nummer 4, september 2005, jaargang 7, digitale versie E-QUALITY, KENNISCENTRUM VOOR EMANCIPATIE IN DE MULTICULTURELE SAMENLEVING
EEN N E LEV G LAN N E LER
OPLEIDING IN DE PEILING Leonie van den Schoor
Vijf stellingen legde E-Quality de bezoekers van haar website voor. Joop Schippers, hoogleraar Arbeids- en Emancipatie-economie aan de Universiteit Utrecht, reageerde op verzoek op een aantal vragen.
Pagina 3
ONDERWIJSKANSEN ZMV-VROUWEN Pagina 4-5
LEREN IS EMANCIPEREN Pagina 6-7
INTERVIEW PROJECTDIRECTIE LEREN & WERKEN
Ongelijkheid tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt is een thema dat als een rode draad door het werk van prof. dr. Joop Schippers loopt. Het antwoord op de vraag ‘hoe hoog schat u het percentage vrouwen dat onder haar opleidingsniveau werkt?’ is dan ook niet moeilijk voor hem. “Meer dan twintig procent”, roept hij zonder aarzelen. “Met de aantekening dat het voor mannen ook niet nul is. Veel mensen werken onder hun opleidingsniveau, maar vrouwen meer dan mannen. Mannen zijn over het algemeen harder en slimmer in het onderhandelen over een baan, vrouwen nemen veel vaker genoegen met een functie onder hun opleidingsniveau. Dat komt onder andere omdat sommige vrouwen leven met het idee: straks wil ik kinderen, dan wil ik een baan die me ruimte geeft.” Dus het ligt aan de vrouwen zelf dat ze hun opleidingsniveau niet maximaal verzilveren? Gedeeltelijk, vindt Joop Schippers. “Maar het heeft ook te maken met socialisatie. Jongens worden opgevoed met het idee dat ze ‘ervoor moeten gaan’, meisjes krijgen niet geleerd het onderste uit de kan te halen. Ze krijgen minder zakgeld dan jongens, en later hebben ze slechter betaalde studentenbaantjes.”
Pc met webcam
Op stelling vijf ‘welke investering in een leven lang leren is het meest doorslaggevend om de groei van de kennissamenleving te waarborgen?’ antwoordt Schippers: “Je moet het een doen en het andere niet laten. Voorschoolse educatie speelt een belangrijke rol om mensen in een achterstandssituatie ‘erbij te houden’. Dat zijn in belangrijke mate allochtonen, van hen zullen we het de komende jaren toch moeten hebben. Daarom moeten we ervoor zorgen dat allochtone leerlingen ‘worden gegrepen’ door onderwijs, zodat ze er niet op 13-jarige leeftijd uitstappen. Ook volwasseneneducatie is heel belangrijk, zeker voor mensen zonder werkgever. De overheid zou scholing van vijftigplussers in bijvoorbeeld het omgaan met een pc met webcam moeten organiseren, zodat ze straks van elektronische vormen van zorg gebruik kunnen maken. Dat hoort ook bij een kennissamenleving.” Bonnenboekje
Over de leeftijdsgrens voor studiefinanciering is Schippers kort. “Er moet natuurlijk überhaupt geen grens zijn. Je wilt toch dat burgers een leven lang leren? Eigenlijk zou iedereen bij geboorte een soort bonnenboekje voor onderwijs moeten krijgen. Je mag zelf kiezen of je de bonnen vooral tijdens je jeugd opmaakt, of verdeelt over je leven.”
De resultaten van de peiling staan vermeld op de website: www.e-quality.nl.
service
2
rectificatie
factsheets
In het vorige nummer is helaas een verkeerde titel boven de figuur op pagina 8 geplaatst. Uiteraard willen wij u de juiste titel niet onthouden:
Een leven lang leren Een leven lang leren bevordert de emancipatie, omdat het leidt tot betere kansen op de arbeidsmarkt en economische onafhankelijkheid. Daarnaast is de Nederlandse kenniseconomie gebaat bij geëmancipeerde burgers. Deze wederzijdse relatie staat centraal in de twee Leven-lang-lerenfactsheets die E-Quality uitbracht ter gelegenheid van haar jaarlijkse Prinsjesdagborrel op 29 september jl.: - ‘Effecten van leren op het verdere verloop van de arbeidscarrière’ - ‘Oudkomers en volwasseneneducatie’. Meer informatie over het thema Een leven lang leren is ook te vinden in de rest van deze E-Quality Matters en in het webdossier op de site.
Bevolking naar leeftijd 100 >65 jr >65 jr
>65 jr
80 60 20-64 jr
20-64 jr
20-64 jr
0-19 jr
0-19 jr
0-19 jr
40 20 0 Autochtonen Allochtonen Niet-westerse allochtonen 2005
2035
82% VAN ALLE DEELNEMERS AAN EEN OUDKOMERSTRAJECT STROOMT 82% DOOR NAAR WERK, VERVOLG VAN DE INBURGERING OF EEN ANDERE OPLEIDING. Uit: factsheet Een leven lang leren. Oudkomers en volwasseneneducatie.
