veri|sse www.overijssel.nl
Provinciale Staten van Overijssel
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 75 01
Uw kenmerk
Uw brief
Ons kenmerk EMT/2006/1967
Bijlagen
Doorkiesnummer 425 12 46 425 18 98
Inlichtingen bij hr. H.A. Hamstra hr. A.K. Willigenburg
Datum 23 05 2006
Onderwerp
Voortgang Investeren in Duurzaam Overijssel.
In uw commissie Verkeer, Milieu en Water is inmiddels enkele keren gesproken over de thematiek die wij hebben aangegeven in de discussienotitie "Investeren in duurzaam Overijssel". Wij gaan in deze brief graag in op enkele vragen die zijn gerezen met betrekking tot het (kunnen) realiseren van de doelstellingen uit het Milieubeleidsplan 2000+. De commissie heeft gevraagd of die doelstellingen kunnen worden gerealiseerd met het bestaande (soms al geintensiveerde) beleid en zo niet, welke inzet of maatregelen nodig zijn om de doelstellingen wel te realiseren. In deze brief verschaffen wij hierover zoveel mogelijk helderheid. Wij gaan in op de doelstellingen waarvan wij in de discussienotitie "Investeren in duurzaam Overijssel" (in hoofdstuk 2) hebben aangegeven dat de ontwikkeling naar onze huidige inzichten niet tot realisering leidt. Verder gaan wij in op de ambities die wij in de discussienotitie hebben aangegeven, en sluiten daarmee aan op de passage over versterking van duurzame ontwikkeling in de Perspectiefnota 2007. Duurzame bedrijvigheid. De provincie streeft naar een duurzame ontwikkeling van de Overijsselse economic, aldus het Milieubeleidsplan 2000+. Dat wil zeggen een optimale balans tussen milieu, economic en sociale kwaliteit. Vanuit milieuperspectief betekent dit een versterking van de economische structuur onder gelijktijdige afname van de milieudruk, de zogenaamde ontkoppeling. Deze hoofddoelstelling is in een aantal doelstellingen en acties nader uitgewerkt, die echter veelal niet meetbaar zijn geformuleerd. Uit de landelijke Milieubalans blijkt dat sprake is van een absolute ontkoppeling (bij groei van het bruto binnenlands product is sprake van afname van de milieudruk), maar ook dat de emissie van vervuilende stoffen in veel gevallen nog steeds hoger is dan voor een duurzame bescherming van gezondheid en natuur toelaatbaar is. Verder blijkt in het consumptiedomein dat er geen sprake is van ontkoppeling. De beoogde "optimale balans" is dan ook nog niet bereikt. Bij correspondentie graag ons kenmerk vermelden.
RABO Zwolle 3973.41.121
Tijdens de renovatie van het provinciehuis is een deel van de organisatie gehuisvest op kantoorlocatie Rechterland 1 te Zwolle. Zie voor meer informatie www.overijssel.nl.
