OVERZICHT De Raad Aanvang: Tijd
21-04-2009 18:30
Raadzaal 1.02
Molendijkzaal 0.01
Vermeerzaal 1.03
Businesscases Kunstijsbaan / Zwembad Vathorst (nav RIB) Informatie
PvdA: Voortgang realisatie Groen-blauwe structuur Voorbereiding besluit (initiatiefvoorstel)
Het Plein
18:30 Presentatie Jaarrekening 2008 Kadernota 2010 Informatie 19:30 JA: Buurtbudget nieuwe stijl + Beantwoording vragen VVD en CDA Informatie 20:00 BPA: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst / 20:15 driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) Voorbereiding besluit (motie)
Vervolg Zendmachtiging en Van Omroepbeleid naar mediabeleid Peiling
20:30
VVD: Verlenging proef 65+ gratis met de bus (RIB 2009-24) Peiling / Voorbereiding besluit (motie)
Amersfoort Vernieuwt: Kruiskamp - startnotitie Lemaire Voorbereiding besluit
Presentatie en overdracht aan de gemeente van plannen voor de Groene Huiskamer, Verdistraat, Engweg en Wildemanskruid Proefopstelling nieuwe stemhokjes (binnen) en verkiezingsborden (buiten, achter het gemeentehuis) Presentatie rapport Fietsbalans-2, een benchmark onderoek naar het fietsklimaat in Amersfoort 2000 - 2007
21:00
1
Tijd
Raadzaal 1.02
21:30 Besluit met debat 1. Concept-ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) Portefeuillehouders : mr R. Luchtenveld en G. Boeve 1 e woordvoerder M.C.Barendregt Besluit zonder debat, eventueel met amendement 2. a. Participatie en inspraak in Amersfoort; - bijlage: notitie b. Vaststelling Inspraak- en Participatieverordening Amersfoort 2009 - bijlage: verordening Toelichting : Betreft uitwerking van het initiatiefvoorstel "Onderzoek naar communicatiep en participatietrajecten in Amersfoort". Het doel van van de beleidsuitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium is een heldere en eenduidige werkwijze voor participatie en inspraak in Amersfoort De verordening geeft het raamwerk waarin de beleidsuitgangspunten gestalte moeten krijgen. Bestuursorganen worden gedwongen aan het begin van een besluitvormingstraject de mate en vorm van inspraak en participatie te bepalen. Voorstel tot vaststelling verordening is enigszins aangepast naar aanleiding van bespreking in De Ronde op 7 april 2009 - Motie BPA: Geen schijninspraak maar werkelijke inspraak Woordvoerder G. van Vliet Besluiten zonder debat 3. Vaststelling van - de Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 - de Verordening provinciale starterslening Amersfoort 2009 Toelichting : In 2008 is gebleken dat het gebruik van de VROM startersleningen achterblijft bij de verwachtingen, mede omdat de voorwaarden te strikt waren. Door de bestaande regeling te verruimen wordt het voor meer Amersfoortse starters met een smalle beurs mogelijk om een eigen (nieuwbouw)woning in Amersfoort te kunnen kopen. Door naast ge gemeentelike starterslening de provinciale starterslening voor inwoners binnen de provincie Utrecht aan te bieden voor de aankoop van een eigen (nieuwbouw)woning in Amersfoort is het mogelijk een nog grotere en bredere doelgroep te bedienen. 4. Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten maart 2009 Toelichting : — Moties 5. VVD: Stop proef 65+ gratis met de bus Woordvoerder: M. Vogels N.B. Agendering afhankelijk van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond. 6. BPA: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst / driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) Woorvoerder: R. Schulten N.B. Agendering afhankelijk van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond. 7. PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort Woorvoerder: F. Killi 22:30 Einde
2
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 21 april 2009 18:30
Presentatie Jaarrekening 2008 Kadernota 2010 Informatie JA: Buurtbudget nieuwe stijl + Beantwoording vragen VVD en CDA Informatie BPA: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst / driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) Voorbereiding besluit (motie)
Presentatie Jaarrekening 2008 Kadernota 2010 Informatie Reg.nr.: 3084685 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Ormel (4234) Portefeuillehouder: Hekman Opsteller: De Korte Samenvatting: Op 21 april wordt de jaarrekening 2008 en de kadernota 2010 aan de raad gepresenteerd. Op dat zelfde moment komen de stukken ook beschikbaar voor raadsleden. Op 21 april is er gelegenheid om n.a.v. de presentatie vragen te stellen. Aangezien de stukken niet vooraf zijn verspreid volgt er in mei nog gelegenheid om meer in detail vragen te stellen (zie vervolgtraject). Reden van aanbieding: De raad stelt in mei de jaarrekening en de kadernota vast. Deze informatieverstrekking maakt onderdeel uit van de voorbereiding hierop. Van de raad wordt gevraagd: Kennis te nemen van de te verstrekken informatie Vervolgtraject: De planning ziet er in grote lijnen als volgt uit: Jaarrekening * Op 21/22 april beschikbaar in kopie drukproef en in gedrukte vorm op 6 mei • 12 mei : verantwoordingsdebat en behandeling jaarrekening in De Ronde • Tussen 12 mei en 26 mei behandeling jaarrekening in commissie Begroting en Verantwoording (inclusief accountant) • 26 mei : vaststelling jaarrekening Kadernota * Op 21/22 april beschikbaar • 13 mei : reserveren voor kadernota (presidium komt op 20 april met voorstel) • 19 mei : algemene beschouwingen en behandeling kadernota per programma • 26 mei : reactie college op amendementen en moties. Besluitvorming kadernota Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Presentatie Soort verslag: Verslag
Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=205477 : /smartsite.shtml?id=205817 Kadernota 2010 (pdf)
JA: Buurtbudget nieuwe stijl + Beantwoording vragen VVD en CDA Informatie Reg.nr.: 3080251 Van: Raadsfractie JouwAmersfoort Ambtelijk contact: Promes 033-4694506 Portefeuillehouder: Hekman Opsteller: Van de Berg/Barendregt Samenvatting: In Raadsinformatiebrief 2009-8 geeft het college informatie over het Buurtbudget Nieuwe stijl. Per wijk is er één aanspreekpunt en voor elke wijk is een gelijkluidende werkwijze. Reden van aanbieding: Eerder zijn door CDA en VVD gestelde vragen over het buurtbudget nieuwe stijl. (vragen nr. 25 ). Eerder hadden wij al schriftelijke vragen opgesteld (n.a.v. RIB 8), maar gezien de door andere partijen gestelde schriftelijke vragen zijn deze niet ingediend en verzoeken wij nu het college om onze vragen als feitelijke vragen voorafgaande aan de Ronde-behandeling van 21 april a.s. te beantwoorden. In de bespreking op 21 april kan gepeild worden of de regeling moet worden bijgesteld. Dit behoort tot de bevoegdheid van De Raad Van de raad wordt gevraagd: Z ich uit spreken over de door Jouw Amersfoort genoemde zorgpunten in de nieuwe werkwijze buurtbudgetten en hiermee samenhangende vragen, n.a.v. de nog volgende beantwoording door het College, en daarbij ook te betrekken de door CDA en VVD gestelde vragen en zo mogelijk ook de College-beantwoording daarvan. Speciale punten van belang zijn: • de eenduidigheid van het afwegingskader voor de toekenning van de budgetten • de taakverzwaring van de vrijwilligerswerkgroep • het tempo en de wijze waarop de nieuwe regeling is ingevoerd. Vervolgtraject: Afhankelijk van de bespreking in De Ronde: evaluatie en eventueel op korte termijn herzien van de nieuwe werkwijze buurtbudgetten. Doel activiteit: Peiling / informatie Soort activiteit: Raadslid peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2009/RIB/Raadsinformatiebrief%202009%20nr%208%2C%20Buurtbudget%20nieuwe%20stijl.pdf Buurtbudget Nieuwe Stijl : Feitelijke vragen voorafgaande aan De Ronde van Jouw Amersfoort (nr. /smartsite.shtml?id=205024) Beantwoording feitelijke vragen (nr. /smartsite.shtml?id=205369) : /smartsite.shtml?id=204080 van VVD en CDA incl. beantwoording RIB nr 2009-8 (pdf)
BPA: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst / driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) Voorbereiding besluit (motie) Reg.nr.: 3080681 Van: Raadsfractie BPA Ambtelijk contact: Ramsoender (033 469 4647) Portefeuillehouder: Hekman Opsteller: Smit (BPA) Samenvatting: BPA heeft een motie opgesteld om een transparant participatieproces over het plangebied Amerhorst / driehoek Kelvinstraat te bewerkstelligen. De motie bevat twee opdrachten aan het college 1. in overleg met de betreffende partners van Amersfoort Vernieuwt het participatieproces zodanig vorm te geven dat door bewoners van de te slopen woningen van te voren een participatiekeuze kan worden gemaakt tussen slopen of grondige vernieuwing/verbetering van hun woningen, alvorens de participatie over het ontwikkelplan verder ter hand te nemen; 2. de gemeenteraad op korte termijn te rapporteren over de resultaten van het overleg, over de uitkomsten van de participatiekeuze door de betreffende bewoners, en de gevolgen daarvan voor het ontwikkelplan. Reden van aanbieding: Op verzoek van PvdA en SP is de motie geagendeerd in De Ronde in plaats van rechtstreeks in Het Besluit Van de raad wordt gevraagd: Zich voor te bereiden op besluitvorming over de motie Vervolgtraject: Afhankelijk van bespreking vanavond; besluitvorming in Het Besluit 21 april Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Motie Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=205026 Achterliggende documenten: http://www.amersfoortvernieuwt.nl/default.aspx?pageId=66&projectId=66&districtId=4 : http://www.amersfoortvernieuwt.nl/files/files/HIGHRES%20voorwaardenkaart.pdf : http://www.amersfoortvernieuwt.nl/files/files/HIGHRES%20PRINT%20poster.pdf : http://www.amersfoortvernieuwt.nl/files/files/uitnodigindinsdag%2031%20maart.pdf Voorwaardenkaart Uitnodiging bewonersavond Website Amersfoort Vernieuwt: Amerhorst Poster Amerhorst Motie (pdf)
Met het oog op morgen Investeren en bezuinigen in Amersfoort Kadernota 2010 - 2013
Stad met een hart
Kadernota 2010 – 2013
2
Inhoudsopgave Inleiding
5
Opzet kadernota en proces
7
Voortgang collegeprogramma
8
Investeringen
9
Financiële situatie
11
Bezuinigingsoperatie en -scenario’s
17
Bezuinigingstaakstelling
18
Lokale lasten
22
Incidentele middelen
23
Reserve Stedelijke Voorzieningen
24
Voorzieningen Vathorst
27
RRI
29
Risico’s en onzekerheden
31
Samenvattende voorstellen
32
Bijlagen I II III IV
Bezuinigingstaakstellingen per scenario Overzicht per programma van gewogen taakstellingen Niet gehonoreerde wensen en prioriteiten Overzicht RSV-1
3
Kadernota 2010 – 2013
4
Inleiding In de kadernota van een jaar geleden schreven we dat “er geen geld voor nieuwe zaken” was en dat er sprake was van “dreigende tekorten bij ongewijzigd beleid”. Daarom werd vooral ingezet op het daadwerkelijk tot uitvoering brengen van werk waarvoor de budgetten al in eerdere begrotingen waren beschikbaar gesteld: “Werk in uitvoering”. Het collegeprogramma was al goeddeels in de begroting opgenomen. Sindsdien heeft de financiële en economische crisis zwaar om zich heen gegrepen. Wij worden daarmee van alle kanten geconfronteerd. Deze kadernota is dan ook mede ingekleurd door een inschatting van de gevolgen van de crisis voor onze gemeente. Waar we vorig jaar nog hoopten dat er na 2009 weer enig financieel perspectief zou ontstaan is nu wel duidelijk dat daarvan de komende jaren geen sprake is. We staan aan de vooravond van een tijd van krappere gemeentefinanciën en bezuinigingen. Wij willen de verantwoordelijkheid daarvoor niet uit de weg gaan en tijdig en effectief ingrijpen om zo zelf aan het stuur te zitten bij de komende ontwikkelingen. Het gemeentebestuur zal leiderschap moeten tonen in zware tijden. Samen met de gemeenteraad willen wij de schouders er actief onder zetten. Enerzijds willen we dat doen door de komende jaren een groot investeringsprogramma te blijven uitvoeren, anderzijds willen we bewust en weloverwogen gaan bezuinigen op de exploitatie-uitgaven binnen de gemeentebegroting. Bij de te maken keuzes laten we ons in algemene zin leiden door de vijf afwegingsfactoren die in Raadsinformatiebrief nr. 21 d.d. 3 maart 2009 zijn genoemd, te weten: 1. Effectiviteit: is het goed voor de werkgelegenheid? 2. Tijdelijkheid: is het ter overbrugging? 3. Kostenbesparing: is het gunstig om nu te investeren/uit te voeren? 4. Duurzaamheid: draagt het bij aan transformatie naar een duurzamere economie en samenleving? 5. Sociaal kapitaal: is het goed voor de sociale cohesie in de stad? Hoewel de omvang van de bezuinigingen nog niet exact te bepalen is, is wel duidelijk dat het om forse bedragen gaat. Er staan nog veel nieuwe uitgaven en met name investeringen op de rol vanuit de vorige begrotingen. Wij kiezen er voor deze investeringsopgave de komende tijd zo volledig mogelijk, en in enkele gevallen versneld, tot uitvoering te brengen. Al met al verwachten wij dat er de komende jaren een beeld zal ontstaan van enerzijds bezuinigen op lopende uitgaven maar anderzijds ook van veel investeringsactiviteiten en -uitgaven. In het zogenaamde aanvullende beleidsakkoord van het kabinet zijn diverse stimuleringsmaatregelen opgenomen om de economie draaiende te houden. Het kabinet verwacht van de lagere overheden ook een grote inzet. Wij zullen daar maximaal op inspelen. In deze kadernota komen wij op deze zaken nog terug. Grote vraag op dit moment is: hoe lang gaat de crisis duren? Daarnaast moet beseft worden dat de gemeentefinanciën altijd enkele jaren na-ijlen: nadat de economische groei is teruggekeerd zal het nog enkele jaren duren voordat de gemeentefinanciën daarvan profiteren. Uiteraard zal ook deze crisis overwonnen worden. Op langere termijn ontstaan weer perspectieven; plannen voor de langere termijn moeten daarom blijven worden gemaakt. Deze kadernota is de laatste die ons college in deze raadsperiode zal maken. Na eerdere kadernota’s met veel ruimte voor nieuw beleid, vorig jaar met een nullijn (met een aantal kortingen) nu een kadernota met een minlijn. Zoals reeds opgemerkt is ons college van mening dat wij de actuele situatie niet uit de weg moeten gaan en stellen daarom voor om nog in deze periode tot krachtdadige maatregelen te komen. Het is niet verantwoord deze maatregelen over de verkiezingen heen te schuiven aangezien dan veel tijd verloren zal gaan. Hoewel dus geen rooskleurig beeld geschetst wordt, denken wij toch dat onze stad de noodzakelijke maatregelen zal kunnen verwerken. Onze stad ligt er goed bij, de gemeentefinanciën zijn op orde en veerkracht is aanwezig. Bezuinigen doet ook pijn, dat is onontkoombaar, maar met brede steun en gezamenlijke schouders zal deze stad dat kunnen opbrengen om daarmee perspectief op herstel en een basis voor een goede toekomst neer te leggen.
5
Kadernota 2010 – 2013
6
Opzet kadernota en proces In 2008 zijn we er voor het eerst echt in geslaagd om de behandeling van de kadernota het zwaartepunt binnen de begrotingscyclus te laten zijn. Enige tijd geleden is met een delegatie uit de gemeenteraad de opzet van de kadernota geëvalueerd. Daaruit kwam het volgende naar voren: a. De vormgeving van de kadernota hoeft niet gewijzigd te worden b. De kadernota moet voldoende afwegingsinformatie ten behoeve van de raad bevatten; zo moet ook een overzicht worden opgenomen van niet gehonoreerde wensen c. Er moet een duidelijke lijst met beslispunten worden opgenomen d. De uitkomsten van GA 2030 en het rapport Van Ek moeten een plaats krijgen in de kadernota e. Vorm van het debat is aan het presidium Wij hebben met deze punten rekening gehouden bij het opzetten van deze kadernota. De omstandigheden zijn dit jaar speciaal ten gevolge van de crisis. Dat betekent ook wat voor het behandelproces. Wij verwachten dat het dit jaar niet zal lukken om het zwaartepunt in de cyclus te beperken tot de kadernota. Daarvoor zijn de onzekerheden veel te groot. De voorjaarsnota van het Rijk, de meicirculaire gemeentefonds, de miljoenennota en de septembercirculaire gemeentefonds zullen naar verwachting dusdanige nieuwe informatie bevatten dat daaraan bij de behandeling van de begroting niet voorbij kan worden gegaan. Bovendien: in deze kadernota wordt voorgesteld om tot bezuinigingsmaatregelen te komen. De uitwerking van die maatregelen vraagt tijd. De behandeling van de begroting in november a.s. zal het moment zijn waarop meer informatie beschikbaar is en ook uitwerkingen van de bezuinigingsmaatregelen aan de orde kunnen komen. Wij stellen ons voor om op basis van de kennis van de kadernota tot een formeeltechnische begrotingsvaststelling te komen; deze (beleidsarme) conceptbegroting zullen wij u begin oktober aanbieden ter formele vaststelling in november a.s. Begin oktober zullen wij echter ook een Oktoberbrief ( of - nota) laten verschijnen waarin wordt ingegaan op de meeste recente informatie (o.a. vanuit Prinsjesdag) en op de uitwerking van de voorgestelde bezuinigingsmaatregelen. Begroting en Oktoberbrief kunnen vervolgens gezamenlijk binnen het geplande begrotingstraject worden behandeld.
7
Kadernota 2010 – 2013
Voortgang collegeprogramma Wij hebben bij deze kadernota geen integraal overzicht gevoegd van de voortgang van het collegeprogramma. In het separaat verschenen Jaarverslag 2008 is wel een volledig overzicht opgenomen. Voor de meest actuele informatie kunnen wij daarnaar verwijzen. De algehele conclusie kan zijn dat van het collegeprogramma het overgrote deel zijn vertaling heeft gekregen in de begroting. Financieel gezien zijn de volgende zaken (in vergelijking met de oorspronkelijke financiële vertaling van het collegeprogramma) nog niet of nog niet volledig in de begroting opgenomen. De financiële ruimte ontbreekt helaas om hiervoor in de begroting 2010 e.v. middelen op te nemen. Het gaat om de volgende zaken. Nog niet geraamde zaken collegeprogramma • Stimuleren openbaar vervoer
• Starterswoningen • Dienstverlening
• Duurzaamheid, klimaat en energie
• Speelvoorzieningen Jeugd
• Creatieve initiatieven werkgelegenheid • Groene saldoregeling
€ 0,5 structureel € 1,0 incidenteel € 0,8 incidenteel € 0,3 incidenteel € 2,0 incidenteel € 0,5 incidenteel € 0,2 incidenteel
Voor diverse van deze onderdelen zijn wel al deelbudgetten in eerdere begrotingen opgenomen. Voor speelvoorzieningen Jeugd is inmiddels € 2,0 mln. beschikbaar gesteld. Ook voor het actieplan dienstverlening zijn middelen in de begroting opgenomen. Ten aanzien van het stimuleren van het openbaar vervoer en het eventueel verder uitbreiden daarvan zijn de discussies gaande. In de vertaling van het collegeprogramma was een gewenst bedrag opgenomen van totaal € 1,0 mln. structureel. In de begroting is voor dit onderdeel reeds € 0,5 mln. structureel geraamd en ook nog eens € 0,5 mln. incidenteel. Voor andere zaken zal moeten gelden dat binnen de bestaande c.q. beperkter wordende financiële ruimte getracht zal moeten worden aan de beoogde doelstellingen tegemoet te komen. Wat betreft het programma voor starterswoningen liggen wij op koers; de reeds beschikbaar gestelde middelen samen met de in de RSV-1 gereserveerde middelen zijn voorshands voldoende om de uitvoering eerst verder te kunnen vervolgen. Hoe we daarna verder gaan en welke middelen daarvoor nodig zijn zullen wij te zijner tijd nader rapporteren.
8
Investeringen Wij hechten groot belang aan het in stand houden van een goed investeringsniveau. Op die manier willen wij een bijdrage leveren aan de plaatselijke economie. Wij kiezen er voor om het geplande investeringsprogramma zo volledig mogelijk uit te voeren. Dit programma is gedekt vanuit vorige meerjarenbegrotingen en vanuit fondsen en reserves. De RSV-1 en de Voorzieningen Vathorst spelen daarbij een belangRijke rol. Verderop in deze kadernota gaan wij daar afzonderlijk op in. Bij de behandeling van de begroting 2009 in november van vorig jaar hebben wij u toegezegd dat wij bij de kadernota een overzicht zouden vervaardigen van alle grote projecten en de grondexploitaties. Daarbij zou het gaan om een lijst van enkele tientallen projecten die vallen onder bereikbaarheid (zoals dat in RSV-1 staat), de Groenblauwe structuur, de reguliere grondexploitaties van BSG, CSG tot Vathorst, Podium en De Wieken, de projecten van Amersfoort Vernieuwt en alle voorzieningen van Vathorst die nog op stapel staan. Daarbij zal inzicht worden gegeven in de planning en de mogelijkheden om uit te stellen, de consequenties van uitstel, zowel financieel, als wat betreft risico’s, de mogelijkheden om over te gaan tot sobere uitvoering en de mogelijkheden tot schrappen. Wij zullen u het investeringsoverzicht separaat toezenden. Dit overzicht wordt ook geacht deel uit te maken van deze kadernota. Overeenkomstig onze toezegging hebben wij bij alle grote investeringen opgenomen de termijn waarop de uitvoering ter hand wordt genomen, de mogelijkheden van uitstel en de consequenties van de risico’s. De toezegging die wij hebben gedaan bij de behandeling van de begroting 2009, ging uit van de benadering dat in financieel krappe tijden investeringen zouden moeten worden versoberd, uitgesteld of worden afgevoerd. Door de snel verslechterende economische situatie heeft niet alleen in Amersfoort, maar in heel Nederland deze gedachtegang plaats gemaakt voor een andere benadering: namelijk dat we zoveel mogelijk het investeringsniveau in stand moeten proberen te houden om de economie te stimuleren. In VNG-verband is geïnventariseerd welke mogelijkheden gemeenten zien om investeringen versneld uit te voeren. Ook het Rijk houdt in het aanvullende akkoord rekening met een versnelling van investeringen door gemeenten en provincies. We kunnen ons investeringsprogramma nagenoeg onverkort doorzetten mits we de noodzakelijke bezuinigingen vooral vinden op de lopende uitgaven binnen de begroting en daarbij het investeringsniveau zoveel als mogelijk ontzien. In principe willen we ook niet inleveren op de kwaliteit van de investeringen. Investeringen worden gedaan voor een lange termijn die het aanzien van onze stad bepalen. We willen toekomstgericht blijven werken. Drastische versoberingen willen wij daarom achterwege laten. Het gaat om een investeringsniveau van enkele honderden miljoenen euro’s als bijdrage uit de gemeentelijke middelen. De achterliggende investeringen zijn vaak nog veel hoger. Daarmee geven we de economie een krachtige impuls. Mogelijke versnellingsprojecten We zien op voorhand maar een beperkt aantal mogelijkheden om het investeringsniveau nog verder te versnellen. Dat komt enerzijds door de budgettaire randvoorwaarden en anderzijds door het feit dat investeringen een bepaalde voorbereidingstijd kennen, die niet makkelijk ingekort kan worden. Bijvoorbeeld daar waar het gaat om planologische procedures, inspraak of noodzakelijke voorbereidingen in verband met aanbestedingsprocedures. Wij willen de volgende projecten de komende maanden onderzoeken op de mogelijkheden voor versnelling. Gezien de beperkte financiële ruimte van de gemeentebegroting zal de versnelling vooral afhankelijk zijn van de beschikbaarheid van Rijks- of provinciale middelen. Mogelijke versnellingsprojecten • Geluidsschermen A28, met name Randenbroek Zuid; • Hogeweg
• Snelfietsroute;
• Energieweg (Wieken) (2 x 2 baans). • Waterwingebied
• Park Randenbroek
• Van Randwijcklaan
9
Kadernota 2010 – 2013
Wij willen zelf binnen de incidentele middelen een bedrag van € 175.000,-- reserveren om versnelling van bepaalde projecten in de sfeer van de stadsvernieuwing mogelijk te maken. Wij zien dit bedrag als een aanvulling op de bedragen die voor stedelijke vernieuwing binnen het aanvullende beleidsakkoord van het kabinet beschikbaar komen. Mogelijke uitstelprojecten De verschillende fondsen, waaruit de investeringen worden gedekt staan onder financiële druk. Zo heeft de vertraging van de woningbouw in Vathorst consequenties voor de planning van de investeringen in Vathorst en is een verdere uitstel noodzakelijk. In de paragraaf over de wijkse voorzieningen Vathorst gaan wij hier nader op in. Hier moet zelfs enige versobering niet bij voorbaat worden uitgesloten. Daarnaast onderzoeken wij de mogelijkheden om de aanpak van het waterwingebied enerzijds te versnellen en anderzijds uit te stellen als dat nodig zou blijken te zijn. Hetzelfde geldt voor de onderdelen van Randenbroek en omgeving. Continuïteit grote investeringen Binnen RSV-1 kunnen de grootschalige investeringen (Eemhuis en zwembad/sporthal Hogeweg) nog steeds worden gerealiseerd. Het compartiment Bereikbaarheid binnen RSV-1 kent echter nog een tekort van € 10 mln., wanneer alle voorgenomen investeringen ook daadwerkelijk zouden worden uitgevoerd. Wij gaan er voorshands van uit dat dit tekort kan worden weggewerkt door middel van een te verkrijgen extra provinciale bijdrage. Als die bijdragen wordt verkregen dan is daarmee ook de realisatie van de voorgenomen investeringen gewaarborgd. Voor veel projecten in de ruimtelijke sfeer is een bijdrage benodigd vanuit de Reserve Ruimtelijke Investeringen. De ruimte binnen deze reserve is echter beperkt. Kortheidshalve wordt verwezen naar de paragraaf over de Reserve Ruimtelijke Investeringen in deze Kadernota. Samenvattend telt onze gemeentelijke investeringslijst voor de komende reeks van jaren op tot een bedrag van ca € 200 mln., nog exclusief de grondexploitaties. Daarmee wordt een belangRijke impuls aan onze economie gegeven.
10
Financiële situatie De volgende elementen spelen een rol bij het bepalen van de actuele financiële situatie waarin onze gemeente verkeert: a. De uitkomsten van het aanvullend beleidsakkoord bij “samen werken, samen leven” van het kabinet. b. De korting op het gemeentefonds vanaf 2009 c. De ontwikkelingen binnen de begroting bestaand beleid d. De structurele doorwerking van incidentele overbruggingslijstjes e. De gevolgen voor het realistisch c.q. risicovol ramen f. De verwachte kortingen op de GSB-subsidies g. De aangekondigde kortingen van het Rijk op het gemeentefonds i.v.m. de crisis We lopen deze elementen na. a. Aanvullend beleidsakkoord Kabinet “De mondiale economische crisis stelt de Nederlandse samenleving voor een grote opgave. De gevolgen zijn groot en acuut. Veel Nederlanders zullen dat helaas aan den lijve ondervinden. Banen en inkomenszekerheid staan op het spel, bedrijven hebben het moeilijk en de staatsschuld loopt in snel tempo op.” Aldus de inleiding op het akkoord. Van belang voor onze gemeentefinanciën zijn de volgende punten: Het kabinet wil voor 2009 en 2010 een aantal stimuleringsmaatregelen treffen op het gebied van arbeidsmarkt, onderwijs, kennis; van duurzame economie en van infrastructuur en (woning)bouw. De volgende stimuleringsmaatregelen worden ondermeer vermeld in het akkoord: • Arbeidsmarkt, jeugdwerkloosheid en schuldhulpverlening • Onderwijs: versterking mbo; zij-instromers, werkscholen, wijkscholen • Versterking kennisinfrastructuur • Verlenging innovatieprogramma’s • Milieu en duurzaamheid • Duurzaam ondernemen en duurzame agrarische sector • Energiebesparing woningen • Onderhoud en bouw zorginstelling, jeugdzorginstellingen en scholen • Versnelling BLS (Besluit Locatiegebonden Subsidies), ISV (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) en monumenten • Versnelling bruggen en renovatie wegen, vaarwegen enz. Ook op het punt van de stedelijke vernieuwing wil het kabinet stimuleren. De minister voor WWI zal in samenspraak met de meeste betrokken andere bewindslieden, in de komende miljoenennota, een nadere agenda opstellen voor het Grote Stedenbeleid en de wijkaanpak na 2011. Wij willen maximaal meeprofiteren van de inzet van extra stimuleringsmiddelen van het Rijk en ook van de Provincie. Steeds zal daarbij gekeken moeten worden welk project in een bepaalde situatie binnen de gestelde criteria valt. Niet uit te sluiten valt dat daardoor wel eens verschuivingen in onze ramingen moeten worden aangebracht. Wij hebben bijvoorbeeld soms zelf versnellingsgeld voor bepaalde projecten in deze kadernota opgenomen, mochten echter hiervoor Rijks- of provinciale middelen beschikbaar komen dan kunnen onze middelen doorschuiven naar een ander project.
11
Kadernota 2010 – 2013
Het kabinet heeft de accressystematiek voor het gemeentefonds voor de jaren 2009 en 2010 buiten werking gesteld. Dat houdt in dat in deze jaren het principe van “trap op, trap af” niet zal gelden. Extra Rijksuitgaven ten behoeve van de stimulering van de economie zullen geen doorwerking krijgen naar het gemeentefonds. Bezuinigingen in die jaren evenmin. Een reeds eerder aangekondigde korting van € 300 mln. op het gemeentefonds in verband met accresaanpassing naar aanleiding van lagere algemene loon- en prijsontwikkelingen zal echter wel worden doorgevoerd (zie hierna). Het kabinet wil inzetten op het vermijden van de stijging van de lokale lasten, tenminste in de jaren 2009 en 2010. Bestuurlijk overleg tussen de VNG en het kabinet zal nader moeten uitwijzen wat de precieze gevolgen zijn van één en ander. Zodra economisch herstel intreedt (naar verwachting van het kabinet met ingang van 2011) zal het sterk opgelopen financieringstekort moeten worden teruggedrongen. Daarvoor zijn ingrijpende maatregelen nodig. In de eerste plaats het akkoord met de sociale partners op lonen en uitkeringen collectieve sectoren, verhoging van de AOW-leeftijd, bevriezing van ambtenarensalarissen e.d. Daarnaast voorziet het kabinet een nader in te vullen taakstelling van elk jaar 5,5 mld. voor de jaren vanaf 2011 (cumulatief). De hoop daarbij is dat een groot deel van deze taakstelling zal kunnen worden betaald uit de dan weer groeiende economie. Maar hoeveel dat zal zijn is natuurlijk niet te zeggen. b. Kortingen gemeentefonds 2009 De omvang van het gemeentefonds wordt gebaseerd op macrocijfers met betrekking tot de economische ontwikkelingen. Daartoe behoren verwachtingen met betrekking tot prijs- en loonstijgingen in de komende jaren. Los daarvan bepalen wij voor onze eigen uitgaaframingen onze percentages voor loon- en prijsstijgingen. Zoals bekend zijn in de vastgestelde begroting 2009 – 2012 op deze ramingen in 2009, 2011 en 2012 kortingen aangebracht middels een algehele kaasschaaf. Daarmee zijn deze ramingen al behoorlijk “uitgekleed”. Naderhand heeft het Rijk aangekondigd dat de uitkering uit het gemeentefonds neerwaarts zullen worden bijgesteld met ingang van 2009 omdat de (verwachte) inflatie drastisch was teruggelopen op macroniveau. Ruimte om onze ramingen ook daarop aan te passen is er niet meer en dus moet deze korting anders opgevangen worden. Het gaat voor Amersfoort om ca € 3,0 mln. Voor 2009 kan dit bedrag incidenteel worden opgevangen uit de incidentele middelen zoals die in de oktoberbrief 2008 waren aangekondigd. Met ingang van 2010 zullen we dit bedrag binnen onze begroting moeten opvangen. c. Begroting bestaand beleid Zoals elk jaar is een nieuwe begroting bestaand beleid doorgerekend waarin rekening is gehouden met de volgende autonome ontwikkelingen: a. De groei van de stad conform de (fors neerwaarts) bijgestelde woningbouwcijfers b. Toevoeging van het nieuwe begrotingsjaar 2013 c. Vrijvallende kapitaallasten en vervangingsinvesteringen d. Verwachte loon- en prijsaanpassingen e. Areaaluitbreidingen en reeksen f. Verwachte kosten van bijstandsverlening g. Andere onafwendbare autonome ontwikkelingen De uitkomst van deze berekening laat zowel een structureel als een fors incidenteel tekort zien. Berekend is dat om deze beide tekorten enigszins adequaat op te vangen met ingang van 2010 een structurele bezuiniging noodzakelijk is van € 3,0 mln. Daarmee wordt ook het incidentele tekort nagenoeg weggewerkt en blijft er na 2013 (dus buiten de begrotingsperiode) zelfs nog wat structurele ruimte over. Daarop komen wij nog terug.
12
Het tekort van € 3,0 mln. binnen de begroting bestaand beleid wordt globaal verklaard door de volgende twee zaken: 1. De sterk stagnerende woningbouw en de groei van de stad (nog onverlet de gevolgen voor de voorzieningen Vathorst binnen het daarvoor ingestelde fonds); in de ramingen is uitgegaan van een vertraging van 2 jaren die pas zal worden goedgemaakt aan het eind van de exploitatieperiode van Vathorst 2. De (incidenteel) extra kosten die verbonden zijn aan de bijstandsverlening, op de langere termijn is (rekentechnisch op basis van de huidige rekensystematiek) voor de bijstandsverlening zelfs een structureel voordeel geraamd van 0,8 mln., hetgeen binnen de huidige economische context echter een optimistische raming is. Wij zijn verder bij het opstellen van de begroting bestaand beleid terughoudend geweest. In de bijlage hebben we een overzicht opgenomen van niet in de ramingen verwerkte punten. d. Doorwerking overbruggingslijstje 2009 In de begroting 2009 is een aantal nieuwe uitgaven incidenteel geraamd, het zogenaamde overbruggingslijstje. Achterliggende gedachte was om noodzakelijke activiteiten tenminste in 2009 doorgang te kunnen laten vinden, in de hoop daarna structurele dekking te kunnen vinden binnen het geheel van de gemeentefinanciën. Deze structurele ruimte is echter niet automatisch aanwezig. Niet alle zaken werken structureel door naar latere jaren. De structurele doorwerking van het lijstje is becijferd op ca € 0,5 mln. Daarvoor zal met ingang van 2010 dekking gevonden moeten worden, tenzij de activiteit geheel wordt beëindigd. In het volgende overzicht is dit aangegeven. Structurele doorwerking overbruggingslijstje 2009 (x € 1000)
Incidenteel
Structureel
Veiligheidshuis Amersfoort
50
50
Gemeentelijke organisatie CO2-neutraal
50
50
Voortzetting hennep-convenant
Voortzetting arrangement Antillianen *)
Voortzetting Entree Rustenburg/Schuilenburg Combinatiefunctie, matching rijksbijdrage
Detailhandelsplan Noordewierweg Lokale omroep
Velden Dutch Open
Bijdrage recreatieschap
in 2009
70
80
60
126 40
70
40
60
129
31
75
20
20
50
50
802
469
Amersfoort 750
150
Totaal
Voortzetting inschrijving uitgenodigde vluchtelingen
m.i.v. 2010
*) Het kabinetsbesluit hierover is nog niet definitief
13
Kadernota 2010 – 2013
e.
Gevolgen realistisch ramen
In de afgelopen jaren is aangedrongen op realistisch ramen. De discussie daarover kwam voort uit de vele jaren met forse rekeningoverschotten. Deze overschotten waren weliswaar achteraf incidenteel comfortabel maar riepen toch de vraag op of daarmee vooraf niet meer structureel zou kunnen worden gedaan binnen de reguliere begrotingsafwegingen. In deze periode zijn bewust de grenzen opgezocht van het realistisch ramen. Met ingang van 2007 is een stelpost daarvoor opgenomen van € 6,0 mln. Verder is ook aan de inkomstenkant van de begroting een post opgenomen van € 1,0 mln. voor “meevallende inkomsten”. Ondermeer dankzij deze ramingen konden in de eerste jaren van deze raadsperiode forse structurele nieuwe zaken in de gemeentebegroting worden opgenomen in orde van grootte van zelfs ruim € 12,0 mln. Conform de verwachtingen heeft een en ander er toe geleid dat de jaren 2007 en 2008 geen nettorekeningsoverschotten meer te zien gaven en dat zelfs de nodige creativiteit en afwegingen nodig waren om te komen tot een sluitende jaarrekening. Naast het feit dat daarmee ook een stuk “comfort” achteraf is verdwenen doet zich nu het feit voor dat ten gevolge van de crisis de reguliere ramingen veel meer onder druk staan en de onderuitputting zich steeds minder daadwerkelijk zal voordoen. Er valt dus veel voor te zeggen om deze ramingen van € 6,0 mln. in de komende jaren terug te brengen naar in ieder geval een bedrag van € 4,0 mln. Voor latere jaren zullen wij de situatie steeds opnieuw in ogenschouw nemen. f.
Kortingen GSB-subsidies
Met ingang van 2010 stopt een deel van de GSB-bijdragen. In de vorige kadernota zijn wij daar reeds op ingegaan. In het jaarverslag 2008 is een integraal overzicht opgenomen van de stand van zaken met betrekking tot de GSB-gelden. Samenvattend hier het volgende. Binnen het compartiment SIV (Sociaal, Integratie en Veiligheid) vervalt het deel voor burgerschap, integratie, onderwijs, sociale opvang, voortijdig schoolverlaten, VVE en schakelklassen en gezondheid. Amersfoort heeft hiervoor in de periode 2005 t/m 2009 een bedrag ontvangen van 52 mln. of gemiddeld zo’n 10 mln. per jaar. Na het vervallen van GSB zullen de gelden algemeen worden verdeeld via het gemeentefonds. Het is daarbij wel de bedoeling de gelden via de algemene verdeelmaatstaven toe te laten vallen aan de grotere gemeenten. Hoe groot de financiële consequenties zullen zijn voor Amersfoort na 2009 is moeilijk te becijferen maar lijken vooralsnog te overkomen. Overigens zullen de daadwerkelijke effecten pas na 2010 optreden (zie hierna). De middelen voor veiligheid bedragen totaal ongeveer 6,5 mln., dat is ca 1,3 mln. per jaar. Na 2010 zal hiervan 1/3e deel komen te vervallen, de rest zal worden ondergebracht in een nieuwe regeling. Voor het onderdeel veiligheid moet derhalve rekening worden gehouden met een aanzienlijk nadeel in orde van grootte van € 0,5 mln. per jaar. Binnen het compartiment Fysiek (stadsvernieuwing en bodemsanering) wordt een bedrag ontvangen van 10 mln. voor de jaren tot en met 2009. Na 2009 zullen de bedragen halveren; het aanvullende beleidsakkoord vermeldt overigens dat er voor na 2011 nadere afspraken zullen worden gemaakt. De vraag is of daaraan financiële consequenties zullen worden verbonden. Er zijn voorlopig echter nog grote bedragen te besteden vanuit de GSB-subsidies in verband met de stuwmeervorming. Binnen het compartiment Economie wordt voor de huidige 5 GSB-jaren een bedrag ontvangen van 3,3 mln. of gemiddeld ongeveer 0,7 mln. per jaar. Dit geld, wat voornamelijk gebruikt wordt voor de financiering van incidentele projecten, zal komen te vervallen na 2009. Voorlopig gaan we er van uit dat kortingen in deze sfeer één op één worden opgevangen binnen de taakgebieden zelf. Meestal door projecten te beëindigen, soms door structureel te bezuinigen. Bij het opleggen van algemene taakstellingen zou hiermee dan wel rekening moeten worden gehouden. Totaal ontvangt Amersfoort over de jaren 2005 tot en met 2009 een Rijksbijdrage van 72,0 mln. Dat is gemiddeld ruim 14,0 mln. per jaar. Van het totale bedrag moet in 2009 nog ongeveer 30,0 mln. worden uitgegeven. Er is dus sprake van stuwmeervorming. We zullen zeker nog het jaar 2010 nodig hebben om deze gelden weggezet te krijgen. Wij gaan er van uit dat het Rijk de gemeenten daarvoor de ruimte zal geven. Wat betreft de fysieke uitgaven is er daarnaast ook nog steeds een stuwmeer vanuit ISV-1 (van voor 2005) te besteden. 14
g. Rijkskortingen Het financieringstekort van het Rijk loopt op naar 5,5%. Afgesproken is in het aanvullende beleidsakkoord dat, zodra de economie weer groeit, dit percentage met een half procent per jaar zal worden teruggebracht. Dus waarschijnlijk met ingang van 2011. In het akkoord zijn daarvoor per jaar “taakstellingen” opgenomen van € 3,7 mld. en € 1,8 mld. of totaal € 5,5 mld. per jaar. Het gemeentefonds maakt ongeveer 15% uit van de Rijksbegroting. Amersfoort krijgt ongeveer 1% uit het gemeentefonds. Binnen het principe van “trap op, trap af” betekent 1 mld. bezuinigen bij het Rijk dus een korting voor Amersfoort van 1,5 mln. structureel. Voor een groot deel zal er daadwerkelijk bezuinigd moeten komen. Het akkoord zelf geeft hiertoe geen enkele aanzet. In het ergste geval moeten we er vele jaren over doen om het financieringstekort weer binnen de juiste proporties te brengen. Men hoopt uiteraard dat dit niet allemaal uit bezuinigingen hoeft te komen maar dat dit (deels) ingehaald zal worden door de economische groei in de komende jaren. Op 17 april 2009 is tussen het Rijk en de VNG een financieel akkoord voor 2009 tot en met 2011 gesloten. De belangRijkste punten daaruit zijn: a. Met de nu bekende gegevens kan de algemene korting op het gemeentefonds in 2011 voor Amersfoort worden berekend op ongeveer € 2,5 mln.1 b. Gemeenten ontvangen in 2009 en 2010 incidenteel € 90 mln.; voor Amersfoort is dat totaal ca 1,6 mln. incidenteel. c. Gemeenten ontvangen in 2009 € 22 mln. compensatie invoeringskosten WABO; voor Amersfoort ca € 0,2 mln. d. Voor gemeenten is met ingang van 2010 structureel € 130 mln. beschikbaar voor de uitvoering van de WMOhuishoudelijke hulp, voor Amersfoort is dat ca € 1,3 mln. e. In verband met de gevolgen voor gemeenten van de pakketmaatregel AWBZ ontvangen gemeenten in het gemeentefonds in 2009 eenmalig € 29 mln. (Amersfoort ca € 0,3 mln.) en vanaf 2010 structureel € 127 mln. (Amersfoort ca € 1,3 mln.). Voor de jaren 2012 en 2013 wordt de doorwerking hopelijk steeds geringer als gevolg van de economische groei. Voorlopig ramen we de kortingen in die jaren PM. Samenvattend overzicht Van de hiervoor vermelde zaken kan de volgende samenvatting worden gegeven. Berekening financiële tekorten
Korting gemeentefonds 2009
Begroting bestaand beleid Overbruggingslijstje
2010
2011
2013
3,0
3,0 0,5
Realistisch ramen
2,0
Rijkskortingen
2,5
GSB-kortingen
TOTAAL
2012
6,5
0,5
3,0
pm
pm
PM
PM
pm
4,5
+PM
+PM
+PM
TOTAAL 3,0
2,0
pm 2,5
11,0
+PM
1 Gebaseerd op het volgende: Het accrespercentage voor 2009 blijft ongewijzigd; wel is de uitkeringsbasis verlaagd met ingangvan 2008, omdat de behoedzaamheidsreserve niet volledig is uitgekeerd. Het accrespercentage voor 2010 en 2011 wordt gesteld op 0%; in de vorige meerjarenbegroting gingen wij nog uit van een geringe groei van ca 0,5% per jaar. De behoedzaamheidsreserve wordt afgeschaft.
15
Kadernota 2010 – 2013
Met name de ramingen van de Rijkskortingen hebben een grote onzekerheidsmarge. De VNG onderhandelt met het kabinet om de kortingen in 2011 op het gemeentefonds achterwege te laten omdat de gemeenten in 2009 en 2010 via het gemeentefonds niet meeprofiteren van de stimuleringsmaatregelen van het Rijk. Dat zou kunnen betekenen dat het tekort in 2011 nog wat mee zou kunnen vallen. Anderzijds zullen gemeenten in de jaren na 2011 ongetwijfeld met aanvullende kortingen worden geconfronteerd. Wij zullen de u de komende tijd steeds de meest actuele informatie doen toekomen. Die kan mede bepalend zijn voor de hoogte van de inzet van de maatregelen in de komende tijd.
Voorlopig blijven wij ons baseren op de volgende drie scenario’s
De drie scenario’s
16
2010
2011
2012
2013
totaal
Scenario 1
6,5
3,5
-
-
10,0
Scenario 2
6,5
3,5
5,0
-
15,0
Scenario 3
6,5
3,5
5,0
5,0
20,0
Bezuinigingsoperatie en scenario’s. Uit de becijferingen blijkt dat aan bezuinigingen niet kan worden ontkomen. De omvang is nog niet te bepalen in verband met de vele onzekerheden, vooral op het punt van de ontwikkeling van het financieringstekort van de Rijksoverheid. Duidelijk is wel dat minimaal zeker een bedrag van 10 mln. nodig is om onze gemeentefinanciën voor de komende jaren op orde te houden. Dat bedrag zal kunnen oplopen tot 15 of 20 mln. of zelfs nog meer als het Rijk met ingang van 2011 haar financieringstekort zal gaan terugdringen middels bezuinigingen. Wij vinden dat we daarom voorlopig moeten blijven werken met drie scenario’s van 10,0 mln., 15,0 mln. en 20 mln. Vanuit het huidige college willen wij in deze periode inzetten op het daadwerkelijk realiseren van de eerste 10,0 mln. in de jaren 2010 (6,5 mln.) en 2011 (3,5 mln.). Mocht nadere informatie in de komende tijd wijzen in de richting dat deze inzet te laag is dan zullen wij die gaan aanpassen. Wij willen op de kortst mogelijke termijn een bezuinigingsoperatie uitvoeren met als insteek: • Maak implementeerbare bezuinigingsvoorstellen voor de jaren 2010 en 2011 tot een bedrag van 10,0 mln. • Houdt daarbij rekening met het gegeven dat verdere bezuinigen in de toekomst tot 15 of 20 mln. mogelijk nodig blijken te zijn. De eventuele daadwerkelijke invulling van de verdere bezuinigingen laten wij over aan de nieuwe raad en het nieuwe college. De hier vermelde insteek vraagt om een snelle start van de operatie. Intern binnen de gemeentelijke organisatie zijn wij inmiddels gestart met de voorbereidingen. Nadat uw raad op 26 mei a.s. de Kadernota heeft vastgesteld kan de operatie definitief starten. Wij willen half juni reeds een eerste tussenrapportage vanuit de organisatie ontvangen en bespreken. Het zal dan gaan om eerste verkenningen van concrete bezuinigingsmogelijkheden. Wij willen de gemeenteraad graag intensief betrekken bij de uitwerking van de bezuinigingsvoorstellen. Daarom stellen wij voor tussen half juni en de aanvang van het zomerreces een extra raadsbijeenkomst te houden om met u van gedachten te wisselen over de eerste verkenningen. Begin oktober stellen wij dan de reeds eerder genoemde Oktoberbrief op waarin de definitieve bezuinigingsvoorstellen zijn opgenomen. Deze zal worden behandeld binnen het daarvoor opgestelde schema van de begrotingsbehandeling. Wellicht dat voor deze speciale omstandigheden enkele aanpassingen en aanvulling daarop nodig zijn.
