Almere in de Peiling 2014
Voorwoord In 2014 werd de stadsenquête “Almere in de Peiling” alweer voor de achtste keer uitgevoerd. Elke twee jaar wordt een grote groep Almeerders van 18 jaar en ouder uitgenodigd om mee te doen aan dit onderzoek. De thema’s van de vragenlijst worden grotendeels bepaald door de diverse diensten binnen de gemeente. Zij overleggen met het team Onderzoek&Statistiek op welke vragen zij vanuit hun beleidsveld antwoord willen krijgen. Op basis daarvan worden de vragen, die aan de bewoners worden gesteld, geformuleerd of herhaald uit de vorige peilingen. In deze editie werden bijvoorbeeld vragen voorgelegd als: “Is er voldoende groen in uw wijk”? en “Bent u betrokken bij de lokale politiek?”. Alle resultaten zijn beschreven in twaalf themafactsheets die gebundeld zijn in deze uitgave. Om met de twee hierboven genoemde vragen te beginnen: 85% van de Almeerders vindt de hoeveelheid groen in de eigen wijk (ruim) voldoende en 15% is er minder tevreden over. De trend is positief, steeds meer bewoners zijn tevreden over het groen in hun directe woonomgeving.
Van de 65-plussers zegt een derde erg betrokken te zijn bij de eigen wijk, van de 18-30 jarigen is dat slechts 11%. De betrokkenheid van de bewoners, zowel bij Almere als stad als bij de eigen wijk, is afgenomen ten opzichte van twee jaar geleden. Ook is het percentage Almeerders dat trots is op de stad licht gedaald in vergelijking met de vorige meting. Ook in andere opzichten zijn er enkele ontwikkelingen die aandacht behoeven. Zo zijn er anno 2014 meer huishoudens die rond moeten komen van een laag inkomen dan in 2012 en had 11% een betalingsachterstand. Dat heeft invloed op het meedoen aan de samenleving. De meedoenindex (index die weergeeft in hoeverre mensen uitjes ondernemen, vrienden ontmoeten, actief zijn in de buurt, sporten e.d.) is gedaald ten opzichte van 2012. Vooral laagopgeleiden en eenoudergezinnen doen steeds minder mee. Een positieve uitkomst van het onderzoek is dat een toenemend aantal mensen mantelzorg biedt aan een naaste. Het aandeel mantelzorgers dat deze taak (zeer) belastend vindt is echter stijgend.
De betrokkenheid bij de lokale politiek is niet veranderd ten opzichte van een vorige meting in 2010. Eén op de vier Almeerders heeft veel interesse, zes op de tien enige belangstelling en ruim 10% zegt geen interesse te hebben in de lokale politiek. Ruim een kwart van de Almeerders geeft aan dat ze wel eens informatie opzoeken op internet over de gemeenteraad. In 2010 was dit nog 21%. Almeerders die op zoek gaan naar informatie, gebruiken voornamelijk de websites van de gemeente (61%) en de gemeenteraad (50%). De Facebookpagina en Twitterpagina van de raad zijn nog redelijk onbekend.
Dit is slechts een greep uit de resul taten van Almere in de Peiling 2014. De gemeente zal aan alle thema’s de komende jaren aandacht besteden. Het is immers van belang dat alle inwoners van Almere zo plezierig mogelijk kunnen leven in hun stad.
Een kwart van de Almeerders voelt zich erg betrokken bij de eigen wijk of buurt. Er blijkt een sterkte relatie met leeftijd.
Annemarie Jorritsma Burgemeester Almere
Inhoud 1 Het imago van Almere 2 Informatievoorziening door de gemeente 3 Dienstverlening van de gemeente 4 Lokale media 5 Inkomen en schulden 6 Afvalscheiding 7 Vrijwilligerswerk en mantelzorg 8 Woonomgeving: verkeer, groen, onderhoud 9 Geluidhinder 10 Duurzaamheid en energie 11 Politieke betrokkenheid 12 Meedoenindex
SBC, Onderzoek & Statistiek Maart 2015
2
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
1 Het imago van Almere
Hoe kijken Almeerders naar hun stad? In het kort: • • • • • • • •
Bijna de helft Almeerders trots op hun stad. Almeerders iets minder trots op hun stad dan in 2012. Ouderen zijn trotser op Almere dan jongeren. Ouderen voelen zich meer betrokken bij de stad dan jongeren. Havenaren het meest betrokken bij hun stadsdeel. Reclamecampagne “Het kan in Almere” het minst bekend bij de Poortenaren. De website van “Het kan in Almere” door 50% van de Almeerders positief beoordeeld. Bijna de helft van de Almeerders denkt dat de campagne “Het kan in Almere” bijdraagt aan verbetering van het imago van de stad.
Laagopgeleiden geven iets vaker aan trots te zijn (50%) dan middelbaar- en hoogopgeleiden (45%). In de afzonderlijke stadsdelen is er ongeveer dezelfde mate van trots. Naarmate de leeftijd stijgt neemt het gevoel van trots toe (figuur 2). Jongeren zijn niet negatief maar meer gematigd; de helft van de 18 t/m 29 jarigen is een beetje trots, van de 65-plussers is dat 36%.
Figuur 2. Trots op Almere naar leeftijd 65+
50%
36%
14%
45 t/m 64 jr
46%
39%
15%
30 t/m 44 jr
45%
42%
14%
Bijna de helft inwoners trots op Almere Van de inwoners van Almere is 46% trots op hun stad, 40% is een beetje trots en 14% niet (figuur 1).
18 t/m 29 jr
39% 0%
20% Ja
49% 40%
Een beetje
60%
12% 80%
100%
Nee
Figuur 1. Trots op Almere? Nee; 14%
Ja; 46%
Tussen 2002 en 2008 steeg het gevoel van trots van Almeerders, daarna is het beeld schommelend. In 2014 is het percentage, na een stijging tussen 2010 en 2012, weer gezakt tot het niveau van 2010 (figuur 3).
Een beetje; 40%
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Het imago van Almere
1 Figuur 3: Trots op Almere 2002-2014
Hoe ouder de bewoners zijn hoe meer betrokken men zich voelt bij de eigen wijk of buurt. Daarnaast is er een relatie met inkomen en opleiding, hoe hoger het inkomen en/of de opleiding hoe meer betrokkenheid er is. De inwoners van Haven + Hout voelen meer binding met hun wijk dan de inwoners van de andere stadsdelen. In Buiten en Poort is de betrokkenheid het laagst (figuur 6).
60% 53% 50%
50% 46%
45%
46%
40% 34% 30% 20%
Figuur 6. Betrokkenheid bij de wijk/buurt naar achtergrondkenmerken (% erg betrokken)
10%
65+
33% 31%
45 t/m 64 jr 26%
30 t/m 44 jr
0%
2002
2006
2008
2010
2012
2014
18 t/m 29 jr
11%
Hoge opleiding
Betrokkenheid bij wijk/buurt groter dan bij stadsdeel en stad
44%
21%
Hoog inkomen
30%
Middelbaar inkomen
25%
Laag inkomen
23%
Poort
22%
Buiten
22% 27%
Stad West
Figuur 4. Betrokkenheid bij stad, stadsdeel en wijk/buurt 26%
24%
Lage opleiding
Eén op de vier Almeerders voelt zich erg betrokken bij de eigen wijk of buurt. De betrokkenheid van de bewoners bij hun eigen wijk of buurt is groter dan bij het stadsdeel of de stad als geheel. Bij de stad is één op de zeven bewoners erg betrokken en bij het eigen stadsdeel één op de tien (figuur 4).
Buurt of wijk
31%
Middelbare opleiding
26%
Stad Oost 10%
21%
37%
Haven + Hout 0%
10%
Stadsdeel Stad Almere
39%
35%
15% 0%
44% 20%
27% 44%
40%
Erg betrokken Niet echt betrokken
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
60%
14% 80%
100%
Beetje betrokken Helemaal niet betrokken
Voor alle items is er sprake van een afname in betrokkenheid ten opzichte van de vorige meting. Bij buurt en stad is die afname groter dan bij stadsdeel. Door de jaren heen zijn de uitkomsten schommelend (figuur 5).
Naast een grotere betrokkenheid bij de eigen wijk, voelen Havenaren zich ook meer betrokken bij het eigen stadsdeel (19% erg betrokken) dan de bewoners van de andere stadsdelen (rond 9% erg betrokken). Ten aanzien van de betrokkenheid bij de stad speelt leeftijd een grote rol, de jonge Almeerder voelt zich minder betrokken dan de senior. Een vijfde van de 18 t/m 29 jarigen voelt zich helemaal niet betrokken bij de stad, van de 65-plussers is dat één op de tien. Het percentage ouderen dat zich daarentegen sterk betrokken voelt bij de stad is twee keer zo hoog als bij de jongste groep (figuur 7).
Figuur 5. Betrokkenheid bij stad, stadsdeel en buurt (% erg betrokken)
Figuur 7. Betrokkenheid bij de stad naar leeftijd
35% 32% 28%
30%
20%
26%
25%
15%
14% 15%
16%
7% 5% 0%
5%
18 t/m 29 jr
Erg betrokken Almere 2002
2006
11%
10%
13% 12%13% 12% 10%
0%
21% 18%
20%
11%
10%
2
22%
15%
22% 21% 20% 18% 17%
15%
31%
27%
25%
25%
Buurt
Stadsdeel 2008
Almere in de Peiling 2014
2010
2012
40%
16%
2014
Onderzoek & Statistiek
30 t/m 44 jr
45 t/m 64 jr
Helemaal niet betrokken
65+
1
De reclamecampagne “Het kan in Almere” promoot via allerlei kanalen (TV, social media, internet, glossy enz.) de aantrekkelijkheid van de stad. De boodschap is “Ontdek hoe het is om te wonen, te ondernemen, te studeren, te recreëren, te sporten, te winkelen en duurzaam te leven in de jongste stad van Nederland. Veel plezier in Almere!” De campagne “Het kan in Almere” is bij 85% van de Almeerders bekend. In Poort is men het minst bekend met de campagne (figuur 8).
Figuur 10: Uitingen van de reclamecampagne “Het kan in Almere” gezien op sociale media naar diverse achtergrondkenmerken. (% bewoners die de campagne kennen)
Figuur 8. Bekendheid reclamecampagne “Het kan in Almere” naar stadsdeel Poort
De website “Het kan in Almere” is vaker een bron voor mannen dan voor vrouwen. Jongeren zijn er meer mee bekend dan ouderen, namelijk respectievelijk 27% en 13%. Het glossy tijdschrift “Lifestyle Almere” wordt het meest genoemd in Haven + Hout, Almeerders met een hoger inkomen en/of opleiding en relatief weinig door 18 t/m 29 jarigen. TV-spotjes over de campagne zijn minder gezien door de 65-plussers. Sociale media bereiken naar verhouding vaker de volgende groepen: Poortenaren, Almeerders met een laag inkomen en/of lage opleiding en jongeren (figuur 10).
10%
65+
66%
17%
45 t/m 64 jr
Buiten
84%
Stad Oost
85%
20%
30 t/m 44 jr 18 t/m 29 jr
44%
Hoge opleiding
16%
Middelbare opleiding 87%
Stad West Haven + Hout
Lage opleiding
89% 0%
20%
40%
60%
80%
23%
100%
29%
Hoog inkomen
20%
Middelbaar inkomen
19%
Laag inkomen
28%
Poort
Almeerders met een laag inkomen en/of lage opleiding zijn iets minder bekend met de campagne dan mensen met een hoger inkomen en/of hogere opleiding. De 45-plussers kennen de campagne vaker dan 18 t/m 44 jarigen. De campagne “Het kan in Almere” is op verschillende plekken op te merken. Uitingen via borden/banners in de stad zijn het meest opgevallen, driekwart van de mensen die de campagne kennen, heeft deze gezien (figuur 9). Op de tweede plaats staan de TVreclamespotjes die op de zenders van RTL te zien zijn (geweest).
Figuur 9. Plekken/media waar men de campagne “Het kan in Almere” heeft gezien en/of gehoord (% bewoners die de campagne kennen) Advertentieborden / banners in de stad
75%
TV reclamespotjes (RTL)
43%
Ergens anders
32%
Buiten
20%
Stad West
21% 22%
Stad Oost 16%
Haven + Hout 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Website “Het kan in Almere” overwegend positief beoordeeld Aan de ruim 1300 respondenten die de vragenlijst van Almere in de Peiling digitaal hebben ingevuld is gevraagd of ze even de tijd wilden nemen om de website van “Het kan in Almere” te bekijken en over een aantal aspecten een oordeel te geven. De site wordt door de helft van deze respondenten positief beoordeeld, 44% heeft er geen (uitgesproken) mening over en 7% is negatief (figuur 11). Vooral jongeren zijn vaker zeer positief (18%), bij de overige leeftijdsgroepen is dat percentage ongeveer drie keer zo laag.
26%
Glossy ‘Lifestyle Almere’
Figuur 11. Oordeel over de website “Het kan in Almere”
22%
Social Media
21%
Website ‘Het kan in Almere’
21%
(% digitale respondenten).
Weet niet / geen mening; 14%
Zeer positief; 7%
Zeer negatief; 1%
Boven de kassa’s bij supermarkten
Negatief; 6%
18%
Fotolijstactie tijdens evenementen
Positief; 42%
16%
Radio reclamespotjes
Neutraal; 30%
11% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70% 80%
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Het imago van Almere
Bekendheid met reclamecampagne “Het kan in Almere” groot
Het imago van Almere
1 Op de vraag of de site een goed beeld geeft van Almere geven de meeste mensen een neutraal oordeel (38%). Eén op de drie Almeerders antwoordt bevestigend (figuur 12). Ook hier zijn de 18 t/m 29 jarigen het meest positief.
Figuur 12. Mening over of de site “Het kan in Almere’ een goed beeld geeft van Almere (% digitale respondenten) Weet niet / geen mening; 16% Ja; 35% Nee; 12%
Neutraal; 38%
De meningen zijn verdeeld over de vraag of de campagne “Het kan in Almere” bijdraagt aan het verbeteren van het imago van Almere. Het percentage digitale respondenten dat bevestigend antwoordt is het hoogst (46%), ongeveer een kwart denkt dat dit niet het geval is en 30% heeft er geen oordeel over (figuur 13). Jongeren denken relatief vaak dat de campagne het imago ten goede komt (54%).
Figuur 13. Mening over of de campagne “Het kan in Almere” bijdraagt aan de verbetering van het imago van Almere? (% digitale respondenten)
Weet niet / geen mening; 30%
Ja; 46%
Neutraal; 23%
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
2 Informatievoorziening door de gemeente
Hoe komen Almeerders aan gemeentelijke informatie? Figuur 1. Oordeel over gemeentelijke informatievoorziening
In het kort: • Beschikbaarheid en duidelijkheid van informatie van gemeente minder goed beoordeeld dan in 2012 en 2010. • Gemeentelijke informatie over gebeurtenissen in eigen wijk of buurt het belangrijkst. • Interesse in politieke informatie neemt toe met de leeftijd. • Verspreiding Almere Dichtbij in Poort minder goed dan in andere stadsdelen, net als in 2010. • Kwaliteit Stadhuis-aan-huiskatern in Almere Dichtbij minder goed beoordeeld dan twee jaar geleden. • Vooral ouderen gebruiken de (papieren) gemeentegids.
Almeerders positief over de brieven van de gemeente De gemeente verstrekt aan de bewoners regelmatig informatie over allerlei onderwerpen en gebruikt daarvoor diverse instrumenten, zoals bijvoorbeeld de website of een brief. Aan de bewoners is gevraagd hoe ze denken over enkele aspecten van deze gemeentelijke informatie. In de onderstaande figuur (figuur 1) is het percentage mensen dat het (helemaal) oneens is met de stelling over de gemeentelijke informatie afgetrokken van het percentage mensen dat het er (helemaal) mee eens is.1) De stelling ‘de bewonersbrieven zijn nuttig en informatief’ wordt het meest positief beoordeeld, gevolgd door de stelling dat de gemeentelijke informatie over het algemeen makkelijk te lezen en te begrijpen is. De tevredenheid over de gemeentelijke informatie is duidelijk afgenomen ten opzichte van 2012 en 2010. Dit geldt voor alle vijf vergelijkbare items. De bewonersavonden en sociale media scoren relatief laag omdat bijna de helft van de mensen hier niet mee bekend is en ‘weet niet’ heeft geantwoord. 1)
(% (helemaal) eens- % (helemaal oneens) Gemeentelijke informatie is in het algemeen makkelijk te lezen en te begrijpen
54% 60% 61% 44%
Ik kan gemakkelijk aan gemeentelijke informatie komen
39%
De gemeente geeft in het algemeen duidelijke informatie
58% 61% 56% 60%
44% 51%
De gemeentelijke informatie via de lokale kranten is goed 35%
De informatie op de gemeentelijke website is goed
59%
46% 49% 62%
De bewonersbrieven zijn nuttig en informatief 22%
De bewonersavonden zijn nuttig en informatief De gemeentelijke informatie via de sociale media is goed
14%
Ik kan gemakkelijk reageren op gemeentelijke informatie
15%
0% 2014
20% 2012
40%
60%
80%
2010
Het oordeel over de kwaliteit van enkele bronnen waar gemeentelijke informatie te vinden is, hangt samen met leeftijd. De lokale kranten worden relatief weinig gelezen door de jongste leeftijdscategorie. Zij vullen vaak “weet niet” in, namelijk 20% tegenover 4% van de 65-plussers.
r zijn vier nieuwe items toegevoegd aan de items die ook in de vorige E peilingen zijn gevraagd
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Ook de bewonersavonden zijn relatief onbekend bij de jongste categorie: 63% van de 18 t/m 29 jarigen heeft er geen oordeel over, van de 65-plussers is dat 39%.
Almeerders meest geïnteresseerd in informatie over gebeurtenissen in eigen wijk of buurt.
Figuur 3. Almeerders die informatie over besluiten van college en gemeenteraad belangrijk vinden, naar leeftijd 65+
63%
45 t/m 64 jr
De gebeurtenissen in de eigen wijk of buurt staan bovenaan als het gaat om onderwerpen die men interessant of van belang vindt om over geïnformeerd te worden door de gemeente. Informatie over hoe men een paspoort of een vergunning kan aanvragen sluit de rij (figuur 2). Slechts 1% vindt geen van de genoemde onderwerpen van belang.
54%
30 t/m 44 jr
39%
18 t/m 29 jr
26% 0%
Figuur 2. Gemeentelijk informatie die men interessant of van belang vindt De gebeurtenissen in mijn eigen wijk / buurt
87% 88%
Wegwerkzaamheden en andere werkzaamheden
76% 78%
De ontwikkeling van de stad
75% 76%
2012
20%
40%
Krant / Huis-aan-huisblad 60%
80%
100%
2014
Er zijn geen grote verschillen in de mate waarin de respondenten de verschillende items belangrijk of interessant vinden ten opzichte van twee jaar geleden. Ook de ‘volgorde van interesses’ is hetzelfde gebleven. Het oordeel over het belang van sommige informatie hangt samen met persoonlijke kenmerken. De besluiten van het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad vallen daarbij het meeste op. In Haven + Hout is men veel vaker in geïnteresseerd dan in Poort. Dit wordt overigens sterk beïnvloed door de verschillen in leeftijdsopbouw tussen beide stadsdelen. In Haven + Hout wonen relatief veel ouderen en ouderen hebben vaker interesse in de lokale politiek dan jongere leeftijdsgroepen (figuur 3). Daarnaast zijn mannen (51%) er vaker in geïnteresseerd dan vrouwen (41%). Ook opleiding en inkomen hangen samen met de waardering voor dit onderwerp. Hoe hoger de opleiding en/ of het inkomen hoe vaker men informatie hierover belangrijk vindt. Deze relatie geldt ook voor het item “de ontwikkeling van de stad”. Informatie over evenementen wordt vooral belangrijk gevonden door jongeren en vrouwen hebben daar meer belangstelling voor dan mannen.
TV/Radio
0%
Onderzoek & Statistiek
70%
49% 50%
Almere Deze Week
37% 17% 17%
TV Omroep Flevoland
5%
Radio Omroep Flevoland
6% 9%
Facebook
4%
Twitter
30%
Website gemeente (www. almere.nl)
22% 13% 9%
Digitale nieuwsbrieven van gemeente Almere
6% 4%
Wijkwebsites van bewoners(groepen)
26% 29%
Brochures en folders
10%
Gemeentegids Almere
18% 22%
Familie, vrienden of kennissen
14% 10% 8%
Contacten stadhuis (balie/telefoon/mail)
10%
20%
(Zeer) vaak 2014)
Almere in de Peiling 2014
60%
51%
Almere vandaag (Almere Dichtbij)
0%
2
50%
De huis-aan-huiskranten worden het meest gebruikt als bron voor gemeentelijk informatie. De website van de gemeente en brochures of folders worden ook relatief veel geraadpleegd.
