ontstaan om autochtone ouders te motiveren hun kinderen naar de basisschool in die wijk te laten gaan. Inmiddels bestaat er de stichting Kleurrijk Amersfoort. Er is goed contact met de initiatiefneemster. Daar waar dit mogelijk is, ondersteunt de gemeente dit initiatief. Bijvoorbeeld de wethouder bezoekt bijeenkomsten of betrekt een vertegenwoordigster van het ouderinitiatief bij overleg met het onderwijs. De raad heeft aangegeven ouderinitiatieven in Amersfoort te ondersteunen en hiervoor € 20.000 vrij te maken in 2007. We voeren overleg met de stichting om te komen tot een plan voor de inzet van de beschikbare middelen voor Amersfoort. 3.3.5 Verplicht overleg Wettelijke verplichting De gemeente is volgens de wet verplicht om overleg met schoolbesturen te organiseren over het bevorderen van integratie, tegengaan van segregatie en onderwijsachterstandenbeleid. In het VO over de inzet van de extra achterstandsmiddelen van de scholen. Er zijn geen voorwaarden of aanwijzingen verbonden aan deze plicht. Verplicht overleg is geen verplichting Deze verplichting is voor Amersfoort absoluut geen verplichting maar heel normaal. Het doel van het overleg dat we voeren is afstemming en samenhang en moet zo nodig leiden tot heldere afspraken. Over de hiervoor genoemde onderwerpen vindt zonder meer al regelmatig overleg plaats tussen gemeente en de schoolbesturen. Zo komen de onderwerpen bijvoorbeeld terug in het overleg tussen wethouder en primair onderwijs (Lokale Overleg Primair Onderwijs - LOPO) Deelonderwerpen als bijvoorbeeld de voor- en vroegschoolse educatie worden intensief besproken met betrokkenen,. Het resultaat hiervan is dat heldere afspraken worden gemaakt die we vastleggen in een convenant. Sterker nog daar waar nodig richten we een overlegreeks in, zoals het intensieve proces dat doorlopen is rond de lokale educatieve agenda en dat geleid heeft tot dit actieplan. De onderwerpen van dit actieplan zijn in overleg met het veld vastgesteld en verder ingevuld en hebben bij de uitwerking dan ook draagvlak. Ook de verdere deeluitwerking per onderdeel naar bijvoorbeeld een plan van aanpak of convenant met duidelijke afspraken doen we in samenwerking met de onderwijspartners en andere betrokkenen. De onderwerpen in het actieplan dekken de onderwerpen waarover verplicht overleg gevoerd moet worden. FINANCIËN
Bijgevoegd is een uitgebreide begroting met een samenvatting met totalen per thema. Hierbij is het nummer opgenomen van de paragraaf waarin het desbetreffende thema behandeld wordt.
VERVOLG Na instemming met het actieprogramma; actie op de uitval worden de acties verder uitgewerkt.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 20
BETROKKEN PARTIJEN Het actieprogramma “Actie op de Uitval”is de uitwerking van een reeks bijeenkomsten onder de noemer Lokale educatieve agenda. Bij deze bijeenkosten was het gehele onderwijsveld en andere belanghebbende instellingen betrokken. In deze bijeenkomsten hebben we de onderwerpen en hun prioriteit bepaald en deze verder in subgroepen van inhoud voorzien. De gedetailleerde uitwerking vindt in vrijwel alle gevallen ook weer plaats met betrokken instellingen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - begroting met samenvatting - projectenlijst
2338057Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2338057
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 februari 2007, sector WSO/MO (nr.2338057); b e s l u i t:
1. in te stemmen met het actiekader van Actie op de uitval; 2. in te stemmen met het actieprogramma van Actie op de uitval.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007 de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2331065 : 6 maart 2007 : HB-3
TITEL Vaststelling bestemmingsplan "Groot Weede 2007"
BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met de bij dit raadsvoorstel behorende reactienota en de zienswijze ongegrond te verklaren; 2. in te stemmen met de ambtshalve aanpassingen; 3. het bestemmingsplan “Groot Weede 2007” gewijzigd vast te stellen.
AANLEIDING Het ontwerp-bestemmingsplan heeft overeenkomstig artikel 23 WRO ter inzage gelegen van 14 december 2006 t/m 24 januari 2007. Gedurende genoemde termijn is 1 zienswijze ingediend. In bijgaande van dit voorstel deel uitmakende reactienota is de zienswijze behandeld. Het plan moet ingevolge artikel 25 WRO voor 25 mei 2007 door de gemeenteraad worden vastgesteld.
BEOOGD EFFECT Het bereiken van een actueel planologisch kader voor bestaande en gewenste ontwikkelingen voor het plangebied van het bestemmingsplan “Groot Weede 2007”. Als ambtshalve aanpassingen zijn opgenomen het aangepaste bouwblok voor het perceel Hamseweg 74 op basis van een in procedure zijnde aanvraag om bouwvergunning en het toevoegen van bebouwingsvoorschriften voor overkappingen voor de voorgevel (artikel 5, lid 3, onder b) die op de plankaart zijn aangegeven met een arcering.
ARGUMENTEN 1.1 Toepassen standaard planmethodiek De standaard planmethodiek die is ontwikkeld voor bestemmingsplannen moet op zoveel mogelijk plannen worden toegepast. 1.2 Bevorderen ecologische verbinding Enkele aanpassing op het nu nog vigerende bestemmingsplan zijn noodzakelijk om de ecologische verbinding tussen Park Schothorst en Buitengebied West te bevorderen.
FINANCIËN De vaststelling van het bestemmingsplan “Groot Weede 2007” heeft geen financiële consequenties voor de gemeente.
VERVOLG Na vaststelling van het bestemmingsplan zal het plan ter goedkeuring worden voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van Utrecht.
BETROKKEN PARTIJEN Het voorontwerp-bestemmingsplan heeft gedurende 6 weken voor een ieder ter inzage gelegen. Daarnaast is het plan ter beoordeling opgestuurd naar de overlegpartners van de gemeente. Kortheidshalve wordt voor de resultaten van de inspraak en het vooroverleg verwezen naar de toelichting van het bestemmingsplan (hoofdstuk 4 Uitvoerbaarheid van het plan). Inlichtingen bij:
N.J.M. Ludeking, SOB/RO, 033 - 469 45 87
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2331065 pagina 2
Na de inspraakprocedure is het bestemmingsplan ter advisering voorgelegd aan de Provinciale Planologische Commissie. Ook dit resultaat is terug te vinden in de toelichting van het bestemmingsplan. Tot slot heeft het ontwerp-bestemmingsplan voor eenieder gedurende 6 weken ter visie gelegen met de mogelijkheid tot het indienen van zienswijzen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp raadsbesluit - reactienota ontwerp-bestemmingsplan "Groot Weede 2006" (nr. 2329364) ter inzage
- ontwerp-bestemmingsplan "Groot Weede 2006"
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2331065
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 6 maart 2007, sector SOB/RO (nr.2331065); gelet op artikel 10 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; b e s l u i t:
1. in te stemmen met de bij dit raadsvoorstel behorende reactienota en de zienswijze ongegrond te verklaren; 2. in te stemmen met de ambtshalve aanpassingen; 3. het bestemmingsplan “Groot Weede 2007” gewijzigd vast te stellen
Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2336719 : 13 maart 2007 : HB-4.
TITEL Vrijstelling 19.1 WRO uitbreiden woningen\winkel Langestraat 27\Scherbierstraat 1-3
BESLISPUNTEN 1. De vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO op te starten, voor het vergroten van de winkelruimte en het realiseren van extra bovenwoning voor het perceel Langestraat 27 /Scherbierstraat 1-3; 2. Te verklaren dat een herziening van het stadsvernieuwingsplan ‘Kern’ wordt voorbereid voor het perceel Langestraat 27/ Scherbierstraat 1-3, zoals ook aangeduid op het bijbehorende kaartje en dat het besluit in werking treedt de dag volgend op die waarop het bekend gemaakt wordt.
AANLEIDING Op 6 september 2006 is door de heer T. Ossentjuk vergunning gevraagd voor het uitbreiden van de winkel Langestraat 27 en het realiseren van een extra bovenwoning. Het bouwplan ziet op het uitbreiden van de winkelruimte op de begane grond. Daarboven bevinden zich reeds twee appartementen onder de nieuw te bouwen kap zal een extra appartement gerealiseerd worden. Het bouwplan past niet in het vigerende stadsvernieuwingsplan en houdt daarom impliciet een verzoek om vrijstelling in. Het bouwplan is getoetst aan de stedenbouwkundige randvoorwaarden en milieuregelgeving (zie bijlage ‘toetsing bouwplan’). Op basis daarvan heeft ons college besloten in te stemmen met dit vrijstellingsvoorstel. Omdat het perceel is gesitueerd in een (rijks) beschermd stadsgezicht, kan alleen worden meegewerkt met een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO. Hierin is bepaald dat de gemeenteraad het bevoegde orgaan is om de in dat artikel geregelde vrijstellingsprocedure te initiëren. Omdat het bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar dient de raad bovendien te besluiten dat een herziening van het bestemmingsplan wordt voorbereid. Wij stellen u dan ook voor te beslissen over dit vrijstellingsverzoek en het voorbereidingsbesluit.
BEOOGD EFFECT Dit besluit dient om het vergroten van de winkelruimte en het realiseren van extra bovenwoning voor het perceel Langestraat 27 /Scherbierstraat 1-3 mogelijk te maken.
ARGUMENTEN 1.1 Het bouwplan past nagenoeg geheel in het bestemmingsplan De nieuwbouw/herbouw past voor het grootste deel binnen de bouwvoorschriften van het bestemmingsplan. De afwijking wordt veroorzaakt door het plaatsen van een kap op de verdieping waaronder een nieuw appartement zal worden gerealiseerd en het dichtbouwen van de patio. Deze afwijking is uit stedenbouwkundig- en welstandsoogpunt aanvaardbaar bevonden. 1.2 Het project past binnen de doelstelling om meer wonen boven winkels mogelijk te maken Door dit bouwplan wordt een wooneenheid toegevoegd aan het woningbestand van de Amersfoortse binnenstad. Dit komt de stedelijke vitaliteit en de sociale veiligheid ten goede. Door het realiseren van de kap ten behoeve van het extra appartement wordt de maximaal toegestane bouwhoogte overschreden. 1.3 Het vergroten van het winkeloppervlak komt de winkelfunctie ten goede Het kleine binnenterrein (zonder echte functie) achter het bestaande gebouw wordt bebouwd en betrokken bij de bestaande winkelruimte. Met de vergroting is een gunstigere indeling van de winkel mogelijk. Hierdoor kan de winkelfunctie beter vervuld worden. Inlichtingen bij:
mw mr W. Verbeek, SOB/RO, (033) 469 44 92
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
KANTTEKENINGEN 1.1 de parkeerbehoefte neemt iets toe door het extra appartement De parkeerbehoefte neemt met 0,2 parkeerplaats toe. Het is niet mogelijk om parkeren op eigen terrein te realiseren. Het bouwplan is akkoord met dien verstande dat de toekomstige bewoner niet in aanmerking komt voor een parkeervergunning. 1.2 Het bouwvolume neemt toe Ten opzichte van de bestaande bebouwing is er sprake van een toename in het bouwvolume. Vanuit het openbaar gebied is de vergroting (beperkt) zichtbaar. De welstandscommissie en de stedenbouwkundige adviseurs stellen dat het bouwplan past binnen de gestelde randvoorwaarden en dat het bouwvolume hiermee past in de binnenstad.
FINANCIËN De kosten voor de vrijstellingsprocedure bedragen op grond van de Legesverordening 2006 6300 euro. Het bouwplan zelf betreft een particulier initiatief.
VERVOLG Nadat u hebt besloten tot het verlenen van medewerking aan de vrijstellingsprocedure, leggen wij het vrijstellingsverzoek en de bijbehorende stukken voor een iedere gedurende zes weken ter visie. Wanneer er geen zienswijzen worden ontvangen vragen wij Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht om te verklaren dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Na het ontvangen van de verklaring van geen bezwaar kan ons college vrijstelling verlenen. Hiertegen is ingevolge de Algemene wet bestuursrecht bezwaar en beroep mogelijk.
BETROKKEN PARTIJEN Ons college heeft in het kader van deze vrijstellingsprocedure besloten af te zien van een voorbereidende inspraakronde, zoals opgenomen in de Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003, alvorens dit voorstel aan de gemeenteraad voor te leggen. Naar ons oordeel zijn er gelet op het voorliggende plan mede gelet op de beperkte afwijking van het vigerende stadsvernieuwingsplan niet zodanige belangen bij dit besluit betrokken dat het nodig is voorafgaand aan de termijn van zienswijzen het voorgenomen besluit aan inspraak te onderwerpen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - toetsing vrijstellingsverzoek bouwplan Langestraat 27 / Scherbierstraat 1-3
2336719
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2336719
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart 2007, sector SOB/RO (nr.2336719); gelet op artikel 19 lid 1 Wet op de Ruimtelijke Ordening; b e s l u i t:
1. de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO op te starten, voor het vergroten van de winkelruimte en het realiseren van extra bovenwoning voor het perceel Langestraat 27 /Scherbierstraat 1-3; 2. te verklaren dat een herziening van het stadsvernieuwingsplan ‘Kern’ wordt voorbereid voor het perceel Langestraat 27/ Scherbierstraat 1-3, zoals ook aangeduid op het bijbehorende kaartje en dat het besluit in werking treedt de dag volgend op die waarop het bekend gemaakt wordt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007. de griffier
de voorzitter
2336719
Gemeente Amersfoort
Bijlage: Toetsing vrijstellingsverzoek bouwplan Langestraat 27/ Scherbierstraat 1-3 Aanvraag Het verzoek betreft een vrijstelling van het bestemmingsplan voor het vergroten van de winkelruimte en het toevoegen van een extra appartement. Wettelijk kader van de vrijstelling In artikel 19, lid 1 WRO staat dat de gemeenteraad ten behoeve van de verwezenlijking van een project vrijstelling kan verlenen van het geldende bestemmingsplan, mits het project is voorzien van een goede ruimtelijke onderbouwing en vooraf van Gedeputeerde Staten een verklaring van geen bezwaar is ontvangen. Onder een goede ruimtelijke onderbouwing wordt bij voorkeur een gemeentelijk of intergemeentelijk structuurplan verstaan. Indien er geen structuurplan is of wordt opgesteld, wordt bij de ruimtelijke onderbouwing in elk geval ingegaan op de relatie met het ter plaatse geldende bestemmingsplan, dan wel wordt er gemotiveerd waarom het te realiseren project past binnen de toekomstige bestemming van het betreffende gebied. Bestemmingsplan Ter plaatse geldt het stadsvernieuwingsplan ‘Kern’ dat is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van de provincie Utrecht op 16 februari 1988. Op het perceel rusten de bestemmingen ‘detailhandel’ waarbij wonen op de verdieping is toegestaan en de bestemming ‘erven’. Uit artikel 10 juncto 40 en 41 van het stadsvernieuwingsplan en het bijbehorende stratenboek volgt dat de toegestane hoogte 8 meter mag bedragen. Het bouwplan voorziet in een hoogte van 13,40 meter. De binnenplanse vrijstellingen bieden geen soelaas. Verder wordt het gehele erf volgebouwd ten dienste van de winkelfunctie. Ook hierin voorziet het bestemmingsplan niet. Artikel 30 ev. geven aan dat op de bestemming ‘erven’ slechts andere bouwwerken en niet voor bewoning bestemde gebouwen mogen worden gebouwd met dien verstande dat maximaal 50% bebouwd mag worden met een maximum van 45 m2 meter. Door het gehele erf vol te bouwen kan niet aan deze bepalingen worden voldaan. Door middel van een vrijstelling ex artikel 19 lid 1 WRO kan aan dit verzoek alsnog medewerking worden verleend. Stedenbouw Stedenbouwkundig is er geen bezwaar tegen het winkel- en woongebouw op deze locatie. Voor het grootste deel past het bouwplan binnen de voorschriften van het vigerende stadsvernieuwingsplan. Het bouwplan voegt zich op een vanzelfsprekende manier in de karakteristieke structuur van de naastliggende panden in de Langestraat. Hierbij staat centraal het algemene uitgangspunt van de gewenste stedelijke vitaliteit, sociale veiligheid en goede inpassing in het architectonische beeld van de omgeving. Het is vooral de samenhang van deze drie elementen die dit plan kwaliteit geeft en daarmee leidt tot een positieve beoordeling. Welstand en Monumentenzorg De welstandscommissie heeft het bouwplan op 27 september 2006 aanvaardbaar geacht. De monumentencommissie heeft zich op 14 september het plan aanvaardbaar geacht. Wet Geluidhinder Het gehele gebied binnen de Stadsring is 30kilometerzone. De Wet Geluidhinder is daarop niet van toepassing. De standaard Bouwbesluiteis ten aanzien van de geluidwering is voldoende gelet op de zeer beperkte verkeerintensiteit van de Langestraat en Scherbierstraat. Besluit Luchtkwaliteit 2005 Gesteld kan worden dat het bouwplan geen overschrijdingen van de grenswaarden voor de jaargemiddelde concentraties NO2 en fijnstof oplevert. Er wordt voldaan aan de normen in het Besluit Luchtkwaliteit 2005. Beide straten zijn geen straten met een sterke aantrekkende werking voor gemotoriseerd verkeer.
2336719
Gemeente Amersfoort
De achtergrondconcentratie in ug/m3 bedragen ter plekke: NO2 PM10 in 2007 24,9 28,3 in 2010 22,7 27,3 in 2015 19,8 26,3 Omdat gemotoriseerd verkeer vrijwel ontbreekt in zowel de Langestraat als de Scherbierstraat zal de werkelijke concentratie dichtbij deze achtergrondconcentraties liggen en zal 1 appartement daar geen bijdrage van enige betekenis aanleveren. Omdat de grenswaarde voor de jaargemiddelde concentratie voor beide stoffen 40 ug/m3 bedraagt en voor het 24-uursgemiddelde voor PM10 overeenkomt met een jaargemiddelde van 32,4 ug/m3 en de afstand tot deze grenswaarden nog zo groot is zullen gedetailleerde berekeningen op basis van nauwkeurige verkeerscijfers niet leiden tot overschrijding van de grenswaarden voor de luchtkwaliteit. Watertoets Het bebouwde oppervlak neemt dusdanig beperkt toe dat een Watertoets achterwege blijft. Bodemtoets Het betreft een aanvraag bouwvergunning 1e fase. Deze toets zal plaatsvinden bij de bouwvergunning 2e fase. Parkeren De parkeerbehoefte neemt met 0,2 parkeerplaats toe. Het is niet mogelijk om parkeren op eigen terrein te realiseren. Het bouwplan is akkoord met dien verstande dat de toekomstige bewoner niet in aanmerking komt voor een parkeervergunning. Communicatie Gelet op het voorliggende plan zijn mede gelet op de beperkte afwijking van het vigerende stadsvernieuwingsplan niet zodanige belangen bij dit besluit betrokken dat het nodig is voorafgaand aan de termijn van zienswijzen het voorgenomen besluit aan inspraak te onderwerpen. De resterende procedure biedt afdoende rechtszekerheid en mogelijkheden voor derden om te reageren. Toekomstige Ontwikkeling Er zijn geen ontwikkelingen die in dit kader relevant zijn. Conclusie Het ontvangen bouwplan is voldoende ruimtelijk onderbouwd. Gelet op het vorenstaande kan worden meegewerkt aan het voorliggende plan.
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder G. Eerdmans
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2336420 : 13 maart 2007 : HB-5
TITEL Goedkeuring Jaarstukken Onderwijsgroep Amersfoort
BESLISPUNTEN Voorgesteld wordt om in te stemmen met de jaarrekening 2005 en om de begroting 2007 van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort goed te keuren.
AANLEIDING De Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) schrijft in artikel 42b voor dat het bestuur van een stichting voor openbaar voortgezet onderwijs de jaarrekening en de begroting niet eerder kan vaststellen, dan nadat de gemeenteraad met de jaarrekening heeft ingestemd en de begroting heeft goedgekeurd. Het bestuur van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort heeft de jaarrekening 2005 ter instemming en de begroting 2007 ter goedkeuring ingediend.
BEOOGD EFFECT Het instemmen met de jaarrekening en het goedkeuren van de begroting geeft de gemeenteraad de mogelijkheid om een oordeel te vellen over de continuïteit van het openbaar voortgezet onderwijs.
ARGUMENTEN De liquiditeit en solvabiliteit van de Onderwijsgroep Amersfoort is ruim voldoende. Het aantal leerlingen is met 157 gestegen van 3.380 naar 3.537 leerlingen. Het marktaandeel openbaar onderwijs is iets gestegen tot 31,1% in 2005. Een flink deel van de stijging wordt verklaard door de opstart van het Vathorst College De jaarrekening 2005 van de stichting sluit met een voordelig saldo van € 213.000,-. De jaarrekening is voorzien van een accountantsverklaring. Van het resultaat is € 6.000,- toegevoegd aan de algemene reserve en € 207.000 aan de bestemmingsreserves van de betrokken scholen. Het voordelig saldo over 2004 bedroeg € 288.000,-. Het eigen vermogen van de stichting bedraagt ultimo 2005 € 4.759.000,-. Ten opzichte van 2004 is dat een vermeerdering van € 213.000,-. Deze vermeerdering komt door de toevoeging van het resultaat 2005. De stichting dient uit te komen met de rijksvergoedingen en de eigen inkomsten. Er is geen subsidierelatie met de gemeente Amersfoort voor de exploitatie van het openbaar voortgezet onderwijs. Uit de begroting 2007 blijkt dat alle scholen een sluitende exploitatie kennen. De Raad van Toezicht van de stichting heeft als spelregel dat, indien er een beroep gedaan wordt op de reserve om een schoolbegroting sluitend te maken, er in meerjarenperspectief maatregelen getroffen worden om de begroting sluitend te maken. Het resultaat van deze maatregelen wordt vervolgens verwerkt in de begroting voor het jaar daarop. Per saldo blijkt uit de ingediende jaarrekening 2005 en de begroting 2007 dat de liquiditeit en solvabiliteit van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort ruim voldoende is
KANTTEKENINGEN] Niet van toepassing
FINANCIËN Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de gemeente. Inlichtingen bij:
J. Malenstein, WSO/MO, (033) 469 47 00
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
VERVOLG Niet van toepassing
BETROKKEN PARTIJEN Niet van toepassing
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit
2336420Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2336420
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart 2007, sector WSO/MO (nr.2336420); b e s l u i t:
1. in te stemmen met de jaarrekening 2005 2. de begroting 2007 van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort goed te keuren.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2327549 : 13 maart 2007 : HB-6.
TITEL Beslissing op bezwaar voorbereidingsbesluit Leusderkwartier BESLISPUNTEN 1. Het bezwaar van mevrouw Brouwer tegen het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het plangebied Leusderkwartier en omgeving ongegrond te verklaren; 2. het hoofd van de afdeling juridische zaken te mandateren de beslissing op bezwaar te ondertekenen.
AANLEIDING Mevrouw Brouwer heeft bezwaar gemaakt tegen uw besluit van 19 september 2006 om een voorbereidingsbesluit te nemen voor het plangebied Leusderkwartier en omgeving. Voor dit gebied wordt een bestemmingsplan voorbereid.
BEOOGD EFFECT Niet van toepassing
ARGUMENTEN 1.1 Er hoeven geen vergunningen te worden verleend die niet in het toekomstige bestemmingsplan passen Het gevolg van een voorbereidingsbesluit is dat aanvragen om bouwvergunningen in principe worden aangehouden. Met een voorbereidingsbesluit voorkomt u dat er vergunningen moeten worden verleend die niet in het toekomstige bestemmingsplan passen. 1.2 De gemeenteraad heeft een grote mate van beleidsvrijheid De rechter toetst voorbereidingsbesluiten zeer terughoudend. Slechts als duidelijk is dat de invulling van het gebied waarvoor een bestemmingsplan wordt gemaakt onaanvaardbaar is kunt u geen voorbereidingsbesluit nemen. Wij zijn van mening dat hiervan geen sprake is. Het gaat om een bestemmingsplan waarin allerlei functies zullen worden opgenomen, zoals wonen, verkeer, groen enzovoort. Het nemen van een voorbereidingsbesluit is een normale gang van zaken als er een nieuw bestemmingsplan wordt gemaakt. 1.3 het algemeen belang weegt in dit geval zwaarder dan het individuele belang Het belang van mevrouw Brouwer is dat als zij een bouwaanvraag indient zij, zonder voorbereidingsbesluit, direct een bouwvergunning kan krijgen. Wij zijn van mening dat het algemeen belang om geen bouwvergunningen te hoeven verlenen die niet in het toekomstige bestemmingsplan passen, zwaarder weegt.
KANTTEKENINGEN ---
FINANCIËN ---
Inlichtingen bij:
mr. L. Kevelam-Groen, DIA/FJD, (033) 469 47 92
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2327549 pagina 2
VERVOLG Misschien beroep bij de rechtbank
BETROKKEN PARTIJEN --Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit Ter inzage
- beslissing op bezwaar - B&W besluit
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2327549
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 9 februari 2007, sector DIA/FJD (nr.2327549); b e s l u i t:
1. het bezwaar van mevrouw Brouwer tegen het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het plangebied Leusderkwartier en omgeving ongegrond te verklaren; 2. het hoofd van de afdeling juridische zaken te mandateren de beslissing op bezwaar te ondertekenen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007. de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL Van Aan Portefeuillehouder
: Presidium : Gemeenteraad : ---
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2361981 : 13 maart 2007 : HB-7.
TITEL Benoeming tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad
BESLISPUNTEN Een tweede plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad te benoemen.
AANLEIDING Bij afwezigheid of niet-beschikbaarheid van de plv voorzitter en tegelijkertijd afwezigheid of optreden van de burgemeester als portefeuillehouder, mist de raad een aangewezen tweede plaatsvervangend voorzitter.
BEOOGD EFFECT Het voorkomen van problemen bij gezamenlijke afwezigheid of niet-beschikbaarheid van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad.
ARGUMENTEN 1. Er kunnen zich situaties voordoen dat het verstandig is over een tweede plaatsvervanger te beschikken. 2.De raad beschikt over een gekwalificeerde kandidaat Voor de benoeming van de huidige plaatsvervangende voorzitter, mevrouw Imming, zijn criteria gesteld en hebben de fracties de gelegenheid gehad kandidaten voor te dragen. De raad beschikt over een gekwalificeerde kandidaat in de persoon van mevrouw Barendregt, die gedurende de vorige raadsperiode plaatsvervangend voorzitter van de raad was. Zij voldoet aan de door de raad gestelde criteria. 3. Mevrouw Imming behoort tot een coalitiepartij. Mevrouw Barendregt is lid van een oppositiepartij. Evenwicht bij het verdelen van functies is van belang. 4. Mevrouw Barendregt is bereid als tweede plaatsvervangend voorzitter van de raad op te treden.
KANTTEKENINGEN 1. De voorgestelde kandidaat neemt geen zitting in het presidium Dit is geen probleem. Ze zal alleen bij uitzondering het voorzitterschap waarnemen en is heel goed in staat dit te doen ook zonder bij de voorbereiding te zijn betrokken.
Het Presidium, de griffier,
de voorzitter,
mr A.M. van Omme
F.G. Imming
Bijlagen
- geen
Inlichtingen bij:
J. Kemink, GRF, (033) 469 42 24
Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.
De raad van de gemeente Amersfoort, op basis van het voorstel van het Presidium van 13 maart 2007, GRF (nr.2361981);
besluit
M.C. Barendregt als tweede plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad te benoemen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 27 maart 2007, de griffier,
de voorzitter,
2361981
MOTIE Weekendschool Petje Af Amersfoort, 27 maart 2007 De raad van de gemeente Amersfoort; Overwegende dat: De gemeente Amersfoort in het kader van Operatie Amersfoort Jong–Jeugd op School de verantwoordelijkheid voelt om maatschappelijke achterstanden van jongeren te voorkomen en te bestrijden; De gemeente Amersfoort vanuit Operatie Amersfoort Jong tevens aangeeft de ambitie te hebben bij te dragen aan talentontwikkeling van de jeugd; Weekendschool Petje Af in het weekend praktijkonderwijs biedt aan jongeren uit achterstandswijken en hiermee een belangrijke bijdrage levert aan de ontwikkeling van deze jongeren, de betrokkenheid van hun ouders en de sociale cohesie in de wijk; Weekendschool Petje af in januari 2007 in Randenbroek gestart is met een pilot die tot juli 2007 duurt en de basis zal vormen voor het vervolgtraject; Amersfoortse schoolbesturen (o.a. Meridiaancollege, PCL Eemland, Meerkring, Stichting Speciaal Onderwijs Amersfoort, PCBO) bij de gemeente hebben aangegeven interesse te hebben in het concept Weekendschool; Er afgesproken is dat deze schoolbesturen de resultaten van de pilot van Petje Af afwachten en Petje Af op 31 mei een ondernemingsplan aan hen presenteert met daarin o.a. meegenomen: verbreding naar andere scholen, structuur voor lange termijn, financiën/sponsoring & menskracht; Petje Af inmiddels tevens contact heeft gezocht met de IMC Weekendschool om ervaringen uit te wisselen; De afronding van de pilot echter in gevaar is gekomen door de huidige nijpende financiële situatie van Petje Af; Hierdoor ook het Amersfoort brede(re) vervolgtraject van de Weekendschool in de knel komt; Verzoekt het college: Om, naast de nog door Petje Af te realiseren commerciële sponsoring van 50% van de resterende pilotkosten, namens de gemeente Amersfoort de andere 50% à 7500,-- euro ten behoeve van de pilotafronding ter beschikking te stellen aan Petje Af.; De dekking voor dit bedrag te vinden binnen Operatie Amersfoort Jong. Datum, 27 maart 2007 VVD, Daniëlle van Wijngaarden
Motie Weekendschool Petje Af
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 27 maart 2007 19:00
Algemeen armoedebeleid: minimabeleid + evaluatie schuld-hulpverlening 2007 + evaluatie Stadsring 51 Informatie ARRAY(0x23.Structuurvisie Park Randen-broek e.o. (voortzetting De Ronde 13-3-2007) Voorbereiding besluit
Motie Weekendschool Petje Af
Algemeen armoedebeleid: minimabeleid + evaluatie schuld-hulpverlening 2007 + evaluatie Stadsring 51 Informatie Reg.nr.: 2356763 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Van Herk Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: Van Herk Samenvatting: Enkele fracties hebben verzocht om het onderwerp minimabeleid in brede zin te bespreken. In de begroting 2007 (programma 10) worden bij het minimabeleid de volgende onderwerpen benoemd: bijzondere bijstand, regeling Sociale Participatie, Amersfoort Plustoeslag (65+), Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering voor minima, kwijtschelding gemeentelijke belastingen, langdurigheidstoeslag, schuldhulpverlening, premiebeleid. Ter voorbereidingen hierop kunnen de volgende beleidsstukken dienen: - RIB 2007 nr. 10 : Rapportage onderzoeken Minimabeleid - RIB 2007 nr. 29 : Evaluatie schuldhulpverlening 2006/Beleid 2007 (o.a. Stadsring 51) De wethouder zal tevens ingaan op vragen die in De Ronde van 13 februari zijn gesteld maar die nog niet beantwoord zijn. Reden van aanbieding: In De Ronde van 13 februari is gevraagd om het onderwerp minimabeleid in brede zin aan de orde te stellen. College en fracties kunnen hier met elkaar over spreken en hierover informatie uitwisselen. Van de raad wordt gevraagd: Kennis te nemen van de informatie Vervolgtraject: Afhankelijk van de uitkomsten van De Ronde. Doel activiteit: Informatie uitwisselen Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=171661 : Evaluatie testfase schuldhulpverlening 2006 en beleid 2007 (/smartsite.shtml?id=171644) : /smartsite.shtml?id=169613 : /smartsite.shtml?id=170456 Raadsinformatiebrief 2007 nr. 10 (pdf) Besluitenlijst De Ronde 13-2-2007 (pdf) Raadsinformatiebrief 2007 nr 29 (pdf)
Motie Weekendschool Petje Af
ARRAY(0x23.Structuurvisie Park Randen-broek e.o. (voortzetting De Ronde 13-3-2007) Voorbereiding besluit Reg.nr.: 2361355 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Duijzer (033 469 48 08) Portefeuillehouder: Van Daalen, Hekman /Luchtenveld Opsteller: Duijzer Samenvatting: Het voorliggend voorstel heeft betrekking op het gebied Park Randenbroek de ziekenhuislocatie Sint Elisabeth en het Sportfondsenbad. Het raadsvoorstel bevat een drietal beslispunten. Te weten het bouwen van de woningen op de terreinen van het ziekenhuis en het sportfondsenbad, het proces- en participatievoorstel voor de structuurvisie en het vaststellen van de kaders. Reden van aanbieding: De raad is bevoegd tot het vaststellen van de kaders en het doen van richtinggevende uitspraken. Van de raad wordt gevraagd: Het raadsvoorstel Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving te bespreken ter voorbereiding op de vaststelling in de Raad. Vervolgtraject: Nadat het raadsvoorstel in de Ronde is besproken kan het naar de Raad ter vaststelling, waarna het raadsbesluit kan worden uitgevoerd overeenkomstig het voorstel. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=171268 : /smartsite.shtml?id=171613 Reg.nr.: 2348263 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Duijzer (033 469 48 08) Portefeuillehouder: Van Daalen, Hekman /Luchtenveld Opsteller: Duijzer Samenvatting: Het voorliggend voorstel heeft betrekking op het gebied Park Randenbroek de ziekenhuislocatie Sint Elisabeth en het Sportfondsenbad. Het raadsvoorstel bevat een drietal beslispunten. Te weten het bouwen van de woningen op de terreinen van het ziekenhuis en het sportfondsenbad, het proces- en participatievoorstel voor de structuurvisie en het vaststellen van de kaders. Reden van aanbieding: De raad is bevoegd tot het vaststellen van de kaders en het doen van richtinggevende uitspraken. Van de raad wordt gevraagd: Het raadsvoorstel Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving te bespreken ter voorbereiding op de vaststelling in de Raad. Vervolgtraject: Nadat het raadsvoorstel in de Ronde is besproken kan het naar de Raad ter vaststelling, waarna het raadsbesluit kan worden uitgevoerd overeenkomstig het voorstel. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel
Motie Weekendschool Petje Af
Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: Raadsvoorstel (/smartsite.shtml?ch=ter&id=171269) : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2006/Raadsinformatiebrief%202006%20nr%20113%2C%20 tuurvisie%20Park%20Randenbroek%20e.o..pdf : http://www.amersfoort.nl/docs/samenvatting%20reacties%20informatiebijeenkomst%20structuurvisie%20Randenbroek.pdf : Een beekdal in de stad: /smartsite.shtml?ch=ter&id=206749 : http://www.amersfoort.nl/docs/internet/2006/2227269%20Notulen%20Het%20Besluit%2017%20oktober%202006.pdf : http://www.amersfoort.nl/docs/internet/2006/RIB%20nr%208%2C%20ziekenhuislocatie.pdf : http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?ch=ter&id=156491 Verslag Het Besluit 17-10-2006 (pdf) Structuurvisie park randenbroek e.o (pdf) RIB 2006 nr 8 (pdf) nr. 2295829 (pdf) Reactienota Structuurvisie (pdf) RIB 2006 nr 113 (pdf) besluitenlijst (pdf)
http://amersfoort.raadsinformatie.nl/?Commissie=498&Vergadering =5851 besluitenlijst (pdf) notulen (pdf) besluitenlijst (pdf) besluitenlijst (pdf) besluitenlijs (pdf)
http://amersfoort.raadsinformatie.nl/?Commissie=497&Vergadering =5932 besluitenlijst (pdf) besluitenlijst (pdf) besluitenlijst (pdf) verslag (pdf) verslag (pdf) besluitenlijst (pdf)
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2007 NR 10 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder A. Kruyt
Reg.nr. Datum
: 2310927 : 23 januari 2007
TITEL Rapportage onderzoeken minimabeleid
KENNISNEMEN VAN -
De resultaten van de onderzoeken die in 2006 zijn uitgevoerd naar het bereik van de minimaregelingen (O&S) en de minima effectrapportage (Nibud). Het vervolgonderzoek dat wij starten naar bestandskoppelingen en naar de effectiviteit van de minimaregelingen. De start van een experiment met het jeugdsportfonds in de prioriteitswijken. De instelling van een regeling voor financiele steun aan huishoudens met kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar per 1 juli 2007.
AANLEIDING In 2006 zijn twee onderzoeken uitgevoerd: een onderzoek naar het bereik van de gemeentelijke minimaregelingen en een onderzoek naar de effecten van deze regelingen op huishoudens (minima effectrapportage).
KERNBOODSCHAP De uitgevoerde onderzoeken geven aanleiding voor vervolgonderzoek naar bestandskoppelingen en naar de effectiviteit van de minimaregelingen. Dit vervolgonderzoek zal worden uitgevoerd. In het voorjaar 2007 komen wij met een eindvoorstel waarin de resultaten van de vervolgonderzoeken naar de effectiviteit van de minimaregelingen en de bestandskoppelingen inhoudelijk en financieel worden afgewogen. Ook geven de onderzoeken aanleiding tot een tweetal concrete vervolgacties: een experiment met het jeugdsportfonds in de prioriteitswijken en de instelling van een regeling voor financiele steun aan huishoudens met kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Het vervolgonderzoek en de vervolgacties worden toegelicht in de vastgestelde B&W-nota die als bijlage is bijgevoegd.
CONSEQUENTIES -
-
De kosten voor financiele steun aan huishoudens met kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 worden jaar in 2007 gedekt uit de bestemming van het rekeningresultaat 2006. Besluitvorming over een structurele regeling vindt plaats bij de behandeling van de kadernota in juni 2007. Motie 10.1 (passief koppelen van bestanden minimabeleid) en 10.3 (uitbreideng SOPA naar sporten die niet in clubverband plaatsvinden) zijn hiermee afgehandeld.
BETROKKEN PARTIJEN Bij het vervolgonderzoek naar de effectiviteit van de minimaregelingen worden onder meer intermediaire organisaties en de doelgroep zelf betrokken.
Inlichtingen bij:
M. van Berkum, WSO/SZ, (033) 469 44 97
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2310927
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
-x
Gemeente Amersfoort
B&W-Nota
Sector
:
Opsteller
:
Telefoon
:
User-id
:
WSO M.I.M. van Berkum (033) 469 44 97 BERZ
-1-
Reg.nr. :
2284426
Datum
19 december 2006
:
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
Onderwerp
Rapportage onderzoeken minimaregelingen
Voorstel:
1. Kennis te nemen van het onderzoek naar het bereik van de minimaregelingen (uitgevoerd door Onderzoek & Statistiek) en de minima effectrapportage (onderzoek Nibud naar de invloed van gemeentelijke minimaregelingen op de financiële positie van minima). 2. Op basis van de resultaten van het onderzoek naar het bereik van de minimaregelingen een vervolgonderzoek te starten naar bestandskoppelingen. 3. Een vervolgonderzoek te starten onder intermediaire organisaties en de doelgroep naar de effectiviteit van de minimaregelingen (de bijdrage aan het bevorderen participatie en voorkomen isolement). 4. Een experiment te starten met het jeugdsportfonds in de prioriteitswijken. 5. Gelet op de aanbeveling in de minima effectrapportage per 1 juli 2007 een regeling voor financiële steun aan minima met kinderen in de leeftijd van 12 - 18 jaar in te stellen, met de intentie om tot een structurele regeling te komen. 6. De kosten punt 5 te dekken uit de bestemming van het rekeningresultaat 2006 en bij de behandeling van de kadernota in juni 2007 een besluit te nemen over een structurele regeling. 7. In het voorjaar 2007 met een eindvoorstel te komen waarin de resultaten van het vervolgonderzoek naar de effectiviteit en het vervolgonderzoek naar de bestandskoppelingen inhoudelijk en financieel worden afgewogen. Hierbij worden betrokken de afweging voor het optrekken van inkomensgrenzen van de minimaregelingen, de structurele kosten van een regeling voor steun aan minima met kinderen in de leeftijd van 12 - 18 jaar en het experiment jeugdsportfonds. 8. Motie 10.1 en 10.3 (begrotingsbehandeling november 2006) hiermee als afgehandeld te beschouwen.
1. Inleiding In 2006 zijn in opdracht van Sociale Zekerheid (SZ) twee onderzoeken uitgevoerd: een onderzoek naar het bereik van de gemeentelijke minimaregelingen en een onderzoek naar de effecten van deze regelingen op huishoudens (minima effectrapportage). De gemeentelijke minimaregelingen vormen met beleid schuldhulpverlening het minimabeleid van de gemeente Amersfoort. Doelstelling van het minimabeleid is het voorkomen van isolement en het bevorderen van participatie. Naast de minimaregelingen hebben we in Amersfoort het premiebeleid (onder andere premie bij het vinden van regulier werk). Het beleid werk & inkomen in zijn geheel zien wij dan ook tevens als activerend minimabeleid. In deze nota gaat het specifiek om de minimaregelingen: • Bijzondere bijstand (wettelijke regeling, gemeentelijke invulling) • Langdurigheidstoeslag (wettelijke regeling, gemeentelijke invulling) • Regeling sociale participatie • Amersfoort plus regeling • Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen • Collectieve ziektekostenverzekering voor minima. Primair leveren de regelingen een marginale verbetering van de inkomenspositie van minima. Ook voor deze regelingen geldt de doelstelling: het voorkomen van isolement en het bevorderen van participatie, echter niet direct maar indirect: door het verstrekken van geld. De regeling sociale participatie is wat directer gekoppeld aan de doelstelling.
-2-
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
Beide onderzoeken behoren tot de eerste fase van onze oriëntatie op de effectiviteit van deze minimaregelingen. In deze notitie vatten wij de resultaten van beide onderzoeken samen en gaan in op de aanbevelingen (paragraaf 2 en 3) In tweede fase (begin 2007) willen wij de aanbevelingen uit de onderzoeken verder oppakken. Dit komt neer op • het uitwerken van verdergaande bestandskoppelingen en het maken van een afweging voor het optrekken van de inkomensgrenzen van de minimaregelingen; • het verder ingaan op de effectiviteit van de minimaregelingen. We willen de resultaten en aanbevelingen van de minima effectrapportage in een breder kader plaatsen: de bijdrage die de minimaregelingen leveren aan het voorkomen van sociaal isolement en het bevorderen van participatie. Hoe activerend zijn de minimaregelingen? Hierbij willen we de doelgroep en de intermediaire organisaties in de stad betrekken. Twee concrete punten willen we direct invullen: • in het kader de effectiviteit van de minimaregelingen starten we een experiment met het jeugdsportfonds in prioriteitswijken (paragraaf 4 van deze notitie); • een regeling voor financiële steun aan minima met kinderen in de leeftijd van 12 - 18 jaar met ingang van 01 juli 2007 starten (aanbeveling in de minima effectrapportage) (paragraaf 5 van deze notitie). 2. Onderzoek naar het bereik van de minimaregelingen (onderzoek uitgevoerd door Onderzoek & Statistiek, gemeente Amersfoort) 2.1 Aanleiding en onderzoeksvraag Aanleiding tot dit onderzoek was de behoefte aan nulmetingen van het bereik van de regelingen en van de effecten van de inzet van communicatiemiddelen. Onderzoeksvraag is: hoe groot is de bekendheid van de regelingen voor minima onder de doelgroep en hoe effectief zijn de verschillende communicatiemiddelen die worden ingezet om de doelgroep te bereiken? 2.2 Resultaten De resultaten zijn als volgt. • De regeling kwijtschelding belastingen bereikt zo goed als 100% van de minima met een inkomen tot 100% van het minimuminkomensniveau door koppeling van bestanden van de belastingdienst aan het bestand gemeentelijke kwijtscheldingen. • De Amersfoort plus regeling heeft een zeer hoog bereik. • Het bereik van de overige regelingen is zeer laag, met name onder niet WWB-cliënten.
Regeling
Bijzondere bijstand*1) Witgoedregeling (binnen de bijzondere bijstand)*1) Langdurigheidstoeslag*2) Regeling sociale participatie Amersfoort 65 plus Kwijtschelding belastingen Collectieve ziektekostenverzekering (110% minimuminkomen
Aantal huishoudens in Bereik / gebruik Amersfoort dat op grond van het van de regeling inkomen in aanmerking komt 5.500 36% 5.500 5% 1.650 4.500 1.400 4.500 5.500
*1) geen collectieve regeling, men komt in aanmerking bij bijzondere individuele omstandigheden *2) zal toenemen omdat de regeling is verruimd.
-3-
51% 32% 97% 100% 62%
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
2.3 Aanbevelingen De belangrijkste aanbevelingen zijn: • Koppeling van de overige minimaregelingen aan het bestand van de regeling kwijtschelding gemeentelijke belastingen, waarmee indirect een koppeling met de belastingdienst wordt gelegd. • Voor ouderen: de overige regelingen koppelen aan het bestand Amersfoort plus regeling. • Alternatieve kanalen benutten t.b.v. daklozen en analfabeten (formulierenhulp, straatadvocaat). 2.4 Onze reactie op het onderzoek naar het bereik van de minimaregelingen Twee regelingen: de kwijtschelding van belastingen en de Amersfoort plus toeslag, springen er positief uit als het gaat om bereik: zo goed als 100%! Al langer is bekend dat de gegevens van de belastingdienst beschikbaar zijn om inwoners met een inkomen tot 100% van het minimum te bereiken. Nu deze gegevens gebruikt worden voor een van de regelingen van het gemeentelijke minimabeleid, de kwijtschelding van belastingen, dringt de keuze om dit bestand te gebruiken voor het verbeteren van het bereik van alle overige regelingen zich op, temeer daar het gebruik van dit bestand en daarmee het rechtstreeks benaderen van bijna 100% van de minima met een inkomen tot 100% van het minimumniveau alle overige communicatiemiddelen overtreft. Deze keuze kunnen kostenconsequenties tot gevolg hebben. In de doorberekening (paragraaf 6) nemen wij mee de financiële gevolgen van de koppeling van alle bestanden. De bestandskoppeling vergroot het bereik, daarmee het gebruik en het is klantvriendelijker. Het koppelen vereist nader onderzoek naar de mogelijkheden, de koppeling van inkomens tussen de 100% en 120%, de privacykant, de techniek en de financiële gevolgen. Vervolg actie: op basis van de resultaten van het onderzoek naar het bereik van de minimaregelingen een vervolgonderzoek starten naar bestandskoppelingen en een voorstel uitwerken.
3. Minima effectrapportage (onderzoek Nibud naar de invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van minima). 3.1 Onderzoeksvraag Het Nibud heeft haar standaardonderzoek, dat zij bij meerdere gemeenten heeft uitgevoerd, toegepast op de Amersfoortse situatie. Onderzoeksvraag is: wat zijn de effecten op de financiële positie van huishoudens van de rijksen Amersfoortse regelingen voor minima? Voor 8 huishoudtypen, 3 inkomensniveaus (100%, 110% en 120% van het minimumniveau) en 2 Amersfoortse huurniveaus zijn begrotingen opgesteld. De uitgaven worden per type huishouden onderscheiden in • Basispakket: noodzakelijke uitgaven (wonen, kleden, voeden, gezondheid, zekerheid); • Restpakket: een sober pakket van niet direct noodzakelijke kosten, bestemd voor uitgaven zoals sport, krant, recreatie, bibliotheek. In deze begrotingen zij alle landelijke en de Amersfoortse collectieve minimaregelingen meegenomen. 3.2 Resultaten Onderstaande tabel vat de resultaten van de minima effectrapportage samen. Per huishoudtype, voor 3 inkomensniveaus en 2 huurniveaus is berekend wat het huishouden per maand overhoudt na de noodzakelijke uitgaven uit het basispakket, de uitgaven uit het sobere restpakket en na gebruik van alle landelijke en Amersfoortse minimaregelingen waar men recht op heeft.
-4-
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
Alleenstaande 65 Samenwonend 65Allleenstaande 65+ Samenwonend 65+ Eenoudergezin jonge kinderen Tweeoudergezin jonge kinderen Eenoudergezin oudere kinderen Tweeoudergezin oudere kinderen
100% 0 49 107 213 129 34 -23 -106
Lage huur 110% -17 43 114 185 136 -5 -67 -144
120% 11 58 153 214 194 17 8 -129
100% -36 12 71 196 93 -3 -59 -143
Hoge huur 110% 120% -33 -25 35 21 102 119 191 177 127 158 -14 -20 -76 -13 -154 -166
Uit de tabel komen grote verschillen naar voren. Vooral gezinnen met oudere kinderen komen tekort, maximaal € 166 per maand (tweeoudergezin met oudere kinderen, 120% van het minimum inkomen en een hogere huur). Ouderen, zowel alleenstaanden als samenwonenden, houden de meeste ruimte over: maximaal € 214 voor samenwonenden 65+ en € 153 voor een alleenstaande 65+. Ook ontstaat een wisselend beeld van armoedevallen door de cumulatie van landelijke en gemeentelijke inkomensafhankelijke regelingen. Vooral tweeoudergezinnen met oudere kinderen komen er slecht vanaf bij een inkomensstijging van 100% naar 120% van het minimumniveau: € 23 minder te besteden na aftrek van de uitgaven in het basispakket en het restpakket. 3.3 Aanbevelingen De aanbevelingen van het Nibud zijn: 1. De inkomensgrens voor de regeling sociale participatie in elk geval verhogen naar 110% of 120% van het minimum. 2. Extra ondersteuning geven aan gezinnen met oudere kinderen (schoolfonds of verhoging van de uitkering op grond van de regeling sociale participatie voor huishoudens met kinderen van 12 – 18 jaar). 3. De Amersfoort plus toeslag differentiëren: alleenstaanden 70%, echtparen 100% van de toeslag. De toeslag is nu 100% voor echtparen èn alleenstaanden. 3.4 Onze reactie op de minima effectrapportage Nibud Kunnen rondkomen Het rapport geeft een gedetailleerd inzicht in de cumulatie van landelijke en lokale minimaregelingen op de bestedingsruimte van minima in Amersfoort. Uit de resultaten komt naar voren dat in Amersfoort huishoudens kunnen rondkomen van een inkomen op het minimum niveau, met uitzondering van één- en tweeoudergezinnen met oudere kinderen en alleenstaanden onder de 65 jaar. Ook bij een inkomen van 110% en 120% van het minimum komen deze huishoudens niet rond. Het gaat hier om een financieel-technische vergelijking op basis van door het Nibud ontwikkelde normen voor uitgaven voor het basispakket en een sober restpakket. In de praktijk komen vele huishoudens niet rond die volgens het Nibud wel in theorie wel kunnen rondkomen. In de praktijk lukt dit niet om uiteenlopende redenen, zoals schulden. Wat opvalt is dat de netto inkomenssituatie van 65+ers relatief gunstig is. Dit is het gevolg van beleid van het rijk van de laatste jaren ter verbetering van de inkomenspositie van ouderen. Armoedeval Dat de minimaregelingen tot (geringe) armoedevallen leiden is bekend en bij de vaststelling van het Amersfoortse minimabeleid enige jaren geleden geaccepteerd. Het Nibud stelt voor de doelgroep voor de regeling voor sociale participatie in ieder geval te vergroten tot huishoudens met een inkomen tot 110% van het minimum (aanbeveling 1), waarmee de armoedeval verschuift
-5-
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
naar een hoger inkomensniveau. Wij nemen deze aanbeveling mee in de indicatieve doorberekening, paragraaf 6. In deze paragraaf hebben wij niet alleen deze doorrekening gemaakt voor de sopa gemaakt, maar hebben wij dit inidicatief gedaan voor alle Amersfoortse minimaregelingen. Hierbij de grenzen hanterend van 100%, 110% en 120% van het minimum. Uitgezonderd hiervan zijn de regeling kwijtschelding van gemeentebelastingen en de langdurigheidstoeslag, waarvan de inkomensgrenzen wettelijk vastliggen op 100%. Regelingen verfijnen? De resultaten leiden tot de aanbeveling de regelingen te verfijnen, wat leidt tot een in detail financieel evenwichtiger minimabeleid. Vraag is of wij op het gedetailleerde Nibudniveau willen sturen op het minimabeleid. Het inkomensbeleid van het rijk, waaronder de inkomensafhankelijke regelingen van het rijk, zijn in hoge mate bepalend voor de bestedingsruimte van minima. De gemeentelijke regelingen spelen een rol in de marge. De verschillen in bestedingsruimte zijn een gevolg van de combinatie van landelijk beleid en Amersfoortse regelingen. De Amersfoortse regelingen zijn geen correctie op onevenwichtigheden in landelijke regelingen, het is eigen beleid van de gemeente gericht op voorkomen isolement en bevorderen van participatie. Bij de vraag naar de evenwichtigheid van de lokale regelingen kunnen meer argumenten een rol spelen dan enkel de financiële. Het Nibud stelt voor de Amersfoort plus regeling te verlagen voor alleenstaande 65+ers van 100% naar 70% (aanbeveling 3). De toeslag is nu gelijk aan de toeslag voor echtparen. Het relatieve voordeel voor alleenstaanden 65+ers ten opzichte van echtparen 65+ bij de Amersfoort plus toeslag, is echter terecht vanuit het argument dat meer belang wordt gehecht aan participatie van alleenstaande ouderen (tegengaan vereenzaming) ten opzichte van echtparen. Ook de resultaten van het Nibud ondersteunen deze aanbeveling niet: alleenstaanden van 65+ houden in Amersfoort € 70 tot € 107 over, echtparen 65+ houden € 196 tot € 213 over na aftrek van basispakket en sober restpakket. De relatief beperkte bestedingsruimte van gezinnen met oudere kinderen is eerder een punt van aandacht. De aanbeveling extra ondersteuning aan gezinnen met oudere kinderen (aanbeveling 2) gaat daar dan ook op in. In paragraaf 5 komen we hierop terug. Naast het financiële argument kan als argument dienen: het belang dat oudere kinderen hun school goed doorlopen en afmaken. Effectiviteit van de minimaregelingen Effectiviteit van de minimaregelingen zien wij op twee niveaus, twee cirkels: 1. De financiële effecten op huishoudens (de kleine cirkel). 2. De bijdragen van de minimaregelingen aan het voorkomen van isolement en het bevorderen participatie (de grotere cirkel). De minima effectrapportage geeft een beeld van de effectiviteit van het gemeentelijk minimabeleid op het eerste niveau. Dit geeft nog onvoldoende antwoord op de vraag naar de bijdragen van de minimaregelingen aan het voorkomen van isolement en het bevorderen van participatie (‘erbij horen’), de grote cirkel. In de tweede fase willen we verder ingaan op deze vraag. Hierbij stellen we de ervaringen en opvattingen van de doelgroep en van intermediaire organisaties in de stad centraal. De aanbevelingen van het Nibud nemen we daarin mee. Doel van het fase 2 - onderzoek is: het toetsen van de minimaregelingen bij de doelgroep en intermediaire organisaties op de bijdrage aan het voorkomen isolement en bevorderen participatie. In dit kader wordt ook gesproken met de clientenraad Sociale Zekerheid. Voor wat betreft andere intermediaire organisaties moet worden gedacht aan Stadsring51, seniorenallochtonen- en gehandicapten adviesraad, maar ook de Raad van Kerken en sportinstellingen. De hoofdvraag van dit onderzoek luidt: in hoeverre leveren de minimaregelingen een bijdrage aan het voorkomen isolement en bevorderen participatie en hoe is de bijdrage te vergroten volgens de doelgroep en de intermediaire organisaties.
-6-
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
Vervolg actie: Op basis van de minima effectrapportage een vervolgonderzoek starten naar de effectiviteit van de minimaregelingen; de Amersfoortse doelgroep en intermediaire organisaties betrekken bij dit vervolgonderzoek. In het vervolgonderzoek nemen wij de aanbevelingen van het Nibud mee. 4. Experiment Jeugdsportfonds In het kader van het kijken naar effectiviteit van de minimaregelingen voeren we een experiment uit met het Jeugdsportfonds in de prioriteitswijken. Met financiële steun van de Provincie is het mogelijk een lokaal Jeugdsportfonds op te zetten. Het Jeugdsportfonds is een landelijk initiatief, dat zich ten doel stelt om effectief en laagdrempelig kinderen van minima meer kans te bieden om te gaan sporten en daarmee bij te dragen aan een positieve ontwikkeling van deze kinderen. Nu hebben we in Amersfoort de regeling Sociale Participatie (SOPA), die onder meer voorziet in vergoeding van kosten van sport voor kinderen, echter minder direct dan het Jeugdsportfonds. In het kader van het kijken naar de effectiviteit van de minimaregelingen starten wij in het 1e kwartaal 2007 een experiment. In de prioriteitswijken wordt de werkwijze van het Jeugdsportfonds toegepast en afgestemd op de SOPA. Over dit experiment volgt een afzonderlijk voorstel. 5. Financiële steun aan minima met kinderen in de leeftijd van 12 - 18 jaar Uit de minima effectrapportage komt met name de relatief beperkte bestedingsruimte van gezinnen met oudere kinderen naar voren. Het Nibud doet de aanbeveling: extra ondersteuning aan gezinnen met oudere kinderen. Naast het financiële argument kan als argument dienen: het belang dat oudere kinderen hun school goed doorlopen en afmaken. Gelet op deze aanbeveling stellen we voor een regeling voor financiële steun aan minima met kinderen in de leeftijd van 12 - 18 jaar ingaande 1 juli 2007 in te stellen, met de intentie om tot een structurele regeling te komen. Wij werken voor 1 juli 2007 een concrete regeling uit. Wij schatten dat het gaat om 500 tot 600 huishoudens en 1000 tot 1300 kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. De kosten van een regeling ramen wij voorlopig op € 300.000 tot € 390.000 per jaar voor en worden voor 2007 gedekt uit de bestemming van het rekeningresultaat 2006. Op basis van de intentie om tot een structurele regeling te komen, besluitvorming hierover bij de kadernota in juni 2007 de structurele financiële doorwerking te betrekken.
-7-
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
6 Voorlopige doorberekening van de aanbevelingen Onderstaande tabel geeft een indicatie van de mogelijk financiële gevolgen van de aanbevelingen over het bereik en het verhogen van de inkomensgrenzen in beide onderzoeken. Kruizen van de variabelen bereik (huidig en 100%) en inkomensgrens minimaregelingen (huidige grens, 110% en 120%) leidt tot 6 modellen. De modellen komen terug in de eindvoorstellen op basis van het vervolgonderzoek, waarbij we exacter aangeven wat de financiele consequenties zijn. Kosten minimaregelingen - 6 modellen (uitkeringskosten en uitvoeringskosten, indicatief) Regeling + % gebruik
Huidige grens
1. Bij huidige bereik
Bijzondere bijstand 36% (extra uitvoering) SOPA 41% (extra uitvoering) Amersfoort plus 97% (extra uitvoering) Kwijtschelding belastingen 100% Langdurigheidstoeslag 51% Collectieve verzekering 62% (extra uitvoering) Totaal verstrekkingen Extra verstrekkingen Extra uitvoering Totaal extra kosten
2. Bij bereik 100% door bestandsKoppeling; gebruik tussen de 50% en 100% *)
Bijzondere bijstand 50% (extra uitvoering) SOPA 50% (extra uitvoering) Amersfoort plus 100% (extra uitvoering) Kwijtschelding belastingen 100% Langdurigheidstoeslag 70% (extra uitvoering) Collectieve verzekering 80% (extra uitvoering)
110 100 110 100 = max. 100 = max. 110
110 100 110 100 = max. 100 = max. 110
TOTAAL verstrekkingen Extra verstrekkingen Extra uitvoering Totaal extra kosten
1. Grens 2. Grens 3. Grens minima minimaregelingen minimaregelingen regelingen 110% minimum 120% minimum handhaven 1.575 1.575 2.005 (+ 125) 600 733 933 (+ 20) (+ 35) 340 340 607 (+ 30) 2.600 2.600 2.600 365
365
365
200
200
5.680
5.813 133 20 153
255 (+ 15) 6.765 1.085 205 1.290
2.188 (+ 125) 732 (+ 20) 351 2.600
2.188 (+ 125) 894 (+ 35) 351 2.600
2.784 ( + 300) 1.138 ( + 90) 626 (+ 35) 2.600
501 (+ 35) 258 (+ 15)
501 (+ 35) 258 (+ 15)
501 (+ 35) 328 (+ 25)
6.630 950 195 1.145
6.792 1.112 210 1.322
7.977 2.297 485 2.782
*) Niet alle regelingen hebben bij 100% bereik een 100% gebruik, om uiteenlopende redenen. Bij de doorrekening zijn wij uitgegaan van het gebruik onder cliënten SZ, die nu 100% worden bereikt. Bijvoorbeeld het gebruik van de regeling SOPA is bij cliënten SZ (100% bereik) 42%.
Conclusies • De meerkosten van het verhogen van de inkomensgrens van de minimaregelingen bedragen € 153.000 bij een grens van 110% en € 1.290.000 bij een grens van 120%; • De meerkosten van het toepassen van bestandskoppelingen ramen wij op ca. € 1.145.000. • De meerkosten in combinatie bedragen € 1.322.000 bij 110% en € 2.782.000 bij 120%. Op grond van bovenstaande zullen de geraamde meerkosten naar verwachting maximaal € 3.000.000 zijn.
-8-
Bijlagen B&W-nota Reg.nr. : Datum :
Gemeente Amersfoort
2284426 19 december 2006
7. Proces en planning Zowel het vervolgonderzoek naar bestandskoppelingen als het vervolgonderzoek naar de effectiviteit minimabeleid voeren we uit in de periode tot voorjaar 2007. De bestandskoppeling, het verhogen van de inkomensgrenzen en de regeling voor gezinnen hebben tezamen een zeer groot financieel beslag. Het vervolgonderzoek gaat dieper in op de effectiviteit van het minimabeleid en kan leiden tot het ter discussie stellen van een of enkele van de huidige regelingen. Daarom is het van belang dat beide zaken gelijktijdig en in onderling verband worden afgewogen. In het voorjaar 2007 komen we met een eindvoorstel. 8. Samenvattend: ontwikkelde en te ontwikkelen voorstellen minimabeleid In onderstaande tabel geven we een overzicht van alle al uitgevoerde en nog te ontwikkelen zaken met betrekking tot het minimabeleid. Onderzoek naar het bereik van de minimaregelingen
2006 Fase 1 afgerond november 2006
Minima effect rapportage
Fase 1 afgerond november 2006
Indexering van de regeling sociale participatie Bestandkoppeling
Besloten (collegebesluit) Onderzoek 1e kwartaal 2007
Uitbreiding regeling sociale Besloten participatie naar sporten niet in clubverband Rekenkameronderzoek naar Afgerond (Rekenkamerbrief de uitgaven aan minimabeleid minimabeleid 17 oktober 2006) Schuldhulpverlening Afronden testfase
2007 Fase 2 vervolgonderzoek naar bestandskoppelingen, begin 2007 Fase 2 vervolgonderzoek effectiviteit minimabeleid, begin 2007 Ingevoerd per januari 2007 Geplande invoering voorjaar 2007 Ingevoerd per januari 2007
Aanbevelingen nemen we mee in het vervolgonderzoek Evaluatie en voorstel begin 2007
9. Beantwoorde moties Met dit voorstel zijn tevens de volgende raadmoties, die bij de begrotingsbehandeling november 2006 zijn aangenomen, beantwoord: • motie 10.1 passief koppelen van bestanden minimabeleid: mogelijkheden van bestandskoppeling benutten en Agis te benaderen voor financiering; • motie 10.3 ‘sopa’: de sopa-regeling uit te breiden naar sporten, die niet in clubverband plaatsvinden.
Bijlage :
1. Minima effectrapportage Nibud 2. Rapportage onderzoek naar het bereik (O&S)
-9-
0-Meting minimabeleid Een onderzoek naar het gebruik van inkomensondersteunende maatregelen in 2005
Gemeente Amersfoort Sector Dienstverlening, Informatie en Advies (DIA)
Onderzoek en Statistiek Ester HIlhorst
Uitgave en rapportage: Onderzoek en Statistiek, gemeente Amersfoort. Postbus 4000, 3800 EA Amersfoort. Bezoekadres: Stadhuisplein 1, kamer 4.13. Telefoon (033) 469 45 97. Fax (033) 469 54 54. E-mail:
[email protected] januari 2007.
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
3
Samenvatting en aanbevelingen
4
1.
8
Inleiding 1.1 1.2 1.3
2. 2.1 2.2
3.
Kader en probleemstelling Opzet van het onderzoek Opbouw van de rapportage
Minima in Amersfoort
10
Inleiding Schatting aantal minima
10 10
Potentiële doelgroep per regeling 3.1 3.2 3.3 3.4
4.
Inleiding Recht op de regelingen Schatting omvang potentiële doelgroep per regeling Schatting kenmerken niet-cliënten die tot de doelgroep behoren
Bereik van de regelingen 4.1 4.2 4.3 4.4
5.
Inleiding Gebruik van de regelingen in 2005 Bereik van de regelingen in 2005 Werkwijze bij kwijtschelding van gemeentelijke belastingen
Bereik van de communicatiekanalen 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6
8 9 9
Inleiding Redenen voor niet-gebruik Bereik van informatie aan cliënten Bereik van Stadsberichten voor verschillende doelgroepen Bereik van communicatiemiddelen Belastingen Bereik van de Seniorenvoorlichters
0-,Meting minimabeleid 2005
12 12 12 13 14
16 16 16 17 18
21 21 22 22 23 24 25
3
Samenvatting en aanbevelingen Het is bekend dat een deel van de minima 1 geen gebruik maakt van de regelingen die er voor hen zijn. De afdeling SZ wil weten hoe bekend de minimaregelingen zijn en of er verschillen zijn tussen verschillende groepen minima. Centrale vraag in dit onderzoek is: Hoe groot is de bekendheid van de regelingen voor minima onder de doelgroep en hoe effectief zijn de verschillende communicatiemiddelen die worden ingezet om de doelgroep te bereiken? Omdat de niet-gebruikers van regelingen niet bij naam en toenaam bekend zijn bij de gemeente, kan er geen onderzoek uitgevoerd worden onder de totale groep minima in Amersfoort. Daarom wordt de bekendheid gemeten via een afgeleide daarvan, namelijk het feitelijk gebruik, afgezet tegen een inschatting van de totale omvang van de doelgroep, zoals het COELO 2 die gemaakt heeft. Met nadruk moet gesteld worden dat de uitkomsten in het onderzoek schattingen betreffen van de totale doelgroep en dus ook van het gebruik van de regelingen. Minima in Amersfoort Er bestaan verschillende inkomensgrenzen voor het begrip minima. Uitgaande van schattingen van COELO zijn er op 1 januari 2006 ruim 4.500 huishoudens die een inkomen hebben tot 105% van het sociaal minimum, waarvan zo’n 1.640 langdurig, dus minimaal 5 jaar. Het COELO deelt de huishoudens in op grond van hun belangrijkste inkomstenbron gedurende het jaar. Vandaar dat het aantal huishoudens met een bijstands- of werkloosheidsuitkering volgens berekeningen van het COELO (1.950) lager is dan het aantal cliënten van Sociale Zekerheid op 1-1-2006 (zo’n 2.800). Potentiële doelgroep per regeling In Amersfoort bestaan verschillende inkomensondersteunende regelingen voor minima, met verschillende inkomensgrenzen, die worden uitgedrukt in percentages van het sociaal minimum. Ook gelden er soms aanvullende eisen, zoals een leeftijdsgrens en/of een minimale duur van het minimum-inkomen. Vandaar dat iedere regeling een andere potentiële doelgroep kent. In totaal zijn er in Amersfoort op 1 januari 2006 zo’n 5.500 huishoudens die in principe recht hebben op één of meerdere regelingen voor minima. Zo’n 3.000 van hen zijn bekend bij Sociale Zekerheid omdat ze een (bijzondere) bijstandsuitkering ontvangen, anderen zijn dat niet.