17
Kadernota 2010 – 2013
Bezuinigingstaakstelling De bezuinigingstaakstellingen in grote lijnen zullen bij de vaststelling van de kadernota moeten worden bepaald. Daarbij zijn twee zaken van belang: 1. Wat nemen we als basis voor het berekenen van de taakstellingen? 2. Welke wegingen en criteria leggen we aan bij de taakstellingen? 1.
De basis.
Als basis voor de berekeningen kunnen we uitgaan van de volgende drie mogelijkheden: a. De netto-uitgaven b. De flexibele c.q. beïnvloedbare uitgaven c. De heroverweegbare uitgaven
1a. De netto-uitgaven. Deze basis is simpel en transparant. De definitie is eenduidig: per programmaonderdeel de uitgaven minus de inkomsten. Alsdan resteert het bedrag dat betaald wordt uit de algemene middelen, te weten de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de OZB. Alle andere (specifieke) inkomsten zijn verrekend op de programmaonderdelen (leges, afvalstoffenheffing, rioolrecht, uitkeringen Rijk voor speciale doelen e.d.). Over deze definitie is geen discussie mogelijk. De netto uitgaven van de gemeente Amersfoort bedragen ca € 180 mln. Dat zou de basis kunnen zijn voor een verdeling van de taakstelling.
1b. De flexibele uitgaven. Deze basis is minder simpel en transparant. Wat is flexibel? Uitgangspunt daarbij is de kostenstructuur, niet de beslissingsvrijheid van de gemeente. In hoeverre zijn personele lasten flexibel? In hoeverre zijn subsidieverleningen (vaak ook met inbegrip van personele lasten) flexibel? En hoe zit het met de aangegane contracten met bv. onze verbonden partijen? De mate van flexibiliteit is dus voor discussie vatbaar. Bovendien is de termijn belangRijk. Binnen een jaar is er slechts weinig flexibel maar binnen een periode van 4 jaar (een meerjarenbegrotingsperiode) veel meer. Kapitaallasten zijn daarentegen in het geheel niet flexibel, behoudens enkele verkoopbare objecten.
1c. Heroverweegbare uitgaven. K+V is bezig met het doorlichten van alle programma’s van de begroting en probeert daarin aan te geven welke programmaonderdelen heroverweegbaar zijn. Uitgangspunt daarbij is de takenstructuur, wat is daarbinnen beïnvloedbaar en wat niet? Daarbij wordt gelet op de volgende aspecten: • Het onderscheid tussen wettelijke verplichtingen en eigen beleid • Langdurige contractuele verplichtingen • De mate van keuzemogelijkheden voor eigen beleid, bezien vanuit de taken en budgetten Ook hier doet zich het definitieprobleem voor. De meningen kunnen soms verschillen over wat wel en niet heroverweegbaar is.
18
1d. Afweging. De K+V-onderzoeken lopen nog. Er kan derhalve niet voor alle programma’s op deze methodiek worden teruggevallen. Wel kunnen de reeds aanwezige rapporten uiteraard goed worden gebruikt bij het uitwerken en invullen van de taakstellingen. Voorgesteld wordt dan ook de heroverweegbare uitgaven niet als basis te nemen. Met betrekking tot de basis flexibiliteit zijn enkele berekeningen gemaakt. Erg grote verschillen ten opzichte van de basis netto-uitgaven komen er niet uit. In het algemeen geldt dat wanneer de flexibiliteit meer in de berekening wordt opgenomen dat ten goede komt aan de onderdelen welzijn, werk en inkomen en fysieke veiligheid en dat de andere onderdelen daarvoor moeten “bloeden”. De vraag is of de mate van flexibiliteit de juiste basis is om tot bezuinigingen te komen. Zelfs als een programmaonderdeel 100% flexibel is wil dat niet zeggen dat daar dan ook het meeste op bezuinigd moet worden. Dat zou slechts de weg van de minste weerstand zijn. Gelet op het discutabele is het voorstel om ook deze basis niet te gebruiken, echter met één uitzondering: de kapitaallasten. Deze kostencategorie is voor nagenoeg 100% niet flexibel en het ligt daarom in de rede deze kosten niet mee te nemen in de basis voor de bezuinigingstaakstelling. Om reden van de heldere definitie en de grote transparantie (iedereen kan de bedragen terugvinden in de begroting) wordt voorgesteld de netto-uitgaven, gecorrigeerd voor de kapitaallasten als basis te nemen voor het berekenen van de taakstellingen. In de bijlagen is per programmaonderdeel, per portefeuillehouder, aangegeven tot welke basis en taakstellingen dat zou leiden. Op de wegingen tussen de onderdelen komen wij nog terug. Voor elk scenario van € 10 mln., € 15 mln. en € 20 mln. is een berekening gemaakt. Wij hebben nadrukkelijk gekozen voor een taakgerichte benadering van de bezuinigingen. Elk bedrag is incl. de toegerekende kosten van het ambtelijk apparaat. De zwaarte van toerekening verschilt nogal per programmaonderdeel. In de uitwerking zal dat nader inzichtelijk moeten worden gemaakt. Als kengetal kan worden aangehouden dat per 10 mln. taakgericht bezuinigen de gemeentelijke organisatie met bijna 3,0 mln. wordt gekort. Wij zullen er voor zorg dragen dat deze taakstelling ook minstens door de eigen gemeentelijke organisatie zal worden waargemaakt. De werkelijke taakstelling voor de organisatie zal nog groter zijn. Zoals opgemerkt gaat het bij de taakstelling om het netto-effect; bruto zal er meer bezuinigd moeten worden. Daarbij valt te denken aan die organisatieonderdelen die voor een deel rechtstreeks uit specifieke inkomsten (leges, rechten, uitkeringen enz. ) worden betaald. Daarnaast is al langere tijd bekend dat het aantal projecten de komende jaren zal verminderen, ondermeer ook in grondexploitatiegebieden. Dat betekent eveneens een inkrimping van het ambtelijk apparaat, rechtstreeks maar ook via de afdekking van de overhead. Wij beseffen dat onze ambtelijke organisatie al met al een zware last wordt opgelegd die niettemin gerechtvaardigd is in deze tijd.
19
Kadernota 2010 – 2013
2. De wegingen. Per programmaonderdeel kunnen wegingen worden aangebracht. Programmaonderdelen kunnen extra worden belast door een zwaardere weging dan 100%; programmaonderdelen die zouden moeten worden ontzien kunnen een weging krijgen van minder dan 100%. Wij van mening dat gelet op de omvang van de operatie geen enkel programmaonderdeel geheel buiten beschouwing moet blijven. Met zijn allen moeten we de schouders er onder zetten, iedereen draagt in principe zijn steentje bij en neemt een deel van de verantwoordelijkheid op zich. De onderdelen die heel rechtstreeks te maken krijgen met kortingen in verband met het vervallen van de GSBsubsidies moeten worden ontzien bij de algemene taakstelling, aangezien die onderdelen al afzonderlijk een korting krijgen op te vangen. Concreet gaat het daarbij vooral om sociale veiligheid en economie. Bij economie speelt bovendien mee dat juist in deze tijd dit onderdeel gespaard zou moeten worden, mede gelet op de uitkomsten van het rapport Van Ek en de actuele economische crisis. Het programma Stedelijk Beheer en Milieu willen wij relatief minder zwaar belasten. De kwaliteit van de openbare ruimte is ons veel waard. Er is de afgelopen jaren een grote inhaalslag gepleegd wat er toe heeft geleid dat de kwaliteit van het onderhoudsniveau van het openbare gebied behoorlijk is toegenomen. Dat komt het aangename leefklimaat in onze stad zeer ten goede. Kapitaalvernietiging moet worden voorkomen, eventueel noodzakelijke bezuinigingsmaatregelen moeten niet leiden tot onomkeerbare ingrepen. Beter is om een aantal jaren pas op de plaats te maken en daarmee de tijd te overbruggen tot weer betere financiële tijden aanbreken en verder gewerkt kan worden aan kwaliteitsimpulsen in de openbare ruimte. Juist op dit punt is het van belang toekomstgericht voor kwaliteit te blijven gaan.Stedelijk Beheer hangt nauw samen met het veiligheidgevoel. Ondermeer uit de stadspeilingen blijkt dat onze burgers zich onveiliger voelen naarmate het beheer van de openbare ruimte meer wordt verwaarloosd. Dat geldt overigens ook voor de bedrijven en instellingen in de stad. Ook om die reden willen we dit onderdeel geen te zware bezuinigingstaakstelling opleggen. De duurzame economie van de toekomst staat hoog in ons vaandel. Wij vinden het om die reden, in navolging ook van het Rijksbeleid, ongepast om op het onderdeel Milieu zwaar te bezuinigen. Verder willen wij een kwetsbare groepen zoveel mogelijk ontzien. Wij laten dat vooral tot uitdrukking komen in lagere wegingen voor de begrotingsonderdelen minimabeleid, kwetsbare groepen en jeugd en sport. Ook willen wij het Archief Eemland als kleine en kwetsbare organisatie enigszins ontzien. Tegenover deze verlichtingen van de taakstellingen kunnen een aantal programmaonderdelen worden geplaatst die een zwaardere taakstelling zouden kunnen krijgen. Bij de afwegingsfactoren noemden we ook de sociale cohesie in de stad. Wij zijn van mening dat die de afgelopen jaren is toegenomen. Er is een stevige infrastructuur opgebouwd. Toch vinden wij het onvermijdelijk onder ogen te zien waar het minder kan. Bij het wijkwelzijn willen wij ons oriënteren op een andere benadering, waarin wel de activiteiten die de sociale cohesie bevorderen, maar veel minder de buurtaccommodaties centraal staan. Wij denken daarbij ook met name aan een efficiëntere inzet van accommodaties. Een pittige discussie gaan wij niet uit de weg want naar onze overtuiging moet Amersfoort op dit terrein echt nieuwe wegen inslaan. Verder zijn wij van mening dat het in deze omstandigheden verantwoord is extra te bezuinigen op beleidswerk (volkshuisvesting, ruimtelijke ordening) en op regelgeving (bouw- en gebruikskwaliteit, ruimtelijke ordening/ bestemmingsplannen, volkshuisvesting). Wij beogen op die manier meer ruimte c.q. mogelijkheden te bieden voor ontwikkelingen, minder overheidssturing en -toetsing. Wij hebben ons mede laten leiden door het nieuwe beleid dat in de afgelopen jaren in de begroting is opgenomen. Sinds 2007 is er voor 21 mln. aan nieuw beleid aan de begroting toegevoegd, te weten: a. Voor uitvoering collegeprogramma 7 mln. b. Voor andere beleidsprioriteiten 4 mln. c. Voor de reeksen 2 mln. d. Voor areaaluitbreidingen en overige zaken 4 mln. e. Voor voorzieningen Vathorst 4 mln. 20
Op basis van al deze wegingen hebben wij een nadere berekeningen gemaakt, die in de bijlagen zijn opgenomen. De volgende wegingen zijn daarbij gehanteerd: • Sociale veiligheid 25% • Stedelijk beheer 50% • Milieu 50% • Wijkwelzijn 200% • Kwetsbare groepen 75% • BGK 150% • Ruimtelijke ontwikkeling 150% • Volkshuisvesting 150% • Economie 25% • Archief Eemland 75% • Jeugd en sport 75% • Minimabeleid 50% De overige programmaonderdelen worden gewogen op 100%. Wij hebben de investeringen en de bestemmingsreserves hierbij buiten beschouwing gelaten.. Ons beleid is er immers op gericht er naar te streven de geplande investeringen in grote lijn doorgang te kunnen laten vinden om daarmee de economie te stimuleren. 3.
De gewogen taakstellingen
Samenvattend hebben we in onderstaand overzicht aangegeven hoe de bezuinigingstaakstelling binnen elk scenario zou moeten worden verdeeld over de programma’s. Ter vergelijking zijn ook de bedragen zonder onderlinge wegingen opgenomen. Voor verdere specificatie wordt verwezen naar de bijlagen. Taakstellingen bezuinigingen Programma
Taakstelling NIET gewogen
(bedragen x € 1.000)
scenario 1
Veilgheid
scenario 2
Taakstelling WEL gewogen scenario 3
scenario 1
scenario 2
scenario 3
740,4
1.110,6
1.480,8
669,9
1.004,8
1.339,7
1.606,0
2.409,0
3.212,0
875,6
1.313,5
1.751,3
2.559,1
3.838,4
5.117,9
3.196,0
4.794,0
6.392,0
895,6
1.343,4
1.791,2
976,6
1.464,9
1.953,2
7,6
11,4
15,2
8,3
12,5
16,6
RO en wonen
320,6
481,0
641,3
520,1
780,2
1.040,2
Economie en bereikbaarheid
132,6
198,9
265,2
79,1
118,7
158,3
1.057,0
1.585,5
2.114,1
1.130,3
1.695,2
2.260,5
Toerisme, sport, recreatie
496,2
744,3
992,4
424,6
636,9
849,2
Werk en inkomen
1.136,8
1.705,3
2.273,7
976,6
1.464,9
1.953,2
Bestuur, dienstverlening
785,7
1.178,5
1.571,3
856,7
1.285,1
1.713,4
Bedrijfsvoering, financien
262,4
393,7
524,9
286,2
429,3
572,4
10.000,0
15.000,0
20.000,0
10.000,0
15.000,0
20.000,0
Stedelijk beheer en milieu Zorg, welzijn, wijkontwikkeling Onderwijs Groenblauwe structuur
Cultuur
Totaal
21
Kadernota 2010 – 2013
Lokale lasten In het aanvullende beleidsakkoord wordt van de gemeenten terughoudendheid gevraagd met betrekking tot de stijging van de lokale lasten. De gemeente Amersfoort heeft de afgelopen jaren reeds een gematigde lastenontwikkeling doorgemaakt. Daardoor is onze gemeente sterk gedaald op de lijst van dure gemeenten qua belastingdruk. Op de lijst van grote gemeenten zijn we gedaald naar de onderste regionen. Elke extra verhoging van de OZB met 1% levert een extra structureel budget op van € 250.000. Gelet op de economische situatie willen wij de gematigde lastenontwikkeling voortzetten. Voor de OZB zullen wij ons beperken tot de jaarlijkse aanpassing met het inflatiepercentage. Aangezien de actuele en verwachte inflatie laag is zal ook het aanpassingspercentage naar verwachting gering zijn. Het rioolrecht en de afvalstoffenheffing volgen in principe de kostenbasis. Die zal niet meer stijgen dan met het inflatiepercentage. Wellicht dat door doorgevoerde bezuinigingen de kostenbasis zelfs verlaagd zal kunnen worden. Wettelijk is het mogelijk om het rioolrecht te verbreden naar een rioolheffing. Voor Amersfoort zou dat een extra inkomst van € 0,1 mln. kunnen betekenen. Uit het onderzoek van de rekenkamer naar de afvalstoffenheffing is gebleken dat nog enkele kostencategorieën, met name de straatreiniging, in de kostenbasis zouden mogen worden verdisconteerd. Daarmee is ongeveer een bedrag van ca 0,4 mln. gemoeid, hetgeen voor de burger een lastenverzwaring zou betekenen.. Uit benchmarks blijkt dat Amersfoort relatief weinig inkomsten ontvangt uit parkeergelden. Daar zou met name geld kunnen worden verdiend door in vergunninggebieden (ook) te gaan werken met betaald parkeren. Daarmee kunnen de vooral overdag beschikbare parkeerplaatsen te gelde worden gemaakt uit kortparkeerders. Een extra opbrengst van rond de € 500.000 behoort tot de reële mogelijkheden. Wij willen de komende tijd de mogelijkheden nader onderzoeken.
22
Incidentele middelen Overbruggingslijstje 2010 Ook voor het komende begrotingsjaar 2010 willen wij weer werken met een overbruggingslijstje. Daarin nemen wij op een aantal noodzakelijkheden die eigenlijk geen uitstel dulden dan wel zaken met een hoge prioriteit. Gelet op de beperkte middelen kan het alleen gaan om uitgaven met een incidenteel karakter en dan nog tot een zeer beperkt bedrag. Wij hebben ook bij het samenstellen van het lijstje voor 2010 nadrukkelijke keuzes moeten maken. In de bijlagen vindt u een overzicht van zaken die aanvankelijk ook aangemeld zijn maar die uiteindelijk niet konden worden gehonoreerd. Voor 2010 hebben wij de volgende zaken opgenomen. Incidenteel overbruggingslijstje 2010 (x € 1.000) Het opstellen van een structuurvisie op grond van de WRO Integratiebeleid
Velden Dutch Open 2010
Roze Zaterdag 2010 in Amersfoort
Duurzaamheid, gelden t.b.v. cofinanciering
Economische zaken, budget 2010 (voor latere jaren regelen bij volgende begrotingen) Onderhoud openbare ruimte: onderhoud bomen en veiligheid Versnelling projecten Amersfoort Vernieuwt Totaal
200 50 75
50
150
300
200 175
1.200
Implementatiebudget bezuinigingen We gaan een omvangrijke bezuinigingsoperatie tegemoet. Ervaring van eerdere operaties leert dat het incidenteel behoorlijk geld kost om tot een structurele bezuiniging te komen. Incidenteel is geld nodig om te komen tot personele regelingen, faseringsafspraken en dergelijke. Als kengetal wordt vaak gehanteerd dat een incidenteel bedrag ten grootte van de structurele taakstelling nodig is om tot een soepele implementatie te komen. Eerdere ombuigingsoperaties hebben aangetoond dat dit een realistische inschatting is. Voor een taakstelling van 10,0 mln. structureel zou dus 10,0 mln. incidenteel als implementatiebudget aanwezig moeten zijn. Dekking Totaal hebben wij dus € 11,2 mln. aan incidentele middelen nodig. In tegenstelling tot eerdere jaren zijn er nauwelijks incidentele budgetten beschikbaar. Zoals eerder aangegeven komt uit het bestuursakkoord Rijk - VNG incidenteel € 1,6 mln. beschikbaar. Verder kunnen wij, gerekend over een periode tot en met 2015, een bedrag van ongeveer 15,0 mln. vrij laten vallen uit de eerder ingestelde RSV-2. Daar gaat van af de dekking van de zogenoemde basis- en no-regret maatregelen uit het bereikbaarheidspakket ad € 5,5 mln. waartoe onlangs is besloten. De doelstelling van RSV-2 als reserve voor investeringen op de lange termijn komt daarmee voorshands te vervallen. Wat het zwaarst is moet het zwaarst wegen. In de actuele situatie vinden wij het noodzakelijk de nu voorziene RSV-2 middelen anders in te zetten. Totaal hebben wij daardoor dan € 1,6 plus € 15,0 minus € 5,5 of € 11,1 mln. beschikbaar aan incidentele middelen. Wij zullen verderop in deze kadernota ingaan op nieuwe strategieën om (ook) tot fondsen te komen voor de langere termijn. Daarbij zullen we de gewenste ruimte voor de verdere maatregelen in het kader van het bereikbaarheidspakket meenemen.
23
Kadernota 2010 – 2013
Reserve Stedelijke Voorzieningen In deze paragraaf gaan wij nader in op de Reserve Stedelijke Voorzieningen. De budgettaire situatie van dit moment is heel anders, dan wij vorig jaar nog konden vermoeden. Daarmee zien wij ons voor een drietal opgaven geplaatst: • Het afronden van bestaande ambities. Het gaat hierbij om geplande grootstedelijke investeringen zoals het Eemhuis, het zwembad aan de Hogeweg en de investeringen in bereikbaarheid, zoals de Hogeweg en de Kersenbaan. Voor deze reserve is in principe RSV-1 bestemd. • Het overbruggen van de economische crisis. Zoals hiervoor is aangegeven zal een bezuinigingsoperatie worden opgestart. Een dergelijke operatie brengt altijd implementatiekosten met zich mee. Daarnaast zal gegarandeerd moeten worden dat een beperkt aantal investeringen alsnog doorgang moet vinden. Wij willen RSV-2 hiervoor oormerken. • Een perspectief bieden voor de langetermijnstrategie. Wij willen na afronding van de bezuinigingsoperatie weer een perspectief kunnen bieden voor de lange termijn. Hiervoor willen wij een RSV-3 in het leven roepen. RSV-1 In 2000 is de Reserve Stedelijke Voorzieningen ingesteld. Deze reserve werd in het leven geroepen ter dekking van (bijdragen aan) grootschalige stedelijke voorzieningen. De reserve wordt gevoed uit de te ontvangen bijdragen van het ontwikkelingsbedrijf Vathorst (OBV) voor de bovenwijkse voorzieningen (gemiddeld € 1,5 mln. per jaar), een jaarlijks bedrag vanuit de algemene dekkingsreserve (€ 2 mln. per jaar), de jaarlijkse VVP-stortingen (€ 1,45 mln. per jaar) en de verkoop van aandelen (Bouwfonds en REMU). Tot en met 2005 werd er € 1,4 mln. per jaar vanuit de grondexploitaties gestort in deze reserve. In de kaderbrief 2007 hebben wij geconcludeerd dat de grondexploitaties niet meer voldoende ruimte boden om nog langer een bedrag van € 1,4 mln. per jaar toe te voegen aan deze reserve. In de kadernota 2008 hebben wij aangegeven dat de resterende middelen vanuit de algemene dekkingsreserve (€ 10 mln.) op termijn zullen worden toegevoegd aan de reserve stedelijke voorzieningen. RSV-1 is daardoor een afgesloten geheel geworden. De reserve is tot en met 2015 (nagenoeg) toereikend om alle claims op te vangen.
Voeding en aanwending RSV-1 Voeding
• Algemene dekkingsreserve:
44,1 mln.
• VVP-bijdrage
22,1 mln.
• Vathorst / Bovenwijkse Voorzieningen
• Verkoop aandelen (Remu / Bouwfonds) • Grondexploitatie / begrotingsruimte
• Overige Totaal
Aanwending • Bereikbaarheid
• Bijdrage in Eemcentrum
• Bijdrage aan zwembad Hogeweg • ABC-scholen
18,4 mln. 12,2 mln.
8,7 mln.
127,8 mln.
63,5 mln.
23,0 mln.
10,9 mln. 8,9 mln.
• Groen / Groen Blauwe Structuur
4,6 mln.
• Overige
13,5 mln.
• Studenten/jongerenhuisvesting / Wonen boven winkels
Totaal
24
22,3 mln.
4,5 mln.
128,9 mln.
In bijlage IV is een meer gedetailleerd overzicht opgenomen van de voeding en de aanwending van de reserve Stedelijke voorzieningen. Daarmee is de reserve Stedelijke Voorzieningen nagenoeg toereikend om alle ambities te bekostigen. Als de realisatie van het Eemcentrum en het Zwembad Hogeweg zich volgens planning voltrekt, dan zal in de periode 2010 – 2013 nog wel een faseringsprobleem ontstaan binnen de reserve Stedelijke Voorzieningen. Ten aanzien van de fasering van de voeding moet nog een kanttekening worden gemaakt. De bijdrage vanuit de grondexploitatie Vathorst vindt plaats aan de hand van de gerealiseerde woningen. Nu de woningbouwplanning in Vathorst verdere vertraging oploopt (fasering van minimaal twee jaar) zal ook de bijdrage voor de bovenwijkse voorzieningen later beschikbaar komen. Compartiment Bereikbaarheid Het compartiment Bereikbaarheid geeft het volgende beeld Compartiment Bereikbaarheid RSV-1
Omschrijving Voeding RSV
Overig
Totaal voeding
Gekozen prioriteiten Openbaar Vervoer
Totaal 2009
2010
2011
2012
t/m 2015
Totaal
36,2
3,4
8,4
3,4
3,4
8,7
63,5
8,7
65,9
0,1
10,5
2,4
38,6
6,1
3,4
2,1
1,6
0,3
0,3
0,3
0,3
Auto-Bereikbaarheid
9,1
2,0
0,2
0,1
Beleid / programmamanagement
2,3
Bijdrage zwembad
Totaal gekozen prioriteiten Saldo compartiment bereikbaarheid
34,0 4,6
3,4
0,7
4,8
Mobiliteitsbijdrage parkeren
3,4
0,8
8,7 7,6
2,8
Fiets
Veilig en leefbaar
2013
t/m 2008
12,1 -4,0
1,7
7,5
1,9
8,2
2,4
3,4
0,0 0,2
0,5
0,3
0,4
0,5
0,4
0,3
17,8
12,3
0,8
27,9
0,1
0,4
3,0 15,0 -10,6
4,1
3,0
11,4
1,3
2,2
76,0
-18,7
-16,7
-10,1
-10,1
Het compartiment bereikbaarheid kent bij ongewijzigd beleid nog een tekort van ca € 10 mln.. Daarin is verwerkt dat vanuit dit compartiment een bijdrage aan het nieuwe zwembad Hogeweg wordt verleend, daartoe is een aantal jaren geleden reeds besloten. Er is een provinciale bijdrage aangevraagd voor de investeringen in bereikbaarheid. We hopen met deze bijdrage het tekort in het compartiment Bereikbaarheid te kunnen compenseren. Wanneer blijkt dat de bijdrage niet of niet volledig zal worden ontvangen, dan zal moeten worden geprioriteerd in het investeringsniveau. Veel investeringen liggen echter al vast. Wanneer deze bijdrage daadwerkelijk wordt ontvangen dan is daarmee ook de realisatie van de investeringen in de Hogeweg gewaarborgd. RSV-2 RSV-2 is in het leven geroepen bij de begroting 2007. Toen bij de kaderbrief 2007 was besloten om RSV-1 als een afgerond geheel te beschouwen heeft de gemeenteraad aangegeven behoefte te hebben aan een nieuwe Reserve Stedelijke Voorzieningen: RSV-2. Tot en met 2015 zal deze reserve worden gevoed met een bedrag van ongeveer € 15 mln.. De aanwending zou moeten worden bezien in het kader van de uitkomsten van de discussie Amersfoort 2030. De besluitvorming over de compartimentering van deze reserve is uitgesteld tot deze kadernota. De raad heeft zich op het standpunt gesteld dat zolang over de compartimentering geen besluitvorming heeft plaatsgevonden, de reserve niet aangewend kon worden. Ons voorstel om tussentijdse aanwendingen te doen ten laste van RSV-2 (Fiber to the Home en de “overbruggingslijst”) werd bij de besluitvorming over de Kadernota 2009 geamendeerd. Daarmee is RSV-2 vooralsnog overeind gebleven als eerste aanzet voor het reserveren van middelen voor een lange termijn strategie. Eerder in deze kadernota hebben wij aangegeven dat de actuele situatie noodzaakt tot het aanwenden van de middelen voor kortetermijn-maatregelen in verband met de economische crisis. 25
Kadernota 2010 – 2013
RSV-3 Wij willen met deze kadernota niet alleen inzetten op het gezond houden van onze financiële huishouding, wij willen ook een perspectief bieden op een strategie voor de realisatie van grootstedelijke voorzieningen op lange termijn. Wij willen hiervoor een nieuwe reserve in het leven roepen: RSV-3. Onze inzet daarbij is dat na de realisatie van de bezuinigingstaakstelling vanaf 2014 sprake moet zijn van een structureel overschot op de begroting. Een deel van dat overschot zal worden ingezet voor de doelstellingen in het kader van RSV-3. Het gaat hier om grootschalige investeringen, die mede in verband kunnen worden gebracht met de uitkomsten van de discussie over Amersfoort 2030 en de adviezen uit het rapport van de commissie Van Ek. Ten aanzien van de voorgenomen voedingen van deze reserve, zijn er de volgende opties: • Een deel van het te realiseren structurele overschot op de begroting 2014; • Een structurele taakstelling die jaarlijks met een zelfde bedrag opgehoogd wordt. Als vuistregel geldt dat een structurele taakstelling die gedurende 15 jaar ieder jaar met € 250.000,-- wordt verhoogd een investeringsruimte oplevert van ongeveer € 50 mln.; • Een jaarlijkse stijging van de OZB-tarieven boven de inflatie. Hier geldt als vuistregel dat wanneer de tarieven ieder jaar met 1% extra boven de inflatie worden verhoogd dit een investeringsruimte oplevert van eveneens ongeveer € 50 mln.; • 50% van de netto-rekeningssaldi; • Incidentele opbrengsten uit verkoop van bezittingen en aandelen. Hoewel nu nog geen definitieve compartimentering hoeft te worden vastgesteld, willen wij hier toch een richting aan geven. Een dergelijke reserve zou een volgende compartimentering kunnen hebben: • Bereikbaarheid: Wij hebben ons gecommitteerd aan de verdere uitvoering van het Bereikbaarheidspakket Utrecht, ook voor het deel dat volgt op de no-regret maatregelen. Alleen al voor dit pakket is een bedrag benodigd van ruim € 16 mln.. • Groen: Zowel onze groene ambities in de bestaand stad, alsmede de realisatie van Vathorst Noord vraagt nog om forse financiële inspanningen, die op dit moment in de begroting nog niet zijn gedekt. • Overige maatschappelijke investeringen: Net als binnen de huidige RSV-1 zal ook binnen RSV-3 een compartiment moeten worden opgenomen voor overige maatschappelijke investeringen. Wij willen in ieder geval investeren in de sociale structuur van onze lokale samenleving. Wij willen met ingang van 2014 elk jaar een extra structurele bijdrage in de RSV-3 storten van € 250.000. De definitieve besluitvorming over de voeding en de besteding van de RSV-3 laten wij echter over aan de volgende gemeenteraad.
26
Voorzieningen Vathorst Vathorst Algemeen In de gemeentebegroting zijn bedragen opgenomen ter dekking van de exploitatielasten van de realisatie van de wijkse voorzieningen (schoolgebouwen, cultuur- en sportvoorzieningen, welzijnsgebouwen, onderhoud van de openbare ruimte) in Vathorst. Omdat de stad groeit, vanwege de uitbreiding met de wijk Vathorst, ontvangt de gemeente een hoger bedrag aan onroerende zaakbelasting en ook de algemene uitkering van het Rijk neemt daardoor toe. In 1997 is als uitgangspunt vastgelegd dat de exploitatie en het onderhoud van gemeentelijke voorzieningen in Vathorst moeten worden bekostigd uit deze extra middelen. Achterliggende gedachte hierbij was dat op deze wijze Vathorst budgettair neutraal uitpakt voor de gemeentebegroting en er geen kosten van Vathorst worden afgewenteld op de bestaande stad. Voor de bepaling van het budget voor Vathorst werken we met een normbedrag per woning. Dit is afgeleid van de ingeschatte OZB-opbrengst en de algemene uitkering. Het netto normbedrag bedraagt momenteel €1.925,= per woning2. Als het aantal woningen sneller stijgt, stijgt ook het budget voor Vathorst. Als de ontwikkeling van het aantal woningen tegenvalt, is dat ook een tegenvaller in het budget voor Vathorst. Vorig jaar is bij de kadernota besloten om de investeringsbedragen op te hogen. Dit had met name betrekking op het ICO-cluster, De Laak-2, De Bron en Fithorst. Per saldo ging het om een investeringsbedrag van € 14,4 mln.. Omdat de wijkse voorzieningen veelal worden gerealiseerd alvorens de inkomsten uit het gemeentefonds en de OZB worden gegenereerd, is er sprake van een tijdelijk faseringstekort. We hebben dit faseringstekort ondermeer opgelost door de planningen aan te passen en de tijdshorizon te verruimen tot 2020. Daarmee was de maximale rek ook wel gebruikt. Verdere negatieve kostenontwikkelingen in de toekomst zullen dan ook opgevangen moeten worden door herprioritering binnen het voorzieningenpakket of door een nadere afweging van de omvang daarvan. Woningbouwontwikkeling Voor de komende meerjarenbegroting gaan wij uit van een forse vertraging van de woningbouwontwikkeling in Vathorst. Wij houden nu rekening met een halvering van de woningbouwproductie in deze begrotingsperiode. Voorts gaan wij er in deze berekeningen van uit dat de jaarproductie na de huidige meerjarenperiode weer op het oude niveau terugkomt. Concreet betekent dit een vertraging in de woningbouwplanning van ongeveer twee jaar. Wij realiseren ons dat we hiermee nog steeds een zeker risico lopen.
2 Het bruto normbedrag bedraagt € 2.432,=. Hierin is een bedrag van € 507,= begrepen voor areaal openbare ruimte. Dit fluctueert op dezelfde wijze mee als het budget voor de voorzieningen Vathorst. 27
Kadernota 2010 – 2013
Onderstaand overzicht laat zien dat door de vertraging in de woningbouwontwikkeling het budget voor Vathorst fors afneemt. De afname loopt op tot ruim € 4 mln. in de jaren 2013 tot en met 2015. Budgettaire effect vertraging Vathorst (x € 1.000)
Toename vorige meerjarenbegroting
Toename huidige meerjarenbegroting
Verschil
2009
2010
796
500
950
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
400
400
600
950
950
950
950
277
-500
900
-500
950
-350
950
0
950
0
23
-804
-1.304
-1.804
-2.154
-2.154
-2.154
-1.227
-277
950
277
Mutatie van het budget voor Vathorst -0,3
-1,5
-2,5
-3,5
-4,1
-4,1
-4,1
-2,4
-0,5
0
Budgettair effect (bedrag x € 1 mln.)
-650
2011
900
-154
Cumulatief
-154
1.150
927
0
Oplossingsstrategieën Een aantal clusters is in Vathorst al gerealiseerd of in aanbouw. Dat betekent dat er binnen Vathorst nog maar drie grote projecten zijn die door fasering (of versobering) een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van de financiële problematiek: • Het Cluster De Bron (oorspronkelijk gepland in 2011) • Het Cluster Laak 2 (oorspronkelijk gepland in 2012) • Het Zwembad Vathorst (oorspronkelijk gepland in 2010) Over de hele planperiode berekend bedraagt het budgetverlies voor de Wijkse Voorzieningen Vathorst € 23 mln.. Hiervan denken wij € 3,5 mln. te kunnen dekken uit een gevormde reserve wijkse voorzieningen Vathorst ad. € 2,5 mln. en budgettaire ruimte die beschikbaar komt na 2013 (zie begroting bestaand beleid). Het overige deel van € 19,5 mln. willen wij voor 2/3e deel (€ 13 mln.) vinden door middel van fasering van voorzieningen en 1/3e deel (6,5 mln.) door middel van versobering op de exploitatiekosten en van de (verhoogde) areaalbudgetten Vathorst. Indien deze versobering niet zou blijken te kunnen dan is het enige alternatief het nog verder faseren van de voorzieningen. Inmiddels zijn de voorbereidingen in gang gezet om de consequenties van de fasering in beeld te brengen. Een eerste verkenning leert dat rekening moet worden gehouden met faseringen in de orde van grootte van 3 tot 6 jaar. Bij de begroting in het najaar zullen wij u nader rapporteren over de wijze waarop wij hier invulling aan hebben gegeven.
Fasering en versobering voorzieningen Vathorst (bedragen x € 1 mln.)
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
Fasering voorzieningen
1,0
1,5
2,0
2,0
2,0
2,0
1,0
1,5
1,0
1,0
1,0
1,0
-0,5
-1,0
-1,0
-1,1
-1,1
-1,1
0,9
1,5
1,0
Mutatie van het budget voor Vathorst -0,3
-1,5
-2,5
Versobering exploitatie/ areaalbudgetten
Saldo
28
-0,3
-3,5
0,5
-4,1
1,0
-4,1
1,0
-4,1
-2,4
-0,5
2018
0
RRI Inleiding Het programma Ruimtelijke Investeringen is op 21 oktober 2008 vastgesteld door de raad. In dit programma is de aanzet gegeven tot een ruimtelijke ontwikkelingsstrategie voor Amersfoort. Toegezegd is bij de Kadernota nader in te gaan op de Reserve Ruimtelijke Investeringen (RRI). In de RRI worden budgetten gereserveerd voor projecten uit de gebiedsontwikkelingen Amersfoort Vernieuwt en Centrum Ontwikkelingen. Voor de projecten binnen de Groenblauwe structuur en Bereikbaarheid zijn middelen gereserveerd in RSV-1.
Voeding De RRI wordt gevoed uit middelen van positieve grondexploitaties, waaronder Vathorst en Nieuwland. De herziening 2008 van de lopende grondexploitaties laat een positief saldo zien. Dit saldo zou hoger zijn geweest ware het niet dat in de jaarrekening een bedrag van € 5,0 mln. moest worden gereserveerd voor een voorziening om in het huidige economische tij het te verwachten verlies op een deel van de strategische grondvoorraad ad. € 23,0 mln. op te kunnen vangen. De totale strategische grondvoorraad is overigens ca € 52,0 mln. In het jaarverslag 2008, deel 2, paragraaf 2 (Van bruto naar netto saldo) zijn de toevoegingen en onttrekkingen aan de RRI opgenomen. Per saldo is een bedrag van ruim € 5,8 mln. aan de RRI toegevoegd. De beginstand van de RRI was € 2,3 mln. (zie jaarverslag, deel 2, paragraaf 3). In 2009 kunnen wij een bedrag van € 3,2 mln. aan de RRI toevoegen wegens vrijvallende volkshuisvestingsgelden vanuit het voormalige gewest Eemland. Samen met enkele kleinere mutaties is daardoor totaal beschikbaar in de RRI € 11,8 mln. Wij merken verder nog op dat voor na 2009 extra middelen worden verwacht vanuit Vathorst, verder vrijvallende volkshuisvestingsgelden en uit voordelige saldi van andere grondexploitaties. Gelet op de onzekere economische situatie laten wij deze middelen echter voorshands buiten beschouwing.
Beschikbaar saldo Bij de kadernota en de begroting 2009 is besloten dat de in de RRI aanwezige middelen zouden kunnen worden aangewend voor a. Amersfoort Vernieuwt € 7,2 mln. b. Initiële Planontwikkelingskosten € 2,0 mln. Per saldo is er daarom nu nog te bestemmen binnen de RRI een bedrag van € 11,8 minus € 9,2 oftewel € 2,6 mln.
Besteding Het beschikbare bedrag van € 2,6 mln. willen wij bestemmen voor enkele ontwikkelingen in het Centrumgebied van de stad. Met name gaat het daarbij om de ontwikkeling van het Eemplein en de Kop van Isselt. Het Eemplein heeft onze prioriteit en is ook randvoorwaarde voor de verdere ontwikkelingsmogelijkheden van andere gebieden. Zo kan bijvoorbeeld de Zonnehof pas herontwikkeld worden als de bibliotheek is verplaatst naar het Eemplein. Voor de Kop van Isselt zijn de kans om de ROVA te verplaatsen alsmede de rentelasten van de aangekochte “TOPlocatie” en het pand van Warner Jenkinson reden om te prioriteren. Naast deze twee ontwikkelingen is er nu geen financiële ruimte beschikbaar binnen de RRI. Dat geldt voor het Stadhuispleingebied en ook voor de Zonnehof. De visie op hoofdlijnen voor het Stadhuispleingebied wordt afgerond. De uitvoering van de visie is afhankelijk van marktinitiatieven, zoals Pieters Blokland. Hiervoor zijn geen gemeentelijke middelen beschikbaar.
29
Kadernota 2010 – 2013
De ontwikkeling van de Zonnehof zal budgettair neutraal moeten plaatsvinden. Deze randvoorwaarde leidt waar nodig tot een aangepaste planontwikkeling van dit gebied. De financiële haalbaarheid zal daarbij een uiterst kritische factor blijven. Verder zullen eventueel voorlopig alleen projecten met een verwacht positief saldo of budgettair neutraal saldo aan snee kunnen komen. Amersfoort Vernieuwt Voor Amersfoort Vernieuwt geldt het uitgangspunt dat de geplande ontwikkelingen in eerste instantie binnen het beschikbare budget van € 7,2 mln. moeten plaatsvinden. Vorig jaar hebben wij geschetst dat dit bedrag zou worden ingezet voor de herontwikkeling van het waterwingebied (€ 3,0 mln.), de herinrichting van de openbare buitenruimte Ariaweg en de Plaatsen (€ 1,5 mln.) en de planvormingskosten AV (€ 2,7 mln.). Voorgesteld wordt nu om niet het hele bedrag dat beschikbaar is voor het waterwingebied daaraan te besteden maar deels aan te wenden voor: a. Operaplein: omzetting winkelcentrum naar woonzorgcentrum € 0,50 mln. b. Euterpeplein: herontwikkeling met 2e supermarkt € 0,35 mln. c. Indexering bijdrage Alliantie € 0,90 mln. Voor het waterwingebied starten we met een strategische aanpak waarin we enerzijds versneld en anderzijds gefaseerd een beheer- en inrichtingsplan met de ambities voor het waterwingebied gaan opstellen en uitvoeren. In dit plan zal met een zonering gewerkt worden in verschillende deelgebieden waardoor onderdelen gefaseerd uitgevoerd kunnen worden met de beschikbare middelen. De eerste fase start in 2010, de volgende fasen worden uitgesteld. In het raadsbesluit Hogeweg van 21 oktober 2008 is besloten een hogere parkeernorm toe te passen en de helft van de extra kosten, zijnde € 1,0 mln. binnen AV op te lossen. Wij denken dat te kunnen doen vanuit verwachte EFRO- en andere subsidies. Volledigheidshalve merken we op dat binnen het beschikbare budget in principe de kosten van AV tot en met 2011 zijn afgedekt; voor de periode daarna zullen te zijner tijd aanvullende middelen moeten worden gevonden. Dat geldt ondermeer voor de dekking van de bijdrage in het tekort van de Alliantie na 2012 ad. € 3,9 mln.
30
Risico’s en onzekerheden In deze kadernota zijn op diverse plaatsen al risico’s en onzekerheden benoemd. Wij willen hier volstaan met het op hoofdlijnen recapituleren van de grote risicoposten en onzekerheden binnen de ramingen. In de eerste plaats de bezuinigingen van het Rijk. Wij zijn er van uit gegaan dat wij tot en met 2010 daarvan gevrijwaard blijven (geen accressystematiek). Het Rijk heeft over die jaren echter nog wel een taakstelling in te vullen. Het is niet bekend wat daarvan de (indirecte) gevolgen voor de gemeenten kunnen zijn. Met ingang van 2011 wil het kabinet het financieringstekort terug gaan dringen. De jaarlijkse taakstelling daarvoor is 5,5 mld. Als deze bezuiniging volledig zou worden doorvertaald in het gemeentefonds dan zou dat voor Amersfoort een structurele korting betekenen van € 7,5 mln. per jaar, gedurende wellicht een grote reeks van jaren. Andere bezuinigingsmaatregelen maar vooral een groeiende economie kunnen dat dramatische beeld voorkomen. Maar het is wel goed om te beseffen dat er nog zware jaren kunnen gaan volgen. De ontwikkeling van de uitgaven voor de bijstand zijn, zoals reeds eerder in deze nota aangegeven, optimistisch geraamd. Eerste jaren met grote incidentele extra uitgaven worden gevolgd door jaren met structureel meevallende uitgaven. In 2013 is in de ramingen een structurele meevaller verwerkt van € 0,8 mln. Wij achten de risico’s ten aanzien van de kostenontwikkeling binnen deze begrotingspost aanzienlijk. Een belangRijke oorzaak van de actuele tekorten is de vertraging in de woningbouw. In de ramingen zijn wij uitgegaan van een vertraging van 2 jaar die aan het eind van de exploitatieperiode van Vathorst weer ingehaald zal worden. De vraag is echter of het bij deze twee jaren blijft. Er zijn ook aanwijzingen dat binnen de grondexploitatie een vertraging kan optreden van 3 of 4 jaar. Twee jaar extra vertraging betekent een extra tekort binnen de begroting van ca 3,0 mln., verder een lagere winstuitkering waardoor de RRI minder gevoed kan worden en een verdere vertraging in de tijd van de voorzieningen in Vathorst. Tenslotte vermelden we de grondexploitaties en de projecten. Los van de economische crisis was al voorzien dat er de komende jaren, wanneer de stad geleidelijk van een ontwikkelingssituatie naar een beheersituatie verandert, de grondexploitaties en daaraan gerelateerde projecten zullen afnemen. Dat heeft directe en behoorlijke consequenties voor de omvang van het ambtelijk apparaat en de dekking van de overhead. Op allerlei manieren wordt daarop al geanticipeerd. Het is goed te beseffen dat naast de komende bezuinigingsoperatie ook dit effect binnen de ambtelijke organisatie moet worden opgevangen. De nog lopende grondexploitaties worden in de huidige tijd ook steeds risicovoller. Over Vathorst schreven wij reeds, lagere winstuitkeringen liggen in het verschiet. De ontwikkeling van Vathorst-West, Podium en Trapezium CSG zal voorlopig bijzonder risicovol blijven. Verder is er een grote voorraad aan strategische grondposities in de stad. In de jaarrekening 2008 is daarvoor een voorziening opgenomen van € 5,0 mln. maar de vraag is of daarmee in de toekomst kan worden volstaan.
31
Kadernota 2010 – 2013
Samenvattende voorstellen a. Ingezet wordt op een mix van stimulerende investeringsmaatregelen enerzijds en een bezuinigingspakket op de lopende exploitatie anderzijds. b. Bij de begrotingsbehandeling in het najaar zal de besluitvorming over de uitwerkingsvoorstellen van het bezuinigingspakket plaatsvinden. c.
Het voorgenomen investeringspakket zal nagenoeg onverkort en waar mogelijk versneld worden uitgevoerd
d. Met betrekking tot de financiële situatie wordt uitgegaan van drie bezuinigingsscenario’s van respectievelijk 10,0, 15,0 en 20,0 mln. e.
In deze raadsperiode wordt een bezuinigingsoperatie gestart met een taakstelling van 10 mln. maar waarbij de andere scenario’s in de afweging worden betrokken.
f.
De taakstellingen voor de bezuinigingsoperatie worden gewogen conform de voorstellen zoals vermeld in het overzicht, te weten: • Sociale veiligheid 25% • Stedelijk beheer 50% • Milieu 50% • Wijkwelzijn 200% • Kwetsbare groepen 75% • BGK 150% • Ruimtelijke ontwikkeling 150% • Volkshuisvesting 150% • Economie 25% • Archief Eemland 75% • Jeugd en sport 75% • Minimabeleid 50% De overige programmaonderdelen worden gewogen op 100%.
g. De lokale lasten worden niet extra verhoogd boven het inflatiepercentage; een aantal opbrengstverruimende maatregelen zullen nader worden onderzocht. h. Uitgegaan wordt van een sluitende RSV-1; indien verwachte middelen voor bereikbaarheid niet binnenkomen zal herprioritering binnen RSV-1, compartiment bereikbaarheid, plaatsvinden. i.