Sociale media
24% 28%
Hoe ik aan een paspoort of vergunning kan komen
40%
Huis-aan-huisbladen meest gebruikt voor gemeentelijke informatie
Internet
37% 41%
Openingstijden van de loketten
30%
(% (zeer) vaak gebruik)
46% 46%
Besluiten van het college en de gemeenteraad
20%
Figuur 4. Gebruik diverse bronnen voor gemeentelijke informatie
68% 64%
Evenementen in de stad
10%
Overig
Informatievoorziening door de gemeente
2
30%
40%
50%
(Zeer) vaak 2010)
60%
2
Almere Dichtbij wordt het minst vaak bezorgd in Poort
Figuur 5. Ontvangst van Almere Dichtbij naar stadsdeel 36%
21%
21%
47%
Buiten Stad West
15%
31%
52%
65+
Haven + Hout
8%
26%
48% 0%
8%
11% 7%
9%
32%
20%
40%
Altijd, woensdag en zaterdag
Nooit
12% 3%
9% 44% 7% 5%
60%
Meestal
35% 13%
18% 35%
18 t/m 29 jr
9% 0%
10% Nooit
20%
30%
40%
50%
Het meest positief zijn de lezers van Stadhuis-aan-huiskatern over de leesbaarheid. Over de aantrekkelijkheid van het katern is men het minst te spreken (figuur 8). Voor alle gevraagde kwaliteitsaspecten geldt dat het percentage Almeerders dat hier ‘(zeer) positief’ over oordeelt is afgenomen ten opzichte van de peiling in 2012. De tevredenheid over de leesbaarheid daalde het sterkst, van 63% in 2012 naar 55% (zeer) positief in 2014. Meer mensen zijn in 2014 neutraal in vergelijking met 2012.
Figuur 8. Oordeel over aspecten Stadhuis-aan-huiskatern in Almere Dichtbij
80% Soms
100% Weet niet
5%
80%
8%
9%
90%
11%
25% 37%
70%
42%
44%
60% 50% 40%
56% 48%
30%
43%
38%
5% 2% Informatief
6% 1% Leesbaarheid
20%
Aan de Almeerders die Almere Dichtbij ontvangen is gevraagd hoe vaak ze het Stadhuis-aan-huiskatern lezen. Ruim een kwart leest dit katern altijd en 26% meestal (figuur 6). Het percentage dat deze informatie altijd leest is toegenomen van 21% in 2012 naar 27% in 2014.
Figuur 6. Leesfrequentie van het Stadhuis-aan-huiskatern in Almere Dichtbij 2014
27%
2012
26%
21% 0%
28% 20%
Altijd
Meestal
40% Soms
25%
10%
27%
9%
60% Zelden
60%
Altijd
8% 7% 8%
22%
51%
48% 6%
45 t/m 64 jr
100%
Stad Oost
2%
30 t/m 44 jr
Het huis-aan-huisblad Almere Vandaag heet sinds 1 mei 2014 Almere Dichtbij en verschijnt sindsdien alleen nog op woensdag en zaterdag. De bezorging is het meest consequent in Almere Stad, waar ruim de helft van de inwoners zegt de krant altijd te ontvangen. Poort blijft duidelijk achter in verspreiding, iets meer dan een derde van de bewoners ontvangt de Almere Dichtbij altijd en 21% nooit (figuur 5). In 2010 gaf ook al 23% van de Poortenaren aan de (toen nog) Almere Vandaag nooit te ontvangen.
Poort
Figuur 7. Altijd en nooit lezen van Stadhuis-aan-huiskatern naar leeftijd (% ontvangers van Almere Dichtbij)
80%
12%
15% 100%
10% 0%
11% 5% 3% 1% Aantrekkelijkheid Belangrijkheid Zeer negatief
Negatief
Neutraal
Positief
Zeer positief
Gebruik van de gemeentegids Vooral ouderen gebruiken de gemeentegids Elk jaar publiceert de gemeente een gids met informatie over de dienstverlening en adressen en telefoonnummers van de gemeente en allerlei organisaties die binnen de gemeente actief zijn. Ongeveer twee derde van de inwoners maakt geen gebruik van de gemeentegids. De Almeerders die de gids wel raadplegen doen dat ongeveer even vaak digitaal als van papier, 7% gebruikt beide uitgaven (figuur 9).
Nooit
Figuur 9. Gebruik van de gemeentegids
De leesfrequentie van het Stadhuis-aan-huiskatern blijkt vooral gerelateerd aan leeftijd. Van de 65-plussers leest bijna de helft het katern altijd, van de 18 t/m 29-jarigen is dat 9% (figuur 7).
Zowel de papieren als de digitale versie
7%
De papieren Gemeentegids Almere
13%
De digitale Gemeentegids Almere via www.almere.nl en/of de Almere App
16%
Nee
64% 0%
10%
Onderzoek & Statistiek
20%
30%
40%
50%
60%
Almere in de Peiling 2014
70%
3
Informatievoorziening door de gemeente
Ten opzichte van 2012 is er sprake van een toename van het gebruik van Almere Deze Week, van de website en de digitale nieuwsbrief van de gemeente en van vrienden of kennissen. De gemeentegids en brochures of folders zijn minder populair geworden (figuur 4).
Informatievoorziening door de gemeente
2 Vooral 65-plussers gebruiken de gemeentegids, 57% gebruikt de gids (29% de papieren gids, 14% de digitale versie en 13% beide). De gids wordt met name gebruikt voor het opzoeken van adressen en telefoonnummers (figuur 10). Voor informatie over de gemeenteraad wordt de gids het minst gebruikt.
De helft van de gebruikers van de gemeentegids raadpleegt de gids minder dan vier keer per jaar (figuur 11). Oudere gebruikers zoeken vaker iets op in de gids dan jongere gebruikers.
Figuur 11. Frequentie van raadplegen gemeentegids (% gebruikers) (Bijna) elke maand; 11%
Figuur 10. Reden gebruik gemeentegids (% t.o.v. de gebruikers) Adressen in Almere
62%
Telefoonnummers in Almere
Minder dan vier keer per jaar; 52%
54%
Anders
30%
Informatie over bestemmingsplannen en/of vergunningen
24%
Informatie over de gemeenteraad
20% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
De papieren gemeentegids wordt niet meer huis-aan-huis bezorgd, maar is nog wel verkrijgbaar in het stadhuis en de bibliotheken. Zijn de bewoners van plan de gids te gaan halen? Eén op de elf Almeerders gaat de nieuwe papieren gemeentegids ophalen. Vooral 65-plussers zeggen dit te gaan doen: 23% tegenover 2% van de 18 t/m 29-jarigen.
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
Minimaal vier keer per jaar; 37%
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
3 Dienstverlening van de gemeente
Hoe willen Almeerders het liefst contact met de gemeente? In het kort: • Digitale loket meest populair om zaken te regelen met de gemeente Almere. • Niemand geeft voorkeur aan sociale media om zaken te regelen met de gemeente. • Ruim een derde van Almeerders vindt termijn van maximaal drie dagen acceptabel voor afspraak met burgerzaken. • Helft Almeerders nog niet toe aan volledige digitale afhandeling van producten burgerzaken. • Twee derde van de inwoners kent virtuele assistent Ally op almere.nl. • Van de Almeerders die Ally een vraag stelden, slechts een kwart tevreden met het antwoord. • Contact met de gemeente via een (live) chat voor ruim 50% van de Almeerders een interessante optie.
Almeerders hebben voorkeur voor digitaal loket bij dienstverlening van de gemeente.1) Het digitale loket van de gemeente geniet de voorkeur van de Almeerders wanneer ze een vraag hebben of iets willen regelen met de gemeente (44%). Een kwart geeft aan dit het liefst telefonisch te doen en 17% zou daarvoor het stadhuis bezoeken (figuur 1). Een enkeling geeft de voorkeur aan contact via schriftelijke post en niemand heeft voorkeur voor sociale media (beiden niet opgenomen in figuur 1).
Figuur 1. Voorkeur voor wijze van contact met de gemeente bij vragen, paspoort e.d. aanvragen, zaken regelen enz. Via het digitale loket op de website van de gemeente
44%
Via de telefoon
24%
Via bezoek aan de balie/stadhuis
17%
Via het contactformulier op de website van de gemeente
8%
Via e-mail
8% 0%
1)
10%
20%
30%
40%
50%
Het thema van deze factsheet is nieuw in Almere in de Peiling.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Dienstverlening van de gemeente
3 Ouderen geven vaker de voorkeur aan de traditionele manier van contact leggen zoals bezoek of telefoon, 60% geeft daar de voorkeur aan. De groep 30-44 jarigen scoort op die twee items het laagst (totaal 34%), bij hen is het contactformulier op de website het meest populair (figuur 2)
Figuur 2. Voorkeur voor wijze van contact met de gemeente bij vragen, paspoort e.d. aanvragen, zaken regelen enz. naar leeftijd 65+
25%
35%
9%
7%
Ruim één op de drie bewoners vindt een termijn van maximaal drie dagen acceptabel voor een afspraak met Burgerzaken De balie van Burgerzaken is alleen nog te bezoeken nadat er een afspraak is gemaakt, bijvoorbeeld voor het aanvragen van een paspoort. De acceptabele termijn waarop de afspraak kan plaatsvinden is voor ruim een derde van de mensen maximaal drie dagen, 32% accepteert maximaal vijf dagen (figuur 4).
Figuur 4. Maximaal acceptabele termijn voor een afspraak balie burgerzaken
24%
> 8 dagen; 12% 45 t/m 64 jr
23%
14%
10%
8%
45% 1-3 dagen; 37%
6-7 dagen; 18%
30 t/m 44 jr
24%
18 t/m 29 jr
22%
10% 7% 8%
22%
51%
2% 11%
43% 4-5 dagen; 32%
0%
20%
40%
60%
80%
100%
Via de telefoon Via bezoek aan de balie/stadhuis Via e-mail Via het contactformulier op Via het digitale loket op de de website van de gemeente website van de gemeente
Hoe hoger het inkomen en/of de opleiding van de Almeerders, hoe vaker men de voorkeur geeft aan het digitale loket.
Vier op de tien Almeerders negatief over telefonische onbereikbaarheid gemeente op vrijdagmiddag Sinds enige tijd is het niet meer mogelijk om op vrijdagmiddag de gemeente te bellen via het algemene nummer 14036. Deze maatregel is ingesteld omdat er in het verleden op dat dagdeel zeer weinig mensen belden en omdat het de gemeente geld bespaart. Vier op de tien Almeerders zijn niet blij met deze beperking, een kwart vindt het een goede maatregel en 35% is neutraal of weet het niet (figuur 3).
Figuur 3. Oordeel over de telefonische onbereikbaarheid van de gemeente op vrijdagmiddag (via het algemene telnr)
Het afhalen van documenten, zoals een uittreksel uit het bevolkingsregister, kan nu via de balie in het stadhuis. Hoe staan de Almeerders er tegenover als dat in de toekomst alleen nog via internet zou kunnen? Ongeveer de helft zou dit (helemaal) geen goede ontwikkeling vinden, 13% is er neutraal over en 38% staat er (zeer) positief tegenover (figuur 5).
Figuur 5. Oordeel over voorstel om in de toekomst producten van burgerzaken alleen nog via internet te ontvangen. (Helemaal) niet goed; 48%
Neutraal; 13%
(Heel) goed; 38%
(Helemaal) niet goed; 40% Weet niet / geen mening; 8%
Neutraal; 27%
2
Almere in de Peiling 2014
(Heel)goed; 25%
Onderzoek & Statistiek
De groep 30 t/m 44 jarigen staat er het meest positief tegenover (46% vindt het (heel) goed). De 65-plussers zouden er de meeste moeite mee hebben; van hen vindt 69% het (helemaal) geen goede ontwikkeling. Hoogopgeleiden en/of mensen met een hoger inkomen zijn (veel) positiever over het via internet ontvangen van producten van burgerzaken dan Almeerders met een lage opleiding en/of laag inkomen.
Ally is de zoekfunctie op de website van de gemeente, die wordt afgebeeld als een persoon, ook wel “virtuele assistent” genoemd. Aan Ally kan een vraag gesteld worden. Bijna twee derde van de Almeerders is bekend met Ally en 38% heeft nog nooit van haar gehoord. Bijna drie op de tien bewoners heeft Ally wel eens een vraag gesteld. Leeftijd speelt hierbij een rol, de jongeren en ouderen kennen Ally minder vaak dan de 30 t/m 64 jarigen.
3 De Almeerders die geen ervaring hebben met sociale media als contactmogelijk met de gemeente, zijn niet onverdeeld positief om deze te gaan gebruiken als die mogelijkheden (uitgebreider) aangeboden zouden worden. De sociale media zou voor 10% een goede optie zijn, de (live) chat functie wordt aanzienlijk positiever beoordeeld, ruim de helft ziet dat als een (goede) mogelijkheid voor contact met de gemeente (figuur 7).
Figuur 7. Interesse om via sociale media of (live) chat functie contact te hebben met de gemeente Zou u contact willen opnemen met de 2%8% 11% gemeente via de sociale media
37%
42%
(% niet-gebruikers)
Zou u gebruik maken van (live) chat functie voor contact met de gemeente
0%
Aan de mensen die wel eens een vraag hebben gesteld aan Ally is gevraagd of ze, over het algemeen, tevreden zijn over de verkregen antwoorden. Ruim een kwart heeft een passend antwoord gekregen en 31% is er neutraal over. De meeste vraagstellers (43%) zijn (zeer) ontevreden (figuur 6).
Figuur 6. Tevredenheid met de antwoorden van de virtuele zoekfunctie Ally op almere.nl (% gebruikers van Ally) (Zeer) tevreden; 26%
38%
16%
20%
40%
16%
21%
9%
60%
80%
100%
Ja, zeker wel Ja, waarschijnlijk wel Weet ik niet Nee, waarschijnlijk niet Nee, zeker niet
Deze nieuwe communicatiemogelijkheden spreken ouderen het minst aan. De (live) chat functie heeft meer kans bij hoogopgeleiden en/of Almeerders met een hoog inkomen dan bij laagopgeleiden en/of mensen met een laag inkomen. Bijvoorbeeld: van de hoogopgeleiden zou 68% wel gebruik maken van de (live) chatfunctie als deze wordt aangeboden, van de laagopgeleiden is dat 43%. Mensen die nu al contact hebben met de gemeente via sociale media of daar (zeker) belangstelling hebben, hebben een duidelijke voorkeur voor Facebook (60%), een kwart ziet Twitter als goede mogelijkheid (vooral hoogopgeleiden), 15% noemt nog andere opties, bijvoorbeeld via een app.
(Zeer) ontevreden; 43%
Neutraal; 31%
Contact met de gemeente via een (live) chat voor ruim 50% van de Almeerders een interessante optie Andere mogelijke communicatiemiddelen voor contact tussen gemeente en bewoners zijn bijvoorbeeld via een (live) chatfunctie of via sociale media zoals Facebook, Twitter e.d. De gemeente biedt de mogelijkheid om via sociale media contact op te nemen thans beperkt aan. Van deze mogelijkheid heeft 4% van de bewoners wel eens gebruik gemaakt. De (live) chat functie is er nog niet.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Dienstverlening van de gemeente
Tweederde van de Almeerders kent Ally, de virtuele assistent op almere.nl
Dienstverlening van de gemeente
3
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
4 Lokale media
Hoe blijven Almeerders op de hoogte van Almeers nieuws? In het kort: • Kleine helft Almeerders volgt Almeers nieuws op de voet • Grote meerderheid kijkt wel eens naar een uitzending van TV Omroep Flevoland. • Huis-aan-huisbladen of kranten het vaakst gebruikt voor Almeers nieuws. • Eén op de tien Almeerders volgt dagelijks het Almeerse nieuws met sociale media. • Ruim een derde vindt het belangrijk dat Almere een eigen omroep heeft.
Bijna de helft van de Almeerders stelt zich (zeer) vaak op de hoogte van Almeers nieuws Almeerders kunnen specifiek voor nieuws over Almere terecht bij Omroep Flevoland en de lokale Almeerse radio en tv-omroep. Op het moment dat de enquête afgenomen werd (najaar 2014), was de Almeerse omroep echter uit de lucht. Net iets minder dan de helft van de (meerderjarige) Almeerders stelt zich (zeer) vaak op de hoogte van het Almeerse nieuws (46%) (figuur 1). Bijna één van de vijf inwoners geeft aan dat zich (bijna) nooit te laten informeren over het lokale nieuws. Ouderen geven vaker dan jongeren aan dat ze het lokale nieuws volgen. Ten opzichte van 2010, is het aandeel inwoners dat zich vaak op het hoogte stelt van het Almeerse nieuws afgenomen (2014: 33%, 2010: 40%). Het aandeel inwoners dat het Almeerse nieuws (bijna) nooit bekijkt of beluistert is in 2014 toegenomen ten opzichte van 2010.
Figuur 1. Hoe vaak stelt u zich op de hoogte van Almeers nieuws?
2014
13%
33%
2010
12%
40%
0%
20% Zeer vaak
Vaak
35%
12%
36%
40% Soms
6%
8% 4%
60%
80%
Bijna nooit
Nooit
100%
Aan de respondenten die aangeven dat ze zich op de hoogte stellen van het Almeerse nieuws geeft een kwart aan dat de huidige lokale Almeerse omroep voldoet. Een zesde van de Almeerders is negatiever en vindt dat de omroep niet voldoet. Meer dan de helft van de Almeerders (59%) kan dit niet inschatten of heeft geen mening. Jongeren, Almeerders met een lager inkomen of opleiding of met een niet-westerse achtergrond geven relatief vaak aan dat de omroep voldoet. Uit de opmerkingen van respondenten over de Almeerse omroep kan opgemaakt worden dat een deel van de Almeerders weet dat de Almeerse omroep een tijd niet heeft gefunctioneerd en het beeld “op zwart” heeft gestaan. Voor de verbetering van de Almeerse omroep worden verschillende ideeën aangedragen waaronder het relevantere programma’s maken, het maken van een combinatie met Omroep Flevoland en het meer bekendheid geven aan de omroep of de programmering. Een deel van de respondenten geeft ook aan geen behoefte aan de omroep te hebben.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Lokale media
4
Bekendheid Radio Omroep Flevoland is toegenomen
Figuur 3. Hoe vaak kijkt of beluistert u uitzendingen van onderstaande media? (% Almeerders die wel eens een
Van de lokale media wordt TV Omroep Flevoland, en daarna Radio Omroep Flevoland het best bekeken of beluisterd. Vier van de vijf Almeerders (78%) hebben wel eens een uitzending van TV Omroep Flevoland gezien. Voor Radio Omroep Flevoland geldt dat vier van de tien Almeerders wel eens naar de zender geluisterd hebben en vier van de tien de zender kennen maar er niet naar luisteren. De lokale TV- en radio-omroep van Almere- TV RTV Almere en Radio Almere FM-worden minder goed gebruikt (figuur 2).
uitzending gezien of gehoord hebben) TV Omroep Flevoland
10%
Radio Omroep Flevoland
8% 11%
19%
Radio Almere FM 2% 13% TV RTV Almere
2%10% 0%
TV Omroep Flevoland
78%
41%
TV RTV Almere
14% 0%
18%
41%
31%
Radio Almere FM
22%
24%
37%
31% 20%
55% 40%
60%
Ja,(wel eens) uitzending gehoord of gezien Ja, maar nooit uitzending gehoord of gezien
80%
3%
5%
60% 40%
60%
7% 80%
100%
Enkele keren per week Bijna nooit tot nooit
4%
18%
32%
1%
57%
21% 20%
44%
56%
Elke dag Enkele keren per maand Niet van toepassing
Figuur 2. Kent u?
Radio Omroep Flevoland
26%
100%
Radio Omroep Flevoland het best beoordeeld: een 7 Respondenten die wel eens een uitzending van een lokale omroep bekijken of beluisteren waarderen de Almeerse en provinciale omroepen met een gemiddeld cijfer tussen de 6 en 7. Luisteraars en kijkers beoordelen de provinciale omroep hierbij wat hoger, met een 6.9 en een 7.0 voor tv, respectievelijk radio, dan de Almeerse omroep (6,4). Deze cijfers wijken niet veel af van de gegeven cijfers uit 2010 (tabel 1).
