Zeeuwse Milieufederatie
Wantij
Tijdschrift over natuur en milieu in Zeeland
Groenblauwe Deltawerken: een eeuw verder
April 2007, nr. 103, jrg. 25, nr. 1, losse nrs. € 1,15
Wantij
Column
Colofon: Het Wantij is de plaats waar stromingen elkaar ontmoeten. Wantij is een uitgave van de Vereniging Zeeuwse Milieufederatie (ZMF). Het blad verschijnt vier maal per jaar en wordt naar de leden van de ZMF verstuurd. Het lidmaatschap van de ZMF bedraagt € 12,- per jaar. Losse nummers van Wantij kosten € 1,15. Redactie: Elly Geelhoed (secretariaat), Janneke Donkers, Anke van der Geest, Jos van der Heijden, Peter Maas, Jan Moekotte, Gerda Spaander en Willem de Weert (eindredactie). Redactiesecretariaat: Zeeuwse Milieufederatie, Postbus 334, 4460 AS Goes, Ravelijn de Groene Jager 5, 4461 DJ Goes, tel. (0113) 23 00 75, fax (0113) 25 09 55. E-mail:
[email protected]. Afsluiting kopij voor Wantij nr. 104, jrg. 25, nr. 2: 1 juni 2008. Bijdragen kunnen in overleg met het redactiesecretariaat worden ingediend. Auteurs zijn verantwoordelijk voor de inhoud van hun artikel. Plaatsing van een artikel hoeft niet te betekenen dat de vermelde meningen het inzicht van de redactie, het bureau of het bestuur van de ZMF weergeven. Vormgeving/opmaak: Kristiaan Daled BNO, Oostburg. Drukwerk: Zoetewey, Yerseke.
April 2008, nr. 103, jrg.25, nr.1
Typisch Thijs
2
Column
Typisch Thijs Willem de Weert
3 Hooggespannen verwachtingen bij eerste Thijs Kramerlezing Rinus Antonisse
5
Hydroloog Schotting vertrouwt op de techniek
‘We kunnen alles als er maar geld is’ Peter Maas
7
Rijksadviseur voor het landschap Sijmons:
‘Zeeland moet voor zijn landschap kiezen’ Jan Moekotte
10
Historicus Van Schuppen:
‘Luister naar de stem van het water’ Gerda Spaander
13
Ik herinner me van Thijs Kramer vooral zijn Vlaamse, meer nog dan zijn Zeeuwse inborst. Tien jaar lang organiseerde ik op de ZMF-studiedagen ter ontspanning een avondwandeling over de Brabantse Wal. Thijs informeerde dan bezorgd of ik wel een café in de route had opgenomen. En als er Europacupvoetbal was graag een met televisie. We hebben alle mooie cafés op de Brabantse Wal gehad: De Leeuw van Vlaanderen in Zandvliet, Vaders Hoefke in Huijbergen, de Blauwe Pauw in Ossendrecht, Non Plus Ultra in Woensdrecht. Beijing was voor Thijs zijn non plus ultra: ‘tot hier en niet verder’. De klap dreunt nog na. De laatste keer dat ik hem sprak, reed hij als gedeputeerde voor in een auto met chauffeur. Hij zag dat ik wat onder de indruk was. “Gewoon normaal doen, Willem. Dat probeer ik ook.” Typisch Thijs.
De luisteraar spreekt
Van doemdenken naar doendenken Lex Kattenwinkel
15
Waardevol
Aardkundige waarden en Plan Tureluur Anke van der Geest
16
De voorloper
Tot in het oostelijke puntje Peter Maas
17
Handhaving
Rechtshulp gaat geld kosten Jan-Eelco Dijk
18
Berichten
Nieuwe website, nieuwsbrief Janneke Donkers
19
De voetafdruk
Chris Kalden, directeur Staatsbosbeheer Gerda Spaander
20
Advertentie/Ledenvergadering ZMF
Voorpagina: Illustratie uit Plan Tureluur (Paul Maas, Eric van Rootselaar) en Typisch Thijs (Eric van Rootselaar), bewerkt door door $v€vo.
Willem de Weert
Foto: Peter Verdurmen, 2001.
Groenblauwe Deltawerken: een eeuw verder Op vrijdag 22 februari j.l. vond in de Middelburgse Koorkerk de eerste Thijs Kramerlezing plaats. Het onderwerp was: Groenblauwe Deltawerken, een eeuw verder. Wantij doet verslag.
Thijs Kramer Thijs Kramer (1955, Zuidzande) was een kwart eeuw actief als belangenbehartiger voor de natuurbescherming. Hij werkte bij de ZMF vanaf de oprichting in 1985 tot zijn overstap naar Staatsbosbeheer in 2001. In 2003 werd hij voor de PvdA dagelijks provinciebestuurder. Tijdens een vakantie in Peking kwam hij in augustus 2006 bij een ongeval om het leven. Thijs was een man met inspirerende visies en spraakmakende ideeën voor een beter, groen-blauwer Zeeland. Zo is Thijs geestelijk vader van het plan Tureluur te noemen (natuurontwikkeling langs de Oosterschelde), nam initiatieven voor gezondmaking van de deltawateren en gaf een aanzet voor een antwoord op de gevolgen van de klimaatverandering in Zeeland.
De sprekers op de lezing. Vlnr. Steven Van
Hooggespannen verwachtingen bij eerste Thijs Kramerlezing
Schuppen, Dirk Sijmons en Ruud Schotting. Foto: Jaap Wolterbeek
Rinus Antonisse De verwachtingen zijn hooggespannen. De eerste Thijs Kramerlezing moet de toon voor de volgende zetten. Het onderwerp is er naar: Groenblauwe Deltawerken: een eeuw verder. Daar vallen wel enkele inspirerende visies op los te laten.
Bedenk maar wat er afgelopen eeuw is voorgevallen. Honderd jaar geleden is de delta nog echt een eilandenrijk. Het is vooral de Februariramp van 1953 die voor ingrijpende veranderingen in de delta zorgt. Meer nog de daarop volgende Deltawerken. Ze zorgen voor de grootste ingreep in duizend jaar. Aanzienlijke kustverkorting, het ontstaan van nieuwe
b
meren. Na de komst van de Westerscheldetunnel in 2003 verdwijnen, op een fietsvoetveer na, de laatste veerdiensten.
Visionair De Thijs Kramerlezing komt op een moment dat nieuwe aanpassingen voor de deur staan. In de eerste plaats om de nadelige gevolgen van de Deltawerken aan te pakken. In de tweede plaats om 3 WANTIJ April ‘08
tijdig een antwoord te geven op de klimaatverandering en vooral de daardoor sneller stijgende zeespiegel. In de derde plaats is de vraag aan de orde of de delta meer moet inzetten op een groenblauwe toekomst, of het ‘rode’ spoor van meer verstedelijking en haven- en industriële activiteiten moet volgen. Vandaar de hooggespannen verwachtingen. De goed gevulde Koorkerk van de protestantse gemeente Middelburg gonst. Commissaris van de koningin Karla Peijs gewaagt van een bijzonder moment, met een droevige aanleiding: het verongelukken van Thijs Kramer in augustus 2006. Ze roept hem in herinnering als het boegbeeld van de Zeeuwse natuurbescherming, een visionair provinciaal bestuurder en een uiterst plezierig mens. Iemand die tegenstellingen wist om te buigen in gezamenlijke belangen.
Ondenkbare denkbaar Chris Kalden, directeur van Staatsbosbeheer en voorzitter van het comité van aanbeveling, toont zich verheugd over het initiatief van het provinciaal bestuur om de tweejaarlijkse lezing te ondersteunen. “Het is niet alleen een waardering voor de mens, maar ook voor de bestuursstijl van Thijs Kramer, ’’ tekent hij aan. Kalden rekent op ‘inspirerende gedachten en ideeën van sprekers van formaat’ en hij heeft het over ‘utopieën die energie geven om het ondenkbare denkbaar te maken.’’ Zijn woorden voeden de hooggespannen verwachtingen. Zij zijn misschien wel té hoog. Misschien dat zich daarom enkele uren later een licht gevoel van teleurstelling manifesteert. Drie interessante toespraken – daar niet van. Maar om daar opmerkelijke visies uit te peuren, dat valt niet mee. De inleiders geven eigenlijk
Rinus Antonisse (rechts) interviewt Dirk
meer een stand van zaken. Ze stippen de toekomst wel aan, echter de splinternieuwe verbindingen ontbreken. Geen verrassende ideetjes zoals Thijs Kramer die graag mocht ontvouwen.
