V4Kids Menselijke Waarde
Liefde
Herfst 2011 Nummer: 8
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
1
Inhoud (Waarde Liefde)
Liefde (4) De drie duveltjes (5) Spinnetje en haar webje (7) Herfstverhaal (8) Lied (8) Kids4Value (9) Oma’s Hoekje (13) Herfstknutsel (15) Onderweg (16) Herfstpuzzel (17) Gedichtjes van Kariem (18) Recept (19) Vallend blad meditatie (21) Surya de waterdraagster (22) Ik word blij als jij blij word (24) De reis van Yod (25) Liefde heeft de volgende kenmerken (40) Colofon (41)
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
2
Waarde voor het komende Winternummer: Waarheid
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
3
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
4
De drie duveltjes Word je ook wel eens overvallen door jaloezie, boosheid of verdriet? Vind jij het soms ook zo moeilijk om je er van te ontdoen? Die boosheid die aan je blijft kleven; die jaloezie die met geen stok weg te krijgen is of dat verdriet dat maar bij je wil blijven? Ik zal je een verhaal vertellen dat mij is overkomen, want ik weet er alles van. Misschien geloof je me niet, maar zo belangrijk is dat niet, zie het dan maar gewoon als een bijzonder verhaal. Toen ik klein was, was ik een heel blij meisje. Ik was gelukkig met mijn vader en moeder en woonde in een klein huisje aan de rand van een dorp. Het liefst was ik buiten in de velden en speelde dat de bomen daar mijn vrienden waren. Vriendinnetjes had ik ook wel, maar die gingen niet altijd mee naar mijn favoriete plekjes buiten. Zij waren nou eenmaal geen bomenklimmers. Maar ja, ik had dus een gelukkig leven, tot die ene dag. Die dag kreeg ik een broertje. Mijn moeder was in de wolken met hem, maar diep in mij roerden zich vreemde krachten, die ik eerder niet gekend had. Het was alsof ik belaagd werd door drie nare duveltjes. De eerste die me kwam bezoeken was Jaloezie. Het mannetje zag ik binnenglippen door het dakraam van mijn kamertje, de nacht die volgde op de geboorte van mijn broertje. Ik voelde dat het mannetje gemene streken had, en wilde hem het raam uitgooien, maar ik kreeg hem niet te pakken: hij verstopte zich in laatjes, doosjes en andere onmogelijke plekken. Overdag verschanste hij zich in mijn kleding, in een broekzak of een mouw, en ging zo de hele dag met mij op pad. Veel van mijn moeders aandacht ging naar mijn broertje. Ik kon het niet hebben en keerde me af van hem en van mijn moeder. Ik kon niet meer blij zijn en ging mijn eigen gang. Ik denk dat ik daarmee ook Boosheid heb uitgenodigd. Al heel snel, misschien een paar weken later, zag ik nog zo‟n eigenaardig kereltje mijn raam binnen klimmen. Hij stelde zich voor als Boosheid. Nu ben ik echt de pineut, dacht ik nog, terwijl Boosheid al snel een verbond sloot met Jaloezie. De twee lastposten zogen zich vast aan mij, en in die tijd was er dan ook geen land met me te bezeilen. Kinderen in de klas wilden niet meer met me spelen want mijn ogen spuwden vuur van boosheid. Nu was ik dus al mijn kameraadjes kwijt en voelde me best wel alleen. Na schooltijd verdween ik in de velden bij ons huis en klom in een boom. Daar zakte mijn boosheid en jaloezie een beetje, alsof ze in mijn broekspijp of jaszak een dutje aan het doen waren. Maar in die boom werd ik voor het eerst bezocht
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
5
door Verdriet. Het mannetje sprong zo op mijn schouders –als uit de hemel gevallen- en wilde me vanaf dat moment niet meer loslaten. Ik voelde me verdrietig omdat ik geen vriendjes meer had en mijn lieve moedertje miste. Nu vormden de drie mannetjes een drie-eenheid. Als de één een beetje moe was, dan namen de andere twee het over. Zo was ik dus altijd wel of boos, of verdrietig of jaloers. Kun je je het voorstellen? Het was bepaald geen pretje. Ik wilde van ze af, echt ik wilde dat ze uit mijn leven verdwenen, want ze hadden mijn geluksgevoel helemaal opgegeten. Ik besprak mijn zorgen in die tijd niet met mijn moeder, maar met de zon. Als ik hoog in de boom zat, ver weg van alle mensen, dan sprak ik met de zon en smeekte hem mij te helpen. Op een dag voelde ik dat de zon in mijn hart sprak. Hij zei dat hij zich zou beraden met de maan. Ondertussen hadden de drie mannekes nog steeds vrij spel en was er geen haar op hun hoofd die er aan dacht te vertrekken. Tot die ene dag, die ik nooit zal vergeten. Ik had pas weer een smeekbede richting de zon gestuurd, toen het plotseling erg hard begon te waaien. Ik zat hoog in mijn lievelingsboom en klemde me goed vast aan de takken. Een grote wolk boven mij leek zichzelf op te blazen en het moment daarna was ik waarschijnlijk even buiten bewustzijn. Toen ik mijn ogen opende, lag ik op de grond onder de boom en zag boven mij de drie mannetjes in de lucht zweven, gedragen door een krachtige windvlaag.
En ze woeien weg, heel ver weg! Ik voelde me licht en blij en rende zo hard ik kon naar mijn moeder die net buiten liep met de wandelwagen. Ik omhelsde haar en drukte een dikke kus op de rode wangetjes van mijn broertje. Ik was weer gelukkig! Tja, en of je mijn verhaal nou gelooft of niet, weet dat je altijd een beroep kunt doen op hulp als je echt genoeg hebt van zulke lastposten als die van mij. Want het is veel fijner om je gelukkig en blij te voelen! V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
6
Spinnetje en haar webje Spinnetje zit geduldig in haar webje De wind speelt met de blaadjes vandaag De zon schijnt telkens wat korter Spinnetje heeft een lege maag Krak; hoort Spinnetje ergens in haar web Spinnetje moet langs alle draadjes gaan Ze klimt omhoog en dan weer omlaag Er zal wel een draadje stuk zijn gegaan En ja hoor, vlak bij die tak is het mis Een draadje moet opnieuw gesponnen daar Het was al eens eerder stuk gegaan Geduldig maakt Spinnetje haar webje weer klaar In het midden zit Spinnetje het best Opeens voelt ze met haar pootjes een licht getril Een klein vliegje zit vast in haar web Een vlieg is dat wat Spinnetje eten wil Het is natuurlijk helemaal niet leuk voor vlieg Maar zo hoort het in het bos Als vlieg ben je een lekker hapje voor een spin Spin maakt een webje en… vlieg komt nooit meer los
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
7
Herfstverhaal Ergens aan het eind van de regenboog, bestaat een heel bijzonder bos. Hier leven alle kleine en grote dieren gelukkig met elkaar. Binnenkort is er een heel groot herfstfeest. Meneer Olifant gaat alle uitnodigingen versturen voor het grote feest. Alle dieren helpen mee en iedereen wordt uitgenodigd. Nou bijna iedereen. De uitnodigingen zijn naar iedereen verstuurd, behalve naar meneer Nijlpaard. Want olifant is heel erg bang, dat Nijlpaard het herfstfeestje gaat verknallen. En weet je waarom, hij denkt dat Nijlpaard de feesttaart in één hap op gaat eten, hij heeft een hele grote bek. Meneer Konijn heeft namelijk een grote worteltjestaart gebakken, deze ziet er fantastisch uit. En Olifant is toch echt bang dat Nijlpaard deze taart helemaal alleen gaat opeten. Maar niet uitnodigen dat is toch ook niet leuk, iedereen mag komen, behalve Meneer Nijlpaard.. Meneer Olifant ligt er de hele nacht wakker van. Zou hij dan geen andere oplossing kunnen bedenken? En ineens weet hij het. Hij gaat de taart gewoon in stukjes snijden en op bordjes leggen en dan krijgt iedereen gewoon even veel. Dan kan hij Nijlpaard wel uitnodigen en dat doet hij dan ook. Ook meneer Nijlpaard krijgt nog een uitnodiging voor het herfstfeest. En natuurlijk wordt het een fantastisch feest met worteltjestaart, beukennootjes, hazelnootjes en nog veel meer.
