Aan de Raad OPINIE
Aan de commissie: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Datum vergadering: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap. Agendapunt: Fout! Onbekende naam voor documenteigenschap.
Made, 7 oktober 2014 Regnr.: 14int03717
Opinieronde / peiling Opinieronde / peiling: 30 oktober 2014
Agendapunt: 5
Onderwerp:
Uitgangspunten opstellen nieuw beleidsplan wegen 2015-2019 Portefeuillehouder:
Bijlagen:
Ter inzage:
P.J.W. Stoop Ambtelijke coördinatie:
Openbare werken Steller:
H. Ribbers Samenvatting:
Als gevolg van de negatieve stand van de voorziening wegen in 2012 en 2013 is het van belang een nieuw beleidsplan wegen op te stellen. Hierin kunnen de beleidsuitgangspunten herijkt en opnieuw vastgesteld worden en kan de storting weer in evenwicht met de te verwachten uitgaven worden gebracht. Voordat dit plan wordt geschreven wordt uw raad gevraagd uw voorkeur uit te spreken ten aanzien van een aantal uitgangspunten voor het toekomstig beleid en beheer.
VOORGESCHIEDENIS EN/OF AANLEIDING
De functie van het wegennet is het veilig, vlot en comfortabel verwerken van het verkeer. Het verkeer bestaat uit weggebruikers als personenauto’s, vrachtauto’s, motorrijders, (brom)fietsers en voetgangers. Het is de taak van de gemeente er voor te zorgen dat het gemeentelijke wegennet haar functie kan blijven vervullen. Hiervoor dienen regelmatig onderhoudswerkzaamheden te worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden zijn noodzakelijk omdat wegen in de loop van de tijd in kwaliteit achteruit gaan. Voor het uitvoeren van deze (technische beheer) werkzaamheden dient uw raad de benodigde (financiële) middelen ter beschikking te stellen. Het beheer van wegen is niet statisch, maar aan veel veranderingen onderhevig. In dit kader kunnen onder andere genoemd worden de wetgeving, maatschappelijke visies op bijvoorbeeld de verkeersveiligheid en wijziging in het soort weggebruik: zo worden bijvoorbeeld steeds grotere landbouwvoertuigen gebruikt, welke tot extra schade aan (landbouw)wegen kunnen leiden. Verder is er de laatste jaren een duidelijke toename zichtbaar in het gebruik van scootmobielen en rollators. Deze veranderingen brengen wijzigingen (functioneel beheer) met zich mee in de wijze waarop het beheer en onderhoud van het wegennet wordt uitgevoerd. Om te kunnen aangeven wat de consequenties zijn van dit functionele beheer, is het noodzakelijk om periodiek het bestaande beleid te evalueren. Een instrument daarvoor is een beleidsplan, waarin het kader wordt aangegeven waarbinnen het wegbeheer en onderhoud moet worden uitgevoerd.
1
In het huidige beleidsplan (2011-1015) is ook het integraal werken genoemd. De planning van de werkzaamheden worden afgestemd met onder andere rioleringswerkzaamheden- en verkeersmaatregelen. Onlangs heeft de Rekenkamer hun onderzoek naar het wegbeheer gepresenteerd. Hierin is onder andere de aanbeveling gedaan om voortijdig een nieuw plan op te stellen. Dit was eveneens de aanbeveling van de accountant. DOELSTELLING
Doelstelling van een nieuw beleidsplan wegen is vaststelling van de uitgangspunten ten aanzien van beleid en beheer. Tevens zal een nieuw stortingsbedrag in de voorziening groot onderhoud wegen worden voorgesteld zodat deze weer in evenwicht wordt gebracht met de te verwachten uitgaven. Hierdoor kan het onderhoudsniveau van de wegen worden geborgd. ONDERWERPEN/PEILPUNTEN