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle Rechterland 1 Zwolle
Van de in het Milieubeleidsplan 2000+ opgenomen acties is een groot deel uitgevoerd, met succes (zoals bijvoorbeeld de implementatie van de saneringsprogramma"s industrielawaai), of in voortgaande uitvoering (zoals bijvoorbeeld de samenwerking met de milieucommissie van de Kamer van Koophandel). Ook zijn nieuwe acties opgepakt; zo is samen met Gelderland een drietal projecten maatschappelijk verantwoord ondernemen uitgevoerd, en is Overijssel een van de zes provincies die actief deelnemen aan het (in 2004 gestarte) IPO-project "De provincies ontketenen ontkoppeling". Dit project is crop gericht meer op milieu-innovaties te sturen. In de tweede helft van 2006 zal een conferentie over dit onderwerp worden gehouden in Overijssel. Met het bestaande beleid dragen wij bij aan kennisoverdracht en gedragsbei'nvloeding van het bedrijfsleven, gericht op een meer duurzame bedrijvigheid. Het bestaande beleid richt zich niet op de nog ontbrekende ontkoppeling in het consumptiedomein. De doelstelling om in 2020 de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen in te passen in de omgeving en duurzaam in te richten wordt niet bereikt met het tot dusver bestaande beleid. Wij hebben u recent een voorstel gedaan voor het verhogen van de ambitie ten aanzien van de herstructurering van bedrijventerreinen. Het verhoogde ambitieniveau draagt, naast het belang van werkgelegenheid, ruimtelijke kwaliteit, leefbaarheid en bereikbaarheid, bij aan een duurzame inrichting van de bedrijventerreinen. Het voorstel bevat twee sporen. Op de korte termijn zetten we in op het versnellen van de uitvoering van een aantal projecten. Op de langere termijn kiezen we voor een structurele oplossing, waarbij we een beleidskader voor vernieuwing van bedrijventerreinen vaststellen en een uitvoeringsorganisatie in het leven roepen die op provinciale schaal bijdraagt aan de realisatie van herstructurering van bedrijventerreinen. Of met die intensivering de doelstelling uit het Milieubeleidsplan 2000+ gerealiseerd kan worden is moeilijk te bepalen, omdat daarvoor de medewerking van vele andere partijen (bedrijven, gemeenten) een noodzakelijke voorwaarde is. Duurzame energie en energiebesparing. Het milieubeleidsplan 2000+ stelt als doel om de energie-efficiency met 2% te vergroten De grote energieverbruikers in Overijssel (bestaande uit 25 bedrijven) hebben in de periode van 1998 tot en met 2004 een efficiencyverbetering bereikt van 25%. Om een uitspraak te doen over het energieverbruik van huishoudens moeten we een beroep doen op landelijke cijfers. Het energieverbruik van huishoudens is na een dalende trend tot in 2002, weer aan het stijgen. In 2003 werd weer meer energie verbruikt dan in 2002. Het gaat hierbij om het energieverbruik in absolute zin. In het Milieubeleidsplan 2000+ staan een paar acties vermeld waarmee de provincie deze doelstelling wil realiseren: duurzame energie en energiebesparing bij de renovatie van het provinciehuis, opstellen en uitvoeren van een actieprogramma "duurzame energie en energiebesparing"; deze beide acties zijn en worden uitgevoerd. De 2% efficiency doelstelling wordt daarmee echter niet gerealiseerd. Het bereiken van de doelstelling om 5% duurzame energie in 2010 en 10% duurzame energie in 2020 is nog niet zeker. De doelstelling is, ook in de programmabegroting, vertaald in een CO2reductie-doelstelling (voor 2010 in een reductie van 660.000 ton). Het plan van aanpak energie- en klimaatbeleid wordt uitgevoerd. De prioriteiten hebben wij gelegd bij windenergie, bio-energie en energie in de gebouwde omgeving. Wij proberen daarvoor gunstige randvoorwaarden te scheppen. Duidelijk is dat wij zeer afhankelijk zijn van marktpartijen. Een voorbeeld om dit duidelijk te maken: Electrabel heeft begin dit jaar besloten om, gelet op het wegvallen van rijkssubsidies geen bio-olie bij te stoken in de Harculocentrale te Zwolle. Dit betekent dat van de geprognotiseerde bioenergie doelstelling in een klap 30% niet wordt gehaald.Tegelijkertijd zorgt een nieuwe ontwikkeling van een restwarmteproject inTwente ervoor dat er weer nieuwe mogelijkheden opkomen die substantieel bijdragen aan de provinciale doelstellingen. De afhankelijkheid van marktpartijen zorgt ervoor dat wij geen zekerheid kunnen geven over het halen van de doelstellingen. De onlangs van kracht geworden subsidieregeling voor bio-energie en de aanstelling van een bioenergieconsulent leveren naar verwachting een positieve bijdrage voor het behalen van de doelstellingen. Een verdere bijdrage aan de energiebesparingsdoelstelling wordt geleverd door de uitvoering van de motie van CDA, PvdA en WD die bij de behandeling van het Actiefonds 2006 is aangenomen (energiebesparing in openbare gebouwen en scholen).