Oplossingen Ruud Schotting, hydroloog en hoogleraar kwantitatief watermanagement aan de Roosevelt Academy zegt volmondig ‘ja’ op de vraag of de techniek oplossingen voor de Delta van de toekomst biedt. Zijn credo: we kunnen alles aan, niet de techniek is een probleem, eerder het beschikbaar komen van voldoende geld. Zijn college is enthousiasmerend; de ontwikkelingen en bedreigingen zet hij helder op een rij. De aanbevelingen van Schotting zijn de geijkte. Ze doen het hart niet sneller kloppen: energiebesparing en inzetten op niet-fossiele energiebronnen, aanpassen van het waterbeheer, meer aandacht voor overstromingsrisico’s, het klimaatbestendig maken van ecosystemen. “Voorkomen dat we zó met de rug tegen de muur
Sijmons, een van de sprekers op de lezing. Foto: Jaap Wolterbeek.
staan, dat we naar middelen moeten grijpen die we niet willen,” luidt hij uit. Tsja, waar hebben we dat eerder gehoord?
Groenblauwe toekomst De rijksadviseur voor het landschap Dirk Sijmons begint veelbelovend. Hij zet de Nederlandse delta internationaal neer, als zijnde één van de 40 grootste delta’s in de wereld. Alle met vergelijkbare voor- en nadelen: de beste landbouwgrond, de belangrijkste wetlands, doorgaande verstedelijking en kwetsbaar voor de gevolgen van de klimaatverandering. Sijmons stelt vast dat in onze delta de grens van landwinning is bereikt. Hooguit zijn er aan de kust nog wat mogelijkheden. Hij pleit voor vergroting van de kustveiligheid door de natuur zoveel mogelijk in te schakelen. De kern van zijn betoog richt zich op de noodzaak om de delta groenblauw te houden. Kiezen voor een groenblauwe toekomst – dat is voor Sijmons zo klaar als een klontje. Over de route die daarvoor gevolgd moet worden is hij minder uitgesproken. Andere vormen van landbouw en het landschap als toeristische troef. Tsja, waar hebben we dat eerder gehoord? Stem van het water De nadrukkelijk als geboren Zeeuw aangekondigde historicus en publicist Steven van Schuppen gaat in op de verhouding tussen mens en water. Is de mens doof geworden voor de stem van het water? Hij vindt van wel en beveelt aan beter te luisteren naar die stem. Om zo op een slimme en behendige manier met de dynamiek van het water om te gaan. Tsja, waar hebben we dat eerder gehoord? De eerste Thijs Kramerlezing. Interessant? Ja. Inspirerend? Matig. Vernieuwend? Niet echt. Utopisch? Nee. De creativiteit die onverwachte werelden met elkaar verbindt – typisch Thijs – ontbrak. Alle begin is moeilijk. Over twee jaar is er een nieuwe kans ● Op de site www.dethijskramerlezing.nl staat nog meer informatie over de lezingen. Er staan sfeerimpressies op, een blik in het gastenboek, vermelding van de initiatiefnemers en de mogelijkheid tot contact. Je kunt er documenten over de lezingen downloaden.
Rinus Antonisse is journalist en verslaggever bij de Provinciale Zeeuwse Courant. Hij schreef deze beschouwing op persoonlijke titel.
4 WANTIJ April ‘08
Hydroloog Schotting vertrouwt op de techniek
‘We kunnen alles als er maar geld is’ Peter Maas
Ruud Schotting was de eerste spreker op de Thijs Kramer lezing. Hij zette in de Koorkerk een microfoontje op zijn hoofd en begon meteen enthousiast heen en weer te lopen. Dingen aanwijzen op het scherm, eventjes maar, want hij wilde meteen weer contact met het publiek. Het voelde aan alsof we in de collegezalen zaten. De statige kerk accentueerde dat: de hoogte, het invallende licht, de preekstoel met indrukwekkend gewelf en de stem die lang-
Schotting verwelkomde ons in zijn boeiende wereld van de techniek. “Honderd jaar terug dachten we eigenlijk alles al te weten. Maar toen kwamen de kwantummechanica en de relativiteitstheorie. Ineens was niets meer zeker en ontstonden er nieuwe denkbeelden. Er werden plannen gesmeed om de Afsluitdijk aan te leggen. Nog nooit was er in Nederland op zo’n grote schaal ingegrepen in het landschap. Tussen de Waddenzee en het IJsselmeer ontstond een harde grens. Het zoete en zoute water werden voorgoed gescheiden. Deze methode zou ook in ons Deltagebied op grote schaal navolging vinden. De natuur leek dan uiteindelijk toch overwonnen te zijn. De waterwolf verbannen! Toch gebeurden er de laatste honderd jaar allerlei onvoorstelbare en schokkende dingen.”
Foto: Jaap Wolterbeek
zaam wegstierf in de echo.
s
Geschiedenis Schotting haalt enkele voorbeelden aan: de Tweede Wereldoorlog (1940-1945), de Ramp (1953), Tsjernobyl (1986) en recent de orkaan Katrina (2005) die New Orleans verwoestte. Maar tegelijkertijd werden er ook technisch wonderen verricht waarop we nog altijd met ontzag terugkijken. Zo liepen er dertig tot veertig jaar geleden werkelijk mensen op de maan.
Ruud Schotting Ruud Schotting is hydroloog en hoogleraar kwantitatief watermanagement aan de Roosevelt Academy in Middelburg. Zelf is hij een enthousiaste Rotterdammer, maar zijn grootouders waren Zeeuwen. Zijn opa en oma vormen voor hem een ideaal begin voor een reis door de tijd. Van honderd jaar terug tot honderd jaar vooruit. Leidraad: ‘De technische mogelijkheden zijn onbegrensd’.
Vertrouwen in de techniek Het Deltagebied, waartoe eigenlijk zowat heel Nederland behoort, is een zeer gestructureerd landschap en erg plat. Zelf woont Schotting op een van de laagst gelegen plaatsen van Nederland, zo’n 7 meter onder NAP. Zorgen maakt hij zich allerminst. Soms gaat het wel eens mis, natuurlijk, de geschiedenisboeken staan er vol van. Maar de techniek kan wonderen doen. Wat niét kon, bleek toch wel te kunnen. Hij geeft de Oosterscheldekering als schoolvoorbeeld. Wat daar voor nodig was! Maar de kering ligt er en hij werkt. Het maakt dat Schotting een nagenoeg onbegrensd vertrouwen heeft in de techniek. Althans, zolang je maar niet in Bangladesh woont, oók een deltagebied. 5 WANTIJ April ‘08
Alle problemen die daar spelen zijn, volgens hem, technisch gezien onmiddellijk op te lossen. Maar daar is er geen geld voor.
Bodemverontreiniging Toch waarschuwt Schotting, zonder dat je daarbij meteen een gevoel krijgt van: ‘O jee, daar gaan we weer’. We wonen op de contactzone tussen zout en zoet water, maar het zoute water is fors in de meerderheid. En met dat zoete water springen we niet altijd zo verstandig om. Er zijn in Nederland bijvoorbeeld zo’n 600.000 verdachte locaties met bodemverontreiniging. Lekkerkerk schudde wat dat betreft flink aan de boom. Moedeloosheid is volgens Schotting niet op zijn plaats. Voor
De Oosterscheldekering is het voorbeeld van
zover hem bekend is er nog nooit iemand aan de gevolgen van verontreinigde grond overleden.
Zeespiegel Schotting veroorlooft het zich om even verder terug te kijken in de tijd. Kleine grafiekjes en enkele cijfers maken veel duidelijk. De zeespiegel is de afgelopen honderd jaar met 20 centimeter gestegen. Is dat zo zorgelijk? Nee. Als we dat extrapoleren naar de volgende honderd jaar dan hebben we alle tijd om ons aan te passen. Verder terug, 24.000 jaar geleden om precies te zijn, lag de zeespiegel zo’n 140 meter lager dan het huidige peil. En daar hadden wij als mens helemaal niets mee te maken! De oorzaken daarvoor waren gelegen in geologische processen. Vanuit het perspectief van de geoloog is klimaatverandering heel gewoon. Broeikaseffect En het broeikaseffect dan? Opnieuw relativeert Schotting. Zonder broeikaseffect zou het hier op aarde gemiddeld 18 graden onder nul zijn. Wat tot nadenken stemt is dat de hoeveelheid CO2 in de atmosfeer in een eeuw tijd exponentieel is toegenomen en dat de ijskap op de
Moedig voorwaarts. Want Zeeland ligt in de frontlinie. Noordpool de laatste decennia significant is afgenomen. Hij somt de bekende manieren op om tot een reductie van CO2 te komen: energiebesparing en overschakelen op alternatieve energie. Daarnaast moeten we werken aan het klimaatbestendig maken van Nederland: in het waterbeheer, in de ecosystemen en in de landbouw. Ons landschap zal veranderen. De dijken gaan verder omhoog, er verschijnen meer en grotere windmolens en wie weet meer bollen van kerncentrales. Al maakt hij met een gebaar van afgrijzen duidelijk daar absoluut niet op te willen inzetten.