Lied Ze kunnen zeggen wat ze willen maar de olifant, heeft de allerdikste billen van het hele land . En de giraffe heeft de allerlangste nek, nek, nek, en het nijlpaard de allergrootste bek, bek, bek. (Voor de melodie en de verdere tekst van het lied verwijzen we jullie naar het internet)
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
8
Hallo allemaal! Ben je lekker uitgerust in de vakantie? Of ben je chagrijnig van alle regen? Nou, plezier maken en je lekker voelen heeft eigenlijk niks met mooi of slecht weer te maken. Maar het is natuurlijk best lastig soms om je goeie humeur te bewaren als het steeds regent. Dat wens ik je wel toe dat dat gelukt is want chagrijnig zijn heb je zelf het meeste last van, toch?
Deze keer gaat het over en dat is best wel een groot iets. Dus ik dacht: “Wat kan ik jullie daar nou over vertellen?” Toen herinnerde ik me dat alle kinderen van groep 5 voor de vakantie een vriendschapsboekje voor zichzelf hebben gemaakt. In dat boekje zaten foto’s die ik van hun werk gemaakt had en op de kaft kreeg iedereen een recente (dat betekent: kort geleden gemaakt) klassenfoto. Als ze dan 80 jaar zijn, zeggen ze: “Kijk man, vrouw, zo zag ik eruit toen ik 9 jaar was, bij juf Lonneke in de klas!”… Hoe dat zo kwam dat boekje? Nou, ik vind het altijd heel leuk om foto’s te maken met het Sinterklaasfeest als iedereen zijn surprise uitpakt. Dus ik wilde alle kinderen een cadeautje geven, een verrassing van mij, aan het einde van het jaar. En toen hadden we het net gehad over wat vriendschap is en wat je daarvoor kan doen. En ook wat je niet zou doen naar een ander natuurlijk. Toen hebben we een woordspin gemaakt met het woord
KNOERDGROOT in het midden van de lege bladzijde. Iedereen mocht zelf woorden opschrijven en tekenen om duidelijk te maken wat dat woord wat met liefde te maken heeft voor jou betekent.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
9
En toen vond ik ze zo mooi, dat ik dacht: daar wil ik ook foto’s van maken. Dat heb ik gedaan en zo had ik voor alle lieve kinderen die over liefde & vriendschap schreven en waar we over gepraat hebben een leuk miniboekje. Hieronder zie je een paar voorbeelden van al het mooie werk…
deze ook even op zijn kop lezen hoor!
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
10
hij heeft er veel bedacht zeg…. En waarom zijn vrienden eigenlijk je vrienden? Berend had dit gevoeld:
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
11
Er voor elkaar zijn is wel het allerbelangrijkste vond iedereen. En daar ben ik het wel helemaal mee eens…
Mochten jullie nou ook willen laten weten aan elkaar wat jij vriendschap vindt, dan hoor ik dat natuurlijk graag!
Mail je ideeën over liefde en vriendschap naar
[email protected] Tot de volgende keer! juf Lonneke
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
12
Oma’s Hoekje Hallo Lieve Kinderen,
Hoe gaat het met jullie? Het is alweer een tijd geleden dat wij elkaar gesproken hebben. De tijd gaat zo snel voorbij. Volgens mij zijn jullie alweer terug naar school. Spannend, om alle kinderen in de klas weer te zien. Elke dag moet je vroeg opstaan, ontbijten, je schooltas inpakken en hupsakee naar school. Ik weet nog hoe dat was. In het begin ging mijn moeder mijn zus en mij naar school brengen. Op een gegeven moment waren wij groot genoeg om zelf ernaar toe te lopen. Ik heb goede herinneringen aan mijn schooltijd maar soms waren er ook dingen die niet zo prettig waren. Soms werd er gepest. Dat gebeurde vaak op het schoolplein in de pauzes. In de klas gebeurde het ook maar dan was het niet zo opvallend. Ik weet nog dat het kindje dat gepest werd soms huilde van de pijn of misschien zou ik beter kunnen zeggen van verdriet. Ik zie nog het gezicht van een meisje. Zij werd gepest omdat zij een dikke bril moest dragen. Zij heette Serada. Volgens mij kwam zij uit een ander land, Marokko misschien. Haar naam was Serada en zij was acht jaar en vooral Emma, een meisje van tien jaar was haar voortdurend aan het pesten. Emma noemde Serada “Vier-Oog”-je, deed Serada „s accent na en lachte om de manier waarop Serada gekleed was. Op een dag werd Serada kwaad en begon Emma uit te schelden. Dit maakte Emma alleen nog maar meer pesterig. Als ik Serada was zou ik met mijn moeder zijn gaan praten. Ik denk dat dat zo‟n beetje gegaan is als ik hieronder vertel. In haar wanhoop sprak Serada met haar moeder. “Mam, wat kan ik doen? Emma maakt dat ik me zo akelig voel.” “Heb je iets gedaan om haar uit te lokken?” vroeg haar moeder. “Nee, maar ik heb haar een beetje terug uitgescholden toen ze me kwaad maakte.”
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
13
De moeder van Serada glimlachte en deed haar arm om Serada ‟s schouder: “Lieverd, waarom probeer je niet aardig tegen haar te zijn?” stelde ze voor. “LEUK! Hoe kan ik aardig tegen haar zijn als ze me zo pest?” vroeg Serada. Serada „s moeder legde uit dat, omdat zij zich net zo gedragen had als Emma, het probleem niet werd opgelost en het alleen maar erger maakte, dat ze iets anders dan pesten moest proberen.. “Verdraagzaam en vriendelijk zijn helpt altijd, Serada,” zei haar moeder, “zeg haar dat ze er leuk uit ziet of slim is of iets anders, dat maakt een groot verschil.” De volgende morgen op school, toen Emma weer begon Serada te pesten, herinnerde Serada zich wat haar moeder had gezegd. Ze zag hoe leuk Emma gekleed was en zei vriendelijk, “je ziet er vandaag leuk uit, Emma”. Emma haalde haar neus op maar Serada ging verder: “ Hé, waar heb je die leuke schoenen gevonden? Ik vind ze heel mooi”. “Mijn moeder heeft ze in Parijs gekocht, Serada. Vind je ze echt mooi?” vroeg Emma. Ze praatten daarna veel vriendelijker met elkaar. Emma heeft Serada nooit meer gepest en ze werden goede vriendinnen. Dus het was goed afgelopen tussen Serada en Emma. Wordt er ook gepest op jouw school? Ik hoop van niet maar ik vrees van wel. Ik weet dat ik ook gepest werd op school. Ik was toen 9 of 10 jaar oud. Ik weet wel dat ik toen ook ging pesten en dat ik me er niet lekker bij voelde. Ik wou dat mijn moeder zoiets gezegd had tegen mij als de moeder van Serada, dat ze had gezegd: “Ga eens kijken naar dat andere kind, zeg iets aardigs tegen haar of hem”. In ieder geval had ik me niet zo akelig gevoeld, dan had ik mijn best gedaan om aardig en verdraagzaam te zijn. Mijn buikpijn na zo‟n terugscheldpartij was niet zo leuk. Dat weet ik nog. Ik hoop dat jullie eens wat aardige dingen kunnen zeggen tegen zo‟n pestkop. Ik wens jullie een fijne tijd verder op school. Doe je best en: vooral lief zijn voor elkaar ook als de ander iets minder lief voor jou is. Tot de volgende keer, Veel liefs, Oma
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
14
Herfstknutsel
Benodigdheden: papier een potlood schaar wasco of oliekrijt zwarte plakkaatverf een cocktailprikker eventueel een echt herfstblad
Teken een herfstblad. Je kunt ook een echt herfstblad gebruiken en die omtrekken. Knip het blad uit. Kleur dan het blad in met verschillende kleuren wasco of oliekrijt. Verf er dan zwarte plakkaatverf overheen. Terwijl de verf nog nat is, kun je er met een cocktailprikker nerven in het blad tekenen. Er komen dan mooie kleuren tevoorschijn!