De incidentele middelen van RSV-2 zullen worden ingezet voor: • • •
32
De kosten van de basis- en no-regret maatregelen bereikbaarheidspakket ad € 5,5 mln. De overbruggingszaken 2010 ad € 1,2 mln. Implementatiebudget bezuinigingen ad € 8,3 mln.
j.
Er zal een nieuwe RSV-3 worden gevormd voor investeringen op de langere termijn, ondermeer ter dekking van het commitment dat is aangegaan ten aanzien van de verdere maatregelen van het bereikbaarheidspakket; de besluitvorming over de voeding en bestemming van deze reserve zal worden overgelaten aan de nieuwe raad.
k.
De nog te realiseren voorzieningen Vathorst zullen worden gefaseerd en eventueel versoberd; bij de begrotingsbehandeling zal een nieuwe nota Voorzieningen Vathorst worden vastgesteld.
l.
De extra beschikbare middelen binnen de RRI aan te wenden voor de ontwikkeling van het Eemplein en de Kop van Isselt; andere plannen worden stil gezet dan wel herontwikkeld tot minimaal budgettair neutrale projecten zoals aangegeven in deze kadernota.
m. De binnen de RRI beschikbare middelen voor Amersfoort Vernieuwt worden opnieuw geprioriteerd zoals aangegeven in deze kadernota.
33
Kadernota 2010 – 2013
34
Bijlagen
35
Kadernota 2010 – 2013
36
BIJLAGE I Bezuinigingstaakstellingen per scenario: Scenario 1: taakstelling € 10 mln. Scenario 2: taakstelling € 15 mln. Scenario 3: taakstelling € 20 mln.
Elk overzicht bevat per programmaonderdeel:
a. De geraamde bruto-uitgaven 2010 conform de laatst vastgestelde meerjarenbegroting b. De daarin begrepen kapitaallasten c. De geraamde inkomsten 2010 conform de laatst vastgestelde meerjarenbegroting d. De geraamde netto-uitgaven 2010, excl. kapitaallasten
e. De voorgestelde wegingsfactoren f. De basis voor de weging c.q. de netto-uitgaven vermenigvuldigd met de wegingsfactor: g. et wel: het bedrag in de kolom “netto met weging” is dus puur een rekengetal! h. Het procentuele aandeel van de taakstelling op het programmaonderdeel ten opzichte van het totaal
i. De omvang van de taakstelling indien de wegingsfactoren NIET zouden zijn toegepast j. De omvang van de taakstelling MET toepassing van de wegingsfactoren
k. De spreiding van de taakstelling over de jaren 2010 t/m 2013
Nota Bene: De geraamde bedragen voor bruto- en netto-uitgaven zijn steeds inclusief de kosten van het gemeentelijk ambtelijk apparaat; de berekende omvang van de taakstelling is derhalve ook steeds inclusief de taakstellingen voor het ambtelijk apparaat.
37
Kadernota 2010 – 2013
Scenario 1: taakstelling € 10 mln. per programmaonderdeel op basis netto uitgaven, excl. kapitaallasten Portefeuillehouder
Programmaonderdeel
Programma
Uitgaven 2010
kapitaallasten
Inkomsten 2010
Netto excl. kapitaallasten
Veiligheid Burgemeester
fysieke veiligheid
1
10.188,3
Burgemeester
sociale veiligheid
1
2.696,1
732,7
366,9
9.088,7
26,2
2.669,9
12.884,4
732,7
393,1
11.758,6
Stedelijk beheer/milieu Van Daalen
beheer
2
41.019,1
4.666,1
13.716,1
22.636,9
Eerdmans
milieu
2
18.456,6
113,6
15.473,8
2.869,2
59.475,7
4.779,7
29.189,9
25.506,1
Zorg, welzijn, wijkontw. Boeve
(wijk)welzijn, incl. jeugd
3
8.666,7
923,4
1.032,0
6.711,3
Boeve
kwetsbare groepen/ kinderopvang
3
2.401,1
32,4
80,0
2.288,7
Eerdmans
integratie/ inburgering enz.
3
320,0
320,0
Van Daalen
senioren
3
1.290,2
1.290,2
Van Daalen
vrijwilligers
3
631,4
631,4
Van Daalen
zorg , incl. WMO
3
27.463,9
4.559,2
22.904,7
Van Daalen
kwetsbare groepen
3
12.036,1
8.818,0
3.218,1
Hekman
wijkontwikkeling
3
3.276,0
3.276,0
56.085,4
955,8
14.489,2
40.640,4
4
14.364,0
327,1
4.625,4
9.411,5
4
15.711,0
10.867,7
31,4
4.811,9
30.075,0
11.194,8
4.656,8
14.223,4
Onderwijs Eerdmans
onderwijsbeleid
Eerdmans
Groen-blauwe struct. Van Daalen
groenblauw
5
121,0 121,0
121,0 -
-
121,0
RO en wonen Luchtenveld
bouw- en gebruikskwaliteit
6
6.995,0
Luchtenveld
ruimtelijke ontwikkeling
6
3.370,0
Luchtenveld
volkshuisvesting
6
2.361,0
Hekman
grondexploitatie
6
61.810,2
38
74.536,2
5.863,8
1.131,2
976,0
834,0
1.560,0
34,5
52,4
2.274,1
61.683,2
127,0
68.433,4
5.092,3
1.010,5
Netto met weging
Weging
Procentueel
Taakstelling voor weging
Taakstelling na weging
2010
2011
2012
2013
100%
9.088,7
6,24%
572,3
624,0
405,6
218,4
-
-
25%
667,5
0,46%
168,1
45,8
29,8
16,0
-
-
9.756,2
6,70%
740,4
669,9
435,4
234,5
-
-
50%
11.318,5
7,77%
1.425,4
777,1
505,1
272,0
-
-
50%
1.434,6
0,99%
180,7
98,5
64,0
34,5
-
-
12.753,1
8,76%
1.606,0
875,6
569,2
306,5
-
-
200%
13.422,6
9,22%
422,6
921,6
599,0
322,6
-
-
100%
2.288,7
1,57%
144,1
157,1
102,1
55,0
-
-
100%
320,0
0,22%
20,1
22,0
14,3
7,7
-
-
100%
1.290,2
0,89%
81,2
88,6
57,6
31,0
-
-
100%
631,4
0,43%
39,8
43,4
28,2
15,2
-
-
100%
22.904,7
15,73%
1.442,2
1.572,7
1.022,2
550,4
-
-
75%
2.413,6
1,66%
202,6
165,7
107,7
58,0
-
-
100%
3.276,0
2,25%
206,3
224,9
146,2
78,7
-
-
46.547,2
31,96%
2.559,0
3.196,0
2.077,4
1.118,6
-
-
100%
9.411,5
6,46%
592,6
646,2
420,0
226,2
-
-
100%
4.811,9
3,30%
303,0
330,4
214,8
115,6
-
-
14.223,4
9,77%
895,6
976,6
634,8
341,8
-
-
121,0
0,08%
7,6
8,3
5,4
2,9
-
-
121,0
0,08%
7,6
8,3
5,4
2,9
-
-
150%
1.696,8
1,17%
71,2
116,5
75,7
40,8
-
-
150%
2.340,0
1,61%
98,2
160,7
104,4
56,2
-
-
150%
3.411,2
2,34%
143,2
234,2
152,2
82,0
-
-
100%
127,0
0,09%
8,0
8,7
5,7
3,1
-
-
7.575,0
5,20%
320,6
520,1
338,1
182,0
-
-
100%
39
Kadernota 2010 – 2013
Portefeuillehouder
Programmaonderdeel
Programma
kapitaallasten
Uitgaven 2010
Inkomsten 2010
Netto excl. kapitaallasten
Economie/bereikb.heid Boeve
economie
7
1.547,3
2,5
274,0
1.270,8
Luchtenveld
bereikbaarheid
7
7.475,7
2.031,0
4.609,7
835,0
9.023,0
2.033,5
4.883,7
2.105,8
Cultuur Kruyt
amateur- en podiumkunst
8
8.273,0
863,9
287,0
7.122,1
Kruyt
beeldende kunst en musea
8
3.575,7
262,7
401,1
2.911,9
Kruyt
media, incl. bibliotheek
8
3.359,2
Kruyt
projecten
8
1.328,2
630,0
Burgemeester
archief eemland
8
1.610,7
35,4
272,4
1.302,9
Luchtenveld
monumentenzorg en archeologie
8
1.469,5
40,9
35,6
1.393,0
19.616,3
1.832,9
996,1
16.787,3
3.359,2 698,2
Toer., sport, recreatie Boeve
toerisme
9
1.148,7
119,5
Kruyt
sport
9
8.308,5
1.196,5
Boeve
recreatie
9
77,9
12,2
9.535,1
1.328,2
1.029,2 326,7
6.785,3 65,7
326,7
7.880,2
Werk en inkomen Kruyt
inkomen
10
38.877,0
32.749,0
6.128,0
Kruyt
minimabeleid
10
8.079,5
417,0
7.662,5
Kruyt
werk
10
34.458,3
30.194,0
4.264,3
63.360,0
18.054,8
2.169,7
4.158,1
6,2
6.509,8
81.414,8
-
Bestuur, dienstverlening Eerdmans
dienstverlening
11
6.327,8
Burgemeester
bestuur
11
6.669,4
Burgemeester
communicatie
11
1.809,6 14.806,8
153,4
1.809,6 153,4
2.175,9
12.477,5
Bedrijfsvoering, financ. Hekman
afdeling belastingen
12
4.168,0
Hekman
financien algemeen
12
23.673,3 27.841,3
40
395.415,0
4.168,0 23.673,3
-
-
23.673,3
4.168,0
24.021,5
212.578,1
158.815,4
Netto met weging
Weging
Procentueel
Taakstelling voor weging
Taakstelling na weging
2010
2011
2012
2013
25%
317,7
0,22%
80,0
21,8
14,2
7,6
-
-
100%
835,0
0,57%
52,6
57,3
37,3
20,1
-
-
1.152,7
0,79%
132,6
79,1
51,4
27,7
-
-
100%
7.122,1
4,89%
448,5
489,0
317,9
171,2
-
-
100%
2.911,9
2,00%
183,4
199,9
130,0
70,0
-
-
100%
3.359,2
2,31%
211,5
230,6
149,9
80,7
-
-
100%
698,2
0,48%
44,0
47,9
31,2
16,8
-
-
75%
977,2
0,67%
82,0
67,1
43,6
23,5
-
-
100%
1.393,0
0,96%
87,7
95,6
62,2
33,5
-
-
16.461,6
11,30%
1.057,0
1.130,3
734,7
395,6
-
-
100%
1.029,2
0,71%
64,8
70,7
45,9
24,7
-
-
75%
5.089,0
3,49%
427,2
349,4
227,1
122,3
-
-
100%
65,7
0,05%
4,1
4,5
2,9
1,6
-
-
6.183,9
4,25%
496,2
424,6
276,0
148,6
-
-
100%
6.128,0
4,21%
385,9
420,8
273,5
147,3
-
-
50%
3.831,3
2,63%
482,5
263,1
171,0
92,1
-
-
100%
4.264,3
2,93%
268,5
292,8
190,3
102,5
-
-
14.223,6
9,77%
1.136,8
976,6
634,8
341,8
-
-
100%
4.158,1
2,85%
261,8
285,5
185,6
99,9
-
-
100%
6.509,8
4,47%
409,9
447,0
290,5
156,4
-
-
100%
1.809,6
1,24%
113,9
124,2
80,8
43,5
-
-
12.477,5
8,57%
785,7
856,7
556,9
299,9
-
-
100%
4.168,0
2,86%
262,4
286,2
186,0
100,2
-
-
100%
-
0,00%
0,0
-
-
-
-
4.168,0
2,86%
262,4
286,2
186,0
100,2
-
-
145.643,0
100,00%
10.000,0
10.000,0
6.500,0
3.500,0
-
-
-
41
Kadernota 2010 – 2013
Scenario 2: taakstelling € 15 mln. per programmaonderdeel op basis netto uitgaven, excl. kapitaallasten Portefeuillehouder
Programmaonderdeel
Programma
Uitgaven 2010
kapitaallasten
Inkomsten 2010
Netto excl. kapitaallasten
Veiligheid Burgemeester
fysieke veiligheid
1
10.188,3
Burgemeester
sociale veiligheid
1
2.696,1
732,7
366,9
9.088,7
26,2
2.669,9
12.884,4
732,7
393,1
11.758,6
Stedelijk beheer/milieu Van Daalen
beheer
2
41.019,1
4.666,1
13.716,1
22.636,9
Eerdmans
milieu
2
18.456,6
113,6
15.473,8
2.869,2
59.475,7
4.779,7
29.189,9
25.506,1
Zorg, welzijn, wijkontw. Boeve
(wijk)welzijn, incl. jeugd
3
8.666,7
923,4
1.032,0
6.711,3
Boeve
kwetsbare groepen/ kinderopvang
3
2.401,1
32,4
80,0
2.288,7
Eerdmans
integratie/ inburgering enz.
3
320,0
320,0
Van Daalen
senioren
3
1.290,2
1.290,2
Van Daalen
vrijwilligers
3
631,4
631,4
Van Daalen
zorg , incl. WMO
3
27.463,9
4.559,2
22.904,7
Van Daalen
kwetsbare groepen
3
12.036,1
8.818,0
3.218,1
Hekman
wijkontwikkeling
3
3.276,0
3.276,0
56.085,4
955,8
14.489,2
40.640,4
4
14.364,0
327,1
4.625,4
9.411,5
4
15.711,0
10.867,7
31,4
4.811,9
30.075,0
11.194,8
4.656,8
14.223,4
Onderwijs Eerdmans
onderwijsbeleid
Eerdmans
Groen-blauwe struct. Van Daalen
groenblauw
5
121,0 121,0
121,0 -
-
121,0
RO en wonen Luchtenveld
bouw- en gebruikskwaliteit
6
6.995,0
Luchtenveld
ruimtelijke ontwikkeling
6
3.370,0
Luchtenveld
volkshuisvesting
6
2.361,0
Hekman
grondexploitatie
6
61.810,2 74.536,2
5.863,8
1.131,2
976,0
834,0
1.560,0
34,5
52,4
2.274,1
61.683,2
127,0
68.433,4
5.092,3
1.010,5
Netto met weging
Weging
Procentueel
Taakstelling voor weging
Taakstelling na weging
2010
2011
2012
2013
100%
9.088,7
6,24%
858,4
936,1
405,6
218,4
312,0
-
25%
667,5
0,46%
252,2
68,7
29,8
16,0
22,9
-
9.756,2
6,70%
1.110,6
1.004,8
435,4
234,5
334,9
-
50%
11.318,5
7,77%
2.138,0
1.165,7
505,1
272,0
388,6
-
50%
1.434,6
0,99%
271,0
147,8
64,0
34,5
49,3
-
12.753,1
8,76%
2.409,0
1.313,5
569,2
306,5
437,8
-
200%
13.422,6
9,22%
633,9
1.382,4
599,0
322,6
460,8
-
100%
2.288,7
1,57%
216,2
235,7
102,1
55,0
78,6
-
100%
320,0
0,22%
30,2
33,0
14,3
7,7
11,0
-
100%
1.290,2
0,89%
121,9
132,9
57,6
31,0
44,3
-
100%
631,4
0,43%
59,6
65,0
28,2
15,2
21,7
-
100%
22.904,7
15,73%
2.163,3
2.359,0
1.022,2
550,4
786,3
-
75%
2.413,6
1,66%
303,9
248,6
107,7
58,0
82,9
-
100%
3.276,0
2,25%
309,4
337,4
146,2
78,7
112,5
-
46.547,2
31,96%
3.838,5
4.794,0
2.077,4
1.118,6
1.598,0
-
100%
9.411,5
6,46%
888,9
969,3
420,0
226,2
323,1
-
100%
4.811,9
3,30%
454,5
495,6
214,8
115,6
165,2
-
14.223,4
9,77%
1.343,4
1.464,9
634,8
341,8
488,3
-
121,0
0,08%
11,4
12,5
5,4
2,9
4,2
-
121,0
0,08%
11,4
12,5
5,4
2,9
4,2
-
150%
1.696,8
1,17%
106,8
174,8
75,7
40,8
58,3
-
150%
2.340,0
1,61%
147,3
241,0
104,4
56,2
80,3
-
150%
3.411,2
2,34%
214,8
351,3
152,2
82,0
117,1
-
100%
127,0
0,09%
12,0
13,1
5,7
3,1
4,4
-
7.575,0
5,20%
481,0
780,2
338,1
182,0
260,1
-
100%
Kadernota 2010 – 2013
Portefeuillehouder
Programmaonderdeel
Programma
kapitaallasten
Uitgaven 2010
Inkomsten 2010
Netto excl. kapitaallasten
Economie/bereikb.heid Boeve
economie
7
1.547,3
2,5
274,0
1.270,8
Luchtenveld
bereikbaarheid
7
7.475,7
2.031,0
4.609,7
835,0
9.023,0
2.033,5
4.883,7
2.105,8
Cultuur Kruyt
amateur- en podiumkunst
8
8.273,0
863,9
287,0
7.122,1
Kruyt
beeldende kunst en musea
8
3.575,7
262,7
401,1
2.911,9
Kruyt
media, incl. bibliotheek
8
3.359,2
Kruyt
projecten
8
1.328,2
630,0
Burgemeester
archief eemland
8
1.610,7
35,4
272,4
1.302,9
Luchtenveld
monumentenzorg en archeologie
8
1.469,5
40,9
35,6
1.393,0
19.616,3
1.832,9
996,1
16.787,3
3.359,2 698,2
Toer., sport, recreatie Boeve
toerisme
9
1.148,7
119,5
Kruyt
sport
9
8.308,5
1.196,5
Boeve
recreatie
9
77,9
12,2
9.535,1
1.328,2
1.029,2 326,7
6.785,3 65,7
326,7
7.880,2
Werk en inkomen Kruyt
inkomen
10
38.877,0
32.749,0
6.128,0
Kruyt
minimabeleid
10
8.079,5
417,0
7.662,5
Kruyt
werk
10
34.458,3
30.194,0
4.264,3
63.360,0
18.054,8
2.169,7
4.158,1
6,2
6.509,8
81.414,8
-
Bestuur, dienstverlening Eerdmans
dienstverlening
11
6.327,8
Burgemeester
bestuur
11
6.669,4
Burgemeester
communicatie
11
1.809,6 14.806,8
153,4
1.809,6 153,4
2.175,9
12.477,5
Bedrijfsvoering, financ. Hekman
afdeling belastingen
12
4.168,0
Hekman
financien algemeen
12
23.673,3 27.841,3
395.415,0 44
4.168,0 23.673,3
-
-
23.673,3
4.168,0
24.021,5
212.578,1
158.815,4
Netto met weging
Weging
Procentueel
Taakstelling voor weging
Taakstelling na weging
2010
2011
2012
2013
25%
317,7
0,22%
120,0
32,7
14,2
7,6
10,9
-
100%
835,0
0,57%
78,9
86,0
37,3
20,1
28,7
-
1.152,7
0,79%
198,9
118,7
51,4
27,7
39,6
-
100%
7.122,1
4,89%
672,7
733,5
317,9
171,2
244,5
-
100%
2.911,9
2,00%
275,0
299,9
130,0
70,0
100,0
-
100%
3.359,2
2,31%
317,3
346,0
149,9
80,7
115,3
-
100%
698,2
0,48%
65,9
71,9
31,2
16,8
24,0
-
75%
977,2
0,67%
123,1
100,6
43,6
23,5
33,5
-
100%
1.393,0
0,96%
131,6
143,5
62,2
33,5
47,8
-
16.461,6
11,30%
1.585,5
1.695,4
734,7
395,6
565,1
-
100%
1.029,2
0,71%
97,2
106,0
45,9
24,7
35,3
-
75%
5.089,0
3,49%
640,9
524,1
227,1
122,3
174,7
-
100%
65,7
0,05%
6,2
6,8
2,9
1,6
2,3
-
6.183,9
4,25%
744,3
636,9
276,0
148,6
212,3
-
100%
6.128,0
4,21%
578,8
631,1
273,5
147,3
210,4
-
50%
3.831,3
2,63%
723,7
394,6
171,0
92,1
131,5
-
100%
4.264,3
2,93%
402,8
439,2
190,3
102,5
146,4
-
14.223,6
9,77%
1.705,3
1.464,9
634,8
341,8
488,3
-
100%
4.158,1
2,85%
392,7
428,2
185,6
99,9
142,7
-
100%
6.509,8
4,47%
614,8
670,5
290,5
156,4
223,5
-
100%
1.809,6
1,24%
170,9
186,4
80,8
43,5
62,1
-
12.477,5
8,57%
1.178,5
1.285,1
556,9
299,9
428,4
-
100%
4.168,0
2,86%
393,7
429,3
186,0
100,2
143,1
-
100%
-
0,00%
0,0
-
-
-
-
4.168,0
2,86%
393,7
429,3
186,0
100,2
143,1
-
145.643,0
100,00%
15.000,0
15.000,0
6.500,0
3.500,0
5.000,0
-
-
45
Kadernota 2010 – 2013
Scenario 3: taakstelling € 20 mln. per programmaonderdeel op basis netto uitgaven, excl. kapitaallasten Portefeuillehouder
Programmaonderdeel
Programma
Uitgaven 2010
kaptaallasten
Inkomsten 2010
Netto excl. kapitaallasten
Veiligheid Burgemeester
fysieke veiligheid
1
10.188,3
Burgemeester
sociale veiligheid
1
2.696,1
732,7
366,9
9.088,7
26,2
2.669,9
12.884,4
732,7
393,1
11.758,6
Stedelijk beheer/milieu Van Daalen
beheer
2
41.019,1
4.666,1
13.716,1
22.636,9
Eerdmans
milieu
2
18.456,6
113,6
15.473,8
2.869,2
59.475,7
4.779,7
29.189,9
25.506,1
Zorg, welzijn, wijkontw. Boeve
(wijk)welzijn, incl. jeugd
3
8.666,7
923,4
1.032,0
6.711,3
Boeve
kwetsbare groepen/ kinderopvang
3
2.401,1
32,4
80,0
2.288,7
Eerdmans
integratie/ inburgering enz.
3
320,0
320,0
Van Daalen
senioren
3
1.290,2
1.290,2
Van Daalen
vrijwilligers
3
631,4
631,4
Van Daalen
zorg , incl. WMO
3
27.463,9
4.559,2
22.904,7
Van Daalen
kwetsbare groepen
3
12.036,1
8.818,0
3.218,1
Hekman
wijkontwikkeling
3
3.276,0
3.276,0
56.085,4
955,8
14.489,2
40.640,4
4
14.364,0
327,1
4.625,4
9.411,5
4
15.711,0
10.867,7
31,4
4.811,9
30.075,0
11.194,8
4.656,8
14.223,4
Onderwijs Eerdmans
onderwijsbeleid
Eerdmans
Groen-blauwe struct. Van Daalen
groenblauw
5
121,0 121,0
121,0 -
-
121,0
RO en wonen Luchtenveld
bouw- en gebruikskwaliteit
6
6.995,0
Luchtenveld
ruimtelijke ontwikkeling
6
3.370,0
Luchtenveld
volkshuisvesting
6
2.361,0
Hekman
grondexploitatie
6
61.810,2
46
74.536,2
5.863,8
1.131,2
976,0
834,0
1.560,0
34,5
52,4
2.274,1
61.683,2
127,0
68.433,4
5.092,3
1.010,5
Netto met weging
Weging
Procentueel
Taakstelling voor weging
Taakstelling na weging
2010
2011
2012
2013
100%
9.088,7
6,24%
1.144,6
1.248,1
405,6
218,4
312,0
312,0
25%
667,5
0,46%
336,2
91,7
29,8
16,0
22,9
22,9
9.756,2
6,70%
1.480,8
1.339,7
435,4
234,5
334,9
334,9
50%
11.318,5
7,77%
2.850,7
1.554,3
505,1
272,0
388,6
388,6
50%
1.434,6
0,99%
361,3
197,0
64,0
34,5
49,3
49,3
12.753,1
8,76%
3.212,0
1.751,3
569,2
306,5
437,8
437,8
200%
13.422,6
9,22%
845,2
1.843,2
599,0
322,6
460,8
460,8
100%
2.288,7
1,57%
288,2
314,3
102,1
55,0
78,6
78,6
100%
320,0
0,22%
40,3
43,9
14,3
7,7
11,0
11,0
100%
1.290,2
0,89%
162,5
177,2
57,6
31,0
44,3
44,3
100%
631,4
0,43%
79,5
86,7
28,2
15,2
21,7
21,7
100%
22.904,7
15,73%
2.884,4
3.145,3
1.022,2
550,4
786,3
786,3
75%
2.413,6
1,66%
405,3
331,4
107,7
58,0
82,9
82,9
100%
3.276,0
2,25%
412,6
449,9
146,2
78,7
112,5
112,5
46.547,2
31,96%
5.117,9
6.392,0
2.077,4
1.118,6
1.598,0
1.598,0
100%
9.411,5
6,46%
1.185,2
1.292,4
420,0
226,2
323,1
323,1
100%
4.811,9
3,30%
606,0
660,8
214,8
115,6
165,2
165,2
14.223,4
9,77%
1.791,2
1.953,2
634,8
341,8
488,3
488,3
121,0
0,08%
15,2
16,6
5,4
2,9
4,2
4,2
121,0
0,08%
15,2
16,6
5,4
2,9
4,2
4,2
150%
1.696,8
1,17%
142,5
233,0
75,7
40,8
58,3
58,3
150%
2.340,0
1,61%
196,5
321,3
104,4
56,2
80,3
80,3
150%
3.411,2
2,34%
286,4
468,4
152,2
82,0
117,1
117,1
100%
127,0
0,09%
16,0
17,4
5,7
3,1
4,4
4,4
7.575,0
5,20%
641,3
1.040,2
338,1
182,0
260,1
260,1
100%
47
Kadernota 2010 – 2013
Portefeuillehouder
Programmaonderdeel
Programma
kaptaallasten
Uitgaven 2010
Inkomsten 2010
Netto excl. kapitaallasten
Economie/bereikb.heid Boeve
economie
7
1.547,3
2,5
274,0
1.270,8
Luchtenveld
bereikbaarheid
7
7.475,7
2.031,0
4.609,7
835,0
9.023,0
2.033,5
4.883,7
2.105,8
Cultuur Kruyt
amateur- en podiumkunst
8
8.273,0
863,9
287,0
7.122,1
Kruyt
beeldende kunst en musea
8
3.575,7
262,7
401,1
2.911,9
Kruyt
media, incl. bibliotheek
8
3.359,2
Kruyt
projecten
8
1.328,2
630,0
Burgemeester
archief eemland
8
1.610,7
35,4
272,4
1.302,9
Luchtenveld
monumentenzorg en archeologie
8
1.469,5
40,9
35,6
1.393,0
19.616,3
1.832,9
996,1
16.787,3
3.359,2 698,2
Toer., sport, recreatie Boeve
toerisme
9
1.148,7
119,5
Kruyt
sport
9
8.308,5
1.196,5
Boeve
recreatie
9
77,9
12,2
9.535,1
1.328,2
1.029,2 326,7
6.785,3 65,7
326,7
7.880,2
Werk en inkomen Kruyt
inkomen
10
38.877,0
32.749,0
6.128,0
Kruyt
minimabeleid
10
8.079,5
417,0
7.662,5
Kruyt
werk
10
34.458,3
30.194,0
4.264,3
63.360,0
18.054,8
2.169,7
4.158,1
6,2
6.509,8
81.414,8
-
Bestuur, dienstverlening Eerdmans
dienstverlening
11
6.327,8
Burgemeester
bestuur
11
6.669,4
Burgemeester
communicatie
11
1.809,6 14.806,8
153,4
1.809,6 153,4
2.175,9
12.477,5
Bedrijfsvoering, financ. Hekman
afdeling belastingen
12
4.168,0
Hekman
financien algemeen
12
23.673,3 27.841,3
395.415,0
4.168,0 23.673,3
-
-
23.673,3
4.168,0
24.021,5
212.578,1
158.815,4
Netto met weging
Weging
Procentueel
Taakstelling voor weging
Taakstelling na weging
2010
2011
2012
2013
25%
317,7
0,22%
160,0
43,6
14,2
7,6
10,9
10,9
100%
835,0
0,57%
105,2
114,7
37,3
20,1
28,7
28,7
1.152,7
0,79%
265,2
158,3
51,4
27,7
39,6
39,6
100%
7.122,1
4,89%
896,9
978,0
317,9
171,2
244,5
244,5
100%
2.911,9
2,00%
366,7
399,9
130,0
70,0
100,0
100,0
100%
3.359,2
2,31%
423,0
461,3
149,9
80,7
115,3
115,3
100%
698,2
0,48%
87,9
95,9
31,2
16,8
24,0
24,0
75%
977,2
0,67%
164,1
134,2
43,6
23,5
33,5
33,5
100%
1.393,0
0,96%
175,4
191,3
62,2
33,5
47,8
47,8
16.461,6
11,30%
2.114,1
2.260,5
734,7
395,6
565,1
565,1
100%
1.029,2
0,71%
129,6
141,3
45,9
24,7
35,3
35,3
75%
5.089,0
3,49%
854,5
698,8
227,1
122,3
174,7
174,7
100%
65,7
0,05%
8,3
9,0
2,9
1,6
2,3
2,3
6.183,9
4,25%
992,4
849,2
276,0
148,6
212,3
212,3
100%
6.128,0
4,21%
771,7
841,5
273,5
147,3
210,4
210,4
50%
3.831,3
2,63%
965,0
526,1
171,0
92,1
131,5
131,5
100%
4.264,3
2,93%
537,0
585,6
190,3
102,5
146,4
146,4
14.223,6
9,77%
2.273,7
1.953,2
634,8
341,8
488,3
488,3
100%
4.158,1
2,85%
523,6
571,0
185,6
99,9
142,7
142,7
100%
6.509,8
4,47%
819,8
893,9
290,5
156,4
223,5
223,5
100%
1.809,6
1,24%
227,9
248,5
80,8
43,5
62,1
62,1
12.477,5
8,57%
1.571,3
1.713,4
556,9
299,9
428,4
428,4
100%
4.168,0
2,86%
524,9
572,4
186,0
100,2
143,1
143,1
100%
-
0,00%
0,0
-
-
-
-
4.168,0
2,86%
524,9
572,4
186,0
100,2
143,1
143,1
145.643,0
100,00%
20.000,0
20.000,0
6.500,0
3.500,0
5.000,0
5.000,0
-
Kadernota 2010 – 2013
BIJLAGE II Overzicht per programma van gewogen taakstellingen Gebaseerd op het scenario van € 10 mln. bezuinigen. Beschrijving van de belangrijkste ontwikkelingen, met name in de (structurele) budgetten in de afgelopen raadsperiode; de wegingsfactoren per onderdeel en de gewogen bezuinigingstaakstelling per onderdeel.
Programma 1: Veiligheid. Ontwikkelingen:
De afgelopen jaren hebben wij bijna 3 miljoen extra middelen voor veiligheid vrijgemaakt. Hoewel daarvan ongeveer één
derde samenhing met ontwikkelingen bij de Brandweer (FLO), zijn, conform het collegeprogramma, extra middelen structureel ingezet voor met name een betere handhaving en ‘veilig op straat’. Een andere houding ten opzichte van ‘gedogen’, en een
consequenter optreden van de overheid, is de laatste jaren een dominant thema in de maatschappelijke discussie geweest. Deze lijn zetten wij door. Mede gezien de forse terugloop in middelen vanuit het Grote Stedenbeleid ten behoeve van de sociale veiligheid is de weging gesteld op een kwart. Grote Posten:
• € 1,2 mln. collegeprogramma (handhaving, veilig op straat en overige projecten) • € 1,1 mln. CAO Brandweer en Veiligheidsregio Wegingsfactoren:
Vermindering GSB-bijdragen na 2009. Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Fysieke veiligheid
50
taakstelling totaal
waarvan in 2010
waarvan in 2011
25%
2.669,9
9.088,7
624,0
405,6
218,4
Totaal
11.758,6
669,9
435,4
234,5
Sociale veiligheid
100%
uitgaven
45,8
29,8
16,0
Programma 2: Stedelijk beheer en milieu. Ontwikkelingen:
De begroting is de laatste jaren structureel met € 2,7 mln. verruimd om voor het beheer van nieuwe gebieden in de stad en
voor een verbetering van het onderhoudsniveau aan groen en wegen. Incidenteel zijn bedragen beschikbaar gesteld voor
ondermeer duurzame energiebronnen en verkeersmilieukaarten. Een beter onderhoudsniveau is zowel voor het aanzien van
de stad, als voor de beleving (schoon, heel veilig) van groot belang; bovendien is het een taak waar de gemeente bij uitstek op wordt aangesproken. De taakstelling voor het beheer van de stad hebben we gehalveerd.
Wat betreft het milieu vinden wij dat wij de lange termijnrisico’s van duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en
klimaatverandering niet moeten vergeten. Een toekomstbestendig Amersfoort is een duurzaam Amersfoort en rechtvaardigt een halvering van de taakstelling. Grote Posten:
• € 1,3 mln. areaaluitbreidingen
• € 0,8 mln. verhoging onderhoudsbudget voor groen en wegen • € 0,3 mln. beheer Eemhaven, wijkopzichters, meldpunt Overbruggingslijstje 2010:
• € 0,2 mln. extra onderhoud bomen (ziekten, plagen, veiligheidsaspecten)
• € 0,15 mln. duurzaamheid (helft openstaande vraag vanuit collegeprogramma) • € 0,175 mln. versnellingsprojecten AV Opmerkingen:
Beroep zal worden gedaan op provinciale middelen “Energiek Utrecht”
Idem t.a.v. middelen voor energie en duurzaamheid aanvullende beleidsakkoord kabinet
In het bestuursakkoord Rijk - VNG is afgesproken dat er enige aanvullende middelen worden beschikbaar gesteld voor de invoering van de WABO Wegingsfactoren:
kwaliteit openbare ruimte
toekomstbestendig is duurzaam Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Beheer
uitgaven
taakstelling totaal
waarvan in 2010
waarvan in 2011
50%
22.636,9
777,1
505,1
272,0
Totaal
25.506,1
875,6
569,2
306,5
Milieu
50%
2.869,2
98,5
64,0
34,5
51
Kadernota 2010 – 2013
Programma 3: Zorg, welzijn en wijkontwikkeling. Ontwikkelingen:
Prominent in het collegeprogramma stond het voornemen om opvangvoorzieningen te realiseren. Dit thema heeft in de stad, en in de raadszaal, enorm de aandacht getrokken. Financieel hebben wij in de afgelopen periode veel middelen vrijgemaakt
om op dit vlak invulling te geven aan ‘vitale stad waar iedereen telt’. Ook hebben wij in deze collegeperiode extra structureel budget toegewezen aan zaken waarin het thema ‘jeugd’ aan de orde was: in dit programma gaat het bijvoorbeeld om peuterwerk en buurtsport. Totaal kreeg dit programma € 3,1 mln. extra budget.
Bij het wijkwelzijnswerk willen we ons oriënteren op een andere benadering. De weging is daarom verdubbeld. De meest kwetsbare groepen willen we daarentegen ontzien. Grote Posten:
• € 1,7 mln. opvangvoorzieningen • € 0,3 mln. buurtsport e.d. • € 0,5 mln. peuterwerk
• € 0,4 mln. gezondheidszorg Overbruggingslijstje 2010
• € 0,05 mln. integratiebeleid
• € 0,05 mln. roze zaterdag 2010 Opmerkingen
In het bestuursakkoord Rijk - VNG d.d. 17 april 2009 is voor gemeenten met ingang van 2010 structureel € 130 mln. beschikbaar
gesteld voor de uitvoering van de WMO-huishoudelijke hulp; voor Amersfoort is dat ca € 1,3 mln.
In dat bestuursakkoord is verder opgenomen dat in verband met de gevolgen voor gemeenten van de pakketmaatregel AWBZ in het gemeentefonds een bedrag wordt gestort van € 29 mln. incidenteel in 2009 (Amersfoort ca € 0,3 mln.) en vanaf 2010
structureel € 127 mln. (Amersfoort ca € 1,3 mln.) Wegingsfactoren:
Wijkwelzijn efficiënter opzetten
Zwakke en kwetsbare groepen ontzien Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Wijkwelzijn
200%
Integratie c.a.
100%
Kinderopvang
waarvan
waarvan
6.711,3
921,6
599,0
322,6
320,0
22,0
14,3
totaal
100%
2.288,7
100%
1.290,2
88,6
100%
22.904,7
100%
Totaal
Senioren
Vrijwilligers
Zorg, incl. WMO
Kwetsbare groepen Wijkontwikkeling
52
taakstelling
uitgaven
100% 75%
157,1
in 2010
102,1
in 2011
55,0 7,7
57,6
31,0
1.572,7
1.022,2
550,4
3.276,0
224,9
146,2
78,7
40.640,4
3.196,0
2.077,4
631,4
3.218,1
43,4
165,7
28,2
107,7
15,2
58,0
1.118,6
Programma 4: Onderwijs. Ontwikkelingen:
Onderwijs en jeugd zijn voor onze stad belangrijk. Structureel ging in deze collegeperiode het budget flink omhoog met € 2,2
mln., waarvan een groot deel voor het invoeren van de aangetoond succesvolle Amersfoortse Brede School. Ook de groei van het leerlingaantal kostte extra geld.
Onderwijs wordt in bezuinigingstijd niet extra belast maar ook niet extra ontzien. Overigens zal het Rijk de komende periode extra investeren in onderhoud van onderwijsinstellingen. Grote Posten:
• € 0,7 mln. ABC scholen
• €1,2 mln. arealen en overige aanpassingen (i.v.m. groei leerlingen e.d.). Opmerkingen:
Beroep zal worden gedaan op de in het aanvullende beleidsakkoord beschikbaar gestelde stimuleringsmiddelen. Wegingsfactoren: Geen
Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Onderwijsbeleid
taakstelling totaal
waarvan in 2010
waarvan in 2011
100%
4.811,9
9.411,5
646,2
420,0
226,2
Totaal
14.223,4
976,6
634,8
341,8
Onderwijshuisvesting
100%
uitgaven
330,4
214,8
15,6
53
Kadernota 2010 – 2013
Programma 5: Groenblauwe structuur. Ontwikkelingen:
De grotere geldbedragen in dit programma zitten in de investeringen, niet in de structurele posten die hier aan de orde zijn.
De Provincie Utrecht is hierin een belangrijke mede-investeerder. In de exploitatiebegroting zijn in deze collegeperiode geen structurele budgetten toegevoegd. Grote posten: Geen
Opmerkingen:
Voor het waterwingebied starten we met een strategische aanpak waarin we enerzijds versneld en anderzijds gefaseerd een beheer- en inrichtingsplan met de ambities voor het waterwingebied gaan opstellen en uitvoeren. In dit plan zal met een
zonering gewerkt worden in verschillende deelgebieden waardoor onderdelen gefaseerd uitgevoerd kunnen worden met de beschikbare middelen. De eerste fase start in 2010, de volgende fasen worden uitgesteld. Wegingsfactoren: Geen
Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Groenblauw
54
100%
uitgaven
121,0
taakstelling totaal
8,3
waarvan in 2010
5,4
waarvan in 2011
2,9
Programma 6: Ruimtelijke ontwikkeling en wonen. Ontwikkelingen:
Ook dit programma is vanaf 2007 financieel vrijwel ongewijzigd gebleven: autonome ontwikkelingen hebben tot een
structurele kostenverhoging geleid. Minder beleid, minder regelgeving en meer ruimte voor ontwikkelingen leiden tot een verhoging van de taakstelling.
Vermindering van de regeldruk is ook een belangrijk onderdeel van de plannen van het kabinet om de economische crisis te bestrijden.
Grote posten:
• € 0,4 mln. planschades/bouwleges Opmerkingen:
In het aanvullende beleidsakkoord van het kabinet zijn versnellingsmiddelen opgenomen voor BLS en ISV; wij zullen daarop een beroep doen
Overbruggingslijstje 2010
• € 0,2 mln. structuurvisie Wegingsfactoren:
Minder regelgeving, meer ruimte welstand
Meer ruimte binnen RO en vergunningverlening Minder beleid volkshuisvesting Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
BGK
150%
Volkshuisvesting
150%
Ruimtel. Ontw.
Grondexploitatie
uitgaven
1.131,2
150%
1.560,0
100%
127,0
Totaal
taakstelling totaal
116,5
waarvan in 2010
40,8
152,2
82,0
338,1
182,0
104,4
8,7
5,7
234,2
5.092,3
520,1
in 2011
75,7
160,7
2.274,1
waarvan
56,2 3,1
55
Kadernota 2010 – 2013
Programma 7: Economie en bereikbaarheid. Ontwikkelingen:
De structurele toename van het budget in dit programma was € 1,6 mln. , vooral ten gevolge van de economische kansenkaart en het ondernemersloket. Op het gebied van bereikbaarheid gaat het vooral om de grotere investeringen (en het zo mogelijk
versnellen daarvan) die elders worden besproken. (RSV-1, compartiment bereikbaarheid; RSV-2, basis- en no-regretmaatregelen bereikbaarheidspakket; RSV-3, commitment verdere maatregelen bereikbaarheidscompartiment).
Bij de taakstelling voor het onderdeel economie hebben wij de beëindiging van de GSB-subsidies, de economische situatie en de adviezen van de commissie Van Ek mee laten wegen. Binnen de lopende begroting 2009 kunnen middelen vrijgemaakt worden voor het maken van een Economische Agenda en het versterkte accountmanagement. Grote Posten:
• € 0,6 mln. openbaar vervoer
• € 0,5 mln. economische kansenkaart/ondernemersloket Overbruggingslijstje 2010:
• € 0,3 mln. economische zaken, verdere versterking accountmanagement en acquisitiebeleid enz. in 2010; voor latere jaren bij komende begrotingen regelen. Wegingsfactoren
Economische situatie
Rapport commissie Van Ek
Vervallen GSB-bijdragen na 2009 Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Economie
taakstelling totaal
waarvan in 2010
waarvan in 2011
25%
1.270,8
21,8
14,2 37,3
20,1
Totaal
2.105,8
79,1
51,4
27,7
Bereikbaarheid
56
uitgaven
100%
835,0
57,3
7,6
Programma 8: Cultuur. Ontwikkelingen:
De grotere structurele kostenverhogingen op dit programma waren sinds 2007 de motie kunstmest, Flehite en het
Mondriaanhuis, overige musea en de Flint. De aanbestedingsprocedure Eemhuis loopt en zo mogelijk zal de bouw in
2009 starten. Voor de zomervakantie zal de ontwikkelaar van het Eemplein duidelijkheid verschaffen over de commerciële
voorzieningen. Het behoeft geen betoog dat cultuur van belang is voor de identiteit van de stad en de kwaliteit van het leven
in de stad. Wij stellen voor in deze bezuinigingen dit programma niet extra te belasten maar ook niet extra te ontzien, met een kleine uitzondering voor het Archief Eemland, waarvan de publieksfunctie momenteel sterk toeneemt. Grote Posten:
• € 0,5 mln. stelpost cultuur (motie kunstmest) • € 0,2 mln. Flehite
• € 0,4 mln. Mondriaanhuis, overig musea, Flint Wegingsfactoren:
Publieksfunctie Archief Eemland
Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Amateur en podiumk.
100%
Media/bibliotheek
uitgaven
taakstelling totaal
waarvan in 2010
7.122,1
489,0
100%
3.359,2
230,6
149,9
75%
1.302,9
1.393,0
67,1
95,6
43,6
Totaal
16.787,3
1.130,3
734,7
Beeldende kunst/musea Projecten
Archief Eemland
Mon.zorg/archeologie
100% 100% 100%
2.911,9
698,2
199,9
47,9
317,9
waarvan in 2011
171,2
130,0
70,0
31,2
16,8
62,2
80,7 23,5
33,5
395,6
57
Kadernota 2010 – 2013
Programma 9: Toerisme, sport en recreatie. Ontwikkelingen:
Het programma is sinds 2007 gegroeid met € 0,6 mln., grotendeels voor de sport (breedtesport, 1/3 maatregel). De taakstelling voor sport waar het jeugd betreft wij verlaagd, het overige op de gemiddelde taakstelling gehouden Grote Posten:
• € 0,4 mln. sport (1/3 maatregel, breedtesport) Overbruggingslijstje 2010:
• € 0,075 mln. velden Dutch Open (of opvolger) Opmerkingen:
De plannen voor het KNLTB-Leisureworld worden door ons met een positieve intentie bekeken; bij de Provincie zal subsidie worden gevraagd Wegingsfactoren: Jeugd en sport
Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Toerisme
100%
Recreatie
100%
Sport
58
uitgaven
1.029,2
taakstelling totaal
70,7
waarvan in 2010
45,9
waarvan in 2011
24,7
75%
6.785,3
349,4
227,1
122,3
Totaal
7.880,2
424,6
276,0
148,6
65,7
4,5
2,9
1,6
Programma 10: Werk en inkomen. Ontwikkelingen:
De afgelopen jaren liet de begroting steeds een voordeel zien op de kosten voor de Wet Werk en Bijstand. Wel werd in deze
collegeperiode structureel geld toegevoegd ten behoeve van de bestrijding van jeugdwerkloosheid. In het programma Werk en Inkomen hebben wij de taakstelling voor minimabeleid gehalveerd. Grote Posten:
• - € 2,3 mln. positieve ontwikkeling bijstand
• + € 0,3 mln. bestrijding jeugdwerkloosheid Opmerkingen:
In het aanvullende beleidsakkoord zijn middelen opgenomen voor onder andere jeugdwerkloosheid en schuldhulpverlening; wij zullen daarop een beroep doen. Wegingsfactoren: Minimabeleid
Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
uitgaven
taakstelling totaal
waarvan in 2010
waarvan in 2011
Inkomen
100%
6.128,0
420,8
273,5
147,3
Werk
100%
4.264,3
292,8
190,3
102,5
Totaal
18.054,8
976,6
634,8
341,8
Minimabeleid
50%
7.662,5
263,1
171,0
92,1
59
Kadernota 2010 – 2013
Programma 11: Bestuur en publieke dienstverlening Ontwikkelingen:
Bestuur en publieke dienstverlening is de afgelopen jaren financieel gelijk gebleven, terwijl de eisen zijn toegenomen (Attent Amersfoort, Participatie, etc.). Dit programma deelt volledig in de komende bezuinigingen in de komende jaren, inclusief de
kosten voor het bestuur. Bij de nieuwe collegebesprekingen voor 2010 - 2014 zal hiermee rekening moeten worden gehouden. Grote Posten: Geen
Wegingsfactoren: Geen
Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Dienstverlening
100%
Communicatie
100%
Bestuur
uitgaven
4.158,1
taakstelling totaal
285,5
waarvan in 2010
185,6
waarvan in 2011
99,9
100%
6.509,8
447,0
290,5
156,4
Totaal
12.477,5
856,7
556,9
299,9
60
1.809,6
124,2
80,8
43,5
Programma 12: Bedrijfsvoering en financiën Ontwikkelingen:
In dit programma zijn de meeste structurele wijzigingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan technisch of
autonoom van aard, zoals kapitaallasten-wijzigingen, prijspeilaanpassingen, reeksen etcetera. Ook is het structurele budget voor de voorzieningen in Vathorst toegenomen.