Voorwaarts Schotting besluit zijn voordracht met een citaat van Gerard Reve: “Moedig voorwaarts”. Want Zeeland ligt in de frontlinie. Als grote kans ziet hij de techniek van warmte/koude opslag. Het is een sys6 WANTIJ April ‘08
onbegrensd vertrouwen in de techniek. Foto: Jaap Wolterbeek.
teem van energiebeheer dat economisch zéér rendabel is. Nederland en Zeeland zijn nog één grote witte vlek. “En het is zo’n mooi systeem,” zegt Schotting. “Als het eenmaal aangelegd is, zie je er niets meer van. Dat is toch wel wat prettiger dan die reusachtige moderne windmolens.”
Schotting is optimistisch over de toekomst. Hij is er van overtuigd dat onze samenleving in staat is om zich al lerende aan te passen. “We worden geconfronteerd met energie-, water- en klimaatproblemen. We moeten voorkomen dat we met de rug tegen de muur komen te staan, dat we naar middelen moeten grijpen die we niet willen. We kunnen alles aan. De techniek is geen probleem, hoogstens gebrek aan geld” ●
Peter Maas is lid van de Wantijredactie.
Rijksadviseur voor het landschap Sijmons:
‘Zeeland moet voor zijn landschap kiezen’ Jan Moekotte
Nog voor zijn afstuderen komt Sijmons voor wat hij “mijn eerste grote klus” noemt, wekelijks met de trein naar Middelburg. In die tijd, van 1978 tot 1980, gaat hij het traject Bergen op Zoom - Middelburg waarderen. Hij noemt het, als we met een glas Trappist napraten over zijn lezing, een van de mooiste treinreizen die je in Nederland kunt maken: “Als je daar met een bocht de Brabantse Wal
...dan overvalt je een oceanisch gevoel.”
Foto: Jaap Wolterbeek
afkomt en dan de Zeeuwse Delta voor je ziet liggen, tja
In Middelburg schoof Sijmons aan bij de grote mannen van Rijkswaterstaat en dacht mee over een doorlaatbare Oosterscheldekering. “Dat vond ik ongelooflijk inspirerend. Dat Henk Saeijs destijds tot hoofd van de Deltadienst Rijkswaterstaat benoemd werd, was van groot belang. Want hij was ecoloog. Dankzij Saeijs gingen niet alleen maar techneuten, maar ook biologen, landschapsarchitecten, kortom mensen met oog voor milieubelangen, meedenken over de gevolgen van de Deltawerken. Rondom die Oosterscheldekering werd werkelijk pionierswerk verricht. Dat wordt tot op de dag van vandaag onvoldoende onderkend.” Sijmons vindt dat de geschiedenis van de Oosterscheldekering nog eens vastgelegd moet worden. Daar sluit Sijmons aan bij wat Kees Slager voor ogen staat met het project ‘oral history’. “Snel die pioniers interviewen, voordat het te laat is.”
Bron: NRC
Antalya Tijdens zijn lezing met originele en humoristische lichtbeelden laat Sijmons een plaatje van Amsterdamse grachtenpanden zien met een zwembad voor de deur. “Daar heb ik als Amsterdamse jongen nou altijd van gedroomd: zwemmen in de gracht voor de deur. In Amsterdam kan dat niet. In Turkije wel. Voor de prijs van een paar strippenkaarten vlieg je tegenwoordig naar Antalya. Daar zijn de
Amsterdamse grachtenpanden, die u hier ziet, nagebouwd aan de rand van een zwembad.” Sijmons houdt zijn publiek voor dat de Zeeuwse stranden niet (meer) kunnen concurreren met bijvoorbeeld de Turkse attracties. “Waarom zouden de 50 miljoen mensen die in de Rijn- Schelde Delta
i
Dirk Sijmons Dirk Sijmons is sinds 2004 Rijksadviseur voor het landschap. Op de dag van zijn benoeming tekende Kamagurka op de voorpagina van NRC bijgaande cartoon. Sijmons studeerde bouwkunde in Delft. Hij was planoloog bij de ministeries van CRM en Landbouw en Visserij en vanaf 1982 landschapsarchitect bij Staatsbosbeheer. In 1990 begon hij een eigen bureau (H+N+S Landschapsarchitecten). Dat bureau maakte op verzoek van de ZMF en Het Zeeuws Landschap ‘De landschapsvisie Zeeland’. In opdracht van de provincie Zeeland bracht zijn bureau in 2003 een indrukwekkende (letterlijk en figuurlijk, het boek weegt ruim 1 kilo) verkenning uit over de herwaardering van de Staats-Spaanse linies in ZeeuwsVlaanderen.
7 WANTIJ April ‘08
wonen, nog naar het strand in Zeeland komen? Zeeland zal meer moeten bieden dan enkel zee en strand.”
Staats-Spaanse linies Dan roemt hij de Staats-Spaanse linies in Zeeuws-Vlaanderen. “Er zijn wel meer frontlinies in Nederland, maar veel van
Sporen van de Staats-Spaanse Linie bij
De Staats-Spaanse linies De Tachtigjarige Oorlog begon in 1568 met een gewapende strijd van de Nederlandse gewesten, onder leiding van Willem van Oranje, tegen de Spaanse Landheer. De strijd eindigde in 1648 met de Vrede van Munster, waarbij de grenzen van de Republiek der Verenigde Nederlanden werden vastgelegd. Tijdens de Opstand werd Zeeuws-Vlaanderen steeds meer een buffer tussen de kern van de Republiek (Zeeland en Holland) en de gebieden in handen van de Spanjaarden. Er werden in Zeeuws-Vlaanderen meer dan 100 vestingwerken aangelegd in de vorm van forten, schansen en redoutes, zowel door de Staatsen als de Spanjaarden. De forten werden gebouwd op strategische punten van waaruit men de waterwegen en kreken kon beheersen. Daarom werden er ook in de toenmalige buitendijkse gebieden forten aangelegd. Een inventarisatie van de nog aanwezige vestingwerken en linies wijst uit dat op dit moment de vestingstadjes het meest duidelijk te herkennen zijn als voormalige militaire bouwwerken. Van de elf vestingsteden in Zeeuws-Vlaanderen zijn er zeven nog goed als zodanig herkenbaar. Van het grote aantal forten, schansen en redoutes is ongeveer de helft verdwenen. Een 25- tal forten en schansen is in geringe mate herkenbaar en ongeveer 15 forten en schansen zijn nog redelijk tot goed als voormalig militair object te herkennen. Bron: H+N+ S Landschapsarchitecten. Zie ook: www.staatsspaanselinies.nl
die verdedigingswerken zijn papieren concepten gebleven. Het bijzondere van deze linie is dat er jarenlang hevig gevochten is. Niet dat ik nou zo’n ijzervreter ben. Integendeel, ik heb geen primair gevoel bij het leger en werd voor het vervullen van de dienstplicht afgekeurd. Maar Zeeland kan die historische linie veel meer dan nu het geval is, weer in
de Pyramide.
Foto: Peter Maas.
beeld brengen en als attractie inzetten. Dat is ook helemaal in de geest van het rijksbeleid met de nota Belvedere en de Nationale Landschappen.“
marketingtool oppert, steelt ongetwijfeld het hart van de hoeders van het landschap, maar is verder nauwelijks serieus te nemen." Ook Aad de Klerk, Zeeuws consulent historie en landschap, kan zich (in de PZC) niet voorstellen dat je met de oude frontlijn grote aantallen toeristen trekt. “Ze zijn wel een troef, maar niet in toeristisch opzicht. Het is meer iets voor de fijnproevers.” De reactie van Sijmons op deze kritiek: “Het gaat vooral om het toevoegen van meerwaarde voor een publiek dat niet alleen interesse heeft in zon, zee en strand. Mijn boodschap is dat Zeeland dringend zijn toeristisch product moet vernieuwen. De linie in ZeeuwsVlaanderen is een van de mogelijke om dat te doen. Het een sluit het ander niet uit.“
Commentaar Een dag na de lezing levert de PZC zuinig redactioneel commentaar: “Wie met droge ogen de Staats- Spaanse linies als
Kool en geit Sijmons toonde ook een weerkaartje met daarop Zeeland als lagedrukgebied, omringd door de hogedrukgebieden
8 WANTIJ April ‘08
Randstad/Rotterdam/Ruhrgebied/Antwerp en/Brussel. “Zeeland weet zich omringd door zo’n 50 miljoen mensen die gevoed moeten worden, die ook allemaal dicht bij huis behoefte hebben aan rust en ruimte. Zeeland heeft die rust en die ruimte nog. Nog wel... .” Het tweesporenbeleid, gericht op het combineren van zowel industriële bedrijvigheid en toerisme is in zijn ogen een foute keuze. Sijmons hekelt het sparen van de kool en de geit, het win-win jargon van het Zeeuwse provinciaal bestuur.