Schatting omvang potentiële doelgroep per regeling 1-1-2006 Regeling
Aantal huishoudens
Bijzondere bijstand
5.500
Sociale participatie
4.500
Amersfoort-plus voor 65-plussers
1.400
Witgoedregeling
5.500
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
4.500
Langdurigheidstoeslag
1.650
Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering
5.500
*Inclusief BBZ, IOAW, IOAZ en 65+ Bron: schatting op basis van COELO / bewerking O&S 1
Huishoudens met een inkomen op of rond het sociaal minimum (bijstandsniveau). Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, een onderzoeksbureau van de Rijksuniversiteit Groningen
2
4
0-Meting minimabeleid 2005
De Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers en de langdurigheidstoeslag kennen de kleinste potentiële doelgroep, respectievelijk 1.400 en 1.650 huishoudens. De bijzondere bijstand, de witgoedregeling en de collectieve aanvullende ziektekostenregeling hebben de grootste potentiële doelgroep. Op basis van verschillende bronnen is een (voorzichtige) inschatting gemaakt van de kenmerken van de doelgroep, namelijk of ze cliënt zijn of niet en als ze geen cliënt zijn, van hun etniciteit en leeftijd. Onder de totale groep niet-cliënten die tot de doelgroep van het minimabeleid vallen, zijn er zo’n 1.000 allochtonen en zo’n 1.200 65-plussers. Uiteraard verschilt dat weer per regeling, afhankelijk van de inkomenseis en de eventuele aanvullende eisen. Bereik van de regelingen In totaal maakten ruim 4.500 huishoudens in 2005 gebruik van kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Daarmee is die regeling koploper. Bijna 2.000 huishoudens maakten gebruik van de bijzondere bijstand en een kleine 1.500 van de regeling voor sociale participatie en/of de Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers. De andere regelingen werden door minder huishoudens gebruikt. Door het gebruik van de verschillende regelingen te combineren met de schatting van de potentiële doelgroep per regeling, ontstaat inzicht in het bereik van de regelingen. De afdeling Belastingen bereikt naar schatting alle minima tot 100% van het sociaal minimum (maar uiteraard niet daarboven, die tot 110%). De Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers heeft ook een zeer hoog bereik onder de doelgroep. Het bereik van de overige regelingen is, met name onder niet-cliënten, duidelijk lager. Schatting bereik regelingen onder de verschillende doelgroepen in 2005 Regeling
Totaal
Bijzondere bijstand
36%
Sociale participatie
32%
Amersfoort-plus voor 65-plussers
97%
Witgoedregeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen*
5% 100%
Langdurigheidstoeslag
51%
Collectieve aanv. ziektekostenverzekering (1-10-2006)
62%
Bron: schatting op basis van COELO en kenmerken cliënten SZ, registraties SZ en Kwijtscheldingen 2005 / bewerking O&S
Het bereik van de Langdurigheidstoeslag zal (met terugwerkende kracht) groter worden doordat groepen minima die voorheen geen beroep konden doen op de regeling (gedeeltelijk arbeidsongeschikten) dat nu wel kunnen. De afdeling Belastingen van de gemeente bereikt 100% van haar doelgroep. Hoe doet ze dat ? De afdeling scheldt op geautomatiseerde wijze de gemeentelijke belastingen kwijt als duidelijk is dat huishoudens een inkomen hebben op het sociaal minimum. Als de afdeling Belastingen vermoedt dat huishoudens in aanmerking komen voor kwijtschelding, stuurt zij een kwijtscheldingsformulier toe. Hiervoor heeft de afdeling verschillende bronnen tot haar beschikking: het cliëntenbestand van Sociale Zekerheid, gegevens van de Belastingdienst en haar eigen bestand van huishoudens die in de afgelopen jaren kwijtschelding kregen. In totaal is op deze manier in 2005 aan 4.587 huishoudens de gemeentelijke belasting volledig kwijtgescholden. Hiervan ontvingen 2.952 huishoudens op geautomatiseerde wijze kwijtschelding. Bereik van de communicatiekanalen Uit onderzoek van het SCP blijkt dat de kennis van de verschillende regelingen doorslaggevend is voor het wel- of niet-gebruik ervan. Niet-gebruikers kennen de regelingen vaak niet of vermoeden dat ze er geen recht op hebben. Informatie verstrekken kan dus het niet-gebruik verlagen. Maar het
0-,Meting minimabeleid 2005
5
komt ook voor dat minima geen behoefte hebben aan inkomensondersteuning omdat zij heb niet nodig hebben om rond te kunnen komen. Het gaat hier vaak om jonge en relatief hoog-opgeleide minima. Wellicht ervaren zij een gunstiger toekomstperspectief, aldus het SCP. Aan cliënten van Sociale Zekerheid wordt informatie verstrekt over de inkomensondersteunende regelingen, onder andere via het SZ-nieuws en folders. Tweederde van de cliënten kent het SZnieuws. Met name allochtonen, senioren en mensen die kort in de bijstand zitten, kennen het SZnieuws minder vaak. Ongeveer de helft van de cliënten leest de folders. De gemeentelijke informatie via algemene lokale media bereikt zo’n driekwart van alle Amersfoorters. Senioren lezen de lokale media vaker dan andere groepen. Uitkeringsgerechtigden, mensen met een laag inkomen en allochtonen worden juist minder goed bereikt. Toch leest minimaal tweederde van hen soms de gemeentelijke berichten. Het bereik van de folder, die is verstuurd bij de gecombineerde waardebepaling/aanslag van de gemeentelijke belastingen in 2005, is groot. Ruim de helft van alle huishoudens heeft de folder gelezen. De artikelen over dit onderwerp in De Stadsberichten zijn door minder mensen gelezen dan was verwacht. Ouderen worden goed bereikt met dergelijke communicatiemiddelen, allochtonen juist minder goed. In 2005 hebben de Seniorenvoorlichters gesproken met 991 senioren. Met 21% van hen is gesproken over financiën, waaronder de verschillende inkomensondersteunende maatregelen voor minima. Over het gebruik / het bereik van belangenorganisaties bij de allochtone minima is geen informatie voorhanden, dat is dus in dit onderzoek niet opgenomen. Aanbevelingen Op grond van de resultaten van dit onderzoek kunnen enkele aanbevelingen gedaan worden. Allereerst om het niet-gebruik terug te dringen via gerichte voorlichting. Maar voor bepaalde groepen zullen alternatieve kanalen aangeboord moeten worden. Vervolgens over aanvullende informatie vanuit de doelgroep en over aanvullende informatie over de doelgroep. Tenslotte over het meten van de effectiviteit van het communicatiebeleid. Terugdringen niet-gebruik: gericht aanschrijven Informatie verstrekken via algemene kanalen is minder effectief dan huishoudens gericht aanschrijven. Dit gelt is nog sterkere mate voor allochtonen en (met uitzondering van de 65plustoeslag) voor senioren. Door gebruik te maken van de bestanden van de afdeling Kwijtschelding (al dan niet door rechtstreekse koppeling) kan het niet-gebruik sterk teruggedrongen worden. Alleen huishoudens die een inkomen hebben tussen de 100% en de 110% van het sociaal minimum, worden op deze wijze niet bereikt. Door huishoudens die kwijtschelding van gemeentelijke belastingen aanvragen en/of ontvangen gericht informatie te sturen over de minima-regelingen, kan de gemeente alle 4.500 minima die een inkomen tot 100% van het sociaal minimum hebben bereiken plus de huishoudens die wel een verzoek hebben ingediend maar (net) niet tot de doelgroep behoren. Aanvullend kunnen op vrij eenvoudige wijze de niet-cliënten die ouder zijn dan 65 bereikt worden omdat zeer veel van hen gebruik maken van de Amersfoort-plustoeslag. De minima die geen cliënt zijn, een inkomen tussen de 100% en de 110% van het sociaal minimum hebben en jonger zijn dan 65 jaar, kunnen via de kwijtschelding en via de Amersfoort-plustoeslag minder gemakkelijk bereikt worden.
Alternatieve kanalen Het is een illusie om te denken dat gericht aanschrijven leidt tot een gebruik van 100%. Er is altijd een harde kern van mensen die geen informatie leest. Voorbeelden hiervan zijn dak- en thuislozen en analfabeten. Als Sociale Zekerheid ook onder hen het gebruik wil stimuleren, zullen alternatieven gezocht moeten worden. Bijvoorbeeld via de formulierenhulp van Stadsring 51, de Straatadvocaten, de Voedselbank en eventueel andere (meer onortodoxe) kanalen. Maar ook dan zal niet iedere regeling een bereik van 100% krijgen: de witgoedregeling bijvoorbeeld is er voor witgoed. Als minima in het betreffende jaar geen witgoed vervangen, zullen ze ook geen aanspraak kunnen maken op de witgoedregeling.
6
0-Meting minimabeleid 2005
Aanvullende informatie vanuit de doelgroep De afdeling Belastingen kent alle huishoudens met een inkomen tot 100% van het sociaal minimum. Dat zijn er zo’n 4.500, terwijl de afdeling Sociale Zekerheid er ‘slechts’ zo’n 3.000 kent. Voor vragen aan de doelgroep (tot 100% van het sociaal minimum), bijvoorbeeld over de bekendheid van de verschillende regelingen, het gemak waarmee de regelingen kunnen worden aangevraagd et cetera, kan mogelijk gebruik gemaakt worden van het bestand van de afdeling Belastingen. Mogelijkheden zijn algemene vragen via een schriftelijke vragenlijst. Voorbeelden hiervan zijn: bent u bekend met de regelingen, maakt u er gebruik van en zo nee, waarom niet? De aanvullende waarde van een dergelijk onderzoek in vergelijking met de uitkomsten in dit rapport zullen gering zijn. Het bereik kan met een dergelijk onderzoek welliswaar nauwkeuriger bepaald worden maar de conclusies zullen dezelfde richting op wijzen. Een andere mogelijkheid is om specifieke vragen, bijvoorbeeld aan allochtonen, te stellen door middel van (groeps)gesprekken. Het zou hierbij kunnen gaan om bijvoorbeeld het bereik van belangenorganisaties. Aanvullende informatie over de doelgroep In het kwijtscheldingsbestand van de afdeling Belastingen zijn diverse gegevens opgenomen. Maar voor een nadere analyse van de doelgroep tot 100% van het sociaal minimum (inkomstenbron, huishoudenstype, leeftijd), ontbreken de gegevens. Het is eventueel mogelijk om een koppeling te maken met de bevolkingsadministratie en/of het cliëntenbestand van Sociale Zekerheid om op geagregeerd niveau (dus niet over individuen) uitspraken te doen: wie zijn de minima, in welke wijken wonen ze, hoe is hun huishoudenssituatie, welke verschillen zijn er op dit punt tussen cliënten van Sociale Zekerheid en de overige minima? Voor aanvullende informatie over de inkomstenbron van de minima, zijn momenteel geen gegevens voorhanden. Die zouden, als daar behoefte aan is en overeenstemming over bereikt kan worden, door de afdeling Belastingen in het kwijtscheldingsbestand opgenomen kunnen worden bij de volgende ‘kwijtscheldingsronde’ in 2007. Analyses zouden dan in 2008 mogelijk zijn. Meten effectiviteit communicatiebeleid / terugdringen niet-gebruik Afhankelijk van het beleid/de communicatie die zal worden ingezet, kan op z’n vroegst in 2008 een verandering van het gebruik worden verwacht. Pas dan heeft het dus zin om een eventuele vervolgmeting uit te voeren. Het COELO is gestopt met het schatten van minima per gemeente, per inkomensgroep. Het is dus niet mogelijk om in op dezelfde wijze te meten of het bereik van de regelingen veranderd is. Omdat de afdeling Belastingen alle minima tot 100% van het sociaal minimum in beeld heeft, zou dat bestand als uitgangspunt kunnen dienen voor het meten van veranderingen in het niet-gebruik. Verder kan de cijfermatige stijging van het gebruik van de regelingen uiteraard gewoon gemeten worden vanuit het cliëntenbestand van Sociale Zekerheid.
0-,Meting minimabeleid 2005
7
1. Inleiding
1.1 Kader en probleemstelling Gemeenten zijn vrij in de invulling van hun minimabeleid. Binnen de gemeente Amersfoort is de hoofdafdeling SZ van de sector WSO verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WBB) in Amersfoort. Als onderdeel daarvan ontwikkelt zij beleid voor minima en voert deze uit. Met het minimabeleid wil de Gemeente Amersfoort bereiken dat sociaal isolement van mensen die langdurig van een minimumuitkering moeten rondkomen, wordt voorkomen. Daarvoor verleent zij (onder voorwaarden) inkomensondersteuning. De cliënten van SZ krijgen voorlichting over de minimaregelingen via het dienstverleningsgesprek met de klantmanager en de cliëntenmap. Om de overige minima te bereiken, wordt er een mix van algemene voorlichting via gemeentebrede media en specifieke voorlichting via intermediairen ingezet. De algemene voorlichting gebeurt via Stadsberichten, de internetpagina van de gemeente, lokale radio, tv en huis-aan-huisbladen en foldermateriaal. Daarnaast worden voorlichtingsbijeenkomsten voor intermediare organisaties georganiseerd en is er voorlichting op afroep (incompany). Specifiek voor senioren worden de seniorenvoorlichters ingezet, wordt er bij wijze van proef een themaspreekuur georganiseerd in een prioriteitswijk en dergelijke. De allochtonen worden vooral benaderd via belangenorganisaties, de kleine zelfstandigen via de Kamerkrant en de dak- en thuislozen via de Straatadvocaten. Het is bekend dat een deel van de minima geen gebruik maakt van de regelingen die er voor hen zijn. De afdeling SZ wil weten hoe bekend de minimaregelingen zijn en of er verschillen zijn tussen verschillende groepen minima. In het Sectorcontract van WSO, de Programmabegroting en het Burgerjaarverslag is dan ook afgesproken dat er in 2006 een nulmeting zal plaatsvinden naar de bekendheid van het minimabeleid. De hoofdafdeling SZ heeft aan Onderzoek en Statistiek gevraagd om inzicht te geven in de huidige situatie. Centrale vraag in dit onderzoek is: Hoe groot is de bekendheid van de regelingen voor minima onder de doelgroep en hoe effectief zijn de verschillende communicatiemiddelen die worden ingezet om de doelgroep te bereiken? Daarbij kunnen de volgende deelvragen geformuleerd worden: - Hoeveel minima zijn er in Amersfoort op 1-1-2006, uitgesplitst naar de verschillende doelgroepen? - Hoe groot was het gebruik van de verschilllende voorzieningen in 2005 door de doelgroepen? - Maken gebruikers van kwijtschelding gebruik van bijzondere bijstand en vice versa? - Hoe groot is het bereik van de rubriek Stadsberichten en andere lokale media voor minima? - Hoe vaak worden seniorenwegwijzers geraadpleegd over de voorzieningen in het kader van het minimabeleid? Omdat er geen informatie is over hoe allochtonen gebruik maken van belangenorganisaties, wordt dat in dit onderzoek niet meegenomen.
8
0-Meting minimabeleid 2005
1.2 Opzet van het onderzoek De Belastingdienst kent alle minima bij naam. De gemeente Amersfoort niet. Wij kennen alleen de namen en adressen van minima voor zover ze gebruik maken van de regelingen die er voor hen zijn. De niet-gebruikers vormen de ‘blinde vlek’. Het is daarom niet mogelijk om de bekendheid van verschillende regelingen te meten middels een vragenlijst onder de doelgroep. Als afgeleide daarvan wordt het feitelijk gebruik door de doelgroep gemeten, afgezet tegen de totale omvang van de doelgroep. De omvang van de doelgroep weten we ook niet exact maar met behulp van een instrument van het COELO (Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden, een onderzoeksbureau van de Rijksuniversiteit Groningen) kunnen we daar wel een inschatting van maken. Om het gebruik te meten, wordt gebruik gemaakt van gemeentelijke administraties: het cliëntenbestand van Sociale Zekerheid en het Kwijtscheldingsbestand 2005 van de afdeling Belastingen. Begin 2006 is aan de hand van deze administraties gemeten hoeveel huishoudens er in 2005 gebruik maakten van de regelingen die er zijn in het kader van het minimabeleid. Door dit af te zetten tegen de schatting van de totale potentiële doelgroep per regeling, ontstaat een beeld of bepaalde groepen de weg minder goed weten te vinden en/of of bepaalde regelingen minder bekend zijn dan andere. Om het bereik van de verschillende communicatiemiddelen te meten, wordt gebruik gemaakt van bestaand onderzoek naar het bereik van informatie aan cliënten van Sociale Zekerheid, de activiteiten van de Seniorenwegwijzers, de lokale media en de gemeentelijke informatierubriek Stadsberichten en het bereik van het gericht aanschrijven van de doelgroep met behulp van informatie van de Belastingdienst. Zoveel mogelijk wordt een onderscheid gemaakt in verschillende groepen, waardoor inzicht ontstaat in wie de weg minder goed weet te vinden. Uit het onderzoek kan naar voren komen dat bepaalde groepen (sterker dan andere groepen) geen gebruik maken van de gemeentelijke regelingen. Dat kan komen doordat men het niet nodig vindt om hiervan gebruik te maken of het niet wil, doordat de drempel te hoog is of doordat ze niet op de hoogte zijn van het bestaan van de regelingen. Als de uitkomsten daar aanleiding toe geven, dan kan aanvullend onderzoek gedaan worden onder de betreffende groep. Mogelijk door het raadplegen van landelijk onderzoek op dit punt, mogelijk door gesprekken met een aantal mensen uit de betreffende doelgroep(en). Dit wordt in een later stadium bepaald.
1.3 Opbouw van de rapportage Hoofdstuk 2 bevat een inschatting van de omvang van de doelgroep. Hoofdstuk 3 geeft een schatting van de potentiële doelgroep per regeling, uitgesplitst naar kenmerken van de doelgroep. In hoofdstuk 4 wordt per regeling bekeken in hoeverre die gebruikt wordt door de potentiële doelgroep. Hoofdstuk 5 geeft inzicht in het bereik van de verschillende communicatie-kanalen die de gemeente inzet om informatie te geven aan de doelgroep voor minimabeleid.
0-,Meting minimabeleid 2005
9
2. Minima in Amersfoort Er bestaan verschillende inkomensgrenzen voor het begrip minima. Uitgaande van schattingen van COELO zijn er op 1 januari 2006 ruim 4.500 huishoudens die een inkomen hebben tot 105% van het sociaal minimum, waarvan zo’n 1.640 langdurig, dus minimaal 5 jaar. Het COELO deelt de huishoudens in op grond van hun belangrijkste inkomstenbron gedurende het jaar. Vandaar dat het aantal huishoudens met een bijstands- of werkloosheidsuitkering volgens berekeningen van het COELO (1.950) lager is dan het aantal cliënten van Sociale Zekerheid op 1-1-2006 (zo’n 2.800).
2.1 Inleiding De Gemeente Amersfoort onderscheidt binnen de minima verschillende groepen die zij via meest geschikte kanalen probeert te bereiken met informatie over de regelingen voor minima. Allereerst is er een onderscheid tussen cliënten van Sociale Zekerheid en niet-cliënten. De cliënten worden geïnformeerd via dienstverleningsgesprekken en de cliëntenmap. De niet-cliënten krijgen algemene voorlichting via gemeentebrede media en specifieke voorlichting door intermediairen. Binnen de groep niet-cliënten onderscheidt de gemeente • • • •
senioren, die specifieke voorlichting krijgen via de seniorenvoorlichters allochtonen die specifieke voorlichting krijgen via belangenorganisaties kleine zelfstandigen die specifieke voorlichting krijgen via de Kamerkrant dak- en thuislozen die specifieke voorlichting krijgen via de Straatadvocaten.
2.2 Schatting aantal minima Het COELO schat per gemeente het aantal minima op basis van het huishoudensinkomen. Het aantal minima wordt ingedeeld naar de belangrijkste inkomstenbron gedurende het jaar. Dat zien we in onderstaande tabel. Tabel 1: Schatting aantal minima per belangrijkste inkomstenbron 2006 Belangrijkste inkomstenbron
Zelfstandigen Werknemers Bijstand/Werkloos Arbeidsongeschikt Pensioen/AOW Alimentatie, overig Totaal
Huishoudens met laag inkomen
Huishoudens met inkomen tot ..% van het sociaal minimum
464 1.455 2.230 662 1.154 271 6.236
105%
115%
125%
383 768 1.950 384 871 181 4.537
431 1.170 2.244 632 1.674 216 6.367
484 1.676 2.419 783 2.367 233 7.962
Huishoudens langdurig* tot 105% van sociaal minimum 53 70 846 135 519 17 1.640
*Langdurig: langer dan vier jaar Bron:Schatting op basis van COELO-site
10
0-Meting minimabeleid 2005
Volgens de schattingen zijn er in Amersfoort in 2006 ruim 4.500 huishoudens die rond moeten komen van een inkomen tot 105% van het sociale minimum. Wat opvalt is dat daarvan volgens het COELO 1.950 huishoudens een bijstandsuitkering hebben of werkloos zijn, terwijl er op 1 januari 2006 zo’n 2.800 bijstandsuitkeringen werden verstrekt. Dit komt doordat het COELO gebruik maakt van gegevens van de Belastingdienst, bewerkt door het CBS, die uitgaan van de belangrijkste inkomstenbron gedurende een jaar. Cliënten die een deel van het jaar een bijstandsuitkering hadden, kunnen (afhankelijk van de inkomsten in het andere deel van het jaar) vallen onder een andere inkomensbron ofwel niet behoren tot de sociale minima omdat ze over het gehele jaar daarvoor teveel inkomen genoten. Cliënten die een aanvullende bijstandsuitkering hebben, worden ingedeeld bij de inkomstenbron die gedurende het jaar het grootst was, bijvoorbeeld AOW of alimentatie. Ook cliënten met een IAOW-uitkering (arbeidsongeschikten), IOAZ of BBZ-uitkering (zelfstandigen), die wel cliënt zijn van Sociale Zekerheid maar niet op grond van de WWB, worden ingedeeld bij de categorieën ‘zelfstandigen’ en ‘arbeidsongeschikten’. Als mensen ouder zijn dan 65 een een aanvullende uitkering hebben boven hun onvolledige AOW, dan worden ze gerekend tot de groep ‘pensioen/aow’.
0-,Meting minimabeleid 2005
11
3. Potentiële doelgroep per regeling In Amersfoort bestaan verschillende inkomensondersteunende regelingen voor minima. Voor de verschillende regelingen gelden verschillende inkomensgrenzen, die worden uitgedrukt in percentages van het sociaal minimum. Ook gelden er soms aanvullende eisen, zoals een leeftijdsgrens en/of de minimale duur van het minimum-inkomen. Vandaar dat iedere regeling een andere potentiële doelgroep kent. In totaal zijn er in Amersfoort op 1 januari 2006 zo’n 5.500 huishoudens die in principe recht hebben op één of meerdere inkomensondersteunende regelingen. Zo’n 3.000 van hen zijn bekend bij Sociale Zekerheid omdat ze een (bijzondere) bijstandsuitkering ontvangen, anderen zijn dat niet. De Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers en de langdurigheidstoeslag kennen de kleinste potentiële doelgroep, respectievelijk 1.400 en 1.650 huishoudens. De bijzondere bijstand, de witgoedregeling en de collectieve aanvullende ziektekostenregeling hebben de grootste potentiële doelgroep. Op basis van verschillende bronnen is een (voorzichtige) inschatting gemaakt van de kenmerken van de doelgroep, namelijk of ze cliënt zijn of niet en als ze geen cliënt zijn, van hun etniciteit en leeftijd. Onder de totale groep niet-cliënten die tot de doelgroep van het minimabeleid vallen, zijn er zo’n 1.000 allochtonen en zo’n 1.200 65plussers. Uiteraard verschilt dat weer per regeling, afhankelijk van de inkomenseis en de eventuele aanvullende eisen.
3.1 Inleiding In Amersfoort zijn verschillende inkomensondersteunende regelingen voor minima. Het gaat om: - bijzondere bijstand - de regeling voor sociale participatie - de Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers - de witgoedregeling - kwijtschelding van gemeentelijke belastingen - een langdurigheidstoeslag voor huishoudens die minimaal vijf jaar leven op het sociaal minimum - en vanaf 1 januari 2006 een collectieve aanvullende ziektekostenverzekering voor minima. In paragraaf 3.2 komt aan de orde wat de grenzen zijn van het sociaal minimum en welke (aanvullende) eisen er gelden voor de verschillende regelingen. Dat bepaalt wie er recht hebben op de betreffende inkomensondersteuning. In paragraaf 3.3 wordt een inschatting gemaakt van de omvang van de potentiële doelgroep per regeling. In paragraaf 3.4 wordt op basis van verschillende bronnen een voorzichtige inschatting gemaakt van de kenmerken van niet-cliënten, de groep die niet bekend is bij Sociale Zekerheid: zijn het allochtonen en/of zijn het 65-plussers.
3.2 Recht op de regelingen Voor de verschillende regelingen gelden verschillende inkomensgrenzen en vermogensgrenzen. Die worden gerelateerd aan de hoogte van het sociaal minimum. Het sociaal minimum verschilt per type huishouden en per leeftijd. Dat staat in de volgene tabel.
12
0-Meting minimabeleid 2005
Tabel 2: Sociaal minimum 2005 Huishoudenstype
Echtgenoten
Alleenstaande ouder Alleenstaande
Maximum netto maandinkomen*
Maximum eigen vermogen***
beide partners tot 65 jaar
1.202
1.543
één partner 65 of ouder
1.262
**
beide partners 65 jaar of ouder
1.262
1.596
tot 65 jaar
1.081
1.316
65 jaar en ouder
1.133
1.365
tot 65 jaar
841
1.090
65 jaar en ouder
913
1.139
*inclusief vakantiegeld **afhankelijk van de leeftijd van de oudste partner ***het maximuminkomen voor mensen die voor 31-12-1999 65 jaar werden, ligt hoger dan de bedragen in de tabel Bron: www.vng.nl
Het sociaal minimum is hetzelfde als de hoogte van de bijstandsuitkering en ook de grens waarbij kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verkregen kan worden. In onderstaande tabel staat de inkomensgrens die gehanteerd wordt per regeling plus eventuele aanvullende eisen. Tabel 3: Inkomensgrenzen per inkomensondersteunde regeling Regeling
Inkomensgrens t.o.v. sociaal minimum
Bijzondere bijstand
110%
Sociale participatie
100%
Amersfoort-plus voor 65-plussers
110% (plus leeftijdseis)
Witgoedregeling
110%
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
100%
Langdurigheidstoeslag
100% (plus minimaal 5 jaar bijstandsniveau)
Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering
110%
Bron: Gemeente Amersfoort 2005
Als inkomensgrenzen worden het sociaal minimum of 110% van het sociaal minimum gehanteerd. Voor de Amersfoort-plustoeslag geldt een minimale leeftijd van 65 jaar, de langdurigheidstoeslag is er voor huishoudens die minimaal vijf jaar op het sociaal minimum leven. Voor de bijzondere bijstand krijgen huishoudens tot 100% van het sociaal minimum alles vergoed, huishoudens die net boven het sociaal minimum zitten moeten zelf een gedeelte bijdragen.
3.3 Schatting omvang potentiële doelgroep per regeling De inkomensgrens (en eventueel aanvullende eisen) bepalen de omvang van de groep die er recht op heeft. In onderstaande tabel staat per regeling een inschatting van de potentiële doelgroep. Daarbij is bij het aantal cliënten uitgegaan van zo’n 3.000 minima die bekend zijn bij SZ 3 . Het aantal niet-
3
En dus niet van het aantal minima dat, zoals weergegeven in tabel 1, gedurende het jaar als belangrijkste inkomstenbron een werkloosheids- of bijstandsuitkering had. De redenen hiervoor staan in de laatste paragraaf van het vorige hoofdstuk.
0-,Meting minimabeleid 2005
13
cliënten is dan het verschil tussen het totaal aantal minima volgens Coelo dat recht heeft op de betreffende regeling en het aantal cliënten dat bekend is bij SZ. Tabel 4: Schatting omvang potentiële doelgroep per regeling 1-1-2006 Regeling
Aantal huishoudens Cliënten*
Niet-cliënten
Totaal
Bijzondere bijstand
3.000
2.500
5.500
Sociale participatie
3.000
1.500
4.500
200
1.200
1.400
Witgoedregeling
3.000
2.500
5.500
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
3.000
1.500
4.500
Amersfoort-plus voor 65-plussers
Langdurigheidstoeslag
1.100
550
1.650
Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering
3.000
2.500
5.500
Leesvoorbeeld: Volgens Coelo zijn er zo’n 5.500 minima die een inkomen hebben tot 110% van het sociaal minimum. Zij hebben dus in principe recht op bijzondere bijstand. Daarvan zijn er zo’n 3.000 bekend bij Sociale Zekerheid. De overige 2.500 zijn dus niet-cliënten van Sz. *Inclusief BBZ, IOAW, IOAZ en 65+ Bron: schatting op basis van COELO / bewerking O&S
In totaal zijn er naar schatting zo’n 5.500 huishoudens die in principe recht hebben op één of meerdere inkomensondersteunende regelingen. Zo’n 3.000 van hen zijn bekend bij Sociale Zekerheid omdat ze een (bijzondere) bijstandsuitkering ontvangen. De andere 2.500 zijn dat niet. Omdat de voorwaarden voor de verschillende regelingen verschillen, verschilt ook de omvang van de potentiële doelgroep per regeling. De Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers en de langdurigheidstoeslag kennen de kleinste potentiële doelgroep, respectievelijk 1.400 en 1.650 huishoudens. De bijzondere bijstand, de witgoedregeling en de collectieve aanvullende ziektekostenregeling hebben de grootste potentiële doelgroep.
3.4 Schatting kenmerken niet-cliënten die tot de doelgroep behoren Het is beperkt mogelijk om een inschatting te maken van de kenmerken van de doelgroep die niet tot de cliënten behoort van Sociale Zekerheid, voor zover het gaat om hun etniciteit en leeftijd. Het is niet mogelijk om een inschatting te maken van het aantal dak- en thuislozen dat geen cliënt is van Sociale Zekerheid en het aantal kleine zelfstandigen dat op het sociaal minimum leeft en geen cliënt is van Sociale Zekerheid. Daar komt bij dat ook over het gebruik door deze doelgroep niets bekend is omdat ze niet als zodanig herkenbaar zijn in de registraties van Sociale Zekerheid en Kwijtscheldingen. Om een inschatting te maken van de etniciteit en de leeftijd van niet-cliënten (die kennen we uiteraard niet) is gebruik gemaakt van wat bekend is over de cliënten van Sociale Zekerheid, in combinatie met wat bekend is over de totale doelgroep volgens COELO. Als voorbeeld: weinig 65plussers zijn cliënt bij Sociale Zekerheid. Het aantal minima dat volgens berekeningen van het COELO 65-plus is, betreft dus met name de niet-cliënten. We gaan er dus van uit dat van de 1.400 minima die 65 jaar of ouder zijn, er 200 cliënt zijn en 1.200 niet-cliënt. Ook weten we dat er (nog) niet veel allochtonen in Amersfoort wonen die de pensioensleeftijd hebben bereikt. Er zullen dus ook niet veel minima zijn in deze groep. Het COELO doet geen uitspraken over het totaal aantal allochtonen dat behoort tot de minima. Voor deze schatting wordt uitgegaan van 100 allochtone 65plussers die behoren tot de minima. Van alle cliënten van Sociale Zekerheid is zo’n 40% van allochtone afkomst. Omdat er geen betere informatie voorhanden is, is ervan uitgegaan dat het percentage allochtonen onder de cliënten even
14
0-Meting minimabeleid 2005
groot is als onder de niet-cliënten. Er zijn ook geen redenen om aan te nemen dat die groepen heel verschillende zijn. Op deze wijze kan (met het nodige voorbehoud) onderstaande schatting van het aantal allochtone en oudere niet-cliënten gemaakt worden dat potentieel doelgroep is van de verschillende regelingen. Tabel 5: Schatting omvang typen niet-cliënten per regeling 1-1-2006 Regeling
Aantal huishoudens (niet-cliënten) Totaal
Waarvan 65+
Allochtoon
1.200
1.000
1.500
500
600
1.200
1.200
100
Witgoedregeling
2.500
1.200
1.000
Kwijtschelding gemeentelijke belastingen
1.500
500
600
Bijzondere bijstand
2.500
Sociale participatie Amersfoort-plus voor 65-plussers
Langdurigheidstoeslag Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering
550
500
150
2.500
1.200
1.000
Leesvoorbeeld: Van de 2.500 niet-cliënten die behoren tot de potentiële doelgroep voor bijzondere bijstand, zijn er zo’n 1.000 allochtoon (40%, net als onder de cliënten) en zijn er zo’n 1.200 65 jaar of ouder. Bron: schatting op basis van COELO en kenmerken cliënten SZ / bewerking O&S
Onder de totale groep niet-cliënten die tot de doelgroep van het minimabeleid vallen, zijn er zo’n 1.000 allochtonen en zo’n 1.200 65-plussers. Uiteraard geldt dat niet voor iedere regeling omdat de inkomenseisen verschillen en omdat er soms aanvullende voorwaarden zijn. De groepen allochtone niet-cliënten en niet-cliënten die ouder zijn dan 65 jaar kunnen elkaar overlappen. Dat is bijvoorbeeld zichtbaar bij de Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers. Daarvan zijn er zo’n 100 van allochtone afkomst. Uit bovenstaande tabel kan (met veel voorzichtigheid) ook afgeleid worden dat de allochtone niet-cliënten die langdurig op het sociaal minimum leven, ook vaak ouder zijn dan 65 jaar. Hoe die overlap is voor de andere regelingen is, is niet bekend.
0-,Meting minimabeleid 2005
15
4. Bereik van de regelingen In totaal maakten ruim 4.500 huishoudens in 2005 gebruik van kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Daarmee is die regeling koploper qua gebruik. Bijna 2.000 huishoudens maakten gebruik van de bijzondere bijstand en een kleine 1.500 van de regeling voor sociale participatie en/of de Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers. De andere regelingen werden door minder huishoudens gebruikt. Door het gebruik van de verschillende regelingen te combineren met de schatting van de potentiële doelgroep per regeling, ontstaat inzicht in het bereik van de regelingen. De afdeling Belastingen bereikt naar schatting alle minima tot 100% van het sociaal minimum (maar uiteraard niet daarboven, die tot 110%). De Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers heeft ook een zeer hoog bereik onder de doelgroep. Het bereik van de overige regelingen is, met name onder niet-cliënten, duidelijk lager. De afdeling Belastingen van de gemeente bereikt 100% van haar doelgroep. Hoe doet ze dat ? De afdeling scheldt op geautomatiseerde wijze de gemeentelijke belastingen kwijt als duidelijk is dat huishoudens een inkomen hebben op het sociaal minimum. Als de afdeling Belastingen vermoed dat huishoudens in aanmerking komen voor kwijtschelding, stuurt zij een kwijtscheldingsformulier toe. Hiervoor heeft de afdeling Belastingen verschillende bronnen tot haar beschikking: het cliëntenbestand van Sociale Zekerheid, gegevens van de Belastingdienst en haar eigen bestand van huishoudens die in de afgelopen jaren kwijtschelding kregen. In totaal is op deze manier in 2005 aan 4.587 huishoudens de gemeentelijke belasting volledig kwijtgescholden. Hiervan ontvingen 2.952 huishoudens op geautomatiseerde wijze kwijtschelding.
4.1 Inleiding In dit hoofdstuk staat het bereik van de regelingen centraal. Allereerst in paragraaf 4.2 het feitelijk gebruik per doelgroep in absolute aantallen en vervolgens in paragraaf 4.3 een berekening van het bereik per doelgroep in procenten. Hiervoor is het feitelijk gebruik afgezet tegen de schatting van de omvang van de potentiële doelgroep, zoals weergegeven in het vorige hoofdstuk. De laatste paragraaf beschrijft hoe de afdeling Belastingen te werk gaat bij het bereik van haar doelgroep en het effect daarvan.
4.2 Gebruik van de regelingen in 2005 Uit de registraties van Sociale Zekerheid en Kwijtscheldingen is bekend hoeveel mensen in 2005 daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van verschillende regelingen. In onderstaande tabel zien we per regeling hoeveel huishoudens er gebruik van gemaakt hebben.
16
0-Meting minimabeleid 2005
Tabel 6: Gebruik van de regelingen onder de verschillende doelgroepen in 2005 Regeling
Totaal
Cliënt Niet-cliënt totaal
waarvan 65+ allochtoon
Bijzondere bijstand
1.964
1.373
591
105
198
Sociale participatie
1.437
1.258
179
24
75
Amersfoort-plus voor 65-plussers
1.359
197
1.162
1.162
65
249
227
22
4
7
836
763
73
0
21
3.400
2.300
1.100
Witgoedregeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen* Langdurigheidstoeslag** Collectieve aanvullende ziektekostenverzekering (1-10-2006)
4.587
* uit de Kwijtscheldingenregistratie kan niet vastgesteld worden hoeveel cliënten kwijtschelding hebben gekregen. Het is beperkt mogelijk om een koppeling te maken tussen beide bestanden. Dat is in het kader van dit onderzoek niet gedaan. ** tot en met 2006 konden mensen met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering geen gebruik maken van deze regeling. Dat gaat, met terugwerkende kracht, veranderen. Bron: registraties SZ en Kwijtscheldingen 2005 / bewerking O&S
In totaal maakten ruim 4.500 huishoudens in 2005 gebruik van kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen. Daarmee is die regeling koploper qua gebruik. Bijna 2.000 huishoudens maakten gebruik van de bijzondere bijstand en een kleine 1.500 van de regeling voor sociale participatie en/of de Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers. Ruim 800 huishoudens kregen een langdurigheidstoeslag en zo’n 250 huishoudens maakten gebruik van de witgoedregeling. Van de collectieve aanvullende ziektekostenverzekering werd in 2005 (nog) geen gebruik gemaakt. Dat was ook niet mogelijk in 2005 omdat die regeling per 1-1-2006 inging. Vandaar dat in bovenstaande tabel het gebruik per 1 oktober 2006 is gepresenteerd.
4.3 Bereik van de regelingen in 2005 Door het gebruik van de verschillende regelingen (tabel 6) te combineren met de schatting van de potentiële doelgroep per regeling (tabel 4 en tabel 5), ontstaat inzicht in het bereik van de regelingen. Dat zien we in onderstaande tabel. Tabel 7: Schatting bereik regelingen onder de verschillende doelgroepen in 2005 Regeling
Totaal
Cliënt
Niet-cliënt
36%
46%
24%
totaal Bijzondere bijstand
65+ allochtoon 9%
20%
Sociale participatie
32%
42%
12%
5%
13%
Amersfoort-plus voor 65-plussers
97%
99%
97%
97%
65%
5%
8%
1%
0,5%
1%
0%
14%
Witgoedregeling Kwijtschelding gemeentelijke belastingen*
100%
Langdurigheidstoeslag (zie noot tabel 6)
51%
69%
13%
Collectieve Ziektekostenverzekering
62%
77%
44%
* uit de Kwijtscheldingenregistratie kan geen onderscheid gemaakt worden tussen de verschillende doelgroepen. Maar omdat het totaal aantal (geschatte) minima wordt bereikt, lijkt het logisch om vast te stellen dat ze zowel de cliënten als de verschillende groepen niet-cliënten (nagenoeg) bereiken. Leesvoorbeeld: in totaal zijn er zo’n 5.500 minima die behoren tot de potentiële doelgroep voor bijzondere bijstand (tabel 4). Uit de registratie van Sociale Zekerheid blijkt dat er in 2005 1.964 huishoudens gebruik van gemaakt hebben. Dat is 36% van de potentiële doelgroep. Bron: schatting op basis van COELO en kenmerken cliënten SZ, registraties SZ en Kwijtscheldingen 2005 / bewerking O&S
0-,Meting minimabeleid 2005
17
Nogmaals: het betreft hier schattingen op basis van concrete cijfers over het gebruik in combinatie met een schatting van de doelgroep per regeling (op basis van een schatting van de totale doelgroep door Coelo). De afdeling Belastingen bereikt naar schatting alle minima tot 100% van het sociaal minimum en uiteraard niet de groep tussen de 100% en de 110%. De Amersfoort-plustoeslag voor 65-plussers heeft ook een zeer hoog bereik onder de doelgroep, behalve onder allochtone 65-plussers die geen cliënt zijn van Sociale Zekerheid (let op: het gaat hier om een kleine groep het het totaal aantal allochtone niet-cliënten van 65 jaar en ouder is geschat op 100 maar zou ook best iets lager kunnen zijn). Het bereik van de overige regelingen is, met name onder niet-cliënten, duidelijk lager. Van de witgoedregeling (een vorm van bijzondere bijstand die hier apart is genomen) werd in 2005 door zo’n 5% van alle minima en zo’n 8% van alle cliënten gebruik gemaakt. Een specifieke vraag in dit onderzoek was in hoeverre huishoudens die bijzondere bijstand aanvragen ook kwijtschelding van gemeentelijke belastingen aanvragen en vice versa. Aangezien alle minima (tot 100% van het sociaal minimum) kwijtschelding ontvangen, kunnen we, zonder de bestanden te koppelen, ook concluderen dat zo’n 36% van de mensen die kwijtschelding ontvangen, ook bijzondere bijstand ontvangen.
4.4 Werkwijze bij kwijtschelding van gemeentelijke belastingen De afdeling Belastingen van de gemeente bereikt 100% van haar doelgroep bij kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Hoe doet zij dat? De afdeling scheldt op geautomatiseerde wijze de gemeentelijke belastingen kwijt als duidelijk is dat huishoudens een inkomen hebben op het sociaal minimum. Als de afdeling Belastingen vermoed dat huishoudens in aanmerking komen voor kwijtschelding, stuurt zij een kwijtscheldingsformulier toe. Hiervoor heeft de afdeling Belastingen verschillende bronnen tot haar beschikking: het cliëntenbestand van Sociale Zekerheid, gegevens van de Belastingdienst en haar eigen bestand van huishoudens die in de afgelopen jaren kwijtschelding kregen. Allereerst de geautomatiseerde kwijtschelding. De afdeling Belastingen stuurt WWB-cliënten van Sociale Zekerheid (exclusief BBZ-ers, IOAW-ers en IOAZ-ers, dak- en thuislozen, mensen die verblijven in een inrichting, 65-plussers en degenen waar een onderzoek plaatsvindt naar de rechtmatigheid van de uitkering) een beschikking dat de gemeentelijke belastingen worden kwijtgescholden. Het gaat in 2005 om 2.030 op deze wijze verleende kwijtscheldingen. Daarnaast hebben 187 seniorenhuishoudens met uitsluitend een AOW-uitkering op geautomatiseerde wijze een beschikking gekregen. Hiervoor vindt een koppeling plaats met gegevens van de Belastingdienst. Andere huishoudens die op geautomatiseerde wijze kwijtschelding krijgen zijn bepaalde huishoudens die al langer kwijtschelding krijgen en waarvan verwacht wordt dat er geen wijzigingen zullen plaatsvinden in de inkomenssituatie. Het gaat om 67-plussers die minimaal twee jaar kwijtschelding ontvingen (256 huishoudens) en om huishoudens onder de 65 jaar die minimaal vijf jaar kwijtschelding ontvingen en als inkomstenbron een WAO- of andere uitkering ontvingen (479 huishoudens). In totaal werd in 2005 dus aan 2.952 rechthebbende huishoudens op geautomatiseerde wijze kwijtschelding van gemeentelijke belastingen verleend. Naast de geautomatiseerde kwijtschelding zendt de afdeling Belastingen aan bepaalde huishoudens een verzoekformulier voor kwijtschelding. Dat gebeurde in 2005 bij 1.077 huishoudens. Deze huishoudens hadden namelijk het jaar daarvoor (in 2004) geheel of gedeeltelijke kwijtschelding gekregen n.a.v. hun (eigen) verzoek. Natuurlijk kunnen anderen een verzoek indienen voor kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. In 2005 hebben 1.212 huishoudens zo’n verzoek ingediend. Bij deze in totaal 2.289 huishoudens is gekeken of zij recht hadden op kwijtschelding op grond van de gegevens die zij verstrekt hebben. Dat bleek het geval bij 1.730 huishoudens.
18
0-Meting minimabeleid 2005
In totaal is in 2005 aan 4.682 huishoudens de gemeentelijke belasting kwijtgescholden (4.587 huishoudens volledig en 105 gedeeltelijk). Hiervan ontvingen 2.952 huishoudens op geautomatiseerde wijze kwijtschelding. De overige 1.730 huishoudens hebben hiervoor zelf een verzoek ingediend, al dan niet nadat de afdeling Belastingen hen het verzoekformulier had toegezonden.
0-,Meting minimabeleid 2005
19
5. Bereik van de communicatiekanalen Uit onderzoek van het SCP blijkt dat de kennis van de verschillende regelingen doorslaggevend is voor het wel- of niet-gebruik ervan. Niet-gebruikers kennen de regelingen vaak niet of vermoeden dat ze er geen recht op hebben. Informatie verstrekken kan dus het niet-gebruik verlagen. Maar het komt ook voor dat minima geen behoefte hebben aan inkomensondersteuning omdat zij heb niet nodig hebben om rond te kunnen komen. Het gaat hier vaak om jonge en relatief hoog-opgeleide minima. Wellicht ervaren zij een gunstiger toekomstperspectief, aldus het SCP. Aan cliënten van Sociale Zekerheid wordt informatie verstrekt over de inkomensondersteunende regelingen, onder andere via het SZ-nieuws en folders. Tweederde van de cliënten kent het SZ-nieuws. Met name allochtonen, senioren en mensen die kort in de bijstand zitten, kennen het SZ-nieuws minder vaak. Ongeveer de helft van de cliënten leest de folders. De gemeentelijke informatie via algemene lokale media bereikt zo’n driekwart van alle Amersfoorters. Senioren lezen de lokale media vaker dan andere groepen. Uitkeringsgerechtigden, mensen met een laag inkomen en allochtonen worden juist minder goed bereikt. Toch leest minimaal tweederde van hen soms de gemeentelijke berichten. Het bereik van de folder, die is verstuurd bij de gecombineerde waardebepaling/aanslag van de gemeentelijke belastingen in 2005, is groot. Ruim de helft van alle huishoudens heeft de folder gelezen. De artikelen over dit onderwerp in De Stadsberichten zijn door minder mensen gelezen dan was verwacht. Ouderen worden goed bereikt met dergelijke communicatiemiddelen, allochtonen juist minder goed. In 2005 hebben de Seniorenvoorlichters gesproken met 991 senioren. Met 21% van hen is gesproken over financiën, waaronder de verschillende inkomensondersteunende maatregelen voor minima.
5.1 Inleiding Allereerst gaan we in op de redenen van minima om geen gebruik te maken van inkomensondersteunende maatregelen. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van een recent SCPonderzoek, waaruit blijkt dat een gebrek aan kennis en het idee dat je er geen recht op hebt belangrijke redenen zijn voor niet-gebruik van voorzieningen. Informatievoorziening kan dus het niet-gebruik (voor een deel) terugdringen. Daarom wordt vervolgens in dit hoofdstuk ingegaan op de manieren waarop de gemeente Amersfoort minima informeert over inkomensondersteunende regelingen en in hoeverre die informatie de doelgroep bereikt. Over het bereik van intermediairen bij allochtonen is geen informatie beschikbaar.
0-,Meting minimabeleid 2005
21
5.2 Redenen voor niet-gebruik Het SCP 4 heeft in april 2006 een werkdocument uitgebracht over het niet-gebruik bij minima. Onderzocht is in hoeverre minima gebruikmaken van aanvullende bijstand voor huishoudens met een inkomen onder het sociaal minimum, kwijtschelding van gemeentelijke belastingen, individuele bijzondere bijstand, categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken en gehandicapten en de langdurigheidstoeslag. Het exacte niet-gebruik is nog niet bekend maar wordt medio 2006 in het hoofdrapport gepubliceerd. Het werkdocument gaat over de redenen van niet-gebruik. Een belangrijke reden blijkt de onbekendheid van de regelingen te zijn. Onderzocht is het belang van verschillende mogelijke redenen om af te zien van een aanvraag. Uit het onderzoek blijkt dat de niet-gebruikers in veel opzichten lijken op de gebruikers van regelingen: de twee groepen verwachten bijvoorbeeld even vaak dat zij een bepaalde regeling slechts voor korte periode nodig zullen hebben, zeggen even vaak zich arm te voelen en hebben vergelijkbare meningen over de aanvraagprocedure en administratieve rompslomp. Deze aspecten geven dus niet de doorslag bij het wel of niet aanvragen van een bepaalde regeling. Wat wel een groot verschil is tussen gebruikers en niet-gebruikers, is de kennis van de verschillende regelingen. Mensen die geen gebruik maken van de verschillende regelingen, hebben duidelijk minder kennis van de regelingen. Daarnaast dacht men duidelijk vaker dat men geen recht heeft op de regeling en heeft men geen behoefte aan de regeling om rond te kunnen komen. Niet-gebruikers hebben dan ook een positiever oordeel over hun financiële situatie, terwijl er geen objectief verschil is in hun inkomenspositie. Mogelijk heeft dit te maken met persoonskenmerken: niet-gebruikers zijn vaker jong en relatief hoger opgeleid. Wellicht ervaren zij een gunstiger toekomstperspectief en zijn zij minder pessimistisch over de financiële risico’s die zij lopen, aldus het SCP. Al met al concludeert het SCP dat het niet-gebruik voor een deel teruggedrongen kan worden door middel van voorlichting. Maar tegelijk waarschuwt het SCP ervoor dat kennisvergrotende maatregelen hun grenzen kennen. Immers, weten dat je er recht op hebt, hoeft op zichzelf geen reden te zijn om gebruik te willen maken van een regeling.
5.3 Bereik van informatie aan cliënten In 2004 (voor de invoering van de cliëntenmap) is onderzocht in hoeverre cliënten van SZ de informatie die zij ontvangen van de hoofdafdeling Sociale Zekerheid lezen en bewaren. Een van de middelen om haar cliënten op de hoogte te houden van (algemene) ontwikkelingen is de eigen informatiekrant: SZ-Nieuws. SZ-Nieuws verschijnt vier keer per jaar en wordt aan alle uitkeringsontvangers gestuurd in een grote envelop van de gemeente. De vraag is nu in hoeverre cliënten de informatiekrant kennen en lezen.
4
SCP (2006): De onbereikte minima. Werkdocument 123. Den Haag
22
0-Meting minimabeleid 2005
Figuur 1: Kent en leest u het SZ-nieuws?
niets ingevuld (3%) niet (9%)
nee (30%)
helemaal (38%)
ja (70%) gedeeltelijk (50%)
Kennen
Lezen
Bron: O&S Cliënttevredenheidsonderzoek 2004
Ruim tweederde van de cliënten kent het SZ-nieuws. Eenderde dus niet. Wie zijn deze mensen? Met name mensen die korter dan een jaar in de bijstand zitten, ouderen en allochtonen geven vaker aan dat ze het SZ-nieuws niet kennen. SZ-Nieuws wordt goed gelezen door de cliënten die het blad kennen. Vier van de tien cliënten lezen de krant van voor naar achter, de helft gedeeltelijk. Een op de tien legt de informatiekrant ongelezen ter zijde. SZ geeft bovendien nog folders en brochures uit met toelichting op de regelgeving rond de bijstanduitkering. Voorbeelden daarvan zijn het zelf uitgegeven boekje met spelregels en de landelijke brochure “Zo zit het met werk en bijstand”. De belangrijkste van deze brochures worden door de klantmanager uitgereikt bij de inschrijving. Overige folders over specifieke onderwerpen als kinderopvang en bijzondere bijstand kunnen cliënten afhalen in de hal of aan de balie. Bij het verschijnen van een (nieuwe) folder komt de inhoud daarvan ook aan de orde in SZ-Nieuws. Tabel 8: Leest u brochures en folders van SZ? ja, altijd ja, soms nee, nooit die heb ik nooit gekregen niets ingevuld totaal
in procenten 12% 39% 21% 24% 4% 100%
Bron: O&S Cliënttevredenheidsonderzoek 2004
Net als bij het SZ-nieuws (30%) zeggen veel cliënten dat ze de folders nooit gekregen hebben (24%). Bijna de helft van de cliënten zegt geen brochures of folders te kennen of, als dat wel zo is, ze niet te hebben gelezen. Overigens is het niet zo belangrijk dat mensen deze folders en brochures van voor tot achter doorlezen. Het is wel belangrijk dat ze weten dat ze bestaan, een idee hebben van wat erin staat en dat ze die bewaren voor als ze die nodig hebben.
5.4 Bereik van Stadsberichten voor verschillende doelgroepen De Gemeente Amersfoort publiceert beslissingen en informatie in de gemeentelijke informatierubriek Stadsbrichten die twee maal per week verschijnt in de huis-aan-huisbladen, op teletekst/kabelkrant en op de gemeentelijke website. In onderstaande tabel staat het bereik van de Stadsberichten onder verschillende doelgroepen.
0-,Meting minimabeleid 2005
23
Tabel 9: Bereik Stadsberichten voor verschillende doelgroepen
Huis-aan-huis wekelijks
Amersfoort gemiddeld
Maandinkomen < € 1.000 netto
Uitkering als inkomstenbron
Allochtonen
Senioren (65+)
37%
27%
26%
13%
54%
Huis-aan-huis af en toe
38%
30%
34%
44%
27%
Kabelkrant/teletekst*
29%
36%
41%
37%
36%
www.amersfoort.nl**
8%
9%
10%
13%
4%
76%
67%
72%
68%
86%
Totaal***
*leest (regelmatig of soms) **leest (regelmatig of soms) ***leest minimaal één medium minimaal soms of af en toe Bron: Stadspeiling 2005 / bewerking O&S
Al met al bereikt de gemeentelijke informatie via algemene lokale media zo’n driekwart van alle Amersfoorters. Uitkeringsgerechtigden, mensen met een laag inkomen en allochtonen worden iets minder bereikt met deze algemene lokale media. Toch leest minimaal tweederde van hen soms de berichten. We zien dat mensen met een uitkering en huishoudens met een laag inkomen de Stadsberichten in de huis-aan-huisbladen minder frequent lezen dan de gemiddelde Amersfoorter. Daar staat tegenover dat zij de Stadsberichten vaker bekijken op de kabelkrant of op teletekst. Voor allochtonen (waarbij geen onderscheid gemaakt kan worden in de verschillende inkomensgroepen), geldt dat zij de Stadsberichten in de huis-aan-huisbladen niet frequent lezen. Ze bekijken wel relatief vaak via de kabelkrant of op teletekst. Senioren (wederom kan hier geen onderscheid gemaakt worden in de verschillende inkomensgroepen) stellen zich in het algemeen relatief goed op de hoogte van gemeentelijke informatie. Zij zijn het best geïnformeerd van alle groepen. Allochtonen en mensen met een laag huishoudensinkomen zijn het minst geïnformeerd. Toch stelt nog altijd ruim eenderde zich minimaal af en toe op de hoogte van gemeentelijke informatie.
5.5 Bereik van communicatiemiddelen Belastingen In 2005 is voor iedere woning en bedrijfspand een nieuwe WOZ-waarde vastgesteld. Voor het eerst kregen alle huishoudens op één formulier zowel de nieuwe WOZ-waarde als de aanslag voor de gemeentelijke belastingen. Hieraan heeft de afdeling Belastingen op verschillende manieren bekendheid gegeven: via een folder bij de gecombineerde aanslag en waardebepaling, via internet en in de Stadsberichten. In de Stadspeiling 2005 is onderzocht wat het bereik was van de verschillende ingezette communicatiemiddelen.
24
0-Meting minimabeleid 2005
Figuur 2: Heeft u onderstaande communicatiemiddelen gelezen? gecombineerde aanslag/waardebepaling
folder
Stadsberichten (een of enkele artikelen)
taxatieverslag op internet 0
20
40
60
80
100
Bron: Stadspeiling 2005
Het bereik van de folder, die door ruim de helft van de huishoudens is gelezen, is groter dan dat van de artikelen in Stadsberichten, die door circa eenderde van de huishoudens zijn gelezen. Een kleine groep heeft alle artikelen gelezen. Het taxatieverslag is door circa één op de zes huishoudens bekeken. De mogelijkheid om de toegestuurde stukken ook op internet te bekijken en om het taxatieverslag ook schriftelijk bij de gemeente dan wel via internet op te vragen is bij circa 40% van de huishoudens bekend. Het speciale telefoonnummer dat door de gemeente is opengesteld voor vragen of opmerkingen over de gemeentelijke belastingen is bij een kwart van de huishoudens bekend. Zo’n 4% (ongeveer 3.000 mensen) zegt telefonisch contact te hebben gehad met de gemeente over de gemeentelijke belastingen. In werkelijkheid zijn er zo’n 4.500 telefoontjes binnengekomen. Bij deze telefoontjes zitten ook gesprekken met bedrijven of mensen die vaker belden. Diegenen die de folder hebben gelezen en/of de berichten in Stadsberichten zijn beter op de hoogte van de mogelijkheden om aan informatie te komen. De leesdichtheid van de folder en de artikelen in Stadsberichten is duidelijk hoger onder 50-plussers. Mannen zijn duidelijk meer geïnteresseerd in de bijgevoegde folder en in het taxatieverslag. De interesse voor het taxatieverslag is ook groter onder de hogere inkomens. De artikelen in Stadsberichten worden minder gelezen door hoger opgeleiden en door allochtonen. De bekendheid van de mogelijkheid op stukken op internet te bekijken en van het opvragen van het taxatieverslag bij de gemeente of via internet is groter onder huishoudens met een hogere inkomen, bewoners van een koopwoning en hoger opgeleiden en duidelijk lager onder allochtonen.
5.6 Bereik van de Seniorenvoorlichters In 2005 hebben de Seniorenvoorlichters gesproken met 991 senioren. De gemiddelde leeftijd van hen was 78 jaar. De jongste was 56 en de oudste 100. In totaal 503 senioren zijn thuis bezocht, 488 kwamen naar het spreekuur. Sommige mensen kwamen vaker op het spreekuur of zijn vaker thuis bezocht. In totaal zijn er 1.063 gesprekken gevoerd. In onderstaande tabel staat in welke wijken. Tabel 10: Gesprekken van Seniorenvoorlichters per wijk 2005 Stadskern/Zonnehof Soesterkwartier Vermeer/Leusd/Berg/Bosgebied De Koppel/ Kruiskamp
0-,Meting minimabeleid 2005
Aantal gesprekken Waarvan spreekuren Waarvan huisbezoek 33 23 10 284 232 52 137 16 121 85 41 44
25
Schothorst Liendert/Rustenburg Schuilenburg/Randenbroek Hoogland Zielhorst/Hooglanderveen Kattenbroek Nieuwland Stoutenburg-Noord Wijk onbekend Totaal
90 75 121 41 61 114 11 1 10 1.063
36 15 46 16 17 60 2 1 5 510
54 60 75 25 44 54 9 0 5 553
Bron: Registratiekaarten Seniorenwegwijzers 2005 / bewerking O&S
Veel van de spreekuren vinden plaats in Puntenburg. Dat staat in onderstaande tabel. Tabel 11: Spreekuurlocaties Seniorenwegwijzers 2005 Locatie Ouderensteunpunt Puntenburg Ouderensteunpunt Het Pluspunt Labyrinth- DeDrietand Wijkcentrum ‘t Klokhuis Verzorgingshuis De Koperhorst De Observant Wijkcentrum De Driehoek Sociëteit Leo’s Oord Wijkcentrum Het Middelpunt Zorgcentrum De Liendert Zorgpost in de Molendijkflat Totaal
Percentage 48% 12% 11% 8% 6% 5% 4% 3% 1% 1% 1% 100%
Bron: Registratiekaarten Seniorenwegwijzers 2005 / bewerking O&S
De Seniorenvoorlichters bespreken verschillende onderwerpen met de senioren. Dat zien we in onderstaande figuur. De categorie financiën (21%) bevat verschillende onderdelen van het minimabeleid. Figuur 3: Besproken onderwerpen tussen senioren en Seniorenvoorlichters
financiën 21%
overig 3%
wonen 23%
vervoer 12% welzijn 11%
zorg 30%
Bron: Registratiekaarten Seniorenwegwijzers 2005 / bewerking O&S
In onderstaande tabel staat met hoeveel senioren de verschillende onderdelen van het minimabeleid zijn besproken.
26
0-Meting minimabeleid 2005
Tabel 12: Aandeel senioren waarmee gesproken is over het minimabeleid Financiën Bijzondere bijstand Sociale participatie Kwijtschelding Amersfoort Plus-toesl. T-biljet Onvolledige AOW Stadsring 51 Salus project op orde Bureau voor Rechtsh. Overig Financiën Financiën totaal
Aantal senioren 60 31 126 112 97 12 46 23 12 120 639
Aandeel (van 991) 6% 3% 12% 11% 9% 1% 4% 2% 1% 11% 21% (van alle onderwerpen)
Bron: Registratiekaarten Seniorenwegwijzers 2005 / bewerking O&S
Kwijtschelding en de Amersfoort-Plus-toeslag (die er speciaal is voor 65-plussers) zijn de meest besproken onderwerpen binnen het minimabeleid.
0-,Meting minimabeleid 2005
27
Minima-effectrapportage Gemeente Amersfoort De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens
Minima-effectrapportage Gemeente Amersfoort De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens
Utrecht, november 2006 Opdrachtgever: gemeente Amersfoort
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
1
Voorwoord Het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) is een onafhankelijke stichting. Het NIBUD heeft tot doel particuliere huishoudens inzicht te laten verkrijgen in hun inkomsten en uitgaven, en vaardigheid aan te leren om planmatig met geld om te gaan. Het NIBUD probeert dit doel te bereiken door rechtstreeks voorlichting te geven, zowel via de massamedia als via eigen brochures over diverse budgetonderwerpen, zoals kostgeld en alimentatie. Daarnaast wil het NIBUD hetzelfde doel bereiken via professionals die zich bezighouden met vormen van financiële advisering en voorlichting. Dit zijn functionarissen uit zowel de maatschappelijke hulp- en dienstverlening als het financieel bedrijfsleven, en sectoren van het onderwijs. Het NIBUD ondersteunt deze groepen met eigen publicaties (Budgethandboek, Prijzengids, Rekenprogramma´s) en door deskundigheidsbevordering in de vorm van opleidingen en trainingen. Bij dit alles gaat het NIBUD uit van een standaardmethode van begroten. Dit resulteert in een reeks voorbeeldbegrotingen met referentiecijfers die zijn gebaseerd op empirisch wetenschappelijk onderzoek. Het NIBUD stelt de keuzevrijheid en de eigen verantwoordelijkheid van de huishoudens voorop. Het NIBUD geeft gemeenten meer inzicht in het effect van hun minimabeleid. Door middel van een effectrapportage helpt het NIBUD gemeenten het geld bestemd voor minimabeleid, optimaal te besteden. Deze onderzoek is uitgevoerd door het NIBUD, in samenwerking met de gemeente Amersfoort.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
2
Inhoudsopgave 1. Inleiding ......................................................................................................................4 1.1 Adviesopdracht ......................................................................................................4 1.2 Kern minima-effectrapportage................................................................................4 1.2.1 Huishoudtypen .................................................................................................4 1.2.2 Inkomensniveaus .............................................................................................5 1.2.3 Huur .................................................................................................................5 1.3 Leeswijzer ..............................................................................................................5 2. Onderzoeksmethode: begrotingen ..............................................................................6 2.1. Inleiding ................................................................................................................6 2.2 Basispakket ...........................................................................................................6 2.3 Restpakket.............................................................................................................7 2.4 Inkomsten ..............................................................................................................7 2.5 Uitgavensoorten.....................................................................................................8 2.6 De begrotingen ......................................................................................................8 3. Minimabeleid...............................................................................................................9 3.1 Kwijtscheldingsbeleid.............................................................................................9 3.2 Sociale participatie .................................................................................................9 3.3 Amersfoort Plus ...................................................................................................10 3.4 Collectieve ziektekostenverzekering ....................................................................10 3.5 Witgoedregeling ...................................................................................................10 3.6 Premiebeleid ........................................................................................................10 3.7 Kinderopvang.......................................................................................................10 3.8 Individuele bijzondere bijstand .............................................................................11 4. Resultaten.................................................................................................................12 4.1 Vergelijking tussen huishoudens onderling ..........................................................12 4.1.1 Huur ...............................................................................................................12 4.1.2 Huishoudsamenstelling ..................................................................................12 4.1.3 Inkomensniveau.............................................................................................13 4.2 Gemeente Amersfoort vergeleken met een gemeente zonder regelingen ...........16 4.3 Uitbreiding regeling Sociale Participatie ...............................................................16 5. Conclusies en aanbevelingen ...................................................................................18 Bijlage 1: Begrotingen Bijlage 2: Resultaten Bijlage 3: Vergeleken met een gemeente zonder regelingen Bijlage 4: Inkomsten en landelijke regelingen Bijlage 5: Verantwoording uitgaven
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
3
1. Inleiding 1.1 Adviesopdracht Iedere gemeente beschikt over mogelijkheden om invloed uit te oefenen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens. Dat kan bijvoorbeeld door het kwijtschelden van gemeentelijke heffingen of door bijzondere bijstand. Het is echter niet direct zichtbaar wat in de praktijk de effecten van die maatregelen zijn op het budget van verschillende groepen huishoudens. De centrale vraag van dit onderzoek luidt: Wat is het effect van landelijke en lokale inkomensondersteunende regelingen op de financiële positie van huishoudens met een laag inkomen in de gemeente Amersfoort? Bekeken wordt welke groepen huishoudens in de gemeente goed profiteren van de verschillende inkomensondersteunende maatregelen en welke groepen minder goed. Ook maakt deze rapportage een eventuele armoedeval inzichtelijk. Het doel van een minima-effectrapportage is inzicht te geven in de koopkracht van de armste groepen in de gemeente en in de effecten van landelijke en gemeentelijke maatregelen daarop. De resultaten van deze effectrapportage vormen de basis voor de verdere ontwikkeling van het minimabeleid van de gemeente Amersfoort.
1.2 Kern minima-effectrapportage Een Minima-effectrapportage kent drie kerngegevens, te weten huishoudtypen, inkomensniveaus en huren. In overleg met gemeente Amersfoort zijn deze gegevens vastgesteld. 1.2.1 Huishoudtypen In deze effectrapportage zijn de volgende standaard huishoudtypen onderzocht: • • • • • • • •
Alleenstaande jonger dan 65 jaar; Alleenstaande 65 jaar en ouder; Eenoudergezin met twee jonge kinderen (3 en 5 jaar); Eenoudergezin met twee oudere kinderen (14 en 16 jaar); Echtpaar met twee jonge kinderen (3 en 5 jaar); Echtpaar met twee oudere kinderen (14 en 16 jaar); Echtpaar, jonger dan 65 jaar; Echtpaar, 65 jaar of ouder.
Zowel jonge als oudere kinderen zijn betrokken in dit onderzoek. Bij jonge kinderen zijn vooral de kosten van kinderopvang van belang. Voor de oudere kinderen kunnen de ouders Tegemoetkoming Schoolkosten aanvragen.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
4
1.2.2 Inkomensniveaus Deze rapportage laat zien welke effecten de landelijke en gemeentelijke maatregelen hebben op de koopkracht van de huishoudtypen bij verschillende inkomensniveaus. Voor elk van de huishoudens worden berekeningen gemaakt bij de volgende inkomens: • netto minimuminkomen (WWB of AOW); • 110% van het netto minimuminkomen; • 120% van het netto minimuminkomen. Het kan vóórkomen dat huishoudens met een inkomen net boven het minimum hiervan minder overhouden dan de huishoudens op het minimum, omdat de eerste groep net buiten de regelingen voor financiële ondersteuning vallen. Dit effect, de armoedeval, is in dit rapport inzichtelijk gemaakt. Bij ouderen wordt officieel niet gesproken van een armoedeval, omdat zij gewoonlijk niet uitstromen van een uitkering naar betaald werk. Ook bij deze huishoudtypen kan er echter sprake zijn van een geringere bestedingsmogelijkheid bij een hoger inkomen. Voor het gemak wordt dit ook als armoedeval aangemerkt. 1.2.3 Huur De huur vormt in de meeste huishoudens de hoogste uitgave op de begroting. Om het effect van de hoogte van de huur en van de huurtoeslag zichtbaar te maken, worden voor twee huren begrotingen gemaakt. Deze veel voorkomende huren zijn in overleg met de gemeente Amersfoort vastgesteld. Dit zijn in dit onderzoek € 341 en € 485.
