Een herder kijkt verder Rolverdeling:
Wijzen:
Rinske, Hanne, Lottie
Herders: met tekst:
Fedde, Tai, Emily en Liang
Herders zonder tekst: Mart, Niek, Hasse, Lucas, Hendrik, Ruben, Pieter, Sam, Florian, Engelen met tekst:
Diana, Lieke, en Eline (Diana, Lieke en Anke zingen met z’n drietjes 1 couplet)
Engelen zonder tekst: Angkan, Emma, Charlotte, Dominique, Marije, Evelien Maria:
Marieke
Jozef:
Wang
Herbergiers:
Yvon, Iris
1
Scène 1 Buiten beeld: Herder 1 (Fedde)
Zie je dat?
Herder 2 (Tai)
Nee. Wat?
Herder 3 (Emily)
Laat maar. Kom, we gaan bij het vuurtje zitten.
Herders komen op en gaan bij het vuurtje zitten.
Herder 4 (Liang)
Zo, daar zitten we dan. Fles water erbij, stuk brood…
Herder 2 (Tai)
Wij houden het wel even vol. En nu maar goed opletten!
Herder 3 (Emily)
Natúúrlijk letten we goed op. Herders laten altijd goed op. Ze kijken om zich heen, naar de schapen. Ze kijken in de verte, of er geen wilde dieren komen. Ze kijken vooruit, om te zien waar ze gras kunnen vinden.
Herder 1 (Fedde)
Een herder kijkt verder!
Lied 1: Een herder kijkt verder
Een herder kijkt verder, al is het nog vroeg. Wie zou kunnen weten waar hij kon gaan eten als herders niet wezen: Kijk, daar is genoeg. Een herder kijkt verder, al duurt de dag lang. Geen schaap zal verdwalen, want hij gaat het halen. Voor bergen en dalen zijn herders niet bang. Een herder kijkt verder, hij zal in de nacht zijn kudde bewaren voor angst en gevaren. Hij wil niet gaan slapen, want hij houdt de wacht.
2
Scène 2
Na het lied komen de herbergiers op. Terwijl zij opkomen, zeggen de herders: Herder 1 (Fedde)
Zie je dat?
Herder 2 (Tai)
Nee. Wat?
Herder 3 (Emily)
Daar! De herbergiers!
Herbergier 1 (Yvon)
Ha, daar zijn jullie! Ik ben blij dat ik jullie gevonden heb.
Herder 3 (Emily)
(spottend:) Nou, wij ook. Kom je ons een driegangen-diner brengen? Of een bak verse popcorn?
Herbergier 2 (Iris)
Nee. Ik ehh… Ik komen even zeggen dat de herberg vol is.
Herder 1 (Fedde)
Oké.
Herder 4 (Liang)
Maar wat hebben wij daarmee te maken?
Herbergier 1 (Yvon)
Nou ehh… ik dacht: Die stal, je weet wel, waar jullie wel eens wat spullen neerleggen. Hebben jullie die vannacht nog nodig?
Herder 2 (Tai)
Hoezo?
Herbergier 2 (Iris)
Als er nu nóg meer mensen komen, kan ik ze daar misschien laten slapen.
Herder 3 (Emily)
Welja. Wij blijven wel weer buiten. Voor herders is er geen plaats. Niet in een herberg, en zelfs niet in een stal.
Herder 1 (Fedde)
Gelukkig zijn we gewend om buiten te sl… waken. Wij passen op de schapen!
Herbergier 1 (Yvon)
Mooi, dat is dan geregeld. Het is hartstikke druk in de stad! Iedereen moet zich inschrijven in de stad waar hij vandaan komt. Volgens mij zijn er bij ons in Betlehem nog nooit zoveel mensen geweest!
Herder 2 (Tai)
Zolang het hier in het veld maar rustig is, vind ik alles prima.