Wél sterk politiek gekleurd is de verlaging van de gemeentelijke lasten voor burgers met 0,6 miljoen structureel, door een vermindering van de onroerend zaak belasting (OZB) gedurende deze collegeperiode. Grote Posten:
• € 0,6 mln. OZB verlagingstelpost cultuur (motie kunstmest) • € 0,8 mln. huisvesting
• € 1,0 mln. incidenteel loonontwikkeling/tekort peilaanpassingen • € 1,4 mln. kapitaallasten investeringen • € 0,5 mln. reeksen/arealen Wegingsfactoren: Geen
Taakstellingen:
weging
netto
excl. kap.l.
Afdeling belastingen
uitgaven
taakstelling totaal
waarvan in 2010
waarvan in 2011
100%
4.168,0
286,2
186,0
100,2
Totaal
4.168,0
286,2
186,0
100,2
Financiën algemeen
100%
0,0
0,0
0,0
0,0
61
Kadernota 2010 – 2013
BIJLAGE III Niet gehonoreerde wensen en prioriteiten In de voorbereiding van de kadernota hebben een aantal zaken een rol gespeeld, die uiteindelijk niet in de ramingen zijn opgenomen. Zoals afgesproken in de evaluatie van de kadernota vermelden we hier deze zaken zodat de raad ze in haar afwegingen kan betrekken. Nog niet gehonoreerde wensen vanuit het collegeprogramma: Stimuleren openbaar vervoer Starterswoningen Dienstverlening Duurzaamheid, klimaat en energie Speelvoorzieningen Jeugd Creatieve initiatieven werkgelegenheid Groene saldoregeling
0,5 structureel 1,0 incidenteel 0,8 incidenteel 0,3 incidenteel 2,0 incidenteel 0,5 incidenteel 0,2 incidenteel
Andere wensen: Extra budget voor versnelling en meer kwaliteit renovatie Soesterweg 1,3 incidenteel Extra schijf voor Amersfoort Vernieuwt Sociaal in 2012 1,0 incidenteel Brandmelders binnenstad 0,2 incidenteel Extra calamiteitenpot wegvallende sponsoring cultuur 0,5 incidenteel Sportaccommodaties 3,5 incidenteel IJsbaan 4,0 incidenteel Verhoging areaalnormen kwaliteit onderhoud stad 1,5 structureel Structureel budget EZ na 2010 0,3 structureel Totaal
62
2,3 structureel 15,0 incidenteel
Naast deze zaken vermelden we hierna ook enkele punten met betrekking tot zaken die al dan niet in de begroting bestaand beleid zijn opgenomen. In het licht van de financiële situaties zijn wij namelijk ook terughoudend geweest ten aanzien van deze ramingen. In de ramingen voor de autonome ontwikkelingen zijn de volgende zaken NIET meegenomen: a. Voor de kosten van bijstand zijn binnen WSO tot en met 2011 forse extra (incidentele) ramingen opgenomen, voor de jaren daarna zijn geen extra kosten opgenomen maar is zelfs uitgegaan van een (structurele) meevaller van ca € 0,8 mln. Hetgeen in crisistijd overigens zeer de vraag is natuurlijk. Achtergrond van deze raming is de volgende. Eigenlijk doet Amersfoort het nu reeds erg goed ten opzichte van het landelijk gemiddelde waar het gaat om de bijstandverlening. Op grond van het huidige bestuursakkoord geldt een “eigen risico” waardoor we de extra kosten van bijstand toch zelf moeten betalen. Na 2011 vervalt het (merkwaardige) bestuursakkoord en daarmee het “eigen risico” en kan Amersfoort het voordeel voor zichzelf inboeken. b. SOB heeft te maken met teruglopende grondexploitaties en projecten waardoor ook de dekking van de apparaatskosten aangepast moet worden; voor de jaren 2009 en 2010 zijn daarvoor middels de RRIafspraken dekkingen afgesproken. (Binnen de RRI is daarmee nog zeer beperkt ruimte beschikbaar). Voor de jaren daarna zullen vervolgafspraken gemaakt moeten worden op basis van nadere analyses. Primaire uitgangspunt daarbij moet zijn dat de terugloop wordt terugverdiend uit neerwaartse bijstellingen van de apparaatskosten bij SOB, DIA en CST. In de begroting bestaand beleid zijn derhalve geen aanvullende ramingen daarvoor opgenomen. c. Enige jaren geleden is ten aanzien van de gemeentebrede, deels wettelijke ICT-projecten en de daarvoor aan te trekken projectleiders bij DIA afgesproken dat die voorshands incidenteel afgedekt zullen worden en dat met ingang van 2010 structurele dekking geregeld moest worden. Deze structurele dekking is, gelet op de omstandigheden, niet verwerkt, hetgeen inhoudt dat (binnen de DIA-begroting) kritisch en creatief gekeken zal moeten worden of en hoe continuering van de ICT-projecten kan plaatsvinden. d. Naast de al eerder opgenomen stelpost voor herhuisvesting van een deel van het ambtelijk apparaat na afbraak van de poli zijn geen verdere ramingen over de huisvesting opgenomen. Na 2014 zou weliswaar een aanzienlijke renovatie van het stadhuis moeten plaatsvinden. En ooit moet er ook vervangende huisvesting voor de poli komen. Daar zijn zeer grote bedragen mee gemoeid. Middels realisering van een concept van flexibele huisvesting zouden deze extra kosten beperkt kunnen blijven tot een orde van grootte van € 1,0 mln. structureel. Maar vooralsnog is dit bedrag dus niet verwerkt in de begroting. e. Vorig jaar bij de begroting 2009 is besloten dat de reeksen in 2010 eenmalig zouden worden overgeslagen en dat in 2011 en 2012 tweemaal een korting van € 1,0 mln. op de prijsgevoelige uitgaven zou worden aangebracht. Deze bijstellingen van vorig jaar zijn NIET teruggeraamd en zitten derhalve nog steeds volledig verwerkt in de volgende meerjarenbegroting.
63
Kadernota 2010 – 2013
BIJLAGE IV
Reserve Stedelijke Voorzieningen
Totaal voeding
Grondexploitatie
T/m 2007
2008
2009
2010
2011
2012
8,8
Totaal t/m 2012
2013 t/m 2018
8,8
Totaal
8,8
Begrotingsruimte
3,4
3,4
3,4
Verkoop Coelhorst
0,8
0,8
0,8
Vathorst / Bovenwijkse voorzieningen
7,4
Verkoop Bouwfondsaandelen
5,8
VVP-bijdrage
10,1
1,5
1,5
1,5
1,5
1,5
17,6
4,5
22,1
Algemene dekkingsreserve
17,3
2,1
2,1
2,1
2,1
2,1
27,8
6,3
34,1
1,6
1,6
3,2
6,8
10,0
1,6
1,0
0,9
1,8
WVG
2,8
Budget bestuursopdrachten Verkoop REMU-aandelen Budget RHC
Totaal Totaal bestedingen
Stimuleringsfonds volkshuisvesting
9,0
0,1
22,3 5,8
1,9
1,9
2,8
2,8
0,7
0,7
0,7
12,6
12,6
2,5
2,5
2,5
74,0 T/m 2007
5,3 2008
4,6 2009
4,5 2010
6,1 2011
6,7 2012
2,9
2,4 5,0 10,0 0,4 0,9 1,4 0,8 3,5 0,7 0,5 0,8
Totaal toekenningen
64
13,3
12,6
Brandweerkazerne Zwembad Eemcentrum ICT Crematorium ABC-school Schuilenburg ABC-school Kruiskamp Overige ABC-scholen Amersfoort on line Vrijwilligerssteunpunt Studenten/jongerenhuisvesting Wonen boven winkels Bestuursopdrachten BTW-compensatiefonds Groen-Blauwe structuur Jongerenvoorzieningen 4e Hockeyveld Eemkades Bereikbaarheid Bereikbaarheid / aanvulling Kersenbaan Groen Gehandicaptenbeleid
Stand reserve (compartiment overige)
1,5
5,8
Algemene dekkingsreserve (aanv.) Rente
0,9
5,9 3,7
3,3
0,4 0,3
0,4
0,4
0,4
0,2
0,2 0,3
0,2
0,2
0,1
3,4
3,4
3,4
3,4
1,3 1,6
0,1
0,2 0,3
3,4 5,0 0,2 0,3
0,2 0,3
0,2 0,2
69,2
4,4
13,0
19,1
7,8
4,8
5,7
-2,7
-17,3
-19,0
1,1 0,2 1,0 1,0 0,2 0,7 32,8
6,0
0,7
1,7 0,2
101,2 Totaal t/m 2012
2,9 2,4 10,9 23,0 0,4 0,9 1,4 1,5 5,2 0,9 0,5 2,4 0,3 1,1 0,2
26,6 2013 t/m 2018
1,8
1,9
127,8 Totaal
2,9 2,4 10,9 23,0 0,4 0,9 1,4 1,5 5,2 0,9 0,5 4,2 0,3 1,1 0,2 1,9 1,3 0,2 0,7 58,5 5,0 2,7 2,8
1,3 0,2 0,7 49,8 5,0 2,1
0,6
4,3
117,8
11,1
128,9
-16,6
-16,6
15,5
-1,1
2,8
8,7
Datum 21 april 2009 Oplage 200 exemplaren Beeld omslag Hans Niezen Vormgeving BRAYN Druk Mailfors 65
Gemeente Amersfoort Concernstaf Afdeling Financiën en Bedrijfsvoering
Postadres Postbus 4000 3800 ea Amersfoort
Bezoekadres Stadhuisplein 1 3811 lm Amersfoort
t
033 469 51 11 033 469 54 54 e
[email protected] i www.amersfoort.nl f
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF NR 8 : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad
Reg.nr.
Aan Portefeuillehouder
: Wethouder drs. J.A. Hekman
Programma
Van
Datum
: 2990622 : 3 februari 2009 3. Zorg, welzijn en : wijkontwikkeling
TITEL Buurtbudget nieuwe stijl
KENNISNEMEN VAN het voorstel om te komen tot een Buurtbudget nieuwe stijl, waarbij per wijk één aanspreekpunt voor bewonersinitiatieven wordt aangewezen en één gelijkluidende werkwijze voor alle wijken wordt ingevoerd om die initiatieven te beoordelen. Voor het Buurtbudget nieuwe stijl worden vier budgetten samengevoegd. AANLEIDING - Het beleidsvoornemen een extra impuls te geven aan het stimuleren van burgerinitiatief. - De wens om een laagdrempelige en meer transparante procedure te maken voor bewonersinitiatieven. - Het feit dat er in 2009 en 2010 meer budget beschikbaar is voor bewonersinitiatieven door een extra budget van het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie (WWI) en het samenvoegen van de budgetten voor bewonersparticipatie uit de WMO en Stedelijk Beheer met het Buurtbudget. Gezamenlijk vormen deze budgetten het Buurtbudget nieuwe stijl. KERNBOODSCHAP Zoals omschreven in ons WMO-beleidskader, willen we de positieve energie in wijken beter benutten, door het openstaan voor, stimuleren en ondersteunen van bewonersinitiatieven. ‘Mensen meer uitdagen zelf initiatief te nemen’ is de eerste opgave uit dit beleidskader. We doen dit bijvoorbeeld door ruimte beter te benutten, ondersteuning te bieden via bijvoorbeeld de SWA en het beschikbaar stellen van middelen om initiatieven mogelijk te maken. In deze RIB informeren wij u over de manier waarop we middelen beschikbaar stellen.
Voor 2009 en 2010 stelt de gemeente Amersfoort extra budget ter beschikking voor bewonersinitiatieven onder andere door extra budget van het ministerie van WWI. Het Buurtbudget nieuwe stijl heeft als doel om initiatieven van bewoners te ondersteunen die de leefbaarheid en de sociale cohesie in de wijken versterken en zo de betrokkenheid van bewoners bij elkaar en bij de buurt en de participatie vergroten. Extra budget betekent dat er meer en andere initiatieven gehonoreerd kunnen worden. Meer geld vraagt ook om meer transparantie in de procedure rond het beoordelen en honoreren van bewonersinitiatieven. Om de procedure te vereenvoudigen en zo de drempel voor bewoners om initiatieven in te dienen te verlagen, is er per wijk één aanspreekpunt in het leven geroepen; dit is de werkgroep Buurtbudget, bestaande uit bewoners. In de praktijk is dat het
Inlichtingen bij:
P.M. Promes, WSO/WOW, (033) 469 45 06
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2990622 pagina 2
huidige Wijkbeheerteam1 (WBT) of een werkgroep daarvan. Daarnaast is één werkwijze ontwikkeld voor de werkgroepen Buurtbudget om de beoordeling van aanvragen op steeds dezelfde manier te doen. De werkgroepen Buurtbudget kunnen hierbij professionele ondersteuning inroepen bij SWA of de gemeente. Deze wijzigingen zijn met de WBT's besproken. Een stedelijke werkgroep van bewoners beslist over stedelijke initiatieven. Naast een eenvoudiger en eenduidiger procedure beoogt het voorstel om bewoners regie en zeggenschap te geven over de besteding van het Buurtbudget nieuwe stijl. CONSEQUENTIES De nieuwe werkwijze vraagt om een andere rol, inzet en werkwijze van de Wijkbeheerteams of hun werkgroep buurtbudget. Dit is intensief besproken met de WBT's. BETROKKEN PARTIJEN Om te komen tot een voor Amersfoort goed werkbare regeling zijn op 13 november 2008 de Stichting Welzijn Amersfoort (SWA) en andere professionele partners in de wijk, maar vooral ook Wijkbeheerteams, adviesraden, bewonersgroepen en andere actieve bewoners uitgenodigd om mee te praten over de nieuwe werkwijze. In totaal waren er 55 bewoners en 15 professionals aanwezig (de medewerkers van de gemeente niet meegerekend). Op basis van wat die avond is ingebracht is een concept-voorstel gemaakt dat in januari schriftelijk voor reactie aan allen is voorgelegd. Vanuit 7 Wijkbeheerteams is gereageerd alsmede door nog 4 actieve bewoners. De reacties waren positief. Uit alle reacties bleek dat men de eigen inbreng op 13 november herkende in het voorliggende voorstel en sommige Wijkbeheerteams meldden dat hun huidige werkwijze al heel sterk lijkt op de voorgestelde werkwijze. Op een aantal punten werd in de reacties om verduidelijking gevraagd. Deze verduidelijkingen zijn doorgevoerd in de ‘Toelichting Werkwijze Buurtbudget nieuwe stijl’. (Deze toelichting is bijlage van het collegevoorstel.)
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
1 Als gesproken wordt over Wijkbeheerteam wordt ook bedoeld Binnenstad Bewoners Netwerk en Belangenvereniging Hooglanderveen.
2
Gemeente Amersfoort
Inlichtingen bij:
P.M. Promes, WSO/WOW, (033) 469 45 06
Motie: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst/driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) De gemeenteraad van Amersfoort, op 7 - 14 april 2009 in vergadering bijeen, overwegende dat: • op 31 maart 2009 in zorgcentrum De Amerhorst voor bewoners van het plangebied, door zorgorganisatie Amaris, De Amerhorst en de wooncorporatie De Alliantie de presentatie plaatsvond van de aanzet voor het ontwikkelplan voor het plangebied De Amerhorst en de driehoek Kelvinstraat; • dat de gepresenteerde plannen voorzien in de sloop van 101 flatappartementen aan de Kelvinstraat /Bosweg, op welke locatie vervolgens het nieuwe zorgcentrum De Amerhorst is gepland; • dat de brochure en de schriftelijke voorlichting aan de bewoners geen melding maakt van de door de gemeenteraad gestelde voorwaarde, dat sloop pas mogelijk als tenminste 70% van de bewoners van de te slopen woningen daarmee instemt; • dat het participatieproces de bewoners van de te slopen flats geen vroegtijdige kans geeft te kiezen tussen grondige verbetering/vernieuwing van hun flats of sloop; • dat door bovenstaande feiten er op dit moment geen sprake is van een transparant participatieproces; draagt het college op 1. in overleg met de betreffende partners van Amersfoort Vernieuwt het participatieproces zodanig vorm te geven dat door bewoners van de te slopen woningen van te voren een participatiekeuze kan worden gemaakt tussen slopen of grondige vernieuwing/verbetering van hun woningen, alvorens de participatie over het ontwikkelplan verder ter hand te nemen; 2. de gemeenteraad op korte termijn te rapporteren over de resultaten van het overleg, over de uitkomsten van de participatiekeuze door de betreffende bewoners, en de gevolgen daarvan voor het ontwikkelplan. Namens de BPA-fractie Ruud Schulten, Raphael Smit, Joke van Woudenberg en Hans van Wegen.
Motie
Het Besluit Datum: Aanvang:
dinsdag 21 april 2009 21:30
Besluit met debat 1.
Concept-ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) Portefeuillehouders : mr R. Luchtenveld en G. Boeve 1 e woordvoerder M.C.Barendregt Besluit zonder debat, eventueel met amendement
2.
a. Participatie en inspraak in Amersfoort; - bijlage: notitie b. Vaststelling Inspraak- en Participatieverordening Amersfoort 2009 - bijlage: verordening Toelichting : Betreft uitwerking van het initiatiefvoorstel "Onderzoek naar communicatiep en participatietrajecten in Amersfoort". Het doel van van de beleidsuitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium is een heldere en eenduidige werkwijze voor participatie en inspraak in Amersfoort De verordening geeft het raamwerk waarin de beleidsuitgangspunten gestalte moeten krijgen. Bestuursorganen worden gedwongen aan het begin van een besluitvormingstraject de mate en vorm van inspraak en participatie te bepalen. Voorstel tot vaststelling verordening is enigszins aangepast naar aanleiding van bespreking in De Ronde op 7 april 2009 - Motie BPA: Geen schijninspraak maar werkelijke inspraak Woordvoerder G. van Vliet Besluiten zonder debat
3.
Vaststelling van - de Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 - de Verordening provinciale starterslening Amersfoort 2009 Toelichting : In 2008 is gebleken dat het gebruik van de VROM startersleningen achterblijft bij de verwachtingen, mede omdat de voorwaarden te strikt waren. Door de bestaande regeling te verruimen wordt het voor meer Amersfoortse starters met een smalle beurs mogelijk om een eigen (nieuwbouw)woning in Amersfoort te kunnen kopen. Door naast ge gemeentelike starterslening de provinciale starterslening voor inwoners binnen de provincie Utrecht aan te bieden voor de aankoop van een eigen (nieuwbouw)woning in Amersfoort is het mogelijk een nog grotere en bredere doelgroep te bedienen.
Motie
4.
Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten maart 2009 Toelichting : — Moties
5.
VVD: Stop proef 65+ gratis met de bus Woordvoerder: M. Vogels N.B. Agendering afhankelijk van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond.
6.
BPA: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst / driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) Woorvoerder: R. Schulten N.B. Agendering afhankelijk van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond.
7.
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort Woorvoerder: F. Killi Einde
Motie
Besluit met debat
Motie
1.
Concept-ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) Reg.nr .: 3028227 3028227 (pdf)
Motie
Portefeuillehouders : mr R. Luchtenveld en G. Boeve 1 e woordvoerder M.C.Barendregt
Motie
Besluit zonder debat, eventueel met amendement
Motie
2.
a. Participatie en inspraak in Amersfoort; - bijlage: notitie b. Vaststelling Inspraak- en Participatieverordening Amersfoort 2009 - bijlage: verordening Reg.nr .: 3065884 Reg.nr. : 3065963 Reg.nr. : 3047480 Reg.nr. : 3037192 3047480 (pdf) 3037192 (pdf) 3065963 (pdf) 3065884 (pdf)
Motie
Toelichting : Betreft uitwerking van het initiatiefvoorstel "Onderzoek naar communicatiep en participatietrajecten in Amersfoort". Het doel van van de beleidsuitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium is een heldere en eenduidige werkwijze voor participatie en inspraak in Amersfoort De verordening geeft het raamwerk waarin de beleidsuitgangspunten gestalte moeten krijgen. Bestuursorganen worden gedwongen aan het begin van een besluitvormingstraject de mate en vorm van inspraak en participatie te bepalen. Voorstel tot vaststelling verordening is enigszins aangepast naar aanleiding van bespreking in De Ronde op 7 april 2009 - Motie BPA: Geen schijninspraak maar werkelijke inspraak Woordvoerder G. van Vliet Motie BPA: Geen schijninspraak maar werkelijke inspraak (pdf)
Motie
Besluiten zonder debat
Motie
3.
Vaststelling van - de Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 - de Verordening provinciale starterslening Amersfoort 2009 Reg.nr .: 3059160 Reg.nr. : 3069556 Reg.nr. : 3069550 3069550 (pdf) 3059160 (pdf) 3069556 (pdf)
Motie
Toelichting : In 2008 is gebleken dat het gebruik van de VROM startersleningen achterblijft bij de verwachtingen, mede omdat de voorwaarden te strikt waren. Door de bestaande regeling te verruimen wordt het voor meer Amersfoortse starters met een smalle beurs mogelijk om een eigen (nieuwbouw)woning in Amersfoort te kunnen kopen. Door naast ge gemeentelike starterslening de provinciale starterslening voor inwoners binnen de provincie Utrecht aan te bieden voor de aankoop van een eigen (nieuwbouw)woning in Amersfoort is het mogelijk een nog grotere en bredere doelgroep te bedienen.
Motie
4.
Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten maart 2009 Reg.nr .: 3058873 3058873 (pdf)
Motie
Toelichting : —
Motie
Moties
Motie
5.
VVD: Stop proef 65+ gratis met de bus VVD: Stop proef 65+ gratis met de bus (pdf)
Motie
Woordvoerder: M. Vogels N.B. Agendering afhankelijk van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond.
Motie
6.
BPA: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst / driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) BPA: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst / driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) (pdf)
Motie
Woorvoerder: R. Schulten N.B. Agendering afhankelijk van uitkomst bespreking in De Ronde eerder op de avond.
Motie
7.
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort (pdf)
Motie
Woorvoerder: F. Killi
Motie
Einde
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr. R. Luchtenveld en G. Boeve
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 17-03-2009 : 07-04-2009 : 21-04-2009 :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 3028227 : 24 februari 2009 : HB-1
TITEL Concept-ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans)
BESLISPUNTEN 1. In te stemmen met de Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) als kader voor de vervolgactiviteiten van de Noordvleugel Utrecht, waaronder het overleg met het Rijk in het kader van het Randstad Urgent project Duurzaam bouwen in de Noordvleugel Utrecht; 2. in te stemmen met de Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) als uitgangspunt voor de Structuurvisie Amersfoort; 3. het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven met de partners van de Noordvleugel Utrecht bindende afspraken te maken over de uitvoering van de ConceptOntwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans).
AANLEIDING In april 2005 heeft de minister van VROM aan de Noordvleugel Utrecht (NV Utrecht) gevraagd om voor het Utrechtse deel van de Noordvleugel van de Randstad een verstedelijkingsvisie te ontwikkelen voor de periode 2015-2030. De vraag was hoe groot de verstedelijkingsopgave is en, of wij de provincie Flevoland nodig hebben om in de opgave te kunnen voorzien. In de afgelopen jaren heeft de NV Utrecht het antwoord op deze vraag geformuleerd. Eerst is een Ontwikkelingsvisie opgesteld. Vervolgens zijn voor deelaspecten en deelgebieden (zoals Eemland) nadere verkenningen uitgevoerd. Deze zijn weer bijeengebracht in de Tussenbalans, die in mei 2008 is verschenen. In juni 2008 hebben wij uw mening gepeild over de hoofdlijnen van de Tussenbalans van de NV Utrecht en de Integrale Gebiedsuitwerking Eemland. Uw inhoudelijke opmerkingen zijn verwerkt in de nu voorliggende Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans), hierna aangehaald als Concept-Eindbalans. In het bestuurlijk overleg van de NV Utrecht is hierover inmiddels overeenstemming bereikt. De Concept-Eindbalans is ook besproken met Minister Cramer. Zij is zeer positief over de Concept-Eindbalans. De NV-Utrecht discussie vormt één van de projecten uit het Randstad Urgent programma onder de titel “Duurzaam bouwen in de Noordvleugel Utrecht”.
BEOOGD EFFECT Het belangrijkste beoogde effect van onze samenwerking met de NV Utrecht partners is dat er overeenstemming is met de provincie en de buurgemeenten over de voorgestane ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Door samen op te trekken is er ook een betere basis om met het rijk tot overeenstemming te komen.
Inlichtingen bij:
F.C.M. Drupsteen, SOB/RO, (033) 469 46 55
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3028227 pagina 2
ARGUMENTEN 1.1 In de Concept-Eindbalans zijn zorgvuldige afwegingen gemaakt voor de verstedelijkingsopgave van de NV Utrecht in de periode 2015-2030. In de Tussenbalans is de spanning tussen de behoefte aan ruimte om te wonen en te werken en de behoefte aan bescherming van natuur en landschap beschreven. In deze Concept-Eindbalans blijkt dat het mogelijk is om er op een verantwoorde manier mee om te gaan. Verantwoord wil zeggen: het huidige bebouwde gebied optimaal benutten voor woningbouw (inclusief het op een aantal plaatsen opknappen van de bestaande voorraad aan woningen en bedrijventerreinen), het waar mogelijk met elkaar mengen van de functies wonen en werken en het creëren van voldoende recreatieaanbod in en rondom de steden. De Tussenbalans gaf aan dat de binnenstedelijke mogelijkheden voor verstedelijking groter zijn dan aanvankelijk werd gedacht. Ruim de helft van de behoefte aan 65.500 woningen kan binnen de bestaande rode contouren van het streekplan gebouwd worden. In de Concept-Eindbalans is dit nader uitgewerkt en is er ook uitvoerig aan gerekend. Conclusie is dat fysiek de ruimte aanwezig is, maar dat de realisatie een grote financiële inspanning vraagt. De Concept-Eindbalans gaat uit van een geraamd tekort van tussen de € 0,6 miljard (basiskwaliteit) en de € 1,6 miljard (kwaliteitsimpuls). Een deel van de verstedelijkingsopgave, te weten 15.000 woningen, kan in Almere gerealiseerd worden. In de plannen die nu voor Almere gemaakt worden, wordt hier rekening mee gehouden. Om de Concept-Eindbalans ook daadwerkelijk te kunnen realiseren moet aan een aantal randvoorwaarden voldaan worden. Het betreft dan o.a. de financiering van de binnenstedelijke opgave en het vervoer van gevaarlijke stoffen over het stationsemplacement van Amersfoort en het spoor in Gooi en Vechtstreek (Hilversum, Bussum, Weesp) en in het stadsgewest Utrecht. De veiligheidszonering stelt nu beperkingen aan het bouwen van woningen rond het station Amersfoort en andere aan het spoor grenzende mogelijkheden. Ook is de verbetering van de infrastructuur (inclusief OV) tussen Almere en het gebied van de Noordvleugel Utrecht van belang. De Concept-Eindbalans is gebaseerd op de volgende voor Amersfoort relevante programmatische uitgangspunten en randvoorwaarden: Wonen: - woningbehoefte gewest Eemland: 14.000 woningen; - indicatieve mogelijkheden voor woningbouw in Eemland: 12.200 woningen; - mogelijke woningbouwlocaties Amersfoort: 1.000 woningen Spoorwegemplacement, 500 woningen Isselt, 1.500 diverse inbreidingslocaties en maximaal 3.000 woningen Vathorst-West. Werken: - behoefte bedrijventerrein Eemland: 110 ha bruto; - indicatieve mogelijkheden voor bedrijventerrein in Eemland: 59 ha; - mogelijke werklocatie in Amersfoort: 10 ha Vathorst-West. Randvoorwaarden: - financiële haalbaarheid; - externe veiligheidheid Spoorwegemplacement; - infrastructuur voor auto en openbaar vervoer naar Almere. 1.2 De Concept-Eindbalans is in lijn met het door ons voorgestane beleid. De Concept-Eindbalans sluit goed aan bij het door ons voorgestane ruimtelijk beleid, zoals ook neergelegd in het Collegeprogramma Amersfoort 2006-2010 en de Prioriteiten van de gemeenteraad 2006-2010. Het gaat er dan met name om dat: - waardevolle landschappen worden behouden en grootschalige verstedelijking in Amersfoort alleen nog plaatsvindt in Vathorst-West; - een deel van de woningbouwopgave wordt afgeleid naar Almere en er wordt ingezet op binnenstedelijk bouwen.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3028227 pagina 3
1.3 In de Concept-Eindbalans zijn uw opmerkingen op de Tussenbalans verwerkt. In juni 2008 hebben wij uw mening gepeild over de hoofdlijnen van de Tussenbalans NV Utrecht en de Integrale Gebiedsuitwerking Eemland. Daarbij bleek dat de meerderheid van de raad, op hoofdlijnen positief stond tegenover deze kaders. Uw inhoudelijke kanttekeningen hebben wij schriftelijk onder de aandacht gebracht van de NV Utrecht en deze zijn verwerkt in de Eindbalans die nu voorligt. U drong aan op extra aandacht voor een goede verbinding tussen Almere en Amersfoort voor auto en openbaar vervoer. Dit was nog geen randvoorwaarde in de Tussenbalans, maar dat is het nu wel in de Eindbalans (zie pagina 51 en 52). Verder gaf u aan dat het niet realiseren van de aantallen woningen en hectares bedrijventerreinen op de beoogde locaties, niet zou mogen leiden tot een eenzijdige aanwijzing van nieuwe locaties. In de Eindbalans is nu opgenomen dat als de binnenstedelijke opgave niet haalbaar blijkt, de vraag aan de orde komt of eerder afgevallen uitlegmogelijkheden opnieuw in beeld moeten komen of dat de bouwambitie naar beneden moet worden bijgesteld (zie pagina 29). U gaf tenslotte aan dat de genoemde 10 ha bedrijventerrein voor Vathorst West als een maximum moet worden beschouwd. In de Eindbalans worden geen concrete locaties genoemd voor de bedrijventerreinen; de 10 ha is als basis genomen voor de mogelijkheden die er zijn in Eemland. 2.1 De Concept-Eindbalans biedt een goede basis voor de Structuurvisie Amersfoort. Wanneer u uitspreekt de Concept-Eindbalans aan te merken als uitgangspunt voor de Structuurvisie Amersfoort, dan stelt u daarmee nog geen nieuw ruimtelijk beleidskader voor de periode na 2015 vast. Wat u wel vaststelt is een belangrijke bouwsteen voor de gemeentelijk ruimtelijke structuurvisie die naar verwachting in de volgende collegeperiode voorbereid en vastgesteld zal gaan worden. In de Structuurvisie waaraan nu wordt gewerkt en waarin het bestaand beleid wordt opgenomen, kan de Concept-Eindbalans ook al worden meegenomen als kader, onder voorbehoud van uw instemming met deze ConceptEindbalans. De Eindbalans wordt ook aan de andere NV-partners ter besluitvorming voorgelegd. Dit betekent dat Provinciale Staten ook wordt gevraagd in te stemmen met de Concept-Eindbalans als uitgangspunt voor de provinciale structuurvisie. 3.1 Er moeten nadere afspraken gemaakt worden om ervoor te zorgen dat de visie ook daadwerkelijk uitgevoerd wordt. Om de visie daadwerkelijk te kunnen realiseren moet aan een aantal randvoorwaarden voldaan worden. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de financiering, de infrastructurele relaties naar Almere en de veiligheidsproblematiek van het spoorwegemplacement. Minister Cramer en wethouder Bosch van de gemeente Utrecht hebben bestuurlijke afspraken gemaakt over de Eindbalans (zie bijlage 1 in het rapport). De heer Bosch is in het kader van de Randstad Urgent systematiek aangewezen als trekker vanuit de regio (en mevrouw Cramer is dat vanuit het rijk). Hij kan echter niet voor alle regionale partners tekenen. Daarom is in artikel 7 van de afspraken vastgelegd de Concept-Eindbalans wordt voorgelegd aan de afzonderlijke NV-Utrecht partners. Die beslissen immers over de Eindbalans en niet de NV-Utrecht. In artikel 17 is verder opgenomen dat de partners in de NVUtrecht onderling bindende afspraken maken om elkaar aan de Eindbalans te binden en hierover nadere uitvoeringsgerichte afspraken te maken. Wij stellen u voor dat u ons opdracht geeft deze afspraken te maken.
KANTTEKENINGEN 1.
De in de Concept-Eindbalans geraamde cijfers over woningbouw- en bedrijventerrein behoeften en mogelijkheden komen uit 2008, voor de kredietcrisis. Het tempo van uitgifte en bouw zal veranderen door de huidige situatie.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3028227 pagina 4
2.
3.
In de Concept-Eindbalans wordt gesproken over een te verwachten leegstand van kantoren van lagere kwaliteit. En het voeren van actief beleid om deze gebouwen uit de markt te halen en de locaties en/of gebouwen te herbestemmen. Uiteraard geldt dit voor die locaties waar kansen zich voordoen, waarbij voldoende (financiële) prikkels van buitenaf nodig zijn. Gewest Eemland is inmiddels opgeheven en overgegaan in het Bestuursconvenant Regio Amersfoort. In de volgende versie zal dit redactioneel worden aangepast.
FINANCIËN De Concept-Eindbalans gaat uit van een geraamd tekort van tussen de € 0,6 miljard (basiskwaliteit) en de € 1,6 miljard (kwaliteitsimpuls) voor de gehele regio NV Utrecht. De financiële haalbaarheid van de regionale visie is genoemd als randvoorwaarde richting Rijk. Vooralsnog gaan we uit van een budgettair neutrale uitwerking voor de gemeente Amersfoort.
VERVOLG Na behandeling in de achterban van elke NV-Utrecht partner en de rijksreactie op de Concept-Eindbalans wordt de Eindbalans medio 2009 definitief. Rijk en regio enerzijds en de regiopartners onderling anderzijds zullen verder samenwerken om de visie tot uitvoering te brengen.
BETROKKEN PARTIJEN De NV Utrecht is een samenwerkingsverband van de bestuurlijke partners: provincie Utrecht, de steden Amersfoort, Hilversum en Utrecht, het Bestuur Regio Utrecht en de gewesten Eemland en Gooi en Vechtstreek. Sinds begin 2008 is het Rijk aangeschoven bij het overleg, omdat het een Randstad Urgent project is geworden. Maatschappelijke organisaties zijn in juni 2008 door de NV Utrecht geïnformeerd over de Tussenbalans. Zij zullen door de NV Utrecht ook over de Eindbalans geïnformeerd worden.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - Concept-Ontwikkelingsvisie
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.3028227
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 februari 2009, sector SOB/RO (nr.3028227); b e s l u i t: 1. in te stemmen met de Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) als kader voor de vervolgactiviteiten van de Noordvleugel Utrecht, waaronder het overleg met het Rijk in het kader van het Randstad Urgent project Duurzaam bouwen in de Noordvleugel Utrecht; 2. in te stemmen met de Concept-Ontwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans) als uitgangspunt voor de Structuurvisie Amersfoort; 3. het college van burgemeester en wethouders opdracht te geven met de partners van de Noordvleugel Utrecht bindende afspraken te maken over de uitvoering van de ConceptOntwikkelingsvisie Noordvleugel Utrecht 2015-2030 (Eindbalans). Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Burgemeester A. van Vliet-Kuiper
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 24-03-2009 : 07-04-2009 : 21-04-2009 :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 3047480 : 11 maart 2009 : HB-2B
Gewijzigd n.a.v. behandeling De Ronde 7-4-2009
TITEL Vaststelling Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009
BESLISPUNTEN 1. De Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009 vast te stellen; 2. de Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003 in te trekken, met ingang van de datum dat de Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009 in werking treedt
AANLEIDING Op 30 september 2003 heeft u de Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003 vastgesteld. Inmiddels is de Algemene wet bestuursrecht (Awb) gewijzigd. Er is nu een uniforme voorbereidingsprocedure opgenomen in afdeling 3.4 Awb. De verwijzing is aangepast. De Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) is gewijzigd (2006) en inmiddels vervangen door de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). De uniforme voorbereidingsprocedure is ook van toepassing op de voorbereiding van bestemmingsplannen. Ter voorkoming van dubbele procedures is nu geregeld dat de Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009 niet van toepassing is op bestemmingsplannen. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk. Op 10 februari heeft u in dit kader de notitie ‘Rol van de raad in RO-procedures’ vastgesteld. Daarnaast hebt u in het initiatiefvoorstel ‘onderzoek naar communicatie- en participatietrajecten in Amersfoort’ opdracht gegeven voor het duurzaam verbeteren van participatie. In de raadspeiling van 18 december 2007 zijn voorstellen besproken voor de concrete invulling daarvan. Ter uitvoering daarvan wordt u in een separaat voorstel de beleidsnotitie ‘Participatie en inspraak in Amersfoort: uitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium’ aangeboden. Om participatie een goede basis in de besluitvorming te geven wordt dit instrument geformaliseerd in de onderhavige verordening. De onderhavige verordening geeft het raamwerk waarin de beleidsuitgangspunten gestalte moeten krijgen. Voorgesteld wordt dat ieder bestuursorgaan aan de start van een besluitvormingstraject bepaalt of, en zo ja welk, inspraak en participatie traject wordt gevolgd. Voor inspraak is het volgen van afdeling 3.4 Awb het uitgangspunt. Het bestuursorgaan kan, als de omstandigheden daartoe aanleiding geven, een andere procedure vaststellen.
BEOOGD EFFECT Het participatiebeleid draagt bij aan betere plannen en voorstellen, betere besluitvorming en meer betrokkenheid. Uiteindelijk moet dit leiden tot plannen en projecten waarin onze inwoners zichzelf herkennen. De onderhavige verordening dwingt bestuursorganen aan het begin van een besluitvormingstraject de mate, en vorm, van inspraak en participatie te bepalen. Daarbij zullen gemotiveerde keuzes gemaakt moeten worden. Op die manier ontstaat duidelijkheid voor inwoners en organisaties in de stad om te herleiden waarom dergelijke keuzes gemaakt zijn.
Inlichtingen bij:
Mw. mr E.J. van Eyck, DIA/FJD, (033) 469 43 76
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3047480 pagina 2
ARGUMENTEN 1.1 De verordening wordt aangepast aan de wijzigingen in de regelgeving De Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003 verwijst naar de oude afdeling 3.4 Awb. Deze is inmiddels vervangen. Ook wordt de verwijzing naar de nieuwe Wro geactualiseerd.
1.2 Het past in het communicatiebeleid van de gemeente Amersfoort In het communicatiebeleid (vastgesteld in februari 2008) stellen we dat we op een open en zorgvuldige manier willen communiceren met de stad. Deze uitgangspunten zijn uitgewerkt in de notitie ‘participatie en inspraak in Amersfoort: uitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium’. De verordening geeft de formele kaders waarbinnen met die uitgangspunten en spelregels moet worden gewerkt. Het kader is dwingend waar het moet en flexibel waar het kan.
1.3 Participatie krijgt een formele plaats in de besluitvorming De verplichting om inspraak te regelen in een verordening vloeit rechtstreeks voort uit artikel 150 van de Gemeentewet. Voor participatie geldt die verplichting niet. Amersfoort kiest ervoor ook voor ook participatie een formele plaats in de besluitvorming te geven.
KANTTEKENINGEN 1.1 Het vraagt inspanning en uithoudingsvermogen van de organisatie Bij ieder traject moet een afweging worden gemaakt. Het maken daarvan kost tijd en energie, maar leidt tot duidelijkheid en afgewogen keuzes. Op die keuzes kan het bestuursorgaan aangesproken worden. 1.2 Ieder bestuursorgaan heeft zijn eigen bevoegdheden De gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester hebben ieder hun eigen bevoegdheden. Zij maken elk voor hun eigen bevoegdheden keuzes over inspraak en participatie. Zij committeren zich allen aan de ‘Richtlijnen en werkafspraken participatie en inspraak’, zodat in de uitvoering sprake zal zijn van eenduidigheid.
WIJZIGING TEN OPZICHTE INSPRAAKVERORDENING 2003 De Inspraak- en participatie verordening 2009 verschilt, in hoofdlijnen, op de volgende punten van de thans geldende Inspraakverordening 2003: - Ten tijde van de Inspraakverordening 2003 bestonden in de Algemene wet bestuursrecht Awb twee voorbereidingsprocedures. Deze zijn nu vervangen door één uniforme openbare voorbereidingsprocedure. De verwijzing in de verordening is daarmee achterhaald. De Inspraak- en participatie verordening 2009 verklaart de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 Awb van toepassing op inspraak. - Door verwijzing naar de procedure van afdeling 3.4 Awb is de noodzaak van een beschrijving in van de inspraakprocedure, zoals deze voor inspraak bij het college van burgemeester en wethouders en inspraak bij de gemeenteraad werd gegeven in de Inspraakverordening 2003, vervallen. - In de Inspraak en participatieverordening 2009 is, in tegenstelling tot in de inspraakverordening 2003, een bepaling opgenomen die dubbele inspraak procedures kan voorkomen. Indien wenselijk kan daarvan worden afgeweken. Aanleiding hiervoor is dat in verschillende bijzondere wetten een inspraakverplichting is opgenomen. Dit is bijvoorbeeld het geval in de nieuwe Wro. Daarin is bepaald dat afdeling 3.4 Awb ook van toepassing is op de voorbereiding van bestemmingsplannen. - In hoofdstuk 9 van de Awb is een klachtrecht opgenomen waardoor de regeling daarover in de inspraakverordening 2003 overbodig is geworden. Deze regeling is niet opgenomen in de Inspraaken participatieverordening 2009. - In de Inspraak- en participatieverordening 2009 heeft participatie een formele basis gekregen naast inspraak.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3047480 pagina 3
FINANCIËN Het volgen van individuele inspraak- en participatietrajecten wordt gedekt uit de projectbudgetten van het betreffende project.
VERVOLG De verordening wordt gepubliceerd in een huis- aan huisblad. Verder wordt naar aanleiding van de richtlijnen en werkafspraken participatie en inspraak in- en externe communicatie trajecten gevoerd.
BETROKKEN PARTIJEN Niet van toepassing.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - ontwerp-Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009 (nr. 3037192)
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.3047480
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 maart 2009, sector DIA/FJD (nr.3047480); b e s l u i t:
1. de Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009 vast te stellen; 2. de Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003 in te trekken, met ingang van de datum dat de Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009 in werking treedt.
Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
Verordening
Reg.nr.
3037192
De raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 maart 209 sector DIA/FJD ( nr. 3047480); overwegende dat het gewenst is regels te stellen over de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden worden betrokken bij beleidsvorming; gelet op de artikelen 147 en 150 van de Gemeentewet en op de Algemene wet bestuursrecht; b e s l u i t: vast te stellen de volgende verordening:
Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009
HOOFDSTUK 1. ALGEMEEN. Artikel 1. Begripsomschrijvingen. De verordening verstaat onder: a. beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid; b. inspraak: het bieden van de formele mogelijkheid aan ingezetenen en belanghebbenden om hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken; c. inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven; d. participatie: het in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken van doelgroepen (burgers, instellingen, bedrijven, en dergelijke) bij beleidsvoorbereiding, -vaststelling, - uitvoering of -evaluatie; e. randvoorwaarden: aan de participatie ten grondslag liggende feiten, waarop het bestuursorgaan geen invloed heeft dan wel door het bestuursorgaan aan participatie gestelde kaders. Artikel 2.Onderwerp van participatie of inspraak. 1. Elk bestuursorgaan besluit ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden of participatie en /of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van beleid van de gemeente. 2. Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht. 3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009,
Pagina 1 van 8
3. Geen participatie of inspraak wordt verleend: a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen; b. indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten; c. indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft; d. inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet; e. indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat participatie of inspraak niet kan worden afgewacht; f. indien het belang van participatie of inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving. g. indien bij of krachtens wettelijk voorschrift is bepaald dat een besluit wordt voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. 4. In afwijking van het bepaalde in lid 3, sub g kan het bestuursorgaan besluiten wel participatie en/of inspraak te verlenen ter aanvulling van de voorbereiding met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 3. Participatie- of inspraakgerechtigden. 1. Inspraak wordt verleend aan belanghebbenden en ingezetenen van de gemeente Amersfoort. 2. Bij participatie kunnen in ieder geval belanghebbenden en ingezetenen van de gemeente Amersfoort worden betrokken. HOOFDSTUK 2. PARTICIPATIEPROCEDURE. Artikel 4. Participatieprocedure. 1. Het bestuursorgaan stelt voor elk onderwerp waarop participatie wordt verleend een procedure vast. Het bestuursorgaan maakt een gemotiveerde keuze uit de participatiecategorieën: raadpleging, advisering of coproductie. 2. De participatieprocedure bevat ten minste: a. een omschrijving van het onderwerp van participatie, zoals bedoeld in artikel 2; b. een aanduiding van de kring van belanghebbenden, zoals bedoeld in artikel 3; c. de vermelding van de ambtelijke en bestuurlijke portefeuillehouder van de participatie. d. de rol van raad en college 3. In aanvulling op het tweede lid bevat deze procedure voor zover mogelijk: a. de randvoorwaarden, zoals bedoeld in artikel 1, aanhef en onder e; b. de wijze van vormgeving van het participatieproces; c. een tijdpad met termijnstelling; d. een communicatieparagraaf; 3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009,
Pagina 2 van 8
e. een financiële paragraaf. 4. De in het tweede en derde lid genoemde onderdelen worden opgenomen in communicatieparagraaf als onderdeel van het plan van aanpak van het desbetreffende project. 5. Het bestuursorgaan kan de procedure wijzigen in die gevallen waarin de vaststelling van het beleidsvoornemen zulks vereist. Het bestuursorgaan geeft hiervan overeenkomstig het gestelde in artikel 3:42 van de Algemene wet bestuursrecht schriftelijk kennis. Artikel 5. Voorbereiding participatie. 1. Het bestuursorgaan informeert voorafgaand aan de participatie belanghebbenden hierover Volstaan kan worden met vermelding van de zakelijke inhoud. 2. Het bestuursorgaan draagt er zorg voor dat de kring van belanghebbenden voldoende tijd en informatie krijgt voor een goede voorbereiding. Artikel 6. Verslaglegging participatie. 1. Het bestuursorgaan draagt zorg voor verslaglegging van de in het kader van participatie gehouden bijeenkomsten. 2. Deze verslagen worden aan alle deelnemers bij de in het eerste lid bedoelde bijeenkomsten beschikbaar gesteld. 3. Een weergave van het resultaat van participatie maakt deel uit van het voorstel dat ter besluitvorming aan het bestuursorgaan wordt aangeboden. HOOFDSTUK 3. INSPRAAKPROCEDURE. Artikel 7. Inspraakprocedure. 1. Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. 2. Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen. Artikel 8. Verslaglegging inspraak. 1. Ter afronding van de inspraak stelt het bestuursorgaan een eindverslag op. 2. Het eindverslag bevat in elk geval: a. een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure; b. een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht; c. een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan. 3. Het bestuursorgaan maakt het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009,
Pagina 3 van 8
HOOFDSTUK 4. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN. Artikel 9. Inwerkingtreding. 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na die waarop zij is bekend gemaakt. 2. De Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003 wordt ingetrokken met ingang van de dag dat deze verordening in werking treedt. Artikel 11. Overgangsbepaling. Tot 1 januari 2010 is deze verordening niet van toepassing op beleidsvoornemens en estuursbesluiten, waarvan de voorbereiding al was aangevangen voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening, met dien verstande dat de Inspraakverordening gemeente Amersfoort 2003 voor zover daarop reeds van toepassing, daarop van toepassing blijft. Artikel 12. Citeertitel. Deze verordening wordt aangehaald als Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van . De griffier,
De voorzitter,
PUBLICATIEDATUM
3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009,
Pagina 4 van 8
Artikelsgewijze toelichting Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009 Hoofdstuk 1. Algemeen Aangesloten is bij de modelinspraakverordening van de VNG. Daarnaast krijgt participatie een formele plaats binnen de beleidsvorming. Artikel 1. Begripsomschrijvingen Inspraak en participatie: Er zijn veel omschrijvingen mogelijk voor de wijze waarop belanghebbenden betrokken kunnen worden bij de totstandkoming van beleid: informatie, communicatie, inspraak, interactieve beleidsvorming etc. Omwille van eenduidigheid is gekozen voor de termen inspraak en participatie. a. Inspraak Bij de in dit artikel opgenomen formulering van het begrip inspraak is aangesloten bij de tekst van artikel 150 van de Gemeentewet. Inspraak is een onderdeel van de voorbereiding en uitvoering van het beleid van de gemeente en heeft een tweeledig doel. Enerzijds wordt aan belanghebbenden de mogelijkheid geboden om hun mening over beleidsvoornemens kenbaar te maken. Anderzijds biedt inspraak aan bestuursorganen een belangrijk hulpmiddel in het kader van de voor de beleidsvoorbereiding noodzakelijke belangenafweging. Inspraak is overeenkomstig artikel 150 van de Gemeentewet “eenzijdig” gedefinieerd, dat wil zeggen dat geen gedachtewisseling met het bestuursorgaan is inbegrepen. De toevoeging ‘formele’ in de omschrijving is opgenomen om de inspraak als bedoeld in de verordening te onderscheiden van meer informele, niet geformaliseerde, reacties op beleidsvoorbereiding zoals ingezonden brieven. b. Participatie De formulering van het begrip participatie sluit aan bij de ‘Nota participatie en inspraak in Amersfoort’. Met deze nota heeft de gemeente het participatiebeleid vastgesteld, dat beoogt een aanvulling te geven op de inspraak. De participant krijgt in een eerder stadium dan bij inspraak de gelegenheid invloed uit te oefenen op de beleidsontwikkeling van de gemeente. c. Inspraakprocedure De verantwoordelijkheid voor het maken van een regeling over inspraak ligt ingevolge artikel 150 van de Gemeentewet bij de raad. In de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is afdeling 3.4 van toepassing verklaard op de inspraak bij provincies en gemeenten. In artikel 7, eerste lid van deze verordening is afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. Artikel 7, tweede lid van deze verordening geeft het bestuursorgaan ruimte om een andere procedure te volgen. Het bestuursorgaan is immers verantwoordelijk voor uitvoering, de nadere regeling en organisatie van de inspraak. d. Beleidsvoornemen Het begrip beleidsvoornemen is gedefinieerd als het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid. Het zal duidelijk zijn dat het hierbij niet gaat om de vaststelling van concrete besluiten of maatregelen, maar om de vorming van het beleid waarop deze kunnen worden gebaseerd. Het begrip bestuursorgaan is gedefinieerd in artikel 1:1, eerste lid van de Awb. Het omvat in elk geval gemeenteraad, college van burgemeester en wethouders en de burgermeester.