1.3 Leeswijzer Het rapport is als volgt opgebouwd. Hoofdstuk 2 gaat in op de onderzoeksmethode waarbij tevens de methodiek van begroten staat beschreven. Hoofdstuk 3 geeft een toelichting op de lokale inkomensondersteunende regelingen die worden doorberekend in deze effectrapportage. Vervolgens geeft hoofdstuk 4 de onderzoeksresultaten van de Minima-effectrapportage. Tot slot staan in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen. De begrotingen met toelichting staan in een aantal bijlagen. Ook wordt in de bijlage meer informatie gegeven over bronnen van de referentiecijfers en de inkomensopbouw.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
5
2. Onderzoeksmethode: begrotingen 2.1. Inleiding Om het effect van inkomensondersteunende regelingen op de financiële positie van huishoudens te berekenen, maakt het NIBUD gebruik van begrotingen. Uit deze begrotingen zijn de inkomsten en uitgaven van de huishoudens af te lezen. De begrotingen in deze rapportage zijn gemaakt voor bepaalde huishoudtypen met een bepaald inkomen in een huurwoning. Het zijn begrotingen voor groepen van huishoudens. De bedragen in de begrotingen zijn gemiddelden; in werkelijkheid zal de financiële situatie er in de individuele huishoudens anders uitzien. De begroting laat dus niet zien in hoeverre een individueel huishouden een sluitende begroting heeft. Wel wordt duidelijk in hoeverre een groep huishoudens een sluitende begroting heeft. Bij het opstellen van de begrotingen wordt geen rekening gehouden met schulden, omdat daarover niets algemeens te zeggen valt. Schulden komen echter vaak voor onder mensen met lage inkomens. Alle begrotingen zijn maandbegrotingen, waarbij de inkomsten en uitgaven zijn omgerekend naar gemiddelde maandbedragen. In de praktijk kunnen er flinke verschillen zijn tussen de maanden van het jaar. Vakantiegeld wordt bijvoorbeeld jaarlijks uitgekeerd, maar wordt in deze rapportage omgerekend naar een maandelijks bedrag. Het inkomen is in iedere begroting een vast gegeven. De uitgavenkant vullen we in volgens de methode van het basispakket en het restpakket.
2.2 Basispakket Het basispakket omvat alle uitgaven die als noodzakelijk kunnen worden beschouwd. In het basispakket zijn de kosten opgenomen die een huishouden moet maken voor wonen, kleden, voeden, gezondheid, zekerheid (verzekeringen) en informatie (radio, telefoon en tv). Het pakket wordt in overleg met anderen (bijvoorbeeld de Sociale Alliantie) regelmatig aangepast. Vanaf 2006 maakt een computer met internetaansluiting deel uit van het basispakket voor alle huishoudens. Sinds 2002 is de computer al onderdeel van het basispakket voor gezinnen met kinderen vanaf 6 jaar. Voor iedere kostenpost is een minimumprijs genomen. Zie voor de samenstelling van het basispakket bijlage 5. Naast de noodzakelijke uitgaven vallen onder het basispakket ook de 'moeilijk of niet-vermijdbare uitgaven'. Dit zijn uitgaven die voor een bepaald persoon onontkoombaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn: afbetaling van een lening, hoge energiekosten door slechte isolatie of dieetkosten.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
6
2.3 Restpakket Het bedrag dat overblijft nadat alle uitgaven uit het basispakket zijn gedaan, is bestemd voor vrije bestedingen. Alle vrije bestedingen vormen samen het restpakket. Aan deze bestedingen ligt een keuzevrijheid ten grondslag. Huishoudens kunnen zelf keuzes maken hoe ze het restpakket willen invullen. Het geld kan besteed worden aan nieuwe uitgavenposten (vakantie of hobby) of aan extra uitgaven aan posten in het basispakket (extra voeding of kleding). Om meer inzicht te geven in de financiële situatie van verschillende inkomensgroepen, is het restpakket in deze rapportage op drie verschillende manieren ingevuld. De gekozen restpakketten zijn sober want ze omvatten vrij elementaire uitgaven. De restpakketten geven mogelijke keuzes in uitgaven weer. In tegenstelling tot het basispakket zijn niet alle onderdelen van het restpakket noodzakelijk. Er is berekend wat de kosten van de keuzecombinaties zijn voor de betreffende huishoudens. In bijlage 5 staan de gekozen restpakketten beschreven. De basispakketten en restpakketten verschillen per huishoudtype op een aantal punten. Een alleenstaande staat immers voor andere kosten dan bijvoorbeeld een gezin met jonge kinderen.
2.4 Inkomsten Bij de verschillende huishoudens zijn begrotingen gemaakt voor drie inkomensniveaus: • WWB/AOW-uitkering; • 110% van het netto minimuminkomen; • 120% van het netto minimuminkomen. In deze rapportage wordt uitgegaan van het totaal besteedbaar maandinkomen, wat bestaat uit alle inkomsten van het huishouden, zoals netto salarissen, uitkeringen, kortingen op de belasting, huurtoeslag, vakantiegeld en kinderbijslag. In de rapportage wordt ervan uitgegaan dat huishoudens gebruik maken van alle regelingen die op hen van toepassing zijn. Huishoudens komen in aanmerking voor standaard belastingaftrek voor buitengewone uitgaven en eventueel de Tegemoetkoming voor buitengewone uitgaven (TBU). Ieder huishouden mag boven een inkomensafhankelijke drempel een bedrag aan ziektekosten als aftrekpost voor buitengewone uitgaven opvoeren. Huishoudens met een laag inkomen, komen met hun inkomensafhankelijke premie al boven de drempel uit. Ook de huishoudens jonger dan 65 jaar, krijgen via deze regeling geld terug van de belasting. Deze regeling is in de begrotingen verwerkt bij de inkomsten. In bijlage 4 staat aanvullende informatie over de gekozen uitgangspunten bij de inkomens.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
7
2.5 Uitgavensoorten In alle begrotingen onderscheidt het NIBUD drie soorten uitgaven: • Vaste lasten Dit zijn uitgaven die regelmatig terugkomen. Er ligt meestal een contract aan ten grondslag. Voorbeelden zijn de huur, energiekosten en verzekeringen. • Reserveringsuitgaven. Dit zijn uitgaven die niet regelmatig voorkomen en waarvan de hoogte vooraf niet precies bekend is. Er moet in principe een bedrag voor gereserveerd worden. Voorbeelden hiervan zijn de kosten voor inventaris en kleding. • Huishoudelijke uitgaven. Dit zijn de steeds terugkerende uitgaven aan voeding, reiniging, persoonlijke verzorging e.d. In deze rapportage wordt gerekend met minimale bedragen die huishoudens nodig hebben om de uitgaven te kunnen betalen. Voor de uitgaven is waar mogelijk uitgegaan van lokale tarieven. Voorbeelden hiervan zijn heffingen, water, bibliotheek, sportclub en de kabel. De landelijke bedragen zijn gebaseerd op berekeningen van het NIBUD. Meer informatie over de berekeningen staat in bijlage 5.
2.6 De begrotingen Volgens de methodiek die hierboven staat beschreven, worden de begrotingen opgesteld van het basispakket. Deze staan in bijlage 1. Er resteert dan een bedrag dat kan worden besteed aan een restpakket. De resultaten per restpakket staan in bijlage 2. Deze resultaten geven weer wat de koopkracht is van de huishoudens bij de verschillende inkomensniveaus, rekening houdend met de landelijke en de lokale inkomensondersteunende regelingen. Voor alle standaard huishoudtypen met een inkomen op minimumniveau (WWB/AOWniveau) is een vergelijking gemaakt met een gemeente zonder regelingen. Deze begrotingen staan in bijlage 3. De uitgaven in het basispakket van huishoudens in de gemeente Amersfoort worden vergeleken met het betreffende huishoudtype met hetzelfde inkomen.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
8
3. Minimabeleid In dit hoofdstuk staan de diverse gemeentelijke regelingen voor inkomensondersteuning van minima beschreven. Per regeling volgt een korte beschrijving van de belangrijkste kenmerken en voorwaarden.
3.1 Kwijtscheldingsbeleid De gemeente Amersfoort hanteert een kwijtscheldingspercentage voor de gemeentelijke heffingen van 100% van de grondslag WWB. Bij een inkomen boven deze norm wordt de betalingscapaciteit berekend door het inkomen te verminderen met het norminkomen. Er vindt een correctie plaats voor eigen uitgaven aan huur en ziektekosten (premie basisverzekering en aanvullende verzekering minus de zorgtoeslag). Van de betalingscapaciteit dient 80% te worden aangewend voor de betaling van gemeentelijke heffingen. Kwijtschelding is mogelijk voor de afvalstoffenheffing, het rioolrecht en de hondenbelasting. Het waterschap hanteert voor de waterzuiverings- en ingezetenenheffing eveneens een percentage van 100% van de grondslag WWB. Gemeente Amersfoort en het waterschap voeren de draagkrachtberekening voor de kwijtschelding niet gezamenlijk uit.
3.2 Sociale participatie De regeling Sociale Participatie beoogt inwoners met een inkomen op WWB/AOW niveau te helpen bij deelname aan het maatschappelijk verkeer. De vergoeding uit deze regeling is bedoeld voor de kosten van sportieve of culturele activiteiten. Hieronder vallen onder andere het lidmaatschap van een sportclub, de kosten van een cursus of recreatieve activiteiten zoals een bezoek aan bioscoop of dierentuin. Ook is de vergoeding te gebruiken voor de kosten van de peuterspeelzaal. Om voor de vergoeding in aanmerking te komen dienen huishoudens minimaal 12 maanden een inkomen te hebben op het minimum. De subsidie bedraagt € 192 per gezinslid per jaar. Kinderen ontvangen de vergoeding vanaf 3 jaar. Wanneer er sprake is van een inkomen boven het minimum wordt de vergoeding niet verstrekt. De draagkracht die een huishouden heeft wordt niet verrekend met de subsidie. Sinds 2006 wordt de regeling niet meer verstrekt op basis van directe declaratie. Huishoudens die voor de regeling Sociale Participatie in aanmerking komen, krijgen een voorschot van € 100 (alleenstaande) of € 200 (meerpersoonshuishouden). Wanneer een huishouden later bonnen inlevert ter hoogte van het voorschot, keert de gemeente het resterende bedrag uit. De regeling Sociale Participatie geldt nu alleen voor huishoudens die 12 maanden of langer van een minimuminkomen moeten rondkomen. Op verzoek van gemeente Amersfoort is bekeken wat de gevolgen zijn van uitbreiding van deze regeling naar inkomens tot en met 120% van het minimum. Paragraaf 4.3 van dit rapport gaat in op de effecten van deze beleidswijziging op de financiële positie van huishoudens.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
9
3.3 Amersfoort Plus Huishoudens van 65 jaar of ouder die zelfstandig wonen kunnen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de regeling Amersfoort Plus. Het huishoudinkomen mag in drie voorgaande jaren niet hoger zijn dan 110% van het van toepassing zijnde bijstandsniveau. De Plustoeslag bedraagt € 230 per huishouden per jaar. Er wordt bij de verstrekking geen onderscheid gemaakt naar huishoudtype. 3.4 Collectieve ziektekostenverzekering De gemeente Amersfoort biedt alle inwoners met een laag inkomen een collectieve basisverzekering en een aanvullende verzekering aan. Dit gebeurt in samenwerking met Agis Zorgverzekeringen. Huishoudens met een inkomen tot en met 110% van het minimum komen in aanmerking voor deze verzekering. De collectieve basisverzekering kost € 83,20 per maand. De collectieve aanvullende verzekering heet AV-Amersfoort. De vergoeding hiervoor is uitgebreider dan de individuele Agis Compleet verzekering. De AV-Amersfoort biedt een ruimere dekking voor minder geld. Huishoudens die collectief verzekerd zijn krijgen van de gemeente een tegemoetkoming in de premie van de aanvullende verzekering. De aanvullende verzekering kost dan € 15,95 in plaats van € 23,55. 3.5 Witgoedregeling Deze regeling vergoedt de reparatie of aanschaf van een wasmachine, koelkast, fornuis of een stofzuiger. Om in aanmerking te komen voor deze regeling, dient een huishouden minimaal 2 jaar een inkomen te hebben op minimumniveau. Daarnaast mag het vermogen niet hoger zijn dan € 2.269. De apparaten moeten minimaal 5 jaar oud zijn en binnen 6 jaar vindt geen verstrekking plaats van hetzelfde apparaat. Altijd zal eerst de mogelijkheid tot reparatie worden bekeken. In de begrotingen wordt deze regeling niet meegenomen vanwege de specifieke voorwaarden1. 3.6 Premiebeleid De gemeente Amersfoort kent een premiebeleid bij uitstroom naar betaald werk. De hoogte van de premie is afhankelijk van de manier waarop iemand uitstroomt. Na één jaar regulier werk is bijvoorbeeld recht op een eenmalige premie van € 900. Deze premie compenseert het mislopen van de langdurigheidstoeslag en een eventuele armoedeval. Deze regeling is de begrotingen niet meegenomen vanwege het zeer individuele karakter van dit beleid. Wel zal bij de resultaten dit beleid in beschouwing worden genomen. 3.7 Kinderopvang Om kinderopvang te regelen in Nederland moeten ouders zelf een kindercentrum of een gastouderbureau kiezen en ze betalen zelf de kosten. Ze krijgen hiervoor een bijdrage van het rijk en de werkgever. Voor ouders die bijvoorbeeld deelnemen aan een reïntegratietraject zorgt het rijk voor de werkgeversbijdrage. De huishoudens met een laag inkomen betalen dan nog maar een paar procent van de kosten zelf. In 1
Vergoeding van de vier apparaten eens per 6 jaar levert een huishouden een maandelijks voordeel op van circa € 14 (Bron: NIBUD prijzengids 2006-2007).
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
10
de gemeente Amersfoort worden de resterende kosten voor huishoudens met een laag inkomen vergoed vanuit de individuele bijzondere bijstand. Voor inkomens boven het minimum geldt een draagkrachtberekening. Bij een inkomen tussen de 100% en 110% van de toepasselijke bijstandsnorm, bedraagt de draagkracht € 10. Tussen 110% en 120% van het minimum wordt een draagkracht verondersteld van € 25. € 50 wordt als draakracht in aanmerking genomen als het inkomen ligt tussen 120% en 130% van het minimum.
3.8 Individuele bijzondere bijstand De gemeente Amersfoort verstrekt in individuele gevallen bijzondere bijstand. De bijzondere bijstand wordt niet meegenomen in deze rapportage, omdat deze per situatie verschilt.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
11
4. Resultaten Dit hoofdstuk bevat de resultaten van het onderzoek. Eerst komen de verschillen tussen de huishoudtypen in de gemeente Amersfoort aan bod. Daarna volgt een vergelijking tussen de huishoudens met een minimuminkomen in Amersfoort met een gemeente zonder inkomensondersteunende regelingen. In de tabellen aan het einde van dit hoofdstuk staan de resultaten samengevat. Tabel 5.1 geeft de financiële ruimte weer vóór invulling van het restpakket (cijfers afkomstig uit bijlage 1). Vervolgens zijn drie voorbeelden van restpakketten ingevuld (bijlage 2). In tabel 5.2 is gekozen voor de resultaten van het middelste restpakket B.
4.1 Vergelijking tussen huishoudens onderling 4.1.1 Huur In dit onderzoek zijn twee huren doorberekend; een huur van € 341 en een hogere huur van € 485. De huishoudens met een hoge huur hebben minder bestedingsmogelijkheden dan de huishoudens met een lage huur. Dit komt onder andere doordat de hoge huur niet volledig gecompenseerd door een hoger bedrag aan huurtoeslag. Wel komen huishoudens met een hoge huur langer in aanmerking voor kwijtschelding van de heffingen. Bij de berekening van de betalingscapaciteit wordt een correctie toegepast voor eigen uitgaven aan huur. Deze uitgaven worden in mindering worden gebracht op de betalingscapaciteit. Dit heeft tot gevolg dat huishoudens met een lage huur bij een inkomen op 110% van het minimum niet meer in aanmerking komen voor kwijtschelding, maar huishoudens met een huur van € 485 komen nog wel in aanmerking voor (gedeeltelijke) kwijtschelding. De hogere huur wordt gedeeltelijk gecompenseerd door de aanspraak op kwijtschelding van heffingen. Hierdoor is het verschil in bestedingsmogelijkheden tussen huishoudens met een lage huur en huishoudens met een hoge huur het kleinst bij het inkomensniveau van 110% van het minimum. Bij het inkomensniveau van 120% van het minimum is het verschil groter omdat huishoudens bij dit inkomen geen kwijtschelding van heffingen meer ontvangen. De huurtoeslag is onderdeel van landelijk beleid. Hier kan de gemeente Amersfoort geen invloed op uitoefenen.
4.1.2 Huishoudsamenstelling Bij het opstellen van de begrotingen volgens de methode van basis- en restpakket blijkt dat voor een aantal huishoudtypen in dit onderzoek één of meerdere gekozen restpakketten niet haalbaar zijn. De (eenouder)gezinnen met oudere kinderen hebben zeer beperkte bestedingsmogelijkheden. Zelfs het minst uitgebreide restpakket kunnen zij niet financieren. Dit komt door de hoge kosten voor onder andere voeding, kleding, en Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
12
schoolkosten. Voor het echtpaar met oudere kinderen geldt dat de kosten van het basispakket zo hoog zijn dat er nauwelijks iets over blijft voor bekostiging van het restpakket. Ten opzichte van eenoudergezinnen, hebben echtparen met kinderen het financieel minder goed. Een echtpaar heeft dan wel een hoger inkomen, maar dit weegt niet op tegen de extra kosten van een volwassene. De huishoudens van 65 jaar of ouder hebben de beste bestedingsmogelijkheden. Dit komt in eerste instantie doordat de AOW-uitkering hoger is dan de WWBuitkering. Ook krijgen 65-plussers met een inkomen tot en met 110% van het minimum een bijdrage via de regeling Amersfoort Plus. Daarnaast hebben de huishoudens van 65 jaar of ouder recht op een hogere belastingaftrek buitengewone uitgaven en de TBU. In tegenstelling tot huishoudens van 65 jaar of ouder, hebben huishoudens onder de 65 jaar bij een inkomen boven het minimum vaak ook kosten in verband met arbeid. Van de huishoudens onder de 65 jaar profiteert het eenoudergezin met jonge kinderen het beste van de landelijke en lokale inkomensondersteuning. Dit huishouden komt bij een inkomen boven het minimum in aanmerking voor de combinatiekorting. Ook worden de kosten van kinderopvang grotendeels vergoed via de bijzondere bijstand. Ten opzichte van de andere gezinnen in dit onderzoek heeft dit huishouden lagere uitgaven.
4.1.3 Inkomensniveau Voor elk huishoudtype zijn drie inkomensniveaus doorgerekend. Naast het minimuminkomen zijn inkomens van 110%,120% van het minimum gespecificeerd. Deze percentages zijn ten opzichte van het netto minimuminkomen, inclusief het vakantiegeld en de vaste heffingskortingen die door de Belastingdienst worden uitgekeerd. Soms leidt een hoger inkomen tot een beperktere bestedingsmogelijkheid. Dit komt doordat landelijke regelingen - zoals huurtoeslag - en lokaal beleid - zoals kwijtschelding - er niet op voorhand toe leiden dat een huishouden meer te besteden heeft bij een hoger inkomen. Dit gebeurt onder andere wanneer huishoudens vanuit een uitkering uitstromen naar betaald werk. Op dat moment nemen de kosten door werk toe en komen rechten op allerlei inkomensondersteunende regelingen (gedeeltelijk) te vervallen. In dat geval is sprake van een armoedeval. Wanneer we kijken naar de bestedingsruimte vóór invulling van het restpakket (zie tabel 5.1), zien we dat het bedrag dat overblijft voor het restpakket niet bij alle huishoudtypen toeneemt met het inkomen. De echtparen onder de 65 jaar (met en zonder kinderen) hebben bij een hoge huur en een inkomen op 120% van het minimum evenveel of minder te besteden dan bij een inkomen op 110% van het minimum. Een oorzaak hiervan is dat op 120% van het minimum geen recht meer is op kwijtschelding van heffingen. Deze betreffende huishoudens ontvangen ook minder huurtoeslag. Daarnaast kunnen huishoudens op 120% van het minimum geen gebruik maken van de collectieve
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
13
ziektekostenverzekering. Ná invulling van het restpakket (zie tabel 5.2) treedt bij uitstroom van een kortdurende WWB- uitkering naar een inkomen van 110% geen armoedeval op. De alleenstaande onder de 65 jaar en het echtpaar van 65 jaar of ouder met een lage huur hebben bij een inkomen op 110% van het minimum evenveel te besteden als op WWB/AOW-niveau. De belangrijkste oorzaak is dat bij het inkomen van 110% van het minimum geen recht meer is op kwijtschelding van heffingen. Ook heeft de alleenstaande onder de 65 jaar bij een inkomen op 110% van het minimum kosten in verband met werken. Er zijn wel bij veel huishoudtypen armoedevallen zichtbaar wanneer het inkomensniveau van 110% van het minimum wordt vergeleken met huishoudens die langer dan 12 maanden rondkomen van een minimuminkomen. Deze laatste groep krijgt een vergoeding uit de regeling Sociale Participatie. Alleen bij het eenoudergezin met jonge kinderen en de alleenstaande van 65 jaar en ouder treedt dan geen armoedeval op. Het eenoudergezin met jonge kinderen krijgt de combinatiekorting en een groot deel van de kosten van kinderopvang vergoed. De alleenstaande van 65 jaar of ouder krijgt op 110% van het minimum nog een vergoeding uit de regeling Amersfoort Plus. Die vergoeding is relatief gezien hoger dan de vergoeding die het echtpaar van 65 jaar en ouder krijgt. Indien een huishouden langer dan vijf jaar op het minimum zit en dus ook de langdurigheidstoeslag ontvangt, wordt het negatieve verschil in bestedingsmogelijkheden groter. Dan heeft ook het eenoudergezin met jonge kinderen op 110% van het minimum minder te besteden dan hetzelfde huishouden dat langdurig rondkomt van een minimuminkomen. Gemeente Amersfoort kent een premiebeleid. Na één jaar van reguliere arbeid krijgt de cliënt een premie. Naast de motivatie bij de stap naar werk, geeft deze premie enige compensatie voor de aanwezige armoedeval. Wanneer het inkomensniveau van 120% van het minimum wordt vergeleken met de inkomens daaronder, treedt bij de echtparen onder de 65 jaar (met en zonder kinderen) een kleine armoedeval op. Dit geldt alleen voor huishoudens in een duurdere huurwoning. Vóór invulling van het restpakket hadden deze huishoudens met een inkomen op 120% al minder te besteden dan bij het lagere inkomen van 110% van WWB/AOW niveau.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
14
Tabel 4.1: Beschikbaar per maand voor invulling van het restpakket Lage Hoge huur huur 100% 110% 120% 100% 110% 120% € € € € € € vóór invulling Alleenstaande 65155 190 56 139 154 restpakket 92 vóór invulling Alleenstaande 65+ restpakket 197 264 310 161 253 274 Eenoudergezin jonge vóór invulling kinderen 332 398 176 323 362 212 restpakket Eenoudergezin oudere vóór invulling kinderen restpakket 117 186 269 81 177 248 vóór invulling Echtpaar jonge kinderen 212 242 84 203 205 restpakket 120 vóór invulling Echtpaar oudere kinderen restpakket 38 130 153 2 120 117 vóór invulling Echtpaar 65249 272 121 241 236 restpakket 157 vóór invulling Echtpaar 65+ restpakket 291 360 395 274 367 359 Tabel 4.2: Resterend bedrag na invulling van restpakket B Hoge Lage huur huur 100% 100% 100% incl. 110% 120% 100% incl. SOPA SOPA € € € € € € Alleenstaande 650 -17 11 -52 -36 -16 Alleenstaande 65+ 107 114 153 55 71 91 Eenoudergezin jonge kinderen 129 136 194 45 93 81 Eenoudergezin oudere kinderen -23 -67 8 -107 -59 -71 Echtpaar jonge kinderen 34 -5 17 -67 -3 -30 Echtpaar oudere kinderen -106 -144 -129 -207 -143 -170 Echtpaar 6549 43 58 -20 12 17 Echtpaar 65+ 213 185 214 164 196 181
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
110%
120%
€ -33 102
€ -25 116
127
158
-76 -14 -154 35 191
-13 -20 -166 21 177
15
4.2 Gemeente Amersfoort vergeleken met een gemeente zonder regelingen Bij vergelijking van de financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in de gemeente Amersfoort met dezelfde huishoudtypen in een gemeente zonder regelingen vallen de volgende zaken op: De financiële positie van huishoudens met een minimuminkomen in gemeente Amersfoort is vergelijkbaar met die van huishoudens in een gemeente zonder regelingen. Gemeente Amersfoort kent een paar regelingen die bijdragen aan de financiering van het basispakket. Zo krijgen huishoudens van 65 jaar en ouder een vergoeding uit de regeling Amersfoort Plus. Alle huishoudens met een minimuminkomen kunnen gebruik maken van de collectieve basis- en aanvullende verzekering. In hoofdstuk 6 wordt een vergelijking gemaakt met een aantal andere gemeenten waarvoor het NIBUD eerder een Minima-effectrapportage heeft gemaakt. Specifieke regelingen van andere gemeenten en de invloed daarvan op de bestedingsmogelijkheden van huishoudens worden betrokken in de vergelijking.
4.3 Uitbreiding regeling Sociale Participatie Huishoudens die een minimaal 12 maanden een inkomen hebben op minimumniveau, komen in aanmerking voor de regeling Sociale Participatie. Dit leidt bij de meeste huishoudtypen tot een armoedeval bij een inkomen op 110% van het minimum ten opzichte van de huishoudens die 12 maanden of langer van een minimuminkomen rondkomen. Alleen bij het eenoudergezin met jonge kinderen en de alleenstaande van 65 jaar en ouder treedt dan geen armoedeval op. In de tabellen hieronder staan de resultaten weergegeven wanneer de regeling Sociale Participatie uitgebreid zou worden naar een inkomen van 120% van het minimum. De voorwaarde om in aanmerking te komen is dat een huishouden 12 maanden of langer een inkomen moet hebben dat niet hoger is dan 120% van het minimum. De onderstaande tabellen laten de resultaten zien. Huishoudens die 12 maanden of langer een inkomen hebben op 110% van het minimum zijn, door een vergoeding uit de regeling Sociale Participatie, over het algemeen beter af dan de huishoudens die minimaal 12 maanden een inkomen hebben op minimumniveau. Bij de alleenstaande onder de 65 jaar en het eenoudergezin met oudere kinderen treedt geen verbetering op in bestedingsmogelijkheden. Zij hebben bij een inkomen op 110% van het minimum evenveel te besteden als op het minimumniveau.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
16
Tabel 4.3: Effecten uitbreiding regeling Sociale Participatie (lage huur) Huur € 341 100% 110% 120% 100% incl. 110% incl. 120% incl. SOPA SOPA SOPA € € € € € € Alleenstaande 650 -17 -1 11 27 -16 Alleenstaande 65+ 107 114 130 153 169 91 Eenoudergezin jonge kinderen 129 136 184 194 242 81 Eenoudergezin oudere kinderen -23 -67 -19 8 56 -71 Echtpaar jonge kinderen 34 -5 59 17 81 -30 Echtpaar oudere kinderen -106 -144 -80 -129 -65 -170 Echtpaar 6549 43 75 58 90 17 Echtpaar 65+ 217 213 185 214 246 181
Tabel 4.4: Effecten uitbreiding regeling Sociale Participatie (hoge huur) Huur € 485 100% 110% 120% 100% incl. 110% incl. 120% incl. SOPA SOPA SOPA € € € € Alleenstaande 65-36 -33 -17 -25 -9 -52 Alleenstaande 65+ 71 102 118 116 132 55 Eenoudergezin jonge kinderen 93 127 175 158 206 45 Eenoudergezin oudere kinderen -59 -76 -13 35 -107 -28 Echtpaar jonge kinderen -3 -14 50 -20 44 -67 Echtpaar oudere kinderen -143 -154 -90 -166 -102 -207 Echtpaar 6512 35 67 21 53 -20 Echtpaar 65+ 223 196 191 177 209 164
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
17
5. Conclusies en aanbevelingen Dit hoofdstuk beschrijft, naar aanleiding van de resultaten in de vorige twee hoofdstukken, de conclusies en daarnaast worden adviezen gegeven over de aanpassing van regelingen in het kader van het minimabeleid van de gemeente Amersfoort. Armoedevallen In dit onderzoek treden bij verschillende huishoudens armoedevallen op. Huishoudens met een inkomen van 110% van het minimum zijn slechter af dan vergelijkbare huishoudens die langer dan 12 maanden van een minimuminkomen rondkomen. Deze langdurige minima ontvangen een vergoeding uit de regeling Sociale Participatie. Het NIBUD adviseert de gemeente Amersfoort om de inkomensgrens voor de regeling Sociale Participatie in ieder geval op te hogen naar 110% (Tabel 4.3 en 4.4 uit het vorige hoofdstuk geven hiervan de budgettaire gevolgen weer voor de huishoudens). Huishoudens die 12 maanden of langer een inkomen hebben dat niet hoger is dan 110% van het minimum komen dan in aanmerking voor de vergoeding. Daardoor hebben huishoudens met een inkomen boven het minimum niet minder te besteden dan huishoudens die 12 maanden of langer rondkomen van een minimuminkomen. Ondersteuning specifieke groep Gezinnen met oudere kinderen hebben de minste bestedingsmogelijkheden. Dit komt door relatief hoge uitgaven aan schoolkosten, voeding en kleding. Het NIBUD adviseert de gemeente Amersfoort gezinnen met kinderen in het voortgezet onderwijs extra te ondersteunen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een schoolfonds. Ook kan de vergoeding uit de regeling Sociale Participatie worden verhoogd voor kinderen in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Kwijtschelding De armoedevallen zijn ook het gevolg van de kwijtscheldingsregeling. Zowel voor de gemeentelijke heffingen als voor de heffingen van het waterschap bedraagt het kwijtscheldingspercentage 100%. Er is nu geen samenwerking voor wat betreft de berekening van de betalingscapaciteit. In principe hebben huishoudens de betalingscapaciteit maar een keer beschikbaar. Door de gescheiden berekening komen de huishoudens met een inkomen boven het minimum minder snel in aanmerking voor kwijtschelding van heffingen. Samenwerking tussen gemeente en waterschap voor wat betreft de berekening van de betalingscapaciteit levert een bijdrage aan de beperking van de armoedeval. Regeling Amersfoort Plus Bij de hoogte van de vergoeding uit de regeling Amersfoort Plus, maakt de gemeente geen onderscheid naar huishoudtype. Ieder huishouden boven de 65 ontvangt een bedrag van € 230 per jaar. Aangezien een tweepersoonshuishouden meer kosten maakt dan een eenpersoonshuishouden kan een differentiatie gemaakt worden naar huishoudtype. Een alleenstaande kan dan 70% krijgen van wat een (echt)paar ontvangt.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
18
Inhoudsopgave bijlagen Bijlage 1: Begrotingen Bijlage 2: Resultaten Bijlage 3: Vergeleken met een gemeente zonder regelingen Bijlage 4: Inkomsten en landelijke regelingen Bijlage 5: Verantwoording uitgaven
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Bijlage 1: Begrotingen Toelichting bij de begrotingen De huur vormt het uitgangspunt van de begrotingen: alle begrotingen met nummer 1 gaan uit van een huur van € 341. Alle begrotingen met nummer 2 gaan uit van een huur van € 485. Vervolgens is bij de gegeven huur het soort huishouden toegevoegd. Zo gaan de begrotingen 1a en 2a over een alleenstaande onder de 65 jaar. Voor dat huishouden wordt op een rij gezet hoe het budget er bij de verschillende inkomensniveaus uit ziet. In totaal zijn er dus zestien begrotingen, waarin steeds de financiële situatie van een bepaald soort huishouden bij verschillende inkomens wordt vergeleken. Regelingen die doorwerken in basispakket Amersfoort Plus Amersfoort plus geldt voor huishoudens van 65 jaar of ouder met een inkomen op minimumniveau. Onafhankelijk van het huishoudtype ontvangen huishoudens per jaar een bedrag van € 230. Deze regeling is meegenomen bij de inkomsten. Kwijtschelding van heffingen In de begrotingen is de kwijtschelding van de heffingen van gemeente en waterschap verwerkt bij de betreffende uitgavenposten. Dit wordt aangegeven met • achter het resterende bedrag. Collectieve ziektekostenverzekering Huishoudens tot en met een inkomen van 110% van het minimum, kunnen gebruik maken van de collectieve basis- en aanvullende verzekering. In de begroting is dit aangegeven met •• achter de resterende kosten. Voor het inkomensniveau van 120% van het minimum is het uitgangspunt dat deze huishoudens in dezelfde mate verzekerd zijn en zelf een vergelijkbare aanvullende verzekering hebben afgesloten. Vergoeding kosten van peuterspeelzaal Bij gezinnen met jonge kinderen gaat het kind van 3 jaar naar de peuterspeelzaal. De kosten hiervan zijn aangeleverd door gemeente Amersfoort en staan bij de post Schoolkosten/Kinderopvang. Gezinnen die langer dan 12 maanden rondkomen van een minimuminkomen kunnen de kosten vergoed krijgen uit de Regeling Sociale Participatie. Vanwege deze voorwaarde staat deze vergoeding in bijlage 2 bij de resultaten verwerkt. De posten die horen bij een restpakket staan niet in het begrotingen opgenomen: ze zijn met een * gemerkt. De optellingen in de begroting en de restpakketten kunnen soms niet exact kloppend lijken. Dit heeft als oorzaak dat we in het onderzoek rekenen met niet afgeronde bedragen, terwijl de weergave wel in gehele euro´s is weergegeven.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Bijlage 2: Resultaten In deze bijlage (tabellen 3 en 4) staan de resultaten van de drie verschillende combinaties van het restpakket per type huishouden en inkomen. Zie voor de inhoud van de gekozen restpakketten bijlage 5. In tabel 4 staan de huishoudens met een huur van € 341 en in tabel 5 staan de huishoudens met een huur van € 485. Zo is bijvoorbeeld in tabel 3 in de tweede kolom te zien dat een alleenstaande onder de 65 jaar met een WWB-uitkering € 92 per maand beschikbaar heeft voor het restpakket. Dit bedrag komt uit de voorbeeldbegroting van de alleenstaande. In de tweede regel van tabel 3a is af te lezen dat de totale kosten voor restpakket combinatie A € 187 per maand zijn. Wanneer dit bedrag wordt afgetrokken van het beschikbare bedrag, resteert een negatief saldo van € 94 per maand. Dit is af te lezen in de derde regel bij het saldo. Sociale participatie Huishoudens die 12 maanden of langer een inkomen hebben op minimumniveau, kunnen kosten van sociaal-culturele activiteiten declareren. Deze regeling is in een aparte kolom verwerkt in het restpakket. Het uitgangspunt is dat alle leden van het huishouden gebruik maken van deze regeling. In de volgende tabel staat per huishouden de maandelijkse subsidie uit de regeling Sociale Participatie weergegeven. Huishoudtype
Alleenstaande 65Alleenstaande 65+ Eenoudergezin jonge kinderen Eenoudergezin oudere kinderen Echtpaar jonge kinderen Echtpaar oudere kinderen Echtpaar 65Echtpaar 65+
Vergoeding per maand € 16 16 48 48 64 64 32 32
Langdurigheidstoeslag Een huishouden onder de 65 jaar dat 5 jaar of langer een inkomen heeft op bijstandsniveau en geen arbeidsmarktperspectief heeft, komt in aanmerking voor de langdurigheidstoeslag. De resultaten hiervan zijn af te lezen uit een aparte kolom. Uit tabellen 3 en 4 blijkt dat niet elk huishouden zonder meer kan kiezen voor elke combinatie. Het is mogelijk dat het bedrag dat beschikbaar is voor het restpakket, te laag is om een bepaalde combinatie (volledig) te bekostigen. Als het huishouden desondanks toch voor die (te dure) combinatie kiest, ontstaat er dus een tekort op de begroting. Resultaten na invulling van de restpakketten Huur € 341 4 a t/m h Huur € 485 5 a t/m h Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Bijlage 3: Vergeleken met een gemeente zonder regelingen Deze bijlage bevat de begrotingen van huishoudens met een WWB/AOW inkomen in vergelijking tot het gemiddelde in Nederland. Er wordt geen rekening gehouden met inkomensondersteunende regelingen die gelden in andere gemeenten, omdat daar geen gemiddelde voor berekend kan worden. De gemiddelde huur in Nederland bedraagt € 389 per maand (Bron: AEDES, bewerking NIBUD).
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Bijlage 4: Inkomsten 1. Inkomsten De inkomsten in de begrotingen zijn inclusief vakantietoeslag, de heffingskortingen die op de loonstrook staan (bijvoorbeeld de algemene heffingskorting en de arbeidskorting) en de heffingskortingen die via de voorlopige teruggaaf moeten worden aangevraagd (bijvoorbeeld de kinderkorting en de combinatiekorting). Het uitgangspunt is dat huishoudens alle kortingen waar ze recht op hebben ook daadwerkelijk aanvragen. 2. Landelijke regelingen Langdurigheidstoeslag Huishoudens (onder de 65 jaar) die 5 jaar of langer moeten rondkomen van een minimuminkomen en geen arbeidsmarktperspectief hebben, komen in aanmerking voor de landelijke regeling Langdurigheidstoeslag. Jaarlijks krijgen gehuwden € 473, éénoudergezinnen € 425 en alleenstaanden € 331. In dit onderzoek vergelijken we huishoudens die in aanmerking komen voor de toeslag met de huishoudens die hier geen recht op hebben. Tegemoetkoming buitengewone uitgaven (TBU) Ziektekosten zijn als buitengewone uitgaven aftrekbaar van de inkomstenbelasting. Wie een laag inkomen heeft, kon hoge ziektekosten echter nooit volledig als aftrekpost verzilveren. Door de Tegemoetkoming buitengewone uitgaven bestaat voor deze groep de mogelijkheid om (een deel van ) de aftrekposten toch uitbetaald te krijgen. In deze rapportage is de TBU meegenomen bij de inkomsten.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Bijlage 5: Verantwoording uitgaven 1. Uitgaven algemeen Het NIBUD gebruikt diverse bronnen voor de referentiecijfers. Hieronder volgt een korte weergave van keuzes en bronnen uitgesplitst naar het basis- en restpakket. Eerst worden de standaardposten beschreven uit basispakket en restpakket.
1.1 Basispakket Huur: gemeente Amersfoort heeft twee veel voorkomende huren gekozen; € 341 en € 485 Energie: Dit is 90% van de prijs van gemiddeld gebruik naar huishoudtype met een opslag voor huishoudens van 65 of ouder. Daarbij hanteren we de prijs van het gemiddeld gebruik. Heffingen. Dit zijn gemeentelijke en waterschapsheffingen verminderd met eventuele kwijtschelding . Telefoon, kabel en internet. Hierin zit een bedrag voor bellen. De goedkoopste manier is via een mobiele telefoon. Daarnaast heeft ieder huishouden een kabelaansluiting Ook een internetaansluiting via de kabel zit inbegrepen in deze post. Ziektekostenverzekering. Dit betreft de nominale premie van de basisverzekering plus een gemiddelde aanvullende verzekering en een beperkte tandartsverzekering. In Amersfoort komen huishoudens met een inkomen tot en met 110% van het minimum in aanmerking voor de collectieve basis- en aanvullende verzekering. Voor de aanvullende verzekering krijgen huishoudens een tegemoetkoming in de premie. Voor de basisverzekering is het uitgangspunt dat huishoudens met een inkomen boven de 110% van het minimum zich niet collectief verzekeren. Voor de aanvullende ziektekostenverzekering sluiten ze een vergelijkbare verzekering af als de AVAmersfoort. Overige verzekeringen. Dit betreft een aansprakelijkheidsverzekering, een inboedelverzekering en voor volwassenen in huishoudens onder de 65 jaar een uitvaartverzekering. School- en studiekosten: Bedragen op basis van NIBUD-onderzoek. De kosten van de peuterspeelzaal zijn afkomstig van gemeente Amersfoort. Voor de kosten van de peuterspeelzaal is een vergoeding uit de regeling Sociale Participatie mogelijk wanneer een huishouden minimaal een jaar moet rondkomen van een minimuminkomen. In het basispakket is hiermee geen rekening gehouden, omdat daarbij geen onderscheid wordt gemaakt naar de duur van de uitkering. Kinderopvang: Kosten inclusief de vergoeding van het rijk en de bijzondere bijstand. Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Kabel: Lokaal maandbedrag voor kabelaansluiting Kleding. Bedragen gebaseerd op het NIBUD-basispakket voor kleding. Inventaris en onderhoud. Deze bedragen zijn gebaseerd op het NIBUD-basispakket voor inventaris en onderhoud. Niet-vergoede ziektekosten. In het basispakket zitten kosten die elk huishouden heeft. Dit betreft de huisapotheek: pleisters, aspirines en dergelijke. Voeding. Bedragen die zijn gebaseerd op dieet van Voedingscentrum en prijzen van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Reiniging: een bedrag per huishouden en een bedrag per persoon op basis van NIBUDonderzoek. Persoonlijke verzorging: Bedrag per persoon op basis van NIBUD-onderzoek Diversen: Bedrag per huishouden en een bedrag per persoon voor diverse uitgaven Strippenkaart en fiets: Voor ieder lid van het huishouden de kosten van een fiets en één strippenkaart.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
1.2 Restpakket In dit onderzoek zijn drie combinaties van restpakketten doorberekend: het meest uitgebreide en duurste pakket A, een iets goedkopere combinatie B en het minst uitgebreide en goedkoopste pakket C. De onderstaande tabel geeft aan wat in welk pakket zit. • • • • • • • • • •
(openbaar) vervoer lidmaatschap van een sport- of hobbyclub lidmaatschap en gebruik van de bibliotheek een krant zakgeld (voor de kinderen) recreatie één tijdschrift huisdier één roker extra kleding (voor de volwassenen)
A X X X X X X X X X X
B X X X X X X X X
C X X X X X X
Openbaar vervoer In de restpakketten zijn voor de huishoudens met een WWB-uitkering geen extra kosten voor vervoer opgenomen. In de huishoudens waarbij iemand werkt is een extra bedrag voor het openbaar vervoer opgenomen, namelijk de kosten voor woon-werkverkeer. Sport of hobby-club Voor deze kosten zijn lokale bedragen gehanteerd. Voor ieder lid van het huishouden van 5 jaar of ouder, zijn de kosten van één sport- of hobbyclub meegenomen. De gehanteerde jaarbedragen zijn: € 140 voor volwassenen. Voor kinderen is € 90 als richtlijn meegenomen. Lidmaatschap bibliotheek: Voor ieder lid van het huishouden zijn de maandelijkse kosten opgenomen van een jaarabonnement van de bibliotheek in Amersfoort. Krant: Dit zijn de maandkosten van een abonnement op een landelijk of regionaal dagblad. Zakgeld kinderen Deze bedragen komen uit het reguliere onderzoek van het NIBUD. Recreatie: Voor deze post is een bedrag opgenomen dat gelijk is aan het vakantiegeld van het betreffende huishouden. Tijdschrift: Voor deze post is een gemiddeld maandbedrag voor een abonnement meegenomen.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Huisdier: Dit zijn de gemiddelde maandkosten voor een hond. Roken: Het betreft hier de uitgaven per maand gebaseerd op een gemiddelde roker. Extra kleding: Voor de volwassenen in het huishouden is een extra bedrag opgenomen voor kleding gebaseerd op de minimale kledingpakketten van het NIBUD Verschillen naar inkomensniveau De kosten van de restpakketten verschillen per inkomensniveau. De oorzaak hiervan zijn de uitgavenposten recreatie en vervoer. Voor de post recreatie wordt namelijk het werkelijke maandelijkse vakantiegeld gehanteerd. Bij de huishoudens waarbij iemand werkt, vormen de reiskosten onderdeel van het restpakket. De huishoudens van 65 jaar of ouder met een klein aanvullend pensioen, hebben een klein bedrag aan extra vervoer in het restpakket.
Minima-effectrapportage gemeente Amersfoort
Begrotingen
Tabel 1a HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Alleenstaande jonger dan 65 jaar WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
120%
846 0 0 0 141 34 3 0 1024
930 0 0 0 141 34 1 0 1106
1015 0 0 0 106 34 0 0 1155
341
341
341
62 22 6
62 22 6
62 22 6
14 • 1 4 1 27
18 1 4 1 27
83 •• 16 •• 2 5 7 0
90 18 2 5 7 0
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 5 7 0 15 * * 585
15 * * 605
15 * * 618
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
152 * 8 19 * * 18 12 208
152 * 8 19 * * 18 12 208
152 * 8 19 * * 18 12 208
TOTAAL UITGAVEN
931
952
964
BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
92 155 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
190
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 1b HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Alleenstaande 65 jaar en ouder AOW-uitkering
Inkomsten Netto inkomen (incl. kortingen) Heffingskorting via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
110%
120%
926 0 0 0 143 34 14 19 1117
1019 0 0 0 143 34 13 19 1208
1111 0 0 0 106 34 12 0 1263
341
341
341
68 22 6
68 22 6
68 22 6
18 1 4 1 27
18 1 4 1 27
83 •• 16 •• 2 6 0 0
90 18 2 6 0 0
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 6 0 0 15 * * 586
15 * * 611
15 * * 619
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
138 * 8 19 * * 21 9 195
138 * 8 19 * * 21 9 195
138 * 8 19 * * 21 9 195
TOTAAL UITGAVEN
920
944
953
197 264 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
310
BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 1c HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Eenoudergezin, 2 kinderen (3 en 5 jaar) WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen (incl. kortingen) Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang1 Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
120%
1087 77 120 0 141 34 5 0 1464
1196 140 120 0 141 34 2 0 1632
1305 140 120 0 126 30 2 0 1722
341
341
341
79 44 14
79 44 14
79 44 14
24 1 12 1 27
24 1 12 1 27
83 •• 16 •• 3 5 7 35 •••
90 18 3 5 7 50 •••
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 3 5 7 25 15 * * 658
15 * * 707
15 * * 731
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
89 90 22 18 * 218
89 90 22 18 * 218
89 90 22 18 * 218
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
270 * 13 39 * * 23 31 375
270 * 13 39 * * 23 31 375
270 * 13 39 * * 23 31 375
1252
1301
1324
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • •• ••• 1
212 332 398 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort Inclusief vergoeding kinderopvang uit bijzondere bijstand Inclusief kosten peuterspeelzaal (mogelijke vergoeding uit SoPa)
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 1d HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Eenoudergezin, 2 kinderen (14 en 16 jaar) WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen (incl. kortingen) Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
120%
1087 77 193 103 141 34 4 0 1639
1196 77 193 103 141 34 3 0 1747
1305 77 193 103 126 33 2 0 1839
341
341
341
79 44 14
79 44 14
79 44 14
24 1 12 1 27
24 1 12 1 27
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 3 6 7 155
83 •• 16 •• 3 6 7 155
90 18 3 6 7 155
15 * * 789
15 * * 828
15 * * 837
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
107 90 22 18 * 237
107 90 22 18 * 237
107 90 22 18 * 237
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
366 * 13 57 * * 26 35 496
366 * 13 57 * * 26 35 496
366 * 13 57 * * 26 35 496
1522
1561
1570
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
117 186 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
269
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 1e HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Echtpaar, 2 kinderen (3 en 5 jaar) WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen (incl. kortingen) Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
120%
1208 77 120 0 141 96 18 0 1659
1329 77 120 0 141 94 17 0 1778
1449 77 120 0 88 84 19 0 1837
341
341
341
79 57 19
79 57 19
79 57 19
12 • 1 12 1 27
24 1 12 1 27
166 •• 32 •• 3 7 14 25
166 •• 32 •• 3 7 14 25
180 36 3 7 14 25
15 * * 783
15 * * 810
15 * * 840
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
113 103 22 28 * 266
113 103 22 28 * 266
113 103 22 28 * 266
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
349 * 15 58 * * 26 42 490
349 * 15 58 * * 26 42 490
349 * 15 58 * * 26 42 490
1539
1566
1595
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
0 0 0 0 27
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
• • • •
120 212 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
242
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 1f HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Echtpaar, 2 kinderen (14 en 16 jaar) WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen (incl. kortingen) Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
120%
1208 77 193 103 141 96 18 0 1836
1329 77 193 103 141 94 17 0 1954
1449 77 193 103 83 83 19 0 2007
341
341
341
79 57 19
79 57 19
79 57 19
12 • 1 12 1 27
24 1 12 1 27
166 •• 32 •• 3 8 14 155
166 •• 32 •• 3 8 14 155
180 36 3 8 14 155
15 * * 915
15 * * 942
15 * * 971
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
130 103 22 28 * 283
130 103 22 28 * 283
130 103 22 28 * 283
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
434 * 15 76 * * 28 47 600
434 * 15 76 * * 28 47 600
434 * 15 76 * * 28 47 600
1798
1824
1854
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
0 0 0 0 27
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
• • • •
38 130 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
153
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 1g HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Echtpaar, jonger dan 65 jaar WWB-uitkering
110%
120%
1208 0 0 0 141 96 14 0 1459
1329 0 0 0 141 95 14 0 1579
1449 0 0 0 83 83 15 0 1631
341
341
341
62 37 10
62 37 10
62 37 10
13 • 1 12 1 27
24 1 12 1 27
166 •• 32 •• 3 7 14 0
166 •• 32 •• 3 7 14 0
180 36 3 7 14 0
15 * * 714
15 * * 741
15 * * 770
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
292 * 10 38 * * 21 23 384
292 * 10 38 * * 21 23 384
292 * 10 38 * * 21 23 384
1302
1330
1358
Inkomsten Netto inkomen (incl. kortingen) Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
0 0 0 0 27
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
• • • •
157 249 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
272
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 1h HUUR in € HUISHOUDTYPE
341
Echtpaar, 65 jaar en ouder AOW-uitkering
110%
120%
1290 0 0 0 145 96 29 19 1560
1419 0 0 0 114 92 27 19 1652
1548 0 0 0 61 84 27 0 1720
341
341
341
68 37 10
68 37 10
68 37 10
9 • 1 12 1 27
24 1 12 1 27
166 •• 32 •• 3 9 0 0
166 •• 32 •• 3 9 0 0
180 36 3 9 0 0
15 * * 708
15 * * 732
15 * * 765
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
266 * 10 38 * * 23 19 356
266 * 10 38 * * 23 19 356
266 * 10 38 * * 23 19 356
1269
1293
1325
Inkomsten Netto inkomen (incl. kortingen) Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
0 0 0 0 27
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
• • • •
291 360 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
395
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2a HUUR in € HUISHOUDTYPE
485
Alleenstaande jonger dan 65 jaar WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
120%
846 0 0 0 249 34 3 0 1132
930 0 0 0 249 34 1 0 1214
1015 0 0 0 214 34 0 0 1263
485
485
485
62 22 6
62 22 6
62 22 6
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 5 7 0
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 5 7 0
18 2 4 1 27 90 18 2 5 7 0
15 * * 729
15 * * 729
15 * * 762
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
152 * 8 19 * * 18 12 208
152 * 8 19 * * 18 12 208
152 * 8 19 * * 18 12 208
1075
1075
1109
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
56 139 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
154
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2b HUUR in € HUISHOUDTYPE
485
Alleenstaande 65 jaar en ouder AOW-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen Heffingskorting via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
120%
926 0 0 0 251 34 14 19 1225
1019 0 0 0 251 34 13 19 1316
1111 0 0 0 214 34 12 0 1371
485
485
485
68 22 6
68 22 6
68 22 6
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 6 0 0
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 6 0 0
18 2 4 1 27 90 18 2 6 0 0
15 * * 730
15 * * 730
15 * * 764
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
138 * 8 19 * * 21 9 195
138 * 8 19 * * 21 9 195
138 * 8 19 * * 21 9 195
1064
1064
1097
161 253 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
274
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2c HUUR in € HUISHOUDTYPE Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang1 Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
485
Eenoudergezin, 2 kinderen (3 en 5 jaar) WWB-uitkering 110%
120%
1087 77 120 0 249 34 5 0 1572
1196 140 120 0 249 34 2 0 1740
1305 140 120 0 234 30 2 0 1830
485
485
485
79 44 14
79 44 14
79 44 14
4 • 2 5 • 1 27
24 2 12 1 27
83 •• 16 •• 3 5 7 35 •••
90 18 3 5 7 50 •••
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 3 5 7 25 15 * * 802
15 * * 824
15 * * 875
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
89 90 22 18 * 218
89 90 22 18 * 218
89 90 22 18 * 218
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
270 * 13 39 * * 23 31 375
270 * 13 39 * * 23 31 375
270 * 13 39 * * 23 31 375
1396
1418
1469
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • •• ••• 1
176 323 362 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort Inclusief vergoeding kinderopvang uit bijzondere bijstand Inclusief kosten peuterspeelzaal (mogelijke vergoeding uit SoPa)
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2d HUUR in € HUISHOUDTYPE
485
Eenoudergezin, 2 kinderen (14 en 16 jaar) WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
120%
1087 77 193 103 249 34 4 0 1747
1196 77 193 103 249 34 3 0 1855
1305 77 193 103 249 33 2 0 1962
485
485
485
79 44 14
79 44 14
79 44 14
4 • 2 5 • 1 27
24 2 12 1 27
83 •• 16 •• 3 6 7 155
83 •• 16 •• 3 6 7 155
90 18 3 6 7 155
15 * * 933
15 * * 945
15 * * 981
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
107 90 22 18 * 237
107 90 22 18 * 237
107 90 22 18 * 237
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
366 * 13 57 * * 26 35 496
366 * 13 57 * * 26 35 496
366 * 13 57 * * 26 35 496
1666
1678
1714
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
0 0 0 0 27
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
• • • •
81 177 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
248
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2e HUUR in € HUISHOUDTYPE
485
Echtpaar, 2 kinderen (3 en 5 jaar) WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
120%
1208 77 120 0 249 96 18 0 1767
1329 77 120 0 249 94 17 0 1886
1449 77 120 0 196 84 19 0 1945
485
485
485
79 57 19
79 57 19
79 57 19
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
24 2 12 1 27
166 •• 32 •• 3 7 14 25
166 •• 32 •• 3 7 14 25
180 36 3 7 14 25
15 * * 927
15 * * 927
15 * * 984
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
113 103 22 28 * 266
113 103 22 28 * 266
113 103 22 28 * 266
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
349 * 15 58 * * 26 42 490
349 * 15 58 * * 26 42 490
349 * 15 58 * * 26 42 490
1683
1683
1740
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
84 203 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
205
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2f HUUR in € HUISHOUDTYPE
485
Echtpaar, 2 kinderen (14 en 16 jaar) WWB-uitkering 110%
Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
120%
1208 77 193 103 249 96 18 0 1944
1329 77 193 103 249 94 17 0 2062
1449 77 193 103 191 83 19 0 2115
485
485
485
79 57 19
79 57 19
79 57 19
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
15 * * 1059
15 * * 1059
15 * * 1116
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
130 103 22 28 * 283
130 103 22 28 * 283
130 103 22 28 * 283
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
434 * 15 76 * * 28 47 600
434 * 15 76 * * 28 47 600
434 * 15 76 * * 28 47 600
1942
1942
1998
0 0 0 0 27
166 •• 32 •• 3 8 14 155
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
166 •• 32 •• 3 8 14 155
2 120 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
24 2 12 1 27 180 36 3 8 14 155
117
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2g HUUR in € HUISHOUDTYPE
485
Echtpaar jonger dan 65 jaar WWB-uitkering
Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
110%
120%
1208 0 0 0 249 96 14 0 1567
1329 0 0 0 249 95 14 0 1687
1449 0 0 0 191 83 15 0 1739
485
485
485
62 37 10
62 37 10
62 37 10
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
24 2 12 1 27
166 •• 32 •• 3 7 14 0
166 •• 32 •• 3 7 14 0
180 36 3 7 14 0
15 * * 858
15 * * 858
15 * * 914
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
292 * 10 38 * * 21 23 384
292 * 10 38 * * 21 23 384
292 * 10 38 * * 21 23 384
1446
1446
1503
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
121 241 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
236
Bijlage I
Begrotingen
Tabel 2h HUUR in € HUISHOUDTYPE
485
Echtpaar, 65 jaar en ouder WWB-uitkering
Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing/reinigingsrecht Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering Schoolkosten/kinderopvang Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
110%
120%
1290 0 0 0 253 96 29 19 1687
1419 0 0 0 222 92 27 19 1779
1548 0 0 0 169 84 27 0 1828
485
485
485
68 37 10
68 37 10
68 37 10
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
24 2 12 1 27
166 •• 32 •• 3 9 0 0
166 •• 32 •• 3 9 0 0
180 36 3 9 0 0
15 * * 852
15 * * 852
15 * * 909
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
266 * 10 38 * * 23 19 356
266 * 10 38 * * 23 19 356
266 * 10 38 * * 23 19 356
1413
1413
1470
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
274 367 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
Minima-effectapportage Amersfoort 2006
359
Bijlage I
Resultaten
Alleenstaande jonger dan 65 jaar Tabel 3a
Alleenstaande jonger dan 65 jaar
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
341.00 WWB (**)
110%
120%
Tabel 4a
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
485.00 WWB (*)(**)
110%
120%
56
72
100
139
154
187 -131
187 -115
187 -87
250 -112
258 -104
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
92
108
136
155
190
187 -94
187 -78
187 -51
250 -96
258 -68
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
Combinatie B kosten saldo
108 -16
108 0
108 28
171 -17
179 11
Combinatie B kosten saldo
108 -52
108 -36
108 -8
171 -33
179 -25
Combinatie C kosten saldo
77 15
77 31
77 58
141 13
145 45
Combinatie C kosten saldo
77 -21
77 -5
77 22
141 -2
145 8
(*) (**)
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
(*) (**)
Alleenstaande 65 jaar en ouder Tabel 3b
Alleenstaande 65 jaar en ouder
Huur
341.00
Tabel 4b
AOW
AOW(*) 12 mnd
110%
120%
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
197
213
264
310
185 12
185 28
229 35
Combinatie B kosten saldo
106 91
106 107
Combinatie C kosten saldo
76 121
76 137
(*)
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Inclusief regeling Sociale Participatie
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
Huur
485.00 AOW
AOW(*) 12 mnd
110%
120%
161
177
253
274
236 74
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
185 -24
185 -8
229 23
236 37
150 114
157 153
Combinatie B kosten saldo
106 55
106 71
150 102
157 116
119 145
123 186
Combinatie C kosten saldo
76 85
76 101
119 133
123 150
(*)
Inclusief regeling Sociale Participatie
Bijlage II
Resultaten
Eenoudergezin 2 jonge kinderen Tabel 3c
Eenoudergezin 2 jonge kinderen
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
341.00 WWB (**)
110%
120%
Tabel 4c
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
212
260
295
332
398
209 2
209 50
209 86
274 57
Combinatie B kosten saldo
130 81
130 129
130 165
Combinatie C kosten saldo
99 112
99 160
99 195
(*) (**)
485.00 WWB (**)
110%
120%
224
259
323
362
282 115
209 -34
209 14
209 50
274 48
282 79
195 136
203 194
Combinatie B kosten saldo
130 45
130 93
130 129
195 127
203 158
164 167
170 228
Combinatie C kosten saldo
99 76
99 124
99 159
164 158
170 192
(*) (**)
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Eenoudergezin 2 oudere kinderen
WWB
WWB(*) 12 mnd
341.00 WWB (**)
110%
120%
117
165
201
186
269
266 -150
266 -102
266 -66
331 -146
Combinatie B kosten saldo
187 -71
187 -23
187 13
Combinatie C kosten saldo
157 -40
157 8
157 43
(*) (**)
WWB(*) 12 mnd
176
Eenoudergezin 2 oudere kinderen
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
WWB Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Tabel 3d
Huur
Huur
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
Tabel 4d
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
485.00 WWB (**)
110%
120%
81
129
165
177
248
340 -71
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
266 -186
266 -138
266 -102
331 -155
340 -92
252 -67
261 8
Combinatie B kosten saldo
187 -107
187 -59
187 -23
252 -76
261 -13
222 -36
227 42
Combinatie C kosten saldo
157 -76
157 -28
157 7
222 -45
227 20
(*) (**)
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Bijlage II
Resultaten
Echtpaar met 2 jonge kinderen Tabel 3e
Echtpaar met 2 jonge kinderen
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
341.00 WWB (**)
110%
120%
120
184
224
212
242
262 -141
262 -77
262 -38
327 -116
336 -94
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
Combinatie B kosten saldo
151 -30
151 34
151 73
216 -5
225 17
Combinatie C kosten saldo
120 0
120 64
120 103
185 26
191 50
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
(*) (**)
Tabel 4e
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Echtpaar met 2 oudere kinderen Tabel 3f
WWB(*) 12 mnd
485.00 WWB (**)
110%
120%
84
148
188
203
205
262 -178
262 -114
262 -74
327 -125
336 -131
Combinatie B kosten saldo
151 -67
151 -3
151 37
216 -14
225 -20
Combinatie C kosten saldo
120 -36
120 28
120 67
185 17
191 13
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Echtpaar met 2 oudere kinderen
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
341.00 WWB (**)
110%
120%
Tabel 4f
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
38
102
141
130
153
319 -281
319 -217
319 -178
384 -255
Combinatie B kosten saldo
208 -170
208 -106
208 -67
Combinatie C kosten saldo
177 -140
177 -76
177 -37
(*) (**)
WWB
(*) (**)
Huur
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
485.00 WWB (**)
110%
120%
2
66
105
120
117
393 -240
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
319 -318
319 -254
319 -214
384 -265
393 -277
273 -144
282 -129
Combinatie B kosten saldo
208 -207
208 -143
208 -103
273 -154
282 -166
243 -114
249 -96
Combinatie C kosten saldo
177 -176
177 -112
177 -73
243 -123
249 -133
(*) (**)
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Bijlage II
Resultaten
Echtpaar, jonger dan 65 jaar Tabel 3g
Echtpaar, jonger dan 65 jaar
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
341.00 WWB (**)
110%
120%
Tabel 4g
Huur WWB
WWB(*) 12 mnd
485.00 WWB (**)
110%
120%
121
153
192
241
236
251 -131
251 -99
251 -59
317 -76
326 -90
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
157
189
228
249
272
251 -94
251 -62
251 -23
317 -68
326 -53
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
Combinatie B kosten saldo
140 17
140 49
140 88
206 43
215 58
Combinatie B kosten saldo
140 -20
140 12
140 52
206 35
215 21
Combinatie C kosten saldo
110 47
110 79
110 119
175 74
181 91
Combinatie C kosten saldo
110 11
110 43
110 83
175 65
181 54
(*) (**)
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
(*) (**)
Echtpaar, 65 jaar en ouder Tabel 3h
Echtpaar, 65 jaar en ouder
Huur
341.00
Tabel 4h
AOW
AOW(*) 12 mnd
110%
120%
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
291
323
360
395
251 40
251 72
317 43
Combinatie B kosten saldo
140 151
140 183
Combinatie C kosten saldo
110 181
110 213
(*)
Inclusief regeling Sociale Participatie Inclusief Langdurigheidstoeslag
Inclusief regeling Sociale Participatie
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
Huur
485.00 AOW
AOW(*) 12 mnd
110%
120%
274
306
367
359
326 70
Beschikbaar voor het restpakket Combinatie A kosten saldo
251 22
251 54
317 49
326 33
206 154
215 181
Combinatie B kosten saldo
140 133
140 165
206 160
215 144
175 185
181 214
Combinatie C kosten saldo
110 164
110 196
175 191
181 177
(*)
Inclusief regeling Sociale Participatie
Bijlage II
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5a HUUR 341 HUUR 485 Alleenstaande jonger dan 65 jaar WWB-uitkering WWB-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Gemiddeld in Nederland
WWB-uitkering
846 0 0 0 141 34 3 0 1024
846 0 0 0 249 34 3 0 1132
846 0 0 0 177 34 4 0 1061
341
485
389
62 22 6
62 22 6
62 22 9
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
15 * * 585
15 * * 729
15 * * 644
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
152 * 8 19 * * 18 12 208
152 * 8 19 * * 18 12 208
152 * 8 19 * * 18 12 208
TOTAAL UITGAVEN
931
1075
990
BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 5 7 0
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 5 7 0
92 56 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
0 0 0 0 27
• • • •
89 18 2 5 7 0
70
Bijlage III
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5b HUUR 341 HUUR 485 Alleenstaande 65 jaar en ouder AOW-uitkering AOW-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Gemiddeld in Nederland
AOW-uitkering
926 0 0 0 143 34 14 19 1117
926 0 0 0 251 34 14 19 1225
926 0 0 0 179 34 15 0 1154
341
485
389
68 22 6
68 22 6
68 22 9
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
15 * * 586
15 * * 730
15 * * 644
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
40 72 17 10 * 139
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
138 * 8 19 * * 21 9 195
138 * 8 19 * * 21 9 195
138 * 8 19 * * 21 9 195
TOTAAL UITGAVEN
920
1064
978
BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 6 0 0
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 2 6 0 0
197 161 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
0 0 0 0 27
• • • •
89 18 2 6 0 0
176
Bijlage III
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5c HUUR 341 HUUR 485 Eenoudergezin, twee kinderen (3 en 5 jaar) WWB-uitkering WWB-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Gemiddeld in Nederland
WWB-uitkering
1087 77 120 0 141 34 5 0 1464
1087 77 120 0 249 34 5 0 1572
1087 77 120 0 177 34 6 0 1500
341
485
389
79 44 14
79 44 14
79 44 19
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
15 * * 658
15 * * 802
15 * * 719
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
89 90 22 18 * 218
89 90 22 18 * 218
89 90 22 18 * 218
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
270 * 13 39 * * 23 31 375
270 * 13 39 * * 23 31 375
270 * 13 39 * * 23 31 375
1252
1396
1312
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 3 5 7 25
0 0 0 0 27
• • • •
83 •• 16 •• 3 5 7 25
212 176 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
0 0 0 0 27
• • • •
89 18 3 5 7 25
188
Bijlage III
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5d HUUR 341 HUUR 485 Eenoudergezin, twee kinderen (14 en 16 jaar) WWB-uitkering WWB-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Gemiddeld in Nederland
WWB-uitkering
1087 77 193 103 141 34 4 0 1639
1087 77 193 103 249 34 4 0 1747
1087 77 193 103 177 34 5 0 1676
341
485
389
79 44 14
79 44 14
79 44 19
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
83 •• 16 •• 3 6 7 155
83 •• 16 •• 3 6 7 155
89 18 3 6 7 155
15 * * 789
15 * * 933
15 * * 850
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
107 90 22 18 * 237
107 90 22 18 * 237
107 90 22 18 * 237
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
366 * 13 57 * * 26 35 496
366 * 13 57 * * 26 35 496
366 * 13 57 * * 26 35 496
1522
1666
1583
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
117 81 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
0 0 0 0 27
• • • •
93
Bijlage III
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5e HUUR 341 HUUR 485 Echtpaar, 2 jonge kinderen (3 en 5 jaar) WWB-uitkering WWB-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
Gemiddeld in Nederland
WWB-uitkering
1208 77 120 0 141 96 18 0 1659
1208 77 120 0 249 96 18 0 1767
1208 77 120 0 177 96 20 0 1697
341
485
389
79 57 19
79 57 19
79 57 23
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
166 •• 32 •• 3 7 14 25
166 •• 32 •• 3 7 14 25
177 36 3 7 14 25
15 * * 783
15 * * 927
15 * * 851
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
113 103 22 28 * 266
113 103 22 28 * 266
113 103 22 28 * 266
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
349 * 15 58 * * 26 42 490
349 * 15 58 * * 26 42 490
349 * 15 58 * * 26 42 490
1539
1683
1607
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
120 84 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
• • • •
91
Bijlage III
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5f HUUR 341 HUUR 485 Echtpaar, twee kinderen (14 en 16 jaar) WWB-uitkering WWB-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zorgverzekering Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
Gemiddeld in Nederland
WWB-uitkering
1208 77 193 103 141 96 18 0 1836
1208 77 193 103 249 96 18 0 1944
1208 77 193 103 177 96 20 0 1874
341
485
389
79 57 19
79 57 19
79 57 23
0 0 0 0 27
• • • •
166 •• 32 •• 3 8 14 155
0 0 0 0 27
• • • •
166 •• 32 •• 3 8 14 155
0 0 0 0 27 177 36 3 8 14 155
15 * * 915
15 * * 1059
15 * * 982
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
130 103 22 28 * 283
130 103 22 28 * 283
130 103 22 28 * 283
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
434 * 15 76 * * 28 47 600
434 * 15 76 * * 28 47 600
434 * 15 76 * * 28 47 600
1798
1942
1865
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
38 2 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
• • • •
9
Bijlage III
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5g HUUR 341 HUUR 485 Echtpaar jonger dan 65 jaar WWB-uitkering WWB-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Gemiddeld in Nederland
WWB-uitkering
1208 0 0 0 141 96 14 0 1459
1208 0 0 0 249 96 14 0 1567
1208 0 0 0 177 96 16 0 1497
341
485
389
62 37 10
62 37 10
62 37 14
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zf-premie Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
166 •• 32 •• 3 7 14 0
166 •• 32 •• 3 7 14 0
177 36 3 7 14 0
15 * * 714
15 * * 858
15 * * 781
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
292 * 10 38 * * 21 23 384
292 * 10 38 * * 21 23 384
292 * 10 38 * * 21 23 384
1302
1446
1369
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
157 121 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
0 0 0 0 27
• • • •
128
Bijlage III
Vergeleken met gemiddeld in Nederland
Tabel 5h HUUR 341 HUUR 485 Echtpaar, 65 jaar en ouder AOW-uitkering AOW-uitkering Inkomsten Netto inkomen Heffingskortingen via VT Kinderbijslag Tegemoetkoming schoolkosten Huurtoeslag Zorgtoeslag Buitengewone Uitgaven/TBU Amersfoort Plus TOTAAL INKOMSTEN
Gemiddeld in Nederland
AOW-uitkering
1290 0 0 0 145 96 29 19 1560
1290 0 0 0 253 96 29 19 1687
1290 0 0 0 181 95 29 0 1595
341
485
389
68 37 10
68 37 10
68 37 14
Vaste lasten Huur Energie Gas Elektriciteit (-/- REB vermindering) Water Heffingen Afvalstoffenheffing Rioolrecht Waterzuiveringsheffing Ingezetenenheffing Telefoon en internet Verzekeringen Basisverzekering Aanvullende zf-premie Aansprakelijkheidsverzekering Inboedelverzekering Uitvaartverzekering School- en studiekosten/oppas Contributies en Abonnementen Kabel Overige contributies/abonnementen Vervoer TOTAAL VASTE LASTEN
166 •• 32 •• 3 9 0 0
166 •• 32 •• 3 9 0 0
177 36 3 9 0 0
15 * * 708
15 * * 852
15 * * 775
Reserveringsuitgaven Kleding en schoenen Inventaris Onderhoud huis en tuin Extra ziektekosten Recreatie TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
80 83 22 20 * 205
Huishoudelijke uitgaven Voeding Roken Reiniging Persoonlijke verzorging Huisdier Zakgeld Diversen (postzegels, bloemen) Strippenkaart, fiets TOTAAL HUISHOUDELIJKE UITG.