Milieubelasting mobiliteit. U heeft met het vaststellen van het Provinciale Verkeers- en VervoersPlan (PVVP) de doelstellingen ten aanzien van het stimuleren van milieuvriendelijke vervoersvormen losgelaten. Daarmee vervalt in beginsel de vraag of de "oude" doelstellingen te realiseren zijn. De discussienotitie geeft een aantal suggesties om daarnaast de milieubelasting van mobiliteit te beperken. De sterk toegenomen aandacht voor de luchtkwaliteit in Nederland heeft aangetoond dat de nog steeds groeiende (auto) mobiliteit negatieve consequenties heeft voor de luchtkwaliteit en daarmee voor de gezondheid van mensen. Overigens geven het onderzoek naar een hoogwaardige fietsverbinding gericht op Zwolle (luchtkwaliteit, ruimtebeslag, verkeersveiligheid, geluid), en de in het kader van het Actiefonds 2006 voorgestelde subsidieregeling voor roetfilters wel een positieve bijdrage aan versterking van de duurzame ontwikkeling. Naar aanleiding van de in 2005 aangenomen motie over toepassing van biobrandstof (alternatieve brandstoffen) wordt een actieplan opgesteld; wij verwachten dat dat in juni 2006 beschikbaar komt. Afaalproblematiek. Het ontstaan van afval is, gerelateerd aan de economische groei, toegenomen. Met het vaststellen van het Landelijke AfvalbeheersPlan in is het voorkomen van huishoudelijk afval geen taak meer voor de provincie. Daarmee vervalt in beginsel de vraag of de doelstellingen in het Milieubeleidsplan 2000+ gerealiseerd kunnen worden. Indien u van mening bent dat de provincie dit wel tot haar taak zou moeten rekenen, dan zullen daar nog voorstellen voor ontwikkeld moeten worden. De discussienotitie voorziet daar niet in. Voor wat betreft het bedrijfsafval stimuleren wij in het huidige beleid bedrijven er toe aan om aan afValpreventie te doen via de milieuvergunningen en via projecten in het kader van duurzaam ondernemen. De CDA-motie over het stimuleren van het opruimen van voertuigbanden in het landelijk gebied, aangenomen bij de behandeling van het Actiefonds 2006, geeft een aanvullende stimulans om dit specifieke probleem van afval en daarmee gepaard gaande verrommeling van het buitengebied op te lossen. Milieukwaliteit PEHS. Uit nieuw onderzoek dat is uitgevoerd ter voorbereiding op het sluiten van contracten in het kader van het Investeringsbudget Landelijk Gebied (ILG) blijkt dat de milieukwaliteit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), de Vogel- en Habitatrichtlijn gebieden en de Natuurbeschermingswetgebieden nog onvoldoende is. Bij circa driekwart van de bestaande natuur oppervlakte vindt nog teveel depositie van ammoniak plaats (verzuring). Van de bestaande natuur is ruim 10% te droog. Verzuring en verdroging hebben een negatief effect op de vitaliteit van bomen en planten, kunnen de soortensamenstelling veranderen, kunnen de gevoeligheid voor vorst- en droogteschade vergroten en kunnen een nadelige invloed hebben op de fauna. Onder regie van de provincie worden rijksdoelen via het ILG verbonden aan inspanningen in de regio. Een van de rijksdoelen is het verbeteren van de milieukwaliteit in de EHS. Hierbij zou ook de herbegrenzing van de EHS een rol van betekenis kunnen spelen. Of met deze beleidsinspanningen de doelstellingen uit het Milieubeleidsplan 2000+ gerealiseerd kunnen worden is daarmee nog niet zeker. Kwaliteit grond- en oppervlaktewater. De doelstelling om de normen voor basiswater in 2010 en de normen voor kwaliteitswater in 2018 te realiseren worden met het bestaande beleid niet gehaald. De normen vanuit de Kaderrichtlijn Water zullen leidend zijn voor het provinciale beleid. De provincie wil voor het bereiken van deze normen de regie voeren en in samenwerking met de gemeenten en waterschappen activiteiten uitvoeren. Verder onderzoek is nodig om te bepalen wat het "gat" is tussen die doelstellingen en het vigerende beleid, en om dan te bepalen wat mogelijk als aanvullende inspanning nodig is. Centraal staat daarbij de vraag welke inspanningen haalbaar en betaalbaar zijn.