Groenblauwe wensdroom De doorgaans zo gematigde PZC reageert de dag erna opvallend scherp: “Dirk Sijmons bleef gisteren in de Middelburgse Koorkerk zweven in de bekende groenblauwe wensdroom. Nee tegen bedrijventerreinen, nee tegen tuinbouw, nee tegen containers, ja tegen wonen en ja tegen recreatie. Dat weten we nu wel. De veronderstelling dat Zeeland nog iets te kiezen heeft, klopt niet. Want sinds de ontwikkeling van het Sloegebied en de Kanaalzone is het tweesporenbeleid een feit. Die aanpak kan niet worden terugge-
draaid, hoogstens verfijnd.” Ook op dat commentaar vroegen we Sijmons een reactie : “Juist omdat de industriële bedrijvigheid zich heeft geconcentreerd in Sloegebied en Kanaalzone, heeft Zeeland nog wat te kiezen. Als de snelweg door Zeeland geleidelijk wordt ontwikkeld als aantrekker voor bedrijventerreinen, dan heb je inderdaad niets meer te kiezen en is de ontwikkeling onomkeerbaar geworden. Zeeland heeft nu nog de kans om zijn karakteristieke landschap op een sympathiekere wijze te gelde te maken. “
Beste landbouwgrond Sijmons pleit, omdat de miljoenen mensen om Zeeland heen ook gevoed moeten worden, voor een herwaardering van de Zeeuwse landbouwgrond. Napratend in de zaal, hoor ik Tamineau, stedebouwkundige, herinneringen ophalen aan de
bijdrage van Herman Wijffels aan het Zeelanddebat, dat door de provincie in 2001 georganiseerd werd. Tamineau: “Wijffels bracht toen in dat Zeeland toch vooral geen goede landbouwgrond moest opofferen aan industrie of recreatie. De rijke Zeeuwse grond is volgens Wijffels de best denkbare landbouwgrond en te goed om op te kamperen. Nu komt de Rijksadviseur voor het landschap daar ook mee. Wijffels had toch iets visionairs.”
Na zijn lezing schiet Sijmons een ambtenaar van de provincie aan: “Bouke, nog even dit over de Staats-Spaanse linie. Daar dreigt nu iedereen op eigen houtje wat mee te willen. De ene gemeente dit, de VVV dat en een middenstandsvereniging weer wat anders. Dat moet je zien te voorkomen. Zorg dat je als provincie de touwtjes in handen houdt” ●
‘Zeeland moet zijn landschap als attractie inzetten. Dat is helemaal in de geest van het rijksbeleid met de Nota Belvedere en de Nationale Landschappen.’ Foto: Jaap Wolterbeek.
Nieuwe kansen voor Zeeuwse akkerbouw Herman Wijffels, ex- SER lid, nu Wereldbank, zoon van een ZeeuwsVlaamse akkerbouwer: “Ik bespeur nieuwe kansen voor de akkerbouw. In de toekomst zal het dieet minder dierlijk en meer plantaardig worden. Daarnaast voorzie ik dat de energie die we nodig hebben, steeds minder uit fossiele brandstoffen en steeds meer uit fotosynthese en biomassa gaat komen. Dat vraagt om hoogwaardige producten van de landbouw. De toekomst van de agrarische sector wordt dus plantaardig. Tegen de achtergrond van die ontwikkeling wordt vruchtbare grond dan weer een groot goed. In Zeeland liggen de meest productieve akkerbouwgronden van de wereld. Er is dus totaal geen reden om meewarig naar die akkerbouw te kijken. Het is wel duidelijk dat de landbouw hoe dan ook duurzaam moet worden. Dat lukt het beste op vruchtbare grond. Ook de biologische landbouw, de interactie tussen plant, bodem en mens, is high-tech. Daar moet je dus niet aan beginnen op arme zandgronden zoals die in Noord-Brabant voorkomen, maar op rijke Zeeuwse klei met een hoge productiewaarde.” Bron: www.duurzaamzeeland.nl/forum
Jan Moekotte is redacteur van Wantij.
9 WANTIJ April ‘08
Historicus Van Schuppen:
‘Luister naar de stem van het water’ Gerda Spaander
Als historicus, publicist en geboren Zeeuw, presenteerde Steven van Schuppen zíjn verhaal over de 'Groenblauwe Deltawerken: een eeuw verder' op de Thijs Kramerlezing, 2008. Hij deed dat in de rol van coreferent, waarbij hij vooral de levenshouding beschouwt die invloed heeft op
“De Zeeuwse samenleving beleeft op het gebied van natuur en landschap een onstuimige periode. Veel natuur is en wordt gecreëerd, hectaren grond gaan verloren voor de landbouw. Het Natuurbeleidsplan was volgens Thijs Kramer in Zeeland succesvol ingevuld. Nu beleven we de natuurcompensatie als gevolg van de verdiepingen van de Westerschelde. Het speelveld komt nu ook buitendijks. “Het is zo langzamerhand genoeg geweest”, zo wordt er steeds luider gemord door de 'tegenpartij' , de direct belanghebbenden. Is dat te negeren? Hoe gaan we met de natuur om en hoe vinden we een dialoog?”
Foto: Jaap Wolterbeek
de ontwikkeling van het landschap.
d
Ratio In zijn betoog gaat Steven van Schuppen in op onze houding ten aanzien van de natuur. Dat doet hij met gebruikmaking van de klassieken, waarbij Apollo en Dionysus centraal staan. “De eerste vertegenwoordigt de ratio en de andere de schoonheid en het genot. De ratio is decennia lang de motor geweest achter het bedwingen van de natuur. De triomfen die de waterstaatstechniek in vorige eeuwen behaalde, maakte Nederland overmoedig. Een reactie hierop was de natuurbeweging, maar die kon de gevolgen van de technische vooruitgang nauwelijks tegenhouden. De Club van Rome brengt hierin verandering, want vanaf dan wordt er gesteld dat we niet alleen de natuur maar ook onze eigen bestaansgrond bedreigen als we zo doorgaan. Dit beroep op de leefwijze van mensen vindt maar ten dele gehoor, en daardoor raakt de milieubeweging in een isolement.” Van Schuppen spreekt van 'verzuurd moralisme'.
Steven van Schuppen Steven van Schuppen is geboren, maar niet getogen in Noord-Beveland. Hij is historicus en werkt als onderzoeker en publicist op het gebied van landschap, ruimtelijke ordening, mentaliteit en geschiedenis. De aanleiding hem uit te nodigen is zijn boek ‘Onland en geestgrond’ met als ondertitel: het mentale landschap in de ruimtelijke orde van de lage landen. Met name het hoofdstuk ‘Wassend water, slinkend volk’ heeft veel raakvlakken met het thema van de Thijs Kramerlezing.
Verleiden “Na verloop van tijd komt Dionysus weer om de hoek kijken. De milieubeweging wil niet meer impopulair zijn en neemt al dan niet uit strategische overwegingen een andere houding aan. Het nieuwe motto is dat je mensen niet moet dwingen of verbieden, maar moet proberen te verleiden. Het schoonheidsideaal van de natuurromantiek speelt dan geen rol meer.” Maar Van Schuppen is daar niet tevreden over. “Het leven is niet alleen maar leuk, en als je wilt overleven moet je toch rekening houden met de onberekenbaarheid van zowel natuur als mens.” Daarvoor is volgens hem een sociaal -economische kosten-batenanalyse niet genoeg. “Ook het beroep dat Al Gore op de wereld doet, leidt nog niet tot een fundamentele omslag. Minder energie gebruiken is niet genoeg, je zult ook moeten inspelen op veranderingen die er waarschijnlijk toch gaan komen.” Zivilcourage Van Schuppen pleit voor ‘Zivilcourage’, een levenshouding waarin ruimte is voor het offer, voor het vieren van de terug10 WANTIJ April ‘08
Fort Ellewoutsdijk. Foto: Jaap Wolterbeek.
tocht, bijvoorbeeld tegenover de macht van het water. Hij noemt dat geen capitulatie maar juist heldhaftigheid. Ook Thijs Kramer heeft zich ooit in soortgelijke bewoordingen uitgelaten over ontpoldering. “Nu zijn we in een stadium waarin de natuur meer ruimte mag krijgen. Niet alleen omdat we er meer en intenser van willen genieten, het gaat ook om respect voor het wezen van de natuur. Er is debat over het vermeende succes van de techniek die werd toegepast bij de Deltawerken. We realiseren ons de oerkracht van het water. De tijd is voorbij dat bedreigingen en calamiteiten, als straf van God gezien worden. Er liggen veel mogelijkheden voor verandering, want we kunnen technisch veel (alles?) aan. Dan gaat het om energieproductie, zoutwaterculturen, recreatie en toerisme. Bij dat alles laten we de natuur zijn werk doen.” In tegen-
De houding van de mens tegenover de natuur: Apollo of Dionysus? Foto: Jaap Wolterbeek.