266 * 10 38 * * 23 19 356
266 * 10 38 * * 23 19 356
266 * 10 38 * * 23 19 356
1269
1413
1336
TOTAAL UITGAVEN BESCHIKBAAR VOOR RESTPAKKET * Vet en cursief • ••
Minima-effectrapportage Amersfoort 2006
0 0 0 0 27
• • • •
0 0 0 0 27
• • • •
291 274 Deze posten vallen onder het restpakket Afhankelijk van lokale situatie (2006) Verminderd met de kwijtschelding Inclusief (vergoeding uit) AV Amersfoort
0 0 0 0 27
• • • •
259
Bijlage III
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 februari 2007
vergaderruimte: Molenbdijkzaal 0.01
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
19.45 uur 25
VVD: Onderzoeken Minimabeleid Raadsfractie VVD
Reg.nr. Soort verslag
2327521
Verslag
Soort activiteit Peiling Raadslid peilt raad Van de raad wordt gevraagd de raadsinformatiebrief nr 10 inclusief bijlagen + de discussiepunten te bespreken en zich vervolgens uit te spreken over het door de Raad gewenste vervolgtraject.
Van Rooijen De Korte MKW
Portefeuillehouder Opsteller
Kruyt Van Wijngaarden
Beltman (SP), Van den Berg (JA), Van Berkum-Admiraal (CU), Kesler (GL), PaffenZeenni (CDA), Schulten (BPA), Tanamal (PvdA), Van Wijngaarden (VVD).
Portefeuillehouder
Kruyt
Ambtenaren
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
-
In de kadernota zullen een aantal deelonderwerpen terugkomen Vragen aan het college die niet beantwoord zijn tijdens deze peiling (o.a. langdurigheidstoeslag, kwijtschelding) zullen schriftelijk worden beantwoord. Vervolgbijeenkomst wordt in overleg met presidium gepland, vòòr de kadernota, waarbij het minimabeleid in brede zin wordt besproken. Naar Het Besluit Advies zonder debat Terug in De Ronde Voldoende besproken Vervolgstap college Afgedaan
Toezeggingen / Afspraken
met debat, woordvoerder 1e ronde:
Wethouder Kruyt zegt toe : - de vragen die niet beantwoord zijn (o.a. langdurigheidstoeslag, kwijtschelding) schriftelijk te beantwoorden - nog voor de kadernota met een aantal onderwerpen terug te komen, waar onder het voorstel voor een regeling voor gezinnen en tieners van 12-18 jaar
Aantekeningen voor verslag
#2327521 v1 - BESLUITENLIJST DR 13-2-2007 - VVD: ONDERZOEKEN MINIMABELEID
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2007 NR 29 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder A. Kruyt
Reg.nr. Datum
: 2315752 : 5 maart 2007
TITEL Evaluatie schuldhulpverlening 2006 / Beleid 2007
KENNISNEMEN VAN In deze raadsinformatiebrief staat een samenvatting van de evaluatie van de testfase voor schuldhulpverlening in 2006 en wordt de aanpak voor 2007 beschreven.
AANLEIDING In 2006 is een nieuw dienstverleningsaanbod voor schuldhulpverlening in Amersfoort getest. Deze test was nodig omdat onduidelijk was welke vorm van schuldhulpverlening het beste paste bij de vraag om hulp. Ook was onduidelijk hoeveel mensen van de verschillende onderdelen van de schuldhulpverlening gebruik zouden maken. Ten slotte was het de vraag wat een goed aanbod aan schuldhulpverlening moet kosten en of de huidige uitvoeringsorganisatie, Stadsring 51, het werk aan zou kunnen. De informatie die de test zou opleveren was nodig om voor 2007 (en volgende jaren) met goede argumenten voor een bepaalde aanpak van schuldenproblematiek te kunnen kiezen. Een begeleidingsgroep, met daarin vertegenwoordigers van gemeente en Stadsring 51, heeft de testfase daarom op de voet gevolgd.
KERNBOODSCHAP Het college heeft ingestemd met de evaluatie van de schuldhulpverlening in 2006 en met het pakket voor 2007 en spreekt zijn waardering uit voor het werk van Stadsring 51 en de overige bij de schuldhulpverlening betrokken partijen. Testjaar 2006 1. Aanbod Schuldhulpverlening is in 2006 in Amersfoort aangeboden binnen een drietal pakketten: het Basispakket, het Uitgebreide1 pakket en het Pluspakket. Dit wordt curatieve dienstverlening genoemd; het moet leiden tot herstel van een goede financiële situatie. Het Basispakket heeft een basale, maar complete samenstelling en is toegankelijk voor iedereen die zich meldt met schulden. Het Uitgebreide pakket. Daarbij worden in bepaalde onderdelen van het Basispakket meer uren gestoken en zijn enkele aanvullende onderdelen toegevoegd. Dit pakket was aanvankelijk alleen toegankelijk voor mensen met een bijstandsuitkering, maar is later in het jaar ook opengesteld voor andere doelgroepen. In het Pluspakket worden Maatjeshulp en Budgetbeheer aangeboden. Maatjeshulp is het op orde brengen van de administratie (ook wel ‘schoenendoos’ genoemd). Dit is soms nodig om überhaupt een dienstverleningstraject te kunnen volgen. Het budgetbeheer is voor beperkte duur: 6 maanden tot een jaar. 1
Preventieve activiteiten Ook wel Aanvullend pakket genoemd.
Inlichtingen bij:
H.A.W. Bakker, WSO/SZ, (033) 469 46 58
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2315752
-
Eerste Hulp Bij Schulden-pakket. Informatieverstrekking over inkomensvoorzieningen Pilot gastlessen over “omgaan met geld” op VMBO scholen. Voorlichting aan jongerenwerkers. En serie van vijf cursussen ‘Omgaan met Geld’, Stadsring51 verzorgt presentaties in de stad over schulden en het voorkomen daarvan.
Het Basispakket en Uitgebreide pakket worden door Stadsring 51 uitgevoerd, evenals de preventieve activiteiten. Pluspakket Maatjeshulp wordt in opdracht van Stadsring 51 uitgevoerd door de Amfors Groep. Als vervolg op de dienstverlening worden nog de zogenaamde bancaire producten ingezet zoals Pluspakket Budgetbeheer, schuldbemiddeling en het wettelijke schuldsaneringtraject (Wet Sanering Natuurlijke Personen). Deze bancaire dienstverlening doet Sociaal.nl Schuldsanering in opdracht van Stadsring 51. Er bestonden in de schuldhulpverlening in Amersfoort in 2006 geen wachttijden. Van wachttijd is sprake als er langer dan drie weken verloopt tussen twee opeenvolgende stappen in het hulpverleningstraject. Eind 2006 was dit maximaal 2,5 week. 2. Gebruik Tabel 1 Gebruik Dienstverlening Basispakket Uitgebreid pakket Pluspakket Maatjeshulp Pluspakket Budgetbeheer
Aantal verwacht 950 255 140 140
Gerealiseerd 935 236 49 21
In 2006 hebben zich dus 1171 mensen gemeld met schulden. Dit is vrijwel het aantal dat verwacht werd. De inzet van de Maatjeshulp is wat lager dan verwacht, omdat tussentijds moest worden overgestapt naar een andere leverancier en omdat minder mensen dan verwacht werden doorverwezen vanuit andere instellingen in Amersfoort. Inzet van budgetbeheer is lager dan verwacht: opstartproblemen bij de uitvoering door Sociaal.nl Schuldsanering remden de inzet van dit instrument door Stadsring 51. Daarnaast was het aantal van tevoren moeilijk in te schatten: inzet van budgetbeheer hangt af van de schuldenproblematiek van de klant die zich meldt. 3. Waardering Een onafhankelijk klanttevredenheidsonderzoek laat zien dat cliënten de schuldhulpverlening binnen het Basispakket waarderen met een 8.1 en in het Uitgebreide pakket met een 8.6. Dit zijn hoge cijfers, zeker gezien het feit dat het om nieuwe dienstverlening gaat waarin ‘kinderziekten’ logisch zijn.
2
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2315752
4. Resultaten curatieve dienstverlening Hieronder staan de resultaten van de dienstverlening. Tabel 2 Resultaten Basispakket / Uitgebreid pakket Basispakket (vanaf 1 januari) 642
Totaal resultaten: 1. Geen problematische schulden (beëindiging na advies) 2. Positieve uitstroom: - aanvraag schuldregeling gerealiseerd - schuldenstabilisatie bereikt (bij niet regelbare schulden) - betalingsregelingen opgestart 3. Negatieve uitstroom: - recidive/niet regelbare schulden - hulp stopgezet onvoldoende medewerking 4. Neutrale ‘uitstroom aanvraag voldoet (nog) niet aan basisvoorwaarden 5. Aanvraag ingetrokken door cliënt:
Uitgebreid pakket (vanaf 1 april) 141
130
1
144 8 30
35 10 10
29 95
0 64
156 50
0 21
Kijkend naar het uitstroomresultaat dan ligt de positieve uitstroom in het Uitgebreide pakket met 39% verhoudingsgewijs hoger dan in het Basispakket (28%). Met een negatieve/neutrale uitstroom van 45% presteert het Uitgebreide pakket op dit punt iets slechter dan het Basispakket (43%). Kijkend naar de achterliggende oorzaken dan valt de uitval in het Uitgebreide pakket geheel in de categorie “hulp stopgezet wegens onvoldoende medewerking”. Het gaat dan om cliënten die ondanks herhaalde uitnodigingen niet op de (aanmeldings)gesprekken verschijnen. Er zijn tussen Stadsring 51 en Sociale Zekerheid werkafspraken vastgelegd om deze uitval te verminderen. Tabel 3 Resultaten Pluspakket Maatjeshulp Pluspakket Maatjeshulp ingezet: . waarvan Maatjeshulp nog lopend . waarvan Maatjeshulp niet succesvol (dossier niet compleet) . waarvan Maatjeshulp succesvol afgerond maar toch uitval later in traject . waarvan Maatjeshulp succesvol afgerond én hulpverleningstraject met succes afgerond . waarvan Maatjeshulp succesvol afgerond en hulpverleningstraject nog lopend
49 cliënten 12 3 5 8 21
Stadsring51 zet Maatjeshulp in als tijdens de aanmelding duidelijk wordt dat de cliënt uitvalt als hij geen hulp ontvangt bij het op orde brengen van de administratie. Omdat veel hulpverleningstrajecten nog lopen, is het nog te vroeg om conclusies te trekken over de precieze waarde van dit instrument, maar de eerste ervaringen zijn positief. Tabel 4 Resultaten Schuldregelingen Schuldregeling Aantal aangevraagd Minnelijk 59 Wettelijk (WSNP) 105
Geslaagd 6 (10%) 100 (95%)
Afgewezen 32 (54%) 2 (2%)
Lopend 21 (35%) 3 (3%)
Het WSNP traject is in 2006 succesvol verlopen. Van de 102 afgeronde trajecten zijn er 100 door de rechtbank gehonoreerd, een slagingspercentage van 95. Dit percentage ligt aanzienlijk hoger dan de landelijke benchmarkcijfers.
3
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2315752
Als het gaat om het succes van de minnelijke schuldregeling dan zijn de resultaten mede afhankelijk van de inspanningen van Sociaal.nl. Met deze partner zijn meetbare resultaatafspraken gemaakt, namelijk een slagingspercentage van minimaal 14% van de afgeronde trajecten. Dit percentage wordt tot dusverre gerealiseerd (16%). Minder goed zijn de doorloopresultaten. Ook hierover zijn met Sociaal.nl contractuele afspraken gemaakt. Aanvragen moeten binnen 120 dagen zijn afgerond, conform de (landelijke) NVVK code. Dit resultaat wordt niet gerealiseerd: voor ongeveer 34% van de aanvragen wordt de termijn van 120 dagen overschreden. Overigens komen deze overschrijdingen landelijk veel voor. Het blijkt steeds lastiger met schuldeisers tot een schikking te komen.
5. Resultaten preventieve dienstverlening De uitvoering van het preventieprogramma is in 2006 volgens plan verlopen. Het ging in 2006 nog om een beperkt programma dat in 2007, met meer budget, uitgebreid wordt. De resultaten zijn als volgt: Het EHBS (Eerste Hulp Bij Schulden) pakket dat is ontwikkeld werd ingezet tijdens begeleidingsgesprekken van Stadsring51 en van een (beperkt) aantal samenwerkingspartners. De reacties zijn positief. Het begrote aantal van 500 stuks in 2006 is desondanks gerealiseerd. Mensen die ten onrechte bepaalde inkomensvoorzieningen niet benutten krijgen informatie over inkomensvoorzieningen waar ze recht op hebben. Het begrote aantal van 100 in 2006 is gerealiseerd. Met Ravelijn/Matchpoint is het initiatief genomen om gastlessen te verzorgen over “omgaan met geld” op diverse VMBO scholen. In december 2006 is op 1 VMBO school gestart met een pilot. In dat kader zijn ook twee theatervoorstellingen gegeven aan scholieren. Met het SWA wordt overlegd over een educatieve bijdrage van Stadsring51 aan het jongerenwerk in Amersfoort. Het gaat dan om voorlichting aan jongerenwerkers. Concrete samenwerkingafspraken worden in het voorjaar van 2007 verwacht. En serie van vijf cursussen ‘Omgaan met Geld’ is ingekocht bij het NIBUD. In het najaar van 2006 werd elke drie weken met een meerdaagse cursus gestart. De in totaal vijf cursussen lopen gedeeltelijk door in 2007. Het begrote aantal van 60 deelnemers is gerealiseerd. Stadsring51 verzorgt presentaties in de stad over schulden en het voorkomen daarvan. Hieronder zijn hulpverlenende organisaties, burgerweeshuis, diaconie etc. Het begrote aantal van 10 is gerealiseerd.
6. Samenwerking Veel partijen werken samen om een oplossing te vinden voor financiële problemen bij mensen in Amersfoort. Met vrijwel alle relevante partijen binnen zorg en welzijn heeft Stadsring 51 samenwerkingsconvenanten afgesloten. Deze partijen geven Stadsring 51 en de gemeente bovendien feedback waar het gaat om de kwaliteit van de schuldhulpverlening en de eventuele hiaten daarin. Met de woningcorporaties zal de samenwerking begin 2007 zichtbaar worden in een gezamenlijke pilot. De samenwerking met de nieuwe bancaire partij Sociaal.nl gaat goed. 7. Kosten De kosten van de schuldhulpverlening waren vooraf begroot op € 1.358.535,-. De werkelijke kosten komen uit op ongeveer € 921.000,-. De kosten zijn lager uitgevallen om de volgende redenen: Instroom in het (duurdere) Uitgebreide pakket en het Pluspakket heeft pas vanaf 1 april 2006 plaatsgevonden. Dit in verband met de voorbereidingen rond het nieuwe aanbod. Per pakket bleken per aanmelding minder uren nodig dan begroot. De Maatjeshulp werd minder ingezet dan begroot. De bancaire kosten zijn lager dan begroot omdat o.a. budgetbeheer minder is ingezet (zie par.2).
4
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2315752
Aanbod 2007 Op grond van de in de Begeleidingsgroep besproken resultaten en ervaringen heeft Stadsring 51 ons een prestatieaanbod gedaan voor 2007 dat in grote lijnen dat van 2006 voortzet. Een aantal zaken is nieuw.
Het uitgebreidere pakket wordt voor meer doelgroepen ingezet dan uitstluitend voor cliënten van Sociale Zekerheid. Permanent budgetbeheer wordt ingezet voor mensen, zgn. niet-leerbaren, voor wie permanent op de portemonnee moet worden gepast (Pluspakket). Nieuwe preventieve activiteiten: Voorkomen huurachterstanden en voorkomen huisuitzettingen in samenwerking met woningcorporaties. PreventieLoket.In Amersfoort wordt op veel plaatsen en door diverse organisaties/projecten hulp geboden bij het ordenen van de (prive)administratie. Met deze hulp worden schulden voorkomen. In 2007 worden deze activiteiten zoveel mogelijk gebundeld en onder regie van Stadsring 51 uitgevoerd. Naast de Maatjeshulp van Stadsring 51 wordt ook het project Op Orde van Ravelijn binnen het PreventieLoket voortgezet. Debiteuren Sociale Zekerheid. De afdeling Debiteuren van Sociale Zekerheid gaat een actief signalerende rol spelen t.a.v. actuele en toekomstige schuldensituaties.
Kosten pakket 2007 De totale kosten van de schuldhulpverlening komen in 2007 op € 1.387.429,-. Daarvan wordt € 1.302.629,- gedekt uit de begroting schuldhulpverlening 2007 (inclusief de incidentele middelen voor preventie van € 200.000,-). Het resterende bedrag van € 84.800,- wordt gedekt door de eigen middelen van Stadsring 51 (€ 45.800), de provincie (€ 20.000), Humanitas (€ 4.000), en de gemeentelijke stelpost voor vrijwilligersbeleid (€ 15.000). Stadsring 51 krijgt voor 2007 een subsidie van € 1.206.498,-. Het verschil met de totale kosten voor schuldhulpverlening is € 180.931,- (€ 1.387.429 minus € 1.206.498). Dit verschil bestaat uit de volgende onderdelen: de subsidie van de provincie die rechtstreeks naar Stadsring 51 gaat (€ 20.000) de vergoeding door Humanitas rechtstreeks aan Stadsring 51 (€ 4.000) de eigen middelen van Stadsring 51 (€ 45.800) de kosten die gemaakt worden voor de bancaire dienstverlening door Sociaal.nl (€ 111.131), (dit bedrag wordt door de gemeente rechtsreeks aan Sociaal.nl overgemaakt). In tabel 5 staat e.e.a. schematisch weergegeven.
5
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2315752
Tabel 5: begroting 2007
Acitiviteiten Basispakket Uitgebreid pakket Pluspakket Preventie - Schriftelijke informatie - Persoonlijke inkomensadv. - Gastlessen op scholen - Budgetcursussen - Presentaties bij instellingen - Voorkomen huisuitzettingen - Inkomensprojecten - Ordenen thuisadministratie Overige directe kosten Eenmalige kosten & investeringen
Bancaire kosten Totaal
Aantal 935 342 168 1000 275 500 Leerl. 150 deeln. 10 n.t.b. 450 clienten 200 trajecten
Kosten 381.339 319.032 155.295 239.000
Dekking Begroting Schuldhuldverlening 2007 Begroting Schuldhulpverlening 2007 Begroting Schuldhulpverlening 2007 Incidentele middelen preventie : € 200.000 Provinciale middelen : € 20.000 Humanitas : € 4.000 Stelpost Vrijwilligersbeleid : € 15.000
104.832 Begroting Schuldhulpverlening 2007 76.800 Begroting Schuldhulpverlening 2007 : € 31.000 Bedrijfsvoering Stadsring 51 : € 45.800 111.131 Begroting Schuldhulpverlening 2007 1.387.429
Om de kosten voor 2008 e.v. in beeld te brengen, blijven we de vraag naar schuldhulpverlening ook in 2007 monitoren.
Financiële zorgverlening langdurig (verslaafde) dak- en thuislozen St. Iks en Centrum Maliebaan signaleren een hiaat in de huidige dienstverlening, namelijk in de intensieve financiële begeleiding van langdurig (verslaafde) dak- en thuislozen. Het zou gaan om ongeveer 140 personen. Omdat over deze dienstverlening nog veel zaken (vorm, kosten, aantallen, duur, exacte relatie dienstverlening Stadsring 51) scherper moeten worden gesteld, wordt die in het eerste kwartaal 2007 verder onderzocht en ontwikkeld in overleg met betrokken instanties. De schatting is dat deze dienstverlening tussen de € 150.000,- en 200.000,- per jaar zal kosten. Deze bedragen zijn gebaseerd op ervaringen die Stichting Iks heeft met financiële zorgverlening voor deze doelgroep. Voor zover deze kosten in 2007 niet kunnen worden gefinancierd uit het nog beschikbare budget voor schuldhulpverlening (restant van ongeveer € 100.000,-) zal nog naar aanvullende dekking worden gezocht.
6
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2315752
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
7
Notulen raadsvergadering Het Besluit
17 oktober 2006 om 21.30 uur (nr. 2227269)
17 oktober 2006 Agenda blz. Vaststellen agenda
3
Structuurvisie Park Randenbroek e.o. en herontwikkeling locatie Elisabeth
3 9
Raadsdebatten 1.
2187634
2.
2195360
Rekenkamerrapport handhavingsbeleid brandveiligheid in Amersfoort
3.
2112394
Locatiekeus opvangvoorzieningen: a. procedure b. toetsingspunten
10
2119413 Besluiten 4.
2200018
Zendmachtiging Lokale Omroep
19
5.
2191277
Reactie jaarrekening AVU 2005
19
6.
2197079
Herziening bestemmingsplan Buitengebied (De Velden 1G)
19
7.
2197243
Vaststelling bestemmingsplan Hoogland 2002, herziening ex artikel 30 WRO (2006) 20
8.
2183456
Parkeerverordening 2007 en Verordening parkeerbelastingen 2007
20
9.
2122675
Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2006-II
20
Beantwoording brief aan de raad over politieregistratie Stovestraat e.o.
20
10.
2214047
Moties 11. 12. 13.
Motie overgangszone Hooglanderveen, ingediend door GroenLinks, CDA en VVD
20
Motie verbeteren communicatie en participatie voor inwoners van Amersfoort, ingediend door SP en BPA
23
Motie advies zendmachtiging lokale omroep, ingediend door VVD
23
2
NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE AMERSFOORT, GEHOUDEN OP DINSDAG 17 OKTOBER 2006 OM 21.30 UUR Vice-voorzitter: mevrouw A. van Vliet-Kuiper Griffier: mevrouw mr. A.M. van Omme Voorts zijn aanwezig: de leden: S. Adli, mevrouw M.C. Barendregt, mevrouw B. Beltman, drs. ing. P. van den Berg, mevrouw H.G. van Berkum-Admiraal, G. Boeve, mevrouw mr. M.P.M. Cooijmans, mevrouw A.W.J. de Crom, D.R. Dekker, S.W. van ’t Erve, A.H. van Garderen, mevrouw drs. M.M. van Hensbergen, E. Hinloopen, mevrouw F.G. Imming, mevrouw S.J. Kennedy-Doornbos, mevrouw S.C. Kesler, F. Killi, C.W. Kraanen, D.C. Kuiper, ir. J.F. van Leersum, R.G.H. van Muilekom (vanaf agendapunt 3), mevrouw A.E.M. Noortman-Nieuwendijk, R.P. Offereins, I. Parmaksiz, M. Özcan, mevrouw M.J. Paffen-Zeenni, H.B.M. van Rooijen, F. Schoenmaker, R. Schulten, G.J.A. Smit, mevrouw G.S.I.A. Tanamal, drs. M. Tigelaar, G. van Vliet, mr. J.F.H. Voogt, ing. J.J.W. van Wegen, mevrouw mr. A.J. Wiersma, mevrouw drs. D. van Wijngaarden en mevrouw H.J. van Woudenberg-Tengen de wethouders: P.J.T. van Daalen, mevrouw G. Eerdmans, J.A. Hekman, A. Kruyt, R. Luchtenveld en mevrouw M.M. van ‘t Veld Afwezig is: Het lid: R.A.D. van der Borch tot Verwolde De VOORZITTER opent de vergadering. De berichten van verhindering worden gemeld. De heer Van der Borch tot Verwolde zal vanwege zijn gezondheid het raadswerk voorlopig neerleggen. De heer VOOGT (VVD) doet een voorstel van orde. Hij verzoekt de raad het onderwerp Lokale Omroep als debatonderwerp aan te merken. De VOORZITTER heeft vanuit De Ronde de terugkoppeling gehad, dat vanavond geen besluit wordt genomen over de zendmachtiging, maar dat de VVD een actuele motie heeft aangekondigd, vreemd aan de orde van de dag. Op 31 oktober a.s. zal het debat over de Lokale Omroep plaatsvinden. De heer VAN WEGEN (BPA) wijst op agendapunt 10. Gelet op diverse nader bekend geworden feiten verzoekt spreker het onderwerp opnieuw in De Ronde te bespreken, zodat briefschrijvers daarbij aanwezig kunnen zijn en tot een goed antwoord kan worden gekomen. De agenda wordt vastgesteld, met toevoeging van de motie van de VVD en het schrappen van agendapunt 4, zendmachtiging, en agendapunt 10, dat in De Ronde aan de orde wordt gesteld. Agenda- Inhoud punt 1. Structuurvisie Park Randenbroek e.o. en herontwikkeling locatie Elisabeth (2187634)
Actie
De heer HEKMAN (wethouder) verwijst naar het door het college gedane voorstel in Raadsinformatiebrief nr. 113: 1. meer tijd nemen voor de invulling van het ziekenhuisterrein. De ambitie van het college is om in overleg met de provincie, gemeente Leusden, waterschap, Utrechts Landschap tot een betere invulling te komen, waarbij sprake is van meer ruimte voor het Beekdal en minder bebouwing. 2. niet overgaan tot inspraak, maar tot een participatietraject, op basis van de structuurvisie. De ontkoppeling is bedoeld om voortgang te kunnen maken. Het is een dossier dat vele jaren aan de orde is. Het is goed op een aantal thema’s in gesprek te gaan, zoals over de loca3
tie Sportfondsenbad. Met omwonenden en andere belanghebbenden zal worden gesproken over de invulling. Ook wordt met de sportverenigingen gesproken over hun ontwikkelingen. De functie voor de villa Randenbroek moet aan de orde komen; er moet helderheid komen over de invulling van het terrein Metgensbleek, evenals het wel of niet komen tot een skeelerbaan. Het college meent dat de structuurvisie voldoende basis is om daarvoor een participatietraject aan te gaan. Van de raad wordt de ruimte daarvoor gevraagd. Na ongeveer driekwart jaar kunnen de twee sporen bij elkaar komen en kan worden nagegaan of één visie aan de raad kan worden gepresenteerd, die vervolgens in de inspraak wordt gebracht. Mevrouw BARENDREGT (Jouw Amersfoort) noemt het lastig, dat het college op een laat moment een gewijzigd besluit voorlegt. Dit maakt het moeilijk om reeds geformuleerde stellingen, opgestelde amendementen, nog te wijzigen. Wat is het voorstel van het college? De toelichting van wethouder Hekman is een aanvulling op het voorgestelde besluit. De fractie van Jouw Amersfoort acht het goed dat in het besluit niet meer wordt gesproken over het ingaan van de inspraak, omdat het voorstel daarvoor niet rijp is. Is het besluit het door de raad gewenste besluit of zijn aanpassingen nodig? Zij geeft de volgende stellingen aan: 1. Met het gewijzigde besluit schiet de raad weinig op. De ruimte in de participatie is te weinig. De fractie acht de structuurvisie Park Randenbroek en de loskoppeling ongewenst. Een redelijk klein gebied wordt 'geknipt' en moet later weer bij elkaar worden gebracht. Dat is geen gewenste ontwikkeling. Zijn de raadsleden het eens met het college? 2. De raadsinformatiebrief geeft aan dat de raad een besluit moet nemen, omdat anders niet met bewoners en belanghebbenden kan worden gesproken. Echter, ook zonder het vaststellen van de structuurvisie kan worden gesproken. De visie van de raad is bekend: een zo groen mogelijke invulling. 3. Door in te stemmen met het voorstel zet de raad zich op een aantal punten buiten spel. Het solitair bekijken van de Elisabethlocatie betekent dat het college nog steeds met een invulling kan komen van ongewenste bebouwing. Jouw Amersfoort wil de ruimtelijke kwaliteit van het totale gebied in ogenschouw nemen. De vraag is daarom of het nu gevraagde besluit de gewenste uitkomst oplevert in uitvoering, eindresultaat en in draagvlak? Jouw Amersfoort is van mening dat dit niet het geval is. Daarom dient de fractie een amendement in. In de raadsinformatiebrief gaat het college iets te kort door de bocht als wordt gesteld dat het college en de ambtelijke werkgroep kennis hebben genomen van het plan voor woningbouw aan de rand van de sportvelden nabij de A28. Wat is ermee gedaan? Het is spreekster bekend dat dit kennisnemen pas twee weken geleden is gebeurd. Dit was niet op het moment van de excursie in het Beekdal. Het college stelt dat woningbouw aan de rand van het plangebied niet bij de landschappelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten uit de structuurvisie past. Als de meerderheid van de raad van mening is dat het nog veel minder past in het volume dat past bij de Elisabethlocatie, waarover gaat het dan? Het terrein mag niet zo maar worden weggegeven, maar het terrein moet als totaal worden bekeken. Uiteindelijk moet tot een politiek en maatschappelijk gedragen visie worden gekomen. Amendement, nr. 1.1, ingediend door Jouw Amersfoort Structuurvisie Park Randenbroek e.o. – Elisabethlocatie "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; constaterende dat: de gemeenteraad vooralsnog als kader voor de uitwerking van de drie ziekenhuislocaties budgettaire neutraliteit heeft vastgelegd; de gemeenteraad streeft naar een zo groen mogelijke invulling van de Elisabethlocatie; 4
-
de gepresenteerde plannen, van ca. driehonderd appartementen, niet op de steun van (de meerderheid van) de gemeenteraad kunnen rekenen en bovendien op maatschappelijke weerstand stuiten; het beekdal een van de prominente dragers is van de Amersfoortse Groen-Blauwe Structuur; de sportverenigingen (voetbal en honkbal) binnen het gebied met minder ruimte toe kunnen, terwijl zij meer sporters en activiteiten kunnen accommoderen, wanneer een aantal velden vervangen worden door kunstgrasvelden; het collegevoorstel om de plannen voor Park Randenbroek, de sportvelden, de vrijkomende locatie van het Sportfondsenbad voor inspraak vrij te geven en daarbij de Elisabethlocatie buiten dit traject te houden; er geen zicht op is dat het college daadwerkelijk met plannen komt met een lagere bouwopgave voor de locatie Elisabeth;
overwegende dat: - er voldoende tijd is om de plan- en besluitvorming zorgvuldig voor te bereiden; - van integrale planvorming voor dit gebied geen sprake meer is als nu de Elisabethlocatie eruit gelaten wordt; - eventuele woningbouw – bijvoorbeeld aan de rand van de sportvelden – ter compensatie van het minder bouwen op de Elisabethlocatie, op deze manier wordt uitgesloten; - de zoektocht naar (aanvullende) subsidiegelden door het college nog niet is afgerond; het besluit als volgt te wijzigen: - onder beslispunt 1 als eerste woord toe te voegen 'niet'; - onder beslispunt 2 de laatste vijf woorden te schrappen; - beslispunt 3 te wijzigen in "met daarbij als basis te nemen de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving d.d. 7 februari 2006, inclusief mogelijke woningbouw aan de zijde van de sportvelden ter compensatie van een deel van de geplande driehonderd appartementen"; - aan beslispunt 4 toe te voegen: voor verdere besluitvorming; dit resulteert in het volgende gewijzigde besluit; te besluiten: niet tot loskoppelen van de besluitvorming en verdere uitwerking van de locatie Elisabeth en de structuurvisie Park Randenbroek en omgeving een participatietraject te starten; met daarbij als basis te nemen de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving d.d. 7 februari 2006, inclusief mogelijke woningbouw aan de zijde van de Sportvelden ter compensatie van een deel van de geplande driehonderd appartementen; de uitkomsten van het participatietraject voor te leggen aan de raad voor verdere besluitvorming." De heer KILLI (PvdA) wijst op affiches van de Stichting Behoud Heiligenbergerbeekdal: waarom mag groen niets kosten? Het levert toch meer op? Groen is inderdaad duurzaam. Het levert veel op, voor nu en in de toekomst. Daarvoor moet een strategie aanwezig zijn om een en ander te waarborgen. Een ander affiche geeft aan: Dank voor het kiezen voor groen in 2006, namens geheel Amersfoort in 2060. Spreker zal het zelf niet meer meemaken, maar mogelijk zijn kinderen wel. Mevrouw Barendregt heeft goede dossierkennis. Van haar kan worden verwacht dat zij met een voorstel komt dat kan worden gesteund dan wel dat zij een voorstel doet: hoe is dat uit te leggen? Het college heeft aangegeven het met de raad eens te zijn dat zo min mogelijk woningbouw in het gebied moet plaatsvinden. Bijna iedereen in deze stad wil geen woningbouw, maar het realiteitsgehalte daarvan is nihil. 5
Er is consistentie in het betoog van mevrouw Barendregt als zij zegt dat het voorstel van het college haar niet aanspreekt. In 2002 was de toenmalige D66-fractie het niet eens om met een visie te komen. De PvdA-fractie is van mening dat wil het college buiten de grenzen van Amersfoort aan middelen komen om het gebied zo groen mogelijk te houden, dan moet de gemeenteraad van Amersfoort een plan vaststellen en het college verzoeken om bij provincie, rijk en Europa naar middelen te zoeken. Daarvoor is een plan noodzakelijk. Binnen dat integrale plan kan de invulling van de locatie Elisabeth worden opgeschoven. Mevrouw BARENDREGT (Jouw Amersfoort) vraagt de heer Killi welk plan hij vanavond vaststelt. De heer KILLI (PvdA) erkent dat het college een stap terug heeft gedaan. De structuurvisie wordt met de participanten besproken. Uiteindelijk moet tot de vaststelling van een plan worden gekomen. Mevrouw BARENDREGT (Jouw Amersfoort) concludeert, dat daarover overeenstemming bestaat. Het gaat om de weg daarheen. Waarom zou nu, als geen plan wordt vastgesteld, wel deze twee locaties, die bij elkaar horen, worden losgekoppeld? In de raadsinformatiebrief geeft het college aan dat de provincie niet eerder dan na de verkiezingen van provinciale staten een besluit zal nemen. Waarom de ontkoppeling? De heer KILLI (PvdA) zegt dat voor het verkrijgen van middelen buiten Amersfoort, om minder te bouwen, een plan aanwezig moet zijn. Er wordt nu geen plan vastgesteld. De heer VAN ’T ERVE (GroenLinks) is blij verrast met het aangepaste raadsvoorstel om een participatietraject te starten. Het besluit heeft echter een inconsistentie. Eerst wordt een participatietraject gegaan, waarbij duidelijk moet worden wat de mening van de belanghebbenden is. Het is goed dat dit gebeurt op basis van de structuurvisie. Vervolgens verwacht de fractie een rapportage aan de raad. De raad moet dan besluiten of een en ander in de inspraak kan worden gebracht. In het eerste punt van het besluit wordt gesteld dat nu al moet worden besloten tot het loskoppelen van de Elisabethlocatie in de besluitvorming. De besluitvorming komt bij punt 4 van het besluit. De fractie stelt voor het eerste punt van het besluit te schrappen. Amendement nr. 1.2, ingediend door GroenLinks Structuurvisie Randenbroek e.o. "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; besluit: punt 1 van het besluit vervalt." Mevrouw COOIJMANS (VVD) is van mening dat nog te veel onzekerheid aanwezig is over de invulling van het Elisabethterrein, zeker nu de wens aanwezig is om de locatie zo groen mogelijk te houden. Er is sprake van minder dan driehonderd appartementen. Dit gaat voor de fractie te snel. De budgetneutraliteit is voor de fractie essentieel. Zeker omdat van andere financiering nog niet is gebleken. In het collegeprogramma is bovendien vermeld – een element dat de VVD wil benadrukken – dat het college binnen drie maanden na vaststelling van het collegeprogramma zou laten zien welke rol het Elisabethterrein in de totale stedelijke vernieuwingsopgave zou moeten of kunnen innemen. Dat is nog onduidelijk. De Lichtenberg is een gepasseerd station als het gaat om de sociale woningbouw, seniorenwoningen, buiten de bebouwing die nu is voorgesteld. Bij binnenstedelijke vernieuwing moet zicht aanwezig blijven op alle groepen.
6
Het is logisch dat iedereen denkt aan de eigen omgeving, maar benadrukt moet worden dat de raad als volksvertegenwoordiger de brede stad vertegenwoordigt. Het gevaar dreigt dat sociale woningbouw wordt gedwongen naar wijken, die al (te) veel sociale woningbouw hebben. Het streven is diversiteit in wijken, woningen en bevolkingssamenstelling. Het is een opdracht aan het college, waarop de raad moet toezien. De groene ambitie voor het Elisabethterrein in combinatie met de realisering van slechts zestig woningen op het terrein van het Sportfondsenbad zet deze verplichting erg onder druk. Als de structuurvisie op die manier in het participatieproces wordt gebracht, dan worden verwachtingen gewekt die lager gefrustreerd worden. De VVD-fractie kan ermee leven om nu de participatie in te gaan, maar stelt hiervoor wel een aantal randvoorwaarden, dat in de door de VVD in te dienen motie is verwoord. Motie nr. 1.1, ingediend door VVD, PvdA en CDA "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; van mening zijnde: dat er nog veel onzekerheid is over de herontwikkeling van het Elisabethterrein; dat door het college de wens uitgesproken is om ook deze locatie zo groen mogelijk te houden (driehonderd appartementen en zo mogelijk minder geeft zij aan); - dat daarmee de eis van budgetneutraliteit in het geding komt, omdat van andere financiering nog niet is gebleken; - dat daarnaast de opdracht uit het collegeprogramma, om te laten zien welke plek het Elisabethterrein kan c.q. moet leveren aan de binnenstedelijke vernieuwingsopgave, niet is vervuld; - dat deze raad, na het reeds gepasseerd zijn van de mogelijkheid tot woningbouw voor minder draagkrachtige groepen op de Lichtenberg, de verplichting heeft, bij binnenstedelijke vernieuwing zicht te houden op het bedienen van alle doelgroepen; - dat nu het gevaar dreigt, dat sociale woningbouw wordt gedwongen naar de wijken waar daarvan reeds een overschot bestaat; - dat het realiseren van woning- en bevolkingsdiversiteit in wijken een verplichting is van dit college en dat de raad hierop moet toezien; - dat de groene ambitie voor het Elisabethterrein in combinatie met realisering van slechts zestig woningen op het Sportfondsenbadterrein deze verplichting te zeer onder druk zet; - dat als de Structuurvisie zo in de participatie wordt gebracht, verwachtingen worden gewekt, die later wellicht gefrustreerd worden doordat de groene ambities en een evenwichtige stedenbouwkundige opzet, toch dwingen tot meer woningbouw in (andere) delen van de Structuurvisie; draagt het college op: - vast te houden aan de eis dat de sloop van de huidige ziekenhuislocaties en bouw van het nieuwe ziekenhuis door (her)ontwikkeling van Lichtenberg, Elisabeth en Kop van Schothorst bekostigd kunnen worden, ofwel vast te houden aan de budgetneutraliteit; - te komen met alternatieve voorstellen voor woningbouw op andere delen van dit structuurvisiegebied, zoals op de locatie van het Sportfondsenbad, wanneer wordt vastgehouden aan driehonderd woningen of minder op Elisabethterrein; - daarbij te variëren in de mix van te realiseren woningen naar doelgroepen, variatie in aantallen en variaties in stedenbouwkundige invulling, waarbij breed de mogelijke locaties voor woningbouw worden bekeken, waaronder bijvoorbeeld ook de (randen van de) sportvelden; en gaat over tot de orde van de dag." De heer VAN ’T ERVE (GroenLinks) vraagt of hiermee geen grote wijzigingen worden aangebracht in de structuurvisie. 7
Is het niet veel zuiverder te zeggen: eerst de participatie op basis van het collegevoorstel. Bij de uitkomsten van de participatie kan de raad de door de VVD genoemde overwegingen meenemen. Mevrouw COOIJMANS (VVD) acht het belangrijk dat niet nu voorstellen worden gedaan aan burgers, waarop later wordt teruggekomen. Het is niet nieuw dat de budgetneutraliteit erg belangrijk is. Als niet op korte termijn geld wordt ‘gevonden’ voor de Elisabethlocatie, dan moet iets anders worden gedaan. De VVD-fractie houdt vast aan de loskoppeling, onder de gestelde voorwaarden. De heer VAN WEGEN (BPA) zegt dat groen voor de BPA zeer belangrijk is. De fractie weigert akkoord te gaan met het gewijzigde raadsbesluit. Woningbouw op deze specifieke locatie heeft een stadsbrede c.q. regiobrede functie. Er moet daarom naar externe middelen worden gezocht. De heer KILLI (PvdA) is het ermee eens dat naar externe middelen moet worden gezocht. Daarvoor moet wel een idee aanwezig zijn. De heer VAN WEGEN (BPA) acht het idee duidelijk: de groene long, die tot aan de kern van de binnenstad doorloopt, moet worden gehandhaafd. Mevrouw BARENDREGT (Jouw Amersfoort) vraagt of de VVD aan de loskoppeling verbindt dat op andere locaties compensatie plaatsvindt. De VVD wil alternatieven voor woningbouw wanneer wordt vastgehouden aan driehonderd woningen of meer. Dit betekent: meer woningen is budgettair neutraal. Mevrouw COOIJMANS (VVD) zegt dat de budgettaire neutraliteit nu niet hoeft te worden ingevuld. De kans is aanwezig dat tot meer dan driehonderd woningen moet worden gekomen. De alternatieve woningbouw is essentieel voor de fractie. Het is derhalve niet alleen budgetneutraliteit versus zo groen mogelijk, er zit ook een woningbouwopgave in. De VOORZITTER meldt dat de SGLA het college een gieter heeft aangeboden omdat Amersfoort de groenste stad van Nederland is geworden. Amersfoort hoopt dat ook te blijven. Mevrouw VAN BERKUM-ADMIRAAL (ChristenUnie) acht de redenering van GroenLinks logisch: eerst het participatietraject ingaan en afwachten wat de uitkomst is. Het kan zijn dat dan wordt besloten tot wel of niet een loskoppeling. Zij roept het college op het participatietraject voortvarend op te pakken. De heer SCHOENMAKER (SP) meent dat als het principe van de budgettaire neutraliteit wordt verlaten en geld wordt uitgegeven voor het groen, er geen probleem zal zijn. De fractie is tegen de loskoppeling. Het amendement van GroenLinks is logisch. De fractie heeft er moeite mee om de structuurvisie Park Randenbroek als basis te nemen. Er moet discussie daarover mogelijk zijn. De fractie heeft bezwaar tegen woningbouw op de sportlocaties, die eventueel vrij komen. De fractie zal de motie van Jouw Amersfoort wel steunen, maar heeft moeite met enkele punten daarin. De heer VAN GARDEREN (CDA) heeft problemen met het woord ‘structuur’. De raad stelt de kaders; dat gebeurt in een structuurvisie. Daarmee wordt iets aan de burgers opgelegd. Het gevoel ontstaat dat niets meer mogelijk is. Daarom ondersteunt de CDAfractie de door de VVD ingediende motie en de zorg wordt uitgesproken dat binnenstedelijk een aantal woningen moet worden gerealiseerd. Kan het niet op de ene plek dan moet een en ander op een andere plek in de stad gebeuren.
8
De CDA-fractie heeft steeds gesteld dat op de locatie Sportfondsenbad geen sprake moet zijn van grondgebonden woningen, maar van gestapelde bouw. Dergelijke gestapelde bouw wordt niet uitgesloten. De fractie ervaart de structuurvisie niet als juridisch klemmend. Het is een structuurvisie die aan de burgers wordt voorgelegd. Daarop vindt de participatie plaats. De heer VAN ’T ERVE (GroenLinks) meent dat een eind wordt gekomen met een toezegging van de wethouder: de structuurvisie niet als hard gegeven te hanteren, maar met enige creativiteit daarmee om te gaan. Indien de wethouder die toezegging kan doen, wordt een eind in de goede richting gekomen. De VOORZITTER schorst, op verzoek van wethouder Hekman, de vergadering. Schorsing De VOORZITTER heropent de vergadering. De heer HEKMAN (wethouder) constateert dat de raad naar mogelijkheden wil zoeken om het participatietraject te starten. De groene ambities worden uitgesproken. Het college ziet op zich wel iets in de benadering van GroenLinks, maar stelt voor daarop op een later moment terug te komen, zodat het college met de woordvoerders van de fracties contact kunnen hebben over de amendementen. De participatie moet beginnen met heldere kaders. Het college stelt voor het voorstel nu aan te houden en op een nader moment een voorstel aan de raad voor te leggen. De heer VAN ’T ERVE (GroenLinks) wil het besluit nu wel nemen, met een aanvullend besluit om de concrete vorm van het participatietraject later vast te stellen. Mevrouw COOIJMANS (VVD) zegt dat de VVD-fractie een randvoorwaarde wil stellen aan het participatietraject; dat is punt 3 van de VVD-motie. De motie kan vervallen als aan het raadsvoorstel punt 3 van de motie wordt toegevoegd. De heer VAN GARDEREN (CDA) stemt in met het voorstel van de wethouder om nu geen besluit te nemen. De discussie in De Ronde was nog niet afgerond. De CDA-fractie gaat akkoord met uitstel van de besluitvorming. De heer KILLI (PvdA) stemt in met uitstel, zij het dat dit met slechts enkele weken moet zijn. De inwoners hebben recht op duidelijkheid. De heer VAN WEGEN (BPA) stemt in met het aanhouden van het voorstel. Het amendement van GroenLinks moet daarbij worden betrokken. Mevrouw VAN BERKUM-ADMIRAAL (ChristenUnie) stemt in met het aanhouden van het voorstel, zij het dat niet te lang moet worden gewacht voordat opnieuw over dit onderwerp in de raad kan worden besloten. Het onderwerp wordt van de agenda afgevoerd en komt via De Ronde terug in de raad. 2.
Rekenkamerrapport handhavingsbeleid brandveiligheid in Amersfoort (2195360) De heer VOOGT (VVD) heeft waardering voor het rapport van de Rekenkamercommissie. De brandweer is van mening dat haar beleid effectief is, maar hoort de resultaten van haar inspanningen ook zichtbaar te maken, aldus de Rekenkamercommissie. Er ontbrak volgens de Rekenkamercommissie een en ander: er is geen goed nalevingsniveau bepaald en derhalve kan niet worden geconstateerd of aan het niveau is voldaan. 9
Er is veel samenwerking, maar het ontbreekt aan een centrale sturing van de gemeente. De beleidscyclus is niet rond: beleidsregels moeten worden geëvalueerd, knelpunten moeten worden gesignaleerd en er moet gekomen worden tot nieuwe regels. De tendens is om overtredingen ongedaan te maken. Er is geen overzicht van de sancties. Positieve ontwikkelingen zijn dat er een ICT-project is. Er komt meer zicht op de feitelijke naleving. Er zijn dan bijstellingen in doelstellingen en prioriteiten mogelijk. Frappant is dat wordt gesproken over botsende regels. Daaraan moet, eventueel op landelijk niveau, iets worden gedaan. Veel vergunningen zijn verleend. Het komt nu aan op controle en handhaving. De regionalisering is een positieve ontwikkeling. Stelling 1: Het rapport geeft aan dat er behoefte is aan meer sturing vanuit het gemeentehuis. Volledige regionalisering van de brandweer in de provincie Utrecht maakt aansturing vanuit de diverse gemeentehuizen niet noodzakelijk; zelfs onwenselijk. Stelling 2: Bij het constateren van overtredingen in kwetsbare situaties, bijv. cafés, instellingen, moet direct een straf worden opgelegd. In overleg kan tot een goed resultaat worden gekomen. De VVD-fractie stemt in met de suggesties van de Rekenkamercommissie. Mevrouw WIERSMA (SP) reageert op de stelling 1: De SP heeft in De Ronde aangegeven dat een integrale handhavingsorganisatie bij de brandweer moet liggen. De heer KUIPER (PvdA) zegt op een andere manier te kijken naar integraal handhaven dan de stelling. In plaats van handhaven op regionaal niveau wil de PvdA inzetten op integrale handhaving op lokaal niveau, met een gemeentelijk bureau integrale handhaving. Daar komen de verschillende onderdelen van handhaving samen. Stelling 2: Het direct beboeten van overtredingen is niet direct de insteek van de PvdAfractie. Bij handhaven moet worden uitgegaan van samenwerken en doorbijten als het nodig is. De fractie is blij met de extra inspanningen om registratie en rapportage te verbeteren. In De Ronde heeft de portefeuillehouder aangegeven dat over de afgelopen periode een extra rapportage komt over handhavingszaken. Op basis daarvan wordt inzichtelijk hoe handhaving plaatsvindt. Het bonus-malussysteem waarmee de handhaving gaat werken is een goede zaak. Vergunninghouders kunnen punten verdienen als zij zich goed gedragen. De heer KRAANEN (BPA) zegt dat stelling 1 de fractie een gruwel is, omdat het betekent dat op lokaal niveau geen mogelijkheid aanwezig is om sancties op te leggen. De conclusies en aanbevelingen in het rapport van de Rekenkamercommissie zijn en worden overgenomen door de portefeuillehouder. Dat is voldoende. Mevrouw VAN VLIET (portefeuillehouder) merkt op dat in de goede discussie in De Ronde over het Rekenkamerrapport een aantal toezeggingen is gedaan. Deze toezeggingen zijn herhaald. Over stelling 1 zegt zij dat het niet de kant op moet gaan dat er geen sturing meer is vanuit het gemeentehuis. Van de regionalisering van de politie is geleerd dat wel vanuit het gemeentehuis moet worden geprobeerd zo goed mogelijk sturing te geven aan de activiteiten, gelet op de discussie met het resultaat dat de wijkagent weer volledig in het pakket zit. Dit komt met name door de kritische geluiden vanuit de raad. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel. 3.
Locatiekeus opvangvoorzieningen: a. procedure (2112394) b. toetsingspunten (2119413) De heer VAN VLIET (BPA) stelt voorop dat zowel de voorgestelde procedure als de toetsingspunten een goede aanzet zijn. Doel van een en ander is tot een betere keuze te komen. Het is goed dat draagvlak wordt gezocht. 10
Uiteraard kan het niet iedereen naar de zin worden gemaakt. Het feit dat naar locaties wordt gezocht is geen vrijbrief voor daadwerkelijke vestiging. Daarvoor zijn twee zaken nodig: a. een goede financiële onderbouwing b. de daadwerkelijke behoefte. In De Ronde is aan de orde geweest of de Kleine Haag moet worden meegenomen in dit verband. Het gaat om het bestemmen van locaties, waarbij de locatie Stovestraat wordt uitgesloten. De locaties waar nu al activiteiten zijn, moeten worden meegenomen voor dezelfde mate van voorzieningen. Voor de Kleine Haag geldt dat over een halfjaar een evaluatie plaatsvindt. Als deze evaluatie negatief is, zou de locatie echter moeten worden meegenomen in de nu te starten procedure. Derhalve moet de locatie Kleine Haag worden meegenomen in het traject, waaruit kan voortkomen dat dit de enige locatie is, maar het kan ook zijn dat verschuiving van locaties plaatsvindt en de Kleine Haag geschikt is voor hostel of een andere functie. Stelling 1: Besluitvorming is geen voorschot tot daadwerkelijke realisatie wegens gebrek aan financieel inzicht. Stelling 2: Besluitvorming is geen voorschot tot daadwerkelijke realisatie wegens gebrek aan inzicht in de behoefte. Stelling 3: Een alternatief voor de Kleine Haag moet in de participatieronde worden meegenomen. Motie nr. 3a.1, ingediend door Burger Partij Amersfoort Locatiekeus opvangvoorzieningen "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; overwegende dat: Amersfoort tijdig dient in te spelen op een mogelijke behoefte aan opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen; daartoe thans een proces wordt opgestart voor de mogelijke locatiekeuzen; dit proces terecht uitgaat van een brede participatie bij de direct- of indirectbelanghebbenden; daarmee de gebrekkige participatie rondom de voorziening Kleine Haag in een ander perspectief komt te staan; de overlast rondom de Kleine Haag nog nader in kaart zal worden gebracht en op basis daarvan nadere besluitvorming zou kunnen plaatsvinden over het al of niet handhaven van de voorzieningen op de Kleine Haag; het niet ondenkbaar is dat de taak van de Kleine Haag daarbij nader overwogen zal worden; draagt het college van B&W op om in de studie naar de locatiekeuzen ook extra locaties te voorzien voor de opvang van verslaafden zoals thans in de locatie aan de Kleine Haag gebeurt; en gaat over tot de orde van de dag." Motie nr. 3a.2, ingediend door Burger Partij Amersfoort Locatiekeus Opvangvoorzieningen (behoefte en financiering) "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; overwegende dat: Amersfoort tijdig dient in te spelen op een mogelijke behoefte aan opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen; daartoe thans een proces wordt opgestart voor de mogelijke locatiekeuzen; er thans onvoldoende inzicht is in zowel de behoefte als de financiering van dergelijke voorzieningen; 11
-
draagt het college van B&W op om bij mogelijke voorstellen aan de raad voor (extra) opvangvoorzieningen zowel de financiering als de daadwerkelijke behoefte eraan nadrukkelijk uit te werken;
en gaat over tot de orde van de dag." De heer BOEVE (CDA) zegt dat de raad staat aan de vooravond van een belangrijk besluit voor de stad, dat niet lichtvaardig mag worden genomen. Ten aanzien van de stellingen geeft hij aan dat de stellingen 1 en 2 worden onderschreven. Ook de CDA-fractie is benieuwd naar het inzicht in de behoeften. Stelling 3 wordt niet onderschreven; een en ander zal de zoektocht extra belasten. Bovendien is het jammer voor de financiële investeringen in het pand Kleine Haag. De CDA dient een aantal moties in. Motie nr. 3a.3, ingediend door CDA, VVD, PvdA en GrL Toevoeging politie en brandweer aan keten van betrokken partners "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; overwegende dat: de voorgestelde zoektocht naar vier locaties voor opvangvoorzieningen aansluit bij de in het collegeprogramma 2006-2010 uitgesproken voornemens op het terrein van maatschappelijke opvang en de moties 'Opvangvoorzieningen' en 'Containerwoningen'; de zoektocht naar vier locaties voor opvangvoorzieningen een bijzonder ingewikkeld en ingrijpend proces is, waarbij het voor het verkrijgen van draagvlak van groot belang is om de veiligheid en beheersbaarheid van de voorzieningen te benadrukken; draagt het college op: politie en brandweer toe te voegen aan de keten van partners die betrokken is en wordt bij zowel de procedure tot vaststelling van de toetsingspunten, alsmede de procedure tot het aanwijzen van vier locaties voor opvangvoorzieningen; en gaat over tot de orde van de dag." Verschillende keren is aangegeven dat de fractie het belangrijk vindt om de toetsingspunten als totaliteit beter te formuleren, meer specifiek, beter meetbaar, maar vooral ook werkbaar te maken. De raad is tot nu toe geconfronteerd met dezelfde toetsingspunten. Met het aanpassen van de toetsingpunten kunnen discussies, zoals die zich rondom de Kleine Haag hebben voorgedaan, worden voorkomen. De wethouder zal mogelijk stellen dat dit meer tijd zal kosten. Dit kan worden beperkt. De indieners van de motie hechten eraan dat de ombouwing van toetsingspunten zo snel mogelijk geschiedt en dat het geen reden is dit aspect over te nemen. Motie 3b.1, ingediend door CDA Meetbare toetsingspunten "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; overwegende dat: de motie opvangvoorzieningen van 24 januari 2006 een zoekproces naar locaties via een traject van participerende inspraak vraagt; de raad via participerende inspraak een optimale maatschappelijke acceptatie nastreeft; de keus van de locatie van de opvangvoorzieningen rationeel en via meetbare toetsingpunten moet geschieden;
12
-
de gebruikte woorden “drukke weg”, “directe omgeving”, “enigszins geïsoleerde ligging”, “het is niet wenselijk”, “op enige afstand” en nog meer, voor diverse uitleg vatbaar zijn en de nodige discussies kunnen opleveren tijdens het zoekproces;
draagt het college op: de toetsingpunten meer specifiek en de criteria beter meetbaar en weegbaar te maken zodat in de toekomst de discussies helder gevoerd kunnen worden en de verwachtingen van de Raad en van de bewoners op dezelfde uitgangspunten gebaseerd zijn. En de afstand tot voorzieningen voor kinderen, scholen, gebouwen en woningen erbij te betrekken; en gaat over tot de orde van de dag." De motie opvangvoorzieningen roept op tot optimale participerende inspraak, met één doel: zorgen voor meer draagvlak voor de realisatie van deze voorzieningen. Dit kan door de inspraak die nu in stap 2 wordt genoemd uit te breiden, bijv. door middel van een stadsgesprek over toetsingspunten, waarbij bewoners daadwerkelijke inspraak kunnen hebben en invloed kunnen hebben op het beleid waarop de locaties worden getoetst. Derhalve vooraf participatie aanbieden, evenals de wethouder nu aangeeft in stap 3: brede stadsgesprekken rondom de zoektocht naar geschikte locaties. Het is essentieel. Als dit element wordt overgenomen door het college, zou het daadwerkelijk een bijdrage kunnen leveren aan de acceptatie van dit soort voorzieningen. Het geeft inhoud aan de destijds aangenomen motie. Motie nr. 3a.4, ingediend door CDA, VVD, PvdA en GrL Optimalisatie participatie "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; overwegende dat: de voorgestelde zoektocht naar vier locaties voor opvangvoorzieningen aansluit bij de in het collegeprogramma 2006-2010 uitgesproken voornemens op het terrein van maatschappelijke opvang en de moties 'Opvangvoorzieningen' en 'Containerwoningen'; de zoektocht naar vier locaties voor opvangvoorzieningen een bijzonder ingewikkeld en ingrijpend proces is; de motie 'Opvangvoorzieningen' oproept tot optimale participerende inspraak; draagt het college op: zorg te dragen dat de optimale participerende inspraak juist wordt gehouden in stap 2 (door middel van een stadsgesprek over toetsingspunten, met als doel de inwoners van de stad ruime mogelijkheden te bieden om zich uit te spreken over de toetsingspunten en de weging daarvan) en in stap 3a (brede stadsbijeenkomsten rondom zoektocht geschikte locaties zorgvoorzieningen); en gaat over tot de orde van de dag." De volgende motie is een logische vervolgstap van eerdere moties die zijn ingediend. Met het voorstel van het college maximaal twaalf locaties aan de stad toe te vertrouwen om daarover een mening te geven is het alsof de spelers van beide partijen van de voetbalwedstrijd na afloop mogen aangeven of de regels bevallen zijn. De scheidsrechter mag dit na afloop ook aangeven, zo niet, dan worden de regels veranderd. Dat is de essentie van het aspect van de brede zoektocht, waarbij twaalf locaties boven de stad zullen hangen. De CDA-fractie is van mening dat het een slecht voorstel is, omdat de stad onnodig lang in onzekerheid verkeert waar een locatie wordt gekozen. Bovendien creëert het een situatie van winnaars en verliezers. De fractie kan zich niet voorstellen dat dit zo elementair is aan het opvolgen van de destijds aangenomen motie, dat deze stap erin hoort. 13
Het kan zonder die stap. In het gunstigste geval is dit laatste aspect een wassen neus, maar het zal buurten tegenover elkaar zetten. De CDA-fractie is daar niet voor. Motie 3a.5 maatschappelijk draagvlak, ingediend door CDA Maatschappelijk draagvlak "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; overwegende dat: de voorgestelde zoektocht naar vier locaties voor opvangvoorzieningen aansluit bij de in het collegeprogramma 2006 – 2010 uitgesproken voornemens op het terrein van maatschappelijke opvang en de moties ‘Opvangvoorzieningen’ en ‘Containerwoningen’; de zoektocht naar vier locaties voor opvangvoorzieningen een bijzonder ingewikkeld en ingrijpend proces is; de motie ‘Opvangvoorzieningen’ oproept tot optimale participerende inspraak; draagt het college op: de stappen 3 c en 4 a niet te houden, omdat het aan (maximaal 12) verschillende buurten voorleggen van mogelijke locaties voor maatschappelijk lastige opvangvoorzieningen níet zal leiden tot maatschappelijk draagvlak, maar juist zal leiden tot allereerst grote opwinding en vervolgens teleurstelling en verharding; en gaat over tot de orde van de dag." Mevrouw BELTMAN (SP) is blij dat wordt gezocht naar locaties voor opvangvoorzieningen. Het is goed dat een voorstel is gedaan om de inspraakprocedure op gang te brengen en de wijze waarop het college voorstelt dit te doen. De SP-fractie steunt de laatste twee moties van het CDA niet. Reden daarvan is dat de moties iets van angst uitstralen. Het heeft te maken met het leggen van de nadruk op het geven van inspraak aan de burgers op het moment dat de toetsingspunten worden vastgesteld. Daarna worden de burgers op een zijspoor gezet. Waarom mogen zij ook niet bij de rest van het traject worden betrokken, met name bij stap 4: het daadwerkelijk kiezen van een locatie. Immers, men moet geloven in de kracht van de eigen argumenten, de criteria en de noodzaak van de locatie. De heer BOEVE (CDA) zegt dat de CDA-fractie gelooft in de kracht van haar argument om de toetsingspunten voor inspraak open te stellen, de stad te vragen om onderbouwing, extra argumenten waarom dit de toetsingspunten moeten zijn en de stad te vragen of men van mening is of dit de toetsingspunten zijn en hoe deze moeten worden gewogen. Pas als men de spelregels mede kan bepalen en optimale inspraak kan hebben in de lijst van mogelijke locaties, pas dan is sprake van reële inspraak. Dit moet niet achteraf worden gevraagd. Mevrouw BELTMAN (SP) wijst erop dat het niet zo is dat achteraf iets wordt gevraagd. Als fase 2 zo belangrijk wordt gevonden, is fase 4 geen probleem om deze samen met de bewoners te doen. De SP-fractie stemt in met het collegevoorstel. Wel heeft zij enkele kanttekeningen daarbij: - Er is sprake van het zich vastpinnen op vier locaties voor vier voorzieningen. De fractie wel de eerste “vier” weglaten, omdat zij voor de opvang voor dakloze alcoholverslaafden de mogelijkheid wil openhouden om te kiezen voor twee kleinere locaties. - De opvang voor de mensen die in de containerwoningen moeten worden geplaatst, omdat ze blijkbaar nergens kunnen wonen of worden opgevangen. De SP-fractie is hiervan vooralsnog niet overtuigd en heeft grote moeite met het aanwijzen van een plek daarvoor. De CDA-fractie heeft een motie ingediend om politie en brandweer toe te voegen. Wat 14
is daarvan de meerwaarde? Het is logisch dat die twee partijen om advies wordt gevraagd. De heer BOEVE (CDA) licht toe dat het jammer zou zijn als pas na het afronden van de zoektocht blijkt dat op grond van beheersbaarheid of brandveiligheid de panden niet geschikt zijn. Mevrouw BELTMAN (SP) geeft aan in te stemmen met de eerste en tweede stelling. Moeite heeft de fractie met stelling 3. Onlangs heeft de fractie het verhaal van de heer en mevrouw De Vries gehoord over hun ervaringen als buur van de Kleine Haag. Zij kunnen niet leven met de situatie daar. Dit kan aanleiding zijn er op in te zetten de voorziening daar te verplaatsen. Spreekster trekt een parallel met de discussie over de stedelijke vernieuwing. De fractie is dikwijls tegen sloop, omdat daarbij de problematiek in een wijk niet wordt opgelost. In dit geval is met het nu kiezen voor een andere locatie de oorzaak van de overlastproblemen niet weggenomen. Daarvoor moet een ander pakket maatregelen worden georganiseerd. De fractie wil daarop inzetten. Mevrouw TANAMAL (PvdA) stemt in met de eerste twee stellingen; zij wijst stelling 3 af. De afspraak is dat een aparte evaluatie voor de Kleine Haag zal plaatsvinden. Vervolgens zal een en ander de zoektocht extra belasten. De evaluatie vindt op korte termijn al plaats. De heer VAN VLIET (BPA) vraagt wat de extra belasting is. Mevrouw TANAMAL (PvdA) is van mening, dat het evaluatietraject Kleine Haag moet plaatsvinden. Alle feiten moeten in de evaluatie worden meegenomen. Op grond daarvan moet een en ander worden meegenomen. Er moet niet nu al naar alternatieve locaties voor de Kleine Haag worden gekeken. De PvdA-fractie is op zich tevreden met het voorstel. Wel heeft de fractie steeds gezegd dat de criteria onvoldoende toetsbaar zijn. De fractie stemt niet in met de laatste motie van de CDA-fractie. Op het moment dat wordt besloten punt 4a te schrappen, onder het motto dat buurten tegen elkaar worden opgezet, worden burgers onderschat. De participerende inspraak is belangrijk. De heer BOEVE (CDA) zegt dat niet aan de orde is dat de burgers worden onderschat. Sterker nog, de CDA-fractie wil hen optimaal betrekken, in een zo vroeg mogelijk stadium. Inspraak moet worden gegeven op een moment dat dit daadwerkelijk zin heeft en niet achteraf. Wanneer de uitsluit uitwijst dat een pand een tien scoort en de andere twee panden een vijf, maar er moeten drie panden worden aangewezen: om welke reden zouden dan toch de drie panden aan de stad worden voorgelegd? Stel dat twee panden een tien scoren, dan komt men er niet uit en dan moet de raad het besluit nemen. De motie van destijds beoogde meer draagvlak. Het is een extra aanvulling door in stap 2 de stad zo veel mogelijk te betrekken bij de toetsingspunten, de criteria en de weegfactoren en daarnaast de stad te betrekken bij de mogelijkheden. De heer VOOGT (VVD) merkt op dat de VVD het eens is met de aanpak. Deze is in lijn met de motie van VVD en Jouw Amersfoort, vorig jaar aangenomen door de raad. In De Ronde is gesproken over registratie van incidenten. De VVD-fractie hecht eraan dat dit in de uitwerking voor de toekomst wordt meegenomen. In de moties wordt gevraagd om aanscherping van termen. Dat is goed, maar een en ander moet niet tot vertraging leiden. Op de stellingen geeft spreker aan: de eerste twee worden ondersteund; de derde stelling niet. De VVD-fractie stemt niet in met de motie van het CDA, waarin wordt gesteld dat het laatste deel van het traject moet worden overgeslagen. Bij een goede voorbereiding moet het lef aanwezig zijn in wijken te zeggen waarom tot de keuze is gekomen. Eerst moeten 15
locaties worden bepaald. De financiële consequenties komen later aan de orde. De twee moties over de Kleine Haag hebben niet de steun van de VVD-fractie. Eerst moeten gegevens aanwezig zijn, vervolgens kan hierover worden gesproken. Mevrouw VAN BERKUM-ADMIRAAL (ChristenUnie) gaat akkoord met het voorgestelde proces. De eerste twee stellingen worden onderschreven; dit geldt niet voor de derde stelling. De fractie wil de evaluatie van de Kleine Haag afwachten en dan besluiten nemen. De eerste motie van de BPA wordt gesteund; dit geldt niet voor de tweede motie van de BPA. De eerste motie van de CDA-fractie lijkt overbodig. Het is de vraag waarom een en ander expliciet moet worden benoemd. De fractie heeft moeite met de motie over de wegingsfactoren. Heeft het CDA zich gerealiseerd dat met alle wegingsfactoren tot de conclusie kan worden gekomen dat in deze stad geen geschikte locatie aanwezig is? Wat wordt dan gedaan, omdat er wel duidelijk behoefte is aan voorzieningen. De derde en vierde motie van het CDA worden niet gesteund. De fractie van de ChristenUnie heeft moeite met de containerwoningen, zoals die worden voorgesteld. Het gaat daarbij om de vraag of daarmee mensen worden afgeschreven. Hoe wordt geïnvesteerd in een bepaalde mate van bemoeizorg? Is het de bedoeling een terugkeer naar de maatschappij te realiseren? Ligt hier een rol voor de geestelijke gezondheidszorg? De fractie bepleit met klem te kijken naar een aparte vrouwenopvang en opvang voor gezinnen. De SP-fractie doet de suggestie te zoeken naar meer locaties. Die suggestie wordt onderschreven. Er moet behoorlijk geïnvesteerd worden in het gezamenlijk met andere zorgaanbieders zoeken naar mogelijkheden. Deze complexe materie vraagt een goede en juiste afstemming en samenwerking. De heer SMIT (Jouw Amersfoort) verwijst naar de toezegging in De Ronde voor onderbouwing van de verschillende locaties. De fractie stelt prijs op gestanddoening van de toezegging. Wel is de fractie van mening dat dit de verdere voortgang niet mag beïnvloeden. De raadsleden hebben de onderbouwing nodig, al is het maar om burgers te kunnen uitleggen waarom de locaties zijn voorgesteld. De stellingen: De fractie van Jouw Amersfoort gaat ervan uit dat hoe de financiële onderbouwing ook is, een en ander moet worden gerealiseerd. Er is gekozen voor een bepaald traject, waarin ook een hostel is opgenomen. Hetzelfde geldt, rekening houdend met de toezegging aan de bewoners van de Stovestraat. Er moeten investeringen worden gedaan. De fractie kan instemmen met de motie, omdat daarin van het college wordt gevraagd de financiering uit te werken. De fractie kan zich uit principiële overwegingen vinden in de derde stelling van de BPA. Daarnaast geldt dat – voordat de zoektocht van start gaat – het nog enige tijd duurt. Een en ander loopt bijna parallel aan de evaluatie Kleine Haag. De moties van het CDA. De motie over de toevoeging van brandweer en politie. De indieners hebben het eigenlijk al gezegd. Het is een overbodige motie. Er moet vanuit worden gegaan dat brandweer en politie in het hele proces meegaan. De fractie heeft geen behoefte aan een overbodige motie. De fractie heeft ook moeite met de motie over meetbare toetsingspunten. Wat in de notitie staat is hier en daar inderdaad vaag, maar door concretisering wordt een zoektocht moeilijk. Als voorbeeld is een drukke weg genoemd. Voor de ene locatie is wellicht een drukke weg nodig, terwijl dit voor de andere locatie niet het geval is omdat aan andere voorwaarden wordt voldaan. De uiteindelijke afweging is een politieke afweging. Enige vaagheid is terecht. De motie over het uitbreiden van de inspraak op de punten 2 en 3a wordt ondersteund. Hoe meer mensen worden betrokken, hoe beter het is. De fractie heeft echter moeite met de vierde motie, gezien ook de achterliggende argumentatie. De CDA-fractie is bang dat er opwinding ontstaat in de stad. Vanaf de eerste stap van de zoektocht zal maatschappelijke opwinding ontstaan. Het is een pijnlijk proces. Het CDA is laf bezig als zij dit uit de weg probeert te gaan. Jouw Amersfoort zal de motie niet steunen. De raadsleden zullen vanaf het begin een zware confrontatie moeten aangaan met mensen die het er niet mee eens zijn. Inzet van de zoektocht is dat deze op een eerlijke, transpa16
rante en open wijze plaatsvindt, zodat ook duidelijk is wat aan de orde is. De heer BOEVE (CDA) acht de opmerkingen van de heer Smit onterecht. Aan het begin moet duidelijkheid worden gecreëerd. De heer SMIT (Jouw Amersfoort) merkt voorts op dat als ten aanzien van stap 2 en 3a meer inspraak kan komen over de toetsingsvoorwaarden, waarom dan een motie kan worden ingediend waarbij van tevoren een en ander in een motie wordt vastgelegd. De twee moties sluiten elkaar uit. Mevrouw DE CROM (GroenLinks) onderschrijft de stellingen 1 en 2; maar stelling 3 niet. De fractie wil de evaluatie van de Kleine Haag afwachten. De fractie heeft drie moties van het CDA mede ondertekend. Dit geldt niet voor motie M3a.5. Het participatieproces moet helemaal worden afgemaakt. De motie van de BPA over de Kleine Haag heeft niet de steun van de fractie. De motie over de financiën wordt wel gesteund. De heer VAN DAALEN (wethouder) geeft aan dat uitgangspunt voor het traject het collegeprogramma is. Daarin wordt gesproken over de vier nieuwe opvanglocaties. De keten van opvangvoorzieningen wordt op deze manier compleet. Er is waardering voor het meedenken over hoe het proces beter kan worden gedaan, ook al zijn de meningen niet eensluidend. De insteek van het college is om met een open en transparant programma te komen tot een goed resultaat. Motie 3.1, BPA; daarin wordt het college opgedragen ook de Kleine Haag bij de zoektocht te betrekken. Het college is daarvan geen voorstander. Het is goed verder te gaan met de locaties, die met elkaar zijn besproken. De evaluatie van de Kleine Haag moet worden afgewacht. Indien nodig, kan daarna een nieuw besluit worden genomen. Motie 3.2, BPA; de opdracht om de raad te betrekken bij de financiering en de daadwerkelijke behoefte nader uit te werken. In het verdere traject wordt in beeld gebracht wat de financiële consequenties zijn. Ook zal worden gemonitord hoe het zit met het aanbod van mensen voor de verschillende voorzieningen. Gaandeweg worden voorstellen aan de raad voorgelegd. Motie 3a.3, CDA; de motie is overbodig. Politie en brandweer zijn onderdeel van het proces. Motie 3a.4, CDA; optimale participerende inspraak in stap 2 en stap 3a. In De Ronde is de suggestie gedaan een stadsgesprek te houden, ook binnen het kader van stap 2, de toetsingspunten. Daarmee wordt een stap verdergegaan dan het collegevoorstel. Er zijn geen onoverkomelijke bezwaren. Motie 3a.5, CDA; de stappen 3c en 4a niet zetten. Het college adviseert dat niet. Het is ook niet de opdracht in de raadsbrede motie. Ook al is het traject niet gemakkelijk, het is geen reden om de laatste stappen niet te zetten. Motie 3b.1, CDA; toetsingspunten. Aan de hand van acht criteria moet een weging plaatsvinden. Het is een totaalafweging. Zoals nu beschreven wordt het mogelijk locaties tegen elkaar af te wegen. Met de motie wordt het tegendeel van het beoogde doel bereikt. Het gevolg kan zijn dat door het afvinken van verschillende criteria de conclusie is dat geen enkele locatie overblijft. De zoektocht is dan mislukt. Bovendien is het vaststellen van afstanden enz. arbitrair. Het zal van de specifieke locatie afhangen in hoeverre een criterium zwaar moet worden gewogen. Tijdens De Ronde is aangegeven dat sprake is van een proces van voortschrijdend inzicht. Het is een illusie te denken dat als nu alles wordt vastgelegd in meetbare eenheden, later discussies worden voorkomen. De problemen zullen eerder groter zijn, omdat moet worden uitgelegd waarom een locatie, die ogenschijnlijk goed lijkt, net niet voldoet. Het meetbaar en smart maken van criteria zal zeker vertraging opleveren. Indien specifieker moet worden aangegeven hoe de criteria moeten worden gelezen, wil spreker het voorstel terugnemen, omdat dan een specifieker omschrijving moet worden gemaakt. Deze moet dan aan de raad worden voorgelegd om een en ander vrij te geven voor inspraak. Hierdoor zal vertraging ontstaan. 17
De VOORZITTER kan zich voorstellen dat de indieners van de motie zich beraden op het punt toetsingscriteria: is dat het wezenlijkste onderdeel van het voorstel over de procedure? De heer BOEVE (CDA) meent dat geen vertraging hoeft te ontstaan. Er moet sprake zijn van een check of meer meetbaar kan worden. De vertraging kan beperkt blijven tot twee weken. Voor eventueel uitstel van de besluitvorming tot dat moment moet spreker overleg hebben met de indieners van de motie. De VOORZITTER schorst de vergadering. Schorsing De VOORZITTER heropent de vergadering. De heer VAN DAALEN (wethouder) merkt op dat per voorziening acht criteria worden genoemd. Uit het proces komt een aantal locaties. Per criterium vindt een score plaats. Het is een totaalweging, waarbij onder andere afstanden een rol spelen. Mevrouw BELTMAN (SP) heeft geen reactie gehad op de opmerking waarom de raad zich vastlegt op het zoeken van vier locaties. Daarmee moet soepel worden omgegaan, het kunnen ook meer of minder locaties zijn. De heer VAN DAALEN (wethouder) geeft aan dat gaande het proces naar bevind van zaken zal worden gehandeld. Als op een gegeven moment blijkt dat het meer voor de hand ligt om bijv. voor de alcoholverslaafden twee kleinere voorzieningen in plaats van één te realiseren, zal dit in overleg met de raad worden gedaan. De VOORZITTER vraagt of de motie inzake het scherper meetbaar maken van de toetsingspunten wordt ingetrokken. De heer BOEVE (CDA) constateert dat de wethouder tegemoetkomt aan de wens van de CDA-fractie. De motie wordt gehandhaafd. Mevrouw TANAMAL (PvdA) voegt hieraan toe dat ten aanzien van de Kleine Haag het verwijt van bewoners was dat de criteria en de toetsing niet helder waren. Nu moeten wel toetsbare criteria worden opgesteld. Het moet mogelijk zijn om gedurende het proces, op basis van weging, tot bijstelling te kunnen komen. De PvdA-fractie gaat akkoord met het voorstel van de wethouder en stemt niet in met de CDA-motie. De heer VOOGT (VVD) sluit zich hierbij aan. Dit geldt ook voor mevrouw DE CROM (GroenLinks). De VOORZITTER gaat over tot het in stemming brengen van de moties. Motie 3a.1, ingediend door BPA, Kleine Haag betrekken bij locaties Voor de motie stemmen de leden van de fractie van BPA en Jouw Amersfoort. Tegen de motie temmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, CDA, GroenLinks, SP en ChristenUnie. De motie is met 8 stemmen voor en 30 stemmen tegen verworpen. Motie 3a.2, ingediend door BPA, behoefte en financiering De motie wordt met algemene stemmen aanvaard. Motie 3a.3, ingediend door CDA, toevoegen politie en brandweer 18
De motie wordt ingetrokken. Motie 3a.4, ingediend door CDA, optimaliseren participatie De heer VAN VLIET (BPA) stoort zich aan de gebruikte terminologie: “juist in stap 2 een optimale participatie”. Het hele traject en alle punten moeten een optimale participatie hebben. De fractie is tegen de motie. De heer SMIT (Jouw Amersfoort) kan de argumenten van de BPA begrijpen, maar zal niet tegen de motie stemmen. Mevrouw BELTMAN (SP) sluit zich aan bij de argumenten van de BPA. Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, CDA, GroenLinks, ChristenUnie en Jouw Amersfoort. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van BPA en SP. De motie is met 30 stemmen voor en 8 stemmen tegen aangenomen. Motie 3a.5, ingediend door CDA, procedure stap 3c en 4a De heer VAN VLIET (BPA) zegt dat kwaliteit van bestuur synoniem is met durven en lef tonen om mensen te laten participeren. De motie bereikt het tegendeel. Voor de motie stemmen de leden van de fractie van het CDA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, BPA, GroenLinks, SP, ChristenUnie en Jouw Amersfoort. De motie is met 5 stemmen voor en 33 stemmen tegen verworpen. Motie 3b.1, ingediend door CDA, toetsingspunten De heer VOOGT (VVD) en mevrouw DE CROM (GroenLinks) geven aan geen vertraging te willen en daarom tegen de motie te stemmen. Voor de motie stemmen de leden van de fractie van het CDA. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, BPA, GroenLinks, SP, ChristenUnie en Jouw Amersfoort. De motie is met 5 stemmen voor en 33 stemmen tegen verworpen. Voorstel 2187634 De heer BOEVE (CDA) merkt op dat de CDA-fractie voorstander is van de voorzieningen. Proces en procedure zijn belangrijk. Gelet op het niet aannemen van twee moties stemt de fractie tegen het voorstel. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel, met dien verstande dat de leden van de fractie van het CDA worden geacht tegen het voorstel te hebben gestemd. 4.