Onderwerpen Beleidskaders, vastgesteld door het bestuur, vormen het raamwerk waarin de wijze van beheer op lange termijn (2015-2019) is verwoord. Enerzijds moet daarbij rekening worden gehouden met wet- en regelgeving en landelijke ontwikkelingen en trends. Anderzijds kan het bestuur zelf kaders aangeven. Binnen de geldende wet- en regelgeving is er een beleidsvrijheid van de gemeente om het beleid op het gebied van het wegbeheer vorm en inhoud te geven. Diverse issues in het wegbeheer zijn van belang. Hieronder worden deze weergegeven en uiteindelijk zijn deze (deels) vertaald in een aantal keuzes/peilpunten. Vaststellen ambitieniveau Het huidige beleid is erop gericht de bestaande infrastructuur in stand te houden op het minimale kwaliteitsniveau “C” zoals dat is aangegeven in de CROW-wegbeheersystematiek en beschreven in publicatie 147 van het CROW. Technische kwaliteit Voor het plannen en begroten van het noodzakelijke constructieve wegonderhoud en het vaststellen van de aanwezige kwaliteit maken wegbeheerders gebruik van de wegbeheersystematiek (CROW-publicatie 147). Kwaliteitsbeoordeling Kwaliteit is een subjectief begrip. Wat de één een goede weg vindt, vindt de ander juist weer slecht. Om de onderhoudstoestand van de verhardingen in beheer bij de gemeente toch op een eenduidige manier inzichtelijk te maken wordt de kwaliteit van de openbare ruimte gedefinieerd met behulp van de beeldkwaliteitsniveaus A+, A, B, C en D. Het laagste kwaliteitsniveau dat een beheerder of bestuurder kan kiezen is niveau C. Kwaliteitsniveau D (te laag) is gedefinieerd om aan te kunnen geven dat niet aan het minimale niveau wordt voldaan. In de wegbeheersystematiek zijn CROW-richtlijnen zodanig gedefinieerd dat deze overeenkomen met het minimale niveau van verantwoord wegbeheer. De systematiek beschrijft, dat als niet wordt voldaan aan de CROW-richtlijnen, een verhoogd risico kan ontstaan op (terechte) schadeclaims en dat niet meer wordt voldaan aan de minimale eisen met betrekking tot veiligheid en comfort. Wegvakonderdelen met een kwaliteitsniveau “D” dienen in het jaar volgend op de constatering op een hoger kwaliteitsniveau gebracht te worden. Ook vanuit de provincie wordt getoetst op het voorkomen van kwaliteitsniveau “D” ten einde
2
kapitaalvernietiging te voorkomen. Kapitaalvernietiging kan voornamelijk voorkomen bij asfaltverhardingen. Het huidige beleid is erop gericht de bestaande infrastructuur in stand te houden op het minimale kwaliteitsniveau “C”. Zou u een hoger kwaliteitsniveau ambiëren. Bijvoorbeeld kwaliteitsniveau “B”. Dan dient de jaarlijkse storting in de voorziening de komende vijf jaar ca. € 623.000,- verhoogd te worden. Ook kan gedacht worden aan een differentiatie van kwaliteit. Bijvoorbeeld een hogere kwaliteit voor bepaalde wegtypen zoals trottoirs en/of fietspaden. Integraal werken In het coalitieprogramma is aangegeven dat we diverse onderhoudsbestekken in de openbare ruimte combineren. Daarnaast wordt bij het plannen van onderhoudswerkzaamheden rekening gehouden met eventuele werkzaamheden van derden. Hierdoor is het mogelijk dat werkzaamheden niet altijd op het, voor wegen, gewenste moment uitgevoerd kunnen worden. Zo heeft het bijvoorbeeld geen nut om nu een weg volledig te gaan herstraten, als over twee jaar de riolering die onder de weg ligt wordt vervangen. Doordat de riolering en de wegen allebei door de gemeente worden beheerd, is het goed mogelijk deze plannen op elkaar af te stemmen. Dit is dan ook de eerste combinatie die we proberen te maken. Daarna wordt afstemming gezocht met andere disciplines als groen, verkeer en openbare verlichting. Indien minimaal 2 disciplines in een project werkzaamheden hebben spreken we over een integraal project. Binnen de gemeente spelen echter regelmatig projecten van derden, waarvan de uitvoeringsperiode nog niet bekend is. Het betreft onder andere de werkzaamheden van ontwikkelaars, nutsbedrijven, een groot dijkverzwaringsproject en de mogelijke aanleg van een glasvezelnet binnen de gemeente, waarbij glasvezelkabels onder voornamelijk trottoirs worden