Nee
Tabel 1. Beoordeling lokale omroepen
Ten opzichte van 2010 is het aandeel Almeerders dat Radio Omroep Flevoland kent toegenomen. In 2010 gaf een kwart van de Almeerders aan de radio-omroep niet te kennen, in 2014 is dat aandeel afgenomen tot 18%. Het aandeel Almeerders dat wel eens naar Radio Omroep Flevoland luistert is niet veranderd ten opzichte van 2010. Voor TV Omroep Flevoland geldt dat in 2014 minder inwoners naar de oproep hebben gekeken dan in 2010. In 2010 had 81% wel eens een uitzending gezien, in 2014 is dit aandeel gedaald tot 78%.
Omroep Flevoland het beste bekeken en beluisterd Van de Almeerders die wel eens een uitzending bekijken of beluisteren, maakt zo’n 10% tot 30% elke dag of enkele keren per week gebruik van de omroep (figuur 3). TV Omroep Flevoland en Radio Omroep Flevoland worden het best bekeken of beluisterd, (bijna) één op de tien respondenten kijkt of luistert dagelijks naar de omroep. Voor TV Omroep Flevoland geldt dat bijna de helft van de respondenten (bijna) nooit de omroep gebruiken. Voor de overige lokale omroepen geldt dit voor ruim de helft van de respondenten. Ten opzichte van 2010 zijn in 2014 de aandelen respondenten die elke dag tot enkele keren per maand naar TV Omroep Flevoland kijken afgenomen, het aandeel inwoners die (vrijwel) nooit kijken is toegenomen. In 2010 keek 28% van de Almeerders (die wel eens kijken) vrijwel nooit naar de omroep, in 2014 geldt dat voor 44%. Voor Radio Flevoland geldt ook dat het aandeel meer regelmatige luisteraars is afgenomen. In 2010 luisterde 47% van de Almeerders vrijwel nooit naar Radio Omroep Flevoland, in 2014 geldt dat voor 56%. Voor de Almeerse radio en TV omroep, immers uit de lucht tijdens het afnemen van de enquête, is er geen vergelijking tussen 2010 en 2014 gemaakt.
2
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Omroep
Gemiddeld rapportcijfer*
TV Omroep Flevoland
6,9
Radio Omroep Flevoland
7,0
TV RTV Almere
6,4
Radio AlmereFM
6,6
* Alleen de oordelen van Almeerders die wel eens een uitzending van de betreffende omroep gezien of beluisterd hebben zijn meegeteld
Kranten en huis-aan-huisbladen worden vaker geraadpleegd dan websites Ruim de helft van de inwoners van Almere gebruikt de kranten of huis-aan-huisbladen elke dag of enkele malen per week om zich op de hoogte te stellen van Almeers nieuws. Via-via stelt een kwart zich regelmatig - elke dag of enkele keren per week zich op de hoogte van het nieuws uit Almere. Websites en sociale media worden minder vaak gebruikt; driekwart (73%) van de Almeerders kijkt (bijna) nooit op sociale media om zich te informeren over de stand van zaken in Almere. Zo’n zestig tot tachtig procent van de Almeerders bekijkt (bijna) nooit een website voor het Almeerse nieuws (figuur 4). Eén op de tien Almeerders (8%) gebruikt dagelijks sociale media om het Almeerse nieuws te volgen. Het gebruik van sociale media daalt als de leeftijd, het opleidingsniveau of het inkomen hoger is. Van de 18 tot en met 24-jarigen bekijkt bijvoorbeeld ruim een kwart regelmatig (elke dag of meerdere keren per week) sociale media voor Almeers nieuws (27%). Dit gebruik van sociale media neemt af tot 17% van de 25- tot en met 44jarigen, 14% van de 45- tot en met 64-jarigen en tot 6% van de 65-plussers. Het gebruik van huis-aan-huisbladen neemt juist toe als de leeftijd hoger is. Vier op tien 18- tot en met 24-jarigen bekijken (vrijwel) nooit een huis-aan-huisblad, voor 65-plussers geldt dit voor één op de tien. Jongeren stellen zich vaker via-via
4
Figuur 4. Welke andere media gebruikt u om uzelf op de hoogte te stellen van Almeers nieuws en hoe vaak? Kranten / huis-aanhuisbladen
9%
47%
Mondeling / via-via
5%
Website Almere Dichtbij
4% 10%
Andere websites
6% 8%
20%
25%
36%
25%
1%7% 13%
Andere
3%6% 16% 20%
Het aandeel Almeerders dat in 2014 aangeeft dat ze het (zeer) belangrijk vinden dat Almere een eigen omroep heeft is ten opzichte van 2010 gedaald. In 2010 vond 48% het (zeer) belangrijk dat Almere een eigen omroep had, in 2014 is dat (afgerond) 36%.
73%
60%
Sociale media (zoals Facebook, 8% 7% 12% LinkedIn)
0%
39%
13%
Website Almere Deze Week
19%
Figuur 5. Hoe belangrijk is het volgens u dat Almere een eigen lokale omroep voor radio en tv heeft?
73%
Weet niet /geen mening; 9% Helemaal niet belangrijk; 10%
79%
75% 40%
Elke dag Enkele keren per maand
Het belang dat Almeerders aan een eigen omroep hechten neemt af als het opleidingsniveau en inkomen hoger zijn. Van de respondenten met een laag inkomen geeft meer dan de helft (57%) aan dat ze een eigen Almeerse omroep (zeer) belangrijk vinden. Van de Almeerders met een midden of hoger inkomen zijn deze percentages 35% en 30%. Van de inwoners met een laag opleidingsniveau vindt 44% een eigen omroep (zeer) belangrijk. Van de inwoners met een middelbaar of hoger opleidingsniveau geldt dit voor 39% en 31%.
60%
80%
Zeer belangrijk; 10%
100%
Enkele keren per week Bijna nooit tot nooit
Belangrijk; 27%
Niet zo belangrijk; 18%
Ruim een derde van de Almeerders vindt een eigen lokale omroep belangrijk
Niet belangrijk en niet onbelangrijk; 26%
Net iets meer dan een derde van de bewoners van Almere (36%) vindt het (zeer) belangrijk dat Almere een eigen lokale omroep voor radio of tv heeft, ongeveer een kwart vindt dit niet belangrijk en niet onbelangrijk (26%). Net iets minder dan een derde van de Almeerders (28%) ziet het belang van de eigen omroep niet zo (figuur 5).
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Onderzoek & Statistiek
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
Almere in de Peiling 2014
3
Lokale media
op de hoogte van het Almeerse nieuws. Eén op de tien 18- tot en met 24-jarigen doet bijvoorbeeld dit elke dag (10%), dit ten opzichte van 3% van de 65-plussers.
Lokale media
4
4
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
5 Inkomen en schulden
Hoe hebben de Almeerse inkomens zich ontwikkeld? Gemiddeld inkomen Almere iets hoger dan landelijk
In het kort: • Gemiddeld inkomen in Almere hoger dan in andere grote steden. • Meer lage inkomens en minder hoge inkomens dan in 2012. • Helft Almeerders kan goed rondkomen. • Driekwart van de inwoners van Almere heeft lening. • Eén op de negen Almeerders had in 2014 betalings achterstand.
Het gemiddeld besteedbaar huishoudeninkomen in Almere ligt volgens het CBS in 20121) iets hoger dan het Nederlandse gemiddelde2). Ook ten opzichte van andere grote steden is de financiële positie van Almeerse huishoudens gunstig (figuur 1). Landelijk is het gemiddelde inkomen iets gestegen tussen 2010 en 2012 (figuur 2). Almere is de enige van de acht grootste steden waar het huishoudeninkomen iets gedaald is. Tussen 2008 en 2010 groeide het Almeerse gemiddelde inkomen nog sterker dan gemiddeld in Nederland.
Figuur 1. Gemiddeld besteedbaar huishoudeninkomen 2012
Figuur 2. Ontwikkeling gemiddeld besteedbaar huishoudeninkomen 2006-2012
Nederland
€ 40.000
€ 34.500 € 34.900
Almere
€ 34.300
Utrecht
€ 32.500
Lelystad
€ 31.800
Den Haag
€ 38.000 € 36.000
€ 32.000
€ 32.000
Eindhoven
€ 30.000 Tilburg
€ 31.600
Amsterdam
€ 31.400
€ 20.000
€ 24.000
€ 28.000
€ 32.000
€ 28.000
€ 36.000 € 40.000
€ 22.000 € 20.000
1) 2)
eest recente cijfers CBS M CBS, Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) 2012
€ 31.300
€ 24.000
€ 28.500
Groningen
€ 34.500 € 32.100
€ 26.000
€ 29.600
Rotterdam
€ 34.900
€ 34.000
2006 Almere
2008
2010
2012
Nederland
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Figuur 3. Inkomensverdeling Almeerders (zelfgerapporteerd) 25% 21%
21%20% 20%
18% 18%
18% 16% 16%
15% 11% 10%
8%
7%
9%
5%
0% < €1.050 €1.050 - €1.450 - €1.900 - €2.600 - €3.200 - > €4.100 €1.450 €1.900 €2.600 €3.200 €4.100 Laag 2012
Midden Netto huishoudeninkomen per maand
Hoog
2014
Volgens de inkomensgegevens van het CBS over 2012 is het gemiddelde inkomen van de huishoudens in Almere Hout het hoogst (€63.000) en in Almere Poort (€32.800) en Haven (€33.000) het laagst. In Buiten (€35.000) en Stad (€35.100) ligt het gemiddelde inkomen rond het stedelijke niveau. Binnen de stadsdelen zijn er soms grote verschillen tussen de wijken. Centrum Buiten, Staatsliedenwijk en Centrum Haven zijn de
Opleidingsniveau
Figuur 4. Inkomensverdeling Almeerders 2014, naar achtergrondkenmerken Laag
33%
Middelbaar
40%
Leeftijdsgroep
15%
45-65 jaar
12%
65+
Huishoudenssamenstelling
36%
28%
50%
35%
49%
17%
Alleenstaand
25% 53%
36%
25-45 jaar
13%
58%
7%
18-25 jaar
39% 64%
33%
62%
5%
7%
51%
41%
Paar met kind(eren)
8%
48%
44%
Eenoudergezin
38%
Volgens opgave van de hoogte van het netto huishoudeninkomen door de respondenten zelf, heeft het grootste deel van de huishoudens een inkomen in de middencategorie (figuur 3). Net als in 2012 moet 50% van de huishoudens rondkomen van netto €1.450 tot €3.200 per maand. Het aandeel huishoudens met een laag inkomen is echter toegenomen van 13% naar 17%. Huishoudens met een hoog inkomen zijn er in 2014 minder dan in 2012. Dit geldt echter niet voor de inkomens boven de €4.100 per maand, oftewel de allerhoogste categorie. Al met al kan gesteld worden dat de Almeerders iets armer zijn geworden tussen 2012 en 2014. De licht dalende inkomenstrend in Almere, die in de CBS-cijfers tussen 2010 en 2012 waar te nemen is, heeft zich dus doorgezet tussen 2012 en 2014. Een van de redenen is een lichte afname van de omvang van de werkende bevolking (mensen in loondienst, zzp-ers en andere ondernemers), de groep die het vaakst een hoog inkomen heeft. Echter ook binnen de groep werkenden zijn er in 2014 iets meer lage inkomens en minder hoge inkomens dan in 2012. Van verschillende subgroepen in de Almeerse bevolking hebben hoogopgeleide bewoners gemiddeld de hoogste inkomens en werklozen/werkzoekenden de laagste (figuur 4). Van de verschillende leeftijdsgroepen hebben de 25-45 jarigen en vooral de 45-65 jarigen vaker een hoog inkomen dan de jongste en oudste groep meerderjarige Almeerders. Grotere verschillen zijn er tussen de diverse huishoudentypes. Van de alleenstaanden en eenoudergezinnen heeft een derde of meer een laag inkomen, terwijl dat bij de andere huishoudentypes maar 7% of 8% is. Bij de Almeerders in verschillende werksituaties zijn er relatief veel hoge inkomens onder de werkenden, terwijl werklozen en arbeidsongeschikten erg vaak een laag inkomen hebben.
18%
Paar zonder kind(eren)
59%
Binnen Almere hebben de bewoners van Haven + Hout het vaakst een laag inkomen (22%) en de bewoners van Buiten het minst vaak (14%). In Poort en Haven + Hout komen de minste hoge inkomens voor (32%) en in Stad West de meeste (35%).
3%
Figuur 5. Gemak financieel rondkomen Een baan in loondienst
7%
Zzp-er
49%
15%
Student of scholier
20%
Werkloos/werkzoekend
54% 38%
16%
Almere totaal
17%
18% 44%
41%
Gepensioneerd/AOW/ Vroegpensioen
2012 5% 12%
35%
2010 4% 11%
38%
50%
9%
64%
Laag inkomen
Almere in de Peiling 2014
11%
2008 5% 10%
36%
34%
50%
Gemiddeld inkomen
39%
9%
40%
7%
40%
8%
21%
50% 25%
39%
10%
2006
0%
32%
10%
31%
62% 47%
Arbeidsongeschikt
2014 7%
45%
36% 32%
Huisvrouw of -man
43%
40%
Ondernemer met personeel 10%
2
54%
17%
Hoog
armste wijken van Almere (< €25.500). Binnen de drie grootste stadsdelen zijn Overgooi, Noorderplassen en de Sieradenbuurt de meest welvarende wijken (> €45.000). In de meest welvarende buurt van Almere, Overgooi, hebben de huishoudens een gemiddeld inkomen (€101.300) dat meer dan vier keer zo hoog is als in de armste wijken van de stad.
Meer Almeerders met laag inkomen
12%
6%
Werksituatie
Inkomen en schulden
5
75%
0% 100%
Hoog inkomen
Onderzoek & Statistiek
7%
10%
36% 25%
Zeer moeilijk Gemakkelijk
39% 50%
Moeilijk Zeer gemakkelijk
75% Kom net rond
7% 100%
5
Helft Almeerders komt gemakkelijk rond De helft van de Almeerders geeft aan gemakkelijk tot zeer gemakkelijk rond te kunnen komen met het totale inkomen van het huishouden in 2014. Het gemak waarmee huishoudens rond kunnen komen hangt sterk samen met de hoogte van het inkomen. Eén op de zes huishoudens geeft aan moeilijk tot zeer moeilijk rond te kunnen komen (figuur 5). Dit aandeel is ongeveer even groot als in 2012. Het aandeel huishoudens dat het zeer moeilijk vindt om elke maand rond te komen is met 7% wel hoger dan in 2012, wat het toegenomen aandeel (zeer) lage inkomens weerspiegelt.
Kwart Almeerders leent geen geld
50% 45%
30%
60%
60% 56%
50%
40% 33% 30% 25% 20%
25% 24%
21%
15% 10%
10% 7% 6% 3%
8% 5% 3%
0%
2006
2008
2010
2012
Hypotheek
Rood staan bij bank
Persoonlijke lening of doorlopend krediet
Lening bij vrienden of familie Lening voor studiefinanciering Geen geld geleend
Op afbetaling gekocht Andere lening
25% 25% 21%
20%
17%
15%
13%
10%
0%
70%
39%
40%
Geen lening
Driekwart van de Almeerders leent in 2014 geld voor bepaalde uitgaven en/of heeft een hypotheek. Voor een kwart geldt hiermee dat ze helemaal geen geld lenen. Dit aandeel schommelt sinds 2006 steeds rond de 25% (figuur 6).
Figuur 6. Geld lenen 2014
Inkomen en schulden
Figuur 7. Aantal leningen 2014
2006
1 lening
2 leningen
3 of meer leningen
2014
een lening te krijgen is te zien aan het gedaalde aandeel bewoners met meer dan één lening (figuur 7). Jongvolwassenen (18-30 jaar) en 65-plussers lenen veel minder vaak dan de leeftijdsgroepen daartussen. Dit geldt met name voor de hypotheek, maar ook voor veel van de andere lening soorten. Alleen leningen voor de studiefinanciering en leningen bij vrienden of familie komen meer voor naarmate de leeftijd lager is. Van de verschillende huishoudentypen lenen eenoudergezinnen het vaakst, met uitzondering van de hypotheek. Vooral rood staan, lenen bij vrienden/familie en op afbetaling kopen komt relatief veel voor bij eenoudergezinnen.Tweeoudergezinnen hebben het vaakst een hypotheek. Ook persoonlijke leningen komen naar verhouding veel voor bij deze groep. Paren zonder kinderen en thuiswonende jongeren lenen minder dan gemiddeld. Uitzonderingen hierop zijn de hypotheek bij paren zonder kinderen en lenen om de studie te bekostigen bij thuiswonende jongeren. Naarmate het inkomen hoger is, hebben mensen vaker een hypotheek. Op afbetaling kopen, lenen bij vrienden/familie, lenen voor de studiefinanciering en ‘andere leningen’ komen juist meer voor bij lagere inkomens. Mensen met een middeninkomen staan vaker dan de lage en hoge inkomens rood en hebben vaker een persoonlijk krediet.
Betalingsachterstanden bij één op de negen Almeerders in 2014
2014
In 2014 heeft één op de negen Almeerders te maken gehad met een betalingsachterstand. Bij 7% is dat weer opgelost en bij 4%
Figuur 8. Betalingsachterstanden afgelopen 12 maanden 14%
Van de typen leningen die Almeerders hebben komt de hypotheek het meest voor. Het percentage inwoners met een hypotheek is geleidelijk afgenomen sinds 2006. Ook voor het rood staan, het persoonlijke krediet en het kopen op afbetaling geldt dat dit minder voorkomt dan in de jaren voor de crisis. Lenen bij vrienden of familie komt in 2014 iets meer voor, en ook het aandeel mensen met een lening voor de studiefinanciering laat een lichte stijging zien. Als de hypotheek niet wordt meegeteld heeft in 2014 40% van de Almeerders een of meerdere leningen.
12% 10%
5% 3%
8%
4%
4%
4%
6% 4%
8%
7%
7%
7%
7%
2008
2010
2012
2014
2%
Van de mensen die geld lenen heeft het grootste deel (60%) één lening. Bij driekwart van de Almeerders met één lening betreft dit de hypotheek. Gemiddeld hebben Almeerders die geld lenen 1,6 leningen. Dat het sinds de crisis moeilijker is geworden
0%
2006
Betalingsachterstand(en); speelt nog steeds Betalingsachterstand(en); inmiddels opgelost
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Inkomen en schulden
5 speelt het nog steeds. Het aandeel Almeerders met betalingsachterstanden laat de laatste jaren nauwelijks ontwikkeling zien (figuur 8). Bij ruim een kwart van de mensen die op het moment van de enquête een betalingsachterstand hadden speelt dit korter dan zes maanden, en bij nog eens ruim een kwart speelt het zes tot twaalf maanden. Eén op de vijf inwoners met een betalingsachterstand kampt hier al meer dan twee jaar mee. Volgens verwachting is er een sterk verband tussen het hebben van betalingsachterstanden en de hoogte van het inkomen. In de laagste inkomensgroep heeft bijna één op de drie personen een betalingsachterstand in het afgelopen jaar en in de tweede groep is dit één op de vijf (figuur 9). Daarentegen betreft het in de hoogste inkomensgroep slechts 1%. De lagere inkomensgroepen hebben ook relatief meer moeite de betalingsachterstanden op te lossen. In de laagste inkomensgroepen heeft de helft of meer van de mensen de achterstand nog niet opgelost, terwijl dit in de hoogste klassen bij bijna niemand het geval is. Ouderen hebben veel minder dan de andere leeftijdsgroepen te maken met betalingsachterstanden. Van de 65-plussers geldt dit slechts voor 1% in 2014. Eenoudergezinnen hebben vaker dan de andere huishoudentypen moeite de rekeningen op tijd te betalen. Voor paren met kinderen geldt dit juist het minst. Wat betreft de werksituatie geldt dat de groepen met de lagere inkomens ook vaker betalingsachterstanden hebben. Dit geldt voor de inwoners die werkloos zijn en voor arbeidsongeschikte Almeerders. Na gepensioneerden hebben studenten/scholieren, huisvrouwen/-mannen en mensen die in loondienst werken het minst te maken met betalingsachterstanden.