Zendmachtiging Lokale Omroep (2200018) Behandeling van het voorstel vervalt.
5.
Reactie jaarrekening AVU 2005 (2191277) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel.
6.
Herziening bestemmingsplan Buitengebied (De Velden 1G) (2197079) De heer SCHULTEN (BPA) merkt op dat de plankaart een bebouwingspercentage aangeeft van 80 voor onder andere de bestemming bedrijven. Gelet op de vrijstellingsbepaling in de planvoorschriften kan het bebouwingsoppervlak 92% worden. In de discussie 19
bleek de wijzigingsbevoegdheid niet nodig. Daarom dient de BPA een amendement in. Amendement nr. 6.1, ingediend door BPA Herziening bestemmingsplan Buitengebied (De Velden 1G) "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; gelezen het Raadsvoorstel 2197079 tot vaststelling van het bestemmingsplan 'Vathorst, partiële herziening Velden 1G/Buitengebied, 2006'; gelezen het ontwerp bestemmingsplan 'Vathorst, partiële herziening Velden 1G/Buitengebied, 2006'; overwegende dat: - de in artikel 12, lid 1 onder b opgenomen wijzigingsbevoegdheid waarbij het mogelijk is het bebouwingsvlak tot maximaal 15% te vergroten, te ruime bebouwingsmogelijkheden biedt; besluit: 1. artikel 12 lid 1 sub te schrappen uit de planvoorschriften." Het amendement wordt met algemene stemmen aangenomen. Zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het geamendeerde voorstel. 7.
Vaststelling bestemmingsplan Hoogland 2002, herziening ex artikel 30 van WRO (2006) (2197243) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel.
8.
Parkeerverordening 2007 en Verordening parkeerbelastingen 2007 (2183456) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel.
9.
Verordening geldelijke voorzieningen raadsleden, commissieleden en fracties in de gemeente Amersfoort 2006-II (2122675) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel, met dien verstande dat de fracties van de SP en Jouw Amersfoort worden geacht tegen het voorstel te hebben gestemd.
10.
Beantwoording brief aan de raad over politieregistratie Stovestraat e.o. (2214047) Dit onderwerp wordt van de agenda afgevoerd en zal in De Ronde worden behandeld.
11.
Motie overgangszone Hooglanderveen, ingediend door GroenLinks, CDA en VVD Motie nr. 11.1, ingediend door GroenLinks, CDA en VVD Overgangszone Hooglanderveen "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; is van mening dat: - de gemeenteraad in 1999 uitspraken heeft gedaan over een groene overgangszone 20
-
rondom Hooglanderveen om tegemoet te komen aan hun bezwaren tegen de ontwikkeling van Vathorst; de uitwerkingen van de motie later zijn vastgesteld bij de ontwikkelingsvisie Hooglanderveen (2001) en het bestemmingsplan Hooglanderveen (2005); het uitgangspunt van de motie was: behoud van het dorpse karakter en daarnaast 40 ha groen bestemmen als overgangsgebied tussen het bestaande dorp en de nieuwbouw van Vathorst; behoud van het dorpse karakter grote kansen heeft vanwege de prachtige en uitstekende voorzieningen, die het sociale en culturele leven zullen versterken; deze voorzieningen beslist ook Vathorst ten goede komen. Toch lijkt het erop dat de daarvoor benodigde optimalisering betaald is uit de groene openbare ruimte; er moest meer (dorpse) bebouwing komen om een en ander te bekostigen; houtwallen in de groene zoom die als waardevol want karakteristiek waren bestempeld behouden en duurzaam onderhouden moeten worden; allerlei besluiten de omvang van toegankelijk groen uiteindelijk zullen minimaliseren tot ongeveer 20% van het geplande overgangsgebied; juist bij de kern van het dorp een weinig functionele en spannende smalle groenstrook ontstaat met een brede waterstrook door verschuiving van de loop van de Malewetering; bij de bewoners van Hooglanderveen het wantrouwen naar het OBV is versterkt en de acceptatie afgenomen. Men gelooft de 'hectareboekhouding' niet en ongeveer 8 ha openbaar groen is teleurstellend; bij toekomstige, soortgelijke stedenbouwkundige ontwikkelingen die zich over langere tijd uitstrekken, de betrokkenheid van de raad en daarmee zijn mogelijkheid tot tussentijds bijsturen moet worden verbeterd. Daartoe zal de raad met voorstellen komen;
draagt het college op: - met voorstellen te komen om de beleving van het groen te optimaliseren, die zoveel mogelijk tegemoetkomen aan de wensen van de bewoners, maar niet leiden tot financiële consequenties. Deze voorstellen worden voor het einde van het jaar aan de raad voorgelegd; - bij deze voorstellen in elk geval te betrekken: - sterkere concentratie van openbaar groen bij de 'ziel van het dorp', bijvoorbeeld de voorgestelde loop van de Malewetering verleggen en zo de groenstrook verbreden ten koste van het groen dat verder bij de dorpskern vandaan ligt; - de herstructurering van Sterrenbos en omstreken in samenspraak met de omwonenden; - het openbaar groen in het voetgangersgebied versneld in te richten; de raad krijgt in 2006 een overzicht; - voor de bewoners en de raad op een kaart en een tabel inzichtelijk te maken welke percelen precies vallen onder 'dorpse bebouwing', 'voorzieningen' (uitgesplitst in o.a. voetbalvelden, hockeyvelden, commerciële fitnessvoorziening), 'privé groen' en 'openbaar groen'; en gaat over tot de orde van de dag." Mevrouw KESLER (GroenLinks) licht toe dat de indieners van de motie maximale duidelijkheid willen. Jouw Amersfoort wil een en ander globaler, zodat niet tot overeenstemming kon worden gekomen over één motie. Het is belangrijk dat processen van langlopende dossiers worden verbeterd. Het wijzigen van de Malewetering is vermeld, omdat dit een steun in de rug is voor de onderhandelingen van de Belangenvereniging Hooglanderveen met het OBV. Een kaart moet de hectareboekhouding inzichtelijk maken. Het breed verspreiden van de kaart geeft vertrouwen bij de bewoners. De herstructurering Sterrenbos moet worden vermeld, omdat Jouw Amersfoort de voorstellen van de bewonersgroep als uitgangspunt wil nemen. De indieners van de motie willen ook de belangen van het OBV 21
hierbij betrekken. Er mogen geen financiële consequenties zijn. Motie nr. 11.2, ingediend door Jouw Amersfoort "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; is van mening dat: bij de presentatie van de plannen voor de Groene Zoom rondom Hooglanderveen de indruk is gewekt dat sprake zou zijn van een toegankelijke groene parkstrook van circa 40 ha rondom het bestaande dorp; uit de Eindrapportage ruimtelijke invulling Groene overgangszone van augustus 2006 blijkt dat binnen de groene overgangszone niet meer dan 8,2 ha als openbaar toegankelijk groen kan worden opgevat en het overige deel van de overgangszone bestaat uit bebouwing, voorzieningen en privaat groen; bij de ontwikkeling regelmatig overleg heeft plaatsgevonden tussen de gemeente, resp. het OBV en de Belangenvereniging Hooglanderveen; anno 2006 blijkt dat het overgrote deel van de bewoners in Hooglanderveen, inclusief hun belangenvereniging, van mening is dat het thans in uitvoering zijnde overgangsgebied niet overeenkomt de eerder gewekte verwachtingen; de ontwikkeling van de zogenaamde groene zoom het vertrouwen onder de bewoners, zowel ten aanzien van het OBV als van de gemeente, heeft doen afnemen; op basis van de in 1999 door de raad aanvaarde motie over de groene zoom kan worden gesteld dat de uiteindelijke uitvoering niet overeenkomt met de opvattingen die binnen de raad leefden; bij toekomstige, soortgelijke stedenbouwkundige ontwikkelingen, die zich over langere tijd uitstrekken, daarom de betrokkenheid van de raad en zijn mogelijkheid tot tussentijds bijsturen moeten worden verbeterd; draagt het college op: in overleg met de bewoners van Hooglanderveen te bezien welke wensen, zoveel als mogelijk binnen de bestaande financiële kaders, nog zijn uit te voeren, waardoor de groenbeleving binnen de als overgangsgebied bedoelde bestemming kan worden verbeterd; bij de herstructurering van het zogenaamde Sterrenbos uit te gaan van de wensen zoals die leven bij de omwonenden; de gemeenteraad voor het einde van 2006 nadere voorstellen te doen, voorzien van adequate informatie over de eventuele financiële en planningstechnische gevolgen hiervan; delen van het overgangsgebied die als toegankelijk groen kunnen worden opgevat, versneld te realiseren; en gaat over tot de orde van de dag." De heer SMIT (Jouw Amersfoort) erkent dat het niet gelukt is tot één motie te komen. Enerzijds wordt gesteld dat er geen extra financiële consequenties mogen zijn, maar de vermelding onder het tweede punt van het dictum van de motie van GroenLinks, CDA en VVD kost veel geld. Bovendien is het dictum te gedetailleerd. Jouw Amersfoort heeft het Sterrenbos toegevoegd. Dit punt is tijdens de fietstocht duidelijk naar voren gekomen. De heer SCHULTEN (BPA) meent dat de moties elkaar niet bijten. Het college heeft toegezegd dat nog met bewoners zal worden gesproken. Het college heeft ook andere toezeggingen gedaan. De BPA mist echter toezeggingen in overleg met bewoners. Daarom wordt de motie van Jouw Amersfoort gesteund. De heer SCHOENMAKER (SP) ziet de moties als mosterd na de maaltijd. De aanpas22
singen van het college zijn minimaal. Spreker wijst op de rol van de gemeente in het OBV. De SP zal binnenkort met een voorstel komen ten aanzien van de PPS-constructie. Mevrouw VAN 'T VELD (wethouder) heeft geprobeerd de diverse door de raad aangedragen punten serieus op te pakken. Ten aanzien van het Sterrenbos is toegezegd dat het OBV een en ander in overleg met de bewoners zal inrichten. De plankaart krijgt aandacht. Er zal worden nagegaan of de inrichting van de groenvoorziening eerder kan gebeuren. Spreekster vraagt of de motie van GroenLinks, CDA en VVD aansluit bij de voorstellen van het college. Mevrouw KESLER (GroenLinks) geeft aan dat het OBV in overleg is met de belangenvereniging. Op 31 oktober a.s. vindt een inloopbijeenkomst plaats. Vooruitlopend op wat van de bewoners is gehoord, roepen de fracties het college op iets te doen ten aanzien van de Malewetering. De heer SMIT (Jouw Amersfoort) vraagt zich af, gelet op de opmerkingen van de wethouders, of het nog nodig is de moties in te dienen. Het is wellicht beter om de inloopbijeenkomst op 31 oktober a.s. af te wachten en daarbij aanwezig te zijn. De heer VAN GARDEREN (CDA) zegt dat de motie niet wordt ingetrokken, omdat het college nog geen toezeggingen heeft gedaan. Mevrouw VAN 'T VELD (wethouder) attendeert erop dat de in De Ronde gedane toezeggingen met het dorp worden besproken. Nieuw punt is het verleggen van de Malewetering. Daarbij spelen technische zaken een rol. Het is altijd de bedoeling geweest om de Malewetering als watergang in te passen. Op dit punt kunnen zich problemen voordoen. De heer SMIT (Jouw Amersfoort) noemt de motie van Jouw Amersfoort duidelijker dan de motie 11.1. Met de motie van Jouw Amersfoort blijft de Malewetering buiten beeld. Motie 11.1, ingediend door GroenLinks, CDA, VVD Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, CDA, BPA, GroenLinks en ChristenUnie. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van SP en Jouw Amersfoort. De motie is met 32 stemmen voor en 6 stemmen tegen aangenomen. Motie 11.2, ingediend door Jouw Amersfoort Voor de motie stemmen de leden van de fracties van BPA, SP en Jouw Amersfoort. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, CDA, GroenLinks en ChristenUnie. De motie is met 11 stemmen voor en 27 stemmen tegen verworpen. 12.
Motie verbeteren communicatie en participatie voor inwoners van Amersfoort, ingediend door SP en BPA De motie wordt, mede gelet op de tijd, nu niet behandeld.
13.
Motie advies zendmachtiging lokale omroep, ingediend door de VVD De heer VOOGT (VVD) dient de volgende motie in: Motie nr. 13.1, ingediend door VVD Advies zendmachtiging lokale omroep "De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 17 oktober 2006; overwegende dat: de inhoud van het raadsvoorstel doelgericht een voorlopige keuze maakt in de richting 23
-
-
van de Omroep Amersfoort, waarvan de zendmachtiging formeel reeds 7 augustus 2006 is geëindigd; volgens de Mediawet drie eisen bestaan (met name representativiteit), aan de hand waarvan de raad een gemotiveerd advies aan het Commissariaat voor de Media moet uitbrengen; zoals de gegevens nu liggen zowel de Omroep Amersfoort als Eemstad RTV aan die vereisten van representativiteit in vrijwel gelijke mate voldoen; gegevens, als overgelegde bedrijfsplannen en bestaande subsidierelaties in de raadsadvisering geen primaire rol behoren te spelen; overleg van de VVD-fractie met het Commissariaat hedenochtend heeft uitgewezen dat een zendmachtiging voor vijf jaar wordt toegewezen en de Mediawet niet in voorlopige toedeling van een zendmachtiging van een aantal maanden voorziet; het Commissariaat de voorlopige keuze in het raadsvoorstel zou kunnen uitleggen als een keuze voor de Omroep Amersfoort, wat mogelijk leidt tot een zendmachtiging van vijf jaar; een constructie van overdracht van de zendmachtiging van Omroep Amersfoort naar een uit beide gegadigden ontstane rechtsopvolger (wat geen zekerheid is!) illusoir is; uit concurrentieoverwegingen voortkomende gedachten over een mogelijke verdeling van zendmachtiging niet binnen de Mediawet passen, maar bovendien bij het verlenen van de zendmachtiging aan een van beide gegadigden het Commissariaat zich niet inlaat met een praktische inschakeling (bij overeenkomst) van de andere gegadigde; de stand van zaken op dit moment verschillende adviesscenario's mogelijk maakt: van gemotiveerd geen keuze maken tot een gemotiveerde keuze, bij het nader tegen het licht houden en analyse van de beschikbare gegevens, tot een van de gegadigden;
is van oordeel dat: het voorliggende raadsvoorstel en het bijgevoegde ontwerpraadsbesluit op grond van de nadere informatie zo niet intact kunnen blijven; uit een oogpunt van zorgvuldigheid heroverweging en herformulering van het raadsadvies zijn aangewezen; wederom vragen van uitstel, na het eerder al op 15 juni jl. van het Commissariaat verkregen uitstel; niet opportuun is; draagt het college op: via spoedoverleg van de gemeenten Leusden en Amersfoort de beide gegadigden met klem van hun verantwoordelijkheden en de ernst van de ontstane situatie te doordringen; een ultieme poging te doen, misschien wel onder de noemer van een nieuwe rechtspersoon, met beide gegadigden uit de bestaande bestuurlijke impasse en tot een akkoord over het advies tot een zendmachtiging te komen; op basis van het spoedoverleg een nieuw ontwerpadvies uiterlijk 24 oktober a.s. voor te leggen, dat dan tijdig, dat wil zeggen op 31 oktober a.s. (zo nodig met debat) kan worden besproken en vastgesteld; en gaat over tot de orde van de dag." Mevrouw BELTMAN (SP) is tegen de motie. Al twee maanden wordt geprobeerd partijen tot overleg te bewegen. Dat is niet gelukt. Het zal op korte termijn ook niet mogelijk zijn. De heer VAN VLIET (BPA) gelooft nog in wonderen en zal de motie steunen. De heer PARMAKSIZ (PvdA) wil betrokken partijen nog twee weken de tijd geven. Zij moeten zich tot het uiterste inspannen om er iets van te maken. De fractie steunt de motie. 24
Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, CDA, BPA, GroenLinks, ChristenUnie en Jouw Amersfoort. Tegen de motie stemmen de leden van de fractie van SP. De motie is met 35 stemmen voor en 3 stemmen tegen aangenomen.
De VOORZITTER sluit de vergadering (00.15 uur).
Goedgekeurd door de raad der gemeente Amersfoort in de openbare vergadering van d.d. 28 november 2006, de griffier,
de voorzitter,
25
EEN BEEKDAL IN DE STAD STRUCTUURVISIE PARK RANDENBROEK E.O.
Inhoud 1
Inleiding
3
2
Aanleiding
5
3
Het plangebied
1.1 1.2 2.1 2.2 2.3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
De structuurvisie Leeswijzer
Achtergrond Het gelopen proces Opdracht Het plangebied Ontstaansgeschiedenis Bestaande situatie Ontwikkelingen Knelpunten Kansen en ontwerpruimte
3 3 5 5 7
9
9 9 11 11 13 15
4
Doelstellingen en uitgangspunten
17
5
Toekomstvisie: een beekdal in de stad
19
6
Deelgebieden
27
7
Stedenbouwkundige modellen
43
8 9 10
Financiële haalbaarheid Planning Communicatie
61 61 61
4.1 4.2 5.1 5.2
5.2.1 5.2.1 5.2.2
6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7 6.8 6.9 7.1 7.2
Centrale doelstelling Doelstellingen en uitgangspunten: Ambitie Modelvorming Heiligenbergerbeek als drager Ruimtelijke hoofdopzet Functies van het beekdal Inleiding Heiligenbergerbeek Wegen- en padenstelsel Park Randenbroek De Vosheuvel IJsbaanterrein Sportvelden Zwembadlocatie Ziekenhuislocatie Locatie zwembadterrein Ziekenhuislocatie
Colofoon Gemeente Amersfoort Van Empelen Van Aalderen Partners landschapsarchitecten Khandekar stadsontwerp en landschapsarchitectuur
05S18-04 - 6 januari 2006 / gew. 27 januari 2006
17 17
19 21 21 23 25 27 27 29 31 33 35 37 39 41
43 51
1
Inleiding
1.1 De structuurvisie Voor u ligt de structuurvisie “Een beekdal in de stad”, het betreft een verdere uitwerking en aanpassing van de Globale Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving uit 2002. Een visie die in woord en beeld de ambitie voor de ruimtelijk functionele, ecologische, recreatieve, economische, culturele en volkshuisvestelijke toekomst voor het groene gebied vanaf de snelweg A28 tot aan de Bisschopsweg weergeeft. In deze visie zijn de doelstellingen, uitgangspunten en randvoorwaarden geformuleerd voor het gebied als geheel en voor verschillende deelgebieden. Centrale doelstelling in de structuurvisie is het ontwikkelen van het gebied tot een beekdal, waarin natuur en cultuur elkaar ontmoeten en dat functioneert als een gevarieerd recreatief groengebied voor de gehele stad. De visie is het resultaat van een interne ambtelijke studie en gedachtevorming aan de hand van workshops waarbij de thema’s sport, cultuur, recreatie, milieu (ecologie en landschap), beheer (water en groen), economische ontwikkeling, wonen, verkeer, ruimtelijke ontwikkeling en communicatie zijn betrokken. Als externe partijen zijn landschapsarchitectenbureau Van Empelen Van Aalderen en stedenbouwkundig bureau Khandekar betrokken. Gedurende het visievormingsproces is er
informatief contact geweest met belanghebbenden in het gebied. Met de structuurvisie in handen wordt het brede inspraaktraject ingezet. In het hoofdstuk communicatie wordt hier nader op ingegaan. De structuurvisie heeft een horizon van 15 tot 20 jaar. De ambities en voorgestelde ingrepen moeten worden bezien in het licht van deze lange termijn. De structuurvisie biedt een kader van waaruit deelplannen flexibel kunnen worden uitgewerkt en aansluiten bij sociaal- maatschappelijke en economische ontwikkelingen.
1.2 Leeswijzer Na de inleiding gaat hoofdstuk 2 in op de aanleiding en achtergronden van de structuurvisie. Hoofdstuk 3 behandelt het karakter van het plangebied en in het 4e hoofdstuk komen de doelstellingen en uitgangspunten voor het gebied als totaal en voor een aantal deelgebieden aan de orde. Hoofdstuk 5 gaat in op de toekomstvisie voor het gebied waarna in hoofdstuk 6 en 7 de deelgebieden omschreven worden. Het financiële kader is in hoofdstuk 8 in beeld gebracht en in hoofdstuk 9 is ingegaan op de communicatie met belanghebbenden. De visie sluit tot slot in hoofdstuk 10 af met een overzicht van de projecten en de fasering.
3
GLOBALE STRUCTUURVISIE MAART 2001
4
Globale structuurvisie maart 2001
2
Aanleiding
2.1 Achtergrond De Gemeenteraad heeft al in juni 2000 besloten om een startnotitie te laten opstellen voor Park Randenbroek en omgeving, omdat de komende jaren een aantal belangrijke beslissingen voor het gebied langs de Heiligenbergerbeek moeten worden genomen. Er was behoefte aan een samenhangend ruimtelijk kader door verschillende te verwachten ontwikkelingen, ruimteclaims en knelpunten in het plangebied. Een aantal zaken speelde daarbij een rol. Zo vroeg het gebruik, beheer en het opwaarderen van de culturele betekenis van Park Randenbroek om duidelijke uitgangspunten. Daarnaast werd duidelijk dat het ziekenhuis (vestiging Elisabeth) uit het gebied zal verdwijnen. De bestemming van het terrein was destijds nog onzeker. Dit gold ook voor het tennisbanencomplex Metgensbleek en de voormalige Stadskwekerij (gelegen in het gebied de ‘Driehoek’). Ook speelde het feit dat het Sportfondsenbad aan vernieuwing toe was. Destijds was de intentie om het zwembad op de huidige locatie te herstructureren tot topzwembad. Verder waren er initiatieven die om een herschikking van ruimte vragen, zoals de aanleg van een busstrook en fietsvoorzieningen langs de Heiligenbergerweg (reeds uitgevoerd), fietspaden langs de Ringweg Randenbroek en de vraag om extra sportvoorzieningen zoals een voetbalveld en een skeelerbaan.
2.2 Het gelopen proces De startnotitie groeide uit tot een globale concept structuurvisie, omdat de gemeente met een ruimtelijke visie beter kan reageren op de verschillende ontwikkelingen. Bovendien hadden verschillende maatschappelijke groeperingen op de manifestatie Sprekend Amersfoort in Park Randenbroek (in 2000) aan de gemeente gevraagd om met een samenhangende visie voor het gebied te komen. Met deze globale structuurvisie is in maart 2001 een breed inspraaktraject met belanghebbenden en belangenverenigingen gestart. Naast positieve geluiden is er ook veel weerstand ontstaan. Vlak voor de gemeenteraadsverkiezingen is de aangepaste versie van de structuurvisie met de reactienota ter vastlegging voorgelegd aan de toenmalige raadscommissie VRO (februari 2002). De geconstateerde weerstand, het grote aantal uiteenlopende opmerkingen uit de raadscommissie, fundamentele verschillen van inzicht over Rood voor Groen (onder andere met belangenverenigingen), de intensivering van de sport en de ijsbaan en het gebrek aan dekkingsmogelijkheden hebben er toe geleid dat de raadscommissie kennis heeft genomen van de reactienota en de globale visie, maar deze niet heeft vastgesteld. In het najaar van 2002 heeft het College een “stappenplan” vastgesteld. Dit stappenplan behelst een (financiële) strategie om in ieder geval tot gedeeltelijke realisatie van de voorstellen te komen. Onder meer is
besloten om een gedeelte ISV-subsidie op voorhand vrij te maken. Hiermee is inmiddels het voormalige tenniscomplex Metgensbleek verworven. Na een periode van stilte werd op 11 juni 2003 een workshop georganiseerd met de raadsfracties en afvaardigingen van de sportverenigingen en belangengroepen. Doel was om te bezien welke doelstellingen nog actueel waren onder de betrokkenen en in hoeverre het mogelijk was om wederzijds begrip te kweken of verschillen van inzicht te overbruggen. Op zich was het een constructieve bijeenkomst, waarbij de hoofddoelstellingen werden onderschreven. De workshop bood geen basis om de structuurvisie verder te brengen, met name vanwege onderstaande discussiepunten:
De verhouding rood – groen op de ziekenhuislocatie (belangengroepen willen eigenlijk alleen groen); Het wel of niet toevoegen van woningen rond het zwembad; Het realiseren van een skeelerbaan op het ijsbaanterrein; Daarnaast vond men dat de beek als drager te weinig tot uiting kwam in de globale structuurvisie.
Na de workshop is het proces stil komen te liggen. Mede omdat de ontwikkelingen rondom het ziekenhuis en het Sportfondsenbad indertijd nog niet helder waren. Voor de ziekenhuislocatie is inmiddels duidelijkheid verkregen. Op 28 september 2004 heeft de gemeenteraad besloten gronden aan de Maatweg aan te kopen en door te verkopen ten behoeve van de bouw van het nieuwe ziekenhuis Meander Medisch Centrum (MMC). Tevens is toen besloten om de in 2010 vrijkomende ziekenhuislocaties Elisabeth en Lichtenberg van MMC te verwerven. Aan deze besluitvorming zijn haalbaarheidsstudies (ruimtelijk en financieel) en onderhandelingen met MMC vooraf gegaan. Tussen de drie ziekenhuislocaties is sprake van een nauwe financiële samenhang; de ontwikkeling van de drie locaties dient namelijk budgettair neutraal te verlopen. Dit legt een claim op de herontwikkelingsmogelijkheden van de locatie Elisabeth. Bij de besluitvorming in de gemeenteraad is met name gediscussieerd over het mogelijk noodzakelijke programma op Elisabeth: namelijk ca. 400 appartementen. In februari 2005 heeft Bureau Khandekar een aantal stedenbouwkundige modellen voor de invulling van woningbouw op de ziekenhuislocaties gepresenteerd. Mede naar aanleiding hiervan heeft het College toegezegd te kijken of er mogelijkheden zijn om het programma op de locatie Elisabeth te verlichten. In juni 2005 is er na een uitgebreide discussie ook een besluit genomen over het Sportfondsenbad. Besloten is om het Sportfondsenbad te verplaatsen naar de Hogeweg. Financiële consequentie hiervan is dat de sloop, sanering en herinrichting van het Sportfondsenbadterrein bekostigd dient te worden door de herontwikkeling van dit terrein.
5
ZWEMBADLOCATIE
ZIEKENHUISTERREIN
‘DRIEHOEK’
PLANGEBIED
6
Opdrachtgebied
2.3 Opdracht De ontwikkelingen rond de locatie Elisabeth en het Sportfondsenbad zijn aanleiding geweest de structuurvisie Park Randenbroek en omgeving weer op te pakken en deze in nauwe samenhang met de planvorming voor de twee genoemde locaties op te stellen. Daarbij geldt het volgende kader:
Een ruimtelijke visie voor het totale gebied waarin de aspecten sport, cultuur, recreatie, milieu (ecologie en landschap), beheer (water en groen), economische ontwikkeling, volkshuisvesting en verkeer aandacht krijgen met als doel een gebied te creëren dat een functie heeft voor heel Amersfoort. Woningbouw op de locatie Elisabeth binnen de financiële kaders die voor de drie ziekenhuislocaties gelden. Het streven is de noodzakelijke budgetneutraliteit te bereiken met een woningbouwprogramma voor Elisabeth van circa 300 appartementen. Woningbouw op de locatie Sportfondsenbad om de sloop en sanering van het zwembad en de locatie te bekostigen. Het streven is om met de realisatie van circa 50 tot 60 eengezinswoningen deze kosten te dragen. De ‘Driehoek’ is geen onderdeel meer van het plangebied, maar er is wel sprake van een financiële relatie, omdat een deel van de opbrengsten uit ontwikkeling van deze locatie bestemd zijn voor de herinrichting van het openbare gebied, onder andere het beekdal, Park Randenbroek, de Vosheuvel en het voormalige tenniscomplex Metgensbleek.
7
8
Plantsoen langs de Bisschopsweg (ca.1935)
Plantsoen langs de Heiligenbergerbeek (ca.1935)
Landschap ter hoogte van Ringweg Randenbroek (ca. 1960)
Vosheuvel (ca.1950)
1910
1952
3
Het plangebied
3.1 Het plangebied
3.2 Ontstaansgeschiedenis
Het plangebied voor de visie bestaat uit het beekdal van de Heiligenbergerbeek vanaf de Bisschopsweg tot de A28. De oostelijke oever wordt begrensd door de Heiligenbergerweg. De westelijke door de bebouwing van het Vermeerkwartier (voorheen Dorrestein). Verder behoort de bosstrook langs de A28 in westelijke richting tot het plangebied vanwege de ecologische en recreatieve relaties naar het landgoed Nimmerdor. Door de continuïteit van de beek heeft het plangebied een sterke relatie met de Heiligenberg, Lockhorst en de binnenstad.
Het beekdal van de Heiligenbergerbeek ligt op de overgang van de Utrechtse Heuvelrug en de Gelderse Vallei. De oostelijke oever van het plangebied bestaat uit een dekzandrug met daarop hoog opgestoven landduinen. Op deze duinen liggen van oudsher de landgoederen Randenbroek, Vosheuvel en de Heiligenberg. Tussen de landgoederen liggen van oorsprong door houtwallen omzoomde akkers. De westelijke oever is laag en nat en was aanvankelijk in gebruik als weidegrond. In de loop van de tijd heeft het plangebied onder invloed van de verstedelijking zijn huidige vorm gekregen. In de huidige situatie wordt de oostelijke oever nog steeds bepaald door de landgoederen op de hogere landduinen. Tussen deze landgoederen liggen nu gebouwde stedelijke functies zoals het ziekenhuis en een schoolcomplex voor speciaal onderwijs. De westelijke oever is in de loop van de tijd nagenoeg helemaal in gebruik genomen voor georganiseerde sport in verenigingsverband. Door de groei in de tijd onder veranderende omstandigheden mist het gebied samenhang en éénduidigheid. De A28 en de ringwegenstructuur van Amersfoort doorsnijden het beekdal.
De ‘Driehoek’, het terrein tussen de Heiligenbergerweg, de A28 en de zuidelijke randbebouwing van de wijk Randenbroek, behoort in tegenstelling tot de structuurvisie in 2002 niet meer tot het plangebied, omdat er in ruimtelijke zin geen directe relatie is met het beekdal. De stedenbouwkundige samenhang met de wijk Randenbroek is belangrijker. De herontwikkeling van de ‘Driehoek’ vindt daarom plaats in het kader van de Binnenstedelijke Vernieuwing Amersfoort (BVA). Vanaf de Bisschopsweg tot aan de A28 bedraagt de lengte ca. 1,5 km. De breedte ligt tussen de 400 en de 500 meter. In totaal komt dit neer op bijna 75 ha. Het beekdal heeft een sterke relatie met de Heiligenberg, Lockhorst en de binnenstad.
1972
2005
9
BISSCHOPSWEG
ZWEMBAD
DAHLIATUIN
PARK RANDENBROEK
VILLA RANDENBROEK IJSBAAN
METGENSBLEEK SPORTVELDEN
ZIEKENHUIS RINGWEG RANDENBROEK
VOSHEUVEL
SCOUTING SPORTVELDEN
KINDERBOERDERIJ
SCHOLENCOMPLEX
SPORTVELDEN
VOLKSTUINEN
CARAVANOPSLAG EN HONDENCLUB
SPORTVELDEN
10
Bestaande situatie
3.3 Bestaande situatie Functioneel Het totale gebied functioneert als groengebied op stedelijk niveau en vervult een zeer belangrijk uitloopgebied voor de omliggende wijken. Het plangebied kan globaal worden onderscheiden in een westelijk deel voornamelijk in gebruik voor de georganiseerde sport en een oostelijk deel met de openbaar toegankelijke groenelementen Park Randenbroek en de Vosheuvel. Daartussen liggen stedelijke en randstedelijke functies zoals het ziekenhuis, het scholencomplex De Vosheuvel, een caravanstalling en een hondenclub, die niet openbaar toegankelijk zijn. Het gebied is redelijk ontsloten voor voetgangers. Het Park Randenbroek heeft een intensief voetpadennet. Ook bij Vosheuvel bestaat de mogelijkheid tot een rondgaande wandeling. De verbinding tussen Randenbroek en Vosheuvel wordt gevormd door een doorgaand pad op de westoever van de Heiligenbergerbeek. Het pad sluit - met een aantal doorsteken tussen de sportvelden - aan op de aanliggende bebouwing. In het zuiden buigt het pad van de beek af en loopt langs de A28 naar de Dorresteinseweg. Visueel-ruimtelijk De beek is het bindend element in het gebied. Ruimtelijk dominant is het oude loofbos van de parken Randenbroek en Vosheuvel. De overige beplanting – voor een groot deel bestaande uit smalle stroken langs de beek en tussen de sportvelden – is weinig kenmerkend. Natuur De actuele natuurwaarden betreffen vooral aan oud loofbos gebonden organismen (Gewone salomonszegel, Grootbloemmuur, Wintereik, Glanskop, Boomklever, Groene specht, Grauwe vliegenvanger, vleermuizen). Deze concentreren zich in het park Randenbroek en in mindere mate in Vosheuvel, Dorrestein en Nimmerdor. Bijzondere, aan beekdalen gebonden organismen zijn spaarzaam. Voorbeelden zijn Bosbies, IJle zegge, IJsvogel (incidenteel broedend), de Blauwe-reigerkolonie, Ringslang (oude waarneming), Weidebeekjuffer.
en de locatie Sportfondsenbad is het gebied voortdurend in beweging. Zo zijn er verschillende initiatieven die ruimte vragen en zo mogelijk een inpassing in de visie behoeven. De komende jaren (tot 2015) zijn de volgende ruimtelijke en functionele ontwikkelingen te verwachten. Verdwijnende en afnemende functies De tennisbaan Metgensbleek is gesloten, de locatie is verworven door de gemeente en de intentie is om het bij de recreatieve (her)inrichting van het parkgebied te betrekken. Het terrein van het Meander Medisch Centrum locatie Elisabeth komt na 2010 vrij. De zwembadlocatie komt na 2009 vrij. Veranderende functies De Heiligenbergerweg is gereconstrueerd en heeft een Hoogwaardig Openbaar Vervoerslijn (HOV) en een snelfietsroute gekregen. De Ringweg Randenbroek wordt gedeeltelijk gereconstrueerd tot een laan met een groene middenberm en rijbanen met aanliggende fietspaden. Voor Villa Randenbroek is gestart met het onderzoek naar een nieuwe (publieks)functie passend binnen het cultuurhistorische kader. Nieuwe en uitbreidende functies Op langere termijn (na 2020) is mogelijk een verbreding van de A28 aan de orde, hetgeen onder meer consequenties heeft voor de mogelijkheden in het plangebied wat betreft aanwezige functies, geluidsbelasting en luchtkwaliteit. Ook zijn er initiatieven voor een skeelerbaan op het ijsbaanterrein, een extra voetbalveld voor voetbalvereniging Quick, en een beeldentuin in Park Randenbroek.
3.4 Ontwikkelingen Naast de genoemde plannen rond het ziekenhuisterrein
Huis Randenbroek
Heiligenbergerbeek
11
GEEN RUIMTELIJKE SAMENHANG
ACHTERUITGANG VITALITEIT BOMENBESTAND
BEPERKTE DOORDRINGBAARHEID EN VERBLIJFSMOGELIJKHEDEN TEN WESTEN VAN DE BEEK ONTBREKENDE LANGZAAMVERKEERSVERBINDING EN VERBINDING DROGE NATUUR
ACHTERUITGANG VITALITEIT BOMENBESTAND
ONVOLLEDIGE ONTWIKKELING NATTE NATUUR BEEK ALS RUIMTELIJKE DRAGER BEPERKT ERVAARBAAR
STUW ECOLOGISCHE BARRIERE NATTE NATUUR
GEEN RUIMTELIJKE SAMENHANG
A28 ECOLOGISCHE BARRIERE DROGE NATUUR
12
Knelpunten
3.5 Knelpunten Bij de huidige inrichting en het gebruik van het gebied is een aantal knelpunten te signaleren die duiden op een interne verbrokkeling en een externe isolering van het gebied. De interne verbrokkeling uit zich doordat veel voorzieningen en functies in het gebied sterk in zichzelf gekeerd zijn. Zij versterken elkaar niet en zijn onderling slecht bereikbaar. Hierdoor wordt het gebied niet als een aaneengesloten groenzone beleefd. De externe isolering van het gebied heeft met name betrekking op de bovenloop van de beek. De A28 vormt een barrière voor mens, dier en plant. Hieronder zijn de knelpunten thematisch aangegeven. Functioneel Het westelijk deel van het plangebied is nauwelijks doordringbaar. Daarnaast ontbreekt het aan verblijfsruimte. Op de oostoever zijn het voetpadenstelsel van Park Randenbroek en de Vosheuvel niet met elkaar verbonden. Bij elkaar heeft het gebied als geheel beperkte uitloop- en verblijfsmogelijkheden. Het gebied is door de ligging tussen de binnenstad en het buitengebied van Amersfoort en door zijn omvang (bijna 75 ha) bij uitstek een aantrekkelijk recreatief gebied voor heel de stad, maar wordt als zodanig onvoldoende benut. Visueel-ruimtelijk Door de grote verschillen in functies en beplantingselementen bestaat er geen ruimtelijke samenhang in het plangebied en wordt het niet als eenheid ervaren. De beek is weliswaar het bindende element in het gebied, maar functioneert in zijn huidige vorm niet als ruimtelijke drager. Het Park Randenbroek boet in ruimtelijke- en cultuurhistorische zin in aan kwaliteit door achterstallig onderhoud. De stijlkenmerken zijn vervaagd. Het versterken van de culturele betekenis is gewenst. Natuur De natte natuur is onvolledig ontwikkeld vanwege het strakke waterregime van vaste peilen, omleiding en inlaat. De oppervlaktewaterkwaliteit is matig, mede vanwege de aanwezige overstorten. Uittredend grondwater (kwel) komt nagenoeg nergens aan het maaiveld aan het oppervlak doordat het wordt opgevangen door het drainagesysteem van de sportvelden. De beekloop, de oevers en aanliggende gronden hebben te weinig ruimte voor natuurontwikkeling. Het gebied is ecologisch geïsoleerd door de aanwezige stuw en het ontbreken van een droge passage onder de A28. Verkeer De barrièrewerking van de A28 is groot voor fysieke verbindingen, maar visueel relatief beperkt. Het drukke verkeer is storend door geluidhinder en stelt eisen aan de ontwikkelmogelijkheden in het gebied. De Ringweg Randenboek deelt het beekdal op maaiveldniveau doormidden. De drukte op de weg neemt toe, waardoor fietsen en oversteken moeilijk worden. De Bisschopsweg is te breed voor zijn verkeersfunctie.
luchtverontreiniging en externe veiligheid in het gebied, worden met name veroorzaakt door de rijksweg A28, Ringweg Randenbroek en Heiligenbergerweg . Het stedelijk verkeerssysteem ondergaat veranderingen door verdwijnende en afnemende functies, veranderende functies en nieuwe en uitbreidende functies. Deze veranderingen beïnvloeden de milieuhygiënische kwaliteit. Gedurende het hele ontwikkelingstraject van de structuurvisie vraagt milieuhygiëne daarom voortdurend aandacht. Bijzondere functies Het ziekenhuisterrein neemt een belangrijk deel van de oostelijke beekoever in beslag en vormt met de huidige invulling en bebouwing een barrière voor recreatieve en ecologische relaties tussen Park Randenbroek en De Vosheuvel. De opslag van caravans langs beek en verbindingskanaal is visueel een storend element in het gebied. Daarnaast draagt het niet bij aan het parkkarakter en heeft het geen functionele relatie met het park. Ook vindt er langs het verbindingskanaal verstoring van de provinciale ecologische route plaats door de situering van gebouwen. Volkstuinen Het complex volkstuinen langs beek en snelweg trekt autoverkeer het gebied in tot vlak bij de beekoever en blokkeert de recreatieve en ecologische verbinding naar het landgoed Nimmerdor Parkgebieden De gebruiksdruk op Park Randenbroek is zeer hoog. Inrichting en beheer van het park zijn verre van optimaal. Er is sprake van oneigenlijk gebruik (auto’s, honden, fietsen). De samenhang met andere groengebieden langs de beekoever ontbreekt. Het kleinschalige groengebied de Vosheuvel staat onder hoge druk van erin gevestigde en aanliggende functies De combinatie van scouting, school en kinderboerderij leidt tot slijtage. Bij het scholencomplex is sprake verkeersproblematiek met name op breng- en haaltijden. Sportaccommodaties De bebouwing van het Sportfondsenbad en de gymzaal geeft een rommelig beeld. De gymzaal zal bij verplaatsing van het zwembad blijven staan en haar functie voor de buurt behouden. Het gebouw richt zich niet op de omgeving. Het gebruik van de westelijke beekoever voor parkeren is storend voor de ecologische en recreatieve verbindingen langs de beek. Het huidige gebruik van het ijsbaanterrein (balletje trappen, hondenuitlaat) kan worden verbeterd. Momenteel is dit geen optimale benutting van een dergelijke groene ruimte met dergelijke afmetingen in de stad. De sportterreinen (honkbal, voetbal) dragen bij aan de compartimentering en ‘verhekking’ van het gebied. De zichtbaarheid, doordringbaarheid en beleving van het gebied is daardoor gering. Met name dicht tegen de beek en tussen de sportterreinen is te weinig ruimte voor natuur en recreatie.
Milieuhygiëne De milieuhygiënische knelpunten, geluid,
13
ONTWERPRUIMTE: ONTWIKKELINGSGEBIED
ONTWERPRUIMTE: VERBETERING RUIMTELIJKE EN CULTUUR-HISTORISCHE KWALITEIT ONTWERPRUIMTE: RANDEN EN WEGEN
ONTWERPRUIMTE: IJSBAAN ONTWERPRUIMTE: OMVORMING GROEN
ONTWERPRUIMTE: METGENSBLEEK
ONTWERPRUIMTE: ONTWIKKELINGSGEBIED ONTWERPRUIMTE: ONTWIKKELINGSGEBIED BIJ INTENSIVERING GEBRUIK SPORTVELDEN
ONTWERPRUIMTE: OMVORMING GROEN
MOGELIJKE ONTWERPRUIMTE BIJ VERBREDING A28
14
Kansen en ontwikkelingsruimte
ONTWERPRUIMTE: VERBETERING RUIMTELIJKE EN CULTUUR-HISTORISCHE KWALITEIT
3.6 Kansen en ontwerpruimte De genoemde knelpunten geven aan dat aandacht en actie gewenst is en bieden tegelijkertijd kansen en ontwerpruimte. Voor de herinrichting van het plangebied komt een aantal deelgebieden beschikbaar. De omvangrijkste zijn het ziekenhuisterrein en de zwembadlocatie. Een deel van deze gebieden wordt herontwikkeld met woningbouw. Het voormalige tenniscomplex Metgensbleek is reeds vrijgekomen evenals de parkeerplaats aan de Gasthuislaan. Bovendien wordt onderzocht of intensivering van het gebruik van de sportvelden mogelijk is, waardoor het voetbalveld ten zuiden van de Ringweg Dorrestein/Randenbroek komt. Ook de wenselijke verbetering van de parken Randenbroek en Vosheuvel biedt ontwerpruimte. Daarnaast zullen de smalle beplantingsstroken langs de beek en tussen de sportvelden bij de omvorming worden betrokken. Op langere termijn ontstaat er mogelijk aanvullende ontwerpruimte door de verbreding van de A28, uiteraard binnen de grenzen die de milieuhygiënische kwaliteit hiervoor biedt. Met elkaar biedt het bovengenoemde voldoende mogelijkheden om het gebied in de visie als eenheid te benaderen.
Ontwerpruimte: verbetering ruimtelijke en cultuur-historische kwaliteiten
Ontwerpruimte: ontwikkelingsgebied (ziekenhuislocatie)
Ontwerpruimte: omvorming groen
Ontwerpruimte: landschappelijke inpassing sportvelden
15
DOELSTELLING
BEEKDAL ALS PARK VOOR HEEL AMERSFOORT
HEILIGENBERGERBEEK ALS DRAGER
16
Doelstelling
4
Doelstellingen en uitgangspunten
4.1 Centrale doelstelling De analyse van de ligging in de stad en van de knelpunten, kansen en ontwerpruimte heeft geleid tot een centrale doelstelling voor het totale plangebied: Ontwikkeling van het gebied tot een beekdal, waarin natuur en cultuur elkaar ontmoeten en dat functioneert als een gevarieerd recreatief groengebied voor heel Amersfoort.
4.2 Doelstellingen en uitgangspunten: Onder deze centrale doelstellingen zijn de volgende subdoelstellingen en uitgangspunten geformuleerd: Gebruik Verbetering van de toegankelijkheid door het verbeteren en/of aanbrengen van nieuwe wandel, fiets en vaarverbindingen in het plangebied naar de binnenstad en de aanliggende woonwijken. Versterking van de doordringbaarheid en de verblijfsmogelijkheden door vergroting van het openbaar toegankelijk gebied. Stimuleren van functies op stadsniveau zoals kinderboerderij, stadspark / huis Randenbroek, het evenemententerrein en sport. Visueel – ruimtelijk Versterking van identiteit en aanbrengen van ruimtelijke samenhang door toepassing van eenduidige groene inrichtingsmiddelen en door het terugdringen van verstening, doorsnijding en versnippering. De beek en het beekdal meer ruimte en betekenis geven. Verbetering van de belevingsmogelijkheden. Natuur Behoud en versterking actuele waarden droge landnatuur (bos, bomen) verbinding van de landgoedbossen. Ontwikkeling natte landnatuur (broekbos, beekdalgrasland) Verbetering kwaliteit waternatuur. Verbetering functie als verbindingszone voor land- als waternatuur. Cultuur Het versterken van de cultuurhistorische kwaliteiten en de culturele betekenis van met name Park Randenbroek en het beekdal. Door middel van informatie en educatie het gebied onder de aandacht brengen. Er zou een cultuurkalender gemaakt kunnen worden met de verschillende activiteiten.
17
Randenbroek e.o., Amersfoort
18
Sonsbeek, Arnhem
5
Toekomstvisie: een beekdal in de stad
5.1 Ambitie Zoals hiervoor aangegeven is één van de kenmerken van het plangebied de bijzondere ligging in de stad, een groene long die vanuit het buitengebied bijna raakt aan de oude binnenstad. Voor wat betreft de omvang van de groenelementen en de relatie met de binnenstad is de uitgangssituatie vergelijkbaar met Sonsbeek in Arnhem en De Hout in Haarlem. Zowel Sonsbeek als De Hout zijn door hun monumentale groen voor een belangrijk deel bepalend voor de ruimtelijke- en culturele identiteit van respectievelijk Arnhem en Haarlem. Bij de nieuwe hoofdopzet van het groengebied Randenbroek en omgeving zou het bereiken van een vergelijkbaar dominant groen karakter op basis van de aanwezige potenties moeten worden nagestreefd. Randenbroek en omgeving is een groengebied dat in de loop de tijd onder invloed van de verstedelijking zijn vorm heeft gekregen. Door de ontstaansgeschiedenis mist het samenhang en éénduidigheid. Sonsbeek en De Hout zijn als concept ontstaan. Hoewel de basis van beide groengebieden anders is, zijn ze met name in de 19e eeuw als een eenheid ontworpen. Beide bestaan uit een boskern waaraan parkruimten zijn gekoppeld. In Sonsbeek hangen deze vooral samen met de vergraven St. Jansbeek. Bij De Hout in Haarlem zijn het vooral de boomweiden die de ruimtelijke hoofdopzet vormen.
De Hout, Haarlem
Ondanks deze verschillen is in beide gevallen het monumentale bomenbestand dat het karakter in hoge mate bepaalt. Voor Park Randenbroek en omgeving is dit in combinatie met de verbindende factor van de Heiligenbergerbeek ook het aangewezen middel om de nagestreefde ruimtelijke samenhang en identiteit te verkrijgen. De ambitie bij de herinrichting van het groengebied Park Randenbroek en omgeving is het realiseren van een dominant groen karakter, waarbij het monumentale bomenbestand het karakter bepaalt en aansluit bij de Heiligenbergerbeek als verbindende drager in het gebied en met de omgeving.
19
1. Omvorming van de oevers
2. realisatie van ‘geïsoleerde beekarmen’
20
3. Hermeandering van de beek
5.2 Modelvorming Bij de modelvorming heeft een zonering voorop gestaan. Het ging hierbij om de volgende aspecten: • gebruik (druk, stil), • inrichting (natuur, cultuur) • ruimte (open, gesloten) 5.2.1 Heiligenbergerbeek als drager De ecologische kwaliteit en de belevingswaarde van de beek kunnen afhankelijk van het ambitieniveau en de waterhuishoudkundige mogelijkheden op een aantal manieren worden vergroot. 1. omvorming van de oevers 2. realisatie van ‘geïsoleerde beekarmen’ 3. hermeandering van de beek Als basis voor het toekomstig beeld van het beekdal is gekozen voor de realisatie van ‘geïsoleerde beekarmen’ in combinatie met een gedeeltelijke omvorming van de oevers. De beekarmen worden gevoed met voedselarm grondwater waardoor er goede condities ontstaan voor natuurontwikkeling terwijl ze tevens de belevingswaarde in het gebied verhogen. Hermeandering van de beek is te ingrijpend en alleen mogelijk als de waterkwaliteit aanzienlijk verbetert en als er aanpassingen in de regionale waterhuishouding plaatsvinden, omdat er anders bij piekafvoeren wateroverlast in het centrum van Amersfoort en bij de sportvelden kan optreden. De hoofdopzet van de waterhuishouding waarbij het water via het omleidingkanaal naar het Valleikanaal stroomt blijft daarom gehandhaafd.
Beelden ‘geïsoleerde beekarm’
21
OUDE BOSKERN
DROOG BOS / BOOMWEIDE
BLOEMRIJK GRASLAND MOERASRUIGTE/ RIETLAND OUDE BOSKERN BROEKBOS BROEKBOS MOERASRUIGTE DROOG BOS VISTRAP BLOEMRIJK GRASLAND NA VERBREDING A28 REALISEREN VAN EEN OVERSTROMINGSLAAGTE
22
Ruimtelijke hoofdopzet
5.2.1 Ruimtelijke hoofdopzet Om de verschillende functies in het gebied tot een ruimtelijke eenheid te smeden en om het beekdal als een toekomstig monumentaal groengebied in de stad te kunnen ervaren wordt een integrale boombeplanting toegepast. Afhankelijk van de hoogteligging gaat het om droge soorten als beuk en eik en natte soorten als es en els. De bomen komen in verschillende dichtheden voor zodat er in het gebied zelf naast een variatie in soorten ook een ruimtelijke afwisseling ontstaat die verschillen in gebruik mogelijk maken.
het zicht op de velden wordt vergroot en de velden onderdeel gaan uit maken van de totale beleving. Het totaal krijgt het karakter van een parkbos. Het parkbos is opgebouwd uit twee bostypen: broekbos en droogbos. Droogbos verbindt aan de oostzijde de oude loofbossen van Randenbroek en Vosheuvel en geleed en omsluit aan de westzijde de sportvelden en het ijsbaanterrein. In het centrale deel ten zuiden van Ringweg Dorrestein komt het voor als boomweide. Het broekbos is geconcentreerd op plaatsen langs de beek en op plekken waar kwel uittreedt.
De boombeplanting loopt door tussen de nieuwe woonbebouwing en integreert deze in het park. De boomgroepen worden doorgezet tot aan de Heiligenbergerweg zodat het parkgebied uitstrekt tot aan de oorspronkelijke randen. Het maaiveld waarop de boomgroepen worden geplaatst wordt geaccidenteerd aangelegd (tot circa 1,75 meter + huidig maaiveld).Ook de sportvelden worden in de nieuwe boomstructuur opgenomen. Daar waar ruimte is worden smallere boomgroepen tussen de velden geplaatst. In de overhoeken worden grotere ‘clumbs’ op licht glooiend maaiveld aangebracht. Het bosplantsoen rond de sportvelden zal plaatsmaken voor bomen en beplanting met soms een haag. Waardoor
Droog bos/ boomweide
Oude boskern
Geïsoleerde beekarm
Moerasruigte
23
BASKETBALVELD
LANGSPARKEERSTROOK
EVENEMENTENTERREIN, SKEELER- EN IJSBAAN, TRAPVELD DAHLIATUIN PARKENTREE EN PARKEERPLAATS SPORTVELDEN
DOORGAAND RECREATIEF FIETSPAD BOOMWEIDE, SPEELEN LIGWEIDE
BOOMWEIDE, SPEELEN LIGWEIDE
KINDERBOERDERIJ
VOLKSTUINEN SPORTVELDEN
24
Functies
5.2.2 Functies van het beekdal Functioneel bezien kan het gebied vanuit vier invalshoeken worden benaderd: Stad Voor de stad Amersfoort ontstaat met de herinrichting en upgrading van het gebied een aaneengesloten park- en recreatiegebied waarin groen, cultuur, wonen en sport elkaar vinden. De voorgestelde ingrepen maken een veel groter gebied dan in de huidige situatie toegankelijk voor publiek.Dit geldt zowel aan de westelijke oever van de beek langs en tussen de sportvelden en op de locatie Sportfondsenbad als aan de oostelijke beekoever in park Randenbroek en de Vosheuvel en de verbindende zone daartussen. Met de sportfuncties, het ijsbaan/skeeler/ evenemententerrein, de scouting, de kinderboerderij, de cultuurhistorische en horeca-elementen in Park Randenbroek, de fiets- en wandelverbindingen en de recreatieve mogelijkheden van de beek (wandelen, kanoën, vissen) wordt een voor Amersfoort unieke combinatie van recreatieve elementen geboden.
van functies met groen er tussen. Cultuur Met de upgrading van Park Randenbroek en Park de Vosheuvel ontstaan kansen om de cultuurhistorische waarde van het gebied aanzienlijk te verbeteren. Concreet is reeds de studie voor het realiseren van een recreatieve/horeca functie in de Witte Villa in Park Randenbroek. Daarnaast is er aandacht voor het historische bomenbestand en zijn er ideeën over een beeldentuin en één of meerdere museumactiviteiten in het gebied. Een en ander zal in vervolg op deze structuurvisie nader moeten worden onderzocht en uitgewerkt.
Natuur De omvorming van de beekoevers en de ontwikkeling van geisoleerde beekarmen verbetert de kwaliteit van zowel flora, fauna als waterhuishouding. Het toevoegen van monumentale bomen en de te realiseren verbinding tussen de verschillende deelgebieden en oevers in het plangebied versterken dit. Het wordt een groengebied waarin verschillende functies een plek hebben in plaats
Sport De sportvelden worden met de herinrichting van het plangebied meer onderdeel van het totale groene gebied en krijgen aansluiting op de parken Randenbroek en Vosheuvel en het nieuwe verbindende groengebied tussen de parken. Behoud van vitale sportverenigingen in het gebied is het uitgangspunt om de diversiteit van aanbod voor de stad op deze locatie ook in stand te houden. Ambities voor groei en de ruimtelijke mogelijkheden binnen de totaalvisie voor het gebied worden hierbij op elkaar afgestemd door nader onderzoek op te starten naar de mogelijkheden voor intensivering. De aanleg van een skeelerbaan in het gebied vormt daarbij een aantrekkelijke uitbreiding voor Amersfoort en het plangebied in de diversiteit van sportief aanbod.