Redactie Fatos¸ Ipek-Demir Agnes Jansen (eindredactie) Sabine Kraus Gerla van Ophem Beeldmateriaal Arenda Oomen (p 6/7) Vormgeving en druk Vorm Vijf, Den Haag ACI Offsetdrukkerij, Amsterdam Oplage 3.850
© E-Quality Postbus 85808 2508 CM Den Haag T: (070) 365 97 77 F: (070) 346 90 47 www.e-quality.nl
[email protected] ISSN-nr: 1389-9430 Informatie opgenomen tot en met 5 september 2005. Matters nummer 5 verschijnt eind oktober. Overname van artikelen is toegestaan, mits met bronvermelding.
Arbeids(on)geschiktheid De factsheet ‘Arbeids(on)geschiktheid. Reïntegratie van zmv-vrouwen’ bevat een analyse van feiten en cijfers over de in- en uitstroom van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen in de WAO. Ook komen good practices aan bod, evenals suggesties voor
agenda 11 oktober, Utrecht Focusgroepenbijeenkomst voor gemeenten. Centraal staat het gemeentelijk emancipatieen integratiebeleid voor zwarte, migrantenen vluchtelingenvrouwen. 13 oktober, Utrecht Symposium diversiteitsbeleid voor sleutelpersonen uit onderwijs en bedrijfsleven die bezig zijn met diversiteit. Organisatie: COC Nederland, in samenwerking met E-Quality, de Commissie Gelijke Behandeling, de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland, het Landelijk Bureau ter bestrijding van Rassendiscriminatie en Expertisecentrum LEEFtijd. 9 november, Den Haag Mantelzorgdebat over het bereiken van een betere balans in de verdeling van mantelzorg en betaald werk tussen mannen en vrouwen en tussen generaties. Kijk in de Agenda op www.e-quality.nl voor meer informatie en andere bijeenkomsten waar E-Quality acte de présence geeft, of die E-Quality organiseert
nieuw beleid. De belangrijkste aanbeveling betreft om in de voorbereiding en de uitvoering van WAO-beleid de koppeling van gender én etniciteit te maken. Factsheets zijn digitaal beschikbaar via de website van E-Quality: www.e-quality.nl. Hier vindt u ook een overzicht van alle tot nu toe verschenen factsheets. Ontvangt u liever een papieren versie, dan kunt u deze aanvragen via telefoonnummer (070) 3659 777.
diensten Training Pensioenambassadeur Om tijdig aan een goed pensioen te kunnen werken hebben vooral vrouwen en migranten baat bij pensioeninformatie. Speciaal voor vrouwen- en migrantenorganisaties vindt op 27 oktober de training Pensioenambassadeur plaats. De training is gericht op het zelf opzetten van trainingen en/of voorlichtingsbijeenkomsten. Naast algemene informatie over het Nederlandse pensioenstelsel komen ook de gevolgen voor het pensioen van burgers met verschillende levenslopen en diverse etnische achtergronden aan bod. De training kost 295 euro, inclusief lunch en Toolkit. Meer informatie? www.e-quality.nl>agenda. Sneltoets Emancipatie E-Quality introduceert de Sneltoets Emancipatie, bedoeld voor beleidsdirecties van de overheid die zich afvragen of bij een bepaald beleidsthema man/vrouw-verschillen een rol kunnen spelen. Rekening houden met deze verschillen kan vaak bijdragen aan het beoogde beleidsdoel, en is bovendien een goede manier om gender mainstreaming in te vullen. Op verzoek maakt E-Quality binnen vier weken een inventarisatie en analyse van de relevante m/v-verschillen. Het is uiteraard aan het departement om te beslissen of deze gegevens al dan niet aanleiding zijn om het beleid bij te stellen, of om bijvoorbeeld nader onderzoek te laten verrichten. Informatie die E-Quality in het kader van de Sneltoets krijgt van de opdrachtgever, is vertrouwelijk. In 2005 wil E-Quality een aantal (gratis) pilots uitvoeren. Is dit misschien iets voor u, of wilt u eens vrijblijvend van gedachten wisselen? Neem dan contact op met Sabine Kraus, 070 3129792,
[email protected]
update
3
ONDERWIJSKANSEN VOOR NEDERLANDSSPREKENDE ZMV-VROUWEN Louke Vianen, beleidsmedewerker E-Quality