Figuur 9. Betalingsachterstanden afgelopen 12 maanden, 2014, naar inkomensklasse (% Almeerders in betreffende klasse) 35% 30% 25% 20%
17%
10%
15% 10% 5% 0%
3% 13%
10%
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
1% 10%
8%
4% 1% < € 1.050 € 1.050 - € 1.450 - € 1.900 - € 2.600 - € 3.200 - > € 4.100 € 1.450 € 1.900 € 2.600 € 3.200 € 4.100 Laag Midden Hoog Betalingsachterstand(en); speelt nog steeds Betalingsachterstand(en); inmiddels opgelost
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
8%
4%
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
6 Afvalscheiding
Zijn Almeerders bereid hun afval zorgvuldig te scheiden? In het kort1): • Negen op de tien Almeerders gooien klein glaswerk in de glasbak. • Bijna alle Almeerders scheiden papier- en textielafval. • Ruim een kwart van de bewoners geeft aan Supporter van Schoon te willen worden. • Twintigers die in een flat wonen scheiden afval minder (goed) dan oudere flatbewoners. • Flatbewoners in Haven + Hout en Stad West scheiden het vaakst afval, Poortenaren het minst. • Voornaamste reden voor flatbewoners om niet te scheiden is het gebrek aan ruimte in huis voor diverse afvalbakken. • Een derde van de flatbewoners zegt dat er in hun wijk niet voor alle soorten afval verzamelbakken staan.
Bijna iedereen (93%) zegt er op de juiste wijze gebruik van te maken als men afval kwijt moet op straat, daarbij is er geen verschil tussen leeftijds-, inkomens- of opleidingscategorieën.
Klein glaswerk belandt grotendeels in de glasbak Flessen worden grotendeels in de glasbak gegooid, de algemene ervaring is dat dit minder gebruikelijk is voor glazen potten en kleine flesjes zoals bijvoorbeeld kruidenpotjes. Hoe doen de Almeerders het? Zij doen het goed, 89% zegt ook klein glaswerk (schoon of vies) in de glasbak te gooien (figuur 1). Aan de bewoners die dat niet doen is gevraagd of ze wel klein glaswerk in de glasbak zouden doen als dat er vies/met dop in zou mogen. Ongeveer de helft daarvan blijft hardnekkig weigeren.
Figuur 1. Gooit u glazen potten en kleine flesjes (bijv. kruidenpotjes) in de glasbak?
Triobak nodigt uit om afval te scheiden In diverse wijken in Almere staan de zogenaamde triobakken om plastic, papier en restafval gescheiden weg te gooien. Een derde van de bewoners kent deze bakken. Ze zijn het meest bekend in Haven + Hout (56%) en Buiten (42%). In Poort kent slechts 19% van de inwoners deze bakken. De 18 t/m 29 jarigen kennen deze bakken beter (46%) dan de oudere leeftijdsgroepen (ongeveer een derde).
Ja, nadat ik ze heb schoongespoeld / leeg gemaakt
62%
Ja, ik gooi ze er vies / met inhoud en/of met deksel/dop in
27%
Nee, geen zin om ze schoon te maken dus gooi ik ze bij het restafval
5%
Nee, andere reden
4%
Nee, ik gooi glas nooit in de glasbak
3% 0%
1)
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
e vragen over afval die in deze factsheet worden gerapporteerd, zijn niet gesteld in voorgaande edities D van Almere in de Peiling, waardoor er geen trends weergegeven kunnen worden over dit onderwerp.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Afvalscheiding
6 In de Almeerse wijken zijn centrale afvalverzamelpunten waar glas, papier, textiel, plastic e.d. gescheiden kan worden weggegooid. Aan de respondenten is gevraagd of het voor hen duidelijk is welk afval in welke bak moet bij zo’n verzamelpunt. Voor een grote meerderheid is helder hoe ze afval moeten scheiden bij de afvalverzamelpunten in de wijk, 14% geeft aan dat een dergelijk verzamelpunt niet aanwezig is in de wijk (figuur 2).
In Haven + Hout is de animo om actief te worden als Supporter van Schoon het grootst (31%), Stad Oost sluit de rij met 23% (figuur 4).
Figuur 4. Belangstelling om Supporter van Schoon te worden naar stadsdeel Stad Oost
Figuur 2. Duidelijk welk afval in welke bak moet bij de afvalverzamelpunten wijk?
23%
Buiten
25% 26%
Poort
29%
Stad West
Ja 83%
31%
Haven + Hout
Nee 3%
0%
Er zijn in mijn wijk geen afvalverzamelpunten 14%
5%
10%
15%
20%
Ruim een derde van de Almeerders heeft wel eens gehoord van het project “Supporter van schoon”. Dit is een landelijk project waar ook Almere aan mee doet. Supporter van Schoon ben je als je een schone leefomgeving echt belangrijk vindt en daar ook best wat voor wilt doen. Alleen of samen met anderen wordt er regelmatig zwerfvuil in de buurt opgeruimd. Van de Almeerders die bekend zijn met het project, weet een derde dat de gemeente materialen beschikbaar stelt aan de supporters om de opruimwerkzaamheden te kunnen doen. Ruim een kwart van de ondervraagden zou zelf supporter van schoon willen worden, de meerderheid wil dat het liefst doen met een groep buurtgenoten (figuur 3).
Figuur 5. Vindt u informatie nuttig over ophaaldata oud papier en textiel? 29% 46%
Nee, ik weet op een andere manier wanneer papier en/of textiel worden opgehaald
Figuur 3. Belangstelling om Supporter van Schoon te worden 70%
20% 21% 35%
Ik ken de papierflyer/ informatieborden niet
17%
4%
Ja, samen met een groep uit de buurt
Nee, ik scheid papier- en/of textielafval niet
7%
Ja, met (iemand van) mijn naaste buren samen
3%
Ja, met gezinsleden
3%
16% 15%
Nee, ik lever papier en/of textiel elders in
13%
Ja, individueel
1% 1% 0%
10%
20%
papierflyer in de wijk
0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
De animo om Supporter van Schoon te worden is duidelijk gerelateerd aan leeftijd, 15% van de 18 t/m 29 jarigen is geïnteresseerd om aan te sluiten bij het project tegenover 30-35 % van de oudere leeftijdsgroepen.
2
35%
In een groot deel van de wijken worden informatieborden geplaatst als er een inzameling van oud papier en/of textiel zal plaatsvinden. Iets minder dan de helft van de Almeerders vindt deze infoborden nuttig. Een vijfde vindt ze niet nodig omdat zij op een andere manier al attent zijn op de ophaaldata. Slechts 1% geeft aan papier- en textielafval niet te scheiden. Verschillende scholen en verenigingen verspreiden een papierflyer met data wanneer oud papier word opgehaald. Zij ontvangen een vergoeding per opgehaalde kilo papier. Deze papierflyer is veel minder bekend dan de informatieborden in de wijk, respectievelijk 35% en 17% kent ze niet (figuur 5).
Ja, hierdoor denk ik er aan
Ik ben al Supporter van Schoon
30%
Informatieborden over ophalen oud papier en textiel voor bijna de helft van de Almeerders nuttig
Ruim een kwart van de Almeerders heeft belang stelling om Supporter van Schoon te worden
Nee
25%
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
30%
40%
50%
info borden in de wijk
Zowel de infoborden als de papierflyer zijn vaker onbekend bij jongeren tot 30 jaar dan bij de oudere leeftijdsgroepen, 28% van de 18 t/m 29 jarigen kent de infoborden niet en voor 44% is de papierflyer onbekend. Bij de oudere leeftijdsgroepen liggen de percentages respectievelijk rond de 14% en 34%.
In deze peiling is alleen aan flatbewoners (17% van de respondenten) gevraagd of ze hun afval scheiden. Bijna de helft (48%) zegt het huishoudafval zorgvuldig te scheiden, 40% doet dat deels en 12% gooit alles in één bak. Er is een duidelijke relatie tussen leeftijd en afval scheiden, ouderen zijn er veel actiever in dan jongeren (figuur 6).
6 De redenen waarom flatbewoners niet (altijd) moeite doen om te scheiden, hebben vooral te maken met ruimtegebrek in huis om verschillende bakken te plaatsen en dat er in de wijk onvoldoende scheidingsbakken staan (figuur 8).
Figuur 8. Redenen voor flatbewoners om geen afval te scheiden (men kon meerdere antwoorden aankruisen)
Geen ruimte in huis voor verschillende bakken In mijn wijk staan niet voor alle soorten afval verzamelbakken
Figuur 6. Huishoudelijke afval scheiden door flatbewoners naar leeftijd 100% 90%
16%
15%
60%
41%
11%
Andere reden
15%
39%
29%
De bakken bij de verzamelpunten zitten vaak/altijd vol
14%
51%
Geen zin in afval scheiden, te veel gedoe
50% 40% 30% 20% 10% 0%
60%
51% 44% 33% 18 t/m 29 jr
35%
10%
80% 70%
60%
30 t/m 44 jr
45 t/m 64 jr
Ik scheid alles zorgvuldig Ik scheid niet en gooi alles in 1 bak
65+
10%
Onvoldoende kennis over afval scheiden
2%
Op de bakken bij de verzamelpunten staat niet goed aangegeven wat waar in moet
1% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Ik scheid deels wel, deels niet
De flatbewoners in Haven + Hout en in Stad West zijn de beste afvalscheiders, meer dan 60% zegt zijn afval zorgvuldig te scheiden en 10% doet niet aan afvalscheiding. De inwoners van Poort zijn de slechtste afvalscheiders, ruim een kwart is er consequent in en 23% gooit alles in één bak (figuur 7).
Figuur 7. Afvalscheiding door flatbewoners naar stadsdeel 100% 90% 80%
7%
13%
32%
70%
8%
49% 49%
50% 40% 30%
60%
59% 44%
20%
41%
10% 0%
21%
33% 43%
60%
10%
Haven + Hout
Stad Oost
Stad West
Buiten
30% Poort
Ik scheid alles zorgvuldig Ik scheid deels wel, deels niet Ik scheid niet en gooi alle afval in 1 bak
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Afvalscheiding
Oudere bewoners van flats/appartementen scheiden hun afval beter dan jongere bewoners
Afvalscheiding
6
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
7 Vrijwilligerswerk en mantelzorg
Zijn Almeerders actief als vrijwilliger of mantelzorger? In het kort1): • Vier op de tien Almeerders doen vrijwilligerswerk, ongeveer evenveel als in 2012. • Gebrek aan tijd is belangrijkste reden om geen vrijwilligerswerk te doen. • 65-plussers doen het vaakst vrijwilligerswerk. • Toenemende belangstelling van vrijwilligers voor taken van de Vrijwilligers en Mantelzorg Centrale. • Ruim 40% van de Almeerders biedt zorg aan naaste(n) • Bijna zes op de tien 65-plussers zijn mantelzorger. • Aandeel mantelzorgers stijgt sinds 2010. • Percentage mantelzorgers dat zich (zwaar) belast voelt neemt toe. • Emotionele steun meest geboden vorm van mantelzorg. • Praktische mantelzorg bestaat vooral uit boodschappen doen en klusjes in en rond het huis.
Het gemiddelde ligt op 5,5 uur per week, wat niet veel afwijkt van de vorige metingen in 2010 en 2012. De oudste leeftijdscategorie (65+) doet het vaakst vrijwilligerswerk. Ook met opleiding is er een verband, hoogopgeleiden zetten zich vaker in dan laagopgeleiden. De bewoners van Haven + Hout zijn, naar verhouding, het meest actief als vrijwilliger. Dit komt mede door het relatief hoge aandeel ouderen in dit stadsdeel, die vaker vrijwilligerswerk doen (figuur 1).
Figuur 1. Vrijwilligerswerk naar een aantal achtergrondkenmerken Poort
5%
Buiten
8%
Stad West
Vier op de tien Almeerders geven aan in het afgelopen jaar vrijwilligerswerk te hebben gedaan; 32% voor een organisatie en/of vereniging en 7% in niet-georganiseerd verband. In 2012 lag het percentage nagenoeg even hoog (38%), in 2010 was het nog aanzienlijk lager (31%). Het aantal uren per week dat Almeerders besteden aan vrijwilligerswerk verschilt, ruim de helft zet zich maximaal drie uur in.
10%
45 t/m 64 jr
7%
30 t/m 44 jr
7%
1)
I n 2010 is dezelfde set vragen gesteld over vrijwilligerswerk en mantelzorg als in 2014. In 2012 was dat een basis-set. Niet voor alle uitkomsten is dus vergelijking met 2012 mogelijk. Men kon op deze vraag meer dan 1 antwoord geven, waardoor percentages niet optellen tot 100%
72%
23%
10%
53%
38%
63%
39%
5% 0%
62%
31%
6%
Laagopgeleid
58%
35%
9%
Middelbaaropgeleid
53%
39%
5%
Hoogopgeleid
55%
35%
8%
18 t/m 29 jr
57%
38%
Haven + Hout
Ouderen doen het vaakst vrijwilligerswerk
66%
28%
5%
65+
61%
31%
6%
Stad Oost
Vrijwilligerswerk
76%
19%
72%
24% 20%
30%
40%
50%
60%
70%
80%
Geen vrijwilligerswerk Vrijwilligerswerk niet voor een organisatie of vereniging Vrijwilligerswerk voor een organisatie of vereniging
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Vrijwilligerswerk en mantelzorg
7 Een grote meerderheid (85%) van de vrijwilligers doet uitvoerend praktisch werk, 39% doet (ook) werk op bestuurlijk of leidinggevend vlak. Mannen doen dit laatste vaker dan vrouwen. Deze percentages zijn gelijk aan die van de meting in 2010. De meeste vrijwilligers zijn actief in Almere, buiten de eigen wijk (figuur 2). Het percentage Almeerders dat buiten de stad vrijwilligerswerk doet, is gestegen van 23% in 2010 naar 29% in 2014.
23%
Gezondheid of leeftijd laat het niet toe
2014
20%
30%
40%
50%
60%
2010
Betrokkenheid en eigen plezier belangrijkste motieven voor vrijwilligerswerk Voor de meeste mensen is betrokkenheid (mensen willen helpen/iets willen verbeteren) de belangrijkste reden om vrijwilligerswerk te doen (figuur 3). Bijna de helft van de vrijwilligers noemt deze reden als belangrijkste. Ongeveer een derde vindt het gewoon leuk om te doen. De overige redenen worden door minder dan 10% van de vrijwilligers aangekruist. Hoog opgeleiden zetten zich vooral in vanwege betrokkenheid (56%), laagopgeleiden vinden relatief vaak het plezier van belang (43%).
Figuur 3. Belangrijkste motief om vrijwilligerswerk te doen 49% 47%
Betrokkenheid Omdat ik het leuk vind
33% 35%
Eigen ontwikkeling en ontplooiing
8% 6%
Sociale contacten
6% 6%
Anders
1%
Verplichte opstap naar betaald werk
0%
9% 12% 8% 8% 5% 8% 2014
70%
17%
13% 11%
0%
40% 38% 10%
13%
Geen interesse
Eigen buurt/wijk
10% 20% 2010
30%
40%
50%
60%
Redenen om geen vrijwilligerswerk te doen verschillen per leeftijdsgroep. Jonge Almeerders (18 t/m 29 jaar) hebben relatief vaak geen tijd (60%). Ouderen (65+) geven relatief frequent aan dat gezondheid en/of leeftijd het niet toelaat (48%) of dat ze zich niet willen vastleggen (23%). Ook is er een relatie met opleiding en inkomen. Hoogopgeleiden die geen vrijwilligerswerk doen geven voornamelijk aan er geen tijd voor te hebben. Laagopgeleiden, waaronder het aandeel ouderen hoog is, noemen vaker ‘leeftijd of gezondheid’ als beperkende factor. Deze laatstgenoemde verschillen worden ook gevonden tussen Almeerders met een hoog inkomen en Almeerders met een laag inkomen.
Meeste vrijwilligers ervaren voldoende ondersteuning Aan de vrijwilligers is gevraagd of ze ondersteund worden bij hun activiteiten, ofwel door familie/vrienden of door een organisatie (figuur 5). Ruim driekwart voelt zich voldoende ondersteund door de organisatie waarvoor ze werken. De Vrijwilligers en Mantelzorgcentrale Almere (VMCA) speelt voor de meeste mensen geen actieve rol: 76% zegt geen behoefte te hebben aan hun ondersteuning. De uitkomsten verschillen nauwelijks van de resultaten van Almere in de Peiling 2010.
Figuur 5. Mate van ontvangen steun bij vrijwilligerswerk
5%
Door anderen of andere organisatie
1%
48%
4% 8%
39%
6%
0% 2014
10%
20%
30%
40%
50%
2010
Door familie, 60% vrienden, kennissen
Het ontbreken van tijd is voornaamste reden om geen vrijwilligerswerk te doen Van de Almeerders die geen vrijwilligerswerk doen, zegt bijna de helft er geen tijd voor te hebben (figuur 4). Een slechte gezondheid en/of hoge leeftijd en zich niet vast willen leggen zijn
2
Andere reden
55% 58%
0%
48% 48%
Geen tijd
Er nooit aan gedacht
29%
Elders in Almere
2)
Figuur 4. Belangrijkste reden om geen vrijwilligerswerk te doen
Wil zich niet vastleggen
Figuur 2. Plaats waar men vrijwilligerswerk doet2) Buiten Almere
daarna de meest genoemde redenen. Ook heeft 17% een ‘andere reden’ die niet nader gespecificeerd is
en kon op deze vraag meer dan 1 antwoord geven, waardoor percentages M niet optellen tot 100%
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Door de VMCA
1%
33%
3%
59%
76%
Door de organisatie waar men vrijwilligerswerk 11% 4% 8% doet 0%
2%5%
5% 5% 12%
77%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Geen steun ontvangen maar wel behoefte aan Geen behoefte aan steun Onvoldoende Matig (Ruim) voldoende
7
Figuur 6. Bekendheid en contact met de Vrijwilligers- en Mantelzorgcentrale Almere (% vrijwilligers) 70% 60%
58%
Figuur 8. Aantal uur besteed aan mantelzorg per week (% mantelzorgers)
62%
60% 49% 45%
50%
50% 41% 40%
40%
36%
30%
40% 29% 25%25%
30%
23%
20%
13%
10% 0%
De meeste mantelzorgers geven maximaal twee uur per week zorg of hulp aan een naaste (figuur 8). Eén op de vijf Almeerders is er intensiever mee bezig en biedt meer dan acht uur per week zorg en hulp. Onder hen zijn mensen die aangeven 24 uur per dag mantelzorger te zijn.
20%
20% 11% 10%10%
10% Van VMCA gehoord 2014
Ken VMCA / ben op de hoogte van activiteiten
Contact gehad met VMCA
0%
0-2uur 2010
2010
20% 16%
2012
3-5 uur
6-8 uur
> 8 uur
2014
Mantelzorg aan buren vooral in Haven + Hout
Belangstelling om meer te weten over wat de VMCA kan bieden, is aanwezig bij een kwart van de vrijwilligers. Dat is aanzienlijk meer dan in 2010, toen lag het percentage op 13%. Dat is aanzienlijk meer dan in 2010.
Ouder(s) worden het vaakst genoemd als personen aan wie men mantelzorg geeft. Buren en vrienden/kennissen staan op tweede en derde plaats (figuur 9).
Mantelzorg: wie bieden mantelzorg?
Figuur 9. Ontvangers van mantelzorg door Almeerse mantelzorgers
Percentage mantelzorgers stijgt In Almere geeft 44% van de volwassen inwoners aan wel eens hulp te bieden aan mensen in hun directe omgeving die zichzelf niet meer zo goed kunnen redden. Sinds 2010 is er sprake van een stijgend percentage mantelzorgers (37% in 2010 en 41% in 2012). De helft van de vrouwen is mantelzorger, bij de mannen lig het percentage op 38%. Er is een sterke relatie met leeftijd, 65-plussers zijn het vaakst mantelzorger (figuur 7).
(% mantelzorgers)
34%
Ouder(s)
39%
43%
30% 24% 26%
Buren
29% 29% 28%
Vrienden / Kennissen
22% 25%
Andere familie
21% 14% 14% 14%
Figuur 7. Percentage Almeerders dat mantelzorg verleent naar leeftijd
Partner
70%
Ander gezinslid 58%
60%
51%
11% 10% 9%
Anders
50% 37% 40%
13% 12% 15%
0%
32%
10% 2010
2012
20%
30%
40%
50%
2014
30% 20% 10% 0%
18 t/m 29 jr
30 t/m 44 jr
45 t/m 64 jr
65+
In Haven + Hout is het percentage mantelzorgers het hoogst (51%) van de vijf stadsdelen. Dit heeft te maken met het feit dat het aandeel ouderen relatief hoog is in Haven + Hout en ouderen vaker mantelzorg verlenen. In Poort is het percentage mantelzorgers het laagst (23%).