Herbergier 2 (Iris)
Nou, dan laat ik jullie maar gauw weer alleen. Welteru… of nee: Goede nacht!
Herbergiers af. Herders zitten een tijdje stil voor zich uit te kijken. Daarna zeggen ze:
Herder 1 (Fedde)
(verveeld:) Weet jij nog een mop?
Herder 2 (Tai)
Ja, maar die ben ik vergeten.
Herders kijken weer stil voor zich uit. Daarna zeggen ze:
3
Herder 1 (Fedde)
Ben jij moe?
Herder 4 (Liang)
Mwah… Een beetje. Maar ik val niet in slaap hoor! We blijven op de schapen passen.
Herder 3 (Emily)
Een wakkere herder valt nooit in slaap, zei mijn opa altijd al.
Herder 1 (Fedde)
Zo is het. Herders blijven altijd wakker.
Herders kijken weer even stil voor zich uit. Daarna begint de intro van het lied ‘Natuurlijk blijf ik wakker’.
Lied 2: Natuurlijk blijf ik wakker Natuurlijk blijf ik wakker, ik val heus niet in slaap. Het licht wordt wel wat zwakker je ziet niet dat ik gaap. Met aandacht en kracht houd ik zachtjes de wacht, al is het wel donker en stil in de nacht...
Achtergrondkoor: Slaap niet zacht, rust niet wel. Droom maar niet te snel. Niet te snel…
Scène 3
Herder 3 (Emily)
Hé, wacht eens? Mis ik nou een schaap? Zevenennegentig, achtennegentig…
Herder 4 (Liang)
Nee joh, dat is een ander verhaal.
Herder 3 (Emily)
O. Gelukkig. Nou. Daar zitten we dan. Dus.
Herder 1 (Fedde)
Niet in slaap vallen hè?
Herder 3 (Emily)
Nee, natuurlijk niet!
Het lied ‘Natuurlijk blijf ik wakker’ wordt nog een keer gezongen, iets zachter / slomer dan de eerste keer. De herders kijken heel moe, hun ogen vallen dicht.
4
Aan de zijkant van het toneel is een wit laken opgehangen. Achter het laken staat een felle lamp. Tijdens het lied komen Jozef (Wang) en Maria (Marieke) achter het laken voorbij, liefst met een ezel. We zien hun schaduwen op het doek.
Lied 2: Natuurlijk blijf ik wakker Natuurlijk blijf ik wakker, ik val heus niet in slaap. Het licht wordt wel wat zwakker je ziet niet dat ik gaap. Met aandacht en kracht houd ik zachtjes de wacht, al is het wel donker en stil in de nacht...
Achtergrondkoor: Slaap niet zacht, rust niet wel. Droom maar niet te snel. Niet te snel…
Herder 1 (Fedde)
Zag ik nou iets?
Herder 2 (Tai)
Nee. Wat?
Herder 1 (Fedde)
Ik dacht even dat ik een man en een vrouw voorbij zag komen.
Herder 3 (Emily)
Nee joh. Dat kan niet. Iedereen slaapt!
Herder 4 (Liang)
Behalve wij natuurlijk.
Herder 2 (Tai)
Ja, behalve wij. Wij blijven altijd wakker…
Herder 1 (Fedde)
Maar ik dacht toch echt even… Zou het niet kunnen dat er nog reizigers onderweg zijn?
Herder 3 (Emily)
Ha ha, midden in de nacht zeker! Dat kan toch helemaal niet. Dan zie je niks!
Herder 4 (Liang)
Dat is zo.
Herder 3 (Emily)
Volgens mij heb je zitten dromen. Let nou maar gewoon goed op, dan zie je zelf dat er niks te zien is!
5
Scène 4 De herders kijken stil voor zich uit. Na een tijdje zeggen ze: Herder 1 (Fedde)
(verveeld:) Ken je die mop van die man in die herberg?
Herder 2 (Tai)
Nee.