Bij emancipatie en educatie van zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (zmv-vrouwen) ligt de nadruk doorgaans op taalverwerving. Over kansen binnen het onderwijs voor zmv-vrouwen die de Nederlandse taal wél beheersen, is daarentegen veel minder bekend. Wat zijn voor hen de mogelijkheden voor scholing? Volwasseneneducatie
Onderwijs is relevant voor díe zmvvrouwen die eerder een opleiding hebben afgebroken, een opleiding (elders of) onder hun niveau hebben afgemaakt of die een andere richting op willen qua vakgebied. Hun kansen liggen allereerst in de basiseducatie, die is gericht op het redzaam maken van mensen met zeer weinig opleiding. Verschillende Regionale Opleidingscentra (ROC’s) signaleren hier een toename van zmv-deelnemers (mannen en vrouwen). Een tweede vorm van volwasseneneducatie is het voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (Vavo of tweedekansonderwijs), dat aan vroegtijdig schoolverlaters de kans biedt om alsnog een vmbo-, havo- of vwo-diploma te behalen. Omdat er (waarschijnlijk) per januari 2006 een verschuiving plaatsvindt van onderwijsgelden (in de G30), krijgen gemeenten meer vrijheid binnen hun sociaal beleid. Het voortbestaan van volwasseneneducatie wordt hiermee sterk afhankelijk van de prioriteiten die gemeenten stellen en is daardoor onzeker. Met name de Vavo staat onder druk, omdat haar samenstelling verandert en deelnemersaantallen, in tegenstelling tot die van de basiseducatie, de laatste jaren sterk afnemen1. Het Vavo is de afgelopen jaren veranderd van een tweede kans voor volwassenen in een tweede weg voor jongeren die in het voortgezet onderwijs hun diploma niet halen (Onderwijsraad, 20032). Desondanks zou deze vorm van onderwijs een rol kunnen blijven spelen bij de scholing van volwassenen en wellicht van zmv-vrouwen. Veenman (20023) noemt allochtonen een belang-
rijke doelgroep voor tweedekansonderwijs. Op dit moment is echter niet bekend hoeveel zmv-vrouwen hiervan gebruik maken; registraties worden momenteel namelijk uitgesplitst naar òf etniciteit, òf sekse. Om meer zicht te geven op de betekenis van Vavo voor zmvvrouwen zal dan ook expliciet hun aandeel in het tweedekansonderwijs in de statistieken moeten worden weergegeven.
uitkeringsgerechtigden en herintreedsters hebben op dit moment in veel gemeentes steeds minder aandacht. De kansen die deze groepen krijgen om via bijscholing hun arbeidsmarktpositie te verbeteren, zijn dan ook gering. Om het potentieel onder vrouwen die de Nederlandse taal beheersen te benutten, is van belang dat de gemeente hen als urgente doelgroep voor educatie herkent.
Beroepsonderwijs
dossier
Behalve binnen de officiële volwasseneneducatie zijn er voor volwassenen ook mogelijkheden om in te stromen in het beroepsonderwijs (mbo). Het mbo leidt direct op naar werk, daarom zou deze vorm van onderwijs een voor de hand liggende keuze kunnen zijn voor volwassenen die hun arbeidsmarktpositie willen verbeteren. In welke mate het mbo bij (kan) dragen aan de emancipatie van zmv-vrouwen is ook voor deze onderwijsvorm onduidelijk, omdat ook hier niet wordt geregistreerd naar etniciteit én sekse. Onderwijs en arbeidsmarkt
Ondanks regelingen voor tegemoetkoming in onderwijskosten zijn de kansen op onderwijs, zeker voor zmvvrouwen met een laag inkomen, sterk afhankelijk van de ondersteuning vanuit gemeentelijk beleid. Voor vrouwen die onder de Wet werk en bijstand vallen, geldt dat het werkgedeelte van deze wet aangewend kan worden voor educatie. Echter, door teruglopende budgetten voor reïntegratie is de kortste weg naar werk het devies en verschuift educatie naar de achtergrond. Ook programma’s voor niet-
1 Kerncijfers 1998-2002. Onderwijs Cultuur en Wetenschappen, geraadpleegd op 29 augustus 2005. Beschikbaar via: http://www.minocw.nl/begroting/kerncijfers9802/print.html 2 Onderwijsraad (2003). Leren in een kennissamenleving. Verkenning. Den Haag: Onderwijsraad. 3 Veenman, J. (2002). Investeren in Verborgen Talenten. Verborgen Talenten. Rotterdam: Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Sociaal-Wetenschappelijke Afdeling Rotterdam.