gelegd. Ook deze werkzaamheden kunnen van invloed zijn op de uiteindelijke planning. Riolering Niet alles kan zonder meer worden toegerekend aan riolering. Op basis van een rekenmethodiek wordt per project een verdeelsleutel bepaald. Op basis van de nu geplande rioleringsprojecten tot 2020 blijkt dat een gemiddelde verhoging van de jaarlijkse storting van ca. € 104.000,- benodigd is. Dit bedrag is indicatief en in hoge mate afhankelijk van de te hanteren planning en exclusief nieuwe materialen. Het voordeel dat op lange termijn ontstaat door integraal te werken is niet in een model te becijferen. Maar is er naar verwachting wel. Met name door niet te kwantificeren componenten als bijvoorbeeld overlast voor de burger en uitgestelde onderhoudskosten. Functioneel wegbeheer Door middel van functioneel wegbeheer worden knelpunten op het gebied van verkeer en vervoer aangepakt. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan het bevorderen van de verkeersveiligheid, bereikbaarheid en leefbaarheid in onze gemeente. Specifieke aandacht gaat hierbij uit naar de thema’s verkeersveiligheid, autoverkeer, vrachtverkeer, langzaam verkeer, parkeren, openbaar vervoer en landbouwverkeer. In het vorige beleidsplan wegen was functioneel wegbeheer wel benoemd, maar niet financieel vertaald. Tijdens het rekenkameronderzoek naar wegonderhoud zijn ook projecten met betrekking tot functioneel wegbeheer onderzocht. Daarom aan u de vraag of functioneel wegbeheer in het beleidsplan wegen opgenomen dient te worden. Toegankelijkheid In het coalitieprogramma is opgenomen dat er goede en veilige wandel- en fietspaden dienen te zijn en blijven. Nederland is momenteel aan het vergrijzen. Dit geldt ook voor de gemeente Drimmelen. Om deze steeds groter wordende groep ouderen zelfstandig en mobiel te houden dienen er hogere
3
eisen gesteld te worden aan de kwaliteit van de verhardingen. Met name de vlakheid en bereikbaarheid van trottoirs zijn hierbij van belang. Bij de bereikbaarheid kan onder andere gedacht worden aan het verlagen van trottoirbanden bij kruisingen en het verhogen van de trottoirs bij bushaltes. Het belang van goede trottoirs en fietspaden wordt bevestigd door de uitkomsten van de gehouden burgerenquête 2013. Momenteel wordt samengewerkt met WWZ aan een knelpuntenanalyse. Nog niet bekend is wat de uitvoeringskosten van de knelpunten zullen zijn en of deze veel afwijken van de bevindingen uit onze eigen inspecties. Voorgesteld wordt vooralsnog dit onderdeel als afweging mee te nemen in het definitieve plan. Duurzaamheid In het coalitieprogramma is opgenomen dat bij (her)inrichting van de openbare ruimte er aandacht moet zijn voor veiligheid en duurzaamheid. Machinaal straten Om de Arbo-regelgeving beter aan te laten sluiten bij de praktijk wordt CROW-publicatie 282 “Mechanisch aanbrengen elementenverharding, verantwoorde afweging tussen handmatig en mechanisch straatwerk” gevolgd. Het uitgangspunt hierbij is: Mechanisch, tenzij …”. Deze publicatie is van toepassing verklaard in de Standaard RAW- bepalingen 2010. Alle bestekken worden conform de RAW-systematiek opgesteld. Teerhoudend asfalt Tot begin jaren 90 van de vorige eeuw is er in asfaltverhardingen teer toegepast. In het Besluit Bodemkwaliteit is beschreven dat teerhoudend asfalt sinds 1 januari 2001 onder hetzelfde regime valt als alle andere bouwstoffen. Indien bij het onderhouden of reconstrueren van wegen teerhoudend asfalt vrijkomt, moet dit asfalt moet worden aangeboden aan een erkende verwerker van teerhoudend asfalt. Indien met de onderzoeksmethode conform CROWpublicatie 210 wordt aangetoond dat het asfalt teervrij is, kan dit asfalt worden afgevoerd naar een asfaltcentrale om te worden hergebruikt in warm bereid asfalt. Er