Herder 1 (Fedde)
(zuchtend:) Ik ook niet.
Het is weer even stil. Daarna:
Herder 2 (Tai)
Zijn jullie moe?
Herder 3 (Emily)
Welnee! Tuurlijk niet!
Herder 4 (Liang)
Ik ook niet hoor. Ik kijk mijn ogen uit hier.
Herder 1 (Fedde)
Nou en of.
Het lied ‘Natuurlijk blijf ik wakker’ wordt nog een keer gezongen, nog slomer dan de tweede keer. Bij de herders vallen eerst hun ogen dicht, daarna gaan ze languit op de grond liggen. Tijdens het lied komen achter het witte laken drie koningen voorbij. Zij zijn ergens in de verte op reis, ze gaan nog niet meteen naar de stal!
Lied 2: Natuurlijk blijf ik wakker Natuurlijk blijf ik wakker, ik val heus niet in slaap. Het licht wordt wel wat zwakker je ziet niet dat ik gaap. Met aandacht en kracht houd ik zachtjes de wacht, al is het wel donker en stil in de nacht...
Achtergrondkoor: Slaap niet zacht, rust niet wel. Droom maar niet te snel. Niet te snel… Herder 1 (Fedde)
Zag ik nou iets?
Herder 2 (Tai)
Nee. Wat?
6
Herder 1 (Fedde)
Laat maar. Ik dacht even dat ik drie mannen voorbij zag komen.
Herder 2 (Tai)
Dat kan niet. Hier zijn alleen schapen. En wij natuurlijk.
Herder 1 (Fedde)
Ja, maar het leek toch echt… Ze zagen eruit als drie koningen.
Herder 3 (Emily)
Ja hoor, drie koningen. Midden in de nacht. In Betlehem zeker. Dat kan toch helemaal niet!
Herder 1 (Fedde)
Je hebt gelijk, denk ik.
Herder 3 (Emily)
(hoofdschuddend:) Drie koningen… dat kan toch nooit. Je kunt beter schaapjes tellen, net als ik. Daar blijf je wakker van.
Scène 5
In de verte klinkt een mekkerend geluid van een schaap.
Herder 1 (Fedde)
Hoorde je dat?
Herder 4 (Liang)
Ja. Zeker aan het dromen…
Herder 1 (Fedde)
Ik denk het ook. Zal wel niks aan de hand zijn.
Herder 4 (Liang)
Gek is dat eigenlijk. Als je goed naar de schapen luistert, weet je vaak al of het goed is zonder dat je ze ziet. Alsof je ze zelfs in het donker nog voor je kunt zien.
Herder 3 (Emily)
Kijken doe je met je oren, zei mijn opa altijd al. (denkt even na) Mijn opa vertelde me vaak van die prachtige verhalen. Als ik ernaar luisterde, kon ik het zo voor me zien.
Herder 2 (Tai)
Wat voor verhalen waren dat dan?
Herder 3 (Emily)
Heel verschillende. Vaak gingen ze over herders. Hij vertelde me over David, de herdersjongen die een koning werd. En over Mozes, de herder die het volk Israël uit Egypte leidde. Volgens mijn opa waren herders de belangrijkste figuren in de geschiedenis van Israël. ‘Een herder kijkt verder’, zei hij altijd. Maar hij vertelde ook verhalen over mensen die nóg verder konden kijken. Over profeten, die dingen zagen die niemand nog gezien had.
Herder 4 (Liang)
Ja, die verhalen ken ik ook! Over een nieuwe tijd die aanbreekt. Over God, die licht brengt in de nacht, en dat er vrede is voor alle mensen. Als ik vroeger die verhalen hoorde, zag ik het helemaal voor me.
Herder 1 (Fedde)
En nu? Zie je ze nu nog voor je?