Proeftuin Comcoast Voorbeelden van door Van Schuppen genoemde proeftuinen zijn te zien bij het onlangs afgesloten project ComCoast (COMbined functions in COASTal defence zones). In dit Europese project zijn innovatieve oplossingen gezocht voor de kustverdediging. Daarbij wordt het verhogen van de dijken verlaten, en meer gedacht aan een geleidelijke overgang van zee naar land in veel bredere waterkeringszones. In Zeeland zijn twee projecten uitgevoerd in het kader van ComCoast. Bij Ellewoutsdijk wordt niet meer al het heil gezocht in de buitenste van de twee dijken rondom het fort. En ook in het plan voor Perkpolder zitten twee dijken met daartussen recreatiewoningen op palen of terpen, zilte recreatienatuur en extensieve of zilte landbouw. Zie ook: www.comcoast.org
stelling tot Schotting waarschuwt Van Schuppen tegen ongegronde onbezorgdheid en het hedendaagse geloof in kansen in plaats van bedreigingen.
Proeftuinen Hoe krijgt het begrip Zivilcourage vorm op Zeeuwse bodem? Van Schuppen brengt het idee van vele proeftuinen naar voren. Letterlijke proeftuinen, waarbij ongewone oplossingen voor kustverdediging worden uitgeprobeerd. Waarmee de koudwatervrees voor het nieuwe en onberekenbare wordt weggehaald. Goede voorbeelden ziet Van Schuppen bij ComCoast (zie kader).”Voor dergelijke proeftuinen is ruimte nodig. Daar ligt een taak voor de overheid.” Die kan een grondwisselbank 11 WANTIJ April ‘08
opzetten en daarmee grond vrijmaken voor de experimenten waar Van Schuppen op doelt. Die ruimte kan er volgens hem komen als de overheid ophoudt zich blind te staren op groei en het materiële vooruitgangsdenken stagneert.
Overcapaciteit Van Schuppen ziet kansen omdat hij de ruimteclaim door bevolkingsaanwas toch ziet verdwijnen. “Maar dan moet de politiek daar wel op durven anticiperen. Als we voorlopig toch flink door blijven bouwen, dreigt er kapitaalsvernietiging door de latere overcapaciteit van gebouwen en infrastructuur. Landschappen die zijn opgeofferd aan bebouwing krijg je niet meer terug.”
Ontpolderen als het vieren van de terugtocht tegenover de macht van het water. Foto: Jaap Wolterbeek.
Getijdenlandschap uitbreiden Van Schuppen, die ook een fervent wandelaar is, geeft na de lezing aan dat hij het getijdenlandschap hogelijk waardeert. “Als ik van de Zandkreekdam via Kats langs de Oosterschelde loop, geeft het getij mij een beleving die ik nergens anders heb, al was het zonder de stormvloedkering nog intenser geweest. Door het fijnmazig patroon van de kreken daar is het voor mij spannender dan de Wadden, en door het getij veel aantrekkelijker dan de Grevelingen en het Haringvliet. Dat moet natuurlijk zo blijven, en liefst worden uitgebreid.”
Krimpende of groeiende bevolking? Van Schuppen en Sijmons houden er op het punt van bevolkingsgroei een verschillende mening op na. Volgens Van Schuppen zal een combinatie van een dalend geboortecijfer en een dalend aantal immigranten (door hogere hekken om Nederland en Europa, én door de aantrekkingskracht van steden in de eigen omge-
ving) leiden tot een krimpende bevolking. Sijmons ziet echter wereldwijd een trek naar deltagebieden, omdat daar de gunstigste voorwaarden bestaan, bijvoorbeeld door de vruchtbare landbouwgrond.
Voorland oostelijk ZeeuwsVlaanderen In zijn lezing liet van Schuppen niet zien hoe Zeeland er over 100 jaar uit zou kunnen zien. Dat hij daar wel uitgebreid over nadenkt, laat het hoofdstuk ‘Wassend water, slinkend volk‘ uit zijn boek zien. Hij neemt als voorbeeld oostelijk ZeeuwsVlaanderen, waar in zijn scenario de Scheldedijk een stuk wordt teruggelegd. Mensen die in het ontpolderde ‘Voorland’ wonen, krijgen een financiële compensatie, die mogelijk is door de lagere kosten van wateronderhoud. Ze gaan zich toeleggen op zilte teelten. In 2100 is dit gebied een getijdenlandschap geworden, waar mensen wonen in paal- en drijf- en andere
aan het water aangepaste woningen. De energie wordt geleverd door de natuurlijke dynamiek van eb en vloed, zout en zoet. Echt iets voor mensen met ‘Zivilcourage’. Op www.dubbelkrimp.nl is meer informatie te vinden over deze toekomstvisie.
De politiek op regionaal niveau is in dit proces een grote speler. Van Schuppen ziet de rol van de centrale overheid verminderen. “Dat gebeurt ook in de landen om ons heen. Zeeland gooit hoge ogen bij die decentralisatie, als strategisch gelegen gebied tussen Holland, Brabant en Vlaanderen. Zeeland is nu nog een groenblauwe long. Er doen zich kansen voor om de verbondenheid tussen bewoners en bestuur nieuwe inhoud te geven” ●
Gerda Spaander is lid van de Wantijredactie.
12 WANTIJ April ‘08
De luisteraar spreekt
Van doemdenken naar doendenken Lex Kattenwinkel Wantij vroeg vers van de pers luisteraars naar de Thijs Kramerlezing naar hun reactie. Voldeed de lezing aan hun verwachting? Deed men inspiratie op?
Erwin Verhage, Zierikzee: “De lezingen hebben me wat extra kijk gegeven op de processen hoe om te gaan met de Deltawerken in de 21e eeuw. Vooral de tweede spreker, Sijmons, heeft indruk op mij gemaakt. Hij gaf met allerlei voorbeelden aan welke kant het op kan gaan. Volgens mij heeft verbetering van de waterkwaliteit de hoogste prioriteit. Het tegengaan van verzilting en een oplossing vinden voor de blauwalgproblematiek, daar gaat het in de eerste plaats om. In de Oosterschelde, Krammer/Volkerak en Grevelingen zijn deze problemen zo urgent dat beslissingen geen uitstel verdragen. Problemen met waterkwantiteit zijn veel minder urgent. Dat kunnen we wel aan. Ik weet ook niet of de zeespiegelstijging nu wel zo’n groot probleem wordt. Door de klimaatverandering zullen er wel hogere pieken komen, waartegen bescherming nodig is. Je kunt dat doen door het creëren van schorren en slikken vóór de harde zeewering. En misschien moeten we overstromingsgebieden aanleggen achter de zeeweringen, net als langs de grote rivieren. We moeten niet alleen maar denken in harde elementen. Dat werkt niet, want water is toch sterk.”
de zee ons geeft. We kunnen de Voordelta vergroten door zeestromingen en daarmee het zandtransport beïnvloeden. Met één dam op de juiste plaats kun je al heel veel doen om het zand op de juiste plaats te krijgen. We kunnen ook de vorming van slikken en schorren stimuleren. Daarnaast moeten we Zeeland als groen gebied op de kaart zetten. En als landelijk woongebied: dankzij internet hoeven veel mensen niet meer dicht bij hun werk te wonen. Dat pessimisme van ‘het wordt een provincie met allemaal bejaarden’ is nergens voor nodig.”