Beschermen drinkwaterwinning. De doelstelling om de norm van 50 milligram nitraat per liter voor grondwaterbeschermingsgebieden die gevoelig zijn voor nitraatuitspoeling in 2005 te bereiken is met het vaststellen van de particle herziening van het Waterhuishoudingsplan grondwaterbescherming vervangen. Daarmee vervalt in beginsel de vraag of de "oude" doelstellingen te realiseren zijn. De nieuwe doelstelling is erop gericht om achteruitgang van de kwaliteit van het grondwater te voorkomen. Het is nog niet te zeggen of die doelstelling haalbaar is. Conclusie met betrekking tot de "oude" doelstellingen. Voor de "oude" doelstellingen uit het Milieubeleidsplan 2000+ met betrekking tot vermindering milieubelasting mobiliteit, afValproblematiek, kwaliteit grond- en oppervlaktewater en beschermen drinkwaterwinning geldt dat ze inmiddels door beslissingen van uw staten of de wetgever zijn vervallen. Voor de doelstellingen met betrekking tot duurzame energie en energiebesparing kunnen we zeggen dat er een redelijke kans bestaat dat deze met het bestaande beleid - inclusief het nog in ontwikkeling zijnde restwarmteproject inTwente - realiseerbaar zijn. Voor de doelstellingen met betrekking tot duurzame bedrijvigheid en de milieukwaliteit van de PEHS is het moeilijk daarover nu een uitspraak te doen. In beide gevallen is recent nieuw beleid geformuleerd, met het oog op het beter realiseren van de doelstellingen. Samengevat in een tabel met dezelfde opbouw als in de discussienotitie levert dit het volgende beeld. Thema
Duurzame bedrijvigheid
Duurzame energie en energiebespari
Doelstellingen milieubeleidsplan 2000 + (selectie van doelstellingen waarvan het realiseren onzeker of onhaalbaar is) De Overijsselse economic duurzaam ontwikkelen met een optimale balans tussen milieu, economic en sociale kwaliteit (ontkoppeling) In 2020 zijn de bestaande en nieuwe bedrijventerreinen ingepast in de omgeving en duurzaam ingericht Voor energie-efficiency (terugdringen van het energiegebruik) geldt een streefcijfer van 2% per jaar.
Doelstelling voor duurzame energie is 5% in 2010 en 10% in 2020.
Ontwikkeling Toelichting
De doelstelling is onvoldoende concreet geformuleerd om een "harde" beoordeling te geven. We werken langs diverse lijnen aan het bevorderen van de genoemde optimale balans. De kans op het bereiken van de doelstelling zal met het voorgestelde nieuwe beleid voor herstructurering bedrijventerreinen, op voorwaarde van medewerking van vele andere partijen, een stuk groter worden. Binnen de mogelijkheden van de provincie om deze doelstelling naderbij te brengen voeren wij beleid, via het uitvoeren van het plan van aanpak energie- en klimaatbeleid. In de renovatie van het Provinciehuis geven we een goed voorbeeld. De uitvoering van de motie energiebesparing in openbare gebouwen draagt ook bij. Voor het realiseren zijn we sterk afhankelijk van marktpartijen. De subsidieregeling bio-energie, de consulent, en het restwarmteproject in Twente bieden goede kansen om de doelstelling te halen.
Milieubelastin g mobiliteit
Stimuleren milieuvriendelijke vervoer svormen.
AlValproblema tick
Door preventiebeleid het ontstaan van afval beperken.
Milieukwalitei tPEHS
DePEHSmoetin2018 ontwikkeld zijn tot een stabiel en duurzaam te behouden ecologisch systeem. Het realiseren van de normen voor basiswater in 2010 en de normen voor kwaliteitswater in 2018. De norm van 50 milligram nitraat per liter voor grondwaterbeschermingsgebi eden die gevoelig zijn voor nitraatuitspoeling wil de provincie in 2005 bereiken.