geldt geen saneringsplicht voor teerhoudend asfalt. Zolang dit blijft liggen en niet wordt ‘opgepakt’ of bewerkt zijn er geen problemen ten aanzien van het Besluit Bodemkwaliteit. Binnen de gemeente Drimmelen zullen we teerhoudend asfalt waar nodig verwijderen. Zowel vanuit milieukundig als duurzaamheidsoogpunt wordt binnen onze gemeente teerhoudend asfalt waar dit vrijkomt aangeboden aan een erkende verwerker. Sinds het vorige plan is rekening gehouden met een bedrag hiervoor van gemiddeld € 20.000,- per jaar. Duurzame materialen Hergebruik van aanwezige materialen wordt gezien als de meest duurzame maatregel. Indien er nieuwe materialen nodig zijn kan er, mits (financieel) verantwoord, voor gekozen worden om te kiezen voor de materialen die reeds aanwezig zijn. In centrumgebieden en historische gebieden zullen passende materialen worden gebruikt. Voor overige gebieden kan volstaan worden met andere duurzame materialen. Adaptief beheer/burgerbetrokkenheid In het coalitieprogramma is opgenomen dat het beheer van de openbare ruimte in samenspraak met omwonenden wordt gedaan. Binnen de integrale projecten is dit geborgd door middel van inloop- of informatiebijeenkomsten, waar de bewoners hun suggesties ten aanzien van de plannen kunnen aangeven. Deze wensen/ opmerkingen worden waar mogelijk geïntegreerd worden in het definitieve ontwerp. Bij het sectorale onderhoud worden de bewoners minstens geïnformeerd door bewonersbrieven. Over adaptief beheer is het volgende opgenomen in het huidige wegenbeleidsplan
4
“ Adaptief beheren stelt de wens van de bewoners centraal, waarbij het bestuur de randvoorwaarden en condities waarbinnen het beheer dient plaats te vinden bepaalt. Hierbij zal de technische onderhoudsplanning, conform de beheersystematiek, ondersteunend zijn. …..” Adaptief beheer kan een dusdanig dure vorm van beheer worden dat we dit op een andere manier vorm willen geven: Door de organisatie van wijkschouwen met bewoners en bewonersgroepen en het geografisch bundelen van de meldingen en inspecties over wegonderhoud kan een keuze gemaakt worden in de aanpak van klein en groot onderhoud. Ook de signalerende functie van de buitendienst speelt hierbij een belangrijke rol. Er is een relatie tussen adaptief beheer en de wensen die voortkomen uit toegankelijkheid en functioneel beheer. Adaptief beheer is aanvullend op de huidige systematiek en kan waar mogelijk geïntegreerd worden. Netwerk- versus projectenplanning De systematiek geeft in een netwerkplanning aan welke wegvakonderdelen onderhoud behoeven. Door de systematiek wordt hierbij een suggestie gedaan voor de te nemen onderhoudsmaatregel. De netwerkplanning wordt door medewerkers van de afdeling Openbare Werken getransformeerd tot een (integrale/sectorale) projectenplanning. Hierbij zal ook rekening gehouden worden met de resultaten van wijkschouwen en meldingen. Flexibele storting Een flexibele storting in een voorziening is niet mogelijk. Mocht blijken dat de storting onvoldoende is dan dient de storting opnieuw te worden vastgesteld voor de komende vijf jaar. Indien er een aanwijsbare reden is voor achterstallig onderhoud bijvoorbeeld winterschade dan kan hiervoor een extra bijdrage aan de raad gevraagd worden. Een voorziening mag niet negatief staan. Peilpunten Op basis van het bovenstaande in de paragraaf Onderwerpen leggen wij u de volgende uitgangspunten voor ten behoeve van het nieuw op te stellen beleidsplan wegen 2015-2019. Onderwerp 1: Vaststellen van het te handhaven kwaliteitsniveau “C” in de gemeente Drimmelen. Dit is het minimaal niveau van verantwoord wegbeheer. Onderwerp 2: Vaststellen van een kernprestatie-indicator ten behoeve van onderhoud wegen. Bijvoorbeeld als kernprestatie-indicator te benoemen “maximaal 5% kwaliteitsniveau “D” (slecht)” Onderwerp 3: Integraal werken . Op een verantwoorde wijze integraal werken en functionele verbeteringen toepassen en inzichtelijk maken welk effect dit heeft op de jaarlijkse storting. Onderwerp 4: Toegankelijkheid. Trottoirs en fietspaden krijgen in het nieuwe plan een hogere prioriteit binnen het totale wegonderhoud. Onderwerp 5: Duurzaamheid. Bij het onderhoud van elementenverharding zal het volgende uitgangspunt gehanteerd worden: verantwoord hergebruik waar mogelijk, gebakken materiaal in elk geval toepassen in centrumen historische gebieden. Overige duurzame materialen in woonwijken/overige gebieden. Onderwerp 6 Burgerbetrokkenheid
5
De resultaten van wijkschouwen met bewoners en bewonersgroepen en het geografisch bundelen van de meldingen zullen gebruikt worden om te komen van een netwerkplanning naar een projectenplanning. TOELICHTING OP / ARGUMENTEN BIJ ONDERWERPEN/PEILPUNTEN
NVT Overige van belang zijnde zaken In de brief van de Provincie over Onderhoud kapitaalgoederen voor de begroting 2015 is aangegeven dat bij de begroting 2015 extra aandacht zal zijn voor de kapitaalgoederen waartoe ook het wegenonderhoud behoort. Er dienen in de begroting voldoende middelen beschikbaar te zijn zodat geen achterstallig onderhoud kan ontstaan. WIE ZIJN DE BETROKKEN PARTIJEN
Intern betrokkenen zijn de beleidsmedewerkers van de afdeling Openbare Werken, de buitendienst, coördinator dorpsgericht werken en de controller. Extern betrokkenen zijn de bewonersgroepen, WWZ en alle overige weggebruikers. VERVOLG/HOE GAAN WE DIT DOEN
Na uw uitspraak over de peilpunten zal het beleidsplan wegen worden opgesteld. Dit plan zal ter vaststelling aan uw raad worden aangeboden. Hierbij zullen ook de financiële consequenties zoveel mogelijk per onderdeel beschreven worden. Ook zal er inzage gegeven in de kosten van het minimale technisch onderhoud, zodat u een afweging tussen ambitie/kwaliteit en financiën zal kunnen maken. WAT HEBBEN WE HIERVOOR NODIG (VOOR DE VERDERE UITWERKING)? HOE GAAN WE COMMUNICEREN?
In januari 2015 wordt u het beleidsplan wegen opiniërend aangeboden. Rapportage over het beleidsplan wegen vindt plaats via de budgetcyclus. RESUMÉ WAAROVER MEN ZICH MOET UITSPREKEN:
Onderwerp 1: Vaststellen van het te handhaven kwaliteitsniveau “C” in de gemeente Drimmelen. Onderwerp 2: Vaststellen van een kernprestatie-indicator ten behoeve van onderhoud wegen. Bijvoorbeeld als kernprestatie-indicator te benoemen maximaal 5% kwaliteitsniveau “D” (slecht). Onderwerp 3: Integraal werken. Op een verantwoorde wijze integraal werken en functionele verbeteringen toepassen en inzichtelijk maken welk effect dit heeft op de jaarlijkse storting. Onderwerp 4: Toegankelijkheid. Trottoirs en fietspaden krijgen in het nieuwe plan een hogere prioriteit binnen het totale wegonderhoud. Hiervoor kan dan een te handhaven kwaliteitsniveau worden vastgesteld bij onderwerp 1. Onderwerp 5: Duurzaamheid. Bij het onderhoud van elementen verharding zal het volgende uitgangspunt gehanteerd worden: verantwoord hergebruik waar mogelijk, gebakken materiaal in elk geval toepassen in centrumen historische gebieden. Overige duurzame materialen in woonwijken/overige gebieden.
6
Onderwerp 6 Burgerbetrokkenheid De resultaten van wijkschouwen met bewoners en bewonersgroepen en het geografisch bundelen van de meldingen vormen input voor de te maken netwerkplanning die getransformeerd moet worden naar een projectenplanning. Wij verzoeken u een uitspraak te doen omtrent de bovengenoemde zes onderwerpen. Tevens verzoeken wij u eventueel andere onderwerpen aan te geven die als input zullen dienen voor een nieuw op te stellen beleidsplan wegen en bijbehorende financiële consequenties.
7