Veronica Frenks, Vlissingen: “Van Schuppen heeft me zeer aangesproken met zijn vergelijking tussen het apollinische en het dionysische. Dat komt bij Nietschze vandaan. De apollinische mens wil met zijn denken alles beheersen: de rede, techniek, rechtlijnigheid. De eerste spreker, Schotting, zat op deze apollinische toer. Aan de andere kant heb je het dionysische: speelsheid, het creatieve en ongebreidelde. Het aardige is nu juist dat
je ze allebei nodig hebt. Ze vullen elkaar aan. Van de tweede spreker, Sijmons, had ik meer verwacht. Hij komt vaak met revolutionaire oplossingen, maar dit keer bleven die uit. Wel leuk is zijn stelling ten aanzien van het klimaatprobleem: niet doemdenken maar doendenken. Je moet doen en al doende kom je tot oplossingen. Hij had het ook over de paardeneconomie en pleitte in dit verband voor heggen als afscheiding van paardenweitjes, in plaats van al die lelijke witte hekken. Nou, ik moet er niet aan denken dat Noord-Beveland een heggenlandschap wordt. De wijdsheid moet wel blijven. De boeren moeten ook blijven. Een gezonde landbouw is de beste garantie voor een verzorgd landschap. Mijn ideaal is een buitengebied met een mooie wisselwerking tussen landbouw- en natuurgebieden. En dan kan het best eens nodig zijn om een polder weer terug te geven aan de natuur. Vanuit de historie is ontpoldering in Zeeland niets vreemds, al lagen er destijds andere motieven en oorzaken (oorlog, natuurgeweld) aan ten grondslag dan nu. Het voordeel is dat je nu zelf kunt bepalen waar het gebeurt. In moreel opzicht moeten we respectvol omgaan met de natuur. Dat is net zo belangrijk als economische ontwikkeling. Nee, belangrijker zelfs.” De familie Kramer bij de lezing. Foto: Jaap Wolterbeek
Adriana van Haperen, Koudekerke: “De lezingen van Sijmons en Van Schuppen spraken mij het meest aan. Vooral vanwege hun uitgangspunt dat je de moed moet hebben om prioriteiten te stellen. We zijn gewend dat als we de natuur 15 procent geven dat we dan de landbouw ook 15 procent geven. Of evenveel voor de recreatie als voor de visserij. Het gevaar is dat het dan een beleid van niks wordt. Je moet kiezen, pas dan kan er iets nieuws ontstaan. Zonder een sector uit het oog te verliezen natuurlijk. We moeten af van die evenredige bedeling. En we moeten ook niet bang zijn af en toe wat in te leveren. Zoals we nu leven … het kan best wat minder. Wat de toekomst van de delta betreft, vind ik dat we meer gebruik moeten maken van wat
13 WANTIJ April ‘08
De luisteraar spreekt
Jan Janse, Goes: “Vanuit mijn technische achtergrond vond ik de eerste twee sprekers het interessantst en dan met name Schotting. Vooral omdat hij benadrukte dat je de toekomst moeilijk kunt voorspellen maar je er wel al op moet inspelen. Je moet continu op je qui-vive zijn, niet bij oude technieken blijven maar nieuwe technieken ontwikkelen en daarmee experimenteren om zo verder te komen. Van Sijmons sprak me het meest aan dat je keuzes moet maken. Je kunt niet zeggen een beetje industrie en een beetje natuur. Dat werkt niet. De derde spreker, Van Schuppen, had ook wel een aardig punt met zijn Zivilcourage, – een appèl op de burgerverantwoordelijkheid. Alle drie hebben ze gesproken over de toekomst van de Zeeuwse delta. Ik denk dat we toe moeten naar een systeem met dubbele zeedijken. De huidige dijk blijft gewoon liggen en daarvoor leg je een lagere dijk. Tussen die twee dijken kun je natuur laten komen, bijvoorbeeld schorren en slikken. Die mogen overstromen. Je kunt die tweede dijk lager maken, zodat het water er bij hoge tijen overheen komt en de natuur tussen de twee dijken zich goed kan ontwikkelen. Die lage dijk en de schorren en slikken hebben toch een dempend effect. Het zou de ideale oplossing zijn voor de komende honderd jaar. Een dergelijk systeem kan ook hogere pieken in de golfslag weerstaan, want die komen er zeker. Het is wel een oplossing die een hoop geld kost, maar qua natuur levert het ook veel op.”
Els van den Kerkhof, Middelburg: “De derde spreker sprak me heel erg aan met zijn Zivilcourage. Mensen moeten zich veel drukker maken om het landschap. Anders is het gevaar levensgroot dat er op de automatische piloot allerlei ongewenste ontwikkelingen plaatsvinden.
Vanachter een bureau wordt een nieuwbouwproject ontworpen, aanpassing van het bestemmingsplan volgt en hup, weer een akker volgebouwd. Weer een open gebied voorgoed verloren. Neem nu die nieuwe windmolens bij Nieuwland. Ik ben wel voor duurzame energie, maar daar staan ze niet op de goede plaats. Laat ontwerpers eerst eens meegaan met een begeleide wandeling door een 'te ontwikkelen' gebied in plaats van het alleen vanachter een bureau te ontwerpen, dan zien en horen ze wat er door hun plannen verloren gaat. Je ziet het altijd: hoe meer iemand afweet van het landschap, hoe meer hij zich erbij betrokken voelt en hoe meer hij zich voor het behoud ervan inzet. Ik vind dat we echt keuzes moeten maken. Scherpe grenzen trekken: tot hier en niet verder. Het landschap is van iedereen en je moet zuinig zijn op de ruimte en de weidse uitzichten. Wordt er wel voldoende gekeken naar inbreiding? Gemeenten moeten beter luisteren naar wat de mensen willen. Bestuurders moeten in begrijpelijke taal uitdragen wat ze van plan zijn en de mensen erin betrekken. Geen beslissingen nemen op basis van een nota die maar enkele mensen kunnen begrijpen.”
Anton van Berchem, Middelburg: “Ik heb dingen gehoord die me aan het denken hebben gezet. Ik werk bij Rijkswaterstaat en ben nauw betrokken bij het ontwikkelen en uitvoeren van plannen over het deltagebied. Het gaat daarbij over ruimtelijke ordening, wonen, werken, recreëren, zoutgehalte, blauwalg, noem maar op. Een antwoord geven op de klimaatopgave. De regio veiliger maken en tegelijk aantrekkelijker voor wonen, werken en recreëren. Alles hangt met elkaar samen. Daarom is het ook zo belangrijk om de maatschappij in de volle breedte bij dit soort ontwikkelin-
14 WANTIJ April ‘08
gen te betrekken. Dat is mijn taak: verbindingen leggen tussen overheid en maatschappelijke groeperingen. Allianties aangaan, om samen tot een mooie delta te komen. De lezingen hebben me de bevestiging gegeven dat dit een goede aanpak is.”
Ard Kramer, broer van Thijs: “De dingen die vanmiddag gepasseerd zijn, die bespraken Thijs en ik altijd al wel. Als we bij hem thuis waren – Thijs woonde aan een voormalige zeedijk – maakten we ons een voorstelling hoe vroeger de zeilschepen langs de dijk voeren, door het Zwin op weg naar Brugge. En dan stelden we ons voor dat er wéér schepen langs de dijk zouden varen, na ontpoldering van het hele Zwin. We filosofeerden over de mogelijkheden om bepaalde vormen van ontpoldering te combineren met de teelt van lamsoor. Zoute landbouw, het is vanmiddag verschillende keren ter sprake gebracht. Dat is juist het mooie van deze middag, dat mensen elkaar ontmoeten en inspireren. Een programma met lezingen, elk met zijn eigen invalshoeken, met daarna het samenzijn en de gedachten de vrije loop laten. Nieuwe ideeën en inzichten opdoen, iets waar Thijs ook altijd mee bezig was. Verbindingen zoeken. Het gaat niet alleen om technische oplossingen, maar vooral ook om de menselijke maat. Dat gaat het best onder het genot van een pintje, dan kun je associaties maken en gedachten ontwikkelen die je in je eentje nooit zou hebben. We hebben als familie gezegd: als er iets moet komen dan moet het iets dynamisch zijn. Geen Thijs Kramerboulevard in Plan Turelaar. Het geeft me nu al een goed gevoel dat we over twee jaar weer naar iets moois gaan luisteren, de tweede Thijs Kramerlezing”● Lex Kattenwinkel is medewerker van de Wantijredactie.
wAARDEvol
Aardkundige waarden en Plan Tureluur Anke van der Geest
Kunnen het beschermen van aardkundige waarden en het creëren van nieuwe natuur samengaan? We nemen de proef op de som bij Plan Tureluur op Schouwen-Duiveland
De Prunje op de zuidkust van Schouwen. Foto: Jaap Wolterbeek.
Aardkundige waarden vertellen iets over de geologie van het landschap. Ze variëren in afmeting van klein tot groot, van een paar honderd meter tot een paar kilometer. Een klein object is bijvoorbeeld de top van een rivierduin of een stuk van een kreekrug. Een stuwwal is een voorbeeld van een kilometers lang aardkundig waardevol object. Ook processen in het landschap kunnen aardkundig waardevol zijn, bijvoorbeeld bodemvorming en stromend water. Rond aardkundige waarden is heel goed natuur te ontwikkelen, maar vaak zijn de plannen te voortvarend om aardkundige waarden recht te doen. Dat is niet altijd kwade wil, soms is het gewoon onbekendheid met het verschijnsel.
a
Plan Tureluur Het plan Tureluur is opgezet om het verlies aan schorren en zandplaten te compenseren dat is ontstaan door de aanleg van de Oosterscheldekering. Het plan wil op 44 gebieden rond de Oosterschelde nieuwe, vooral natte natuur creëren. In de Prunje aan de zuidkant van Schouwen-Duiveland wordt al enige jaren gewerkt aan deze plannen. Moerassen maken het gebied interessant voor talloze vogels, waaronder de tureluur, het symbool voor de plannen.