De personen aan wie men mantelzorg biedt, verschillen enigszins per stadsdeel. In Stad West, Buiten en Poort wordt iets vaker, dan in de Stad Oost en Haven + Hout, hulp geboden aan ouder(s). In Haven + Hout valt op dat buren elkaar vaak ondersteunen, 36% is mantelzorger voor buren. In Poort is dat percentage bijvoorbeeld twee keer zo laag. In Buiten (25%) en Stad West (23%) is het percentage dat mantelzorger is voor vrienden/kennissen lager dan in de andere stadsdelen (ruim 30%).
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Vrijwilligerswerk en mantelzorg
Bijna 60% van de vrijwilligers heeft wel eens gehoord van de VMCA en 41% zegt op de hoogte te zijn van de activiteiten (figuur 6). De vraag ‘Heeft u wel eens contact gehad met de organisatie?’ wordt door 23% bevestigend beantwoord.
Vrijwilligerswerk en mantelzorg
7
Naast praten en luisteren is boodschappen doen de meest geboden hulp door mantelzorgers Mantelzorg kan bestaan uit meerdere activiteiten. Zowel emotionele ondersteuning als praktische hulp worden veel gegeven (figuur 10). Bij de praktische vormen van hulp worden boodschappen doen en klusjes in en om huis het vaakst genoemd. Persoonlijke verzorging komt het minst voor (21%), maar is wel met 4% gestegen ten opzichte van twee jaar geleden. Ook het aandeel mantelzorgers dat kookt en/of huishoudelijke hulp biedt nam toe. De jongste leeftijdsgroep (18 t/m 29 jarigen) geeft veel minder emotionele steun (44%) dan gemiddeld (70%), zij ondersteunen wel relatief vaak bij huishoudelijke klussen (44%).
Figuur 10. Soort verstrekte hulp door mantelzorgers (% mantelzorgers) Emotionele steun (praten, luisteren)
Figuur 12. Mate waarin men zich verplicht voelt mantelzorg te geven 2014
46% 48%
55%
0%
30% 26% 31%
Huishoudelijke hulp
37%
10%
29%
27%
20%
30%
Zeer verplicht
40%
50%
36%
60%
(Enigszins) verplicht
70%
80%
90% 100%
Niet verplicht
Figuur 13. Mate waarin men zich belast voelt als mantelzorger
21% 25% 21%
Anders
32%
De ervaren mate van belasting door de mantelzorgers is ook toegenomen ten opzichte van 2010 (figuur 13). Ruim de helft voelt zich in meer of mindere mate belast en, het percentage zwaar belasten plus overbelasten is verdubbeld, van 4% naar 9%.
50% 45% 47%
Klusjes in en om huis
39%
2010
75% 71% 70%
Boodschappen doen
2014
47%
31%
13%
7% 2%
26% 23% 27%
Koken
18% 17% 21%
Persoonlijke verzorging 0%
2010
20% 2010
2012
40%
60%
80%
2014
Figuur 11. Waar biedt men mantelzorg? Buiten Almere
37% 31% 35%
Elders in Almere
41% 55% 55%
Eigen buurt/wijk 0% 2014
10%
20%
30%
40%
50%
60%
2010
Poortenaren zijn minder actief als mantelzorger in de eigen wijk (33%) dan de bewoners van de andere stadsdelen (gemiddeld 55%). Poort is een nieuw gebied met veel jonge bewoners waardoor; het voor de hand ligt dat daar minder mantelzorg in de eigen wijk geboden wordt. Inwoners van Poort zijn frequenter mantelzorger buiten Almere (48%). Mantelzorgers in Haven + Hout zijn het vaakst actief in de eigen wijk (62%).
Almere in de Peiling 2014
0%
55%
10%
20%
30%
Onderzoek & Statistiek
1% 12% 3%
29%
40%
Niet of nauwelijks belast Zwaar tot zeer zwaar belast
Ruim de helft van de mantelzorgers biedt zorg aan iemand in de eigen buurt of wijk (figuur 11). Het percentage is even hoog als in 2010. De zorg voor naasten buiten Almere is toegenomen tussen 2010 en 2014 terwijl die voor mensen in de stad, maar buiten de eigen wijk, is afgenomen.
4
Op de vraag of men zich al dan niet verplicht voelt de mantelzorg te bieden, antwoordt 39% zich zeer verplicht te voelen, ongeveer een derde voelt zich (enigszins) verplicht en 29% niet (figuur 12). Ten opzichte van 2010 is de druk die mantelzorgers voelen groter geworden.
50%
60%
70%
Enigszins belast Overbelast
80%
90% 100%
Tamelijk belast
Meeste mantelzorgers worden ondersteund door mensen uit directe omgeving (familie en/of vrienden) De taak van mantelzorger kan zwaar zijn. In welke mate voelen mantelzorgers zich ondersteund bij deze taak? De steun kan geboden worden door mensen in de directe omgeving, bijvoorbeeld familie of vrienden maar ook door een professionele organisatie. De meeste mantelzorgers, die meer dan 8 uur per week zorg bieden, voelen zich voldoende gesteund door familie en/of vrienden (57%) en een derde ervaart die steun minder of niet (figuur 14). De meningen over steun vanuit de VMCA zijn verdeeld; ongeveer even veel mensen vinden de steun voldoende als onvoldoende of matig. De uitkomsten wijken niet sterk af van de resultaten van Almere in de Peiling 2010.
7 mantelzorgers die meer dan 8 uur per week mantelzorg bieden) Door anderen of andere organisatie
1%
Door familie, vrienden, kennissen
1%
Door de VMCA
3%
Door de organisatie waar men vrijwilligerswerk doet
48%
4% 8%
2%5%
33%
59%
76%
5% 5% 12%
11% 4% 8% 0%
39%
Mantelzorg: wie ontvangen mantelzorg? Bijna een kwart van de ouderen ontvangt mantelzorg
77%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100%
Geen steun ontvangen maar wel behoefte aan Geen behoefte aan steun Onvoldoende Matig (Ruim) voldoende
Bijna zes op de tien van de mantelzorgers hebben wel eens gehoord van de VMCA, bijna één op de vijf heeft er ook contact mee gehad (figuur 14). Ruim 20% zou meer willen weten over wat de VMCA aan mantelzorgers te bieden heeft. Deze percentages zijn niet veranderd ten opzichte van de meting in 2010.
Figuur 15. Bekendheid en contact met de Vrijwilligers- en Mantelzorgcentrale Almere (% mantelzorgers)
Van de respondenten geeft 10% aan mantelzorg te ontvangen, in 2010 was het 11%. Bij 58% van de ontvangers betreft het maximaal twee uur per week en een vijfde ontvangt minstens acht uur mantelzorg per week. Uiteraard is er een verband met leeftijd: van de 65-plussers ontvangt 22% mantelzorg, dat is ruim twee keer zo veel als gemiddeld. Naast veel praktische zaken zoals boodschappen doen, huishoudelijke hulp en klusjes in en om het huis, wordt emotionele steun het vaakst ontvangen. Ten opzichte van 2010 zijn er geen grote verschuivingen te zien in soort mantelzorg. De percentages emotionele steun en hulp bij koken/eten namen iets af (figuur 17).
Figuur 17. Type mantelzorg dat men ontvangt
70%
53%
Emotionele steun (praten, luisteren)
58%
60%
Van de mensen die geen mantelzorger zijn, geeft de meerderheid als reden daarvoor niemand te kennen die zorg nodig heeft (figuur 16) Dat percentage is aanzienlijk gestegen ten opzichte van 2010. Op de tweede plaats staat de reden ‘geen tijd’ (15%), dat zijn minder mensen dan vier jaar geleden.
33% 32%
Boodschappen doen
50% 38%
40%
48%
33% 36%
Klusjes in en om huis
30% 18%
20%
39% 38%
Huishoudelijke hulp
10%
24%
Koken en/of eten
0% Van VMCA gehoord
Ken VMCA / ben op de hoogte van activiteiten
19% 15% 15%
Persoonlijke verzorging
Contact gehad met VMCA
0%
10% 2010
20%
30%
40%
50%
60%
2014
Figuur 16. Belangrijkste reden om geen mantelzorg te bieden (% niet-mantelzorgers)
Ik ken geen mensen die mijn zorg nodig hebben
45%
55%
19% 15%
Geen tijd Mijn gezondheid of leeftijd laat het niet toe
10% 10% 7% 8%
Anders Ik heb er nooit aan gedacht
Personen die het vaakst genoemd worden als mantelzorger zijn de partner, gevolgd door vrienden/kennissen (figuur 18). Ten opzichte van 2010 zijn partner, buren, niet thuiswonende kinderen en andere familie wat vaker mantelzorger. Vrienden/kennissen en ouders worden minder vaak genoemd dan vier jaar geleden.
7% 6%
Ik wil me niet vastleggen
4% 4%
Geen interesse
3% 0%
8% 10%
2010
20%
30%
40%
50%
60%
2014
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
5
Vrijwilligerswerk en mantelzorg
Figuur 14. Mate van steun ontvangen als mantelzorger (% t.o.v.
Vrijwilligerswerk en mantelzorg
7 Figuur 18. Personen van wie men mantelzorg ontvangt
Figuur 19. Woonlocatie van de mantelzorger(s). 36% 38%
Partner Vrienden/kennissen
33%
38%
25%
Buren
20% 22%
43%
49%
38% 40% 39% 41%
Bij mij thuis 0%
17%
Andere familie
Elders in Almere Eigen buurt/wijk
28%
Niet thuiswonende kind(eren)
19% 17%
Buiten Almere
20%
10% 2010
20%
30%
40%
50%
60%
2014
24%
Ouder(s)
20% 14% 13%
Thuiswonende kind(eren) 9% 9%
Anders 0%
5%
2010
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
Van de Almeerders die mantelzorg ontvangen voelen de meesten zich niet (erg) bezwaard, 13% heeft er wel veel moeite mee dat anderen zich voor hen inzetten (figuur 20). De mate van bezwaard voelen is gestegen ten opzichte van 2010. Toen voelde 57% van de mantelzorg-ontvangers zich niet bezwaard, 31% enigszins en 12% voelde zich zeer bezwaard.
2014
Bij 41% van de mensen die mantelzorg ontvangen, is de mantelzorger een huisgenoot. Dit percentage is niet veel veranderd ten opzichte van 2010 (figuur 19). De grootste groep mantelzorgontvangers krijgt de zorg van iemand die in Almere woont, maar buiten de eigen wijk. Dit aandeel is toegenomen ten opzichte van 2010.
Figuur 20. Mate van bezwaard voelen door de mantelzorgontvangers Zeer bezwaard; 13%
Niet bezwaard; 44%
Enigszins bezwaard; 43%
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
6
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
8
In het kort: • Almeerders steeds positiever over verkeersdoorstroming op dreven en ringen. • Informatievoorziening bij wegwerkzaamheden iets verbeterd. • Helft Almeerders vindt de hoeveelheid groen in de eigen wijk precies goed. • Tevredenheid fysieke buurtvoorzieningen afgenomen. • Bewoners van Haven + Hout en Poort relatief ontevreden over onderhoud openbare ruimte. • Schoonhouden straat wordt meer als gemeentelijke verantwoordelijkheid gezien dan als taak van bewoners zelf. • Driekwart Almeerders ruimt wel eens zwerfvuil op en ruim de helft verwijdert soms onkruid in directe woonomgeving.
de andere stadsdelen geeft men vaker aan het niet te weten. Ook de oudere bewoners (65+) geven vaker aan dit niet te weten of er geen mening over te hebben dan de andere leeftijdsgroepen. Wel zijn senioren het meest positief over de doorstroming, terwijl de 25 tot 45-jarigen het minst tevreden zijn.
Figuur 1. Oordeel over doorstroming verkeer op dreven en ringen 2014
2012
De meeste respondenten (meerderjarige Almeerders) zijn tevreden over de verkeersdoorstroming op de dreven en ringen in Almere. Ruim een kwart vindt de doorstroming ‘goed’ en bijna de helft vindt de doorstroming ‘voldoende’. De trend van toenemende tevredenheid die voor 2012 al was begonnen, heeft zich doorgezet tussen 2012 en 2014 (figuur 1). In 2014 vindt voor het eerst meer dan een kwart van de Almeerders de doorstroming op de dreven en ringen in Almere ‘goed’. Er zijn weinig verschillen tussen de bewoners van de verschillende stadsdelen. Alleen hebben de bewoners van Poort vaker een mening dan de bewoners van de andere stadsdelen. Deze mening is echter niet negatiever of positiever dan gemiddeld. In
47%
23%
17%
44%
2008
18%
43%
0%
20% Goed
17%
47%
2010
Verkeersdoorstroming Steeds meer Almeerders tevreden over doorstroming verkeer
26%
Voldoende
40% Matig
17%
20%
18% 60% Slecht
3% 7%
6% 7%
10%
8%
9%
13%
80%
100%
Weet niet / Geen mening
Over de doorstroming van het verkeer bij omleidingen wegens wegwerkzaamheden zijn de respondenten minder positief dan over de doorstroming in het algemeen (figuur 2). Slechts 8% vindt deze ‘goed’ en 37% zegt deze ‘voldoende’ te vinden. Ruim een tiende zegt het niet te weten of geen mening te hebben. Ten opzichte van twee jaar geleden1) is de mening van de bewoners hierover weinig veranderd. Ook hier zijn er in de tevredenheid weinig verschillen tussen de bewoners van de verschillende stadsdelen. De bewoners van
1)
In de edities van voor 2012 werd deze vraag niet of anders gesteld en is daarmee niet vergelijkbaar.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Woonomgeving: verkeer, groen, onderhoud
Hoe beoordelen Almeerders hun woonomgeving?
Woonomgeving: verkeer, groen, onderhoud
8 Poort geven ook in dit geval minder vaak aan geen mening te hebben of het niet te weten. Vooral Havenaren en bewoners van Stad Oost hebben vaak geen mening over dit aspect. Er zijn nauwelijks verschillen in mening over de doorstroming bij wegwerkzaamheden tussen de verschillende leeftijdsgroepen.
Figuur 2. Oordeel over doorstroming verkeer bij wegwerkzaamheden 2014
8%
37%
31%
13%
11%
2012 8%
39%
30%
14%
9%
0% Goed
20%
40%
Voldoende
Matig
60%
80%
Slecht
100%
Weet niet / Geen mening
Ruim de helft Almeerders tevreden over informatievoorziening bij wegwerkzaamheden De informatievoorziening in de pers en op internet over wegwerkzaamheden wordt door ruim de helft (57%) van de respondenten positief beoordeeld en door een kwart overwegend negatief (figuur 3). Eén op de zes Almeerders geeft aan geen mening te hebben hierover of geen antwoord te kunnen geven. Het oordeel is in 2014 iets positiever dan in 20122). Een opvallend verschil tussen de stadsdelen is dat de bewoners van Stad West veel positiever (69% voldoende tot goed) oordelen over de informatievoorziening bij wegwerkzaamheden dan de bewoners van de andere stadsdelen. De mensen in Stad West zeggen ook minder vaak geen mening te hebben of het niet te weten, terwijl dit relatief veel voorkomt bij de bewoners van Buiten en Stad Oost. De jongste groep meerderjarige Almeerders (18 tot 25 jaar) is over de informatievoorziening bij wegwerkzaamheden het minst positief van alle leeftijdsgroepen. Daarnaast geeft deze groep ook vaker dan de oudere groepen aan het niet te weten of geen mening te hebben. Dit laatste geldt ook voor de 25 tot 45-jarigen. De gemeentelijke informatie over wegwerkzaamheden lijkt de jongvolwassenen dus minder goed te bereiken dan de andere groepen.
17%
2012
16%
0%
3)
40% 20%
Goed
2)
40%
Voldoende
40% Matig
19%
6%
17%
22%
6%
17%
60% Slecht
80%
Almere in de Peiling 2014
100%
Weet niet / Geen mening
Onderzoek & Statistiek
Iets meer dan de helft van de Almeerders vindt dat de hoeveelheid groen in de eigen wijk precies goed is (figuur 4). Drie op de tien Almeerders vinden het groen ruim voldoende en 15% vindt dat er onvoldoende groen is in de eigen wijk. Een zeer kleine groep van 2% is ontevreden omdat er te veel groen is. Ten opzichte van 2008 en 2005 is de tevredenheid over het groen in de wijk toegenomen. In beide voorgaande jaren vond 46% de hoeveelheid groen precies goed en ten opzichte van 2008 is het aandeel dat het onvoldoende vindt gedaald van 19% naar 15%. Van de vijf stadsdelen zijn de bewoners van Almere Poort over
Figuur 4. Oordeel over hoeveelheid groen in de eigen wijk Geen mening; 1% Te veel; 2% Onvoldoende; 15%
Ruim Voldoende; 30%
Precies goed; 52%
Tevredenheid kwaliteit fysieke woonomgeving afgenomen
In de edities van voor 2012 werd deze vraag niet of anders gesteld en is daarmee niet vergelijkbaar. Deze vraag is eerder gesteld in het onderzoek: Almere BlauwGroene Stad in 2005 en 2008 (O&S Gemeente Almere).
2
Bijna iedereen is blij met het groen in de wijk Maar liefst 97% van de respondenten geeft aan het prettig te vinden dat er groen is in de wijk waarin men woont. Dit aandeel is even groot als in 2008 en 20053). Daarnaast zegt nog 1% het niet prettig te vinden, 1% maakt het niet uit en 1% antwoordt dat er geen groen is in de wijk waar men woont. Van de verschillende stadsdelen vinden de bewoners van Poort het het minst vaak prettig dat er groen is in de wijk. Relatief veel mensen in Poort (4%) geven aan dat er geen groen in de wijk is. Tussen de andere stadsdelen zijn er weinig verschillen.
de hoeveelheid groen het minst tevreden. Maar liefst 41% vindt dat er onvoldoende groen is, tegenover 15% gemiddeld in Almere. Van de verschillende leeftijdscategorieën oordelen senioren het meest positief over de hoeveelheid groen. De groep 25 tot 45-jarigen is het minst positief.
Figuur 3. Oordeel over informatievoorziening in pers en op internet bij wegwerkzaamheden 2014
Fysieke woonomgeving
Op de vraag hoe tevreden men is met de fysieke kwaliteit van de woonomgeving antwoordt twee derde dat men tevreden tot zeer tevreden is (figuur 5). Een op de vijf Almeerders staat er neutraal tegenover en 12% is (zeer) ontevreden. Ten opzichte van 2012 oordeelt men in 2014 minder positief. In 2012 was maar liefst 74% nog (zeer) tevreden. Ook over de fysieke woonomgeving is men in Poort minder tevreden dan gemiddeld. Daarnaast zijn woningeigenaren positiever gestemd dan Almeerders die hun woning huren. Datzelfde geldt voor bewoners met een hoog inkomen en/of een hoger opleidingsniveau: zij zijn meer tevreden over de kwaliteit van de fysieke woonomgeving dan mensen met lagere inkomens en/of een lager opleidingsniveau.
10%
2012 0%
21%
57%
14%
Zeer tevreden Ontevreden
6% 1%
20%
60% 20%
10% 2%
40%
60%
Tevreden Zeer ontevreden
80%
100%
Niet tevreden, niet ontevreden
Straatverlichting best beoordeeld van zeven fysieke buurtvoorzieningen Gevraagd naar zeven meer specifieke kenmerken van de fysieke woonomgeving blijkt dat Almeerders het meest te spreken zijn over de straatverlichting, waar 63% positief over oordeelt (figuur 6). Over de kwaliteit van de speelplekken voor kinderen, het onderhoud van het openbare groen en het onderhoud van de wegen, paden en pleintjes is ongeveer de helft positief. De voorzieningen voor jongeren worden het minst goed beoordeeld. Ten opzichte van twee jaar geleden zijn de bewoners in 2014 minder positief over de fysieke buurtvoorzieningen. Dit geldt voor vijf van de zeven gevraagde aspecten. Alleen over de speelplekken voor kinderen en de jongerenvoorzieningen zijn de meningen niet significant negatiever geworden.