‘onderwijs’ www.e-quality.nl
good practice Arbeidsmarkt (h)erkent Verborgen Talenten Het Project Arbeidsmarkt (h)erkent Verborgen Talenten in de gemeente Rotterdam is een goed voorbeeld van een project dat mannen en vrouwen de gelegenheid biedt om hun opleidingsniveau te verhogen. Er wordt naar een duurzame en passende weg naar werk gezocht. De doelgroep bestaat in de eerste plaats uit mensen met een ID-baan en uitkeringsgerechtigde werklozen, waaronder veel zmv-vrouwen zijn. Niettemin kan dit project ook interessant zijn voor andere doelgroepen (zoals vrouwen met kleine banen of herintreedsters). E-Quality zal meer aandacht besteden aan dit project op de focusgroepenbijeenkomst voor gemeenten op 11 oktober in Utrecht. Meer informatie? www.e-quality.nl>agenda
emancipatie en een leven lang leren
4
LEREN IS EMANCIPEREN Ines Orobio de Castro, senior beleidsmedewerker E-Quality
Om de kennissamenleving en de werkgelegenheid van jong tot oud in Nederland te bevorderen is in 2005 de projectdirectie Leren & Werken opgericht. In dit gezamenlijke initiatief van de ministeries van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap speelt ‘een leven lang leren’(LLL) een centrale rol. E-Quality onderzocht in hoeverre LLL van belang kan zijn voor emancipatie - en vice versa.
De projectdirectie Leren & Werken, opgericht naar aanleiding van het Actieplan Leven Lang Leren (2004), gaat de omslag van Nederland naar een kenniseconomie bewerkstelligen (zie ook het interview op pagina 6/7). De projectdirectie ziet LLL als noodzakelijk voor een sterke economische en wetenschappelijke concurrentiepositie, binnen Europa en ten opzichte van de Verenigde Staten en de opkomende economieën in Azië. Ook wil zij LLL inzetten om ouderen langer aan het werk te houden. Het bereiken van deze ambities is bovendien nauw verbonden met de Lissabondoelstellingen voor 2010. Een betere aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt is, naast de mogelijkheid een leven lang te leren, een noodzakelijke voorwaarde voor die omslag. Om dat te realiseren is het van groot belang om alle burgers in staat te stellen zich snel en vaak nieuwe kennis en vaardigheden eigen te maken. Vanwege verschillen in opleidingsniveau, zorgverantwoordelijkheden, posities en kansen op de arbeidsmarkt is dit voor vrouwen en mannen van verschillende etnische achtergronden echter geen vanzelfsprekendheid. Het LLL-beleid is dan ook gebaat bij een nauwe verbondenheid met emancipatieen integratiebeleid. 1 OSA Arbeidsaanbodpanel 1985 2002, verzameld door de Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek (OSA), Tilburg 2 Analyse van E-Quality op basis van SPVA’98 gegevens. 3 Zie het artikel op pagina 3 en de factsheet ‘Een Leven Lang Leren. Oudkomers en volwasseneneducatie.’ 4 De Week van het leren is een initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en maakt onderdeel uit van het leven-lang-lerenbeleid van het kabinet. Zie voor meer informatie de website www.weekvanhetleren.nl
Het Actieplan Leven Lang Leren (2004) besteedt aandacht aan vrouwen (waaronder zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen) voor zover zij onder de drie volgende categorieën vallen: - inburgeraars en beroepsbevolking zonder startkwalificatie; - aanwezige arbeidsreserves; - moeilijk bereikbare groepen. In het daarop aansluitende Plan van Aanpak Leren & Werken Versterken
2005-2007 worden ze echter niet specifiek benoemd (wel komen zij voor op de illustraties). Integratie van beleid
Uit het oogpunt van gender mainstreaming is het van belang om het emancipatiebeleid in het LLL-beleid te integreren. Een leven lang leren bevordert de emancipatie – het leidt immers tot betere kansen op de arbeidsmarkt en economische onafhankelijkheid – terwijl andersom de kenniseconomie gebaat is bij geëmancipeerde burgers. Om deze wederzijdse relatie aan te tonen publiceerde E-Quality de twee Leven-langlerenfactsheets ‘Effecten van leren op het verdere verloop van de arbeidscarrière’ en ‘Oudkomers en volwasseneneducatie’. Naast feiten en cijfers over de positie van vrouwen van verschillende etnische achtergronden in de wereld van educatie en arbeidsmarkt bevatten de factsheets aanbevelingen om die positie te versterken en zo de emancipatie van vrouwen te bevorderen. Tweede kans
Opvallend is het ontbreken van gegevens over zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen (zmv-vrouwen) als het gaat om de deelname en/of behoefte aan tweedekansonderwijs. Gezien de prioriteit die het kabinet geeft aan de emancipatie en participatie van zmv-vrouwen, is het voor effectieve beleidsontwikkeling noodzakelijk om hun positie ook zichtbaar te maken. Evenmin blijken gegevens over zmvvrouwen voorhanden op het gebied van scholing op de werkplek. E-Quality analyseerde gegevens van het OSA Arbeidsaanbodpanel1, waaruit blijkt dat in ieder geval meer mannen dan vrouwen werk-
5
Tabel 1 Deelname aan cursussen in de periode 2000 – 2002 (percentages) Hoogst voltooide opleiding Vrouwen Mannen Lager onderwijs 12,3 27,9 Vbo/mavo 20,2 34,8 Mbo/havo/vwo 33,6 46,3 Hbo 44,7 47,6 Wo 46,6 44,1 Totaal 29,2 38,0 Bron: OSA Arbeidsaanbodpanel 1985 2002, bewerking E-Quality.