Prunje (nummer 7) is een onderdeel van Plan
Ontstaan De Prunje is onderdeel van het voormalig eiland Schouwen dat opgebouwd is uit mariene zand- en kleiafzettingen. Tussen de oudste laag en de jongere ligt nog hier en daar veen, waarvan de vorming 4200 jaar geleden begon en tot in de Romeinse tijd, ± 250 jaar na Chr., doorging. Dit veen is tussen 1200 en 1600 afgegraven voor de zoutwinning (selnering), een lucratieve onderneming die bijvoorbeeld Zierikzee welvarend maakte. Aangezien deze bezigheden de dijken ondermijnden werd het afgraven van het veen later verboden. Wat restte: een moerassig landschap! In de 19e eeuw werd door bemaling en in de 20e eeuw door drainage het land klaar gemaakt voor de landbouw. Na de Ramp van 1953 werd het land heringedeeld en geëgaliseerd. Wat nog restte van het veen 15 WANTIJ April ‘08
Tureluur. Kaart: Plan Tureluur, ZMF.
werd daarbij ondergeploegd. Door de zoute kwel bleven de velden direct achter de dijken ongeschikt voor akkerbouw.
De nieuwe natuur van de Prunje is ingericht zoals het landschap er tussen 1600 en 1800 heeft uitgezien. De natuurlijke processen op hun beloop laten waardoor zoute en brakke plassen ontstaan, is ecologisch en landschappelijk waardevol. Het is ook aardkundig enigszins te waarderen naar de toekomst toe. Maar de historische aardkundige waarde is door alle ingrepen al lang verdwenen ●
Anke van der Geest is lid van de Wantijredactie.
De voorloper
Tot in het oostelijke puntje Peter Maas
De ganzen zijn onrustig. Ze vliegen op zodra ik ze in beeld krijg. Maar dat geldt net zo goed voor de verschillende buizerds, bergeenden en kleine zilverreigers. Zelfs een grote zilverreiger houdt het al snel voor gezien. Kennelijk ben ik hier deze vroege morgen aan de Schelde niet welkom.
Hier ligt het dan: meer dan 3.000 hectare brakwater schorrengebied. Ik sta precies op de grens, in het oostelijke puntje van Zeeuws-Vlaanderen. Daar waar de Zeeschelde van naam verandert en Westerschelde wordt. Voor me ligt een rietmoeras van enkele honderden meters breed, dan de diepe en constant uitgebaggerde Schelderivier waarover immense containerschepen varen, en, bijna binnen handbereik, aan de overkant de uitgestrekte industriegebieden van de Antwerpse haven. Het meest intensieve industriegebied dat je je kunt voorstellen, grenst hier pal aan het meest natuurlijke
h
landschap dat we nog rijk zijn. Tussen de stenen glooiing van de zeedijk vind ik plastic pijpen bestemd voor de bestrijding van bruine ratten. Ze zijn van de Vlaamse milieumaatschappij en gevuld met Difenacoum en Bromodiolone. Mocht je het innemen, zo wordt gewaarschuwd, dan kun je een tegengif nemen in de vorm van vitamine K1. Ik hoor wat baltsende kieviten en een tjiftjaffende tjiftjaf. Op het eind van het Sieperdaschor zitten baardmannetjes, smienten, grutto’s en kiekendieven. Beseffen we wel voldoende hoe rijk de natuur van het Verdronken Land van Saeftinghe is? 16 WANTIJ April ‘08
Hedwigepolder Achter mij ligt de Hedwigepolder. Een verlaten aandoend coulisselandschap met populieren. Hoe zal dit gebied er over tien of over honderd jaar uitzien? Is het dan nog altijd polder? Of zal het nieuwe natuur zijn, ontpolderd en toegevoegd aan de komberging van de rivier? Zullen de kleine kreekrestanten die er nu nog liggen ooit weer dienst doen als dynamische geulen van het zo bijzondere intergetijdengebied? Er zijn inmiddels oneerbare voorstellen gedaan om de Westerschelde weer op te peppen, maar dan zonder hectares landbouwgrond te hoeven opgeven. Afgraven van Saeftinghe of zelfs het wegzuigen van de ondergrond zodat het bovenste bodemprofiel behouden blijft. Hoe verzinnen ze het. Kunnen we er dan niet één keer met onze handen vanaf blijven? ● Wandel mee met een natuurgids in het Land van Saeftinghe: Woensdag 30 april en 28 mei. Zie: www.hetzeeuwselandschap.nl
Peter Maas is lid van de Wantijredactie.
Handhaving Nieuw systeem van milieurechtsbijstand
Rechtshulp gaat geld kosten Jan-Eelco Dijk
Op 1 januari 2008 is het systeem van rechtsbijstand voor natuur- en milieugroepen
veranderd.
In
plaats van de kosteloze rechtshulp is een systeem van ‘milieu-toevoegingen’ gekomen. Dit zijn kleine subsidies, die per procedure of per advies door de advocaat worden aangevraagd.
Deze milieu-toevoegingen staan open voor stichtingen of verenigingen die in hun statutaire doelstellingen de bescherming van een natuur- en/of milieubelang hebben opgenomen. De milieugroep mag over niet meer dan € 10.000 aan vermogen beschikken. De Raad voor de Rechtsbijstand (de subsidieverstrekker) verlangt jaarstukken, bankafschriften of andere financiële stukken waaruit blijkt dat de stichting of de vereniging over minder dan € 10.000 aan vermogen beschikt. Stichtingen en verenigingen die in aanmerking komen voor een milieutoevoeging, betalen vanaf 1 januari een eigen bijdrage van ongeveer € 170 per procedure of per advies.
d
Inkomensgrens Naast milieugroepen kunnen ook minder vermogende particulieren in aanmerking komen voor een milieu-toevoeging. Op dit moment ligt de inkomensgrens voor gezinnen op een fiscaal jaarinkomen van ongeveer € 32.000. Voor alleenstaanden ligt de grens op bijna € 23.000. Bepalend is het inkomen van twee jaar terug, dus van 2006. Ook particulieren dienen een eigen bijdrage te betalen. Dit bedrag kan oplopen van € 92 tot € 690 per procedure of advies, afhankelijk van het inkomen.
Particulieren en (milieu)groepen die niet in aanmerking komen voor een milieutoevoeging, en toch rechtsbijstand willen, betalen het uurtarief van een advocaat.
Rechtsbijstand Op dit moment wordt rechtsbijstand aan milieugroepen in Zeeland verleend door de milieuadvocaten van Spuistraat 10 Advocaten in Amsterdam. Ook in 2008 blijven de advocaten Jan-Eelco Dijk, Anna Jonkhoff en Barry Meruma milieugroepen bijstaan. Om de afstand te overbruggen, kunnen afspraken gemaakt worden in het kantoor van de Zeeuwse Milieufederatie in Goes. Mocht u vragen hebben, dan kunt u vrijblijvend bellen met 0205205100 of mailen naar
[email protected]. U kunt ook rechtstreeks contact opnemen met de contactpersoon voor uw regio: Jan-Eelco Dijk (tel. 020-5205125;
[email protected]) ●
Nog geen statuten? Naar de notaris! Groepen die wel onder de vlag van een vereniging opereren, maar geen statuten hebben laten opmaken bij een notaris en ook niet zijn ingeschreven bij de Kamer van Koophandel, kunnen geen toevoeging krijgen. Het is dus raadzaam om contact op te nemen met een notaris. Ook is het verstandig om doelstellingen statutair vast te laten leggen, omdat er dan in procedures geen discussie ontstaat over de vraag of de vereniging/stichting wel belanghebbende is in een procedure. Dat is in veel gevallen een voorwaarde om bezwaar en/of beroep te mogen indienen bij de gemeente, de provincie of bij de rechter.Voor adviezen over goede en redelijk geprijsde notarissen kunt u contact opnemen met Spuistraat 10 Advocaten. Ook als u wilt weten welke statutaire doelstellingen ‘toevoeg-proof’ zijn, kunt u bellen of mailen met Spuistraat 10 Advocaten.
Jan-Eelco Dijk is advocaat en procureur en gespecialiseerd in milieuzaken.