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
15
Onderweg We rijden in de auto, op weg naar oma. De zon schijnt en het gras is groen. En dan, dan ziet mijn kind iets waar het heel verdrietig van wordt. Een konijntje langs de kant van de snelweg. Ik zie tranen glinsteren als het zich tot mij wendt en vraagt: „Mama, waarom ligt daar een konijntje zo stil?‟ „Ja kind, dat konijntje wilde de snelweg oversteken toen er auto‟s voorbij kwamen. En een auto heeft het konijntje geraakt. Het vloog door de lucht, en viel op het asfalt daar waar het nu ligt.‟ „Is dat konijntje dan nu dood?„ „Zo‟n klein konijntje dat heeft gebotst met een auto die heel snel reed, denk je dat het dat kan overleven?‟ „Maar als het konijntje nog leeft, dan moet die heel veel pijn hebben!‟ „Ja schat, àls het nog leeft zal het heel veel pijn hebben. En ook erg gewond zijn, zo erg dat het toch niet in het lichaam kan blijven. Dat is zo erg kapot door de klap.‟ „Ow….‟ De tranen rollen nu over de wangen van mijn kind. „Mama, kunnen we terug gaan en het konijntje begraven?‟ „Het is heel gevaarlijk om langs de kant van de snelweg stil te gaan staan, en nog gevaarlijker om uit te stappen. Dat doe je alleen als de auto kapot is. Maar ik weet iets beters dan een begrafenis.‟ „Wat dan, mama?‟ „We gaan bidden voor het konijntje. We zeggen tegen god dat we het hier hebben zien liggen en of hij het konijntje komt ophalen en er goed voor wil zorgen.‟ Een glimlach breekt door de tranen heen, „Ja mama, dat gaan we doen!‟ „Mama?‟ „Ja?‟ „Kan ik ook bidden voor al die dieren in die vrachtwagen daar?‟ „Jazeker, je kunt voor alles en iedereen altijd bidden.‟
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
16
Herfstpuzzel h r n k w i n d f s e p r n o
l e p a d d e s t o e l r t o
w g r s j o i o t i h e e o k
a e i f ij a r e g e e e g l n
t n s t s m a v e r t e e e v
e l h e n t d r e e h u n o l
r a e s t o w e k g r l w n a
p a r a p l u a c e t b o s n
l r t m e i s r n n a t r l l
a z s e g t n p f d r m m a i
s e t d a s r g t f e a e k e
i n e n e a w e l i t l e d f
e d j i c h i e k d s a i e d
f e r h n e e e k h o o r n e
s e t c b b l a d e r e n t g
Zoek de volgende woorden van links naar rechts, van boven naar onder en diagonaal van boven naar onder en van onder naar boven: paraplu – waterplas – regen – slak - storm – regenlaarzen – regenworm - wind – najaar herfstwandeling – kleurenpracht – eikel – bladeren –egel – bos – spin – paddenstoel – eekhoorn – kastanjes De overige letters vormen samen van links naar rechts drie spreuken die met liefde hebben te maken. Schrijf ze hieronder op: 1. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 2. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… 3. ………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
17
Gedichtjes van Kariem
Geluk
Geluk Wat het ook is, Het maakt je blij, En het is zo fijn
Dit was de rap En nu houd ik mijn klep
Elfje
Geluk Ben gelukkig Geluk is fijn Wat het ook is
Fijn
Einde
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
18
Recept Popcorn Met Kaneel Popcorn, wat is dat? Jullie weten hoe lekker het is. Het is een feest om het te eten. Maar wat is het eigenlijk? Popcorn is gepofte maïs van maïssoorten die speciaal voor dit doel gekweekt zijn. De term popcorn komt uit het Amerikaans-Engels, van to pop (ploffen) en corn (maïs). Waar komt popcorn vandaan? Popcorn is vrij oud en komt oorspronkelijk uit Amerika. Popcorn werd reeds duizenden jaren geleden ontdekt door de Indianen in Noord- en Zuid- Amerika. In een grot in New Mexico zijn gepofte maïskorrels gevonden van 5000 jaar geleden. In oude tomben in Peru zijn nog oudere voor popcorn geschikte maïskorrels gevonden. Dus mensen en kinderen genieten al een hele tijd van lekkere popcorn. Popcorn is heerlijk Je kan het eten als tussendoortje met of zonder suiker. Tegenwoordig kan je het in de magnetron klaarmaken. Het komt in pakjes die helemaal plat zijn. Het is echt een wonder wat er in de magnetron gebeurt. Je hoort eerst helemaal niets maar na een minuut begint het te knallen. Ineens heb je een hele zak vol lekkere popcorn. In de winkel kan je meestal alleen popcorn kopen waaraan suiker is toegevoegd. Zodra het klaar is en je geen explosies meer hoort van poppende maïs, zet je de magnetron uit en kan je de popcorn uit de hele hete zak halen. Het is klaar om op te eten. Maar wat ik nu voorstel is dat je iets toevoegt wat al die zoete popcorn een andere smaak geeft. Ga eens wat andere kruiden proberen. Over de nog hete popcorn kan je wat kaneelpoeder doen. Goed mengen, opeten. Maar je kan ook popcorn maken van losse popcorn en dan wel op het fornuis. Als je dat doet dan heb jij meer mogelijkheden wat smaken betreft. Je kan bijvoorbeeld alleen boter en een beetje zout erdoor doen. Dat is ook wel lekker.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
19
Hoe maak je popcorn van losse popcorn op het fornuis? Benodigdheden 3 eetlepels olie 3 eetlepels roomboter 4 eetlepels suiker kaneelpoeder 100 gram popcorn Een grote pot met deksel of sauspan En nu Verhit de olie op hoog vuur gedurende een minuut. Plaats 3 pitten (popcorn) in de pot/pan en wacht tot ze poppen. Leg de rest van de pitten in de pot en zet het vuur lager. Schud de pot/pan tot het poppen langzamer gaat. Doe de popcorn in een grote schaal. Smelt 3 eetlepels roomboter in een pannetje. Giet de gesmolten boter over de nog warme popcorn, goed mengen. Nu kan je suiker toevoegen. Normaal gesproken eet men popcorn met gewone suiker maar af en toe is het avontuurlijk om iets anders te proberen. Als je gewoon wilt doen voeg dan nu 4 eetlepels suiker toe en dan goed mengen. Of als je iets anders wilt proberen: 4 eetlepels bruine basterdsuiker en een ½ theelepel kaneel poeder of 4 eetlepels bruine basterdsuiker en een ½ theelepel speculaaskruiden of alleen een beetje zout
Ik hoop dat jullie hiervan kunnen genieten.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
20
Vallend blad meditatie
Ga ergens rustig zitten en probeer je het volgende voor te stellen:
Je bent een stoere beuk midden in een mooi park Het weer wordt kouder en kouder Je zuigt de groene stof in de blaadjes langzaam terug in je stam Kijk dan omhoog naar al jouw blaadjes Maak de blaadjes één voor één los als ze bruin genoeg zijn Voel de wind die de blaadjes meeneemt Luister naar het geritsel van de blaadjes Voel dat het goed is en dat je klaar bent voor de winter
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
21
SURYA, de waterdraagster Door Tessa Hillman
Alle kinderen op de wereld voelen de behoefte om geliefd te worden. Wij hopen allemaal dat onze ouders van ons houden en dat ook onze broers en zusters van ons houden. Maar is dat voldoende? Ik ga je nu een verhaal vertellen over een kind, dat Surya heette, en ongeveer acht jaar oud was. Ze woonde in een klein dorpje in India en had twee broers. Surya was meestal een blij kind. Ze hielp haar moeder vaak water te dragen van de bron naar hun huis. Dit moest iedere dag gebeuren - een keer bij zonsopgang en een keer bij zonsondergang. Het was heel ver lopen naar de bron. Zij en haar moeder droegen de waterkruiken op het hoofd. Surya 's moeder kon een grotere kruik dragen dan Surya, maar ze wist dat het beetje water dat zij droeg net zo belangrijk was. 'Al het water dat jij draagt wordt gebruikt. Dus hoeveel je ook draagt, het is allemaal nuttig', verzekerde haar moeder haar steeds. Hierdoor voelde Surya zich belangrijk. Zij wist dat haar familie zonder water niet zou overleven. Zij wist dat haar familie afhankelijk was van haar werk; hierdoor konden ze zich wassen, drinken en hun eten koken. Ze was blij dat ze hen kon helpen. Ze zouden tegen haar glimlachen en haar 'onze waterdraagster' noemen. Surya vond dit fijn. Hierdoor voelde ze zich van binnen prettig en warm. Zelfs als ze moe en niet erg lekker was, voelde ze zich beter, wanneer ze tegen haar glimlachten. Op een dag praatte zij met haar moeder over dit gevoel. 'Moeder, wat is dat in mijn lichaam dat me warm en gelukkig maakt, als ik water heb gehaald en Pappie naar me glimlacht? lets binnenin mij lijkt dan groter en warm te worden. V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