3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009,
Pagina 5 van 8
e. Randvoorwaarden: Dit begrip is bedoeld om de ruimte voor inspraak of participatie af te bakenen, om bijvoorbeeld te voorkomen dat deze zich richt op onderdelen waarover het bestuursorgaan geen beslissingsbevoegdheid heeft of waarover het bestuursorgaan reeds heeft besloten. De Nota Participatie en inspraak in Amersfoort geeft door middel van een schematische analyse (afwegingsinstrument)van de randvoorwaarden binnen het te ontwikkelen beleid en de organisatie richting aan de mate van openheid en interactie in het beleidsproces. Artikel 2 Onderwerp van participatie of inspraak. In het eerste lid is bepaald dat elk bestuursorgaan ten aanzien van zijn eigen bevoegdheden besluit of participatie of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van beleid van de gemeente. Elk bestuursorgaan kan zijn eigen beleidsvoornemens aan participatie of inspraak onderwerpen. In de Memorie van Toelichting (Tweede Kamer 1999-2000, 27 023, nummer 3, bladzijde 20) is vermeld dat het ter volledige beoordeling van de gemeenteraad blijft ten aanzien van welke beleidsvoornemens inspraak wordt verleend. Omdat het in bepaalde gevallen doelmatiger zal kunnen zijn als inspraak geschiedt door middel van bijvoorbeeld spreekrecht bij raadsvergaderingen, blijft door de formulering van het eerste lid de mogelijkheid bestaan dat voor bepaalde beleidsvoornemens een andere wijze van inspraak wordt geregeld. Het besluit om al dan niet inspraak te verlenen, is een besluit in de zin van de Awb. Hiertegen kan dus bezwaar worden gemaakt. In het tweede lid is bepaald dat inspraak altijd wordt verleend indien een wettelijk voorschrift daartoe verplicht. Wettelijke verplichtingen tot het bieden van inspraak bestaan nu bijvoorbeeld bij: a. de voorbereiding van een ontwikkelingsprogramma stedelijke vernieuwing (artikel 7 van de Wet stedelijke vernieuwing); b. de voorbereiding van het gemeentelijk milieubeleidsplan (artikel 4.17, derde lid van de Wet Milieubeheer (WM)); c. de voorbereiding van een besluit tot vaststelling van een afvalstoffenverordening die afwijkt van artikel 10.21 van de WM (artikel 10.26, tweede lid van de WM); d. de plannen en beleidsverslagen gericht op de realisatie en de vormgeving van cliëntenparticipatie bij de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (artikel 42) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (artikel 42); f. de voorbereiding van besluiten tot uitsluiting van welstandstoetsing als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onder a. en b. van de Woningwet (artikel 12, vierde lid). In het derde lid is opgenomen wanneer geen participatie of inspraak wordt verleend. In het vierde lid is bepaald dat van de hoofdregel van het derde lid, sub g, kan worden afgeweken. Hierbij kan onder andere gedacht worden aan het verlenen van extra participatie en/of inspraak bij bepaalde grootschalige en/of ingrijpende nieuwe planologische ontwikkelingen (zoals bedoeld in de notitie Rol van de Raad in RO-procedures d.d. 10 februari 2009).
Artikel 3. Participatie- of inspraakgerechtigden. De omschrijving van inspraakgerechtigden vloeit rechtstreeks voort uit de tekst van artikel 150 van de Gemeentewet. In de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb zijn de woorden “in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen” vervangen door “belanghebbenden”. Het begrip “belanghebbende” is in artikel 1:2 van de Awb gedefinieerd en deze definitie heeft ook gelding voor wetgeving buiten de Awb. De kring van personen die bij participatie kan worden betrokken is ruimer gesteld. De kring van betrokken zal onder meer afhankelijk zijn van het gekozen participatieniveau. Dit artikel legt de verantwoordelijkheid voor de keuze van de bij participatie of inspraak te betrekken personen neer bij het bestuursorgaan: de gemeenteraad, het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester, afhankelijk van de bevoegdheid over het betreffende onderwerp. Vanwege het 3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009, Pagina 6 van 8
open karakter van dit artikel vraagt dit in concrete gevallen om een bewuste afweging, rekening houdend met onder andere aard, schaal en reikwijdte van het onderwerp. Hoofdstuk 2. Participatieprocedure. Artikel 4. Participatieprocedure. Ondanks het open en flexibele karakter van participatie dient omwille van de duidelijkheid hiervoor ook een procedure te worden opgesteld. Deze dient in ieder geval object, belanghebbenden en bestuurlijke vraag aan te geven en voor zover in de fase van gedachtevorming al mogelijk is de overige elementen, zoals bedoeld in het derde lid. Naarmate er aan meer randvoorwaarden voor participatie is voldaan ontstaat er meer ruimte voor participatie van buitenaf. In de Nota Participatie en inspraak in Amersfoort zijn drie niveaus voor participatie omschreven op basis waarvan het mogelijk is een (of meer) standaardprocedure(s) te ontwikkelen die wanneer nodig kan (kunnen) worden ingezet: 1. Raadplegen Er is ruimte voor om meningen en opvattingen te laten horen 2.Adviseren Er is gelegenheid om oplossingen aan te dragen. De mening van de participanten speelt een grote rol bij de ontwikkeling van beleid en projecten 3. Coproduceren Alle betrokkenen hebben samen de touwtjes in handen. De partijen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen. In de participatie procedure wordt aangegeven welke rol de verschillende bestuursorganen hebben in de procedure. Dit kan van belang zijn indien inspreken onder regie van de raad plaatsvindt maar het college wel de organisatie op zich neemt Artikel 5. Voorbereiding participatie. In dit artikel zijn enkele richtlijnen ten aanzien van de voorbereiding opgenomen. Voor participatie is geen minimale voorbereidingstijd opgenomen, teneinde de flexibiliteit van participatie niet te beperken. Afhankelijk van het onderwerp dient in concrete gevallen bepaald te worden wat voldoende voorbereidingstijd is. Artikel 6. Verslaglegging van participatie. De verslaglegging van de resultaten van het participatieproces is uitermate belangrijk. Van de te houden bijeenkomsten zal, indien mogelijk, een verslag gemaakt moeten worden. De verslaglegging is afhankelijk van het gekozen traject: zo zal de uitkomst van een workshop vaak niet in een schriftelijk verslag vast te leggen zijn. Daarnaast kan het eindverslag algemeen worden gepubliceerd in de krant en op de gemeentelijke website. Het is aan te bevelen om tijdens het proces al duidelijkheid omtrent de communicatie te verschaffen. In het uiteindelijke voorstel aan de gemeenteraad zal de inbreng van het participatieproces een duidelijke plek moeten krijgen.
Hoofdstuk 3. Inspraakprocedure. Artikel 7. Inspraakprocedure In het eerste lid is afdeling 3.4 van de Awb van toepassing verklaard op de inspraak. In artikelen 3:11 tot en met 3:17 van de Awb is de inspraakprocedure te vinden. Na terinzagelegging en bekendmaking van het beleidsvoornemen kunnen belanghebbenden gedurende zes weken schriftelijk of mondeling hun zienswijze naar voren brengen. In de meeste gevallen zal deze procedure passend zijn voor de inspraak. Zo niet, dan kan op grond van het tweede lid de inspraakprocedure worden aangepast. Het is 3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009, Pagina 7 van 8
mogelijk een (of meer) standaardprocedure(s) te ontwikkelen die wanneer nodig kan (kunnen) worden ingezet. Het kan zijn dat bijvoorbeeld de genoemde termijn van zes weken door het bestuursorgaan te lang of te kort wordt bevonden. Deze termijn kan bij besluit van het bestuursorgaan op grond van het tweede lid aangepast worden. Op de bekendmaking van dit besluit wordt artikel 3.42 van de Awb van toepassing verklaard, indien het besluit niet tot één of meerdere belanghebbenden is gericht. Ook kan de inspraakprocedure worden aangepast als dat nodig is gelet op de een vakantieperiode. Verder kan worden bepaald dat het bestuursorgaan bepaalde faciliteiten, zoals bedoeld in het raadsbesluit van 19 februari 2004, beschikbaar stelt aan de inspraakgerechtigden. Artikel 8. Verslaglegging inspraak. In dit geval is niet gekozen voor verwijzing naar afdeling 3.4 van de Awb, waarin slechts wordt bepaald dat een verslag wordt gemaakt van hetgeen tijdens de inspraakprocedure mondeling naar voren is gebracht. Onder het in het tweede lid, onderdeel a., genoemde verslag van de gevolgde inspraakprocedure wordt verstaan: Hoe is de procedure feitelijk verlopen? Is afdeling 3.4 van de Awb onverkort toegepast? Wanneer is het beleidsvoornemen ter inzage gelegd enz.? Onderdeel b. betekent dat de eindrapportage een volledig overzicht dient te bevatten van zowel de mondelinge als de schriftelijke inspraakreacties. De schriftelijke inspraakreacties kunnen aan het verslag worden gehecht. In het verslag kan worden volstaan met een korte zakelijke weergave van de naar voren gebrachte opvattingen en vermelding van de personen die hun opvatting naar voren hebben gebracht. Onder c. wordt als het sluitstuk van inspraak voorgeschreven dat het bestuursorgaan aangeeft wat met de zienswijzen wordt gedaan. In het derde lid is bepaald dat het bestuursorgaan het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar maakt. Bekendmaking van de resultaten van de inspraak is uitermate belangrijk. Het ligt voor de hand om degenen die hebben ingesproken een exemplaar van het eindverslag te sturen. Als het aantal insprekers omvangrijk is, kan worden gekozen voor het volstaan met een algemene bekendmaking. Het is aan te bevelen om tijdens de inspraakavond al duidelijkheid omtrent de communicatie te verschaffen. Hoofdstuk 4. Overgangs- en slotbepalingen. Artikel 9. Inwerkingtreding. Geen nadere toelichting. Artikel 10. Intrekking oude verordening. Met deze bepaling wordt de bestaande inspraakverordening ingetrokken. De datum waarop de oude verordening vervalt, is de datum waarop de nieuwe verordening in werking treedt. Artikel 11. Overgangsbepaling. Geen nadere toelichting. Artikel 12. Citeertitel. Geen nadere toelichting
3037192 - Inspraak- en participatieverordening Amersfoort 2009,
Pagina 8 van 8
Participatie en inspraak in Amersfoort uitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium
Maart 2009 3065963
1
Inhoudsopgave I Algemene uitgangspunten 1. Participatie en inspraak dragen bij aan betere plannen en processen 2. Duidelijkheid belangrijke factor voor succesvol participatiebeleid 3. De gemeente is hoeder van het algemeen belang 4. De mate van invloed kan per participatietraject verschillen 5. Over het verschil en de relatie tussen participatie en inspraak
II Spelregels
III Afwegingsintrumentarium 1. Eenduidige begrippen voor drie niveaus van participatie 2. Heldere omschrijvingen van veelvoorkomende participatiewerkvormen 3. Afwegingsinstrument - Schema - Toelichting op instrument
IV Tenslotte Bijlage 1: schema ‘het verschil en de relatie tussen participatie en inspraak’
Bijlage 2: voorbeelden van participatiemethoden gerangschikt naar participatieniveau
2
Inleiding Net als de meeste andere Nederlandse gemeenten, heeft Amersfoort het betrekken van inwoners en organisaties bij het ontwikkelen van plannen en projecten, hoog in het vaandel staan. Al heel wat jaren worden zij uitgenodigd om mee te denken over beleid en ontwikkelingen in hun eigen woonof werkomgeving. Jaarlijks starten vele tientallen participatietrajecten. We hebben geconstateerd dat de hoge participatiegraad in onze stad nog niet altijd leidt tot een bevredigend resultaat en dat dit gegeven vooral te maken heeft met het feit dat het voor deelnemers aan het participatieproces vaak niet helder is wat er van hen wordt verwacht en hoeveel invloed zij kunnen uitoefenen. Elk participatietraject is ook weer anders en voor inwoners is het moeilijk te volgen welke afwegingen de gemeente maakt bij de keuze voor participatie en het inrichten van een proces. Dezelfde conclusies werden getrokken in het initiatiefvoorstel van de gemeenteraad ‘Onderzoek naar Communicatie- en Participatietrajecten in Amersfoort’.
Naar aanleiding van deze constateringen is de notitie Participatie en Inspraak in Amersfoort met uitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium opgesteld. De uitgangspunten voor participatie en inspraak passen binnen het communicatiebeleidskader 20072010 dat in 2007 door de gemeenteraad werd vastgesteld. Kern van ons communicatiebeleid is dat de communicatie meer wordt ingericht vanuit het gezichtspunt van de burger, waarbij de gemeente rekening houdt met de verwachtingen van verschillende betrokken partijen.
Doel notitie Participatie en Inspraak Het doel van deze notitie is een eenduidige en heldere werkwijze bij participatie en inspraak in Amersfoort. De spelregels en het bijbehorende afwegingsinstrumentarium moeten binnen de hele gemeente worden toegepast.
Totstandkoming van deze notitie Deze notitie is het resultaat van een interactief proces met de stad. In 2008 hebben we twee Stadsbijeenkomsten Participatie georganiseerd. De inwoners die hiervoor werden uitgenodigd waren ervaringsdeskundig op het gebied van participatie- en inspraak. Ze hadden allemaal deelgenomen aan participatietrajecten. Op de zeer goed bezochte Stadsbijeenkomsten (in totaal ca. 250 aanwezigen) hebben betrokken Amersfoorters tal van suggesties gedaan, die we hebben gebruikt bij het opstellen van de uitgangspunten, spelregels en het afwegingsinstrumentarium.
3
I Algemene uitgangspunten voor participatie en inspraak 1
Participatie en inspraak dragen bij aan betere plannen en processen
We vinden het in Amersfoort heel belangrijk om plannen, beleid of projecten waar mogelijk samen te ontwikkelen met bewoners, bedrijven en maatschappelijke organisaties. Dit vinden we belangrijk omdat we geloven dat door die inbreng: 1. de plannen beter worden: relevante partijen brengen kennis in over de problematiek en de mogelijke oplossingen. Onderzoek wijst daarnaast uit dat draagvlak vooral tot stand komt via de inhoud, als gevolg van goede inhoudelijke plannen. 2. het beleidsproces beter wordt: participatie leidt tot constructieve communicatie tussen alle betrokken partijen. Hierdoor is er eerder kans op wederzijds begrip waardoor de kans op tevredenheid over prcoes en resultaat toeneemt.
2
Duidelijkheid belangrijke factor voor succesvol participatieproces
De suggesties uit de door ons gevoerde stadsgesprekken, ervaringen bij andere gemeenten en literatuur onderstrepen dat het voor een effectief participatietraject van groot belang is dat participanten aan het begin van een proces weten waar ze aan toe zijn. Duidelijk moet zijn waaraan ze kunnen deelnemen, wat het doel is van hun inzet, hoe het participatieproces wordt ingericht en wat de mate van invloed is die zij kunnen uitoefenen. De betreffende participanten kunnen dan aangeven of zij de voorgestelde participatieruimte willen benutten of dat zij minder invloed (en verantwoordelijkheid) willen. Ze kunnen niet beslissen voor meer. Met helderheid vanaf het begin van het traject worden betrokkenen tussentijds niet verrast of teleurgesteld.
3
De gemeente is hoeder van het algemeen belang
Altijd, moet de gemeente de rol van hoeder van het algemeen belang in gedachten houden. Dat betekent dat de gemeente alle belangen van mogelijke partijen en personen in beeld brengt tijdens het participatieproces. De gemeente heeft de plicht om de belangen van partijen die niet aan tafel zitten (onder meer de zwijgende meerderheid) zichtbaar te maken in het participatieproces. Deze belangen moeten worden betrokken in de totale afweging. In een aantal gevallen volgt na participatie ook nog de officiële inspraak.
4
Mate van invloed kan per participatietraject verschillen
De mate waarin de participanten invloed hebben kan per beleidsvoornemen of projecttype verschillen. Het gaat bij de toepassing van participatie om maatwerk. Dat betekent dat wij bewust niet hebben gekozen voor het maken van een uitputtende lijst van gemeentelijke producten waaraan van tevoren een bepaalde mate van interactiviteit is gekoppeld. Wel moet altijd herleidbaar zijn waarom er is gekozen voor wel of geen participatie en wat de afwegingen zijn geweest bij het kiezen voor het betreffende participatieniveau. Daarvoor moet steeds het afwegingsinstrument worden doorlopen zodat duidelijk is waarom voor welke inzet is gekozen. Niet
4
alle onderwerpen lenen zich voor participatie. Zo kan bijvoorbeeld de aard van het onderwerp of de nauwelijks beschikbare beleidsruimte vanwege regelgeving van hogere overheden er toe leiden dat gekozen wordt voor de minimale variant (informeren).
Om de mate van invloed te benoemen hanteren we 3 begrippen te weten: raadplegen, adviseren en coproduceren. 1. Raadplegen: Er is ruimte meningen en opvattingen te laten horen. 2. Adviseren: Bewoners en betrokkenen krijgen gelegenheid om oplossingen aan te dragen. Hun mening speelt een grote rol bij de ontwikkeling van beleid en projecten. 3. Coproduceren: De partijen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen en werken op basis van gelijkwaardigheid.
We organiseren geen participatieproces als er nauwelijks iets te beïnvloeden valt voor inwoners en organisaties. Participatie is dus geen doel op zich. We communiceren (informeren) wel altijd over waarom wel of geen participatie mogelijk en over de verdere procedure en besluitvorming.
5
Verschil en relatie tussen participatie en inspraak
Participatie gaat over meedenken of meedoen in het voortraject van beleidsvorming en projectvorming. Wanneer het beleids- of projectvoorstel klaar is, is in een aantal gevallen inspraak op dit voorstel mogelijk. De Amersfoortse inspraakverordening regelt dat voor beleidsvoornemens inspraak moet plaatsvinden. De filosofie die we hierbij hanteren is dat er geen onnodige dubbele inspraak moet plaatsvinden en dat inspraak niet onnodig lang moet duren. Zo zal de mate van participatie van invloed zijn op de mate van inspraak en vice versa.
In bijlage 1 is een schema opgenomen dat het verschil en de relatie tussen participatie en inspraak verheldert.
Participatie, inspraak en ruimtelijke ordening De procedures op het gebied van de ruimtelijke ordening vormen een specifieke categorie in beleidsvoornemens. In de ruimtelijke ordeningsprocedures (RO-procedures) is regelmatig sprake van participatie en/of inspraak. Bij een procedure van een bestemmingsplan wordt altijd gelegenheid geboden tot het indienen van zienswijzen bij de gemeenteraad. Het was tot voor kort gebruikelijk dat naast deze mogelijkheid altijd ook een extra inspraakronde plaatsvond, soms nog voorafgegaan door een participatietraject. Er was sprake van dubbele en soms driedubbele procedures, waarmee veel tijd was gemoeid.
Sinds 1 juli 2008 geldt de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro). Eén van de doelstellingen van de Wro is het verkorten van de procedures. Naar aanleiding van de invoering van de Wro heeft de gemeenteraad op 10 februari 2009 de notitie “Rol van de raad in RO-procedures” vastgesteld. In deze notitie is de rol beschreven van de
5
gemeenteraad in ro-procedures en worden behandelschema’s gegeven voor drie modellen van bestemmingsplannen. Ook hierbij is als uitgangspunt genomen dat dubbele procedures moeten worden voorkomen. Bovendien is er naar gestreefd de procedures zo kort mogelijk te houden. In 2 van de 3 modellen is geen sprake meer van extra inspraak. Het werken met de verschillende behandelschema’s leidt tot tijdwinst, maar noodzaakt wel tot een eenduidige en heldere werkwijze. Aan het begin van iedere ontwikkeling krijgt de gemeenteraad inzicht in de kaders, de afwijkingen daarvan en de momenten van betrokkenheid van de raad in de procedure. Ook wordt duidelijk of de procedure wel of niet voorziet in extra inspraak. Het college geeft per bestemmingsplan een behandeladvies. De raad blijft de mogelijkheid behouden om afwijkend te beslissen, ook ten aanzien van de aspecten inspraak (en participatie). Hierbij is het van belang om vooraf de inspraakmomenten duidelijk te definiëren.
6
II Spelregels Participatietrajecten verlopen soepeler wanneer de deelnemers elkaar kunnen aanspreken op een aantal spelregels. De Amersfoortse spelregels participatie zijn tot stand gekomen in overleg met inwoners uit onze stad die ervaring hebben opgedaan met participatie. Als de gemeente zich aan deze afspraken houdt, dan is er grotere kans op een positief participatieproces. De spelregels bevatten de belangrijkste afspraken in de communicatie en participatie met inwoners en organisaties uit onze stad.
1.
De gemeente beoordeelt bij plannen vooraf in hoeverre er mogelijkheden voor participatie zijn. De gemeente organiseert geen participatieproces als er nauwelijks iets te beïnvloeden valt voor inwoners. In dat geval volgt wel informatie.
2.
De gemeente legt vooraf de voorwaarden voor participatie (zoals voor rolverdeling, tijd, geld) vast in een voor inwoners begrijpelijke startnotitie.
3.
De gemeente zorgt dat inwoners op tijd (tenminste 1 week van te voren) kunnen beschikken over alle informatie die zij nodig hebben en biedt deze op verschillende manieren aan.
4.
Participatie betekent voor de gemeente ook: een open en attente houding, serieus luisteren naar wat inwoners te zeggen hebben en zoeken naar mogelijkheden.
5.
De gemeente gebruikt begrijpelijke taal.
6.
Wanneer er tussentijds wijzigingen optreden, dan laat de gemeente dit vroegtijdig aan inwoners weten.
7.
De gemeente nodigt inwoners tijdig (tenminste 2 weken van tevoren) uit voor bewonersavonden en organiseert deze bij voorkeur in de wijk.
8.
De gemeente informeert betrokkenen over de uitkomst van het participatietraject, de besluitvorming en het vervolg.
7
III Afwegingsinstrumentarium
Ons afwegingsinstrumentarium is ontwikkeld om op een eenduidige, begrijpelijke en navolgbare manier de afweging te maken of en in welke mate participatie plaatsvindt. Ons instrumentarium bestaat uit: 1. eenduidige begrippen voor drie niveaus van participatie 2. heldere omschrijvingen van de meest voorkomende participatiewerkvormen 3. afwegingsinstrument
1. Eenduidige begrippen voor drie niveaus van participatie
We gebruiken de in vele gemeenten gehanteerde begrippen (raadpleging, advisering en coproductie) voor het benoemen van het betreffende participatieniveau. Niveau van participatie Raadpleging
Advisering
Coproductie
Rol deelnemers/inwoners
Mogelijke werkvormen
Rol college/ gemeenteraad
Er is ruimte meningen te laten horen en om informatie te geven over ervaringen en opvattingen.
Hoorzitting, enquête, peiling, opiniewijzer, reacties via brief of internet, panel, informatiebijeenkomst klankbordgroep, raadplegend referendum. Werken met participatiegroepen, burgerplatform, expertmeeting, burgerpanel, burgerjury.
Heeft een actieve rol in het bedenken van oplossingsrichtingen en neemt kennis van meningen en opvattingen hierover. Laat inwoners weten hoe participatieresultaten hebben meegewogen. Stelt zich in eerste instantie terughoudend op in het aandragen van oplossingsrichtingen. Moet goede redenen hebben om adviezen niet mee te nemen of op te volgen. Weegt advies mee in besluit. Informeert deelnemers hoe advies heeft doorgewerkt in beleidsvorming. Beargumenteert wat waarom wel en niet is overgenomen. Houdt zich bij voorkeur aan de aangedragen oplossingen. Zorgt voor goede ondersteuning van de participanten. Weegt voorstellen zwaar mee. Wanneer voorstellen niet worden overgenomen of worden gewijzigd om (politieke) redenen, is het erg belangrijk dat zij deelnemers informeert over wat zij wel en wat niet van de plannen overneemt en waarom.
Bewoners en betrokkenen krijgen alle gelegenheid om problemen en oplossingen aan te dragen. Hun mening speelt een grote rol bij de ontwikkeling van beleid en projecten.
De partijen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen en werken op basis van gelijkwaardigheid.
Projectgroep, werkgroep, werkateliers, afsluiten convenant.
8
2. Heldere omschrijvingen van de meest voorkomende participatiewerkvormen We gebruiken dezelfde begrippen over de meest voorkomende participatiewerkvormen in de communicatie met de burger en met de raad. Dit om te voorkomen dat verwachting en werkelijkheid niet met elkaar overeenkomen. Voor de burger en voor de politiek moet het van tevoren duidelijk zijn wat hij kan verwachten en wat zijn invloed kan zijn, als de gemeente bijvoorbeeld een ‘ronde tafelgesprek’ organiseert. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van voorbeelden van in Amersfoort regelmatig gebruikte werkvormen.
3. Afwegingsinstrument Om de participatieruimte vooraf te bepalen maken we gebruik van een Amersfoorts afwegingsinstrument, dat het Instituut voor Publiek en Politiek voor ons ontwikkelde. Bij het doorlopen van dit instrument blijkt of er participatieruimte is, en zo ja, hoeveel ruimte er is en met welke belanghebbenden of partijen bij voorkeur moeten worden betrokken bij de participatie. Deze afweging wordt aan het begin van het traject samen met de communicatieaanpak opgenomen in de startnotitie of plan van aanpak van het project. Met de bestuurlijke vaststelling van deze startnotitie of projectvoorstel, is tevens de communicatieaanpak en het participatievoorstel bestuurlijk vastgelegd. In de communicatieparagraaf wordt ook aangegeven of er na participatie nog sprake is van inspraak volgens de Amersfoortse inspraakverordening. Het daadwerkelijke participatieproces start pas na besluitvorming over de startnotitie of plan van aanpak door het betreffende bestuursorgaan.
9
Afwegingsinstrument participatie bij beleid en projecten gemeente Amersfoort Wel of geen participatie?
Waarom, met wie, wanneer en welke rol?
1. Leent het beleidsprobleem zich voor participatie? a. Is het beleidsonderwerp of project geschikt ? Hebben inwoners betrokkenheid, kennis en/of ervaringen op dit beleidsonderwerp of project? b. Is er nog ruimte om te participeren Valt er nog iets te kiezen of te vinden? c. Is er voldoende juridische ruimte: (Is bestaande wet- en regelgeving geen belemmering ?)
Ja
7. Hoe? Zoek welke werkvorm of combinatie van werkvormen of methode(n) in dit geval het beste is. Doel, beleidsfase, verantwoordelijkheid, groepsgrootte en tijd spelen een rol bij de keuze voor een geschikte werkvorm.
4. Stel vast welke inwoners of organisaties erbij betrokken moeten worden en wat hun belangen zijn. Welke inwoners hebben directe belangen bij het onderwerp ? Welke personen of groepen moeten in ieder geval actief worden uitgenodigd om mee te doen.
Nee
Vaststellen van populatie waaruit deelnemers komen, is vooral van belang voor organisatie, werving en publiciteit. Minder direct voor het te kiezen instrument.
participatie afraden wel informeren
2. Zijn noodzakelijke randvoorwaarden vervuld ? a. hebben we nog voldoende tijd voor een participatietraject (of moet het beleid of project snel worden gerealiseerd)? b. Is er voldoende geld en ambtelijke tijd beschikbaar voor de organisatie en begeleiding van het participatietraject? c. Is goede communicatie vooraf, tijdens en na afloop verzekerd ? d. Is het college en/of de raad bereid om iets te doen met de resultaten van het participatietraject ?
Ja
3. Benoem doel van participatie in dit beleid of project Primaire doel van participatie geeft richting aan keuze methode. a. Verhogen kwaliteit van beleid of project: methode kiezen waarin een zorgvuldig geselecteerd gezelschap, goed geïnformeerd over het beleidsonderwerp, adviezen formuleert. b. Vergroten van begrip en betrokkenheid voor dit beleid of project: methode kiezen waarmee zoveel mogelijk inwoners mee kunnen doen. c. Combinatie van draagvlak vergroten en kwaliteit verhogen. Kies een combinatie van methoden.
Welk instrument?
Nee participatie afraden wel informeren
5. In welke beleidsfase vindt participatie plaats? a. Agendavorming: inwoners dragen onderwerpen aan voor beleid. b. Planvorming: deelnemers geven advies of denken mee over beleidsalternatieven. c. Besluitvorming: gemeentebestuur/-raad neemt zelf besluit of geeft kader aan waarbinnen beslissingsbevoegdheid wordt gedelegeerd aan bepaalde groep inwoners. d. Uitvoering: inwoners denken/doen mee in beleidsuitvoering. e. Evaluatie Inwoners hebben rol in beoordeling van effecten van beleid. Burgerparticipatie in de hele beleidscyclus is zelden haalbaar. Maak een keuze voor nadruk op het voortraject (agendavorming en planvorming) of het natraject (uitvoering en evaluatie.) In bijna alle gevallen neemt het bestuur of de raad formeel het besluit.
6. Welk participatieniveau is geschikt en welke verantwoordelijkheid krijgen de deelnemers? a. Raadpleging: er is ruimte om meningen te laten horen. b. Advisering: er is ruimte om problemen en oplossingen aan te dragen. c. Coproductie: partijen zoeken samen met de gemeente naar oplossingen en werken op basis van gelijkwaardigheid. De verantwoordelijkheid van inwoners en hun invloed op het beleidsproces neemt toe van a. naar c. Daarmee neemt ook de verplichting toe van raad en college om de resultaten mee te wegen in de besluitvorming.
Toelichting De vragen en deze toelichting zijn bedoeld als hulpmiddel voor medewerkers die de raad of het college moeten adviseren over het al of niet initiëren van participatie bij vorming en uitvoering van gemeentelijk beleid of projecten. De vragen dwingen om eerst vast te stellen of het onderwerp zich leent voor burgerparticipatie (vraag 1) en of aan de noodzakelijke randvoorwaarden is voldaan (vraag 2) . Is dat niet het geval dan wordt afgeraden in dit specifieke beleidsproces burgerparticipatie te organiseren. Is het antwoord op deze eerste vragen positief, dan moet vervolgens beredeneerd worden met welk doel (vraag 3), welke inwoners (vraag 4), in welk stadium van het beleidsproces (vraag 5), met welke verantwoordelijkheid (vraag 6) mee kunnen doen. Het gaat hier niet om een lijst waarop simpel per vraag eenduidig ja/nee of een van de alternatieven kan worden ingevuld. Over het antwoord op elke vraag is discussie mogelijk. Het gaat iedere keer om inschattingen van talrijke niet, of nauwelijks meetbare factoren en variabelen. Of en hoe participatie een plaats moet krijgen in een project of beleidsproces moet zichtbaar worden afgewogen en beschreven in de startnotitie. Meer informatie via de afdeling communicatie of via afdeling wijkontwikkeling.
10
3.2 Toelichting bij afwegingsinstrument participatie De vragen uit het afwegingsinstrument dwingen om eerst vast te stellen of het onderwerp zich leent voor participatie (vraag 1) en of aan de noodzakelijke randvoorwaarden is voldaan (vraag 2). Is dat niet het geval dan wordt afgeraden in dit specifieke proces participatie te organiseren. Is het antwoord op deze eerste vragen positief, dan moet vervolgens beredeneerd worden met welk doel (vraag 3), welke inwoners (vraag 4), in welk stadium van het beleidsproces (vraag 5), met welke verantwoordelijkheid (vraag 6) mee kunnen doen. Het doel (vraag 3) de beleidsfase (vraag 5) en het participatieniveau (vraag 6) bepalen samen op welke op welke manier (vraag 7) inwoners mee kunnen doen. Daarnaast moet de populatie worden vastgesteld waaruit eventuele deelnemers komen (vraag 4).
Het gaat hier niet om een lijst waarop simpel per vraag eenduidig ja/nee of een van de alternatieven kan worden ingevuld. Het gaat om inschattingen, over het antwoord op elke vraag is discussie mogelijk. Of en hoe participatie een plaats moet krijgen in een beleidsproces of project is een kwestie van afwegen. De afweging wordt met behulp van het afwegingsinstrument navolgbaar en moet vervolgens worden beschreven in de communicatieparagraaf van de startnotitie van het beleidsproces of project. Zodra deze startnotitie bestuurlijk is vastgesteld, zijn ook de afwegingen rond participatie bestuurlijk vastgelegd. Dat is van belang voor het verloop van het proces. Zo weten alle betrokkenen aan het begin van het proces waar ze aan toe zijn, of ze kunnen meedenken, meepraten en waarover dan wel of niet.
Naast afwegingen over participatie moet in de communicatieparagraaf ook worden beschreven of en zo ja hoe de inspraak moet worden georganiseerd. De medewerkers van Communicatie en de wijkmanagers van de afdeling Wijkontwikkeling kunnen assisteren bij het maken van de participatieafwegingen.
1. Leent het beleidsprobleem of het project zich voor burgerparticipatie? Deze vraag gaat aan alle andere vooraf. Als het antwoord hierop negatief is, komt deelname van inwoners aan dit beleidstraject niet meer in aanmerking. Wanneer is een beleidsonderwerp geschikt? Het onderwerp of project is geschikt wanneer: 1. 1 Het onderwerp voor individuele inwoners, of voor een bepaalde categorie inwoners, direct van belang en ook begrijpelijk is. (Technisch bestuurlijke onderwerpen en organisatorische problemen van het ambtelijke apparaat, juridische en/of financiële problemen zijn in het algemeen niet geschikt.) 1.2 Het beleid of project nog voldoende ruimte biedt voor uiteenlopende opties. Meedenkende inwoners en organisaties moeten wel ergens over kunnen meepraten of keuzes in kunnen maken.
11
Een beleidsonderwerp is meer geschikt naarmate individuele inwoners - of een bepaalde categorie daaruit - specifieke informatie en/of ervaringskennis erover hebben. Hieronder enkele voorbeelden van thema’s en voor wie ze geschikt zijn Ruimtelijke thema’s (RO, inrichting en beheer openbare ruimte, bouwen, verkeer, natuur- en milieu) Thema’s uit sociaal beleid (zoals de WMO, werken bijstand, welzijnswerk)
Bij specifieke beleidsvelden zoals kunst- , cultuur-, sport- en recreatiebeleid
Zijn geschikt voor brede groepen omdat iedereen er mee heeft te maken. Zijn geschikt voor iedereen die er mee te maken kan krijgen. Afhankelijk van het specifieke onderwerp, kunt u een specifieke doelgroep vaststellen: in het WI- en bijstandsbeleid bijvoorbeeld: uitkeringsgerechtigden, werkzoekenden, etc. Zijn geschikt voor participatie via belangenorganisaties en adviesraden. Maar kan ook geschikt zijn voor wie ermee te maken krijgt/heeft.
Bij beleid voor bepaalde categorieën mensen of specifieke groepen zoals emancipatiebeleid, ouderen- en jongerenbeleid
Zijn geschikt voor participatie via belangenorganisaties en adviesraden. Maar kan ook geschikt zijn voor wie ermee te maken krijgt/heeft.
Brede beleidsonderwerpen voor een sector waar veel inwoners in beginsel mee te maken kunnen krijgen (bijvoorbeeld grote investeringen in een cultureel - of sportcentrum, de bouw van een schouwburg of aanleg van een recreatieterrein)
Het ligt voor de hand te onderzoeken of alle inwoners in de gelegenheid moeten worden gesteld om mee te praten over aard van en investeringen in deze voorzieningen. Hierover gaat ook de afweging genoemd bij vraag 4.
Beleid over sterk omstreden onderwerpen (not in my backyard onderwerpen) zoals projecten/ontwikkelingen waarvan veel overlast valt te verwachten.
Zijn in de ontwikkelingsfase niet altijd geschikt voor participatie. Zeker wanneer er eigenlijk geen participatieruimte is. Bij NIMBYdossiers is participatie wel goed mogelijk in de uitvoering en evaluatie (meedenken over randvoorwaarden of maatregelen). Inwoners die bij het onderwerp direct betrokken zijn, kunnen meedenken over de manier waarop de overlast kan worden geminimaliseerd. Zij kunnen klachten bijhouden en na een van te voren vastgesteld tijdstip deelnemen aan de evaluatie van betreffende beleidsbeslissing.
2. Zijn noodzakelijke randvoorwaarden vervuld? a. Participatie neemt tijd in beslag. Een eenvoudig participatietraject neemt toch al gauw een half jaar tijd in beslag. Is die tijd er?
b. Participatieprojecten zijn vaak arbeidsintensief. Verzekerd moet zijn dat er voldoende ambtelijke capaciteit beschikbaar kan worden gesteld: zowel vanuit betreffende beleidsafdeling(en), vanuit secretariaat en/of griffie, als vanuit de afdeling communicatie. Uiteraard moet daarnaast de begroting voor externe kosten gedekt zijn, eventueel ook voor het aantrekken van externe deskundigheid.
12
c. Essentieel is goede informatie en publiciteit over burgerparticipatie bij beleidsvorming. - Intern moeten bestuur, raad en het ambtelijke apparaat geïnformeerd worden: vooraf, regelmatig gedurende en na afloop van een participatieproject. - Publiciteit is nodig om inwoners/ doelgroepen te werven en te informeren. - Gedurende de loop van het participatieproject moeten alle inwoners op de hoogte gehouden worden. - Na afloop moeten deelnemers worden geïnformeerd over de rol van hun inbreng in de besluitvorming.
d. Uitdrukkelijk moet vaststaan dat raad en/of college bereid zijn om in het participatieproces waar nodig een rol te spelen en de uitslag mee te laten wegen in de besluitvorming. Deze afspraken worden vastgelegd met de vaststelling van de startnotitie of het plan van aanpak voorafgaand aan het participatietraject.
Om aan een participatietraject te kunnen beginnen, moet aan elk van deze vier randvoorwaarden zijn voldaan.
3. Benoem doel van participatie in dit beleidsproject Het doel van de participatie kan per beleidsproject verschillen. Het doel is van invloed op de keuze van methoden en werkvormen. Doelen van participatie kunnen zijn: het vergroten van draagvlak voor (niet-populair) beleid of het verhogen van kwaliteit van beleid. Ze sluiten elkaar natuurlijk niet uit: een combinatie is ook mogelijk.
Als verhogen van de kwaliteit van beleid of het project het hoofddoel is, dan ligt het voor de hand om specifieke groepen die hieraan kunnen bijdragen te betrekken in het participatieproces. Vragen die dan van belang zijn: Herkent men de noodzaak van het beleid of project? Werken voorgestelde oplossingen, wat is er nodig? Hierbij werken participatiewerkvormen voor kleine groepen waar tijd en ruimte is om met elkaar van gedachten te wisselen. De groep betrokkenen moet een goede afspiegeling zijn van de totale bewonersgroep/belanghebbenden waarvoor je het beleid/project maakt of ontwikkelt. De werkvormen maken het mogelijk om hoog gemotiveerde en naar diversiteit geselecteerde inwoners bij elkaar te brengen en die van de nodige informatie te voorzien. Zij krijgen de tijd en de mogelijkheden om het beleidsonderwerp of project van alle kanten te bespreken en beredeneerd advies uit te brengen. De kans dat dit tot een beter beleid of een kwalitatief beter project leidt groter dan wanneer iedereen, geïnformeerd of niet, mag meepraten.
Als vergroten van het draagvlak het hoofddoel, dan ligt het voor de hand zoveel mogelijk inwoners te mobiliseren en dus vormen van participatiewerkvormen te gebruiken die toegankelijk zijn voor grote groepen. Iedereen die wil, moet mee kunnen doen. Bovendien is dan zeer goede
13
communicatie over die participatiemogelijkheden essentieel. Niemand moet kunnen zeggen ‘Mij is hierover niets gevraagd’.
Er zijn nog andere doelen te bedenken om aan participatie te beginnen, zoals: -
Bevorderen samenwerking tussen partijen/samenwerking nieuw leven in blazen
-
Versterken wederzijds begrip
Afhankelijk van het doel is een combinatie van werkvormen geschikt (dus toegankelijk voor alle betrokken inwoners of werkvormen gericht op een relatief klein aantal op diversiteit geselecteerde deelnemers).
4. Stel vast welke inwoners of organisaties erbij betrokken moeten worden Het type beleidsonderwerp of soort project is van invloed op welke categorie inwoners moet worden uitgenodigd om hierover mee te praten. Deze keuze lijkt eenvoudiger dan het is. Als het onderwerp de herinrichting van een plein is met woningen, winkels en kantoren en de raad heeft besloten inwoners te laten meedenken, wie mogen dan meedoen? Alleen direct omwonenden, ondernemers en werknemers aan het plein? Alle bewoners en ondernemers in de buurt rond het plein? Iedereen in de wijk of het stadsdeel waarin het plein ligt? Alle inwoners van de gemeente? In elke beslissing daarover zit impliciet een oordeel over de verschillende belangen van uiteenlopende categorieën burgers bij het onderwerp. In dit soort gevallen kan een overweging zijn om verschillende participatievormen te gebruiken voor verschillende categorieën burgers: hoe kleiner het directe belang hoe minder invloedrijk de participatievorm. (Zie ook bij punt 5.). Er bestaan verschillende hulpmiddelen (bv. Belangen/meningenmatrix) om belangen en meningen van betrokkenen in kaart te brengen of om de positie van verschillende actoren in beeld te brengen (bv. krachtenveldanalyse). De communicatieadviseurs binnen de gemeente kunnen ondersteunen bij het maken van dergelijke analyses.
Bij beleid voor een specifieke doelgroep of voor een specifieke beleidsveld is het zinvol om vast te stellen op welke manier welke specifieke categorieën inwoners worden gemobiliseerd en wat de rol is van verenigingen en organisaties die actief zijn op betreffend gebied (zie matrix bij vraag 1). Daarnaast is de vraag welke personen nog meer - sleutelfiguren in een buurt of wijk, deskundige burgers, vertegenwoordigers van relevante belangenorganisaties - voor een bijeenkomst actief uitgenodigd moeten worden.
5. In welke beleidsfasen vindt participatie plaats? Participatie in de hele beleidscyclus is zelden haalbaar. Bij de keuze voor nadruk op participatie in de beginfasen agendavorming en planvorming denken inwoners mee over te voeren beleid. Participatie bij de uitvoering of evaluatie van beleid is bijzonder geschikt bij omstreden onderwerpen met een hoog Not in my backyard gehalte (NIMBY projecten) (zie ook pagina 12 van deze toelichting).
14
Beleidsfase
Mogelijkheden en aandachtspunten voor participatie
Agendavorming
Participatie is geschikt om signalen op te vangen. Alertheid van raadsleden en ambtenaren bij opvangen signalen belangrijk.
Planvorming
Participatie is geschikt voor het inwinnen van adviezen bij adviesraden, burgerpanels. etc. Beleidsonderwerpen of projecten waar ervaringsdeskundigheid en leefbaarheid eigen woonomgeving rol spelen.
Besluitvorming
In deze fase is er vooral publiciteit en informatie naar de inwoners belangrijk. In deze fase bestaat participatie onder meer uit uitnodigen voor raadsdebat of wijzen op de formele inspraakmogelijkheden. Na besluitvorming is van belang om inwoners en betrokkenen te infomeren waarom college en raad besluiten hebben genomen en welke afwegingen daarbij een rol hebben gespeeld. Raad / college verantwoorden wat ze met resultaten van participatie in vorige fasen hebben gedaan.