Doorgaand recreatief fietspad / speel- en ligweide
Sportvelden
Kinderboerderij
Parkentree (parkeerplaats en dahliatuin)
25
BLOEMRIJK GRASLAND MOERASRUIGTE/ RIETLAND
BROEKBOS BROEKBOS
VISTRAP BLOEMRIJK GRASLAND
NA VERBREDING A28 REALISEREN VAN EEN OVERSTROMINGSLAAGTE
26
Heiligenbergerbeek
MOERASRUIGTE
6
Deelgebieden
6.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt voor de verschillende deelgebieden uitgangspunten, randvoorwaarden en inrichtingsvoorstellen gedaan die de basis vormen voor de verdere uitwerking. Bij de uitwerking zal in overleg met de betrokkenen een verdiepingsslag plaats vinden en nader onderzoek worden verricht om tot een definitief ontwerp te komen.
6.2 Heiligenbergerbeek De Heiligenbergerbeek is van betekenis als verbindingszone voor watergebonden natuur. In het zuiden van het plangebied wordt de verbindingsfunctie overgenomen door het omleidingkanaal en het Valleikanaal. De stuw in de beek zorgt voor ecologische isolatie van de beekloop in het plangebied. Deze isolatie wordt opgeheven door de aanleg van een vistrap ten westen van de stuw. In noordelijke richting worden, ter verhoging van de natuur- en belevingswaarden, geïsoleerde beekarmen aangelegd. Op plekken langs deze beekarmen komt in te verlagen delen onder invloed van voedselarm grondwater het visueel aantrekkelijke en in natuurlijke zin waardevolle bloemrijk grasland tot ontwikkeling. Daar waar de omstandigheden rijker -en
voor de natuur minder gunstig- zijn worden de oevers van de bestaande beek plaatselijk vergraven en vormt zich een begroeiing met moerasruigte. Opgaand geboomte in de vorm van broekbos is geconcentreerd op plaatsen langs de huidige beekloop en op plekken met uittredend kwelwater. Na de verbreding van de A28 kan op het terrein van de caravanopslag en de hondenclub langs het omleidingkanaal een overstromingslaagte worden gecreëerd. Deze laagte draagt bij aan de vergroting van de bergingscapaciteit van de beek aan de verhoging van de natuurwaarden door de afwisselende begroeiing met moerasruigte en broekbos. De beekloop blijft bevaarbaar voor boten van de Waterlijn en de scouting tot aan de afmeerplek ten zuiden van de stuw. Kano’s kunnen vanuit het plangebied via het omleidingkanaal naar het Valleikanaal en de Eem.
Bloemrijk grasland
Bloemrijk grasland
Moerasruigte / rietland
Broekbos
27
BISSCHOPSWEG
WANDELPAD
NIEUWE ENTREE RUBENSSTRAAT HEILIGENBERGERWEG RINGWEG RANDENBROEK
WANDEL- EN FIETSPAD
DORRESTEINSESTEEG
NIEUWE ONSTSLUITING VOLKSTUINEN
28
Wegen- en padenstelsel
6.3 Wegen- en padenstelsel Parkranden Om de relatie met de stad en het groene karakter van het beekdal te versterken worden de aanliggende en doorsnijdende wegen omgevormd in –monumentalelanen. In de bermen langs de Heiligenbergerweg worden –losgeplaatste- beuken aangeplant. Wanneer de woonbebouwing op het ziekenhuisterrein is gerealiseerd zijn er via de parkstroken doorzichten naar de beek. Ten oosten van de beek wordt de Ringweg Randenbroek omgevormd in een laan met een groene middenberm en aanliggende fietspaden. Bij de brug verandert het profiel door gebrek aan ruimte in een laan zonder middenberm. De stijlrand tussen de Rubenslaan/ Dorresteinsesteeg en het beekdal wordt ingeplant met losgeplaatste eiken en de hekken rond de sportvelden worden vervangen door sloten en/ of hagen. De Bisschopsweg wordt versmald, de ruimte die vrijkomt wordt gebruikt om een doorgaande strook met langsparkeren te realiseren. De parkeerplaatsen voorzien in de behoefte aan parkeren voor de gebruikers van het park Randenbroek, de ijsbaan, skeelerbaan en gymlokaal. Aan beide zijde van de weg worden nieuwe bomen aangeplant. Wegen- en padenstelsel Bij de zwembadlocatie worden twee nieuwe toegangspaden naar het park aangelegd, één min of meer evenwijdig aan de beek en een pad vanaf de
beek naar de Rubenslaan. Het padenstelsel bij Park Randenbroek en Vosheuvel worden samenhangend met de renovatie gereconstrueerd. Ter hoogte van Metgensbleek komt een nieuwe toegang met parkeerplaatsen tot Park Randenbroek. Deze toegang is een onderdeel van de langzaamverkeersroute die Park Randenbroek verbindt met het parkgebied ten zuiden van de Ringweg Randenbroek. De verbinding sluit - via het bestaande pad bij Vosheuvel - in het westen aan op de Dorresteinsesteeg. Op deze wijze ontstaat er een nieuw recreatief fietspad van noord (entree Randenbroek) naar zuid (Dorresteinsesteeg). Het pad zorgt voor beweging in het gebied en is door de afwisseling in beleving een aanvulling op de bestaande fietsverbindingen langs de flanken van het beekdal. Een recreatieve meerwaarde voor heel Amersfoort en de regio. Het pad wordt door middel van drie doorsteken door de bebouwing van de Elisabeth locatie verbonden met het voetpad langs de Heiligenbergerweg. Daarnaast is voorzien in een nieuwe oost-west fietsverbinding door het centrale deel van het park. Dit pad takt aan op het stratenpatroon van de woonbuurten in het oosten en westen. De volkstuinen en de mechanische vuilreiniging in de Heiligenbergerbeek worden bereikbaar gemaakt door middel van een doorsteek tussen het honkbalveld en de terreinen van de voetbalvereniging Quick. Het brede verharde pad langs de westoever van de beek kan hierdoor vervallen. Langs de Ringweg Randenbroek worden in de toekomst aanliggende fietspaden gerealiseerd.
Heiligenbergerweg (inplanten als laan met doorzichten naar de beek)
Steilrand langs de Rubensstraat / Dorresteinsesteeg inplanten met eik
Ringweg Randenbroek (laan met middenberm en aanliggende fietspaden)
Centraal wandel- en fietspad
29
30
Park Randenbroek
6.4 Park Randenbroek Het park Randenbroek wordt gerenoveerd. Deze renovatie -met als uitgangspunt de cultuurhistorische betekenis en de recreatieve waarde- betreft met name: • • •
• •
•
Het terugbrengen en opwaarderen van de oorspronkelijke stijlkenmerken. Verjonging en plekgewijze aanpassing van de ruimtelijke opzet van het bomenbestand op basis van het oorspronkelijke parkontwerp van Van Lunteren. Opschonen van het padenstelsel door het opheffen van minder gebruikte paden, het verbeteren van de tracering en de beloopbaarheid van de overige paden en het deels aanpassen van bestaande paden door de aanleg van een doorgaande route die het park Randenbroek met het overige plangebied verbindt. Het -door uitdiepen, opschonen en vrijstellen- weer zichtbaar maken van het doorgaande stelsel van waterlopen. Verwijderen van parkelementen die niet in de oorspronkelijke opzet passen zoals o.a. de verhardingsvlakte bij de centrale waterpartij en de bielzentrappen her en der in het park. Het opstellen van een integraal beheerplan.
gelegen parkeerterrein bij Metgensbleek. Daarnaast is het de bedoeling om de Dahliatuin te verplaatsen naar Metgensbleek. Wenselijk voor de culturele betekenis van het park is een passende functie voor de Villa Randenbroek. Hier wordt momenteel onderzoek naar verricht. In vervolg op de structuurvisie is ook nader onderzoek gewenst naar het mogelijk toevoegen van een cultureel programma voor in het park.
Het parkeerterreintje bij de entree wordt verplaatst en vervangen door een meer centraal in het parkgebied
Ontwerp van Lunteren
Villa Randenbroek
Centrale weide
Boskern
31
32
Park Vosheuvel
6.5 De Vosheuvel De boskern van Vosheuvel wordt door aanplant van droogbos aan de oostzijde van de beek verbonden met het park Randenbroek. Behalve door deze ruimtelijke ingreep wordt Vosheuvel een integraal onderdeel van het totale plangebied door de oude boskern op te nemen in het doorgaande oost/ west en noord/ zuid lopende langzaamverkeersstelsel. Evenals bij Randenbroek dient bij Vosheuvel het bomenbestand gefaseerd te worden verjongd en het padenstelsel te worden geherstructureerd door verwijdering van slijtpaden en gedeeltelijke hertracering en profielaanpassing van de bestaande paden. Tevens dient aandacht te worden besteed aan de noodgebouwen voor de scouting . In het gebied wordt een nieuwe toegang voorzien die enerzijds de woonbebouwing van het zuidelijk deel van het Elisabeth locatie ontsluit en anderzijds een oplossing moet bieden voor de ontsluitings- en parkeerproblemen van het scholencomplex en de kinderboerderij. Om het gebied van de kinderboerderij beter bij de parkopzet te betrekken worden ook hier groepen met opgaande bomen geplant.
Boskern
Boomweide kinderboerderij
Geïsoleerde beekarm
Moerasruigte
33
34
IJsbaanterrein
6.6 IJsbaanterrein De oostelijke randsloot van het ijsbaanterrein wordt naar het westen verplaatst zodat er meer ruimte ontstaat voor de aanplant van bomen en boomgroepen langs de beek. Het terrein blijft beschikbaar voor evenementen. In de noord-westhoek is voorzien in de aanleg van een skeelerbaan die gecombineerd kan worden met een 400 meter natuurijsbaan. Deze combinatie van evenementen, skeeleren en ijsbaan versterkt de multifunctionele recreatieve functie van het gebied voor heel Amersfoort. Het terrein wordt ruimtelijk onderdeel van het park gemaakt door de aanleg van een aantal grotere boomgroepen op plaatselijk verhoogd maaiveld. Daarnaast worden de aanwezige hekken ter versterking van het groene karakter vervangen door hagen en / of sloten. Hiermee wordt het terrein meer onderdeel van het grote groene plan/parkgebied.
Boomgroep op verhoogd maaiveld
Natuurijsbaan
35
36
Sportvelden
6.7 Sportvelden Het merendeel van het gebied ten westen van de beek blijft in gebruik voor georganiseerde sport. De ruimtelijke opzet wordt echter fundamenteel gewijzigd door de smalle bosplantsoen elementen te verwijderen en te vervangen door opgaande monumentale bomen die afhankelijk van de beschikbare ruimten in smalle of meer robuuste groepen worden aangeplant. Evenals bij het ijsbaanterrein worden de aanwezige hekken ter versterking van het gewenst parkbeeld zoveel mogelijk ingeplant met hagen. Uitgangspunt bij de herinrichting van het gebied is het behoud van vitale sportverenigingen. Uitgaande van de bestaande geïnventariseerde behoefte zou hierin kunnen worden voorzien door een deel van de aanwezige grasvelden te vervangen door kunstgras en/ of dubbelgebruik. Dan is het mogelijk om het overloopveld ten zuiden van de Ringweg Dorrestein vrij te maken, waardoor in dit gebied samen met de te vervallen parkeerplaatsen van het ziekenhuis een speel- en ligweide voor openbaar gebruik kan worden gerealiseerd. Hierdoor wordt de verblijfs- en belevingskwaliteit van de zone ten westen van de beek aanzienlijk vergroot en verbetert de aansluiting van de westelijke en oostelijke beekoever. Op korte termijn worden de financiële en ruimtelijke mogelijkheden tot intensivering en mogelijk herschikking van de sportvelden (in overleg met de verenigingen) nader onderzocht. Wanneer intensivering mogelijk is ontstaat meer ruimte voor de beek, ecologie en recreatie. In het plan is uitgegaan van een nieuwe ontsluiting van de volkstuinen en de mechanische hark in de beek door middel van een pad tussen het honkbalveld en de voetbalvelden van Quick. Aandacht dient er te zijn voor de parkeerdruk en de sociale veiligheid bij de velden van Quick en het bos langs de A28.
Sportvelden
Speel- en ligweide
37
38
Zwembadlocatie
6.8 Zwembadlocatie Teneinde de zwembadlocatie ruimtelijk op te nemen in de parkstructuur is aan de noordzijde een brede strook vrij gehouden tussen de Bisschopsweg –met een doorgaande strook langsparkeren- en de woningbouw. Gaande langs de Bisschopsweg wordt het park op deze wijze visueel doorgezet tot aan de Rubenslaan. Tevens is langs de beek ruimte gemaakt voor het aanbrengen van een continue beplanting met grotere boomgroepen eindigend in een boomweide bij de Bisschopsweg.
Parkstrook langs Bisschopsweg
Boomweide langs beek
39
40
Ziekenhuislocatie
6.9 Ziekenhuislocatie Om het parkgebied zoveel mogelijk breedte te geven en om het ook vanaf de flanken van het beekdal te kunnen ervaren is gekozen voor de realisatie van brede oost – west lopende groenzones die vanaf de boomweide en bossen langs de beek door lopen tot aan de Heiligenbergerweg. De stroken bestaan uit geaccidenteerd en publiek toegankelijk maaiveld met daarop intensieve beplanting van losgeplaatste bomen en boomgroepen. De stroken zijn in verband met het nagestreefde beeld –bebouwing in bos i.p.v. groen tussen de bebouwing- aanzienlijk breder dan de bebouwing hoog is. Binnen deze parkzones wordt gedacht aan een strookachtige niet grondgebonden bebouwingsopzet met ‘ondergronds’ parkeren. De bebouwing loopt in hoogte af van de Heiligenbergerweg naar de beek en houdt de beek met de daaraan gekoppelde geïsoleerde armen, broekbossen en boomweides vrij.
Parkstroken met doorzicht naar de beek
Centrale wandel- en fietspad
Droogbos / boomweide
Boomweide aan de beek
41
Locatie zwembadterrein
42
Uitgangssituatie
7
Stedenbouwkundige modellen
7.1 Locatie zwembadterrein In de noordwest hoek van het plangebied Randenbroek bevindt zich de eerste ontwerplocatie voor eventuele bebouwing. Doordat het sportfondsenbad op deze locatie verdwijnt ontstaan er nieuwe kansen. Voor dit gebied zijn daarom enkele stedenbouwkundige studiemodellen gemaakt. De herontwikkeling van het sportfondsenbad dient budgettair neutraal te verlopen. Dit is mogelijk door hier ééngezinswoningen met tuin of met dek te realiseren. Op het plangebied staan nu enkele elementen die deels gesloopt en deels behouden/verplaatst dienen te worden: • Het sportfondsenbad (in licht-oranje) zal gesloopt worden. • De Dahliatuin (in groen aangegeven) zou verplaatst kunnen worden naar Metgensbleek • In zwart aangegeven is een klein verhard sportveld dat binnen de locatie terug dient te komen, bij voorkeur aan de Bisschopsweg). • De gymzaal (in oranje) met het onderkomen van de schaatsvereniging dient in verband met het gebruik door scholen in de buurt ook binnen het plangebied gehandhaafd te worden.
Gymlokaal
Monumentale Hongaarse eik
Kruising Rubensstraat / Bisschopsweg / Vermeerstraat
43
Uitgangspunt / Visie: De bebouwing zo plaatsen dat ze onderdeel wordt van de parkopzet door: • een zo groot mogelijke afstand tot de Heiligenbergerbeek te houden en het tussenliggende gebied te voorzien van boombeplanting.
Afstand tot Heiligenbergerbeek
•
•
44
groen langs de Bisschopsweg en de Rubensstraat, inclusief de monumentale Hongaarse Eik, te behouden en versterken door aanplant van boomgroepen. opheffen van parkeerplaatsen bij de Hongaarse eik
Afstand tot de Bisschopsweg en de Rubensstraat
Uitgangspunt / Visie: • Met de bebouwing aansluiten op de structuur van de omliggende wijk. • Twee gesloten bouwblokken waarbinnen de gymzaal en het clubgebouw van de schaatsvereniging is opgenomen.
Aansluiten op omliggende wijk
Uitgangspunt / Visie: • Bij handhaving van de gymzaal en het clubgebouw van de schaatsvereniging op de huidige plek is het wenselijk de uitstraling van het gebouw te verbeteren.
Gymlokaal inpassen / verbeteren uitstraling
45
Model 1 • • • • • •
46
Aansluiten bij de structuur van de omgeving. Relatie leggen met de pleinachtige ruimte voor het schoolgebouw. Integratie van de sporthal in het bouwblok. Auto’s parkeren onder een dek binnen het bouwblok. Ontsluiting vanaf de Bisschopsweg. Circa 50 woningen en 18 appartementen of 57 woningen.
Inrichtingsschets model 1
Model 2 • • • • • •
Aansluiten bij de structuur van de omgeving. Groenstrook aan de Bisschopsweg inzetten als introductie van Park Randenbroek. Integratie van de sporthal in het bouwblok. Auto’s parkeren onder een dek binnen het bouwblok. Ontsluiting vanaf de Bisschopsweg. Circa 50 woningen.
Inrichtingsschets model 2
47
Parkeeroplossing binnen de bouwblokken
Mogelijke auto ontsluiting: 1. vanaf Bisschopsweg
48
Doorsnede van de parkeeroplossing binnen het bouwblok
2. vanaf Rubensstraat
Parkeren • • • •
Parkeren binnen de gesloten bouwblokken oplossen, onder een dek of onder opgehoogde tuinen. Door het parkeren halfverdiept uit te voeren kan dit een speciale woningdoorsnede opleveren met een extra hoge woonruimte. Het binnengebied inrichten met bomen. Bezoekersparkeren (incl. gymlokaal) langs wegen, met name langs Bisschopsweg.
Woondek
Parkeren onder een dek
bestaand
model 1
model 2
totaal oppervlak (m2)
23800
23800
23800
bebouwd (m2)
6240
5200
5400
verhard openbaar gebied (m2)
6050
2000
1700
0
3300
4250
11510
13300
12450
verhard binnengebied (m2) groen (m2)
Vergelijking van het ruimtegebruik van de huidige situatie met beide studiemodellen
49
Park Randenbroek Ringweg Randenbroek
bestaand woonhuis
Heiligenbergerweg
Heiligenbergerbeek
bestaand woonhuis met schuur
Vosheuvel
Ziekenhuislocatie
50
De gele vlek geeft het gebied aan waarbinnen bebouwing mogelijk is
7.2 Ziekenhuislocatie In het midden van het plangebied Randenbroek, aan de oostzijde van de Heiligenbergerbeek bevindt zich momenteel het Elisabeth ziekenhuis. Naar aanleiding van de toekomstige verplaatsing van dit ziekenhuis zijn enkele stedenbouwkundige studiemodellen gemaakt. Om de verplaatsing van het ziekenhuis budgettair neutraal uit te voeren moeten er circa 300 appartementen gerealiseerd worden.
Het ziekenhuis vanaf de Heiligenbergerbeek
Het Elisabeth Ziekenhuis
Het ziekenhuis vanaf de Heiligenbergerweg
51
Uitgangspunt / Visie: • Brede parkzone langs de beek (80- 180 meter breed) met parkstroken naar de Heiligenbergerweg (ca. 50 meter breed) • Duidelijk zichtbaar en openbaar toegankelijk park vanaf de Heiligenbergerweg. • Parkstroken lopen door tot aan de weg.
Uitgangspunt / Visie: • Bebouwingsstroken opgenomen in het groen, i.p.v. bebouwing met groen daartussen. • In samenhang met de nagestreefde breedte van de parkzones zijn maximaal vijf bebouwingsstroken mogelijk, eventueel aan te vullen met een solitair element nabij de Vosheuvel.
52
ot
5t ag 8l en ,e vt. ce
ac nt
Uitgangspunt / Visie: • Te lange stroken worden massaal. • Stroken knippen en daarbij kijken naar de korrelgrootte van de omgeving. • Stroken verdraaien levert een meer informeel beeld op. • Koppen aan de Heiligenbergerweg. • Hoogte aan de beekzijde 4 lagen. • Hoogte aan de Heiligenbergerwegzijde 5 tot 8 lagen. • Plaatselijk een hoger accent mogelijk.
4 lag en
Uitgangspunt / Visie: • Koppen plaatselijk terugleggen levert een minder zwaar beeld op aan de Heiligenbergerweg.
53
A B
7L 4L
6L 4L
8L 5L
10L
6L
4L
A’
6L 4L B’
54
Inrichtingsschets model 1
8L
Model 1 • •
Het programma is ondergebracht in 5 stroken. Bebouwing aan de beekzijde 4 lagen (één uitzondering van 5 lagen), aan de wegzijde meer massa, 6 tot 10 lagen.
Doorsnede AA’: Heiligenbergerwegzijde
Doorsnede BB’: Beekzijde
Vogelvlucht bebouwingsvoorstel
55
A
7L
B
4L
5L 4L
6L
4L
4L 5L
4L
8L
5L 4L
A’
12L B’
56
Inrichtingsschets model 2
Model 2 • • • • •
Het programma is ondergebracht in 5 stroken en een losstaand hoogteaccent. Bebouwing aan de beekzijde 4 lagen, aan de wegzijde variërend van 4 tot 8 lagen. Om de massa van de stroken te verkleinen wordt een hoogteaccent geïntroduceerd. Hoogteaccent ligt in een kom tegen de bestaande bebossing van de Vosheuvel. Grote afstanden tussen de bouwblokken.
Doorsnede AA’: Heiligenbergerwegzijde
Doorsnede BB’: Beekzijde
Vogelvlucht bebouwingsvoorstel
57
Beperken van het aantal ontsluitingen langs de Heiligenbergerweg en nieuwe ontsluiting voor scholencomplex de Vosheuvel
Gekoppelde parkeergarages onder de bebouwing.
58
Doorsnede van een bouwblok met parkeergarage gebruik makend van geaccidenteerd terrein.
Parkeren / Ontsluiting • • • •
Parkeren onder de gebouwen oplossen. Gebruik maken van nieuw aan te leggen hoogteverschillen om parkeren ondergronds op te lossen. Aantal ontsluitingen langs de Heiligenbergerweg beperken door parkeergarages te koppelen. Ontsluiting van het hoogteaccent van model 2 kan worden gecombineerd met een ontsluiting van het scholencomplex de Vosheuvel, zodat bestaande ontsluitingsproblemen daar ook opgelost kunnen worden.
Typologiën • • •
Het realiseren van diverse typologiën is wenselijk: Toepassen van diverse soorten appartementen. Mengen van grondgebonden woningen met appartementen binnen één volume.
bestaand
model 1
model 2
totaal oppervlak (m2)
80.700
80.700
80.700
bebouwd (m2)
15.900
6.500
7.200
verhard gebied (m2)
17.000 (privé)
4.900 (openbaar)
4.900 (openbaar)
groen (m2)
47.800 (privé)
69.300 (openbaar)
68.600 (openbaar)
Vergelijking van het ruimtegebruik van de huidige situatie met de beide studiemodellen.
59
60
Stedenbouwkundige voorkeursmodellen in structuurvisie Randenbroek en omgeving
8
Financiële haalbaarheid
De structuurvisie biedt een kader op hoofdlijnen voor de ontwikkelingen die de komende jaren kunnen worden uitgewerkt en in gang gezet. Dit kader is nog op een zodanig abstractieniveau dat de financiële haalbaarheid van de visie nog niet is uitgewerkt. In de visie zijn veel ambities geformuleerd waar omvangrijke investeringen mee gepaard gaan. Voor een deel zijn dit investeringen waarvoor nog dekking moet worden gezocht. Mogelijke dekking kan wellicht gevonden worden door middel van subsidie. Een eerste indicatie van de kosten en opbrengsten leidt tot een totale investering van ruim 10 miljoen euro, waarvan voor circa 2 miljoen op dit moment dekking is voorzien. Verdeeld over de deelgebieden is het beeld onderstaand: Locatie sportfondsenbad Locatie Elisabeth Huidige infrastructuur Heiligenbergerbeek Park Randenbroek Vosheuvel Sportvelden/westoever Plankosten Totaal
9
budgetneutraal budgetneutraal 0,8 mio 2,5 mio 2,6 mio 0,8 mio 3,2 mio 0.5 mio 10,4 mio
Planning
De structuurvisie heeft een horizon van 15- 20 jaar. Per deelgebied is een nadere uitwerking en concretisering nodig. Globaal kan voor de deelgebieden de volgende fasering worden gegeven: • De beide woningbouwlocaties Elisabeth en Sportfondsenbad tussen 2010 en 2015 • Park Randenbroek en de Vosheuvel 2006 - 2010 • Sportvelden en westoever beek 2006 - 2015 Het streven is de aanpak zo snel mogelijk ter hand te nemen. Bovenstaande fasering is echter wel sterk afhankelijk van het vinden van voldoende dekkingsmogelijkheden.
10 Communicatie
“Het ontwikkelen van het gebied tot een beekdal, waarin natuur en cultuur elkaar ontmoeten en dat functioneert als een gevarieerd recreatief groengebied voor de gehele stad.” Met deze doelstelling en deze omvangrijke doelgroep is de inzet van een mediamix onontbeerlijk. De communicatiemiddelen moeten zo laagdrempelig van aard zijn. Daarom is gekozen voor onder andere de website en een Stadsbericht Extra. Hieronder worden de middelen uiteengezet. Informatiebijeenkomst In het gebied van de structuurvisie Park Randenbroek e.o zijn veel belanghebbenden actief, bijvoorbeeld enkele sportverenigingen, bewoners en huurders in het gebied en belangenverenigingen. De vertegenwoordiger van deze belanghebbenden hebben op 17 januari 2006 tijdens een informatiebijeenkomst kennis kunnen nemen van de visie. Tijdens deze bijeenkomst is de structuurvisie gepresenteerd en hebben de belanghebbenden vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Het verslag van deze avond is opgenomen in de bijlage. Pers Op dinsdag 7 februari, na de behandeling in het college van B&W is de structuurvisie Park Randenbroek en omgeving openbaar. Tijdens het persgesprek, direct na de collegevergadering, wordt de structuurvisie toegelicht door de landschapsarchitect en/of de stedenbouwkundige. Na afloop van het persgesprek ontvangen de journalisten de structuurvisie en een persbericht. Voor geïnteresseerde pers wordt een wandeling georganiseerd. Inspraak Na de behandeling door de raad in De Ronde start de inspraak van de structuurvisie Park Randenbroek en omgeving. Inwoners van Amersfoort ontvangen een uitnodiging voor een inspraakbijeenkomst in de vorm van een Stadsbericht Extra en/of artikel in Stadsberichten. In het Stadsbericht en het Stadsbericht Extra staat een verwijzing naar de website voor meer informatie. Op de website is ook een mogelijkheid inspraakreacties te mailen naar de projectleider. De media ontvangen voor de inspraakbijeenkomst een persbericht en de Stadsbericht Extra. Ook in de reguliere Stadsberichten verschijnen diverse artikelen over de structuurvisie en het inspraaktraject.
De doelstelling van de structuurvisie Park Randenbroek en omgeving is:
Totaal oppervlakte plangebied
750.000 m2 (75,0 ha)
Extra openbaar toegankelijk groen
105.000 m2 (10,5 ha)
Afname bebouwing
9.990 m2 (1,0 ha)
Afname verharding
15.500 m2 (1,55 ha)
Oppervlakte gegevens Structuurvisie Randenbroek en omgeving
61
Raadsinformatiebrief nr 8 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : P. Strengers
Reg.nr. Datum
: 1949432 : 10-01-06
Titel Herontwikkeling vrijkomende ziekenhuislocaties en Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving.
Kennisnemen van De stand van zaken van de planontwikkeling voor de herontwikkeling van de vrijkomende ziekenhuislocaties de Lichtenberg en Elisabeth en de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving.
Aanleiding Op 5 april ’05 is de modellenstudie ziekenhuislocaties door u behandeld. Besloten is toen om de structuurvisie Park Randenbroek e.o. en een derde model voor de locatie Elisabeth gezamenlijk en in onderlinge samenhang verder uit te werken en het eindresultaat – een integrale structuurvisie voor het gehele gebied – aan de Raad voor te leggen (eind 2005 / begin 2006). Voor de locatie de Lichtenberg is besloten om bij de verdere uitwerking het door de bewoners ontwikkelde model als uitgangspunt te nemen en de bewonersgroep De Lichtenberg actief te betrekken en te laten participeren in de verdere uitwerking.
Kernboodschap Ten einde een totaalvisie op park Randenbroek, het beekdal en de locaties Elisabeth en Sportfondsenbad te ontwikkelen hebben de externe bureaus Van Empelen Van Aalderen (landschapsarchitect) en Khandekar (stedenbouwkundige), de laatste maanden hard gewerkt aan een concept visie dat het ambitieniveau, de uitgangspunten en de randvoorwaarden voor de ontwikkeling in en om het gebied weergeeft. Voordat de concept visie wordt besproken in de Ronde wordt het wenselijk gevonden om de meningen te peilen van de diverse betrokken partijen (gebruikers en belangengroepen). Dit zal plaats vinden in januari 2006. Voor de locatie de Lichtenberg is in zeer nauw overleg met de bewonersgroep De Lichtenberg en het bureau AMER het bewonersmodel geoptimaliseerd en uitgewerkt tot een stedenbouwkundig schetsontwerp. Daarnaast worden de gezamenlijke uitgangspunten en de gemeentelijke randvoorwaarden verwerkt in een concept Gemeentelijk Programma van Eisen. Medio januari 2006 zal de afronding van deze werkzaamheden plaatsvinden. Gezien de nauwe financiële samenhang tussen beide locaties is het de bedoeling om beide studies tegelijkertijd in de Ronde te behandelen. Het streven is om in de loop van februari 2006 zowel de concept Structuurvisie Park Randenbroek e.o (inclusief de locaties Elisabeth en Sportfondsenbad) als het schetsontwerp & het concept Gemeentelijk Programma van Eisen Lichtenberg in de Ronde te bespreken.
Consequenties Het actief betrekken van de bewonersgroep De Lichtenberg heeft als belangrijkste meerwaarde het creëren van draagvlak onder de omwonenden, maar betekent wel een intensiever en langduriger proces dan voorzien. Het informeren van de direct belanghebbenden bij de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. voor de formele inspraak en voor de Ronde maakt dat belanghebbenden kennis hebben kunnen nemen van het concept plan en suggesties kunnen doen voordat bestuurlijke behandeling plaatsvindt. RIB nr 8, ziekenhuislocatie
Betrokken partijen In het gebied van de structuurvisie Park Randenbroek e.o zijn een diversiteit aan belanghebbenden actief. Het gaat hierbij onder andere om enkele sportverenigingen, bewoners en huurders in het gebied en belangenverenigingen. Het stedenbouwkundig schetsontwerp en het Programma van Eisen voor de Lichtenberg is ontwikkeld in nauwe samenwerking met de bewonersgroep De Lichtenberg en het stedenbouwkundig bureau AMER.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort,
de secretaris,
de burgemeester,
Dr. G. de Kleijn
A. van Vliet-Kuiper
RIB nr 8, ziekenhuislocatie
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder H. van Daalen
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 2295829 : 21 februari 2007 :
TITEL Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving: proces en participatie
BESLISPUNTEN 1. in te stemmen met het voorstel om in het plangebied alleen woningen te bouwen op de terreinen van het ziekenhuis en het sportfondsenbad; 2. in te stemmen met het procesvoorstel voor de Structuurvisie en het bijbehorende participatievoorstel; 3. in te stemmen met de inhoudelijke kaders van de Structuurvisie als uitgangspunt bij het participatieproces.
AANLEIDING In februari 2006 is de Structuurvisie ‘Een beekdal in de stad’ door het College van B&W vastgesteld met de intentie om met deze visie een breed inspraaktraject te starten. Om verschillende redenen is het afgelopen jaar niet tot behandeling van de visie in de Raad en daarmee het starten van het inspraaktraject gekomen. Deze redenen zijn onder andere: -
de politieke en maatschappelijke wens om het aantal woningen op de locatie Elisabeth nader te onderzoeken; de nog gaande zijnde zoektocht naar dekkingsmiddelen voor de maatregelen uit de visie; de behoefte om burgers en belanghebbenden al voor het starten van een formeel inspraaktraject te betrekken bij de visie; en de vragen (moties) van een aantal raadsfracties om andere woningbouwlocaties in het plangebied te onderzoeken.
Om deze redenen ligt nu een voorstel voor het vervolgtraject van de Structuurvisie Park Randenbroek. Dit voorstel gaat in op de woningbouwlocaties, het proces, de participatie en de inhoudelijke kaders voor de participatie.
1. VOORSTEL WONINGBOUWLOCATIES Tijdens Het Besluit op 17 oktober 2006 is een tweetal moties ingediend waarin wordt voorgesteld woningbouw op/langs de locatie van de sportvelden te realiseren ter compensatie van het aantal benodigde woningen in het kader van de budgetneutraliteit op de locaties Elisabeth en Sportfondsenbad. Het College stelt voor om niet af te wijken van de eerdere besluitvorming, namelijk alleen woningen te realiseren op de vastgestelde locaties Elisabeth en Sportfondsenbad, zodat het ‘rood’ in het plangebied geconcentreerd blijft op twee locaties.
ARGUMENTEN 1.1 Woningbouw op andere locatie doet afbreuk aan uitgangspunten Woningbouw op andere locaties dan de genoemde doet afbreuk aan de uitgangspunten van de Structuurvisie op het gebied van gebruik (zoals vergroting openbaarheid van het gebied, stimuleren functies op stadsniveau), visueel-ruimtelijk (terugdringen versnippering en versterken van samenhang) en natuur (landschappelijke verbinding en verbetering kwaliteit).
Inlichtingen bij:
mw. M. de Ruiter, SOB/EO, (033) 469 4703
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 2
1.2 Uitgangspunt is behoud van alle verenigingen en functies in het gebied Uitgangspunt van het College is behoud van alle vitale verenigingen en functies in het plangebied, omdat deze functies op de huidige locaties belangrijk zijn voor zowel de omliggende wijken als de gehele stad. Woningbouw op de sportvelden heeft als consequentie dat (een aantal) sportverenigingen uit het gebied moet worden geplaatst en dit is niet wenselijk.
1.3 Woningbouw op een andere locatie is slechts een beperkt alternatief Een alternatief plan met woningbouw op of aan de rand van de sportvelden is geen volwaardig alternatief voor woningbouw qua aantallen en opbrengsten vergeleken met bijvoorbeeld de Elisabeth locatie. Er is dan een aantal woningen minder mogelijk op de locatie Elisabeth (in een globale schatting gaat het dan om circa 50 tot maximaal 100 woningen minder).
1.4 Woningbouw op een andere locatie vraagt om een nieuwe studie van de Structuurvisie Het op andere locaties in het plangebied woningen realiseren dan de ziekenhuis- en zwembadlocatie heeft zo’n invloed op de uitgangspunten van de voorliggende Structuurvisie Park Randenbroek (voor kaders zie punt 3 van dit raadsvoorstel) en omgeving dat het College dan de totale Structuurvisie vanaf de basisuitgangspunten opnieuw in studie moet nemen en op basis van de huidige Structuurvisie geen participatietraject kan starten.
BEOOGD EFFECT Woningbouw op de twee vastgestelde locaties Elisabeth en Sportfondsenbad betekent dat het ‘rood’ in het plangebied blijft geconcentreerd op deze locaties en er geen functies uit het gebied hoeven te verdwijnen met uitzondering van het ziekenhuis en het zwembad.
2. VOORSTEL PROCES EN PARTICIPATIE De Structuurvisie ‘Een beekdal in de stad’ van 7 februari 2006 is een parapluplan waarin de ambitie voor de ruimtelijk functionele invulling voor het totale plangebied Park Randenbroek en omgeving (75 hectare) in woord en beeld is omschreven. Binnen deze totaalvisie zijn per deelgebied inrichtings-/ invullingsvoorstellen gedaan. Het College stelt voor om met de Structuurvisie van februari 2006 als kader een participatietraject te starten dat als hoofddoelstellingen heeft: -
vormgeven van het gebied Park Randenbroek en omgeving in overleg met belanghebbenden op zowel gebieds- als stadsniveau op basis van vastgestelde kaders; meer maatschappelijke en politieke inbreng in de totaalvisie en de voorstellen per deelgebied en het optimaliseren van het plan; vragen en reacties van belanghebbenden te toetsen aan de doelstellingen en vastgestelde kaders en beargumenteerd te beantwoorden; de Structuurvisie voorzien van de reacties, de antwoorden en de consequenties op de geopperde suggesties aanbieden aan de Raad.
Resultaat Resultaat van de participatie is de (aangepaste) Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving inclusief een uitwerking per deelgebied op basis waarvan concrete ontwikkelplannen en/of bestemmingsplannen kunnen worden vervaardigd. Participatiemodel Het College verwacht dat participatie tot een optimaal plan leidt, omdat tijdens de planvorming belanghebbenden worden geraadpleegd over hun wensen, waarden en ideeën. Amersfoort onderscheidt drie participatiemodellen: -
inspraakmodel: gemeente bepaalt beleid, communicatie in de vorm van voorlichting en inspraak; consultatiemodel: gemeente ontwikkelt samen met belanghebbenden beleid, gemeente is uiteindelijke beslisser; coproductiemodel: samenwerking op basis van gelijkwaardigheid tussen gemeente en betrokkenen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 3
Het College stelt voor om het consultatiemodel te hanteren bij de participatie over de Structuurvisie, het model dat uitgaat van het samen met belanghebbenden vormgeven van beleid. Dit model past goed bij het project Structuurvisie Park Randenbroek, omdat er in de afgelopen jaren al veel is gesproken en besloten over het gebied en de belangrijkste kaders voor het plangebied helder zijn. Het managen van verwachtingen is bij consultatie cruciaal. Verwachtingen van omwonenden, gebruikers, belangenorganisaties etc. Om die verwachtingen scherp en reëel te houden worden duidelijke kaders gesteld waarbinnen de consultatie plaatsvindt. Dit zijn zowel inhoudelijke als procesmatige kaders (tijd, geld, organisatie) die in voorstel 3 van dit raadsvoorstel aan de orde komen. Processtappen Het consultatie- en vervolgproces van de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving is in stappen en tijd als volgt te duiden: 1. 2. 3. 4. 5.
Opstellen procesvoorstel, consultatiemodel en kaders Vaststellen procesvoorstel, consultatiemodel en kaders door Raad Consultatietraject Opstellen consultatienota en voorstel Structuurvisie Behandeling voorstel Structuurvisie in College en Raad
dec 06 – febr 07 mrt 07 apr – jun 07 jul – aug 07 sept - okt 07
Op basis van het verloop en de resultaten van het consultatietraject kan de vervolgstrategie rond het proces Structuurvisie nader worden bepaald. Gelijktijdig aan het consultatietraject zal de zoektocht naar dekkingsmiddelen voor de voorgestelde maatregelen uit de Structuurvisie en het zoeken naar mogelijkheden om het aantal woningen op het Elisabethterrein te verminderen voort gaan. Dit zal ook een thema zijn wat tijdens de consultatie met belanghebbenden aan de orde komt met als doel gezamenlijk creatieve oplossingen te vinden. Werkwijze consultatie De wijze waarop het consultatietraject concreet vorm krijgt wordt uitgewerkt in een consultatieplan. Belangrijk aandachtspunt in het consultatieproces rond de Structuurvisie zijn de twee soorten belangen die in dit proces spelen, namelijk het stedelijk belang en de wijkbelangen. Hier moet met de verschillende in te stellen consultatiegroepen rekening mee worden gehouden. In de hieronder omschreven werkwijze op hoofdlijnen komt dit aan de orde: 1. Na de vaststelling van het voorstel en de kaders door de Raad wordt een bijeenkomst georganiseerd met een aantal belangenvertegenwoordigers op stedelijk niveau1 waarin de kaders en het consultatietraject worden toegelicht. Doel van deze bijeenkomst is tweeledig: - toelichting op stedelijk niveau van het doel van de structuurvisie, de uitgangspunten, de consultatie en de rol en positie van stedelijke belangenvertegenwoordigers in het proces; - peilen van meningen over de vastgestelde inhoudelijke kaders van de Structuurvisie. 2. Vervolgens wordt een breed toegankelijke bijeenkomst georganiseerd over de Structuurvisie voor alle betrokkenen en belanghebbenden (uitnodiging via de Stadsberichten, omwonenden huis-aan-huis). Tijdens deze bijeenkomst wordt de Structuurvisie inhoudelijk toegelicht en wordt het consultatietraject uitgelegd. Alle aanwezigen kunnen hun reactie tijdens deze bijeenkomst schriftelijk inleveren. Daarnaast wordt per deelgebied een consultatiegroep2 ingesteld met circa 10 deelnemers. Potentiële deelnemers kunnen zich daar tijdens de algemene bijeenkomst voor aanmelden. Voorgesteld wordt om de definitieve samenstelling van deze groepen zoveel mogelijk door de aangemelden zelf te laten organiseren onder de genoemde randvoorwaarden (aantal deelnemers naar achtergrond). 3. Per deelgebied komen de consultatiegroepen twee á drie maal bijeen. In de eerste bijeenkomst is er een toelichting op de kaders en het invullingsvoorstel voor het betreffende deelgebied door de landschapsarchitect of stedenbouwkundige. De consultatiegroep kan tijdens deze bijeenkomst haar eerste reactie geven waarop de gemeentelijke vertegenwoordigers voor zover mogelijk al kort 1
Te denken is aan belangenorganisaties als SGLA, Stichting Heiligenbergerbeekdal, Koepel sportver. etc. De participatiegroepen per deelgebied bestaan uit circa 3 vertegenwoordigers van omwonenden en bewoners, circa 3 vertegenwoordigers van verenigingen of gebruikers in het gebied en circa 3 vertegenwoordigers vanuit stedelijke belangenorganisaties. 2
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 4
antwoorden en/of consequenties kunnen aangeven. Met de informatie die tijdens de eerste bijeenkomst op tafel komt kunnen zowel de gemeentelijke vertegenwoordigers als de consultatiegroep terug naar hun achterban. 4. Tijdens de tweede bijeenkomst legt de gemeente haar toelichting/beantwoording op de reacties en de mogelijke consequenties van de voorstellen voor aan de consultatiegroep. Dan kan worden bepaald of het besprokene tijdens de eerste bijeenkomst goed is geïnterpreteerd en/of leidt tot extra vragen of vervolgacties. 5. De uiteindelijke reacties van de consultatiegroepen en ambtelijke antwoorden worden gebundeld in een rapportage, die wordt teruggekoppeld in een plenaire bijeenkomst aan alle consultatiegroepen. 6. Deze rapportage (consultatienota) wordt samen met de Structuurvisie aangeboden aan de Raad. Professionele partners Partners in het Structuurvisieproces, zoals de provincie Utrecht, het Utrechts Landschap, het Waterschap en de gemeente Leusden, hebben een bijzondere positie in het consultatietraject. Het gebied Park Randenbroek en omgeving staat niet op zichzelf en is ook niet voor niets pilotproject in de proeftuin Groenblauwe Structuur die de gemeente Amersfoort samen met de Provincie Utrecht is gestart. De ambities en maatregelen voor het gebied dienen in nauwe samenhang met ontwikkelingen in de regio te worden bezien. Inhoudelijk vindt hierover regelmatig op ambtelijk en bestuurlijk niveau afstemming plaats. De inhoudelijke kaders van de Structuurvisie sluiten aan bij de visie van onze professionele partners. Daarom vindt het College hun aanwezigheid tijdens de plenaire consultatiebijeenkomsten van groot belang. Zij kunnen dan het eigen beleid en de inpassing van de Structuurvisie direct aan belanghebbenden toelichten.
ARGUMENTEN 1.1 Samenspraak met belanghebbenden creëert draagvlak Het in samenspraak met belanghebbenden tot plannen komen creëert draagvlak op zowel stedelijk als regionaal niveau en leidt tot een betere en samenhangende visie op het gebied.
1.2 Creatief meedenken over financiële bijdragen leidt tot meerwaarde Naast een inhoudelijke bijdrage is het creatief meedenken over financieringsmogelijkheden en ook het feitelijk financieel bijdragen aan de realisatie van de visie een meerwaarde.
KANTTEKENINGEN 1.1 Een consultatietraject kost tijd en geld Een intensief consultatietraject zoals hiervoor voorgesteld brengt een aanzienlijke investering qua tijd en geld met zich mee.
BEOOGD EFFECT Het meenemen van de wensen, waarden en ideeën van belanghebbenden in de visievorming voor het gebied Park Randenbroek en omgeving leidt tot een en zo optimaal mogelijk plan.
3. VOORSTEL INHOUDELIJKE KADERS PARTICIPATIE Voor het participatietraject rond de Structuurvisie en de diverse deelgebieden is de Structuurvisie van februari 2006 richtinggevend. Vanuit deze visie en eerdere besluitvorming over deelaspecten stelt het College de volgende inhoudelijke kaders voor het participatietraject voor. Deze kaders worden vastgesteld door de Raad en zijn daarmee uitgangspunt voor het gesprek met burgers en belanghebbenden. De uitgangspunten staan niet ter discussie tijdens de participatiebijeenkomsten! Algemene kaders Uitgangspunt voor het participatietraject is de centrale doelstelling ‘Ontwikkeling van het gebied tot een beekdal, waarin natuur en cultuur elkaar ontmoeten, de aspecten sport, recreatie, milieu (ecologie en landschap), beheer (water en groen), economische ontwikkeling, wonen en verkeer aandacht krijgen en dat functioneert als een gevarieerd recreatief groengebied voor heel Amersfoort’.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 5
Vastgestelde bestuurlijke kaders Juni 2000 Maart 2001 Februari 2002 Najaar 2002 Maart 2004 September 2004
Februari 2005
April 2005 Juni 2005 Zomer 2005 November 2005 Februari 2006 Februari 2006
Besluit gemeenteraad Startnotitie Park Randenbroek en omgeving Breed inspraaktraject Aangepaste structuurvisie met reactie aan raadscommissie voorgelegd (niet vastgesteld) College stelt stappenplan vast voor (financiële) strategie: Metgensbleek aangekocht met ISV subsidie Besluit gemeenteraad Groen-blauwe structuur Besluit gemeenteraad aankoop Maatweg en verwerving ziekenhuislocaties Elisabeth, Lichtenberg en Kop van Schothorst. Uitgangspunt is budgetneutrale ontwikkeling drie locaties gezamenlijk, discussie Elisabeth 400 appartementen. Presentatie modellen Khandekar ziekenhuislocaties Twee modellen Elisabeth: 252 appartementen of 182 appartementen en 43 grondgebonden woningen. Besluit gemeenteraad: bewonersmodel Lichtenberg + derde model Elisabeth Besluit gemeenteraad verplaatsing sportfondsenbad: ontwikkeling dekt minimaal sloop- en saneringskosten. Opdracht gemeenteraad: opstellen Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving in nauwe samenhang met de locaties Elisabeth en sportfondsenbad. Besluit gemeenteraad: deel boekwaarde sportfondsenbad op locatie dekken ten gunste van kunstijsbaan Vathorst. Besluit College Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving inclusief locatie Elisabeth 300 appartementen en sportfondsenbad circa 60 woningen. Besluit gemeenteraad: motie verkeersveiligheid Vosheuvel, project met prioriteit opstarten
Kaders per thema Gebruik • Betere toegankelijkheid en betere verblijfsmogelijkheden van het gebied. • Groter openbaar toegankelijk gebied • Functies die voor bewoners uit de hele stad aantrekkelijk zijn stimuleren en optimaliseren. Visueel-ruimtelijk • Ruimtelijke samenhang door toepassen van eenduidig groen (beplanting, bomen) en door het terugdringen van verstening, doorsnijding en versnippering. • Meer ruimte en betekenis voor de beek en het beekdal. • Beter zichtbaar en herkenbaar maken van functies als natuur, cultuur, sport, recreatie, etc. Natuur • Behoud en versterken actuele waarden droge landnatuur (bos, bomen) en verbinding van de landgoedbossen • Ontwikkeling van de natte landnatuur (broekbos, beekdalgrasland). • Betere kwaliteit waternatuur. • Functie als ecologische verbindingszone voor zowel land- als waternatuur versterken. Cultuur • Cultuurhistorische kwaliteiten versterken en de culturele betekenis van met name Park Randenbroek en het beekdal. • Informatie en educatie als middel om het gebied onder de aandacht brengen (bijvoorbeeld cultuurkalender) Financieel • Geschatte benodigde investering voor de voorgestelde maatregelen (€ 10,4 mio) is uitgangspunt. • Vanuit de locatie Driehoek wordt een bijdrage verwacht van circa € 2 mio, deze bijdrage is inzetbaar voor de maatregelen in het plangebied na aftrek van de gemaakte plankosten en de nog te maken uitvoeringskosten. • De locatie Elisabeth wordt budgetneutraal herontwikkeld in navolging van de genomen Raadsbesluiten hierover.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 6
•
•
De herontwikkeling van de locatie Sportfondsenbad dekt minimaal de kosten voor sloop en sanering van het zwembad en er wordt gestreefd naar een positief resultaat dat kan worden ingezet ten gunste van het plangebied Park Randenbroek en omgeving. Bij de planinvulling zijn beheerkosten op basisniveau zijn uitgangspunt.
Kaders per deelgebied Tijdens de bijeenkomsten met de consultatiegroepen worden de invullingsvoorstellen per deelgebied en de vastgestelde kaders toegelicht. Deze kaders zijn: Heiligenbergerbeek • Heiligenbergerbeek als drager (beeld, cultuur, recreatie en ecologie). • Combinatie van gedeeltelijke omvorming oevers en realisatie van geïsoleerde beekarmen • Beekloop blijft bevaarbaar voor boten Waterlijn en scouting tot de afmeerplek ten zuiden van de stuw. • Stuw blijft gehandhaafd en ten westen van de stuw wordt een vistrap aangelegd om de ecologische isolatie van de beekloop op te heffen. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. St. Waterlijn, St. Beekdal, Waterschap, Utrechts Landschap. Park Randenbroek • Terugbrengen en opwaarderen van oorspronkelijke stijlkenmerken. • Herbestemming van de Villa Randenbroek binnen de hiervoor bestuurlijk vast te leggen kaders in een afzonderlijke bestuursopdracht (maart 2007). • Verjonging en plekgewijze aanpassing van de ruimtelijke opzet van het bomenbestaand op basis van het oorspronkelijke parkontwerp van Van Lunteren. • Opschonen van het padenstelsel, verbeteren van tracering en de beloopbaarheid en de aanleg van een doorgaande route die het park met het overige plangebied verbindt. • Zichtbaar maken van het doorgaande stelsel van waterlopen • Verwijderen van parkelementen die niet in de oorspronkelijke opzet passen. • Nieuwe toegang. • Inrichten Metgensbleek in samenhang met het park. • Opstellen van een beheerplan. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. Ver. Vr. van het Randenbroekerbos, St. Het beekdal, omwonenden, Utrechts Landschap, bewoners en gebruikers van het park. De Vosheuvel • Het door het College en Raad vastgestelde inrichtingsmodel wordt als uitgangpunt gehanteerd bij de verdere planvorming. • Aandacht besteden aan de gebouwencomplexen/functies in het gebied. • Tot stand brengen van een oost-west en noord-zuid verbinding door het gebied (langzaam verkeer). • Opschonen bomenbestand. • Verbinding Vosheuvel – Park Randenbroek. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. Scholencomplex De Vosheuvel, Kinderboerderij, Scouting, bewoners. IJsbaanterrein • Verbeteren/versterken van de multifunctionele recreatieve functie door inrichting geschikt te maken voor skeelerbaan, ijsbaan, evenementenrecreatie. • Versterken groene karakter. • Aandacht voor parkeerdruk en beheerafspraken.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 7
•
Skeelerbaan op ijsbaanterrein èn Vathorst volgens onderstaand beslismodel. skeelerbaan
nee
ja
2
1
ijsbaanterrein en Vathorst
Vathorst
ijsbaanterrein Collegestandpunt is in groen weergegeven
•
Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. BIJT, omwonenden, AIJV.
Sportvelden / volkstuinvereniging • Behoud op een vitale wijze van alle aanwezige verenigingen. • Ruimte creëren voor de beek en het openbaar gebied. • Gebied qua beleving meer betrekken bij het park. • Aandacht voor sociale veiligheid en de parkeerdruk. • Tijdelijk veld VV VOP openbare groenfunctie. • Drie kunstgrasvelden. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. sportverenigingen, omwonenden, volkstuinvereniging. Zwembadlocatie • Het slopen en verwijderen van het zwembad te vervangen door woningbouw. • Herontwikkeling dient minimaal de kosten van sloop en sanering te compenseren, eventuele meeropbrengsten komen ten goede aan het gebied Park Randenbroek. • Voorlopig uitgangspunt in de Structuurvisie was circa 50 tot 60 woningen (middelduur), invullingsvarianten en variatie in programma in aantal (bijvoorbeeld 40 – 80) en prijscategorie zijn mogelijk mits deze passen binnen de financiële randvoorwaarden. • Aandacht voor het monumentale bomenbestand. • De woningbouw opnemen in een parkachtige structuur. • Ruimte voor de beek. • Bewonersparkeren onder de bebouwing. • Functie van de gymzaal blijft gehandhaafd, eventuele vervanging van de gymzaal mag niet tot extra kosten leiden. • Kleine verharde sportveld dient terug te komen. • Verplaatsing Dahliavereniging onderzoeken. • Mogelijkheden voor de functie woonzorg in dit gebied onderzoeken. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. omwonenden, Dahliavereniging. Elisabethlocatie • Appartementen. • Budgetneutrale ontwikkeling van de drie ziekenhuislocaties. Voor de Elisabethlocatie betekent dit maximaal 300 koopappartementen (middelduur en duur). Invullingsvarianten en variatie in programma is wel mogelijk, maar heeft ook effect op het aantal en moet passen binnen de financiële randvoorwaarden. • Stedenbouwkundig modellen dienen faseerbaar te zijn (d.w.z. in verschillende fases gerealiseerd). • Terugbrengen reliëf. • Bewonersparkeren onder de bebouwing. • Het aantal ontsluitingen op de Heiligenbergerweg beperken. • Oost-west verkaveling. • Mogelijke deelnemers consultatiegroep: o.a. o.a. omwonenden, St. Beekdal.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 8
BEOOGD EFFECT Door de inhoudelijke kaders vast te stellen is er helderheid tijdens het consultatieproces over de basisuitgangspunten voor de gemeente Amersfoort bij de (her)ontwikkeling van het gebied Park Randenbroek en omgeving.
COMMUNICATIE Communicatiehistorie In het traject van het opstellen van de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving zijn verschillende communicatiemiddelen ingezet. Hierbij een korte samenvatting over het jaar 2006, deze communicatieacties zijn ingezet door het vorige college om de inspraak te laten starten: Informatiebijeenkomst In het gebied van de structuurvisie Park Randenbroek e.o zijn veel belanghebbenden actief, bijvoorbeeld enkele sportverenigingen, bewoners en huurders in het gebied en belangenverenigingen. Voordat de structuurvisie in het college werd behandeld, hechtte het college er aan om omwonenden en betrokken instanties te peilen naar hun mening over de structuurvisie. Daarom is op 17 januari 2006 een besloten informatiebijeenkomst gehouden. Tijdens deze bijeenkomst is de structuurvisie gepresenteerd en hebben de belanghebbenden vragen gesteld en opmerkingen gemaakt. Na behandeling in het college op 7 februari 2006 is de structuurvisie openbaar geworden. Persgesprek Na de behandeling in het college heeft de aanwezige pers tijdens het wekelijkse persgesprek een toelichting gekregen op de structuurvisie, de stukken zijn uitgedeeld, samen met het persbericht. Persbericht Op 7 februari ‘06 is een persbericht verstuurd naar alle regionale media met daarin een korte samenvatting van de structuurvisie en omschrijving van het verdere proces. Website Vanaf woensdag 8 februari ’06 tot heden staat het dossier Park Randenbroek op de website van de gemeente Amersfoort, onder Actueel, Plannen & projecten. Ook kunnen mensen via de website reageren op de structuurvisie. De structuurvisie is echter nooit aangeboden aan de raad. Het Presidium heeft besloten om zo vlak voor de gemeenteraadsverkiezing de structuurvisie Park Randenbroek en omgeving niet te laten behandelen in de raad. De structuurvisie kreeg hierdoor wel een plek in het collegeprogramma. Om de genodigden van de besloten bijeenkomst op de hoogte te houden van de ontwikkelingen, zijn er drie brieven verstuurd. Brieven Na de informatiebijeenkomst van 17 januari ‘06 zijn de betrokkenen op de hoogte gehouden van de voortgang van het proces middels drie brieven, verstuurd op 31 januari, 22 mei en 15 augustus 2006. In deze laatste brief is ingegaan op procesvoorstel Structuurvisie Park Randenbroek dat in oktober 2006 op de agenda van de Raad stond. Publiciteit bij openbaarmaking Voorgesteld wordt om in het wekelijkse persgesprek de betrokken wethouder(s) een toelichting te laten geven op het besluit en het consultatieproces. Er wordt een persbericht verstuurd naar alle regionale media met een korte samenvatting van het vervolgproces. Daarnaast wordt voorgesteld alle belanghebbenden die waren uitgenodigd op 17 januari 2006 persoonlijk per brief te informeren over het proces. Communicatieplan In voorstel 3 van dit raadsvoorstel wordt uitgebreid ingegaan op het communicatietraject. Dit zal nader worden uitgewerkt in een concreet plan van aanpak, een planning en een raming van de kosten.
FINANCIËN De Raad is op een aparte besloten bijeenkomst op 27 juni 2006 geïnformeerd over de financiële paragraaf van de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving en de ziekenhuislocaties Elisabeth en Lichtenberg. De Raad is bekend met het tekort op de voorgestelde maatregelen in het kader van de Structuurvisie Park Randenbroek. Indien gewenst is het College uiteraard bereid een nadere toelichting te geven.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel pagina 9
NB. Momenteel is er nog een boekwaarde van de zwembaden tot een bedrag van 1,5 mio euro niet gedekt. Dit bedrag is niet opgenomen in de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. Wij zullen daar bij de bestemmingsvoorstellen bij de Jaarrekening 2006 of de Kadernota 2007 op terug komen.
VERVOLG Na het consultatietraject wordt de Structuurvisie voorzien van de reacties, de antwoorden en de consequenties op de geopperde suggesties aangeboden aan de Raad. Op basis van het verloop en de resultaten van het consultatietraject kan de vervolgstrategie rond het proces Structuurvisie worden bepaald. Dan kan worden ingeschat of de Structuurvisie als totaal nog een officieel inspraaktraject moet doorlopen of dat een prioritering en uitwerking per deelgebied direct gekoppeld aan eventueel benodigde bestemmingswijzigingen de voorkeur verdient. Ook kan dan worden bekeken op welke wijze (per deelgebied) het proces verder wordt georganiseerd. Zo kunnen ontwikkelende partijen bijvoorbeeld bij de locatie Sportfondsenbad worden betrokken en hun een rol worden gegeven in het vervolgproces met omwonenden/belanghebbenden. De verwachting is dat volgende stappen in het najaar van 2007 vervolg kunnen krijgen. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- geen
2295829Gemeente Amersfoort raadsbesluit
pagina 1
RAADSBESLUIT
Reg.nr.2295829
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 07 februari 2007, sector SOB/EO (nr.2295829); b e s l u i t: 1. in te stemmen met het voorstel om in het plangebied alleen woningen te bouwen op de terreinen van het ziekenhuis en het sportfondsenbad; 2. in te stemmen met het procesvoorstel voor de Structuurvisie en het bijbehorende participatievoorstel; 3. in te stemmen met de inhoudelijke kaders van de Structuurvisie als uitgangspunt bij het participatieproces.
Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
Reactienota Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving Samenvatting van de reacties en de antwoorden op de informatiebijeenkomst voor direct belanghebbenden van dinsdag 17 januari 2006
Inleiding Voorafgaand aan de besluitvorming in het College en voordat gestart wordt met het brede inspraaktraject is een besloten bijeenkomst georganiseerd voor de direct belanghebbenden uit het plangebied van de structuurvisie. Het gaat hierbij om bewoners in het gebied en organisaties, zoals de scouting, de sportverenigingen, het scholencomplex en de kinderboerderij. Daarnaast zijn ook belangenverenigingen uitgenodigd, zoals de Fietserbond, de SGLA, de Stichting Heiligenbergerbeekdal,BIJT en de Vereniging Vrienden van het Randenbroekerbos. Doel van de bijeenkomst was om de direct betrokkenen vooraf te informeren over de hernieuwde visie, eventuele vragen te beantwoorden en om hun reactie te peilen. De bijeenkomst is gehouden op 17 januari 2006 in Scholencomplex de Vosheuvel. Dagvoorzitter was Ingrid Elemans, hoofd wijkontwikkeling en verder niet betrokken bij het project. De opkomst was met 43 aanwezigen hoog. Na de opening door de dagvoorzitter gaf projectleider Michèle de Ruiter een inleiding over het gelopen proces en de door de gemeenteraad vastgestelde randvoorwaarden. Vervolgens gaf landschapsarchitect Roe1 van Aalderen een presentatie over de visie. Tijdens de pauze konden de aanwezigen vragen en opmerkingen opschrijven. Na de pauze zijn alle onderwerpen waar vragen over waren plenair behandeld. Hieronder staan alle gestelde vragen weergegeven met daarbij een beantwoording. Na afloop van de bijeenkomst zijn over de mail van enkele aanwezigen nog aanvullende vragen gesteld. De nagekomen vragen, die voor 24 januari 2006 zijn binnengekomen konden worden verwerkt in de reactienota. Tijdens de bijeenkomst werd waardering uitgesproken over de manier waarop de beek in de visie is ingepast. Wel werden er ook kritische vragen en kanttekeningen geplaatst. Met name de volgende onderwerpen speelden: Het bebouwen van met name het Elisabethterrein; Het gebruik van het ijsbaanterrein als skeelerbaan en evenemententerrein; Het opnemen van de Driehoek in de BinnenstedelijkeVernieuwing Amersfoort (BVA) De vanuit de gemeenteraad geformuleerde randvoorwaarden; De verkeersproblematiek rond de Vosheuvel;
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 2216346 Datum : Gemeenteraad : 10 oktober 2006 : Wethouder H. van Daalen, Wethouder J. Hekman, Wethouder R. Luchtenveld
TITEL Beantwoording vragen Structuurvisie Park Randenbroek e.o. door College na Ronde op 3 oktober 2006 en als voorbereiding op het Besluit op 17 oktober 2006.
KENNISNEMEN VAN -
-
de antwoorden op de gestelde vragen door de raadsleden tijdens de behandeling van de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving en de herontwikkeling van de locatie Elisabeth in de Ronde op 3 oktober 2006; het voornemen van het College om naar aanleiding van de behandeling in de Ronde geen formeel inspraaktraject te starten, maar voorafgaand daaraan een participatietraject op deelgebiedniveau met de Structuurvisie als uitgangspunt.
AANLEIDING Het College heeft de Raad een voorstel gedaan over het vervolgproces van de Structuurvisie Park Randenbroek e.o. en de herontwikkeling van de locatie Elisabeth. Tijdens de Ronde over de voorbereiding van de besluitvorming over het vervolgproces bleek er draagvlak voor het zetten van stappen in het proces Structuurvisie Park Randenbroek. Tegelijkertijd was er ook een aantal vragen over het voorstel voor de invulling van deze stappen. In de Ronde bleek er onvoldoende tijd te zijn voor de beantwoording van deze vragen door de betrokken wethouders. In deze memo licht het College haar voorstel nader toe naar aanleiding van de gestelde vragen.
KERNBOODSCHAP Het voorstel van het College is gericht op het op korte termijn vervolgstappen zetten in de visieontwikkeling van Park Randenbroek. Zij wil hierover in gesprek gaan met bewoners, belanghebbenden en partners. Een breed gedragen (maatschappelijk en politiek) en vastgestelde visie vergemakkelijkt de gesprekken met partners over mogelijke financiële bijdragen en maakt duidelijk dat het de gemeente Amersfoort serieus is. Voor de besluitvorming over het definitieve woningbouwprogramma op de locatie Elisabeth vraagt het College meer tijd. Zij wil meer groen en minder bebouwing op de Elisabeth locatie realiseren en de zoektocht naar middelen hiervoor kost tijd. De ruimtelijke en landschappelijke kaders voor de inrichting van het Elisabethterrein zoals gesteld in de Structuurvisie blijven uitgangspunt.
CONSEQUENTIES Uit de discussie en vraagtekens die de Raad opriep, blijkt dat er onduidelijkheid bestaat over een aantal aspecten die hieronder kort worden toegelicht: -
-
De Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving is opgesteld door een landschapsarchitect in nauwe samenwerking met een ambtelijke werkgroep en een stedenbouwkundige. De landschaparchitect heeft de landschappelijke kaders voor de stedenbouwkundige invulling van de locatie Elisabeth en sportfondsenbad opgesteld. Naar aanleiding van de motie op 28 februari 2006 is met prioriteit een project opgestart ‘Verkeersveiligheid Vosheuvel’. De Raad wordt hierover apart geïnformeerd.
Inlichtingen bij:
mw. M. de Ruiter, SOB/EO, (033) 469 45 58
Gemeente Amersfoort memo 2216346
-
-
-
De veronderstelling dat kosten voor onderhoud in de begroting voor de Structuurvisie zijn opgenomen is niet juist. Om dekking te vinden voor de voorgestelde maatregelen in de Structuurvisie wordt wel gezocht naar mogelijkheden in de bestaande (afdelings)begrotingen en de combinatie van onderhouds- en projectbudgetten. Geraamde onderhoudsbudgetten kunnen dus ingezet worden om de gewenste kwaliteitsslagen te bereiken. Er wordt gesteld dat omwonenden en anderen in een laat stadium zijn betrokken. Het samengevatte proces in het raadsvoorstel van 11 september 2006 laat zien dat groepen bewoners en belanghebbenden als sinds 2001 betrokken zijn. Door ontwikkelingen en onzekerheden heeft het proces een tijd stil gelegen. De opdracht van de Raad in de zomer van 2005 om nog voor 2006 een integrale Structuurvisie op te stellen heeft geleid tot een ‘snelkookpan’ traject. Belangenverenigingen die actief zijn in het gebied en bewoners die binnen de grenzen van het plangebied wonen zijn hierover op 17 januari 2006 geïnformeerd. De reacties op deze informatiebijeenkomst zijn samengevat in een notitie. De bedoeling was om in het voorjaar van 2006 na behandeling van de concept Structuurvisie in de Ronde uitgebreid in gesprek te gaan met betrokkenen, bewoners en omwonenden via het officiële inspraaktraject en participatie per deelgebied. Daarbij worden dan ook groepen bewoners van aanpalende straten (zoals de Bisschopsweg) betrokken. Door uitstel van de behandeling van de visie heeft dit overleg met omwonenden en belanghebbenden vooralsnog niet plaatsgevonden. Het College en de ambtelijke werkgroep heeft kennis genomen van een plan met woningbouw aan de rand van de sportvelden bij de A28 en uitplaatsing van de honkbalvereniging Quick. Uitgangspunt van het College in de Structuurvisie is behoud van de aanwezige vitale sportverenigingen in het gebied. Zij heeft hierover overleg gehad met vertegenwoordigers van de sport.
De beantwoording van de overige vragen tijdens de Ronde is in een aantal thema’s samengevat. Deze thema’s zijn gericht op de urgentie en de voordelen ten aanzien van het voorgestelde vervolgproces. Het College wil in gesprek met bewoners, belanghebbenden en partners over de Structuurvisie Het College wil in gesprek met bewoners, belanghebbenden en partners over de toekomstige ontwikkeling van het gebied Park Randenbroek en omgeving. Dit is mogelijk wanneer de Structuurvisie wordt vrijgegeven voor inspraak. Het gesprek met bewoners, belanghebbenden en partners is belangrijk, omdat hun mening telt, nieuwe en/of andere inzichten kan geven en dus waardevol is. Zo wil het College bijvoorbeeld: -
-
de meningen van bewoners uit de buurt en van andere belanghebbenden horen over de herontwikkeling van de locatie sportfondsenbad; samen met de sportverenigingen en andere belanghebbenden nadenken over de behoeften en mogelijkheden om in het belang van de stad en de buurt vitale sportverenigingen voor de lange termijn een plek te geven in het gebied; met partners en belangenorganisaties nadenken over het verbeteren van de kwaliteit van de droge en natte natuur (beek, oevers, park) en van de recreatie- en verblijfskwaliteit van het gebied.