Tabel 2 Oudkomers, naar geslacht (percentages) G54 Overige gemeenten Vrouwen Mannen Vrouwen Mannen Opvoeders 92 8 97 3 Werklozen 57 43 61 39 Gegevens afkomstig uit: 8e voortgangsrapportage Groot Project Inburgering Oudkomers, juli 2004,
Bronnen – Martens, E.P., Erasmus Universiteit, ISEO en Tesser, P., Sociaal en Cultureel Planbureau, Sociale positie en voorzieningengebruik van allochtonen 1998 - SPVA’98 [computer file], Steinmetz-archief (P1570), Amsterdam – Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Tweede Kamer 20042005, 27406, nr.32) Actieplan Leven Lang Leren, 2004. – Organisatie voor Strategisch Arbeidsmarktonderzoek, OSA, OSA Arbeidsaanbodpanel 1985-2002 [computer file], Tilburg, Steinmetz-archief (P1462), Amsterdam – Projectdirectie Leren & Werken, Ministeries van Onderwijs Cultuur en Wetenschap en Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Leren & Werken versterken. Plan van aanpak 20052007, Den Haag, 2005.
oudkomers die met een traject gestart zijn in de 2e helft van 2003.
gerelateerde cursussen volgen (waarbij het aantal zmv-ers dus niet zichtbaar is). Daarbij valt op dat het verschil tussen mannen en vrouwen groter is naarmate hun opleidingsniveau lager is. Ook komt uit de analyse naar voren dat het verschil groter is onder 25-44-jarigen dan onder oudere mannen en vrouwen. Hieruit volgt dat meer aandacht van sociale partners voor de scholing van jongere vrouwelijke werknemers gewenst is. Er is overigens wel een aanwijzing dat het onder zmv-ers juist de vrouwen zijn die vaker een cursus volgen. Omdat het hier echter om gegevens van een beperkt aantal personen gaat, is nader onderzoek van belang om met zekerheid conclusies te kunnen trekken.2 Oudkomers
In het kader van de emancipatie van zmvvrouwen zijn vrouwelijke oudkomers een specifieke doelgroep voor het overheidsbeleid. Oudkomers vormen een zeer gevarieerde groep, ook wat betreft kennisniveau. Het beleid richt zich vooral op oudkomers die weinig Nederlands spreken en ook geen in Nederland bruikbare diploma’s hebben. In casu richt het beleid zich op opvoeders en werklozen. Onder hen vindt wél registratie van
vrouwen plaats en het blijkt dat de meeste oudkomers die een traject volgen vrouwen zijn. Dat geldt zowel voor de trajecten voor ‘opvoeders’ als die voor werklozen.
deelnemers aan volwasseneneducatie niet zeggen dat ook autochtone vrouwen daar geen behoefte aan zouden hebben. Ook dit vergt nader onderzoek.
Er zijn echter ook oudkomers die uitstekend Nederlands spreken en een redelijke tot goede opleiding hebben genoten. Over hen gaat het oudkomersbeleid niet, maar in het kader van een leven lang leren is aandacht voor hen gepast. Uit onze analyse blijkt dat de mogelijkheden voor volwasseneneducatie dreigen te verminderen. Deels is dat het gevolg van een teruglopend aantal deelnemers, deels van reeds ingevoerde en voorgenomen beleidswijzigingen in (de financiering van) educatie en inburgering.3 Het is niet duidelijk of en in hoeverre de gesignaleerde terugloop onder het aantal vrouwelijke deelnemers alle volwassen vrouwen in Nederland of voornamelijk autochtone vrouwen betreft. Uitsplitsing naar etniciteit vindt niet plaats. Gezien de wel aangetoonde meerderheid van vrouwen bij oudkomerstrajecten is het echter redelijk om aan te nemen dat een aanzienlijk aantal zmv-vrouwen die de Nederlandse taal reeds machtig is, alsnog een mbo- of havo/vwo-diploma wil halen. Daarnaast wil de daling onder het aantal
LLL-dossier
In de periode voorafgaand aan de Prinsjesdagborrel op 29 september 2005 – in de Week van het leren4 – heeft E-Quality een peiling op haar website geplaatst. Hierin is de relatie tussen een leven lang leren en emancipatie in een aantal vragen en stellingen verwerkt. De uitslag, weliswaar niet wetenschappelijk verantwoord maar wel signalerend, staat inmiddels vermeld op de website. Samen met de resultaten van de paneldiscussie op de Prinsjesdagborrel, de factsheets en het webdossier zullen zij hopelijk bijdragen aan een gender- en etniciteitsbewuster LLL-beleid.