Uitvoering
Participatie is geschikt om inwoners invloed te geven op voor hen belangrijke details van uitvoering.
Evaluatie
Niemand beter dan inwoners kunnen bepalen hoe beleid uitpakt.
6. Welke verantwoordelijkheid krijgen de deelnemers? Deelnemers aan een participatieproces kunnen meer of minder invloed hebben op de besluitvorming. Uiteindelijk heeft het college van B&W of de gemeenteraad het laatste woord, maar bij het nemen van besluiten zal zij meer of minder rekening moeten houden met resultaten van participatie. Hoe groter de rol - en dus de verantwoordelijkheid - van de deelnemers, hoe meer raad of college zijn gehouden rekening te houden met de resultaten van de participatie en hoe meer zij moeten verantwoorden wat wel en wat niet ervan is overgenomen in het uiteindelijke beleid.
7. Hoe? Keuze van methoden en instrumenten Bij de keuze van participatiemethoden en instrumenten spelen doel, beleidsfase, mate van invloed, groepsgrootte en tijd een rol. Vooral het onderscheid tussen participatiemethoden geschikt voor grote groepen of juist voor gerichte kleine groepen is van belang (zie onder 3). Verder onderscheiden instrumenten en methoden zich vooral naar de functie die ze hebben: als middel om meningen te peilen, als middel om inwoners mee te laten denken over beleidsopties, als middel om inwoners beleidsuitvoering te laten monitoren en evalueren. De uitkomsten van de vragen 3, 5 en 6 bepalen samen welke instrumenten geschikt zijn om inwoners te betrekken. Daarnaast moet de populatie worden vastgesteld waaruit eventuele deelnemers komen (vraag 4).
Representativiteit Vaak worden er vragen gesteld, vooral door degenen die het resultaat van een participatieproject niet zint, bij de ‘representativiteit’ van de deelname aan burgerparticipatie. Het gaat dan om representativiteit als ‘afspiegeling’ van de bevolking, niet als ‘vertegenwoordiging’. Statistische representativiteit wordt bij burgerparticipatie inderdaad zelden bereikt. Maar het is de vraag of dat
15
wel van groot belang is. Kwalitatieve representatie is belangrijker: Per doelstelling of per project moet beredeneerd worden wat de wenselijke samenstelling van het deelnemersveld is. Aandachtspunten daarbij zijn: - is de spreiding naar relevante criteria groot genoeg (zoals sekse, leeftijd, sociaal-economische status, opleidingsniveau, woonplaats, situatie huishouden etc.) - zijn alle betrokken belangen bij dit onderwerp vertegenwoordigd? - hebben deelnemers ervaring met, deskundigheid over of minstens betrokkenheid met het onderwerp? Ook al zijn niet alle belangen vertegenwoordigd, dan is het de taak van de projectleider of beleidsmedewerker om alle mogelijke belangen in kaart te brengen en mee te laten wegen in het participatieproces (zie hiervoor ook onder 4 over belangen/meningen-matrix en krachtenveldanalyse). Het is belangrijk om zichtbaar te maken hoe we de belangen van de zwijgende meerderheid of van kwetsbare groepen laten meewegen.
IV Tenslotte Participatie leidt niet automatisch tot draagvlak. Iedere inwoner die de beleidsuitkomst niet zint of die niet betrokken was kan zeggen ‘mij hebben ze niets gevraagd’. Het maken van een afgewogen plan van aanpak helpt wel om verwachtingen te managen, om duidelijk te maken waarover participatie wel en niet gaat. Vooraf duidelijkheid voorkomt teleurstellingen achteraf.
Hoe blijven we verbeteren en leren? Het is belangrijk dat we als organisatie werken met deze uitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium. In het dagelijks werk in de vele projecten en beleidstrajecten moet blijken dat we als gemeente een visie hebben op participatie en inspraak. We moeten er naar handelen. Bewoners en organisaties moeten dat in ons handelen herkennen. Ja, we kijken of het kan, of verantwoord nee zeggen vormen de houding van een Attente gemeente. Naast deze richtlijnen en werkafspraken, besteden we aandacht aan scholing, aan evaluaties en aan leren door doen. Dat laatste doen we door gezamenlijk terug te kijken op participatietrajecten en de leerpunten te benoemen en te delen. Door intervisiesessies te organiseren waarin het eigen handelen centraal staat.
Bij de totstandkoming van deze richtlijnen en werkafspraken hebben we twee stadsbijeenkomsten georganiseerd. Het blijft belangrijk om jaarlijks een evaluatiemoment met de stad te organiseren. Dit kan door een bijeenkomst, maar kan ook door onderzoek. Jaarlijks rapporteren we over het participatie- en inspraakbeleid, de resultaten en beoordeling daarvan in het burgerjaarverslag.
16
Bijlage 1: het verschil en de relatie tussen participatie en inspraak
Beleid zonder planologische consequenties
Afweging mogelijkheid en mate van participatie:
Inspraak volgens inspraakverordening
1. Wel/geen participatie 2. participatieniveau (raadplegen, adviseren of coproduceren)
Participatie afweging: 1. Wel/geen participatie
Beleid met planologische consequenties
2. participatieniveau (raadplegen, adviseren of coproduceren)
Zienswijzen volgens RO procedure
Bij model 3 wel inspraak
Participatie afweging: 1. Wel/geen participatie
Uitvoering
2. participatieniveau (raadplegen, adviseren of coproduceren)
Geen inspraak
17
Bijlage 2: Voorbeelden van participatiemethoden gerangschikt naar participatieniveau Raadplegen 1
Digitale debatten: Internetdiscussie, is een instrument om relatief veel burgers een mening te laten geven en hen te helpen zich een mening te vormen over een beleidsonderwerp, onafhankelijk van tijdstip en plaats.
2
Enquête: Via een enquête kan een representatief deel van een doelgroep worden gevraagd naar hun mening over bepaalde onderwerpen.
3
Focusgroepen: Een focusgroep is een instrument om met een of meer relatief kleine en homogene groepen burgers een diepgaand, geleid gesprek te voeren over een gecompliceerd beleidsonderwerp met als doel inzicht te krijgen in de manier waarop verschillende categorieën burgers over dat onderwerp denken en vooral de manier waarop meningsvorming daarover plaats vindt.
4
Inloopdiscussie en inspraakavond: De eerste heeft geen centrale introductie, de tweede wel. Bij de bijeenkomsten worden de reacties van de inwoners meegenomen bij de verdere ontwikkeling van de plannen. Ook krijgen de deelnemers een reactie van het gemeentebestuur.
5
Klankbordgroep: Dit is een vaste groep inwoners die gevraagd kan worden naar standpunten en meningen. De klankbordgroep wordt voor een langere periode samengesteld. De reacties van de klankbordgroepen worden meegenomen bij de ontwikkeling van nieuwe plannen.
6
Scenariomethode: De scenariomethode is een manier om voor een bestuurlijke eenheid (gemeente, regio, provincie, staat) verschillende denkbare toekomsten te construeren. Scenario's geven inzicht in mogelijk toekomstige ontwikkelingen en kunnen zo hulpmiddel zijn bij het formuleren van langtermijn beleid. Het maakt betrokken inwoners bewust van de invloed van externe processen op beleid en van de beperkte mogelijkheden om die processen politiek bij te sturen. Daarnaast kan participatie de legitimiteit van langetermijnbeleid vergroten.
7
Schouw: De schouw of knelpuntentour wordt toegepast op buurt- wijk- of stadsniveau. Inwoners gaan samen met ambtenaren en politiek bestuurders (raadsleden, wethouder) wandelend of fietsend een buurt of wijk in en maken een tocht langs specifieke plekken. Ter plaatse bekijken ze de situatie en spreken met bewoners en buurtfunctionarissen (buurtwerkers, wijkagent, huisarts, wijkmanager).
8
Raadsontmoeting: De gemeenteraad kan een aantal keer per jaar een avond of dagdeel organiseren waarop in een informele setting parallelsessies worden gehouden over nieuw beleid.
9
Hoorzitting gemeenteraad: Deelnemers van een hoorzitting kunnen hun inbreng leveren ten aanzien van een voorliggend voorstel tijdens De Ronde van de gemeenteraad. Dit gebeurt in ieder geval bij de kadernota. (deze hoorzitting valt niet onder de inspraakverordening maar vind basis in regelement orde van de raad).
10 World café: Geschikt voor grote groepen mensen waarin in een informele setting inbreng kan worden gegeven.
Adviseren 1. Expertgroep: Een groep inwoners die deskundig is op een bepaald gebied en vanuit die deskundigheid zijn mening en adviezen geeft. De groep bestaat voor een langere, vooraf bepaalde, periode. Vooraf krijgen de deelnemers informatie toegezonden, waarop ze kunnen reageren. De expertgroep kan ook zelf voorstellen doen. De adviezen van de expertgroep wegen zwaar. 2. Burgerpanel: Een willekeurige groep inwoners levert inbreng bij beleidsvraagstukken in de stad waarbij zij gevoed worden door hun persoonlijke beleving van de stad. Vooraf wordt afgesproken hoe lang het panel in functie blijft. De opmerkingen van de groep worden meegewogen bij het maken van nieuwe plannen. 3. Rondetafelgesprek: Eenmalige bijeenkomst waarin burgers van gedachten kunnen wisselen over een bepaald thema of project. 4. Stadsdebat / Stadsgesprek: Een combinatie van activiteiten, waaronder een of meer bijeenkomsten, om zoveel mogelijk ideeën uit de bevolking te krijgen over een bepaald onderwerp, vaak een toekomstvisie. Het biedt mogelijkheden voor inwoners om met elkaar, deskundigen en politici in debat te gaan over een bepaald onderwerp.
Coproduceren 1. Atelier: Eenmalige bijeenkomst van burgers die samen met ambtenaren en politici werken aan beleid. Vanuit de eigen kennis geven de deelnemers hun mening en adviezen. 2. Ontwerpatelier: In een ontwerpatelier gaan de deelnemers zelf aan de slag met de invulling van een bepaald gebied. 3. Snelkookpan: De snelkookpan is een bijeenkomst van mensen die het over een bepaald onderwerp niet met elkaar eens zijn. Aan het eind van de bijeenkomst moet er een compromis liggen, dat acceptabel en bindend is voor alle deelnemers. 4. Werkgroep: Gedurende een langere periode werkt een groep burgers samen met ambtenaren en soms politici aan een bepaald thema of product. De bedoeling is dat de hele groep zich in het eindresultaat kan vinden. 5. Stakeholdermethode: Het streven: consensus (win-win). Een projectgroep maakt, onder begeleiding, een plan en stelt hierbij de verschillende belangen centraal. Kenmerkend voor deze methode is dat er gestreefd wordt naar consensus en niet naar een compromis. Tussen deze twee uitkomsten is een groot verschil: bij consensus zijn alle partijen het eens met de ingeslagen weg en hebben ze er allen voordeel bij. Een compromis staat voor de grootste gemene deler en betekent vaak dat iedereen inlevert.
19
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Burgemeester A. van Vliet-Kuiper
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 24-03-2009 : 07-04-2009 : 21-04-2009 :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 3065884 : 24 maart 2009 : HB-2A
TITEL Participatie en inspraak in Amersfoort: uitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium
BESLISPUNTEN Instemmen met: 1. het hanteren van eenduidige begrippen rond participatie en inspraak binnen de hele gemeente; 2. het onderscheiden van drie participatieniveaus waarbij de mate van invloed toeneemt, te weten raadplegen, adviseren en coproduceren; 3. het binnen de hele gemeente gebruikmaken van een afwegingsinstrument om helder en navolgbaar te bepalen welk participatieniveau mogelijk is; 4. het vastleggen en door het betreffende bestuursorgaan vaststellen van de resultaten van deze afweging in de startnotitie van een project- of beleidsvoorstel; 5. de spelregels voor participatie waarop burgers de gemeente kunnen aanspreken zoals vastgelegd in hoofdstuk 2 (pag. 7) van de notitie Particiaptie en inspraak in Amersfoort, maart 2009 (nr. 3065963)
AANLEIDING In het initatiefvoorstel ‘Onderzoek naar communicatie- en participatietrajecten in Amersfoort’ heeft u opdracht gegeven voor het duurzaam verbeteren van participatie. In de raadspeiling van 18 december 2007 (reg.nr. #2595950) zijn de voorstellen besproken voor de concrete invulling hiervan. Afgelopen jaar is hieraan gewerkt. Voor de uitwerking hebben we ingezet op een interactief proces waarbij professionals uit de interne organisatie en inwoners en belangengroeperingen in de stad zijn betrokken. Door het interactieve proces zijn de uitgangspunten, spelregels en het afwegingsinstrumentarium participatie en inspraak op onderdelen aangescherpt. Ook is het verbeteren van participatie stevig tussen de oren gekomen van medewerkers binnen de gemeentelijke organisatie. Eén van de duidelijkste wijzigingen naar aanleiding van de twee stadsbijeenkomsten (22 mei en 17 november 2008) is dat we de terminologie van onze participatieniveaus hebben aangepast. In plaats van consulteren spreken we nu over raadplegen en adviseren. Het eerder gehanteerde begrip informeren als participatievorm is komen te vervallen. Omdat informeren feitelijk geen participatievorm is, maar een communicatievorm. Dit betekent dat we nu de volgende drie participatieniveaus hanteren: raadplegen, adviseren, coproduceren. Als resultaat van de opdracht om het participatie en inspraakbeleid te verbeteren zijn de beleidsuitgangspunten, spelregels en het afwegingsinstrumentarium ontwikkeld.
BEOOGD EFFECT Het doel van de beleidsuitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium is een heldere en eenduidige werkwijze voor participatie en inspraak in Amersfoort. Met de uitgangspunten voor participatie ligt er een duidelijke visie op hoe in Amersfoort met participatie en inspraak wordt omgegaan. Namelijk dat ons participatiebeleid bijdraagt aan betere plannen en voorstellen, betere besluitvorming en meer betrokkenheid. Uiteindelijk moet dit leiden tot plannen en projecten waarin onze inwoners zich herkennen. Duidelijkheid aan het begin van een traject over hoe het proces eruit ziet en waarover en hoeveel ruimte Inlichtingen bij:
C.C. van den Broek, SOB/COM, (033) 469 48 66
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2946349 pagina 2
participanten krijgen voor hun inbreng is een belangrijke factor voor een succesvol participatieproces. De mate van invloed kan per participatietraject verschillen en moet telkens expliciet worden vastgesteld. De gemeente is en blijft hoeder van het algemeen belang. Met een goed afwegingsinstrument kan aan het begin van ieder beleidsproces of project navolgbaar worden bepaald of er ruimte is voor participatie en zo ja welke mate van participatie. Met de spelregels en het afwegingsinstrument wordt voor inwoners helder waar ze op mogen rekenen en welke overwegingen zijn gemaakt. Dit voorkomt willekeur.Vervanging van de term consultatie door raadpleging en advisering zorgt voor meer duidelijkheid over wat we bedoelen en voor duidelijkheid over hoeveel invloed participanten daadwerkelijk hebben. De term consultatie was te breed en te weinig specifiek. Dat de uitgangspunten uit de notitie participatie en inspraak in Amersfoort, de notitie De Rol van de Raad in RO-procedures (nr. 2974051) en de geactualiseerde inspraak- en particatieverordening 2009 met elkaar corresponderen leidt tot een heldere en eenduidige werkwijze.
ARGUMENTEN 1.1 Het past binnen het communicatiebeleid van de gemeente Amersfoort In het communicatiebeleid beleidskader 2007-2010 stellen we dat we op een open en zorgvuldige manier willen communiceren met de stad. Het afwegingsinstrument, de spelregels en de uitgangspunten passen in deze ambitie; 1.2 Het leidt tot minder willekeur Doordat alle ambtenaren binnen de gemeente gebruik gaan maken van dezelfde uitgangspunten, dezelfde spelregels en hetzelfde afwegingsinstrument, leidt dit tot minder willekeur. De gemaakte keuzes zijn minder afhankelijk van een individuele ambtenaar; 1.3 Het leidt tot helderheid en navolgbaarheid Het afwegingsinstrument dwingt om helder te omschrijven waarom wel of niet voor participatie of inspraak is gekozen plus de overwegingen die hierbij een rol spelen. Dit maakt het voor inwoners en organisaties in de stad mogelijk om te herleiden waarom deze keuzes zijn gemaakt. 1.4 Het leidt tot minder dubbele en onnodige lange participatie- en inspraaktrajecten Doordat aan het begin van het traject zowel de mate van participatie als de mate van inspraak wordt bepaald aan de hand van het afwegingsinstrument en aan de hand van richtlijnen uit de inspraak- en participatieverordening wordt aan het begin zichtbaar op welke manieren betrokkenen en belanghebbenen hun inspraak kunnen vormgeven. Onnodige herhalingen van procedures en ter inzagelegging voorkomen we. We garanderen altijd helderheid aan het begin van het proces en we garanderen dat onze inwoners en organisaties waar mogelijk in een bepaalde mate worden betrokken bij de totstandkoming van beleid, projecten en ontwikkelingen. 1.5 Het leidt tot grotere tevredenheid over participatie en inspraak in Amersfoort Doordat aan het begin van een project of beleidsproces helder wordt omschreven waarom en hoe er aan participatie en inspraak wordt gedaan, zijn verwachtingen helderder. Door bestuurlijke vaststelling van deze uitgangspunten zijn de uitgangspunten bestuurlijk geborgd. Dat leidt tot minder aanpassingen in het participatieproces tussentijds. En dat leidt tot grotere tevredenheid bij betrokken inwoners en organisaties. Zij willen weten waar ze aan toe zijn, waar ze aan bijdragen. Ze worden niet graag verrast met tussentijdse wijzigingen of onduidelijkheden tijdens het traject.
KANTTEKENINGEN 1.1 Niet alles is vooraf vast te leggen Ieder participatieproces kent zijn eigen dynamiek en is onderhevig aan maatschappelijke en politieke druk. Een afwegingsinstrument en spelregels zullen niet altijd leiden tot het perfecte participatieproces. 1.2 Met participatie is niet iedereen tevreden Hoe goed we ook werken met instrumenten en spelregels, nooit zullen we iedereen tevreden stellen. Goede communicatie en herleidbare besluiten dragen wel bij aan begrip over gemaakte keuzes;
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 2946349 pagina 3
1.3 Het vraagt inspanning en uithoudingsvermogen van de organisatie Bij ieder traject moet de afweging worden gemaakt. Het maken van deze afweging kost tijd en energie, maar leidt tot duidelijkheid en afgewogen keuzes. Het succes van dit beleid, instrument en de spelregels worden bepaald door het gebruik daarvan. Dat kost inspanning en uithoudingsvermogen om alle medewerkers steeds bewust te maken en houden van de werkwijze rond participatie en inspraak.
FINANCIËN De implementatie van het afwegingsinstrument, de spelregels en de beleidsuitgangspunten kunnen plaatsvinden binnen beschikbare budgetten. Bij projecten van enige omvang moet een deel van het beschikbare budget gereserveerd worden voor de kosten van het participatieproces. Hoe hoger het participatieniveau, hoe intensiever het participatietraject en hoe hoger de proceskosten. Voor opleiding en (bij)scholing maken we gebruik van de bestaande opleidingsbudgetten.
VERVOLG Na vaststelling volgt een implementatietraject waarin de hele organisatie en in het bijzonder de projectmanagers, wijkmanagers en beleidsadviseurs worden betrokken. Deze implementatie gaat via opleiding, intervisie, voorlichting en interne participatie. Tijdens de implementatie besteden we niet alleen aandacht aan kennisbevordering over en leren werken met het afwegingsinstrument, maar werken we ook aan het verbeteren en vasthouden van de Amersfoortse Attente houding “ja we kijken of het kan of gemotiveerd nee zeggen”. Via het burgerjaarverslag houden we u op de hoogte van de resultaten van de duurzame verbetering van de participatie en inspraak. Na vaststelling volgt ook een extern communicatietraject waarbij we ervoor zorgen dat de inwoners en organisaties uit onze stad worden geïnformeerd over de nieuwe spelregels en beleidsuitgangspunten. Separaat met van dit voorstel wordt u de nieuwe inspraak- en participatieverordening 2009 aangeboden, die correspondeert met deze notitie en met uw notitie De rol van de raad in RO-procedures.
BETROKKEN PARTIJEN Bij de totstandkoming van de uitgangspunten, de instrumenten en spelregels zijn inwoners, adviesraden en organisaties uit onze stad betrokken. Via onze website en de stadsberichten en met persoonlijke mail informeren we hen over de strekking van dit besluit. Veel inspanning gaat zitten in het betrekken van de medewerkers binnen de gemeente bij de uitvoering van dit beleid.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - Notitie Participatie en inspraak in Amersfoort: uitgangspunten, spelregels en afwegingsinstrumentarium (nr. 3065963)
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.3065884
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 24 maart 2009, sector SOB/COM (nr. 3065884); b e s l u i t:
1. tot het hanteren van eenduidige begrippen rond participatie en inspraak binnen de hele gemeente; 2. tot het onderscheiden van drie participatieniveaus waarbij de mate van invloed toeneemt, te weten raadplegen, adviseren en coproduceren; 3. tot het binnen de hele gemeente gebruikmaken van een afwegingsinstrument om helder en navolgbaar te bepalen welk participatieniveau mogelijk is; 4. tot het vastleggen en door het betreffende bestuursorgaan vaststellen van de resultaten van deze afweging in de startnotitie van een project- of beleidsvoorstel; 5. in te stemmen met de spelregels voor participatie waarop burgers de gemeente kunnen aanspreken zoals vastgelegd in hoofdstuk 2 (pag. 7) van de notitie Particiaptie en inspraak in Amersfoort, maart 2009 (nr. 3065963).
Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
Motie: Geen schijninspraak maar werkelijke inspraak Raadsvoorstel nr.: 3065884 en 3047480
Inspraak- en participatieverordening 2009
De gemeenteraad van Amersfoort, op 21 april 2009 in vergadering bijeen, overwegende dat: • de gemeenteraad het college de opdracht meegaf het participatieproces duurzaam te verbeteren; • het in het aangeboden raadsvoorstel het college zelf als één van de duidelijkste wijzigingen noemt dat , ‘we de terminologie van onze participatieniveaus hebben aangepast. In plaats van consulteren spreken we nu over raadplegen en adviseren.’ • een breed gedeelde ervaring van insprekende burgers op dit moment is dat de inspraakresultaten op niet transparante wijze gestuurd worden door de gemeente; • dat volgens de nieuw aangeboden spelregels gemeentelijke projectleiders en beleidsmedewerkers de bevoegdheid hebben de inspraakresultaten te corrigeren aan de hand van ambtelijke inzichten over de ‘mening van de zwijgende meerderheid’, die niet aan het participatieproces deelneemt; • de aangeboden inspraak- en participatieregels en de toelichtende voorstellen daaromheen de insprekende burgers nog steeds niet serieus nemen; nodigt het college uit 1. de aangeboden voorstellen terug te nemen; 2. te komen met duurzame verbeteringsvoorstellen voor inspraak- en participatie, die de burgers werkelijke invloed geven op de beslissingen van het gemeentebestuur. Namens de BPA, Ruud Schulten, Raphaél Smit, Gerard van Vliet, en Hans van Wegen.
Verordening
Reg.nr.
3069550
De Raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 maart 2009, sector SOB/WO (nr.3069160); b e s l u i t:
vast te stellen de
Verordening provinciale starterslening Amersfoort 2009 HOOFDSTUK I
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1 In deze verordening en de daarop gebaseerde regels wordt verstaan onder: a. SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken; b. maximale verwervingskosten: de som van de vrij-op-naamprijs van de nieuwbouw koopwoning met daarover 7,5% voor het meerwerk, vermeerderd met 8%; c. Provincierekening Starterslening: het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar overeenkomst met de Provincie, Startersleningen kan toekennen; d. Aanvrager: de aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als aanvrager; e. Huishouden: Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum van de aanvraag voor de Starterslening een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren. f. Maatschappelijke binding de omstandigheid dat een persoon of huishouden: tenminste drie jaar onafgebroken ingezetene is in een of meer van de gemeenten in de betreffende regio (in dit geval de provincie Utrecht), anders dan in de gemeente Amersfoort, dan wel gedurende de voorgaande tien jaar ten minste drie jaar onafgebroken ingezetene is geweest van een of meer van de gemeenten in de betreffende regio. -personenen die een dagopleiding volgen gedurende tenminste negentien uur per week aan een, in de betreffende regio, gevestigde en erkende instelling voor dagonderwijs. g. Provinciale Starterslening: een lening die tot doel heeft om huishoudens (in de provincie Utrecht) met beperkte financiële ruimte in staat te stellen een woning te kopen in een andere gemeente dan dat zij woonachtig zijn
3069550 - VERORDENING PROVINCIALE STARTERSLENING AMERSFOORT 2009
-1-
HOOFDSTUK II
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 1.
2.
Gedeputeerde Staten van de Provincie Utrecht heeft een Starterslening ingericht waaruit aan in artikel 6, lid 1, sub a. bedoelde personen Startersleningen kunnen worden toegekend voor de verwerving van in artikel 6, lid 1, sub b. bedoelde woningen. De Provincierekening Starterslening is ondergebracht bij het SVn.
Artikel 3 1. 2.
Op deze verordening is het bepaalde in de gesloten overeenkomst tussen de Provincie en de deelmeningsovereenkomst tussen de Provincie en SVn van toepassing. De als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Provinciale Starterslening maken deel uit van deze verordening.
HOOFDSTUK III
VOORWAARDEN
Artikel 4 1.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een Provinciale Starterslening toe te kennen, mits is voldaan aan de aanvullende voorwaarden Startersfonds Provincie Utrecht (deel B), zie artikel 27 van de Algemene
subsidieverordening Provincie Utrecht 1998 inzake de verstrekking van subsidies ten behoeve van Startersleningen en Notitie Startersfonds Provincie Utrecht 2009 (PS2009WMC01 bijlage 1) • De doelgroep en voorwaarden van de gemeentelijke Starterslening blijven van toepassing, m.u.v. de gemeentelijke (maatschappelijke) bindingseis. Deze wordt vervangen door een provinciale bindingseis. • De aanvrager heeft een maatschappelijke binding aan de Provincie Utrecht. Om dit aan te tonen overlegt de aanvrager een uittreksel uit de Gemeentelijke Basis Administratie van de gemeente van vertrek. 2. 3. 4. 5.
Burgemeester en Wethouders stellen de hoogte van de Starterslening vast op basis van de als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Provinciale Starterslening. De maximale hoogte van de Provinciale Starterslening Starterslening bedraagt € 35.000. De Provinciale Starterslening kan alleen worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van Provinciale Startersleningen nadere voorschriften verbinden.
Artikel 5 1. 2. 3.
Uit de Provincierekening Starterslening kunnen slechts leningen worden toegekend tot maximaal het bedrag van de in het fonds aanwezige middelen. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld. Aanvragen welke in verband met het eerste en tweede lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.
3069550 - VERORDENING PROVINCIALE STARTERSLENING AMERSFOORT 2009
-2-
HOOFDSTUK IV
TOEPASSINGSBEREIK
Artikel 6 1. Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen: a. Van in de provincie Utrecht woonachtige verblijfsgerechtigde personen die op het moment van de aanvraag tenminste drie jaar onafgebroken ingezetenen zijn in een of meer van de gemeenten in de betreffende regio (in dit geval de provincie Utrecht), anders dan de gemeente Amersfoort, dan wel gedurende de voorgaande tien jaar ten minste drie jaar onafgebroken ingezetenen zijn geweest van een of meer van de gemeenten in de betreffende regio. -personenen die een dagopleiding volgen gedurende tenminste negentien uur per week aan een, in de betreffende regio, gevestigde en erkende instelling voor dagonderwijs De aanvrager(s) niet eerder in het bezit van een koopwoning is geweest; b. Voor het verwerven van nieuwbouw koopwoningen in Amersfoort waarvan de von-prijs niet hoger is dan € 210.125,- (prijspeil 1-1-2009) met daarover 7,5% voor het meerwerk vermeerderd met 8% voor de verwervingskosten 2. De hoofdsom van de Provinciale Starterslening bedraagt maximaal 20% van de kosten voor het in eigendom verkrijgen van de woning. 3. Het in lid 1, sub b. genoemd bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met 2,5%.
HOOFDSTUK V
AANVRAAG EN TOEKENNING
Artikel 7 1. Huishoudens die, op grond van artikel 6 en gelet op artikel 1, lid a, in aanmerking komen voor een Provinciale Starterslening kunnen bij burgemeester en wethouders om een op naam gesteld aanvraagformulier verzoeken. 2. Burgemeester en wethouders toetsen of het in lid 1 bedoeld huishouden voldoet aan de in artikel 6, lid 1 opgenomen criteria en sturen binnen 5 werkdagen na ontvangst van het verzoek het aanvraagformulier toe. Tegelijkertijd sturen burgemeester en wethouders SVn een kopie van het voorblad van dit aanvraagformulier. 3. De verdere afhandeling vindt plaats conform de als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels Provinciale Starterslening en de Productspecificaties VROM Starterslening die zijn vastgelegd in de SVn-informatiemap.
HOOFDSTUK VI
INTREKKING EN TERUGVORDERING
Artikel 8 1. Burgemeester en wethouders kunnen een toekenningsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning van een Provinciale Starterslening intrekken indien: a. de aanvrager niet voldoet aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen; b. de Provinciale Starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van door de aanvrager onjuiste verschafte gegevens. 2. Burgemeester en wethouders trekken het toekenningsbesluit in elk geval in, indien de koopovereenkomst wordt ontbonden.
3069550 - VERORDENING PROVINCIALE STARTERSLENING AMERSFOORT 2009
-3-
3. Bij de intrekking kunnen burgemeester en wethouders de contante waarde van het reeds genoten en of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
HOOFDSTUK VII
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening provinciale starterslening Amersfoort 2009 Artikel 10 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag nadat zij is bekendgemaakt. Vastgesteld in de openbare vergadering van de griffier,
de voorzitter,
PUBLICATIEDATUM:
3069550 - VERORDENING PROVINCIALE STARTERSLENING AMERSFOORT 2009
-4-
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder mr. R. Luchtenveld
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 07-04-2009 : --: 21-04-2009 :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 3061960 : 27 maart 2009 : HB-3
TITEL Vaststelling verordeningen startersleningen
BESLISPUNTEN 1. De Verordening VROM starterslening Amersfoort 2007 in te trekken; 2. in te stemmen met de verruiming van de bestaande (gemeentelijke) VROM starterslening, door het toestaan van 7,5% aan meerwerk bij de berekening van de hoogte van de lening; 3. in te stemmen met het verkorten van de periode dat de aanvrager(s) in Amersfoort woonachtig dient te zijn van 2 jaar naar 1 jaar; 4. de Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 vast te stellen; 5. de Verordening provinciale starterslening Amersfoort 2009 vast te stellen.
AANLEIDING In 2008 is het gebruik van de VROM Starterslening geëvalueerd. Daaruit is naar voren gekomen dat het gebruik van de regeling achterbleef bij de verwachtingen. Daarnaast kwamen er vanuit de markt signalen dat de voorwaarden die gesteld worden om voor een lening in aanmerking te komen te strikt zijn, waardoor starters onvoldoende worden bereikt. Naar aanleiding hiervan heeft het college met het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse gemeenten (SVn) overlegd. Het SVn adviseert om bij de berekening van de hoogte van de Starterslening 7,5% aan meerwerk toe te staan. De hierboven genoemde redenen en de effecten van de financiële crisis zijn aanleiding om u voor te stellen de bestaande regeling te verruimen, zoals aan u al medegedeeld in de Raadsinformatie brief (nr6. 2009).
BEOOGD EFFECT VROM Starterslening Door de bestaande regeling te verruimen wordt het voor meer Amersfoortse Starters met een smalle beurs op de koopwoningmarkt mogelijk om een eigen (nieuwbouw)woning te kopen. Provinciale Starterslening Starters op de koopwoningmarkt met een smalle beurs die in een andere gemeente dan Amersfoort, maar wel binnen de provincie Utrecht, wonen in staat te stellen om een eigen (nieuwbouw)woning in Amersfoort te kunnen kopen. Door naast de gemeentelijke Starterslening de provinciale Starterslening aan te bieden is het mogelijk om een nog grotere en bredere doelgroep te bedienen.
Inlichtingen bij:
N. Aydin, SOB/WO, (033) 469 46 89
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3051695 pagina 2
ARGUMENTEN 1.1 Eén van beperkingen in de huidige Amersfoortse VROM Starterslening is de onmogelijkheid om noodzakelijk meerwerk (badkamer, keuken e.d.) bij de berekening van de hoogte van de Starterslening mee te rekenen. Uitgangspunt voor de hoogte van de lening was de kale vrij op naam prijs vermeerderd met (8%) verwervingskosten. Door een ruimere regeling op te nemen ten aanzien van het meerwerk verwachten wij de doelgroep beter te kunnen bedienen. In de voorliggende verordening is nu het volgende opgenomen. De hoogte van de huidige maximale VON-prijs van € 210.125,- blijft gehandhaafd. Daarnaast wordt nu bij de berekening van de hoogte van de Starterslening een vast percentage van 7,5% van de VON-prijs als meerwerk toegestaan. 5.1 Door toevoeging van de Provinciale Starterslening komt er meer budget beschikbaar voor de Amersfoortse Starters.
KANTTEKENINGEN 5.1 Door de Provinciale Starterslening toe te passen ontstaat er concurrentie voor de Amersfoortse Starters. Wij verwachten per saldo door de provinciale bijdrage meer Amersfoortse Starters te kunnen bedienen.
FINANCIËN De hoogte van de VROM Starterslening bedraagt maximaal € 35.000, - gebaseerd op een vrij op naam prijs van € 210.125,-. In de huidige situatie komt de helft van de lening voor rekening van de gemeente en de andere helft voor VROM. In de nieuwe situatie is de verdeling VROM 50%, Provincie 25% en de gemeente 25%. Aan de Provinciale bijdrage is de voorwaarde gekoppeld dat Amersfoort een loketfunctie gaat vervullen voor de Provinciale Starterslening. Door de bijdrage van de Provincie is het voor de gemeente Amersfoort mogelijk om met hetzelfde budget twee maal zoveel Startersleningen te verstrekken. In maart 2007 is de verordening VROM Starterslening Amersfoort 2007 door uw raad vastgesteld. Hiervoor werd een budget van € 1.050.000,- gereserveerd. Van dit budget resteert nu € 681.172,-. Met dit budget is het mogelijk om circa 77 Startersleningen te verstrekken. Uitgaande van een maximaal te lenen bedrag van € 35.000,- per woning. De Provinciale Startersleningen worden betaald door de Provincie en VROM. De gemeente Amersfoort draagt hier financieel niet aan bij. Wel hebben we een faciliterende rol, middels genoemde loketfunctie maar dit past binnen de bestaande formatie. De financiële afhandeling van beide regelingen is ondergebracht bij SVn.
VERVOLG De gemeente voert een loketfunctie uit en SVn zorgt voor de financiële afhandeling van beide regelingen.
COMMUNICATIE Wij zullen de pers over de verruiming inlichten. Samen met SVn zullen wij een bijeenkomst voor financiële instellingen, makelaars en hypotheekadviseurs organiseren.
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3051695 pagina 3
BETROKKEN PARTIJEN Over het voorstel is gesproken met SVn, Provincie en marktpartijen.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
- ontwerp-raadsbesluit - ontwerp-Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 (nr. 3069556) - ontwerp-Verordening Provinciale Starterslening 2009 (nr. 3069550)
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.3069160
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 maart 2009, sector SOB/WO (nr.3069160); b e s l u i t:
1. 2. 3. 4. 5.
de Verordening VROM starterslening Amersfoort 2007 in te trekken; in te stemmen met de verruiming van de bestaande (gemeentelijke) VROM Starterslening, door het toestaan van 7,5% aan meerwerk bij de berekening van de hoogte van de lening; in te stemmen met het verkorten van de periode dat de aanvrager(s) in Amersfoort woonachtig dient te zijn van 2 jaar naar 1 jaar; de Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 vast te stellen; de Verordening provinciale starterslening Amersfoort 2009.
Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
Verordening
Reg.nr.
3069556
De Raad van de gemeente Amersfoort; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 27 maart 2009, sector SOB/WO (nr.3069160) b e s l u i t:
vast te stellen de
Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 HOOFDSTUK I
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1 In deze verordening en de daarop gebaseerde regels wordt verstaan onder: a. b. c.
d. e.
f.
SVn: de Stichting Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten te Hoevelaken; maximale verwervingskosten: de som van de vrij-op-naamprijs van de nieuwbouw koopwoning met daarover 7,5% voor het meerwerk, vermeerderd met 8%; Gemeenterekening VROM Starterslening: het fonds waaruit de gemeente, op grond van haar deelnemingsovereenkomst met SVN, Startersleningen kan toekennen, en waarin de rente en de aflossingen over het gemeentelijk deel van deze leningen worden teruggestort; Aanvrager: de aanstaande eigenaar die de aanvraag doet. Bij twee of meer aanstaande eigenaren gelden beiden gezamenlijk als aanvrager; Huishouden: Het huishouden van de aanvrager, bestaande uit een natuurlijk persoon en zijn niet duurzaam gescheiden levende echtgenoot of geregistreerd partner, of degene die met hem op de ontvangstdatum van de aanvraag voor de Starterslening een gezamenlijke huishouding voert of zal gaan voeren in de aan te kopen woning, niet zijnde kinderen of pleegkinderen. Er kunnen niet meer dan twee personen tot het aldus gedefinieerde huishouden behoren. VROM Starterslening: een lening die tot doel heeft om huishoudens met beperkte financiële ruimte in staat te stellen een eigen woning te kopen,en die worden verstrekt op basis van de Productspecificaties VROM Starterslening zoals vastgelegd in de SVn-informatiemap en de Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening.
HOOFDSTUK II
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 1.
De gemeenteraad van Amersfoort heeft een Gemeenterekening VROM Starterslening ingericht waaruit aan in artikel 5, lid 1, sub a. bedoelde huishoudens Startersleningen kunnen worden
3069556 - VERORDENING VROM STARTERSLENING AMERSFOORT 2009
-1-
2.
toegekend voor de verwerving van in artikel 5, lid 1, sub b. bedoelde woningen. De Gemeenterekening VROM Starterslening is ondergebracht bij het SVn.
Artikel 3 1. 2. 3. 4. 5.
Burgemeester en wethouders kunnen met inachtneming van het bepaalde in deze verordening een VROM Starterslening toekennen. Burgemeester en Wethouders stellen de hoogte van de Starterslening vast op basis van de als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening. De maximale hoogte van de VROM Starterslening bedraagt € 35.000. De VROM Starterslening kan alleen worden verstrekt met Nationale Hypotheek Garantie (NHG). Burgemeester en wethouders kunnen aan de toekenning van VROM Startersleningen nadere voorschriften verbinden.
Artikel 4 1. 2. 3.
Uit de Gemeenterekening VROM Starterslening kunnen slechts leningen worden toegekend tot maximaal het bedrag van de in het fonds aanwezige middelen. Aanvragen worden in volgorde van binnenkomst afgehandeld. Aanvragen welke in verband met het eerste en tweede lid niet kunnen worden toegekend, worden door burgemeester en wethouders afgewezen.
HOOFDSTUK II
TOEPASSINGSBEREIK
Artikel 5 1.
2. 3.
Deze verordening is uitsluitend van toepassing op leningaanvragen: a. Van in Amersfoort woonachtige verblijfsgerechtigde personen die op het moment van de aanvraag minimaal één jaar in Amersfoort woonachtig zijn en geen eigenaar bewoner van een koopwoning zijn geweest; b. Voor het verwerven van nieuwbouw koopwoningen in Amersfoort waarvan de von-prijs niet hoger is dan € 210.125,- (prijspeil 01-01-2009) met daarover 7,5% voor het meerwerk, vermeerderd met 8% voor de verwervingskosten.. De hoofdsom van de VROM-Starterslening bedraagt maximaal 20% van de kosten voor het in eigendom verkrijgen van de woning. Het in lid 1, sub b. genoemd bedrag wordt jaarlijks geïndexeerd met 2,5%.
HOOFDSTUK III
AANVRAAG EN TOEKENNING
Artikel 6 1.
2.
3.
Huishoudens die, op grond van artikel 5 en gelet op artikel 1, lid a, in aanmerking komen voor een VROM Starterslening kunnen bij burgemeester en wethouders om een op naam gesteld aanvraagformulier verzoeken. Burgemeester en wethouders toetsen of het in lid 1 bedoeld huishouden voldoet aan de in artikel 5, lid 1 opgenomen criteria en sturen binnen 5 werkdagen na ontvangst van het verzoek het aanvraagformulier toe. Tegelijkertijd sturen burgemeester en wethouders SVn een kopie van het voorblad van dit aanvraagformulier. De verdere afhandeling vindt plaats conform de als bijlage opgenomen Gemeentelijke Uitvoeringsregels VROM Starterslening en de Productspecificaties VROM Starterslening die zijn vastgelegd in de SVn-informatiemap.
3069556 - VERORDENING VROM STARTERSLENING AMERSFOORT 2009
-2-
HOOFDSTUK IV
INTREKKING EN TERUGVORDERING
Artikel 7 1.
2. 3.
Burgemeester en wethouders kunnen een toekenningsbrief waarin wordt voorzien in de toekenning van een VROM Starterslening intrekken indien: a. de aanvrager niet voldoet aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften en/of bepalingen; b. de VROM Starterslening is toegekend of vastgesteld op grond van door de aanvrager onjuiste verschafte gegevens. Burgemeester en wethouders trekken het toekenningsbesluit in elk geval in, indien de koopovereenkomst wordt ontbonden. Bij de intrekking kunnen burgemeester en wethouders de contante waarde van het reeds genoten en of toekomstige rentevoordeel geheel of gedeeltelijk terugvorderen.
HOOFDSTUK V
SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 8 De Verordening VROM startersleningen Amersfoort 2007 wordt ingetrokken. Artikel 9 Deze verordening wordt aangehaald als Verordening VROM starterslening Amersfoort 2009 Artikel 10 Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag nadat zij is bekendgemaakt. Vastgesteld in de openbare vergadering van de griffier,
de voorzitter,
PUBLICATIEDATUM:
3069556 - VERORDENING VROM STARTERSLENING AMERSFOORT 2009
-3-
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Portefeuillehouder
: Presidium : Gemeenteraad : ---
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: --: --: 21-4-2009 :
Aan
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 3058873 : 6 april 2009 : HB-4
TITEL Vaststellen notulen, verslagen en besluitenlijsten
BESLISPUNTEN Notulen, verslagen en besluitenlijsten van 10 maart tot en met 31 maart 2009 vast te stellen
AANLEIDING Conform de Gemeentewet stelt de raad de eigen verslagen vast.
BEOOGD EFFECT Vaststelling van de notulen, verslagen en besluitenlijsten.
ARGUMENTEN Ingekomen voorstellen voor wijzigingen: - geen
FINANCIËN Niet van toepassing.
VERVOLG De concept-verslagen die op internet staan worden vervangen door de vastgestelde verslagen
BETROKKEN PARTIJEN Gemeenteraad. Presidium van de Gemeenteraad van Amersfoort, de griffier,
de voorzitter,
A.M. van Omme
G.J.A. Smit
Bijlagen :
- ontwerp-raadsbesluit
Inlichtingen bij:
J.G. Richard-Pronk, GRF, (033) 469 42 39
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.
3058873
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van het Presidium van 6 april 2009, GRF (nr. 3058873.); b e s l u i t:
Notulen, verslagen en besluitenlijsten van 10 maart tot en met 31 maart 2009 vast te stellen: -
-
-
-
Verslag De Ronde 10 maart 2009, Startnotitie voor het opstellen beleidsnota Ruimte voor Monumenten en Archeologie en PvdA motie beschermd stadsgezicht (nr. 3051231), besluitenlijst (nr. 3041726) Verslag De Ronde 10 maart 2009, Beleid plaatsing kasten voor glasvezel AP-kasten (nr. 3051312), besluitenlijst (nr. 3041691) Verslag De Ronde 10 maart 2009, VVD motie Amersfoort Zwemstad met 10 banen en 10 metertoren (nr. 3050808), besluitenlijst (nr. 3041674) Verslag De Ronde 10 maart 2009, Burgerinitiatief politieke participatie jongeren speciaal onderwijs (nr. 3051115), besluitenlijst (nr. 3041639) Verslag De Ronde 10 maart 2009, Ontwikkelingen Vathorst-West en Noord de resultaten tweede werkatelier (nr. 3051293), besluitenlijst (nr. 3041615) Verslag De Ronde 10 maart 2009, Een vitale stad in een complete regio, Economische visie Amersfoort 2030 (nr. 3051252), besluitenlijst (nr. 3041588) Verslag De Ronde 10 maart 2009, Integrale rapportage Elleboogkerk n.a.v. RIB 2009-17 (nr. 3051167), besluitenlijst (nr. 3041564) Verslag De Ronde 10 maart 2009, Initiatiefvoorstel GroenLinks: Transformeer kantoren in woonruimte (nr. 3052115), besluitenlijst (nr. 3041747) Notulen Het Besluit 10 maart 2009, (nr. 3051467), besluitenlijst (nr. 3041935) Besluitenlijst De Ronde 24 maart 2009, Vragen raadsleden aan college (nr. 3065107) Verslag De Ronde 24 maart 2009, Economische crisis (nr. 3067716), besluitenlijst (nr. 3053226) Verslag De Ronde 24 maart 2009, Startnotitie bestemmingsplan Oliemolenkwartier (nr. 3067683), besluitenlijst (nr. 3053280) Verslag De Ronde 24 maart 2009, AWBZ-maatregelen (nr. 3067738), besluitenlijst (nr.3053305) Besluitenlijst De Ronde 24 maart 2009, besloten bijeenkomst risico's SRO-Elleboogkerk (nr. 3053305) Notulen Het Besluit 24 maart 2009, (nr. 3067746), besluitenlijst (nr. 3053413) Verslag De Ronde 31 maart 2009, Onderzoek 213a, Economie en Bereikbaarheid (nr. 3074717), besluitenlijst (nr. 3069731)
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 21 april 2009. de griffier,
de voorzitter,
MOTIE Stop proef 65+ gratis met de bus.