22
Het is zo'n fijn gevoel. Het gebeurt niet als mensen hun hoofd van me wegdraaien en me niet opmerken. Het voelt aan als een warm diertje binnenin me. Wanneer iemand lacht, springt het op en keert zich om, zet zijn vachtje overeind en gaat dan behaaglijk liggen. Wanneer niemand glimlacht ligt het daar maar en beweegt niet. Het blijft daar erg rustig liggen en wacht en hoopt op een glimlach.' 'Ah, weet je kindje. Je begint je hart te ontdekken. Ja, het is precies als een klein diertje. Het wil graag liefde geven en liefde ontvangen. Als het beide kan doen, is het erg gelukkig. Als het liefde geeft en niemand merkt het op, dan voelt het zich niet zo gelukkig. Het wacht rustig totdat iemand het opmerkt; dan kwispelt het met zijn staartje en draait om en om en is gelukkig. En zo is het bij iedereen. Wij allemaal hebben een klein, warm gevoel dat in ons hart komt, wanneer we weten dat men van ons houdt. Wanneer we iemand verliezen van wie we houden, of misschien wanneer ons lievelingsdier dood gaat, dan voelen we ons van binnen erg zwaar. Ons warme plekje verandert in een koude steen in onze borst en ons kleine donzige diertje schijnt weg te zijn gegaan. We voelen ons helemaal alleen. Maar vooral dan moeten we ons herinneren dat iedereen ergens in zijn hart liefde heeft. Als we liefde nodig hebben, moeten we liefde geven. Geef een ander een glimlach en een vriendelijk woord en hij zal zich daardoor prettig en warm van binnen gaan voelen. De ander op zijn beurt zal naar je glimlachen en je bedanken voor je vriendelijkheid en je voelt je niet meer alleen. Liefde is wat we allemaal nodig hebben en om het te krijgen moeten we het natuurlijk ook zelf geven. Kinderen zijn erg goed in het geven van liefde. Het is iets wat ze gemakkelijk doen en het is iets dat ze zich moeten herinneren te doen als ze ouder worden. Het geeft niet hoe moeilijk het leven bij tijd en wijle is, als je van mensen kunt houden, dan zal je je nooit alleen voelen.' VRAGEN: 1. Waar gaat het verhaal over? 2. Welke titel zou je het verhaal willen geven? 3. Wat maakte Surya gelukkig? 4. Hoe voelde ze zich als naar vader tegen haar lachte? 5. Hoe voelde ze zich wanneer niemand tegen haar lachte? 6. Hoe voelde jij je toen je naar dit verhaal luisterde? 7. Deed het verhaal je denken aan iets in je eigen leven? 8. Wat betekent het verhaal voor je? Bron: Sathya Sai Onderwijs in Menselijke Waarden
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
23
Ik word blij als jij blij word Eén keer was mij klerenkast door de hoop En mijn moeder zei, we gaan morgen jouw kleren opvouwen Zei ik: Oké is goed". Toen mijn moeder ging werken, ging ik zo snel mogelijk mijn kleren opvouwen. Dus de volgende dag zei mijn moeder: "Kom we gaan je kleren opvouwen". Ze deed de kastdeur open. En vond alles netjes opgevouwd. Mijn moeder zei "wat is het hier toch netjes". En toen was mijn moeder blij. Toen zei ik: "dat heb ik niet gedaan", maar m'n broer. Maar toen geloofde mijn moeder mij niet. En ik had het maar toegegeven en gezegd: "Ik heb het helemaal alleen gedaan". (Fatima, 10 jaar oud)
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
24
De reis van Yod Een verhaal geschreven door: Diana van Doorn.
Yod was druk doende zijn kleine vrachtboot te laden met het meel dat de molenaar gemalen had. Twee maal per maand in de nazomer voer Yod naar de overkant van de brede rivier. De ene keer bracht hij het koren dat de dorpsbewoners hadden geoogst van het land en na twee weken haalde hij het gemalen koren bij de molenaar op. Dit deed hij tot in het vroege voorjaar. Na die tijd waren de korenschuren zo goed als leeg. De dorpsbewoners hadden dan precies genoeg meel tot de nieuwe oogst in de zomer. Als Yod geen meel vervoerde dan bracht hij de dorpsbewoners naar de overkant die een bezoek brachten aan de kleine havenstad dat verderop gelegen was bij de rivier. Hij haalde ook regelmatig de bestellingen op voor de dorpskruidenier. Het was altijd een gezellige drukte op de kade waar kleine vrachtschepen hun ladingen losten. Er werden ook producten uit de omgeving, zoals verse vis, geladen om te worden verscheept naar andere delen van het land. Yod was een vriendelijke jongen en had humor. Maar diep in zichzelf had hij een onbestemd gevoel. Hij noemde dit: de knot van Yod. Dit had te maken met dat hij niets wist van zijn ouders. Zijn moeder was overleden vlak na zijn geboorte en hij was opgenomen in het gezin van de schoolmeester uit het dorp. Zij zorgden goed voor hem en behandelden Yod als hun eigen kind. Er waren ook geen familieleden van zijn moeder. Zijn moeder, die Jora heette, was zelf ook een wees geweest. Zij was gevonden bij het altaar in de dorpskerk. De koster ontdekte het kind in een kartonnen doos en bracht de baby naar de dominee. De dominee had haar gegeven aan een ouderloos boerenechtpaar. Zijn moeder Jora was goed bevriend geweest met Ina die de dochter was van de dorpsdokter. Zij was de enige die nog iets over zijn moeder en mogelijke vader zou kunnen vertellen. Ina en Jora gingen regelmatig naar de havenstad. Daar zou Jora zijn vader hebben ontmoet. Ina was enkele jaren later vetrokken uit het dorp. Zij trouwde met een houthandelaar in het Noorden van het land. Dus kon hij haar dat niet meer vragen.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
25
Yod had besloten om in het vroege voorjaar naar het noorden af te reizen en op zoek te gaan naar Ina. Hij had voldoende geld om een rijpaard te kopen voor zijn reis. De tweede zoon van de molenaar had namelijk zijn boot gekocht en het werk overgenomen. En zo vertrok Yod op een zachte lentedag het dorp uit richting het noorden. Na enige dagen reizen ging het pad over naar een dicht begroeid bos. De avond begon te vallen en Yod zocht naar een rustplaats. Tussen de bomen zag hij een lichtschijnsel dat van een vuur afkomstig was. Hij reed er naar toe. Op een open plek zaten enkele mannen druk te praten en er werd eten bereid. Het werd even stil toen zij Yod aan zagen komen rijden. Eén van de mannen sprong op en pakte zijn jachtgeweer en richtte die op Yod. Deze schrok van dit gebaar en in een reflex deed hij zijn armen omhoog. “Wie ben jij en wat voert jou hierheen?”, vroeg de evenzo geschrokken man. Yod legde hem uit, met een brok in zijn keel, wie hij was en over zijn reis naar het Noorden. Eén van de andere mannen, die later de leider bleek te zijn, gebood de man zijn geweer neer te leggen en nodigde Yod uit om bij het vuur te komen zitten. Yod kreeg een houten bord met voedsel aangeboden en een kroes wijn. Na de maaltijd begon één van de mannen op een viool een vrolijke noot te spelen en de mannen zongen een lied. De avond verliep vrolijk en er werd veel wijn geschonken en gedronken. Er werd een pijp gestopt met een soort gedroogd gras welke een merkwaardig lucht verspreidde. De pijp ging in de kring rond en Yod wilde hier niet aan meedoen. Maar de mannen drongen aan dit wel te doen. Er werd hevig gelachen toen Yod al proestend zijn eerste teug nam van de pijp. De avond vorderde en het werd een vrolijk boel. Tegen middernacht vielen sommige mannen in slaap en Yod besloot ook te gaan slapen. Hij voelde zich een beetje draaierig en misselijk toen hij zich onder zijn reisdeken neerlegde en viel als een blok in slaap. Door het gekrijs van een raaf ontwaakte Yod uit zijn slaap. Hij deed zijn ogen open en voelde een hevige pijn in zijn hoofd. Het duurde enige tijd voordat hij besefte waar hij was. Langzaam kwam hij omhoog en bemerkte dat zijn warme deken weg was. Tot zijn schrik zag hij nergens zijn paard en ook de mannen waren vertrokken. Slechts een smeulend vuur en wat etensresten herinnerde hem aan de avond daarvoor. Met pijn in zijn hoofd kwam hij tot het besef dat de mannen hem bestolen hadden. Hij liep naar een beek die iets verderop gelegen lag. Met het koude en heldere water waste hij zich en spoelde de vieze smaak uit zijn mond. V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
26
Er zat niets anders voor hem op dan zijn weg lopend te vervolgen. Gelukkig scheen de zon en de wind blies een zachte bries in zijn gelaat.