Herder 4 (Liang)
Ik weet het niet… Sommige verhalen wel natuurlijk. Over David, die als kleine herdersjongen de reus Goliat versloeg. Dat zie ik wel voor me. Maar die verhalen van de profeten… Ik weet het niet. Ik vraag me wel eens of: Kán het
7
eigenlijk wel? Een tijd van vrede, voor iedereen? Licht in het donker? Ik weet het gewoon niet…
De herders zwijgen, kijken rustig voor zich uit. Op de achtergrond neuriën een paar stemmen het lied ‘Natuurlijk blijf ik wakker’. De herders sluiten hun ogen. Heel zacht komt de engel op en steekt op het toneel een kaars aan. Met de kaars in de hand kijkt de engel naar de herders, die even later wakker schrikken.
Herder 1 (Fedde)
Kijk! Zie je dat?
Herder 2 (Tai)
Ja! Een licht. Waar komt het vandaan?
De engel legt een vinger tegen de lippen en zegt zacht: Engel 1 (Eline)
Wees niet bang. Ik heb groot nieuws.
Engel 2 (Diana)
Vannacht is het licht in de wereld gekomen. Er is een kind geboren, een redder.
Tijdens de intro van het lied ‘Engelen in de nacht’ steekt de engel de waxinelichtjes aan in de lantaarns van de herders. (Let op: Als u een grote groep herders hebt, is het handig om ze niet allemaal een eigen lantaarn te geven, twee lantaarns voor de hele groep is voldoende. De engel moet op tijd klaar zijn met aansteken voor de solo in het lied!) Aan het eind van het couplet van de engel komen de andere engelen op, allemaal met een brandende kaars in de hand.
Lied 3: Engelen in de nacht
Herders: Zie je dat? Hoor je dat? Een engel in de nacht. Hij zegt wat niemand weten kan, vertelt dat je geloven mag: God laat zich zien vannacht. Het licht komt voor de dag. Engelen (Diana, Lieke, Anke): Messias zal Hij heten, een redder zal Hij zijn. Ik laat de wereld weten: God maakt zich klein. Een voerbak, daar begint het, een stal, hier in het veld.
8
Zo wordt in deze winter lente voorspeld. Herders: Zie je dat? Hoor je dat? De hemel geeft hier licht. Vertel aan wie het horen wil dat deze nacht iets nieuws begint. Zing met een blij gezicht: de Grootste wordt een kind. Engelenkoor: Wij zingen voor de hemel, wij juichen van plezier, want God is hoog verheven en Hij is hier. Wij zingen voor de mensen van vrede en geluk. Gods liefde kent geen grenzen en gaat nooit stuk. Allen: Wij zingen voor de hemel, wij juichen van plezier, want God is hoog verheven en Hij is hier. Wij zingen voor de mensen van vrede en geluk. Gods liefde kent geen grenzen en gaat nooit stuk.
Engel 3 (Lieke)
Je zult het kind vinden, in doeken gewikkeld. Voor Jozef en Maria was er geen plaats meer in de herberg. Daarom is het kind geboren in een stal.
Herder 4 (Liang)
Een stal!? Maar…
Herder 3 (Emily)
Dat moet onze stal zijn!
De engel gaan af, neuriën het laatste couplet van het lied (‘Wij zingen voor de hemel’) zachtjes voor zich uit.
9
Scène 6
Herder 1 (Fedde)
We moeten ernaartoe. Ik wil weten wat er gebeurd is!
Herder 2 (Tai)
Ik ga met je mee.
De herders komen bij de stal.
Jozef (Wang)
Wie is daar?
Herder 3 (Emily)
Wij zijn herders. We hebben gehoord dat hier een kind geboren is.
Jozef (Wang)
Kom maar binnen hoor.
De herders gaan naar binnen. Ze zien Maria, Jozef en het kind.
Herder 2 (Tai)
Kijk toch… Het is echt waar.
Jozef (Wang)
Wat is echt waar?
Herder 1 (Fedde)
Wat de engel verteld heeft!