Uitgangspunt voor het gesprek is de integrale Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving d.d. 7 februari 2006. Op korte termijn is een samenhangend ruimtelijk kader gewenst Het in gesprek gaan met bewoners en belanghebbenden is op korte termijn wenselijk, omdat er dringend behoefte is aan een samenhangend ruimtelijk kader voor het gebied Park Randenbroek en omgeving. Er is niet voor niets al in 2001 gestart met het project voor de Structuurvisie. Vervolgens is na duidelijkheid over het ziekenhuis en het zwembad door de Raad in de zomer van 2005 opdracht gegeven om nog voor 2006 een integrale Structuurvisie op te stellen. Een bewuste keuze na jaren vertraging voor prioriteit, daadkracht en snelheid. Er liggen immers concrete vragen die een antwoord behoeven vanuit een integrale visie, zoals:
Gemeente Amersfoort memo 2216346
-
-
de behoefte om meer ruimte te bieden voor natuurontwikkeling en het verbeteren van de kwaliteit van de natte en droge natuur (er liggen concrete vragen/voorstellen van onder andere de Waterlijn voor deze kwaliteitsverbetering die passen binnen de Structuurvisie); de wensen vanuit de sportverenigingen over groei, samenwerking, sport- en welzijnsactiviteiten voor de wijk en de dringende behoefte aan nieuwe clubaccommodatie; de invulling van de locatie sportfondsenbad, wanneer het zwembad in 2009 verdwijnt (planvorming en procedures kosten tijd); de afstemming van de verkeersoplossing rond de Vosheuvel (waar momenteel de planvorming voor plaatsvindt) in het bredere kader de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving; de herontwikkeling van het terrein Metgensbleek; de inpassing van een skeelerbaan op het ijsbaanterrein; de inpassing van de nieuwe functie voor de Villa Randenbroek in het bredere kader van de Structuurvisie Park Randenbroek en het opstellen van een nieuw integraal beheerplan en cultureel programma voor het park (NB. Voor het onderzoek naar een mogelijke publieksfunctie voor de Villa is een apart project opgestart, waarover de Raad apart wordt geïnformeerd).
Wachten op definitief programma Elisabeth betekent uitstel van maanden Voor de locatie Elisabeth wil het College verder onderzoeken of het mogelijk is om binnen de randvoorwaarde van budgetneutraliteit meer groen en minder bebouwing te realiseren. Het College heeft in haar Collegeprogramma aangegeven te willen vasthouden aan de eis van budgetneutraliteit. Het onderzoek naar middelen kost tijd. Met name omdat we hier andere overheden en organisaties bij willen betrekken om mee te denken en mee te financieren. Deze tijd is er voor Elisabeth, want de locatie komt pas in 2010 vrij. Tijd gaat onder andere zitten in: -
het organiseren van een aantal inhoudelijke brainstormsessies met verschillende partijen kost minimaal een aantal maanden; de besluitvorming bij de provincie over mogelijke financiële bijdragen vindt hoogstwaarschijnlijk pas plaats na de provinciale verkiezingen van 2007; ook andere partijen hebben tijd nodig om financiële bijdragen te overwegen en subsidieaanvragen te beoordelen; inzicht in mogelijke bijdragen vanuit de Lichtenberglocatie door gunstige marktomstandigheden ten tijde van het op de markt zetten van het voorgestelde programma voor deze locatie is op zijn vroegst eind 2007/begin 2008 duidelijk.
Wachten met het in gesprek gaan met bewoners en belanghebbenden over de Structuurvisie Park Randenbroek en de diverse deelgebieden totdat er zicht is op het definitieve woningbouwprogramma voor de locatie Elisabeth betekent dus uitstel van minimaal een half jaar en waarschijnlijk zelfs langer. Het College vindt het niet wenselijk om zo lang te wachten met de voortgang van de Structuurvisie en het betrekken van belanghebbenden. Wachten is ook niet noodzakelijk, want het uitgangspunt voor de locatie Elisabeth is dat de landschappelijke kaders uit de Structuurvisie voor deze locatie gehandhaafd blijven. Latere besluitvorming over het definitieve invulling van de locatie Elisabeth doet derhalve geen afbreuk aan de landschappelijk uitgangspunten. Meer zicht op deelgebieden In gesprek gaan met bewoners en belanghebbenden betekent ook meer zicht op deelgebieden. Zo kunnen bijvoorbeeld alternatieve woningbouwinvullingen voor het sportfondsenbad aan de orde komen en beargumenteerd worden afgewogen. Daarnaast ontstaat er meer zicht op de wensen van de sport. Uitgangspunt van het College in de Structuurvisie is behoud van de aanwezige vitale sportverenigingen in het gebied, omdat zij op hun huidige locatie van belang zijn voor de wijk en de stad. Tegemoet komen aan de groeipotenties van de verenigingen betekent intensivering en samenwerking op de huidige locaties. Uitplaatsing van één of meerdere verenigingen en hier woningbouw realiseren past niet in de uitgangspunten van de Structuurvisie en vindt het College derhalve niet wenselijk. Bovendien past woningbouw aan deze rand van het plangebied niet bij de landschappelijke en stedenbouwkundige uitgangspunten uit de Structuurvisie, namelijk het meer
Gemeente Amersfoort memo 2216346
openbaar maken van het westelijk plangebied en het versterken van het open karakter, de toegankelijkheid en de zichtlijnen naar de beek. Dekking onderzoeken voor Structuurvisie Niet alleen voor de locatie Elisabeth, maar ook voor een aanzienlijk deel van de voorgestelde maatregelen in de Structuurvisie staan we voor een zoektocht naar middelen. We zijn hierover reeds in gesprek met de Provincie. Naast de inhoudelijke gesprekken met het Utrechts Landschap, het Waterschap en de gemeente Leusden willen we op korte termijn ook gesprekken over mogelijke financiële bijdragen met hen starten. Een maatschappelijk en politiek gedragen en vastgestelde Structuurvisie is de basis voor gesprekken met partijen over financiën en maakt duidelijk dat het de gemeente Amersfoort serieus is. Daarnaast wordt gezocht naar mogelijkheden in de bestaande (afdelings)begrotingen en de combinatie van onderhouds- en projectbudgetten. Ook hiervoor geldt dat hiervoor een kader nodig is en dat de Structuurvisie dit kader biedt.
BETROKKEN PARTIJEN In het raadsvoorstel van 11 september 2006 zijn de betrokken partijen omschreven. Wat betreft de betrokkenheid van bewoners en belanghebbenden bij het vervolgproces van de Structuurvisie is het College voornemens per deelgebied een participatietraject op te starten met de Structuurvisie als uitgangspunt vooruitlopend op het officieel ter inspraak brengen van de Structuurvisie. De wijze waarop dit participatietraject zal plaatsvinden en de planning moet nog worden nader worden uitgewerkt. Hierover wordt de Raad geïnformeerd. De reacties van dit participatietraject en consequenties voor Structuurvisie kunnen aan de Raad aangeboden worden en aansluitend kan de officiële inspraak volgen.
SAMENGEVATTE CONCLUSIE -
op korte termijn vervolgstappen in het proces Structuurvisie Park Randenbroek nemen; een participatietraject opstarten vooruitlopend op de officiële inspraak; uitgangspunt voor dit participatietraject is de Structuurvisie Park Randenbroek en omgeving d.d. 7 februari 2006; de uitkomsten van het participatietraject aan de Raad voorleggen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- geen
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03)
Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist
van
19.45 tot
aantal bezoekers:
20.45 uur 14
2356015 Actie op de uitval : actieprogramma onderwijs 2007 - 2010 Reg.nr. Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Voorbereiding besluit Raadsvoorstel Van de raad wordt gevraagd in te stemmen met het actiekader en het actieprogramma van ‘ Actie op de uitval’. Portefeuillehouder Eerdmans Tanamal Opsteller Kemink Lourenz --
Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
Beltman (SP), Van den Berg (JA), Dekker (VVD), Imming (PvdA), Kennedy-Doornbos (CU), Kraanen (BPA), NoortmanNieuwendijk (CDA), Özcan (GL), Smit (JA),
Inspreker(s)
dhr. Schrijer Voorstel is uitgebreid besproken; fracties geven aan er moeite mee te hebben dat uitwerking actieprogramma geen onderdeel is van de besluitvorming door de raad.
Conclusie voorzitter
Naar Het Besluit Advies zonder debat Toezeggingen / Afspraken
Portefeuillehouder Ambtenaren
met debat, woordvoerder 1e ronde:
Eerdmans Lourenz
mevr. Imming
1.Weth. Eerdmans is bereid apart te spreken over de ABC-scholen; bijvoorbeeld in de vorm van een bijeenkomst met bezoek aan scholen, zoals ook in najaar 2006 is georganiseerd. 2. College bedient de raad van tijd tot tijd om te melden hoe het er voor staat met de uitvoering. Wijziging in streefcijfers zullen inzichtelijk gemaakt worden
Aantekeningen voor verslag
#2356015 v1 - BESLUITENLIJST DR 13-3-2007 - ACTIE OP DE UITVAL - ACTIEPROGRAMMA ONDERWIJS 2007 2010
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03)
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
20.45 tot
aantal bezoekers:
21.20 uur 5
Reg.nr. 2356293 VVD: Weekendschool Petje Af Soort verslag Raadsfractie VVD Besluitenlijst Soort activiteit Peiling Raadslid peilt raad De VVD legt onderstaande punten ter peiling aan de gemeenteraad voor: 1. Onderschrijft de gemeenteraad de toegevoegde waarde van een weekendschool voor Amersfoort? 2. Is de gemeenteraad van mening dat ondersteuning van de 6 maanden durende pilot door de gemeente wenselijk is? 3. Hoe kan deze ondersteuning er volgens de gemeenteraad uitzien en welke voorwaarden zijn hieraan verbonden? Portefeuillehouder Eerdmans, Schulten Kemink Van ’t Veld Opsteller Verslag Van Wijngaarden (VVD) Portefeuillehouder Eerdmans, Adli (PvdA), Beltman (SP), Van den Berg (JA), Kennedy-Doornbos (CU), NoortmanVan ’t Veld Ambtenaren Nieuwendijk (CDA), Özcan (GL) en Van Wijngaarden (VVD).
Stichting Petje Af: Daan van de Voort en Walter Roza Waardering voor het initiatief; samenwerking met andere initiatieven wordt gemist. Meerderheid fracties is niet bereid finanancieel te ondersteunen. Mevr. Van Wijngaarden benadrukt dat het om een financiële injectie van 7.500 Euro voor een pilot gaat; zij zal bezien of de raad door middel van een motie om een uitspraak zal worden gevraagd. Voldoende besproken
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
#2356293 v1 - BESLUITENLIJST DE RONDE 13 MAART 2007 - VVD: WEEKENDSCHOOL PETJE AF
Notulen raadsvergadering Het Besluit
13 maart 2007 om 21.30 uur (nr. 2364038)
Agenda
13 maart 2007 bladz. Vaststelling agenda
3
Raadsdebatten 3.
2307722
Toetsingspunten locatiekeus opvangvoorzieningen
4
Besluiten 1.
2297749
Wijzigingsvoorstellen Meerjarenontwikkelingsplan GSB III (MOP)
3
2.
2314385
Beslissing op bezwaar verzoek planschadevergoeding inzake Hogeweg 234
4
4.
2341013
Vaststelling bestemmingsplan "De Wieken-Vinkenhoef", herziening Gastransportleiding 2006
8
5.
2335563
Vaststelling Verordening VROM Starterslening Amersfoort 2007
8
6.
2261540
Vaststelling bouwverordening Amersfoort 2007
8
PvdA, GroenLinks, Jouw Amersfoort, SP, BPA en VVD: Motie sluiten van huwelijken door ambtenaren van de burgerlijke stand
8
Benoeming leden voorbereidingscommissie onderzoek Vathorst
10
Moties 7.
Benoemingen 8.
2
NOTULEN VAN DE OPENBARE VERGADERING VAN DE RAAD DER GEMEENTE AMERSFOORT, GEHOUDEN OP DINSDAG 13 MAART 2007 OM 21.30 UUR Vice-voorzitter: mevrouw A. van Vliet-Kuiper Griffier: mevrouw mr. A.M. van Omme Voorts zijn aanwezig: de leden: S. Adli, mevrouw M.C. Barendregt, H. Barske, mevrouw B. Beltman, drs. ing. P. van den Berg, mevrouw H.G. van Berkum-Admiraal, G. Boeve, mevrouw mr. M.P.M. Cooijmans, mevrouw A.W.J. de Crom, D.R. Dekker, S.W. van ’t Erve, A.H. van Garderen, mevrouw drs. M.M. van Hensbergen, E. Hinloopen, mevrouw F.G. Imming, mevrouw S.J. Kennedy-Doornbos, mevrouw S.C. Kesler, F. Killi, C.W. Kraanen, D.C. Kuiper, ir. J.F. van Leersum, R.G.H. van Muilekom, mevrouw A.E.M. Noortman-Nieuwendijk, R.P. Offereins, M. Özcan, mevrouw M.J. Paffen-Zeenni, I. Parmaksiz, H.B.M. van Rooijen, F. Schoenmaker, R. Schulten, G.J.A. Smit, mevrouw G.S.I.A. Tanamal, drs. M. Tigelaar, mr. J.F.H. Voogt, ing. J.J.W. van Wegen, mevrouw mr. A.J. Wiersma en mevrouw drs. D. van Wijngaarden de wethouders: P.J.T. van Daalen, mevrouw G. Eerdmans, J.A. Hekman, A. Kruyt en mevrouw M.M. van ‘t Veld Afwezig zijn: Raadsleden G. van Vliet, mevrouw H.J. van Woudenberg-Tenge en wethouder: R. Luchtenveld De VOORZITTER opent de vergadering. Agenda- Inhoud punt 0. Vaststelling agenda en benoeming leden stembureau
Actie
De VOORZITTER benoemt tot leden van het stembureau aan de heer Van Rooijen, mevrouw Paffen en mevrouw Barendregt. De gemeenteraad besluit, op verzoek van de CDA-fractie, agendapunt 3 als debatpunt te agenderen. Het advies van het presidium om de motie van PvdA, Jouw Amersfoort, GroenLinks en SP, inzake het sluiten van huwelijken door ambtenaren van de burgerlijke stand (M-7.1) voor de vergadering van 27 maart a.s., wordt door een meerderheid van de raad niet overgenomen; zij wil vanavond tot behandeling overgaan. De heer BOEVE (CDA) acht het in het algemeen een goed gebruik om het advies van het presidium te volgen. De VOORZITTER is het hiermee eens, maar gezien de opstelling van de meerderheid van de gemeenteraad stelt zij voor de motie op de agenda op te nemen. Mevrouw WIERSMA (SP) zegt met name de bodes dank voor de medewerking aan de activiteiten in het kader van de Internationale Vrouwendag, in het stadhuis. Rekening houdend met het voorgaande wordt de agenda vastgesteld. 1.
Wijzigingsvoorstellen Meerjarenontwikkelingsplan GSB III (MOP) (2297749) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad over3
eenkomstig het voorstel. 2.
Beslissing op bezwaar verzoek planschadevergoeding inzake Hogeweg 234 (2314385) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel.
3.
Toetsingspunten locatiekeus opvangvoorzieningen (2307722) De heer BOEVE (CDA) brengt het volgende naar voren. De gemeenteraad heeft uitgesproken de in het voorstel genoemde vier opvangvoorzieningen in principe te willen realiseren. Deze voorzieningen maken ook onderdeel uit van het collegeprogramma, waarvan de CDA-fractie zich een groot voorstander heeft betoond. Echter, in oktober 2006, bij de behandeling van de procedure, heeft de CDA-fractie uitvoerig stilgestaan bij aspecten van de procedure die volgens de fractie verbeterd kon en moest worden. De kritiek richtte zich zowel op de inhoud van de concepttoetsingspunten van dat moment, als op het proces zelf. De destijds door de CDA-fractie ingediende moties zijn niet aangenomen. Het college kon daardoor met de procedure doorgaan. Hedenavond kan worden geconstateerd dat de wethouder de toetsingspunten, die vanavond aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd, de afgelopen maanden heeft voorgelegd aan de stad. De gemeenteraad heeft bij motie opgeroepen tot optimale participatie in dit proces, waarbij een reële inbreng van de inwoners van Amersfoort gewenst zou zijn. Het doel was om de relatie tussen burger en overheid te versterken; er zou daadwerkelijk een gesprek op gang komen. Het is echter bijna uitgesloten dat op grond van de huidige toetsingspunten locaties worden gevonden die aan alle acht toetsingspunten voldoen. Uit het collegevoorstel blijkt geen systematiek die garandeert dat locaties aan één of meerdere toetsingspunten moeten voldoen. De stad mag er derhalve van uitgaan dat de locaties die worden gezocht aan alle acht toetsingspunten voldoen. Geen enkele locatie in de stad kan aan alle acht toetsingspunten voldoen. Als het gemeentebestuur toch per se de opvangvoorzieningen tot stand wil brengen,in combinatie met een goede discussie met de stad, zal een gesprek aangegaan moeten worden. Voorkomen moet worden dat geen locatie kan worden aangewezen, dan wel dat betrokken inwoners een opvangvoorziening in hun buurt krijgen, zonder dat die aan alle criteria voldoet. Samengevat: als acht van de acht toetsingspunten moeten worden gescoord dan betekent dat waarschijnlijk dat geen enkele locatie in beeld zal komen. De gemeenteraad kan met voorbij gaan aan de toetsingspunten vier opvangvoorzieningen in het leven roepen. De stad zal zich hierop van het bestuur afkeren, omdat niet is voldaan aan de afgesproken toetsingspunten. Daarom stelt de CDA-fractie voor aan de toetsingspunten een beperkte wegingsfactor toe te voegen te weten: "Een locatie is geschikt indien deze aan ten minste zes van de acht toetsingspunten voldoet." Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om een goede discussie te voeren. Naar de stad toe is het ook goed, omdat wordt aangegeven dat de opvanglocatie niet aan alle acht punten hoeft te voldoen maar dat het voldoen aan zes van de acht punten voldoende is. Dit laatste is de kern van het amendement van de CDA-fractie. Amendement A-3.1. ingediend door het CDA Toetsingspunten locatiekeus opvangvoorzieningen Indiener overweegt dat: - de gemeenteraad heeft uitgesproken de in het voorstel genoemde vier opvangvoorzieningen in principe te willen realiseren; - de gemeenteraad bij motie heeft opgeroepen tot optimale participatie, waarbij een reële 4
-
inbreng van inwoners van Amersfoort gewenst is; het bijna is uitgesloten dat locaties gevonden worden die aan alle toetsingspunten voldoen; het daarom van belang is om aan de toetsingspunten een wegingsfactor toe te voegen, om daarmee te voorkomen dat of geen locaties aangewezen kunnen worden of betrokken inwoners toch een opvangvoorziening in hun buurt gevestigd krijgen, ondanks dat de locatie niet aan alle criteria voldoet;
en stelt de raad voor om het voorstel aldus gewijzigd vast te stellen: De raad van de gemeente Amersfoort besluit aan het voorstel op pagina 1, onder punt 3 toe te voegen: "Wegingsfactor: Een locatie is geschikt indien deze aan ten minste zes van de acht toetsingscriteria voldoet." De heer VOOGT (VVD) is verrast door het feit dat toch een debat is ingelast, terwijl het eerder om een hamerstuk ging. Namens zijn fractie heeft hij zijn tevredenheid over het voorliggende raadsvoorstel uitgesproken. Het gaat om een ingewikkelde problematiek. Een van de belangrijkste kernpunten is dat opvangcentra niet dicht bij elkaar moeten worden gesitueerd, zoals uit de ervaringen met de opvang aan de Stovestraat en de Kleine Haag is gebleken. Er moeten dus nieuwe oplossingen worden gevonden. Spreker heeft het raadsvoorstel, dat zonder debat zou worden behandeld en nu dus met debat, nog eens bekeken en kwam tot de constatering dat de door hem in De Ronde gemaakte opmerkingen nergens zijn vastgelegd. Dat is zonde van zijn tijd. De VOORZITTER meent dat de opmerkingen in het verslag moeten zijn terug te vinden. De heer VOOGT (VVD) merkt op, dat de raad verantwoordelijk is voor zijn beslissingen. Hij wil nu niet verder ingaan op zijn opmerkingen in De Ronde. Hij maakt melding van een notitie die door zijn partijgenoten in Den Haag is geschreven over de voorliggende problematiek. De VVD-fractie heeft samen met de fractie Jouw Amersfoort in februari 2006 ook een uitgebreide notitie gemaakt, die een aardige lijn aangaf waarin het voorgestane beleid ten aanzien van de verslaafdenopvang wordt verwoord. Er kan op velerlei manieren worden gekeken naar de verslaafdenzorg/opvang. De VVD-fractie kiest in hoofdzaak voor een positieve benadering. De doelgroep moet een zelfredzaam leven worden geboden. De folder die het college van B&W met het oog op de inspraak heeft rondgestuurd heeft bij spreker een gevoelige snaar geraakt. "Den Haag" focust op bestrijding van de overlast, in Amersfoort wordt gestreefd naar zelfredzaamheid, waarbij de overlast niet uit het oog mag worden verloren. Een en ander kan bij de uitwerking van een notitie worden gebruikt. Spreker memoreert in dit kader dat mevrouw Tanamal twee weken geleden, heeft gevraagd of over de ervaringen met de Kleine Haag al eens is gerapporteerd. Deze gegevens kunnen worden gebruikt bij de uitwerking van de notitie. Uit een oogpunt van resocialisatieresultaten en uit financieel oogpunt – er zijn nogal wat kosten met de opvang gemoeid - zou een kwartaalrapportage wenselijk zijn. De heer Voogt kwalificeert de toetsingspunten als aandachtspunten, vanwege het vage karakter, zoals door hem in De Ronde met voorbeelden aangegeven. Spreker vraagt zich af wat de CDA-fractie beoogt met het amendement, waarin staat dat aan zes van de acht criteria moet worden voldaan. Als de criteria aan de basis niet al te sterk zijn, wat behelst dan de opmerking "met zes van de acht scoren?" De heer BOEVE (CDA) zegt te hopen dat de afgevaardigde van de VVD-fractie niet heeft gezegd dat hij de basis van de toetsingspunten slecht vindt. De heer VOOGT (VVD) noemt de toetsingspunten "niet helder." 5
De heer BOEVE (CDA) noemt het jammer dat de VVD-fractie in oktober 2006 geen ander standpunt heeft ingenomen, toen de CDA-fractie bij het college heeft aangedrongen op concretere criteria. In de raad bleek daarvoor toen geen draagvlak te zijn. Desondanks wil de CDA-fractie met de toetsingspunten, zoals die nu zijn geformuleerd, als objectieve criteria omgaan. De stad heeft er recht op. Met de stad moet een gesprek worden aangegaan en dat kan alleen als de stad serieus wordt genomen. Als nu al over vage toetsingspunten wordt gesproken, maakt spreker zich ernstig zorgen over de situatie. De VOORZITTER staat nu geen verdere discussie toe, gezien de ruime mogelijkheden die zijn geboden in oktober en november 2006. De heer VOOGT (VVD) verklaart dat hij en zijn fractie niet later, bij het uitkomen van de resultaten, het verwijt willen krijgen dat er sprake is van een onduidelijke kaderstelling. De heer SMIT (Jouw Amersfoort) wijst erop dat in De Ronde is besloten dat voorliggende zaak een hamerstuk zou worden. De heer Voogt had derhalve toen zijn opmerkingen moeten maken. Spreker memoreert zijn laatste woorden in De Ronde: "Zo snel mogelijk aan de slag." Hij twijfelt niet aan de goede bedoelingen van de CDA-fractie, maar hij heeft weinig begrip voor het amendement, met name om zes toetsingspunten als uitgangspunt te nemen. Het gaat om acht verschillende criteria. Als "sociale omgeving" en "beheersbaarheid" niet kloppen en de rest wel, zou de zaak dus kunnen doorgaan. Spreker vindt dat absurd; het gaat om acht zeer verschillende uitgangspunten, waardoor een limietstelling ondoenlijk is. Het zou alleen kunnen als aan alle voorwaarden een bepaalde zwaarte gegeven zou worden, met daarbij de eis dat aan minstens 80% zou moet worden voldaan. Deze formulering is niet te vinden in het amendement en daarom heeft de fractie Jouw Amersfoort hieraan geen behoefte. Met de CDA-fractie realiseert Jouw Amersfoort zich dat de discussie die in de stad zal worden gevoerd, af en toe heftig zal zijn en dat voor iedereen die hieraan deelneemt zo groot mogelijke rechtszekerheid gegarandeerd zou moeten zijn. Echter, zoals in De Ronde door veel fracties al is gezegd: veel ontwikkelingen, zijn niet te voorzien en het stadsbestuur moet zijn verantwoording nemen, hetgeen vanavond ook aan de orde is. Mevrouw TANAMAL (PvdA) merkt op dat ook de PvdA-fractie voorstander was van meer toetsbare criteria, maar de fractie is reëel genoeg om te beseffen dat niet alles tot in details kan worden geregeld. De fractie is er geen voorstander van de spelregels ineens te veranderen. Zij wil van de wethouder weten of het voorliggende amendement het uitvoeringsproces bevordert; voegt het iets toe? De fractie is van mening dat zaken snel moeten worden aangepakt. Tegelijkertijd heeft de fractie er moeite mee om genoegen te nemen met vijf in plaats van alle acht toetsingspunten. Dat is niet te verkopen aan de bewoners van de stad. Voorkomen moet worden wat er aan de Kleine Haag is gebeurd. Mevrouw BELTMAN (SP) meldt dat de SP-fractie van mening is, dat aan de acht geformuleerde criteria moet worden vastgehouden, omdat de criteria niet zonder meer vergelijkbaar zijn. Spreekster wijst op een rapport naar aanleiding van onderzoek door de Nationale Ombudsman. Het onderzoek geeft antwoord op de vraag hoe de bezwaren/protesten van burgers zoveel mogelijk recht kan worden gedaan. Een van de aanbevelingen is om een voorziening te toetsen aan een Veiligheid Effect Rapportage. Dit zou los van de opgestelde criteria kunnen gebeuren. Wellicht had deze opstelling in een motie verwoord moeten worden, maar mogelijk wil de raad er zo ook kennis van nemen. Mevrouw VAN BERKUM-ADMIRAAL (ChristenUnie) refereert aan de uitspraak van de heer Smit om aan de slag te gaan. De opmerkingen van de heer Voogt onderstrepen 6
de mening van de ChristenUnie: meer opvangvoorzieningen voor drugsverslaafden, terwijl er ook andere groepen zijn die opvang behoeven. Spreekster roept op de discussie aan te gaan, hoe moeilijk die ook zal worden. Niet alle criteria zijn gelijkwaardig, dus het schrappen van enkele toetsingspunten is een hachelijke zaak. Bekend is dat hoe hoger de lat wordt gelegd hoe meer inspanning nodig is om het beoogde doel te bereiken. De uiterste consequentie zou kunnen zijn, dat in Amersfoort geen opvangvoorzieningen kunnen worden gerealiseerd. Dat wil haar fractie niet voor haar rekening nemen. De heer VAN WEGEN (BPA) wijst op de vraag van de PvdA-fractie of het amendement met twee facultatieve criteria, bevorderlijk is voor het proces. De PvdA-fractie zou hierop zelf een antwoord moeten geven. De BPA-fractie acht het amendement niet bevorderlijk voor het proces en ondersteunt het derhalve ook niet. De BPA vraagt zich bovendien af of er wel vier opvangvoorzieningen nodig zijn in Amersfoort, een vraag die als eerste beantwoord zou moeten worden. Mevrouw DE CROM (GroenLinks) verklaart zich namens de fractie GroenLinks tegen het amendement omdat het te strak is geformuleerd. De fractie beschouwt de toetsingscriteria meer als een leidraad voor het inzichtelijk maken van een afweging. De heer VAN DAALEN (wethouder) memoreert dat acht criteria zijn opgesteld, die als afwegingspunten moeten worden beschouwd en niet als keiharde criteria, aan de hand waarvan per locatie alle aspecten die voor de bedoelde voorzieningen van belang zijn, in deze totaalafweging worden betrokken. Op deze wijze kan tot de meest geschikte locatie worden gekomen. In het voorliggende amendement wordt geprobeerd om het proces op dit moment al verder te objectiveren, waarbij criteria kunnen worden afgestreept. Hiervoor lenen de toetsingspunten zich echter niet. Bovendien is de wethouder er geen voorstander van om gaande het proces voor een andere benadering te kiezen. Het rapport van de Nationale Ombudsman, zoals door mevrouw Beltman genoemd, is bij het college bekend en zal in het verdere traject worden opgenomen. De VOORZITTER sluit de beraadslaging en gaat over tot besluitvorming. De heer BOEVE (CDA) handhaaft het amendement, waarbij hij de raad voorhoudt dat het mogelijk is dat de raad het toetsingspunt wat vager beleeft dan het is. De stad zal het echter zien als een keihard toetsingskader. Amendement 3.1 De heer VAN WEGEN (BPA) legt de volgende stemverklaring af. De BPA-fractie vindt alle toetsingspunten dermate belangrijk dat de fractie die wil laten meewegen; de fractie is daarom tegen het amendement. Met de stem van de leden van de CDA-fractie voor en van de overige aanwezige raadsleden tegen wordt het amendement verworpen. Voorstel 2307722 De heer BOEVE (CDA) geeft een stemverklaring. De CDA fractie stemt voor de toetsingspunten omdat de fractie het belangrijk vindt dat de voorzieningen worden gerealiseerd. De toetsingspunten hadden beter gemoeten, maar omwille van de spoedige realisatie stemt de fractie voor het voorstel. De heer VAN WEGEN (BPA) meldt dat de fractie voor het voorstel zal stemmen, maar is er nog steeds niet van overtuigd dat er vier locaties moeten komen. De fractie zal 7
kritisch naar dit aspect blijven kijken. Het voorstel wordt met algemene stemmen aangenomen. 4.
Vaststelling bestemmingsplan "De Wieken-Vinkenhoef", herziening Gastransportleiding 2006 (2341013) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel.
5.
Vaststelling Verordening VROM Starterslening Amersfoort 2007 (2335563) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel.
6.
Vaststelling bouwverordening Amersfoort 2007 (2261540) Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de gemeenteraad overeenkomstig het voorstel.
7.
Motie sluiten van huwelijken door ambtenaren van de burgerlijke stand De VOORZITTER draagt het voorzitterschap van de vergadering over aan mevrouw Imming. Motie M-7.1 1 ingediend door PvdA, Jouw Amersfoort, GroenLinks, SP, BPA en VVD. inzake het sluiten van huwelijken door ambtenaren van de burgerlijke stand De raad van de gemeente Amersfoort, in vergadering bijeen op 13 maart 2007; overwegende dat: - in het regeerakkoord van het huidige kabinet is vastgelegd dat ambtenaren van de burgerlijke stand op principiële gronden moeten kunnen weigeren huwelijken tussen mensen van gelijk geslacht te sluiten; - in Nederland ervoor gekozen is om het bestaande burgerlijke huwelijk dat voorheen alleen open stond voor personen van verschillend geslacht open te stellen voor personen van gelijk geslacht; - de wet die dat regelt, de Wet openstelling huwelijk van 21 december 2000, is ingegaan op 1 april 2001; - het burgerlijk huwelijk nadien ook is opengesteld voor partners van gelijk geslacht; - de afgelopen drie jaar landelijk jaarlijks rond de 1200 huwelijken zijn gesloten met personen van gelijk geslacht; van mening zijnde dat: - Amersfoortse "trouwambtenaren" alle huwelijken zonder onderscheid behoren te sluiten ongeacht bijvoorbeeld de seksuele geaardheid, geloofsovertuiging of huidskleur en dit niet om principiële redenen mogen weigeren; - het weigeren van een ambtenaar om een huwelijk te sluiten met personen van gelijk geslacht vanwege principiële gronden, een volstrekt verkeerd signaal is naar de maatschappij vanuit het oogpunt van gelijke behandeling, respect en tolerantie; - het een groot goed is dat ook twee personen van gelijk geslacht officieel kunnen trouwen; -
er geen principieel onderscheid is tussen het sluiten van huwelijken tussen personen van gelijk geslacht en personen van verschillend geslacht; 8
spreekt als zijn mening uit dat: - alle Amersfoortse ambtenaren van de burgerlijke stand bereid dienen te zijn alle huwelijken, ook die tussen twee personen van verschillende sekse, te sluiten. verzoekt het college: - deze bereidheid ook expliciet van zowel nieuwe als bestaande ambtenaren van de burgerlijke stand in Amersfoort te verlangen. en gaat over tot de orde van de dag." Mevrouw VAN HENSBERGEN (PvdA) meent dat het nieuwe kabinet toestaat dat ambtenaren zich mogen beroepen op grond van gewetensbezwaren om te weigeren homo’s te trouwen. Gewetensbezwaren wegen kennelijk zwaarder dan gelijke behandeling van Nederlanders of de uitvoering van de wet, waaraan ambtenaren zich zouden moeten houden. Het recht van godsdienstige overtuiging treft hier het recht van gelijke behandeling van burgers. Dit laatste dient te allen tijde te prevaleren, dit vanwege de kwetsbare positie van homoseksuelen in de samenleving. Het is een volstrekt verkeerd signaal naar de samenleving vanuit oogpunt van gelijkwaardigheid, respect en tolerantie als expliciet gesteld wordt dat ambtenaren zich op principiële gronden kunnen beroepen op gewetensbezwaren om huwelijken te sluiten tussen personen van gelijk geslacht. De heer BOEVE (CDA) noemt de voorliggende motie op pragmatische, juridische en morele gronden overbodig. In Nederland is geen enkel huwelijk niet doorgegaan, omdat ambtenaren weigeren het te sluiten. Alle ambtenaren in Amersfoort sluiten ook dergelijke huwelijken. Deze huwelijken zijn ook sinds de invoering van de wet gelijkwaardig aan de huwelijken van heteroseksuelen. Met andere woorden: overbodige moties worden niet in behandeling genomen. Er is ook geen sprake van een veranderde wet, door het nieuwe kabinet. Wet en grondrechten zijn hetzelfde. Dat de PvdA-fractie op plaatselijk niveau schoon schip wenst te maken terwijl op landelijk niveau andere afspraken zijn gemaakt, noemt spreker jammer. Als mevrouw Hensbergen rept van botsende grondrechten dan heeft zij gelijk. De discussie zou overgelaten moeten worden aan de rechter. In Brabant is een ambtenaar naar de rechter gestapt. Uit deze uitspraak zal nieuwe jurisprudentie ontstaan, op grond waarvan deze gemeente het beleid zou kunnen aanpassen. Spreker verwijt mevrouw Hensbergen dat zij grote woorden spreekt als zij zegt dat het weigeren van een ambtenaar om een huwelijk te sluiten tussen personen van gelijk geslacht op principiële gronden een "volstrekt verkeerd signaal is, etc." Spreker meent dat een recht op gelijke behandeling en een hang naar ruimdenkendheid wordt gebruikt om onbegrip voor mensen die op godsdienstige gronden ethische grenzen stellen te maskeren. De centrale vraag die spreker aan alle raadsleden zou willen stellen is: is er nog enige respect voor gewetensbezwaarden die ook in de minderheid zijn? Mag er ook ruimte zijn voor andersdenkenden? Ook de CDAfractie maakt zich in algemene zin zorgen over de algemene positie van homoseksuelen, maar net zo goed maakt zij zorgen over de positie van de gewetensbezwaarde ambtenaren. Van kwalitatieve democratie is pas sprake als de meerderheid wezenlijke rechten van minderheden – in dit geval ambtenaren met ernstige gewetensbezwaren – erkent en respecteert. Met de uitspraak van de rechter inzake een ambtenaar met gewetensbezwaren in aantocht zou het college het huidige beleid waarin geen sprake is van een slechte positie van homoseksuelen moeten continueren. De CDA-fractie zou er grote moeite mee hebben als dat niet zou gebeuren. Zij wacht met spanning de reactie van het college af, mocht de motie onverhoopt worden aangenomen. Mevrouw WIERSMA (SP) handhaaft de motie; door een aparte groep te noemen wordt het verschil gecreëerd. Spreekster verwacht dat het CDA haar ruimdenkendheid zal gebruiken om ruimte voor bepaalde groepen te creëren. In het nieuwe regeerakkoord staat dat homo-emancipatie onderdeel is van het emancipatiebeleid. Discriminatie en geweld worden actief bestreden. 9
De heer TIGELAAR (ChristenUnie) sluit zich aan bij de woorden van de heer Boeve. De laatste jaren speelden de in de motie verwoorde problemen niet in Amersfoort. Ook de ChristenUnie is van mening dat de motie overbodig is. In zijn bijdrage in De Ronde heeft spreker opgemerkt dat het hem verbaast dat in het land allerlei moties zijn ontstaan naar aanleiding van een passage in het nieuwe regeerakkoord die voor het grootste deel hetzelfde was als het regeerakkoord dat vier jaar geleden werd gesloten tussen CDA, VVD en D66. Mevrouw DE CROM (GroenLinks) attendeert erop dat in deze gemeente tot nu toe geen problemen inzake huwelijkssluitingen zijn ontstaan. Zij wijst erop dat in de motie ook rekening wordt gehouden met toekomstige ambtenaren. Mevrouw VAN VLIET-KUIPER (burgemeester) verwijst naar de discussie in De Ronde, eerder deze avond. Zij geeft aan dat zich In Amersfoort geen problemen rond het sluiten van huwelijken hebben voorgedaan. Voor haar persoonlijk is er geen verschil tussen welk huwelijk ook, want er is in de wet sprake van één soort huwelijk: het huwelijk dat wordt gesloten door de ambtenaar van de burgerlijke stand. Soms hebben mensen bezwaren tegen werken in de avond, of op zondag, of zijn er voorkeuren voor het sluiten van bepaalde huwelijken, of voorkeuren om bepaalde huwelijken niet te sluiten. Dergelijke kwesties worden pragmatisch opgelost. Zij verklaart zich bereid om een scherp staatsrechtelijk debat over de kwestie te voeren, maar haar voorstel is om dat pas te doen als de rechter zich uitspreekt over de twee inderdaad gelijkwaardige regels uit de Grondwet te weten art. 1 en art. 6. waarbij het laatste artikel ingezet zou kunnen worden om een bepaalde taak niet te verrichten op grond van gewetensbezwaren. De vraag is echter of dat artikel van toepassing zal zijn op ambtenaren, die de wet behoren uit te voeren. Het college ontraadt de raad om zich uit te spreken over een zaak die geen probleem is waarbij begrip bestaat voor de principiële bezwaren van het CDA en ChristenUnie principiële bezwaren. De VOORZITTER brengt de motie in stemming. Voor de motie stemmen de leden van de fracties van PvdA, VVD, GroenLinks, Jouw Amersfoort, BPA en SP. Tegen de motie stemmen de leden van de fracties van CDA en ChristenUnie. De motie is met 28 voor en 9 stemmen aangenomen. 8.
Benoeming leden voorbereidingscommissie onderzoek Vathorst
.
De VOORZITTER meldt dat 37 stemmen zijn uitgebracht op: G.J.A. Smit, F. Schoenmaker, mevr. S.C Kesler, A.H. van Garderen, R.G.H. van Muilekom en ir. J.F. van Leersum. Allen zijn hiermee benoemd. De VOORZITTER sluit de vergadering (22.45 uur) Goedgekeurd door de raad der gemeente Amersfoort in de openbare vergadering van 10 april 2007 de griffier,
de voorzitter,
10
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel Van Doel activiteit Voorzitter
van
20.00 tot
20.30 uur
aantal bezoekers:
Vragen raadsleden aan college Presidium Informatie
Reg.nr. Soort verslag Soort activiteit
2354837 Besluitenlijst Raad stelt vragen aan college Kruyt, Van ’t Veld en Van Vliet-Kuiper
Wiersma De Korte
Portefeuillehouder
Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden Vragen JA
Barske (VVD), Kuiper (PvdA), Offereins (CDA) en Smit (JA)
Portefeuillehouders
Beantwoording vragen CDA Stand van zaken en planning zwembad Hogeweg
Wethouder Kruyt: - De planning is als volgt: Juni 2007 bestemmingsplannen + start europese aanbestedingsprocedure, eind 2008 definitieve goedkeuring, eind 2009 Bouwvergunning, najaar 2011 Oplevering zwembad. Offereins: - Hoeveel werknemers, hoeveel hotels zijn betrokken bij de uitvoering van de overeenkomst inzake afschaffen toeristenbelasting, is de wethouder tevreden en welke stappen worden eventueel ondernomen?
Secretaris
Opsteller
Notulist
Kruyt, Van ’t Veld en Van Vliet-Kuiper
Smit: Zijn de berichten in de pers juist dat er discussie met Vahstal plaatsvindt? Uitvoering Vahstal deal - Klopt het dat de in het verleden gemaakte afspraken niet nagekomen kunnen worden? - Is het college bereid aan het einde van het jaar een overzicht te geven van gemaakte afspraken inzake gronduitgifte en de feitelijke stand van zaken? Beantwoording Wethouder Van ‘ t Veld: vragen JA - Ja, er is een meningsverschil over de interpretatie van het contract. Punt daarbij is Uitvoering Vahstal of gewone detailhandel toegestaan is. Hierover is advies ingewonnen bij Houthoff. deal - Een overzicht met de stand van zaken einde van het jaar wordt toegezegd Vragen VVD Barske: - Kan het college inzicht geven in de wensen van AMHC en AV Triatlon om Wensen AMHC en AV sportfaciliteiten uit te breiden? Wanneer zijn de verenigingen uitgegroeid en Triatlon + uitbreiding Golf Driving Range voorziet uitbreiding genoegzaam in de behoefte? - Welke toezeggingen zijn reeds gedaan aan Golf Driving Range? - Is geprognosticeerde opbrengst Golf Driving Range al voor een deel bestemd Beantwoording Wethouder Kruyt: vragen VVD - De verenigingen moeten zelf aangeven wat hun wensen zijn. Wensen AMHC en AV - Hockey groeit sneller dan voorzien. Atletiek is minder duidelijk. Clubs moeten Triatlon + uitbreiding zich richten op samenwerking. Voorzien wordt dat er een tekort is aan Golf Driving Range hockeyvelden, ondanks dat in Vathorst 2 velden aangelegd worden - De vraag inzake toezeggingen houdt verband met bestemmingsplanprocedure in de periode 2001-2006 inzake bestemmingsplan Birkhoven - Contante waarde van de erfpacht is € 567.000. Hiervan is € 135.000 bestemd voor 4e kunstgrasveld. - Wethouder is bereid de vragen nog schriftelijk te beantwoorden. Vragen CDA Offereins: Stand van zaken en Lopen de voorbereidingen van het zwembad Hogeweg volgens planning en zijn er planning zwembad Hogeweg knelpunten?
Vragen CDA Stand van zaken tegenprestatie hoteliers n.a.v. afschaffen toeristenbelasting
#2354837 v1 - BESLUITENLIJST DE RONDE 13 MAART 2007 - VRAGEN RAADSLEDEN AAN COLLEGE
Beantwoording vragen Stand van zaken tegenprestatie hoteliers n.a.v. afschaffen toeristenbelasting Vragen PvdA Blikje op straat? boete 75 euro Beantwoording vragen PvdA Blikje op straat? boete 75 euro
Vragen BPA Verhuizing duiksteunpunt van Amersfoort naar van BunschotenSpakenburg Beantwoording vragen BPA Verhuizing duiksteunpunt van Amersfoort naar van BunschotenSpakenburg Vragen GroenLinks Gratis fietsparkeren station NS
Beantwoording vragen GroenLinks Gratis fietsparkeren station NS
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
Wethouder Kruyt: - De afspraak was dat 10 personen met bijstandsuitkering geplaatst zouden worden. Er zijn 7 kandidaten geplaatst (8e proefplaatsing). Een aantal plaatsingen is echter beëindigd. In totaal nu 3 succesvolle trajecten. Wel is beter contact tussen gemeente en hotels tot stand gekomen, zodat meer mensen aan een baan geholpen konden worden. Kuiper: - Gaat Amersfoort het zwerfvuilprobleem aanpakken door een lik op stuk beleid te voeren en het voorbeeld van de campagne in Druten volgen? Burgemeester Van Vliet-Kuiper: - In de APV is het veroorzaken van zwerfvuil al strafbaar; de handhaving hierop heeft echter geen prioriteit. Zie ook het veiligheidsprogramma 2007. - Met de inrichting van het integraal handhavingsbureau kan hier opnieuw over gesproken worden - De burgemeester refereert aan het project Zomerschoon (wat in het verleden werd uitgevoerd) en de inzet van Daklozen bij het opruimen van zwerfvuil. Schulten: - Klopt het voornemen van de regionale brandweer om het duiksteunpunt te verhuizen van Amersfoort naar Bunschoten-Spakenburg, welke overwegingen liggen hieraan ten grondslag, moet het steunpunt in B’ schoten Spakenburg nog worden ingericht, betreft het de redfunctie of de bergingsfunctie en kan de raad hierover geïnformeerd worden? Burgemeester Van Vliet-Kuiper: - Er is nog geen besluit genomen. Het besluit is aan de raad. De regionale brandweer (BRUL) heeft dit wel in overweging. Bunschoten heeft nu ook een eigen duikteam; het betreft een extra specialisme van reguliere brandweermensen. Gezien de aanrijtijd van 15 minuten betreft het met name de bergingsfunctie. - Burgemeester stelt voor eerst een voorstel aan de raad af te wachten. De Crom: - Hoeveel mensen maken gebruik van de kortingsactie fietsparkeren, maakten deze mensen al gebruik van de bewaakte fietsenstalling, hoeveel mensen hebben daadwerkelijk hun fiets verplaatst? Welke actie gaat college ondernemen tegen fietsen buiten de rekken en op welke termijn? - Groeneveld (SP) voegt de vraag toe of college wil gedogen tot het moment dat er een oplossing is. Kruyt (namens Luchtenveld): - Er zijn 498 actie abonnementen verstrekt, groot deel zijn omzettingen. Geschat wordt dat er 125 nieuwe klanten zijn. Er wordt onderzoek uitgevoerd naar de ruimtelijke mogelijkheden om uit te breiden (3e kwartaal 2007). - College wil niet gedogen aangezien er sprake is van belemmering van de doorgang en er sprake is van een keuze, namelijk de bewaakte fietsenstalling. Niet van toepassing Vragen zijn gesteld en beantwoord. Afgedaan
Toezeggingen / Afspraken
- Wethouder Van ’ t Veld zegt toe einde van het jaar te komen met een overzicht van gronduitgifte in het kader van de Vahstahl-deal. - Wethouder Kruyt zal de vragen van Barske inzake AMHC / AV Triatlon en Golf Driving Range nog schriftelijk beantwoorden. - Wethouder Kruyt zegt toe in het 3e kwartaal met de resultaten te komen van het onderzoek naar ruimtelijke mogelijkheden uitbreiden fietsenrekken station.
#2354837 v1 - BESLUITENLIJST DE RONDE 13 MAART 2007 - VRAGEN RAADSLEDEN AAN COLLEGE
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Raadzaal (1.02)
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist
Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
Inspreker(s)
Conclusie voorzitter
van
20.00 tot
aantal bezoekers:
21.15 110
Reg.nr. 2354138 Structuurvisie Park Randenbroek e.o. Soort verslag College van B&W Verslag Soort activiteit Voorbereiding besluit Raadsvoorstel Het voorliggend voorstel heeft betrekking op het gebied Park Randenbroek de ziekenhuislocatie Sint Elisabeth en het Sportfondsenbad. Het raadsvoorstel bevat een drietal beslispunten. Te weten het bouwen van de woningen op de terreinen van het ziekenhuis en het sportfondsenbad, het proces- en participatievoorstel voor de structuurvisie en het vaststellen van de kaders. Portefeuillehouder Van Daalen, Parmaksiz Van de Meerendonk Hekman en MKW Luchtenveld Duijzer Opsteller
Barendregt (JA), Van Berkum-Admiraal (CU), Portefeuillehouder Van Daalen, Hekman Cooijmans (VVD), Van ‘t Erve (GL), Van Garderen (CDA), Killi (PvdA), Van Duijzer Muilekom (PvdA), Paffen-Zeenni (CDA), Van Ambtenaren Rooijen (PvdA) Schoenmaker (SP), Van Wegen (BPA), Stichting Heiligenbergerbeekdal : de heer E. Vosters De heer M. Boers Belangenvereniging IJsbaan Terrein : mevrouw W. Koekkoek Dahliatuin Randenbroek : mevrouw A. Stelt Amersfoortse IJsvereniging : de heer R. Donker Bouwcommissie IJs /Skeelerbaan : Rubensstraat : mevrouw C. Anzion Mevrouw T. Luycx-de Bont De heer H.J. Witteveen De heer dr. H. de Leede De heer M. Scholten De heer D.Th.J. Kramer SGLA : de heer P de Langen De heer K. van Wegen De heer F. Hartelust, AFC Quick 1890 Behandeling van dit punt wordt voortgezet op 27 maart in De Ronde Terug in De Ronde
Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
-
#2354138 v1 - BESLUITENLIJST DR 13-3-2007 - STRUCTUURVISIE PARK RANDENBROEK E.O.
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Molendijkzaal (0.01)
Titel
Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
20.30 tot
aantal bezoekers:
21.00 uur 20
PvdA, JA, GrL, SP, BPA en VVD : Motie inzake het sluiten van huwelijken door ambtenaren van de burgerlijke stand Soort verslag Raadsfracties PvdA, Jouw Amersfoort, GroenLinks, SP, BPA en VVD Soort activiteit Peiling
Reg.nr.
2355170
Besluitenlijst
Raadsfracties peilen raad In het regeerakkoord van het huidige kabinet is vastgelegd dat ambtenaren van de burgerlijke stand op principiële gronden moeten kunnen weigeren huwelijken tussen mensen van gelijk geslacht te sluiten. De motie heeft als doel om te besluiten dat alle Amersfoortse ambtenaren van de burgerlijke stand bereid dienen te zijn álle huwelijken, ook die tussen twee personen van dezelfde sekse, te sluiten. Wiersma De Korte --
Portefeuillehouder Opsteller
Van Vliet-Kuiper Hensbergen (PvdA)
Portefeuillehouder Van Vliet-Kuiper Boeve (CDA), De Crom (GL), Kraanen (BPA), Kuiper (PvdA), Van Leersum (VVD), Ambtenaren Smit (JA), Tigelaar (CU), Wiersma (SP), - de heer A.A. van Hensbergen Met uitzondering van de fracties van CDA en CU wordt de motie door de fracties ondersteund.
De burgemeester geeft aan de motie overbodig te vinden aangezien zich in Amersfoort op dit punt geen problemen voordoen. Daarnaast acht zij het verstandig de rechterlijke uitspraak naar aanleiding van een zaak in Brabant af te wachten. Naar Het Besluit
Verzoek om dit op 13 maart in Het Besluit te agenderen. Advies presidium is om dit op 27 maart te agenderen Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
#2355170 v1 - BESLUITENLIJST DE RONDE 13 MAART 2007 - PVDA, JA, GRL, SP, BPA EN VVD - MOTIE INZAKE HET SLUITEN VAN HUWELIJKEN DOOR AMBTENAREN
Besluitenlijst Het Besluit 27 maart 2007
Datum:
Raadzaal (1.02) Reg.nr.:
van
21.30
tot
aantal bezoekers:
22.30 uur 40
2369355
Aanwezig zijn Voorzitter raad Griffier Leden raad
Wethouders Afwezig (mk)
mevrouw A. van Vliet-Kuiper (burgemeester) mevrouw mr A.M. van Omme Adli (PvdA), Barendregt (JA), Barské (VVD), Beltman (SP), Van den Berg (JA), Van Berkum-Admiraal (CU), Boeve (CDA), Cooijmans (VVD), De Crom (GL), Dekker (VVD), Van ‘t Erve (GL), Van Garderen (CDA), Van Hensbergen (PvdA), Hinloopen (PvdA), Imming (PvdA), Kennedy-Doornbos (CU), Kesler (GL), Killi (PvdA), Kraanen (BPA), Kuiper (PvdA), Van Leersum (VVD), Van Muilekom (PvdA), NoortmanNieuwendijk (CDA), Offereins (CDA), Özcan (GL), Parmaksiz (PvdA), Van Rooijen (PvdA), Schulten (BPA), Smit (JA), Tanamal (PvdA), Tigelaar (CU), Voogt (VVD), Van Wegen (BPA), Wiersma (SP), Van Woudenberg-Tenge (BPA), Van Wijngaarden (VVD). Eerdmans, Hekman, Kruyt, Luchtenveld en Van ’t Veld Paffen-Zeenni (CDA), Schoenmaker (SP), Van Vliet (BPA) en wethouder Van Daalen.
Besluitvorming Titel Besluit
Toezeggingen
Stemming
Titel Besluit
1. Verordening Wet inburgering 2007
Reg.nr.
2356968
1. artikel 2, lid 3 als volgt aan te passen: het college beoordeelt tenminste jaarlijks de doeltreffendheid en doelmatigheid van de informatieverstrekking aan de inburgeringsplichtigen en rapporteert daarover aan de raad; 2. de Verordening Wet Inburgering 2007 aldus gewijzigd vast te stellen waarin is geregeld: de informatieverstrekking aan inburgeringplichtigen het aanwijzen van de doelgroepen naast de verplichte doelgroepen t.w.: a. mensen met een uitkering en een reïntegratievoorziening b. verzorgende ouders zonder inkomen of uitkering (veelal moeders). de samenstelling van de inburgeringvoorziening de inning van de wettelijk verplichte eigen bijdrage het opleggen van verplichtingen de procedure van het doen van een aanbod en de inhoud van de bijbehorende beschikking de hoogte van de bestuurlijke boete voor het niet-deelnemen aan een inburgeringonderzoek. Weth. Eerdmans zegt toe uit te werken wat het betekent als aan de totale groep inburgeringsplichtigen een aanbod wordt gedaan en waarbij mogelijk ook een financiële tegemoetkoming wordt geboden. De groep zal gedifferentieerd in beeld worden gebracht. De uitwerking wordt uiterlijk in september 2007 aan de raad voorgelegd, zodat dit kan worden meegenomen bij het vast te stellen beleidskader; de raad zal dan uit een aantal scenario's een keuze kunnen maken. Amendement A-1.1 (VVD, SP) aangenomen met 32 stemmen voor en 4 tegen Amendement A-1.2 (VVD) verworpen met 13 stemmen voor en 23 tegen Amendement A-1.3 (SP) verworpen met 6 stemmen voor en 30 tegen Motie M-1.1 (PvdA) ingetrokken, gezien toezegging wethouder Voorstel zonder hoofdelijke stemming aangenomen Reg.nr. 2. Actie op uitval; actieprogramma 2007-2010 2338057 1. in te stemmen met het actiekader van Actie op de uitval; 2. in te stemmen met het actieprogramma van Actie op de uitval.
#2369355 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 27-3-2007
Toezeggingen
Van de agenda afgevoerd; wordt opnieuw geagendeerd voor De Ronde.
Stemming
2331065 1. in te stemmen met de bij dit raadsvoorstel behorende reactienota en de zienswijze ongegrond te verklaren; 2. in te stemmen met de ambtshalve aanpassingen; 3. het bestemmingsplan ‘Groot Weede 2007’ gewijzigd vast te stellen.
3. Vaststelling Bestemmingsplan ‘Groot Weede 2007’
Titel Besluit
Reg.nr.
Toezeggingen
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten Reg.nr. 4. Vrijstelling ex art. 19.1 WRO uitbreiden woningen / winkel 2336719 Langestraat 27 / Scherbierstraat 1-3 1. de vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO op te starten, voor het vergroten van de winkelruimte en het realiseren van extra bovenwoning voor het perceel Langestraat 27 /Scherbierstraat 1-3; 2. te verklaren dat een herziening van het stadsvernieuwingsplan ‘Kern’ wordt voorbereid voor het perceel Langestraat 27/ Scherbierstraat 1-3, zoals ook aangeduid op het bijbehorende kaartje en dat het besluit in werking treedt de dag volgend op die waarop het bekend gemaakt wordt.
Stemming Titel Besluit
Toezeggingen
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten
Stemming
5. Goedkeuring jaarstukken Onderwijsgroep Amersfoort
Titel
Reg.nr.
2336420
1. in te stemmen met de jaarrekening 2005 2. de begroting 2007 van de Stichting Onderwijsgroep Amersfoort goed te keuren.
Besluit
Toezeggingen
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten
Stemming
2327549 1. het bezwaar van mevrouw Brouwer tegen het nemen van een voorbereidingsbesluit voor het plangebied Leusderkwartier en omgeving ongegrond te verklaren; 2. het hoofd van de afdeling juridische zaken te mandateren de beslissing op bezwaar te ondertekenen.
6. Beslissing op bezwaar voorbereidingsbesluit Leusderkwartier
Titel Besluit
Reg.nr.
Toezeggingen Stemming Titel Besluit
Zonder hoofdelijke stemming conform besloten Reg.nr. 7. Benoeming tweede plaatsvervangend voorzitter gemeenteraad 2361981 M.C. Barendregt als tweede plaatsvervangend voorzitter van de gemeenteraad te benoemen.
Toezeggingen Stemming Titel
Benoemd 8. VVD: Motie ‘Weekendschool Petje Af’’
Reg.nr.
---
Besluit Toezeggingen Stemming
Weth. Van 't Veld zegt toe bij te zullen dragen aan de pilot uit het budget van Amersfoort Jong, mogelijk in de vorm van een voorfinanciering. Motie M-8.1 (VVD, SP, CDA) ingetrokken gezien toezegging wethouder
#2369355 v1 - BESLUITENLIJST HET BESLUIT 27-3-2007
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Molendijkzaal 0.01
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
20.00 uur 35
Reg.nr. 2350257 Herinrichting Lichtenberg + bestemmingsplan De Berg (herziening ex artikel 30) Soort verslag College van B&W Verslag Soort activiteit Peiling College peilt raad Van de Ronde wordt gevraagd een mening te geven over zowel de artikel 30 Wro herziening van het bestemmingsplan De Berg 2003 als over het stedenbouwkundig ontwerp en concept gemeentelijk programma van eisen Lichtenberg. Er is sprake van enkele discussiepunten die zijn blijven bestaan tussen college en bewonersvertegenwoordiging Lichtenberg. Portefeuillehouder Hekman Boeve Opsteller Van de Meerendonk Limburg MKW Portefeuillehouder Hekman Barendregt (JA), Cooijmans (VVD), Van ‘t Erve (GL), Van Garderen (CDA), Groeneveld Ambtenaren Limburg (SP), Killi (PvdA), Tigelaar (CU), Van Wegen (BPA) - Werkgroep De Lichtenberg – mevrouw C. van den Bos - SGLA : de heer P de Langen In de Ronde heeft de raad aangegeven nog bedenkingen te hebben o.a. op de punten van de maximale bouwhoogten (10/12 lagen) en de bebouwing van de groenstrook. Jouw Amersfoort heeft over dit laatste punt een amendement aangekondigd (bij de definitieve besluitvorming.
Desondanks gaat eea in huidige vorm verder. Het stedenbouwkundig ontwerp, het concept gemeentelijk programma van eisen voor de Lichtenberg en het voorontwerp bestemmingsplan gaan na deze peiling gelijktijdig de inspraak in. Nadat de inspraakreacties zijn verwerkt en voordat het bestemmingsplan naar PPC wordt verzonden komt het ter peiling terug in De Ronde rond mei van dit jaar. Vervolgstap college Toezeggingen / Afspraken Aantekeningen voor verslag
#2350257 v1 - BESLUITENLIJST DR 13-3-2007 - HERINRICHTING LICHTENBERG + BESTEMMINGSPLAN DE BERG -HERZIENING EX ARTIKEL 30
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Raadzaal (1,02)
Titel Van Doel activiteit Voorstel
Voorzitter Secretaris Notulist Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
Inspreker(s) Conclusie voorzitter
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
Reg.nr. 2354854 Startnotitie Sport Soort verslag College van B&W Verslag Soort activiteit Peiling College peilt raad In de Ronde wordt het volgende gepeild: 1. Kan de Raad instemmen met de in de startnotitie beschreven thema’s Sport en Maatschappelijke Integratie, Ruimte in een (te) krappe stad, Topsport en breedtesport en Kwaliteit van faciliteiten en facilitering ? 2. Heeft de Raad nog aanvullende vraag- en discussiepunten ? 3. Wil de Raad expliciet bepaalde vraagpunten niet behandeld zien ? Portefeuillehouder
De Crom De Korte MKW
Opsteller
Kruyt Dijkman
Barske (VVD), Van den Berg (JA), Kennedy- Portefeuillehouder Kruyt Ambtenaren Doornbos (CU), Kesler (GL), Offereins Dijkman (CDA), Van Rooijen (PvdA), Schoenmaker (SP), Schulten (BPA) - Sportservice Midden Nederland en Olympisch Netwerk - mevrouw M. Roha - Inspreker heeft gewezen op het belang van regionale samenwerking bij gehandicaptensport en heeft de fracties een projectplan overhandigd. - Ten aanzien van de peilpunten hebben fracties opmerkingen gemaakt over onder andere het ontbreken van een overkoepelende visie, accomodatiebeleid (ruimte en kwaliteit), gezamenlijk gebruik van velden, regiofunctie, 1/3 regeling, grote evenementenhal, verhouding tussen topsport en breedtesport. Daarnaast is de oproep gedaan om in plaats van gesloten vragen meer open vragen te formuleren. - Wethouder Kruyt stelt voor om de discussie over de rol van de raad bij het vaststellen van de tarieven te betrekken bij de evaluatie van de deelnemingen Naar Het Besluit Advies zonder debat Terug in De Ronde Voldoende besproken Vervolgstap college Afgedaan
Toezeggingen / Afspraken
20.00 uur 15
met debat, woordvoerder 1e ronde:
Wethouder Kruyt zal naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen door de fracties de vraagstelling in de startnotitie sport nog herzien
Aantekeningen voor verslag
#2354854 v1 - BESLUITENLIJST DR 13-3-2007 - STARTNOTITIE SPORT
Verslag De Ronde op 13 maart 2007: Startnotitie ontwikkeling kadernota sport 2008-2015 Voorzitter: De Crom Secretaris: De Korte Aanwezig: Barske, Van den Berg, Hunink (vanaf 19.45 uur), Kennedy-Doornbos (tot 19.45 uur), Kesler, Offereins, Van Rooijen, Schoenmaker, Schulten Pers: ja Publiek: 15 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Wethouders: Kruyt Ambtenaar/Gast: Reg. nr.: 2363186 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] Punt
Inhoud
Actie
Doel: 1. Kan de raad instemmen met de in de startnotitie beschreven thema’s Sport en Maatschappelijke Integratie, ruimte in een (te) krappe stad, topsport en breedtesport, kwaliteit van faciliteiten en facilitering? 2. Zijn er bij de raad aanvullende vraag- en discussiepunten? 3. Wil de raad bepaalde vraagpunten expliciet niet behandeld zien? Inspreekster Roha (namens Sportservice Midden-Nederland en Olympisch Netwerk): - Pleit voor regionale samenwerking om mogelijkheden voor aangepast sporten in de regio Eemland. - De gemeente Amersfoort heeft regionale uitstraling; dus is Amersfoort de uitgelezen plaats voor sporten door gehandicapten. Dit kan leiden tot betere integratie in de samenleving en een betere gezondheid voor de doelgroep. Het gaat om circa 5.000 sporters. - Wenst dat Amersfoort gaat meedraaien in Sportservice Midden-Nederland. Er moet een regionaal aanspreekpunt komen. - Verzoekt tot een breed draagvlak voor het meedoen van Amersfoort ten behoeve van het opzetten van aangepaste sportvoorzieningen in de regio Eemland. - Wil in 2008 starten met een regioconsulent om de doelstellingen van Sportservice Midden-Nederland uit te dragen. - Voor iedere fractie is een exemplaar beschikbaar van het projectplan van Sportservice Midden-Nederland. - Geeft desgevraagd aan de startnotitie ontwikkeling kadernota sport 20082015 te kennen en te onderschrijven. Wil dat er geld wordt gelabeld voor gehandicaptensport. - Ten aanzien van de noodzaak voor het instellen van een regioconsulent wordt benadrukt dat er behoefte is aan regionale samenwerking. Binnen Amersfoort is te weinig capaciteit en kennis aanwezig voor doorverwijzing. - Op de vraag of moet worden nagedacht over een aanspreekpunt of het meteen aanstellen van een consulent, wordt gemeld dat een aanspreekpunt het beste is, omdat de doelgroep vaak al een lange weg (van doorverwijzen) achter de rug heeft. - Contact van de consulent met de gemeente: een keer per half jaar overleg. - Bij urgente vragen vindt overleg met de gemeente plaats.
1
-
In 2009 vindt een evaluatie van de structuur van de gehandicaptensport plaats. Toegezegd wordt over de organisatie van sport voor bijvoorbeeld mensen met reuma in kleiner verband informatie te geven.
BPA (Schulten): - De startnotitie bevat een goede aanzet. - Wat gaat de raad op korte termijn doen met alle aandachtspunten en wat is de te volgen procedure?Heeft begrepen dat nog een procedure zal worden opgesteld. - Mist een aansprekende bezielende visie en ambitie over actuele knelpunten. - Zou de ouderwetse gymleraar willen terugzien op ABC-scholen. - De ruimte is krap, maar het echte probleem is dat er clubs zijn die volgens NOC*NSF normen te veel of te weinig velden hebben. In geval van te weinig velden zou kunstgras een mogelijkheid bieden. - Heeft eerder zorgen geuit over de eenderderegeling. Fikse investeringen vanuit de gemeente zijn nodig. - Tarieven zijn actueel voor zoveel binnen- als buitensport. De gemeente zou over de tarieven moeten gaan. - SRO is een beheerorgaan en is afhankelijk van de gemeente. SRO kan niet anders dan roeien met de riemen die ze heeft. De gemeente moet daarom haar verantwoordelijkheid inzake de tarieven nemen. PvdA (Van Rooijen): - Het is goed dat de startnotitie er nu ligt. - De notitie is niet helder in relatie met andere beleidsonderwerpen (WMO, Amersfoort Vernieuwt etc.). De notitie steekt breed in, dat is op zich goed, maar maak helder wie wat aanstuurt. - Wachtlijsten bij de doelgroep jeugd en her en der capaciteitstekort zijn het bewijs dat het de afgelopen tijd niet allemaal rozengeur en maneschijn is geweest. - Specificeer doelgroepen. - Voordat echt met het proces wordt gestart, is helderheid over de onderzoeken nodig om bijvoorbeeld vragen over het wel of niet bestaan van een capaciteittekort te kunnen beantwoorden. - Wat zijn de oorzaken van te geringe deelname aan sport door allochtone meisjes en vrouwen? - Waar liggen witte vlekken in sportaccomodaties en zijn daarvoor oplossingen? - Sport hoort in de wijken, dus bouw de ruimte daarvoor niet vol met woningen. - Wie betaalt investeringen in velden en accommodaties: de gemeente en/of de clubs? - Pakt de gemeente de regiofunctie op voor sporten op niveau? - Ga vooral aan de slag, samen met het werkveld en sluit aan bij eerdere inventarisaties. - Amersfoort mag de meest sportieve stad worden. VVD (Barske): - De startnotitie bevat een goede aanzet. - Het had allemaal wel wat ambitieuzer gekund. - Hoe wordt omgegaan met de zondagsrust? - Hoe wordt omgegaan met individuele sporten? - Welke positieve punten komen uit onderzoek naar voren?
2
-
Wat is het effect van de groei van Amersfoort op sportverenigingen?