Door het lopen werd zijn hoofd weer helder. In zichzelf mopperde hij over zijn dommigheid en het naïeve vertrouwen dan hij gegeven had aan de rovers. Nadat hij een flink eind gelopen had, kwam hij op een kruispunt aan. Er stonden geen richtingaanwijzers. Yod vroeg zich af welke richting hij zou nemen. Hij besloot te pauzeren. Er stond een grote eik iets verder op het pad en hij besloot daar rust te nemen. Hij ging zitten tegen de stam van de eik. Zachtjes dommelde hij in. Ineens werd hij opgeschrikt door een hevig balken van een ezel. Hij besloot op onderzoek te gaan. Achter de eik liep een smal pad dat leidde naar een open plek. Iets verderop was een oude vrouw bezig een ezel los te maken uit een stropersklem, waar het arme dier met zijn poot in was beklemd.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
27
Yod liep op het tweetal toe. Hij zocht naar een stevige boomtak en met veel moeite kon hij de klem openen. De vrouw trok heel langzaam de poot van de ezel eruit. Een diepe bloederige wond had de poot opgelopen. De vrouw deed haar sjaal af en verbond daarmee de poot. De ezel trok een kar waarop takken lagen. De ezel kon door de verwonding de kar niet meer trekken. Yod stelde voor dat hij de kar zou trekken. De vrouw dankte Yod voor zijn hulp en aanbod. Ze vertelde dat haar huisje verderop in het bos lag. Langzaam liepen zij de weg af richting het huisje. Daar aangekomen verzorgden zij de poot van de ezel. De vrouw maakte een kompres die gedrenkt was in speciale kruiden die de wond zouden behoeden voor infecties. Ze brachten de ezel naar de stal en legden hem in het stro. De vrouw stelde zich voor met haar naam Riet. Ze nodigde Yod uit voor een maaltijd. Daar had Yod wel oren naar want inmiddels had hij een reuze trek in eten. Hij nam plaats op het bankje dat tegen de buitenmuur van het huisje stond en Riet ging naar binnen om een maaltijd te bereiden. Na enige tijd riep ze hem binnen en samen aten zij aan de kleine tafel. Het huisje was sober doch netjes ingericht. Riet vroeg hem belangstellend waar hij vandaan kwam. Yod vertelde haar zijn verhaal en over de beroving van zijn paard en bagage. Nadat Yod uitverteld was, dacht Riet even na en zei: ”Als je wilt kun je hier blijven totdat de ezel weer hersteld is, ik kan je hulp nu goed gebruiken. Ik kan je geen geld betalen maar wel onderdak en eten geven. Ook ligt er nog kleding van mijn overleden man die je misschien wel past”. Ze keek hem vragend aan. Yod was heel blij met het voorstel en nam het dankbaar aan. Hij mocht slapen op de hooizolder in de stal, waar ook de ezel zijn onderkomen had. Yod hielp Riet met het hakken van hout en herstelwerk in en rond het huis. De zomer was inmiddels ingetreden en de ezel herstelde voorspoedig. Op een ochtend bij het ontbijt zei Riet dat de tijd was aangebroken om afscheid van elkaar te nemen. Er werd afgesproken dat Yod de volgende morgen zou vertrekken. De avond voor zijn vertrek zaten zij nog gezamenlijk te praten in de tuin. Riet stond op en liep het huisje binnen. Niet veel later kwam ze terug met een klein leren buidel in haar hand. “Yod”, zei ze, “dit is een kostbaar bezit dat komt van mijn verre voorouders. Als enig kind kreeg ik het van mijn ouders. Ik heb zelf geen kinderen en kan het dus ook niet aan hen doorgeven. Mijn tijd hier op aarde loopt bijna ten V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
28
einde dus geef ik ze aan jou. In deze buidel zitten routers. Het zijn zeven zwarte en zeven witte stenen. Ze zullen je helpen de juiste weg te gaan op reis en je doel te bereiken. De witte stenen spreken met een lach geluid als het goed is, de zwarte stenen zullen gaan gillen als je fout zit. Zorg goed voor deze routers. Af en toe een wasbeurt in schoon water en regelmatig een zonnebad, daar houden ze van. O ja, onthoud de naam van het bergmeer: Tjaka. Daar zal je antwoorden vinden als de volle maan zich in het water spiegelt. Waar het precies ligt weet ik niet maar de routers zullen je helpen het te vinden. Yod toonde zich zeer verheugd over het geschenk en dankte Riet voor de gastvrijheid en de routers. Hij beloofde dat hij op de terugweg bij haar langs zou komen. De volgende morgen vertrok Yod. Riet had een reistas met eten en drinken klaarstaan voor hem. Ze namen hartelijk afscheid van elkaar en de ezel balkte hem vrolijk na als afscheidsgroet. Yod had een flink eind gelopen toe hij op een T- splitsing kwam. Hij vroeg zich af welke weg hij zou nemen en haalde de routers uit zijn zak. Eerst zette hij zijn stappen op het rechter pad, maar de zwarte stenen begonnen te gillen. Hm, dacht Yod, dan maar links proberen en ook dan gilden de zwarte stenen. Dus liep hij rechtdoor en de witte stenen begonnen te lachen. Hij dankte de stenen en borg ze zorgvuldig in zijn binnenzak. Het begon al te schemeren en Yod vroeg zich af waar hij zou kunnen overnachten. Hij liep in de richting van een open stuk in het bos waar weilanden waren. In de verte zag hij een boerderij. Opnieuw pakte hij de routers en sloeg het pad in dat richting de boerderij liep. De witte stenen begonnen te lachen. Op het erf van de boerderij was het rustig. Enkele kippen kakelden luid toen zij Yod zagen aankomen en fladderden weg. Ook begon de waakhond hard te blaffen. De deur van de boerderij ging open en een flinke vent, die de boer was, kwam naar voren en bleef op de drempel staan. Hij bekeek Yod met enige argwaan in zijn ogen en vroeg wat hij kwam doen. Yod vertelde dat hij op reis was en op zoek naar een plaats om te slapen. Hij vroeg de boer beleefd of hij misschien in de hooischuur mocht overnachten. Inmiddels had de boerin zich ook in de bij hen gevoegd. De boer en boerin overlegden met elkaar. De boer zei dat hij mocht overnachten in de hooischuur en de boerin nodigde Yod uit voor de avondmaaltijd.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
29
Yod werd meegenomen naar de woonkeuken waar een grote houten tafel was gedekt. Aan de tafel zaten de twee zonen en een dochter van de boer en boerin. Zo ook een oude knecht. De jongste zoon had zijn arm gespalkt, naar bleek dat deze gebroken was. Ze groetten hem hartelijk en Yod nam plaats aan de tafel. De maaltijd was smakelijk en er werd natuurlijk van alles gevraagd aan Yod. Na de maaltijd ruimden de boerin en de dochter de tafel. De boer maakte zijn pijp schoon en deed er nieuw tabak in, welke hij zelf verbouwde, zo vertelde hij. De knecht ging met de zoon, die Johany heette, naar de stal voor de laatste werkzaamheden van die dag. De jongste zoon Ruben probeerde met zijn nog goede arm de tafel mee af te ruimen. Nadat de boer zijn pijp had aangestoken richtte hij zich tot Yod. Hij vroeg of Yod grote haast had om de volgende morgen weer te vertrekken. Yod zei hem dat hij richting het noorden zou gaan omdat hij daar voor het vallen van de winter wilde zijn. “O”, zei de boer, “dan heb je nog wel even tijd. Misschien kunnen we binnenkort navraag doen in het dorp over de houthandel van Ina en haar man. Na de hooitijd is er ook een grote markt, waar veel kooplieden en boeren komen, zo ook uit het noorden. Ik wil je vragen, nu mijn jongste zoon niet kan helpen door zijn gebroken arm, of jij ons misschien zou willen helpen met het hooien en rooien. Ik kan je onderdak, voeding en kleding verschaffen zolang je hier nodig bent. Wel, wat denk je van mijn voorstel?” De boer keek hem vol verwachting aan. Yod stemde er mee in, hij voelde zich op zijn gemak bij deze hartelijke mensen. De volgende ochtend werd Yod gewekt door het kraaien van de haan en de eerste zonnestralen die vielen door het dakraam van de hooizolder. En zo brak er een tijd van hard werken voor Yod aan. Hij kreeg een goede verstandhouding met de familie en knecht en in het bijzonder met de dochter Gerda. De zomer was ver gevorderd en het hooi was gemaaid en opgeslagen. Het land was grotendeels gerooid en de vruchten geplukt. De tijd van de grote jaarlijkse markt brak aan in het dorp. Deze zou een week duren. Uit alle streken kwamen boeren, kooplieden en kermisexploitanten. Het was ieder jaar een gezellige drukte en mensen uit de gehele omtrek kwamen om elkaar te ontmoeten en zaken te doen. Yod bouwde samen met de oudste zoon Johany een kraam op de markt. Een deel van alle groenten en vruchten die ze hadden geoogst werd daar te koop aangeboden. Gerda en haar moeder deden de verkoop in de kraam. De boer V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