dossier
‘onderwijs’ www.e-quality.nl
estafette
6
PROJECT LEREN & WERKEN WIL PARTIJEN SAMENBRENGEN EN PRIKKELEN ‘VERBORGEN TALENTEN MOGEN NIET VERLOREN GAAN’
Leonie van den Schoor
Het idee dat één opleiding voldoende is voor je hele leven, is achterhaald. Mensen moeten zich gedurende hun hele loopbaan kunnen blijven ontwikkelen via scholing en opleiding, vindt Judith Meulenbrug, projectdirecteur van ‘Leren & Werken’. “Tweedekansonderwijs is een verkeerde term, alsof je ooit de boot hebt gemist. Je moet je hele leven lang kansen hebben om te leren, wel tien, twintig keer.”
Nederland streeft ernaar een kennissamenleving te worden, wie daarin wil meedoen moet over een goede opleiding beschikken. En omdat kennis snel veroudert, is voortdurend bijscholen een must. Alleen dan kun je een baan vinden en behouden. Wat onderwijsniveau betreft zit Nederland op de goede weg: cijfers laten zien dat de Nederlandse bevolking steeds hoger opgeleid raakt. Ook is het aantal mensen dat op latere leeftijd een studie volgt relatief groot: 17% van de mannen en 16% van de vrouwen tussen de 25 en 74 jaar gaf tijdens een onderzoek in 2003 aan in de vier weken voorafgaand aan het onderzoek een opleiding gevolgd te hebben. “Er wordt wel veel geleerd in Nederland”, zegt Judith Meulenbrug, projectdirecteur van ‘Leren & Werken’, “maar toch heeft ruim een kwart van de beroepsbevolking een niveau lager dan havo, vwo of mbo-2. Dat zijn twee miljoen mensen die dus onder de startkwalificatie voor de arbeidsmarkt zitten. Daar schrik je toch van.” Meulenbrug vermoedt dat onder die twee miljoen mensen veel verborgen talenten schuilgaan die zich best verder kunnen ontwikkelen. “Als ze maar de mogelijkheid krijgen.” Duale trajecten
Voor die mogelijkheid wil het project ‘Leren & werken’ zorgen, een gezamenlijk initiatief van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) en het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Het project wil het idee van ‘een leven lang leren’ in de komende twee jaar een concrete stap
verder brengen. Mensen moeten een impuls krijgen hun kennisniveau op te schroeven. In maart is de projectdirectie aangesteld: Judith Meulenbrug van OCW, en plaatsvervangend directeur Elly van Kooten van SZW. Ze zijn voortvarend van start gegaan. Een plan van aanpak is inmiddels gemaakt en er zijn al wat concrete resultaten geboekt. Judith Meulenbrug: “We gaan niet zelf voor scholing zorgen, we willen het alleen faciliteren. Je moet mensen verleiden er energie in te stoppen. Daarom proberen we burgers, werkgevers, gemeenten en onderwijsaanbieders te prikkelen om meer aandacht te besteden aan een leven lang leren. Die partijen brengen we met elkaar in contact, we porren ze op en maken hen enthousiast.” Het eerste contact is al gelegd: in Rotterdam hebben de gemeente, het Albedacollege en Hogeschool Rotterdam met elkaar afgesproken in de komende jaren 2750 duale trajecten op te zetten. Adjunct-directeur Elly van Kooten: “Duale trajecten zijn een combinatie van werken en leren. Mensen kunnen op hun werkplek en zoveel mogelijk tijdens werktijd leren. We willen stimuleren dat mensen daarin meer maatwerk wordt geboden, zodat ze nauwelijks naar de schoolbanken hoeven.” Het streven is om in 2007 15.000 duale trajecten verspreid over het hele land te hebben opgestart: 13.000 voor mbo’ers en 2.000 voor hbo’ers. De vooruitzichten zijn goed: Meulenbrug en Van Kooten verwachten dat in het najaar tien tot twaalf andere convenanten worden ondertekend. “Die staan nu in de steigers.”