De tevredenheid over verschillende onderhoudswerkzaamheden in de buurt verschilt per type onderhoud. Over het maaien van het gras in de wijk zijn Almeerders het meest te spreken. Hierover is 63% tevreden tot zeer tevreden (figuur 7). De werkzaamheden ‘prullenbakken legen’ en ‘verwijderen van onkruid’ kunnen respectievelijk op 45% en 39% (zeer) tevreden Almeerders rekenen. Het minst goed beoordeeld wordt het verwijderen van rommel bij de afvalverzamelpunten. Hierover is slechts 36% van de meerderjarige bewoners positief gestemd. Ten opzichte van twee jaar geleden is de tevredenheid over het maaien van het gras en het verwijderen van onkruid in de plantsoenen afgenomen.
Figuur 7. Oordeel over onderhoudswerkzaamheden in de directe omgeving Maaien van het gras in de wijk
63% 66% 45% 45%
Prullenbakken legen Verwijderen van onkruid in het plantsoen
39% 42%
Verwijderen van rommel bij afvalverzamelpunten
Figuur 6. Oordeel over kwaliteit fysieke voorzieningen in de eigen buurt In de buurt is het buiten goed verlicht
Tevredenheid afgenomen over onderhoud openbaar groen
36% 38% 0%
52% 53%
In de buurt zijn perken, plantsoenen en parken goed onderhouden
49%
In de buurt is weinig onkruid tussen de stoeptegels
57%
32% 36%
In de buurt ligt geen zwerfvuil
19% 23%
In de buurt zijn goede voorzieningen voor jongeren
20%
80%
2012: (zeer) tevreden
Tabel 1. Oordeel over onderhoudswerkzaamheden in de directe omgeving, naar stadsdeel 2014 (% (zeer) tevreden)
17% 18% 0%
60%
De bewoners van Almere Haven + Hout, gevolgd door die van Poort, zijn het minst vaak (zeer) tevreden over de verschillende onderhoudswerkzaamheden (tabel 1). In deze stadsdelen komt over geen enkele van de werkzaamheden het aandeel (zeer) tevreden bewoners boven de helft uit. In Almere Buiten en Stad Oost is men het meest positief over de onderhoudswerkzaamheden. Behalve over het maaien van het gras is de jongste groep respondenten (18-25 jaar) relatief (zeer) tevreden over de verschillende typen onderhoud en de tevredenheid neemt af naarmate de leeftijd hoger is.
49% 54%
In de buurt zijn de wegen, paden en pleintjes goed onderhouden
40%
2014: (zeer) tevreden
63% 69%
In de buurt zijn goede speelplekken voor kinderen
20%
40%
60%
80%
Haven+ Hout
Stad Oost
Stad West
Buiten
Poort
Almere totaal
2012: (helemaal) eens
Maaien van het gras in de wijk
48%
66%
62%
71%
49%
63%
De bewoners van Almere Buiten zijn het meest te spreken over de fysieke voorzieningen in de buurt, terwijl de bewoners van Poort en Haven + Hout het minst positief zijn. Behalve over het zwerfvuil, zijn de Buitenaren over alle gevraagde buurtvoorzieningen meer tevreden dan gemiddeld. In Poort is men vooral negatief over het onderhoud van het groen en de wegen, de straatverlichting en de speelplekken voor kinderen. De bewoners van Haven + Hout zijn naar verhouding het meest negatief over de jongerenvoorzieningen, het onkruid tussen de tegels en het onderhoud van groen en straten. Van de verschillende leeftijdsgroepen is de jongste groep het meest positief over de buurtvoorzieningen, met uitzondering van de jongerenvoorzieningen waar ze juist negatiever over oordelen dan gemiddeld.
Prullenbakken legen
34%
50%
45%
47%
41%
45%
Verwijderen van onkruid in het plantsoen
25%
40%
38%
46%
34%
39%
Verwijderen van rommel bij de afvalverzamelpunten
30%
38%
38%
36%
30%
36%
2014: (helemaal) eens
Bijna twee op de drie Almeerders heeft het idee dat het onderhoud van de buurt in het afgelopen jaar niet verbeterd, maar ook niet verslechterd is (figuur 8). Daarentegen vindt 24% dat het onderhoud is verslechterd en 14% dat het is verbeterd.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Woonomgeving: verkeer, groen, onderhoud
2014
8
Onderhoud woonomgeving
Figuur 5. Tevredenheid fysieke kwaliteit van de eigen woonomgeving
Woonomgeving: verkeer, groen, onderhoud
8 De ontwikkeling van het onderhoud in het afgelopen jaar wordt in 2014 ongeveer hetzelfde beoordeeld als in 2012.
Figuur 8. Oordeel over ontwikkeling van het onderhoud van de buurt in afgelopen jaar 2014
14%
63%
24%
2012
14%
61%
25%
0%
20% Verbeterd
40%
60%
Gelijk gebleven
80%
100%
Verslechterd
Over de ontwikkeling van het onderhoud in het afgelopen jaar zijn de bewoners van Almere Poort aanzienlijk positiever dan die van de andere stadsdelen. Maar liefst 24% van de bewoners vindt dat het verbeterd is. In Haven + Hout oordeelt men juist het negatiefst over de ontwikkeling: 35% geeft aan dat het onderhoud slechter is geworden. De ontwikkeling van het onderhoud wordt door bewoners met een lager inkomen en/of een lager opleidingsniveau beter beoordeeld dan door de groepen met hogere inkomens en/of opleidingen. Daarnaast oordelen huurders er positiever over dan woningeigenaren.
Driekwart Almeerders ruimt wel eens zwerfvuil op in de buurt en ruim de helft verwijdert wel eens onkruid In 2014 is een groot deel van de bewoners van Almere van mening dat de gemeente ervoor moet zorgen dat de straat schoongehouden wordt. In totaal is 78% het eens of helemaal eens met deze stelling, terwijl dit in 2012 met 75% iets minder was. Een kleiner deel van de Almeerders, ruim de helft, is het (helemaal) eens met de stelling dat de bewoners zelf mee moeten werken aan het schoonhouden van de eigen straat. In 2012 was dit aandeel ongeveer even groot.
Figuur 9. Oordeel over verantwoordelijkheid schoonhouden eigen straat De gemeente moet er voor zorgen dat mijn straat schoon gehouden wordt
78% 75%
Bewoners moeten zelf meewerken aan het schoonhouden van hun straat
56% 55%
0%
20%
40%
2014: (helemaal) eens
60%
80%
De meningen over de stellingen betreffende de verantwoordelijkheden van gemeente en bewoners over het schoonhouden van de straat lopen nauwelijks uiteen in de verschillende stadsdelen. De 25 tot 45-jarigen vinden vaker dan de andere leeftijdsgroepen dat dit een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. Ook zijn hoger en middelbaar opgeleiden het vaker eens met deze stelling dan Almeerders met een lagere opleiding. Aan de gemeente wordt door de Almeerders een grotere rol toebedacht bij het schoonhouden van de straat dan aan bewoners zelf. Toch zijn er veel Almeerders die zelf wel die rol op zich nemen. Bijna drie kwart van de respondenten heeft in het afgelopen jaar wel eens zwerfvuil opgeruimd in de directe woonomgeving (figuur 10). Dit is een iets kleinere groep dan in 2012. Daarnaast zegt ruim de helft wel eens onkruid verwijderd te hebben. In 2014 betreft het 56% van de meerderjarige bewoners van Almere, wat juist een grotere groep is dan in 2012.
Figuur 10. Nemen van verantwoordelijkheid schoonhouden directe woonomgeving afgelopen jaar
Almere in de Peiling 2014
56% 51%
Onkruid verwijderd 0%
20%
40%
2014: wel eens gedaan
60%
80%
100%
2012: wel eens gedaan
In het daadwerkelijk verantwoordelijkheid nemen voor het schoonhouden van de buurt zijn de bewoners van Almere Haven + Hout het actiefst en die van Poort het minst actief. Van de verschillende leeftijdsgroepen steekt de jongste groep (18-25 jaar) het minst vaak de handen uit de mouwen en de groep van 45-65 jaar het vaakst. Hoger opgeleide Almeerders en mensen met een hoger inkomen zijn actiever dan de bewoners met een lagere opleiding en/of een lager inkomen, maar alleen met het opruimen van zwerfvuil. Bij het verwijderen van onkruid is dit verschil er niet. Tot slot nemen bewoners van koopwoningen vaker de verantwoordelijkheid voor het schoonhouden van de directe woonomgeving dan bewoners van huurwoningen.
100%
2012: (helemaal) eens
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
74% 79%
Zwerfvuil opgeruimd
Onderzoek & Statistiek
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
9 Geluidhinder
Waarvan ondervinden Almeerders de meeste geluidsoverlast? In het kort: • Ernstige geluidhinder van bromfietsen/scooters komt het meest voor maar is aanzienlijk gedaald. • Jongeren ervaren minder geluidhinder dan ouderen, met uitzondering van overlast door buren. • Geen grote verschillen tussen de stadsdelen in ervaren geluidsoverlast, in Stad de meest ernstige hinder van bromfietsen/scooters. • Lawaaihinder van bromfietsen/scooters en buren vooral ervaren in de avonduren.
Figuur 1. Bronnen van geluidhinder in 2012 en 2014 14%
Bromfietsen / scooters
20% 11% 12%
Vliegtuigen
12% 10%
Buren
Wegverkeer < 50 km/u
6% 9%
Wegverkeer > 50 km/u
Ernstige geluidhinder van bromfietsen en scooters gedaald In 2014 ervaren de bewoners van Almere minder overlast van geluid dan twee jaar geleden. Bromfietsen of scooters worden het vaakst genoemd als bronnen van ernstige geluidshinder, maar het percentage (14%) is behoorlijk afgenomen ten opzichte van de meting in 2012 (20%). Op de tweede en derde plaats staan overlast van burengeluid (steeg licht) en vliegtuigen. Het percentage Almeerders dat geluidsoverlast ervaart van wegverkeer op 50km-wegen nam af van 9% naar 6%. Voor de overige geluidbronnen zijn er nauwelijks verschuivingen in vergelijking met 2012 (figuur 1).
4% 5% 3% 3%
Treinen 2% 2%
Bedrijven / industrie
8% 9%
Overig 0%
5%
10%
15%
% ernstig gehinderden 2014
20%
25%
% ernstig gehinderden 2012
Niet iedereen ervaart in dezelfde mate hinder van geluid. Geluidsoverlast blijkt vooral gerelateerd aan leeftijd (figuur 2). Ouderen hebben vooral last van bromfietsen en vliegtuigen en ook vaker van autoverkeer dan de jongere leeftijdsgroepen. De relatie met burenlawaai is tegenovergesteld; hoe jonger hoe vaker men ernstige overlast ervaart van buren. Deze verschillen werden in 2012 ook geconstateerd.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Geluidhinder
9 Figuur 2. Bronnen van geluidhinder naar leeftijd (ernstig gehinderd)1) Bromfietsen / scooters
16%
Bewoners van een huurhuis ervaren twee keer zo vaak ernstige geluidshinder van buren dan bewoners van een koophuis, de percentages zijn respectievelijk 21% en 10%.
18%
14%
5% 7%
11%
Buren
Vliegtuigen
9%
2%
Meeste geluidsoverlast door vliegtuiglawaai in Poort en Haven + Hout 13%
15%
14%
19%
8% 8%
Wegverkeer minder dan 50 km/u
6%
2% Wegverkeer harder dan 50 km/u
8% 7%
2% 2% 0%
5%
10%
65+ 30 t/m 44 jr
15%
De verschillen in geluidshinder tussen de stadsdelen zijn niet groot (tabel 1). In Poort en Haven + Hout ondervindt men het vaakst overlast door vliegtuiggeluid, 16% heeft daar in hoge mate last van. Ernstige geluidoverlast van wegverkeer op 50kmwegen komt eveneens het meest voor in Haven + Hout en Poort. Bromfiets/scooterlawaai is vooral een bron van ergernis in Stad. Ten opzichte van 2012 is de overlast door bromfietsen/scooters en door wegverkeer op ≤ 50km-wegen met name afgenomen in Stad Oost en Stad West. In Poort ervaart men wat minder vliegtuiglawaai dan twee jaar geleden. Hinder door buren is aanzienlijk gestegen in Haven + Hout en Buiten.
20%
45 t/m 64 jr 18 t/m 29 jr
Tabel 1. Bronnen van geluidhinder in 2012 en 2014, naar stadsdeel (% ernstig gehinderd) Haven + Hout
Stad Oost
Stad West
Buiten
Poort
Almere Totaal
Bromfietsen/scooters
2014
18%
15%
14%
15%
10%
14%
Bromfietsen/scooters
2012
17%
21%
25%
18%
10%
20%
Vliegtuigen
2014
16%
10%
13%
9%
16%
11%
Vliegtuigen
2012
14%
11%
14%
8%
19%
12%
Buren
2014
12%
10%
9%
12%
9%
12%
Buren
2012
8%
12%
14%
8%
8%
10%
Wegverkeer ≤ 50 km/u
2014
9%
6%
7%
6%
9%
6%
Wegverkeer ≤ 50 km/u
2012
8%
11%
11%
7%
10%
9%
Wegverkeer > 50 km/u
2014
5%
4%
5%
7%
4%
4%
Wegverkeer > 50 km/u
2012
6%
5%
6%
5%
3%
5%
Treinen
2014
0%
3%
3%
5%
4%
3%
Treinen
2012
1%
3%
4%
3%
5%
3%
Bedrijven/industrie
2014
1%
2%
1%
1%
2%
2%
Bedrijven/industrie
2012
1%
2%
2%
2%
2%
2%
Overig
2014
9%
10%
7%
8%
5%
8%
Overig
2014
6%
10%
9%
9%
6%
9%
Aan de mensen die aangeven geluidhinder te ondervinden, is gevraagd op welke dagdelen dat het geval is. In de ochtend komt geluidsoverlast van auto- en vliegtuigverkeer het meest voor. In de middag staat vliegtuigverkeer bovenaan, gevolgd door bromfietsgeluid. In de avond heeft men vooral last van brommers en buren. In de nacht veroorzaken auto’s en brommers de meeste hinder (tabel 2).
1)
2
eluidshinder van treinen en bedrijven zijn niet opgenomen in grafiek G vanwege te kleine aantallen
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Tabel 2. Bronnen van geluidhinder, naar dagdeel (% t.o.v. mensen die geluidhinder ervaren)
Ochtend
Middag
Avond
Nacht
Bromfietsen/scooters
38%
44%
64%
33%
Vliegtuigen
43%
59%
48%
17%
Buren
27%
37%
62%
25%
Wegverkeer < 50 km/u
43%
37%
51%
34%
Wegverkeer > 50 km/u
44%
31%
47%
30%
Treinen
34%
26%
42%
28%
Bedrijven/industrie
33%
24%
11%
4%
Overig
28%
29%
36%
23%
9 Geluidhinder
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Onderzoek & Statistiek
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
Almere in de Peiling 2014
3
Geluidhinder
9
4
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
10 Duurzaamheid en energie Welke afwegingen maken Almeerders op het gebied van milieu en duurzaamheid? In het kort: • Meer bewoners ontevreden over prijs verwarming/gas dan in 2010. • Het aandeel huishoudens met groene stroom stijgt licht ten opzichte van 2010. • Meerderheid Almeerders vindt het (zeer) belangrijk dat energie milieuvriendelijk wordt opgewekt. • Bijna één op de tien Almeerders heeft zonnepanelen op of aan huis. • Almeerders die geen zonnepanelen hebben, vinden zonnepanelen vaak te duur.
Oost meer bewoners ontevreden met de prijs van verwarming dan bewoners van Almere Buiten en Haven + Hout, waar gas gebruikt wordt voor verwarming. Van de bewoners van Stad Oost en West is ongeveer een kwart tevreden met de prijs die ze voor verwarming moeten betalen, voor bewoners van Almere Buiten en Haven + Hout geldt dat voor ongeveer de helft. Bewoners van Almere Poort zitten er wat betreft tevredenheid tussenin: van hen is een derde tevreden.
Figuur 1. Hoe tevreden bent u over… De service van het verwarmings-/ 5% gasbedrijf
Meerderheid Almeerders is niet tevreden met de prijs voor warmte of gas Het merendeel van de Almeerders is, net als in 2010, tevreden met het aantal storingen in de verwarming of elektriciteit, de service van het verwarmings- of gasbedrijf en het comfort in de woning. De prijs van de verwarming of gas is echter een knelpunt (figuur 1). Maar liefst 64% van de Almeerders is hier (zeer) ontevreden over. Dit aandeel is hoger dan in 2010, toen deze vraag ook werd gesteld, toen was 54% (zeer) ontevreden over de prijs1). Stadsverwarming is (ten opzichte van gas) een milieuvriendelijke manier om woningen te verwarmen en van warm water te voorzien. In Almere Stad Oost, Stad West en Poort zijn woningen aangesloten op het warmtenet (netwerk ten behoeve van stadsverwarming). Net als in 2010 zijn in Almere Stad West en
1)
Het warmtecomfort in de woning Het aantal storingen in de verwarming
27%
Het aantal elekriciteitsstoringen
25%
1% 0%
12% 4%
71%
14%
De prijs van de verwarming / het gas
11% 4%
80%
35%
68%
65%
48%
4%1%
8% 1%
16%
10% 20% 30% 40% 50% 60% 70% 80% 90% 100% Zeer tevreden Ontevreden
Tevreden Zeer ontevreden
In 2012 zijn er bij Almere in de Peiling geen vragen gesteld over energie.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Duurzaamheid en energie
10
Gebruik groene stroom stijgt, een deel van de inwoners ziet er echter de toegevoegde waarde niet van in
aanbieders Greenchoice, Essent en overige aanbieders is gestegen, het aandeel van Oxxio is gedaald (figuur 3).
In 2014 maakt 43% van de inwoners van Almere gebruik van groene stroom; elektriciteit die opgewekt wordt uit duurzame energiebronnen zoals wind, water, zon en biomassa. Het groenestroomgebruik leek eerder na een sterke stijging in 2002 gestabiliseerd te zijn op waarden rond de 35-40%, maar is in 2014 weer toegenomen(figuur 2).
Figuur 2. Gebruik groene stroom door Almeerse huishoudens 45% 43%
40% 40%
35%
NB: In 2010 was het niet mogelijk om “Windunie” op deze vraag te antwoorden 57%
Nuon
41%
Greenchoice
9% 13%
Nederlandse Energie Maatschappij
8% 9% 2%
Essent
37%
39%
Figuur 3. Bij welk bedrijf koopt u groene stroom?
35%
8% 10%
Oxxio
6%
30%
3% 4%
Eneco 25% Windunie
23%
0%
20% 7%
Overige
13%
15% 2002
2004
2006
2008
2010
2012
2014
2% 4%
Weet niet
Het gebruik van groene stroom verschilt afhankelijk van opleiding, inkomen en etnische achtergrond. Almeerders met een hoge opleiding gebruiken vaker groene stroom dan Almeerders met een middelbare of lagere opleiding. Hetzelfde geldt voor het inkomen; Almeerders met een hoger inkomen kiezen vaker voor groene stroom dan Almeerders met een midden- of lagerinkomen. Personen met een westerse achtergrond passen vaker groene stroom toe dan personen met een niet-westerse achtergrond. Bewoners van Almere Haven + Hout en Buiten maken relatief vaak gebruik van groene stroom en bewoners van Stad West en Oost en vooral Almere Poort juist minder vaak. Ten opzichte van 2010 is het groene stroomgebruik in Stad West gegroeid2).
Tabel 1. Percentage groene stroomgebruikers per stadsdeel Haven+ Hout
Stad Oost
Stad West
Buiten
Poort
Almere totaal
2014
49%
42%
2010
42%
36%
39%
46%
36%
43%
28%
45%
45%
37%
Nuon is vanouds, nog vanuit de periode voordat de elektriciteitsmarkt geliberaliseerd was, dé aanbieder van stroom in de regio. In 2014 is Nuon nog steeds de grootste aanbieder van groene stroom, het marktaandeel van Nuon is tussen 2010 en 2014 wel afgenomen van 57% naar 41%. Het aandeel van de
2)
Er lijken meer verschillen te zijn, deze verschillen zijn echter niet significant.