30
kocht drie jonge melkkoeien, een geitenkoppel en kippen ter aanvulling van zijn veestapel. Ondertussen werd er navraag gedaan over Ina en haar man. Doch dat leverde nog niets op. Nadat de zaken gedaan waren en de week vorderde, was het tijd voor ontspanning. Yod vroeg toestemming aan de boer en boerin om met Gerda naar de kermis te mogen gaan. Het was de boer en boerin niet ontgaan welke goede verstandhouding er was gegroeid tussen die twee en ze stemden toe en wensten hen veel plezier. Dat hadden ze zeker en ze dansten na de kermis samen op het plein waar een boerenkapel speelde. Tegen het einde van de week werd het rustiger op de markt. De kermisexploitanten begonnen hun vertier in te pakken om naar andere plaatsen te trekken. De knecht kwam met de kar om de kraam te helpen afbreken en deze terug te brengen naar de boerderij. Daarna reden de kar en de huifkar met de familie erin terug naar de boerderij. Bij het naderen van de boerderij zagen ze langs de weg een huifkar staan met een ouder echtpaar ernaast. Het bleek dat de as van één van de wielen gebroken was. De boer, Yod en de broers liepen naar de huifkar toe. Ze keken wat er gedaan moest worden. Het zou een flinke klus worden. De boer stelde voor om de huifkar naar de boerderij te slepen om het wiel daar te repareren. De mannen hielden zich bezig met de kar en de vrouwen bereidden een maaltijd voor. De knecht ging het vee voeren, samen met Ruben, want zijn arm was nog niet helemaal hersteld. Nadat het werk klaar was en de avond gevorderd, aten zij gezamenlijk de maaltijd. De boer stelde het echtpaar voor om blijven voor de nacht. Er werd natuurlijk gesproken over de markt en allerlei andere zaken. Toen bleek dat het echtpaar uit de noordelijk gelegen streek kwam, vroeg Yod of zij Ina kenden die getrouwd was met een houthandelaar. Ze moesten even nadenken. De vrouw herinnerde zich dat in het plaatsje Nama, dat hoger in het noorden gelegen is, jaren geleden een jonge vrouw was komen wonen. Zij was getrouwd met de zoon van een houthandelaar. Die jonge vrouw V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
31
had aandacht getrokken met haar zwarte haar en diep bruine ogen. Dit was ongewoon in de streek waar de meeste mensen blond en rossig waren. Die avond werd besloten dat Yod met het echtpaar zou meereizen naar het Noorden. De volgende ochtend vertrokken zij, na een hartelijk afscheid. Yod beloofde dat hij terug zou komen als zijn reis klaar was. Het was nog een flinke tocht, maar na enkele dagen kwamen zij in het dorp Kala aan waar het echtpaar woonde. Zij hadden een winkel waar zij huishoudelijke goederen en gereedschap verkochten. Yod bleef enkele dagen op hun uitnodiging en hielp mee in het magazijn. Daarna vertrok hij richting Nama. De ochtendnevel kondigde het najaar aan. Hij had al een flink eind gelopen toen een berijder van beladen kar die door twee paarden werd getrokken, halt hield. Hij vroeg aan Yod waar zijn reis naar toe ging. Yod zei hem dat hij op weg was naar Nama. “Klim maar op de bok,” zei de berijder, ”ik ga die richting op en samen reizen is leuker dan in mijn eentje en ook wat veiliger.” Yod was zeer blij met het aanbod. Lopend was het zeker een dag of vijf maar op deze manier zou het sneller gaan. Het werd een aangename tocht en in de avond maakten zij een kampvuur en kookten een eenvoudige maaltijd. De paarden werden verzorgd en de mannen gingen slapen. De volgende morgen, nog voor de eerste zonnestralen opkwamen, vertrokken zij, na een stevig ontbijt. In de late avond arriveerden zij in Burdo een dorp niet ver van Nama vandaan. De man bod Yod een slaapplaats aan. De volgende dag nam Yod afscheid en bedankte de man voor zijn gastvrijheid. Hij moest nog een dag lopen. Onderweg moest Yod een paar maal de routers raadplegen. Nog voordat de avond viel, kwam Yod in Nama aan. Hij zocht een herberg op waar hij een eenvoudige kamer huurde voor de nacht. Van de herbergier kreeg hij te horen dat de houthandel en zagerij even buiten het dorp lagen. De ochtend was al ver gevorderd toen Yod bij de poort van de houthandel aankwam. Er waren enkele mannen bezig hout op te stapelen in een open loods. Yod liep op de mannen af en vroeg hen of de baas aanwezig was. Ze wezen naar een houten keet die als kantoor diende. Yod klopte op de deur welke werd geopend door een schrale man. Yod vroeg of hij de baas was. Nee, dat was hij niet. Hij V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
32
vroeg wie Yod was en wat hij wilde. Yod zei hem dat hij om persoonlijke reden kwam. De man liet Yod voor de deur staan en liep naar binnen, om zijn baas in te lichten. Even later kwam de man terug en Yod werd naar het kantoor van de baas gebracht, die zat te werken achter zijn bureau. Vanachter zijn brillenglazen keek hij op toen Yod het kantoor binnen liep. Yod stelde zich voor en vroeg de man of hij getouwd was met Ina. De man knikte instemmend. Yod vertelde hem waarvoor hij gekomen was. De man, die zich voorstelde als Pim, zei tot Yod dat zijn vrouw twee jaar geleden was overleden na een tragisch ziekbed. Yod onderging een diepe teleurstelling en trok wit weg. Pim gaf hem een stoel en iets te drinken. Yod verontschuldigde zich en betoonde zijn deelname met het verlies van de vrouw van Pim. Yod zat er wat verloren bij toen hij zich de woorden van Riet herinnerde die had gezegd naar het Tjaka-meer te gaan. Pim vroeg hem wat hij nu ging doen en Yod zei hem naar het Tjaka-meer te willen gaan. Dit raadde Pim hem af. Het najaar was een slechte tijd om te reizen door de bergen en de sneeuw zou vroeg vallen dit jaar. Daarbij wist hij niet waar het Tjaka-meer precies lag. Er gingen vreemde verhalen van reizigers die daar ooit geweest waren of zelfs niet van teruggekeerd zouden zijn. Maar Yod zei dat dit de enige mogelijkheid was voor hem en dat hij er echt naar toe wilde gaan. Pim dacht even na en zei tot Yod: “Als je wilt kun je hier de winter blijven. Ik ben op zoek naar een nieuwe conciërge. Mijn huidige conciërge vertrekt deze maand na veertig jaar trouwe dienst. Hij heeft nog onder mijn vader gediend. Hij en zijn vrouw vertrekken naar hun zoon die een woning voor ze heeft. Daar kunnen ze nog genieten van hun pensioen. Ik heb nog niemand gevonden en vroeg mij af of jij die taak op je wilt nemen, dan kan ik rustig verder kijken voor een nieuwe werknemer. Je kunt dan tijdelijk gaan wonen in de portierswoning die nu met het vertrek van de huidige conciërge vrijkomt. Wel, wat denk je hiervan?” Yod was blij met het aanbod en bedacht dat er niets anders op zat nu het reizen bemoeilijkt werd door de weersomstandigheden. Hij maakte kennis met de conciërge en zijn vrouw. Yod kon voorlopig slapen in de logeerkamer. In de weken daarna leerde hij de werkzaamheden die hij moest verrichten en tevens hielp hij bij het verhuizen van de conciërge en zijn vrouw.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