CDA (Offereins): - De inhoud van de thema’s is prima. De thema’s hangen overigens wel met elkaar samen. Een integrale aanpak is nuttig. - Zoek eerst als gemeente goed uit waarom allochtone meisjes weinig sporten. Belast verenigingen niet met deze vraag. - Ga zo snel mogelijk aan de slag met kunstgras en herverdeling van beschikbare capaciteit. Verenigingen met de grootste noden moeten het eerst aan velden en accommodaties worden geholpen. - Kijk of de eenderderegeling een structurele post op de begroting kan worden. De regeling zou wel wat moeten aangepast zodat wordt voorkomen dat één vereniging het hele potje in een keer kan opsouperen. - Alle sporten op topniveau ondersteunen is niet haalbaar. - Is voorstander van het onderzoeken van de mogelijkheden voor een evenementenhal. CU (Kennedy-Doornbos): - Neem niet alleen het aantal inwoners maar ook de leeftijd van de inwoners in ogenschouw om sportfaciliteiten aan te passen. - De thema’s zijn op zich goed. - Zowel autochtoon als allochtoon kader vinden is lastig. Kan de gemeente hierin iets betekenen, bijvoorbeeld door iets te doen met de hoogte van de contributie? - Kunnen verenigingen iets met de SOPA-regeling? - Kunnen ABC-scholen gezamenlijk accommodaties gebruiken? - Is de eenderderegeling de meest rechtvaardige regeling? Met andere woorden: kunnen alle verenigingen hiervan gebruik maken? Aan de regeling dient een maximum te worden gesteld. - Is benieuwd naar het rapport van de Rekenkamercommissie. GroenLinks (Kesler): - Had verwacht dat de vragen veel meer zouden uitgaan van de problematiek die in de voorbereidende bijeenkomsten aan de orde is geweest. Vindt deze problematiek niet terug in de nu voorliggende startnotitie. - De notitie bevat veel gesloten vragen. Verenigingen rest dan weinig anders dan ‘ja’ of ‘nee’ zeggen. Had het beter gevonden als de notitie open vragen had bevat, bijvoorbeeld ‘hoe ziet u de inzet van kunstgras?’. - Mist bij het onderwerp ‘breedtesport’ de wijze waarop de gemeente dit type sport kan ondersteunen. BPA (Schulten): - Het pleidooi van de fractie van GroenLinks wordt onderschreven. - Kunstgras vormt een mooie voorzet om met verenigingen in gesprek te gaan en van gedachten te wisselen over wat mogelijk zou zijn met kunstgras. Jouw Amersfoort (Van den Berg): - Ga vooral door met de startnotitie. - Roepen naar verenigingen is niet genoeg, financiële prikkels kunnen helpen. - Sportvernieuwing is een thema waarover moet worden nagedacht, zeker in verband met ‘sporthoppen’. - Optimaliseer het gebruik van kunstgras. Schakel eventueel een professioneel bureau in om dubbelgebruik van velden te bezien.
3
-
-
Betracht enige voorzichtigheid ten aanzien van de evenementenhal. In de peilingen met de zaalsportverenigingen bleek dat enkele van deze verenigingen uit hun accommodatie wordt gezet ten behoeve van meer opbrengstgenererende sportactiviteiten. Verenigingen gaan voor evenementen. Topsport begint vaak op hogescholen; dit type scholen is uit Amersfoort weggetrokken; heeft twijfels over hoe het met de topsport zou moeten in Amersfoort. Wil dat het onderzoek van de Rekenkamercommissie beschikbaar is ten tijde van het discussiëren in de sportcafés.
SP (Schoenmaker): - Sluit zich aan bij eerder gemaakte opmerkingen. - Is blij dat de discussie breed zal worden ingezet. - Topsport mag uit de discussie, breedtesport is belangrijker. - Vraag de verenigingen of de bepaling van de tarieven terug moet naar de gemeente. - Is er voor SRO noodzaak samen te werken met de gemeente Haarlem? Wethouder Kruyt: - De Rekenkamercommissie komt met een rapport over de tarieven. - De gemeente zelf doet onderzoek naar faciliteiten. - Sommige scholen, bijvoorbeeld ROC, hebben velden plus docenten. - Toegezegd wordt vraagstellingen van gesloten naar open te veranderen. - Denk met verenigingen na over hoe ze sterker kunnen worden (kader). - Het is een reëel verzoek om de bijeenkomsten in de sportcafés zo te plannen dat het rapport van de Rekenkamercommissie gereed is. - De discussie met de raad over de vaststelling van de tarieven kan misschien beter bij de evaluatie van de deelnemingen aan de orde komen. - Toegezegd wordt dat naar de mogelijkheden van gezamenlijk gebruik van velden wordt gekeken. Samenvattend: De startnotitie is voldoende besproken. Ten aanzien van de peilpunten zijn opmerkingen gemaakt over onder andere het ontbreken van een overkoepelende visie, het accommodatiebeleid (ruimte en kwaliteit), het gezamenlijk gebruiken van velden, de regiofunctie van Amersfoort, de eenderderegeling, een grote evenementenhal, de verhouding tussen topsport en breedtesport. De wethouder heeft toegezegd de vraagstelling nog te herzien. De mogelijkheden tot gezamenlijk gebruik velden wordt nader bekeken. Wethouder Kruyt stelt voor om de discussie over de rol van de raad bij het vaststellen van tarieven mogelijk te betrekken bij de evaluatie van de deelnemingen.
Vastgesteld in de vergadering van 10 april 2007. De secretaris,
De voorzitter,
4
Verslag De Ronde op 13 maart 2007: Herontwikkeling vrijkomende ziekenhuislocatie Lichtenberg: Programma van Eisen Lichtenberg en Voorlopig Ontwerp Stedenbouw locatie Lichtenberg Herziening bestemmingsplan De Berg 2003 ex art. 30 WRO Boeve Secretaris: Van de Meerendonk Barendregt, Cooijmans, Van ’t Erve, Van Garderen, Groeneveld, Killi, Tigelaar, Van Wegen, ja Pers: Publiek: 35 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Portefeuillehouder: Hekman Ambtenaar: Limburg Reg. nr.: 2362806 Tel. nr.: (033) 4694628 E-mail:
[email protected] Voorzitter: Aanwezig:
Punt
Inhoud
Actie
Doel: Gevraagd wordt een mening te geven over zowel de artikel 30 WRO herziening van het bestemmingsplan De Berg 2003 als over het VSO en concept gemeentelijk PvE Lichtenberg. Er is sprake van enkele discussiepunten die zijn blijven bestaan tussen college en bewonersvertegenwoordiging Lichtenberg. Portefeuillehouder (Hekman): - In De Ronde van 19 september 2006 is gesproken over een stedenbouwkundig ontwerp voor de Lichtenberg en een voorstel voor de herziening van het bestemmingsplan De Berg 2003. Op dit laatste kwam een zeer kritisch commentaar van de bewonersgroep. Daarna is men opnieuw in overleg getreden met de bewonersgroep. De afspraken die zijn gemaakt hebben hun vertaling gekregen in een aangepast voorstel voor de herziening van het bestemmingsplan De Berg 2003. - Er blijven nog twee inhoudelijke discussiepunten staan: de bouwhoogte op de top van de Berg en de bebouwing in de groenstrook achter de woningen aan de Jacob Catslaan. - Na de peiling in De Ronde worden de drie documenten in de inspraak gebracht. Inspreker mevrouw Van den Bos (werkgroep De Lichtenberg): - Waardeert de inzet van de gemeente en van de wethouder in het bijzonder. - Knelpunt: het voorstel tot het gedeeltelijk bebouwen van de groenstrook achter de woningen aan de Jacob Catsstraat. De manier waarop de laatste tijd met het kappen van bomen is omgegaan biedt geen vertrouwen dat de gemeente zorgvuldig met groen omgaat. - Knelpunt: De hoogbouw zou niet hoger worden dan het huidige ziekenhuis, maximaal tien verdiepingen. In het herziene plan wordt gesproken over twaalf verdiepingen. - De bebouwing van de groenstrook en de verhoging van de hoogbouw zijn niet noodzakelijk. De opbrengsten van deze woningen zijn slechts enkele procenten van de totale begroting voor de Lichtenberg. Optimalisering van de grondexploitatie moet op een andere manier kunnen worden gevonden. - Spreker roept de raad op niet in te stemmen met bebouwing van de groenstrook en maximaal tien verdiepingen hoogbouw toe te staan.
1
Inspreker de heer De Langen: - Door het overleg en het wederzijdse vertrouwen is een deel van de bezwaren van de bewonersgroep weggenomen. Toch wordt het uitgangspunt van de bewonersgroep niet gehonoreerd; bebouwing van de groenstrook staat nog steeds in het plan. Dit tot grote teleurstelling van de bewonersgroep. -
Had een andere opstelling van het college verwacht indien het plan van de bewoners als uitgangspunt was genomen. Verzoekt om de groenstrook vrij te houden van bebouwing. Hierdoor kan veel onrust worden voorkomen. Ook kan hiermee een signaal worden afgegeven dat men terecht de groenste stad van Europa is geworden.
CDA (Van Garderen): - Er is sprake van een mooi proces. De CDA-fractie heeft al eerder aangegeven dat de bewonersgroep financieel ondersteund moet worden. - Wil proberen boven water te houden: het speelterreintje, een seniorenbouwlocatie en de groenstrook zonder bebouwing. BPA (Van Wegen): - Ziet het liefst nu al de wens van de bewonersgroep gehonoreerd. Als € 5 tot € 15 per vierkante meter over andere kavels wordt verdeeld zijn de vier bebouwingsvlekken binnen de groenstrook al betaald. - Waarom wordt niet vastgehouden aan tien verdiepingen? SP (Groeneveld): - Heeft enkele jaren geleden een motie ingediend voor een onderzoek naar de mogelijkheden van sociale woningbouw in dit gebied. Deze motie werd destijds door de andere partijen weggelachen. Is verbaasd over het gemak waarmee nu wordt gezegd dat bebouwing binnen de groenstrook niet nodig is en de twee extra verdiepingen niet nodig zijn. Als deze ruimte er is ziet de SP hier graag sociale woningbouw gerealiseerd. JA (Barendregt): - Is van mening dat het plan de inspraak in kan. - Het enige echte groen in dit gebied dient niet te worden opgeofferd. De enige reden hiervoor is de opbrengst in het kader van de budgettaire neutraliteit. De budgettaire neutraliteit vormt een knellend kader en gaat in dit geval te ver. De ruimtelijke kwaliteit is van groter belang. Overweegt een amendement in te dienen. - Het gebied kan maar één keer worden ingericht en JA is van mening dat men zich hierbij niet moet laten leiden door alleen financiële argumenten. - Is van mening dat twaalf verdiepingen hoogbouw een meerwaarde voor de locatie is; stedenbouwkundig is dit een goede oplossing. VVD (Cooijmans): - Lof voor het proces. - Het is een evenwichtig plan met uitzondering van de bebouwing in de groenstrook. Stemt daarmee niet in. - Heeft eerder aangegeven dat rekening moet worden gehouden met de door de fractie ingediende motie over particulier opdrachtergeverschap. Het Seniorenconvent zou hiervan een voorbeeld kunnen zijn. - Doet de oproep om de Vrienden van de Acropolis Amersfoort te betrekken bij de invulling van het plan.
2
GroenLinks (Van ‘t Erve): - Lof voor de lange adem van de bewonersgroep. - Ziet de groenstrook het liefst onbebouwd maar dit moet niet ten koste gaan van het Heiligenbergerbeekdal. - Het plan kan de inspraak in, maar er moet op worden toegezien dat monumentale bomen blijven staan. Een inventarisatie van de monumentale bomen is noodzakelijk. - Er gaan drie documenten tegelijk de inspraak in. Wil de toezegging dat een bezwaar over plan A niet door de gemeente wordt afgedaan met het argument dat deze beslissing is genomen op basis van plan B en het bezwaar daarom ongegrond is. PvdA (Killi): - Sluit zich aan bij de lovende woorden. - De documenten kunnen worden vrijgegeven voor de inspraak. - Deze locatie leent zich uitstekend voor het aanbrengen van hoogteaccenten en heeft dan ook geen bezwaar tegen 12 lagen. - Over de groenstrook moet nog worden gediscussieerd met de bewoners en de SGLA. - Wil geen afstand doen van het uitgangspunt voor een budgettair neutrale exploitatie en hoopt op een verrassende oplossing van het college. CU (Tigelaar): - Het plan kan de inspraak in. - Looft het proces. - Heeft geen problemen met het hoogteaccent van twaalf verdiepingen. - Binnen de planexploitatie moet gekeken worden naar een oplossing voor de groenstrook. SP (Groeneveld): - Sluit zich aan bij de lovende woorden. - Is van mening dat veel fracties zwabberen met hun mening. - Indien er geen woningen nodig zijn in de groenstrook en er dus meer rek in het plan zit dan werd voorgesteld, heeft de SP wel enkele ideeën en zal daarover eventueel een motie indienen. Portefeuillehouder (Hekman): - Is content dat vrijwel alle fracties instemmen met het in de inspraak brengen van de plannen. - De financiële rek is eruit. De opdracht was om het plan uit te werken binnen het financieel kader van budgettaire neutraliteit. - Met dit plan is het mogelijk de kwaliteit van het groengebied te verbeteren. Bij de situering van het bouwblok is er op gelet dat er een strook van 15 meter groen overblijft. Er is gezocht naar de beste invulling. Als er financiële ruimte was geweest, was dit bouwblok niet opgenomen. - Er is voorzien in een functie voor senioren met de bouw van het appartementencomplex. - Er wordt binnenkort een bijeenkomst georganiseerd hoe particulier opdrachtgeverschap kan worden versterkt. Voorzitter: - Vraagt de fracties waar zij ruimte zien om de vier beoogde woningen niet te bouwen.
3
CDA (Van Garderen): - Het kan worden gedekt uit de RSV-gelden of via een creatieve oplossing door in de tijd te financieren. GL (Van ‘t Erve): - Uit de exploitatie van het plangebied zelf. PvdA (Killi): - Het college heeft een goed voorstel om dit te financieren. VVD (Cooijmans): - De budgetneutraliteit voor de sloop en herontwikkeling van beide ziekenhuislocaties moet op orde zijn, daar zou ruimte moeten worden gevonden. SP (Groeneveld): - Het is een gemiste kans om op deze locatie geen sociale woningbouw te realiseren. BPA (Van Wegen): - Budgetneutraliteit is niet nodig. Er komen nog voldoende gelden binnen. - Noemt het plan van burgemeesters in de regio voor nieuwe projecten. Hij stelt voor om eerst bestaande plannen te financieren. JA (Barendregt): - Financiering zou kunnen uit: RSV-2, algemene middelen, financiële heroverwegingen, het inzetten van geld dat nu wordt bestemd voor een skibaan in Amersfoort-Noord. CU (Tigelaar): - De oplossing moet binnen dit plan worden gevonden. Samenvattend: Er is lof voor het proces dat is gevolgd. Enkele fracties hebben bedenkingen op het punt van de maximale bouwhoogte (tien/twaalf bouwlagen) en het overgrote deel van de fracties op het gedeeltelijk bebouwen van de groenstrook achter de Jacob Catslaan. Jouw Amersfoort overweegt bij de vaststelling een amendement inzake bebouwing groenstrook in te dienen. De Ronde stemt in met het in de inspraak brengen van de drie documenten, in de huidige vorm. Na deze procedure komt het onderwerp terug in De Ronde, nog voordat het bestemmingsplan aan de PPC wordt voorgelegd.
Vastgesteld in de vergadering van 10 april 2007. De secretaris,
De voorzitter,
4
Besluitenlijst De Ronde datum:
13 maart 2007
vergaderruimte: Vermeerzaal (1.03)
Titel Van Doel activiteit Voorstel Voorzitter Secretaris Notulist
van
19.00 tot
aantal bezoekers:
19.45 uur 9
Reg.nr. 2356000 Implementatie Wet Inburgering Soort verslag College van B&W Besluitenlijst Soort activiteit Informatie Presentatie Van de raad wordt gevraagd kennis te nemen van de Raadsinformatiebrief en van de mondelinge toelichting. Portefeuillehouder Eerdmans Adli Opsteller Kemink Klaarenbeek --
Aanwezig Raadsleden/buitengewoonfractieleden
Van Berkum-Admiraal (CU), Van Hensbergen Portefeuillehouder Eerdmans Klaarenbeek (PvdA), Kraanen (BPA), Özcan (GL), Paffen- Ambtenaren Zeenni (CDA), Smit (JA), Wiersma (SP) en Van Wijngaarden (VVD).
Inspreker(s)
Geen Voldoende besproken. De concept-Verordening Wet Inburgering 2007, waarover vandaag door B&W een besluit is genomen, wordt woensdag op de website geplaatst Raadsleden kunnen rechtstreeks aan weth. Eerdmans mailen voor verduidelijking. Raadsleden zullen nog deze week schriftelijk informatie ontvangen over vragen die nu niet beantwoord kunnen worden.
Conclusie voorzitter
Naar Het Besluit zonder debat Advies Toezeggingen / Afspraken
met debat, woordvoerder 1e ronde:
mevr. Van Hensbergen
1. Weth. Eerdmans zegt toe dat de raad nog deze week schriftelijke informatie ontvangt over de vragen die hedenavond niet kunnen worden beantwoord 2. Concept-Verordening Wet Inburgering 2007 zal op 14 maart op de website geplaatst worden; raadsleden kunnen rechtstreeks aan wethouder Eerdmans mailen met vragen ter verduidelijking
Aantekeningen voor verslag
#2356000 v1 - BESLUITENLIJST DR 13-3-2007 - IMPLEMENTATIE WET INBURGERING
besluitenlijst
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 27 maart 2007 19:00
SP: Motie schade-vergoeding middenstand Hooglanderveen Voorbereiding besluit Zendmachtiging Voorbereiding besluit
besluitenlijst
SP: Motie schade-vergoeding middenstand Hooglanderveen Voorbereiding besluit Reg.nr.: 2354084 Van: Raadsfractie SP Portefeuillehouder: Hekman Opsteller: Schoenmaker (SP) Samenvatting: Op 27 februari heeft de gemeenteraad besloten de tunnel aan de Van Tuijlstraat onder de A28 voor maximaal 4 maanden te sluiten. De SP is van mening dat met name de middenstand hiervan meer dan gemiddeld nadelige financiële gevolgen zal ondervinden. Dit omdat de middenstand gedurende de langdurige afsluiting vrijwel onbereikbaarheid is. Het college is, bij monde van wethouder Luchtenveld, niet bereid tot het vergoeden van de te lijden schade, omdat de gemeente in dit soort zaken nooit schadevergoeding heeft gegeven. De SP vindt dat er voor dit geval een uitzondering moet worden gemaakt. Reden van aanbieding: Raadsleden hebben het recht om moties in te dienen. In dit geval naar aanleiding van het raadsbesluit van 27 februari om de tunnel aan de Van Tuijlstraat onder de A28 tijdelijk te sluiten. Van de raad wordt gevraagd: zijn mening te geven over de motie waarin de SP het college vraagt om met een voorstel te komen voor een schadevergoeding voor de middenstand van Hooglanderveen. Vervolgtraject: besluitvorming in de Raad. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Voorbereiding motie Soort verslag: Besluitenlijst Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=171631
besluitenlijst
Zendmachtiging Voorbereiding besluit Zendmachtiging: Reg.nr. College van B&W: Ambtelijk contact Kruyt: Opsteller Voorbereiding besluit: Soort activiteit Raadsvoorstel (/smartsite.shtml?id=171627): X Bundel X BIS X Raadskast Fractiekamer /smartsite.shtml?id=171637: Bundel X BIS X Raadskast Fractiekamer /smartsite.shtml?id=171639 /smartsite.shtml?id=171886: Bundel X BIS X Raadskast Fractiekamer Bundel X BIS X Raadskast Fractiekamer
besluitenlijst
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 27 maart 2007 19:00
PvdA: Verkeer binnenstad Peiling Vragen raadsleden aan college Informatie ........................... Eventueel aanvullende vragen Verordening Wet Inburgering voortzetting De Ronde 13-2-07
besluitenlijst
PvdA: Verkeer binnenstad Peiling Reg.nr.: 2362200 Van: Raadsfractie PvdA Portefeuillehouder: Luchtenveld Opsteller: Van Rooijen (PvdA Reden van aanbieding: Het al dan niet overnemen van de de voorstellen van de werkgroep is ingrijpend voor het verblijfklimaat en de verkeerscirculatie in de binnenstad. Wij willen het voorstel van het college ter peiling voorleggen aan de ronde. Van de raad wordt gevraagd: zich uit te spreken over de peilpunten Vervolgtraject: Afhankelijk van de uitspraak van de ronde:inhoudelijke behandeling van het resultaat van de inspraak en het (al dan niet aangepaste) voorstel in een volgende ronde. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: Raadslid peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Peiling (/smartsite.shtml?id=171629) : /smartsite.shtml?id=170732 Raadsinformatiebrief 2007 nr. 20 (pdf)
besluitenlijst
Vragen raadsleden aan college Informatie ........................... Eventueel aanvullende vragen Verordening Wet Inburgering voortzetting De Ronde 13-2-07 Reg.nr.: 2354101 Van: Presidium Ambtelijk contact: Verhoef-Franken (033 469 43 54) Portefeuillehouder: Nvt Opsteller: Verhoef-Franken Samenvatting: De fractievoorzitters hebben besloten te experimenteren met de mogelijkheid voor raadsleden om in De Ronde vragen te stellen aan het college, indien daarvoor ruimte in De Ronde aanwezig is. Uitgangspunten · De mogelijkheid is bedoeld voor raadsleden (en derhalve niet voor insprekers) · De mogelijkheid is bedoeld voor korte vragen (en derhalve niet voor discussie, peiling van meningen of interpellatie, waarvoor immers andere mogelijkheden en spelregels bestaan) Vervolgtraject: Afhankelijk van het antwoord Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Raad stelt vragen aan college Opmerkingen presidium: Spelregels · Vragen worden uiterlijk maandag, voorafgaand aan de dinsdag van Het Besluit, voor 16.00 uur aangemeld bij de griffie. · De griffie mailt de aanmeldingen eind van de maandagmiddag door aan raad en college. · De voorzitter bepaalt de orde van de vergadering en kan vragen doorverwijzen naar een volgende of andere mogelijkheid. Soort verslag: Besluitenlijst
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF 2007 NR 20 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : gemeenteraad : Wethouder R. Luchtenveld
Reg.nr. Datum
: 2322398 : 6 februari 2007
TITEL Advies Werkgroep verkeer binnenstad Amersfoort
KENNISNEMEN VAN Het advies van de Werkgroep verkeer binnenstad Amersfoort.
AANLEIDING OP 11 oktober 2005 is op initiatief van buurtcomité “Veilig Verkeer Binnenstad” de verkeersveiligheid in de binnenstad aan de orde geweest. Daarnaast is op 1 juni 2005 door de raad motie 17.7.1: 30 km zones aangenomen. In de motie wordt het college gevraagd om te komen met een inventarisatieplan voor het uitbreiden van 30 km zones waarbij met name de binnenstad wordt meegenomen. Op 15 november 2005 is B&W akkoord gegaan met de uitvoering van een gezamenlijk procesvoorstel: Verkeersplan Binnenstad en 30 km zones. Als gevolg hiervan is van februari tot mei 2006 de werkgroep Verkeer binnenstad aan de slag gegaan. De werkgroep geeft vanuit verkeer en de belangen van deelnemers advies aan college. Vervolgens maakt het college een integrale bestuurlijke afweging van alle belangen Deze brief en de bijbehorende B&W nota geven de resultaten weer van de werkgroep en geven advies over welke voorstellen wel en niet worden overgenomen.
KERNBOODSCHAP Voorgesteld wordt: Als volgt om te gaan met de adviezen van de werkgroep verkeer binnenstad Amersfoort: 1.Een proefplateau te realiseren om trillingshinder en -schade aan oude panden uit te sluiten. Bij een positieve uitslag van het onderzoek op alle voorgestelde locaties plateaus te realiseren; 2. de rijrichtingen in de Coninckstraat, St Annastraat en Pothstraat om te keren; 3. de Kleine Sint Jansstraat af te sluiten voor autoverkeer 4. twee parkeerplaatsen in de Sint Andriesstraat en 2 parkeerplaatsen in Achter de Kamp te realiseren ter vervanging van de vijf parkeerplaatsenin de Kleine Sint Jansstraat; 5. ’t Zand en de Bloemendalsestraat niet af te sluiten voor autoverkeer en daarmee ook af te zien van de omkering van het verkeer in de Bloemendalsestraat; 6. Geen taxi’s toe te laten in de Langestraat, omdat de Zuidsingel in de avonduren en nacht wordt afgesloten vanwege de komst van de discotheek aan de Zuidsingel, en omdat hoge snelheid taxi’s leidt tot verkeersonveilige situaties. 7. de raad te informeren door middel van de bijgesloten raadsinformatiebrief
CONSEQUENTIES De 30 km zones (exclusief de plateaus) zijn in de binnenstad reeds ingevoerd. Evenals de schoolzone bij de St Jorisschool. Door het overnemen van de adviezen (Het realiseren van een proefplateau en vervolgens twaalf plateaus in de binnenstad, het omkeren van de rijrichtingen in de Coninckstraat, St Annastraat en Pothstraat, de Kleine Sint Jansstraat af te sluiten voor autoverkeer en de huidige parkeerplaatsen in de Kleine Sint Jansstraat te verplaatsen) van de Werkgroep Verkeer binnenstad door B&W, zal een deel
Inlichtingen bij:
M.P.J. Verberkt, SOB/RO, (033) 469 4332
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
van het sluipverkeer uit de binnenstad worden geweerd. Daarnaast zal de snelheid in de binnenstad van autoverkeer omlaag gebracht worden. Daarmee zal ook de verkeersveiligheid positief worden beïnvloed. Vanwege de, op basis van onderzoek, verwachte negatieve effecten voor ondernemers in het noordelijk segment wordt het advies voor een afsluiting van ’t Zand niet overgenomen. De hieraan gekoppelde omkering van de rijrichting in de Bloemendalsestraat wordt eveneens niet uitgevoerd. Het advies voor toelaten in de avond en nacht van taxi’s in de Langestraat wordt niet overgenomen. Reden hiervoor zijn afspraken over het afsluiten van de Zuidsingel in de avond en nacht i.v.m. de discotheek aldaar. Verder kan het toelaten van taxi’s in de Langestraat leiden tot gevaarlijke situatie met hard rijdende taxi’s en uitgaanspubliek.
BETROKKEN PARTIJEN Vertegenwoordigers van bewoners, bedrijven en organisaties uit de binnenstad. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Drs. P.J. Buijtels
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- B&W-nota docs 2317246: Advies verkeersplan binnenstad Amersfoort
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
B&W-Nota
Sector
:
Opsteller
:
Telefoon
:
User-id
:
SOB M.P.J. Verberkt (033) 469 4332 VER2
Reg.nr. :
2317246
Datum
31 januari 2007
:
Onderwerp
Advies werkgroep verkeer binnenstad Amersfoort Voorstel:
Voorgesteld wordt: Als volgt om te gaan met de adviezen van de werkgroep verkeer binnenstad Amersfoort: 1.Een proefplateau te realiseren om trillingshinder en -schade aan oude panden uit te sluiten. Bij een positieve uitslag van het onderzoek op alle voorgestelde locaties plateaus te realiseren; 2. de rijrichtingen in de Coninckstraat, St Annastraat en Pothstraat om te keren; 3. de Kleine Sint Jansstraat af te sluiten voor autoverkeer 4. twee parkeerplaatsen in de Sint Andriesstraat en 2 parkeerplaatsen in Achter de Kamp te realiseren ter vervanging van de vijf parkeerplaatsenin de Kleine Sint Jansstraat; 5. ’t Zand en de Bloemendalsestraat niet af te sluiten voor autoverkeer en daarmee ook af te zien van de omkering van het verkeer in de Bloemendalsestraat; 6. Geen taxi’s toe te laten in de Langestraat, omdat de Zuidsingel in de avonduren en nacht wordt afgesloten vanwege de komst van de discotheek aan de Zuidsingel, en omdat hoge snelheid taxi’s leidt tot verkeersonveilige situaties. 7. de raad te informeren door middel van de bijgesloten raadsinformatiebrief
Inleiding Op 11 oktober 2005 is op initiatief van buurtcomité “Veilig Verkeer Binnenstad” (VVB) de verkeersveiligheid van de binnenstad in De Ronde behandeld. Verontruste binnenstadbewoners vroegen aandacht voor de hinder en onveiligheid als gevolg van verkeer en parkeren. In De Ronde werd het initiatief van buurtcomité VVB unaniem door de raad ondersteund. Op 1 juni 2005 is door de raad motie 7.1: 30km zones aangenomen. In de motie wordt het college gevraagd om met een inventarisatieplan te komen voor het uitbreiden van 30km zones in Amersfoort waarbij met name de binnenstad wordt meegenomen. Op 15 november 2005 heeft Ben W ingestemd met een procesvoorstel om te komen tot een “Verkeersplan Binnenstad” en een plan “30km-zones Binnenstad. Via een raadsinformatiebrief is de raad op 15 november 2005 geïnformeerd. De werkgroep verkeersplan Binnenstad Amersfoort is in de maanden februari tot en met mei 2006 aan de slag gegaan. In de voorliggende nota wordt het advies van de werkgroep verkeer Binnenstad
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Amersfoort besproken. De nota bevat tevens ambtelijk advies voor het al dan niet overnemen van de voorstellen van de werkgroep door het college van B&W. Een uitgebreide analyse van de problematiek door de werkgroep en daaruit voortvloeiende adviezen zijn te vinden in bijlage 1. Advies werkgroep verkeer binnenstad Amersfoort. Overwegingen bij adviezen werkgroep Verkeersplan binnenstad Ter onderbouwing van de door de werkgroep voorgestelde maatregelen zijn verschillende onderzoeken verricht: • • • •
analyse van de geregistreerde verkeersongevallen in de periode 2001 t/m 2003; kentekenonderzoek: met dit onderzoek wordt een beeld verkregen van het sluipverkeer in de binnenstad; mechanische verkeerstellingen: tellingen om de verkeersintensiteit van het personen- en vrachtautoverkeer (verkeersdruk) vast te stellen; snelheidsmetingen: meting van de rijsnelheid van het passerende personenauto- en vrachtverkeer.
De onderzoeken en de werkgroepbijeenkomsten hebben geleid tot de volgende inhoudelijke conclusies en adviezen: • Invoeren 30 km zone in de buitenring van de Binnenstad Deze maatregel is reeds uitgevoerd. • Schoolzone invoeren bij de St Jorisschool Deze maatregel is reeds uitgevoerd. • Omdraaien rijrichting in de Coninckstraat, St Annastraat en Pothstraat Met de maatregel wordt het sluipverkeer dat via de Coninckstraat richting Sint Andriesstraat gaat onmogelijk gemaakt. Deze maatregel is goedkoop en effectief. De Flint blijft bereikbaar vanaf de noordzijde via de Coninckstraat. Het verkeer kan keren via de lus voor de Flint en vervolgens weer via de Coninckstraat de Binnenstad verlaten. • Afsluiten Kleine St Jansstraat De kleine Sint Jansstraat wordt momenteel gebruikt als sluiproute. Het sluipverkeer rijdt komend vanaf de Zuidsingel een klein stuk tegen het verkeer in richting de Kamp. Vervolgens slaat het rechtsaf de Kleine Sint Jansstraat in om zijn weg te vervolgen richting de van Randwijcklaan. Het afsluiten van de Kleine Sint Jansstraat maakt dit sluipverkeer onmogelijk. Bijkomend voordeel is dat de Kleine Sint Jansstraat goed ingericht kan worden voor voetgangers en fietsers. • Verplaatsen parkeerplaatsen Kleine St Jansstraat Het gevolg van het afsluiten van de Kleine Sint Jansstraat is dat de 5 parkeerplaatsen in deze straat niet meer bereikbaar zijn. Uit onderzoek van de afdeling verkeer blijkt dat het mogelijk is ten minste 4 van deze parkeerplaatsen te verplaatsen naar de St Andriesstraat (2 stuks) en Achter de Kamp (2 stuks). • Realiseren van een proefplateau De werkgroep adviseert in de gehele binnenstad een 12-tal plateaus te realiseren. Hiermee wordt hard rijden voorkomen en de verkeersveiligheid verhoogd. Op advies van de afdeling Monumenten is een onderzoek uitgevoerd naar effecten van trillingen op gebouwen in de binnenstad. De resultaten van het onderzoek geven aan dat het aanbrengen van plateaus onder voorwaarden mogelijk is (zie bijlage 1). Om echter elke risico op schade aan gebouwen uit te sluiten is het beter om trillingen te
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
onderzoeken bij een proefplateau. De werkgroep adviseert dan ook een proefplateau aan te brengen en het onderzoek uit te voeren. Vervolgens kan bij een positieve uitslag van het onderzoek op alle voorgestelde locaties een plateau worden aangelegd. Er zijn nog twee adviezen waarbij het college een weging heeft gemaakt op basis van meerdere belangen dan de belangen van verkeersveiligheid en het weren van sluipverkeer alleen. Deze zijn: • Geen toelating taxi’s in de Langestraat De werkgroep adviseert Taxi’s toe te laten in de Langestraat. Volgens de werkgroep leidt dit tot een vermindering van het aantal hard rijdende taxi’s in de kleine straten elders in de Binnenstad. Tevens geven de taxi’s een vorm van sociaal toezicht in de avond en nacht. Echter, Taxi’s in de Langestraat kunnen ook de verkeersveiligheid in de Langestraat verminderen doordat taxi’s met hoge snelheid langs het uitgaanspubliek rijden. Bovendien is reeds bestuurlijk vastgelegd dat de Zuidsingel in de avond en nacht wordt afgesloten voor autoverkeer i.v.m. de discotheek die gevestigd gaat worden. Hierdoor is er voor taxi’s komend vanuit de Langestraat geen retourroute de stad uit. Alles afwegende komt het college tot het oordeel het advies tot het openstellen van de Langestraat voor taxi’s niet over te nemen. • Geen afsluiting voor autoverkeer van ’t Zand Met het afsluiten van ’t Zand en het omkeren van de rijrichting in de Bloemendalsestraat wordt sluipverkeer dat via de Bloemendalsestraat en de Weverssingel richting de Molenstraat rijdt, geweerd. Echter, uit economisch onderzoek blijkt dat de bereikbaarheid van ondernemers in het noordelijk segment negatief wordt beïnvloed en dat daarmee ook een reële kans bestaat op omzetderving bij deze ondernemers. Bovendien leidt het omkeren van de rijrichting in de Bloemendalsestraat ertoe dat verkeer dat anders via de Molenstraat de stad verlaat nu via de Bloemendalsestraat rijdt. Per saldo leidt de maatregel dus nauwelijks tot minder verkeer in de Bloemendalsestraat. Tot slot wordt het aantal aanrijroutes van de hulpdiensten verminderd van 4 naar 3 als deze maatregel wordt uitgevoerd. Alles afwegende komt het college tot het oordeel het advies tot het afsluiten van ’t Zand en het omkeren van de rijrichting in de Bloemendalsestraat niet over te nemen.
COMMUNICATIE EN BESLUITVORMING Na vaststellen van het concept “verkeersplan binnenstad” door het college van B&W wordt het plan 4 weken ter inzage gelegd in Stadsinformatiecentrum De Observant en op internet gepubliceerd. Dit wordt gemeld in de Stadsberichten en op de internetsite. Alle huishoudens en panden worden via huis-aan-huis te verspreiden Stadsberichten Extra op de hoogte gebracht. Verder wordt één inloopavond verzorgd waar iedereen de plannen kan inzien en vragen kan stellen aan de betrokken ambtenaren. Reacties op de conceptplannen kunnen uiterlijk tot 2 weken na beëindiging van de ter inzage legging worden ingediend. De reacties worden verwerkt in een reactienota en samen met het concept “Verkeersplan Binnenstad” ter definitieve besluitvorming voorgelegd aan B&W. Het besluit van B&W wordt gepubliceerd in de Stadsberichten en op internet. Degenen die een reactie hebben ingediend worden schriftelijk op de hoogte gebracht van het besluit van B&W. Uitvoering Voordat wordt gestart met de uitvoering wordt e.e.a. gepubliceerd in de Stadsberichten en op internet. De hulpverleningsdiensten zoals de politie, brandweer e.d. worden zoals gebruikelijk gericht op de hoogte gebracht van de werkzaamheden. Daar waar de uitvoering directe consequenties heeft voor bepaalde
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
adressen worden deze adressen schriftelijk op de hoogte gebracht van de aard en de duur van de werkzaamheden. Vanzelfsprekend zal er afstemming plaatsvinden met TAB. De te nemen verkeersbesluiten worden via Stadsberichten gepubliceerd. Financiën Van de voorgestelde maatregelen is een globale raming gemaakt: 12 plateaus a 20.000,- Euro aanleggen in de binnenstad Onderzoek naar trillingshinder plateaus Omkeren van rijrichtingen
240.000,10.000,50.000,-
Afsluiten Kleine Sint Jansstraat en verplaatsen parkeerplaatsen
150.000,-
In totaal is voor de maatregelen in de binnenstad 500.000,- euro beschikbaar. De verwachting is dat de uitvoering van de maatregelen binnen deze 500.000,- euro passen. Planning In bijlage 3 is een planning opgenomen van de uitvoering van de voorgestelde maatregelen. Voorstel Voorgesteld wordt: als volgt om te gaan met de adviezen van de werkgroep verkeer binnenstad Amersfoort: 1.Een proefplateau te realiseren om trillingshinder en -schade aan oude panden uit te sluiten. Bij een positieve uitslag van het onderzoek op alle voorgestelde locaties plateaus te realiseren; 2. de rijrichtingen in de Coninckstraat, St Annastraat en Pothstraat om te keren; 3. de Kleine Sint Jansstraat af te sluiten voor autoverkeer 4. twee parkeerplaatsen in de Sint Andriesstraat en 2 parkeerplaatsen in Achter de Kamp te realiseren ter vervanging van de vijf parkeerplaatsenin de Kleine Sint Jansstraat; 5. ’t Zand en de Bloemendalsestraat niet af te sluiten voor autoverkeer en daarmee ook af te zien van de omkering van het verkeer in de Bloemendalsestraat; 6. Geen taxi’s toe te laten in de Langestraat, omdat de Zuidsingel in de avonduren en nacht wordt afgesloten vanwege de komst van de discotheek aan de Zuidsingel, en omdat hoge snelheid taxi’s leidt tot verkeersonveilige situaties. 7. de raad te informeren door middel van de bijgesloten raadsinformatiebrief Reeds uitgevoerde maatregelen: • Invoeren 30 km zone in de buitenring van de Binnenstad. • Schoolzone in voeren bij de St Jorisschool. Bijlage : - Advies werkgroep - Planning - Afbeeldingen --
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Bijlage 1 :
Advies Werkgroep Verkeer Binnenstad Amersfoort 22-01- 2007 1. Kader De werkgroep Verkeer Binnenstad Amersfoort is door de gemeente gestart als gevolg van een initiatief van het Buurtcomité Veilig Verkeer Binnenstad. Het doel van de werkgroep is om met adviezen of aanbevelingen te komen om de binnenstad duurzaam verkeersveilig te maken en om de overlast en hinder van het verkeer te verminderen. De werkgroep is gevraagd het college van B&W te voorzien van een tweetal voorstellen/adviezen: Maatregelen t.b.v. de invoering 30-km-zones in de binnenstad Verkeersplan Binnenstad De werkgroep geeft gekwalificeerd advies aan de gemeente Amersfoort. Als het college daarvan wil afwijken, dan zal dat gemotiveerd moeten gebeuren. In afwijking van het hierboven gestelde, geeft de werkgroep één advies, omdat zij van mening is dat maatregelen t.b.v. de invoering van 30-km-zones en andere maatregelen, bijvoorbeeld om sluipverkeer te weren, sterk met elkaar samenhangen. De werkgroep is bijgestaan door verkeerskundige Lex Lelsz, van ingenieursbureau DHV en communicatie-adviseur Jacqueline van de Sande, van bureau Beaumont Communicatie & Management. De notitie is gebaseerd op de unanieme mening van de werkgroep, tenzij met nadruk één persoon of organisatie wordt vermeld die een andere mening is toegedaan.
Context: historische binnenstad Het gebied waarop de adviezen betrekking hebben, is het gebied binnen de Stadsring- FlierbeeksingelScheltussingel-Hooglandseweg-Zuid en Spoorlijn Amersfoort-Zwolle. Het gaat om de historische binnenstad van Amersfoort. Dit brengt de volgende twee zaken met zich mee: a.
Ruimtelijk De binnenstad heeft veel smalle straten. Een aantal maatregelen is daardoor niet mogelijk en een aantal maatregelen is overbodig; je kunt op veel plekken ook nu al nauwelijks harder rijden dan 30-km per uur. b. Kwetsbaar De historische binnenstad heeft veel oude panden met matige of slechte fundering. Hiermee moet rekening worden gehouden. De ervaring in andere historische binnensteden leert dat verkeersdrempels bij voorkeur niet worden aangebracht, of in elk geval met oog voor de effecten op de oude panden. Nieuwe ontwikkelingen zoals beweegbare drempels of een aangepaste dimensionering (minder hoog en flauwere helling) kunnen wellicht uitkomst bieden. c. Functioneel De aard van de binnenstad is die van een gemengd en stedelijk gebied. Er wordt in een relatief klein gebied én gewoond én gewerkt én ondernomen, gewinkeld en uitgegaan. Dat brengt per definitie enige spanning met zich mee: waar winkels zijn, moeten deze worden bevoorraad en de straten zijn te smal om er dan nog langs te kunnen. Winkelend publiek wil graag dichtbij parkeren, waar bewoners zelf
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
ook graag dichtbij huis willen parkeren. Uitgaand publiek wil met een taxi naar huis, en die taxi’s wil niemand voor zijn eigen deur. De werkgroep realiseert zich de spanning en heeft steeds afwegingen gemaakt tussen een goede bereikbaarheid van de binnenstad en voorkomen van overlast.
Verantwoording werkgroep Verkeer Binnenstad Amersfoort De werkgroep Verkeer Binnenstad Amersfoort is samengesteld uit mensen die een belang hebben bij de binnenstad. Georganiseerde bewoners, winkeliers, horeca-ondernemers, taxibedrijven, maar ook politie, brandweer etc. zijn uitgenodigd om deel te nemen. Daarnaast was er de mogelijkheid voor mensen zich aan te melden naar aanleiding van een bericht in de locale media. De samenstelling was als volgt: 2 bewoners van het buurtcomité binnenstad 2 bewoners van de bewonerscomité Achter de Kamp 1 deelnemer van BBN 1 deelnemer van de fietsersbond 1 deelnemer van de Koninklijke Horeca Nederland 1 deelnemer van de SGLA 1 deelnemer van AMBION 1 deelnemer van de Kamer van Koophandel 1 deelnemer van Transport en Logistiek Nederland 1 deelnemer van de politie 1 deelnemer van de brandweer 1 deelnemer van de taxibranche 1 deelnemer van de kerken in de binnenstad De werkgroep Verkeer Binnenstad Amersfoort is viermaal bijeen geweest in de periode januari tot en met april 2006. De bijeenkomsten zijn inhoudelijk voorbereid door de extern verkeerskundige, de heer L. Lelsz, en begeleid door de externe gespreksleider, mevrouw J. van de Sande. Om de relatie met het gemeentelijk beleid van de gemeente Amersfoort te borgen waren vanuit de gemeente projectleider de heer P. Richters (later vervangen door de heer M. Verberkt) en verkeerskundige de heer H. de Vries aanwezig. Er zijn verslagen gemaakt van de bijeenkomsten, die u als bijlage 2 aantreft.
Er gebeurt al een en ander De komende periode worden al de nodige projecten m.b.t. verkeer uitgevoerd, of zijn in voorbereiding: Reconstructie Molenstraat Verbeteren kademuur en vervangen riool Westsingel (achter de Albert Heijn) Aanleg rotonde op kruispunt De Kamp/Flierbeeksingel/Van Randwijcklaan Reconstructie Flierbeeksingel en Scheltussingel Deze projecten hebben ook hun effect op de verkeerscirculatie en de verkeersveiligheid, maar hoe deze effecten precies zijn, is niet onderzocht.
Basis: onderzoek Ten behoeve van de adviezen voor invoering van 30-km-maatregelen en andere maatregelen is uitgebreid onderzoek verricht. Het gaat om de volgende onderzoeken:
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
analyse van de geregistreerde verkeersongevallen in de periode 2001 t/m 2003. Actuelere gegevens zijn niet beschikbaar binnen de database van de RWS-AVV (de Adviesdienst Verkeer en Vervoer van Rijkswaterstaat). De gegevens over letselongevallen in 2004 en 2005 van de Politie Regio Utrecht zijn niet digitaal beschikbaar en daarom niet bruikbaar voor analyse. Overigens worden uiteraard niet alle ongevallen geregistreerd en is ook de subjectieve onveiligheid – het gevoel van verkeersonveiligheid – van belang; kentekenonderzoek: met dit onderzoek wordt een beeld verkregen van het sluipverkeer in de binnenstad. Bij deze studie is de definitie van sluipverkeer: “Autoverkeer dat geen herkomst of bestemming in de binnenstad heeft (gehad) en dat dus zonder te stoppen de binnenstad heeft gepasseerd.” Tevens wordt de omvang van het autoverkeer vastgesteld dat wèl een herkomst of bestemming in de binnenstad heeft (gehad). Dat is verkeer dat terecht gebruik maakt van de wegen in de binnenstad. mechanische verkeerstellingen: tellingen om de verkeersintensiteit van het personen- en vrachtautoverkeer (verkeersdruk) vast te stellen; snelheidsmetingen: meting van de rijsnelheid van het passerende personenauto- en vrachtverkeer. De locaties van de zes mechanische telpunten en de zes kentekenonderzoekpunten zijn door de verkeerskundige bepaald. Deze punten lagen op de in-uitvalswegen van de binnenstad (Bloemendalsestraat, Coninckstraat, enzovoort). De locaties van de acht meetpunten van de rijsnelheden zijn samen met de werkgroep bepaald. Voor wat betreft de snelheidsmetingen gaat het om de volgende punten Bloemendalsestraat (bochtje bij fietsenmaker) Weverssingel (bij meubelwinkel/loodgieter) De Kamp (bij snackbar Pallas) ’t Zand (bij de RK kerk) Westsingel (bij het oude stadhuis) Coninckstraat (bij de scholen v.d. kunst) Achter de Kamp (bij de Kreupelstraat/Turkse bakker) Muurhuizen (tussen de Nieuweweg en de Bloemendalsestraat)
Inhoudelijke adviezen: sluipverkeer Bloemendalsestraat/De Kamp – Molenstraat Conclusie kentekenonderzoek: Sluipverkeer: ruim 500 motorvoertuigen in ochtend- en avondspits gezamenlijk (in totaal 4 uur), ruim 60% van het totale verkeer aldaar. Maatregelen: selectieve afsluiting bij Kleine/Grote Spui (zie bijlage 1: afbeelding 1); ontheffingen nodig voor hulpdiensten en intercom voor zwaar vrachtverkeer; retourroute via Bloemendalsestraat; daarvoor is het nodig de rijrichting van het eenrichtingsverkeer om te draaien; aanbrengen plateau op kruispunt Bloemendalsestraat/’t Zand en voorrang opheffen (past niet in 30 km/uur-gebied); omdraaien rijrichting eenrichtingsverkeer de Teut; onderzoek; Er zijn mogelijk negatieve gevolgen voor de winkeliers aan de Bloemendalsestraat c.q. het noordelijk segment van de binnenstad; deze zouden moeten worden onderzocht. Ambion en de Kamer van Koophandel willen betrokken zijn bij de begeleiding van het onderzoek en de keuze van het onderzoeksbureau. Bijkomende gevolgen: mogelijke toename verkeer op de Bloemendalsestraat afname verkeer Weversingel/’t Zand, Westsingel
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Bloemendalsestraat kan niet meer worden gebruikt als aanrijroute naar de binnenstad (vanaf Meridiaantunnel) voor de hulpdiensten (bijvoorbeeld brandweer). Dat betekent een afname van vier naar drie aanrijroutes. Bloemendalsestraat kan niet meer worden gebruikt als aanrijroute voor de ambulante handel (markt). De route Kamp-Weversingel dient als vervangende route voor de kleinere voertuigen van de ambulante handel, en mogelijk dat een deel van de grotere voertuigen via de Kamp-Langestraat naar de Hof moet rijden.
Coninckstraat/De Kamp – St. Andriesstraat Conclusie kentekenonderzoek: Sluipverkeer: bijna 200 motorvoertuigen (mvt) in ochtend en avondspits (105 mvt via route Coninckstraat-St. Andriesstraat, 75 mvt via route Kamp-St. Andriesstraat, 10 mvt via route St. Andriesstraat-Kamp), ruim 25% van het totale verkeer aldaar. De enige echt effectieve maatregelen zijn twee (selectieve) afsluitingen: bij het noordelijk deel Coninckstraat (Flint blijft bereikbaar), en bij De Kamp nabij brug: de Kamp en het kernwinkelgebied zijn dan slechts toegankelijk voor ontheffingshouders. Dan zijn ontheffingen nodig voor bewoners en winkeliers. Dit zijn zeer rigoureuze maatregelen die de toegankelijkheid van de binnenstad erg bemoeilijken en dit is ongewenst. Kleine Sint Jansstraat Maatregelen: Afsluiten Kleine Sint Jansstraat. Verwijderen 5 parkeerplaatsen om achteruitrijden in nauwe straat te voorkomen. Voorwaarde voor g.: elders in hetzelfde parkeersegment creëren van vijf parkeerplaatsen voor de bewoners uit deze straat.(vergunningparkeren) Herinrichting Kleine Sint Jansstraat als aantrekkelijke route voor voetgangers (w.o. winkelend publiek) en met tweerichtingsverkeer voor fietsers.
Inhoudelijke adviezen: 30-km inrichting Op 1 juni 2005 heeft de gemeenteraad besloten in de binnenstad van Amersfoort een 30-km/uur regime in te stellen (bijlage 1: afbeelding 2). De werkgroep is gevraagd advies te geven over de wijze waarop dat kan gebeuren. Zo spoedig mogelijk aanbrengen bebording Gezien het feit dat de binnenstad in feite al de juiste uitstraling/inrichting heeft voor 30-km/uurgebied, stelt de werkgroep voor zo spoedig mogelijk over te gaan tot het aanbrengen van 30-km/uurborden, vooruitlopend op andere maatregelen. 30-km-maatregelen Verwacht wordt dat de maatregelen om het sluipverkeer belangrijk terug te brengen (genoemd onder 6.1) ook de nodige effecten zullen hebben op de snelheid van het verkeer. Het sluipverkeer is immers ook het verkeer met de meeste haast. Verwacht mag worden dat met het weren van het sluipverkeer de gemiddelde rijsnelheid van het autoverkeer iets afneemt. Specifieke 30-km maatregelen zijn de volgende: Aanbrengen plateau ’t Zand (bijlage 1: afbeelding 3) Aanbrengen plateau kruispunt Bloemendalsestraat/’t Zand (bijlage 1: afbeelding 4) Aanbrengen plateau Bloemendalsestraat kort voor de fietsoversteek Plantsoen-noord (bijlage 1: afbeelding 5)
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Aanbrengen plateau Weversingel/Blauwebrug (bijlage 1: afbeelding 6) Aanbrengen plateau Kamp/Oliesteeg (bijlage 1: afbeelding 7) Aanbrengen plateau Coninckstraat/Celzusterenstraat (bijlage 1: afbeelding 8) Aanbrengen drempel Achter de Kamp t.h.v. de Waltoren (bijlage 1: afbeelding 9) Aanbrengen plateau Zuidsingel/Herenstraat (bijlage 1: afbeelding 10) Aanbrengen plateau Zuidsingel/Kleine Haag (bijlage 1: afbeelding 11) Aanbrengen plateau Westsingel/Molenstraat (bijlage 1: afbeelding 12) Aanbrengen plateau Westsingel/Achter Davidshof (bijlage 1: afbeelding 13) Aanbrengen plateau Kamp/Achter de Kamp/St. Annastraat (bijlage 1: afbeelding 14) Invoering c.q. completeren maatregelen schoolzone Schimmelpenninckstraat Omkeren rijrichting Coninckstraat tussen de Kamp en Pothstraat Omkeren rijrichting Pothstraat-St.Annastraat om een nieuwe sluiproute richting De Kamp te voorkomen Opmerkingen: Snelheidsremmende maatregelen in de hoofdrijroutes van de hulpdiensten hebben negatieve gevolgen voor de aanrijtijd van de hulpdiensten (brandweer, ambulance, politie) bij een melding in de binnenstad. Op dit moment zijn de consequenties van de voorgestelde maatregelen nog niet goed in te schatten. In de loop van dit jaar wordt voor heel Amersfoort een onderzoek gedaan naar de aanrijtijden. Een snelheidsremmende maatregel in de binnenstad heeft minder consequenties voor de aanrijtijden dan een snelheidsremmende maatregel op een weg waar 50 km/u kan en mag worden gereden. Een maatregel die is overwogen, is het bemoeilijken van de doorgang bij Zuidsingel/Sint Andriesstraat (om tegen de richting in rijden op de Zuidsingel te voorkomen). Bij afsluiting van de Kleine Sint Jansstraat is dat niet meer nodig; bovendien lijkt de maatregel niet erg fietsvriendelijk. Mocht de Kleine Sint Jansstraat niet worden afgesloten, dan is genoemde maatregel wél nodig (bijlage 1: afbeelding 15).
Overige verkeerscirculatiemaatregelen Meridiaantunnel niet openstellen Het openstellen van de Meridiaantunnel voor gemotoriseerd verkeer is bekeken, maar leidt tot een nieuwe sluiproute tussen Stadsring en Ringweg-Koppel via de Flierbeeksingel en tot doorkruising van de hoofdfietsroute van het centrum naar Vathorst. Mogelijk openstellen Langestraat voor taxi’s gedurende avond en nacht Het openstellen van de Langestraat voor taxi’s heeft voor- en nadelen. De voordelen liggen vooral op het vlak van openbare orde en veiligheid, de nadelen zijn van verkeerskundige aard. Het is verkeersonveilig om langzaam verkeer (uitgaanspubliek te voet of per fiets) te mengen met autoverkeer (taxi’s). De werkgroep adviseert om de partijen die destijds deelnamen aan het overleg over de selectieve afsluiting van de Langestraat te betrekken bij het overleg over deze maatregel. Aangetekend wordt dat ook verkeerskundigen betrokken moeten zijn. Arnhemsestraat openstellen voor fietsers Alhoewel er verkeerskundig geen bezwaar is tegen het openstellen van de Arnhemsestraat voor fietsers, adviseert de werkgroep dit niet te doen. Fietsers zullen dan zeer waarschijnlijk doorfietsen via de Langestraat. Dit laatste is ongewenst.
Inhoudelijk: overige adviezen Inrichting algemeen
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Drempels of plateaus moeten worden uitgevoerd volgens de (nieuwe1) CROW-richtlijnen. Dat is in het verleden niet altijd gebeurd. Bij nieuwe inrichtingsvoorstellen moet rekening worden gehouden met de bereikbaarheid van de binnenstad voor (toegestaan) vrachtverkeer en bijvoorbeeld brandweerauto’s. Als er te weinig ruimte voor dit verkeer is leidt dit tot opstoppingen en gevaarlijke manoeuvres. Herinrichting op specifieke plekken Boldershof: legaal maken van illegale parkeerplaatsen. Dit moet –samen met het intensiveren van de handhaving op fout parkeren – leiden tot vermindering van de overlast. Verbreden fietsstrook de Kamp; deze is eigenlijk te smal voor tweerichtingsfietsverkeer. Kan worden meegenomen bij groot onderhoud van De Kamp. Toegankelijkheid vrachtverkeer In de werkgroep is gediscussieerd over de mogelijkheid zwaar (bevoorradings)verkeer te weren uit de binnenstad. Er zijn voor- en tegenstanders. Het onderwerp is te complex en veelomvattend om in deze werkgroep te behandelen. Geadviseerd wordt een bevoorradingsprofiel voor de binnenstad op te stellen en aan de hand van de uitkomsten nader te bezien of eventuele maatregelen verder uitgewerkt kunnen worden. Het doel van een bevoorradingsprofiel is t.a.v. de bevoorrading informatie te verzamelen mbt de bereikbaarheid, leefbaarheid, economische vitaliteit, veiligheid en een oordeel te geven over de sterke en zwakke punten op dit gebied. Een bevoorradingsprofiel bestaat uit een systeembeschrijving (wat is de aard en omvang van de bevoorrading en wat zijn de kenmerken) en een probleemidentificering (wat zijn de problemen en wie ervaart ze). Handhaving Vanuit de werkgroep wordt nadrukkelijk gevraagd om betere handhaving van al bestaande regels. Het gaat dan om: Parkeerbeleid in de avond en nacht. Snelheidscontroles Gebruik maken van net ingevoerde wegsleepregeling bij Parkeerterrein Boldershof en andere foutparkeerplekken (bijvoorbeeld bij laden en lossen) Verbaliseren foutparkeerders bij St. Jorisschool Communicatie Aankondigen dat 30-km-regime per direct ingaat (locale media). Dit is reeds gedaan. In overleg treden met St. Jorisschool over halen/brengen door ouders. Dit is reeds gedaan. Verkeersbord m.b.t. toegestane lengte vrachtauto’s verplaatsen naar de stadsring/Kleine Haag (hangt nu bij Zuidsingel/Kleine Haag) Bebording voor fietsen in de binnenstad consequenter hanteren. In veel eenrichtingsstraten is niet goed aangegeven dat voor fietsers wel tweerichtingsverkeer geldt (onderborden ontbreken). Dat leidt tot onduidelijkheid, ook voor de plekken waar dat niet mag.
Samenvattende kaart (bijlage 3: afbeelding 16)
Inhoudelijke adviezen: Economisch onderzoek Op verzoek van de Kamer van Koophandel en Ambion is er door Goudappel Coffeng een onderzoek uitgevoerd naar de economische effecten van het afsluiten van het Grote/Kleine Spui. De conclusie van dit onderzoek luidt als volgt: De voorgestelde verkeersmaatregelen kunnen in het noordelijk deel van de binnenstad leiden tot enige (tijdelijke) negatieve omzetverschuivingen bij sommige voorzieningen (doelgericht) in sommige straten (Weverssingel en Bloemendalsestraat). Deze
1 In 2007 verschijnt een nieuwe CROW-publicatie over de vormgeving van plateaus, die minder hoog zijn, maar een voldoende snelheidsverlagend effect hebben.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
verschuivingen kunnen oplopen tot zo’n 5% (zie tabel 4.1) en kunnen na een gewenningsperiode (drie tot zes maanden) weer afnemen. Door AMBION is een extra variant voorgesteld die is meegenomen in het economisch onderzoek. Het betreft een selectieve afsluiting (in de spits) van de Bloemendalsestraat tussen ’t Zand en de Teut. De rijrichting blijft hier in tegenstelling tot de eerder genoemde maatregel gehandhaafd. De voordelen van deze maatregel zijn dat de 4 huidige aanrijroutes voor hulpdiensten gehandhaafd blijven. Een deel van het sluipverkeer (dat vooral in de spits plaatsvindt) geweerd wordt. Doordat rijrichtingen gehandhaafd blijven en buiten de spits de bereikbaarheid van het noordelijk segment niet verslechtert, zijn de economische effecten van deze maatregel gering. De maatregel heeft echter ook nadelen. Afsluiting op bepaalde tijden geeft onduidelijkheid. Voor de omwonenden moet een systeem met pasjes worden ingevoerd om toegang tijdens de spits mogelijk te maken. Er zal een lengte beperking gelden voor de Bloemendalsestraat. Het is namelijk niet mogelijk voor bestelauto’s en vrachtwagens de bocht richting de Teut te nemen. De route via de Kamp, Weverssingel en ’t Zand blijft mogelijk. Naar verwachting zal een deel van het sluipverkeer dat nu via de Bloemendalsestraat rijdt, uitwijken naar de route via de Kamp. In bijlage 6 is het volledige rapport van het economisch onderzoek opgenomen.
Inhoudelijke adviezen: Trillingsonderzoek Op verzoek van de afdeling Monumentenzorg van de gemeente Amersfoort is er door Grontmij een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van trillingen als gevolg van drempels op panden in de binnenstad. In het rapport worden de volgende aanbevelingen gedaan: Het is mogelijk in de binnenstad van Amersfoort plateaus aan te brengen als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: vormgeving op- en afritten conform CROW-richtlijnen met helling 1:20 en sinusvormig. (hoogte = 0,12 m en lengte = 2,4 m of hoogte = 0,08 m en lengte = 1,75 m). Afstand woning tot op- en afrit > 5 m. afstand gerekend van gevel tot de plek waar de autobanden het plateau raken. Goed verdicht zandbed onder plateaus en tot 10 m in het verlengde hiervan van 1,0 m. Bij voorkeur asfaltverharding toepassen (wegdek en plateau in een arbeidsgang asfalteren) Indien klinkers worden toegepast, dient een zeer zorgvuldig, vlak gestrate uitvoering gerealiseerd en onderhouden worden. Zoveel mogelijk beperken van zwaar verkeer waaronder bussen. Aanvullende verkeersremmende maatregelen treffen zoals markeringen, borden en voorlichting. Verder wordt aanbevolen eerst 2 plateaus als proef uit te voeren en vervolgens met metingen te bepalen of de trillingen binnen de streefwaarden blijven. Het rapport van het onderzoek is opgenomen in bijlage 7.
Inhoudelijke adviezen: Juridisch advies taxi’s Langestraat De afdeling juridische zaken van de gemeente Amersfoort heeft onderzocht in hoeverre het mogelijk is taxi’s in de weekendnachten toe te laten tot de binnenstad. Het advies luidt als volgt: Het is juridisch gezien een mogelijkheid om voor de taxi’s een ontheffing te verlenen om hen op die manier in de weekendnachten toegang te verschaffen tot de Langestraat. In de wetten en regels is niets opgenomen ten aanzien van welke criteria er aan het verlenen van een ontheffing kunnen worden verbonden; het bevoegd gezag is hier dan ook vrij in en kan op dit punt beleid ontwikkelen. Opmerking verdient nog dat voor deze criteria aansluiting dient te worden gezocht bij de doelen zoals deze in artikel 2 van de Wvw zijn verwoord. Indien een taxibedrijf aan de criteria voldoet, komt het in aanmerking voor een pasje. Op dit moment zijn er zes á zeven taxibedrijven in de stad met ongeveer 320 taxi’s in totaal. De criteria mogen in verband met het gelijkheidsbeginsel er niet toe leiden dat bepaalde taxibedrijven bij voorbaat al worden uitgesloten van het in aanmerking komen voor een pasje. Verder is het belangrijk om duidelijk aan te geven gedurende welke tijden in de weekendnachten de taxi’s toegang hebben met hun pasje tot de Langestraat. Om te voorkomen dat de
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
taxi’s in de weekenduren met hoge snelheid door de Langestraat zullen rijden, is het verder van belang om hier van het begin af aan streng toezicht op te houden. Verder is in de praktijk in andere steden gebleken dat automobilisten achter een taxi aan gaan rijden om vervolgens op de omhoogkomende paal te botsen. Ten slotte verdient nog opmerking dat, indien er voor wordt gekozen om leges te heffen op een aanvraag voor een pasje, de legesverordening op dit punt wordt gewijzigd c.q. aangepast.
Conclusies Weren van sluipverkeer Het weren van sluipverkeer doormiddel van het afsluiten van ’t Zand ter hoogte van Grote / Kleine Spui kent enkele belangrijke nadelen. Allereerst blijkt uit het onderzoek van Goudappel Coffeng dat de economische effecten van de afsluiting in het Noordelijk Segment kunnen oplopen tot een omzet daling van 5%. Vertegenwoordigers van het bedrijfsleven (KvK en AMBION) zijn tegen een dergelijke maatregel. Verder leidt de afsluiting van ’t Zand tot het omkeren van de rijrichting in de Bloemendalsestraat zodat het verkeer ook weer de stad kan verlaten. Per saldo zal hierdoor het verkeer in de Bloemendalsestraat nauwelijks afnemen. Het sluipverkeer verdwijnt maar er komt ander verkeer voor terug dat nu elders de stad verlaat. Bij de bewoners van de Bloemendalsestraat is om deze reden weerstand tegen de afsluiting van ’t Zand. Bewoners die op dit moment niet aan een sluiproute wonen en in de toekomst moeten omrijden zullen tegen de maatregel zijn. Voor hen heeft het alleen nadelen. Tot slot verdwijnt als gevolg van de omkering van de rijrichting in de Bloemendalsestraat 1 van de 4 aanrijroutes voor hulpdiensten. In het verleden is de aanrijroute over de Bloemendalsestraat echter zo belangrijk gevonden dat er een aparte rijstrook in de Meridiaantunnel voor is aangelegd. De alternatieve maatregel (AMBION) waarbij tijdens de spits de Bloemendalsestraat wordt afgesloten en de rijrichting gehandhaafd blijft heeft minder nadelen dan de afsluiting van ’t Zand. Echter, deze maatregel lost het sluipverkeer via de Kamp en de Weverssingel niet op. Ergo, naar verwachting zal het sluipverkeer dat voorheen door de Bloemendalsestraat reed, zich verplaatsen naar de Kamp en Weverssingel. Daarmee is de maatregel nauwelijks effectief te noemen. 30 km/u maatregelen ter verhoging van veiligheid De invoering van 30 km/u zones in de gehele binnenstad kan worden uitgevoerd. Hiertegen bestaan geen bezwaren. Het aanleggen van plateaus en drempels kan onder voorwaarden worden uitgevoerd. Om zeker te zijn dat er door de aanleg van plateaus op langere termijn geen schade optreedt aan historische panden in de binnenstad wordt geadviseerd eerst te starten met de aanleg van 2 proefplateaus. In de omgeving van deze plateaus kan dan de trillingshinder gemeten worden. Vervolgens kan besloten worden de overige plateaus in de binnenstad aan te leggen. Taxi’s in de Langestraat Het is juridisch mogelijk tijdens de weekendnachten taxi’s in de Langestraat toe te laten. Geadviseerd wordt een voorstel uit te werken voor het verstrekken van ontheffingen (pasjes) aan taxibedrijven in Amersfoort. Eventueel kan er een maximum aantal pasjes worden vertrekt om te voorkomen dat er teveel taxi’s door de Langestraat rijden. Naar verwachting zal de sociale veiligheid door de aanwezigheid van taxi’s toenemen. Tevens zal de verkeersveiligheid elders in de binnenstad toenemen doordat minder taxi door de smalle straten hoeven te rijden. Bij de invoering dient vanaf het begin handhaving gepleegd te worden op snelheidsovertredingen door taxi’s. Afwijkende meningen uit de werkgroep In een bijlage zijn de opmerkingen en meningen over dit advies van leden van de werkgroep Verkeer Binnenstad Amersfoort gebundeld.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Bevoorradingsprofiel Tijdens het overleg met de werkgroep is meerdere keren gevraagd naar de mogelijkheden van een distributiecentrum voor de binnenstad. De haalbaarheid hiervan valt echter buiten de scoop van dit advies. Er dient nader onderzoek plaats te vinden naar het bevoorradingsprofiel van de Binnenstad. Dit is een keuze die het College kan maken.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Bijlage 2 : Planning uitvoering maatregelen verkeersplan binnenstad Amersfoort.
B&W voorstel raadsinformatiebrief Inspraak Reactienota B&W besluit Aanleg proefplateau Onderzoek trillingen Besluit overige plateaus Aanleg overige plateaus (Afstemmen TAB) Verkeersbesluiten Omkeren rijrichting Pothstraat St Annastraat Coninckstraat Afsluiten Kleine St Jansstraat Realiseren nieuwe parkeerplaatsen
jun
mei
apr
mrt
feb
Jan 08
dec
nov
okt
sep
aug
Juli
Juni
mei
apr
mrt
Maatregel
feb 07
Maanden
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2322398
Bijlage 3 : Afbeeldingen bij advies werkgroep Verke
Raadsinformatiebrief 2007 nr. 20
De Ronde Datum: Aanvang:
dinsdag 27 maart 2007 19:00
Fractievoor-zitters / presidium Intern overleg
Raadsinformatiebrief 2007 nr. 20
Fractievoor-zitters / presidium Intern overleg
Raadsinformatiebrief 2007 nr. 20
Datum: Aanvang:
dinsdag 27 maart 2007 18:00
’Creative Job’ voor (en door) jongeren Verslag ledenvergaderingen Omroep Amersfoort
Raadsinformatiebrief 2007 nr. 20
’Creative Job’ voor (en door) jongeren Jongeren Cultureel Educatief Huis / Jongeren Creatief Ontwikkelings Centrum
Raadsinformatiebrief 2007 nr. 20
Verslag ledenvergaderingen Omroep Amersfoort Verontruste leden Stadsomroep Amersfoort