Leerwerkloket
Een andere pijler van het plan van aanpak is een laagdrempelig leerwerkloket waar werkenden en werkzoekenden informatie en advies kunnen krijgen over scholingsmogelijkheden, hun loopbaan en hun competenties. Zo’n loket geeft steun in het maken van een portfolio en het uitvoeren van een EVC (erkenning verworven competenties). “EVC wordt nog maar weinig toegepast, het vergt een omwenteling in denken”, zegt Judith Meulenbrug. “Je kijkt niet alleen naar de leerstof die iemand heeft genoten, maar ook naar de vaardigheden die hij of zij in de loop der jaren heeft opgedaan. Naast schoolse kennis krijgt praktijkkennis dus ook een plek. Ik denk dat EVC zeker ook goed kan uitpakken voor vrouwen. Ze kunnen hun talenten ermee verzilveren. Een vrouw die ervaring heeft met leidinggeven in het vrijwilligerswerk, die kinderen heeft opgevoed en haar zieke moeder heeft verzorgd bijvoorbeeld, kan bij een opleiding misschien wel vrijstelling krijgen van bepaalde onderdelen. Dat verkort de studieduur, waardoor ze eerder geneigd zal zijn aan een opleiding te beginnen.” Een ander middel om de drempel van lange studieduur te slechten is het experiment met een ‘associate degree’. Elly van Kooten: “In het buitenland bestaat het al. Het is een tweejarige hboopleiding. Daarin wordt niet het gebruikelijke vierjarig hbo-programma gestopt, je volgt gewoon een verkorte hboopleiding van twee jaar.” De associate degree moet voor meer diversiteit in het
7
beroepsonderwijs zorgen. “Zo krijg je er een niveau bij binnen het hbo.”
Aantal mensen met startkwalificatie in 2003 (diploma havo, vwo, mbo-2 of hoger): 74,6%
van de totale beroepsbevolking (streven in 2010: 80%)
72,5%
van de mannelijke beroepsbevolking
75,2%
van de vrouwelijke beroepsbevolking
56%
van de niet westerse allochtone beroepsbevolking
53,6%
van de mannelijke niet westerse allochtone beroepsbevolking
60%
van de vrouwelijke niet westerse allochtone beroepsbevolking
Spotten en verpotten
Naast een fysiek leerwerkloket waar mensen terechtkunnen, komt er ook een digitaal kennisloket: een online marktplaats waar de overheid alle bestaande informatie over scholingsmogelijkheden bij elkaar brengt. “Het wordt een portal, die een compleet overzicht van scholingsmogelijkheden biedt en waar mensen wat makkelijker kunnen zoeken. We brengen allerlei bestaande sites samen en voegen daar extra informatie aan toe, bijvoorbeeld over de kwaliteit van een opleiding of over de mogelijkheden op de arbeidsmarkt.” Al met al wil het project ‘Leren & Werken’ een platform zijn dat mensen verbindt en bij elkaar brengt. “We vragen de partijen: werk samen, doe geen dingen dubbel.” Om te voorkomen dat telkens opnieuw het wiel wordt uitgevonden, gaat de projectdirectie op zoek naar bestaande initiatieven die succesvol zijn. “We zitten nu nog in de scanfase: we zijn op zoek naar bestaande ideeën en activiteiten die een bijdrage leveren aan een leven lang leren. Die willen we zorgvuldig bekijken. Als zo’n initiatief mensen aanzet weer te gaan leren, dan proberen we dat project te vermenigvuldigen met tien. Op die manier willen we goede projecten verbreden. Spotten en verpotten noemen we dat.” Moeders met brains
Veel mensen, en met name vrouwen, werken onder hun opleidingsniveau. Wat
Bron: CBS (Enquête Beroepsbevolking)
heb je dan nog aan de goede bedoelingen van het project ‘Leren & Werken’? Waarom zou iemand haar kennisniveau opvijzelen als ze dat toch niet gebruikt in haar werk? “Natuurlijk zien wij ook graag dat vrouwen hun opleidingsniveau verzilveren”, benadrukt Judith Meulenbrug, “maar dat is niet het onderwerp van ons project. Wij zijn er niet voor de employability, wij zijn ervoor om talenten niet verloren te laten gaan. In Rotterdam bijvoorbeeld heb je veel alleenstaande moeders in de bijstand, dat is een groep die we nu links laten liggen. Ze hebben de brains, vaak een atheneumdiploma. Die willen we in het hbo zien te krijgen. Bijvoorbeeld door uit te zoeken of we hen twee jaar lang met behoud van uitkering kunnen laten studeren. Het leuke is dat de voorzitter van de hogeschool zelf met dat idee naar ons toekwam.”
good practice Meer kleur in schoolbesturen Het project Eutonos heeft tot doel om meer zwarte, migranten- en vluchtelingenvrouwen en –mannen in de schoolbesturen van de grote steden te plaatsen. Uit onderzoek blijkt dat slechts 250 van de 15.000 bestuursleden zwart, migrant of vluchteling zijn en 3.500 vrouw. De schoolpopulatie in de G4 bestaat grotendeels uit zmvleerlingen, maar het beleid wordt vooral bepaald door witte mannen van boven de 45 jaar. Eutonos heeft in de G4 19 zmvbestuurders geplaatst, merendeels hoogopgeleide vrouwen. Meer info is te vinden op www.eutonos.nl.