33
De meeste meubels bleven achter en ook veel boeken. Met dit laatste had Yod veel leesplezier op de donkere avonden die de winter met zich meebracht. Hij kreeg nu ook tijd om brieven te schrijven naar Gerda en haar familie. Eén maal per week kwam de postkoets om post te brengen en op te halen bij het postkantoortje annex kruidenier in het dorp. Zo konden zij met elkaar in contact blijven. Yod werd regelmatig uitgenodigd in het huis van Pim en zijn familie, waar hij een goede band mee kreeg. De dagen begonnen te lengen en het voorjaar brak aan. Milde regens spoelden de laatste sneeuwresten weg en het eerst lentegroen verscheen op de velden en in de bossen. Yod maakte zich gereed voor zijn vertrek. Inmiddels waren de nieuwe conciërge en zijn vrouw aangekomen. Yod had voldoende geld gespaard om een muilezel te kopen. En zo brak er weer een dag aan van vertrek en afscheid met de belofte dat hij hen zou schrijven als de reis klaar was. Men had Yod verteld dat het meer oostwaarts lag, dus Yod vertrok in die richting en vroeg de routers regelmatig de weg te wijzen. Hij probeerde zoveel mogelijk in herbergen of boerderijen te overnachten. Hoe verder hij kwam op zijn reis hoe dunner bevolkt het gebied werd. Hij moest het berggebied in dat steeds steiler en onbegaanbaarder werd. Gelukkig kon de muilezel zich goed bewegen over de smalle paadjes. Yod wist niet meer hoe lang hij onderweg was, de tijd leek geen invloed meer op hem uit te oefenen, zo geconcentreerd was hij bij iedere stap die hij nam. De muilezel en zijn routers waren zijn enige betrouwbare metgezellen geworden. Na een lange klim bereikte hij een bergtop. Boven op die bergtop was een uitgestrekt meer. De routers gaven aan dat dit het Tjaka-meer was. Yod was geheel onder de indruk over de schoonheid en helderheid van het meer. Hij maakte een houtvuur en kookte een maaltijd. De muilezel deed zich tegoed aan het groene gras. Met het schemeren van de invallende avond kwamen dunne nevels boven het meer gedreven. Yod stookte het vuur extra op en kroop onder zijn warme deken. Hij moest even weggedommeld zijn toe hij plots wakker werd. Hij keek om zich heen en zag dat de volle maan scheen over het meer. Alles was gedompeld in een blauwwit licht. V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
34
Met een wat onbestemd gevoel liep Yod naar de oever van het meer. Hij keek in het water en zag de maan daar ook. Die glimlachte naar hem. Toen sprak de maan tot hem: ”Drink van dit water en je zult je antwoord krijgen.” Yod deed wat hem gezegd werd en hij dronk met volle teugen uit het water dat hij met zijn handen opschepte. Een grote wolk bedekte de maan voor enige tijd. Yod liep naar een boom die even verderop stond en zette zich tegen de boomstam. Hij voelde zich soezerig en sloot zijn ogen. Daar zag hij dat het maanlicht plaats maakte voor het zonlicht. In dat licht zag hij twee figuren naderen. De één was een man in een mooi blauw gewaad en de ander een vrouw in een wit gewaad. Zij lachten hem toe en hij keek hen in het gezicht. Met verbazing zag hij zijn eigen gezicht op verschillende manieren weerspiegeld in de beide gezichten van deze twee mensen. Zij vertelden Yod dat zij de aardse ouders waren van hem. Helaas konden zij niet op de aarde blijven om voor hem te zorgen. Ze zeiden hem: ”We zijn altijd van je blijven houden en waken dag en nacht over je welzijn. We zijn je erg dankbaar dat je deze moeilijke reis hebt ondernomen zodat we elkaar kunnen ontmoeten.” Ze bespraken vele dingen die hun beider leven betroffen. Een diepe liefde en vrede vulde Yod zijn hart. Het moment van afscheid nemen brak aan. Zijn moeder zei hem: “Kijk naar het firmament en zie daar zijn vele sterren. Alle sterren vertegenwoordigen de zielen die naar de overzijde van het leven zijn vertrokken. Zij waken over hun nakomelingen en zielsverwanten”. Zijn vader wees hem op twee sterren die in een bepaalde richting stonden. “Kijk,” zei hij, “dat zijn onze sterren en als je „s avonds naar de hemel kijkt en het is niet al te bewolkt kun je ons zien en weten dat we bij je zijn.” Ze namen een moeizaam afscheid en zwaaiden een lange tijd naar elkaar, totdat zijn ouders in het licht verdwenen. Yod opende zijn ogen. Hij vroeg zich af of hij gedroomd had, maar dit voelde heel anders: er stroomde warmte en liefde in zijn hart en deed zijn knot verdwijnen.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
35
De ochtend brak aan. Voordat de eerste zonnestralen door het wolkendek heen braken en de maan deden verbleken, zag Yod aan de hemel de twee sterren schitteren die zijn ouders hem hadden laten zien. Yod stond op en liep naar de plaats waar de muilezel aan het grazen was. Hijzelf had een flinke trek gekregen en maakte een stevig ontbijt. Ondertussen overdacht hij het gesprek dat hij had gehad met zijn ouders. Hij besloot om terug te reizen naar Gerda en haar familie zoals hij dat beloofd had. Maar het was ook zijn hart dat naar Gerda verlangde. Hij dankte het meer, de maan, de zon en de sterren voor het bijzondere geschenk dat hij ontvangen had! Het zou nog een lange tocht worden. Maar hij vertrok vol goede moed en dankbaarheid. Onderweg deed hij her en der wat klusjes om in zijn dagelijkse onderhoud te voorzien. Het was begin van de zomer toen hij met zijn muilezel het erf van de boerderij opliep. Eerst herkenden zij hem niet door de baard en sjofele kleding die hij droeg. Maar al gauw zagen ze wie hij was en de familie verwelkomde hem van harte. Gerda maakte een bad voor hem klaar en knipte zijn haren en schoor zijn baard. De boerin bracht hem schone kleren. Die avond werd er een feestelijke maaltijd bereid voor zijn terugkeer. De volgende morgen had hij een lang gesprek met Gerda toen zij samen in de weilanden liepen. Hij vertelde haar wat hij beleefd had bij het Tjaka-meer. Ook liet hij haar de routers zien die hij gekregen had van Riet. Ze was diep onder de indruk van zijn verhaal en blij dat hij nu rust in zichzelf had gevonden. Aan het einde van hun gesprek vroeg Yod of Gerda met hem haar leven wilde delen als zijn vrouw. Dat wilde ze heel graag. “Er is één probleem”, zei Yod, “ik heb je nog niets te bieden en ik wil daar eerst voor gaan werken.” Die avond vroeg hij aan de boer en boerin om de hand van hun dochter. Zij stemden daar mee in want zij waren Yod als een zoon gaan beschouwen. De boer bod hem aan om op de boerderij te komen wonen en werken, zo kon hij ook een aandeel verdienen. De boerin stelde voor dat de bruiloft aan het begin van de herfst gevierd zou worden als het meeste werk op het land klaar was en de jaarmarkt voorbij was. Voor het zover was vroeg Yod toestemming om nog enige tijd op reis te gaan. Hij wilde graag naar Riet toe om haar te bedanken en gedag te zeggen. Dat was geen enkel probleem en Gerda zou hem vergezellen. Samen mochten ze gebruik maken van de huifkar die de muilezel zou trekken.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
36