Amersfoort, 24 maart 2009
De raad van de gemeente Amersfoort; bijeen op 24 maart 2009, overwegende dat • RIB 2009 nr. 24 spreekt over het feit dat er met de proef 65+ Gratis met de bus vanuit het oogpunt van bereikbaarheid geen noodzaak meer is om voor deze doelgroep het reizen gratis te maken. • Het zelfs een “tegengesteld” effect heeft doordat minder ouderen op de fiets stappen. van mening dat • Er voor deze doelgroep alternatieve laagdrempelige en betaalbare reismogelijkheden zijn zoals de regiotaxi en men dus niet afhankelijk is van gratis openbaar vervoer • Gratis niet bestaat, er zal ergens door iemand een rekening betaald moeten worden. In dit geval door de gemeente • Nog 4 maanden langer geld uitgeven aan een proef die zijn doelstelling voorbij schiet, in deze economische tijden zeer ongewenst is draagt het college op • De proef 65+ gratis met de bus per 31 maart 2009 stop te zetten • Het vrijkomende geld elders op bereikbaarheidsprojecten in te zetten, die wel het gewenste effect hebben Datum, 24 maart 2009 M. Vogels
Motie: Transparant participatieproces plangebied Amerhorst/driehoek Kelvinstraat (Amersfoort Vernieuwt) De gemeenteraad van Amersfoort, op 7 - 14 april 2009 in vergadering bijeen, overwegende dat: • op 31 maart 2009 in zorgcentrum De Amerhorst voor bewoners van het plangebied, door zorgorganisatie Amaris, De Amerhorst en de wooncorporatie De Alliantie de presentatie plaatsvond van de aanzet voor het ontwikkelplan voor het plangebied De Amerhorst en de driehoek Kelvinstraat; • dat de gepresenteerde plannen voorzien in de sloop van 101 flatappartementen aan de Kelvinstraat /Bosweg, op welke locatie vervolgens het nieuwe zorgcentrum De Amerhorst is gepland; • dat de brochure en de schriftelijke voorlichting aan de bewoners geen melding maakt van de door de gemeenteraad gestelde voorwaarde, dat sloop pas mogelijk als tenminste 70% van de bewoners van de te slopen woningen daarmee instemt; • dat het participatieproces de bewoners van de te slopen flats geen vroegtijdige kans geeft te kiezen tussen grondige verbetering/vernieuwing van hun flats of sloop; • dat door bovenstaande feiten er op dit moment geen sprake is van een transparant participatieproces; draagt het college op 1. in overleg met de betreffende partners van Amersfoort Vernieuwt het participatieproces zodanig vorm te geven dat door bewoners van de te slopen woningen van te voren een participatiekeuze kan worden gemaakt tussen slopen of grondige vernieuwing/verbetering van hun woningen, alvorens de participatie over het ontwikkelplan verder ter hand te nemen; 2. de gemeenteraad op korte termijn te rapporteren over de resultaten van het overleg, over de uitkomsten van de participatiekeuze door de betreffende bewoners, en de gevolgen daarvan voor het ontwikkelplan. Namens de BPA-fractie Ruud Schulten, Raphael Smit, Joke van Woudenberg en Hans van Wegen.
MOTIE Akropolis Amersfoort Amersfoort, 21 april 2009 Raadsvoorstel nr.: ---
De raad van de gemeente Amersfoort; De behoefte van de consument op de woningmarkt meer divers wordt. Naast veel behoefte aan eengezinswoningen voor jonge gezinnen, dienen zich nieuwe consumentengroepen (huurders / kopers) aan die andere woonvormen wensen. Senioren zijn zo’n groep. Met het zichtbaar toetreden van senioren op de ontwikkelingsmarkt van de woningbouw, wordt kritischer nagedacht over de behoefte van deze doelgroep. Ook de veranderende inzichten met betrekking tot zorg, service en sociale ontplooiingsvraagstukken van senioren werpen een ander licht op de toekomstige woningbouw voor deze doelgroep. Een van de ideeën (o.a. met succes in Rotterdam gerealiseerd) is het “Akropolis” concept, dat “levensloopbestendig”woonvormen inhoudt. Dit concept werd door de Humanitas Amersfoort, en de vrienden van Akropolis Amersfoort in de afgelopen jaren, met de nodige informatie: Een reis naar Akropolis Rotterdam, waaraan ook een brede delegatie van de raadsleden heeft deelgenomen; Informeren van de Raad en belangstellenden via “het Plein” en de pers; Het indienen van een “Burgerinitiatief” dat met de nodige stukken werd onderbouwd ( re.num. 2551895); De genomen initiatieven en de gesprekken met ambtenaren en college hebben voor de vrienden van het Akropolis niet geleid tot een concreet resultaat. Ook de gesprekken met de woningcorporaties hebben niet geleid tot een vervolgstap. Nu het proces van overleg en zoeken naar een geschikte locatie in Amersfoort bijna tot stilstand gekomen is, dient de raad deze trein weer rijdend te krijgen. Overwegend dat : • de raad in eerdere contacten en behandelingen deze vorm van wonen als een goede mogelijkheid heeft getypeerd • de ontwikkelingen (ook de gesprekken met het college en de corporaties) in de afgelopen 2 jaar geen duidelijke resultaten hebben opgeleverd • Voor een Akropolis concept een behoorlijke kavel grond nodig is en deze tot op heden niet gevonden is, • Het Akropolis concept de consumenten aanspreekt en particulier opdrachtgeverschap bevordert Draagt het college op: 1. Op 3 locaties, te weten het ziekenhuis Elizabethterrein, Hogewegzone en in Vathorst een ruimtelijk locatie onderzoek te doen voor het Akropolis concept, zoals deze in het Burgerinitiatief is beschreven; 2. de resultaten uiterlijk voor 30 mei 2009 aan de raad aan te leveren.
Fethi Killi
PVDA
Wim van Bekkum CDA
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 21 april 2009 19:30
Businesscases Kunstijsbaan / Zwembad Vathorst (nav RIB) Informatie Vervolg Zendmachtiging en Van Omroepbeleid naar mediabeleid Peiling
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort
Businesscases Kunstijsbaan / Zwembad Vathorst (nav RIB) Informatie Reg.nr.: 3080458 Van: College van B&W Ambtelijk contact: R. Dijkman (033-4695069) Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: De Korte Samenvatting: In deze Raadsinformatiebrief worden 3 scenario’s uitgewerkt met betrekking tot de Kunstijsbaan en het zwembad in Vathorst A. Niet overdekte Kunstijsbaan met zwembad B. Semi overdekte Kunstijsbaan met zwembad C. Volledig overdekte Kunstijsbaan met zwembad Voor elke variant wordt inzicht gegeven in de bouw- en stichtingskosten en in de exploitatiekosten. Daarnaast wordt ingegaan op de variant "SportPLAZA" wat door de BPA is ingebracht in De Ronde van 25 november. Het college heeft in de Raadsinformatiebrief de conclusie getrokken dat er nu geen geld beschikbaar is of op korte termijn zal komen voor de gewenste ijsbaan/zwembadcombinatie. Het college zal voor 1 juli verder onderzoek doen naar mogelijkheid provinciale bijdragen, externe financiering/sponsoring en het DBMO contract. Reden van aanbieding: Op verzoek van De Ronde 25 november 2008 zijn een aantal scenario’s uitgewerkt in deze raadsinformatiebrief. Aangezien deze RIB op verzoek van de raad is geschreven agendeert het presidium de RIB in De Ronde ter informatie. Van de raad wordt gevraagd: Kennis te nemen van de 3 scenario’s en de variant "SportPLAZA" en mogelijkheid om hier vragen over te stellen. Vervolgtraject: Afhankelijk van bespreking in De Ronde. Doel activiteit: Informatie Soort activiteit: Bespreken Raadsinformatiebrief Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?ch=ter&id=205005 - /smartsite.shtml?ch=ter&id=205299- /smartsite.shtml?ch=ter&id=205300 - /smartsite.shtml?ch=ter&id=205301 : /smartsite.shtml?ch=ter&id=198544 en /smartsite.shtml?ch=ter&id=199711 De Ronde 25 november 2008 Reg.nr.: 2920032 Van: Raadsfractie VVD + PvdA Ambtelijk contact: Dijkman (033 469 50 69) Portefeuille-houder: Kruyt Opsteller: Barske (VVD)/ Van Rooijen (PvdA) Samenvatting: De sportwethouder had toegezegd te komen met een RIB over de realisatie van een kunstijsbaan en zwembad in Vathorst. Tijdens de behandeling van de Sportnota in de Ronde en het Besluit is door meerdere fracties gevraagd om te komen met verschillende scenario’s voor de realisatie van kunstijsbaan en
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort
zwembad, en dit ter bespreking aan de Raad voor te leggen. Er ligt nog steeds geen projectplan danwel businesscase voor de realisering van de variant van de (half)overdekte kunstijsbaan. In RIB nr. 121 uit 2007 is slechts een zeer summier dekkingsplan aan de Raad gepresenteerd. Het is opvallend dat in dit dekkingsplan van een semi-overdekte kunstijsbaan wordt gesproken over 16 miljoen inclusief 2,5 miljoen voor grondkosten, terwijl onlangs in de gemeente Enschede voor 12 miljoen een overdekte kunstijsbaan is gerealiseerd. Het belang van het opstellen van een projectplan dan wel businesscase is des te groter, omdat mogelijke subsidie(s) van de provincie Utrecht gekoppeld zullen zijn aan een businesscase en ook marktpartijen hun bijdragen alleen zullen willen baseren op een gedegen plan. De toezegging van de provincie van een maximale bijdrage van 1,3 miljoen is moeilijk verteerbaar. In 2006 nodigde de provincie de regio Eemland uit om een voorstel te doen voor een regionale investeringsagenda. Toen voerde Eemland de kunstijsbaan op als één van de acht projecten en het toenmalige provinciebestuur zegde toe die agenda met een positief advies mee te geven aan het nieuwe bestuur. Begin 2007 verklaarden de grote provinciale partijen in de aanloop naar de provincie verkiezingen het ijsbaanproject te ondersteunen. In het voorjaar van 2008 noemde GS in de "samenwerkingagenda" het kunstijsbaanproject nog als goed voorbeeld van een concreet en direct uitvoerbaar project. Het is dan ook onbegrijpelijk en onverteerbaar dat G.S. thans met een afwijzing op hoofdlijnen komt omdat de provincie geen accommodatiebeleid voert. Verschillende Statenleden hebben verklaard pas "aan de beurt" te zijn na het voorstel van G.S. Ervan uitgaande dat de Provinciale Staten eindverantwoordelijk zijn voor de provinciale Samenwerkingsagenda, is het thans de vraag, nu de colleges van B&W en G.S. voorlopig uitgepraat lijken: "wat onze raad nog kan doen richting PS? Reden van aanbieding: Raadsfracties VVD+PvdA hebben presidium verzocht om agendering van deze raadsinformatiebrief. Van de raad wordt gevraagd: 1.Zich uit te spreken over de verdere uitwerking van scenario’s kunstijsbaan en zwembad Vathorst. a. de conclusie van B&W te delen dat het "groeiscenario" thans het meest kansrijk is alsmede het voornemen dit uit te werken, b. parallel de wensscenario’s overdekt en halfoverdekt uit te werken en ook daarvoor een businesscase alsmede een dekkingsvoorstel te ontwikkelen, c. voort te gaan met het zoeken van aanvullende middelen bij externe betrokkenen zoals regio gemeenten, provincies Utrecht en Gelderland, marktpartijen en OBV met als doel in één slag het wensscenario in 2012 te kunnen realiseren; 2.Het college te verzoeken met een businesscase te komen voor de uit te werken scenario(’s) voor 1 april 2009 (zie ook bijgevoegde concept-motie VVD) 3.De uitwerking en businesscase(s) ter bespreking aan de Raad aan te bieden voor 1 april 2009. 4.Zich uit te spreken over de brief van de provincie van 10 oktober 2008 en te bezien welke acties richting P.S. mogelijk en zinvol zijn als bijdrage aan punt 1c. Vervolgtraject: Afhankelijk van bespreking van deze peiling
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort
Doel activiteit: Informatie / Peiling Soort activiteit: Raadsleden peilen raad Soort verslag: Verslag Bijbehorend documente: http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2008/RIB/Raadsinformatiebrief%202008%20nr%20136%2C%20Scenario%20voor%20de%20ontwikkeling%20van%20een%20kunstijsbaan%20en%20zwembad%20in%20Vathorst.pdf : /smartsite.shtml?ch=ter&id=198753 Achterliggende documenten: /smartsite.shtml?ch=ter&id=180515 verslag (pdf)
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort
Vervolg Zendmachtiging en Van Omroepbeleid naar mediabeleid Peiling Reg.nr.: 3080413 Van: College van B&W Ambtelijk contact: A.A. Imhof (0334695103) Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: A.A. Imhof Samenvatting: Op 15 april heeft het Commissariaat voor de Media uitspraak gedaan over het door de gemeenteraad van Amersfoort ingediende bezwaar. Het bezwaar is ongegrond verklaard. In De Ronde van 21 april is er gelegenheid om bij deze uitspraak stil te staan aan de hand van een toegevoegd peilpunt: - Wilt u vervolgstappen zetten door in beroep te gaan bij de rechtbank? In de Ronde van 9 december 2008 heeft het College toegezegd met een notitie mediabeleid te komen, die als basis kan dienen voor een gesprek met de stad en omgeving. In de peiling vragen wij uw Raad of de notitie ’Van omroepbeleid naar mediabeleid?’ voldoende aanknopingspunten biedt voor een Rondetafelconferentie met betrokken media-partijen. De notitie benoemt de externe ontwikkelingen, geeft vijf mogelijke opties voor lokaal mediabeleid en schetst de huidige situatie. Reden van aanbieding: Conform toezegging van het College in de Ronde d.d. 9 december 2008 waarbij is gevraagd om startnotitie mediabeleid. Van de raad wordt gevraagd: * Een uitspraak te doen over de wenselijkheid van een vervolgstap inzake de zendmachtiging (beroep instellen bij rechtbank) • Om een uitspraak te doen of de notitie ’Van omroepbeleid naar mediabeleid?’ voldoende aanknopingspunten biedt voor het gesprek met de stad over het te ontwikkelen mediabeleid. Vervolgtraject: Afhankelijk van bespreking over de zendmachtiging zal door het presidium een raadsvoorstel worden voorbereid om in beroep te gaan bij de rechtbank. Dit zou dan binnen 6 weken na 15 april 2009 behandeld moeten worden. Na peiling in de Ronde over het mediabeleid wordt er een Rondetafelconferentie georganiseerd voor betrokken partijen. Het college legt in het 4 e kwartaal van 2009 de concept-nota mediabeleid aan de raad voor. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?ch=ter&id=205168 : Peiling notitie "Van Omroepbeleid naar mediabeleid?" (nr. /smartsite.shtml?ch=ter&id=205012) : Notitie "Van Omroepbeleid naar Mediabeleid?" (nr./smartsite.shtml?ch=ter&id=205013) /smartsite.shtml?ch=ter&id=199472 : /smartsite.shtml?ch=ter&id=199472 en /smartsite.shtml?ch=ter&id=200375 De
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort
Ronde 9 december 2008 /smartsite.shtml?ch=ter&id=205168 Reg.nr.: 2925067 Van: fractie BPA Ambtelijk contact: A.A.Imhof, WSO Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: Van Wegen (BPA) Samenvatting: Het college informeert de Raad in Raadsinformatiebrief nr. 138 over het besluit van het College van B&W om een incidentele investeringssubsidie te verstrekken van 410.000 voor nieuwe apparatuur en om de exploitatiesubsidie met ingang van 2009 te verhogen met 31.000. Op 1 juli 2008 heeft een peiling plaatsgevonden over de subsidiëring van Omroep Amersfoort. Toen is ook gevraagd om een second opinion. Van de Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland (OLON) en RTV Utrecht is een second opinion ontvangen. Op hoofdlijnen zijn beide organisaties positief over het voorstel. Reden van aanbieding: Op 1 juli 2008 heeft de wethouder toegezegd om in een raadsinformatiebrief de vragen van fracties te beantwoorden. De BurgerPartijAmersfoort heeft toen gevraagd naar het opstellen van een notitie Mediabeleid en de door de BPA gewenste Wijk TV. In deze raadsinformatiebrief ziet de BPA daar niets van terug. Van de raad wordt gevraagd: Te reageren op RIB nr. 138 en de door de BPA ingebrachte punten inzake een notitie Mediabeleid en Wijk TV. Vervolgtraject: Afhankelijk van bespreking in De Ronde Doel activiteit: Informeren/Peilen Soort activiteit: Raadslid peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2008/RIB/Raadsinformatiebrief%202008%20nr%20138%2C%20%20Incidentele%20subsidie%20investeringen%20apparatuur%20Omroep%20Amersfoort.pdf : http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?ch=&id=191783 : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2008/Raadsstukken/07-juli/2807766%20verslag%20Subsidi%EBring%20Omroep%20Amersfoort%202008.pdf Reg.nr.: 2788723 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Rijsbosch (033 469 47 98) Portefeuillehouder: Kruyt Opsteller: Rijsbosch Samenvatting: Het college heeft het voornemen Omroep Amersfoort voor 2008 een extra exploitatiesubsidie te verstrekken van 31.000,-, bovenop de reguliere subsidie van 119.000,-. Ook wil het college een investeringssubsidie verlenen van 369.000,- voor nieuwe apparatuur voor de lokale omroep. Aan beide subsidies wil het College duidelijke voorwaarden verbinden.
PvdA en CDA: Akropolis Amersfoort
Daarnaast wil het college een subsidie van 51.000,- verstrekken aan de omroep voor de sanering van het tekort 2007. Reden van aanbieding: Op 20 mei jl heeft uw raad een initiatiefvoorstel van VVD en CDA aangenomen waarin u het college verzoekt een notitie te schrijven die ingaat op de mogelijkheden om Omroep Amersfoort verder te subsidieren met investeringen en hogere subsidie en de voorwaarden die daarbij een rol behoren te spelen. Van de raad wordt gevraagd: zijn mening te geven over de voorgenomen subsidiering van Omroep Amersfoort in 2008 en de voorwaarden die het College daarbij aan de omroep wil stellen. Vervolgtraject: Na behandeling in De Ronde wil het college overgaan tot definitieve besluitvorming inzake de subsidies aan de omroep. Doel activiteit: Peiling Soort activiteit: College peilt raad Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Peiling (nr./smartsite.shtml?ch=ter&id=191784) Raadsinformatiebrief 2008 nr. 138 (pdf) verslag (pdf)
Verslag De Ronde op 25 november 2008: Scenario’s voor de ontwikkeling van een kunstijsbaan en zwembad in Vathorst Voorzitter: Van Berkum-Admiraal Secretaris: Kemink Aanwezig: Barske, Beltman, Van den Berg, De Crom, Offereins, Van Rooijen, Schulten, Tigelaar Pers: ja Publiek: 9 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Wethouders: Kruyt Ambtenaar/Gast: Dijkman Reg. nr.: 2934607 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] Punt
Inhoud
Actie
Scenario’s voor de ontwikkeling van een kunstijsbaan en zwembad in Vathorst Doel: Informatie/peiling. Inspreker Mulder (Belangenvereniging ijsbaan): - Kan zich de tijd herinnering dat in Utrecht onoverdekt kon worden geschaatst. Nu de baan is overdekt, is het nooit meer rustig op de baan. - Overkapping is niet goed: de echte schaatsers blijven dan weg. Echter, met overkapping is de baan beter te exploiteren, pleit daarom voor een half open of geheel overdekte baan. - Bouw duurzaam. - Het is nog steeds geen uitgemaakte zaak dat een half open of geheel overdekte baan niet haalbaar zou zijn. - Maak een goed businessplan. Dat plan kan uiterlijk 1 april 2009 gereed zijn. - Refereert aan bezoek met een aantal raadsleden aan de baan in Hoorn. Een baan waar alleen kan worden geschaatst heeft een exploitatierisico. - De haalbaarheidsstudie is aan de conservatieve kant. - Zoek goed uit in hoeverre risico wordt gelopen. Met andere woorden, maak een wat minder conservatief plan. VVD (Barske): - Is voorstander van de geheel overdekte baan. - De financiën zijn nog steeds niet rond. Het college moet met een businesscase komen. Deze case is ook nodig om andere partijen te interesseren om in te stappen. - Werk het plan eens uit dat alleen een ijsbaan wordt gebouwd, dus zonder zwembad. - Wil alleen maar een variant kiezen op basis van een businesscase. Is zonder meer voorstander van een duurzame variant. - Amersfoort kan best een ijsbaan hebben als trekpleister. - Wil niet alleen bouwen om te kunnen concurreren met andere banen. Het moet mogelijk zijn de baan te koppelen aan sportstimuleringsprogramma’s. Dat is een betere insteek dan concurrentie het hoofd te bieden. - Verzoekt om steun om het college te bewegen verschillende scenario’s te maken waaruit er één kan worden gekozen. PvdA (Van Rooijen):
1
-
Refereert aan een bezoek aan de baan in Enschede. Er was veel bedrijvigheid. Is teleurgesteld maar ook boos over de brief van de provincie waarin werd meegedeeld dat niet alle gevraagde financiën worden toegekend. Het zwembad moet zoetjesaan worden gerealiseerd. De financieringsstrategie is mislukt. Een andere aanpak is dus wenselijk. Er moet ambtelijke versterking komen om een nieuwe financiering te ontwerpen c.q. om de verschillende scenario’s te ontwerpen.
BPA (Schulten): - Het is belangrijk om goed naar de businesscase te kijken. - Weet niet of het groeiscenario het meest kansrijke is, zou dit oordeel willen laten afhangen van de uitkomsten van aanvullend onderzoek. - Als uit onderzoek blijkt dat financieel te hoog wordt ingezet en dat geen goede concurrentie met Utrecht mogelijk is, dan wordt gepleit voor een businesscase voor een ijsplaza. Dit ijsplaza zou moeten bestaan uit zogenaamd dry ice, een soort kunstijsplaten, op een vierhonderd meter baan. Verzoekt dit scenario uit te werken voor 1 april 2009. - Steunt het onderzoek zoals voorgesteld. CDA (Offereins): - Geeft de voorkeur aan een overdekte baan. - De bouw van het zwembad mag niet nog verder worden vertraagd. - Is voorstander van het groeiscenario maar wil de beslissing hiervoor pas maken als de financiën hiervoor duidelijker zijn uitgewerkt. - Is geen voorstander van veel detailhandel. - Het is niet zinvol andere varianten veel verder uit te werken omdat nu al bekend is dat het college aan het groeiscenario de voorkeur geeft. CU (Tigelaar): - Wat is een uitvoerbaar project in relatie tot een budget van € 1,3 miljoen? - Denkt dat het groeiscenario het meest haalbare scenario is maar werk wel de businesscases van de andere scenario’s uit. GroenLinks (De Crom): - Duurzaamheid en geen verantwoordelijkheid voor de exploitatie zijn uitgangspunten voor de keuze van een scenario. - Geeft de voorkeur aan het ontkoppelde scenario. - De keuze voor een scenario kan tot 1 april 2009 worden uitgesteld maar het dan te kiezen scenario dient aan de genoemde uitgangspunten te voldoen. SP (Beltman): - De keuze voor een scenario kan tot 1 april 2009 worden uitgesteld. Jouw Amersfoort (Van den Berg): - Het hoofd in de schoot leggen naar aanleiding van een afwijzing van de provincie is nog niet nodig. - Is voorstander van het maken van een echte businesscase waarmee partijen kunnen worden benaderd met de vraag of zij daadwerkelijk geïnteresseerd zijn. - Kijk nog eens naar een alternatief ten opzichte van het groeiscenario. Reken de exploitatie van alle scenario’s goed door. Is nu nog geen voorstander van het groeiscenario alleen maar omdat de provincie de financiën niet wil verstrekken. - Onderzoek terdege de verschillende subsidiemogelijkheden.
2
-
Het zou mooi zijn als met scholen afspraken over afname van gebruiksuren kunnen worden gemaakt. Zoek naar participatie. De exposure van de baan mag worden vertaald in contante waarde. Het proces is uitermate belangrijk: welke relaties kunnen worden aangegaan. Dat is ‘sleuren’. ‘Zet hiervoor de beste paarden is’.
Wethouder Kruyt: - Het sterkt het college dat er raadsbreed nog steeds steun is voor een ijsbaan. - De baan moet duurzaam, innovatief (energiezuinig) en te koppelen zijn met een zwembad. - De techniek staat niet stil. Twee jaar geleden was het nog onvoorstelbaar dat de huidige ijsvormen te maken zouden zijn. - Twijnstra Gudde adviseert het college over de aanleg (subsidiemogelijkheden, economische haalbaarheid, en dergelijke). - Detailhandel draagt weinig bij aan de exploitatie van de baan. Het is zeker niet de bedoeling dat de detailhandel bij de baan de detailhandel in de wijk negatief beïnvloedt. - Heeft de teleurstelling over de afwijzing van de financieringsaanvraag door de provincie Utrecht niet onder stoelen of banken gestoken. - De ijsbaan zou een regionaal project moeten worden. - De ijsbaan zal economische potentie opleveren maar dat is nooit helemaal hard te maken. - Toegezegd wordt om de door de fractie van BPA geopperde wens om bij Kruyt ieder scenario, dus ook bij het groeiscenario, terdege de financiën uit te werken. Uiterlijk 1 april 2009 zijn de gevraagde scenario’s gereed. - Toegezegd wordt dat bij ieder scenario toch het zwembad wordt meegeno- Kruyt men omdat het college het voornemen heeft de raad een gecombineerd ijsbaan/zwembadplan te presenteren. Samenvattend: BPA-fractie brengt aanvullend nog een onderzoeksvoorstel in voor een energiezuinig multifunctioneel schaats- en sportplaza. Fracties ondersteunen de peilpunten. Weth. Kruyt is bereid voor 1 april 2009 de scenario's, inclusief de BPA-variant, uit te werken. Fracties zullen politieke geestverwanten in Provinciale Staten benaderen over de provinciale bijdrage. Suggestie wordt gedaan ook met een delegatie uit de raad de provincie te benaderen. Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 16 december 2008 De griffier,
De voorzitter,
3
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF NR 138 Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder A. Kruyt
Reg.nr. Datum Programma
: 2894172 : 4 november 2008 : 8. Cultuur
TITEL Incidentele subsidie investeringen apparatuur Omroep Amersfoort, n.a.v. uitkomsten second opinion, plus verhoging structurele exploitatiesubsidie.
KENNIS NEMEN VAN 1. het besluit van het College om Omroep Amersfoort een incidentele investeringssubsidie te verstrekken van € 410.000,- voor de aanschaf van nieuwe apparatuur, inclusief gedeeltelijke compensatie voor BTW; 2. het besluit van het college om de exploitatiesubsidie aan Omroep Amersfoort met ingang van 2009 structureel te verhogen met € 31.000,-.
AANLEIDING Op 1 juli jl. peilden wij de mening van uw Raad over ons voornemen voor subsidiëring van Omroep Amersfoort en de voorwaarden die wij daaraan willen verbinden. Wij hebben steun vanuit de Raad ervaren. Een onderdeel van ons voorstel was het verstrekken van een incidentele subsidie voor een vernieuwing van de apparatuur van Omroep Amersfoort. Wij hebben daarbij aangekondigd een second opinion te laten uitvoeren naar de aard en omvang van het investeringsplan van Omroep Amersfoort, alvorens eventueel subsidie te verlenen. Inmiddels hebben wij twee ‘second opinions’ binnen.
KERNBOODSCHAP Het College heeft een second opinion van 2 partijen gevraagd over het investeringsplan van Omroep Amersfoort. De conclusie van beide partijen over het investeringsvoorstel van de omroep is positief. Op basis van hiervan heeft het College besloten Omroep Amersfoort een incidentele subsidie te verstrekken van 410.000,- voor aanschaf van nieuwe apparatuur, inclusief gedeeltelijke BTW compensatie. Aan deze incidentele subsidie zijn 2 voorwaarden verbonden: 1. de met de subsidie aangeschafte apparatuur niet zonder schriftelijke toestemming van het College van Burgemeester en Wethouders te vervreemden en/of in bruikleen te stellen aan derden; 2. bij verlies van de zendmachtiging de apparatuur ‘om niet’ over te dragen aan een eventueel nieuwe zendgemachtigde organisatie voor de lokale omroep. Reservering voor vervanging c.q. afschrijving acht het college vooralsnog een opdracht voor de omroep zelf, door een versterking van de marktpositie, samenwerking met andere partijen en het verwerven van subsidies van andere overheden. Het College heeft in de Peiling van 1 juli gesteld dat voor de ontwikkeling van een solide organisatie, met de mogelijkheid voor programmatische vernieuwing, een exploitatiesubsidie van € 150.000,- op jaarbasis een minimale voorwaarde is, in plaats van het huidige subsidieniveau van € 119.000,-. De structurele subsidieverhoging van € 31.000 kan met ingang van 2009 ten laste worden gebracht van de stelpost ‘groei subsidies algemeen’ onder programma 12.
Inlichtingen bij:
A.A. Imhof, WSO/MO, (033) 469 5103
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2894172 pagina 2
TOELICHTING Op ons verzoek hebben zowel de OLON, Organisatie van Lokale Omroepen in Nederland, als RTV Utrecht een ‘second opinion’ gegeven over het investeringsplan dat Omroep Amersfoort bij ons heeft ingediend. OLON De OLON heeft het investeringsplan van Omroep Amersfoort getoetst aan de bij de organisatie bekende gegevens van middelgrote en grote omroepen (vanaf 90.000 inwoners) met een vergelijkbaar ambitieniveau. In zijn algemeenheid constateert de OLON dat het plan van Omroep Amersfoort een gedegen plan is. De investeringen zijn logisch, vanzelfsprekend en in overeenstemming met de inhoudelijke koers en het versterken van al aanwezige samenwerkingsverbanden. Er is een goede balans gevonden tussen kwaliteit, connectiviteit en (financiële) haalbaarheid. In de voorstellen wordt uitgegaan van een afschrijvingstermijn van 3 en 5 jaar. De OLON vindt een termijn van 3 jaar bij intensief gebruikte apparatuur gebruikelijk, maar constateert dat gezien de beperkte financiële mogelijkheden vele omroepen uitgaan van een periode van 5 jaar. Samenvattend is de OLON van mening dat de voorgestelde investeringen Omroep Amersfoort op een niveau brengt waarbij een kwalitatief goed product kan worden geleverd. Ook bieden ze de organisatie de mogelijkheid daadwerkelijk te profiteren van de digitale omgeving waar de omroep zich al enkele jaren in bevindt. De OLON wijst overigens nog op een gemis in het overzicht van Omroep Amersfoort aan investeringen ten behoeve van de aanlevering van digitale informatie aan de kabel- en digitale ether distributeurs. Het betreft hier apparatuur die het digitale dataverkeer mogelijk maken tussen Omroep Amersfoort en de kabelmaatschappij. Wij hebben Omroep Amersfoort gevraagd hierop te reageren, zie brief van 17 oktober jl.. Omroep Amersfoort stelt daarin dat de landelijke politiek hierover nog beleid moet bepalen. Het is mogelijk dat digitale aanbieders verplicht worden de distributiekosten voor het doorgeven van lokale omroepen voor hun rekening te nemen. Bij mondelinge navraag ambtelijk, meldt Omroep Amersfoort dat – mochten de kabelmaatschappijen deze service c.q. apparatuur toch niet voor hun rekening nemen - het hier gaat om een investering in de orde van € 10.000,- tot € 15.000,-.
RTV Utrecht RTV Utrecht stelt dat het investeringsplan van Omroep Amersfoort een goede financiële onderbouwing heeft. De inhoudelijke keuze voor het gebruik van de te investeren apparatuur beargumenteert de Omroep Amersfoort voldoende. RTV Utrecht maakt wel opmerkingen over te lage ramingen voor onderhoud, installatie en vervanging huidige ‘meegenomen’ apparatuur en de voorfinanciering van BTW. De conclusie van de second opinion van RTV Utrecht is, rekening houdend met de opmerkingen, Omroep Amersfoort een prima investeringsplan heeft ingediend. We hebben Omroep Amersfoort gevraagd ook hier een reactie op te geven, zie brief van 17 oktober jl.. Omroep Amersfoort geeft aan dat de onderhoudskosten relatief laag zijn, omdat de omroep een deel van het onderhoud zelf, met en door vrijwilligers uitvoert. De genoemde bedragen voor installatie zijn door de leverancier geoffreerd en de ‘meegenomen’ apparatuur bestaat volgens Omroep Amersfoort met name uit infrastructuur die een zeer lange afschrijvingsperiode kent. Wat betreft de BTW is Omroep Amersfoort slechts gedeeltelijk BTW-plichtig. De fiscus heeft gesteld dat BTW voor Omroep Amersfoort slechts verrekenbaar is binnen de verhouding subsidie : commerciële activiteiten. In de subsidietoekenning hebben wij het niet-verrekenbare deel van de BTW meegenomen, zijnde € 41.000,- op 369.000,- netto investeringsraming, waardoor het totaal subsidie komt op € 410.000,-. Standpunt afschrijving / vervanging In de Raadspeiling van 1 juli 2008 hebben wij voor wat betreft de afschrijving/vervanging van de apparatuur het volgende standpunt ingenomen, deze blijft wat ons betreft ongewijzigd.
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 2894172 pagina 3
‘Voor de afschrijving/vervanging van apparatuur zal de omroep structureel budget moeten reserveren. Binnen de exploitatiesubsidie van Omroep Amersfoort van 150.000 euro is echter geen rekening gehouden met het opbouwen van een reserve ter vervanging van apparatuur. De apparatuur van de omroep is technisch en economisch na 5 jaar afgeschreven, parallel aan de looptijd van de zendmachtiging. Dat betekent dat in 2013 de vervanging van apparatuur weer aan de orde is. Wij stellen ons daarbij de vraag of de gemeente na iedere afschrijvingsperiode de verantwoordelijkheid moet nemen voor de volle 100% voor de vervangingskosten. Het lijkt ons reëel eerst af te wachten wat de nieuwe koers van de omroep oplevert: aan publieksbereik, aan marktaandeel, aan mogelijk extra inkomsten en eventueel bijdragen van de gemeenten Soest en Leusden. Komende jaren komen wij op dit punt wellicht met een aanvullend voorstel.’
Exploitatiesubsidie 2009 en verder Wij hebben in de Peiling van 1 juli gesteld dat voor de ontwikkeling van een solide organisatie, met de mogelijkheid voor programmatische vernieuwing, een exploitatiesubsidie van € 150.000,- op jaarbasis een minimale voorwaarde is. Wij baseren ons daarbij op de bedrijfsplannen die zowel Omroep Amersfoort als RTV Eemstad destijds bij ons hebben ingediend én het oordeel daarover van KPMG. Wij hebben besloten om per 2009 stuctureel € 31.000,- extra subsidie toe te kennen, ten laste van de post ‘groei subsidies algemeen’, programma 12. Deze post is bedoeld om exploitatiedruk op met name stedelijke instellingen door de groei van de stad op te vangen.
BETROKKEN PARTIJEN Omroep Amersfoort
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Verslag De Ronde op 9 december 2008: BPA: Incidentele subsidie investeringen apparatuur Omroep Amersfoort Voorzitter: Cooijmans Secretaris: De Korte Aanwezig: Beltman, Van den Berg, De Crom, Haasdijk, Kuiper, Oostlander, Van Vliet (BPA), Voogt Pers: nee Publiek: 6 Conceptverslag: MKW secretariaatsservices Wethouders: Kruyt Ambtenaar/Gast: Rijsbosch Reg. nr.: 2947405 Tel. nr.: (033) 4694379 E-mail:
[email protected] Punt
Inhoud
Actie
BPA: Incidentele subsidie investeringen apparatuur Omroep Amersfoort Doel: Informatie/peiling BPA (Van Vliet): - Er ligt nu een kans om van een probleem een kans, namelijk mediabeleid, te maken. - Stel voorwaarden aan subsidie, niet programma-inhoudelijk maar wel op hoofdlijnen over het soort programma’s dat de gemeente wil dat Omroep Amersfoort gaat aanbieden. - Wat wil de gemeente met het mediabeleid? Dit zou worden meegenomen in het subsidiebeleid maar dit is niet gebeurd. - Waar ligt het aan dat de gemeente niet bijdraagt aan het mediabeleid? Is dit gebrek aan capaciteit, gebrek aan kwaliteit (onvoldoende kennis over media)? - Hoe kan de gemeente de wijkbewoners bewegen een bijdrage te leveren via media aan de leefbaarheid van hun eigen wijk? VVD (Voogt): - Is akkoord gegaan met een verdere subsidiëring van Omroep Amersfoort. - Probeer tot een ordelijke overzetting van Omroep Amersfoort naar een stichting te komen. - Wil in 2009 een notitie over mediabeleid maken. Dit moet resulteren in een medianota. - Er start binnenkort een jongerenprogramma bij Omroep Amersfoort en de archieven worden opengesteld. Dit zijn goede ontwikkelingen. - In juni 2009 moet een evaluatie plaatsvinden tussen de gemeente en Omroep Amersfoort. PvdA (Kuiper): - Definieer het mediabeleid, beperk notities tot enkele pagina’s. - Sluit zich aan bij de opmerking van de fractie van BPA over het instellen van wijktelevisie. - Spreekt liever van een televisienota in plaats van een medianota. CU (Haasdijk): - Televisienota is te beperkt. Medianota wellicht te breed want over dagbladen heeft de gemeente namelijk niets te zeggen.
1
-
Geef na vijf jaar weer subsidie voor de apparatuur aan Omroep Amersfoort of zorg dat Omroep Amersfoort de komende jaren voldoende kan afschrijven op de apparatuur. Schep hierin duidelijkheid.
SP (Beltman): - Verzoekt de discussie centraal te houden rondom mediabeleid. Iedere keer gaat de discussie over details. - De kaders zijn algemeen maar wel goed. - Wil geen omroep met ‘bobo’s’ maar met veel ‘lokale voelsprieten’. - Is blij dat de fractie van BPA de discussie weer opent voor het komen tot mediabeleid. BPA (Van Vliet): - Beveelt aan om het werkveld – wijkbeheerteams, maatschappelijke organisaties, en dergelijke - te betrekken bij het opstellen van het mediabeleid. Zo wordt in ieder geval draagvlak gecreëerd en wordt duidelijk wat de visie van de wijken is waar het met het mediabeleid heen moet. CDA (Oostlander): - Start met een korte notitie. - Inventariseer de behoeften van de wijken. - Wijken kunnen verwachtingen hebben ten aanzien van financiering en te leveren bijdragen. Dit is gebaseerd op ervaringen die Omroep Utrecht heeft. GroenLinks (De Crom): - Is voorstander van een mediabeleid. - Sluit zich aan bij de visie van de VVD. Jouw -
Amersfoort (Van den Berg): Is voorstander van een breed mediabeleid. Welke rol is voor de gemeente weggelegd in het mediabeleid? Pas op met inhoudelijke bijdragen van raadsleden in wijkberichten. Wil de structuur van Omroep Amersfoort versterken. Waarom wordt niet gekozen voor afschrijven van de apparatuur maar bestaat de wens over vijf jaar opnieuw subsidie te verstrekken? Is het mogelijk om nu toch voor afschrijven te kiezen en na vijf jaar als gemeente het afgeschreven bedrag terug te nemen? - Vraagt zich af of de gemeente wellicht bezig is ‘een bungelende partij te organiseren’. - Het is een compliment voor de zendgemachtigde dat deze bezig is nieuwe rubrieken aan te bieden.
Wethouder Kruyt: - Het is geen makkelijke vraag om mediabeleid te formuleren. - Kranten hebben het moeilijk. Recent is bekend geworden dat het Algemeen Dagblad aan een Belgische financier wordt verkocht. - Alle kranten beginnen Internetpagina’s. - Glasvezelkabels bieden mogelijkheden. Amersfoort wil open access (waarop iedereen kan uitzenden). Dit in tegenstelling tot het huidige Ziggo (het voormalige Casema) die nu nog bepaalt welke signalen worden doorgegeven. - Het is goed dat er pluriformiteit in media bestaat. - Waak ervoor dat geen Berlusconi-achtige toestanden ontstaan: dat media afhankelijk worden van een grote partij die ook nog eens politiek actief is. - Kijk eens met diverse partijen hoe het mediabeleid vorm kan worden gege-
2
-
ven. Maak de groep niet te groot. Het is vanuit financiën belangrijk om met Soest en Leusden tot overeenstemming te komen. De genoemde colleges begrijpen het belang en willen ook daadwerkelijk tot overeenstemming komen. Schrijf de nota dusdanig dat deze geen mogelijkheid biedt tot financiële claims. Sluit niet uit dat over een aantal jaar de apparatuur simpeler en dus goedkoper kan zijn. De nu gekozen financiële constructie voor de apparatuur is niet de simpelste maar dit was de enige mogelijkheid. Het bestuur van Omroep Amersfoort bepaalt de voorwaarden voor zijn bestaan. De gemeente volgt het proces. Kruyt Toegezegd wordt een medianota op te stellen.
SP (Beltman): - Uit vorige notulen van besprekingen over Omroep Amersfoort blijkt dat de wens bestaat tot een sterke lokale omroep te komen. - Maak een programmering waarin groepen Amersfoorters andere groepen Amersfoorters leren kennen en zo hun specifieke problemen leert kennen. Jouw Amersfoort (Van den Berg): - Pleit voor het door de wethouder opstellen van een startnotitie waarin niet alleen de inhoud van de medianota wordt aangestipt maar waarin ook de architectuur van het beleid wordt voorgesteld. - De gemeente betaalt te veel voor apparatuur voor Omroep Amersfoort. - Hoe wordt concreet geld binnengehaald en waarzal dat aan worden besteed? Kan dit het afschrijvingssysteem nog beïnvloeden? BPA (Van Vliet): - Er komt nog dagelijks een nieuw tijdschrift bij; dus de gedrukte media gaan nog steeds vooruit. - Als een vitale stad het zonder vitale wijken moet doen is het slecht gesteld met de stad. - Hoe kunnen inwoners bij hun stad, wijk, straat worden betrokken? Dit moet het uitgangspunt zijn voor alles wat de gemeente doet op mediagebied. Dit is communicatie en toegankelijkheid. - Hoopt dat er op termijn content is om over de glasvezel te verzenden. - Er is niks mis om geld voor media te geven maar het zou zo mooi zijn als er beleid achter zit. VVD (Voogt): - Er is geld nodig om de punten uit de medianota uit te voeren. Als in de medianota bijvoorbeeld veel over communicatie wordt opgenomen, dan kost dit gewoon geld. - Was voorstander van RTV Eemstad. - Kijk breder voor financiering: zou de provincie ook wat bij willen dragen? - Wijst erop dat over vijf jaar de zendmachtigingen opnieuw moeten worden toegewezen. - Probeer de medianota op te stellen en betrek daar ook de kranten bij. PvdA (Kuiper): - Zet mediacafés op naar voorbeeld van de sportcafe’s ten tijde van het opstellen van de sportnota. - Maak een korte en puntige medianota.
3
CU (Haasdijk): - De wethouder heeft al veel zaken genoemd die onderdeel van de medianota kunnen zijn. Dit zijn al goede ingrediënten voor een startnotitie. Wethouder Kruyt: - Toegezegd wordt dat mediacafés worden georganiseerd. Het aantal bijeen- Kruyt komsten, één of twee, moet nog definitief worden bepaald. Kruyt - Toegezegd wordt eind januari 2009 een startnotitie gereed te hebben. Samenvattend: - Indiener (Van Vliet, BPA) licht het belang van mediabeleid en Wijk TV toe. - Fracties ondersteunen initiatief om te komen tot lokaal mediabeleid en geven aan dat ook het proces om te komen tot een notitie belangrijk is. - Fracties maken opmerkingen over goede ontwikkelingen bij Omroep Amersfoort in programmering m.b.t. betrokkenheid wijken, stand van zaken overzetting vereniging naar stichting, problematiek afschrijvingen en wens om heldere keuze hierin te maken. - Wethouder staat positief ten opzichte van het ontwikkelen van lokaal mediabeleid en vraagt input - Fracties dragen de volgende zaken aan: gewenste rol van de overheid, noodzaak sterke lokale omroep, aansluiting bij thema Amersfoort ongedeelde stad, pluriformiteit, openheid, vitale wijken, instrumenten van de gemeente (o.a. subsidie). Tevens oproep om reeds beschikbare documenten van o.a. VNG er bij te betrekken. - Wethouder zal binnen circa twee maanden met een startnotitie mediabeleid komen. Daarna zal een bijeenkomst met betrokkenen (o.a. omroepen, lokale kranten, RTV Utrecht etc.) worden georganiseerd.
Vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 27 januari 2009. De griffier,
De voorzitter,
4
verslag
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 21 april 2009 19:30
PvdA: Voortgang realisatie Groen-blauwe structuur Voorbereiding besluit (initiatiefvoorstel) VVD: Verlenging proef 65+ gratis met de bus (RIB 2009-24) Peiling / Voorbereiding besluit (motie) Amersfoort Vernieuwt: Kruiskamp - startnotitie Lemaire Voorbereiding besluit
verslag
PvdA: Voortgang realisatie Groen-blauwe structuur Voorbereiding besluit (initiatiefvoorstel) Reg.nr.: 3080667 Van: Raadsfractie PvdA Ambtelijk contact: Goossens (4603) Portefeuillehouder: Van Daalen Opsteller: Van Muilekom / Killi Samenvatting: De PvdA stelt in het initiatiefvoorstel Voortgang realisatie Groenblauwe structuur het volgende voor: 1. De dekking van de benodigde middelen, de planning en nog aanwezige knelpunten voor realisatie van de diverse projecten in beeld te brengen, nu de middelen van de provincie zijn toegekend. 1. Voor de projecten met dekking, waaronder Vathorst-Noord, zo snel mogelijk tot realisatie en uitgaven van de verkregen middelen te komen om aan de provincie mede te laten zien dat Amersfoort nog wel meer AVP-middelen kan benutten. 1. Drie Groene Ommetjes in de stad prioriteit te geven: Groenzone om het Soesterkwartier, De Flierbeek als groene verbinding tussen Neptunusplein-binnenstad en Groengordel Rustenburg-Amersfoort zd parallel aan A28. Reden van aanbieding: De PvdA vindt dat de ontwikkeling en beheer van groen in en om de stad prioriteit moet hebben in een stad als Amersfoort waar het proces van groei al jaren de aandacht heeft en waar de stedelijke vernieuwing in de wijken nu ook op stoom komt. Daarom heeft PvdA hiervoor een initiatiefvoorstel uitgewerkt Van de raad wordt gevraagd: Zich voor te bereiden op besluitvorming over dit voorstel. Vervolgtraject: Afhankelijk van bespreking in De Ronde; besluitvorming in Het Besluit. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Initiatiefvoorstel Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?id=205029 Voortgang realisatie Groenblauwe structuur (nr 3081385) : /smartsite.shtml?id=205006: Samenwerkingsovereenkomst Groen-Blauwe structuur Amersfoort : /smartsite.shtml?id=205030 : /smartsite.shtml?id=205031 : /smartsite.shtml?id=205032 : /smartsite.shtml?id=205033 : /smartsite.shtml?id=205034 Achterliggende documenten: http://www.amersfoort.nl/smartsite.shtml?id=156008
verslag
op website gemeente (incl. visie + uitvoeringsprojecten) : /smartsite.shtml?id=205035 Raadsinformatiebrief 2009-37 (pdf)
verslag
VVD: Verlenging proef 65+ gratis met de bus (RIB 2009-24) Peiling / Voorbereiding besluit (motie) Reg.nr.: 3080651 Van: Raadsfractie VVD Ambtelijk contact: Aker (033 469 4928) Portefeuillehouder: Luchtenveld Opsteller: Vogels (VVD) Samenvatting: In deze peiling wordt van de raad gevraagd zich uit te spreken over het onmiddellijk stopzetten of voorzetten van de proef 65+ gratis met de bus, n.a.v. RIB 2009-24 en RIB 2009-39. Indien de raad kiest voor een voortzetting van de proef, wordt gevraagd zich uit te spreken voor de dekking van de kosten uit ander programma dan bereikbaarheid De VVD heeft met bijgevoegde motie tot doel de proef 65+ gratis met de bus stop te zetten en het vrijkomende geld voor andere bereikbaarheidsprojecten in te zetten, die wel het gewenste effect hebben. Om de discussie niet alleen over de motie te laten gaan heeft de VVD een peiling opgesteld. Er is nog een aanvullende, tweede Raadsinformatiebrief verschenen over dit onderwerp. Deze is bijgevoegd Reden van aanbieding: In Het Besluit van 24 maart heeft de VVD aangegeven de motie eerst te willen bespreken in De Ronde. Van de raad wordt gevraagd: Zich uit te spreken over de peilpunten en besluitvorming voor te bereiden over de motie. Vervolgtraject: Afhankelijk van bespreking in De Ronde; besluitvorming op 21 april Doel activiteit: Peiling + Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadslid peilt raad + motie Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: /smartsite.shtml?ch=ter&id=205181 (nr. 3085144)/smartsite.shtml?ch=ter&id=205015 : /smartsite.shtml?ch=ter&id=205015 : http://www.amersfoort.nl/docs/bis/raad/2009/RIB/Raadsinformatiebrief%202009%20nr%2024%2C65+%20Gratis%20met%20de%20bus.pdf : Ingekomen brief (nr. 3064423) over dit onderwerp. : /smartsite.shtml?ch=ter&id=205180 Raadsinformatiebrief 2009-24 (pdf) Motie VVD: Stop proef 65+ gratis met de bus (pdf)
verslag
Amersfoort Vernieuwt: Kruiskamp - startnotitie Lemaire Voorbereiding besluit Reg.nr.: 3044170 Van: College van B&W Ambtelijk contact: Zwier (0334694535) Portefeuillehouder: Hekman Opsteller: Zwier Samenvatting: In 2007 heeft de Alliantie de locatie Van Randwijcklaan 10 (Gözde Plaza) gekocht en de locatie de projectnaam Lemaire gegeven. Het programma voor deze locatie bestaat uit gestapelde woningbouw en commerciële/maatschappelijke voorzieningen. De planvoorbereidingen hebben ertoe geleid dat gestart kan worden met het participatietraject, dat door middel van het consultatiemodel zal plaatsvinden. De ambitie is de buurt te verlevendigen en te voorzien van een meer gevarieerd en kwalitatief beter woningaanbod en voorzieningen in de wijk en versterking van het winkelcentrum Neptunusplein. Een van de doelstellingen van Amersfoort Vernieuwt is dat mensen die in de wijk willen blijven, de mogelijkheid daartoe moeten krijgen, zowel in de (sociale) huur- als de koopsector. Het project Lemaire levert een belangrijke bijdrage aan deze wooncarrousel in de wijk Kruiskamp, immers dit bouwprogramma bestaat een 100% sociale huur. Daarmee voldoet het project eveneens aan de Amersfoort Vernieuwt doelstelling ’eerst bouwen, dan slopen". Reden van aanbieding: De besluitvorming om de start van de bestemmingsplanprocedure conform model 2 van de procedure "Rol van de Raad in Ro procedures" voor te bereiden. Van de raad wordt gevraagd: Zich uit te spreken over de startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (locatie Van Randwijcklaan 10). Vervolgtraject: Na vaststelling van deze startnotitie wordt in de de planvormingfase met de participatie van omwonenden en belanghebbenden gestart. Om de beoogde plannen na dit participatieproces te kunnen realiseren, wordt met de bestemmingsplanwijzigingsprocedure conform model 2 van de nieuwe Wro-procedure gestart. Doel activiteit: Voorbereiding besluit Soort activiteit: Raadsvoorstel Soort verslag: Verslag Bijbehorende documenten: Raadsvoorstel (nr. /smartsite.shtml?ch=ter&id=205019) : Startnotitie (nr. /smartsite.shtml?ch=ter&id=205021) : /smartsite.shtml?ch=ter&id=205020 Startdocument t.b.v. LIS en presidium (pdf) 3011301 (pdf) 3015415 (pdf)
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF NR 37 : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad
Reg.nr.
Aan Portefeuillehouder
: Wethouder mr. P.J.T. van Daalen
Programma
Van
Datum
: 3064062 : 7 april 2009 5. Groen-Blauwe : structuur
TITEL Samenwerkingsovereenkomst Groen-Blauwe structuur Amersfoort
KENNISNEMEN VAN De samenwerkingsovereenkomst Groen-Blauwe structuur Amersfoort en provincie Utrecht.
AANLEIDING De provincie Utrecht onderschrijft in haar streekplan het belang van de Groen-Blauwe structuur van de gemeente Amersfoort. Ze wil een financiële bijdrage leveren aan de realisatie van de projecten die de verbinding tussen stad en ommeland versterken. Dit zijn de projecten Maatweg, Randenbroek e.o., Waterwingebied en Vathorst Noord. Er is een provinciale bijdrage van maximaal 30 procent afgesproken op basis van de ramingen van de projecten Maatweg, Randenbroek e.o. en Waterwingebied in 2006. Deze bijdrage is 6,8 mln euro.Deze middelen mogen flexibel ingezet worden tussen de drie gebieden. Daarnaast geeft de provincie een bijdrage van 2,1 mln euro aan Vathorst Noord uit het stimuleringsfonds. Indien de middelen voor de drie bovengenoemde gebieden niet besteed worden, mogen deze ingezet worden voor Vathorst Noord. Voor Vathorst Noord kunnen eventueel nog aanvullende middelen beschikbaar gesteld worden door de provincie Utrecht, na de visievorming. In de samenwerkingsovereenkomst worden ook afspraken gemaakt over de uitvoering van de bos- en natuurcompensatie. Door deze afspraken kunnen eventuele compensatieverplichtingen uitgevoerd worden in de gebieden Vathorst Noord, Maatweg of Hoogland West.
KERNBOODSCHAP In een samenwerkingsovereenkomst met de gemeente Amersfoort maakt de provincie Utrecht afspraken om in totaal 8,9 mln euro bij te dragen aan vier Groen-Blauwe Structuur projecten, zijnde Maatweg, Randenbroek e.o., Waterwingebied en Vathorst Noord.
CONSEQUENTIES In de samenwerkingsovereenkomst vraagt de provincie aan de gemeente Amersfoort minimaal eenzelfde bedrag, zijnde 6,8 mln euro beschikbaar te stellen voor deze projecten. Deze cofinanciering wordt gefinancierd uit de RSV Groen-Blauwe Structuur (€ 3,5 mln.) en bijdragen uit de ontwikkeling van Kop van Schothorst (€ 2 mln.) en Randenbroek Zuid (€ 1,5 mln.). Voor de middelen van de provincie geldt dat de financiele verplichting uiterlijk 2011 worden aangegaan en de uitvoering voor 2013 wordt afgerond.
Inlichtingen bij:
A.H.G. Goossens, SOB/RO, (033) 469 46 03
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3064062 pagina 2
BETROKKEN PARTIJEN De provincie Utrecht is mede ondertekenaar van de samenwerkingsovereenkomst in de persoon van gedeputeerde B.Krol. Tevens wordt met de provincie afgesproken om periodiek te overleggen over de voortgang van deze vier projecten, waarbij ook Waterschap Vallei en Eem, Utrechts Landschap en/of Natuurmonumenten betrokken worden.
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
Gemeente Amersfoort
RAADSINFORMATIEBRIEF NR 24 : Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad
Reg.nr.
Aan Portefeuillehouder
: Wethouder mr. R. Luchtenveld
Programma
Van
Datum
: 3013568 : 17 maart 2009 7. Economie en : bereikbaarheid
TITEL 65+? Gratis met de bus!
KENNISNEMEN VAN De insteek van provincie Utrecht om de proef 65+? Gratis met de bus! niet over te nemen. Het besluit van het college om de proef 65+? Gratis met de bus! te verlengen tot en met 31 juli 2009.
AANLEIDING Op 14 oktober 2008 ontving u van ons een brief over de stand van zaken Uitvoeringsprogramma Gratis Openbaar Vervoer 2008. Hierin gaven we aan dat we de provincie hebben gevraagd om de proef 65+? Gratis met de bus! over te nemen. Op 9 december 2008 ontving u van ons een brief over de proef 65+? Gratis met de bus!. Hierin kondigden we aan dat we nog in gesprek waren met provincie en dat we hebben besloten de proef te verlengen tot en met 31 maart 2009. Inmiddels hebben we een reactie van provincie Utrecht.
KERNBOODSCHAP 1. Provincie Utrecht neemt de proef niet over. Provincie Utrecht geeft aan dat de proef niet past binnen haar beleid. Provincie richt zich specifiek op proeven met spitsreizigers/ werknemers. Senioren zijn niet een doelgroep binnen het provinciale OV beleid. 2. Het college heeft besloten om de proef te verlengen tot en met 31 juli. Hoewel de proef al enkele malen verlengd is en we weten dat de proef ons vanuit bereikbaarheid onvoldoende oplevert, vinden we het nodig om de proef te verlengen. Op deze manier bent u in de gelegenheid om een goede beleidsmatige én financiële afweging te maken. Er is vanuit het oogpunt van bereikbaarheid geen noodzaak om voor deze doelgroep het openbaar vervoer gratis te maken. Zo zegt 8% van de senioren in de bus de auto te hebben laten staan. Het grootste deel van de senioren laat echter de fiets staan. Dat vinden we een onwenselijk bijeffect. Wel zien we dat gratis OV voor senioren een duidelijk sociaal doel dient. Ook is het positief voor het imago van de bus. We vinden het belangrijk om de drempel voor senioren voor vervoer laag te houden. Daarom bieden we al jaren indicatieloos collectief vraagafhankelijk vervoer aan tegen gereduceerd tarief via de regiotaxi. Daar kunnen alle ouderen en vooral degene die minder gemakkelijk of niet met het openbaar vervoer kunnen reizen, gebruik van maken. Isolatie is juist bij deze laatste groep het grootste risico.
Inlichtingen bij:
A.M. van den Aker, SOB/VV, (033) 469 49 28
Gemeente Amersfoort raadsinformatiebrief 3013568 pagina 2
CONSEQUENTIES Wij zullen u in de kadernota een besluit vragen over het wel of niet definitief doorzetten van gratis OV voor senioren.
BETROKKEN PARTIJEN Connexxion, Provincie Utrecht
Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
MOTIE Stop proef 65+ gratis met de bus.
Amersfoort, 24 maart 2009
De raad van de gemeente Amersfoort; bijeen op 24 maart 2009, overwegende dat • RIB 2009 nr. 24 spreekt over het feit dat er met de proef 65+ Gratis met de bus vanuit het oogpunt van bereikbaarheid geen noodzaak meer is om voor deze doelgroep het reizen gratis te maken. • Het zelfs een “tegengesteld” effect heeft doordat minder ouderen op de fiets stappen. van mening dat • Er voor deze doelgroep alternatieve laagdrempelige en betaalbare reismogelijkheden zijn zoals de regiotaxi en men dus niet afhankelijk is van gratis openbaar vervoer • Gratis niet bestaat, er zal ergens door iemand een rekening betaald moeten worden. In dit geval door de gemeente • Nog 4 maanden langer geld uitgeven aan een proef die zijn doelstelling voorbij schiet, in deze economische tijden zeer ongewenst is draagt het college op • De proef 65+ gratis met de bus per 31 maart 2009 stop te zetten • Het vrijkomende geld elders op bereikbaarheidsprojecten in te zetten, die wel het gewenste effect hebben Datum, 24 maart 2009 M. Vogels
Startdocument t.b.v. LIS en Presidium Aan: Van: Onderwerp: Datum:
Gemeenteraad College modellenkeuze bestemmingsplan Lemaire
Korte omschrijving aanvraag wijziging bestemmingsplan. In 2007 heeft de Alliantie de locatie Van Randwijcklaan 10 (Gözde Plaza) gekocht en de locatie de projectnaam Lemaire gegeven. Het programma voor deze locatie bestaat uit gestapelde woningbouw en commerciële/maatschappelijke voorzieningen. Het project Lemaire ligt in het bestemmingsplan Kruiskamp Koppel 2002. In dit bestemmingsplan is de geldende bestemming voor Lemaire gemengde doeleinden (kantoordoeleinden, maatschappelijke doeleinden en bedrijfsdoeleinden (categorie 1). Tevens mag er op de verdieping worden gewoond. Echter de hoogte en de omvang van de nieuwe appartementenpassen niet binnen het huidige bestemmingsplan. In het kader van Amersfoort Vernieuwt is Lemaire een van de herontwikkelingslocaties. Om het project te kunnen realiseren is een herziening van het geldende bestemmingsplan nodig met toepassing van de Wet ruimtelijke ordening (Wro). Keuze voor model : 2 1.Realisatie past binnen het programma Amersfoort Vernieuwt. De locatie iskeuze: een van de herontwikkelingslocaties binnen het programma Amersfoort Vernieuwt. De Motivering invulling van het programma biedt kansen voor het verbeteren van de woningvoorraad, de woonomgeving en voorzieningen in de wijk Kruiskamp. Een van de doelstellingen van Amersfoort Vernieuwt is in de wijk Kruiskamp de buurt te verlevendigen en te voorzien van een meer gevarieerd en kwalitatief beter woningaanbod en voorzieningen in de wijk. Het project levert een bijdrage aan de Amersfoort Vernieuwdoelstellingen Wonen (voor elk wat wils), Samenleven (bewoners doen mee) en Leefbaarheid. 2. Het project voldoet aan het criterium urgente en belangrijke ontwikkeling, omdat het project Lemaire een belangrijke bijdrage levert aan de wooncarousel in de wijk Kruiskamp. Een van de doelstellingen van Amersfoort Vernieuwt is dat mensen die in de wijk willen blijven, de mogelijkheid daartoe moeten krijgen. Het project Lemaire voorziet hierin.
Planning procedure kaderstelling (indien van toepassing) n.v.t.
Advies Presidium: Akkoord met keuze voor model 2
#3011514 v1 - STARTDOCUMENT LIS EN PRESIDIUM LEMAIRE
Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (locatie Van Randwijcklaan 10)
Jacob Lemaire (1585-1616) Nederlands ontdekkingsreiziger
Inhoudsopgave Onderwerp
Pagina
I
Inleiding
3
II
Beschrijving van kansen en bedreigingen
4
2.1 2.2 2.3 2.4
Kansen Bedreigingen Afbakening plangebied Betrokken partijen
4 4 4 5
III
Doelstelling
5
IV
Randvoorwaarden en uitgangspunten
5
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Algemeen Amersfoort Vernieuwt Stedenbouwkundige uitgangspunten Verkeer en parkeren Openbare ruimte Milieuaspecten Wonen, Zorg en Welzijn Ruimtelijke Ordening
5 5 5 6 6 7 7 7
V 5.1 5.2 5.3 5.4
Proces Globale planning Projectorganisatie en besluitvorming Communicatie Financiën
8 8 8 8 9
VI
Bijlagen
9
6.1 6.2
Wijkprofiel Planlocatie
10 11
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
2
I
Inleiding
Kruiskamp is een van de veertig wijken die door het ministerie van VROM is aangewezen als een wijk die omgevormd moet worden "van aandachtswijk naar krachtwijk". Naast Liendert/Rustenburg en Randenbroek/Schuilenburg is de wijk als derde bijgevoegd onder de noemer van "Amersfoort Vernieuwt”, een gemeenschappelijke en integrale aanpak van wijkvernieuwing. In 2007 heeft de Alliantie de locatie Van Randwijcklaan 10 (voorheen Gözde Plaza) gekocht en de locatie de projectnaam Lemaire gegeven. Het programma voor deze locatie bestaat uit gestapelde woningbouw en commerciële/maatschappelijke voorzieningen. Het project Lemaire ligt in het bestemmingsplan Kruiskamp Koppel 2002. In dit bestemmingsplan is de geldende bestemming voor Lemaire gemengde doeleinden (kantoordoeleinden, maatschappelijke doeleinden en bedrijfsdoeleinden (categorie 1). Tevens mag er op de verdieping worden gewoond. Echter de hoogte en de omvang van de nieuwe appartementen passen niet binnen het huidige bestemmingsplan. In de Raadsvergadering van 10 februari 2009 heeft de raad ingestemd met de notitie “Rol van de raad in RO-procedures” (nr 2974051). Het bestemmingsplan voor het project Lemaire kan volgens deze notitie de procedure doorlopen van model 2 omdat: 1. Realisering van het project past binnen de kaders van Amersfoort Vernieuwt. 2. Het project voldoet aan de criteria voor toepassing van model 2.Het gaat om een urgente en belangrijke ontwikkeling, die niet past binnen het geldende planologische regime. Een van de doelstellingen van Amersfoort Vernieuwt is - in de wijk Kruiskamp - de buurt te verlevendigen en te voorzien van een meer gevarieerd en kwalitatief beter woningaanbod en voorzieningen in de wijk. Het project Lemaire levert een belangrijke bijdrage aan de wooncarrousel in de wijk Kruiskamp). Een procedure volgens model 2 houdt in dat er direct een ontwerpbestemmingsplan wordt gemaakt en dat er voor het bestemmingsplan zienswijzen kunnen worden ingediend door bewoners en belanghebbenden. In de planvormingfase van het project vindt de participatie plaats. In deze startnotitie worden de randvoorwaarden en uitgangspunten aangegeven voor de verdere uitwerking van het plangebied. Tevens wordt de Wet ruimtelijke ordening (Wro) procedure model 2 voorgesteld.
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
3
II
Beschrijving van kansen en bedreigingen
Lemaire maakt deel uit van een meer omvattend wijkontwikkelingsprogramma voor Kruiskamp. In bijlage I wordt in één oogopslag het profiel van de wijk weergegeven. 2.1
Kansen
Kwaliteit van de wijk vergroten door diverse ontwikkelingen In de wijk vinden momenteel in de omgeving van winkelcentrum Neptunusplein de nodige ontwikkelingen plaats in de openbare ruimte, dit alles komt ten goede aan de leefbaarheid in de wijk. • Herinrichting Neptunusplein: gereed. • Realisatie appartementen Parkweelde I (Herontwikkeling Willem Barentszstraat en omgeving, 34 eengezinswoningen en 101 appartementen): gereed. • Ontwikkeling Parkweelde II, sloop 4 flats aan de Van Randwijcklaan (35 appartementen en 45 laagbouwwoningen): start sloop 1 april 2009. • Herinrichting Van Randwijcklaan Kruiskamp en Liendert: planfase. • Herinrichting parkje Willem Barentszstraat – van Randwijcklaan (park met voorzieningen): start uitvoering 1 april 2009. Beoogd programma Lemaire is het streven is naar 58 huurappartementen en 670 m² sociale medische voorzieningen en 580 m² detailhandel, dan wel 1250 m² sociaal medische/maatschappelijke voorziening Het project Lemaire is een van de Amersfoort Vernieuwt projecten. Het project draagt bij aan een buurt/wijk die gevarieerd, vitaal en veilig is. Vergroting aantrekkelijkheid van het winkelgebied. Door in Lemaire invulling te geven aan commerciële functies zoals detailhandel (geen supermarkt) en andere commerciële functies dan wel maatschappelijke functies die passen bij het winkelcentrum Neptunusplein, wordt de wijkfunctie van het winkelcentrum versterkt en daarmee de aantrekkelijkheid van het winkelgebied vergroot. 2.2
Bedreigingen
Verkeer en parkeren De parkeerdruk is hoog in dit deel van de wijk. Hoewel niet gebruikelijk mag een deel van het bezoekersparkeren van de woningen in het project Lemaire worden opgelost in het project Parkweelde II (Van Randwijcklaan 105 t/m 141 E). Er mogen 11 parkeerplaatsen in Parkweelde II worden gecompenseerd gebaseerd op de parkeernormen uit de nieuwe parkeernota (voor bezoekers geldt 0,3 parkeerplaats per woning). Een creatief oplossingsgericht proces is nodig om een “passend” bouwprogramma op te stellen. 2.3
Afbakening plangebied
De planlocatie Lemaire ligt tussen de Van Randwijcklaan, Van Roggeveenstraat, Neptunusplein en Pullstraat in de wijk Kruiskamp. Zie bijlage II voor de locatie en projectgrens.
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
4
2.4
Betrokken partijen
In de projectgroep participeren de volgende partijen: • De Alliantie Eemvallei/Alliantie Ontwikkeling. • Gemeente Amersfoort. • Omwonenden en ondernemers (zie hoofdstuk 5). De Alliantie Eemvallei is grondeigenaar van de locatie Van Randwijcklaan 10. III
Doelstelling
De ambitie is de buurt te verlevendigen en te voorzien van een meer gevarieerd en kwalitatief beter woningaanbod en voorzieningen in de wijk en versterking van het winkelcentrum Neptunusplein. Een van de doelstellingen van Amersfoort Vernieuwt is dat mensen die in de wijk willen blijven, de mogelijkheid daartoe moeten krijgen, zowel in de (sociale) huur- als de koopsector. Bij de ontwikkeling van Lemaire wordt gestreefd naar 58 huurappartementen variërend van 69 m² tot 101 m², 67 gebouwde parkeerplaatsen en een plint met 670 m² sociale medische voorzieningen en 580 m² detailhandel, dan wel 1250 m² sociaal medische voorzieningen. De keuze van invulling van de plint is mede afhankelijk van de parkeerdruk in de omgeving. In 2009 wordt hier onderzoek naar verricht. Prijspeil 1-1-2008 voor de 73 m² woning een aanname van €450,00 en de 101 m² woning van €780,00. De definitieve huur wordt te zijner tijd vastgesteld. IV
Randvoorwaarden en uitgangspunten
Gemeente en Alliantie spreken met elkaar de volgende randvoorwaarden en uitgangspunten af. Deze vormen de basis voor de integrale programmatische herontwikkeling van de locatie Lemaire. 4.1
Algemeen
Er zijn enkele zaken die als aandachtspunt bij dit project genoemd kunnen worden. • •
4.2
Communicatie is een belangrijk element, vele ogen zullen gericht zijn op hoe dat in een Amersfoort Vernieuwt project wordt aangepakt. Lemaire is een deelontwikkeling van een meeromvattende herontwikkeling in Kruiskamp. Afstemming met de andere deelontwikkelingen binnen dit gebied zal parallel aan de diverse fasen van planontwikkeling plaatsvinden. Hiermee is al gestart. Amersfoort Vernieuwt
De locatie Lemaire is een van de herontwikkelingslocaties binnen het programma Amersfoort Vernieuwt. Dat betekent dat de algemene doelstellingen van dit programma voor dit project van kracht zijn. De uitwerking van de locatie zal dan ook getoetst worden aan deze doelstellingen. Ook de instrumenten die al voor Amersfoort Vernieuwt ontwikkeld zijn zullen in meer of minder integrale wijze worden vertaald voor dit project, zoals de communicatie en participatie rond het project en de financiële afspraken op hoofdlijnen tussen de gemeente en de Alliantie voor de benoemde herontwikkelingslocaties. 4.3 Stedenbouwkundige uitgangspunten • De voorzieningen worden primair op de Van Randwijcklaan georiënteerd. • Omdat de Roggeveenstraat ook een woonstraat is moet hier een achterkantuitstraling worden voorkomen. Ook hier is een representatieve gevel gewenst. • Gegeven het woonkarakter van de Roggeveenstraat dient bevoorrading van de voorzieningen zo te worden opgelost dat er geen overlast voor omwonenden ontstaat.
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
5
• • •
•
Aan de Van Randwijcklaan-zijde is een hoogte van 4 bouwlagen mogelijk en wordt aangesloten bij de omliggende middelhoogbouw. Nabij het Neptunusplein is een hoogteaccent denkbaar, ter accentuering van het winkelcentrum. De bouwhoogte aan de Roggeveenstraat moet worden afgestemd op de maat en schaal van de bestaande woningen. De bouwhoogte moet in samenhang met de maat van het ruimtelijk profiel van de straat worden bepaald. Dat betekent grofweg dat de nieuwbouw hoger kan worden naarmate de afstand tussen oud- en nieuwbouw groter wordt. In samenhang met bovenstaande zijn het zoveel mogelijk respecteren van de bezonning, uitzicht en privacy van de bestaande woningen belangrijke factoren bij het bepalen bij de doorsnede van de nieuwbouw. Een verbreding van de Van Roggeveenstraat maakt toevoeging van groen in de vorm van bomen mogelijk.
4.4 Verkeer en parkeren • Voor de herontwikkeling van Lemaire zullen de parkeernormen uit de nieuwe parkeernota worden gehanteerd. In het nieuwe parkeerbeleid wordt uitgegaan van 2,0 parkeerplaats voor woningen in de prijsklasse vanaf 260.000,00 euro en 1, 7 parkeerplaats voor woningen in de prijsklasse tot aan 260.000,00 euro. Het aandeel bezoekers is voor beide categorieën 0,3 parkeerplaats per woning. De norm voor kantoren, detailhandel is 2 en 3,3 parkeerplaatsen per 100 m2 bvo. • Onder het project Lemaire vallen de parkeerplaatsen op de parallelweg. Daar kunnen 15 parkeerplaatsen aangelegd worden. Deze plaatsen worden gerealiseerd in het project van Randwijcklaan en mogen in mindering gebracht worden op het aantal te realiseren parkeerplaatsen voor het project Lemaire. Er worden in 67 gebouwde parkeerplaatsen voorzien. • Elf parkeerplaatsen in het project Parkweelde II zijn bestemd voor het bezoekersparkeren voor het project Lemaire. De reden hiervoor is dat in het project Parkweelde II enige overmaat aan parkeren is, in dit deel van de wijk is het parkeren gratis. De verwachting is dat bezoekers van Lemaire daar zullen gaan parkeren en niet tegen betaling in de openbare parkeergarage onder blok G aan de Van Linschotenstraat. • Voor het parkeren van fietsen dienen voldoende fietsklemmen geplaatst te worden. 4.5 Openbare ruimte • Inrichting openbare ruimte Voor de inrichting van de openbare ruimte is het standaard programma van eisen (SpvE) voor de openbare ruimte Gemeente Amersfoort van toepassing (versie februari 2006). In dit SPvE zijn ook procesafspraken opgenomen. Indien het schetsplan en/of het voorlopig inrichtingsplan daar aanleiding toe geeft kan een locatiespecifiek SpvE worden opgesteld, parallel aan het opstellen van het programma van eisen voor de locatie. •
Groene saldoregeling De vastgestelde groene saldoregeling beoogt de kwaliteit van het groen (beleving, gebruik, cultuurhistorie, ecologie) in de wijken te handhaven. In principe op de plaats zelf, zo nodig door kwaliteitsverbetering elders maar altijd zodanig dat er op alle schaalniveaus sprake is van een goede (betere) kwaliteit van het groen. Bij de locatie Lemaire is deze regeling van toepassing omdat op deze locatie groen wordt toegevoegd in de Van Roggeveenstraat.
•
Interim-beheer De tijdelijke situatie wordt geëvalueerd in het overleg “interim beheer” waarin een team van medewerkers van de Alliantie, Stichting Welzijn Amersfoort, Politie en gemeente samenwerkt.
• •
Water en grondwater In overleg met het Waterschap Vallei en Eem moeten de uitgangspunten voor water en grondwater worden vastgesteld. Het waterschap stelt eisen aan o.a. de hoeveelheid waterberging die in het gebied nodig is. Uit eerdere onderzoeken van de Grontmij t.b.v. Parkweelde II blijkt dat het maaiveld op ca 1.902.00 m+NAP is gelegen. De Grondwaterstand ligt op ca -0,7 tot -0,5 t.o.v. het maaiveld.
•
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
6
•
Na de aanleg van de drainage van Parkweelde 1 is de verwachting dat in het plangebied de grondwaterstand met 5 cm van bovengenoemde waarde is gedaald. Bij kruipruimteloos bouwen, of het aanbrengen van een waterdichte kelder onder het gebouw behoeft geen aanpassing plaats te vinden aan de hoogte van het maaiveld.
• •
Bodem Het betreffende plangebied ligt in een gebied met lage archeologische verwachtingen. Er zijn geen Archeologisch Belangrijke Plaatsen of Archeologische Rijksmonumenten. Kortom er zijn geen beperkingen wat de archeologie betreft. Er is een bodemonderzoek uitgevoerd. De locatie is niet “verdacht”, dat wil zeggen dat vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen beperkingen gelden.
•
4.6 Milieuaspecten • Geluid en luchtkwaliteit zijn belangrijke aspecten bij het ontwerp en de bouwvergunningsprocedures. Voorgesteld wordt de architect samen met een akoestisch adviseur het ontwerp verder te laten uitwerken. • Aandacht voor de externe veiligheid met betrekking tot het tankstation aan de Pullstraat. • Ten aanzien van de duurzaamheid hanteert de gemeente de zogenaamde DCBA-systematiek.Dit is een systematiek voor milieuvriendelijk materiaalgebruik. Het plan moet voldoen aan niveau C van de DCBA-lijst. 4.7 Wonen, Zorg en Welzijn • Binnen appartementen complexe differentiatie in woningtypologieën (3/4/5 kamer woningen). • Appartementen minimaal 3*. Voor deze locatie heeft 4* voorkeur (3*: rollator doorgankelijk/rolstoel toegankelijk, 4*: rolstoel toe- en doorgankelijk). • Basiseisen woningbouw en woonomgeving. • Politiekeurmerk veilig wonen. • Plantoetsing door de Woonadviescommissie Amersfoort. • Zoveel mogelijk gebouwd parkeren. In elk geval bij appartementen: aandacht voor kwaliteit openbare ruimte. • Gelet op de toekomstige bewoners moet zowel in het ontwerp van de parkeergarage als het openbaar gebied rekening worden gehouden met de aanleg van een aantal invalidenparkeerplaatsen. 4.8
Ruimtelijke Ordening
Het project Lemaire ligt in het bestemmingsplan Kruiskamp Koppel 2002. In dit bestemmingsplan is de geldende bestemming voor Lemaire gemengde doeleinden (kantoordoeleinden, maatschappelijke doeleinden en bedrijfsdoeleinden (categorie 1). Tevens mag er op de verdieping worden gewoond. De hoogte en de omvang van de nieuwe appartementen passen niet binnen het huidige bestemmingsplan. •
Om de beoogde plannen te kunnen realiseren is wijziging van het bestemmingsplan conform de nieuwe Wro-procedure model 2 noodzakelijk. Deze wijziging van het bestemmingsplan zal door de raad worden vastgesteld.
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
7
V
Proces
Na vaststelling van de startnotitie zal de projectgroep de verdere planvorming uitwerken. Het project is in twee fasen te verdelen. De eerste fase is de planvormingfase met participatie van omwonenden. Deze kan op basis van de door de raad goedgekeurde startnotitie van start gaan. In de realisatiefase worden de fysieke ontwikkelingen binnen het plangebied getrokken door de Alliantie. De gemeente is vanuit haar publiekrechtelijke rol bij het project betrokken. 5.1 Globale planning
Actie Startnotitie Samenwerkingsovereenkomst Participatie VO Wro-procedure model 2 DO Voorbereidingsfase Uitvoering
Planning Maart 2009 April 2009 April 2009 Juni 2009 Juni 2009-april 2010 September 2009 Mei 2010 April 2010
5.2 Projectorganisatie en besluitvorming Voor het project is een projectgroep opgericht. Deze bestaat uit de projectmanager van De Alliantie Ontwikkeling, een medewerker wijkbeheer van de Alliantie Eemvallei, de gemeentelijke projectmanager en diverse inhoudelijke disciplines van de gemeente (Verkeer, Projectontwikkeling, Stedelijk Beheer, Wonen, Ruimtelijke Planvorming, Milieu). De projectmanager van de Alliantie Ontwikkeling is projectleider van de projectgroep. De projectgroep zorgt voor de voortgang in het proces en de inhoudelijke begeleiding. Naast de projectgroep vindt overleg plaats over de communicatie en over het vastleggen van procesafspraken in een realisatieovereenkomst. 5.3 Communicatie Consultatie Centraal uitgangspunt van gemeente en De Alliantie bij Amersfoort Vernieuwt is dat bewoners actief en nauw worden betrokken bij de ontwikkeling van hun eigen woonomgeving onder het motto: ‘Zo doet iedereen mee’. Datzelfde geldt voor anderen in de wijk, zoals ondernemers, organisaties en instellingen. Door betrokkenheid krijgen zij meer binding met en vertrouwen in hun wijk. De bewonersparticipatie heeft in lijn met de richtlijnen van Amersfoort Vernieuwt het kenmerk “consultatie” en zal op de volgende wijze gestalte krijgen: Na vaststelling van deze startnotitie zal door de Alliantie een communicatieplan worden opgesteld waarin de communicatie met de diverse partijen nader wordt uitgewerkt. De volgende groepen zijn, uitgaande van het consultatiemodel, betrokken bij het project: • Bewoners aan de Van Roggeveenstraat. • Overige omwonenden. • Mogelijk toekomstige bewoners. • Ondernemers in de omgeving.
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
8
Doel: Door de reactie op de plannen de gewenste aandachtspunten van wijkbewoners leren kennen en deze te betrekken in de besluitvorming. Hierdoor begrip verkrijgen voor de gestelde randvoorwaarden en draagvlak en vertrouwen te creëren bij de planuitwerking. Participatievorm: • • • •
Inloopmiddag en -avond schetsontwerp in wijkcentrum De Drietand op Neptunusplein: informatief met verzoek om reactie op conceptideeën/-plannen. Oprichting participatiegroep: meespreken en meedoen. Uitwerken Voorlopig Ontwerp in een aantal bijeenkomsten.. Presentatie Voorlopig Ontwerp door participatiegroep en Alliantie aan de wijk. Na besluitvorming Definitief Ontwerp: in het kader van de aanvraag bouwvergunning formele inspraakmogelijkheden.
5.4 Financiën De financiële uitgangspunten voor het project Lemaire zijn te herleiden uit de overeengekomen financiële afspraken op hoofdlijnen 2006 en de aanvulling hierop uit 2007. Uitgaande van deze afspraken verstrekt de gemeente een bijdrage aan de Alliantie Eemvallei voor de inrichtingskosten van € 7.200,- (excl.btw) per nieuwe woning. In de overeenkomst op hoofdlijnen van mei 2006 heeft de gemeente zich voor het geheel van de AV-projecten garant gesteld voor de volgende bedragen: a. bijdrage voor inrichtingskosten per woning € 7.200,-- (excl btw) per woning tot maximaal € 8 mln. b. bijdrage voor gebouwd parkeren per sociale huurwoning van € 5.000,-- (excl btw) tot een maximum van € 4,1 mln. Daar mee verplicht de Alliantie zich ook tot een herinrichting van het direct aanliggende openbaar gebied. De bijdrage is bedoeld voor projecten waarbij de gemeente en Alliantie overeen zijn gekomen dat de Alliantie in een gebied de woningen en de openbare ruimte vernieuwt. In principe gaat na de oplevering de openbare ruimte weer over naar de gemeente. Daarnaast verstrekt de gemeente een bijdrage voor het gebouwd parkeren bij nieuwe sociale huurwoningen van € 5.000,- (excl.btw) per nieuwe woning. De gemeentelijke bijdragen kunnen uit de beschikbare budgetten worden gefinancierd. De gronden onder het plangebied zijn deels van de Alliantie en deels eigendom van de gemeente. De herinrichting van de Van Roggeveenstraat is voor rekening van de Alliantie. De herinrichting van de Van Randwijcklaan wordt uitgevoerd door de gemeente en is voor rekening van de gemeente. De gemeentelijke plankosten voor alle AV-projecten worden jaarlijks voor een vast bedrag met de Alliantie verrekend. Hieronder vallen ook de gemeentelijke plankosten die voor dit project in 2008 en 2009 worden gemaakt. Op grond van de Wro moet de gemeenteraad een exploitatieplan vaststellen als het bestemmingsplan de zogenaamde “aangewezen” bouwplannen mogelijk maakt. Hierbij worden de bouwplannen bedoeld, die zijn omschreven in het Besluit ruimtelijke ordening. Het vaststellen van een exploitatieplan kan achterwege blijven als de kosten “anderszins verzekerd zijn”. Dat is gezien het bovenstaande het geval. VI
Bijlagen
6.1 6.2
Wijkprofiel Planlocatie
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
9
Wijkprofiel
Amersfoort Vernieuwt: Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (3011301)
BIJLAGE 1
10
Planlocatie
BIJLAGE II
Gemeente Amersfoort
RAADSVOORSTEL
Van Aan Portefeuillehouder
: Burgemeester en Wethouders : Gemeenteraad : Wethouder drs. J.A. Hekman
B&W-vergadering De Ronde Agenda Het Besluit Vastgesteld besluit
: 31-03-2009 : : :
Reg.nr. Datum Agendapunt
: 3015415 : 11 februari 2009 : HB-
TITEL Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (locatie Van Randwijcklaan 10) BESLISPUNTEN 1. De randvoorwaarden en uitgangspunten zoals beschreven in de startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (locatie Van Randwijcklaan 10) vast te stellen; 2. de Wro-procedure conform model 2 voor het project vast te stellen. AANLEIDING In 2007 heeft de Alliantie de locatie Van Randwijcklaan 10 (Gözde Plaza) gekocht en de locatie de projectnaam Lemaire gegeven. Het programma voor deze locatie bestaat uit gestapelde woningbouw en commerciële/maatschappelijke voorzieningen. De planvoorbereidingen hebben ertoe geleid dat gestart kan worden met het participatietraject, dat door middel van het consultatiemodel zal plaatsvinden. BEOOGD EFFECT De ambitie is de buurt te verlevendigen en te voorzien van een meer gevarieerd en kwalitatief beter woningaanbod en voorzieningen in de wijk en versterking van het winkelcentrum Neptunusplein. Een van de doelstellingen van Amersfoort Vernieuwt is dat mensen die in de wijk willen blijven, de mogelijkheid daartoe moeten krijgen, zowel in de (sociale) huur- als de koopsector. Het project Lemaire levert een belangrijke bijdrage aan deze wooncarrousel in de wijk Kruiskamp, immers dit bouwprogramma bestaat een 100% sociale huur. Daarmee voldoet het project eveneens aan de Amersfoort Vernieuwt doelstelling ‘eerst bouwen, dan slopen”. ARGUMENTEN 1.1 Past binnen het programma Amersfoort Vernieuwt. De locatie is een van de herontwikkelingslocaties binnen het programma Amersfoort Vernieuwt. De invulling van het programma biedt kansen voor het verbeteren van de woningvoorraad, de woonomgeving en voorzieningen in de wijk Kruiskamp. Het project levert een bijdrage aan de Amersfoort Vernieuwtdoelstellingen Wonen , Samenleven (bewoners doen mee) en Leefbaarheid. 2.1 Het project voldoet aan de criteria voor toepassing van model 2. Een procedure volgens model 2 houdt in dat er direct een ontwerpbestemmingsplan wordt gemaakt en dat er voor het bestemmingsplan zienswijzen kunnen worden ingediend door bewoners en belanghebbenden . In de planvormingfase van het project vindt de participatie plaats.. Het gaat om een urgente en belangrijke ontwikkeling, die niet past binnen het geldende planologische regime. Het project Lemaire ligt in het bestemmingsplan Kruiskamp Koppel 2002. In dit bestemmingsplan is de geldende bestemming voor Lemaire gemengde doeleinden (kantoordoeleinden, maatschappelijke doeleinden en bedrijfsdoeleinden.Tevens mag er op de verdieping worden gewoond. Echter de hoogte en de omvang van de nieuwe appartementen passen niet binnen het huidige bestemmingsplan. Het project Lemaire levert een belangrijke bijdrage aan de wooncarrousel in de wijk Kruiskamp. Inlichtingen bij:
G. Zwier, SOB/PO, (033) 469 45 35
Gemeente Amersfoort raadsvoorstel 3015415 pagina 2
KANTTEKENINGEN De voormalige eigenaar van Van Randwijcklaan 10 (Gözde Plaza) is op de hoogte gesteld van de toekomstige plannen van de Alliantie We hebben aandacht voor de bewoners van de Van Roggeveenstraat voor wat betreft de uitwerking van het bouwprogramma. Denk hierbij onder andere aan geen “achterkantuitstraling”, geen overlast bevoorrading, respecteren van de bezonning, etc. Een verbreding van de Van Roggeveenstraat maakt het plaatsen van bomen mogelijk. Voor het project zullen de parkeernormen uit de nieuwe parkeernota worden gehanteerd. Omdat in het project Parkweelde II enige overmaat aan parkeren is, zijn 11 (gratis) parkeerplaatsen bestemd voor het bezoekersparkeren van het project Lemaire. FINANCIËN De financiële uitgangspunten voor het project Lemaire zijn te herleiden uit de overeengekomen financiële afspraken op hoofdlijnen 2006 en de aanvulling hierop uit 2007. Uitgaande van deze afspraken verstrekt de gemeente een bijdrage aan de Alliantie Eemvallei voor de inrichtingskosten van € 7.200,- (excl.btw) per nieuwe woning. Daar mee verplicht de Alliantie zich ook tot een herinrichting van het direct aanliggende openbaar gebied. De bijdrage is bedoeld voor projecten waarbij de gemeente en Alliantie overeen zijn gekomen dat de Alliantie in een gebied de woningen en de openbare ruimte vernieuwt. In principe gaat na de oplevering de openbare ruimte weer over naar de gemeente. Daarnaast verstrekt de gemeente een bijdrage voor het gebouwd parkeren bij nieuwe sociale huurwoningen van € 5.000,- (excl.btw) per nieuwe woning. De gemeentelijke bijdragen kunnen uit de beschikbare budgetten worden gefinancierd. VERVOLG Na het vaststellen van de startnotitie wordt gestart met het participatietraject. De volgende groepen zijn, uitgaande van het consultatiemodel, betrokken bij het project: • Bewoners aan de Van Roggeveenstraat. • Overige omwonenden. • Mogelijk toekomstige bewoners. • Ondernemers in de omgeving. Participatievorm: • Inloopmiddag en -avond schetsontwerp: informatief met verzoek om reactie op conceptideeën/plannen. • Oprichting participatiegroep: meespreken en meedoen. Uitwerken Voorlopig Ontwerp. • Presentatie Voorlopig Ontwerp door de participatiegroep en de Alliantie aan de wijk. • Na besluitvorming Definitief Ontwerp: in het kader van de aanvraag bouwvergunning formele inspraakmogelijkheden. BETROKKEN PARTIJEN • De Alliantie Eemvallei. • Gemeente Amersfoort. • Omwonenden en ondernemers. Burgemeester en wethouders van Amersfoort, de secretaris,
de burgemeester,
H. Huitink
A. van Vliet-Kuiper
Bijlagen
-ontwerp-raadsbesluit -Startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (locatie Van Randwijcklaan 10) (nr. 3011301)
Gemeente Amersfoort
RAADSBESLUIT
Reg.nr.
3015415
De raad van de gemeente Amersfoort; op basis van het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 februari 2009, sector SOB/PO (nr.3015415); b e s l u i t:
1. de randvoorwaarden en uitgangspunten zoals beschreven in de startnotitie project en bestemmingsplan Lemaire (locatie Van Randwijcklaan 10) vast te stellen; 2. de Wro-procedure conform model 2 voor het project vast te stellen.
Vastgesteld in de openbare vergadering van … de griffier
de voorzitter
3015415
De Ronde en Het Plein Datum: Aanvang:
dinsdag 21 april 2009 20:30
Presentatie en overdracht aan de gemeente van plannen voor de Groene Huiskamer, Verdistraat, Engweg en Wildemanskruid Proefopstelling nieuwe stemhokjes (binnen) en verkiezingsborden (buiten, achter het gemeentehuis) Presentatie rapport Fietsbalans-2, een benchmark onderoek naar het fietsklimaat in Amersfoort 2000 - 2007
3015415
Presentatie en overdracht aan de gemeente van plannen voor de Groene Huiskamer, Verdistraat, Engweg en Wildemanskruid Sector Welzijn, Sport en Onderwijs (WSO), afdeling Wijkontwikkeling Presentatie en overdracht aan de gemeente van plannen voor de Groene Huiskamer, Verdistraat, Engweg en Wildemanskruid (pdf)
3015415
Proefopstelling nieuwe stemhokjes (binnen) en verkiezingsborden (buiten, achter het gemeentehuis) Sector Dienstverlening Informatie en Advies (DIA), afdeling Burgerzaken Proefopstelling nieuwe stemhokjes (binnen) en verkiezingsborden (buiten, achter het gemeentehuis) (pdf)
3015415
Presentatie rapport Fietsbalans-2, een benchmark onderoek naar het fietsklimaat in Amersfoort 2000 - 2007 Fietsersbond Amersfoort Presentatie rapport Fietsbalans-2, een benchmark onderoek naar het fietsklimaat in Amersfoort 2000 - 2007 (pdf)
Het Plein datum
21 april
van
20.30 uur
tot
21.30 uur
Reg.nr
Indiener voorstel
Sector Welzijn, Sociale Zekerheid en Onderwijs, afdeling Wijkontwikkeling
Titel
Presentatie en overdracht aan de gemeente van de plannen voor de - Groene Huiskamer - Verdistraat - Engweg - Wildemanskruid
Aanleiding
Volgens een nieuwe werkwijze hebben : - jongeren, een ondernemer en wijkbewoners zelf plannen gemaakt voor de Groene Huiskamer met ondermeer jongerenvoorzieningen. - jongeren en wijkbewoners zelf plannen gemaakt voor de jongerenvoorzieningen aan respectievelijk de Verdistraat, Engweg en Wildemanskruid.
Doel
-
De plannenmakers willen de resultaten laten zien aan de gemeenteraad. De plannenmakers willen de plannen formeel overdragen aan wethouder Boeve en wethouder Hekman.
Het Plein datum
21 april 2009
van
20.30 uur
tot
21.30 uur
Reg.nr
Indiener voorstel
Sector Dienstverlening Informatie en Advies (DIA), afdeling Burgerzaken
Titel
Proefopstelling nieuwe stemhokjes (binnen) Proefopstelling verkiezingsborden (buiten, achter het gemeentehuis)
Aanleiding
Nieuwe werkwijze bij de aankomende verkiezingen van de leden van het Europees Parlement. De stemmachine is afgeschaft en er gaat weer gestemd worden met potlood en papier
Doel
Aanwezigen bekendmaken met de nieuwe stemhokjes en de nieuwe aanplakborden voor de verkiezingen
Het Plein datum
21 april 2009
van
20.30 uur
tot
21.30 uur
Reg.nr
Indiener voorstel
Fietsersbond Amersfoort, Pieter de Jong
Titel
Presentatie rapport Fietsbalans-2, een benchmark onderoek naar het fietsklimaat in Amersfoort 2000 - 2007
Aanleiding
Publicatie rapport
Doel
Informeren van gemeenteraadsleden en beleidambtenaren over standpunt Fietsersbond ten aanzien van fietsbeleid. Rapport bevat voldoende materiaal om fietsbeleid zoals vastgelegd in Fietsstimuleringsplan te herijken. In januari heeft raad zulks uitgesproken na een initiatief van Henk van Rooijen.
Reg.nr. 1851305 Format agedering plein