17 WANTIJ April ‘08
Berichten
Website en nieuwsbrief vervangen berichtenpagina Janneke Donkers
De medewerkers van de ZMF hebben altijd met plezier gewerkt aan de berichtenpagina en vonden het prettig u op deze manier bij hun werk te kunnen betrekken. Zij zetten dit graag voort, alleen dan in een nieuw digitaal jasje.
h
Hopelijk heeft u in de afgelopen jaren met voldoening en aandacht onze berichtenpagina gelezen. Op deze manier informeerde het bureau van de ZMF u over actuele zaken en ontwikkelingen binnen de ZMF. In deze rubriek kwam van alles voorbij. Van oproepen tot het doven van uw lichten, bekendmaking van opvallende projectresultaten, tot naschriften van de redactie en uitleg over stellingname in bepaalde situaties. Moeten we hier nu afscheid van nemen? Nee, integendeel. Wat dan wel?
Digitale tijdperk De berichten in Wantij zijn vaak niet upto-date omdat Wantij een kwartaaluitgave is. De ZMF vond het tijd om een keuze te maken. In het digitale tijdperk komen er steeds meer middelen om je doelgroepen te bereiken. Om u niet elke keer met dezelfde boodschap te bestoken hebben we er voor gekozen om de berichten in Wantij te laten vervallen. We willen met Wantij nog meer de diepte in, meer achtergronden, meer dossier en minder actualiteit. Wat u daar als lezer van vindt, gaan we onderzoeken. De actualiteit, dus de voormalige Wantijberichten, vindt u voortaan terug in de nieuwsbrief en in de berichten op de website.
Website Vorig jaar is de ZMF begonnen met een nieuwe inrichting van haar digitale snelweg. Het resultaat is een website met nieuws dat regelmatig ververst wordt, peilingen, opiniestukken en nog veel meer. Zo staat er elke maand een lidorganisatie in het zonnetje die iets bijzonder te vieren heeft, een speciale activiteit organiseert of waar iets anders opmerkelijks aan de hand is. Digitale nieuwsbrief Ook kunt u zich sinds vorig jaar aanmelden voor onze digitale nieuwsbrief. Deze nieuwsbrief komt eenmaal per maand uit en biedt u een overzichtelijk en up-todate overzicht van nieuws, activiteiten en relevante ontwikkelingen van de ZMF en haar achterban. Een soort berichtenpagina maar dan digitaal en maandelijks. 18 WANTIJ April ‘08
Een kijkje in de digitale wereld van de ZMF Van de homepage: Stelling In Zeeland is best nog ruimte voor een nieuw grootschalig windmolenpark… Waterschapsverkiezingen Wat is de rol van de ZMF ten aanzien van de Waterschapsverkiezingen… Cradle to Cradle Wat is dat eigenlijk? Produceren zonder afval…
Neem zelf een kijkje op www.zmf.nl en meldt u aan voor de nieuwsbrief ● Janneke Donkers is communicatie coördinator bij de Zeeuwse Milieufederatie.
de voetafdruk van Chris Kalden, directeur Staatsbosbeheer
“Meer natuurbeschermer dan milieubeschermer” Gerda Spaander
Deze keer een voetafdruk van iemand die zijn sporen in Zeeland heeft nagelaten. Chris Kalden is directeur van Staatsbosbeheer. Hij praatte de Thijs Kramerlezing aan elkaar.
Kalden begon zijn carrière als coördinator van het Zeeuws Coördinatieorgaan voor Natuur-, Landschaps- en Milieubescherming, een van de voorlopers van de ZMF. Via hoge posten op het ministerie van LNV kwam hij als directeur terecht bij Staatsbosbeheer. Hij voelt zich nog steeds betrokken bij Zeeland.
k
Liefhebber Als groot liefhebber van zuivel, kaas en vlees scoort Kalden heel wat punten. Bij zijn representatieve functie hoort een flinke garderobe. Zijn werk en interesses leiden tot een grote stroom papier door zijn brievenbus. Een deel daarvan gaat overigens na lezing naar vrienden en bekenden. Kalden woont in Gouda. Het kantoor van Staatsbosbeheer staat in Driebergen, vlak bij het station. Maar de auto met chauffeur wint het van de trein, zowel voor woon-werkverkeer als voor de vele dienstreizen. Al met al levert deze manier van leven een score op van 6 hectare. Daarmee zit Kalden ruim boven het Nederlands gemiddelde en in de kopgroep van deze rubriek. “Ik realiseer me door het invullen van de voetafdruk dat ik meer natuurbeschermer dan milieubeschermer ben. De koe staat voor mij symbool voor veel van het agrarisch cultuurlandschap; ik ben niet voor niets voorzitter van de stichting Weidegang. En er is niks mis met zuivelproducten en met lekker eten. Met lichte schaamte constateer ik mijn tekortkomingen.”
Klimaatneutrale organisatie In het privé-leven van Kalden neemt duurzaamheid geen belangrijke plaats is. Hoe zit dat bij Staatsbosbeheer (SBB)? Directeur Kalden lanceerde onlangs het idee om van Staatsbosbeheer een klimaatneutrale organisatie te maken. In het nieuwe ondernemingsplan neemt het ‘maatschappelijk verantwoord ondernemen’ een belangrijke plaats in. Dat gaat onder andere over duurzame bedrijfsgebouwen en hybride auto’s. Vooral interessant is het streven om al het groene afval uit de terreinen van SBB zo duurzaam mogelijk te verwerken. “We proberen zo weinig mogelijk te storten. We composteren liever. We onderzoeken nu de mogelijkheid om onze biomassa in te zetten als energiebron. Dat staat of valt met de ontwikkeling van decentrale energieopwekking, want anders weegt het niet op tegen de energie die nodig is voor transport. We leveren nu al houtsnippers aan een energiecentrale in Lelystad.” Klimaatbossen Staatsbosbeheer produceert van oudsher hout. Dat is tegenwoordig allemaal van 19 WANTIJ April ‘08
FSC-kwaliteit, ook al is het maar een fractie van wat er in Nederland aan hout wordt gebruikt. Het aanplanten van klimaatbossen in Nederland ziet Kalden hooguit als een sympathieke maar symbolische druppel op de gloeiende plaat. “Het zet meer zoden aan de dijk als we onze veenterreinen nat houden, want als veen droog komt te liggen, komt er CO2 vrij. Landschappelijk gezien vind ik het aanplanten van bos niet altijd wenselijk. Je moet alleen bos planten waar het historisch gezien zinvol is. Bovendien, wat we hier kunnen doen, valt in het niet bij de mogelijkheden in de tropen” ● Bereken zelf uw voetafdruk op www.voetafdruk.nl of www.voetenbank.nl. Gemiddelde Noord-Amerikaan Gemiddelde Nederlander Gemiddelde wereldburger Eerlijke Aarde aandeel
Gerda Spaander is lid van de Wantijredactie.
9,5 ha 4, 7 ha 2,3 ha 1,7 ha
Advertentie/bericht
Dinsdagavond 20 mei 2008 Algemene Ledenvergadering ZMF De Zeeuwse Milieufederatie nodigt al haar leden uit voor de komende ledenvergadering. Noteer alvast dinsdagavond 20 mei 2008 in uw agenda!
De ZMF organiseert twee maal per jaar een ledenvergadering. De ZMF vindt het belangrijk om het contact en het overleg met haar leden, zowel individuele leden als lidorganisaties, in stand te houden en verder uit te breiden. Tenslotte zijn de leden ‘onze voelsprieten in de samenleving’. Hierdoor weten wij wat er speelt in Zeeland en wat er leeft onder onze leden. Voor de komende ledenvergadering willen we u uitnodigen op de rondvaartboot ‘De Onrust’ die vanuit de haven van Zierikzee de Oosterschelde op zal varen. Het belooft een mooie tocht te worden. Tijdens de vaartocht zullen we een korte vergadering houden. Voorzitter Jan van Seters geeft zijn kijk op de actualiteit en we nemen de jaarstukken met u door. Én natuurlijk is er ruimte voor discussie. Vanaf 20.00 uur praten met u over het thema: ‘Wat levert procederen nu op?’. We willen u laten zien wanneer en waarom de ZMF al dan niet voor de juridische weg kiest. Prof. mr. dr. P. van Wijmen geeft een inleiding over de ‘voors’ en ‘tegens’ van de inzet van juridische middelen. Nadere informatie volgt per brief. Er is slechts een beperkt aantal plaatsen op de boot beschikbaar. Dus meld u snel aan via telefoonnummer: 0113-23 00 75 of per mail:
[email protected] Haven van Zierikzee
Aanlegplaats: ‘de Luitjes’
Wanneer: dinsdag 20 mei
20 WANTIJ April ‘08
Vertrek:19.00 uur