Na anderhalve dag reizen arriveerden ze op de plek waar het huisje van Riet stond. Het was er opmerkelijk stil. De luiken voor de ramen waren dicht en de tuin stond er verwaarloosd bij. Ze liepen naar de deur. Op de deur hing een vergeeld papier. Ze konden nog net lezen dat het kwam van de Burgervader van het nabij gelegen plaatsje. Er stond op geschreven dat als Yod dit zou lezen hij zich moest melden op het stadhuis. Ze reden naar het dorp en melden zich bij het stadhuis. Daar werden zij ontvangen door de secretaris en die bracht ze naar het kantoor van de Burgervader. Deze verwelkomde hen beiden en vroeg hen plaats te nemen op de stoelen voor zijn bureau. Hij gaf de secretaris opdracht iets te drinken te serveren. “Wel”, zei de Burgervader, “helaas is Riet vorig jaar gestorven. Enkele maanden daarvoor was zij hier op het stadhuis en heeft mij dit testament overhandigd dat ik en de notaris hebben ondertekend. Hierin staat dat zij al haar bezittingen aan jou nalaat. Haar ezel hebben we zo lang bij een boer ondergebracht. Die kun je ophalen zodra je daarvoor in de gelegenheid bent. Het is ook zo dat buiten het huisje en de tuin er nog minstens drie hectare bos bij het huisje horen”. De Burgervader keek Yod aan om te zien wat zijn reactie zou zijn. Deze was even helemaal stil geworden, wat al gauw omsloeg in vreugde en blijdschap. Zo werd Yod eigenaar van een huisje en het bosland. Na hun bezoek op het stadhuis vertrokken zij naar de boer waar de ezel was ondergebracht. De ezel was blij met hun komst en balkte er vrolijk op los. De ezel en muilezel werden goede vrienden en trokken samen de huifkar terug naar de boerderij van de familie van Gerda. De bruiloft werd voorbereid en zou, zoals het gebruik was in die streek, vijf dagen duren. Ook Pim en zijn familie waren aanwezig en het echtpaar uit Kala. Het werd een groot feest met muziek en dans. Vele boeren en hun families uit de omtrek waren uitgenodigd. Na de bruiloft keerden zij terug naar het huisje van Riet dat nu hun eigendom was geworden. Er was veel werk te verrichten om het huisje weer bewoonbaar te maken. Ook werden er plannen gemaakt om het huisje uit te bouwen. Yod kreeg toestemming van de Burgervader om een deel van zijn bos om te hakken en er landbouw van te maken. Het geld dat hij kreeg voor de bomen die gerooid en verkocht werden, gebruikte hij voor de verbouwing van het huis en zaaigoed.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
37
Als het werk klaar was en de avond viel keek hij even naar de sterrenhemel en zijn hart glimlachte als hij de twee sterren zag. Op een dag reed hij het dorp uit waar hij inkopen had gedaan. Buiten het dorp zag hij een gewonde man langs de kant van de weg liggen. Hij stopte en vroeg wat er aan de hand was. De man zei niet veel maar klaagde over pijn in zijn rechterbeen. Yod hielp de man op de kar en nam hem mee naar zijn huis. Daar legde hij samen met Gerda de man op de divan in de woonkamer. Zij verzorgden zijn verwondingen. De volgde dag liet hij de dokter komen. Die onderzocht de man en constateerde een gebroken been, schaafwonden en blauwe plekken op het lichaam van de man. De dokter spalkte het been en gaf medicijnen. Na enkele weken herstelde Tristan, zoals hij heette, voorspoedig doch hij sprak heel weinig en was grotendeels in zich zelf gekeerd. Op een dag liep Tristan door de tuin met ondersteuning van een stok. Yod liep naar hem toe en er ontstond een gesprek. In een flits herkende Yod de stem van de leider van de rovers, die hem ooit bestolen hadden. Hij vroeg Tristan of hij het was. Tristan knikte beschamend want hij had Yod al eerder herkend en durfde niet te praten. Tristan vroeg Yod om vergeving en zei hem dat hij zijn leven had gebeterd maar dat het ongeluk hem nog bleef achtervolgen. Hij was namelijk zelf beroofd van zijn paard en neergeslagen door rovers toen Yod hem uiteindelijk vond. Yod zei hem te willen vergeven als hij kon aantonen dat zijn leven echt gebeterd was. Tristan vroeg hem: ”Wat kan ik voor je doen?” Yod stelde hem voor om te komen werken bij hem op de boerderij als hij hersteld was. Tristan nam het aanbod met beide handen aan. In zijn hart had Yod hem vergeven. Hij besefte dat zijn leven positief was veranderd ondanks de diefstal en eigenlijk Tristan ook dank verschuldigd was. Maar dit hield hij nog even voor zich om te zien of Tristan echt zijn leven verbeterd had. De jaren gingen voorbij en Tristan was een goede werkman geworden. Hij woonde boven de stal en had het erg naar zijn zin. Gerda en Yod hadden al twee zonen toen hun dochter werd geboren op een regenachtige dag in de herfst. Haar gezichtje leek veel op zijn moeder zoals hij haar gezien had bij het Tjaka-meer. Hij gaf haar dezelfde naam als zijn moeder, Jora, wat betekent: gouden herfstregen. Tristan werd verliefd op een weduwe in het dorp die een bakkerswinkel had. Ze trouwden met elkaar en Tristan werd een goede bakker en echtgenoot. V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
38
Of ze allemaal nog lang en gelukkig leefden vertelt het verhaal niet. Wel dat Yod bevrijd was van zijn knot. Die had plaats gemaakt voor vertrouwen en liefde die hij uitstraalde naar zijn omgeving en allen die hem ontmoetten.
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
39
Liefde heeft de volgende kenmerken: Delen Geduld Goedheid Gulheid Helpen Innerlijk geluk Medeleven Offervaardigheid Sympathie, mededogen Toewijding Tolerantie Verdraagzaamheid Vergevingsgezindheid Vreugde Vriendelijkheid Vriendschap Zorgzaamheid
Die kenmerken hebben natuurlijk ook nog broertjes en zusjes
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
40
Colofon V4Kids is een uitgave van de Stichting Sri Sathya Sai Baba Nederland (www.sathyasai.nl) Doel van het blad: Kinderen t/m groep 8 van het basisonderwijs ondersteunen in hun vorming naar een goed mens door ze in aanraking te brengen met de vijf menselijke waarden. Deze vijf waarden zijn: 1. Waarheid (nieuwsgierig, onderscheidingsvermogen, intuïtie, hang naar kennis, waarheidsliefde); 2. Juist gedrag (netjes, moedig, vastberaden, plichtvol, eerlijk, dienstbaar); 3. Vrede (kalm, geconcentreerd, volhardend, zuiver, gedisciplineerd, zelfrespect); 4. Liefde (zorg, eerbied, medeleven, zorgzaam, vriendschappelijk, onzelfzuchtig); 5. Geweldloosheid (voelt burgerlijke verantwoordelijkheden aan, compassie, vergefelijk, ongevaarlijk, behulpzaam, rechtvaardig). Auteursrecht Het auteursrecht berust bij de Stichting Sri Sathya Sai Baba Nederland, tenzij anders aangegeven. Correspondentieadres en inzendingen van materiaal E-mailadres:
[email protected] Website:
www.v4kidsplace.nl (Bevat een link naar alle oude nummers)
Wij behouden ons het recht voor om zelfgemaakte (niet gekopieerde) inzendingen (tekeningen, verhalen en dergelijke in het blad V4Kids en/of de website) kosteloos te mogen plaatsen. Abonnementen De toezending geschiedt uitsluitend door middel van e-mail in de vorm van een PDF-document. Er zijn geen kosten aan verbonden. Er zal nimmer een geldelijke bijdrage worden gevraagd. De e-mailadressen zullen uitsluitend voor het toezenden van het blad worden gebruikt en niet aan derden worden verstrekt. Abonnementen aanvragen / opzeggen bij:
[email protected] Data van verschijning Vier keer per jaar, rond de seizoenswisselingen ( maart, juni, september, december). Illustraties (voor zover niet elders vermeld) Ami Siemons Sylvia Wiersma Wietske Vriezen Kinderen Delft, Leiden en Parkschool Utrecht
Auteurs (voor zover niet elders vermeld) Chitra Ramrattansing Lonneke Offenberg Mariëlle van Zon Marsha Witteveen Ton Modderman Sylvia Wiersma
V4Kids
Herfst 2011
Bladzijde
41