Jozef (Wang)
Engel? Hoezo engel? Wat is er dan gebeurd?
Herder 4 (Liang)
Wij zaten in het veld, bij onze schapen. We hielden de wacht.
Jozef (Wang)
De hele nacht? Vielen jullie niet in slaap dan?
Herder 2 (Tai) (stoer:) Neuh… Een herder valt nooit in slaap! Maria (Marieke)
Vertel verder!
Herder 3 (Emily)
Ineens was er een licht. En er kwam een engel. Hij vertelde dat we een kind zouden vinden, liggend in een voerbak.
Herder 1 (Fedde)
Daarna kwamen er nog veel meer engelen. Ze zongen een prachtig lied, over vrede en geluk.
Herder 4 (Liang)
Zoiets hadden we nog nooit gezien!
Jozef (Wang)
Engelen… Licht in de nacht… wat bijzonder!
Maria (Marieke)
Het is zeker bijzonder, Jozef. Ons kind is bijzonder. Hij is een kind van God.
Alle kinderen zingen samen het lied ‘Profeten van lang geleden’:
10
Lied 4: Profeten van lang geleden Profeten van lang geleden zagen een vergezicht. Zij lieten de mensen weten: God maakt de wereld licht. Wij kijken en zien het wonder dat zo lang werd verwacht. Zo klein en toch zo bijzonder: God lacht ons toe, vannacht. De eeuwen door wordt bezongen: God leeft in jou en mij want Hij is met licht begonnen en dat gaat nooit voorbij!
Tijdens het laatste couplet komen 3 koningen aan in de stal.
Scène 7
Jozef (Wang)
Wie is daar?
Herder 2 (Tai)
(mompelt:) Ik zie niemand…
Herder 1 (Fedde)
Er staan drie mannen voor de deur!
Jozef (Wang)
Wie bent u?
Wijze 1 (Rinske)
Wij zijn wijze mannen uit het Oosten. We hebben een bijzondere ster gezien. Daardoor wisten we dat er een nieuwe koning is geboren.
Wijze 2 (Hanne)
We zijn gekomen om hem eer te bewijzen.
Wijze 3 (Lottie)
Kijk, we hebben bijzondere geschenken meegenomen. Goud, wierook en mirre. Geschenken voor een koning.
Jozef (Wang)
(nadenkend:) Engelen, een lied in de nacht, herders, wijzen uit een ver land… Wat gebeurt hier toch allemaal?
Maria (Marieke)
Het is goed, Jozef. Ik heb je toch verteld over de engel die mij kwam vertellen dat Jezus geboren zou worden? Toen wist ik meteen: vanaf vandaag zal alles anders zijn. En zo is het ook!
Herder 1 (Fedde)
Maar wacht eens… Ik heb het dus toch goed gezien. (tegen de andere herders:) Ik zei toch dat ik dacht ik drie mannen voorbij zag komen? Dat klopte dus!
11
Wijze 2 (Hanne)
Nou, dat moet dan wel heel erg in de verte zijn geweest. We zijn eerst naar Jeruzalem gegaan. Het leek ons het meest logisch dat we daar de nieuwe koning konden vinden. Maar we moesten uiteindelijk in Betlehem zijn.
Wijze 3 (Lottie)
Dat u ons gezien hebt! Het was toch helemaal donker? En wij dachten dat iedereen sliep!
Herder 2 (Tai)
(trots:) Herders slapen nooit. Wij houden altijd onze ogen open.
Herders
Een herder kijkt verder!
Lied: Het laatste couplet van ‘Engelen in de nacht’ wordt nog eens herhaald:
Wij zingen voor de hemel
Wij zingen voor de hemel, wij juichen van plezier, want God is hoog verheven en Hij is hier. Wij zingen voor de mensen van vrede en geluk. Gods liefde kent geen grenzen en gaat nooit stuk.
EINDE
12