2
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
0%
10% 2010
20%
30%
40%
50%
60%
70%
2014
De meerderheid van de Almeerders maakt geen gebruik van groene stroom (57%). De meest genoemde reden daarvoor is dat men vindt dat groene stroom geen toegevoegde waarde biedt ten opzichte van meer traditionele “grijze” stroom. Ook in 2010 was dit de vaakst genoemde reden om geen groene stroom gebruiken. Andere relatief vaak genoemde redenen zijn dat men groene stroom te duur vindt of dat men het te veel moeite vindt om over te stappen. De reden dat het te veel moeite kost om over te stappen werd in 2010 vaker genoemd dan in 2014 (tabel 2).
Tabel 2. Belangrijkste reden om geen groene stroom te gebruiken % Almeerders zonder groene stroom 2010
2014
Groene stroom heeft voor mij geen toegevoegde waarde
28%
27%
Ik vind het te duur
24%
24%
Ik vind het teveel moeite om over te stappen
14%
10%
Ik weet niet wat groene stroom is
4%
3%
Ik weet niet hoe ik het moet aanvragen
1%
2%
Anders
19%
20%
Weet niet
10%
13%
10
Ruim driekwart van de Almeerders vindt het (zeer) belangrijk dat energie milieuvriendelijk wordt opgewekt. Dit beeld komt overeen met het beeld uit 2010. Verschillen zijn er in 2014 tussen hoger-, middelbaar- en lager opgeleiden, en tussen Almeerders die wel of geen groene stroom gebruiken. Van de hoger opgeleiden en lager opgeleide Almeerders geldt dat ongeveer acht van de tien (veel) belang hechten aan milieuvriendelijk opgewekte energie, voor middelbaar opgeleiden geldt dit voor zeven van de tien. Van de Almeerders die aangeven dat ze groene stroom gebruiken, vindt 87% het (zeer) belangrijk dat stroom milieuvriendelijk wordt opgewekt, van de niet-groene stroomgebruikers is dat 68%. Als aan Almeerders de vraag gesteld wordt of, als ze een aandeel zouden kunnen kopen in een Almeers windmolenpark en met dat aandeel goedkoper energie kunnen krijgen, heeft een meerderheid interesse. Een kleine zes van de tien Almeerders geeft aan dat ze misschien of zeker zo’n aandeel willen kopen. Drie van de tien Almeerders heeft geen interesse en één van de tien weet het niet. Hoe hoger de opleiding of inkomen des te vaker Almeerders zeggen (mogelijk) interesse te hebben. Almeerders met een niet-westerse achtergrond hebben vaker (mogelijk) interesse in een aandeel dan Almeerders met een westerse achtergrond. 65-plussers geven juist minder vaak dan andere leeftijdsgroepen aan (misschien) zo’n aandeel te willen kopen.
Van de Almeerders die aangeven dat ze zonnepanelen hebben heeft de helft tien of minder panelen op of aan het huis. Anderen geven aan dat ze (soms fors) meer zonnepanelen hebben, mogelijk woont een deel van hen in gebouwen met een gezamenlijke zonnestroomvoorziening. Van de Almeerders die geen zonnepanelen hebben geeft 44% aan dat ze deze te duur vinden (figuur 4). Veel respondenten geven ook dat hun woning hier niet geschikt voor is (22%), dat ze tevreden zijn met hun huidige energievoorziening, of dat ze er te weinig van af weten. Een fors aandeel respondenten (22%) geeft aan dat ze (ook) een andere (niet nader gespecificeerde) redenen hebben om zonnepanelen niet toe te passen. Er zijn verschillen tussen bewoners van koop- en huurwoningen. Van bewoners van koopwoningen zonder zonnepanelen geeft 51% aan dat ze de panelen te duur vinden, van bewoners van huurwoningen is dit percentage 17%. Bewoners van huurwoningen geven vaker dan bewoners van koopwoningen aan dat hun huis niet geschikt is (huur: 39%, koop: 18%). Ook hebben ze vaak (ook) andere redenen om zonnepanelen niet toe te passen. In 2014 geven Almeerders zonder zonnepanelen ten opzichte van 2010 vaker aan dat ze de panelen te duur vinden. De redenen “ik ben tevreden met mijn huidige energievoorziening” en “ik weet er weinig van” worden in 2014 juist minder vaak genoemd.
Figuur 4. Waarom maakt u geen gebruik van zonnepanelen? NB: In 2010 was het niet mogelijk om de optie “ik vind ze lelijk” aan te vinken
Prijs van zonnepanelen is een belemmering Bijna één op de tien Almeerders (9%) geeft aan dat ze thuis zonnepanelen hebben. Des te hoger de opleiding of het inkomen, des te vaker dat bewoners dit aangeven. Inwoners van Almere Haven + Hout en Poort (beiden: 15%) geven vaker aan dat zonnepanelen hebben dan bewoners van Stad Oost, West en Buiten (allen: 8%). Het aandeel Almeerders met zonnepanelen is in de stadsdelen Haven + Hout, Stad West en Buiten gestegen ten opzichte van 2010. De stijging in Almere Haven + Hout is fors; in 2010 gaf 2% van de bewoners aan dat ze zonnepanelen hadden, in 2014 bedroeg dit aandeel 15%. Het aandeel bewoners met zonnepanelen is in Almere Poort gedaald, mogelijk heeft de groei van het aantal zonnepanelen de groei in het aantal huishoudens niet bijgehouden (tabel 3). Almeerders die aangeven groene stroom te gebruiken hebben vaker zonnepanelen (15%) dan bewoners die geen groene stroom gebruiken (5%).
37%
Het is te duur
44%
Mijn woning is daar niet geschikt voor
19% 22%
Ik ben tevreden met mijn huidige energievoorziening
12%
Ik weet er weinig van
12%
20%
21%
Ik vind ze lelijk
7% 2% 3%
Ik geloof er niet in
18%
Andere reden
22% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
Percentage Almeerders zonder zonnepanelen
Tabel 3. Percentage bewoners met zonnepanelen per stadsdeel Haven+ Hout
Stad Oost
2014
15%
8%
2010
2%
8%
Stad West
2010
Buiten
Poort
Almere totaal
8%
8%
15%
9%
2%
4%
22%
5%
2014
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Duurzaamheid en energie
Merendeel Almeerders vindt het belangrijk dat energie milieuvriendelijk wordt opgewekt
Duurzaamheid en energie
10
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
11 Politieke betrokkenheid
Hoe geïnteresseerd zijn Almeerders in lokale politiek? In het kort: • Interesse in plaatselijke politiek in 2014 gelijk gebleven ten opzichte van 2010. • Een derde van de Almeerders volgt de lokale politiek via krant, radio of tv. • De website van de gemeente en die van de gemeenteraad zijn populair om informatie over de gemeenteraad op te zoeken. • Verschillende leeftijdsgroepen maken ongeveer even vaak gebruik van sociale media om de Almeerse politiek te volgen. • Een meerderheid van de Almeerders, 64%, kent de pagina van de gemeenteraad uit het huis-aan-huisblad. • Almeerders hebben in 2014 vaker een mening over het gemeentebestuur dan in 2010. • Almeerders met veel interesse in de plaatselijke politiek zijn zowel vaker positief als vaker negatief gestemd over de betrokkenheid van burgers bij de politiek.
De mate waarin verschillende groepen Almeerders interesse hebben verschilt afhankelijk van de leeftijd, opleidingsniveau en inkomen. Ouderen zijn vaker geïnteresseerd dan jongeren, en Almeerders met een hogere opleiding vaker dan Almeerders met een lagere opleiding. Ook tussen stadsdelen zijn er verschillen. Bewoners van Haven + Hout en Stad Oost zijn relatief vaak, bewoners van Stad West en Buiten meer gemiddeld, en bewoners van Almere Poort relatief minder vaak geïnteresseerd in de lokale politiek (aandelen respondenten met enige of veel interesse: Haven + Hout, Stad Oost: rond de 80%, Stad West en Buiten: net boven de 70%, Almere Poort: 64%).
Figuur 1. Heeft u interesse in de plaatselijke politiek? 100% 90% 80% 70%
48%
25%
25%
60%
62%
11%
15%
13%
2008
2010
2014
37%
60% 50%
Interesse in de lokale politiek is in 2014 net zo groot als in 2010 In 2010 gaf een fors groter aandeel Almeerders aan dat ze interesse hebben in de lokale politiek dan in 2002 en 2008 (figuur 1). Deze stijging heeft in 2014 niet verder doorgezet. In 2014 het aandeel Almeerders met interesse in de lokale politiek gelijk gebleven ten opzichte van 2010. Een ruime één op de tien Almeerders heeft veel, zes van de tien enige, en een kwart heeft geen interesse in de lokale politiek. De mate waarin Almeerders interesse hebben in de lokale politiek is hiermee ten opzichte van 2010 gelijk gebleven.
40% 30%
52% 47%
20% 10% 0%
5% 2002 Veel interesse
Enige interesse
Geen interesse
Een derde van de Almeerders volgt de lokale politiek via krant, radio of tv Ruim zes van de tien Almeerders geven aan niet actief betrokken te zijn bij de gemeentelijke politiek (62%). Een derde van de Almeerders volgt wat er binnen de lokale politiek gebeurt via traditionele kanalen zoals krant, radio en tv en één van de tien
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Politieke betrokkenheid
11 doet hetzelfde via de sociale media zoals Twitter of Facebook. Kleinere groepen Almeerders bezoeken wel eens de politieke markt, benaderen wel eens raadsleden, zijn lid van een politieke partij en/of zijn actief als lid van een partij, als bijvoorbeeld raadslid of vrijwilliger. Een hogere politieke betrokkenheid gaat bij de meeste vormen van betrokkenheid samen met een hoger(e) opleiding, inkomen en leeftijd. Het volgen van de lokale politiek via krant, radio of tv neemt toe als de leeftijd hoger is. De verschillende leeftijdsgroepen gebruiken ongeveer even vaak sociale media om op de hoogte te blijven. Hoewel het aandeel bewoners dat interesse heeft in de lokale politiek niet is toegenomen ten opzichte van 2010 (figuur 1), volgen in 2014 wel fors meer Almeerders de politiek via de krant, tv of radio. Gaf in 2010 17% van de Almeerders aan dat ze de lokale politiek op deze manier volgden, in 2014 geldt dat voor 33%. In 2014 geven ook minder Almeerders dan aan dat ze niet actief betrokken zijn (2010: 69%, 2014: 62%).
Volgt politiek via krant, radio, tv
33% 9%
Bezoekt de politieke markt weleens
4%
Benadert wel eens raadsleden
4%
Is lid van een politieke partij
3%
Is actief voor een politieke partij
Website van de gemeente Almere
61%
Website van de gemeenteraad
50%
Via een zoekmachine
39%
Websites van media zoals Almere Dichtbij of Omroep Flevoland
31%
Website van een politieke partij
22%
Facebookpagina van de gemeenteraad
4%
Twitterpagina van de gemeenteraad
4%
Anders
4% 0%
10%
20%
30%
40%
50%
60%
70%
Een meerderheid, 64%, van de Almeerders kent de pagina van de gemeenteraad uit de lokale krant
Figuur 2. Bent u op enige manier betrokken bij de gemeentelijke politiek?
Volgt politiek via sociale media
Figuur 3. Als u informatie zoekt over de gemeenteraad op internet, waar zoekt u dan (% dat informatie zoekt)
1% 62%
Op zaterdag staat er in Almere Dichtbij, het gratis huis-aanhuisblad, een pagina met de agenda van de gemeenteraad en informatie over de raad. Ruim zes van de tien Almeerders (64%) kennen deze pagina. De helft van deze Almeerders geeft aan dat ze de raadspagina altijd of meestal lezen. Ten opzichte van 2010 is in 2014 zijn de inwoners die de pagina over de gemeenteraad kennen, de pagina relatief vaker gaan lezen (figuur 4). Vooral mensen met veel interesse in de plaatselijke politiek lezen de gemeentepagina in de krant. Van de zeer politiek geïnteresseerde Almeerders leest meer dan driekwart (77%) de pagina, van de enigszins politiek geïnteresseerden is dit ongeveer de helft (49%), en van Almeerders zonder interesse in de plaatselijke politiek is dit aandeel ongeveer een vijfde (22%).
Niet betrokken 0%
10%
20%
30%
40%
Ruim een kwart van de Almeerders zoekt wel eens informatie over de gemeenteraad op internet Almeerders hebben meerdere mogelijkheden om te volgen wat er binnen de gemeenteraad gebeurt. Verschillende websites waaronder www.almere.nl en de site van de gemeenteraad geven informatie over raad en gemeente. De lokale krant heeft een speciale pagina over de raad, en geïnteresseerde Almeerders kunnen de vergaderingen ook live op internet volgen of via een wekelijkse mail informatie krijgen over de agenda.
Figuur 4. Leest u de pagina over de gemeenteraad wel eens? (% dat de pagina kent)
20%
2014
16%
2010
11%
2008
2006
9% 0%
Ruim een kwart (26%) van de Almeerders geeft aan dat ze wel eens informatie opzoeken op internet over de Almeerse gemeenteraad. In 2010 gold dit voor 21% van de respondenten. Almeerders die informatie opzoeken over de gemeenteraad zijn vaker hoger opgeleid, hebben vaker een hoger inkomen of zijn ouder dan degenen die dat niet doen. Almeerders die op zoek gaan gebruiken voornamelijk de website van de gemeente en van de gemeenteraad (figuur 3). Ook algemene zoekmachines, website van media- en politieke partijen worden regelmatig gebruikt. De facebookpagina en twitterpagina van de raad worden minder gebruikt.
2
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
30%
24%
10%
22%
20%
16%
39%
22%
40%
26%
Altijd
34%
27%
43% 30%
Meestal
40% Soms
50%
60%
23% 70%
80%
90% 100%
Zelden of nooit
Eén op de vijf respondenten kijkt wel eens naar een raadvergadering op internet Naast het volgen van de raad via de lokale krant, kunnen Almeerders en andere geïnteresseerden de raadsvergaderingen ook via internet volgen. Op de webpagina http://gemeenteraad. almere.nl/ kunnen bewoners onder andere de agenda inzien, raadvergaderingen live of naderhand bekijken. Eén op de vijf Almeerders 21% kijkt (wel eens) naar een raadsvergadering via de website, 79% van de Almeerders doet dit nooit. De frequen-
11 Figuur 7. Heeft u wel eens gehoord van het raadspanel? (% Almeerders) 2014
Figuur 5. Hoe vaak kijkt u naar een uitzending van de gemeenteraadsvergadering op internet? Elke week; 1% 1-2 keer per maand; 3% 1-12 keer per maand; 3% Zelden; 15%
40%
2010
35%
2008
41%
2006
38% 0%
5%
10%
15%
20%
25%
30%
35%
40%
45%
Ja, wel eens van gehoord
Almeerders hebben in 2014 vaker een mening over het gemeentebestuur dan in 2010
Nooit; 79%
Geïnteresseerden kunnen de gemeenteraad ook via een e-mailbericht van de gemeenteraad volgen (“de weekmail”). De gemeente stuurt deze weekmail met informatie over de gemeenteraad naar degenen die zich hiervoor hebben aangemeld. Net iets meer dan één op de tien Almeerders (11%) ontvangt de mail van de gemeenteraad. De meerderheid van hen leest de mail regelmatig of altijd. Een kwart van de Almeerders ontvangt de mail niet, maar geeft aan hier wel belangstelling voor te hebben. Een meerderheid, 65%, heeft geen belangstelling voor deze weekmail (figuur 6). De belangstelling voor de weekmail neemt toe naarmate het opleidingsniveau hoger is. Van de lager opgeleide respondenten geeft een kwart (26%) aan dat ze de weekmail ontvangen of hier belangstelling voor hebben. Dit geldt voor een derde (33%) van de voor de middelbaar opgeleiden en voor vier van de tien hoger opgeleide respondenten (43%).
Figuur 6. Ontvangt u de weekmail met nieuws over de gemeenteraad? Ja, ik lees ze altijd; 3%
Ja, ik lees ze regelmatig; 7% Ja, maar ik lees ze nooit; 1%
Nee, maar daar heb ik wel belangstelling voor; 24% Nee, daar heb ik geen belangstelling voor; 65%
De gemeenteraad peilt door middel van het raadspanel wat bewoners vinden van de onderwerpen die op dat moment spelen binnen de gemeenteraad. Van de respondenten hebben vier van de tien wel eens van het panel gehoord (figuur 7).
Bij de peiling is Almeerders ook gevraagd naar hun waardering voor het gemeentebestuur. Ruim een derde van de Almeerders geeft aan vertrouwen te hebben in burgemeester en wethouders (figuur 8). Echter, slechts 12% vindt dat het bestuur zijn beloften ook waar maakt. Ruim een kwart vindt dat ze als kiezers invloed hebben op wat er binnen de gemeente gebeurt en dat de gemeente goed bestuurd wordt. Ten opzichte van 2010 is vooral het aandeel Almeerders met een mening over het bestuur toegenomen, de aandelen respondenten die “weet niet/ geen mening” antwoorden op de verschillende stellingen zijn gedaald. Gegeven antwoorden zijn in vooral in de categorie “(helemaal) niet mee eens” terecht gekomen. Er wordt daarom 2014 licht negatiever over het bestuur gedacht dan in 2010.
Figuur 8. Wat vindt u van het gemeentebestuur? Kunt u aangeven of u het eens of oneens bent met de volgende stellingen? Ik heb vertrouwen in burgemeester en wethouders
4%
Als kiezer heb ik invloed wat er in de gemeente gebeurt
2%
26%
De gemeente wordt 2% goed bestuurd
25%
32%
40%
33%
42%
Burgemeester en wethouders maken 1%11% hun beloften waar
50%
0%
20%
22%
49%
Ik voel mij vertegenwoordigd door de 1% 15% gemeenteraad
Helemaal mee eens Niet mee eens
12% 7% 5%
40%
Mee eens Helemaal niet mee eens
11% 6%
11% 5% 8%
23%
17% 60%
12% 8%
8% 80%
12% 100%
Neutraal Weet niet / geen mening
Er is ook gevraagd in hoeverre respondenten vinden dat de gemeente hen voldoende betrekt bij beslissingen die genomen worden. Ruim een derde van de Almeerders vindt dat de gemeente geïnteresseerd is in de mening van haar bewoners. Een kwart van de Almeerders vindt dat er voldoende mogelijkheden zijn voor inspraak (figuur 9). Kritischer wordt er geoordeeld over de invloed die burgers hebben op datgene wat er in de gemeente gebeurt, slechts één van de tien Almeerders is het eens met de stelling dat burgers hier voldoende invloed op hebben.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Politieke betrokkenheid
tie van kijken is niet erg hoog; het grootste deel kijkt zelden, en slechts 1% van de Almeerders kijkt elke week.
Politieke betrokkenheid
11 Ten opzichte van de peilingen uit 2010 en 2012 zijn respondenten positiever gaan oordelen over de mate waarin de gemeente geïnteresseerd is in haar burgers. In 2014 gaf 34% van de respondenten aan dat ze het eens waren met de stelling, in 2010 en 2012 gold dat voor 28% en 31%. Over de mate van invloed van burgers, zijn de respondenten in 2014 positiever gaan denken ten opzichte van 2012, maar ook negatiever ten opzichte van 2010. Respondenten hebben in 2014 ten opzichte van 2010 vaker een mening over de mate waarin zij betrokken worden bij de totstandkoming van gemeentelijke plannen In plaats van 17% (in 2010) heeft in 2014 12% geen mening over de stelling. Het aandeel respondenten dat het helemaal niet eens is met deze stelling is daarnaast toegenomen (2010: 6%, 2014:9%). Respondenten die aangeven veel interesse te hebben in de plaatselijke politiek zijn (voor de meeste stellingen) zowel vaker positiever als negatiever gestemd; zij zijn het zowel vaker (helemaal) eens als (helemaal) niet eens met de stellingen. Een uitzondering hierop vormen de antwoorden bij de stelling over de interesse van de gemeente in haar burgers. Politiek geïnteresseerden oordelen relatief vaker negatief op deze stelling dan respondenten die minder geïnteresseerd zijn in de lokale politiek.