Wilt u uw good practice ook terugzien in E-Quality Matters? Mail uw reactie dan naar
[email protected]
becijferd & gastcolumn
8
doorstroom in het voortgezet onderwijs Tim de Jong, statistisch medewerker E-Quality Jongeren met een niet-Nederlandse afkomst hebben gemiddeld nog altijd een achterstand in opleidingsniveau. Hoewel de verschillen afnemen, lopen met name de niet-westerse leerlingen vaker een leerachterstand op dan autochtone leerlingen. Zij bezoeken daardoor minder vaak een havo- of vwo-school. Hebben zij eenmaal het middelbareschooldiploma behaald, dan ziet het beeld er voor deze groep opmerkelijk gunstiger uit: zij blijken juist vaker naar vervolgopleidingen door te stromen dan autochtone jongeren. Dit geldt met name voor de meisjes. Met een havo- of vwo-diploma op zak kiezen zij voor een zo hoog mogelijk niveau van de vervolgopleiding. Van de havisten stroomt 84% door naar een hbo-opleiding, tegenover 76% van
de autochtone meisjes. Van de vwo-ers kiest 78% voor een universitaire opleiding, tegenover 62% van de autochtone meisjes. Doorleren binnen het voortgezet onderwijs is eveneens het meest populair bij de leerlingen met een niet-westerse achtergrond. Ook hier is het verschil bij de meisjes het sterkst: zo stroomt 13% van de niet-westerse meisjes met een vmbodiploma door naar de havo, tegenover 8% van de autochtone meisjes.
Doorstroom HAVO>HBO
VWO>WO
100 80
84
84 76
60
79
82
78
71
62
40 20 0 meisjes
jongens
meisjes
jongens
niet-westerse allochtonen* autochtonen * Het CBS plaatst iemand in de categorie ‘niet-
westerse allochtonen’ als deze zelf of tenminste
Bron: CBS, Jaarboek onderwijs in cijfers 2005 (cijfers van 2003).
een van de ouders afkomstig is uit Afrika, Azië (exclusief Japan en Indonesië), Zuid-Amerika en Turkije.
de hrm-remedie voor aankomende braindrain? Gastcolumn door Carmen Breeveld Carmen Breeveld is directeur van Team Care en initiatiefnemer van Women on Board. Zij is in 2003 gekozen tot Internationale Zwarte Zakenvrouw Nederland.
Human resource (HR) managers dienen zich voor te bereiden op de nabije toekomst. Als eindverantwoordelijken voor een optimale inzet van het menselijk kapitaal, dienen HR- en algemeen management zich te realiseren welke ontwikkelingen er gaande zijn. Sinds 2004 is er sprake van een omgekeerde migratiebeweging vanuit Nederland. Terwijl het repressief beleid volop in uitvoering is, rukken jonge potentials op naar het buitenland. Zo verlieten in 2004 zo’n 112.000 jonge Nederlanders (allochtoon en autochtoon) ons land om onder andere na een buitenlandstage niet meer terug te keren. Zo zien de terrassen en restaurants in Paramaribo blond in de avonduren. Blond van de jongeren die Nederland met rasse schreden verlaten hebben, om hun carrière elders voort te zetten. Als je informeert naar de reden van ver-
trek, blijkt al snel dat de vigerende wet- en regelgeving in het thuisland Nederland te veel beperkingen oplegt voor innovatief en creatief denken: belastingdruk, voortzettende recessie, verdere flexibilisering van arbeid en werktijden in combinatie met onflexibele en dure kinderopvang. De uitstroom van de babyboomgeneratie van met name mannelijk potentieel en de roep naar vrouwelijk potentieel wordt beantwoord met toenemende discriminatie van vrouwen en allochtonen op de arbeidsmarkt. Terwijl de wereld zich laat kenmerken door een toename van intellectueel potentieel (jaarlijks 1 miljoen academisch afgestudeerden in India), is ons aantal drop-outs op vmbo-niveau hoger dan ooit. Terwijl Zuidoost-Azië een steeds verregaande internationalisering en dito economische groei laat zien, ligt bij ons de focus op beheersing van de Nederlandse taal
bij een handjevol allochtonen. Je hoeft geen demografisch intellectueel te zijn om te bedenken dat een populatie van 6% hoger opgeleiden (50% man en 50% vrouw) in Nederland, met een omgekeerde migratie van jong potentieel in combinatie met de aankomende vergrijzing, verregaande problemen tot gevolg zal hebben. Het is dan ook een intellectuele uitdaging om oude denkbeelden plaats te laten maken voor een moderne visie. Bekijk het proces van emancipatie en integratie vanuit een breder perspectief en maak het een integraal onderdeel van het sociaal beleid binnen de eigen organisatie. Door het optimaal inzetten van menselijk potentieel kan HR-management hieraan een directe bijdrage leveren.