Kwaliteit grond- en oppervlaktewa ter Beschermen drinkwatervoo rziening
De "oude" doelstellingen zijn losgelaten bij het PWP-2005. Het op te stellen actieplan toepassing alternatieve brandstoffen kan een bijdrage leveren. De provinciale taak is door het landelijke afValbeheersplan weggevallen. Via vergunningverlening en stimuleren van duurzaam ondernemen leveren we een bijdrage. We spannen ons in, via het ILG, om deze doelstelling te bereiken. De normen van de Kaderrichtlijn Water worden leidend. Verder onderzoek is nodig om te bezien of het realiseren daarvan haalbaar en betaalbaar is. De doelstelling is vervallen.
Perspectief. In de discussienotitie "Investeren in duurzaam Overijssel" zijn we in hoofdstuk 3, Kader, kort ingegaan op de noodzaak van langdurige, ingrijpende veranderingsprocessen die als transitie worden aangeduid. De EU heeft in de publicatie "Evaluatie van het milieubeleid 2005" (16 februari 2006) de stand van zaken in de EU weergegeven - en ook daarin is op een groot aantal punten duidelijk gemaakt dat het doel van een duurzaam evenwichtig milieu nog ver weg is, en grote inspanningen van de lidstaten en regio"s vraagt. De regering heeft in de Toekomstagenda Milieu (gepubliceerd in april 2006) aangegeven in het milieubeleid een aantal accenten te verleggen. In een paar trefwoorden gaat het om het sterker inzetten op beinvloeding van de Europese regelgeving, een sterker beroep op de eigen verantwoordelijkheid van het bedrijfsleven en het beter benutten van de kansen van eco-efficiente innovaties, het op orde brengen van de eigen overheidszaken, en het beter aansluiten bij wensen, opvattingen en mogelijkheden van burgers. Wij voelen ons aangesproken op het leveren van onze bijdrage, als provinciaal bestuur. In de Perspectiefnota 2007 doen wij daarom voorstellen in de lijn zoals geschetst in de discussienotitie. Wij stellen voor om op de drie thema"s (mens, milieu en markt) stimulerende projecten uit te voeren. Deze zijn gericht op concrete effecten. Bij het thema "mens" gaat het er om te zorgen dat de Overijsselse burgers beter en gericht op de hoogte (kunnen) zijn van duurzaamheidsaspecten van hun leef- en werkomgeving (geluid, luchtkwaliteit, natuurlijke omgeving, gezondheid). Daarvoor willen we de provinciale website gebruiken, en het netwerk van informatie- en bezoekerscentra dat zich reeds op de burgers en bezoekers van de provincie richt. De kennis- en onderwijsinstellingen in de provincie moeten daar naar onze opvatting een sterkere rol in gaan spelen. In dit licht willen wij gehoor geven aan de roep om meer aandacht voor stilte(gebieden) en duisternis (laat het donker donker), via concrete maatregelen (bijvoorbeeld wegverlichting, vergunningvoorschriften) en via bewustwording van beinvloedingsmogelijkheden door burgers en instanties.
In lijn met de opvattingen in de Toekomstagenda Milieu willen we eco-efftciente innovaties stimuleren, en daartoe concrete en veelbelovende projecten ondersteunen (in de discussienotitie zijn als voorbeeld de sectoren "hernieuwbare energie" en "bouw" genoemd). Versterking van de mogelijkheden voor het bedrijfsleven om zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid bij het ondernemen te tonen is een ander aspect van onze voorstellen, en ligt in het verlengde van de motie van D66 die hierover bij de behandeling van de begroting 2006 in uw Staten is aangenomen. Indien uw Staten de voorstellen overnemen die wij in het kader van de Perspectiefnota 2007 aan u voorleggen, zullen wij een plan van aanpak opstellen, en daarbij de aanbevelingen van uw Staten (onder meer voortvloeiend uit de initiatieven van de werkgroep uit de Statencommissie Verkeer, Milieu en Water) verwerken. Dit plan van aanpak zal ten tijde van de behandeling van de begroting 2007 in uw Staten beschikbaar zijn. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter.
secretans,