Figuur 9. Kunt u aangeven in hoeverre u het eens of oneens bent met de stellingen over manieren waarop de gemeente burgers kan betrekken? De gemeente is geinteresseerd in de mening van haar burgers Er zijn voldoende mogelijkheden tot inspraak op gemeentelijke plannen
16%
Burgers worden voldoende betrokken bij de uitvoering van gemeentelijke plannen
15%
Burgers hebben voldoende invloed op datgene wat de gemeente doet
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
15%
40%
16%
38%
39%
11% 0%
Helemaal mee eens Niet mee eens
32%
23%
Burgers worden voldoende betrokken bij totstandkoming van gemeentelijke plannen
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
4
34%
36% 20%
40%
7% 13%
25%
9%
26%
8% 11%
30%
Mee eens Helemaal niet mee eens
8% 9%
60%
12%
11% 11% 80%
100%
Neutraal Weet niet / geen mening
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
12 Meedoenindex
Hoe actief zijn Almeerders in hun vrije tijd? In het kort: • • • • • •
Almeerders doen minder mee dan in 2012. De laagste inkomens doen veruit het minst mee. Eenoudergezinnen doen steeds minder mee. Paren met kinderen doen het meest mee. Slechte gezondheid beperkt het meedoen in sterke mate. Veel of juist weinig tijdsdruk/stress gaat samen met minder meedoen.
Sinds 2008 wordt met behulp van de meedoenindex in kaart gebracht hoe de vrijetijdsbesteding van Almeerders eruit ziet, hoe deze zich ontwikkelt door de tijd en hoe deze varieert tussen verschillende groepen in de samenleving. In de index zijn tien verschillende sociale activiteiten opgenomen die de inwoners van Almere in hun vrije tijd kunnen uitvoeren, variërend van het doen van uitstapjes tot actief zijn als vrijwilliger bij buurtcentra. Het geven van mantelzorg valt niet onder de meedoenindex.
Vrijetijdsactiviteiten waaruit de meedoenindex is opgebouwd 1.
Uitstapjes doen (met gezin), die geld kosten, zoals naar speeltuin, dierentuin, pretpark, etc
2.
Uitstapjes doen (met gezin), die geen of weinig geld kosten, zoals bezoeken van strand, bos, plassen
3.
Culturele uitstapjes doen, zoals naar theater, bioscoop, museum, concert
4.
Sportwedstrijden bezoeken
5.
Vrienden of kennissen ontmoeten buitenshuis voor de gezelligheid of om leuke dingen te doen
6.
Actief zijn in de buurt, door bv. schoonmaakacties, buurtoverleg of buurtfeesten
7.
Actief zijn als vrijwilliger bij een groep of organisatie, zoals school, buurtcentrum, sport- of hobbyclub, kerk/moskee
8.
Sporten in een sportvereniging/fitnessclub/sportschool
9.
Buiten een club of vereniging aan sport doen
10.
Voor mijn plezier of ontspanning bij een andere club of vereniging (niet sport) zitten of lessen/cursussen volgen
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
1
Meedoenindex
12 Figuur 1. Frequentie doen van vrijetijdsactiviteiten Vrienden of kennissen ontmoeten buitenshuis voor de gezelligheid of om leuke dingen te doen Sporten in een sportvereniging/fitnessclub/sportschool Uitstapjes doen (met gezin), die geen of weinig geld kosten, zoals bezoeken van strand, bos, plassen
Culturele uitstapjes doen, zoals naar theater, bioscoop, museum, concert
10%
Uitstapjes doen (met gezin), die geld kosten, zoals naar speeltuin, dierentuin, pretpark, etc
10%
Voor mijn plezier of ontspanning bij een andere club of vereniging (niet sport) zitten of lessen/cursussen volgen
6%
Actief zijn in de buurt, door bv. schoonmaakacties, buurtoverleg of 3% buurtfeesten
49%
24%
17%
0%
60%
19%
57%
25%
14% 20%
Vaak
Ontmoeten van vrienden of bekenden populairste vrijetijdsactiviteit Van de tien vrijetijdsactiviteiten waaruit de meedoenindex is opgebouwd zijn de volwassen bewoners het meest actief in het ontmoeten van vrienden of kennissen buitenshuis voor de gezelligheid (figuur 1). Daarna wordt sporten in een sportvereniging of club het vaakst gedaan, gevolgd door uitstapjes die geen of weinig geld kosten, zoals het bezoeken van strand of bos. Het minst actief zijn de Almeerders in hun woonomgeving of buurt, bijvoorbeeld in de vorm van schoonmaakacties of buurtoverleggen.
Soms
40% Bijna nooit
60%
80%
100%
Nooit
Ten opzichte van 2012 is men niet aan alle tien activiteiten minder mee gaan doen. De afname geldt het sterkst voor het lid zijn van een club of vereniging, anders dan sport, of het volgen van lessen/cursussen in de vrije tijd. Daarna worden culturele uitstapjes, sportwedstrijden bezoeken en sporten in een vereniging of club minder gedaan dan twee jaar geleden. De mate waarin mensen vrienden en kennissen ontmoeten en actief zijn in de buurt laten geen ontwikkeling zien tussen 2012 en 2014. Er zijn geen activiteiten waarin de Almeerders nu juist actiever zijn dan twee jaar geleden.
Almeerders doen minder mee dan in 2012 De meedoenindex van de meerderjarige Almeerders in 2008 is gelijkgesteld aan 1001). Na 2008 is de meedoenscore eerst gedaald, vervolgens gestegen, en in de laatste twee jaar weer gedaald (figuur 2). Dit wil zeggen dat de bewoners van Almere tussen 2012 en 2014 minder actief zijn geworden in hun vrije tijd. Zij doen nu minder mee dan in 2012 en ook minder dan in 2008.
13%
26%
51% 14%
11%
25%
52%
13%
Sportwedstrijden bezoeken
53%
15%
15%
17%
8%
41%
16%
23%
20%
Actief zijn als vrijwilliger bij een groep of organisatie, zoals school, buurtcentrum, sport- of hobbyclub, kerk/moskee
15%
53%
25%
Buiten een club of vereniging aan sport doen
46%
12%
14%
27%
5%
11%
49%
35%
Laagste inkomens doen het minst mee, maar hun meedoenscore niet gedaald Vanaf de eerste meting in 2008 geldt dat personen behorend tot een huishouden met een laag inkomen minder meedoen aan vrijetijdsactiviteiten dan mensen met een midden- of hoger inkomen (figuur 3). Ook in 2014 is dit het geval. Tussen 2012 en 2014 is de meedoenscore voor mensen in de laagste inkomensgroep echter niet gedaald, terwijl dit voor de andere inkomensgroepen wel het geval is. Dit geldt met name voor de drie middengroepen. Bij de hoogste inkomensgroep is de afname gering.
Figuur 2. Meedoenindex
(hoe hoger het indexcijfer, hoe meer men meedoet)
120
Figuur 3. Meedoenindex, naar inkomen (hoe hoger het indexcijfer, hoe meer men meedoet)
105
110 100 100
97
120 96
90
110
90
70
80
60
70
91
88
86 79
82 82
85
88
99
95
111 109108 108
95
86
79
60
50 2008
2010
2012
2014 50
2
99
97
100
80
1)
106
Zie bijlage voor berekeningswijze en interpretatie van de meedoenindex.
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
< € 1050
2008
2010
€ 1050 € 1450 € 1900 € 1450 € 1900 € 3200 Netto huishoudeninkomen per maand 2012
2014
≥ € 3200
12 Het verschil in de mate van deelnemen aan vrijetijdsactiviteiten tussen de laagste inkomensgroep en de drie middengroepen is daarmee tussen 2012 en 2014 aanzienlijk kleiner geworden. Het verschil tussen de meedoenscores van de hoogste inkomensgroep en de middengroepen is aanzienlijk groter geworden. Wat betreft de mate van meedoen steekt de hoogste inkomensgroep in 2014 met kop en schouders boven de rest uit. Wanneer de activiteiten waaruit de meedoenindex is opgebouwd afzonderlijk bekeken worden, blijkt ook dat in het merendeel van de gevallen geldt: hoe lager het inkomen, hoe minder men meedoet. De deelname aan een paar activiteiten staat echter los van inkomen. Dit geldt voor vrijwilligerswerk en voor het volgen van lessen of cursussen of het lid zijn van andere clubs/verenigingen (niet sport). Daarnaast valt op dat ook uitstapjes die geen of weinig geld kosten meer worden gedaan naarmate het inkomen hoger is.
(hoe hoger het indexcijfer, hoe meer men meedoet) 80
Opleiding
Laag 95 Middelbaar 108 Hoog
94 18 - 25 jaar 103 Leeftijd
25 - 45 jaar
Paren met kinderen doen het meest mee, eenoudergezinnen en 65-plussers het minst
97 45 - 65 jaar
Uit de eerdere metingen van de meedoenindex is gebleken dat naast het inkomen vier factoren structureel van invloed zijn op meedoen (figuur 4): • Opleidingsniveau • Leeftijd • Huishoudensamenstelling • Werksituatie
80 65+
86
Huishoudensamenstelling
Alleenstaand 95 Paar zonder kind(eren) 104 Paar met kind(eren) 82 Eenoudergezin 94 Thuiswonend
104 Baan in loondienst 107 Zelfstandig ondernemer
Werksituatie
93 Student of scholier 89 Huisvrouw of -man 93 Werkloos/werkzoekend 69 Arbeidsongeschikt 82 Gepensioneerd/AOW/ Vroegpensioen 50
60 2014
70 2012
80 90 100 2010 2008
110
120
Hoe hoger het opleidingsniveau, hoe meer men meedoet aan de activiteiten waaruit de meedoenindex is opgebouwd. Dat komt doordat opleiding en inkomen voor een groot deel aan elkaar zijn gekoppeld (en ook een hoger inkomen is positief van invloed op meedoen). Van de verschillende leeftijdsgroepen doet de groep van 25 tot 45 jaar het meeste mee aan de tien vrijetijdsactiviteiten. Senioren (65+) doen het minst mee van alle leeftijdsgroepen, maar ze doen in 2014 meer mee dan in 2008 en 2010. Echter is bij deze groep, net als bij de andere leeftijdsgroepen, de meedoenscore gedaald ten opzichte van 2012. Ook de verschillende huishoudentypen doen allemaal minder mee aan de vrijetijdsactiviteiten in 2014 dan bij de vorige meting in 2012. Bij eenoudergezinnen en jongeren die nog in het ouderlijk huis wonen is de afname in de mate van meedoen het sterkst. Eenoudergezinnen zijn het minst actief van de verschillende typen huishoudens. Daarnaast doen alleenstaanden minder mee dan gemiddeld. Paren met kinderen doen nog steeds het meest mee. Zelfstandig ondernemers doen in 2014, net als bij de vorige metingen, het meest mee van de groepen bewoners in verschillende soorten werksituaties. Mensen met een baan in loondienst naderen de meedoenscore van de zelfstandig ondernemers. Arbeidsongeschikten doen het minst mee en de indexcijfers van gepensioneerden, huisvrouwen/ huismannen en studenten zijn ook lager dan gemiddeld. Ten opzichte van twee jaar geleden zijn de meedoenscores van arbeidsongeschikten en huisvrouwen of -mannen het sterkst gedaald. Ook tussen sommige andere groepen vallen verschillen op in meedoenscores. Vrijwilligers en mantelzorgers bijvoorbeeld doen meer mee aan de verschillende vrijetijdsactiviteiten dan mensen die geen vrijwilligerswerk doen of mantelzorg geven. Woningeigenaren hebben een hogere score op de meedoenindex dan bewoners van huurwoningen en mensen die actief bij de lokale politiek zijn betrokken doen meer mee dan Almeerders die dat niet zijn.
Onderzoek & Statistiek
Almere in de Peiling 2014
3
Meedoenindex
Figuur 4. Meedoenindex, naar achtergrondkenmerken
Figuur 5. Meedoenindex 2014, naar mogelijke beperkingen (hoe hoger het indexcijfer, hoe meer men meedoet)
120 112 110 102
98
100 90
89
85
81
80
97
93
101
97 91
83
69
70
65
60
Gezondheid
Aandoening
Zoals hiervoor genoemd, doen Almeerders in 2014 over de hele linie minder mee dan in 2012 en ook minder dan in 2008. Dat is ook voor elk stadsdeel afzonderlijk het geval. In Stad Oost en Poort zijn de meedoenscores het hoogst en in Stad West het laagst, maar de verschillen tussen de stadsdelen zijn klein.
Slechte gezondheid en gebrek aan tijd zorgen voor minder meedoen Een van de maatschappelijke effecten die de gemeente Almere (met het beleid in het sociaal domein) wil bereiken is ‘Iedereen doet naar eigen kunnen mee, ongeacht zijn of haar beperkingen’.2) De veronderstelling is dat mensen met beperkingen minder mee (kunnen) doen. Is dit werkelijk het geval? Hiervoor is al aan de orde gekomen dat mensen die beperkt worden door een laag inkomen minder meedoen dan gemiddeld, maar ook andere beperkingen blijken een rol te spelen. Zo is gezondheid een belangrijke factor voor de mate van meedoen aan de tien vrijetijdsactiviteiten. Mensen die aangeven een slechte of zeer slechte gezondheid te hebben doen aanzienlijk minder mee dan mensen met een (zeer) goede gezondheid (figuur 5). Het hebben van een langdurige ziekte, handicap of andere aandoening zorgt dan ook voor een lager indexcijfer dan gemiddeld. Dat de meedoenscore van mensen met een aandoening (86) minder
2)
4
Belemmering door aandoening
Nooit
Zelden
Soms
Regelmatig
Vaak
Niet belemmerd
Licht belemmerd
Sterk belemmerd
Geen
Langd. ziekte/handicap/ aandoening (lich/psych)
(Zeer) slecht
Gaat wel
Goed
50 Zeer goed
Meedoenindex
12
Tijdsdruk / stress
laag is dan van mensen met een slechte gezondheid (69) wijst erop dat niet iedereen met een aandoening de eigen gezondheid slecht noemt. Dit geldt slechts voor 18%. Van de mensen met een aandoening vindt zelfs ruim een derde de eigen gezondheid goed tot zeer goed, wat erop duidt dat een ziekte, handicap of andere lichamelijke of psychische aandoening niet vanzelfsprekend beperkingen voor het meedoen met zich meebrengt. Van de groep mensen met een aandoening zegt bijna een kwart dan ook niet belemmerd te worden door hun ziekte, handicap, etc., terwijl ruim de helft licht belemmerd wordt en 6% sterk belemmerd. Dat deze laatste groep sterk beperkt wordt in het meedoen aan vrijetijdsactiviteiten, wordt duidelijk aan de hand van de lage score op de meedoenindex. Ook voor de licht belemmerden is de score lager dan gemiddeld. Een andere beperking die invloed heeft op de mate van meedoen is tijdsdruk. Personen die aangeven vaak tijdsdruk en/of stress te ervaren in het huishouden doen aanzienlijk minder mee aan de activiteiten waaruit de meedoenindex is opgebouwd dan gemiddeld. Het soms ervaren van tijdsdruk of stress lijkt de meest positieve invloed te hebben op meedoen, aangezien deze groep de hoogste meedoenscore heeft.
Bron: Voor deze en de overige maatschappelijke effecten, zie onder andere: Gemeente Almere (2014). Beleidsplan Sociaal domein 2015. Almere aan zet. https://almerekracht.almere.nl/fileadmin/files/almere/wonen/Zorg_en_welzijn/Beleidsplan_sociaal_domein.pdf
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
12 Berekening meedoenindex De meedoenindex is een cijfer dat de verhouding weergeeft tussen een bepaalde groep en de referentiegroep. Voorbeelden van groepen zijn jongeren, middelbaaropgeleiden en hogere inkomens. De referentiegroep betreft steeds alle Almeerders in 2008. Voor alle meedoenvragen wordt het (valide) percentage respondenten dat aangeeft de activiteit “vaak” te doen met 4 vermenigvuldigd. Voor alle vragen wordt het percentage “soms” met 3 vermenigvuldigd, het percentage “bijna nooit” met 1 en het percentage “nooit” met 0. Per vraag worden de scores bij elkaar opgeteld om deze vervolgens bij die van de andere vragen op te tellen. Wanneer bovenstaande procedure wordt gevolgd voor alle respondenten in 2008, dan betreft het de score van de referentiegroep. De score van een groep met een bepaald kenmerk (denk bijvoorbeeld aan een lage opleiding of een hoog inkomen) komt tot stand als de procedure wordt gevolgd voor de betreffende groep. De meedoenindex wordt uiteindelijk als volgt berekend: Score van groep Almeerders Meedoenindex = x 100 Score van alle Almeerders in 2008 Voorbeelden: • Een index van 90 betekent dat de groep minder meedoet dan Almeerders in 2008. • Een index van 100 betekent dat de groep evenveel meedoet als Almeerders in 2008. • Een index van 110 betekent dat de groep meer meedoet dan Almeerders in 2008. NB: Een index van 90 betekent dat een groep 10% lager scoort dan de score voor alle Almeerders in 2008. Het is echter te
krachtig om te zeggen dat die groep 10% minder meedoet. Daarvoor is meedoen een te veelomvattend begrip, dat nooit helemaal te vatten is met 10 vragen.
Wijzigingen meedoenindex De meedoenindex is sinds de derde meting in 2012 op een aantal punten gewijzigd ten opzichte van de twee eerste jaargangen. Enerzijds is het aantal vragen verkleind om zo meer recht te kunnen doen aan het verschil tussen meedoen en burgerkracht, waar nu elders apart aandacht aan wordt besteed. Anderzijds is de berekening aangepast om ontwikkelingen door de tijd heen betekenisvoller weer te geven. Om een verantwoorde vergelijking mogelijk te maken zijn alle scores van de eerdere jaren op de vernieuwde wijze berekend. Dit heeft als gevolg dat de indexcijfers van 2008 en 2010 in deze editie af zullen wijken van de scores die genoteerd staan in de rapportages van de betreffende jaren. In het kort is het volgende veranderd: • De weging van de vragen is op twee punten veranderd: - Het percentage “vaak” wordt met 4 in plaats van met 3 vermenigvuldigd. - Het percentage “soms” wordt met 3 in plaats van met 2 vermenigvuldigd. • Het aantal indicatoren is afgenomen: - De meedoenindex is opgebouwd uit 10 in plaats van 16 vragen. • De berekeningswijze is aangepast: - De score van Almeerders in 2008 is de referentiescore voor alle jaren. Eerder werd de referentiescore per afzonderlijk jaar vastgesteld. In 2014 is dezelfde berekeningswijze als in 2012 gevolgd.
Almere in de Peiling 2014 - Onderzoeksverantwoording Deze factsheet is één van de 12 themafactsheets voortgekomen uit de stadsenquête Almere in de Peiling 2014. Dit onderzoek wordt elke twee jaar door team Onderzoek & Statistiek van de gemeente Almere gehouden. De enquête bestaat uit een variëteit aan vragen in opdracht van verschillende gemeentelijke diensten of afdelingen, die de resultaten gebruiken voor de ontwikkeling, monitoring en bijstelling van het gemeentelijk beleid. De vragenlijst is in het najaar van 2014 voorgelegd aan een grote steekproef, getrokken uit de Almeerse bevolking van 18 jaar en ouder, en aan het gemeentelijke onderzoekspanel. Deelnemen was mogelijk via internet of via de meegezonden papieren vragenlijst. In verband met de lengte van de vragenlijst is deze editie de enquête in twee delen gesplitst. Versie A werd door 1881 respondenten volledig ingevuld en bij versie B betrof het 2019 respondenten, wat neerkomt op responspercentages van respectievelijk 29% en 30%. Na weging op de kenmerken geslacht, leeftijd, stadsdeel en etniciteit zijn de resultaten van de enquête representatief voor de volwassen Almeerse bevolking. Als in deze factsheet gesproken wordt over verschillen zijn dit statistisch vastgestelde significante verschillen. Bij het lezen van de resultaten moet bij de cijfers over Almere een betrouwbaarheidsmarge van 2% in acht worden genomen. Dit betekent dat een gerapporteerd percentage van 50%, bij herhaling van het onderzoek, in 95% van de gevallen, tussen de 48% en 52% zal liggen. De betrouwbaarheidsmarge wordt kleiner (dus de nauwkeurigheid groter) naarmate het percentage de 0% of de 100% nadert. Bij de cijfers over de stadsdelen bedraagt de betrouwbaarheidsmarge 5%, met uitzondering van Almere Poort waar het 6% is.
Colofon SBC, Onderzoek & Statistiek
[email protected] www.osalmere.nl @OSAlmere1
Onderzoek & Statistiek
Postbus 200 1300 AE Almere www.almere.nl tel: 14036
Almere in de Peiling 2014
5
Meedoenindex
Bijlage
Meedoenindex
12
6
Almere in de Peiling 2014
Onderzoek & Statistiek
Gemeente Almere SBC, Team Onderzoek & Statistiek Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon: 14036 E-mail:
[email protected] Website: www.almere.nl Maart 2015